Stappenplan dyslexie 2014-2015 Herziene versie
[VOORWOORD] Voor u ligt het herziene stappeplan dyslexie Sterk VO. Dit stappenplan is het product van een samenwerking tussen de scholen van het samenwerkingsverband Sterk VO (Utrecht en Stichtse Vecht) en Het Testkabinet en voorziet in de behoefte om de signalering en diagnostiek van dyslectische leerlingen in het VO zo veel mogelijk te stroomlijnen op de verschillende scholen die onder het samenwerkingsverband vallen. Het stappenplan volgt hierbij het ‘protocol voortgezet onderwijs’ en daar waar mogelijk wordt de handelingswijze ingepast in het kader van ‘passend onderwijs’.
Team Passend Onderwijs Sterk VO Het Testkabinet
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
2
[INHOUD] 1. Wat is dyslexie? 2. Dyslexie in de Klas: Kenmerken 3. Visie van Sterk VO 4. Vermoeden van dyslexie a. Procesbeschrijving 5. Begeleiding van dyslectische leerlingen 6. Aangepaste regelingen voor leerlingen met een dyslexieverklaring 7. Literatuur 8. Bijlagen
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
3
[Wat is dyslexie?] Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en / of vlot toepassen van het lezen en / of spellen op woordniveau. Het woord ‘dyslexie komt uit het Grieks en is een samenstelling van de woorden δυς dys ('beperkt') en λέξις lexis ('woord/spreken'). Kinderen en volwassenen met dyslexie hebben, ondanks voldoende intellectuele vermogens, veel moeite met het vloeiend leren lezen en schrijven en vlot en accuraat spellen. Dyslexie is dus niet gekoppeld aan leeftijd of intelligentie. Wel komt het wat vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Naast problemen met onder andere fonologisch bewustzijn en de decodeervaardigheden ondervinden zij vaak ook problemen op het gebied van het werkgeheugen, het auditieve korte termijn geheugen en de verwerkingssnelheid. Dit kan in sommige gevallen invloed hebben op het leren in algemene zin. Uit onderzoek blijkt dat de hersenen van mensen met dyslexie bepaalde kenmerken hebben die niet bij anderen worden gevonden. Deze verschillen maken het moeilijker om koppelingen te leren tussen klanken en letters en het zijn juist deze koppelingen die in alfabetische schriften de basis vormen van het lezen en spellen. Dyslexie komt zowel voor in talen met alfabetische schriften als in talen met logografische schriften, dus ook in China.In de meeste landen heeft 3% tot 10% van de bevolking last van dyslexie, maar in landen waar Engels wordt gesproken ligt dit percentage hoger (tot wel 17,5% van de bevolking) omdat het Engelse schrift erg complex is. In Nederland is ongeveer 5% van de Nederlandse bevolking dyslectisch. Dat zijn meer dan 800.000 mensen. Dyslexie is erfelijk, maar dat hoeft niet zo te zijn. Als één van de ouders last heeft van dyslexie dan hebben de kinderen ongeveer 40% kans de diagnose ook te krijgen. Ongeveer 40% van de broers en zussen van mensen met dyslexie heeft ook last van ernstige lees- en/of spellingproblemen. Met behulp van gespecialiseerde dyslexiebehandeling kunnen de meeste mensen met dyslexie tegenwoordig succesvol worden behandeld.
[Dyslexie in de klas: kenmerken] Het onderwijs is sterk afhankelijk van lezen en schrijven. Omdat leerlingen met dyslexie vaak ook moeite hebben met bijvoorbeeld het auditief korte termijn geheugen en verwerkingssnelheid kan leren in het algemeen een uitdaging zijn. Dyslecten kunnen verschillende kenmerken laten zien, waaronder problemen met het herkennen van rijmwoorden, woordvindingsproblemen, spellingsfouten, letters weglaten tijdens het lezen en spellen en het herkennen van lettergrepen in woorden. Dyslectische leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben in ieder geval problemen met: • Lezen en / of spellen op woordniveau in het Nederlands en in de moderne vreemde talen (nieuwe klank – tekenkoppelingen, ingewikkelde spellingafspraken). • Het snel en accuraat lezen (decoderen) van teksten bij alle vakken. • Het snel en accuraat spellen (coderen) bij functioneel schrijven bij alle vakken.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
4
Onderstaand zijn enkele algemene kenmerken genoemd die we vaak zien bij tieners, adolescenten en volwassenen met dyslexie. Zij hebben meer moeite met: -
lezen op het verwachte niveau; hardop lezen. Ze maken veel fouten en/of hebben moeite om vloeiend en volt te lezen; Een (gelezen) verhaal samenvatten; Een nieuwe taal leren; Informatie onthouden; Verbale instructie op te volgen; Het begrijpen van grapjes, etc.
Ook kunnen ze problemen ervaren met: - het plannen en organiseren en timemanagement. - spelling. Ze maken vaak veel fouten en hebben meer moeite om hun eigen werk te controleren. Er wordt vaak gedacht dat dyslecten letters omdraaien of schrijven. Er is slechts een klein gedeelte van de dyslecten Fouten in het vlot, accuraat lezen en spellen en komen echter vaardigheden bijna altijd afwijkend zijn ten opzichte van wat prestaties op andere vakgebieden zou worden verwacht.
woorden omdraaien tijdens het die dat ook daadwerkelijk doen. vaker voor. Opvallend is dat deze op basis van hun intelligentie en
Dyslexie is een handicap die niet te verhelpen is. Dyslexie komt in verschillende mate voor (van zwak tot zeer ernstig).
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
5
[Visie van Sterk VO] In het basisonderwijs worden leerlingen met ernstige lees- en spellingsproblemen gesignaleerd vanaf groep 3/ 4. Wanneer ingezette begeleiding onvoldoende effect heeft gesorteerd kan een leerling worden aangemeld voor diagnostiek en behandeling bij een onderzoekspraktijk. Sinds 1 januari 2009 vergoedt de zorgverzekering van de ouders de kosten indien aan een aantal voorwaarden is voldaan (Blomert, 2006; www.steunpuntdyslexie.nl; www.masterplandyslexie.nl). De praktijk leert dat niet alle dyslectici in het basisonderwijs opvallen. Het is (nog) niet onderzocht wat hiervan de oorzaak is, maar uit de praktijk kunnen wel enkele oorzaken worden afgeleid1. •
•
• •
De cognitieve capaciteiten van een leerling beïnvloeden het oordeel van leerkrachten over problemen met lezen en spellen. Bij een leerling met wat zwakke cognitieve capaciteiten denken leerkrachten wat minder snel aan dyslexie. Bij een leerling met goede cognitieve capaciteiten blijft de ernst van lees- en spellingproblemen soms lang verborgen. Bij leerlingen met een anderstalige achtergrond beschouwen leerkrachten geregeld de lees- en spellingproblemen als onderdeel van anderstaligheid. Veel van deze leerlingen zijn echter in Nederland geboren en opgegroeid. Voor onderzoek naar dyslexie bestond in het verleden geen financiële vergoedingsregeling. Tot 2009 was onderzoek naar dyslexie niet geprotocolleerd en werd onderzoek uitgevoerd door onderzoekers met verschillende professionele achtergronden.
