Schoolspecifiek Protocol bij Leesproblemen en/of Dyslexie t.b.v. • de begeleiding van kinderen met lees- en/of spellingproblemen • de onderkenning van dyslexie
Basisschool de Spindel, september 2012
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
-1-
Inleiding Voor u ligt het schoolspecifiek protocol t.b.v. de begeleiding van kinderen met lees- en/of spellingproblemen en/of dyslexie dat wordt gehanteerd op BS de Spindel. Het protocol sluit aan bij het zorgplan van de school en is hierop een aanvulling speciaal t.b.v. kinderen met lees- en/of spellingproblemen en/of dyslexie. Om er een werkbaar document van te maken staan er regelmatig verwijzingen naar relevante paginanummers en bijlagen van de verschillende “Protocollen Leesproblemen en Dyslexie” uitgegeven door Expertisecentrum Nederlands 2008 en 2011 (aangegeven met een *). - Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 1-2, Expertisecentrum Nederlands (2008) - Protocol Leesproblemen en Dyslexie Groep 3, Expertisecentrum Nederlands (2011) - Protocol Leesproblemen en Dyslexie Groep 4, Expertisecentrum Nederlands (2011) - Protocol Leesproblemen en Dyslexie Groep 5-8, Expertisecentrum Nederlands (2011) Op deze manier kunnen de gebruikers snel adviezen en tips opzoeken. Zie voor tips ook www.schoolaanzet.nl of www.taalpilots.nl ‘Implementatiekoffer taal/lezen’ en de bijlagen (1 t/m 2b). Bijlage 1: Mogelijkheden van activiteiten rondom de tussendoelen beginnende geletterdheid. Bijlage 2: Tips voor ouders. Bijlage 2a: Ouderbrief groep 1-2 met adviezen voor thuis. Bijlage 2b: Kwaliteitskaart ‘Lezen voor ouders’ PO Raad. Bijlage 3: Vindplaatsen handleidingen en materialen behorend bij het Protocol Leesproblemen en Dyslexie de Spindel1. Bijlage 4: Edux Checklist Onderkenning Dyslexie Edux, versie april 2009. Doelen van lees- en spellingonderwijs op de Spindel De door ons na te streven doelen zijn: • Vlot lezen voor alle leerlingen minimaal AVI E6 beheerst. • Op niveau houden van nauwkeurig en vlot lezen in groep 6 t/m 8. Onderhoud van het lezen is in de bovenbouw belangrijk. • 90 – 95% van onze leerlingen behaalt de doelen (te meten d.m.v. trendanalyses LOVS Cito en AVI): o De normering van de DMT (2009) volgend zijn de streefdoelen: 90 – 95% van de kinderen haalt een A-C (I, II en III) score, minstens 75% een A-B (I + II) score en niet meer dan 5% een E (V)-score. • Kinderen met een voldoende spellingsvaardigheid op toepasniveau laten doorstromen naar het voortgezet onderwijs. Onze tussendoelen zijn: • Eind groep 1 en 2: goede mondelinge taalvaardigheid (= voldoende ontwikkeling volgens Kijk-observatie), inclusief benoemsnelheid. • Eind groep 2: o een goed ontwikkeld taalbewustzijn (voldoende score op toets fonemisch bewustzijn (het bewustzijn dat woorden zijn opgebouwd uit hele kleine klankeenheden), auditieve analyse en synthese) o letterkennis (12 - 15 letters kennen) o naam kunnen schrijven en pogingen tot schrijven van andere woorden (‘invented spelling’) o voldoende op de Cito Taal voor Kleuters (C III) en op alle toetsen uit het PLD voor groep 1-2 (lettertoets, kleurentoets, invented spelling, auditieve analyse en auditieve synthese) • Midden en Eind groep 3: 90 – 95% van de leerlingen beheerst AVI M3 respectievelijk AVI E3 en een voldoende score op woordlees- en spellingniveau (DMT en LOVS Spelling, min. C-niveau (III)) • Midden en Eind groep 4: 90 – 95% van de leerlingen beheerst AVI M4 respectievelijk AVI E4 en een voldoende score op woordlees- en spellingniveau (DMT en LOVS Spelling, min. C-niveau (III)) • Midden en Eind groep 5: 90 – 95% van de leerlingen beheerst AVI M5 respectievelijk AVI E5 en een voldoende score op woordlees- en spellingniveau (DMT en LOVS Spelling, min. C-niveau (III)) • Midden en Eind groep 6:
1
Protocol Leesproblemen en Dyslexie de Spindel, voortaan PLD genoemd. de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012 -2-
•
•
• •
90 – 95% van de leerlingen beheerst AVI M6 respectievelijk AVI E6 en een voldoende score op woordlees- en spellingniveau (DMT en LOVS Spelling, min. C-niveau (III)) Midden en Eind groep 7: 90 – 95% van de leerlingen beheerst AVI M7 respectievelijk AVI E7 en een voldoende score op woordlees- en spellingniveau (DMT en LOVS Spelling, min. C-niveau (III)) Midden groep 8: 90 – 95% van de leerlingen beheerst AVI plus en een voldoende score op woordleesen spellingniveau (DMT en LOVS Spelling, min. C-niveau (III)) Begrijpend Lezen vanaf eind groep 4: Cito C-niveau (III) en hoger, waarvan minstens 75% een A-B (I + II) score, 15% C (III) score en niet meer dan 5% een E-score (V). Naast de techn. lezen vaardigheid vinden wij de woordenschat de belangrijkste peiler (voorspeller van) voor de begrijpend leesvaardigheid van ll’n. Op onze school volgen wij de woordenschat van ll’n met behulp van de methode gebonden toetsen uit ‘Taal Actief’(2012) of ‘Zin in taal’ (1996) en Cito LOVS Begrijpend Lezen.
Leerlingen waarvan gedacht wordt dat zij deze tussendoelen niet of moeizaam zullen behalen noemen we in het vervolg risicoleerlingen. Door audits en trendanalyses van Cito LOVS groeps- en schooloverzichten wordt het leesonderwijs op de Spindel gevolgd op zowel individueel als op groeps- en schoolniveau. Middels te nemen stappen die in het schoolspecifieke protocol beschreven staan, wordt er op de Spindel gewerkt met de Checklist voor Onderkenning van Dyslexie (CODE) bij kinderen waarbij het vermoeden van dyslexie is (zie bijlage 4).
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
-3-
Niveau 1: Groepsplan
Niveau 2: Groepsplan
Niveau 3: Individueel handelingsplan aansluitend bij het groepsplan
Niveau 4: Geïntegreerd behandelplan
Goed lees- en spellingonderwijs in klassenverband, inzet Protocol Leesproblemen en Dyslexie. 1. Kwaliteit instructiegedrag en klassenmanagement. 2. Juiste uitvoering van effectieve methodes voor spellen en voorbereidend, aanvankelijk en voortgezet technisch lezen t.w. ‘Schatkist’(2003) groep 1-2, ‘Veilig Leren Lezen’(2003) groep 3 en ‘Lekker Lezen’(2008) groep 4 t/m 8. In alle groepen is er aandacht voor leesplezier, leesmotivatie en leesbeleving (o.a. boekenproject ‘De rode draad’). Taalmethode ‘Taalactief’(2012) vervangt vanaf schooljaar 20122013 de methode ‘Zin in taal’(1996) in de groepen 4 t/m 6. In het daarop volgende schooljaar groep 7 en daarna groep 8. 3. Gebruik leerlingvolgsysteem, met methode onafhankelijke genormeerde toetsen rond technisch lezen en spelling (zie hiervoor de afzonderlijke meetmomenten vastgelegd in de toetskalender). Extra zorg binnen de groep door de groepsleerkracht, inzet Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Ong. 25% van alle leerlingen heeft meer instructie en begeleiding nodig. Dit zijn de leerlingen die C, D- en E (IV+ V) -scores behalen op genormeerde leestoetsen. 4. Intensivering van lees- en/of spellingonderwijs door uitbreiding van instructie- en oefentijd (1.00 uur per week). Differentiatie bij het technisch leesonderwijs in een klein groepje / kleine kring (max. 5 ll’n), zoals verlengde instructie en extra leestijd t.w. - groep 1-2: voorschotbenadering, PLD groep 1-2 - groep 3: Maanster benadering, Veilig Leren Lezen - groep 4 e.v: Leesgroep 1 en 2, Lekker Lezen. Specifieke interventies uitgevoerd en/of ondersteund door zorgspecialisten in de school. Ong. 10% van alle leerlingen profiteert onvoldoende van begeleiding op niveau 1 en 2. Dit zijn vooral de leerlingen die D, E (V)-scores behalen op genormeerde leestoetsen, na minimaal een half jaar extra zorg op niveau 2. Deze leerlingen hebben voortzetting van intensieve hulp nodig. 5. Vaststellen leerlingen met ernstige lees- en/of spellingproblemen (zwakste 10% op basis van genormeerde toets). Vanaf groep 4: op het individu gerichte en geïntensiveerde ondersteuning individueel of in kleine groepjes. Verdere intensivering van het lees- en/of spellingonderwijs door inzet van specifieke interventies t.w. 30 min. per week RT d.m.v. intensivering oefeningen gerelateerd aan de lees- / spellingmethode en uit het PLD aangevuld met minimaal 30 min. per week extra begeleide lees- / spellingoefentijd in de groep door groepsleerkracht. OF 2X per week 30 min. intensivering oefeningen gerelateerd aan de lees- / spellingmethode en uit het PLD in de groep door groepsleerkracht. 6. Vaststellen van achterstand en hardnekkigheid van het lees en/of spellingprobleem; vermoeden van (ernstige) dyslexie (ong. 3 à 4%) d.m.v. CODE. Diagnostiek en behandeling in de gezondheidszorg, in afstemming met school en ouders. Ong. 3 à 4% profiteert onvoldoende van het zorgaanbod op niveau 3. Achterstand en hardnekkigheid van lees- en/of spellingproblemen zijn aangetoond; vermoeden van (ernstige) dyslexie (ong. 3 à 4%) d.m.v. CODE. Verwijzing naar de zorg voor diagnostiek en behandeling in zorginstituut (ong. zwakste 4%). 7. Vaststellen van (ernstige) dyslexie op basis van psychodiagnostisch onderzoek. 8. Gespecialiseerde dyslexiebehandeling binnen de gezondheidszorg, waarbij met de school wordt samengewerkt (geïntegreerd begeleidings-/behandelplan).
