Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Attitudeonderzoek afstuderen
Uit de Kerk naar de Koopjes!
Mark Prijs Augustus 2006
2
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Attitudeonderzoek afstuderen Doctorale fase
Uit de Kerk naar de Koopjes! Mark Prijs Studentnummer: 839322
Accent Grave v.o.f. / www.shoppenopzondag.nl
Augustus 2006 Verkorte opleiding Bedrijfseconomie voor HEAO-CE Afstudeerrichting Services & Retail Marketing Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Departement Marketing Universiteit van Tilburg
Afstudeerbegeleiders: De heer drs. M.P.J. Vincken (Universiteit van Tilburg) Mevrouw K.B. van Tiggelen (Accent Grave v.o.f./www.shoppenopzondag.nl)
Management Summary
3
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Er bestaat een vermoeden bij Accent Grave v.o.f./www.shoppenopzondag.nl dat er steeds meer vraag is naar shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel in Nederland. Daarom is de volgende probleemstelling geformuleerd:
“Om in de toekomst openstelling van winkels op koopzondagen binnen de bijbelgordel in Nederland te promoten, is meer inzicht nodig in de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel in Nederland.”
De bijbelgordel loopt globaal van de Zeeuwse eilanden via het rivierengebied van de provincies Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en deels ook Noord-Brabant naar de Veluwe en vervolgens naar Overijssel. De bijbelgordel is een aanduiding voor bepaalde streken in Nederland waar relatief veel bevindelijk gereformeerden (een religieuze groepering van christenen) wonen. De bevindelijk gereformeerden zijn maar een relatief kleine groep binnen de bijbelgordel, maar nemen wel een centrale plaats in en hebben een duidelijke geldingsdrang. Na enkele selecties zijn 54 van de in totaal 122 gemeenten binnen de bijbelgordel geselecteerd waarvoor de resultaten representatief zijn.
Het praktische onderzoek is opgebouwd aan de hand van de Theory of Planned Behavior van Icek Ajzen, waarin behavior beliefs, normative beliefs en control beliefs een grote invloed hebben op de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Er is eerst bij 10 respondenten woonachtig binnen de bijbelgordel een persoonlijk diepte-interview gehouden, waaruit een aantal belangrijke argumenten voor en tegen shoppen op koopzondagen naar voren zijn gekomen voor. Deze argumenten zijn omgezet in beliefs en samen met enkele punten uit het literatuuronderzoek door middel van een straatenquête bij 271 respondenten getoetst voor de populatie binnen de 54 geselecteerde gemeenten. De 271 straatenquêtes zijn verzameld in Barneveld, Bodegraven, Oldebroek en Veenendaal. Er zijn in de straatenquête 10 meerkeuzevragen, vijf stellingvragen, twee dichotome vragen en twee open vragen gesteld. De stellingvragen zijn gemeten op een zevenpunts Likert schaal met positieve en negatieve stellingen. Het cijfer 1 staat hierbij over het algemeen voor “heel erg mee oneens” en het cijfer 7 voor “heel erg mee eens”. Er is bij de analyses eerst factoranalyse toegepast, waardoor de data is gereduceerd en overzichtelijker is geworden. Bij de factoranalyse zijn voor de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel vier factoren en voor de gedragsintentie 4
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel zes factoren vastgesteld. Daarna is onder andere meervoudige en logistische regressieanalyse uitgevoerd.
Er is geconstateerd dat 56,8 procent van de geselecteerde populatie een (gemengde) negatieve attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel heeft, dat 19,9 procent een neutrale attitude heeft en dat 23,2 procent een (gemengde) positieve attitude heeft. De algemene attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel is gemiddeld beoordeeld met 3,10. De algemene attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel is gemengd negatief. De factor “vrijetijdsbesteding / vermaak” heeft de meeste invloed op de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel, gevolgd door respectievelijk de factor “tijdsinvloed”, de factor “sociale controle” en de factor “werk / activiteiten”.
Tevens is er geconstateerd dat 57,2 procent van de geselecteerde populatie niet wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel en dat 42,8 procent wel wil shoppen. Gemiddeld willen de “wel shoppers” 8,2 keer per jaar shoppen op een koopzondag. De algemene gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel is dat de geselecteerde populatie niet wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. De factor “vrijetijdsbesteding / vermaak” heeft de meeste invloed op de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel, gevolgd door respectievelijk de factor “sociale controle”, de factor “tijdsinvloed” en de factor “werkomgeving”.
Een aanbeveling aan de retail en de betreffende gemeenten binnen de bijbelgordel is, om ongeveer zes koopzondagen per jaar in te stellen en dit een jaar te proberen. Tevens kan geprobeerd worden de argumenten aan te pakken die een negatieve attitude veroorzaken en de argumenten die een positieve attitude veroorzaken te versterken. Dit kan door bijvoorbeeld jongeren binnen de bijbelgordel in een reclamecampagne “warm te maken” voor een koopzondag door een reclamespotje op televisie of door een advertentie. Door dit onderzoek is meer inzicht verkregen in de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel en is de probleemstelling opgelost.
Voorwoord
5
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Wat in september 2003 begon als een nieuw avontuur eindigt vandaag, donderdag 31 augustus 2006, met de voor u liggende doctoraalscriptie ter afronding van mijn studie Services & Retail Marketing aan de Universiteit van Tilburg. Vandaag is de laatste dag dat het mogelijk is voor deze opleiding een doctoraaldiploma te halen. Dit maakt de afronding extra speciaal, omdat “het laatste moment” als rode draad door mijn studietijd loopt.
Het was de afgelopen acht maanden niet altijd even gemakkelijk door mijn in maart 2006 opgelopen knieblessure. Omdat naast mijn studie, werk en sociale leven altijd erg veel tijd is uitgegaan naar sporten, is de invulling van mijn leven het afgelopen half jaar heel anders geweest dan normaal en dat is mijn humeur en zelfvertrouwen zeker niet ten goede gekomen. Maar met de afronding van mijn studie en de laatste operatie aan mijn knie in het vooruitzicht zal alles hopelijk toch weer letterlijk en figuurlijk op z’n pootjes terecht komen.
Het klinkt cliché, maar de afronding van mijn studie was nooit zonder hulp en steun van een aantal mensen tot stand gekomen. Ten eerste wil ik mijn hoofdsponsors, mijn ouders, bedanken voor alle steun en liefde in de afgelopen jaren. Ook mijn vriendin Femke Pottinga heeft mij met name het afgelopen jaar erg ondersteund en de motivatie gegeven om niet op te geven. Daarnaast wil ik graag mijn (studie)vrienden Bert Bakker en Arian Smal bedanken voor de gezellige en succesvolle studietijd. Ook mijn overige vrienden wil ik bedanken voor de gezellige tijd naast mijn studie. Vervolgens wil ik ook mijn begeleider vanuit de Universiteit van Tilburg, de heer drs. Mark Vincken, bedanken voor de tijd en energie die hij in mijn onderzoek heeft gestoken en de prettige samenwerking. Tevens wil ik de tweede lezer voor de beoordeling van mijn scriptie, de heer drs. Peter Kempe, graag bedanken voor zijn inspanningen. Ten slotte wil graag mijn begeleidster Kerstin van Tiggelen van Accent Grave v.o.f. bedanken voor het aanbieden van dit onderzoek om mijn opgedane theoretische kennis in de praktijk te kunnen brengen en voor de prettige samenwerking. Hartelijk dank allemaal!
Sint-Pancras, augustus 2006
Mark Prijs (Tel.: 072-5624786 / Email:
[email protected])
Inhoudsopgave
6
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Titelpagina
2
Management Summary
3
Voorwoord
5
Inhoudsopgave
6
1.
Inleiding
9
§1.1
9
Accent Grave v.o.f. / www.shoppenopzondag.nl en de Universiteit van Tilburg
2.
3.
§1.2
Probleemaanduiding, doel van het onderzoek en afbakening
9
§1.3
Toevoeging aan de bestaande literatuur
13
§1.4
Probleemstelling en onderzoeksvragen
14
§1.5
Onderzoeksopzet
15
§1.6
Structuur van de scriptie
16
De bijbelgordel en wetgeving koopzondag
17
§2.1
Godsdiensten in Nederland
17
§2.2
De bijbelgordel in Nederland
19
§2.3
Het sociale leven binnen de bijbelgordel
24
§2.4
Wetgeving met betrekking tot de koopzondag
25
§2.5
Relevante krantenartikelen
26
Theoretisch kader en relevante onderwerpen in de literatuur
28
§3.1
Theory of Planned Behavior
28
§3.1.1 Attitude ten aanzien van het gedrag
30
§3.1.2 Subjectieve / sociale norm
32
§3.1.3 Ervaren controle over het gedrag
34
§3.1.4 Gedragsintentie en gedrag
35
§3.1.5 Onderlinge samenhang
36
§3.2
Religie en consumenten
37
§3.3
Koopzondagen
39
§3.4
Consequenties met betrekking tot field research
42
7
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
4.
Onderzoeksopzet
44
§4.1
Onderzoekstypen
44
§4.2
Kwalitatief vooronderzoek
45
§4.2.1 Materiaal, deelnemers en werkwijze
46
§4.2.2 Conclusie
46
Kwantitatief onderzoek
47
§4.3.1 Materiaal en werkwijze
47
§4.3.2 Operationalisatie vragenlijst
47
§4.3.3 Selectie respondenten en steekproefgrootte
49
§4.3.4 Dataverwerking
50
Demografische kenmerken
50
§4.4.1 Verdeling naar geënquêteerde gemeenten
51
§4.4.2 Verdeling naar geslacht
51
§4.4.3 Verdeling naar leeftijd
51
§4.4.4 Verdeling naar religie en kerkbezoek
52
§4.4.5 Verdeling naar overige demografische kenmerken
53
§4.3
§4.4
5.
Analyse en onderzoeksresultaten
54
§5.1
Significante verschillen tussen wel en niet religieuzen
54
§5.1.1 Gedrag
55
§5.1.2 Gedragsintentie
56
§5.1.3 Attitude
56
§5.1.4 Gevolgen
57
§5.1.5 Invulling zondag
57
§5.1.6 Beliefs
58
Factoranalyse
59
§5.2.1 Assumpties en gebruikte methoden factoranalyse
60
§5.2.2 Factoren bepalen en interpretatie
60
Meervoudige regressieanalyse
62
§5.3.1 Assumpties meervoudige regressieanalyse
62
§5.3.2 Gebruikte methoden
63
§5.3.3 Interpretatie
63
Logistische regressieanalyse
66
§5.2
§5.3
§5.4
8
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§5.5 6.
§5.4.1 Assumpties logistische regressieanalyse
66
§5.4.2 Gebruikte methoden
66
§5.4.3 Interpretatie
67
Significante verschillen tussen demografische kenmerken
70
Conclusies, limitaties, aanbevelingen aan de retail en gemeenten en
73
aanbevelingen voor vervolgonderzoek §6.1
Conclusies
73
§6.2
Limitaties
76
§6.3
Aanbevelingen aan de retail en gemeenten
77
§6.4
Aanbevelingen voor vervolgonderzoek
78
Literatuurlijst
80
Verwijzing figuren
88
Bijlagen
1
I
1. Betrouwbaarheid encyclopedie Wikipedia
II
2. Gemeenten binnen de bijbelgordel
III
3. Afvallers door koopzondagen
V
4. Afvallers door geografische ligging
VI
5. Afvallers door lijst www.shoppenopzondag.nl
VII
6. Gemeenten die participeren in het onderzoek
VIII
7. Persoonlijk diepte-interview, gespreksverslagen en conclusie
X
8. Kwantitatief onderzoek – Straatenquête
XLII
9. Output SPSS demografische kenmerken
XLVI
10. Output SPSS significante verschillen tussen wel en niet religieuzen
XLIX
11. Output SPSS factoranalyse
LV
12. Output SPSS meervoudige regressieanalyse
LXIII
13. Output SPSS logistische regressieanalyse
LXVII
14. Output SPSS significante verschillen tussen demografische kenmerken
LXX
Inleiding
9
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
In dit eerste hoofdstuk wordt de inleiding van het onderzoek beschreven. In de eerste paragraaf worden de opdrachtgevers voorgesteld en in paragraaf twee worden de probleemaanduiding, doel van het onderzoek en afbakening geschetst. In paragraaf drie vindt u de toevoeging aan de bestaande literatuur. Vervolgens worden de probleemstelling en de bijbehorende onderzoeksvragen beschreven in paragraaf vier, waarna de onderzoeksopzet wordt toegelicht in paragraaf vijf. Ten slotte wordt de structuur van de scriptie onder de aandacht gebracht in paragraaf zes.
§1.1
Accent Grave v.o.f. / www.shoppenopzondag.nl en de Universiteit van Tilburg
De opdrachtgevers voor dit onderzoek zijn Accent Grave v.o.f. / www.shoppenopzondag.nl en de Universiteit van Tilburg. Accent Grave v.o.f. is gericht op bedrijfscommunicatie, marketingcommunicatie
en
interne
communicatie.
Zij
bedenken
en
ontwikkelen
(deel)campagnes op het gebied van reclame, maar ook op het gebied van voorlichting of personeelswerving. Grote klanten van de afgelopen jaren zijn Albert Heijn, Milieudefensie, ING Bank, DSM, de gemeente Amsterdam, Digitenne en de Betuweroute. Het bedrijf wordt geleid door mevrouw Kerstin van Tiggelen en mevrouw Els Zeestraten.
Een project van Accent Grave v.o.f. is www.shoppenopzondag.nl. Deze website is bedoeld voor zowel consumenten als retailers. De website vervult een soort brugfunctie tussen beiden. Er wordt informatie aangeboden voor consumenten over winkels die geopend zijn op werkdagen. Ook winkellocaties en gemeenten waar de consument op koopzondagen en koopfeestdagen welkom is, worden gepromoot. Daarnaast worden er diverse nieuwsitems over shoppen en over bepaalde producten gepubliceerd. De retailers kunnen op de website aangeven op welke koopzondagen en / of koopfeestdagen zij geopend zijn. Deze scriptie zal worden opgenomen in de retailbibliotheek van www.shoppenopzondag.nl alsmede in de scriptiedatabank van de Universiteit van Tilburg.
§1.2
Probleemaanduiding, doel van het onderzoek en afbakening
In Nederland bestaat in sommige delen van het land de mogelijkheid om op bepaalde zondagen te shoppen. Sinds de Winkeltijdenwet van 1 juni 1996 is de koopzondag ingevoerd. Uit een door RTL Z (2006) aangehaald onderzoek van het Ministerie van Economische Zaken (2006) blijkt dat twee van de drie Nederlanders tevreden zijn over de mogelijkheden om op zondag te kunnen shoppen. Uit een door Digitaal Erfgoed Nederland (2005) aangehaalde studie van TNO (2005) blijkt dat consumenten steeds minder vrije tijd hebben. De 10
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
koopzondag kan daarom een oplossing zijn voor druk bezette consumenten om toch te kunnen shoppen in hun spaarzame vrije tijd. Onder shoppen wordt in dit onderzoek “het bezoeken van een winkel of meerdere winkels” verstaan.
Sinds de Winkeltijdenwet uit 1996 mogen gemeenten maximaal 12 zondagen ontheffing verlenen. Daarnaast mogen zogenaamde toeristische gemeenten iedere zondag open zijn. De zondagontheffingen
resulteren
in
twee
soorten
openstellingen:
koopzondagen
en
koopfeestdagen. In dit onderzoek ligt de focus op koopzondagen. Er zijn nog veel gemeenten die geen koopzondagen hebben vastgesteld en dus het hele jaar op zondag gesloten zijn. Sommige
om
de
simpele
reden
dat
hiervoor
geen
verzoeken
vanuit
de
winkeliers(verenigingen) zijn gekomen, andere om confessionele redenen1 of principiële redenen vanuit gemeenten. In de bijbelgordel zijn relatief veel gemeenten zonder koopzondagen.
Het vermoeden bestaat bij Accent Grave v.o.f. dat veel (niet religieuze of minder religieuze) consumenten woonachtig binnen gemeenten in de bijbelgordel in Nederland, waar in veel gemeenten geen koopzondagen zijn, regelmatig op koopzondagen gaan shoppen in andere gemeenten binnen of buiten de bijbelgordel. Maar misschien zouden deze consumenten op zondagen wel dichterbij binnen de bijbelgordel willen shoppen, maar is hier gewoonweg geen mogelijkheid voor? Gekoppeld aan het feit dat de bevindelijk gereformeerden2 woonachtig binnen de bijbelgordel steeds gemakkelijker omgaan met de besteding van de zondag (Dekker & Janse 2001), liggen hier in de toekomst dan ook eventueel kansen voor de retail. Daarom is het belangrijk een duidelijk beeld te verkrijgen van de attitude en de gedragsintentie van de consumenten in deze regio ten aanzien van shoppen op koopzondagen, zodat de kansen in de toekomst eventueel benut kunnen worden.
Om een duidelijk beeld te verkrijgen van het bovenstaande, is onderzoek nodig. Een type onderzoek dat hiervoor uitermate geschikt is, is een attitudeonderzoek. Door meer kennis en inzicht in de “beliefs” (overtuigingen) met betrekking tot shoppen op koopzondagen van consumenten binnen de bijbelgordel te verkrijgen, kan duidelijkheid verschaft worden of consumenten in de toekomst wel of niet op koopzondagen zouden willen gaan shoppen binnen de bijbelgordel. Dit onderzoek kan uitgevoerd worden door in een aantal gemeenten 1 2
Geloofsredenen. De religieuze groepering van christenen binnen de bijbelgordel in de Nederlandse samenleving.
11
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
binnen de bijbelgordel, waar geen koopzondagen zijn, door middel van kwalitatief vooronderzoek (persoonlijke diepte-interviews) gevolgd door kwantitatief onderzoek (straatenquêtes) vragen te stellen aan consumenten met betrekking tot dit onderwerp.
Het doel van dit onderzoek is om Accent Grave v.o.f. en de retailers en gemeenten binnen de bijbelgordel een beter inzicht te verschaffen in de attitude en de gedragsintentie van consumenten in de bijbelgordel en de daaruit voortvloeiende mogelijkheden en onmogelijkheden met betrekking tot het shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel. Daarnaast is het doel van dit onderzoek om openstelling van winkels op zondagen binnen de bijbelgordel in de toekomst eventueel te promoten.
Dit onderzoek concentreert zich op gemeenten met een volledige afwezigheid van koopzondagen door confessionele redenen of principiële redenen. Daarnaast beperkt dit onderzoek zich tot de zogenaamde “bijbelgordel” in Nederland, die globaal loopt van de Zeeuwse eilanden via het rivierengebied van de provincies Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en deels ook Noord-Brabant naar de Veluwe en vervolgens naar Overijssel. De bijbelgordel is een aanduiding voor bepaalde streken in Nederland waar relatief veel bevindelijk gereformeerden wonen. Een exacte omschrijving van de bijbelgordel is echter nergens bekend. Politiek zijn de bevindelijk gereformeerden georganiseerd binnen de Staatkundig Gereformeerde Partij (Wikipedia3 2006). Aan de hand van het stemgedrag van SGP-stemmers met betrekking tot de laatste Tweede Kamer verkiezingen van 22 februari 2003 kan een grafische weergave gegeven worden van de bijbelgordel. In dit onderzoek wordt deze weergave dan ook gebruikt als afbakening van de bijbelgordel. In figuur 1.1 op pagina 12 is de bijbelgordel middels een grafische weergave van het aantal SGP-stemmers met betrekking tot de Tweede Kamer verkiezingen van 22 februari 2003 weergegeven.
Figuur 1.1 - De bijbelgordel middels het stemgedrag van SGP-stemmers met betrekking tot de Tweede Kamer verkiezingen van 22 februari 2003 (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 2003).
3
Voor de betrouwbaarheid van encyclopedie Wikipedia als bron, zie bijlage 1.
12
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
De percentages van het aantal kiesgerechtigden (1 – 5 procent, 5 – 10 procent, 10 – 15 procent, 15 – 30,4 procent), die licht tot donker rood zijn gearceerd, zijn in dit onderzoek meegenomen als gemeenten binnen de bijbelgordel.
Dit onderzoek concentreert zich zowel op funshoppen als op een bepaalde vorm van runshoppen. Onder funshoppen kan volgens Gorter, Nijkamp & Klamer (2003) recreatief of hedonisch (genietend) shoppen worden verstaan. Funshoppen is shoppen omdat de consument het wil, vaak gezellig met vrienden. Hierbij heeft de consument van te voren niet specifiek het product in gedachte, maar kan de consument wel de intentie hebben om iets te kopen. Een noodzaak om het product direct te hebben is er echter niet. Een voorbeeld is dat de consument een paar schoenen zou willen hebben, maar nog niet precies weet welke schoenen en waar de schoenen te kopen. De consument heeft niet per se iets nodig, maar het kan zijn dat de consument tegen iets leuks aanloopt.
Onder runshoppen kan volgens Gorter et al. (2003) functioneel economisch of praktisch en efficiënt shoppen worden verstaan. Runshoppen is shoppen omdat het moet, de consument heeft het nodig. De consument wil hier relatief weinig tijd aan besteden en er kan sprake zijn van een bepaalde mate van noodzaak. Niet alleen boodschappen doen valt onder runshoppen. Als een consument bijvoorbeeld precies weet wat voor soort schoenen hij / zij wil kopen en weet waar deze schoenen te koop zijn, deze schoenen koopt en weer naar huis gaat, valt dat
13
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
ook onder runshoppen. Met het boodschappen doen bij een supermarkt wordt in dit onderzoek geen rekening gehouden, met de overige mogelijkheden van runshoppen wel.
Los van de vraag of er ooit een structurele koopzondag komt binnen de bijbelgordel, heeft elke retailer zelf het beste inzicht in zijn / haar eigen financiële situatie en kan zo zelf het beste beoordelen of een koopzondag rendabel kan zijn. Daarom richt dit onderzoek zich alleen op de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel. Ook wordt geen rekening gehouden met het feit of de retailers binnen de bijbelgordel wel een koopzondag willen. Opvattingen van retailers en gemeenten worden dan ook buiten beschouwing gelaten in het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek. Ten slotte wordt ook geen rekening gehouden met de algemene gesteldheid van de economie in Nederland.
§1.3
Toevoeging aan de bestaande literatuur
In de bestaande literatuur is in de Verenigde Staten al beperkt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten van religie op shoppen op zondag en de effecten van religie op koopgedrag. Een voorbeeld hiervan is het artikel “Effects of religiousness on Sunday shopping and outshopping behaviours: a study of shopper attitudes and behaviours in the American South” (1997) door Judy A. Siguaw & Penny M. Simpson. Naar koopzondagen is ook al enig wetenschappelijk onderzoek gedaan door bijvoorbeeld Dale L. Varble in het artikel “Sunday shopping and promotion possibilities” (1976). Ten slotte zijn al door diverse auteurs de begrippen attitude en gedragsintentie onderzocht. Een voorbeeld hiervan is het artikel “The Theory of Planned Behavior” (1991) van Icek Ajzen. Er is echter nog weinig tot geen onderzoek gedaan naar de relatie tussen koopzondagen en de bijbelgordel in Nederland. Nederland is een ander land en heeft een andere cultuur dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Dit onderzoek kan derhalve een waardevolle toevoeging zijn aan de bestaande literatuur en bestaand praktijkonderzoek binnen het vakgebied Marketing.
§1.4
Probleemstelling en onderzoeksvragen
Uit de probleemaanduiding kan de volgende probleemstelling worden geformuleerd: 14
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
“Om in de toekomst openstelling van winkels op koopzondagen binnen de bijbelgordel in Nederland te promoten, is meer inzicht nodig in de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel in Nederland.”
De probleemstelling wordt ondersteund door een aantal onderzoeksvragen, die de belangrijkste lading dekken per aangegeven hoofdstuk:
1)
Wat is de bijbelgordel precies? Welke algemene kenmerken zijn te onderscheiden met betrekking tot de inwoners van gemeenten binnen de bijbelgordel? Wat houdt de inwoners van de bijbelgordel bezig op een zondag? (Hoofdstuk 2)
2)
Wat staat er in de wet beschreven over koopzondagen in Nederland? (Hoofdstuk 2)
3)
Wat is de Theory of Planned Behavior en hoe kan dit model geïmplementeerd worden in dit onderzoek? Wat is een attitude en een gedragsintentie en waar bestaan deze uit? (Hoofdstuk 3)
4)
Wat is er in de literatuur bekend over koopzondagen en het effect van religie op koopzondagen? Wat is het effect van religie op het koopgedrag en / of op de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op zondag? (Hoofdstuk 3)
5)
Wat zijn de gevolgen voor het doordeweekse en / of zaterdag bezoek van een consument wanneer een winkel besluit om op zondag open te gaan? (Hoofdstuk 5)
6)
Wat is de attitude en de gedragsintentie van consumenten binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op een koopzondag en is dit verschillend voor wel en niet religieuze consumenten? Willen consumenten wel of niet een koopzondag binnen hun 15
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
gemeente of regio in de bijbelgordel en hoe vaak willen consumenten dan eventueel een koopzondag binnen hun gemeente of regio in de bijbelgordel? (Hoofdstuk 5)
7)
Wat zijn de belangrijkste mogelijkheden en onmogelijkheden met betrekking tot het opstarten van koopzondagen binnen de bijbelgordel? (Hoofdstuk 6)
§1.5
Onderzoeksopzet
Om de attitude en de gedragsintentie van consumenten binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op koopzondagen te achterhalen, dient eerst een literatuurstudie naar raakvlakken met dit onderwerp gedaan te worden. De literatuurstudie dient onder andere raakvlakken te hebben met wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de begrippen “beliefs, attitude en gedragsintentie” en “koopzondagen en religie”.
Na het desk research kan vervolgens kwalitatief vooronderzoek verricht worden om via persoonlijke diepte-interviews met 10 consumenten binnen de bijbelgordel duidelijk te bepalen welke beliefs met betrekking tot het shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel van toepassing kunnen zijn voor het kwantitatieve onderzoek. Hierbij ligt de focus op volwassenen en worden jongeren uitgesloten, omdat volwassenen het vermogen hebben volledig te kunnen antwoorden en kunnen beslissen om wel of niet op koopzondagen te shoppen.
Daarna kunnen via kwantitatief onderzoek de belangrijkste beliefs getoetst worden, kunnen de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel achterhaald worden en kan bepaald worden of consumenten koopzondagen binnen hun gemeente of regio in de bijbelgordel willen. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van straatenquêtes, die doordeweeks binnen vier gemeenten bij 271 respondenten worden afgenomen. Ook hierbij is de doelgroep volwassenen.
§1.6
Structuur van de scriptie
Hoofdstuk één dient in deze scriptie als inleiding. In hoofdstuk twee wordt achtergrond informatie gegeven over de bijbelgordel en de wetgeving met betrekking tot koopzondagen. 16
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
In hoofdstuk drie komen wetenschappelijke literatuur en onderzoek aan bod, die raakvlakken hebben met de probleemstelling en met de onderzoeksvragen. In hoofdstuk vier wordt vervolgens de onderzoeksopzet weergegeven. De analyse en onderzoeksresultaten worden daarna in hoofdstuk vijf weergegeven en in hoofdstuk zes komen de conclusies, limitaties, aanbevelingen aan de retail en gemeenten en aanbevelingen voor vervolgonderzoek aan de orde. Ten slotte wordt de gebruikte literatuur in de literatuurlijst en de verwijzing naar figuren in de verwijzing figuren aangegeven en wordt er in de bijlagen allerlei ondersteunende informatie aangereikt.
Nu de introductie in het onderwerp en de aanleiding voor het onderzoek duidelijk zijn, zal in het tweede hoofdstuk allerlei relevante informatie omtrent de bijbelgordel en de wetgeving met betrekking tot koopzondagen verstrekt worden.
2
De bijbelgordel en wetgeving koopzondag
17
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
In dit tweede hoofdstuk wordt informatie verstrekt over godsdiensten, over de bijbelgordel en over de wetgeving met betrekking tot koopzondagen. Tevens worden relevante krantenartikelen besproken. Deze informatie dient ter verduidelijking van de geschetste probleemstelling. In dit hoofdstuk staan de volgende onderzoeksvragen centraal:
•
Wat is de bijbelgordel precies? Welke algemene kenmerken zijn te onderscheiden met betrekking tot de inwoners van gemeenten binnen de bijbelgordel? Wat houdt de inwoners van de bijbelgordel bezig op een zondag?
•
Wat staat er in de wet beschreven over koopzondagen in Nederland?