Het Samenwerkingsverband Sterk VO is in samenwerking met Het Testkabinet in 2013 begonnen met het formuleren van een dyslexiebeleid. Dit heeft als doel de dyslectische leerlingen een eerlijke kans te geven het diploma te halen dat past bij de cognitieve capaciteiten van die leerling. Daarnaast is het streven dat: - Ze kunnen omgaan met hun dyslexie. - Ze hun functionele lees- en schrijfvaardigheid kunnen vergrooten, zo nodig met hulpmiddelen.
Vier uitgangspunten zijn noodzakelijk om deze doelen te bereiken: -
de leerling staat centraal de ondersteuning vereist een geïntegreerde aanpak de ondersteuning vindt plaats gedurende de hele schoolloopbaan de ondersteuning gaat uit van wat werkt bij de leerling en wat een zo groot mogelijk effect heeft.
De voorwaarden om een theoretische opleiding te volbrengen zijn voor een niet onbelangrijk deel terug te voeren op de capaciteiten en het doorzettingsvermogen van de leerling zelf. Daarnaast zal de school de voorwaarden moeten scheppen om een leerling, die last heeft van dyslexie, zo 1
Voor meer informatie over bovenstaande oorzaken en de signalering in het basisonderwijs, zie ‘Protocol dyslexie
voortgezet onderwijs’.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
6
goed mogelijk te begeleiden. Dit stappenplan is bedoeld om de signalering en diagnostiek van dyslectische leerlingen in het VO zo veel mogelijk te stroomlijnen op de verschillende scholen die onder het samenwerkingsverband vallen. De school zal de leerling in staat moeten stellen om zijn of haar capaciteiten te kunnen laten zien en verder te ontplooien. Wij gaan er hierbij van uit dat de leerling minimaal het diploma kan behalen, dat reeds door de basisschool geprognosticeerd was en aangegeven stond in het leerlingvolgsysteem van de betreffende leerling.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
7
[Vermoeden van dyslexie] Een stappenplan voor docent, mentor en coach In het basisonderwijs worden leerlingen met ernstige lees- en spellingsproblemen gesignaleerd vanaf groep 3/ 4. Wanneer ingezette begeleiding onvoldoende effect heeft gesorteerd kan een leerling worden aangemeld voor diagnostiek en behandeling bij een onderzoekspraktijk. Sinds 1 januari 2009 vergoedt de zorgverzekering van de ouders de kosten indien aan een aantal voorwaarden is voldaan (Blomert, 2006; www.steunpuntdyslexie.nl; www.masterplandyslexie.nl). De praktijk leert dat niet alle dyslectici in het basisonderwijs opvallen. Het samenwerkingsverband Sterk VO heeft daarom een stappenplan opgesteld die alle VO-scholen in de regio volgen. Het Stappenplan is als volgt: Wanneer vakdocenten, ouders of leerling zelf vermoeden dat er sprake is van dyslexie dan zijn de volgende stappen van toepassing: 1. Vakdocenten, ouders of leerling geven hun vermoeden door aan de mentor. 2. De mentor haalt bij de zorgcoördinator of dyslexiecoach de vragenlijsten op uit bijlage 2 en 3. 3. Deze vragenlijsten worden door mentor en/of docenten ingevuld. 4. De mentor verzamelt ze en levert ze bij de coach in. 5. De dyslexiecoach maakt een samenvattend verslag van de informatie en beoordeelt of verder onderzoek noodzakelijk is. 6. Wanneer de dyslexiecoach onderzoek geïndiceerd acht of in geval van twijfel overlegt hij/zij met een BPO’er van het Samenwerkingsverband. 7. Indien besloten wordt dat verder onderzoek noodzakelijk is, start de coach met de Intakefase. 8. De onderzoeks- en indiceringfase worden door Het Testkabinet (een onderzoek- en adviesbureau) uitgevoerd, uitsluitend na toestemming van de BPO’er van het Samenwerkingsverband. De intake 1. De coach gaat in het dossier van de leerling na of er al eerder sprake is geweest van ernstige lees- en/of spellingproblemen die het recente vermoeden van dyslexie bevestigen. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van de CITOscores, eerder onderzoek of eerdere RT. Informatie over begeleiding en (technische) hulp kunnen meer duidelijkheid verschaffen over de hardnekkigheid van de eventueel reeds bekende problemen. Wanneer er namelijk al sprake is geweest van begeleiding en dit niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd is dat een goede indicator van hardnekkigheid. 2. De coach voert een intakegesprek met de leerling waarin helder moet worden hoe de leerling de problemen op het gebied van lezen en spelling ervaart. De vraag die door de leerling beantwoord moet worden is: waar de problemen zitten en wat hij of zij merkt van de problemen (waar loopt hij/zij tegen aan?) 3. De leerling krijgt de volgende documenten mee met het verzoek aan de ouders deze in te vullen en te retourneren t.a.v. de dyslexiecoach: a. een vragenlijst b. een toestemmingsformulier om de gegevens van hun kind beschikbaar te stellen voor het Samenwerkingsverband Sterk VO en het Testkabinet. 4. Wanneer de aangemelde leerling in klas 1 zit, neemt de dyslexiecoach contact op met de basisschool van de leerling om inzicht te verkrijgen in de leergeschiedenis. Hiervoor is een ‘vragenlijst basisschool’ beschikbaar (Bijlage 4).