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
-4-
Op alle niveaus is sprake van coaching van dyslectische leerlingen en betrekken van ouders
Zorgniveaus m.b.t. begeleiding en coaching
Stap 1 Preventie in groep 1- 2 Preventie van leesproblemen door het creëren van goede condities voor de leesontwikkeling door aandacht voor: 1. de spraak-taalontwikkeling (m.n. mondelinge taalvaardigheid waaronder woordenschat); 2. beginnende geletterdheid (waaronder het fonemisch bewustzijn en letterkennis); 3. functioneel schrijven en lezen. Signaleren van risicokleuters Start groep 1: door groepsleerkracht(en) Uiterlijk 6 weken voor binnenkomst: screening van de ingevulde vragenlijst door ouders bij inschrijving van hun kind (door BC groep 1-2). Wanneer hieruit blijkt dat het kind reeds logopedie heeft genoten, gehoorproblemen heeft gekend, een andere moedertaal spreekt, wordt dit kind als risicoleerling gezien. Vastleggen voorinformatie peuterspeelzaal of kinderdagverblijf; d.m.v. het overdrachtsformulier peuterspeelzaal / kinderdagverblijf – basisschool. Met de PSZ wordt contact opgenomen door de BC over de door de PSZ gesignaleerde risicoleerlingen om deze door te spreken. Bij instroom in groep 1 screening van het actuele informatieformulier van de ouders door de groepsleerkracht. Observaties door de leerkracht. In groep 1-2: groepsleerkracht(en): - Vanaf een half jaar onderwijs nemen we, 2x per jaar, de observatielijst KIJK af. Bij het doorspreken van de KIJK na de 1e afname vraagt de leerkracht aanvullende informatie op m.b.t. de taalontwikkeling (o.a. voorlezen thuis, dyslexie in de familie). Bij risicokleuters nemen we de checklist ‘kleuters groep 1’ *pag.77 t/m 80 af. Risicoleerlingen groep 1 en 2 zijn: Kleuters met een half jaar ontwikkelingsachterstand bij de KIJK ! (zintuiglijke waarneming, mondelinge taalontwikkeling, ontwikkeling van de geletterdheid) Risicofactoren kunnen zijn: • Kinderen met hoorproblemen • Kinderen met spraak-/taalproblemen • Kinderen die het Nederlands onvoldoende beheersen • Kinderen van wie (1 van) de ouders leesproblemen heeft gehad • Kinderen die opgroeien in een taalarme omgeving Risicoleerlingen groep 2 zijn: o Risicokleuters vanuit groep 1 o Kleuters met een onvoldoende / risicoscore op de toetsen uit het PLD voor groep 2 (zie normering PLD, scoringsformulieren *pag. 81 t/m 88) o Kleuters die op de Cito LOVS-toetsen een C, D- of E (IV en V) score behalen. - We nemen de volgende toetsen af: • Eind groep 1 Cito Taal voor Kleuters E1 (risicokleuters) • TAK voor de onderbouw (risicokleuters) • Midden groep 2 (allen): o de toetsen uit het PLD voor groep 1-2 : - kleurentoets voor kleuters - letters benoemen voor kleuters - invented spelling o Cito Taal voor Kleuters M2 o Cito Rekenen voor Kleuters M2 Bij uitval: • signaleringslijst checklist voor groep 2 *pag. 77 t/m 80 • Eind groep 2 : o de toetsen uit het PLD voor groep 1-2: lettertoets, invented spelling, Toets auditieve analyse, Toets auditieve synthese. o Cito Taal voor Kleuters E2 o Cito Rekenen voor Kleuters E2 Alle signaleringstoetsen worden afgenomen door de groepsleerkracht. Gegevens worden 3 x per jaar met de IB besproken tijdens de groepsbesprekingen(nov.-mrt.juni) en eventueel tussentijds naar aanleiding van de toetsen en de KIJK !. De uitkomsten van het overleg van risicokinderen en de hieraan gekoppelde acties worden genoteerd op het de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
-5-
groepsoverzicht door de IB en voor het leesdossier, per ll. in het (digitaal) leerling dossier door de groepsleerkracht. De IB en/of RT ondersteunt de groepsleerkracht bij het opstellen van een groepsplan of handelingsplan en de organisatie en vormgeving hiervan in de klas (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur de Spindel 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding’). Streefdoelen voor alle kinderen eind groep 2: • Voldoende mondelinge taalvaardigheid, inclusief benoemsnelheid (= het vlot verwoorden van gedachten/redeneringen of bijv. kleurenkennis, rijmpjes enz.) • 12 - 15 letters kunnen benoemen • Plakken / synthese van 3- klankwoorden (ondersteund met letters!) • Analyse (herkennen) van de beginklank van 3-klankwoorden (ondersteund met letters!) • Naam kunnen schrijven, en pogingen tot schrijven van andere woorden (‘invented spelling’) Begeleiding:interventie: Om tot een voldoende mate van geletterdheid te komen is het van belang aan kleuters een rijke geletterde omgeving aan te bieden, waarbij aandacht is voor de eerste 7 tussendoelen beginnende geletterdheid: 1. boekoriëntatie 2. verhaalbegrip 3. functies van geschreven taal 4. relaties tussen geschreven en gesproken taal 5. taalbewustzijn 6. alfabetisch principe+letteractiviteiten n.a.v. AVI 30 informatie van Anneke Smits 7. functioneel ‘schrijven’ en ‘lezen’. We werken met de methode ‘Schatkist’ (2003) die veel aandacht schenkt aan deze tussendoelen. In de kleutergroepen geldt dat er per week (minimaal) 300 minuten aan taal wordt besteed. Het werken met de methode schatkist: we gaan uit van de 4 seizoenen en werken per seizoen met 2 thema’s (2 ankerpunten per thema = 4 X 4 = 16 ankerpunten). Zie voor de concrete uitwerking de aftekenlijst van de tussendoelen als bijlage bij de methode. Begeleiding risicokleuters: • Kinderen die (ondanks een rijke geletterde omgeving in de klas) een minder sterke taalontwikkeling kennen, verdienen een voorschotbenadering (A. Smits). Dit zijn de kinderen die een half jaar achterstand hebben op de KIJK ! (onderdelen zintuiglijke waarneming, mond. taalontw. en ontw. van geletterdheid) en/of lager dan C-niveau (III) op Cito TvK en/of onvoldoende behalen op de signalering uit het PLD groep 1-2, M2. Dit gebeurt minimaal 60 min. per week in een kleine kring / groep van max. 5 kinderen door de groepsleerkracht. Daarbij wordt m.n. veel aandacht besteedt aan: - tussendoel 1 en 2 (groep 1) * pag. 31 t/m 34 - tussendoel 5 en 6 (groep 2) * pag. 37 t/m 41 Daarnaast gebruiken we het hulpboek Cito Taalplezier en andere aanvullende materialen genoemd in het PLD bij de Tussendoelen *pag. 29 t/m 43. • We adviseren ouders zonodig hun kind aan te melden voor logopedie. Communicatie met ouders: Indien er problemen gesignaleerd worden, wordt hierover met de ouders gesproken door de groepsleerkracht. Twee keer per jaar zijn er contactgesprekken waarbij de LOVS-scores en de KIJKobservatielijst met de ouders worden besproken. Mocht de leerkracht het nodig vinden, dan wordt er ook tussendoor een afspraak gemaakt met de ouders. Als er een handelingsplan wordt opgesteld, worden de ouders geïnformeerd en betrokken bij het begeleidingstraject door de groepsleerkracht (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur de Spindel’ 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding en 1.10 Remedial teaching en handelingsplannen). De leerkracht geeft ouders ook adviezen over wat ouders evt. thuis kunnen doen en op welke manier. Daarbij krijgen de ouders de infobrief ‘Ouderbrief groep 1-2, adviezen voor thuis’ (bijlage 2a). Zie ook bijlage 2:Tips voor ouders en het *Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 1 en 2, paragraaf 2.4 Ondersteunende thuissituatie.
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
-6-
Stappenplan, schematische weergave groep 1- 2: Wanneer:
Alle kinderen
Start
Screening aanmeldingsformulieren door BC 1-2 Info PSZ Screening van het actuele info.form. van de ouders door de groepsleerkracht. KIJK Oudergesprek Groepsbespreking
Na 6 maanden Nov./ Maart Groep 1
Eind groep 1, juni Okt./ nov. Groep 2
Overdracht en groepsbespreking Kijk Oudergesprek Groepsbespreking
Januari Groep 2
Toetsen PLD voor groep 1-2 (kleurentoets, lettertoets, invented spelling), vold. en min. 6 letters kunnen benoemen. Cito TvKM2, min.C III Cito RvKM2, min.C III
Maart Groep 2
KIJK en Groepsbespreking
Mei / juni Groep 2
Afname lettertoets PLD voor groep 1-2 (2008), bij score lager dan 12 letters in januari
Risicokleuters en risicoscores Aantekenen risicokleuters.
Wat doen we: Aanpak op zorgniveau
Info taalontwikkeling vragen. Kijkobservatie > half jaar ontw. achterstand op de onderdelen zint. ontw., mond. taalontw. en ontw. van de geletterdheid: - checklist ‘kleuters groep 1’ *pag.77 t/m 80 > signalen. - TAK voor de OB (1 t/m 4). Min. C (III). - logopedie screening (evt.) - Cito TvK E1. Min C (III).
Tussendoel 1 en 2 (gr. 1) * pag.31. - kleine kring methode Schatkist (noteren in de KIJK en in de klassenmap) - Taalspelletjes. Evt. verwijzen logopedie Ouderbrief adviezen voor thuis (zie bijlage). Zie ook tips voor ouders in het protocol.
Kijkobservatie > half jaar ontw. achterstand op de onderdelen zint. ontw., mond. taalontw. en ontw. van de geletterdheid: - TAK voor de OB (1 t/m 4). Min. C (III). - eind groep 1, CitoTvK E1. Min. C (III). - logopedie screening (evt.) - checklist ‘kleuters groep 2’* pag. 77 > signalen. - TAK voor de onderbouw (1 t/m 4). Min. C-niveau (III). - logopedie screening (evt.)
Tussendoel 1 en 2 (gr. 1) * pag. 31. - Pre-teaching kleine kring methode Schatkist. - Taalspelletjes, PLD. (Groeps)handelingsplan. Evt. verwijzen logopedie Ouderbrief adviezen voor thuis (zie bijlage). Zie ook tips voor ouders in het protocol.
KIJKobservatie > half jaar ontw. achterstand op de onderdelen zint. ontw., mond. taalontw. en ontw. van de geletterdheid: - checklist ‘kleuters groep 2’*pag.77 > signalen. - toetsen PLD voor groep 12 (2008), vold. en 12-15 letters kunnen benoemen. - Cito TvK E2, min. C (III). - Cito RenT E2, min.C (III). - logopedie screening (evt)
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
-7-
Niveau 2: (Groeps)handelingsplan. Tussendoel 5 en 6 (groep 2) *pag.37. 4X per week 15 min./ 3x20 min. in een kleine kring / groep met max. 5 kinderen. D.m.v. voorschotbenadering A. Smits (PLD) en ontw. mat. gericht op deze tussendoelen. Evt. verwijzen logopedie. Ouderbrief adviezen voor thuis (zie bijlage). Zie ook tips voor ouders in het protocol. Niveau 2: (Groeps)handelingsplan zie aanpak januari groep 2.
Tijdens overdrachtbespreking groep 2>3, aangeven risicoleerlingen en interventies.
Stap 2 Signalering en interventie in de klas vanaf groep 3 Effectief taal- / leesonderwijs groep 3: Start groep 3: In groep 3 wordt de beginsituatie vastgelegd op basis van de gegevens van groep 2: - KIJKregistratie. - Cito-LOVS gegevens: Taal voor Kleuters, Rekenen voor Kleuters, analyseformulieren. - Afgenomen toetsen uit het PLD voor groep 1-2. - Bij risicokinderen: checklist voor kleuters uit het PLD. - Dyslexie in de familie. Bij de overdrachtsbespreking 2>3 worden deze gegevens met de leerkracht van groep 3 besproken door de groepsleerkracht van groep 2. Signaleren: Begin groep 3: - observaties in de klas tijdens taal- en leesactiviteiten. - gebruik van methodegebonden toetsen Veilig Leren Lezen (2003): zie hiervoor de toetskalender van VLL (te vinden op de website van VLL). We maken gebruik van de digitale toetssite bij Veilig leren lezen (analyse en begeleidingsadviezen). • na elke kern, bij ieder kind Veilig & Vlot toetsen (uitgezonderd de ZON-kinderen na kern 3). M.i.v. de wintersignalering wordt Veilig en Vlot alleen nog getoetst bij maankinderen DMT C (III) en lager. • bij uitvallers (twijfelachtig/onvoldoende op de Veilig & Vlot toetsen): kern 1 t/m 5: Leesboekje maan pagina 16. Toetsen: Gedurende het schooljaar zijn er verschillende meetmomenten: - Hoofdmeting 1: oktober / november na kern 3 VLL (alle kinderen): Herfstsignalering uit VLL aangevuld met toets fonologisch bewustzijn (auditieve analyse en synthese uit DTLAS 2012), zie PLD *pag.84, 85, 86, 94, 95. Tussendoel: voldoende op alle deeltoetsen. Uitvallers: actie (zie de adviezen van de toetssite: http://zwijsen.toetssite.nl). - Hoofdmeting 2: januari / februari na kern 6 VLL (alle kinderen): • DMT 1A en 2A, Cito LOVS – normering Cito DMT M3 (+ analyse). Tussendoel: min. C-niveau (III). Lager: actie (zie tabel). AVI M3 A-versie beheersing, doortoetsen volgens handleiding. • Spelling LOVS M3, februari (alle kinderen). Tussendoel: min. C-niveau (III). Lager: actie (zie tabel). • Wintersignalering uit VLL: normering toetssite VLL. Toetsresultaten worden zowel ingevoerd in het CITO LOVS als in de toetssite van VLL. Uitvallers: actie (zie de adviezen van de toetssite). Uitvallers < AVI M3 beheersing en/of DMT C (III), optioneel in relatie tot uitval: o Leestekst (VLL) o Fonementoets (VLL) o Grafementoets (VLL) o Veilig en Vlot toetsen (VLL) - Tussenmeting: maart / april na kern 8 VLL: • Lentesignalering uit VLL (alle kinderen): normering toetssite VLL. • Zwakke lezers < AVI M3 beheersing en/of DMT C (III) bij hoofdmeting 2. Voortgang meten: o DMT 1A en 2A, Cito LOVS – normering M3 (+ analyse). o AVI M3 A-versie, doortoetsen volgens handleiding. Tussendoel, groei t.o.v. hoofdmeting 2: DMT kaart 1A en 2A min. C-niveau (III) en AVI M3 beheersing. • Zwakke spellers < C(III) Spelling LOVS M3 bij hoofdmeting 2. Voortgang meten: Tussendoel, groei t.o.v. hoofdmeting 2: min. C-niveau (III). Uitvallers optioneel verder toetsen in relatie tot uitval: o Letters benoemen o Letters schrijven Uitvallers: actie (zie tabel, zie de adviezen van de toetssite). - Hoofdmeting 3: mei/juni na kern 11 VLL (alle kinderen): • Eindsignalering: o DMT 1B, 2B en 3B, Cito LVS – normering DMT E3. o AVI B – versie E3 beheersing, doortoetsen volgens handleiding. o LOVS Begrijpend Lezen E3 o LOVS Spelling E3 de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
-8-
Zwakke lezers en/of spellers optioneel verder toetsen in relatie tot uitval: o Fonologisch bewustzijn (audant en/of audisynth) o Letters benoemen o Letters schrijven Streefdoelen voor alle kinderen eind groep 3: - DMT niveau A of B ( I, II) (C, III) - AVI E3 beheersing. - LOVS Begrijpend Lezen: niveau A of B (I, II) (C, III) - LOVS Spelling E3: niveau A of B (I, II) (C, III) Alle toetsen worden afgenomen door de groepsleerkracht. Gegevens worden 3 x per jaar met de IB’er besproken tijdens de groepsbesprekingen (nov.mrt.-juni) en eventueel tussentijds naar aanleiding van de toetsen (VLL, PLD en LOVS) en observaties. De uitkomsten van het overleg van risicokinderen en de hieraan gekoppelde acties worden genoteerd op het groepsoverzicht door de IB en voor het leesdossier, per ll. in het (digitaal) leerlingdossier door de groepsleerkracht. De IB en/of RT ondersteunt de groepsleerkracht bij het opstellen van een groepsplan of handelingsplan en de organisatie en vormgeving hiervan in de klas (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding’). Begeleiding: interventie: In groep 3 wordt er per week 9 uur en 30 minuten aan aanvankelijk lezen besteed met de methode Veilig Leren Lezen (2003). Van deze tijd is 3.30 uur voor zelfstandig werken taal/lezen en/of duolezen ingeroosterd. Buiten de verlengde maanster instructie en begeleide verwerking (deze hoort nog bij de reguliere les, leestijd ) krijgen de (zeer) zwakke lezers een uur per week (6 x 10 min.) extra begeleiding (planmatig beschreven in een groeps- / individueel handelingsplan door de leerkracht i.o. met IB). Als een leerling op minimaal 2 meetmomenten uitvalt (D- of E-scores (IV of V) wordt deze aangemeld voor een consultatie met de OA Edux en wordt het CODE-traject opgestart (zie stap 3). D.i. in het vroegste geval mogelijk na hoofdmeting 3 (mei/juni groep 3). Begeleiding zwakke lezers: algemeen: zie adviezen toetssite VLL en *pag. 107 – 138 PLD vcor groep 3. - vanaf de tweede schoolweek - risicolezers vanaf begin meer tijd voor leesinstructie - methode goed inplannen over het jaar (zie planning website VLL) - directe instructie en begeleide inoefening Begeleiding zwakke lezers: activiteiten - lettergroeiboekje - letters aanbieden via meerdere zintuigelijke kanalen en in een betekenisvolle context - geheugensteuntjes voor lastige letters - software ‘maan, roos, vis’ - letterchef, letterflat, ABC-muur - langwerpige ringboekjes - klankspelletjes (ondersteund met letters) - letterzetter, woordzetter - Veilig en Vlot-boekjes, klik-klakboekje - lezen van woordrijen - Voor-koor-door en automatiseren door herhaald lezen Na kern 6 krijgen uitvallers ook begeleiding t.b.v. begrijpend lezen, methodiek: modeling door de leerkracht door het strategiegebruik hardop te verwoorden (hardop verwoorden van de denkstappen). Omdat lezen voor veel kinderen geen vanzelfsprekende activiteit is, is er nog de mogelijkheid voor ouders om het lijstje “Lekker Lezen in de zomervakantie” met hun kind in te vullen na iedere leesbeurt. De maandag na de vakantie mag het kind dit lijstje mee naar school nemen en zullen de leerkrachten van de groepen 4, 5 en 6, een gesprekje houden over het lezen in de vakantie en het kind belonen met een mooie sticker op het lijstje. Eindsituatie (risicoleerlingen): Aan het einde van het schooljaar vindt er een groepsbespreking plaats met de leerkracht van groep 3 en de IB. De eindevaluatie wordt, indien van toepassing, n.a.v. het (groeps- / individueel) handelingsplan door de leerkracht van groep 3 besproken met de ouders. Communicatie met ouders: Als kinderen niet voldoen aan de tussendoelen wordt hierover met de ouders gesproken door de groepsleerkracht. Twee keer per jaar zijn er contactgesprekken waarbij de LOVS-scores en de de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
-9-
rapporten met de ouders worden besproken. Mocht de leerkracht het nodig vinden, dan wordt er ook tussendoor een afspraak gemaakt met de ouders. Als er een handelingsplan wordt opgesteld, worden de ouders geïnformeerd en betrokken bij het begeleidingstraject door de groepsleerkracht (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur de Spindel 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding en 1.10 Remedial teaching en handelingsplannen’). De leerkracht geeft ouders ook adviezen over wat ouders evt. thuis kunnen doen en op welke manier. Zie hiervoor *Protocol leesproblemen en Dyslexie voor groep 3, paragraaf 4.6 Rol van de ouders, pag. 136-138 (zie ook bijlage 2: Tips voor ouders).