In de eerste paragraaf worden de godsdiensten in Nederland besproken en in paragraaf twee en drie wordt een uitleg gegeven over de bijbelgordel en haar inwoners in Nederland. In paragraaf vier wordt alle relevante informatie omtrent wetgeving met betrekking tot koopzondagen in Nederland weergegeven. Ten slotte worden in paragraaf vijf relevante krantenartikelen besproken.
§2.1
Godsdiensten in Nederland
De bevolkingsomvang op 1 januari 2006 in Nederland was 16.335.509 personen (Wikipedia 2006). Nederland was vroeger een christelijk land, maar is tegenwoordig een van de meest ontkerkelijkte landen in Europa. Ruim 40 procent van de bevolking, ongeveer 6.534.204 personen, rekent zich niet tot een kerkelijke gezindte. Er zijn veel verschillende religies onder de bijna 60 procent van de bevolking die zich wel tot een kerkelijke gezindte rekent. Het gaat hier om ongeveer 9.801.305 personen (CBS 2005). In Nederland is het christendom de grootste religie (Wikipedia 2006).
In 1971 was nog ongeveer 75 procent van de bevolking kerkelijk gezind tegen ongeveer 60 procent in 2002. Het aantal gereformeerden in Nederland is de laatste 31 jaar afgenomen en het aantal personen zonder kerkelijke gezindte in Nederland is de laatste 31 jaar toegenomen. Vanaf 1996 is de stijging van het aantal personen zonder kerkelijke gezindte echter verminderd (CBS 2005). Ook Dekker (1998) en Dekker & Janse (2001) zien een terugloop van de kerkgang en een verwereldlijking van het levenspatroon. In figuur 2.1 is de verschuiving van het aantal leden van een bepaalde kerkelijke gezindte in Nederland in de periode 1971 – 2002 grafisch weergegeven. 18
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur 2.1 - Verschuiving van het aantal leden van een bepaalde kerkelijke gezindte in Nederland in de periode 1971 – 2002 (Centraal Bureau voor de Statistiek 2005).
Relatief meer vrouwen dan mannen beschouwen zich als lid van een kerkelijke gezindte. Relatief meer ouderen dan jongeren zijn kerkelijk gezind, maar onder de gereformeerden is dit verschil in leeftijd te verwaarlozen (CBS 2005).
De stromingen binnen het christendom in Nederland zijn de Rooms-katholieke Kerk met ongeveer 5.000.000 leden, de Protestantse Kerk met ongeveer 2.500.000 leden, de verschillende kleine gereformeerde kerkgenootschappen met ongeveer 700.000 leden en een aantal verschillende kleinere marginale stromingen met ongeveer 455.411 leden. Andere godsdiensten in Nederland zijn de islamitische gemeenschap met naar schatting ongeveer 900.000 leden, de hindoeïstische gemeenschap met naar schatting ongeveer 100.000 leden, de boeddhistische gemeenschap met naar schatting ongeveer 80.000 leden en de joodse gemeenschap met naar schatting ongeveer 40.000 leden (Wikipedia 2006). In figuur 2.2 op pagina 19 is de verdeling van de verschillende religies over Nederland in de periode 2000 2003 weergegeven.
Figuur 2.2 - Verdeling van de verschillende religies over Nederland in de periode 2000 – 2003 (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 2005).
19
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Opvallend is, dat binnen de gebieden van de bijbelgordel geen extreme percentages van een religie te vinden zijn. Per regionale gemeente kan echter wel een extreem percentage van een bepaalde religie aanwezig zijn. Bijvoorbeeld in Urk, een bekende bijbelgordel gemeente. Hier werd het hoogste percentage SGP-stemmers met de laatste Tweede Kamer verkiezingen van 22 februari 2003 in Nederland gemeten (33,4 procent), terwijl in de rest van Flevoland gemiddeld 0,75 procent van de uitgebrachte stemmen voor de SGP was (RIVM 2003).
§2.2
De bijbelgordel in Nederland
De bijbel is het "heilige boek" van de christenen. De bijbelgordel is een aanduiding voor bepaalde streken waar relatief veel bevindelijk gereformeerden wonen, een religieuze groepering van christenen in de Nederlandse samenleving. Er wonen relatief veel streng gereformeerde kerkgangers (Wikipedia 2006). Binnen de gereformeerde gezindte bestaan allerlei groeperingen. De gereformeerde gezindte waartoe de bevindelijk gereformeerden behoren zijn de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en zij vormen het hart van de bevindelijk gereformeerde bevolkingsgroep. Deze groeperingen kenmerken zich door een grote mate van homogeniteit (Dekker 1998).
Er wonen in de bijbelgordel ongeveer 3.264.312 mensen (RIVM 2003). Het aantal bevindelijk gereformeerden binnen de bijbelgordel is volgens Wikipedia (2006) naar schatting 500.000. Volgens de websites van I-Africa Ziektekosten en Financiëlevragen.com (2005) gaat het ook om ongeveer 500.000 personen. Dat is 3,1 procent van de bevolking en 15,3 procent van de gehele bijbelgordel. Ongeveer 2.764.312 inwoners van de bijbelgordel behoren niet tot de
20
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
bevindelijk gereformeerden. Figuur 2.3 geeft de verdeling binnen de bijbelgordel weer tussen het percentage bevindelijk gereformeerden en het percentage niet bevindelijk gereformeerden.
Figuur 2.3 - Verdeling binnen de bijbelgordel tussen het percentage bevindelijk gereformeerden en het percentage niet bevindelijk gereformeerden. Verdeling binnen de bijbelgordel
15,3%
84,7%
Percentage bevindelijk gereformeerden binnen de bijbelgordel. Percentage niet-bevindelijk gereformeerden binnen de bijbelgordel.
Ongeveer 130.506 inwoners van de bijbelgordel stemden tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op de SGP. Hiervan wordt aangenomen dat zij tot de bevindelijk gereformeerden behoren. Dit is ongeveer 6,4 procent van het totale aantal uitgebrachte stemmen binnen de bijbelgordel. Naar schatting 369.494 inwoners van de bijbelgordel behoren wel tot de bevindelijk gereformeerden, maar hebben niet gestemd, waren niet kiesgerechtigd of stemden op een andere partij. De SGP behaalde bij deze verkiezingen landelijk 150.305 stemmen (RIVM 2003). Figuur 2.4 geeft de verdeling van het percentage stemmen binnen de bijbelgordel tijdens deze verkiezingen weer.
Figuur 2.4 - Verdeling van het percentage uitgebrachte stemmen binnen de bijbelgordel tijdens de Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003. Verde ling pe rce ntage uitgebrachte ste mmen binnen de bijbelgorde l 33,1%
17,5%
21,4%
17,1% 4,5% 6,4%
P e rc e nta ge uitge bra c hte s te m m e n o p he t CDA. P e rc e nta ge uitge bra c hte s te m m e n o p de P vdA. P e rc e nta ge uitge bra c hte s te m m e n o p de VVD. P e rc e nta ge uitge bra c hte s te m m e n o p de S GP . P e rc e nta ge uitge bra c hte s te m m e n o p de C hris te nUnie . P e rc e nta ge uitge bra c hte s te m m e n o p o ve rige pa rtije n.
Het CDA is de grootste politieke partij binnen de bijbelgordel en heeft ook een christelijke achtergrond. Ongeveer 90.845 inwoners van de bijbelgordel stemden op de ChristenUnie.
21
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Ook de ChristenUnie heeft in de bijbelgordel aanmerkelijk meer stemmen dan daarbuiten. Binnen de ChristenUnie zijn de vrijgemaakt gereformeerden georganiseerd, maar zij behoren niet noodzakelijkerwijs tot de bijbelgordel. Naar schatting 1.424.044 inwoners van de bijbelgordel rekenen zichzelf tot een andere stroming binnen het christendom of een andere religie dan het christendom. Het aantal niet religieuze inwoners binnen de bijbelgordel is naar schatting 1.340.268 inwoners (RIVM 2003). Figuur 2.5 geeft een verdeling van de niet religieuzen over Nederland in de periode 2000 - 2002 weer. Opvallend is, dat de verschillende COROP-gebieden4 binnen de bijbelgordel allemaal 20 tot 50 procent niet religieuzen bevatten.
Figuur 2.5 - Verdeling van de niet religieuzen over Nederland in de periode 2000 – 2002 (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 2005).
In totaal behoren er in dit onderzoek 122 gemeenten in Nederland tot de bijbelgordel, wanneer gekeken wordt naar een relatief hoog percentage SGP-stemmers. Zie voor een opsomming van deze gemeenten bijlage 2.
Er zijn een aantal selectiecriteria opgesteld om te bepalen welke gemeenten in de bijbelgordel binnen het onderzoek vallen:
4
Een COROP-gebied is een gebied binnen Nederland dat deel uitmaakt van de COROP-indeling. De naam COROP staat voor Coördinatie Commissie Regionaal Onderzoeksprogramma. Elk COROP-gebied is een samenvoeging van gemeenten (RIVM 2003).
22
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
1)
Er mogen geen koopzondagen zijn in deze gemeenten in 2006, hoe beperkt deze openstelling ook is. Dit is gedaan om juist de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen van consumenten die nog niet bekend zijn met koopzondagen in hun gemeente te meten. Hierdoor vallen 48 gemeenten af. Er is uit gegaan van de online database van www.shoppenopzondag.nl en www.koopzondagen.net. Zie voor een opsomming van deze afvallers bijlage 3.
2)
De gemeenten moeten geografisch binnen of in verbinding liggen met de bijbelgordel. Outliers zijn uit het onderzoek geschrapt. Hierdoor vallen nog 10 gemeenten af. Zie voor een opsomming van deze afvallers bijlage 4.
3)
De gemeenten moeten koopzondagen afwijzen om confessionele of principiële redenen en niet om andere redenen. Via een vergelijking met een document van www.shoppenopzondag.nl, waarin staat waarom een gemeente koopzondagen afwijst, vallen nog 10 gemeenten af. Zie voor een opsomming van deze afvallers bijlage 5.
Na deze selectiecriteria zijn nog 54 gemeenten over. Deze gemeenten wijzen koopzondagen af om confessionele of principiële redenen. In bijlage 6 zijn de namen van deze 54 gemeenten weergegeven. Dit onderzoek zal verder betrekking hebben op deze 54 gemeenten. In deze 54 gemeenten wonen totaal 974.338 personen. Helaas is niet bekend hoeveel bevindelijk gereformeerden er per gemeente in Nederland zijn. Met de assumptie dat er een gelijke verdeling van het aantal bevindelijk gereformeerden over de gehele bijbelgordel is, kan echter uitgegaan worden van een schatting van ongeveer 149.241 bevindelijk gereformeerden en 825.097 niet bevindelijk gereformeerden binnen deze 54 gemeenten. Figuur 2.6 op pagina 23 geeft de verdeling binnen de 54 gemeenten weer tussen het aantal bevindelijk gereformeerden en het aantal niet bevindelijk gereformeerden.
Figuur 2.6 - Verdeling binnen de 54 gemeenten tussen het aantal bevindelijk gereformeerden en het aantal niet bevindelijk gereformeerden.
23
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Verdeling binnen de 54 gemeenten
149.241
825.097
Aantal bevindelijk gereformeerden binnen de 54 gemeenten.
Aantal niet-bevindelijk gereformeerden binnen de 54 gemeenten.
In deze 54 gemeenten stemden in totaal 64.015 inwoners op de SGP. Dat is ongeveer 10,3 procent van het totale aantal uitgebrachte stemmen van deze 54 gemeenten. Naar schatting 85.226 inwoners van deze 54 gemeenten behoren wel tot de bevindelijk gereformeerden, maar hebben niet gestemd, waren niet kiesgerechtigd of stemden op een andere partij. Ongeveer 37.442 inwoners van deze 54 gemeenten stemden op de ChristenUnie (RIVM 2003). Figuur 2.7 geeft de verdeling van het percentage uitgebrachte stemmen binnen de 54 gemeenten tijdens de Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 weer.
Figuur 2.7 - Verdeling van het percentage uitgebrachte stemmen binnen de 54 gemeenten tijdens de Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003. Verdeling percentage uitgebrachte stemmen binnen de 54 gemeenten 35,5% 18,7%
14,0%
15,5% 6,0%
10,3%
Percentage uitgebrachte stemmen op het CDA. Percentage uitgebrachte stemmen op de PvdA. Percentage uitgebrachte stemmen op de VVD. Percentage uitgebrachte stemmen op de SGP. Percentage uitgebrachte stemmen op de ChristenUnie. Percentage uitgebrachte stemmen op overige partijen.
Ongeveer 423.867 inwoners van deze 54 gemeenten rekenen zichzelf tot een andere stroming binnen het christendom of een andere religie dan het christendom. Het aantal niet religieuze inwoners binnen deze 54 gemeenten is naar schatting 401.230 inwoners (RIVM 2003).
24
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Binnen de 54 gemeenten wonen dus ongeveer 974.338 personen. Hiervan zijn 149.241 inwoners bevindelijk gereformeerd, 423.867 inwoners rekenen zich tot een andere stroming binnen het christendom of een andere religie dan het christendom en 401.230 inwoners zijn niet religieus (RIVM 2006). Figuur 2.8 geeft de verdeling tussen het percentage religieuze inwoners en het percentage niet religieuze inwoners binnen de 54 gemeenten weer.
Figuur 2.8 - Verdeling tussen het percentage religieuze inwoners en het percentage niet religieuze inwoners binnen de 54 gemeenten. Verdeling religieus / niet religieus
15,3%
41,2% 43,5%
Percentage bevindelijk gereformeerden.
§2.3
Percentage andere stroming / andere religie.
Percentage niet religieus.
Het sociale leven binnen de bijbelgordel
De bevindelijk gereformeerden zijn, zoals in figuur 2.8 te zien is, maar een relatief kleine groep binnen de bijbelgordel. Zij nemen echter wel een centrale plaats in en hebben een duidelijke geldingsdrang (Dekker & Janse 2001). Het sociale leven van de bevindelijk gereformeerden speelt zich veelal af binnen één groep met veel onderling contact. De inwoners komen elkaar vooral tegen in de kerk, school, verenigingsverband en in het werk. Veel bevindelijk gereformeerden leven volgens de bijbel, die zij als norm en bron van hun leven zien. De zondag is de centrale dag. Deze dag staat geheel in het teken van het eren van God en wordt gezien als rustdag. Twee keer gaan de bevindelijk gereformeerden op zondag naar de kerk. Het liefst wordt de zondag doorgebracht met het gezin. Op zondag worden er boeken gelezen, er wordt over godsdienstige zaken gesproken en er wordt gezongen en naar liederen geluisterd. De bevindelijk gereformeerden willen deze dag niet besteden om inkopen te doen of voor het uitgaansleven, dit wordt gezien als aantasting van de zondagsrust. Ook maken bevindelijk gereformeerden op deze dag over het algemeen geen gebruik van het openbaar vervoer, omdat zij er ook niet voor willen zorgen dat anderen wel op zondag werken. Exacte gegevens zijn hier echter niet van bekend (Wikipedia 2006; I-Africa Ziektekosten & Financiëlevragen.com 2005).
25
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
De bevindelijk gereformeerden ervaren de huidige cultuur als een gegeven, maar soms ook als een belasting. Zij bewaren een zekere afstand tot de buitenwereld. Dat wil overigens niet zeggen dat zij niet volledig functioneren in de maatschappij. De religieuzen van andere stromingen binnen het christendom en de niet religieuzen hebben hier echter een minder uitgesproken mening over en hebben over het algemeen een minder religieuze indeling of geen religieuze indeling van de zondag (Wikipedia 2006; I-Africa Ziektekosten & Financiëlevragen.com 2005).
Dekker & Janse (2001) stellen in tegenstelling tot Wikipedia, I-Africa Ziektekosten en Financiëlevragen.com, dat bevindelijk gereformeerden gemakkelijker omgaan met de besteding van de zondag. De tweede kerkdienst staat onder druk en er is een opmars van moderne ideeën. Godsdienstsocioloog Dekker (1998) schreef dat in de ethiek en maatschappelijke opvattingen bij bevindelijk gereformeerden grote verschuivingen gaande zijn en dat er nog voortgaande ontwikkelingen plaats zullen vinden. Dekker verwacht een aantasting van het kerkelijke leven, de godsdienstige opvattingen, de ethiek en het gedragspatroon.
§2.4
Wetgeving met betrekking tot de koopzondag
Per 1 juni 1996 is de Winkelsluitingswet veranderd in de Winkeltijdenwet. De verantwoording van openingstijden is bij lokale gemeenten geplaatst en er zijn ruimere regels voor openingstijden. De Winkeltijdenwet bepaalt wanneer en op welke tijden winkels geopend mogen zijn. Winkels mogen van maandag tot en met zaterdag tussen zes uur ’s morgens en 10 uur ’s avonds geopend zijn. Daarnaast kent de Winkeltijdenwet ontheffingsmogelijkheden voor opening van winkels buiten de normale openingstijden (Overheid.nl 1996). Voormalig minister van Economische Zaken Wijers zei in het artikel “Zondag van onschatbare waarde” van 20 juni 2003 in het Reformatorisch Dagblad dat niemand gedwongen moest zijn op zondag open te gaan, maar dat ook niemand gedwongen moest zijn op zondag zijn / haar zaak te sluiten. De Winkeltijdenwet heeft twee doelen. De wet dient ter bevordering van de rust van de winkeliers en de wet is gericht op eerlijke concurrentievoorwaarden voor winkeliers (Kremers, Gradus & Heijmans 1994). In de praktijk maken
winkeliersverenigingen
veel
afspraken
sluitingstijden (Jacobsen & Kooreman 2005).
26
over
collectieve
openingstijden
en
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
De gemeenteraad kan maximaal 12 zondagen per jaar aanwijzen waarop winkels geopend mogen zijn. Dit gebeurt meestal op verzoek van winkeliers en wordt soms bepaald door een Raadsbesluit, maar meestal door een besluit van het College van Burgemeester en Wethouders. Winkels in toeristische gemeenten mogen op grond van het toeristenartikel elke zondag open zijn, mits zij toestemming hebben van de gemeente (KvK 2006). Onder andere de religieuze basis van een gemeente, het aantal tweeverdieners, het aantal winkels, de grootte van een gemeente, de samenstelling van het College van Burgemeester en Wethouders en de verschillende culturen binnen een gemeente kunnen het aantal koopzondagen beïnvloeden (Gradus & Dijkgraaf 2004). In de bijbelgordel wordt de gemeentelijke politiek met betrekking tot winkelopeningen vaak beheerst door politieke partijen met een christelijke achtergrond.
Koopzondagen mogen alleen nog maar naar gebied worden toebedeeld, niet meer naar branche. Zeker in grotere gemeenten kan het handig zijn om het centrumgebied en de rest van de gemeente als afzonderlijke regio’s in te delen in verband met andere belangen voor winkeliers bij koopzondagen (KvK 2006). In de huidige Winkeltijdenwet is het consumentenbelang dienen de centrale doelstelling (Kremers et al. 1994).
§2.5
Relevante krantenartikelen
Koopzondagen zijn de laatste jaren veelvuldig in het nieuws geweest. Sommige groeperingen zijn voor een koopzondag en sommige groeperingen zijn tegen een koopzondag.
In het artikel “Koopzondag als splijtzwam” van 22 februari 2006 in het Reformatorisch Dagblad worden een aantal winkeliers uit Oud-Beijerland naar hun mening over koopzondagen gevraagd. De eigenaar van Bleijenberg Electro verklaart te worden geboycot door gelovige inwoners wanneer hij op zondag open gaat en dat personeel voor de zondag niet te krijgen is. Bovendien vindt hij zes dagen werken genoeg. De eigenaar van de Music Store is daarentegen positief over een koopzondag en zegt dat er een hoop positieve reacties van klanten zijn die eindelijk op zondag in het eigen dorp kunnen shoppen. Tevens moet hij wel open als de concurrentie ook open gaat. In het artikel “Oud-Beijerland promoot koopzondag” van 20 augustus 2005 in het Reformatorisch Dagblad vindt CDA-woordvoerder J. van Sintmaartensdijk consumenten de vergeten groep bij de discussie over een koopzondag.
Uit een door onderzoeksbureau B&A in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken uitgevoerde evaluatie van de Winkeltijdenwet blijkt dat 66 procent van de consumenten de 27
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
openingstijden van supermarkten op zondag goed vindt, zo meldt het Reformatorisch Dagblad in het artikel “Klant hoeft geen extra koopzondagen” van 19 januari 2006 op basis van een artikel van dagblad Trouw. Zeventig procent vindt ook de openingstijden van andere winkels op zondag goed. Twintig procent vindt dat alle winkels op zondag open moeten zijn. Toch wil de helft van de Nederlandse gemeenten de Winkeltijdenwet wijzigen en zelf bepalen hoe vaak en wanneer winkels open mogen zijn.
In het artikel “Utrechtse kerken open voor koopzondag” van 17 april 2005 in de Telegraaf stelt de Utrechtse Stedelijke Raad van Kerken (USRK) dat kerken op een creatieve wijze kunnen inspringen met de zondagopenstelling door kerken de hele zondag open te houden als oase van rust te midden van de economische hectiek. Ook vindt de USRK het niet goed als christenen een uitzonderingspositie claimen voor hun heilige dag. Joden hebben de rustdag op zaterdag en moslims op vrijdag, maar dan is er ook gewoon een openstelling van winkels in Nederland. Ten slotte blijkt uit het artikel “Zondag van onschatbare waarde” van 20 juni 2003 uit het Reformatorisch Dagblad dat de zondag vooral erg in trek is bij de funshopper.
Nu de omvang en relevante feiten over de bijbelgordel en over de wetgeving met betrekking tot koopzondagen duidelijk zijn, zal in het volgende hoofdstuk relevante wetenschappelijke literatuur behandeld worden om een goed inzicht te krijgen in de theorie en ter ondersteuning van het empirische onderzoek.
28
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
3
Theoretisch kader en relevante onderwerpen in de literatuur
In dit derde hoofdstuk wordt de relevante wetenschappelijke literatuur behandeld om het praktische onderzoek te ondersteunen en inzicht te geven in al bestaande bevindingen. De volgende onderzoeksvragen staan centraal:
•
Wat is de Theory of Planned Behavior en hoe kan dit model geïmplementeerd worden in dit onderzoek? Wat is een attitude en een gedragsintentie en waar bestaan deze uit?
•
Wat is er in de literatuur bekend over koopzondagen en het effect van religie op koopzondagen? Wat is het effect van religie op het koopgedrag en / of op de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op zondag?
In de eerste paragraaf vindt u een introductie in de Theory of Planned Behavior. In paragraaf twee vindt u relevante literatuur over consumenten en religie, in paragraaf drie treft u relevante literatuur over koopzondagen aan en in paragraaf vier vindt u ten slotte de consequenties met betrekking tot het field research.
§3.1
Theory of Planned Behavior
Zoals in hoofdstuk één vermeld is, is het belangrijk een duidelijk beeld te verkrijgen van de attitude en de gedragsintentie van consumenten binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op koopzondagen. Om dit te meten, is het belangrijk exact te weten wat een attitude en een gedragsintentie zijn en hoe deze bepaald worden. Het is mogelijk met het theoretische raamwerk van de Theory of Planned Behavior (Theorie van Planmatig Gedrag) van Ajzen (1991) de attitude en de gedragsintentie van consumenten binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op koopzondagen te achterhalen. De onderdelen van het model zullen daarom als leidraad worden gebruikt in dit onderzoek.
De Theory of Planned Behavior wordt volgens Lim & Dubinsky (2005) beschouwd als een klassiek model bij het voorspellen van gedragsintenties en gedrag. Ook is het reeds in vele studies toegepast en gevalideerd (Chang 1998). De Theory of Planned Behavior voorspelt weloverwogen gedrag, omdat gedrag gepland kan worden. Het is gebaseerd op de aanname dat consumenten systematisch gebruik maken van de informatie die voorhanden is en dat
29
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
consumenten de gevolgen van hun acties overwegen alvorens wel of niet tot bepaald gedrag over te gaan (Ajzen 1991).
De Theory of Planned Behavior is een significante uitbreiding op de Theory of Reasoned Action (Theorie van Beredeneerde Actie) van Fishbein & Ajzen (1975), omdat het uitgaat van controle over het gedrag, terwijl de Theory of Reasoned Action daar niet van uit gaat. Het verschil tussen deze twee theorieën is voornamelijk de toevoeging van “control beliefs” en “ervaren controle over het gedrag” bij de Theory of Planned Behavior. Door de toevoeging van control beliefs en ervaren controle over het gedrag kunnen de gedragsintenties en gedrag met een hogere precisie worden voorspeld (Madden, Ellen & Ajzen 1992). De Theory of Planned Behavior beschouwt intenties als de sleutel voor het verklaren van gedrag. Beliefs zijn de bronnen van de attitude ten aanzien van het gedrag, de subjectieve / sociale norm en de ervaren controle over het gedrag (Carpenter & Reimers 2005). Deze beliefs kunnen zowel functioneel als emotioneel van aard zijn. Figuur 3.1 geeft het model van de Theory of Planned Behavior weer, die als basis voor het onderzoek wordt gebruikt.
Figuur 3.1 - Theory of Planned Behavior van Ajzen (1991, pagina 182). “Behavior beliefs”
Attitude ten aanzien van het gedrag
Evaluatie van de verwachte gevolgen
“Normative beliefs” Gedragsintentie Subjectieve / sociale norm
Geneigdheid zich aan anderen aan te passen
“Control beliefs”
Ervaren controle over het gedrag
30
Gedrag
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Chang (1998), Hansen, Jensen & Solgaard (2004) en Lim & Dubinsky (2005) hebben een positieve relatie gevonden tussen de subjectieve / sociale norm en de attitude ten aanzien van het gedrag, die de voorspellende kracht van het model verbetert. Dit is in het blauw aangegeven in het model. Uit hun onderzoeken blijkt namelijk dat de subjectieve / sociale norm een directe invloed kan hebben op de attitude ten aanzien van het gedrag. In de volgende subparagrafen zal het model van de Theory of Planned Behavior verder worden toegelicht per onderdeel door literatuur en eventuele praktische voorbeelden.
§ 3.1.1 Attitude ten aanzien van het gedrag In deze paragraaf zal het onderdeel van de attitude ten aanzien van het gedrag worden besproken. In figuur 3.2 is dit onderdeel schematisch weergegeven.
Figuur 3.2 – Onderdeel van de Theory of Planned Behavior (Ajzen 1991).
“Behavior beliefs”
Attitude ten aanzien van het gedrag
Evaluatie van de verwachte gevolgen
Onder “behavior beliefs” worden in dit onderzoek de verwachtingen over de gevolgen van het shoppen op een koopzondag verstaan. Samen met de evaluatie van de verwachte gevolgen over het shoppen op een koopzondag leidt dit tot de attitude ten aanzien van het shoppen op een koopzondag. De reactie op een stelling die een attitude meet kan positief, negatief, gemengd of neutraal zijn.
Vroegere studies ondersteunen een causaal verband tussen de attitude ten aanzien van het gedrag en de gedragsintenties (Chang, Burns & Noel 1996; Cheung, Chan & Wong 1999; Shim, Eastlick, Lotz & Warrington 2001). Voor het begrip “attitude” wordt vaak de term “houding” gebruikt. In dit onderzoek wordt voor attitude echter de uitgebreidere definitie van Eagly & Chaiken (1993) gebruikt:
“Een attitude is een psychosociale neiging die wordt geuit door het evalueren van afzonderlijke attitude-objecten met een bepaalde positieve of negatieve mate.” 31
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Zoals aangehaald in het boek van Boom & Weber (1994), onderscheiden Wiegman, Roon & Snijders (1981) een attitude aan de volgende kenmerken:
•
Een attitude beïnvloedt de gedragsintentie en geeft weer hoe een consument waarschijnlijk reageert op een attitude-object. In dit onderzoek is het attitude-object shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel;
•
Een attitude is ontastbaar en heeft betrekking op een mentaal proces binnen een consument. De attitude die een consument heeft, is niet direct voor anderen te zien en moet worden afgeleid uit overtuigingen of andere gedragingen van een consument;
•
Een consument leert attitudes aan in het dagelijkse leven, deze kunnen wijzigen;
•
Attitudes hebben onderling invloed op elkaar. Een attitude is ingesloten in de gevoelswereld en denkwereld van een consument. De attitude van een consument ten aanzien van religie kan bijvoorbeeld invloed hebben op de attitude van een consument ten aanzien van shoppen op zondag;
•
Attitudes zijn evaluatief en houden een waardering van een attitude-object in. Een consument beoordeelt iets bijvoorbeeld positief, negatief, gemengd of neutraal;
•
Een attitude is gericht op een object, een persoon, een organisatie of een politieke of godsdienstige opvatting.