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
8
5. De dyslexiecoach heeft aan het eind van de intakefase een zo compleet mogelijk dossier opgebouwd, zie bijlage 1 voor een overzicht. De testen 1. Wanneer een leerling wordt opgenomen in het testtraject, maakt de onderzoeker (dyslexiecoach/ rt-er) een afspraak met de leerling om de testen af te nemen. Dit dient te gebeuren op een rustige plek in school waar de leerling zich goed kan concentreren en waar audioapparatuur aanwezig is. 2. De volgende testen worden afgenomen: a. Stilleestoets ‘hoe gevaarlijk is een tekenbeet’ (signaleringstoets bij
Protocol dyslexie voortgezet onderwijs) b. Dictee ‘Het wonderlijke Weer’ (signaleringstoets bij protocol dyslexie voortgezet onderwijs) c. Brus Een minuut test Versie A (Normering in Van den Bos, Lutje Spelberg, Scheepstra & De Vries, 1994) d. De Klepel Versie A (Normering in Van den Bos, Lutje Spelberg, Scheepstra & De Vries, 1994) e. AVI 9B (VO-normering gebruiken in Kleijnen, Steenbeek-Planting & Verhoeven, 2008). Voor de eerste twee toetsen geldt dat deze meestal tijdens de brugklasscreening in november worden afgenomen. 3. De afgenomen testen en de uitslag/nakijkbladen worden gekopieerd en toegevoegd aan het dossier. 4. Tot slot moet aan het dossier van leerlingen in klas 3 en hoger een drietal schrijfproducten toegevoegd worden, bijvoorbeeld een spontaan geschreven verslag in het Nederlands of een proefwerk geschiedenis, waarbij uitgebreide antwoorden opgeschreven zijn. Het volledige dossier wordt voorgelegd aan de BPO’er van het samenwerkingsverband en door de BPO’er doorgestuurd naar Het Testkabinet. De afronding 1. De uitslag van het onderzoek wordt door Het Testkabinet naar de ouders gezonden. 2. Het Testkabinet vraagt de ouders toestemming het ook naar de school te sturen. Indien ouders deze toestemming niet geven, wordt het onderzoek niet door het SWV bekostigd en zullen zij het zelf moeten betalen. 3. Wanneer toestemming is gegeven komt een kopie van de dyslexieverklaring en van het rapport in het dossier van de leerling. 4. De dyslexiecoach informeert alle betrokkenen (mentor en vakdocenten) op school. 5. De dyslexiecoach ziet er op toe dat de docenten de handelingsadviezen van Het Testkabinet uitvoeren. 6. De dyslexiecoach zal het contact met de dyslectische leerling en zijn of haar ouders onderhouden en waar nodig ondersteuning bieden in het zoeken naar oplossingen voor problemen.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
9
[PROCESBESCHRIJVING] Geen risicoleerling
Risicoleerling
Signalering vanuit BAO
ondersteuning Signalering via toetsing en observatie Geen uitval
Geen uitval
Nee
Goede schoolresultaten Ja
Onderpresteerder protocol
Nee
Regulier lesaanbod
Goede schoolresultaten Ja
uitval
uitval
Opstarten intakeprocedure - screening via toetsing en observatie
ondersteuning
Dossier bespreken – is onderzoek noodzakelijk? Nee Regulier lesaanbod
Ja
Onderzoek Testkabinet
Integratie en Indicering Testkabinet
Adviezen communiceren met ouders
Aanpassen regulier lesaanbod
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
10
Wanneer? Signaleringsfase
Intakefase
Wat? Screening dossiers nieuwe leerlingen onderwijskundig rapport CITOLVS
Beschrijving In september worden alle nieuw aangemelde leerlingen gescreend op een risico voor dyslexie. Dit gebeurt aan de hand van de ingevulde onderwijskundige rapporten door de basisschool en de CITO gegevens (begrijpend lezen, rekenen, spelling en technisch lezen).
Steunlessen risicoleerlingen
Leerlingen die als risicoleerlingen worden geïdentificeerd draaien vanaf de start van het schooljaar mee met steunlessen speciaal voor deze leerlingen. De inhoud van deze lessen moet gericht zijn op taal evenals studievaardigheden.
Klassikale screening Stilleestoets Wonderlijke weer Rapportcijfers
In november vindt de jaarlijkse klassikale dyslexiescreening plaats. Onderdeel van de screening is beoordeling van de schoolresultaten. Leerlingen die niet uitvallen op de screening maar wel zorgelijke schoolresultaten laten zien kunnen worden opgenomen in het onderpresteerderprotocol.
Vooronderzoek door school AVI 9 Brus Klepel Gesprek met ouders en leerling Screening dossiers - onderwijskundig rapport - CITOLVS Navraag bij docenten
mentor
en
Leerlingen die nu als risicoleerlingen worden aangemeld volgen vanaf dit moment steunlessen. In juni is een tweede screeningsmoment voor deze leerlingen. Is er dan opnieuw sprake van uitval, dan worden deze leerlingen alsnog doorgestuurd. Leerlingen die uitvallen op deze screening en al risicoleerling waren worden doorgestuurd voor verder onderzoek
Is er al eerder onderzoek geweest? Ervaren ouders problemen? Is er hulpverlening geweest? Ouders vullen, afhankelijk van de uitkomst van het gesprek, de intakevragenlijst in. Wanneer een leerling uitvalt op de screening wordt het dossier van de leerling geanalyseerd (mits dit nog niet eerder is gebeurd). De dyslexiecoördinator laat de mentor en de docenten een intakevragenlijst invullen.
Strategiefase
In onderzoek zinvol?
Afhankelijk van de verkregen informatie wordt in deze fase bepaald of onderzoek wel of niet zinvol is. Zinvol? De gegevens worden opgestuurd naar het Testkabinet.
Onderzoeksfase
Aanvullend onderzoek Testkabinet NIO/ WISC-III Onderzoek verklarende factoren dyslexie
Er vindt onderzoek plaats naar de verklarende factoren dyslexie door het Testkabinet.