Stappenplan, schematische weergave groep 3: Momenten in de tijd, groep 3 Start groep 3
Toets en tussendoelen (alle kinderen)
Na iedere kern VLL
Veilig & Vlot toetsen: uitgezonderd de ZON-kinderen na kern 3. Vanaf de wintersignalering wordt Veilig en Vlot alleen getoetst bij maankinderen DMT C (III) en lager.
Hoofdmeting 1: oktober / november na kern 3 VLL
Herfstsignalering van toetssite VLL aangevuld met toets fonologisch bewustzijn auditieve analyse en synthese uit DTLAS 2004 (* pag. 86). Voldoende op alle deeltoetsen: grafementoets, fonemendictee, woorden lezen en tekst lezen. Doelen: - fonemisch bewustzijn: synthese, analyse, manipuleren met klanken, - geautomatiseerde letterkennis (100%) goed van de aangeboden letters, - lezen van nieuwe klankzuivere mkm-woorden met de aangeboden letters.
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
Risicoleerlingen en risicoscores Risicoleerlingen vanuit groep 2 bij uitvallers (twijfelachtig/ onvoldoende op de Veilig & Vlot toetsen): kern 1 t/m 5: Leesboekje maan pagina 16.
Uitvallers: actie (zie de adviezen van toetssite VLL en PLD *pag. 109 136)
- 10 -
Aanpak op zorgniveau Groepsplan VLL interventieperiode 1: Vanaf de 2e schoolweek meer tijd voor leesinstructie d.m.v. maanster aanpak. Verl. directe instructie en begeleide inoefening. *Maanster aanpak met uitbreiding van 6 X 10 min. extra effectieve leesbegeleiding o.b.v. groepsleerkracht: zie begeleiding zwakke lezers: activiteiten, blz. 9 van dit protocol en de toetssite van VLL. - letterniveau: dagelijks extra tijd besteden aan letterkennis m.b.v. gevarieerde werkvormen. Geheugensteuntjes voor lastige letters. - woordniveau: accent op het lezen van nieuwe woorden. Onderhouden van de geleerde letters/woorden door het lezen van woordrijen (o.a. Veilig & Vlot van de vorige kernen). Automatiseren door herhaald lezen. Groepsplan VLL interventieperiode 2: *Maanster aanpak met uitbreiding van 6 X 10 min. extra effectieve leesbegeleiding o.b.v. groepsleerkracht: zie begeleiding zwakke lezers: activiteiten, blz. 9 van dit protocol en de toetssite van VLL. Zie interventieperiode 1.
Hoofdmeting 2: januari / februari na kern 6 VLL
Tussenmeting: maart / april na kern 8 VLL
Wintersignalering uit VLL (* pag. 88, 89 en 94): normering toetssite VLL. *Fonementoets VLL, voldoende *Grafementoets VLL, voldoende *DMT 1A en 2A, Cito LOVS, normering Cito DMT M3, min. Cniveau (III). *AVI M3 beheersing, doortoetsen volgens handleiding. *Spelling LOVS M3, min. Cniveau (III). Doelen: - fonemisch bewustzijn: synthese, analyse, manipuleren met klanken, - geautomatiseerde letterkennis (100% goed) van alle letters, - vlot en correct lezen van nieuwe klankzuivere mkmwoorden met alle letters, - beheersing AVI-M3.
Uitvallers: actie (zie de adviezen van toetssite VLL en *pag. 109 - 136).
Lentesignalering uit VLL (website, *pag. 89): normering toetssite VLL: spellingtoets dl 1+2, Veilig en Vlot kern 8. Doelen: - leerlingen hebben een volledig geautomatiseerde letterkennis en kunnen alle letters vlot benoemen, - Vlot en correct lezen van eenlettergrepige woorden: ook woorden met letterclusters vooraan en achteraan.
Uitvallers: actie, vooruitgang meten t.o.v. hoofdmeting 2 (*pag. 90): *woordlezen DMT kaart 1 + 2 Cito (evaluatief moment om vooruitgang te kunnen constateren i.v.g. met eigen prestaties t.o.v. de wintersignalering) *Audant (DTLAS) *Audisynt (DTLAS) *Letters benoemen grafementoets Cito *Letters schrijven fonementoets Cito *Leerlingen die AVI M3 bij de wintersignalering niet beheerst gescoord hebben, worden nu getoetst met AVI M3 kaart B *Leesproces via analyse toetsresultaten en observaties *Spelling Cito M3 *Spellingproces via analyse toetsresultaten en observaties
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
*Leestekst wintersignalering VLL, voldoende * Grafementoets Spelling LOVS * Audant (DTLAS) * Audisynt (DTLAS).
- 11 -
Groepsplan VLL interventieperiode 3: Maanster aanpak met uitbreiding van 6 X 10 min. extra effectieve instructie en begeleide oefening o.b.v. groepsleerkracht: zie begeleiding zwakke lezers: activiteiten, blz. 8 van dit protocol en de toetssite van VLL. Algemeen: zie interventieperiode 1. Nog niet voldoende correct en/of vlot beheerste letters blijven oefenen tot ze beheerst worden, niet als geïsoleerde letter, maar in woorden. Automatiseren door herhaald lezen op: - letterniveau - woordniveau (o.a. Veilig & Vlot van de vorige kernen) - tekstniveau Groepsplan VLL interventieperiode 4: Maanster aanpak met uitbreiding van 6 X 10 min. extra instructie en begeleide oefening o.b.v. groepsleerkracht: zie begeleiding zwakke lezers: activiteiten, blz. 8 van dit protocol. Algemeen: Zie interventieperiode 1. - letterniveau: nog niet voldoende corrrect en/of vlot beheerste letters blijven oefenen totdat ze beheerst worden, niet als geïsoleerde letter, maar in woorden, - woordniveau (o.a. Veilig & Vlot van de vorige kernen); automatiseren door herhaald lezen. We leggen het accent op het oefenen van de woorden met letterclusters vooraan en achteraan, zoals worst en stroop. Het oefenen van deze woorden is belangrijker dan het oefenen van meerlettergrepige woorden. - tekstniveau: Bij zwakke lezers gaan we uit van het instructieniveau en niet van het beheersingsniveau. We oefenen op het einde van het schooljaar op AVI – E3
Hoofdmeting 3: Mei/juni na kern 11 VLL
Eindsignalering uit VLL (website, *pag. 91): *DMT 1B, 2B en 3B, Cito LOVS – normering DMT E3, min. C (III). *AVI E3 beheersing, doortoetsen volgens handleiding. * LOVS Begr. Lezen, min. C (III). * LOVS Spelling E3, Min. C (III). Doelen: - correct en vlot lezen van teksten met: eenlettergrepige woorden, ook woorden met letterclusters (2 en 3 letters) voor- en achteraan en woorden met spellingpatronen (ng, nk, cht, enz.) tweelettergrepige woorden
Uitvallers: actie, vooruitgang meten t.o.v. tussenmeting 3 (*pag. 92): * Audant (DTLAS) * Audisynt (DTLAS) * grafementoets Cito * fonementoets Cito
instructieniveau, ook als ze AVI – M3 nog niet beheersen. Groepsplan VLL: Maanster aanpak met uitbreiding van 6 X 10 min. extra instructie en begeleide oefening o.b.v. groepsleerkracht: zie begeleiding zwakke lezers: activiteiten, blz. 8 van dit protocol. - letterniveau: nog niet voldoende corrrect en/of vlot beheerste letters blijven oefenen totdat ze beheerst worden, niet als geïsoleerde letter, maar in woorden, - woordniveau (o.a. Veilig & Vlot van de vorige kernen): automatiseren door herhaald lezen. Leg het accent op het oefenen van woorden met letterclusters vooraan en achteraan, zoals worst en stroop. Het oefenen van deze woorden is belangrijker dan het oefenen van meerlettergrepige woorden. - tekstniveau: oefen met zwakke lezers op AVI-E3, ook als ze AVI-M3 nog niet beheersen. Op 2 meetmomenten D- of E-score (IV of V): (*pag. 102) aanmelden voor een Edux-consultatie met de OA Edux en wordt het CODE-traject opgestart (zie stap 3).
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 12 -
Effectief taal- / leesonderwijs groep 4: Start groep 4: De beginsituatie wordt in groep 4 vastgelegd op basis van de gegevens van groep 3. Eind mei / juni heeft de leerkracht van elke leerling in groep 3 het niveau vast gesteld m.b.v. genormeerde toetsen (zie hiervoor: Hoofdmeting 3, groep 3). Aan het eind van groep 3 (na de groepsbespreking) vindt er een overdrachtsbespreking plaats door de leerkracht van groep 3. Signaleren: Bij kinderen die het laatste half jaar van groep 3, met extra begeleiding, de streefdoelen van eind groep 3 hebben behaald (groepsoverzicht en/of groepsplan), is het van belang dat de leerkracht de prestaties in groep 4 nauwgezet blijft volgen en extra ondersteuning geeft zodra de ontwikkeling weer vertraagt of stagneert. Groep 4: - observaties in de klas tijdens taal- en leesactiviteiten. - gebruik van leesobservaties en controletoetsen van de methode voor voortgezet technisch lezen ‘Lekker Lezen’ (toetsadviezen zijn ook te vinden op de website van ‘Lekker Lezen’). methodegebonden toetsen: • taal/spelling/woordenschat: Taal Actief (2012). Toetsen: Gedurende het schooljaar zijn er verschillende meetmomenten: (door)toetsen volgens handleiding. - Tussenmeting 1: oktober / november Alleen bij zwakke lezers: < C III en/of < E3 beheersing bij hoofdmeting 2 (E3). Voortgang meten: * DMT 1B – 2B – 3B * AVI E3, B-versie Alleen bij zwakke spellers < C III: Spelling E3, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment - Hoofdmeting 1: januari / februari: Alle leerlingen: * LOVS begrijpend lezen M4 * LOVS Spelling M4 * DMT 1C – 2C – 3C * AVI M4, A-versie - Tussenmeting 2: april: Alleen bij zwakke lezers: < C III en/of < M4 beheersing bij hoofdmeting 1. Voortgang meten: * DMT 1B-2B-3B * AVI M4 Alleen bij zwakke spellers < C III: Spelling M4, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment - Hoofdmeting 2: mei / juni: Alle leerlingen: * LOVS begrijpend lezen E4 * LOVS spelling E4 * DMT 1A – 2A – 3A * AVI E4, B-versie Streefdoelen voor alle kinderen eind groep 4: - DMT A of B, I, II (C, III) - AVI E4 beheersing Alle toetsen worden afgenomen door de groepsleerkracht. Gegevens worden 3 x per jaar met de IB’er besproken tijdens de groepsbesprekingen(nov.-mrt.juni) en eventueel tussentijds naar aanleiding van de toetsen (PLD en LOVS) en observaties. De uitkomsten van het overleg van risicokinderen en de hieraan gekoppelde acties worden genoteerd op het groepsoverzicht door de IB en voor het leesdossier, per ll. in het (digitaal) leerlingdossier door de groepsleerkracht. De IB’er en/of RT’er ondersteunt de groepsleerkracht bij het opstellen van een (groeps- / individueel)handelingsplan en de organisatie en vormgeving hiervan in de klas (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding’).
