Marianne Teunis (c) juni 2008
Haza-21 versie 3 Kaart tekenen voor beginners
versie 5 september 2008
Installatie Kijk voor meer gegevens over de installatie van Haza-21 v.3 of de probeerversie op de site van Telapas: http://www.hazadata.com Kijk voor een uitgebreide handleiding in het programma onder [Help]. Daar kun je de [Handleiding - functioneel] opvragen. Hierin staan alle functies van het programma beschreven. Daarnaast kun je de [Handleiding - kookboek] opvragen. Hierin wordt een aantal mogelijkheden van het programma stap voor stap beschreven. Er is ook een handleiding Kaart tekenen van Haza, doch die is nog in ontwikkeling.
Invoer Start het programma op met het bestandje flexpoint.exe in de map van het programma Haza-21, of met de snelkoppeling op het bureaublad. Dan verschijnt het schermpje [Database]. Druk op [Insert] om een nieuw bestand aan te maken en vul de naam van het bestand in (in dit geval ‘Beginners kaart tekenen’). Als er verder nog niet eerder nieuwe bestanden zijn gemaakt, zal Haza-21 meteen doorstarten. Dan kun je kiezen voor [Bestanden] [Andere Database]. Het programma wordt dan opnieuw opgestart en daarna kan alsnog met [Insert] voor een nieuw bestand worden gekozen. In het venster [Database] kun je de gewenste naam van het bestand invullen, in dit geval Beginners kaart tekenen. Na [OK] verschijnt een venster met daarin het standaard pad waarin de nieuwe Database wordt geplaatst. Dit pad kan bij de instellingen gewijzigd worden als je liever de bestanden niet onder Haza-21 wilt hebben, maar in een aparte map. Het programma gaat nu aan het verwerken van een aantal initialisaties. Na enige ogenblikken verschijnt er een grijs scherm met de naam van de versie, de datum, het nummer van je programmasleutel en de versie waarmee je werkt. Boven in de blauwe balk zie je HAZA -21 [Beginners kaart tekenen]
Daaronder zie je de menubalk. Als je op een onderdeel van deze menubalk klikt dan komt er een rolmenu te voorschijn met de mogelijkheden van dit onderdeel. Kies in de menubalk bovenin voor [Achtergrond] en daarna voor [Kaart] door er op te klikken. Nu wordt er een nieuwe (nog lege) kaart opgebouwd. Het scherm is nog volledig wit en de bedoeling is natuurlijk dat we er de gewenste kaarten op gaan tekenen.
De keuze van de onderkaart Allereerst gaan we eens inventariseren welke kaarten we voor onze plannen beschikbaar hebben. Dit zal per plaats en regio heel verschillend zijn. Historische kaarten. Soms zijn er oude historische kaarten van het gebied beschikbaar. Deze zijn niet altijd gedetailleerd en vaak zeer onnauwkeurig.
Kaart tekenen 1
Marianne Teunis (c) juni 2008
Minuutplans Dan zijn er de minuutplans van 1832. De minuutplans zijn de eerste kadastrale kaarten waarmee Nederland volledig in kaart is gebracht. In latere jaren werden vaak aangepaste kadasterkaarten uitgebracht. Het is echter niet raadzaam om te beginnen met het intekenen van een minuutplan omdat deze kaarten niet altijd 100% nauwkeurig zijn. Recente kaarten volgens het RD-stelsel. De huidige kaarten van (delen van) Nederland zijn gemaakt volgens het stelsel van de coördinaten van de Rijksdriehoeksmeting, of wel: RD-coördinaten. Deze coördinaten worden in Nederland gebruikt als grondslag voor geografische aanduidingen en bestanden, zoals in een Geografisch Informatie-Systeem (GIS), op kaarten van het Kadaster, de Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN) en topografische kaarten. Het is belangrijk om altijd te beginnen met een onderkaart volgens het RD-stelsel. Het is de enige manier om in een later stadium oudere kaarten of minuutplans in te voegen en deze soms onnauwkeurige kaarten aan te passen aan de huidige situatie. Mogelijk kunt u beschikken over een door het Kadaster geleverd bestand of een uitvoer van de Digitale Basiskaart. Zie voor de verwerking hiervan in de handleiding. We gaan in deze handleiding uit van een topografische kaart van het gebied, zoals die bij de Topografische Dienst in Emmen te verkrijgen zijn. Kijk op de site http://www.kadaster.nl/index.html onder [Particulier] [Topografische kaarten] om te zien wat er allemaal