Voor het vormen van een attitude gebruiken consumenten bronnen. De belangrijkste bronnen die leiden tot een attitude zijn volgens Boom & Weber (1994):
•
Persoonlijke ervaring is de belangrijkste bron voor attitudevorming. Deze directe ervaring kan leiden tot een attitude en is niet gemakkelijk meer te veranderen;
•
Personen of groepen kunnen een consument in meer of mindere mate beïnvloeden. Hierdoor kunnen ook attitudes overgenomen worden van (belangrijke) anderen;
•
Massamedia zoals kranten, tijdschriften, radio, televisie en Internet kunnen invloed hebben op de kennis van consumenten, hun meningsvorming en hun attitudevorming.
32
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§ 3.1.2 Subjectieve / sociale norm In deze paragraaf zal het onderdeel van de subjectieve / sociale norm worden besproken. In figuur 3.3 is dit onderdeel schematisch weergegeven.
Figuur 3.3 - Onderdeel van de Theory of Planned Behavior (Ajzen 1991).
“Normative beliefs”
Subjectieve / sociale norm
Geneigdheid zich aan anderen aan te passen
Met “normative beliefs” worden in dit onderzoek de percepties over wat (belangrijke) anderen van het vertonen van het shoppen op een koopzondag zouden vinden bedoeld. Samen met de geneigdheid om zich wel of niet aan (belangrijke) anderen aan te passen, bepaalt dit de subjectieve / sociale norm. De geneigdheid om zich aan (belangrijke) anderen aan te passen hangt af van de waarde die aan de mening van (belangrijke) anderen wordt toegekend. De subjectieve / sociale norm is een waarneming of (belangrijke) anderen vinden dat het shoppen op een koopzondag wel of niet zou moeten worden vertoond. Voor het begrip “subjectieve / sociale norm” wordt de definitie van Fishbein & Ajzen (1975) gebruikt:
“Subjectieve / sociale norm is de perceptie van een consument met betrekking tot de mening van (belangrijke) anderen over het specifieke gedrag.”
Subjectieve / sociale norm heeft een significant effect op de gedragsintentie van consumenten (Chang et al. 1996; Cheung et al. 1999). De rol van de subjectieve / sociale norm wordt niet alleen bepaald door vroegere gebeurtenissen, maar ook door het huidige gedrag in kwestie (Trafimow & Fishbein 1994) en de mate van externe druk om een bepaald gedrag uit te voeren (Taylor & Todd 1995). Hoe meer een consument denkt dat (belangrijke) anderen een bepaald gedrag juist wel of juist niet wenselijk vinden, hoe waarschijnlijker het is dat de consument intenties laat zien om dit gedrag wel of niet te gaan vertonen (Fishbein & Ajzen 1975). De subjectieve / sociale norm kan veranderen wanneer de mening van (belangrijke)
33
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
anderen verandert. Ook de samenstelling van een groep van (belangrijke) anderen varieert gebaseerd op de situatie van het gedrag (Ryan & Bonfield 1980).
Zoals reeds eerder vermeld, hebben Chang (1998), Hansen et al. (2004) en Lim & Dubinsky (2005) een positieve relatie gevonden tussen de subjectieve / sociale norm en de attitude ten aanzien van het gedrag. Lim & Dubinsky (2005) onderscheiden drie al bestaande theorieën met betrekking tot het aanpassen van attitudes aan (belangrijke) anderen:
•
Dissonance Theory (Onenigheidtheorie) van Festinger (1957) Inconsistentie tussen gedachten leidt tot psychosociale onenigheden en motiveert iemand tot het proberen te herstellen van consistentie in de gedachten. Iemand kan een positieve attitude hebben ten aanzien van het shoppen op koopzondagen. Wanneer de consument gelooft dat (belangrijke) anderen vinden dat deze consument niet op koopzondagen zou moeten gaan shoppen, kan deze consument misschien zijn / haar attitude ten aanzien van het shoppen op koopzondagen aanpassen om zich zo aangesloten te voelen bij deze (belangrijke) anderen.
•
Inoculation Theory (Inentingstheorie) van McGuire (1964) Interactie met een persoon kan leiden tot het volharden tegen de mening van deze persoon en iets juist wel of juist niet doen. Wanneer iemand niet wil dat een consument naar een koopzondag gaat, kan deze consument juist wel naar een koopzondag gaan, terwijl hij / zij eigenlijk een negatieve attitude heeft ten aanzien van shoppen op een koopzondag.
•
Persuasion Theory (Overtuigingstheorie) van Eagly & Chaiken (1993) Deze theorie verkondigt dat overtuigende aanbevelingen en argumenten van (belangrijke) anderen zowel nieuwe als al bestaande beliefs en attitudes oproepen. De attitude van een consument kan worden beïnvloed door het proces van het eigen maken van deze aanbevelingen en argumenten van (belangrijke) anderen. Deze aanbevelingen en argumenten hoeven iemand echter niet meteen te prikkelen tot onmiddellijke besluiten of acties. Ze kunnen ook in het geheugen worden opgeslagen en toekomstig gedrag beïnvloeden.
34
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§ 3.1.3 Ervaren controle over het gedrag In deze paragraaf zal het onderdeel van de ervaren controle over het gedrag worden besproken. In figuur 3.4 is dit onderdeel schematisch weergegeven.
Figuur 3.4 - Onderdeel van de Theory of Planned Behavior (Ajzen 1991).
“Control beliefs”
Ervaren controle over het gedrag
Onder “control beliefs” worden in dit onderzoek de ideeën over de aanwezigheid van factoren die het gedrag vergemakkelijken of bemoeilijken verstaan. De control beliefs leiden tot de ervaren controle over het gedrag, die zowel een indirecte invloed op het gedrag heeft door de invloed op de gedragsintentie als een directe invloed op het gedrag heeft. In dit onderzoek wordt voor het begrip “ervaren controle over het gedrag” de definitie van Ajzen (1991) gebruikt:
“Ervaren controle over het gedrag koppelt een belief van de consument terug over de beschikbaarheid van vaardigheden, bronnen en kansen en zijn / haar ervaren comfort van deze beschikbare vaardigheden, bronnen en kansen.”
Ervaren controle over het gedrag heeft een significant effect op de gedragsintentie van consumenten (Ajzen 1991). Het verwijst naar het ervaren gemak of de ervaren moeilijkheid bij het uitvoeren van bepaald gedrag. Ervaren controle over het gedrag is de perceptie van controle die een consument denkt te hebben en wordt sterk beïnvloed door de werkelijke controle die een consument heeft. Wanneer consumenten geloven dat zij weinig controle hebben over het uit te voeren gedrag, omdat zij een gebrek aan vereiste vaardigheden, bronnen of kansen hebben, kunnen hun intenties om bepaald gedrag uit te voeren laag zijn. Zij kunnen echter best een positieve attitude tegenover het uit te voeren gedrag hebben en / of een positieve subjectieve / sociale norm ervaren (Madden et al. 1992). Ervaren controle over het gedrag wordt bepaald door ervaringen uit het verleden en door huidige en toekomstige belemmeringen. Hoe groter de ervaren controle over het gedrag, hoe sterker de intentie is om het gedrag daadwerkelijk uit te voeren (Carpenter & Reimers 2005). In situaties waarin een consument totale controle heeft over het uit te voeren gedrag, zal de ervaren controle over het gedrag maar een geringe bijdrage leveren aan de nauwkeurigheid van de meting van
35
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
gedragsvoorspellingen. Wanneer echter een consument beperkingen ervaart met betrekking tot het vermogen om het gedrag uit te voeren, kan ervaren controle over het gedrag een grote invloed hebben op de gedragsintenties en een grotere bijdrage leveren aan de nauwkeurigheid van de meting van gedragsvoorspellingen. Hoe meer bronnen en kansen consumenten denken te bezitten en hoe minder belemmeringen en obstakels consumenten tegenkomen, hoe groter de ervaren controle over het gedrag (Ajzen 1991). De ervaren controle over het gedrag heeft twee dimensies. De interne factor refereert aan de mate van zelfvertrouwen die een consument heeft in zijn / haar vermogen om een bepaald gedrag uit te voeren. De externe factor refereert aan de bronbeperking die nodig is om bepaald gedrag te vertonen (Taylor & Todd 1995). In dit onderzoek kan dat bijvoorbeeld tijd of geld zijn.
§ 3.1.4 Gedragsintentie en gedrag In deze paragraaf zal het onderdeel van de gedragsintentie en gedrag worden besproken. In figuur 3.5 is dit onderdeel schematisch weergegeven.
Figuur 3.5 - Onderdeel van de Theory of Planned Behavior (Ajzen 1991).
Attitude ten aanzien van het gedrag
Gedragsintentie
Gedrag
Subjectieve / sociale norm
Ervaren controle over het gedrag
De attitude ten aanzien van het shoppen op een koopzondag, de subjectieve / sociale norm en de ervaren controle over het shoppen op een koopzondag bepalen de gedragsintentie, die uiteindelijk zal leiden tot het wel of niet shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel.
36
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Voor het begrip “gedragsintentie” wordt de definitie van Fishbein & Ajzen (1975) gebruikt:
“Gedragsintentie is de subjectieve waarschijnlijkheid dat de consument het gedrag zal uitvoeren.”
Hoe sterker de intentie om een bepaald gedrag uit te voeren, hoe groter de waarschijnlijkheid dat het individu het gedrag daadwerkelijk zal uitvoeren (Fishbein & Ajzen 1975). Hoewel het direct observeren van gedrag het beste is, is het in de praktijk moeilijk om dit uit te voeren. De link tussen de gedragsintenties van de consument en het daadwerkelijke gedrag is extreem sterk, wat onderzoekers toestaat gedragsintenties te meten in plaats van het gedrag zelf (Carpenter & Reimers 2005). Dit bevestigt de stelling van Fishbein & Ajzen (1975) en Ryan (1982) die reeds stelden dat gedragsintentie een goede voorspeller van werkelijk gedrag is.
§ 3.1.5 Onderlinge samenhang Wetenschappers hebben onafhankelijk de effecten van elke belief structuur op gedragsintenties onderzocht. Hun bevindingen ondersteunen de verwachting dat belief structuren een onderlinge samenhang hebben. De belangrijkheid van elk van de belief structuren kan wel verschillend zijn (Taylor & Todd 1995). Ook Hansen et al. (2004) vonden dat de relatieve belangrijkheid van de attitude ten aanzien van het gedrag, de subjectieve / sociale norm en de ervaren controle over het gedrag bij het voorspellen van een gedragsintentie kunnen variëren tussen situaties en gedragingen. De attitude ten aanzien van bepaald gedrag wordt in consumentenonderzoek beschouwd als de belangrijkste voorspeller van de gedragsintentie van de consument (Chang et al. 1996). Volgens Ajzen & Fishbein (1980) en Ajzen (1991) varieert het gewicht van elk van de belief structuren die de gedragsintentie van de consument beïnvloed echter. Dit komt door het soort gedrag en door de omstandigheden waarin het gedrag moet worden uitgevoerd. In dit onderzoek zal aan elk van de belief structuren vanwege praktische redenen hetzelfde gewicht worden toegekend.
Volgens Boom & Weber (1994) zijn er een aantal kritieke factoren die de werking van de Theory of Planned Behavior kunnen beperken:
•
Hoe ruimer de onderzoeker de periode tussen het onderzoek en het uit te voeren gedrag neemt, des te slechter de meting zal worden. Dit komt doordat er zich in de tussentijd veel beïnvloedende zaken kunnen voordoen; 37
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
•
Door onvoorziene omstandigheden kan een bepaald voornemen worden veranderd. Ook kan het zo zijn dat de consument bij het onderzoek aan een andere situatie heeft gedacht dan door de onderzoeker werd voorgesteld;
•
De Theory of Planned Behavior gaat op voor gedragingen waarbij is nagedacht over de consequenties van dat gedrag. Wanneer de consument niet veel kennis over of weinig interesse in een bepaalde situatie heeft, heeft de consument hier waarschijnlijk weinig beliefs over en wordt de functie van het model beperkt.
§3.2
Religie en consumenten
Religie is in combinatie met shoppen en met consumentengedrag slechts beperkt onderzocht. Als het al is onderzocht, ligt de focus vooral op het onderzoeken van religieuze variaties in consumentengedrag en niet zozeer op praktische marketingimplicaties. Dit is opmerkelijk, gezien het feit dat al lang bekend is dat religie een significante rol speelt in de vorming van beliefs, attitudes en gedrag (Sood & Nasu 1995). Hoewel veel factoren het besluit om op zondag te gaan shoppen kunnen beïnvloeden, is religie wel een belangrijke factor in de attitude en gedragsintentie van consumenten ten aanzien van koopzondagen. Er is ook nog weinig studie geweest naar het effect van religie op shoppen op zondag, ondanks de potentiële significante impact op de inkomsten van retailers in kleine gemeenten (Siguaw & Simpson 1997).
In een door Mokhlis (2006) aangehaalde analyse van Cutler (1991) is de frequentie onderzocht waarmee artikelen over religie werden gepubliceerd voor 1990 in de wetenschappelijke marketing literatuur. Hierin werd gesteld dat 35 artikelen een religieuze focus hadden en zes artikelen hiervan waren specifiek gericht op consumentengedrag.
In de literatuur worden een aantal verklaringen gegeven voor relatief zo weinig publicaties: •
De gevoeligheid van het onderwerp (Hirschman 1983);
•
Het probleem van het meten (Wilkes, Burnett & Howell 1986);
•
De methodieke moeilijkheden bij het verkrijgen van valide en betrouwbare data (Sood & Nasu 1995).
38
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Er bestaan zeer veel verschillende definities van religie. De definitie die in dit onderzoek wordt gebruikt, is die van Johnstone (1975) zoals aangehaald in de studie van Mokhlis (2006):
“Religie is een systeem van overtuigingen en ervaringen waarbij groepen van mensen dit op een bepaalde manier interpreteren en hierop op een natuurlijke en gewijde wijze ingaan.”
Er zijn verschillende niveaus van religieusheid. Een persoon kan zeer religieus zijn of maar een beetje (Delener 1990). Religie is een sleutelelement van cultuur (Delener 1990; Essoo & Dibb 2004), heeft een effect op de levensstijl van mensen en hun besluitvorming (Delener 1994) en beïnvloedt sterk een individu’s emotionele ervaringen, gedrag en psychologische staat (McDaniel & Burnett 1990; Essoo & Dibb 2004). Religie en religieuze beliefs kunnen consumentengedrag en marketing activiteiten beïnvloeden (Siguaw & Simpson 1997). Helaas is in de wetenschappelijke literatuur nergens bekend wat de belangrijkste beliefs van consumenten zijn ten aanzien van koopzondagen. Iemands religie is een belangrijke basis voor segmentatie van consumenten, het ontwikkelen van promoties, het positioneren van producten en daardoor het maximaliseren van de tevredenheid van de religieuze klant (Delener 1990).
Uit een door Siguaw & Simpson (1997) aangehaald empirisch onderzoek van Sheth (1983) blijkt dat de “Shopping Preference Theory” aangeeft dat religie een belangrijke variabele kan zijn in de retail, omdat religie onder andere consumentengedrag en koopgedrag van consumenten beïnvloedt. Ook beïnvloedt het wanneer en waar consumenten gaan shoppen. Uit het onderzoek van Siguaw & Simpson (1997) blijkt tevens dat religie een significant effect heeft op de beliefs, de attitudes en het gedrag van consumenten met betrekking tot shoppen op zondag. Een retailer moet dan ook nagaan wat de mate van religie in zijn / haar regio is alvorens over te gaan tot een zondagsopening. Wanneer een plaatselijke retailer op zondag zijn / haar winkel niet wil openen, zijn religieuze consumenten in een gemeente een voordeel. Dit voordeel is vanwege het feit dat religieuze consumenten een voorkeur hebben voor lokaal shoppen en zondag shoppen ontwijken. In het praktische onderzoek zal hier verder op in worden gegaan. Dit was al eerder ondervonden door LaBarbera (1987), die stelde dat religieuze consumenten traditioneler en meer op hun eigen gemeente georiënteerd zijn dan niet religieuze consumenten.
39
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
In een door Essoo & Dibb (2004) aangehaald onderzoek van Harrel (1986) blijkt dat de invloed van religie op een consument uit twee vormen bestaat: •
Directe invloed van religie op gedragscodes (Toegepast op de Theory of Planned Behavior betekent dit een directe invloed van religie op voornamelijk de subjectieve / sociale norm. Normen komen voort uit waarden.);
•
Indirecte invloed van religie op attitudes en het vormen van waarden (Waarden zijn wat consumenten nastrevenswaardig en waardevol vinden, toegepast op de Theory of Planned Behavior betekent dit voornamelijk een indirecte invloed op de attitudes ten aanzien van het gedrag, de behavior beliefs en de normative beliefs.).
Wanneer consumenten zichzelf als religieus beschouwen, kunnen zij naar een kerk gaan, maar dit hoeft niet. Religieuze consumenten kunnen lid van een kerkgenootschap zijn en daarnaast ook een sterke binding met het geloof hebben en zo goed mogelijk volgens deze regels leven. Religieuze consumenten kunnen echter ook lid zijn van een kerkgenootschap, maar geen sterke binding met het geloof hebben en niet de intentie hebben geheel volgens deze regels te leven. Ten slotte kunnen religieuze consumenten ook geen lid van een kerkgenootschap zijn, maar wel een sterke binding met het geloof hebben en zo goed mogelijk volgens deze regels leven. Iemand kan zichzelf bijvoorbeeld beschouwen als zeer religieus, maar ondertussen nauwelijks naar een kerk gaan. Iemand kan bijvoorbeeld ook veel tijd en geld aan religie besteden, maar zichzelf niet echt als religieus beschouwen (Siguaw & Simpson 1997).
§3.3 Koopzondagen Shoppen in het weekend wordt voor consumenten een steeds aantrekkelijker alternatief ten opzichte van doordeweeks shoppen (Grünhagen, Grove & Gentry 2003). Dit is niet alleen een aantrekkelijker alternatief op zaterdag, maar ook op zondag. De consument heeft steeds meer behoefte gekregen aan ruimere openingstijden. Deze behoefte komt onder andere door de veranderde samenstelling van huishoudens en door de verlenging van bedrijfstijden in combinatie met flexibelere werktijden (Kremers et al. 1994). Sommige religies verbieden echter allerlei activiteiten op zondag, zoals shoppen, die gepaard gaan met werk (Siguaw & Simpson 1997). Zwaar religieuze consumenten weigeren daarom ook om op zondag te shoppen, omdat dat werken op de dag van de rust aanmoedigt (LaBarbera 1987).
Wanneer een religieuze consument doordeweeks naar een bepaalde winkel gaat en deze winkel besluit om op zondag ook open te gaan, kan dit gevolgen hebben voor het 40
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
doordeweekse bezoek van de religieuze consument aan deze winkel. De religieuze consument kan namelijk beslissen niet meer naar deze winkel te gaan (Siguaw & Simpson 1997). Wanneer een gemeente besluit om zondagopenstelling toe te staan, bestaat de kans dat de vraag naar zondagopenstelling door consumenten en / of retailers in naburige gemeenten ook toeneemt. Opening van winkels op zondag in een gemeente hoeft echter niet te leiden tot opening van winkels in een naburige gemeente (Gradus & Dijkgraaf 2004). Deze twee onderwerpen zullen ook nader worden onderzocht in het praktische onderzoek.
Er zijn verschillende argumenten voor en tegen meer openingsuren van winkels. Dit kan ook een verruiming van de zondagsopenstelling betekenen. Grünhagen et al. (2003) vonden in hun onderzoek over uitbreiding van het aantal openingsuren in Duitsland een aantal argumenten voor en tegen meer openingsuren. De argumenten voor meer openingsuren, waaronder bijvoorbeeld een koopzondag, zijn: •
Een toenemend gemak voor consumenten;
•
Een stimulans voor de werkgelegenheid en de economische groei;
•
Meer frequent gebruik van de faciliteiten.
De argumenten tegen meer openingsuren, waaronder bijvoorbeeld een koopzondag, zijn: •
Religieuze aangelegenheden;
•
Tijdbesteding met familie, vooral op zondag;
•
Relatief meer voordeel voor grote bedrijven ten opzichte van kleinere bedrijven, bijvoorbeeld eenmanszaakjes;
•
Hogere kosten voor retailers door meer operationele uren;
•
Langere werktijden voor het personeel.
Een bezwaar tegen vrijere openingsuren is de negatieve invloed op het aantal kleine buurtwinkels. Uit internationaal onderzoek blijkt echter, dat ruimere openingstijden geen negatieve invloed hebben op het aantal kleine buurtwinkels. Het aantal kleine winkels zou juist toe kunnen nemen, zoals in Zweden. Door hun grote flexibiliteit blijken kleinere winkels vaak goed te kunnen inspelen op veranderende vraagomstandigheden (Kremers et al. 1994).
Gemeenten met een hoger kerkbezoek blijken volgens Gradus & Dijkgraaf (2004) significant minder koopzondagen te hebben. Gemeenten met relatief meer tweeverdieners blijken meer
41
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
koopzondagen te hebben en gemeenten met relatief meer grotere gezinnen blijken minder koopzondagen te hebben. De zondagsopening wordt door grotere steden vaak gebruikt om de economische aantrekkelijkheid van te stad te vergroten. Ook gemeenten met een hoge mate van culturele diversiteit gaan eerder tot zondagsopening over. In 2003 was 32 procent van de gemeenten in Nederland niet open op zondag en 24 procent van de gemeenten gaf winkels toestemming om 52 zondagen per jaar open te zijn (Gradus & Dijkgraaf 2004; Jacobsen & Kooreman 2005).
Consumenten die op zondag shoppen, kunnen ingedeeld worden naar type zondagshoppers. Zij zijn door Barnes (1984) ingedeeld in drie categorieën van type zondagshoppers, namelijk:
•
De serieuze zondag shopper:
Deze shoppers vinden dat winkels elke zondag open zouden moeten zijn en willen op zondag voor al hun behoeften shoppen. Ongeveer 55 procent van alle consumenten in een winkelcentrum op zondag kan tot de serieuze zondag shoppers worden gerekend;
•
De recreatieve zondag shopper:
De recreatieve zondag shoppers willen graag shoppen op zondag als een besteding van vrije tijd. Zij shoppen veelal zonder specifieke reden, maar gewoon om iets te doen te hebben. Ongeveer 40 procent van alle consumenten in een winkelcentrum op zondag kan onder de recreatieve zondag shoppers worden gerekend;
•
De anti zondag shopper:
Slechts vijf procent van de respondenten gaf aan een anti zondag shopper te zijn. Zij zijn tegen koopzondagen en vinden dit niet nodig, maar komen op zondag toch naar de winkel.
Varble (1976) onderzocht wat de belangrijkste redenen waren om op zondag te gaan shoppen. Uit dit onderzoek in de Verenigde Staten kwamen de volgende redenen naar voren: •
Om te kijken
44,7%
•
Om te kopen
36,8%
•
Om een speciale promotie te zien
7,3%
•
Om te dineren
7,0%
•
Om een winkel te bezoeken
4,2%
42
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Belangrijke argumenten bij het kijken op een koopzondag waren “wat anders doen dan televisie kijken” en “de mogelijkheid om met anderen over hobby’s of interesses te praten”. Recreatieve zondag shoppers werden door Varble (1976) voornamelijk getypeerd als vrouwelijk en van gemiddelde leeftijd en anti zondag shoppers als mannelijk en ouder.
De behoeften die shoppers op zondag ervaren kunnen van serieuze aard zijn wanneer consumenten shoppen voor een specifiek product, maar kunnen ook van recreatieve aard zijn wanneer consumenten shoppen omdat ze het leuk vinden en niet per se iets nodig hebben (Barnes 1984). Tijdens een week zijn de winkelmotivaties en de preferenties niet hetzelfde. Er is een verschil in attitude ten aanzien van shoppen doordeweeks en ten aanzien van shoppen in het weekend gevonden. Doordeweeks en in mindere mate op zaterdag passen consumenten voornamelijk runshopping toe (Grünhagen et al. 2003). Op zondag passen consumenten voornamelijk funshopping toe (Grünhagen et al. 2003). Funshoppen kan worden beïnvloed door amusement, plezier en entertainment (Grünhagen et al. 2003; Gorter et al. 2003). Ook kan er een combinatie van funshoppen en runshoppen zijn. Er komen meestal tegelijkertijd zowel functioneel economische als recreatieve shoppers in winkels (Grünhagen et al. 2003). Het verschil tussen funshopping en runshopping is echter niet altijd even duidelijk (Gorter et al. 2003).
§3.4
Consequenties met betrekking tot field research
Een aantal punten uit het literatuuronderzoek en hoofdstuk één en twee zullen samen met de belangrijkste uitkomsten uit het kwalitatieve vooronderzoek als basis gelden voor het kwantitatieve onderzoek en nogmaals worden onderzocht. De volgende punten uit het literatuuronderzoek zullen nader worden onderzocht in het kwantitatieve onderzoek:
•
De beliefs en attitude van de consument binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op een koopzondag en het verschil hierin tussen wel en niet religieuzen (Vraag 7, 8 en 14 enquête);
•
De beliefs en gedragsintentie van de consument binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op een koopzondag en het verschil hierin tussen wel en niet religieuzen (Vraag 7, 3 en 14 enquête);
•
In hoeverre de consument binnen de bijbelgordel een voorkeur heeft voor lokaal shoppen (Vraag 2 en 4 enquête);
43
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
•
De gevolgen voor shoppen doordeweeks en op zaterdag, wanneer een winkel binnen de bijbelgordel besluit om op zondag open te gaan (Vraag 5 enquête);
•
Wanneer er een zondagsopening in een buurgemeente is, wat dan de verwachte gevolgen zijn voor de vraag naar koopzondagen in de eigen gemeente van de consument binnen de bijbelgordel (Vraag 6 enquête).
Het model van de Theory of Planned Behavior kan worden toegepast op het praktische onderzoek. Dit staat in figuur 3.6 weergegeven. De relatieve invloed van het “religieus zijn” is in het lichtblauw weergegeven.
Figuur 3.6 - Theory of Planned Behavior van Ajzen toegepast op dit onderzoek. Behavior beliefs over het shoppen op een koopzondag Attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag
Evaluatie van de verwachte gevolgen
Normative beliefs over het shoppen op een koopzondag Subjectieve / sociale norm
Intentie om te shoppen op een koopzondag
Shoppen op een koopzondag
Geneigdheid zich aan anderen aan te passen
Control beliefs over het shoppen op een koopzondag
Ervaren controle over het shoppen op een koopzondag
Nu de relevante wetenschappelijke literatuur behandeld is om het praktische onderzoek te ondersteunen en inzicht te geven in al bestaande bevindingen, zal in het volgende hoofdstuk de onderzoeksopzet worden beschreven om inzicht te verkrijgen in het empirische onderzoek.
44
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
4
Onderzoeksopzet
In dit vierde hoofdstuk wordt beschreven hoe het onderzoek is opgezet. In de eerste paragraaf vindt u de keuze voor de onderzoekstypen, in paragraaf twee vindt u alle informatie met betrekking tot het kwalitatieve vooronderzoek, in paragraaf drie vindt u de onderzoeksopzet van het kwantitatieve onderzoek en in paragraaf vier vindt u een beschrijving van de demografische kenmerken van de respondenten binnen de steekproef.
§4.1
Onderzoekstypen
Allereerst dienen de onderzoekstypen bepaald te worden, waarvan in het praktische onderzoek gebruik gemaakt gaat worden. Hair, Bush & Ortinau (2003) onderscheiden drie typen onderzoek, namelijk descriptief, exploratief en causaal onderzoek. Exploratief (verkennend) onderzoek is onderzoek om achtergrondinformatie te verkrijgen over het algemene karakter van het onderzoeksprobleem. Exploratief onderzoek is daarom geschikt om als vooronderzoek te dienen voor het achterhalen van de beliefs die consumenten hebben ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Descriptief (beschrijvend) onderzoek beschrijft wat is aangetroffen in de verzamelde data en wordt vaak toegepast bij enquêtes en om attitudes en gedragsintenties te achterhalen. Descriptief onderzoek is daarom geschikt om als onderzoek te dienen voor het achterhalen van de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel.