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 13 -
Begeleiding: interventie: Technische leesvaardigheid van alle kinderen onderhouden d.m.v. het uittrekken van voldoende leestijd voor de hele groep. Adviezen uit het PLD groep 4 voor de hoeveelheid tijd die in groep 4 per week besteed moet worden aan het technisch leesonderwijs: De Spindel roostertijden PLD groep 42 Voortgezet technisch lezen 150 – 180 minuten 150 minuten + 60 minuten per week extra voor instructie en begeleide inoefening van zwakke lezers. Voorlezen, leesvormen en 45-60 minuten 30 min. begr. lezen / o.a. leesbeleving gevarieerde tijden rond boeken in 120 min. zelfstandig werken (o.a. taalsamenhang met leesbegrip en en spellingopdrachten) woordenschatontwikkeling 60 min. computertijd waarvan 30 minuten lezen / 30 minuten zelfstandig werken. Taal; spreken en luisteren, spellen, 240 – 300 minuten 300 minuten taal incl. spelling. stellen, woordenschat, taalbeschouwing De zwakke lezers / spellers hebben behoefte aan een uur per week extra instructie en begeleide inoefening op het gebied van voortgezet techn. lezen / spellen. Goed instructiepakket voor zwakke lezers = Lekker Lezen (koppeling teksten-zinnen-woorden, vlot lezen, leesbegrip, leesplezier). Begeleiding zwakke lezers (streefdoelen E3 niet behaald): - vanaf de tweede schoolweek: Lekker Lezen leesgroep 1 of 2. - Meer instructie en leestijd voor zwakke lezers; directe instructie en begeleide inoefening (zowel op woord- als op tekstniveau). - Aandacht voor leesplezier, leesmotivatie en leesbeleving voor alle kinderen. Dus ook voor de Lekker Lezen instructiegroep 1 en 2 kinderen! Materiaal: voor alle kinderen een gevarieerd aanbod (bv. encyclopedieën, stripboeken, leesboeken, tijdschriften voetbal international, kidsweek junior v.a. 7 jaar, gedichtenbundels). - De planmatige begeleiding van leesgroep 1 en 2 wordt vastgelegd in een groepsplan. Als een leerling op minimaal 2 meetmomenten uitvalt (D- of E- (IV- of V-) scores) wordt deze aangemeld voor een consultatie met de OA Edux en wordt het CODE-traject opgestart (zie stap 3). Methode Lekker Lezen (2008): - Instructiegroep 1(laagste leesniveau): • 3X per week 30 min. effectieve leesinstructie ( 2 basislessen en 1 herhalingsles) o.b.v. groepsleerkracht in max. een groepje van 5 ll’n. • 2X per week 30 min. inoefening m.b.v. vrij lezen of leeskaarten of extra oefenen: o 1X per week duolezen op eigen leesniveau in AVI-leesboek o 1X per week Leeskaarten en/of vrij lezen met keuze uit een gevarieerd aanbod. • Het computerprogramma van Lekker Lezen in combinatie aanvullend met bovenstaande inoefeningsvormen. • 4X per week 15 min effectieve woordtraining o.b.v. groepsleerkracht. - Instructiegroep 2 (op een na laagste leesniveau): • 2X per week 30 min. effectieve leesinstructie (2 basislessen) o.b.v. groepsleerkracht. • 3X per week 30 min. inoefening: m.b.v. vrij lezen of leeskaarten of extra oefenen: o 1 herhalingsles Lekker Lezen m.b.v. computerprogramma, audio, leesmaatje. o 1X per week duolezen op eigen leesniveau in AVI-leesboek en/of o 1X per week Leeskaarten en/of vrij lezen met keuze uit een gevarieerd aanbod (bv. encyclopedieën, stripboeken, leesboeken, tijdschriften (voetbal international, kidsweek junior v.a. 7 jaar, gedichtenbundels). 2
Bron Kwaliteitskaart Tijd voor lezen en taal, www.taalpilots.nl
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 14 -
• • -
Het computerprogramma van Lekker Lezen in combinatie aanvullend met bovenstaande inoefeningsvormen. 4X per week woordtraining met leesmaatje en/of tutor.
Leesgroep 3: • 5X per week 30 min. inoefening m.b.v. vrij lezen of leeskaarten of extra oefenen: vanwege de leesbeleving, het aansluiten van de onderwerpen en de inhoud bij de leeftijdsgroep lezen kinderen die op of hoger dan AVI M5 instructie zitten uit de Lekker Leesboekjes in eerste instantie op niveau 5 (AVI E4) en later in het schooljaar op hoogstens niveau 6 (AVI M5). o methode Lekker Lezen, o duolezen op eigen leesniveau in AVI-leesboek, o zelfstandig lezen in eigen leesboek en/of keuze uit een gevarieerd aanbod. o Junior informatieboekjes. • 4X per week woordtraining met leesmaatje en/of tutor. • 1X per week Lekker Vlot Lezen 30 minuten onder computertijd. Afwisselend zelfstandig of met instructie o.b.v. leerkracht. Instructie op het laagste AVI niveau van leesgroep 3 (vanaf E4 instructie). Zie hiervoor de handleiding.
Begrijpend Lezen: Methode Tekstverwerken en binnen de andere (zaak)vakken in samenhang met woordenschatontwikkeling. Omdat lezen voor veel kinderen geen vanzelfsprekende activiteit is, is er nog de mogelijkheid voor ouders om het lijstje “Lekker Lezen in de zomervakantie” met hun kind in te vullen na iedere leesbeurt. De maandag na de vakantie mag het kind dit lijstje mee naar school nemen en zullen de leerkrachten van de groepen 4, 5 of 6, een gesprekje houden over het lezen in de vakantie en het kind belonen met een mooie sticker op het lijstje. Communicatie met ouders: Als kinderen niet voldoen aan de tussendoelen wordt hierover met de ouders gesproken door de groepsleerkracht. Twee keer per jaar zijn er contactgesprekken waarbij de LOVS-scores en de rapporten met de ouders worden besproken. Mocht de leerkracht het nodig vinden, dan wordt er ook tussendoor een afspraak gemaakt met de ouders. Als er een handelingsplan wordt opgesteld, worden de ouders geïnformeerd en betrokken bij het begeleidingstraject door de groepsleerkracht (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding en 1.10 Remedial teaching en handelingsplannen’). De leerkracht geeft ouders ook adviezen over wat ouders evt. thuis kunnen doen en op welke manier. Zie hiervoor *Protocol leesproblemen en Dyslexie voor groep 4, paragraaf 5.4 Ouders informeren en adviseren, pag. 134 en bijlage 2: Tips voor ouders.
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 15 -
Stappenplan, schematische weergave groep 4: Momenten in de tijd, groep 4 Tussenmeting 1: november (alleen zwakke lezers en 3 spellers ) Hoofdmeting 1: januari / febr. Alle lln.
Tussenmeting 2: april (alleen zwakke lezers en spellers )
Hoofdmeting 2: mei / juni Alle lln.
3
Toets en tussendoelen * DMT B-versie Tussendoel: DMT A of B, I II (C, III) * AVI B-versie Tussendoel: AVI E3 Beheersing. * LOVS Spelling E3, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment * LOVS begrijpend lezen M4 * LOVS spelling M4 Tussendoel: niveau A of B, I II (C, III) * DMT Streefdoel: A, B, C(III) of I, II, III * AVI A-versie Streefdoel: AVI M4 Beh. * DMT C-versie Tussendoel:A, B, C(III) of I, II, III * AVI A-versie Streefdoel: AVI M4 Beh. * LOVS spelling M4, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment
Risicoleerlingen en risicoscores Groepsplan Leesinstructiegroep LL 1 of 2. Zorgniveau 3: Individueel handelingsplan aansluitend bij het groepsplan. Vaststellen leerlingen met ernstige lees- en/of spellingproblemen (zwakste 10% op basis van genormeerde toets). Vanaf groep 4: op het individu gerichte en geïntensiveerde ondersteuning individueel of in kleine groepjes. Verdere intensivering van het lees- en/of spellingonderwijs door inzet van specifieke interventies t.w. 1X per week 30 min. RT d.m.v. intensivering oefeningen gerelateerd aan de spelling- / leesmethode en uit het PLD aangevuld met minimaal 1X per week 30 min. extra begeleide spelling- / leesoefentijd in de groep. OF 2X per week 30 min. intensivering oefeningen gerelateerd aan de spelling- / leesmethode en uit het PLD in de groep door groepsleerkracht.
* DMT A-versie Streefdoel: DMT A, B, C(III) of I, II, III * AVI B-versie Streefdoel AVI E4 Beh. * LOVS begrijpend lezen E4 * LOVS spelling E4 Streefdoel: niveau A, B, C(III) of I, II, III
Onder zwakke lezers en spellers vallen de leerlingen met D/E of IV/V-scores en / of leerlingen die de AVI streefdoelen niet behaald hebben. de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012 - 16 -
Aanpak op zorgniveau Als een leerling op minimaal 2 meetmomenten uitvalt (D- of E- / IV- of Vscores) wordt deze aangemeld voor een consultatie met de OA Edux en wordt het CODE-traject opgestart (zie stap 3).
Effectief taal- / leesonderwijs groep 5: Start groep 5: De beginsituatie wordt in groep 5 vastgelegd op basis van de gegevens van groep 4. Eind mei / juni heeft de leerkracht van elke leerling in groep 4 het niveau vast gesteld m.b.v. genormeerde toetsen (zie hiervoor: Hoofdmeting 2, groep 4). Aan het eind van groep 4 (na de groepsbespreking) vindt er een overdrachtsbespreking plaats door de leerkracht van groep 4. Signaleren: Bij kinderen die het laatste half jaar van groep 4, met extra begeleiding, de streefdoelen van eind groep 4 hebben behaald (groepsoverzicht en/of groepsplan), is het van belang dat de leerkracht de prestaties in groep 5 nauwgezet blijft volgen en extra ondersteuning geeft zodra de ontwikkeling weer vertraagt of stagneert. Groep 5: - observaties in de klas tijdens taal- en leesactiviteiten. - gebruik van leesobservaties en controletoetsen van de methode voor voortgezet technisch lezen ‘Lekker Lezen’ (toetsadviezen zijn ook te vinden op de website van ‘Lekker Lezen’). methodegebonden toetsen: • taal/spelling/woordenschat: Taal Actief (2012). • Begrijpend lezen: Tekstverwerken. * De belangrijkste voorspellers voor het begrijpend leesproces: - technisch leesniveau - woordenschat Toetsen: Gedurende het schooljaar zijn er verschillende meetmomenten: (door)toetsen volgens handleiding. - Tussenmeting 1: oktober / november Alleen bij zwakke lezers: < C III en/of < E4 beheersing * DMT 1A – 2A – 3A * AVI E4 B-versie (of lager) Alleen bij zwakke spellers < C III: Spelling E4, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment - Hoofdmeting 1: januari / februari (allen): * LOVS begrijpend lezen M5 * LOVS Spelling M5 * DMT kaart 3B (+2,+1) * AVI M5 A-versie - Tussenmeting 2: april Alleen bij zwakke lezers: < C III en/of < M5 beheersing * DMT 1A-2A-3A * AVI M5 A-versie (of lager) Alleen bij zwakke spellers < C III: Spelling M5, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment - Hoofdmeting 2: mei / juni (allen): * DMT kaart 3C (+2,+1) * AVI E5 B-versie * LOVS spelling E5 (allen) Streefdoelen voor alle kinderen eind groep 5: - DMT A of B, I, II (C, III) - 90-95% van de leerlingen beheerst AVI E5 Alle toetsen worden afgenomen door de groepsleerkracht. Gegevens worden 3X per jaar met de IB besproken tijdens de groepsbesprekingen (nov.-mrt.juni) en eventueel tussentijds naar aanleiding van de toetsen (PLD en LOVS) en observaties. De uitkomsten van het overleg van risicokinderen en de hieraan gekoppelde acties worden genoteerd op het groepsoverzicht door de IB en voor het leesdossier, per ll. in het (digitaal) leerlingdossier door de groepsleerkracht. De IB’er en/of RT’er ondersteunt de groepsleerkracht bij het opstellen van een (groeps- / individueel)handelingsplan en de organisatie en vormgeving hiervan in de klas (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding’).
