14-T3 Computer tekenen (Coreldraw versie 11) Je gaat in deze opdracht met de computer leren werken in een tekenprogramma. Het begint met een aantal oefeningen. Daarna ga je jouw werkstuk tekenen. Daarna weet je: iets over hardware en software wat men onder randapparatuur verstaat wat een diskette is en waarvoor een diskette dient hoe je de computer aanzet en een tekenprogramma opstart wat een uitklapmenu is en wat functieknoppen zijn hoe je kunt klikken en objecten kunt slepen met een muis wat hulplijnen zijn en hoe je die kunt gebruiken hoe je diverse geometrische figuren kunt tekenen op welke manier je teksten kunt maken hoe je figuren en teksten op zijn juiste plaats zet hoe je het werkstuk (tekening) uitprint
werkstuk
Lees in je informatieboek het deel over de computer. Misschien is het voor jou al bekende stof, de vragen zul je dan makkelijk kunnen beantwoorden. Geef antwoord op de volgende vragen: 89
Wat zijn de twee voornaamste onderdelen van een computer? 1.___________________________________________________________________ 2.___________________________________________________________________
90
Wat versta je onder randapparatuur? _____________________________________________________________________
91
Waarvoor gebruik je een toetsenbord?
1
_____________________________________________________________________
92
Welke onderdelen zie je aan de voorkant van een computer? _____________________________________________________________________
Uitvoeren Bekijk de illustraties van de uitvoering en lees de teksten. 1 -
Verzamel de materialen: vraag aan je leraar welke computer je mag gebruiken zet de computer en de printer aan
2 -
Leg de gereedschappen klaar: zorg voor 170 grams A4 papier zorg dat je een lege diskette hebt voorzie die diskette van een label waar je naam op staat
3 -
Het werkstuk: leg enkele velletjes 170 grams A4 papier in de printer
4 Zorg voor netheid en veiligheid: zet je opdracht op een documenthouder naast zorg dat je niet te dicht met je ogen op de afstand 600 mm) stel het beeldscherm in de juiste stand. De beeldscherm moet een hoek van 90 º met het scherm als je rechtshandig bent, leg je de muis en rechterzijde van je toetsenbord als je linkshandig bent, roep je de leraar. aanpassingen maken.
het beeldscherm computer zit (minimale lijn van je ogen naar het maken de muismat aan de Hij zal enkele
Om de praktijkopdracht te maken ga je eerst oefenen. In 12 korte stappen neem je het tekenprogramma door.
Oefening 1: 1 Zet de computer aan. Als de computer opgestart is zie je een scherm. Dat heet het bureaublad. Onderin dit scherm is een balk te zien. Links op de balk staat het woordje Start. Andere besturingssystemen zoals Windows 2000 en Windows XP hebben een ander uiterlijk. 2 Klik hierop met de linker muisknop. Er verschijnt er een uitklapmenu. Je kunt met dit uitklapmenu via de trefwoorden nog andere menu’s uitklappen. Trefwoorden kunnen zijn: programma’s favorieten documenten instellingen zoeken help uitvoeren afsluiten 3 Klik op Programma's, daarna op CorelDRAW 11. Zodra het tekenprogramma CorelDRAW opgestart is, zie je een scherm. Op dit scherm staat bovenaan “Welkom bij CorelDRAW”.
2
CorelDRAW scherm 4 Beweeg de muis over de muismat. De cursor (pijltje) verandert in een handje als je op een pictogram terechtkomt. 5 Klik nu op het icoon waar nieuw onder staat. Je bent nu in het coreldraw tekenscherm.
Bij de onderdelen van het CorelDRAW scherm staan namen. In het witte vlak zie je het tekenvenster. Op dit grote witte vlak kun je tekenen waar je maar wilt. tekenpagina Deze pagina heeft in werkelijkheid de grootte van een velletje A4 papier. Alleen wat je hierop tekent wordt straks uitgeprint. cursor Dit pijltje schuift over het scherm zodra je de muis over de muismat beweegt. Bij een aantal gereedschapsknoppen aanklikt krijgt het pijltje een ander uiterlijk als. linialen Deze bevinden zich aan de linkerzijkant en aan de bovenzijde van het tekenvenster. Je ziet dat het nulpunt zowel verticaal als horizontaal op de hoeken van de tekenpagina staat.