Nu de typen onderzoek bepaald zijn, is het van belang een beslissing te maken met betrekking tot kwalitatief en kwantitatief onderzoek voor de uitvoering van het praktische onderzoek. Kwalitatief onderzoek heeft tot doel informatie te verzamelen over gedrag, denkbeelden, emoties en motieven. Door middel van experimenten, protocol interviews, projectieve interviews en persoonlijke interviews bij relatief kleine steekproeven kunnen redelijk gedetailleerde gegevens verzameld worden. Voordelen zijn de mogelijkheid om dieper door te vragen en om het gesprek te sturen. Een nadeel is de betrouwbaarheid. Gegevens zijn moeilijk te generaliseren naar de gehele populatie door de beperkte steekproefomvang (Hair et al. 2003). Kwantitatief onderzoek geeft een cijfermatig inzicht in de problematiek. Voordelen zijn dat het nauwkeurige en representatieve informatie oplevert, dat het relatief snel en goedkoop is en dat het veel mogelijkheden voor analysemethoden biedt. Een nadeel is dat de
45
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
respondent maar een relatief kleine eigen inbreng heeft. Kwantitatief onderzoek kan op meerdere manieren worden uitgevoerd, namelijk door persoonlijke, telefonische, schriftelijke en elektronische dataverzameling. Er wordt hierbij vaak gebruik gemaakt van een gestandaardiseerde en gestructureerde vragenlijst en van een grotere steekproef dan bij kwalitatief onderzoek. Door middel van statistische data analyses kunnen de gegevens vervolgens
vertaald
worden
naar bruikbare en
praktische informatie, die
goed
generaliseerbaar is naar de gehele populatie (Hair et al. 2003).
In dit onderzoek zal van zowel kwalitatief onderzoek (persoonlijke diepte-interviews) als kwantitatief onderzoek (persoonlijke dataverzameling) gebruik gemaakt worden. Eerst wordt gebruik gemaakt van persoonlijke diepte-interviews om de achterliggende beliefs met betrekking tot shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel te achterhalen. Deze beliefs worden samen met de uitkomsten uit het literatuuronderzoek en hoofdstuk één en twee vervolgens getoetst in een gestandaardiseerde en gestructureerde straatenquête om onder andere de attitude en de gedragsintentie van consumenten binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op een koopzondag te achterhalen. Een discussiepunt van een straatenquête is de representativiteit van de steekproef, ondanks dat kwantitatief onderzoek over het algemeen een hoge representativiteit geeft. De resultaten zijn namelijk sterk afhankelijk van de plaats op straat waar de enquêtes worden afgenomen en het tijdstip waarop dit gebeurd.
Een reden waarom gekozen wordt voor persoonlijke diepte-interviews, is omdat volgens Van Tilburg & Tuitert (1995) persoonlijk en individueel geïnterviewde respondenten eerder hun werkelijke argumenten, motivaties en attitudes aangeven dan wanneer dit in groepsverband gebeurd. Tevens gaat het hier om de persoonlijke mening van een consument. Hierdoor kunnen de achterliggende beliefs en gedachten van consumenten worden achterhaald. Een reden waarom gekozen wordt voor de straatenquête, is omdat de doelgroep in dit onderzoek het winkelende publiek binnen gemeenten in de bijbelgordel is. Een straatenquête in winkelstraten binnen gemeenten in de bijbelgordel kan dan ook een representatief beeld van de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen gemeenten in de bijbelgordel voor de gehele populatie binnen de 54 gemeenten geven.
§4.2
Kwalitatief vooronderzoek
In deze paragraaf wordt de opzet en de conclusie met betrekking tot het kwalitatieve vooronderzoek beschreven. 46
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§4.2.1 Materiaal, deelnemers en werkwijze Voor het kwalitatieve vooronderzoek wordt gebruik gemaakt van een persoonlijk diepteinterview, dat in bijlage 7 staat weergegeven. De vragen worden aan elke respondent gesteld in een afzonderlijke ruimte bij de respondent thuis, zodat hij / zij in een betrouwbare omgeving is. De checklist wordt in principe via een vaste volgorde afgenomen, maar kan wijzigen indien het gesprek dat toelaat. Om alle gegevens volledig en exact te kunnen weergeven, wordt tijdens de gesprekken gebruik gemaakt van een voice recorder en worden de gegevens achteraf genoteerd. Tevens is er dan genoeg aandacht voor het gesprek om dit zonodig te sturen. Aan de respondenten persoonlijk en aan de groep van respondenten zijn een aantal eisen gesteld, alvorens zij worden toegelaten tot het kwalitatieve vooronderzoek. Deze eisen zijn:
•
Een minimale leeftijd van 18 jaar;
•
De respondent dient wel eens doordeweeks en / of op zaterdag binnen de bijbelgordel te shoppen;
•
Een redelijke gelijke verhouding naar geslacht over de respondenten;
•
Een redelijk gelijke verdeling naar leeftijdsklassen over de respondenten;
•
Een redelijke geografische spreiding van de woonplaats over de gehele bijbelgordel;
•
Zowel religieuze als niet religieuze respondenten.
§4.2.2 Conclusie Aan het kwalitatieve vooronderzoek deden 10 respondenten mee, die allen woonachtig zijn binnen de bijbelgordel zoals weergegeven in figuur 1.1 op pagina 12. Deze 10 respondenten zijn geselecteerd door middel van een zogenaamde snowball sample (Hair et al. 2003). Er is hierbij contact opgenomen met één reeds bekende respondent en via deze respondent zijn op 24 juni 2006 de persoonlijke diepte-interviews met de andere negen respondenten binnen haar netwerk gehouden. Na 10 respondenten begon verzadiging in de antwoorden op te treden. De gegevens zijn anoniem verwerkt. Uit de 10 diepte-interviews zijn een aantal belangrijke argumenten naar voren gekomen. Deze argumenten zijn omgezet in beliefs en zullen door middel van een straatenquête getoetst worden voor de gehele populatie binnen de 54 gemeenten. Ook de gespreksverslagen en de conclusie met betrekking tot de argumenten voor en tegen het shoppen op een koopzondag staan in bijlage 7 weergegeven.
47
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§4.3
Kwantitatief onderzoek
In deze paragraaf zal de opzet voor het kwantitatieve onderzoek worden beschreven.
§4.3.1 Materiaal en werkwijze Voor het kwantitatieve onderzoek wordt gebruik gemaakt van een gestandaardiseerde en gestructureerde schriftelijke straatenquête. Deze straatenquête bevat 19 vragen en neemt ongeveer negen minuten in beslag. Consumenten worden in een winkelstraat of winkelcentrum aangesproken met het verzoek de enquête in te vullen. De straatenquête wordt aan de consument gegeven, die deze in principe zelf invult. Wanneer hulp nodig is, kan dat geboden worden. Tijdens het enquêteren wordt geprobeerd een positie in te nemen in de buurt van bankjes of lage muurtjes, zodat respondenten even kunnen zitten tijdens het invullen van de enquête. Tevens wordt voor pennen en onderleggers gezorgd om het invullen te vergemakkelijken. De gegevens worden anoniem verwerkt en volledig ingevulde enquêtes kunnen in een speciale afgesloten box worden gedaan om de anonimiteit te garanderen. De minimale leeftijd van de respondent voor deelname aan de straatenquête is 18 jaar. Om de respons te vergroten, worden onder de respondenten die de straatenquête volledig invullen drie VVV-irischeques ter waarde van € 25,- verloot.
De straatenquête is van 10 juli tot en met 15 juli 2006 tussen 10.00 uur en 18.00 uur door meerdere (twee en soms drie) enquêteurs afgenomen. Deze periode bleek achteraf in de vakantieperiode te vallen. Dit kan invloed hebben gehad op de data en de resultaten. Een voordeel van persoonlijke dataverzameling is dat de enquêteur door middel van observatie zelf de respondenten kan screenen, waardoor er selectief en efficiënt geënquêteerd kan worden (Hair et al. 2003). Hierdoor kan bijvoorbeeld een goede spreiding in leeftijd en geslacht bereikt worden. Er is hier sprake van “judgment sampling”, een onderdeel van “nonprobability sampling”. De kans om onderdeel te worden van de steekproef is voor een consument bij judgment sampling van tevoren niet bekend en hangt af van de beoordeling van de enquêteur (Hair et al. 2003).
§4.3.2 Operationalisatie vragenlijst Er worden 10 meerkeuzevragen, vijf stellingvragen, twee dichotome vragen en twee open vragen gesteld. Voor elke vraag is slechts één antwoord mogelijk. De stellingvragen worden gemeten op een Likert schaal, waarbij gemeten kan worden met vijf, zeven of negen categorieën. Om de antwoordmogelijkheden niet te moeilijk en gedetailleerd te maken, maar 48
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
wel geschikt te maken voor statistische data analyses, is gekozen voor een zeven-punts Likert schaal (Malhotra 1999). Er wordt gebruik gemaakt van zowel positieve als negatieve stellingen om de voorspelbaarheid van de stellingen voor de respondent te verkleinen. Door een bepaald cijfer te omcirkelen kan de respondent aangeven in welke mate hij / zij het oneens / eens is met de stelling. Het cijfer 1 staat over het algemeen voor “heel erg mee oneens” en het cijfer 7 voor “heel erg mee eens”. Omdat persoonlijke kenmerken invloed kunnen hebben op de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel, zijn er een aantal persoonlijke vragen achterin in de straatenquête opgenomen. De straatenquête is bij vijf willekeurige respondenten getest om onduidelijkheden en ontbrekende / niet volledige antwoordmogelijkheden te achterhalen en aan te passen. In bijlage 8 is de straatenquête opgenomen. In figuur 4.1 is een overzicht opgenomen met onderwerpen en bijbehorende vragen uit de straatenquête.
Figuur 4.1 – Overzicht onderwerpen en bijbehorende vragen uit de straatenquête. Onderwerp Inleiding Gedrag Gedragsintentie Belangrijke onderwerpen uit het literatuuronderzoek Attitude Persoonlijke kenmerken
Bijbehorende vragen Introductie Vraag 1 en 2 Vraag 3 en 4 Vraag 5 en 6 Vraag 7 en 8 Vraag 9 tot en met 19
Bij het opstellen van de straatenquête is de Theory of Planned Behavior gebruikt als leidraad en is tevens gebruik gemaakt van informatie weergegeven op de homepage van Icek Ajzen (Ajzen 2006). Bij het opstellen van de vragen en de antwoordmogelijkheden is daarnaast van enkele andere bronnen gebruik gemaakt. Zo zijn de belangrijke punten uit hoofdstuk één en twee evenals het literatuuronderzoek en het kwalitatieve vooronderzoek zoveel mogelijk geïntegreerd. Daarnaast is gebruik gemaakt van Marketing schaalboeken om diverse vragen en stellingen zo volledig en duidelijk mogelijk te formuleren (Bruner II & Hensel 1992; Bruner II & Hensel 1996; Bruner II, James & Hensel 2001). Bij toetsing van de beliefs zal geen rekening gehouden worden met het toekennen van verschillende gewichten aan de attitude ten aanzien van het gedrag, de subjectieve / sociale norm en de ervaren controle over het gedrag in verband met de complexiteit van deze manier van verwerken.
49
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§4.3.3 Selectie respondenten en steekproefgrootte Binnen de gemeenten met een lager percentage SGP-stemmers, kan ook een lager percentage bevindelijk gereformeerden worden verwacht. Dit kan als gevolg hebben dat de inwoners ook positiever staan tegenover openstelling van winkels op koopzondagen. Om de representativiteit van dit onderzoek zo hoog mogelijk te houden, is het daarom van belang zowel in gemeenten te enquêteren waar een hoog percentage SGP-stemmers als waar een laag percentage SGP-stemmers zich bevindt. Tevens dient er geënquêteerd te worden in verschillende gemeenten met een geografische spreiding die de gehele bijbelgordel dekt. Voor het kwantitatieve onderzoek zijn daarom Barneveld, Bodegraven, Oldebroek en Veenendaal geselecteerd. Deze vier gemeenten zijn geselecteerd, zodat aan de volgende eisen is voldaan: •
Het gemiddelde SGP-stemmers percentage van deze vier gemeenten ligt rond het gemiddelde SGP-stemmers percentage in de gehele bijbelgordel;
•
Redelijke geografische spreiding van de gehele bijbelgordel;
•
Minimum van 15.000 inwoners;
•
Redelijk grote winkelstraat en / of winkelcentrum.
Voor de berekening van de steekproefgrootte is gebruik gemaakt van de volgende formule zoals weergegeven in het boek van Hair et al. (2003): [P × Q ] n = Z 2 B ,CL 2 e
(
)
(1)
Wanneer deze formule wordt toegepast op dit onderzoek, kan de volgende berekening weergegeven worden:
n = 1,645 2
(50 × 50) = 270,6025 = 271
(2)
5,0 2
Voor een populatie van 974.338 personen is de minimale steekproefgrootte bepaald op 271 respondenten om met 90 procent betrouwbaarheid resultaten te kunnen weergeven. Aan het kwantitatieve onderzoek zullen dan ook 271 willekeurige respondenten mee doen. Tevens is bij de bepaling van de omvang van de steekproef rekening gehouden met de verschillende analyses die zullen worden uitgevoerd. Besloten is om factoranalyse, meervoudige regressieanalyse en logistische regressieanalyse uit te voeren op de data. Voor deze analyses gelden een aantal assumpties, waaronder de grootte van de steekproef. Met betrekking tot factoranalyse zijn er minimaal vijf en bij voorkeur 10 respondenten per variabele nodig met 50
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
een minimum van 150 respondenten (Pallant 2005). Er zijn in de straatenquête 22 relevante variabelen voor factoranalyse opgenomen. Er zijn dan ook bij voorkeur 220 respondenten nodig voor factoranalyse, een assumptie waar ruimschoots aan wordt voldaan. Met betrekking tot meervoudige regressieanalyse dienen er minimaal vijf en bij voorkeur 15 of meer respondenten per onafhankelijke variabele (factor) te zijn (Hair, Anderson, Tatham & Black 1998). Doordat de uitkomst van deze factoranalyse vier onafhankelijke variabelen bevat, betekent dit dat er voor de uitvoering van meervoudige regressieanalyse bij voorkeur 60 respondenten nodig zijn. Ook aan deze assumptie wordt ruimschoots voldaan. Ten slotte zijn er met betrekking tot logistische regressieanalyse minimaal 20 respondenten per onafhankelijke variabele nodig (Hair et al. 1998). Doordat de uitkomst van deze factoranalyse zes onafhankelijke variabelen bevat, betekent dit dat er voor de uitvoering van logistische regressieanalyse minimaal 120 respondenten nodig zijn. Ook aan deze assumptie wordt voldaan.
§4.3.4 Dataverwerking Voor de verwerking en analyse van de verzamelde data wordt gebruik gemaakt van het statistische programma SPSS (Statistical Package for the Social Sciences). Voor de verwerking van de antwoorden uit de straatenquête wordt gebruik gemaakt van een codering voor elke antwoordmogelijkheid. In de enquête in bijlage 8 staat dit voor elke antwoordmogelijkheid weergegeven. Bij Likert schaal stellingen wordt het omcirkelde getal ingevoerd. Er worden alleen volledig ingevulde enquêtes gebruikt, er wordt dan ook geen codering voor missing data aangemaakt. Van de 292 ingevulde straatenquêtes waren er 21 niet volledig ingevuld, deze zijn niet meegenomen in het onderzoek. De overige 271 straatenquêtes zijn in het onderzoek meegenomen.
§4.4
Demografische kenmerken
In deze paragraaf worden de demografische kenmerken van de respondenten binnen de steekproef beschreven. Er worden eerst frequentieverdelingen en beschrijvende statistieken op de verschillende relevante variabelen uitgevoerd om inzicht te krijgen in het databestand en om codeerfouten en de spreiding te kunnen controleren (Pallant 2005). Alle relevante output behorende bij deze paragraaf is op volgorde van behandeling in bijlage 9 weergegeven.
51
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§4.4.1 Verdeling naar geënquêteerde gemeenten Er is in vier gemeenten met een ruime geografische spreiding binnen de bijbelgordel geënquêteerd om een zo representatief mogelijk beeld van de gehele populatie binnen de bijbelgordel te verkrijgen. In figuur 4.2 ziet u welke gemeente hoeveel procent heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de steekproef.
Figuur 4.2 – Verdeling naar geënquêteerde gemeenten.
39,1% 30,3%
10,3%
Veenendaal
20,3%
Barneveld
Bodegraven
Oldebroek
Uit praktische overwegingen was besloten meer straatenquêtes af te nemen in Veenendaal en Barneveld, aangezien daar meer (meewerkende) consumenten aan het shoppen waren dan in Bodegraven en Oldebroek.
§4.4.2 Verdeling naar geslacht De verdeling naar geslacht binnen de steekproef is 66,1 procent vrouw (n = 179) en 33,9 procent man (n = 92). Hoewel algemeen wordt aangenomen dat vrouwen meer shoppen dan mannen, blijkt uit recent onderzoek van MKB-Nederland dat vrouwen in totaal niet meer shoppen dan mannen. Vrouwen shoppen echter wel langer (NOS Headlines 2006). Het algemene beeld in de winkelstraten van Veenendaal, Barneveld, Bodegraven en Oldebroek vertoonde echter duidelijk meer vrouwelijke dan mannelijke consumenten, daarom is deze verdeling niet verwonderlijk.
§4.4.3 Verdeling naar leeftijd De verdeling naar leeftijd met een normale verdeling binnen de steekproef is in figuur 4.3 op pagina 52 weergeven. Opvallend is, dat relatief veel respondenten tussen de 18 en 30 jaar zijn geënquêteerd. Een verklaring hiervoor is dat er in de vakantieperiode is geënquêteerd, waarin veel studenten vrij zijn. Ook waren consumenten tussen de 18 en 30 jaar over het algemeen eerder bereid om mee te werken. De gemiddelde leeftijd van de respondenten in de steekproef is 34,65 jaar en de steekproef heeft een standaarddeviatie (de gemiddelde afwijking van het 52
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
gemiddelde) van 14,179. De “skewness” bedraagt 0,911, dit is een positieve scheve verdeling. De “kurtosis” bedraagt -0,086, dit is een platte verdeling. Dit betekent dat relatief veel respondenten zich in de staart van de normale verdeling bevinden. Bij een skewness en kurtosis tussen -1 en +1 is er sprake van een bij benadering normale verdeling (Hair et al. 1998). In dit onderzoek is er dus sprake van een bij benadering normale verdeling. De consequentie hiervan is dat bij de analyses parametrische testen kunnen worden gebruikt.
Figuur 4.3 – Histogram spreiding leeftijd.
§4.4.4 Verdeling naar religie en kerkbezoek In de straatenquête is gevraagd tot welk geloof de respondent zich beschouwd, in welke mate de respondent zich als religieus beschouwt en of de respondent wel eens een kerk bezoekt. In figuur 4.4 zijn de resultaten weergegeven.
Figuur 4.4 – Verdeling naar religie, mate van religieusheid en kerkbezoek. Verdeling naar religie, mate van religieusheid en kerkbezoek
Valid
Nee, ik ben niet gelovig Rooms-katholiek Nederlands Hervormd Gereformeerd Baptist Doopsgezind Hindoeïsme Islam Overig Totaal
Frequentie 117 25 34 70 4 8 1 10 2 271
Percentage 43,2 9,2 12,5 25,8 1,5 3,0 ,4 3,7 ,7 100
53
Mate van religieusheid (Gem / SD) -2,64 (1,25) 3,82 (1,90) 4,01 (1,79) 4,00 (2,94) 4,13 (2,64) 5,00 (--) 5,00 (1,63) 4,50 (0,71) 154
Kerkbezoek (Modus / %) Nooit (61,5%) 1x per week (24%) 1x per week (23,5%) 1x per week (41,4%) 2x per week (50%) 1x per week (37,5%) Nooit (100%) Nooit (70%) Nooit / 1x per maand (50%) 271
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
De niet religieuzen zijn het meeste vertegenwoordigd binnen de steekproef met 43,2 procent. De gereformeerden, waar de stroming van de bevindelijk gereformeerden onder valt, zijn met 25,8 procent ook redelijk vertegenwoordigd. Alle overige religies zijn in de steekproef voor 31 procent vertegenwoordigd. Zoals weergegeven in figuur 2.8 op pagina 24, is binnen de 54 geselecteerde gemeenten ongeveer 15,3 procent bevindelijk gereformeerd, is ongeveer 41,2 procent niet religieus en behoort ongeveer 43,5 procent tot een andere religie of een andere stroming dan de bevindelijk gereformeerden. Deze gegevens vertonen een redelijke overeenkomst met elkaar. §4.4.5 Verdeling naar overige demografische kenmerken Voor de overige demografische kenmerken wordt slechts de meest voorkomende variabele getoond in figuur 4.5. Opvallend is voornamelijk het hoge percentage respondenten dat aangeeft een boven modaal inkomen te hebben.
Figuur 4.5 – Overige demografische kenmerken. Variabele Samenstelling huishouden Hoogst genoten opleidingsniveau Netto gezinsinkomen Werk
Meest voorkomend in steekproef
Percentage respondenten
Samenwonend / getrouwd met thuiswonende
28,0 %
kinderen Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Boven modaal (tussen € 1500,- en € 3000,-
25,5 % 42,1 %
netto per maand) Ik werk parttime
28,8 %
Nu de manier waarop het onderzoek is opgezet duidelijk is en inzicht is verkregen in het databestand, zal in het volgende hoofdstuk de data uit het kwantitatieve onderzoek worden beschreven om inzicht te verkrijgen in de gebruikte analyses en de onderzoeksresultaten.
54
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
5
Analyse en onderzoeksresultaten
In dit vijfde hoofdstuk worden de analyse en onderzoeksresultaten beschreven, die uit het praktische onderzoek naar voren komen. De volgende onderzoeksvragen staan centraal:
•
Wat zijn de gevolgen voor het doordeweekse en / of zaterdag bezoek van een consument wanneer een winkel besluit om op zondag open te gaan?
•
Wat is de attitude en de gedragsintentie van consumenten binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op een koopzondag en is dit verschillend voor wel en niet religieuze consumenten? Willen consumenten wel of niet een koopzondag binnen hun gemeente of regio in de bijbelgordel en hoe vaak willen consumenten dan eventueel een koopzondag binnen hun gemeente of regio in de bijbelgordel?
In de eerste paragraaf vindt u een beschrijving van de significante verschillen tussen wel en niet religieuzen. In paragraaf twee vindt u een beschrijving van de factoranalyse, in paragraaf drie vindt u een beschrijving van de meervoudige regressieanalyse, in paragraaf vier vindt u een beschrijving van de logistische regressieanalyse en in paragraaf vijf vindt u een beschrijving van de significante verschillen tussen demografische kenmerken en de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel.
§5.1
Significante verschillen tussen wel en niet religieuzen
Er kunnen verschillen bestaan tussen de meningen van respondenten die aangaven wel en respondenten die aangaven niet religieus te zijn. De (significante) verschillen en opvallende resultaten worden in deze paragraaf weergegeven. In figuur 5.1 op pagina 55 zijn de significante verschillen tussen wel en niet religieuze respondenten met betrekking tot gedrag, gedragsintentie, attitude en de in de straatenquête gevraagde gevolgen weergegeven en wordt daarna beschreven. Alle relevante output behorende bij deze paragraaf is op volgorde van behandeling in bijlage 10 weergegeven.
55
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur 5.1 - Significante verschillen tussen wel en niet religieuze respondenten met betrekking tot gedrag, gedragsintentie, attitude en de in de straatenquête gevraagde gevolgen. Groep
Groep
wel
niet
religieuzen
religieuzen
Nooit
68,8%
48,7%
Wel eens
31,2%
51,3%
Lokaal
54,2%
36,7%
Verder weg
45,8%
63,3%
Niet willen
64,3%
47,9%
Wel willen
35,7%
52,1%
Binnen gemeente Buiten gemeente Buiten provincie Gemiddelde (standaarddeviatie) Gemiddelde (SD) Gemiddelde (SD)
38,2%
36,1%
40,0%
39,3%
21,8%
24,6%
2,97 (1,80)
3,27 (1,60)
Mann Whitney U p = 0,091 > 0,05
2,49 (1,68)
2,29 (1,35)
2,55 (1,38)
3,02 (1,49)
Mann Whitney U p = 0,623 > 0,05 Mann Whitney U p = 0,007 < 0,05
Variabele Gedrag - “bezoek koopzondag”
Gedrag - “lokaal of verder weg shoppen”
Gedragsintentie - “willen shoppen”
Gedragsintentie - “waar willen shoppen”
Attitude - “houding ten aanzien van shoppen op koopzondag” Gevolgen voor doordeweekse en zaterdag bezoek Gevolgen koopzondag eigen gemeente en buurgemeente
Significantie (wel / niet religieus)
Pearson Chi-square p = 0,066 > 0,05
Pearson Chi-square p = 0,104 > 0,05
Pearson Chi-square p = 0,183 > 0,05
Pearson Chi-square p = 0,935 > 0,05
§5.1.1 Gedrag Van de niet religieuzen respondenten gaf 48,7 procent aan nooit een koopzondag te bezoeken tegen 68,8 procent van de wel religieuzen. Het gevonden verschil tussen wel en niet religieuze respondenten met betrekking tot het bezoeken van een koopzondag binnen de bijbelgordel is niet significant. Bij zowel de niet als de wel religieuzen die aangaven wel eens een koopzondag te bezoeken gaven relatief de meeste respondenten aan eens per half jaar een koopzondag te bezoeken.
Bij respondenten die aangaven wel eens een koopzondag te bezoeken gaf van de niet religieuzen 36,7 procent en van de wel religieuzen 54,2 procent aan een voorkeur te hebben voor lokaal shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Doordat deze vraag overgeslagen mocht worden door respondenten die nooit een koopzondag bezoeken, is deze vraag door 60 niet en 48 wel religieuze respondenten ingevuld. Het gevonden verschil is niet significant.
56
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§5.1.2 Gedragsintentie Bij de vraag hoe vaak respondenten willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel, gaf van de niet religieuzen 47,9 procent en van de wel religieuzen 64,3 procent aan niet te willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Er is geen significant verschil gevonden in het willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel tussen wel en niet religieuzen. Bij zowel de niet als de wel religieuzen die aangaven wel eens op een koopzondag te willen shoppen, werd een voorkeur geconstateerd voor eens per twee maanden en eens per kwartaal shoppen. Er is echter wel een significant verschil (Pearson Chi-Square p-waarde is 0,027 < 0,05, zie figuur J bijlage 10) tussen wel en niet gereformeerden geconstateerd. Van de niet gereformeerden gaf 51,2 procent (n = 201) en van de wel gereformeerden 74,3 procent (n = 70) aan niet te willen shoppen op een koopzondag. Bij zowel de niet als de wel gereformeerden die aangaven wel eens op een koopzondag te willen shoppen, werd een voorkeur geconstateerd voor eens per kwartaal shoppen.
Waar een respondent zou willen shoppen op een koopzondag mocht door respondenten die nooit willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel worden overgeslagen. Hierdoor is deze vraag door 61 niet en 55 wel religieuze respondenten ingevuld. Hierbij gaf van de niet religieuzen 36,1 procent en van de wel religieuzen 38,2 procent aan binnen de geënquêteerde gemeente te willen shoppen op een koopzondag. Van de niet religieuzen gaf 39,3 procent en van de wel religieuzen 40 procent aan buiten de geënquêteerde gemeente maar binnen de provincie te willen shoppen op een koopzondag. Ten slotte gaf van de niet religieuzen 24,6 procent en van de wel religieuzen 21,8 procent aan buiten de geënquêteerde gemeente en buiten de provincie te willen shoppen op een koopzondag. Er is geen significant verschil in de locatie waar de respondenten willen shoppen op een koopzondag tussen wel en niet religieuzen geconstateerd.
§5.1.3 Attitude De wel religieuze respondenten hebben een negatievere attitude ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel dan de niet religieuze respondenten. Van de wel religieuzen gaf 63,6 procent aan een (gemengde) negatieve attitude te hebben en van de niet religieuzen gaf 47,9 procent aan een (gemengde) negatieve attitude ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel te hebben. Van de niet religieuzen gaf 29,9 procent aan een neutrale attitude te hebben en gaf 22,2 procent aan een (gemengde) positieve attitude te hebben. Van de wel religieuzen gaf 12,4 procent aan een neutrale attitude te hebben en gaf 57
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
24 procent aan een (gemengde) positieve attitude te hebben. Het gevonden verschil tussen de wel en niet religieuze respondenten is echter niet significant.
§5.1.4 Gevolgen Wanneer een winkel besluit om één keer per maand op zondag open gaan, kunnen er gevolgen zijn voor het doordeweekse en / of zaterdag bezoek aan deze winkel. Zowel de niet als de wel religieuzen geven aan dat dit “(heel) erg weinig negatieve gevolgen” heeft voor het doordeweekse en / of zaterdag bezoek aan deze winkel. Er is geen significant verschil in de gevolgen voor het doordeweekse en / of zaterdag bezoek aan deze winkel tussen wel en niet religieuzen gevonden.