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 17 -
Begeleiding: Interventie: Technische leesvaardigheid van alle kinderen onderhouden d.m.v. het uittrekken van voldoende leestijd voor de hele groep. Adviezen uit het PLD groep 5 - 8 voor de hoeveelheid tijd die in groep 5 per week besteed moet worden aan het technisch leesonderwijs: 4 PLD groep 5 De Spindel roostertijden groep 5 Voortgezet technisch lezen 135 - 150 minuten 140 minuten Voorlezen, leesvormen en 45-60 minuten 60 min. begrijpend lezen. gevarieerde tijden rond boeken in samenhang met leesbegrip en 90 minuten zelfst. werken (o.a. taal- en woordenschatontwikkeling spellingopdrachten) 60 min. computertijd waarvan 30 min. lezen / 30 min. zelfst.werken. Hieruit 30 / 60 min. per week extra instructie en begeleide inoefening voor zwakke spellers / lezers. Taal; spreken en luisteren, spellen, 240 – 300 minuten 300 minuten taal incl. spelling. stellen, woordenschat, taalbeschouwing De zwakke lezers / spellers hebben behoefte aan een uur per week extra instructie en begeleide inoefening op het gebied van voortgezet techn. Lezen / spellen aanvullend bij instructiegroep 1 van de methode Lekker Lezen of bij de spellingslessen van de methode Taal Actief (2012). Goed instructiepakket voor zwakke lezers = Lekker Lezen (koppeling teksten-zinnen-woorden, vlot lezen, leesbegrip, leesplezier). Begeleiding zwakke lezers: - vanaf de tweede schoolweek - instructie en leestijd voor zwakke lezer, 3 keer per week 35 minuten effectieve instructie (groepsgrootte max. 5 kinderen) onder begeleiding van de groepsleerkracht en/of RT’er, aangevuld met minimaal 30 minuten begeleide inoefening door de groepsleerkracht. - Directe instructie en begeleide oefening. - Aandacht voor leesplezier, leesmotivatie en leesbeleving voor alle kinderen. Dus ook voor de Lekker Lezen instructiegroep 1 en 2 kinderen! Minimaal 30 min. verdeeld over 2 momenten in de week 10 / 15 min. Voor de kinderen van Leesgroep 1 en 2 wordt hier 2X 0.15 minuten tijdens zelfstandig werken ingepland. Deze kinderen werken dan met een verminderd contract voor de andere vakken. Materiaal: voor alle kinderen een gevarieerd aanbod (bv. encyclopedieën, stripboeken, leesboeken, tijdschriften voetbal international, kidsweek junior v.a. 7 jaar, gedichtenbundels). - De planmatige begeleiding van leesgroep 1 en 2 wordt vastgelegd in een groepsplan. Als een leerling op minimaal 2 meetmomenten uitvalt (D- of E- / IV of V- scores, ook op spelling) wordt deze aangemeld voor een consultatie met de OA Edux en wordt het CODE-traject opgestart (zie stap 3). Methode Lekker Lezen (2008): - Instructie groep 1(laagste leesniveau): • 2X per week 35 min. effectieve leesinstructie ( 2 basislessen) o.b.v. groepsleerkracht in max. een groepje van 5 ll’n. • 1 herhalingsles / preteaching van een instructieles door RT’er (+ HP) voor de CODE zorgkinderen aangevuld met minimaal 30 minuten begeleide inoefening door de groepsleerkracht. • 2X per week 35 min. inoefening m.b.v. o 1 herhalingsles m.b.v. computerprogramma, audio, leesmaatje. o 1X per week het computerprogramma van Lekker Lezen (evt. tijdens computertijd), duolezen of leeskaarten. - Instructiegroep 2 (op een na laagste leesniveau): • 2X per week 35 min. effectieve leesinstructie (2 basislessen) o.b.v. groepsleerkracht. 4
Bron Kwaliteitskaart Meetlat VTL, www.taalpilots.nl
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 18 -
2X per week 35 min. inoefening m.b.v. o 1 herhalingsles m.b.v. computerprogramma, audio, leesmaatje. o 1X per week Leeskaarten en/of vrij lezen met keuze uit een gevarieerd aanbod. - Leesgroep 3: • 4X per week 35 min. inoefening m.b.v: o 3X methode Lekker Lezen (en computerprogramma, audio, leesmaatje enz), 2 basislessen en 1 herhalingsles. o 1X per week Leeskaarten en/of vrij lezen met keuze uit een gevarieerd aanbod. o 1X per week Lekker Vlot Lezen onder computertijd 30 min. Afwisselend zelfstandig of met instructie o.b.v. leerkracht. Instructie op het laagste AVI niveau van leesgroep 3. Zie hiervoor de handleiding. • Kinderen die AVI E6 beheersen (i.v.m. leesbeleving): o 1X per week Leeskaarten bij Lekker Lezen. o 1X per week duolezen op eigen leesniveau in AVI-leesboek. o 1X per week Informatieboekjes met bijbehorende opdrachten. o 1X per week vrij lezen met keuze uit een gevarieerd aanbod. Vanwege de leesbeleving, het aansluiten van de onderwerpen en de inhoud bij de leeftijdsgroep lezen kinderen die op of hoger dan AVI M6 instructie zitten uit de Lekker Leesboekjes in eerste instantie op niveau AVI E5 en later in het schooljaar op hoogstens AVI M6. •
Begrijpend Lezen: methode Tekstverwerken en binnen de andere (zaak)vakken in samenhang met woordenschatontwikkeling. Voorbereiden voor zwakke lezers van de teksten van Tekstverwerken d.m.v. ‘voor-koor-door’ lezen (d.i. ook extra oefentijd). Omdat lezen voor veel kinderen geen vanzelfsprekende activiteit is, proberen we het thuis lezen te stimuleren door het project ‘Samen beter lezen’ waarbij de ouder(s) de tutor van hun kind zijn. De bedoeling is dat ouders 4 keer per week een kwartier samen met hun kind lezen. We werken hieraan in 4 periodes van 5 weken gedurende het hele schooljaar. Ook is er nog de mogelijkheid voor ouders om het lijstje “Lekker Lezen in de zomervakantie” met hun kind in te vullen na iedere leesbeurt. De maandag na de vakantie mag het kind dit lijstje mee naar school nemen en zullen de leerkrachten van de groepen, een gesprekje houden over het lezen in de vakantie en het kind belonen met een mooie sticker op het lijstje. Vanzelfsprekend is dit op vrijwillige basis. Communicatie met ouders: Als kinderen niet voldoen aan de tussendoelen wordt hierover met de ouders gesproken door de groepsleerkracht. Twee keer per jaar zijn er contactgesprekken waarbij de LOVS-scores en de rapporten met de ouders worden besproken. Mocht de leerkracht het nodig vinden, dan wordt er ook tussendoor een afspraak gemaakt met de ouders. Als er een handelingsplan wordt opgesteld, worden de ouders geïnformeerd en betrokken bij het begeleidingstraject door de groepsleerkracht (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding en 1.10 Remedial teaching en handelingsplannen’). De leerkracht geeft ouders ook adviezen over wat ouders evt. thuis kunnen doen en op welke manier. Zie hiervoor *Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 5-8, paragraaf 4.6 Rol van de ouders, pag. 149. (Zie ook bijlage 2: Tips voor ouders).
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 19 -
Stappenplan, schematische weergave groep 5: (door)toetsen volgens handleiding. Momenten in de tijd, groep 5 Tussenmeting 1: november (alleen zwakke lezers en 5 spellers ) Hoofdmeting 1: januari / febr. Alle lln.
Tussenmeting 2: april (alleen zwakke lezers en spellers) Hoofdmeting 2: mei / juni Alle lln.
5
Toets en tussendoelen * DMT A-versie Tussendoel: DMT A of B, I II (C, III) * AVI B-versie Tussendoel: AVI E4 Beheersing. * LOVS spelling E4, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment * LOVS begrijpend lezen M5 * LOVS spelling M5 Tussendoel:niveau A of B, I II (C, III) * DMT B-versie Streefdoel: A, B, C(III) of I, II, III * AVI A-versie Streefdoel: AVI M5 Beh. * DMT B-versie Tussendoel:A, B, C(III) of I, II, III * AVI A-versie Streefdoel: AVI M5 Beh. * LOVS spelling M5, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment * DMT C-versie Streefdoel: DMT A, B, C(III) of I, II, III * AVI B-versie Streefdoel AVI E5 Beh. * LOVS spelling E5 Streefdoel: niveau A, B, C(III) of I, II, III
Risicoleerlingen en risicoscores Groepshandelingsplan Leesinstructiegroep 1of 2. Zorgniveau 3: Individueel handelingsplan aansluitend bij het groepsplan. Vaststellen leerlingen met ernstige lees- en/of spellingproblemen (zwakste 10% op basis van genormeerde toets). Vanaf groep 4: op het individu gerichte en geïntensiveerde ondersteuning individueel of in kleine groepjes. Verdere intensivering van het lees- en/of spellingonderwijs door inzet van specifieke interventies t.w. 1X per week 30 min. RT d.m.v. intensivering oefeningen gerelateerd aan de spelling- / leesmethode en uit het PLD aangevuld met minimaal 1X per week 30 min. extra begeleide spelling- / leesoefentijd in de groep. OF 2X per week 30 min. intensivering oefeningen gerelateerd aan de spelling- / leesmethode en uit het PLD in de groep door groepsleerkracht.
Onder zwakke lezers en spellers vallen de leerlingen met D/E of IV/V-scores en / of leerlingen die de AVI streefdoelen niet behaald hebben. de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012 - 20 -
Aanpak op zorgniveau Als een leerling op minimaal 2 meetmomenten uitvalt (D- of E- / IV- of Vscores) wordt deze aangemeld voor een consultatie met de OA Edux en wordt het CODE-traject opgestart (zie stap 3).
Effectief taal- / leesonderwijs groep 6 - 8: Start groep: De beginsituatie wordt in groep 6 -8 vastgelegd op basis van de gegevens van de voorgaande groep. Eind mei / juni heeft de leerkracht van elke leerling in de vorige groep het niveau vast gesteld m.b.v. genormeerde toetsen (zie hiervoor: Hoofdmeting 2, einde schooljaar). Op het einde van groep 6 - 8 (na de groepsbespreking) vindt er een overdrachtsbespreking plaats met de leerkracht van de vorige groep. Signaleren: Bij kinderen die het laatste half jaar in de voorgaande groep, met extra begeleiding, weer een gemiddeld ontwikkelingsniveau hadden (groepsoverzicht en/of groepsplan), is het van belang dat de leerkracht de prestaties in de huidige groep nauwgezet blijft volgen en extra ondersteuning geeft zodra de ontwikkeling weer vertraagt of stagneert. Groep 6 - 8: - observaties in de klas tijdens taal- en leesactiviteiten. - gebruik van leesobservaties en controletoetsen vanuit de methode voor voortgezet technisch lezen ‘Lekker Lezen’ (toetsadviezen zijn ook te vinden op de website van ‘Lekker Lezen’). methodegebonden toetsen: • taal/spelling/woordenschat: Taalactief (2012), Zin in taal (groepen 7 en 8 tot einde schooljaar 2013 - 2014). • Begrijpend lezen: Tekstverwerken. * De belangrijkste voorspellers voor het begrijpend leesproces: - technisch leesniveau - woordenschat Streefdoelen voor alle kinderen: • Midden en Eind groep 6: 90 – 95% van de leerlingen beheerst AVI M6 respectievelijk AVI E6 en een voldoende score op woordlees- en spellingniveau (DMT en LOVS Spelling, min. C-niveau (III)) • Midden en Eind groep 7: 90 – 95% van de leerlingen beheerst AVI M7 respectievelijk AVI E7 en een voldoende score op woordlees- en spellingniveau (DMT en LOVS Spelling, min. C-niveau (III)) • Midden groep 8: 90 – 95% van de leerlingen beheerst AVI plus en een voldoende score op woordlees- en spellingniveau (DMT en LOVS Spelling, min. C-niveau (III)) Alle toetsen worden afgenomen door de groepsleerkracht. Gegevens worden 3 x per jaar met de IB’er besproken tijdens de groepsbesprekingen(nov.-mrt.juni (groep 8 nov. en maart) en eventueel tussentijds naar aanleiding van de toetsen (PLD en LOVS) en observaties. De uitkomsten van het overleg van risicokinderen en de hieraan gekoppelde acties worden genoteerd op het groepsoverzicht door de IB en voor het leesdossier, per ll. in het (digitaal) leerlingdossier door de groepsleerkracht. De IB’er en/of RT’er ondersteunt de groepsleerkracht bij het opstellen van een (groeps- / individueel)handelingsplan en de organisatie en vormgeving hiervan in de klas (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding’). Begeleiding: interventie groep 6: Technische leesvaardigheid van alle kinderen onderhouden d.m.v. het uittrekken van voldoende leestijd voor de hele groep. Adviezen uit het PLD groep 5 - 8 voor de hoeveelheid tijd die in groep 6 per week besteed moet worden aan het technisch leesonderwijs: PLD groep 66 De Spindel roostertijden groep 6 Voortgezet technisch lezen met een 90 minuten 90 minuten + 15 min. per week extra gestructureerde methodische voor instructie en begeleide inoefening aanpak van zwakke lezers. Stillezen van verschillende typen 45-60 minuten 60 min. begrijpend lezen teksten en gevarieerde activiteiten 30 min. ‘Boekje Bieb’ voor alle rond boeken in samenhang met kinderen: 1X per week 30 min. wordt 6
Bron Kwaliteitskaart Meetlat VTL, www.taalpilots.nl
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 21 -
leesbegrip en woordenschatontwikkeling
er door alle leesgroepen gelezen in een door hen zelf meegebracht leesboek. 30 minuten: voorlezen, leesvormen en gevarieerde activiteiten rond boeken. 90 minuten zelfst. Werken (o.a. taalen spellingopdrachten) 60 min. computertijd waarvan 30 min. lezen / 30 minuten zelfstandig werken. Hieruit 15 / 45 min. per week extra instructie en begeleide inoefening voor zwakke lezers/spellers. 300 min. Taal incl. spelling; spreken en luisteren, spellen, stellen, woordenschat, taalbeschouwing.