Integratie en indiceringfase
Adviesfase
Gesprek met leerling, mentor, docententeam en ouders
Er wordt een rapport geschreven waarin de hulpvragen worden beantwoord en advies wordt gegeven over onder andere mogelijke aanpassingen in het onderwijs, extra begeleiding en/of behandeling binnen of buiten school en ondersteuning thuis. Na het onderzoek vindt een gesprek plaats met ouders, leerling, en het docententeam om de gegeven adviezen te bespreken.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
11
[Begeleiding van dyslectische leerlingen] Iedere school binnen het samenwerkingsverband kan zelf bepalen hoe de leerlingen worden begeleid. Geadviseerd wordt dat alle leerlingen met een dyslexieverklaring worden verzocht een kopie van de verklaring op school af te geven. Deze kopie gaat via bijvoorbeeld de mentor naar de dyslexiecoach, zorgcoördinator of dyslexiecoördinator. Deze bekijkt en bespreekt de verklaring met de betreffende leerling, licht de mentor en vakdocenten in en geeft eventueel aanvullende informatie m.b.t. welke aangepaste regelingen voor deze leerling gelden en nodig zijn. Deze is afhankelijk van wat er in de verklaring en/of het psychologisch onderzoek dat is gedaan, wordt aanbevolen. De kopie van de dyslexieverklaring gaat vervolgens in het leerling-dossier van de betreffende leerling. Leerlingen met een dyslexieverklaring worden begeleid door hun mentor en de RT’er, zorgcoördinator, dyslexiecoach of dyslexiecoördinator van school. De mentor begeleidt de leerling natuurlijk bij de dagelijkse gang van zaken op school. In de praktijk komt het er op neer dat een leerling daarnaast in ieder geval een intakegesprek en een eindgesprek heeft met de eventuele begeleider vanuit school. Deze gesprekken vinden plaats aan het begin en eind van elk schooljaar. Afhankelijk van de wensen en behoeften van de leerling vinden er meerdere coachingsgesprekken plaats.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
12
[Aangepaste regelingen voor leerlingen met een dyslexieverklaring] Er kan worden nagedacht over het standaard aanbieden van de volgende aangepaste regelingen: 1. Extra tijd Een dyslectische leerling heeft in de niet-examenklassen recht op extra tijd bij (centrale) proefwerken in de toetsweken. Een dyslectische leerling heeft in geval van examentoetsen ook recht op extra tijd per lesuur. Bij het Centraal Examen geldt een verlenging van de duur van het examen met ten hoogste 30 minuten (melding aan inspectie). Om problemen tijdens reguliere lessen zoveel mogelijk te voorkomen kan er bijvoorbeeld voor worden gekozen om proefwerken en schriftelijke overhoringen, die buiten de toetsweken worden afgenomen, dusdanig op te zetten dat deze binnen 40 minuten te maken zijn. Zo zal een dyslectische leerling in de meeste gevallen binnen één lesuur het werk af kunnen maken. 2. Aangepaste normering Bij de vakken Nederlands, Engels Frans en Duits hebben dyslectische leerlingen recht op een aangepaste normering bij toetsen.
Bij het Centraal Examen geldt echter geen aangepaste normering. Nederlands: • Bij schrijfopdrachten (toetsen) wordt een maximale aftrek gehanteerd van 2 punten voor taal en spelling. • Herhalingen van spelfouten worden in schrijfopdrachten niet meegerekend. • Bij woorddictees wordt bij fonetisch gespelde woorden een halve punt afgetrokken (in plaats van één punt). • Bij toetsen die alleen de spellingvaardigheid toetsen kan een dyslectische leerling niet lager halen dan bijvoorbeeld een 3. • In overleg met de docent Nederlands kan een leerling gebruik maken van luisterboeken. Engels: • Er wordt als volgt nagekeken: de toetsen van niet dyslectische leerlingen worden eerst nagekeken om te zien welke fouten zij hebben gemaakt. Dan pas worden de toetsen van de dyslectische leerlingen nagekeken. Maken ze dezelfde fout, dan wordt het ook aangerekend. Typische dyslectische spelfouten zoals klinkers omdraaien, woorden fonetisch schrijven, worden wel aangekruist maar niet fout gerekend. • Grammatica fouten, dingen die geleerd hadden kunnen worden, worden wel fout gerekend • Voor de onregelmatige werkwoorden geldt: de leerling maakt de toets eerst schriftelijk en krijgt daar een cijfer voor, maar de dyslectische leerling het recht heeft om het mondeling over te doen bij een onvoldoende. Het gemiddelde cijfer telt dan. • Als er een tussentoets gegeven wordt is het soms niet mogelijk om extra tijd te geven, omdat de leerlingen weer les hebben. De docent vertelt aan de dyslectische leerling welke oefening hij kan overslaan. De achterliggende gedachte is dat dyslectische leerlingen vaak niet aan de laatste oefening(en) toe komen, terwijl daar juist het inzicht wordt getoetst. De leerling krijgt dan een aangepaste norm ( tenzij hij natuurlijk alsnog de betreffende oefening gemaakt heeft). • Daarnaast zullen wij de leerlingen adviseren om met hulpprogramma’s en sites zoals “wrts” en “teach 2000” te werken.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
13
Frans: • Er wordt als volgt nagekeken: de toetsen van niet dyslectische leerlingen worden eerst nagekeken om te zien welke fouten zij hebben gemaakt. Dan pas worden de toetsen van de dyslectische leerlingen nagekeken. Maken ze dezelfde fout, dan wordt het ook aangerekend. Typische dyslectische spelfouten zoals klinkers omdraaien, woorden fonetisch schrijven, worden wel aangekruist maar niet fout gerekend. • Voor de luistervaardigheid geldt het volgende: de leerlingen krijgen extra tijd, om tussendoor te schrijven en lezen (van de opgaven). Niet om het extra vaak te luisteren. Er wordt een centraal moment gepland voor alle dyslectische leerlingen uit één jaarlaag. De dyslectische leerlingen hebben zelf de keuze om hieraan deel te nemen. • Grammatica fouten, dingen die geleerd hadden kunnen worden, worden fout gerekend. Duits: • Bij de opgaven waarin idioom getoetst wordt, past de docent de beoordelingscriteria op gemaakte schrijf- en spellingsfouten per individu toe. Typische dyslectische spelfouten worden dan wel aangekruist maar niet fout gerekend. • Grammatica fouten, dingen die geleerd hadden kunnen worden, worden fout gerekend. • Bovenbouw klas 4-5 HAVO/VWO en 6 VWO : Bij de ED- toetsen de onderdelen schrijf- en kijk/luistervaardigheid en literatuur en het CSE wordt aan de kandidaten naar rato meer tijd aangeboden. Daarnaast worden de opdrachten in groot groen aangeboden. De correctie CSE vindt plaats volgens de regels van alle kandidaten vastgesteld vanuit CSE commissie correctievoorschriften. Op ED niveau zullen dezelfde criteria aangehouden worden als in de onderbouw. 3. Lay-out Lesmateriaal en testmateriaal moeten duidelijk, overzichtelijk en in getypte vorm aangeboden worden. Alle dyslectische leerlingen krijgen proefwerken aangeboden in een vergroot lettertype op lichtgroen papier, tenzij zij bij de dyslexiecoach aangegeven hebben dit niet op prijs te stellen. 4. Dispensatie regeling Een eventuele vrijstelling voor een moderne vreemde taal kan op schriftelijk verzoek van de ouders/verzorgers door de school worden verleend. Een dispensatie kan worden verleend na het eerste leerjaar. In het schriftelijke verzoek moet door de ouders/verzorgers staan opgenomen dat de mogelijke consequenties van een vrijstelling, nu en in de toekomst, geheel binnen de verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers vallen. De school zal nimmer aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de mogelijke gevolgen van een vrijstelling op studie- en beroepskeuze. De leerling moet om in aanmerking te kunnen komen voor deze regeling aan een aantal criteria voldoen (o.a. in het bezit zijn van een geldige dyslexieverklaring, gedurende minimaal een half jaar remediërende lessen hebben gevolgd). De jaarlaagcoördinator beslist, in overleg met de conrector en dyslexiecoach, of een dispensatieverzoek wordt gehonoreerd. De ouders/verzorgers worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing. 5. Overige aanpassingen/voorzieningen Zijn er andere maatregelen nodig (het aanbieden van toetsen/leermateriaal op tape / cd, het mondeling toetsen) dan dient dit specifiek door de orthopedagoog of psycholoog aangegeven te zijn dan wel vastgesteld te zijn na overleg met en na goedkeuring door de afdelingsleider en de dyslexie coach. Vanaf schooljaar 2009-2010 zal het ICT-programma Kurzweil worden geïmplementeerd, dyslectische leerlingen kunnen daar, na overleg met de dyslexiecoach, gebruik van maken.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