Er kunnen gevolgen zijn voor de vraag naar koopzondagen in de eigen gemeente van de respondent, wanneer een aangrenzende gemeente besluit om winkels één keer per maand op zondag te openen. De niet religieuzen geven voornamelijk aan dat zij denken dat dit “weinig gevolgen” heeft, terwijl de wel religieuzen voornamelijk aangeven dat dit “erg weinig gevolgen” heeft. Hoewel beide groepen aangeven dat de gevolgen beperkt blijven, bestaat er toch een significant verschil. De wel religieuzen zijn duidelijk meer geneigd “(heel) erg weinig gevolgen” te antwoorden, terwijl de niet religieuzen een meer gelijke verdeling over alle keuze mogelijkheden hebben.
§5.1.5 Invulling zondag Opvallend is, dat er maar weinig tot geen van de respondenten (n = 2) aangaven dat shoppen de belangrijkste bezigheid is op zondag. In de top drie van de belangrijkste bezigheden op zondag van de niet religieuzen staat op één “samen zijn met familie en vrienden” (36,8%), op plaats twee staat “uitrusten / relaxen” (25,6%) en op plaats drie staat “uitoefening van hobby’s en sporten” (20,5%). Bij de wel religieuzen staat in de top drie van de belangrijkste bezigheden op zondag op plaats één “uitrusten / relaxen” (37,7%), op plaats twee “samen zijn met familie / vrienden” (27,9%) en op plaats drie “naar de kerk gaan” (12,3%).
58
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§5.1.6 Beliefs Voor alle stellingen is de gemiddelde Likert score en standaarddeviatie berekend en toegespitst op wel en niet religieuze respondenten. Dit is in figuur 5.2 weergegeven.
Figuur 5.2 – Gemiddelde Likert score op de beliefs toegespitst op wel en niet religieuze respondenten. Likert score gemiddelde (standaarddeviatie)
Variabele Totale
Groep
Groep niet
respondenten
religieuzen
religieuzen
n = 271
n = 154
n = 117
7a: rond neuzen in winkels
3,2 (1,8)
2,8 (1,9)
3,7 (1,7)
p = 0,000 < 0,05
7b: rustdag zonder hectiek
4,8 (2,0)
5,1 (1,9)
4,3 (2,0)
p = 0,001 < 0,05
7c: andere mensen ontmoeten
3,4 (1,9)
2,9 (1,8)
4,0 (1,8)
p = 0,000 < 0,05
2,3 (1,7)
2,0 (1,7)
2,5 (1,6)
p = 0,001 < 0,05
2,6 (1,8)
2,1 (1,5)
3,2 (1,9)
p = 0,000 < 0,05
7f: werken
3,4 (2,0)
3,0 (1,8)
4,0 (2,1)
p = 0,000 < 0,05
7g: tijd voor nemen, vergelijken
2,5 (1,6)
2,3 (1,6)
p = 0,001 < 0,05
7h: religieuze rustdag
3,5 (2,5) 3,2 (1,9)
5,0 (2,2) 2,7 (1,9)
2,8 (1,6) 1,7 (1,0) 3,9 (1,8)
p = 0,000 < 0,05
5,8 (1,4)
5,9 (1,4)
5,6 (1,3)
p = 0,061 > 0,05
1,7 (1,1)
1,7 (1,1)
1,8 (1,1)
p = 0,924 > 0,05
7l: noodzakelijke dingen
2,5 (1,4)
2,2 (1,3)
2,8 (1,5)
p = 0,001 < 0,05
7m: goede invulling zondag
2,8 (1,8)
2,4 (1,7)
3,3 (1,7)
p = 0,000 < 0,05
7n: afkeuren
3,2 (1,9)
4,0 (1,9)
2,2 (1,4)
p = 0,000 < 0,05
7o: op wijzen
2,7 (1,7)
3,4 (1,7)
1,9 (1,2)
p = 0,000 < 0,05
7p: aanpassen
2,9 (1,7)
3,3 (1,7)
2,3 (1,5)
p = 0,000 < 0,05
7q: te druk
4,0 (1,9)
4,0 (2,0)
4,0 (1,9)
p = 0,721 > 0,05
7r: handig, doordeweeks geen tijd
3,7 (2,0)
3,3 (2,0)
4,4 (1,7)
p = 0,000 < 0,05
7s: zonde van tijd
3,9 (2,1)
4,3 (2,1)
3,3 (1,9)
p = 0,000 < 0,05
7t: aantrekkelijk alternatief
2,9 (1,7)
2,3 (1,7)
3,4 (1,7)
p = 0,000 < 0,05
7u: geen geld
2,4 (1,7)
2,5 (1,7)
2,2 (1,6)
p = 0,158 > 0,05
7v: niet erg personeel werken
3,8 (1,9)
3,3 (2,0)
4,4 (1,6)
p = 0,000 < 0,05
7d: verveling, iets te doen hebben 7e: geld uitgeven aan leuke dingen
7i: dagje uit 7j: samen zijn, hobby’s / sporten 7k: praten over hobby / interesse
59
Significantie (wel / niet religieus)
p = 0,000 < 0,05
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bij de meeste beliefs is een significant verschil tussen wel en niet religieuzen geconstateerd. Enkele opvallende bevindingen worden kort besproken. Op de stelling “een zondag is voor mij een dagje samen zijn met mijn familie / vrienden en / of een dagje sporten / hobby’s doen” is geen significant verschil tussen de respondenten die religieus zijn en respondenten die niet religieus zijn gevonden. Beide groepen vinden de zondag dus een dag om te sporten of om samen te zijn met vrienden. Er is geen significant verschil tussen de mening van beide groepen over de stelling “shoppen op een koopzondag is voor mij met anderen / personeel over mijn hobby(‘s) / interesse(s) praten”. Beide groepen vinden de zondag dus geen geschikte dag om te praten over hobby’s / interesse(s) met winkelpersoneel. Op de stelling “op een koopzondag is het voor mij te druk om te shoppen” hebben beide groepen een neutrale mening. Voor beide groepen maakt het dus niet uit of het wel of niet druk is op een koopzondag om te shoppen. Tevens maakt voor beide groepen het middel geld niet uit om wel of niet op een koopzondag te shoppen.
§5.2
Factoranalyse
Om de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel te achterhalen, zijn in de straatenquête 22 stellingen (vraag 7 enquête) opgenomen. Door de grote hoeveelheid stellingen wordt de data echter onoverzichtelijk. Een goede manier om de data overzichtelijker te maken is om factoranalyse toe te passen. SPSS probeert de antwoorden van de respondenten op deze 22 variabelen hierbij te groeperen naar achterliggende dimensies om zo de hoeveelheid data te reduceren. De stellingen die sterk op elkaar “laden” vormen een factor. De verschillende factoren die ontstaan verschillen duidelijk van elkaar en hebben weinig correlatie met elkaar (Hair et al. 1998). Omdat er zowel van positief als negatief geformuleerde stellingen gebruik is gemaakt, zijn de negatieve stellingen (dit zijn stelling 7b, 7f, 7h, 7j, 7n, 7o, 7p, 7q, 7s en 7u) gehercodeerd. Bij het achterhalen van de attitude ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel wordt geen gebruik gemaakt van de control beliefs (stelling 7q, 7r, 7s 7t, 7u en 7v), bij het achterhalen van de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel wordt van alle 22 stellingen gebruik gemaakt. In de volgende subparagrafen wordt de procedure en uitkomsten met betrekking tot de factoranalyse beschreven. In bijlage 11 is alle bijbehorende output op volgorde van behandeling weergegeven.
60
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§5.2.1 Assumpties en gebruikte methoden factoranalyse Om factoranalyse te mogen uitvoeren dient aan drie assumpties te worden voldaan. Aan deze assumpties wordt voldaan. Tevens dient er een keuze te worden gemaakt uit een aantal verschillende methoden. Een uitgebreide beschrijving van deze assumpties en de gebruikte methoden is weergegeven in bijlage 11.
§5.2.2 Factoren bepalen en interpretatie Nadat besloten is welke methoden te gebruiken, dienen de factoren bepaald en benoemd te worden. Hierbij zijn de ladingen van de variabelen op de factoren van belang. Aan de benoeming van de factoren zijn geen regels, dit wordt aan de onderzoeker over gelaten. Variabelen met hoge ladingen zijn over het algemeen wel belangrijker bij het benoemen van een factor dan lage ladingen. Er dient gezocht te worden naar een gemakkelijke oplossing met zo weinig mogelijk factoren die zoveel mogelijk van de variantie van de originele data verklaren (Pallant 2005).
Uit de output blijkt dat met betrekking tot de attitude ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel de 17 stellingen gegroepeerd kunnen worden tot vier factoren. Na deze vier factoren daalt de eigenwaarde onder de waarde één. In Catell’s Screeplot is een sterke knik na component twee en drie te zien, er is echter ook een kleine knik na onder andere component vier te zien. De vier factoren verklaren ongeveer 65,2 procent van de variantie. Geen enkele factorlading heeft een waarde kleiner dan 0,3, er worden dan ook geen variabelen verwijderd. In figuur 5.3 worden de factoren weergegeven en benoemd. Per factor wordt vermeld welke stellingen uit de straatenquête het sterkst laden op de factor, welke stellingen zijn gehercodeerd en wat de factorladingen zijn.
Figuur 5.3 – Verschillende factoren met betrekking tot de attitude. Factoren voor het meten van “Attitude” Variabelen
Factor 1 – “Vrijetijdsbesteding / vermaak”
Gehercodeerd
Factorlading op factor
7c: andere mensen ontmoeten
0,854
7m: goede invulling zondag
0,833
7a: rond neuzen in winkels
0,831
7i: dagje uit
0,825
7d: verveling, iets te doen hebben
0,690
7e: geld uitgeven aan leuke dingen
0,681
61
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Variabelen
Gehercodeerd
Factorlading op factor
7o: op wijzen
R
0,833
Factor 2 –
7n: afkeuren
R
0,822
“Sociale controle”
7p: aanpassen
R
0,778
7h: religieuze rustdag
R
0,665
7b: rustdag zonder hectiek
R
0,532
Factor 3 – “Tijdsinvloed” Factor 4 – “Werk / activiteiten”
7g: tijd voor nemen, vergelijken
0,799
7l: noodzakelijke dingen
0,719
7f: werken
R
0,720
7j: samen zijn, hobby’s / sporten
R
0,617
7k: praten over hobby / interesse
0,497
Uit de output blijkt dat met betrekking tot de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel de 22 stellingen gegroepeerd kunnen worden tot zes factoren. Na deze zes factoren daalt de eigenwaarde onder de waarde één. In Catell’s Screeplot is een sterke knik na component twee en drie te zien, er is echter ook een kleine knik na onder andere component zes te zien. De zes factoren verklaren ongeveer 69,9 procent van de variantie. Geen enkele factorlading heeft een waarde kleiner dan 0,3, er worden dan ook geen variabelen verwijderd. In figuur 5.4 worden de factoren weergegeven en benoemd. Per factor wordt vermeld welke stellingen uit de straatenquête het sterkst laden op de factor, welke stellingen zijn gehercodeerd en wat de factorladingen zijn.
Figuur 5.4 – Verschillende factoren met betrekking tot de gedragsintentie. Factoren voor het meten van “Gedragsintentie” Variabelen
Factor 1 – “Vrijetijdsbesteding / vermaak”
Gehercodeerd
Factorlading op factor
7m: goede invulling zondag
0,860
7a: rond neuzen in winkels
0,839
7c: andere mensen ontmoeten
0,833
7i: dagje uit
0,831
7t: aantrekkelijk alternatief
0,766
7r: handig, doordeweeks geen tijd
0,737
7s: zonde van tijd
R
0,699
7e: geld uitgeven aan leuke dingen
0,673
7d: verveling, iets te doen hebben
0,625
7v: niet erg personeel werken
0,583
7b: rustdag zonder hectiek
R
62
0,508
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Variabelen Factor 2 – “Sociale controle”
Factor 3 – “Directe omgeving” Factor 4 – “Tijdsinvloed” Factor 5 – “Werkomgeving” Factor 6 – “Beschikbare middelen”
Gehercodeerd
Factorlading op factor
7o: op wijzen
R
0,880
7n: afkeuren
R
0,818
7p: aanpassen
R
0,776
7h: religieuze rustdag
R
0,649
7j: samen zijn, hobby’s / sporten
R
0,828
7q: te druk
R
0,533
7l: noodzakelijke dingen
0,821
7g: tijd voor nemen, vergelijken
0,632
7f: werken
R
0,773
7k: praten over hobby / interesse
0,481
7u: geen geld
R
0,834
Door de factoranalyse is de data gereduceerd en overzichtelijker geworden. Hierdoor kan eenvoudiger
meervoudige
en
logistische
regressieanalyse
worden
uitgevoerd
en
geïnterpreteerd.
§5.3
Meervoudige regressieanalyse
Door meervoudige regressieanalyse toe te passen kan de mate van invloed van elk van de vier factoren (metrische onafhankelijke variabelen) op de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel (metrische afhankelijke variabele) bepaald worden. Hierbij wordt voor elk van de vier onafhankelijke variabelen een regressiecoëfficiënt berekend, die de relatie tot de afhankelijke variabele weergeeft. In de volgende subparagrafen wordt de procedure en uitkomsten met betrekking tot meervoudige regressieanalyse beschreven. De bijbehorende output is op volgorde van behandeling weergegeven in bijlage 12.
§5.3.1 Assumpties meervoudige regressieanalyse Om meervoudige regressieanalyse te mogen uitvoeren dient aan drie assumpties te worden voldaan. Aan deze assumpties wordt voldaan. Een uitgebreide beschrijving van deze assumpties is weergegeven in bijlage 12.
63
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§5.3.2 Gebruikte methoden Er wordt globaal onderscheid gemaakt tussen drie verschillende methoden voor meervoudige regressieanalyse, namelijk de standaard of enter methode, de hiërarchische methode en de stepwise methode (deze methode kan weer onderverdeeld worden in de forward, backward en stepwise methode). In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de standaard of enter methode. Voor deze methode is gekozen, omdat hierbij alle relevant geachte onafhankelijke variabelen worden opgenomen in het model om te analyseren hoeveel variantie zij van de afhankelijke variabele verklaren (Pallant 2005).
§5.3.3 Interpretatie De vier factoren verklaren 52,3 procent (R Square van 0,523, zie figuur X in bijlage 12) van de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel, wat als goed verondersteld wordt (Pallant 2005). Zoals blijkt uit de ANOVA test is het voorspelde meervoudige regressiemodel significant (p < 0,05). Tevens leveren, zoals te zien is in figuur 5.5, alle vier factoren een significante bijdrage (voor alle vier factoren geldt p < 0,05) en kunnen in het meervoudige regressiemodel voor het voorspellen van de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel worden opgenomen.
Figuur 5.5 – Regressiecoëfficiënten en significantie meervoudige regressiemodel. Coefficientsa Unstandardized Coefficients Model 1
(Constant) Factor 1 "Vrijetijdsbesteding / vermaak" Factor 2 - "Sociale controle" Factor 3 - "Tijdsinvloed" Factor 4 - "Werk / activiteiten"
B 3,100
Std. Error ,073
t 42,629
Sig. ,000
1,132
,073
15,546
,000
,313
,073
4,302
,000
,352
,073
4,835
,000
,201
,073
2,759
,006
a. Dependent Variable: Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio?
Om de relatieve invloed van de vier factoren op de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel te bepalen, dienen de ongestandaardiseerde bèta’s uit kolom één (aangeduid met B) van figuur 5.5 te worden geïnterpreteerd (Pallant 2005). In figuur 5.6 op pagina 64 is dit grafisch weergegeven.
64
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur 5.6 – Mate van invloeden van de factoren op de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel.
Factor 1: “Vrijetijdsbesteding / vermaak”
Factor 2: “Sociale controle” 1,132
0,313
Attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel 0,201
0,352
Factor 4: “Werk / activiteiten”
Factor 3: “Tijdsinvloed”
De regressiecoëfficiënt van factor één “vrijetijdsbesteding / vermaak” is het grootst en heeft dus de meeste invloed op de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. De regressiecoëfficiënt van factor vier “werk / activiteiten” is het kleinst en heeft dus de minste invloed op de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel.
Wanneer
een
respondent
bijvoorbeeld
hoog scoort
(mee
eens)
op
factor
één
“vrijetijdsbesteding / vermaak” en op factor drie “tijdsinvloed”, heeft de respondent een positievere attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel dan wanneer de respondent laag scoort. Wanneer een respondent bijvoorbeeld hoog scoort (mee oneens) op factor twee “sociale controle” en factor vier “werk / activiteiten”, heeft de respondent een positievere attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel dan wanneer de respondent laag scoort.
65
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Er kan een voorspellende formule worden opgesteld, die de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel voorspelt. Deze formule ziet er als volgt uit:
(3)
Y = 3,100 + (1,132 X1) + (0,313 X2) + (0,352 X3) + (0,201 X4) X1 = waarde respondent X op factor 1 (vrijetijdsbesteding / vermaak) X2 = waarde respondent X op factor 2 (sociale controle) X3 = waarde respondent X op factor 3 (tijdsinvloed) X4 = waarde respondent X op factor 4 (werk / activiteiten) Y = 1 tot en met 7 (1 = heel erg negatief / 7 = heel erg positief)
Door de desbetreffende waarden op de onafhankelijke variabelen X1 tot en met X4 van een respondent in te vullen in de bovenstaande formule, kan de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel voorspeld worden.
De werkelijke gemeten attitude (vraag 8 enquête) ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel van de 271 respondenten staat in figuur 5.7 weergegeven. In de steekproef heeft de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel een gemiddelde van 3,10 en een standaarddeviatie van 1,72. Dit is over het algemeen een relatief negatieve attitude. Met 90 procent betrouwbaarheid kan gesteld worden dat 56,8 procent van de populatie in de 54 gemeenten een (gemengde) negatieve attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel heeft, dat 19,9 procent van de populatie een neutrale attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel heeft en dat 23,2 procent van de populatie een (gemengde) positieve attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel heeft. Figuur 5.7 – Attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio?
Valid
heel erg negatief 2 3 4 5 6 heel erg positief Total
Frequency 63 61 30 54 35 22 6 271
Percent 23,2 22,5 11,1 19,9 12,9 8,1 2,2 100,0
66
Valid Percent 23,2 22,5 11,1 19,9 12,9 8,1 2,2 100,0
Cumulative Percent 23,2 45,8 56,8 76,8 89,7 97,8 100,0
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
§5.4
Logistische regressieanalyse
Door logistische regressieanalyse toe te passen kan de mate van invloed van de zes factoren op de gedragsintentie met betrekking tot shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel bepaald worden. Door middel van zes onafhankelijke factoren kan via logistische regressieanalyse de kans voorspeld worden wanneer een respondent kiest voor “niet willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel” en wanneer een respondent kiest voor “wel willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel”. Deze keuze wordt beschouwd als een dichotome afhankelijke variabele, hoewel deze in vraag drie van de straatenquête niet zo wordt gesteld. De antwoordopties één tot en met zeven worden echter beschouwd als “wel willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel” en antwoordoptie acht wordt beschouwd als “niet willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel”. In de volgende subparagrafen wordt de procedure en uitkomsten met betrekking tot logistische regressieanalyse beschreven. Alle bijbehorende output is op volgorde van behandeling weergegeven in bijlage 13.
§5.4.1 Assumpties logistische regressieanalyse Om logistische regressieanalyse te mogen uitvoeren dient aan drie assumpties te worden voldaan. Aan deze assumpties wordt voldaan. Een uitgebreide beschrijving van deze assumpties is weergegeven in bijlage 13.
§5.4.2 Gebruikte methoden De dichotome afhankelijke variabele hoort bij logistische regressieanalyse een zogenaamde 0 – 1 variabele te zijn (Pallant 2005). In dit onderzoek is dat de kans op een keuze tussen niet willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel (waarde = 0) en wel willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel (waarde = 1). Door factoranalyse zijn de zes onafhankelijke variabelen verkregen, die meegenomen worden om de kans op de keuze tussen niet of wel willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel te voorspellen. Voor elke onafhankelijke factor wordt vervolgens door middel van logistische regressieanalyse een coëfficiënt berekend, die de mate van invloed aangeeft van de betreffende factoren op de kans dat de respondent kiest voor wel willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel.
Er wordt globaal onderscheid gemaakt tussen drie verschillende methoden, namelijk de enter methode, de forward methode en de backward methode. Volgens Pallant (2005) bestaat er 67
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
veel kritiek op de forward en backward methode, hoofdzakelijk omdat deze methoden gemakkelijk beïnvloedbaar zijn door willekeurige variantie in de data. Er wordt in dit onderzoek dan ook gebruik gemaakt van de enter methode. Hierbij worden alle voorspellende variabelen getest in één blok om hun voorspellende vermogen te bepalen (Pallant 2005).
§5.4.3 Interpretatie Er zijn een aantal verschillende testen om de uitkomsten van de logistische regressieanalyse te beoordelen. De meest betrouwbare test is de “Hosmer and Lemeshow Test”. Voor een goede “fit” wordt p > 0,05 verondersteld (Pallant 2005). In dit onderzoek is p = 0,486. Er is in dit geval geen verschil in de verdeling van de werkelijke en de voorspelde waarden, waaruit geconcludeerd kan worden dat er een goede fit is. Een andere test is de “Omnibus Tests of Model Coefficients”. Door het uitvoeren van de logistische regressieanalyse worden twee “blokken” aangemaakt. Blok nul geeft de resultaten van de analyse zonder de zes onafhankelijke variabelen weer, blok één geeft de resultaten van de analyse met de zes onafhankelijke variabelen weer (Pallant 2005). De Omnibus Tests of Model Coefficients geeft een p-waarde van 0,000 weer. Omdat 0,000 < 0,05, kan geconcludeerd worden dat er een goede fit is en dat de resultaten van de analyse met de zes onafhankelijke variabelen beter is. Een derde test is gebaseerd op de “Cox & Snell R Square” en de “Nagelkerke R Square”. De Cox & Snell R Square heeft in dit onderzoek een waarde van 0,518 en de Nagelkerke R Square heeft een waarde van 0,695. Dit betekent dat tussen de 51,8 procent en de 69,5 procent van de variantie wordt verklaard door de zes onafhankelijke variabelen, wat als goed verondersteld wordt (Pallant 2005). Ten slotte kan de “Classification Table” gehanteerd worden om te bepalen hoeveel procent van de respondenten correct is ingedeeld door het geformuleerde logistische regressiemodel (Pallant 2005). In dit onderzoek is 88,9 procent van de respondenten correct ingedeeld, wat ook als goed verondersteld wordt.
Om de relatieve invloed van de zes factoren op de kans op de keuze voor wel willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel te bepalen, dienen de bèta’s uit kolom twee (aangeduid met B) van figuur 5.8 op pagina 68 te worden geïnterpreteerd (Pallant 2005).
68
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur 5.8– Variables in the Equation. Variables in the Equation
Step a 1
B 2,287 1,071 ,268 ,956 ,455 ,290 -,659
Factor 1 - Vrijetijdsbesteding / vermaak Factor 2 - Sociale controle Factor 3 - Directe omgeving Factor 4 - Tijdsinvloed Factor 5 - Werkomgeving Factor 6 - Beschikbare middelen Constant
S.E. ,269 ,231 ,185 ,212 ,193 ,198 ,222
Wald 72,384 21,528 2,096 20,277 5,568 2,139 8,824
Sig. ,000 ,000 ,148 ,000 ,018 ,144 ,003
a. Variable(s) entered on step 1: Factor 1, Factor 2, Factor 3, Factor 4, Factor 5, Factor 6.
Om de relatieve invloed van de zes verschillende factoren te bepalen, dienen alleen factoren die significant zijn te worden gebruikt. Om vast te stellen of een factor significant is, wordt de “Wald Test” uit kolom vier (aangeduid met Wald) gebruikt. De Wald waarde van elke factor dient > 3,96 te zijn om significant verondersteld te worden (Hair et al. 1998). In dit onderzoek leveren factor één “vrijetijdsbesteding / vermaak” (72,384 > 3,96), factor twee “sociale controle” (21,528 > 3,96), factor vier “tijdsinvloed” (20,277 > 3,96) en factor vijf “werkomgeving” (5,568 > 3,96) een significante bijdrage aan het voorspellende vermogen van het logistische regressiemodel. Factor drie “directe omgeving” en factor zes “beschikbare middelen” leveren geen significante bijdrage aan het voorspellende vermogen van het model en zullen niet gebruikt worden om te bepalen of consumenten niet of wel willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. In figuur 5.9 is dit grafisch weergegeven.
Figuur 5.9 – Mate van invloeden van de factoren op de kans voor wel willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel.
Factor 1: “Vrijetijdsbesteding / vermaak”
Factor 2: “Sociale controle” 2,287
1,071
Kans op keuze wel willen shoppen op koopzondag binnen de bijbelgordel 0,455
0,956
Factor 5: “Werkomgeving”
Factor 4: “Tijdsinvloed”
69
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
De regressiecoëfficiënt van factor één “vrijetijdsbesteding / vermaak” is het grootst en heeft dus de meeste invloed op wel willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Wanneer
een
respondent
bijvoorbeeld
hoog scoort
(mee
eens)
op
factor
één
“vrijetijdsbesteding / vermaak” en op factor vier “tijdsinvloed”, neemt de kans op de keuze om wel te willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel toe. Wanneer een respondent bijvoorbeeld hoog scoort (mee oneens) op factor twee “sociale controle” en factor vijf “werkomgeving”, neemt de kans op de keuze om wel te willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel toe.
Er kan een voorspellende formule worden opgesteld, die voorspelt of een respondent wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Door middel van de volgende al ingevulde formule uit het boek van Hair et al. (1998) kan de kans voorspeld worden of de respondent wel wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel:
Kanswelkoopzondag =
e −0,659 +(2, 287 X 1 )+(1,071 X 2 )+(0,956 X 3 )+(0, 455 X 4 ) 1 + e −0, 659 +(2, 287 X 1 )+(1, 071 X 2 )+(0,956 X 3 )+(0, 455 X 4 )
(4)
X1 = waarde respondent X op factor 1 (vrijetijdsbesteding / vermaak) X2 = waarde respondent X op factor 2 (sociale controle) X3 = waarde respondent X op factor 4 (tijdsinvloed) X4 = waarde respondent X op factor 5 (werkomgeving)
Door de desbetreffende waarden op de onafhankelijke variabelen X1 tot en met X4 van een respondent in te vullen in de bovenstaande formule, kan voorspeld worden hoe groot de kans is dat deze respondent niet of wel wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Wanneer de uitkomst een kans heeft van 0,5, betekent dit dat de kans dat deze consument kiest voor wel willen shoppen 50 procent is en de kans dat deze consument kiest voor niet willen shoppen ook 50 procent is. Wanneer de uitkomst groter is dan 0,5, betekent dit dat de kans groter is dat deze consument wel wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Wanneer de uitkomst kleiner is dan 0,5, betekent dit dat de kans kleiner is dan 50 procent dat deze consument wel wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel en dat de kans voor niet willen shoppen dus groter is dan de kans voor wel willen shoppen. Hierdoor kan dus de gedragsintentie van een respondent voorspeld worden.
70
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
De werkelijke gemeten gedragsintentie (vraag 3 enquête) ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel van de 271 respondenten staat in figuur 5.10 weergegeven. Met 90 procent betrouwbaarheid kan gesteld worden dat 57,2 procent van de populatie uit de 54 geselecteerde gemeenten niet wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel en dat 42,8 procent van de populatie uit de 54 geselecteerde gemeenten wel wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Gemiddeld willen zij 8,2 keer per jaar shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel.
Figuur 5.10 – Gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Als u mag kiezen, hoe vaak zou u dan in de ideale situatie op een koopzondag in deze gemeente / regio willen shoppen?
Valid
Elke week Eens per 2 weken Elke maand Eens per 2 maanden Eens per kwartaal Eens per half jaar Eens per jaar Ik wil niet shoppen op koopzondagen in deze gemeente / regio Total
Frequency 5 6 17 28 30 18 12
Percent 1,8 2,2 6,3 10,3 11,1 6,6 4,4
Valid Percent 1,8 2,2 6,3 10,3 11,1 6,6 4,4
Cumulative Percent 1,8 4,1 10,3 20,7 31,7 38,4 42,8
155
57,2
57,2
100,0
271
100,0
100,0
§5.5 Significante verschillen tussen demografische kenmerken Ten slotte kan het nog interessant zijn om verschillende demografische kenmerken met betrekking tot de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel te analyseren. Willen jongere consumenten bijvoorbeeld vaker shoppen op een koopzondag dan consumenten met een hogere leeftijd? Of willen consumenten met een hoger inkomen bijvoorbeeld vaker shoppen op een koopzondag dan consumenten met een lager inkomen? In deze paragraaf worden de vragen die betrekking hebben op de demografische verschillen besproken. In figuur 5.11 op pagina 71 zijn de significante verschillen tussen demografische kenmerken met betrekking tot de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel weergegeven. Aansluitend worden deze significante verschillen daarna beschreven. Alle bijbehorende output is op volgorde van behandeling in bijlage 14 weergegeven.