De zwakke lezers / spellers hebben behoefte aan een uur per week extra instructie en begeleide inoefening op het gebied van voortgezet techn. Lezen / spellen. Goed instructiepakket voor zwakke lezers = Lekker Lezen (koppeling teksten-zinnen-woorden, vlot lezen, leesbegrip, leesplezier). Technische leesvaardigheid van alle kinderen wordt onderhouden d.m.v. het uittrekken van voldoende leestijd voor de hele groep. Begeleiding zwakke lezers (instructieafhankelijke kinderen): * DMT niveau < C(III) * AVI-niveau < streefdoel - vanaf de tweede schoolweek - begeleiding richten op: • optimaliseren (technisch) lees- en spellingproces door meer instructie en leestijd voor zwakke lezers; een uur per week (minimaal). 2X per week gedurende 30 minuten adequate procesgerichte instructie en begeleide inoefening (groepsgrootte max. 5 kinderen) onder begeleiding van de groepsleerkracht, 1X per week 30 min. inoefening a.d.h.v. 1 herhalingsles m.b.v. computerprogramma, audio, leesmaatje. Bovenstaande aangevuld met minimaal 2 X 30 minuten begeleide inoefening door groepsleerkracht en / of RT’er (+ HP) voor de CODE-zorgkinderen. Deze meer individuele hulp wordt aangevuld met effectieve woordtraining en het lezen van boeken/teksten zelfstandig en/of met een tutor. • bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van functionele geletterdheid: compensatie en dispensatie. - Goed instructiepakket voor zwakke lezers = Lekker Lezen (koppeling teksten-zinnenwoorden, vlot lezen, leesbegrip, leesplezier). - Directe instructie en begeleide oefening. - Aandacht voor leesplezier, leesmotivatie en leesbeleving voor alle kinderen. Dus ook voor de Lekker Lezen instructiegroep 1 en 2 kinderen! Minimaal 30 min. verdeeld over 2 momenten in de week 10 / 15 min. Voor de kinderen van Leesgroep 1 en 2 wordt hier 2X een kwartier tijdens zelfstandig werken ingepland. Deze kinderen werken dan met een verminderd contract voor de andere vakken. Materiaal: voor alle kinderen een gevarieerd aanbod (bv. encyclopedieën, stripboeken, leesboeken, tijdschriften voetbal international, kidsweek junior v.a. 7 jaar, gedichtenbundels). - De planmatige begeleiding van leesgroep 1 en 2 wordt vastgelegd in een groepsplan. Als een leerling op minimaal 2 meetmomenten uitvalt (IV- of V-scores) wordt deze aangemeld voor een consultatie met de OA Edux en wordt het CODE-traject opgestart (zie stap 3). - Groep 6: Methode Lekker Lezen (2008): - Instructie groep 1 (laagste leesniveau): • 2X per week 30 min. effectieve leesinstructie (2 basislessen) o.b.v. groepsleerkracht in max. een groepje van 5 ll’n. • 1X per week 30 min. inoefening m.b.v. o 1 herhalingsles m.b.v. computerprogramma, audio, leesmaatje. de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 22 -
1 herhalingsles / preteaching als extra instructieles door RT’er (+ HP) voor de CODE-kinderen aangevuld met minimaal 30 minuten begeleide inoefening door groepsleerkracht, zorgniveau 3. • Effectieve woordtraining. Instructiegroep 2 (op een na laagste leesniveau): • 1X per week 30 min. effectieve leesinstructie (1 basisles) o.b.v. groepsleerkracht. • 2X per week 30 min. inoefening (zie handleiding Lekker Lezen): o 1X herhalingsles uit Lekker Lezen m.b.h.v. computerprogramma, audio, leesmaatje. o 1X basisles m.b.h.v. audio. • Effectieve woordtraining. Leesgroep 3: • 3X per week 30 min. oefening en onderhoud m.b.v: o methode Lekker Lezen, leeskaarten aansluitend bij het instructieniveau. o duolezen op eigen leesniveau in AVI-leesboek o Informatieboekjes met bijbehorende opdrachten. • Kinderen die AVI – uit zijn: o 1X per week duolezen. o 1X per week Informatieboekjes met bijbehorende opdrachten. o 1X per week vrij lezen. Materiaal: voor alle kinderen een gevarieerd aanbod (bv. encyclopedieën, stripboeken, leesboeken, tijdschriften voetbal international, kidsweek junior v.a. 7 jaar, gedichtenbundels). •
-
-
Begrijpend Lezen: methode Tekstverwerken en binnen de zaakvakken in samenhang met woordenschatontwikkeling. Voorbereiden voor zwakke lezers van de teksten van Tekstverwerken d.m.v. ‘voor-koordoor’ lezen (d.i. ook extra oefentijd). Begeleiding: interventie groep 7 en 8: Technische leesvaardigheid van alle kinderen onderhouden d.m.v. het uittrekken van voldoende leestijd voor de hele groep. Adviezen uit het PLD groep 5 - 8 voor de hoeveelheid tijd die in groep 7 en 8 per week besteed moet worden aan het technisch leesonderwijs: 7 PLD groep 7 en 8 De Spindel roostertijden groep 7 en 8 Onderhouden van de technische 60 minuten 90 minuten + 15 min. per week extra leesvaardigheid voor instructie en begeleide inoefening van zwakke lezers. Stillezen van verschillende typen 45-60 minuten 60 min. begrijpend lezen: methode teksten en gevarieerde activiteiten Tekstverwerken. 30 min. ‘Boekje Bieb’ voor alle rond boeken in samenhang met leesbegrip en kinderen: 1X per week 30 min. wordt woordenschatontwikkeling er door alle leesgroepen gelezen in een door hen zelf meegebracht leesboek. 30 minuten: voorlezen, leesvormen en gevarieerde activiteiten rond boeken. 90 minuten zelfst. Werken (o.a. taalopdrachten) 60 min. computertijd waarvan 30 min. lezen / 30 minuten zelfstandig werken. Hieruit 15 - 30 min. per week extra instructie en begeleide inoefening voor zwakke lezers/spellers.. 300 min. Taal incl spelling; spreken en luisteren, spellen, stellen, woordenschat, taalbeschouwing.
7
Bron Kwaliteitskaart Meetlat VTL, www.taalpilots.nl
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 23 -
De zwakke lezers en/of spellers hebben behoefte aan een uur per week extra instructie en begeleide inoefening op het gebied van voortgezet techn. Lezen en/of spellen. Optimaliseren (technisch) lees- en spellingproces door meer instructie en lees- / spellingtijd voor zwakke lezers / spellers; een uur per week (minimaal). - Groep 7 en 8: wekelijks 105 min. techn. lezen en 90 min. begrijpend lezen. • 3X per week 30 min. technisch lezen; Lekker Lezen (volgens handleiding leesinstructie groep 1- laagste leesniveau voor de kinderen die niet voldoen aan de streefdoelen), vrij lezen, duolezen, informatief lezen. • 3X per week gedurende 30 minuten adequate procesgerichte instructie en begeleide inoefening (groepsgrootte max. 5 kinderen) onder begeleiding van de groepsleerkracht en / of RT’er (+ HP) aangevuld met minimaal 30 minuten begeleide inoefening door groepsleerkracht voor de CODE-zorgkinderen. Deze meer individuele hulp wordt aangevuld met effectieve woordtraining en het lezen van boeken/teksten zelfstandig en/of met een tutor. • De planmatige begeleiding van leesgroep 1 en 2 wordt vastgelegd in een groepsplan. • Aandacht voor leesplezier, leesmotivatie en leesbeleving voor alle kinderen. Dus ook voor de Lekker Lezen instructiegroep 1 en 2 kinderen! Minimaal 30 min. verdeeld over 2 momenten in de week 10 / 15 min. Materiaal: voor alle kinderen een gevarieerd aanbod (bv. encyclopedieën, stripboeken, leesboeken, tijdschriften Voetbal International, Kidsweek junior v.a. 7 jaar, gedichtenbundels). Begrijpend Lezen: methode Tekstverwerken en binnen de zaakvakken in samenhang met woordenschatontwikkeling. Voorbereiden voor zwakke lezers van de teksten van Tekstverwerken d.m.v. ‘voor-koordoor’ lezen (d.i. ook extra oefentijd). Communicatie met ouders: Als kinderen niet voldoen aan de tussendoelen wordt hierover met de ouders gesproken door de groepsleerkracht. Twee keer per jaar zijn er contactgesprekken waarbij de LOVS-scores en de rapporten met de ouders worden besproken. Mocht de leerkracht het nodig vinden, dan wordt er ook tussendoor een afspraak gemaakt met de ouders. Als er een handelingsplan wordt opgesteld, worden de ouders geïnformeerd en betrokken bij het begeleidingstraject door de groepsleerkracht (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur 1.3 Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding en 1.10 Remedial teaching en handelingsplannen’). De leerkracht geeft ouders ook adviezen over wat ouders evt. thuis kunnen doen en op welke manier. Zie hiervoor *Protocol Leesproblemen en Dyslexie groep 5-8, paragraaf 4.6 Rol van de ouders, pag. 149 (Zie ook bijlage 2: Tips voor ouders).
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 24 -
Stappenplan toetsen, schematische weergave groep 6 - 8: (door)toetsen volgens handleiding. Momenten in de Toets en tussendoelen Risicoleerlingen en Aanpak op zorgniveau tijd, groep 6 risicoscores Tussenmeting 1: * DMT A-versie Groepshandelingsplan Als een leerling op november Tussendoel: DMT A of B, I II Leesinstructiegroep LL 1 minimaal 2 meetmomenten (alleen zwakke (C, III) of 2. uitvalt (D- of E- / IV- of Vlezers en * AVI B-versie scores) wordt deze 8 spellers ) Tussendoel: AVI E5 Beh. Zorgniveau 3: aangemeld voor een * LOVS spelling E5, vooruitgang Individueel consultatie met de OA Edux handelingsplan t.o.v. vorig meetmoment en wordt het CODE-traject aansluitend bij het opgestart (zie stap 3). Hoofdmeting 1: * LOVS begrijpend lezen M6 groepsplan. januari / febr. * LOVS spelling M6 Vaststellen leerlingen met Tussendoel:niveau A of B, I II ernstige lees- en/of Alle lln. (C, III) spellingproblemen * DMT A-versie (zwakste 10% op basis Streefdoel: A, B, C(III) of I, II, van genormeerde toets). III Vanaf groep 4: * AVI A-versie op het individu gerichte Streefdoel: AVI M6 Beh. en geïntensiveerde Tussenmeting 2: * DMT A-versie ondersteuning individueel april Tussendoel:A, B, C(III) of I, II, of in kleine groepjes. (alleen zwakke III Verdere intensivering van lezers en * AVI A-versie het lees- en/of spellers) Streefdoel: AVI M6 Beh. * LOVS spelling M6, vooruitgang spellingonderwijs door inzet van specifieke t.o.v. vorig meetmoment interventies t.w. 1X per * DMT B-versie Hoofdmeting 2: week 30 min. RT d.m.v. mei / juni Streefdoel: DMT A, B, C(III) of intensivering oefeningen I, II, III gerelateerd aan de Alle lln. * AVI B-versie spelling- / leesmethode Streefdoel AVI E6 Beh. en uit het PLD aangevuld * LOVS spelling E6 met minimaal 1X per Streefdoel: niveau A, B, C(III) week 30 min. extra of I, II, III begeleide spelling- / leesoefentijd in de groep. OF 2X per week 30 min. intensivering oefeningen gerelateerd aan de spelling- / leesmethode en uit het PLD in de groep door groepsleerkracht. Momenten in de tijd, groep 7 Tussenmeting 1: november (alleen zwakke lezers en spellers)
Hoofdmeting 1: januari / febr. Alle lln.
8
Toets en tussendoelen * DMT B-versie Tussendoel: DMT A of B, I II (C, III) * AVI B-versie Tussendoel: AVI E6 Beh. * LOVS spelling E6, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment * LOVS begrijpend lezen M7 * LOVS spelling M7 Tussendoel:niveau A of B, I II (C, III) * DMT C-versie Streefdoel: A, B, C(III) of I, II, III
Risicoleerlingen en risicoscores Groepshandelingsplan Leesinstructiegroep LL 1 of 2. Zorgniveau 3: Individueel handelingsplan aansluitend bij het groepsplan. Vaststellen leerlingen met ernstige lees- en/of spellingproblemen (zwakste 10% op basis van genormeerde toets).
Aanpak op zorgniveau Als een leerling op minimaal 2 meetmomenten uitvalt (D- of E- / IV- of Vscores) wordt deze aangemeld voor een consultatie met de OA Edux en wordt het CODE-traject opgestart (zie stap 3).
Onder zwakke lezers en spellers vallen de leerlingen met D/E of IV/V-scores en / of leerlingen die de AVI streefdoelen niet behaald hebben.
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 25 -
Tussenmeting 2: april (alleen zwakke lezers en spellers)
Hoofdmeting 2: mei / juni Alle lln.
Momenten in de tijd, groep 8 Tussenmeting 1: november (alleen zwakke lezers en spellers9)
Hoofdmeting 1: januari / febr. Alle lln.
Tussenmeting 2: april (alleen zwakke lezers en spellers)
Hoofdmeting 2: mei / juni (alleen zwakke lezers en spellers)
9
* AVI A-versie Streefdoel: AVI M7 Beh. * DMT C-versie Tussendoel:A, B, C(III) of I, II, III * AVI A-versie Streefdoel: AVI M7 Beh. * LOVS spelling M7, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment * DMT A-versie Streefdoel: DMT A, B, C(III) of I, II, III * AVI B-versie Streefdoel AVI E7 Beh. * LOVS spelling E7 Streefdoel: niveau A, B, C(III) of I, II, III
Vanaf groep 4: op het individu gerichte en geïntensiveerde ondersteuning individueel of in kleine groepjes. Verdere intensivering van het lees- en/of spellingonderwijs door inzet van specifieke interventies t.w. 1X per week 30 min. RT d.m.v. intensivering oefeningen gerelateerd aan de spelling- / leesmethode en uit het PLD aangevuld met minimaal 1X per week 30 min. extra begeleide spelling- / leesoefentijd in de groep. OF 2X per week 30 min. intensivering oefeningen gerelateerd aan de spelling- / leesmethode en uit het PLD in de groep door groepsleerkracht.
Toets en tussendoelen
Risicoleerlingen en risicoscores Groepshandelingsplan Leesinstructiegroep LL 1 of 2.
* DMT A-versie Tussendoel: DMT A of B, I II (C, III) * AVI B-versie Tussendoel: AVI E7 Beh. * LOVS spelling E7, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment * LOVS begrijpend lezen M8 * LOVS spelling M8 Tussendoel:niveau A of B, I II (C, III) * DMT B-versie Streefdoel: A, B, C(III) of I, II, III * AVI A-versie Streefdoel: AVI Plus Beh. * DMT B-versie Tussendoel:A, B, C(III) of I, II, III * AVI A-versie Streefdoel: AVI Plus Beh. * LOVS spelling M8, vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment * DMT B-versie Streefdoel: DMT A, B, C(III) of I, II, III * AVI B-versie Streefdoel AVI Plus Beh. * Zwakke spellers PI-dictee.
Zorgniveau 3: Individueel handelingsplan aansluitend bij het groepsplan. Vaststellen leerlingen met ernstige lees- en/of spellingproblemen (zwakste 10% op basis van genormeerde toets). Vanaf groep 4: op het individu gerichte en geïntensiveerde ondersteuning individueel of in kleine groepjes. Verdere intensivering van het lees- en/of spellingonderwijs door inzet van specifieke interventies t.w. 1X per week 30 min. RT d.m.v. intensivering oefeningen gerelateerd aan de spelling- / leesmethode en uit het PLD aangevuld met minimaal 1X per week 30 min. extra
Aanpak op zorgniveau Als een leerling op minimaal 2 meetmomenten uitvalt (D- of E- / IV- of Vscores) wordt deze aangemeld voor een consultatie met de OA Edux en wordt het CODE-traject opgestart (zie stap 3).
