Happen naar de Baas Cabaretier Ruurd Walinga ging vissen in kerk. Op zondag 3 november verzorgde Ruurd Walinga een optreden in de Gereformeerde Kerk te Renkum/Heelsum. Buiten stormde en hagelde het en de commissie was dan ook erg blij dat er desondanks ruim 70 mensen aanwezig waren. Ouderen en jongeren. Het was een enerverende middag. 'Happen naar de Baas', het nieuwste cabaretprogramma van Ruurd Walinga, is een humoristische zoektocht naar geluk waarin hij ook verscheidene liedjes die op zijn cd 'Wie ben jij' staan ten gehore brengt. Het was een interactief optreden, waarbij de bezoekers nogal eens met de mond vol tanden stonden als hij directe vragen stelde zoals: “wat hoop jij”? “Waar verlang jij naar”? “Waar zou jij gelukkig van worden”? Hij nam ons mee in zijn eigen zoektocht naar geluk. Uiteindelijk ontdekten we met elkaar waarom de hoofdpersoon van 'er loopt een man over het water' de mensheid vergeleek met vissen. Jezus riep immers zijn volgelingen op om 'vissers van mensen' te worden. Het was duidelijk dat hij een van die vissers is en dat het zijn verlangen is om mensen aan de haak te slaan. Want, dat werd wel duidelijk, om gelukkig te worden, moet je je door Jezus laten vangen. Dan ben je vrij en gelukkig. Alle aanwezigen kregen een vispas mee opdat wij, als we op weg gaan als vissers van mensen, daar geen zware dobber meer aan hebben.
Henri Nouwen - “Jij bent Mijn geliefde” Inspirerende avond op 10 december in “Overweide” rond Henri Nouwen. Zijn broer Laurent verstaat de kunst ons te betrekken bij de onderwerpen die met Henri te maken hebben. Zo stond eigenlijk niet de persoon Henri Nouwen centraal, maar werden de aanwezigen meegenomen in de vragen waar hij tegenaan liep en de wegen die hij vervolgens koos. Steeds was de vraag wat dit voor ons in onze persoonlijke situatie betekent. We gingen dan ook niet met antwoorden naar huis, maar met goede vragen. Henri Nouwen had een succesvolle carrière. Hij bracht het tot hoogleraar aan een prestigieuze universiteit in de VS. Hij ontdekte echter dat deze carrière ten koste was gegaan van zijn roeping. Het gaat er om proberen te zijn, wie je ten diepste bent. Voor hem betekende dit dat hij de weg naar “beneden” moest gaan om God te ontmoeten. Hij ging werken bij mensen met een beperking. Jezus zegt: “Zalig zijn de armen van Geest”. Hij zegt dus niet dat degenen die voor de armen zorgen zalig zijn, maar de armen zelf! Zijn vraag is dan ook of we niet veel meer de zwakken in onze gemeente centraal moeten stellen. Als we dat doen zullen we pas echt een gemeenschap vormen. Wat een getuigenis naar buiten als duidelijk wordt dat in de gemeente de zwakke, de kleine, hij/zij die in de maatschappij niet meetelt, centraal staat! Een ander aspect dat op deze avond naar voren kwam is het vertrouwen op God. Henri Nouwen kwam onder de indruk van trapezewerkers in het circus. Hij is drie maanden met hen meegetrokken. De bijzondere samenwerking inspireerde hem. Er moet veel onderling vertrouwen zijn bij hen. Het werd hem duidelijk dat de vlieger moet vliegen en de vanger moet vangen. Wij zijn de vliegers, God is de vanger. Die rollen moeten we niet verwisselen. Leven kun je pas in het vertrouwen dat God er voor je zal zijn. Zijn leven lang heeft Henri gezocht naar het antwoord op de vraag: Wie ben ik? Wat is mijn identiteit? Hij kwam thuis na de bestudering van het schilderij van Rembrandt over de terugkeer van de verloren zoon. Hij ontdekte dat de Vader ook tegen hem zegt en tegen u en mij: Jij bent mijn geliefde zoon/dochter.
Een volle agenda, maar niet druk Het was een zeer inspirerende avond georganiseerd over Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijkse leven. Het was een interactieve avond met 16 deelnemers, die geleid werd door Margreet Bijnagte uit Putten Meer dan vijftien eeuwen is de leefregel van Benedictus (480-547) een bron van wijsheid, uitdaging, inspiratie, steun en troost voor mannen en vrouwen, ongeacht of zij in een klooster leven of daarbuiten of dat ze geconfronteerd worden met de problemen van alledag. Ook vandaag zijn de diepe inzichten van Benedictus nog verrassend actueel. Wat onze levensomstandigheden ook zijn, de praktische en nuchtere kijk van Benedictus op het leven stelt ons in staat om evenwicht te vinden in geest, ziel en lichaam, en meer tot ons recht te komen als mens. Benedictijnse mensvisie: Wij kunnen blijven ontwikkelen en groeien. Mens-zijn is geen toestand, maar een opdracht, een groeiproces. Haast je daarom om te doen wat bij jouw natuur past. Pak je taak van mens-zijn op. Er kwam o.a. aan de orde dat het erom gaat dat je het alledaagse in alle eenvoud en met aandacht en toewijding doet. Je wijdt je aan een bepaalde taak en dat gaat het beste, als je niet tegelijkertijd aan ‘gisteren’ of aan ‘zo meteen’ denkt: je bent op dat moment met heel je aandacht bij die taak. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen belangrijke en onbelangrijke taken: voor benedictijnen is het werken op het land of in de keuken net zo belangrijk als het zingen en bidden in de kapel: in alles wat je doet kun je ‘God prijzen’. Doe alles met mate. Benedictus heeft de deugd van de matigheid hoog staan. Studeer, bid, werk, eet, slaap... maar doe het mate, met regelmaat en met bewust ingebouwde momenten van ontspanning. Het kloosterritme kan heilzaam werken. Alles op zijn tijd. Tijd is een dagelijks geschenk. Het blijft oefenen en we blijven beginnelingen, zegt Benedictus. Belangrijke vaardigheden moeten we blijven oefenen: De kunst van het beginnen (niet uitstellen) De kunst van het ophouden De kunst van de juiste balans tussen beginnen en ophouden De kunst om respectvol rekening te houden met het ritme van de dag De avond werd gehouden op 21 januari in de Spreng.