71
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur 5.11 - Significante verschillen tussen demografische kenmerken met betrekking tot de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Demografische variabele
Geslacht
Attitude (heel erg positieve tot en met heel erg negatieve attitude ten aanzien van shoppen op koopzondag) Mann Whitney test p = 0,693 > 0,05
Gedragsintentie (wel / niet willen shoppen op koopzondag) Pearson Chi-square p = 0,065 > 0,05
Inkomen
Kruskal Wallis test p = 0,005 < 0,05
Pearson Chi-square p = 0,008 < 0,05
Opleiding
Kruskal Wallis test p = 0,295 > 0,05
Pearson Chi-square p = 0,266 > 0,05
Leeftijd (≤ 35 / > 35)
Mann Whitney test p = 0,000 < 0,05
Pearson Chi-square p = 0,001 < 0,05
Huishouden
Kruskal Wallis test p = 0,002 < 0,05
Pearson Chi-square p = 0,006 < 0,05
Werk (ja / nee)
Mann Whitney test p = 0,725 > 0,05
Pearson Chi-square p = 0,846 > 0,05
De variabelen geslacht, opleiding en werk bevatten geen significante verschillen met betrekking tot de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel en worden niet verder beschreven.
Bij de variabele inkomen hebben respondenten met een lager gezinsinkomen (< modaal) een significant positievere attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel met een gemiddelde van 3,58 en een standaarddeviatie van 1,62 en een gemiddelde van 3,46 en een standaarddeviatie van 1,81 dan de respondenten met een hoger gezinsinkomen (≥ modaal) met een gemiddelde van 2,77 en een standaarddeviatie van 1,69 en een gemiddelde van 2,76 en een standaarddeviatie van 1,52. Ook willen respondenten met een lager gezinsinkomen significant vaker shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel dan respondenten met een hoger gezinsinkomen.
De leeftijdsgroep kleiner of gelijk aan 35 jaar heeft een significant positievere attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel met een gemiddelde van 3,48 en een standaarddeviatie van 1,76 ten opzichte van de leeftijdsgroep boven 35 jaar met een gemiddelde van 2,45 en een standaarddeviatie van 1,43. Ook willen relatief jongere respondenten significant vaker shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel dan respondenten met een relatief hogere leeftijd.
Bij de variabele huishouden hebben respondenten uitwonend en inwonend bij ouders met respectievelijk een gemiddelde van 4,27 en een standaarddeviatie van 1,61 en een gemiddelde
72
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
van 3,49 en een standaarddeviatie van 1,76 een significant positievere attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel en willen significant vaker shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel dan respondenten die alleenstaand zijn of samenwonen met of zonder kinderen.
Nu alle relevante analyses en resultaten zijn besproken en er inzicht is gegeven in de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel en in de gevolgen voor het doordeweekse en / of zaterdag bezoek van een consument wanneer een winkel besluit om op zondag open te gaan, zullen in het volgende hoofdstuk de conclusie, limitaties, aanbevelingen aan de retail en gemeenten en aanbevelingen voor vervolgonderzoek behandeld worden om de gevonden resultaten te kunnen gebruiken en om antwoord te geven op de geformuleerde probleemstelling.
73
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
6
Conclusies, limitaties, aanbevelingen aan de retail en gemeenten en aanbevelingen voor vervolgonderzoek
In dit zesde hoofdstuk worden de conclusies, limitaties, aanbevelingen aan de retail en gemeenten en de aanbevelingen voor vervolgonderzoek beschreven. De volgende onderzoeksvraag staat centraal:
•
Wat zijn de belangrijkste mogelijkheden en onmogelijkheden met betrekking tot het opstarten van koopzondagen binnen de bijbelgordel?
In de eerste paragraaf worden de conclusies beschreven. In paragraaf twee worden vervolgens de limitaties weergegeven en in paragraaf drie vindt u de aanbevelingen aan de retail en gemeenten. Ten slotte vindt u in paragraaf vier de aanbevelingen voor vervolgonderzoek.
§6.1
Conclusies
Er is geconstateerd dat 56,8 procent van de geselecteerde populatie een (gemengde) negatieve attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel heeft, dat 19,9 procent een neutrale attitude heeft en dat 23,2 procent een (gemengde) positieve attitude heeft. De algemene attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel is gemiddeld beoordeeld met 3,10 op een schaal van één tot en met zeven en heeft een standaarddeviatie van 1,72. De algemene attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel is dus gemengd negatief. De factor “vrijetijdsbesteding / vermaak” heeft de meeste invloed op de attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel, gevolgd door respectievelijk de factor “tijdsinvloed” en de factor “sociale controle”. De factor “werk / activiteiten” heeft de minste invloed.
De religieuze consumenten hebben een negatievere attitude ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel dan de niet religieuze consumenten. Bij zowel de wel als de niet religieuzen werd een meerderheid geconstateerd met een negatieve attitude. Er zijn echter geen significante verschillen in de attitude ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel tussen wel en niet religieuzen gevonden, de geconstateerde verschillen kunnen op toeval berusten en hier kunnen dan ook geen conclusies aan verbonden worden.
74
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Tevens is er geconstateerd dat 57,2 procent van de geselecteerde populatie niet wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel en dat 42,8 procent wel wil shoppen. Gemiddeld willen de “wel shoppers” 8,2 keer per jaar shoppen op een koopzondag. De algemene gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel is dus dat de geselecteerde populatie niet wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. De factor “vrijetijdsbesteding / vermaak” heeft de meeste invloed op de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel, gevolgd door respectievelijk de factor “sociale controle” en de factor “tijdsinvloed”. De factor “werkomgeving” heeft de minste invloed.
De religieuze consumenten hebben een negatievere gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel dan de niet religieuze consumenten. Er zijn echter geen significante verschillen in de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel tussen wel en niet religieuzen gevonden. De geconstateerde verschillen kunnen op toeval berusten, hier kunnen dan ook geen conclusies aan verbonden worden. Bij zowel de niet als de wel religieuzen die aangaven wel eens op een koopzondag te willen shoppen, werd een voorkeur geconstateerd voor eens per twee maanden (zes keer per jaar) en eens per kwartaal (vier keer per jaar) shoppen. Belangrijke alternatieven voor de invulling van de zondag zijn voor de niet religieuzen respectievelijk “samen zijn met familie en vrienden”, “uitrusten / relaxen” en “uitoefening van hobby’s / sporten”. Voor de wel religieuzen zijn belangrijke alternatieven respectievelijk “uitrusten / relaxen”, “samen zijn met familie / vrienden” en “naar de kerk gaan”.
Er is wel een significant verschil tussen wel en niet gereformeerden gevonden. Van de niet gereformeerden gaf 51,2 procent en van de wel gereformeerden gaf 74,3 procent aan niet te willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er, wanneer er een koopzondag binnen de bijbelgordel komt, maar weinig gereformeerden op af zullen komen. De bezoekers zullen voornamelijk uit niet religieuzen en andere religieuzen dan de gereformeerden bestaan.
Uit het literatuuronderzoek bleek dat religieuze consumenten een voorkeur voor lokaal shoppen hebben. In dit onderzoek gaf van de niet religieuzen 36,7 procent en van de wel religieuzen 54,2 procent aan een voorkeur te hebben voor lokaal shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Er is echter geen significant verschil in de voorkeur voor lokaal of 75
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
verder weg van huis shoppen tussen wel en niet religieuzen gevonden en er is ook geen significant verschil in de locatie waar de consumenten willen shoppen tussen wel en niet religieuzen gevonden. De geconstateerde verschillen kunnen op toeval berusten, er kunnen dan ook geen conclusies aan verbonden worden en de stelling uit het literatuuronderzoek kan niet ondersteund worden.
Uit het literatuuronderzoek kwam tevens naar voren dat het besluit om als winkel op zondag open te gaan, invloed kan hebben op het doordeweekse en / of zaterdag bezoek van de consument aan deze winkel. In dit onderzoek gaven zowel de niet als de wel religieuzen aan dat dit (heel) erg weinig negatieve gevolgen heeft voor het doordeweekse en / of zaterdag bezoek aan deze winkel, er is dan ook geen significant verschil in de gevolgen voor het doordeweekse en / of zaterdag bezoek aan deze winkel tussen wel en niet religieuzen gevonden. Het geconstateerde verschil kan op toeval berusten, er kunnen dan ook geen conclusies aan verbonden worden en ook deze stelling uit het literatuuronderzoek kan niet ondersteund worden.
Uit het literatuuronderzoek kwam ook naar voren dat wanneer een aangrenzende gemeente besluit om winkels één keer per maand op zondag te openen, dit gevolgen kan hebben voor de vraag naar koopzondagen in de eigen gemeente van de consument. Hoewel beide groepen in dit onderzoek aangaven dat de gevolgen beperkt blijven, bestaat er toch een significant verschil. De wel religieuzen zijn duidelijk meer geneigd “(heel) erg weinig gevolgen” te antwoorden, terwijl de niet religieuzen een meer gelijke verdeling over alle keuze mogelijkheden hebben. Hieruit kan geconcludeerd worden dat religieuze consumenten er meer vertrouwen in hebben dat de inwoners en retailers van hun gemeente niet inspelen op een zondagsopening bij buurgemeenten dan niet religieuze consumenten.
Consumenten met een lager gezinsinkomen (< modaal), consumenten in de leeftijdsgroep kleiner of gelijk aan 35 jaar en consumenten uitwonend en inwonend bij ouders hebben een significant positievere attitude en gedragsintentie ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel dan de consumenten met een hoger gezinsinkomen (≥ modaal), consumenten van de leeftijdsgroep boven 35 jaar en consumenten die alleenstaand zijn of samenwonen met of zonder kinderen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat, wanneer er een openstelling van winkels op een koopzondag binnen de bijbelgordel komt, de bezoekers voornamelijk uit consumenten met een lager gezinsinkomen, consumenten in de 76
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
leeftijdsgroep kleiner of gelijk aan 35 jaar en consumenten uitwonend en inwonend bij ouders zal bestaan.
§6.2
Limitaties
Voor dit onderzoek gelden een aantal beperkingen. Deze beperkingen worden in onderstaande paragraaf kort besproken. Bij de interpretatie van de resultaten dient rekening gehouden te worden met deze limitaties.
Ten eerste kunnen er grote regionale verschillen bestaan in de overtuigingen van consumenten. Hoewel getracht is om in zowel sterk religieuze als minder religieuze gemeenten te enquêteren, zijn de resultaten moeilijk generaliseerbaar naar elke afzonderlijke gemeente binnen de bijbelgordel. Religieuze consumenten wonen vaak dicht bij elkaar en zoeken elkaar op, waardoor de ene gemeente sterk religieus kan zijn en de buurgemeente veel minder religieus kan zijn. Hierdoor kan de attitude en de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel ook sterk verschillen per gemeente.
Ten tweede heeft de dataverzameling van de straatenquête in de vakantieperiode plaatsgevonden. Hierdoor kunnen toeristen zijn geënquêteerd, waardoor de resultaten van het onderzoek mogelijk beïnvloed kunnen zijn. Tevens zijn de resultaten sterk afhankelijk van de plaats op straat en de gemeente waar de enquêtes zijn afgenomen en het tijdstip waarop dit is gebeurd.
Ten derde is er alleen naar de mening van consumenten gevraagd en niet naar de mening van retailers en gemeenten. Deze kunnen echter een andere attitude en gedragsintentie ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel hebben.
Ten vierde beperkt dit onderzoek zich tot gemeenten met een volledige afwezigheid van koopzondagen door confessionele redenen of principiële redenen. Dit onderzoek is dan ook niet representatief voor alle gemeenten binnen de bijbelgordel, maar voor de 54 geselecteerde gemeenten. Tevens beperkt dit onderzoek zich tot het shoppen in winkels behalve supermarkten en is het shoppen in een supermarkt dus niet meegenomen in dit onderzoek.
Ten vijfde is de doelgroep in dit onderzoek volwassenen. De jeugd van nu zijn echter de volwassenen van de toekomst. Zij kunnen een andere attitude en gedragsintentie hebben en 77
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
formeren ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel. Deze resultaten zijn dan ook alleen representatief voor de huidige situatie.
Ten zesde is in dit onderzoek aan elk van de belief structuren vanwege praktische redenen hetzelfde gewicht toegekend. De werking van de Theory of Planned Behavior is dan ook niet optimaal. Tevens gaat de Theory of Planned Behavior op voor gedragingen waarbij is nagedacht over de consequenties van het gedrag. Wanneer de consument niet veel kennis over of weinig interesse in het shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel heeft, heeft de consument hier waarschijnlijk weinig beliefs over en wordt de functie van het model beperkt.
Ten slotte ligt het onderzochte onderwerp gevoelig binnen de bijbelgordel, hierdoor kunnen consumenten soms een ander antwoord hebben gegeven dan dat zij eigenlijk denken of doen.
§6.3
Aanbevelingen aan de retail en gemeenten
Aangezien een kleine meerderheid van de geselecteerde populatie niet wil shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel en slechts een klein gedeelte een (gemengde) positieve attitude ten aanzien van shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel heeft, is de vraag naar een koopzondag beperkt. Hoewel door een minderheid van de geselecteerde populatie, is er dus wel vraag naar een koopzondag. Een aanbeveling aan de retail en de betreffende gemeenten binnen de bijbelgordel is dan ook, om ongeveer zes koopzondagen per jaar in te stellen en dit een jaar te proberen. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat dit alleen kan slagen, wanneer alle retailers in het winkelgebied open gaan op deze koopzondagen. Wanneer slechts een beperkt aantal retailers open gaat, kan irritatie ontstaan bij consumenten. Dit kan weer leiden tot negatieve attitudes en een lagere gedragsintentie.
Er dient vooraf duidelijk in regionale bladen en in de winkelstraten / winkelcentra aangekondigd te worden wanneer er een koopzondag is, zodat dit bij de consument bekend is. Hierbij moet getracht worden vooral consumenten met een lager gezinsinkomen, consumenten in de leeftijdsgroep kleiner of gelijk aan 35 jaar en consumenten uitwonend en inwonend bij ouders te bereiken. Tevens is het aan te raden om, zoals in de rest van Nederland gebruikelijk is, slechts een gedeelte van de zondag (bijvoorbeeld van 12.00 uur tot 17.00 uur) open te gaan. Zo hebben consumenten eerst de tijd om eventueel naar de kerk te gaan. Daarnaast is het verstandig om in te spelen op het funshoppen. Zoals reeds genoemd, is “vrijetijdsbesteding / vermaak” de belangrijkste reden om te gaan shoppen op een 78
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
koopzondag. Het is dan ook aan te raden de winkelstraat / het winkelcentrum op zondag hierop aan te passen. De koopzondagen kunnen het beste aan het begin van de maand plaats vinden, wanneer consumenten over het algemeen net salaris hebben ontvangen. Hierdoor kan de factor “beschikbare middelen” ondervangen worden.
Ten slotte kan geprobeerd worden de argumenten aan te pakken die een negatieve attitude veroorzaken en de argumenten die een positieve attitude veroorzaken te versterken. Een voorbeeld kan zijn om in een reclamecampagne jongeren binnen de bijbelgordel “warm te maken” voor een koopzondag door een reclamespotje op televisie, door een advertentie in op jongeren gerichte bladen te plaatsen of door doordeweeks en op zaterdag als winkelier zelf positieve uitingen te geven over een koopzondag, zodat de attitude ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel zich in de toekomst kan aanpassen.
§6.4
Aanbevelingen voor vervolgonderzoek
Om nog meer inzicht te krijgen in de verschillende facetten die invloed hebben op het shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel, is vervolgonderzoek nodig. In deze paragraaf worden vier opties voor vervolgonderzoek besproken.
Dit onderzoek is afgestemd op de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel. Hoewel de klant koning is, hebben de retailers uiteraard ook invloed op de openstelling op koopzondagen. Het is dan ook interessant om de attitude en de gedragsintentie van retailers binnen de bijbelgordel ten aanzien van openstelling op zondagen te onderzoeken.
Dit onderzoek is afgestemd op koopzondagen. Er bestaan echter ook koopfeestdagen, waarop ook veel gemeenten binnen de bijbelgordel geen openstelling van winkels hebben. Misschien is de attitude en de gedragsintentie van consumenten en retailers binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op koopfeestdagen anders dan ten aanzien van shoppen op koopzondagen? Het is dan ook interessant om de attitude en de gedragsintentie van consumenten en retailers binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op koopfeestdagen te onderzoeken.
Er is in dit onderzoek geen rekening gehouden met de openstelling van supermarkten. Het kan zijn dat consumenten een andere attitude en gedragsintentie ten aanzien van shoppen op 79
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
koopzondagen binnen de bijbelgordel bij supermarkten hebben dan bij overige winkels. Het is dan ook interessant om de attitude en de gedragsintentie van consumenten binnen de bijbelgordel ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel toegespitst op supermarkten te onderzoeken.
Ten slotte is in dit onderzoek weinig rekening gehouden met het gedrag zelf. Wanneer er eventueel in de toekomst zondagopenstellingen komen, is het interessant om het gedrag van consumenten op koopzondagen binnen de bijbelgordel te observeren om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de wensen en behoeften van de consumenten.
Door dit onderzoek is meer inzicht verkregen in de attitude en de gedragsintentie van consumenten ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel en is de probleemstelling opgelost. Nu de probleemstelling is opgelost en alle onderzoeksvragen zijn behandeld, worden vanaf pagina 80 de literatuurlijst, de verwijzing figuren en de bijlagen weergegeven.
80
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Literatuurlijst Literatuur:
•
Ajzen I. (1991). The Theory of Planned Behavior. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 50 (2), 179-211.
•
Ajzen I. & M. Fishbein (1980), Understanding attitudes and predicting social behavior. Upper Saddle River, N.J.: Prentice-Hall. pp278.
•
Barnes N.G. (1984). New shopper profiles: implications of Sunday sales. Journal of Small Business Management, 22 (3), 32-40.
•
Boom E.J. & A.A. Weber (1994), Consumentengedrag: aanknopingspunten voor marketingstrategie. Groningen: Wolters-Noordhoff. pp426.
•
Bruner II, G.C. & P.J. Hensel (1992), Marketing scales handbook: a compilation of multi-item measures. Volume 1. Chicago: American Marketing Association. pp1315.
•
Bruner II, G.C. & P.J. Hensel (1996), Marketing scales handbook: a compilation of multi-item measures. Volume 2. Chicago: American Marketing Association. pp1045.
•
Bruner II, G.C., K.E. James & P.J. Hensel (2001), Marketing scales handbook: a compilation of multi-item measures. Volume 3. Chicago: American Marketing Association. pp1651.
•
Carpenter T.D. & J.L. Reimers (2005). Unethical and fraudulent financial reporting: applying the Theory of Planned Behavior. Journal of Business Ethics, 60 (2), 115-129.
•
Chang M.K. (1998). Predicting unethical behavior: a comparison of the Theory of Reasoned Action and the Theory of Planned Behavior. Journal of Business Ethics, 17 (16), 1825-1834.
81
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
•
Chang Y., L.D. Burns & C.J. Noel (1996). Attitudinal versus normative influence in the purchase of brand-name casual apparel. Family and Consumer Sciences Research Journal, 25 (1), 79-109.
•
Cheung S.F., D.K.S. Chan & Z.S.Y. Wong (1999). Reexamining the Theory of Planned Behavior in understanding wastepaper recycling. Environment & Behavior, 31 (5), 587-612.
•
Delener N. (1990). The effects of religious factors on perceived risk in durable goods purchase decisions. The Journal of Consumer Marketing, 7 (3), 27-38.
•
Delener N. (1994). Religious contrasts in consumer decision behaviour patterns: their dimensions and marketing implications. European Journal of Marketing, 28 (5), 3653.
•
Eagly A.H. & S. Chaiken (1993), The psychology of attitudes. Forth Worth: Harcourt Brace Jovanovich. pp794.
•
Essoo N. & S. Dibb (2004). Religious influences on shopping behaviour: an exploratory study. Journal of Marketing Management, 20 (7), 683-713.
•
Fishbein M. & I. Ajzen (1975), Belief, attitude, intention and behavior: an introduction to theory and research. Reading, Massachusetts: Addison-Wesley. pp578.
•
Gorter C., P. Nijkamp & P. Klamer (2003). The attraction force of out-of-town shopping malls: a case study on run-fun shopping in the Netherlands. Tijdschrift voor economische en sociale geografie, 94 (2), 219-229.
•
Gradus R.H.J.M. & E. Dijkgraaf (2004). De zondagsopening verklaard. EconomischStatistische Berichten, 89 (4437), 322 – 324.
82
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
•
Grünhagen M., S.J. Grove & J.W. Gentry (2003). The dynamics of store hour changes and consumption behavior. European Journal of Marketing, 37 (11/12), 1801-1817.
•
Hair J.F., R.E. Anderson, R.L. Tatham & W.C. Black (1998), Multivariate Data Analysis. Fifth Edition. New Jersey: Prentice-Hall, Inc. pp730.
•
Hair jr. J.F., R.P. Bush & D.J. Ortinau (2003), Marketing Research: Within a Changing Information Environment. Second Edition. New York: McGraw-Hill Higher Education. pp720.
•
Hansen T., J.M. Jensen & H.S. Solgaard (2004). Predicting online grocery buying intention: a comparison of the Theory of Reasoned Action and the Theory of Planned Behavior. International Journal of Information Management, 24 (6), 539-550.
•
Hirschman E.C. (1983). Religious affiliation and consumption processes; an initial paradigm. Research in Marketing, 6, 131-170.
•
Jacobsen J.P. & P. Kooreman (2005). Timing constraints and the allocation of time: the effects of changing shopping hours regulations in the Netherlands. European Economic Review, 49 (1), 9-27.
•
Kremers J.J.M., R.H.J.M. Gradus & P.J.G. Heijmans (1994). Winkelsluiting op de helling. Economisch-Statistische Berichten, 79 (3969), 628-632,642.
•
LaBarbera P.A. (1987). Consumer behavior and born again christianity. Research in Consumer Behavior, 2, 193-222.
•
Lim H. & A.J. Dubinsky (2005). The Theory of Planned Behavior in e-commerce: making a case for interdependencies between salient beliefs. Psychology & Marketing, 22 (10), 833-855.
83
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
•
Madden T.J., P.S. Ellen & I. Ajzen (1992). A comparison of the Theory of Planned Behavior and the Theory of Reasoned Action. Personality and Social Psychology Bulletin, 18 (1), 3-9.
•
Malhotra N.K. (1999), Marketing Research: An applied orientation. Third Edition. New Yersey: Prentice Hall, Inc. pp763.
•
McDaniel S.W. & J.J. Burnett (1990). Consumer religiosity and retail store evaluative criteria. Journal of the Academy of Marketing Science, 18 (2), 101-112.
•
Mokhlis S. (2006). The effect of religiosity on shopping orientation: an exploratory study in Malaysia. The Journal of American Academy of Business, 9 (1), 64-75.
•
Pallant J. (2005), SPSS Survival Manual: a step by step guide to data analysis using SPSS version 12. Second Edition. Maidenhead: Open University Press. pp318.
•
Ryan M.J. (1982). Behavioral intention formation: the interdependency of attitudinal and social influence variables. Journal of Consumer Research, 9 (3), 263-278.
•
Ryan M.J. & E.H. Bonfield (1980). Fishbein’s intentions model: a test of external and pragmatic validity. Journal of Marketing, 44 (2), 82-95.
•
Shim S., M.A. Eastlick, S.L. Lotz & P. Warrington (2001). An on-line prepurchase intentions model: the role of intention to search. Journal of Retailing, 77 (3), 397-416.
•
Siguaw J.A. & P.M. Simpson (1997). Effects of religiousness on Sunday shopping and outshopping behaviours: a study of shopper attitudes and behaviours in the American South. The International Review of Retail, Distribution and Consumer Research, 7 (1), 23-40.
•
Sood J. & Y. Nasu (1995). Religiosity and nationality: an exploratory study of their effect on consumer behavior in Japan and the United States. Journal of Business Research, 34 (1), 1-9.
84
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
•
Tabachnick B.G. & L.S. Fidell (2001), Using multivariate statistics. Fourth Edition. Boston: Allyn and Bacon. pp966.
•
Taylor S. & P.A. Todd (1995). Decomposition and crossover effects in the Theory of Planned Behavior: a study of consumer adoption intentions. International Journal of Research in Marketing, 12 (2), 137-155.
•
Tilburg M.A.L. van & A.B.A Tuitert (1995), Kwalitatief marktonderzoek in Nederland. Tilburg: sectie Economische Psychologie. pp71.
•
Trafimow D. & M. Fishbein (1994). The moderating effect on behavior type on the subjective norm-behavior relationship. Journal of Social Psychology, 134 (6), 755963.
•
Varble D.L. (1976). Sunday shopping and promotion possibilities. Journal of the Academy of Marketing Science, 4 (4), 778-791.
•
Wilkes R.E., J.J. Burnett & R.D. Howell (1986). On the meaning and measurement of religiosity in consumer research. Journal of the Academy of Marketing Science, 14 (1), 47-56.
85
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Internet:
•
Accent Grave http://www.accentgrave.nl
•
Centraal Bureau voor de Statistiek, 2005, Kerkelijke gezindte 1971 –2002 http://www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/mensmaatschappij/leefsituatie/publicaties/artikelen/archief/2003/2003-1361-wm.htm
•
Dekker, G., 1998, Hoe gereformeerd zijn bevindelijk gereformeerden? http://www.refdag.nl/oud/eeuw/981005bin20.html
•
Dekker, J.R.A., en Janse, C.S.L., 2001, Atlas van Gereformeerde Gezindte http://oud.refdag.nl/sitegg/pages/kerken/kl51.html
•
Digitaal Erfgoed Nederland, 2005, Sociaal-culturele trends http://www.den.nl/docs/20051014160133
•
Encyclopedie Wikipedia, 2006, Bevindelijk gereformeerden http://nl.wikipedia.org/wiki/Bevindelijk_gereformeerden
•
Encyclopedie Wikipedia, 2006, Bijbelgordel http://nl.wikipedia.org/wiki/Bijbelgordel
•
Encyclopedie Wikipedia, 2006, Nederland http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederland
•
Financiëlevragen.com, 2005, Bijbelgordel http://www.financielevragen.com/nieuws/nl/Wikipedia.org/2005/01/30/Bijbelgordel.ht ml
86
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
•
Homepage Icek Ajzen, 2006, Constructing a TpB Questionnaire: Conceptual and Methodological Considerations http://www.people.umass.edu/aizen/pdf/tpb.measurement.pdf
•
I-Africa Ziektekosten, Bijbelgordel http://www.iafrica.org/ziektekosten/Bijbelgordel.html
•
Kamer van Koophandel, 2006, Winkeltijden http://twente.kvk.nl/artikel/artikel.asp?artikelID=39476§ieID=59
•
Koopzondagen.net www.koopzondagen.net
•
Minister van Justitie W. Sorgdrager, 1996, Winkeltijdenwet http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/deeplink/law1/title=Winkeltijdenwet
•
NOS Headlines, 2006, Nederlanders 15 uur in winkels http://www.nosheadlines.nl/forum.php/list_messages/3428
•
Overheid.nl, 1996, Winkeltijdenwet http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/deeplink/law1/title=Winkeltijdenwet
•
Reformatorisch Dagblad, 2003, Zondag van onschatbare waarde http://www.refdag.nl/artikel/62187/Zondag+van+onschatbare+waarde.html
•
Reformatorisch Dagblad, 2004, Oplage en bereik http://www.refdag.nl/adverteren/oplage
•
Reformatorisch Dagblad, 2005, Oud-Beijerland promoot koopzondag http://www.refdag.nl/artikel/1227149/O-Beijerland+promoot+koopzondag.html
•
Reformatorisch Dagblad, 2006, Geografische spreiding http://www.refdag.nl/adverteren/spreiding
87
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
•
Reformatorisch Dagblad, 2006, Klant hoeft geen extra koopzondagen http://www.refdag.nl/artikel/1246170/Klant+hoeft+geen+extra+koopzondagen.html
•
Reformatorisch Dagblad, 2006, Koopzondag als splijtzwam http://www.refdag.nl/artikel/1250406/Koopzondag+als+splijtzwam.html
•
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2003, Religies in Nederland http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o1204n22742.html
•
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2003, SGP-stemmers 2003 http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o835n21849.html
•
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2005, Niet religieus http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o1209n22742.html
•
RTL Z, 2006, 80% Nederlanders hoeft niet meer koopzondagen http://www.rtl.nl/(/financien/rtlz/home/)/components/financien/rtlz/2006/01_januari/1 9-koopzondag.xml
•
Shoppenopzondag.nl http://www.shoppenopzondag.nl
•
Telegraaf, 2005, Utrechtse kerken open voor koopzondag http://archief.telegraaf.nl/artikel.fpl?id=473407&pagina=0&query=koopzondag&allee nrecent=&bron=alles
Overig:
•
Teletekst pagina 192 op Nederland 2 van donderdag 15 december 2005.