3
Nulpunt verplaatsen 6 Zet de cursor op het hoekpunt waar de linialen bij elkaar komen. Dat is linksboven. Klik en houdt de muisknop ingedrukt. 7 Sleep de gekruiste stippellijnen naar de linker bovenhoek van de tekenpagina. Als ze op de juiste plaats staan, laat je de muisknop los. Links van het tekenvenzter zie je een verticale knoppenbalk. Dit is de gereedschapsbalk. Je moet op een knop klikken om deze te kunnen gebruiken. Wat je tekent wordt voorwerp genoemd. 8 Sta enkele ogenblikken met de cursor op een knop. Er verschijnt een beschrijving van die knop.
Slepen met de muis Slepen met de muis is het over de muismat schuiven van je muis. Met een tekengereedschap teken je zo lijnen. Je houdt dan de muisknop ingedrukt.
Oefening 2:
Selectiegereedschap Hiermee kun je een of meer getekende voorwerpen selecteren. Je tekenpagina is leeg. 1 Klik op het tekstgereedschap. Je pijltje verandert in een + teken met de letter A. 2 Klik in het midden van je tekenpagina. Op die plaats staat nu een verticaal streepje. Daar begint je tekst. 3 typ nu een letter 4 ga terug naar het aanwijsgereedschap 5 selecteer de letter door met het pijltje (cursor) op het voorwerp te gaan staan 6 Klik eenmaal met de linkermuisknop. Als je de letter selecteert verschijnen er 8 zwarte kleine blokjes om de letter. 7 Klik op het witte gedeelte van het tekenvenster. Dan verdwijnen de blokjes. 8 Selecteer de letter en druk in het toetsenbord op de "Delete" toets. De letter is weg.
Oefening 3:
Vormgereedschap Met dit gereedschap kun je de vorm van een voorwerp veranderen. Je kunt rechte lijnen gebogen maken. 1 Klik op tekengereedschap, vervolgens op Freehandgereedschap.
4
2 Ga naar je tekenpagina en teken een horizontale lijn van ongeveer 100 mm. Doe dit als volgt: 3 Klik aan de linkerzijde in je tekenpagina. Laat de muisknop los 4 Verschuif je muis naar rechts. Er ontstaat een lijn. Als de lijn recht is klik je weer. 5 Klik op het vormgereedschap. Klik daarna op de lijn. Je ziet een stippellijn met twee vierkantjes. 6 Zodra je een lijn hebt getekend verschijnt er boven de horizontale liniaal het balkje "knooppunt bewerken ".
7 Klik in het midden op je lijn. Er staat nu een bolletje op je lijn. 8 Klik in balkje "knooppunt bewerken ", op de knop "zet lijn om in kromme". Dat is de zesde knop van links. 9 Ga terug naar je lijn. Klikken, muisknop ingedrukt houden en de lijn buigen. 10 Selecteer je lijn en druk op de "Delete" toets. Ook kun je met gereedschap uit dit balkje extra knooppunten toevoegen. Klik ergens op je lijn en dan op het plusteken. Er verschijnt een blokje op je lijn.
Oefening 4:
Tekengereedschap Gereedschap voor het tekenen met de muis van lijnen uit de vrije hand.
1 Klik op het kleine zwarte driehoekje van de Tekengereedschapknop 2 Kies nu het Beziergereedschap. Je cursor verandert in een + teken met blokje in een gebogen lijntje. 3 Klik op een bepaalde plaats, sleep de muis over het scherm. Klik weer waar de lijn moet eindigen. Teken op die manier een rechthoek.