beschikbaar is. In dit beginnersbestand beschikken we over een gescande kaart uit 1969 volgens het RD-stelsel, waarop het gebied vòòr de verkaveling te zien in. Deze kaart laat aan de randen de coördinaten van het RD-stelsel zien, die we kunnen gebruiken om de kaart op de juiste plek te positioneren. Allereerst nemen we de kaart op in de tabel [Afbeelding]. We kiezen in het menu [Data] [Afbeelding] en drukken op [Insert] om een nieuwe afbeelding op te nemen. Daar vullen we de gewenste gegevens in. Nu kunnen we de kaart als onderkaart gebruiken voor onze tekenkaart. We kiezen voor [Projectie] [Ondergrond afbeelding]. Dan verschijnt het venster [Ondergrondafbeelding zoeken] en we zien daar de kaart staan die we zojuist hebben ingevoerd. We kiezen voor deze kaart. De kaart staat nu als onderkaart op het scherm met daarop 3 controlepunten. Als je met de muis over het scherm gaat, zie je linksonder in de balk het x-coördinaat en het y-coördinaat van waarde veranderen. De kaart staat natuurlijk nu niet op de juiste plek en met behulp van het raster en de controlepunten gaan we de kaart op de juiste plek brengen. Zet eerst even onder [Schaal] de schaal op [grid per m] We zetten nu eerst het raster aan, zodat de vakken op de kaart gelijk zijn aan die van het raster. We kiezen daar voor [Weergave] [Raster] en vullen in 1000 (m). Nu gaan we de controlepunten verplaatsen om makkelijk een middelpunt van de controlepunten te kunnen bepalen. Met de linkermuisknop pakken we :
Kaart tekenen 2
Marianne Teunis (c) juni 2008
controlepunt A en slepen die naar het coördinaat 116/525. controlepunt B en slepen die naar het coördinaat 120/525 controlepunt C en slepen die naar het coördinaat 116/519. (Alle drie op de onderkaart) Het middelpunt van deze 3 controlepunten is nu de coördinatie 118/522. Met [Ctrl] pijltje omhoog/omlaag kun je eventueel inzoomen of uitzoomen om het beter te kunnen bekijken. Nu moet de kaart verhuisd worden naar de juiste plek. Daarvoor kiezen we [Selectie] [Zoek RD-coördinaat]. We vullen het gevonden middelpunt in: 118000 x 522000 (in m). Met de rechtermuisknop kiezen we in het midden van de rode cirkel nu voor [Centreer controlepunten]. Het middelpunt van onze onderkaart staat nu op de juiste plek. Nu moeten de drie controlepunten nog naar het juiste coördinaat worden verschoven. Nu zoeken we op de tekenkaart (op het scherm) het coördinatiepunt 116/525 op en door op dat punt te klikken zal coördinatiepunt A (rood gekleurd) daar terechtkomen. Coördinatiepunt B zetten we op het snijpunt van het raster bij 120/525 en coördinatiepunt C zetten we op het snijpunt van het raster bij 116/519. Nu moeten de controlepunten nog in overeenstemming worden gebracht. Daartoe drukken we de [Alt]-toets in en slepen met de linkermuisknop controlepunt A naar het coördinaat 116/525 op de onderkaart. Op dezelfde wijze slepen we punt B naar 120/525 en punt C naar 116/519. De kaart staat nu grofweg op de juiste plek en nu gaan we de zaak fijn-afstellen. We zoomen in op punt A met [Ctrl] pijltje omhoog. Door te klikken op het snijpunt van de rasterlijnen wordt controlepunt A op die plek gezet. Vervolgens drukken we weer op de [Alt]-toets en slepen punt A naar het coördinaat 116/525 op de onderkaart. Hetzelfde doen we met de punten B en C. We zoomen weer uit en nu zien we, als alles goed gedaan is, de rasterlijnen gelijk lopen met de lijnen op de kaart. Nu willen we gaan tekenen. De bedoeling is om de polder Broekhorn van Heerhugowaard te tekenen. We hebben nu de kaart van 1969 er als onderkaart op staan en we hebben een minuutplan van 1832. We vergelijken de kaarten om overeenkomstige punten te vinden en zien dat het tekenen van de wegen langs de omtrek van het gebied hiervoor het beste geschikt zijn.
Kaart tekenen 3
Marianne Teunis (c) juni 2008
Die gaan we nu eerst op de kaart intekenen. We kiezen uit het Menu voor [Projectie] en zetten de schaal op [grid per decimeter], dat is voor ons doel genoeg. Daarna moeten we kiezen welke ondergrond we willen tekenen. In dit geval willen we eerst de wegen rondom het gebied tekenen dus we kiezen voor [Straat].