88
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Verwijzing figuren •
Figuur 1.1: pagina 12
•
Figuur 2.1: pagina 18
•
Figuur 2.2: pagina 19
•
Figuur 2.3: pagina 20
•
Figuur 2.4: pagina 20
•
Figuur 2.5: pagina 21
•
Figuur 2.6: pagina 23
•
Figuur 2.7: pagina 23
•
Figuur 2.8: pagina 24
•
Figuur 3.1: pagina 29
•
Figuur 3.2: pagina 30
•
Figuur 3.3: pagina 32
•
Figuur 3.4: pagina 34
•
Figuur 3.5: pagina 35
•
Figuur 3.6: pagina 43
•
Figuur 4.1: pagina 48
89
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
•
Figuur 4.2: pagina 51
•
Figuur 4.3: pagina 52
•
Figuur 4.4: pagina 52
•
Figuur 4.5: pagina 53
•
Figuur 5.1: pagina 55
•
Figuur 5.2: pagina 58
•
Figuur 5.3: pagina 60
•
Figuur 5.4: pagina 61
•
Figuur 5.5: pagina 63
•
Figuur 5.6: pagina 64
•
Figuur 5.7: pagina 65
•
Figuur 5.8: pagina 68
•
Figuur 5.9: pagina 68
•
Figuur 5.10: pagina 70
•
Figuur 5.11: pagina 71
90
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
91
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 1 Betrouwbaarheid encyclopedie Wikipedia Hieronder vindt u een teletekstpagina van donderdag 15 december 2005, waarin de betrouwbaarheid van Wikipedia wordt geschetst.
* Lemma => artikel.
92
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 2 Gemeenten binnen de bijbelgordel
Hieronder vindt u de namen van de gemeenten die in dit onderzoek in eerste instantie tot de bijbelgordel worden gerekend op basis van het relatief hoge SGP-stemgedrag.
Gemeente 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
Urk Staphorst Reimerswaal Kesteren (nu gemeente Neder-Betuwe) Nieuw-Lekkerland Rijssen (nu gemeente Rijssen-Holten) Tholen Goedereede Aalburg Dirksland Nunspeet Barneveld Graafstroom Hardinxveld-Giessendam Korendijk Zwartewaterland Scherpenzeel Middelharnis Sliedrecht Borsele Elburg Ouderkerk Hendrik-Ido-Ambacht Rhenen Woudenberg Zaltbommel Veere Oldebroek Krimpen aan den IJssel Alblasserdam Zevenhuizen-Moerkapelle Renswoude Liesveld Zederik Bergambacht Neerijnen Werkendam Katwijk Ede Kapelle Kampen Vlist Veenendaal Oud-Beijerland
Gemeente 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88
93
Ridderkerk Oostflakkee Geldermalsen Schouwen-Duiveland Middelburg Putten Reeuwijk Goes Leerdam Waddinxveen Lopik Nijkerk Nederlek Rijnwoude Cromstrijen s-Gravendeel Binnenmaas Bodegraven Capelle aan den IJssel Breukelen Montfoort Dantumadeel Barendrecht Ermelo Lisse Utrechtse Heuvelrug Noord-Beveland Giessenlanden Buren Moordrecht Lingewaal Zwijndrecht Terneuzen Papendrecht Strijen Woudrichem Gouda Boskoop Nieuwerkerk aan den IJssel s-Gravenzande (nu gemeente Westland) Epe Woerden Monster (nu gemeente Westland) Vianen
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Gemeente 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105
Twenterand De Bilt Schoonhoven Apeldoorn Wierden Dordrecht Heerde Oudewater Harderwijk Houten Zeist Noordoostpolder Wijk bij Duurstede Bunschoten Overbetuwe Waalwijk Rijnsburg (Katwijk)
Gemeente 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122
Loenen Maasdriel Huizen Gorinchem Vlaardingen Vlissingen Gaasterlân-Sleat Dalfsen Ten Boer Zelhem (nu gemeente Bronckhorst) Nieuwkoop Enkhuizen Bleiswijk Voorst De Ronde Venen Leusden Hattem
(Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 2003)
Na de Tweede Kamer verkiezingen van 22 februari 2003 hebben enkele gemeentelijke herindelingen plaatsgevonden. Dit is er steeds tussen haakjes achter gezet.
94
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 3 Afvallers door koopzondagen
Hieronder vindt u de gemeenten die bij de eerste selectie afvallen, omdat er in deze gemeenten koopzondagen zijn in 2006, hoe beperkt deze ook kunnen zijn.
Gemeente 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Sliedrecht Borsele Zaltbommel Veere Krimpen aan den Ijssel Ede Kapelle Middelburg Goes Leerdam Waddinxveen Nijkerk Rijnwoude Capelle aan den Ijssel Breukelen Montfoort Barendrecht Ermelo Lisse Buren Terneuzen Papendrecht Strijen Gouda
Gemeente 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48
(Bron: www.shoppenopzondag.nl 2006)
95
Nieuwerkerk aan den IJssel s-Gravenzande (nu gemeente Westland) Woerden Monster (nu gemeente Westland) De Bilt Apeldoorn Dordrecht Harderwijk Houten Zeist Noordoostpolder Wijk bij Duurstede Overbetuwe Waalwijk Gorinchem Vlaardingen Vlissingen Zelhem (nu gemeente Bronckhorst) Enkhuizen Bleiswijk Voorst De Ronde Venen Leusden Hattem
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 4 Afvallers door geografische ligging
Hieronder vindt u de gemeenten die bij de tweede selectie afvallen, omdat de geografische ligging van deze gemeenten niet binnen de zichtbare gordel ligt of niet in verbinding staat met de gordel.
Gemeente 1 2 3 4 5
Kesteren (nu gemeente Neder-Betuwe) Rijssen (nu gemeente Rijssen-Holten) Katwijk Dantumadeel Twenterand
Gemeente 6 7 8 9 10
Wierden Rijnsburg (nu Katwijk) Huizen Gaasterlân-Sleat Ten Boer
(Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 2003)
Kesteren ligt wel binnen de bijbelgordel, maar is gefuseerd met Dodewaard, Echteld, Eldik, IJzendoorn, Kesteren, Ochten en Opheusden in de gemeente Neder-Betuwe en is daarom niet meegenomen in het verdere onderzoek, aangezien Kesteren maar een klein gedeelte van de gehele gemeente Neder-Betuwe beslaat.
96
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 5 Afvallers door lijst www.shoppenopzondag.nl
Hieronder vindt u de gemeenten die bij de derde selectie afvallen, omdat zij koopzondagen afwijzen om andere redenen dan confessionele redenen of principiële redenen. Gemeente 1 2 3 4 5
Aalburg Kampen Schouwen-Duiveland Reeuwijk Binnenmaas
Gemeente 6 7 8 9 10
(Bron: www.shoppenopzondag.nl 2006)
97
Zwijndrecht Vianen Schoonhoven Maasdriel Nieuwkoop
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 6 Gemeenten die participeren in het onderzoek
Hieronder vindt u de gemeenten die aan de selectiecriteria voldoen en waar het verdere onderzoek zich op richt.
Gemeente 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
Aantal inwoners
Urk Staphorst Reimerswaal Nieuw-Lekkerland Tholen Goedereede Dirksland Nunspeet Barneveld Graafstroom Hardinxveld-Giessendam Korendijk Zwartewaterland Scherpenzeel Middelharnis Elburg Ouderkerk Hendrik-Ido-Ambacht Rhenen Woudenberg Oldebroek Alblasserdam Zevenhuizen-Moerkapelle Renswoude Liesveld Zederik Bergambacht Neerijnen Werkendam Vlist Veenendaal Oud-Beijerland Ridderkerk Oostflakkee Geldermalsen Putten Lopik Nederlek Cromstrijen s-Gravendeel Bodegraven Utrechtse Heuvelrug Noord-Beveland Giessenlanden
16.489 15.438 20.831 9.397 23.884 11.363 8.263 26.317 48.958 9.632 17.741 10.812 22.178 9.073 17.224 21.704 8.150 21.495 17.529 11.019 22.680 18.388 10.058 4.138 9.697 13.574 9.225 11.406 26.239 9.779 60.669 22.597 46.196 10.170 25.055 23.161 13.571 14.910 12.834 8.772 19.605 49.708 7.052 14.257
98
% SGP-stemmers 33,38% 28,71% 26,38% 22,10% 21,23% 20,71% 18,98% 18,21% 16,78% 16,08% 15,88% 15,40% 15,22% 14,56% 13,89% 12,36% 12,22% 12,16% 12,15% 12,07% 11,69% 11,28% 11,16% 10,94% 10,48% 10,46% 10,28% 10,05% 9,91% 7,90% 7,89% 7,75% 7,72% 7,70% 7,45% 6,66% 5,65% 5,59% 5,22% 5,07% 4,92% 4,15% 4,14% 4,08%
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
45 46 47 48 49 50 51 52 53 54
Gemeente
Aantal inwoners
% SGP-stemmers
Moordrecht Lingewaal Woudrichem Boskoop Epe Heerde Oudewater Bunschoten Loenen Dalfsen
8.118 10.654 14.386 15.226 33.224 17.997 9.699 19.327 8.408 26.061
3,89% 3,84% 3,25% 3,13% 2,84% 2,31% 2,26% 1,89% 1,77% 1,47%
Totaal Gemiddeld
974.338 10,62%
(Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 2003)
De gearceerde gemeenten zijn geselecteerd voor het persoonlijke diepte-interview (Elburg, Geldermalsen en Bunschoten) en de straatenquête (Barneveld, Oldebroek, Veenendaal en Bodegraven).
99
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 7 Kwalitatief vooronderzoek – Persoonlijk diepte-interview, gespreksverslagen en conclusie
Inleiding Uitleggen wat het doel is van dit interview en wat er met de antwoorden wordt gedaan.
Doel diepte-interview: overtuigingen achterhalen. Zowel behavior beliefs, normative beliefs en control beliefs achterhalen met betrekking tot shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel. De antwoorden worden anoniem verwerkt en worden gebruikt om overtuigingen ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen de bijbelgordel te achterhalen, die vervolgens worden gebruikt om exact te bepalen welke vragen er in de enquête gesteld dienen te worden. Deze antwoorden worden dus voornamelijk gebruikt voor vervolgonderzoek.
Uitleggen dat het om winkelen gaat en niet om boodschappen doen bij een supermarkt. Tevens uitleggen dat er alleen maar goede antwoorden mogelijk zijn en dat er geen foute antwoorden bestaan.
Toelatingsvraag Bent u minimaal 18 jaar en gaat u wel eens doordeweeks of op zaterdag winkelen in uw gemeente / regio?
Ja >>> U kunt verder met dit onderzoek. Nee >>> U valt helaas buiten de doelgroep, het onderzoek wordt afgebroken, bedankt voor uw medewerking.
Persoonlijke kenmerken •
Geslacht:
•
Leeftijd:
•
Woonplaats:
•
Religieus en welke religie:
•
Aantal kerkbezoeken:
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd:
Beliefs (opvattingen achterhalen)
100
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Algemeen 1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg?
Behavioral beliefs 2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet?
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag?
Normative beliefs 4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan?
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken?
Control beliefs 6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag?
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken?
Attitude (houding achterhalen)
Algemeen 8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken?
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in ……………………(gemeente / regio)? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn?
101
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Intentie (voornemens achterhalen)
Algemeen 10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag?
Wel: Bezoekt u tegenwoordig nog wel eens een koopzondag? Waarom wel / niet? 11. Niet: Zou u wel eens een koopzondag willen bezoeken? Waarom wel / niet?
Afsluiting
Algemeen 12. Op zondag doe / ga ik……
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in uw gemeente / regio? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? …………………………………………………………………………………………………...
Deze persoon bedanken voor de medewerking.
102
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Gespreksverslagen
Respondent 1
•
Geslacht: Man.
•
Leeftijd: 26.
•
Woonplaats: Bunschoten.
•
Religieus: Nee.
•
Aantal kerkbezoeken: Heel soms, ongeveer 1 a 2 keer per jaar.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: D66.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Op zich vind ik een koopzondag prima. Ik heb er geen problemen mee, maar ik maak er zelf niet zo vaak gebruik van. Het is vaak erg druk op een koopzondag, er is weinig tijd om vragen te stellen aan personeel. Dat is wel jammer. Maar het is wel handig als de winkels op zondag open zijn, zodat je voor grotere zaken zoals een bank of een bed kan kijken. Zondag is de enige dag in de week dat ik daar echt tijd voor heb, aangezien ik zaterdag vaak bezig ben.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Ja, af en toe wel. Als ik ga winkelen op zondag, ga ik naar een grote stad zoals Amsterdam of Utrecht. Dan maak ik er echt een dagje uit van met vrienden. Of ik ga heel soms hier in de buurt, toen we bijvoorbeeld pas een bed kochten. Op zondag heb ik wel eens tijd over en dan kunnen dat soort dingen.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Ik denk over het algemeen uit tijdnood. Mensen werken vijf dagen in de week en hebben misschien op zaterdag ook andere bezigheden. Dan is een zondag een mooie dag om toch nog spullen te kunnen kopen. Ook zou het voor grote aankopen kunnen, zoals ik zelf ook doe. Of zoals in Amsterdam en Utrecht als een dagje stappen.
103
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Is erg afhankelijk van de persoon, maar ik denk dat de meeste mensen daar geen probleem mee zouden hebben. Ook de waarde die ik hier aan hecht is afhankelijk per persoon.
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken? Ik vind het prima, het zou raar zijn als ik zeg dat andere mensen niet mogen, terwijl ik het zelf af en toe ook doe. Ik heb dan ook geen aparte gedachten over deze mensen.
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Als een voor mij belangrijk iemand er problemen mee heeft, zou ik het misschien laten, maar anders ervaar ik geen belemmeringen bij het bezoeken van een koopzondag. Een extra gemak is dat je uitgebreid naar wat duurdere spullen zoals een bed kan zoeken.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Ja.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? Op zich vind ik een koopzondag prima. Ik heb er geen problemen mee, maar ik maak zelf niet zo vaak gebruik van koopzondagen. Of andere mensen koopzondagen bezoeken moeten ze zelf weten.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Bunschoten? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Dat zou me niet zoveel uit maken, maar ik denk niet dat dat aan zal slaan, er zijn denk ik weinig mensen die daar behoefte aan hebben en ook de winkeliers hebben daar denk ik geen behoefte aan. En als ze er komen, is elke maand een keer meer dan zat.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Ja, de laatste keer was ongeveer twee maanden geleden naar Amsterdam, een gezellig dagje uit met een paar vrienden. Ik ging dan ook meer voor de terrasjes heen. 104
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
11. Bezoekt u tegenwoordig nog wel eens een koopzondag? Waarom wel / niet? Ja, vind ik af en toe wel leuk en het kan ook praktisch zijn, maar niet zo vaak, 1 a 2 keer per jaar.
12. Op zondag doe / ga ik voornamelijk rustig aan. Af en toe sporten en naar bekenden, maar meestal thuis een beetje relaxen.
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Bunschoten? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? Nee, niet echt. Zoals het nu is vind ik het wel goed, maar het hoeft van mij niet iedere zondag zoals in Amsterdam. De terrasjes moeten daar wel elke zondag open blijven.
Bedankt voor uw medewerking!
105
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Respondent 2
•
Geslacht: Vrouw.
•
Leeftijd: 24.
•
Woonplaats: Bunschoten.
•
Religieus en welke religie: Ja, gereformeerd.
•
Aantal kerkbezoeken: Meestal 1 keer per week, op zondag.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: CDA.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Ik vind een koopzondag niet nodig, want op zaterdag of doordeweeks kan je ook gaan. Het is overbodig.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Ik heb het wel een keer gedaan, maar ik voelde me daar toch ongemakkelijk bij. M’n schoonfamilie is niet christelijk en die vroegen of ik mee ging. Maar het zit er toch met de paplepel ingegoten dat het niet hoort vanwege m’n religie. Ook vind ik dat iedereen wel een rustdag nodig heeft, met tijd voor familie en vrienden. Als iedereen op verschillende dagen moet werken kom je daar ook niet aan toe. Ik zou dus niet snel weer een keer op een koopzondag gaan winkelen.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Het is wel handig en als mensen niks te doen hebben op een zondag, kan dat een invulling zijn om toch wat te doen te hebben.
106
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Mijn familie zou dat niet heel verschrikkelijk vinden, maar liever niet. Mijn schoonfamilie doet het zelf ook. Ik heb wel een paar vriendinnen, die het raar van me zouden vinden als ik naar een koopzondag zou gaan. Ik denk niet dat iemand het echt tegen me zou zeggen, maar als ze het tegen me zouden zeggen dan zou ik me daar denk ik wel door laten beïnvloeden. Anders voel ik me daar toch niet helemaal prettig bij.
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken? Ik vind daar eigenlijk niet zoveel van. Ik kan me voorstellen dat als er koopzondagen zijn, dat daar dan ook mensen naar toe gaan om te gaan winkelen.
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Ik ervaar geen belemmeringen, ik heb gewoon geen behoefte aan een koopzondag. Het is zonde van mijn tijd en op zondag wil ik gewoon een rustdag.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Nee, want dat soort vrije dagen besteed ik liever om te relaxen of om met vrienden en familie om te gaan.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? Ik vind ze onnodig, maar als mensen daar graag heen willen dan kan ik daar toch niks aan doen.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Bunschoten? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Hoeft niet voor mij, dus hoe minder hoe beter.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Ja, een keer in Amsterdam met m’n schoonfamilie, omdat ze dat vroegen.
107
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
11. Bezoekt u tegenwoordig nog wel eens een koopzondag? Waarom wel / niet? Nee, misschien dat ik het ooit nog wel eens zou doen als iemand dat vraagt, maar zelf heb ik er geen behoefte aan. Als ze er echt een gezellige dag van maken met uit eten en dergelijke dan zou ik wel mee gaan, maar ik zou dat dan liever op een zaterdag doen.
12. Op zondag doe / ga ik uitslapen, naar de kerk, wandelen / televisie kijken / samen met familie enzovoort. Heel soms dan wil ik nog wel eens wat in het huishouden doen, maar alleen als dat echt noodzakelijk is.
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Bunschoten? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? Ik hoop niet dat het elke week gaat gebeuren, een keer per maand voor de mensen die dat dan willen kan dan nog wel. Anders heb je nooit een dag dat niks moet. Nee, geen aanvullingen.
Bedankt voor uw medewerking!
108
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Respondent 3 •
Geslacht: Vrouw.
•
Leeftijd: 41.
•
Woonplaats: Bunschoten.
•
Religieus en welke religie: Ja, gereformeerd.
•
Aantal kerkbezoeken: Meestal elke zondag 1 keer.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: CDA.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Wij zijn er niet mee opgegroeid, maar ik heb er geen moeite mee.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Nee, zo ben ik nou eenmaal niet opgevoed, volgens mij hoort dat gewoon niet op zondag.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Een hoop mensen zijn druk, dus dan gaan ze op zondag, want dan is iedereen vrij. Sommigen zullen er geen moeite mee hebben en doen het dan omdat ze het leuk vinden of om noodzakelijke dingen te halen. Ook een reden zou kunnen zijn om onder de mensen te komen, het is meestal wel druk met mensen op een koopzondag geloof ik.
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Ik denk wel dat er op gelet zou worden als mensen het idee krijgen dat ik dat zou doen. En daar zouden buren dan onderling best over kunnen roddelen. Aan de ene kant interesseert me dat niet, aan de andere kant vind ik het ook niet fijn als mensen over me praten. Sommigen zouden dat ook wel tegen me zeggen en dan is het maar net wie het zegt en hoe iemand het zegt of dat echt invloed heeft op mij.
109
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken? Heb ik geen moeite mee, ik probeer iedereen in zijn eigen waarde te laten. Als ze dat willen dan maakt mij dat niet uit. Maar dat is allemaal ver van m’n bed zeg maar, de mensen hier uit de omgeving die ik ken die gaan volgens mij over het algemeen niet naar koopzondagen.
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Als ik bijvoorbeeld opgevoed was met koopzondagen bezoeken, dan zou ik er waarschijnlijk wel anders over denken. Maar aangezien ik nooit naar koopzondagen ga, ervaar ik daar ook geen belemmeringen of gemakken bij.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Nee.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? Ik vind het niet erg dat er koopzondagen bestaan in Nederland, maar ik zou ze niet missen als ze er niet zouden zijn.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Bunschoten? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Dat zou vreemd zijn, ik denk ook niet dat ik en veel anderen er gebruik van zouden maken. Maar als dat zo is, dan heb daar geen moeite mee. Maar de verleiding voor kinderen wordt wel groter, dat is wel moeilijk voor ze als het dan niet mag. Het is op zondag wel altijd lekker rustig.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Nee nog nooit, maar zeg voor de toekomst nooit nooit. Maar ik denk het niet.
11. Zou u wel eens een koopzondag willen bezoeken? Waarom wel / niet? In principe niet, maar als er noodzaak is dan zou ik wel halen wat ik nodig heb wanneer de winkels open zouden zijn.
110
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
12. Op zondag doe / ga ik meestal ’s avonds naar de kerk en m’n man ’s ochtends met de grotere kinderen. Ik heb namelijk ook nog een kleintje en dat is nog niet zo handig in de kerk. Daarnaast doen we het op zondag rustig aan, veelal dingen met de kinderen en andere familie.
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Bunschoten? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? Nee, maar ik zie het hier in het dorp niet zo snel gebeuren.
Bedankt voor uw medewerking!
111
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Respondent 4 •
Geslacht: Man.
•
Leeftijd: 18.
•
Woonplaats: Geldermalsen.
•
Religieus en welke religie: Ja, gereformeerd.
•
Aantal kerkbezoeken: Meestal 1 keer per zondag.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste tweede kamerverkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: Niet van toepassing.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Ik heb er zelf geen moeite mee, ik ga niet echt kleren kopen maar ik haal wel eens iets bij een snackbar bijvoorbeeld. Iedereen mag zelf weten wat hij / zij doet op een zondag.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Ik zou niet zo snel echt gaan winkelen op een koopzondag, zowel vanwege religie en omdat er genoeg andere dagen zijn waarop gewinkeld kan worden.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Ik denk vanwege tijd. Anders zouden mensen er bijvoorbeeld een vrije dag voor moeten nemen, dus dan is een koopzondag praktischer.
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Mensen zouden er niet echt moeite mee hebben, omdat ik het zelf moet weten. Maar m’n ouders zouden er bijvoorbeeld niet echt blij mee zijn en het wel tegen me zeggen. Uiteraard zou ik me dat aantrekken, maar ik heb er toch geen behoefte aan. Vooral wat oudere mensen zouden er meer moeite mee hebben.
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken? Dat moet ieder voor zich weten, daar denk ik eigenlijk niet echt over na.
112
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Omdat ik eigenlijk nooit naar een koopzondag ga, ervaar ik die niet. Maar mijn ouders zouden mij ook nooit geld geven om op zondag spullen te kopen. Ik heb er dus geen geld voor.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Nee.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? Ik vind dat mensen ook wel zonder koopzondag kunnen, maar ze moeten dat zelf weten.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Geldermalsen? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Maakt me niet zoveel uit, iedereen die wat wil kopen kan wat kopen en iedereen die er tegen is, gaat er toch niet heen.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Nee, niet echt een koopzondag. Wel eens een snackbar of dat soort dingen. Ik heb er ook niet echt behoefte aan, de dingen die ik wil hebben haal ik wel doordeweeks of op zaterdag.
11. Zou u wel eens een koopzondag willen bezoeken? Waarom wel / niet? Nee hoor, niet echt behoefte aan.
12. Op zondag doe / ga ik ’s morgens meestal naar de kerk, ’s middags meestal relaxen of een potje voetballen met vrienden op een veldje.
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Geldermalsen? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? Nee, geen wensen of verwachtingen en ook niks aan te vullen. Het maakt me allemaal niet zo veel uit, ik ben niet zo bezig met winkels en koopzondagen.
Bedankt voor uw medewerking! 113
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Respondent 5
•
Geslacht: Man.
•
Leeftijd: 45.
•
Woonplaats: Geldermalsen.
•
Religieus en welke religie: Ja, gereformeerd.
•
Aantal kerkbezoeken: Meestal 1 keer per zondag, af en toe 2 keer.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: ChristenUnie.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Het hoort voor religieuze mensen officieel niet, maar ik kan best begrijpen dat niet religieuze mensen er geen moeite mee hebben. Maar voor mij zou een koopzondag niet hoeven, mensen horen niet te werken op zondag.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Nee, op een zondag hoort gewoon niet.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Hoofdzakelijk omdat ze er doordeweeks niet aan toe komen en ze zullen wel naar een grote stad gaan voor een dagje uit.
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Die zouden over het algemeen zeggen dat ik verkeerd bezig ben. En in dit geval zou ik ze ook gelijk geven, want dat vind ik ook. Daar hecht ik dan uiteraard ook wel waarde aan en ik denk dat mij dat wel zou beïnvloeden.
114
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken? We leven in een democratisch land, alles mag tegenwoordig. Ik kan daar dan ook niks van zeggen, maar in principe zouden mensen ook wel zonder moeten kunnen. Als christen ben je in de minderheid, dus het zal wel nodig zijn misschien.
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Ik ga nooit naar een koopzondag, dus daar heb ik geen mening over.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Nee.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? Het is jammer dat ze er zijn, maar ik kan er niet wakker van liggen. Mensen moeten ook zelf weten of ze daar heen gaan.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Geldermalsen? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Daar ben ik op tegen, zondag is de rustdag en geen werkdag of dag om druk in de weer te zijn.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Nee, geen behoefte aan.
11. Zou u wel eens een koopzondag willen bezoeken? Waarom wel / niet? Nee, er zijn al zes dagen om alles te halen wat nodig is of om te winkelen.
12. Op zondag doe / ga ik meestal een a twee keer naar de kerk en tussendoor is het lekker rusten, vaak met de buren.
115
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Geldermalsen? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? In een dorp als hier verwacht ik niet snel een koopzondag, maar in de regio waar het minder gelovig is zal het in de toekomst wel kunnen gebeuren. De jeugd is ook makkelijker, dus in de toekomst zal er wel minder tegenwerking tegen de komst van koopzondagen komen.
Bedankt voor uw medewerking!
116
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Respondent 6
•
Geslacht: Man.
•
Leeftijd: 24.
•
Woonplaats: Geldermalsen.
•
Religieus en welke religie: Ja, gereformeerd.
•
Aantal kerkbezoeken: Minimaal 1 keer, af en toe 2 keer.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: CDA.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Ik vind het onnodig, zowel voor christenen als niet christenen. Er wordt al zoveel gewerkt en weinig tijd aan elkaar besteed, dus als je ook nog op zondag met werken en kopen bezig bent, wordt het wel erg veel. Het is misschien leuk voor sommige mensen die vrij zijn, maar daar tegenover staat dat er ook mensen aan het werk gezet moeten worden. Het economische aspect is voor velen blijkbaar belangrijker dan het sociale aspect.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Nee, het kan ook op zaterdag of doordeweeks, hoewel een zondag af en toe gerust beter uit zou komen.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Veel mensen beschouwen de zondag als een opgelegde rustdag, wat veel mensen misschien saai vinden. Dan is een koopzondag een soort van vermaak, zodat mensen zich niet vervelen en met anderen in contact komen. Ik beschouw de zondag meer als een dag om samen te zijn.
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Mijn vriendengroep is over het algemeen niet christelijk, die zouden er geen probleem mee hebben. Mijn schoonouders en mijn ouders zouden het niet leuk vinden, maar laten me wel gewoon gaan. Als ik op zondag zou gaan winkelen, zou ik het niet laten omdat m’n ouders of m’n schoonouders het niet leuk vinden. Dat is m’n eigen keuze.
117
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken? Dat is hun eigen keuze, maar van christenen zou ik het raar vinden, dan ben je niet echt christen. Van niet christenen zou ik er minder moeite hebben, moeten ze zelf weten.