Onder zwakke lezers en spellers vallen de leerlingen met D/E of IV/V-scores en / of leerlingen die de AVI streefdoelen niet behaald hebben.
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 26 -
begeleide spelling- / leesoefentijd in de groep. OF 2X per week 30 min. intensivering oefeningen gerelateerd aan de spelling- / leesmethode en uit het PLD in de groep door groepsleerkracht.
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 27 -
Stap 3 Intensivering van de extra hulp Een leerling volgen met de CODE. Onze school werkt volgens de “Edux Checklist Onderkenning Dyslexie”. Afspraken m.b.t. het consulteren van de orthopedagoog / psycholoog van Edux en/of van het zorgteam (t.a.v. de “Edux Checklist Onderkenning Dyslexie”): De onderwijsadviseur van Edux wordt betrokken bij de opzet en evaluatie van de extra hulp aan de leerling, d.w.z. dat de leerling tweemaal wordt besproken met de onderwijsadviseur (OA) van Edux tijdens een consultatiebespreking of in het zorgteam: de eerste maal voor de opzet van de extra hulp en (minimaal) een half jaar later voor de evaluatie van de extra hulp. Er vindt dus een externe toetsing plaats van de kwaliteit en de opzet van de extra hulp en van het criterium van de didactische resistentie. Het invullen van de “Edux Checklist Onderkenning Dyslexie” is een taak van de IB’er i.o. met de groepsleerkracht en/of RT’er. Bij het invullen van de checklist worden steeds de stappen van dit schoolspecifieke protocol t.b.v. de begeleiding van kinderen met leesproblemen en dyslexie genoemd. Actieoverzicht en handelingsplannen moeten bijgevoegd worden. Zie voor de werkwijze “De Edux Checklist Onderkenning Dyslexie: Handleiding t.b.v. intern begeleiders”, blz. 5/6 en 6/6. Hierna wordt het origineel ondertekend en uitgereikt aan de ouders. Een kopie wordt toegevoegd aan het dossier van het kind. De betreffende leerling komt binnen de basisschool in aanmerking voor (voortzetting van) extra hulp, compensatie, dispensatie en de inzet van hulpmiddelen voor zover haalbaar binnen de school en volgens de afspraken die hierover gemaakt zijn met het team. Deze afspraken zijn vastgelegd in het schoolspecifieke protocol. Zie hiervoor: Stap 4 Onderkenning van dyslexie en de begeleiding van leerlingen met dyslexie op de basisschool. Signalering: Tijdens een overleg van de intern begeleider met de groepsleerkracht n.a.v. de toetsuitslagen van het leerlingvolgsysteem wordt een leerling besproken bij wie ondanks extra hulp in de klas (hiervan is een groepsplan / kort handelingsplan in het leerlingendossier te vinden) sprake is van een blijvende (significante) achterstand. De leerling behaalde bij twee opeenvolgende afnamen van de CITO DMT en/of LOVS spelling een E (V) score of er is sprake van een groeiende achterstand: een D score werd een E score (een IV score werd een V score). De AVI afnamen laten een zelfde beeld zien. De intern begeleider plant de leerling in voor een consultatiebespreking met de groepsleerkracht en de onderwijsadviseur van Edux en bereidt de bespreking voor door de laatste toetsuitslagen in te vullen bij het onderdeel Signalering en door na te gaan of uit het leerlingendossier blijkt dat deze leerling in de kleutergroepen (stap 1) ook al extra aandacht kreeg op het gebied van de spraaktaalontwikkeling en beginnende geletterdheid. De groepsleerkracht licht tijdens de evaluatie de tot nu toe gegeven hulp in de klas toe (stap 2) en brengt eventueel werk mee van de leerling als toelichting. Eventueel kan als aanvulling nog een PI dictee en /of Luistertoets Cito worden afgenomen (door IB/RT). Tijdens de consultatiebespreking worden afspraken gemaakt over de inhoud, frequentie, taakverdeling en organisatie van de meer intensieve extra hulp (zie de geldende afspraken hieromtrent, bij zorgniveau 3). De orthopedagoog/psycholoog van Edux adviseert en denkt mee (van stap 2 naar 3). Indien de leesproblemen beter in beeld gebracht moeten worden voert de IB’er of RT’er een leesanalyse (*PLD groep 4, pag. 93) en/of het diagnostisch onderzoek van Struiksma en van der Leij uit. Als wij vinden dat wij meer informatie willen hebben van een kind dan kan er besloten worden over te gaan tot (ortho) didactisch onderzoek. Het gaat bij het (ortho) didactisch onderzoek niet alleen om het toetsresultaat, maar ook om de observatie van het lees- en spellingproces; de taakaanpak en de strategiehandeling. Onderzoek in een individuele setting heeft dan ook de voorkeur (door RT’er / IB’er / OA Edux), zie PLD groep 4, pag. 93. Voor een beschrijving van de aanpak van lees- en spellingproblemen zie *PLD groep 3, hoofdstuk 4 Aanpak van lees- en spellingproblemen. *PLD groep 4, hoofdstuk 4 Aanpak van lees- en spellingproblemen. *PLD groep 5-8, hoofdstuk 4 Aanpak van lees- en spellingproblemen. Voor observaties ter aanvulling op de toetsresultaten en analyses zie *PLD groep 3, paragraaf 3.4 Belang van observatie en registratie. *PLD groep 4, paragraaf 3,4 Belang van observatie en registratie. *PLD groep 5-8, paragraaf 3.4 Belang van observatie en registratie.
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 28 -
Begeleiding: interventie: Zie hiervoor zorgniveau 3: Specifieke interventies uitgevoerd en/of ondersteund door zorgspecialisten in de school. Ong. 10% van alle leerlingen profiteert onvoldoende van begeleiding op niveau 1 en 2. Dit zijn vooral de leerlingen die E(V)-scores behalen op genormeerde leestoetsen, na minimaal een half jaar extra zorg op niveau 2. Deze leerlingen hebben voortzetting van intensieve hulp nodig. Wij sluiten hiervoor zoveel mogelijk aan bij de methode ‘Lekker Lezen’. Ook de software bij de methode kan hierbij worden ingezet. Vaststellen leerlingen met ernstige lees- en/of spellingproblemen (zwakste 10% op basis van genormeerde toets). Vanaf groep 4: op het individu gerichte en geïntensiveerde ondersteuning individueel of in kleine groepjes. Verdere intensivering van het lees- en/of spellingonderwijs door inzet van specifieke interventies t.w. 30 min. per week RT d.m.v. intensivering oefeningen gerelateerd aan de lees- / spellingmethode en uit het PLD aangevuld met minimaal 30 min. per week extra begeleide lees- / spellingoefentijd in de groep. OF 2X per week 30 min. intensivering oefeningen gerelateerd aan de lees- / spellingmethode en uit het PLD in de groep door groepsleerkracht. Volgens het PLD moet de extra hulp bovendien aangevuld worden met het lezen van boeken, zelfstandig en/of met een tutor. Vaststellen van achterstand en hardnekkigheid van het lees- / spellingprobleem; vermoeden van (ernstige) dyslexie (ong. 3 à 4%) d.m.v. CODE: Evaluatie na minimaal 6 maanden: Het effect van de meer intensieve extra hulp wordt besproken tijdens een consultatiebespreking met de groepsleerkracht en de onderwijsadviseur van Edux. De IB’er bereidt de bespreking voor door de nieuwe toetsuitslagen te noteren van de DMT, de AVI en de Cito LOVS spelling. Bij voorkeur wordt voor de evaluatie ook het PI-dictee afgenomen. Ook worden minimaal 2 van de 3 toetsscores ingevuld die staan onder de kop “Contrast”. Deze toetsuitslagen kunnen laten zien dat de leerling op andere gebieden van het cognitief functioneren over relatief betere leermogelijkheden beschikt in vergelijking met de prestaties op het gebied van technisch lezen en/of spellen. Verder worden door de groepsleerkracht en de IB’er de volgende bijlagen uit het ll. dossier meegenomen en toegelicht: 1. Overzicht van de toetsuitslagen: DMT, LOVS spelling, AVI, (luistertoets), rekentoetsen en toetsen begrijpend lezen (uitdraai CITO LOVS). 2. (Groeps)handelingsplan(nen) waarin kort omschreven: geconstateerde hiaten, doel, materiaal, werkwijze. 3. Behandelverslag: verslag(en) van het effect van de extra hulp op het gebied van lezen en/of spellen. In dit verslag is ook informatie te vinden over eventuele geconstateerde problemen tijdens de behandeling (specifieke hiaten) en de werkhouding / taakaanpak van de leerling. Dit is beschreven in een SMART HP met concrete proces- en productevaluatie. Tijdens deze 2e consultatiebespreking wordt duidelijk of de leerproblemen indicatief zijn voor dyslexie op onderkennend niveau op het gebied van het technisch lezen en/of spellen. Er zijn 3 mogelijkheden: • Het kind is goed vooruit gegaan en zit op groepsniveau, er zijn verder geen maatregelen nodig. • Het kind gaat goed vooruit, loopt nog achter op het groepsniveau, maar er is duidelijk sprake van een stijgende lijn (bijv. E (V) wordt D (IV)score). Dan: prestaties goed blijven volgen en trachten intensieve hulp voort te zetten. • Het kind gaat onvoldoende vooruit, d.w.z. de achterstand tot de groep wordt groter. Het kind behaalt opnieuw een E (V) score. Er is sprake van een afvlakking of “knik” in de leesontwikkeling. Er zijn hardnekkige automatiseringsproblemen. Er worden afspraken gemaakt over: - voortzetting van de hulp (wat is nodig/mogelijk?); - over hoe eventuele negatieve sociaal-emotionele gevolgen van de geconstateerde leerproblemen bij deze leerling voorkomen kunnen worden; - en zonodig over compensatie, dispensatie en inzet van hulpmiddelen (stap 4 van dit protocol bevat hierover afspraken). De vraag of een (deel)onderzoek een bijdrage kan leveren aan de verdere begeleiding van de leerling wordt afgewogen en beantwoord (van stap 4 naar 5). Het stuk wordt ondertekend door de intern begeleider, de orthopedagoog/psycholoog van Edux en door de directeur van de school. De bijlagen worden toegevoegd. Communicatie met de ouders: De ouders worden op de hoogte gesteld van de gemaakt afspraken door de groepsleerkracht. De ouders krijgen een kopie van de “Edux Checklist Onderkenning Dyslexie” en voorlichting over de betekenis van dit document. de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 29 -
Stap 4 Onderkenning van dyslexie en de begeleiding van leerlingen met dyslexie op de basisschool In ons stappenplan gaan we ervan uit dat bij leesproblemen allereerst de groepsleerkracht extra hulp biedt in de klas. Hoe de vorderingen van leerlingen in groep 3 worden getoetst m.b.v. de toetsen van het LOVS wordt in stap 2 beschreven. Uitgaande van het aantal meet(toets)momenten in groep 3 is het dus realistisch dat op onze school meestal stap 4 pas in de loop van groep 4 zal kunnen worden genomen: dus pas in groep 4 kan er een vermoeden worden uitgesproken dat er bij een leerling met lees- / spellingproblemen mogelijk sprake is van dyslexie (a.d.h.v. de CODE). Om in aanmerking te komen voor de binnen de school gemaakte afspraken m.b.t. de begeleiding van kinderen bij wie er sprake is van dyslexie, is geen dyslexieverklaring nodig. Kinderen met de Edux-CODE komen hiervoor ook in aanmerking. Begeleiding: interventie: Afspraken voortzetting extra hulp: Om negatieve sociaal-emotionele gevolgen van ernstige leesproblemen zoveel mogelijk te voorkomen is het belangrijk dat er een proces van acceptatie en begrip op gang wordt gebracht bij de leerling zelf en bij de ouders, maar ook binnen de school op leerkrachten op teamniveau. Zie *PLD groep 3, paragraaf 1.5 Dyslexie en paragraaf 1.6 Misvattingen en dwaalwegen. *PLD groep 4, paragraaf 1.5 Dyslexie en paragraaf 1.6 Misvattingen en dwaalwegen. *PLD groep 5-8, hoofdstuk 5 Begeleiding gericht op functionele geletterdheid. o Een gesprek tussen de groepsleerkracht en zowel de leerling als de ouders (evt. i.o. IB / RT): erkenning van de ernstige leesproblemen; hoe wordt het kind verder geholpen? Benadrukken van de inzet van het kind; aandacht voor de talenten van het kind. Minimumdoel is te komen tot een niveau van functionele geletterdheid (hardop lezen AVI E6 beheersing). Voor sommige kinderen zal het inzetten van meer specialistisch orthodidactisch materiaal nodig zijn. o De school kan ouders aanraden contact te zoeken met de landelijke vereniging Balans te Bilthoven en/of andere externe deskundigen. o In overleg met de leerling kan de groepsleerkracht ook een gesprek hebben met de klas: wat is er aan de hand, waarom krijgt dit kind bepaalde hulp/compensatiemaatregelen, kan de klas dit kind op een bepaalde manier helpen? o Bewustwording en voorlichting naar het team toe: binnen het team is dit stappenplan besproken en bekend en wordt er volgens het stappenplan gewerkt. Versterken van de leesmotivatie, zie *PLD groep 3, paragraaf 4.2 Aanpak op verschillende zorgniveaus. *PLD groep 4, paragraaf 4.2 Aanpak op verschillende zorgniveaus. *PLD groep 5-8, paragraaf 4.2 Aanpak op verschillende zorgniveaus. De motivatie kan op verschillende manieren gestimuleerd worden waarbij bewustwording, feedback, aanpak en materiaal sleutelwoorden zijn, zie p. 59-60*. Hulpmiddelen en compensatiestrategieën, zie *PLD groep 5-8, hoofdstuk 5, Begeleiding gericht op functionele geletterdheid. Voor zover onze kennis over dyslexie en dyslexiebehandeling nu reikt, zal een leerling met dyslexie altijd problemen ondervinden bij het lezen. De automatiseringsproblemen zullen nooit helemaal verdwijnen. Daarom is het van belang om leerlingen waarvan de verwachting is dat hun decodeervaardigheden niet (veel) meer zullen verbeteren, expliciet compensatiestrategieën aan te leren waarmee ze een tekst makkelijker kunnen decoderen en begrijpen. Het is hierbij belangrijk dat: o De leerkracht (event. i.o. RT / IB) samen met de leerling de al door de leerling aangewende compensatiemechanismen en eventuele hulpmiddelen in kaart brengt en bekijkt welke effectief zijn. o In groep 3, 4 en 5 proberen we in eerste instantie de kinderen met een achterblijvende leesachterstand zoveel mogelijk te stimuleren. Als kinderen in groep 4 een erg laag leesniveau hebben zullen bij de groepsleeslessen, het begrijpend lezen en bij de zaakvakken vaak al hulpmiddelen of compensatiemaatregelen nodig zijn. Bij een achterblijvende leesvaardigheid zal dit in groep 5 zeker nodig zijn. De maatregelen worden i.o. overleg met de IB’er genomen. Wij denken hierbij aan: • Audio-opnames van teksten. • Voorlezen van teksten. de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 30 -