Nadat de onderkaart werd geplaatst, zijn er allerlei tekenfuncties aan de menubalk toegevoegd. We kiezen hieruit voor het icoontje Tekening wijzigen. Nu dubbelklikken we op de tekenkaart om een nieuw perceel (de straat) te gaan tekenen en er wordt een venster geopend [Te tekenen perceel zoeken]. Soms zijn de percelen al eerder apart ingevoerd, maar wij hebben nog niets in het bestand staan dus we kiezen voor [Insert].
In dit geval kon een naam ingevuld worden omdat die op de kaart stond, anders moet je voor een omschrijving kiezen waarbij je een en ander later makkelijk kunt opzoeken. Bij ontstaan kiezen we v1969 en bij vervallen zetten we niets omdat deze weg nog steeds bestaat. Daarna klikken we op het tabblad [Goederenvermelding] en daar op [Insert] om een nieuwe vermelding toe te voegen. Bij [Gebruik] willen we 'weg' invullen. Dat staat nog niet in de tabel [Gebruik], dus drukken we op [Insert] om dat toe te voegen. In het vakje kleur kiezen we met [F1] de mogelijkheden om een vaste kleur van de wegen op de kaart te krijgen. We kiezen bijv. voor een grijze kleur. Daarna klikken we op [Aangepaste kleuren toevoegen] en daarna op [OK] en nogmaals [OK]. We vullen nu de datum in: 1969 en de naam Westerweg. Die naam bestaat nog niet in de tabel. We drukken nu 2x op [Esc] en kunnen daarna de naam invullen; die zal in de tabel worden opgenomen.
Als we alle bekende gegevens hebben ingevuld, drukken we op [OK] tot we weer terug zijn op de kaart. Daar staat nu een vierkant waarmee de weg gemaakt kan worden. Kaart tekenen 4
Marianne Teunis (c) juni 2008
Door met de linkermuisknop een punt op te pakken, kun je dat punt langs de omtrek van de weg op de onderkaart plaatsen. Vier punten is natuurlijk te weinig om de weg goed te tekenen: door met de rechtermuisknop op de tekenlijn te klikken, worden nieuwe punten toegevoegd. Als de weg helemaal getekend is, druk je op [Enter] en ben je klaar. Natuurlijk wil je ook wel de kleuren van de getekende percelen zien. Dat gaan we instellen bij [[Weergave] [Instellingen per laag]. We turven onder [Straat] de [kleuren] aan en daaronder [Gebruik]. De teksten willen we ook zien, dus die turven we ook aan. Nu krijgen we een scherm waarin we de wijze van tekst weergeven kunnen instellen, bijv. Arial, 10 punts, vet. Daarbij turven we ook de wijze van naam op de kaart aan. We kiezen hier bijv. voor [Naam volgens bron]. Zijn de kleuren nog niet te zien dan kies je nog even onder [Weergave] voor [Kleuren gebruiken]. Hetzelfde voor [Teksten gebruiken]. Met [F5] worden de wijzigingen op de kaart verwerkt. De tekst van de Westerweg kan wat mooier neergezet worden. We klikken daarom 1x in de getekende weg. Door de linkerpunt in de weg te zetten en met de rechterpunt te slepen, krijg je de naam op de gewenste plek. Zolang de onderkaart er nog onder staat, zal de tekst horizontaal blijven staan, maar als de onderkaart verwijderd is, staat de naam op de gekozen wijze. Voor we de volgende wegen gaan tekenen zetten we nog even via de iconen [Magnetische hoekpunten] en ook [Grenspunten meeslepen] door er op te klikken. Bij [Magnetische hoekpunten] klikken we nogmaals met de rechtermuisknop op het icoon en kiezen dan voor [Magnetische afstand]. Maak daar 8 punten van i.p.v. de standaard 15, want dat werkt lekkerder. We kunnen eventueel nog een paar percelen intekenen. We zetten daartoe eerst [Lagen] op [Ondergrond]. We maken daarvoor bij de Goederenvermelding zo nodig een nieuwe Soort gebruik aan, met bijpassende kleur. Om de percelen in kleur te zien moeten we dat ook hier nog even instellen bij [[Weergave] [Instellingen per laag]. We turven onder [Ondergrond] de [kleuren] aan en daaronder [Gebruik]. De teksten willen we ook zien, dus die turven we ook aan. We turven ook de wijze van naam op de kaart aan. We kiezen hier bijv. voor: [Kadaster sectie en nummer (naam)]. Als we genoeg van deze onderkaart hebben overgetekend, dan halen we de onderkaart weer weg door te kiezen voor: [Projectie] [RD-coördinaten]. Als we de getekende kaart niet meer zien, dan kiezen we voor [Schaal] [Alles zichtbaar]. Het beste kun je even via [Zichtbaar] de [Afbeelding] wegturven. Het resultaat van ons tekenwerk is nu zichtbaar. Meer percelen intekenen kan, maar deze topografische kaart is nogal grof, dus daarvoor kunnen we beter een meer gedetailleerde kaart gebruiken. We kunnen nu het minuutplan gaan intekenen. De minuutplans zijn te vinden op de site http://watwaswaar.nl/ Eerst voeren we deze onderkaart in als afbeelding in de tabel [Afbeelding], zoals we bij de eerste kaart hebben gedaan. Nu kunnen we via [Projectie] [Ondergrond afbeelding] kiezen voor deze achtergrondkaart. We zetten de 3 controlepunten op de drie hoeken van onze tekenkaart. Met de [Alt]-toets ingedrukt zetten we de drie controlepunten nu op de overeenkomstige hoeken van de onderkaart.