14
Daarnaast kan de mogelijkheid tot het volgen van steunlessen worden geboden, o.a. in de vakken Engels, Frans en Nederlands.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
15
[LITERATUUR] Blomert, L. (2006). Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling 2006. Zorgverzekeringen:CVZ project nr. 608/001/2005 Henneman, K. Kleijnen, R. & Smits, A. (2004a). Protocol dyslexie voortgezet onderwijs. Deel I. Achtergronden, beleid en implementatie. ’s Hertogenbosch: KPC Groep. Henneman, K. Kleijnen, R. & Smits, A. (2004b). Protocol dyslexie voortgezet onderwijs. Deel II. Signalering, diagnose en begeleiding. ’s Hertogenbosch: KPC Groep. Henneman, K., Bekebrede, J., Cox, A. & de Krosse, H. (2013). Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs. Handreiking voor directie, middenmanagement en docenten. ’ S Hertogenbosch: KPC Groep. Kleijnen, R.,Steenbeek-Planting, E. & Verhoeven,L. (2008). Toetsen en interventies bij Dyslexie in het Voortgezet Onderwijs Nederlands en de Moderne Vreemde Talen. Nijmegen: Expertise Centrum Nederlands. NVO, Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (2009). Beroepscode NVO. Utrecht:NVO. Pameijer, N.K. & Van Beukering, J.T.E. (2006). Handelingsgerichte diagnostiek: een praktijkmodel voor advisering bij onderwijs- en opvoedingsproblemen. Leuven/Culemborg:Acco. Stichting Dyslexie Nederland (2008). Dyslexie. Diagnose en behandeling van dyslexie. Brochure van de Stichting Dyslexie Nederland. Geheel herziene verzie. (zie voor een digitale versie: www.stichtingdyslexienederland.nl) Van den Bos, K.P., Lutje Spelberg, H.C., Scheepstra, A.J.M. & De Vries, J. (1994). De Klepel. Vorm A en B. Een test voor de leesvaardigheid van pseudowoorden. Verantwoording, handleiding, diagnostiek en behandeling. Nijmegen: Berkhout.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
16
[BIJLAGEN STAPPENPLAN DYSLEXIE]
Bijlage 1
Overzichtsformulier dossier
Bijlage 2
Intakevragenlijst mentor
Bijlage 3
Signaleringslijst lees- en spellingproblemen
Bijlage 4
Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingsvaardigheid
Bijlage 5
Intakevragenlijst en toestemmingsformulier ouders
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
17
Bijlage 1:
Overzichtsformulier onderzoek en begeleiding dyslexie
Naam leerling Geboortedatum Adres Telefoon School Klas Schoolverloop
____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________
Reden van aanmelding en probleembeschrijving ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Wat is de hulpvraag? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Zijn de volgende gegevens in het dossier aanwezig?
o
Intakevragenlijst en toestemmingsformulier ouders
o
Intakevragenlijst mentor
o
Ingevuld Ontwikkelingsperspectief Plan (OPP/groeidocument)
o
Overzicht CITO LOVS van de basisschool
o
Kopie onderwijskundig rapport
o
Recente uitdraai van de cijfers/toetsoverzicht
o
Kopieën van de afgenomen signaleringstoetsen
o
Kopieën van een drietal schrijfproducten van de leerling indien leerling in klas 3 of hoger zit.
o
Indien van toepassing: Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingsvaardigheid
o
Indien van toepassing: signaleringslijst lees- en spellingsproblemen ingevuld door docenten.
o
Indien van toepassing: handelingsplannen basisschool
o
Indien van toepassing: eerder onderzoek
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
18
Ruwe scores
Standaard scores
Opmerkingen
a. Woordlezen Een minuut-test A Een minuut-test B De klepel –A De Klepel – B Drie –minuten-Toets – 1a/ 2a/ 3a b. Tekstlezen AVI-toets Tekst op brugklasniveau c. Stillezen Stilleestoets Hoe gevaarlijk is een tekenbeet? d. Spelling Dictee Het wonderlijke weer PI dictee e. Tempo Overschrijftaak
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
19
Bijlage 2:
Intakevragenlijst mentor
is voorgedragen voor onderzoek naar lees- en spellingsproblemen met een vermoeden van dyslexie. Om de zorgspecialist van voldoende informatie te voorzien op basis waarvan eventueel een onderzoek kan worden gestart, wordt van u verwacht dat u onderstaande vragenlijst invult. De vakdocenten van uw mentorleerling hebben ook allemaal een vragenlijst gekregen, zij leveren deze voor bij u in. Wanneer u ALLE formulieren retour heeft, deze graag Inleveren bij . uiterlijk voor Deze laat u weten of verder onderzoek vereist is. Gegevens van de leerling Roepnaam ________________________________________________________ J / M* Achternaam ____________________________________________________________ Datum van invullen ____________________________________________________________ Ingevuld door ___________________________________________________________ 1. Waar is uw vermoeden van dyslexie bij deze leerling op gebaseerd? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Hoe schat u de ernst van de gesignaleerde problemen in? Wat zijn mogelijke consequenties voor de schoolloopbaan? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Wanneer zijn de problemen geconstateerd? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
20
4. Welke van de volgende factoren hebben een positieve of negatieve invloed op de leerresultaten? Geef van iedere factor een korte omschrijving. De werkhouding en taakgedrag (motivatie, inzet, concentratie, zelfstandigheid, reactie op falen/succes) Positief : _____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Negatief : ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Sociaal-emotionele ontwikkeling (internaliserend probleemgedrag: stil, teruggetrokken, angstig; externaliserend probleemgedrag: agressief, opstandig, uitdagend; contact met docenten en leerlingen, inlevingsvermogen) Positief : _____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Negatief : ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Lichamelijke ontwikkeling (eventueel medische problemen met gezichtsvermogen of gehoor, veelvuldig lichamelijke klachten als hoofdpijn en buikpijn) Positief : _____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Negatief : ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Gezin (betrokkenheid ouders, acceptatie van problemen, mogelijkheid tot ondersteuning) Positief : _____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Negatief : ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Schoolsituatie (pedagogisch klimaat, aanpak en houding docenten, aanwezigheid faciliteiten) Positief : _____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Negatief : ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 5. Wat zijn volgens u verklaringen voor de problemen? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
21
6. Zijn er tot nu toe al maatregelen genomen om het leerrendement van de leerling te vergroten? Zo ja, welke? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 7. Welke zaken die niet in deze vragenlijst aan de orde zijn gekomen, acht u nog van belang voor het beantwoorden van uw hulpvragen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Geef het volledige pakket aan verzamelde en ingevulde informatie door u en de vakdocenten voor terug aan de zorgspecialist. Bedankt voor uw medewerking!