Oefening 5 Vullen van vlakken met de kleurenbalk Gereedschap voor het inkleuren van vlakken in je tekening. 1 selecteer de rechthoek van de vorige oefening 2 Ga rechts op je scherm naar de kleurenbalk. Kies een kleur. Klik op het gekleurde vierkantje. 3 ga terug naar de kleurenbalk en kies een andere kleur 4 selecteer de gekleurde rechthoek 5 druk op de "Delete" toets
Oefening 6:
5
Rechthoek/Vierkantgereedschap Hiermee teken je een rechthoek of een vierkant. 1 teken alleen met de muis een rechthoek 2 Teken ook een vierkant. Houd de muistoets ingedrukt terwijl je in diagonale richting de muis versleept. Houd tegelijkertijd de Ctrl-toets ingedrukt. Laat deze los als het figuur groot genoeg is. 3 selecteer de rechthoek en het vierkant 4 druk op de Delete toets
Oefening 7:
Zoomgereedschap Het zoomgereedschap werkt als een vergrootglas. Je kunt een gedeelte van je tekening vergroten of verkleinen. Dit heet in- en uit zoomen. 1 Klik op het rechthoekgereedschap. De cursor verandert in een +teken met een rechthoekje. 2 Teken een klein rechthoekje ongeveer in het midden van je tekenpagina. 3 Klik op het zoomgereedschap, of gebruik de functietoets F2. Het pijltje (cursor) verandert in een vergrootglas met een + teken erin. Sleep het vergrootglas naar de plaats die je wilt vergroten. 4 Door op de linkermuisknop te klikken vergroot je dat gebied. Je kunt dit herhalen tot de gewenste grootte. 5 Uitzoomen (verkleinen) doe je door op functietoets F3 te drukken. Heb je een muis met een scrollfunctie dat kun je het wieltje gebruiken om te vergroten en te verkleinen.
6
7 8
In het uitklapmenu van het vergrootglas zit een handje (meerolgereedschap). Dit gebruik je om de pagina binnen het scherm te verplaatsen. Klik met de linker muisknop, vasthouden en verplaatsen Selecteer het rechthoekje Druk op de "Delete" toets
Oefening 8:
Ellips/cirkel gereedschap Hiermee teken je een ellips of cirkel. 1 Ga naar het ellips/cirkel gereedschap. Klik dit aan.
6
2 teken een ellips 3 Houd de muistoets ingedrukt terwijl je in diagonale richting de muis versleept. Houd je tegelijkertijd de Ctlr-toets ingedrukt dan maak je een cirkel. Laat deze los als de ellips of de cirkel groot genoeg is. 4 selecteer de ellips en cirkel en druk op de "Delete" toets
Oefening 9:
Tekstgereedschap 1 2 3 4
Klik op de knop tekstgereedschap klik in de tekenpagina type het woord “reclame” Selecteer het woord, ga naar "Tekst" in de menubalk
#3figuur venster tekst opmaken 5 6 7
Klik op "Tekst opmaken". Geef in het formaatvenster een grotere letterhoogte op. Kies een lettertype uit het rolmenu "lettertype" Klik op "Toepassen" en dan op Ok
Een andere manier om je tekst groter te maken werkt als volgt: 8 selecteer het woord 9 ga met je cursor op een hoekblokje staan 10 Houdt de linker muistoets ingedrukt terwijl je diagonaal de muis versleept. Als je tekst groot genoeg is, laat je de muisknop los. 11 Om een langere tekst te maken met meer woorden klik je op het tekstgereedschap. Klik op de tekenpagina en houd de muisknop ingedrukt. Terwijl je deze ingedrukt houdt, beweeg je de cursor diagonaal over het scherm. Er ontstaat een tekstkader.
7
12 13 14
tik in dat tekstkader een langere tekst van maximaal 3 zinnen selecteer het tekstkader druk op de "Delete" toets
Oefening 10:
Omtrekgereedschap 1
2
3 4
Teken een rechthoek. Met ongeveer een lengte van 100 mm, en een breedte van 30 mm. Kijk hiervoor onder in de Statusbalk. Je kunt daar zien of de afmeting bereikt is. Klik op de knop omtrekgereedschap.
In het uitklapmenu klik je op "2 punt-omtrek (dun)". Klik nu in hetzelfde uitklapmenu op de linker knop. In dit menu “Omtrekpen” zie dat de lijnkleur Standaard zwart wordt weergegeven.