Kaart tekenen 5
Marianne Teunis (c) juni 2008
Daarna zoomen we in en zetten de drie punten alle op de juiste plek op de kaart. Het is handig om de kleuren daarbij even uit te zetten om de lijnen beter te zien. Het blijkt dat de gele tekenlijnen niet erg duidelijk zijn tegen de beige achtergrond, dus gaan we de tekenlijnkleur even aanpassen. We kiezen daarbij voor [Weergave] [Tekenkleuren instellen]. Bij [Straat] veranderen we de kleur van de [Lijnen op peildatum] door in het gele vlakje te dubbelklikken en we kiezen daar een andere kleur, in dit geval bruin. Nu kunnen we percelen en gebouwen gaan intekenen van het minuutplan. We kiezen eerst het icoontje [Pijldatum wijzigen] of we drukken op [F4]. Daar kunnen we de peildatum invullen, maar ook de referentiedatum. We vullen hier in 1832/1969. Hierbij is 1832 de peildatum. De tekenkaart op het scherm is nu van 1832, maar door het ook invullen van de referentiedatum 1969 zien we op de tekening de situatie van 1969 als een stippellijn op de tekenkaart. Als we nu een perceel gaan tekenen volgens het nu onderliggende minuutplan, kunnen we de hoekpunten goed laten aansluiten bij de hoekpunten van de percelen van 1969, omdat we de optie Magnetische hoekpunten hebben aangezet. We gaan nu het perceel met kadasternummer 17 overnemen. De omschrijving bedenken we zelf maar even want we hebben hiervan de gegevens nog niet bij de hand. Voorlopig noemen we het maar perceel C1 17. We vullen als ontstaansdatum in: v1832 en als vervaldatum: v1969. Daarna openen we het tabblad [Goederenvermeldingen]. Daarin kunnen we de tot nu toe bekende gegevens invullen. Met [Insert] voegen we een nieuwe vermelding toe. Als [Gebruik] kiezen we voorlopig maar even voor bouwland omdat het later ook bouwland was. We gaan dat in een later stadium eventueel corrigeren. De kadastergegevens kunnen we al wel invullen: het komt van blad 1 van sectie C en het kadasternummer op de kaart is 17. We slaan de gegevens weer op en gaan het perceel op de kaart tekenen. Daarna kunnen we nog aangeven dat dit perceel C17 in een ander perceel van 1969 is opgegaan. Het makkelijkste is om het perceel C17 eerst favoriet te maken. We klikken met de rechtermuisknop in het perceel C17 en kiezen voor [Toevoegen aan favorieten]. Nu kiezen we met [F4] voor de peildatum 1969. We zien dan dat de percelen nog over elkaar heen getekend staan. Het ontstaan en vervallen wordt pas goed weergegeven als het programma opnieuw gestart wordt. We klikken nu eerst op het icoontje [Informatie weergeven]. Daarna dubbelklikken we in het perceel in 1969 waar vroeger het perceel C17 lag. We kiezen voor het tabblad [Ontstaan uit]. Met [Insert] gaan we perceel C17 toevoegen. Nu verschijnt het schermpje [Perceel zoeken] en we drukken op het [*] om perceel C17 te vinden, dat we als laatste favoriet hadden gemaakt. Met [Enter] kunnen we C17 nu toevoegen. Kaart tekenen 6
Marianne Teunis (c) juni 2008
Met [OK] sluiten we dit weer af. Met [F4] geven we weer de peildatum 1832 in. Als we nu dubbelklikken op C17 en we kijken onder het tabblad [Opgegaan in] dan zien we dat daar automatisch het bouwland van 1969 is opgenomen. Eigenlijk willen we wel wat meer gegevens van dit perceel C17 invullen. Dat vinden we in de OAT's die in 1832 zijn gemaakt. Dat zijn de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels; lijsten met allerlei gegevens over de percelen en gebouwen. Ook die kunnen we vinden op de site http://watwaswaar.nl/