Ondertekening Datum:
Plaats:
Naam: Functie: Handtekening
____________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
22
Bijlage 3:
Signaleringslijst lees- en spellingproblemen
Om leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen, mogelijk dyslectische leerlingen te signaleren via observatie is noodzakelijk te weten waar deze leerlingen problemen mee hebben. In hoofdstuk 3 (schema 3.1) van het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs staat een uitgebreid overzicht van mogelijke problemen. Voor observaties in de klas is dit overzicht ingekort tot de meest in het oog springende problemen. Met deze signalenlijst kunt u nagaan hoe u in uw lessen informatie kunt verkrijgen over leerlingen die met een aantal van deze problemen te kampen hebben. Om signalen te registreren is observatie alleen niet voldoende. Signalen moeten ook uitgelokt worden door het geven van specifieke taken of door het vragen stellen aan leerlingen. Mogelijke signalen dyslexie Naam leerling Technisch lezen Heeft moeite met accuraat en vloeiend hardop lezen
Struikelt met hardop lezen over onbekende woorden
Leest zeer traag
Spellen
Spreken
Luisteren
Maakt zowel in complexe als in eenvoudige alledaagse woorden veel fouten Maakt bij de moderne vreemde talen fouten die wijzen op interferentie met het Nederlandse spellingsysteem Heeft moeite de juiste uitspraak van woorden in de moderne vreemde talen onder de knie te krijgen Is soms traag in het onder woorden brengen van zaken door woordvindingsproblemen Heeft moeite met luisteroefeningen, werkt traag en kan moeilijk tot begrip komen
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
23
Algemeen
Functionele taken
Heeft moeite met het onthouden van betekenisloze associaties, bijvoorbeeld vocabulaire, namen, jaartallen, e.d., ondanks intensief oefenen. Werkt traag, kan herhaaldelijk het tempo van de klas niet bijhouden als het om lezen en schrijven gaat Schrijft onsamenhangende teksten
Laat bij correctie fouten zitten, ziet ze over het hoofd
Slaat vragen over bij opdrachten en proefwerken
Maakt fouten bij het overnemen van gegevens van het bord
Heeft problemen begrijpend lezen
met
Heeft problemen met stellen/ formuleren
Sociaal-emotioneel
Is onzeker over zijn cognitief functioneren
Is ongemotiveerd voor taken die hij moeilijk vindt Heeft moeite met concentratie
Vertoont vermijdingsgedrag
Specifieke opmerkingen m.b.t. gesignaleerde leerlingen:
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
24
Bijlage 4:
Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingsvaardigheid
Datum van invullen ____________________________________________________________ Ingevuld door ___________________________________________________________ Gegevens van de leerling Roepnaam ________________________________________________________ J / M* Achternaam ____________________________________________________________ Geboortedatum ____________________________________________________________ Land van herkomst ___________________________________________________________ Thuistaal ____________________________________________________________ Verloop basisschool groep: 1 2 3 4 5 6 7 8* * Indien van toepassing gedoubleerd in groep: ______________________________________ Heeft de leerling een dyslexieverklaring? Ja/ Nee* Indien ja, datum van afgifte: ____________________________________________________ Heeft de leerling lichamelijke beperkingen (zintuigelijke en/of lichamelijke handicaps)? Ja/Nee* Indien ja, welke? ____________________________________________________________ Gegevens van de school Naam ____________________________________________________________ Adres ____________________________________________________________ Postcode/ plaats ____________________________________________________________ Telefoonnummer ____________________________________________________________ Regulier / Montessori / Jenaplan / Dalton / anders nl. _________________________________ Christelijk / katholiek / openbaar / special onderwijs/ anders nl. _________________________ Naam van de leerkracht Naam van de intern begeleider Naam van de remedial teacher
_________________________________________________ _________________________________________________ _________________________________________________
Wij zouden na ontvangst van de vragenlijst mogelijk nog contact met u willen opnemen. Op welk nummer en op welke dagen bent u het best te bereiken? Op telefoonnummer ___________________________________________________________ Op dagen ____________________________________________________________ Wij danken u bij voorbaat voor uw medewerking!
* omcirkel wat van toepassing is
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
25
Leesontwikkeling Hoe is de ontwikkeling van het technisch lezen van woorden verlopen? Vermeld de precieze toetsen en versies. Stuur indien mogelijk een uitdraai van het leerlingvolgsysteem mee. Datum
Toets en versie (bijv. EMT A-B; DMT 1,2,3, versie A,B,C; Klepel A-B
Ruwe score
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
Standaardscore
Niveau
26
Hoe is de ontwikkeling van het (technisch) lezen van teksten verlopen? Vermeld de precieze toetsen en versies. Stuur indien mogelijk een uitdraai van het leerlingvolgsysteem mee. Datum
Toets en versie (bijv. AVI A-B)
Ruwe score (tijd en fouten)
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
Niveau
27
Is er extra instructie door een remedial teacher of andere leesspecialist gegeven voor de problemen met technisch lezen? o Nee o Ja, door (naam en functie)_________________________________________________ Indien ja: In groep
Periode
Frequentie/ duur bijeenkomsten
Gebruikte materialen
Effecten begeleiding op functionele leestaken (bijv. het lezen van informatieve teksten)
Graag handelingsplannen en evaluatieverslagen toevoegen.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
28
Met welke deelvaardigheden van het technisch lezen heeft de leerling nog problemen? o Teken-klankkoppelingen Welke zijn nu nog problematisch? ______________________________________________ _________________________________________________________________________ o Auditieve synthese o Lettervolgorde in woorden o Vloeiendheid bij het lezen (lang nadenken, twijfelen, veel zelfcorrecties) Hoe zou u het lezen van de leerling karakteriseren? o Leest accuraat maar traag, woorden worden eerst in stilte gedecodeerd en dan uitgesproken o Spelt woorden nog geregeld hardop tijdens het lezen maar maakt daarbij nauwelijks fouten o Leest vlot maar raadt geregeld woorden en maakt daarbij veel fouten die de betekenis aantasten o Leest traag, spellend en veel fouten Heeft de leerling problemen met begrijpend lezen? Ja/ Nee* *omcirkel wat van toepassing is
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
29
Spellingsontwikkeling Hoe is de spellingsontwikkeling verlopen? Vermeld de precieze toetsen en versies. Stuur indien mogelijk een uitdraai van het leerlingvolgsysteem mee. Datum
Toets en versie (SVS, PI-Dictee)
Ruwe score
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
Standaardscore
Niveau
30
Is er extra instructie door een remedial teacher of andere leesspecialist gegeven voor de problemen met spelling? o Nee o Ja, door (naam en functie)_________________________________________________ Indien ja: In groep
Periode
Frequentie/ duur bijeenkomsten
Gebruikte materialen
Effecten begeleiding op functionele leestaken (bijv. het lezen van informatieve teksten)
Graag handelingsplannen en evaluatieverslagen toevoegen.