Themamiddag rond Dementie. Er waren 17 deelnemers bij deze middag op 20 februari 2014 in “Overweide”. Ds. Annemarieke van der Woude gaf een lezing over dementie en de omgang met dementerende mensen. Na de lezing was er volop gelegenheid om met elkaar in gesprek te gaan. De meeste belangstellenden waren ervaringsdeskundigen en hadden behoefte aan achtergrond informatie en advies. Ds. Van der Woude illustreerde de theorie met verhalen uit de praktijk die voor velen herkenbaar waren. Ze maakte duidelijk dat dementie een complex van verschijnselen kent. Het gaat om verstoorde inprenting (nieuwe informatie is snel vergeten) en om een opgerold geheugen (herinneringen uit het verleden zijn er nog, maar zaken gaan wel door elkaar lopen zoals eigen kinderen en broers en zussen). Ook legde ze uit dat dementie een paraplu is waaronder verschillende andere ziekten van de hersenen een plaats hebben, zoals Alzheimer (iemand glijdt langzaam af, ervaart meestal weinig lijden), Vasculaire dementie (helderheid en verwarring wisselen elkaar af), Louis body (gaat gepaard met lichamelijke stijfheid, is vaak achterdochtig) en frontotemporale dementie (komt vaak al op jongere leeftijd voor, vaak volledige ontremming) Deze laatste vorm van dementie is zeer zwaar voor de omgeving. Vervolgens ging zij in op de omgang met dementerenden. Het is een groot verschil of je vrijwilliger bent of partner. De partner vergelijkt voortdurend met hoe hij/zij was, de vrijwilliger neemt waar zoals hij/zij nu is en is daardoor vrijer in de omgang. Voor een partner is het drie keer rouwen. Eerst bij de diagnose, vervolgens bij een opname in een verpleeghuis en dan bij het sterven. Belangrijk voor een partner is om ook aan zichzelf te denken anders is het niet vol te houden. Schroom niet om hulp in te roepen. Het is zeer zwaar om een dementerende 24/7 te moeten begeleiden. Ds Van der Woude adviseerde om steeds te bedenken dat de dementerende ziek is. Dit betekent dat de aanpassing van de gezonde mens moet komen. Het beeld van de gezonde mens die de dementerende eens was moet worden losgelaten. Er zal moeten worden gezocht naar een manier van omgaan die aansluit bij de situatie van de dementerende. Zoals gezegd, een boeiende middag waarbij de deelnemers ook elkaar informeerden en vragen stelden.
Leven en lijden van Vincent van Gogh Een brede informatieve avond over de persoon Vincent van Gogh, ingeleid en uitgewerkt door Marijke Alkema. Aan de hand van dia’s gemaakt van zijn werk kregen wij een indruk van deze aan het leven lijdende man. Geboren in Zundert, maar daarna vertrokken naar Arles en Parijs was Vincent een gedreven enthousiaste man, met een ‘heilig’ moeten voor het schilderen. Hij is altijd bezig en praat veel, waar zijn broer Theo, die twee jaar met hem samenwoont het niet gemakkelijk mee heeft. Vincent wilde graag wat betekenen voor zijn medemens, dat betekende ook dat hij het kleine beetje geld wat hij verdiende ook zo weer weggaf. Vincent is onder de indruk van het harde plattelandsleven, schildert dit vaak, o.a. het beroemde “aardappeleters”, maar schildert ook bekende schilders na zoals Millet en Delacroix. De vriendschap met de schilder Gaugin heeft ook veel invloed op Vincent gehad. Hij leeft nog een tijd in Engeland, waar hij huisleraar wordt en soms hulpprediker is. De Bijbel is voor hem dan heel belangrijk en hij gaat er op een fanatieke manier mee om. Hij vindt dat hij mensen moet kunnen troosten. Doet een theologische studie (komt uit een familie van dominees), maar dit lukt hem niet. Hij werkt een tijd in Belgie in het kader van evangelisatie, maar trekt zich dan het lot van de mijnwerkers zo aan, dat hij er aan onderdoor gaat. Komt in een psychiatrisch ziekenhuis terecht waar hij ook weer gaat schilderen. In een later gedeelte van zijn leven leeft hij samen met een publieke vrouw, en haar kind, en zorgt op zijn manier voor haar. Van Gogh wil zoveel en vooral wat betekenen voor anderen, maar kan zelf het leven eigenlijk niet aan. Het was een indrukwekkend betoog op deze avond, waar ongeveer 20 deelnemers luisterden naar het verhaal van deze grenzeloze, bijzondere man wiens schilderijen na zijn dood zulke kapitalen opbrengen.