Het voorbereiden van een tekst (inhoud, moeilijkere woorden), preteaching. In het bijzonder d.m.v. ‘voor – koor – door’. • Verbeteren van de lay out. • Verlengde leestijd bij langere teksten (zaakvakken; begrijpend lezen) en bij toetsen. • Langere teksten verdelen in kleinere teksteenheden. • Gebruik van het voorleesprogramma Kurzweil 3000. • Gebruik van een tekstverwerker bij spelling en stellen. • Er is bij Citogroep een speciale editie van de Eindtoets Basisonderwijs voor dyslexie verkrijgbaar. De Eindtoets kan op audio-cd worden aangeleverd, opgaven kunnen worden vergroot, er zijn zwart-wit versies en er kan meer tijd worden gegeven. In het advies voor het VO moet dan wel worden vermeld dat er aanpassingen en/of hulpmiddelen zijn gebruikt. Zie hiervoor *PLD groep 5-8, pag. 113 Eindtoets voor dyslectische kinderen. Veel kinderen met leesproblemen krijgen ook spellingsproblemen. De oorzaak hiervan kan liggen op het vlak van de deelvaardigheden, namelijk onvolledige kennis van letter- klank- koppelingen, zwakke auditieve en/of visuele vaardigheden en niet- geautomatiseerde deelvaardigheden. Ook kunnen bepaalde spellingproblemen het gevolg zijn van een gebrekkige kennis van de spellingregels of van een gebrekkige inslijping van onregelmatig gespelde woorden of leenwoorden. Als de leerkracht spellingproblemen bij een leerling vermoedt, is het van belang eerst goed onderzoek te doen (i.o. met IB / RT) naar de achterliggende oorzaak of oorzaken van de spellingproblemen. Voor event. hulpmiddelen en compensatiemaatregelen, zie *PLD groep 5-8, hoofdstuk 5 Begeleiding gericht op functionele geletterdheid. De maatregelen worden altijd in overleg met de IB’er genomen. • De spellingfouten worden zoveel mogelijk genegeerd onder de voorwaarde dat de leerling woorden waarvan hij de spelling niet kent zoveel mogelijk klankzuiver schrijft. • Spellingfouten worden gedifferentieerd beoordeeld (bijvoorbeeld alleen fouten met een bepaalde spellingregel tellen mee). • De schrijftaak wordt verlicht (minder pagina’s). • Het aantal oefeningen wordt aangepast (ook bij het huiswerk). • De leerling krijgt extra tijd voor schrijftaken. • De leerling mag alle hulpmiddelen gebruiken die leiden tot minder spellingfouten: spelling spiekboek, woordenboek, regelkaart, tekstverwerker met spellingcontrole enz. • De leerling wordt bij bepaalde vakonderdelen (bijvoorbeeld topografie) mondeling overhoord. •
o
Communicatie met de ouders: De IB‘er en/of RT‘er ondersteunt de groepsleerkracht tijdens het begeleidingstraject (zie hiervoor het document ‘Zorgstructuur’ 1.3. Zorgprocedure, stappen in de zorgverbreding). De “Edux Checklist Onderkenning Dyslexie” speelt een belangrijke rol in de communicatie met de ouders. Na de ondertekening wordt het document met de ouders besproken. De ouders krijgen ook een kopie. De ouders zijn dus op de hoogte van de leerproblematiek van hun kind en de afspraken m.b.t. de (verdere) begeleiding. De leerkracht geeft ouders ook adviezen over wat ouders evt. thuis kunnen doen en op welke manier. Belangrijk is om duidelijk te maken aan de ouders dat wat zij thuis doen met hun kind alleen maar extra is. De ouders zijn niet verantwoordelijk voor het wel of niet slagen van de interventie. Als een kind niet gemotiveerd is om thuis te lezen, kan er beter naar alternatieven worden gezocht. Voor informatie en voorlichting naar de ouders, zie: *PLD groep 3, paragraaf 4.6 Rol van de ouders. *PLD groep 4, paragraaf 4.6 Rol van de ouders. *PLD groep 5-8, paragraaf 4.6 Rol van de ouders. Bij veel kinderen met dyslexie zijn er bijkomende leer- en/of gedragsproblemen. Indien de school handelingsverlegenheid heeft kan een aanmelding voor een psychodiagnostisch en didactisch (deel)onderzoek worden overwogen met als doel verheldering van de problematiek, in kaart brengen van de onderwijsbelemmeringen en eventuele bijkomende problemen en advisering t.a.v. de aanpak. Vanaf 1 januari 2009 is er de mogelijkheid om diagnostiek van dyslexie en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie uit de basisverzekering te de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 31 -
bekostigen. De minister van VWS stelt bepaalde voorwaarden aan de school en de begeleiding voordat de leerling een beroep kan doen op de regeling. Zie hiervoor: *PLD groep 3, Hoofdstuk 5 Afstemming met de gezondheidszorg. *PLD groep 4, Hoofdstuk 5 Afstemming met de gezondheidszorg. *PLD groep 5-8, Hoofdstuk 6 Afstemming met de gezondheidszorg. Indien de leerling geen beroep kan doen op deze regeling en de school is handelingsverlegen dan kan de school overwegen ouders te adviseren een psychodiagnostisch (deel)onderzoek aan te vragen of uit de eigen zorgmiddelen een (deel)onderzoek te bekostigen. Dan door naar stap 5.
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 32 -
Stap 5 Psychodiagnostisch onderzoek en begeleiding van leerlingen met dyslexie op school aangevuld met een meer gespecialiseerde behandeling binnen en/of buiten de school Niveau 4:
Diagnostiek en behandeling in de gezondheidszorg, in afstemming met school en ouders. Ong. 3 à 4% profiteert onvoldoende van het zorgaanbod op niveau 3. Vaststellen van achterstand en hardnekkigheid van het leesprobleem; vermoeden van (ernstige) dyslexie (ong. 3 à 4%) d.m.v. CODE. 7. Vaststellen van (ernstige) dyslexie op basis van psychodiagnostisch onderzoek. 8. Gespecialiseerde dyslexiebehandeling binnen de gezondheidszorg, waarbij met de school wordt samengewerkt (geïntegreerd begeleidings/behandelplan).
In deze fase is voor een goede begeleiding van het kind belangrijk om vanuit school contact te onderhouden met de eventuele externe hulpverleners. De IB’er heeft in deze fase een belangrijke coördinerende taak tussen groepsleerkracht, ouders, hulpverleners binnen en buiten de school, de orthopedagoog / psycholoog OA van Edux en het zorgteam. Op basis van het leerlingendossier waarin alle voorafgaande schoolgegevens zijn opgenomen, aangevuld met informatie/vragen van de ouders en andere relevante informatie kan het zorgteam bij handelingsverlegenheid adviseren tot het laten afnemen van een psychodiagnostisch (deel)onderzoek. Voor de verdere begeleiding op de basisschool is een dergelijk onderzoek niet altijd direct noodzakelijk. Verder onderzoek heeft alleen een meerwaarde als dit een bijdrage levert aan de verdere begeleiding. Bij veel (maar lang niet alle) kinderen met dyslexie zijn er echter bijkomende leer- en/of gedragsproblemen. In dat geval kan een aanmelding voor een psychodiagnostisch en/of didactisch (deel)onderzoek worden overwogen met als doel verheldering van de problematiek, in kaart brengen van de onderwijsbelemmeringen en eventuele bijkomende problemen en advisering t.a.v. de aanpak. Begeleiding: interventie Opzet van een meer gespecialiseerd handelingsplan. Vanaf 1 januari 2009 zijn diagnostiek en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie in het basispakket van de zorgverzekering gekomen. De vergoedingsregeling wordt stapsgewijs ingevoerd in de periode t/m 2013. De vergoede zorg in verband met ernstige dyslexie geldt in principe voor leerlingen van 7 jaar en ouder in het primair onderwijs. Stapsgewijze invoering betekent concreet dat ouders in 2009 aanspraak kunnen maken op vergoeding van de zorg wanneer deze zorg aanvangt vóór de negende verjaardag van hun kind. Elk kalenderjaar wordt deze leeftijdsgrens met een jaar opgetrokken, totdat in 2013 de zorg wordt vergoed voor alle leerlingen in het primair onderwijs van 7 jaar en ouder. De vergoede zorg geldt voor leerlingen met ernstige, enkelvoudige dyslexie. D.w.z. dat er bij deze leerlingen, naast dyslexie, geen sprake is van een of meer andere (leer) stoornissen. Is dat wel het geval, dan hebben deze leerlingen uiteraard recht op goede zorg, maar niet op vergoede zorg in het kader van deze regeling. Als ouders aanspraak willen maken op vergoeding van diagnostiek en behandeling bij ernstige dyslexie, moet de school het leerlingendossier leveren waarmee het vermoeden van (ernstige) dyslexie wordt onderbouwd. Dit dossier, getekend namens het bevoegd gezag van de school, is een noodzakelijke voorwaarde om voor vergoede zorg in aanmerking te komen. De school heeft t.b.v. de uitvoering van deze regeling afspraken gemaakt met samenwerkende partners Edux, Remedius en het Regionaal Instituut voor Dyslexie. De CODE wordt het ll. dossier. Inhoud van het dossier: o Basisgegevens uit het leerlingvolgsysteem o Beschrijving van het lees- en spellingprobleem o Signalering lees- en spellingproblemen: datum, toets (criteria,score), afgenomen door o Omschrijving van de extra begeleiding (doelen, duur, inhoud, organisatievorm, begeleider) o Resultaten van de extra begeleiding en beschrijving van gebruikte toetsen en normering o Vaststelling toenemende achterstand t.o.v. de normgroep, met vermelding van gebruikte toetsen en normcriteria de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 33 -
Argumentatie voor het vermoeden van ernstige dyslexie: aantonen van didactische resistentie na geboden begeleiding van voldoende intensiteit en kwaliteit o Indien bekend, vermelding en beschrijving van eventuele andere (leerstoornissen) De CODE wordt ondertekend door de intern begeleider, de orthopedagoog/psycholoog van Edux en door de directeur van de school. De bijlagen worden eraan toegevoegd. De ouders krijgen een kopie van de Edux Checklist Onderkenning Dyslexie en voorlichting over de betekenis van het document. o
Afstemmen onderwijs, gezondheidszorg & ouders, zie hiervoor: *PLD groep 3, Hoofdstuk 5 Afstemming met de gezondheidszorg. *PLD groep 4, Hoofdstuk 5 Afstemming met de gezondheidszorg. *PLD groep 5-8, Hoofdstuk 6 Afstemming met de gezondheidszorg. Ongeacht de uitkomst van het diagnostisch onderzoek blijft de school verantwoordelijk voor een adequate ondersteuning en begeleiding van de leerling. Als bij een kind ernstige, enkelvoudige dyslexie wordt vastgesteld, is behandeling binnen de gezondheidszorg een mogelijkheid. Voor een optimaal resultaat is het belangrijk dat de aanpak van de school en de dyslexiebehandelaar op elkaar worden afgestemd. Belangrijke momenten in deze afstemming zijn: na de diagnostiek en aansluitend op de evaluatiemomenten in de behandeling (na 3,6,12 en eventueel 18 maanden). Het initiatief hiertoe wordt genomen door de voor de behandeling eindverantwoordelijke psycholoog of orthopedagoog, met instemming van de ouders. De dyslexieverklaring in het Voortgezet Onderwijs De “Checklist Onderkenning” kan worden toegevoegd aan het OWR BO – VO, in het kader van de continuïteit van de voor deze leerlingen noodzakelijke extra zorg wordt ook de vragenlijst overgang PO-VO door de leerkracht van groep 8 ingevuld. Informatie naar het VO over de betekenis van de “Checklist onderkenning” is dan wel noodzakelijk. De faciliteiten waarvoor deze leerlingen in aanmerking komen binnen het VO tot aan het eindexamen is afhankelijk van het dyslexiebeleid van de school. Hierover zijn afspraken gemaakt tussen het primair en voortgezet onderwijs in het BOVO-overleg: Binnen het BOVO is afgesproken dat de CODE in het VO geaccepteerd wordt. Een dyslexieverklaring opgesteld door een orthopedagoog/psycholoog is gebaseerd op een psychodiagnostisch en didactisch procesonderzoek. Op grond van een dyslexieverklaring heeft de leerling recht op o.a. verlengde tijd en andere faciliteiten tijdens het eindexamen volgens het Examenbesluit mei 1996.
Bs de Spindel, werkgroep leerlingenzorg. September 2012.
de Spindel, protocol bij leesproblemen en/of dyslexie Versie september 2012
- 34 -