We zien in de OAT dat perceel C17 in het bezit was van Cornelis Pz. Bloemendaal, wonend Saandam, artikelnummer 18. Het betreft weiland met een oppervlakte van 3.12.30. We gaan nu eerst eventueel wat instellingen aanpassen: [Instellingen] [Instellingen van database] Formaten] Bij basisoppervlakte vullen we in: ca [Instellingen] [Algemene instellingen] Formaten] Bij weergave oppervlakte vullen we in: input (
ha) Nu kunnen we in de goederenvermelding de bekende gegevens invullen: de oppervlakte en de eigenaar. Voor de eigenaar klikken we in het vak [Betrokkenen] en drukken op [Insert]. Uit het dan volgende scherm [Soort vermelding zoeken] kiezen we [eigenaar]. Dan klikken we in het vakje [Persoon] om de eigenaar in te voeren. Nu volgt de lijst [Persoon zoeken], waar nu nog niets in staat, dus we drukken op [Insert voor een nieuwe persoon. We voeren met [n] de naam in en drukken 1x op de [s] voor 'man'. Na [OK] komen we terug in de persoonsvermelding. Daar vullen we de woonplaats Zaandam in. Deze nieuwe plaats moeten we eerst weer met [Insert] toevoegen. Ook het artikelnummer kan worden ingevoerd, met [Insert] voor een nieuwe specificatie. Na [OK] komen we weer terug in de goederenvermelding, die we kunnen afsluiten met [OK].
Dan gaan we verder tekenen. We zien dat perceel C16 op de kaart hetzelfde is als het perceel van 1969. Dat hoeven we niet opnieuw te tekenen. We klikken nu eerst weer op het icoontje [Informatie weergeven] en zetten de peildatum op 1969. We dubbelklikken op het bewuste perceel. We veranderen de ontstaansdatum in: v1832. Daarna voegen we onder het tabblad [Goederenvermeldingen] met [Insert] een nieuwe vermelding toe. Met [Ctrl] [e] en [Ctrl] [l] kun je de peildatum op de kaart in een eerder of juist later stadium laten zien. We kunnen ook een huis op de kaart tekenen. We zetten het icoontje [Tekening wijzigen] weer aan en zetten de peildatum eventueel weer op 1832. Voor het huis kiezen we voor [Lagen] [Bebouwing]. Kaart tekenen 7
Marianne Teunis (c) juni 2008
De schuur die er bij staat tekenen we ook en we kunnen deze ook een nieuw gebruik geven Het perceel waar het gebouw op staat tekenen we ook in en we zetten de [Lagen] eerst weer op [Ondergrond]. We geven hierbij een nieuw gebruik: huis en erf. Zo kan verder de gehele kaart overgenomen worden.
Links zien we de tekenkaart op peildatum 1832, volgens het minuutplan, rechts de kaart op peildatum 1969 volgens de topografische kaart.
Kaart tekenen 8
Marianne Teunis (c) juni 2008
Georefereren Het kan zijn dat men al een heel stuk kaart heeft getekend volgens de minuutplans van 1832. Die tekenkaart staat mogelijk nog op het nulpunt van toen. Dat was altijd het middelpunt van de kerktoren. Om de kaart dan te verplaatsen naar de plek volgens het huidige RD-stelsel, moet je het juiste coördinaat van de kerktoren vinden. Dat kun je vinden bij Google, waar je kiest voor [Maps]. De RD-coördinaten kunnen via de volgende link opgevraagd worden: http://leonardo.geocacher.nl/images/rdpunten.kmz
Vul in het linkermenu de plaats naar keuze in en klik op het vergrootglas ernaast. De gewenste kaart komt dan in beeld.
Door op het markering bij de kerk van Sint Pancras te klikken komt een informatieschermpje in beeld, waarop je de RD-coördinaten van de kerktoren in Sint Pancras kunt vinden.
Dit coördinaat 114371/519968 komt overeen met het nulpunt op het minuutplan van 1832. Nu we deze coördinaten weten, kunnen we met behulp van de functie Georefereren de tekenkaart op de juiste plek zetten.
Kaart tekenen 9