8
Dialoogvenster omtrekpen 5 6 7 8
klik in het venster "Omtrekpen" op kleur. kies een kleur. Klik op Ok selecteer de rechthoek druk op de "Delete toets"
Schuifbalken Je gebruikt deze als je het tekenvenster wilt verplaatsen. Dat doe je door er op te klikken, vast te houden en te verslepen. Je kunt ook de driehoekjes in de schuifbalk gebruiken. Klik er een paar keer op.
Knop Nieuwe tekenpagina Aan de bovenzijde van het CorelDRAW scherm zie je: Knop Nieuw (linksboven) Als je daarop klikt krijg je een nieuwe tekenpagina. 9 teken twee cirkels met een diameter van 50 mm, kijk voor de afmeting in de statusbalk. 10 Zoom in en plaats de cirkels precies tegen elkaar Knop Opslaan Als je geen tijd meer hebt om je tekening af te maken, moet je deze opslaan. Op een later tijdstip kun je dan verder gaan. Je bewaart hem dan het beste op een diskette, USB-pen of als je mag op de harde schijf van je PC. 11 klik onder de menubalk op de knop met het pictogram diskette 12 in het nieuwe scherm klik op het driehoekje in Opslaan in 13 klik vervolgens op 3,5-inch diskette (A:) 14 typ cirkels in het venster bestandsnaam 15 om het werkstuk te bewaren klik je op Opslaan 16 Wacht tot het bestand opgeslagen is. Je kunt dit zien rechts in de statusbalk. Haal je diskette uit de computer. Knop Openen Hiermee kun je de opgeslagen tekening weer openen en verder gaan met je werkstuk. 17 stop je diskette in de computer 18 klik onder de menubalk op het pictogram met het geopende mapje 19 in het volgend menu klik je op het driehoekje in Zoeken in 20 klik op 3,5-inch diskette (A:) 21 kies je werkstuk cirkels.cdr en dubbelklik hierop. Je tekening is weer geopend Knop Uitprinten Met deze knop geef je het printcommando. Alleen wat in de tekenpagina getekend staat wordt uitgeprint. 22 let er op dat in het afdrukvenster onder Afdrukbereik, het woord Huidig document geselecteerd is 23 klik nu op Afdrukken. Menubalk Op de menubalk staan de woorden: Bestand–Bewerken–Beeld–Layout–Schikken–Effecten–Bitmaps–Tekst–Extra– Venster–Help. Dit zijn uitklapmenu’s. Als je op een woord klikt, verschijnt er een lijst met mogelijkheden die je zou kunnen gebruiken.
Oefening 11:
9
Hulplijnen Hulplijnen zijn een handig hulpmiddel. Je gebruikt ze bij het uitlijnen van objecten. Horizontale en verticale hulplijnen maak je rechtstreeks in het tekenvenster. 1 plaats de cursor op de liniaal 2 Druk op de linker muisknop en houdt hem ingedrukt. Aan de cursor wordt een hulplijn gekoppeld. 3 sleep de cursor met de rode hulplijn naar de tekenpagina 4 Als deze op de juiste plaats staat, kijk hiervoor op de liniaal laat je de muis los. De hulplijn wordt blauw. 5 als je een hulplijn wilt verwijderen, klik je met de muis op de hulplijn 6 Als de lijn rood is, verwijder je hem met de "Delete" toets. Een handig hulpmiddel is het magnetisch maken van hulplijnen. De getekende figuren plakken als het ware aan de hulplijn. 7 klik in de menubalk op het woord Beeld. 8 bijna onderaan klik je op Hulplijnen magnetisch 9 zet een verticale hulplijn in het midden op je tekenpagina 10 maak deze lijn magnetisch 11 teken een rechthoek en een cirkel 12 Plaats de cursor op het figuur. Klik de muis in, houd deze ingedrukt. Sleep het figuur naar de hulplijn. 13 Als je een hulplijn wilt verplaatsen, ga je er met het pijltje op staan. Het pijltje verandert nu in een kort streepje met twee pijltjes, eentje naar links en een naar rechts. 14 Je kunt nu de hulplijn naar twee richtingen verplaatsen. Dat doe je door klikken, vast te houden, verslepen en weer los te laten. Bij het uitprinten worden de hulplijnen niet afgedrukt. 15 Selecteer de rechthoek en de cirkel. Druk op de "Delete toets".