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
31
Met welke (deel)vaardigheden van spellen heeft de leerling nog problemen? o Klank-letterkoppelingen: Welke zijn nu nog problematisch? ______________________________________________ _________________________________________________________________________ o Auditieve analyse o Vloeiendheid bij het spellen (lang nadenken, twijfelen, veel zelfcorrecties) o Spellingregels: o Open/gesloten lettergreepregel o Verlengingsregel voor eind –t/-d (bijv. paarden, dus paard eindigt op een –d) o Werkwoordspelling Hoe zou u het spellen van de leerling karakteriseren? o Gaat sterk op zijn gehoor af (maakt daardoor veel fonetische fouten) o Gebruikt spellingregels bewust o Maakt gebruik van ezelsbruggetjes/geheugensteuntjes; Indien ja, voor welke regels? __________________________________________________ _________________________________________________________________________ Heeft de leerling problemen met functioneel schrijven (stellen)? Ja/ Nee* Is er een duidelijk verschil in spellingprestaties tijdens dictees en functioneel schrijven? Ja/ Nee* Indien ja, welk verschil precies? ___________________________________________________ Kruis aan welke van de volgende factoren een positieve (faciliterende) of negatieve (belemmerende) invloed op de leerresultaten hebben. Factor Leerbaarheid (leervermogen)
Faciliterend
Belemmerend
Spraak- en taalontwikkeling Geheugen: - tijdens lezen en schrijven - tijdens instructie Werkhouding en gedrag: - leesplezier/leesmotivatie - concentratie/taakgerichtheid zelfreflectie - huiswerkattitude Sociaal-emotionele ontwikkeling Welke faciliteiten heeft de school reeds geboden? o Meer tijd voor leesactiviteiten, namelijk bij de volgende vakken: ___________________ o Meer tijd voor schrijfactiviteiten, namelijk bij de volgende vakken: __________________ o Gebruik van spellingcontrole, namelijk bij de volgende vakken: ____________________ o Gebruik van spraakherkenningssoftware, namelijk: o De volgende programmatuur:________________________________________ o Bij de volgende vakken: ____________________________________________ o Anders, namelijk (geef ook aan bij welke vakken): ______________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
32
Welke faciliteiten zouden volgens u moeten worden voortgezet in het voortgezet onderwijs? ___ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Welke zaken die nog niet in de vragenlijst zijn voorgekomen acht u nog van belang? _________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Ondertekening Datum:
Plaats:
Naam: Functie: Handtekening
Handtekening bevoegd gezag (directeur)
____________________________
______________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
33
Bijlage 5:
Intakevragenlijst ouders
Datum van invullen ____________________________________________________________ Ingevuld door _________________________________________________________________ Uw kind komt in aanmerking voor onderzoek naar lees- en spellingsproblemen. Wij willen u vragen om ten behoeve van dit onderzoek onderstaande vragenlijst in te vullen. Alvast bedankt voor u medewerking! Gegevens van het kind Roepnaam ________________________________________________________ J / M Achternaam ____________________________________________________________ Geboortedatum ____________________________________________________________ Woonachtig bij: vader / moeder / afwisselend * (indien van toepassing) Huisarts _____________________________________________________________ Burger servicenummer Is uw kind eerder psychologisch onderzocht? Zo ja, wanneer?__________________________ Waarom? ___________________________________________________________________ Door wie? ___________________________________________________________________ Welke test zijn afgenomen? _____________________________________________________ (voor ons is het van belang te weten welke tests al eerder bij uw kind zijn afgenomen) Gegevens ouders/verzorgers (pleeg) vader Naam en voorletters _________________________ Leeftijd __________________________ Huidige beroepsfunctie________________________ Adres __________________________ Postcode/ woonplaats ________________________ Telefoonnummer __________________________ Mobielnummer __________________________ e-mail adres __________________________
(pleeg) moeder ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________
Gezinssamenstelling Andere kinderen in het gezin: Naam geboortedatum school / beroep 1. _________________ _________________________ ______________________ J / M 2. _________________ _________________________ ______________________ J / M 3. _________________ _________________________ ______________________ J / M 4. _________________ _________________________ ______________________ J / M Zijn er bijzondere omstandigheden (zoals inwonende familieleden/ overleden gezinsleden /gescheiden ouders) : __________________________________________________________ Wordt er thuis een andere of tweede taal gespreken dan Nederlands? Welke?_____________ Komen er in de familie voor: O Leermoeilijkheden O Leesproblemen/ spellingsproblemen (dyslexie) O Spraak/ taalproblemen O Rekenproblemen O Neurologische afwijkingen (ADHD o.a.) O Psychische afwijkingen (depressie o.a.) O Linkshandigheid O Anders nl…. Indien ja: Bij wie ______________________________________________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
34
Zijn er medische bijzonderheden die van belang zijn in verband met het onderzoek? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Wanneer merkte u voor het eerst dat er problemen waren met het lezen en spellen van uw kind? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Had u deze problemen verwacht naar aanleiding van zijn/haar eerdere ontwikkeling? 0 ja, want ______________________________________________________________ ______________________________________________________________________ 0 nee, want _____________________________________________________________ ______________________________________________________________________ Voorschoolse periode Zijn er in de voorschoolse periode problemen geweest in de taalontwikkeling? Zo ja, geef hiervan een korte beschrijving. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Basisonderwijs Naam en plaats school: ________________________________________________________ Groep 1 en 2 in de periode van
t/m
*
Zijn er in deze periode opvallende problemen geweest of zijn er zaken opgevallen met betrekking tot taal of spraak? Zo ja, geef een korte omschrijving. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
*Geef jaartallen aan
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
35
Heeft uw kind moeite of problemen (gehad) met: (*s.v.p. alleen aankruisen wat van toepassing is )
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
aanleren van liedjes of versjes onthouden van een vraag of van meerdere dingen tegelijk taal-geheugenspelletjes (Bijvoorbeeld: “Ik ga op reis en neem mee...”) rijmen onthouden en opzeggen dagen van de week aanleren van kleuren, letters en cijfers tijdsbegrip (ochtend - middag - avond of vroeg - laat) onthouden van namen van kinderen waarbij hij/zij minimaal 1 jaar in de klas zit gevoel voor maat of ritme tafels (vanaf groep 4)
Groep 3 t/m 8 in de periode van
t/m
*