Oefening 12: Verplaatsen van voorwerpen 1
2
teken een vierkant met het rechthoekgereedschap. Houd de Ctrl-toets ingedrukt Doe dit in de linkerbovenhoek van je tekenpagina ga nu met het selectiegereedschap op het voorwerp staan
10
3 Klikken en ingedrukt houden. Nu kun je door slepen het voorwerp verplaatsen. 4 verplaats het naar de rechteronderhoek van je tekenpagina 5 als het voorwerp op de juiste plaats staat, laat je de muisknop weer los 6 selecteer het vierkant. Druk op de "Delete" toets
11
Tekenopdracht 1
Start het tekenprogramma CorelDRAW 11 op
2 -
Ga als volgt verder: klik in het welkomstscherm op nieuw controleer of je tekenpagina verticaal staat boven de horizontale liniaal staat hiervoor een knop
zet het nulpunt van de linialen op de linkerbovenhoek van je tekenpagina zet op 25 mm van de linkerrand op de tekenpagina een verticale hulplijn
linker hulplijn 3 -
Doe dit ook aan de rechterzijrand van je tekenpagina plaats aan de boven- en onderrand van de tekenpagina een hulplijn zet deze hulplijnen 25 mm van de rand
12
vier hulplijnen 4 -
Ga naar het uitklapmenu Beeld in de in de menubalk klik op Hulplijnen magnetisch
hulplijnen magnetisch
5 -
Ga nu met je cursor (pijltje) naar het rechthoekgereedschap klik hierop teken nu een rechthoek vanuit het snijpunt van twee hulplijnen begin in de linkerbovenhoek en eindig in de rechteronderhoek
13
getekende rechthoek 6 Ga nu naar de linkerliniaal plaats vier verticale hulplijnen op de volgende plaatsen: van links naar rechts, op 40 mm, 50 mm, 60 mm, en 70 mm. Start bij het -0- punt 7 Ga als volgt verder: zet 3 horizontale hulplijnen op de volgende plaatsen: van boven naar onder, op 40 mm, 140 mm en 240 mm. Start bij het -0- punt gebruik het zoomgereedschap om te zien of de hulplijnen op de goede plaats staan
zeven nieuwe hulplijnen
8 Teken nu twee smalle, verticale rechthoeken op de plaats van de hulplijnen
14
twee smalle rechthoeken
9 Selecteer de rechter rechthoek Ga naar het uitklap-menu Schikken, en klik op Naar krommen converteren. doe dit ook met de linker rechthoek Selecteer de rechter smalle rechthoek. Klik op de knop vormgereedschap. Ga naar het menubalkje knooppunt bewerken. Selecteer met je cursor een van de lange lijnen van het smalle rechthoekige figuur. Doe dit ter hoogte van de hulplijn die op 140 mm staat. ga naar het speciale menubalkje knooppunt bewerken en klik op het +plusteken herhaal dit met alle vier de verticale lijnen van de smalle rechthoekige figuren
knooppunt selecteren
10 Ga als volgt verder: zet ter hoogte van 90 mm en 190 mm twee horizontale hulplijnen klik met je cursor op het vormgereedschap. Ga op de lange lijn van het smalle figuur staan. Doe dat ter hoogte van de 90 mm hulplijn en klik hierop. Klik in het bewerkingsmenu op "zet lijn om in kromme" teken. Dat is het zesde knopje van links. herhaal dit bij de andere 3 verticale lijnen klik daarna ook op de verticale lijn ter hoogte van de 190 mm horizontale hulplijn herhaal de vorige 3 stappen
15
knooppunten toevoegen
11 Plaats nu twee extra verticale hulplijnen op 30 mm en 80 mm, start bij het -0-punt met het vormgereedschap kun je nu alle vier de lijnen buigen
de lijnen gebogen
16
12 -
Selecteer een van de smalle gebogen figuren klik in de kleurenbalk op de kleur rood maak het andere smalle gebogen figuur geel
ingekleurde smalle figuren
13 Klik het rechthoek/vierkant gereedschap aan, ga naar de ruimte onder de gekleurde figuren. houdt de Ctrl- toets ingedrukt, en teken een vierkant van 30 x 30 mm. Klik het cirkel-gereedschap aan Teken een cirkel in het vierkant met een diameter van 30 mm. Houdt tegelijkertijd de Ctrl- toets ingedrukt. Werk vanuit een hoek, en zet de cirkel en het vierkant op de aangegeven plaats
vierkant en cirkel
14 Ga als volgt verder: Herhaal deze stap nog twee keer. Plaats de figuren 10 mm uit elkaar. Gebruik hiervoor extra hulplijnen. Geef de vierkanten een grijze kleur die elke keer van links naar recht donkerder wordt. Kleur de cirkels blauw, welke van links naar rechts steeds lichter worden.
17
ingekleurde cirkels en vierkanten
15 Klik het tekstgereedschap aan Zet je cursor op de kruising van de horizontale hulplijn op 90 mm en de verticale hulplijn op 80 mm. klik nu en typ het woord "reclameschilder" selecteer het woord “reclameschilder” ga met je selectiegereedschap naar het uitklap-menu Tekst klik op Tekst opmaken kies het lettertype Arial en geef het een letterhoogte van 13 mm klik op Toepassen en OK (wanneer in het venster “tekst opmaken” achter de letterhoogte “pt” laat je dit door je docent veranderen in “mm”.)
tekst reclameschilder
16 Selecteer het woord "reclameschilder" ga nu naar het uitklapmenu Tekst, Hoofdletters- kleine letters wijzigen klik op “kleine letters”, dan op Ok
18
uitklapmenu Hoofdletters- kleine letters wijzigen 17 Ga als volgt verder: ga naar het uitklap-menu Schikken, dan Transformatie, dan bovenaan in het menu op de tweede knop van links Roteren geef een hoek van 90º aan, klik op Toepassen
tekst roteren
18 -
In het uitklapmenu Tekst, kies je Tekst opmaken verander de letterhoogte in 33 mm zet de tekst op de aangegeven plaats
19
geroteerde tekst vergroot
19 Zet je cursor tekstgereedschap op de kruising van de 60 mm en de 190 mm hulplijn typ daar je voornaam, druk op Enter, en type vervolgens je achternaam. Voornaam en achternaam met een hoofdletter. ga nu naar het uitklapmenu Tekst, tekst bewerken kies een leuk lettertype, geef het een opvallende kleur schakel “hulplijnen magnetisch” uit maak je tekst zo groot, tot deze de 150 mm verticale hulplijn raakt zet je tekst op de aangegeven plaats, zie figuur 21
voor- en achternaam geplaatst
20 Selecteer een van de smalle gebogen figuren Klik op het omtrekgereedschap, dan op vierkantje met het X teken. Nu verdwijnt de zwarte omtreklijn rond het figuur. Herhaal dit met alle figuren, behalve de cirkels. Geef de cirkels een witte omtreklijn. Klik hiervoor op het omtrekgereedschap. Dan op de eerste knop van links, dialoogvenster omtrekpen. kies wit als kleur
20
omtreklijnen verwijderen
21 -
Je tekening is nu klaar stop je diskette in de computer, en sla je tekening op vervolgens geef je een printopdracht vraag je docent de tekening op het scherm voor het printen te bekijken sluit daarna het tekenprogramma en de computer af
21
werkstuk
Terugkijken Hoe is het gegaan? Is de tekening zo geworden als bedoeld?
93
Hoeveel keer heb je hulp gevraagd? _____________________________________________________________________
94
Als je hulp gevraagd hebt, kon je dan precies aangeven waar je gebleven was? _____________________________________________________________________
95
Zijn de oefenopdrachten voor jou voldoende geweest? _____________________________________________________________________
96
Zou je nu zelf al een ontwerp kunnen maken op de computer? _____________________________________________________________________
22