Zijn er in deze periode opvallende problemen geweest met lezen en spellen? Zo ja, geef een korte omschrijving (wanneer zijn de problemen ontstaan en wat hielden ze precies in?). ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Indien er problemen zijn geweest, welke hulp en begeleiding heeft uw kind daarvoor gekregen? In welke groepen, hoeveel keer per week, hoelang en van wie (leerkracht, remedial teacher, u zelf)? Groep 3 ____________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Groep 4 ____________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Groep 5 ____________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Groep 6 ____________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Groep 7 ____________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Groep 8 ____________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
*Geef jaartallen aan
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
36
Wat is volgens u het effect van de hulp geweest? Hulp van de leerkracht _________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Hulp van de remedial teacher ___________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Hulp die u zelf hebt gegeven ____________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Welke faciliteiten heeft de school geboden (werken op de computer, boeken op band, Cito-toets voorgelezen, vergroot lettertype, etc.)? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Wat was volgens u het effect van die faciliteiten? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Hoe was het contact van uw kind met klasgenoten en leerkrachten? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Heeft uw kind een klas gedoubleerd? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Welk advies werd door de basisschool gegeven voor het vervolgonderwijs? _______________ Welk advies gaf het CITO (of andere test) aan? _____________________________________ Wat dacht u zelf? _____________________________________________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
37
Voortgezet onderwijs Gaat uw kind graag naar school? ___________________________________________________________________________ Aan welke vakken geeft uw kind de voorkeur? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Aan welke vakken heeft het een hekel? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Hoe maakt uw kind zijn huiswerk? (zelfstandig, slordig, met hulp, heeft meer tijd nodig dan anderen, heeft behoefte aan structuur etc.) ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Wat zijn op dit moment de grootste problemen van uw kind volgens u? Hoe lang bestaan deze problemen al? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Is er al hulp geboden voor deze problemen? Zo ja, op welk gebied en van wie? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Hoe was / is de motivatie, inzet, aandacht en concentratie van uw kind in het verleden en op dit moment? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Hoe is de sociaal-emotionele ontwikkeling verlopen? Is er nu of in het verleden sprake geweest van opvallend teruggetrokken, stil, somber, angstig gedrag of agressief, opstandig en uitdagend gedrag? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Welke verklaring(en) speelt of spelen volgens u een rol bij de problemen van uw kind? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Wat heeft uw kind volgens u vooral nodig om verder te komen? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
38
Zijn er andere zaken die van invloed kunnen zijn op de schoolprestaties van uw kind? (*s.v.p. alleen aankruisen wat van toepassing is en toelichten) 0 nee (niet bekend) 0 ja problemen met het zien (bijv. draagt bril) 0 ja problemen met het gehoor (oorontstekingen, buisjes, uitval bij gehoortest) 0 ja motorische problemen (fietsen, zwemmen, veters strikken) 0 ja grote concentratieproblemen 0 ja belangrijke medische problemen, te weten: _______________________________ 0 ja problemen in de omgang met andere kinderen 0 ja problemen in de omgang met volwassenen 0 ja ontwikkelingsstoornis (bijv.: ADHD, autisme of een aan autisme verwante stoornis), welke?: _________________ , door wie onderzocht?: _______________________ 0 ja, te weten: _________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Interesses van uw kind Hoe lang is uw kind per dag Interesse/ hobby hiermee bezig? 1. ____________________________________________________ ______________________ 2. ____________________________________________________ ______________________ 3. ____________________________________________________ ______________________ 4. ____________________________________________________ ______________________ Wat doet uw kind graag en goed? _________________________________________________ Wat doet uw kind niet goed of met tegenzin? ________________________________________ Favoriete TV-programma’s_______________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Heeft uw kind een talent op een ander gebied dan het schoolse leren? (bijvoorbeeld is uw kind heel goed in muziek, sport, dans, techniek of handvaardigheid) 0 nee, niet van toepassing 0 een beetje. Toelichting (op welk gebied?) ___________________________________ 0 zeker van toepassing. Toelichting (op welk gebied?) __________________________
Is uw kind buiten school actief in een club of lesverband? Zo ja welke? ____________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________
Is er nog iets wat niet gevraagd is, maar wat wel van belang kan zijn?____________________ Zo ja, wat? __________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
39
Welke vraag/ vragen zou u door middel van een onderzoek beantwoord willen hebben? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Welke tips of aandachtspunten wilt u als ouder - op grond van uw ervaringen met uw kind meegeven aan school of onderzoeker over uw kind, die gebruikt kunnen worden bij de begeleiding? ________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Ondertekening Voor psychologisch onderzoek bij minderjarigen is toestemming nodig van degenen die het ouderlijk gezag voeren. Zonder de handtekening (= toestemming) van beide gezaghebbende kan er geen onderzoek plaatsvinden. Met het ondertekenen van dit formulier geeft u toestemming voor het afnemen van een dyslexieonderzoek (een IQ-onderzoek maakt hier deel van uit) bij het in dit anamneseformulier beschreven kind. Ook geeft u toestemming voor het verzenden van een zorgaanmeldformulier en relevantie voorinformatie over uw kind aan het Loket Passend Onderwijs. Ook vragen wij uw toestemming voor (graag aanvinken):
o
de overdracht van de uitslag van bovenstaand onderzoek aan het Loket Passend Onderwijs en de school. De school zal dan contact met u opnemen om de uitslag met u te bespreken. Als u dit vakje niet aanvinkt, ontvangt u als ouders als eerste de uitslag en is het uw verantwoordelijkheid om deze uitslag met school te bespreken.
Voert u als ouder alleen het ouderlijk gezag over uw kind, dan dient u een (kopie) van een verklaring waar dat uit blijkt toe te voegen. Datum: Handtekening
Plaats: Ouder / verzorger 1
_________________________________
Handtekening
Ouder/ verzorger 2
______________________________________
Handtekening leerling (indien 12 jaar of ouder)
______________________________
© Versie 2 2014-2015, Het Testkabinet & Sterk VO, Utrecht
40