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Geen, omdat ik eigenlijk nooit naar een koopzondag ga.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Nee.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? Het is onnodig, maar als er genoeg mensen naar toe gaan zal het blijven bestaan en uitbreiden.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Geldermalsen? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Hangt er vanaf hoe vrijblijvend het is voor elke winkel en voor personeel. Wanneer alles uit vrije wil gaat, heb ik er niet zoveel op tegen. Wanneer het personeel “verplicht” wordt te werken, heb ik er wel bezwaar tegen. Maar zelf zal ik er geen deel van uit maken.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Nee. Ik zie winkelen ook als moeten en op zondag is een dag dat niks moet.
11. Zou u wel eens een koopzondag willen bezoeken? Waarom wel / niet? Nee, druist tegen m’n principes in.
12. Op zondag doe / ga ik uitslapen, tot rust komen, naar familie toe, naar de kerk, lezen. De zondag moet ook een leuke dag zijn.
118
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Geldermalsen? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? Geen Sinterklaas intochten op zondag. Dat is niet echt sociaal ten opzichte van christelijke gezinnen.
Bedankt voor uw medewerking!
119
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Respondent 7
•
Geslacht: Vrouw.
•
Leeftijd: 25.
•
Woonplaats: Geldermalsen.
•
Religieus en welke religie: Ja, gereformeerd.
•
Aantal kerkbezoeken: Minimaal 1 keer per week.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: ChristenUnie.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Ik doe eigenlijk niet zoveel met een koopzondag, dus er komt niet zoveel in me op. Ik heb niet echt interesse in koopzondagen. Ik werk op zondag zelf ook wel eens als zuster, maar dat is meer noodzaak. Een koopzondag is voor iemand anders z’n vermaak, dat is geen noodzaak. Daarom hoeft dat soort personeel van mij ook niet op zondag te werken, dat is een beetje onnodig. Een koopzondag is ook cultuurgebonden denk ik. In de bijbel staat ook dat de zondag een rustdag is, maar er staat niet in dat je niet mag winkelen. Dat is ook maar net hoe je het interpreteert. De Here Jezus plukte op zondag ook zelf zijn aardappelen uit het veld.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Nee, geen behoefte aan.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Om iets leuks te doen en als ze er doordeweeks te weinig tijd voor hebben. Ik zie winkelen zelf meer als er gezellig even uit.
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Ik denk dat ze zouden vinden dat ik oud en wijs genoeg ben om zelf te beslissen, maar ik denk dat de meesten het er niet mee eens zijn. Maar ik zou wel een eigen weg volgen denk ik.
120
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken? Dat moet ieder voor zichzelf beslissen.
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Aangezien ik nooit op zondag winkel, heb ik daar geen mening over.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Nee.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? In principe is het onnodig, maar als mensen daar behoefte aan hebben moeten ze dat doen, zolang ik er dan maar geen last van heb.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Geldermalsen? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Ook dat moeten ze zelf weten, maar dat lijkt me sterk dat zoiets er komt. Het is ook een beetje zien en gezien worden, mensen zullen er dan waarschijnlijk ook niet graag heen gaan.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Nee, geen behoefte aan.
11. Zou u wel eens een koopzondag willen bezoeken? Waarom wel / niet? Nee, geen behoefte aan.
12. Op zondag doe / ga ik naar de kerk en een lekker luier dagje. Maar ik heb vroeger bijvoorbeeld ook wel mijn schoolwerk op zondag gedaan als dat nodig was.
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Geldermalsen? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? Nee, niet echt. Ik verwacht niet dat er snel een koopzondag komt. 121
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bedankt voor uw medewerking!
Respondent 8
•
Geslacht: Vrouw.
•
Leeftijd: 46.
•
Woonplaats: Elburg.
•
Religieus en welke religie: Ja, gereformeerd.
•
Aantal kerkbezoeken: Meestal 2 keer per zondag.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: SGP.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Ik vind het onnodig. Wij zijn er niet mee opgevoed. God heeft de zondag gemaakt om te rusten. Het Chinese restaurant is wel gewoon open op zondag, maar daar komen wij dan eigenlijk nooit. Er zijn hier wel veel mensen van buitenaf en die zouden er wel mee opgevoed kunnen zijn. Daarom blijft de Chinees op zondag al zo lang open denk ik. Het is ook goed dat de zondag er is, anders gaat iedereen toch steeds door zonder echt te rusten, het is een bescherming voor ons zelf.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Een koopzondag absoluut niet, omdat dat de rustdag is voor ons.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Het is een verschuiving van het koopgedrag. Mensen gaan niet op zaterdag, omdat ze al op zondag gaan.
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Dat weet ik niet, maar het maakt me niet zoveel uit, het is niet de reden waarom ik het zou doen of zou laten. Hoewel ik er wel waarde aan hecht, zou het m’n beslissing niet beïnvloeden.
122
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken? Dat moeten ze zelf weten, het is zonde van hun rustdag en van de rustdag van de werknemers die verplicht worden te werken. Werknemers van winkels verdienen op zondag namelijk ook een dag vrij. En het is een verplaatsing van het koopgedrag, mensen gaan waarschijnlijk niet en op zaterdag en op zondag winkelen.
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Geen belemmeringen, want ik heb er geen behoefte aan.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Nee, geen behoefte aan.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? Ik vind het onnodig en zonde van de rustdag van deze mensen, maar mensen moeten zelf bepalen wat ze doen op de zondag, maar het hoort niet vind ik.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Elburg? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Jammer, de zondag is hier altijd lekker rustig, je kunt zien dat de zondag hier echt geëerd wordt. Maar niet meer zo rustig als bijvoorbeeld 30 jaar geleden.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Nee, vroeger was dat er niet en ik heb er ook geen behoefte aan.
11. Zou u wel eens een koopzondag willen bezoeken? Waarom wel / niet? Nee, ik weet wel leukere dingen om op zondag te doen.
12. Op zondag doe / ga ik naar de kerk, wandelen / fietsen / koffie drinken / relaxen / op bezoek bij familie. Als het niet nodig is, doe ik geen dingen in het huishouden, maar wel gewoon koken en de vaatwasser inruimen. 123
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Elburg? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? Het interesseert me niet zoveel, ik heb dan ook niet echt verwachtingen of wensen over. Wat ik wel raar vind, is dat bijvoorbeeld de V&D vaak de aanbiedingen op een zondag laat ingaan, dat vind ik eigenlijk een beetje “discriminerend” ten aanzien van christelijke mensen.
Bedankt voor uw medewerking!
124
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Respondent 9
•
Geslacht: Vrouw.
•
Leeftijd: 47.
•
Woonplaats: Elburg.
•
Religieus en welke religie: Ja, gereformeerd.
•
Aantal kerkbezoeken: Twee keer per zondag.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: CDA.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Voor mij hoeft het niet, omdat alles maar doorgaat en er geen dag zonder rust is. Er blijft dan een economische hectiek.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Nee. Ik denk er meestal ook niet eens aan om dat op een vrije dag te gaan doen.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Ik denk uit tijdgebrek of omdat ze dat leuk vinden om een beetje rond te lopen door allerlei winkels. Ook al ben je niet religieus, dan nog hoef je nog niet per se op zondag te winkelen.
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Ze zouden er raar van opkijken. Bepaalde mensen zouden zeggen dat ik dat zelf moet weten en andere mensen zouden dat wel afkeuren. Die zouden wel vragen waar ik mee bezig ben. Ik doe het puur uit mezelf niet, dus als ik dat wel zou willen dan doe ik dat ook puur uit mezelf wel.
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken?
125
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Ik kan me voorstellen dat mensen die niet geloven en niet naar de kerk gaan, dat die wel naar een winkel gaan op een koopzondag.
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Niet zoveel, want ik denk daar eigenlijk nooit bij na.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Nee.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? Koopzondagen vind ik niet nodig. Wanneer mensen daar heen gaan, moeten ze dat zelf weten.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Elburg? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Dat zou ik helemaal niks vinden, dat zou zonde zijn van de rust.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Nee, geen behoefte aan.
11. Zou u wel eens een koopzondag willen bezoeken? Waarom wel / niet? Nee, hoeft van mij niet, ik heb genoeg tijd om doordeweeks of op zaterdag naar een winkel te gaan.
12. Op zondag doe / ga ik twee keer naar de kerk, koffie drinken, lezen, buiten zitten en gezellig samen zijn met kennissen.
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Elburg? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? Nee, koopzondagen hoeft niet voor mij, dus ik heb daar weinig aan toe te voegen.
Bedankt voor uw medewerking! 126
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Respondent 10 •
Geslacht: Man.
•
Leeftijd: 51.
•
Woonplaats: Elburg.
•
Religieus en welke religie: Ja, gereformeerd.
•
Aantal kerkbezoeken: In principe 1 keer per zondag.
•
Politieke partij waar u tijdens de laatste Tweede Kamer verkiezingen op 22 februari 2003 op heeft gestemd: CDA.
1. Wat komt er in u op als ik koopzondag zeg? Ik vind een koopzondag niets, voornamelijk voor de mensen die moeten werken. Een rustdag zonder druk met geld verdienen is echt nodig. Als ik wat kopen wil, doe ik dat op zaterdag of doordeweeks. Ik zorg er ook voor dat mijn auto bijvoorbeeld gevuld is met genoeg benzine, zodat ik niet op zondag hoef te tanken. Mocht het echt noodzakelijk zijn, dan doe ik dat wel gewoon, maar liever niet.
2. Zou u gaan winkelen op een zondag? Waarom wel / niet? Nooit, om de al genoemde redenen.
3. Waarom denkt u dat andere mensen gaan winkelen op een koopzondag? Tijdverdrijf en om geld uit te geven aan vermaak.
4. Wat denkt u dat voor u belangrijke personen uit uw omgeving ervan zouden vinden als u een koopzondag zou gaan bezoeken / bezoekt? En hoeveel waarde hecht u hier aan? Weet ik niet precies, zou erg verschillend per persoon zijn. Maar de meesten zouden het in ieder geval niet van me verwachten.
127
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
5. Wat denkt u over andere mensen die een koopzondag bezoeken? Iedereen is vrij in het doen en laten wat hij / zij wil, ik heb er dan ook geen moeite mee. Zelf zou ik het nooit doen en ik zou het wel proberen te voorkomen dat m’n eigen kinderen het gaan doen, zo zijn ze niet opgevoed. Ik vind ook dat personeel eigenlijk gedwongen wordt om te werken en dat is geen goede zaak.
6. Wat voor belemmeringen en / of gemakken ervaart u bij het wel of niet bezoeken van een koopzondag? Die ervaar ik niet.
7. Wanneer u geen belemmeringen heeft, zou u dan een koopzondag bezoeken? Nee.
8. Wat vindt u er van dat er koopzondagen bestaan in Nederland en wat vindt u er van dat mensen koopzondagen bezoeken? Ik vind het onzin en het is tijdverdrijf voor mensen, er zijn genoeg andere leuke dingen.
9. Wat vindt u er van als er in de nabije toekomst koopzondagen zouden komen in Elburg? En hoe vaak zou er dan eventueel een koopzondag moeten zijn? Die komt er toch niet, maar al zou die er wel komen, zou ik daar niet blij mee zijn, dat vind ik niet goed voor de werknemers en het zou ook de rust hier niet ten goede komen. Maar mensen moeten het zelf weten, ik kan mensen niet dwingen.
10. Heeft u wel eens een koopzondag bezocht? Waarom wel / niet en waar gaat u dan eventueel naar een koopzondag? Nog nooit, daar heb ik eigenlijk nog nooit bij nagedacht om het te gaan doen, ik blijf lekker thuis.
11. Zou u wel eens een koopzondag willen bezoeken? Waarom wel / niet? Nee, van mij mag de boel op zondag gewoon gesloten blijven.
128
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
12. Op zondag doe / ga ik rusten, lekker niks doen. Ik ga ook niet in de tuin werken of de auto wassen of iets dergelijks. Ieder mens heeft een dag rust nodig.
13. Heeft u zelf nog bepaalde wensen of verwachtingen met betrekking tot koopzondagen in Elburg? Heeft u zelf nog dingen aan te vullen over dit interview? Ik hoop dat ze zo slim zijn dat soort dagen af te schaffen, maar zolang er genoeg mensen naar toe gaan, zal dat toch niet gebeuren.
Bedankt voor uw medewerking!
129
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Conclusie
Argumenten voor shoppen op een koopzondag: •
Op koopzondagen kan ik lekker rond neuzen in winkels (Omgezet in een behavior belief, vraag 7a van enquête);
•
Shoppen op koopzondagen is voor mij andere mensen ontmoeten en / of samen shoppen met mijn familie / vrienden (Omgezet in een behavior belief, vraag 7c van enquête);
•
Shoppen op koopzondagen is leuk wanneer ik toch niks anders te doen heb (Omgezet in een behavior belief, vraag 7d van enquête);
•
Koopzondagen zijn leuk om op te shoppen, want ik wil dan graag mijn geld aan leuke dingen uitgeven (Omgezet in een behavior belief, vraag 7e van enquête);
•
Koopzondagen zijn handig om aankopen te doen waar ik eerst rustig de tijd voor wil nemen om me op te oriënteren en om prijzen / aanbiedingen te vergelijken (Omgezet in een behavior belief, vraag 7g van enquête);
•
Shoppen op koopzondagen is een dagje gezellig uit (Omgezet in een behavior belief, vraag 7i van enquête);
•
Shoppen op koopzondagen is leuk om in een winkel(straat) met anderen / personeel over mijn hobby(‘s) / interesse(s) te praten (Omgezet in een behavior belief, vraag 7k van enquête);
•
Shoppen op koopzondagen is voor mij snel de noodzakelijke artikelen halen en weer naar huis gaan (Omgezet in een behavior belief, vraag 7l van enquête);
•
Koopzondagen zijn handig om op te shoppen wanneer ik doordeweeks en op zaterdag geen tijd heb (Omgezet in een control belief, vraag 7r van enquête).
130
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Argumenten tegen shoppen op een koopzondag: •
Zondagen zijn voor mij rustdagen zonder economische hectiek, daarom ga ik dan niet shoppen (Omgezet in een behavior belief, vraag 7b van enquête);
•
Zondagen zijn voor mij een dag werken in verband met mijn baan, huishoudelijke werkzaamheden en / of school (Omgezet in een behavior belief, vraag 7f van enquête);
•
Zondagen zijn voor mij religieuze rustdagen, daarom ga ik dan niet shoppen; (Omgezet in een behavior belief, vraag 7h van enquête);
•
Op zondagen wil ik graag bij mijn familie / vrienden zijn of bezig zijn met sporten / hobby’s, daarom ga ik dan niet shoppen (Omgezet in een behavior belief, vraag 7j van enquête);
•
Ik ga niet shoppen op koopzondagen, want ik ben bang dat anderen dit afkeuren (Omgezet in een normative belief, vraag 7n van enquête);
•
Voor mij belangrijke personen uit mijn directe omgeving wijzen mij er op dat ik op een zondag niet behoor te shoppen wanneer ik op een koopzondag zou gaan shoppen (Omgezet in een normative belief, vraag 7o van enquête);
•
Ik ga niet shoppen op koopzondagen, omdat het dan altijd zo druk is (Omgezet in een control belief, vraag 7q van enquête);
•
Op koopzondagen shoppen, is zonde van mijn tijd (Omgezet in een control belief, vraag 7s van enquête);
•
Ik ga niet shoppen op koopzondagen, want daar heb ik geen geld voor (Omgezet in een control belief, vraag 7u van enquête);
•
Mensen die in een winkel werken verdienen op zondagen ook rust, daarom ga ik dan niet shoppen (Omgezet in een control belief, vraag 7v van enquête).
131
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 8 Kwantitatief onderzoek - Straatenquête Geachte heer / mevrouw, In het kader van mijn afstuderen aan de Universiteit van Tilburg ben ik geïnteresseerd in uw mening ten aanzien van het winkelen op een koopzondag binnen deze gemeente / regio. Het invullen van deze enquête duurt ongeveer negen minuten. De gegevens worden anoniem verwerkt en kunnen niet tot uw persoon worden herleid. Het gaat om uw persoonlijke visie, er zijn dan ook geen foute antwoorden mogelijk. U dient wel minimaal 18 jaar te zijn. De enquête is opgebouwd uit twee delen en bestaat voornamelijk uit meerkeuzevragen en stellingen. Winkelen wordt in deze vragenlijst gezien als het bezoeken van een winkel of meerdere winkels. Een bezoek aan een supermarkt telt in dit onderzoek niet mee. Koopzondagen zijn zondagsopenstellingen op normale zondagen. Wanneer u hieronder uw telefoonnummer invult, maakt u kans op één van de drie VVV-irischeques ter waarde van € 25,- die onder alle deelnemers die deze enquête volledig hebben ingevuld worden verloot. Hartelijk dank alvast voor uw medewerking! Uw telefoonnummer voor kans op een VVV-irischeque is:……………………………………………………………...
Deel 1 – Zondagen en koopzondagen 1.
Bezoekt u wel eens een koopzondag om te winkelen? (slechts 1 antwoord mogelijk) (gedrag)
(1) (2) (3) (4)
2.
Elke week Eens per 2 weken Elke maand Eens per 2 maanden
(5) (6) (7) (8)
Eens per kwartaal Eens per half jaar Eens per jaar Nooit => ga naar vraag 3
Als u mag kiezen, gaat u dan zo dicht mogelijk bij huis (lokaal) winkelen op een koopzondag of gaat u dan liever wat verder weg van huis winkelen? (slechts 1 antwoord mogelijk) (gedrag)
(1) (2)
3.
Ik ga zo dicht mogelijk bij huis (lokaal) winkelen. Ik ga verder weg van huis winkelen. Als u mag kiezen, hoe vaak zou u dan in de ideale situatie op een koopzondag in deze gemeente / regio willen winkelen? (slechts 1 antwoord mogelijk) (gedragsintentie)
(1) (2) (3) (4)
4.
Elke week Eens per 2 weken Elke maand Eens per 2 maanden
(5) (6) (7) (8)
Eens per kwartaal Eens per half jaar Eens per jaar Ik wil niet winkelen op koopzondagen in deze gemeente / regio. => ga naar vraag 5
Wanneer u naar een koopzondag zou willen gaan om te winkelen, waar zou u dan meestal in de ideale situatie naar toe willen gaan? (slechts 1 antwoord mogelijk) (gedragintentie)
(1)
Naar een binnen deze gemeente / stad gelegen winkel / winkelcentrum / winkelstraat
132
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Naar een buiten deze gemeente / stad maar binnen deze provincie gelegen winkel / winkelcentrum / winkelstraat Naar een buiten deze gemeente / stad en buiten deze provincie gelegen winkel / winkelcentrum / winkelstraat
(2) (3)
5.
Stelt u zich een winkel voor waar u regelmatig komt en die op dit moment op
zondag gesloten is. Wanneer deze winkel besluit om één keer per maand op zondag open te gaan, in hoeverre heeft dit negatieve gevolgen voor uw doordeweekse en / of zaterdag bezoek aan deze winkel? (Door slechts 1 getal te omcirkelen geeft u aan in welke mate dit negatieve gevolgen heeft.) (gedragsintentie)
heel erg weinig negatieve gevolgen
Dit heeft
6.
1
heel erg veel negatieve gevolgen
2
3
4
5
6
7
Wanneer een gemeente aangrenzend aan uw gemeente besluit om winkels
voortaan één keer per maand op zondag te openen, wat zal dat denkt u voor gevolgen hebben voor de vraag naar koopzondagen in uw gemeente? (slechts 1 getal omcirkelen) (gedragsintentie)
heel erg weinig gevolgen
Dit heeft
1
2
heel erg veel gevolgen
3
4
5
6
7
Er volgen een aantal stellingen over winkelen op koopzondagen en over zondagen. Door per stelling slechts één bepaald getal te omcirkelen, kunt u aangeven in welke mate u het (heel erg) mee oneens tot en met (heel erg) mee eens bent met de stelling. 7.
Zondagen en koopzondagen
a)
Winkelen op een koopzondag is voor mij rond neuzen in winkels.
heel erg mee oneens
heel erg mee eens
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Winkelen op een koopzondag is voor mij andere mensen ontmoeten en / of samen winkelen met mijn familie / vrienden. 1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
(behavior belief)
b)
Een zondag is voor mij een rustdag zonder economische hectiek. (behavior belief, gehercodeerd)
c)
(behavior belief)
d)
Winkelen op een koopzondag is voor mij winkelen uit verveling en om iets te doen te hebben. (behavior belief)
e)
Winkelen op een koopzondag is voor mij geld uitgeven aan leuke dingen. (behavior belief)
f)
Een zondag is voor mij een dag werken vanwege mijn baan, huishoudelijke werkzaamheden en / of school. (behavior belief, gehercodeerd)
g)
Winkelen op een koopzondag is voor mij handig om aankopen te doen
133
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
waar ik eerst rustig de tijd voor wil nemen om me op te oriënteren en / of om prijzen / aanbiedingen te vergelijken.
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
(behavior belief)
h)
Een zondag is voor mij een religieuze rustdag. (behavior belief, gehercodeerd)
i)
Winkelen op een koopzondag is voor mij een dagje uit. (behavior belief)
j)
Een zondag is voor mij een dagje samen zijn met mijn familie / vrienden en / of een dagje sporten / hobby’s doen. (behavior belief, gehercodeerd)
k)
Winkelen op een koopzondag is voor mij met anderen / personeel over mijn hobby(‘s) / interesse(s) praten. (behavior belief)
heel erg mee oneens
l)
Winkelen op een koopzondag is voor mij snel de noodzakelijke artikelen halen en weer naar huis gaan.
heel erg mee eens
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
(behavior belief)
m)
Winkelen op een koopzondag is een goede invulling van de zondag. (evaluatie van de verwachte gevolgen)
n)
Voor mij belangrijke personen uit mijn directe omgeving keuren het af wanneer ik ga winkelen op een koopzondag. (normative belief, gehercodeerd)
o)
Voor mij belangrijke personen uit mijn directe omgeving zouden mij er op wijzen dat ik op een zondag niet behoor te winkelen, wanneer ik op een koopzondag zou gaan winkelen. (normative belief, gehercodeerd)
p)
Over het algemeen pas ik mij aan aan de mening van belangrijke personen uit mijn directe omgeving over winkelen op een koopzondag. (geneigdheid zich aan anderen aan te passen, gehercodeerd)
q)
Op een koopzondag is het voor mij te druk om te winkelen. (control belief, gehercodeerd)
r)
Winkelen op een koopzondag is handig voor mij wanneer ik doordeweeks en op zaterdag geen tijd heb. (control belief)
s)
Winkelen op een koopzondag is zonde van mijn tijd. (control belief, gehercodeerd)
t)
Winkelen op een koopzondag is voor mij een makkelijk en aantrekkelijk alternatief ten opzichte van winkelen doordeweeks en / of op zaterdag. (control belief)
u)
Voor winkelen op een koopzondag heb ik geen geld. (control belief, gehercodeerd)
v)
Voor mij is het niet erg dat wanneer ik ga winkelen op een koopzondag, personeel van een winkel dan moet werken. (control belief)
8.
Wat is uw algemene houding ten aanzien van winkelen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio? (slechts 1 getal omcirkelen) (attitude ten aanzien van winkelen op koopzondagen) heel erg
134
heel erg
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
negatief
Mijn algemene houding is
1
positief
2
3
4
5
6
7
Deel 2 - Persoonlijke kenmerken 9.
Wat is uw leeftijd? Mijn leeftijd is:……………………………………………………………………………………………..
10.
Hoe ziet de samenstelling van uw huishouden er uit? (slechts 1 antwoord mogelijk)
(1) (2) (3) (4) (5) (6)
Alleenstaand zonder thuiswonende kinderen Alleenstaand met thuiswonende kinderen Samenwonend / getrouwd zonder thuiswonende kinderen Samenwonend / getrouwd met thuiswonende kinderen Inwonend bij ouders Uitwonend / op kamers Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau? (slechts 1 antwoord mogelijk)
11. (1) (2) (3) (4)
12. (1) (2) (3) (4)
13. (1) (2) (3) (4)
14. (1) (2) (3) (4) (5)
15.
Basisonderwijs Lager Beroepsonderwijs (LBO) MAVO Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)
HAVO VWO Hoger Beroepsonderwijs (HBO) Wetenschappelijk Onderwijs (WO)
(5) (6) (7) (8)
In welke categorie valt uw netto gezinsinkomen? (slechts 1 antwoord mogelijk) (Een netto modaal gezinsinkomen is ongeveer € 1500,- per maand.) Beneden modaal (minder dan € 1500,- netto per maand) Modaal (ongeveer € 1500,- netto per maand) Boven modaal (tussen € 1500,- en € 3000,- netto per maand) Twee maal boven modaal of hoger (€ 3000,- of meer netto per maand) Werkt u? (slechts 1 antwoord mogelijk) Ja, ik werk fulltime. Ja, ik werk parttime. Ja, ik doe vrijwilligerswerk. Nee, ik zoek een baan.
Nee, ik ben huisvrouw / huisman. Nee, ik studeer. Nee, ik ben gepensioneerd. Nee, iets anders, namelijk…............... ………………………………………
(5) (6) (7) (8)
Bent u gelovig? Zo ja, tot welk geloof beschouwt u zich? (slechts 1 antwoord mogelijk) Nee, ik ben niet gelovig. => ga naar vraag 16 Rooms-katholiek Nederlands Hervormd Gereformeerd Baptist
Doopsgezind Hindoeïsme Islam Overig, namelijk…………………..... ………………………………………
(6) (7) (8) (9)
In welke mate beschouwt u zichzelf als religieus? (slechts 1 getal omcirkelen) heel erg beperkt religieus
Ik beschouw mijzelf als 16. (1) (2) (3) (4) (5)
17.
1
2
heel erg religieus
3
4
5
Hoe vaak bezoekt u een kerk? (slechts 1 antwoord mogelijk) Meer dan 2 keer per week 2 keer per week 1 keer per week 1 keer per 2 weken 1 keer per maand
(6) (7) (8) (9)
1 keer per kwartaal 1 keer per half jaar 1 keer per jaar Nooit
Wat is voor u de belangrijkste bezigheid op een zondag? (slechts 1 antwoord mogelijk)
135
6
7
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Samen zijn met familie / vrienden Uitoefening van hobby’s / sporten Huishoudelijke werkzaamheden Uitrusten / relaxen Werken Lezen in de bijbel en religieuze liederen zingen
(1) (2) (3) (4) (5) (6)
18.
(7) (8) (9) (10) (11) (12)
Winkelen Naar de kerk gaan Uitgaan School / studeren Televisie kijken / lezen Iets anders, namelijk………………... ……………………………………….
Wat is uw geslacht? (slechts 1 antwoord mogelijk) Man Vrouw
(0) (1)
19.
Heeft u nog opmerkingen over het winkelen op een koopzondag of over deze
enquête? ……………………………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………………………... Dit is het einde van de enquête, bedankt voor uw medewerking en nog een prettige dag!
Bijlage 9 Output SPSS demografische kenmerken Figuur A – Verdeling naar geënquêteerde gemeenten. In welke plaats is er geënquêteerd?
Valid
Veenendaal Barneveld Bodegraven Oldebroek Total
Frequency 106 82 55 28 271
Percent 39,1 30,3 20,3 10,3 100,0
Figuur B – Verdeling naar geslacht. Geslacht respondenten
33,9% 66,1%
Vrouwen
Figuur C – Output behorende bij verdeling naar leeftijd.
136
Mannen
Valid Percent 39,1 30,3 20,3 10,3 100,0
Cumulative Percent 39,1 69,4 89,7 100,0
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Descriptives
Wat is uw leeftijd?
Statistic 34,65 14,179 18 74 ,911 -,086
Mean Std. Deviation Minimum Maximum Skewness Kurtosis
Figuur D – Samenstelling huishouden. Hoe ziet de samenstelling van uw huishouden er uit? Frequency Valid
Alleenstaand zonder thuiswonende kinderen Alleenstaand met thuiswonende kinderen Samenwonend / getrouwd zonder thuiswonende kinderen Samenwonend / getrouwd met thuiswonende kinderen Inwonend bij ouders Uitwonend / op kamers Total
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
46
17,0
17,0
17,0
4
1,5
1,5
18,5
72
26,6
26,6
45,0
76
28,0
28,0
73,1
47 26 271
17,3 9,6 100,0
17,3 9,6 100,0
90,4 100,0
Figuur E – Hoogst genoten opleidingsniveau.
137
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau?
Valid
Basisonderwijs Lager Beroepsonderwijs (LBO) MAVO Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) HAVO VWO Hoger Beroepsonderwijs (HBO) Wetenschappelijk Onderwijs (WO) Total
Frequency 18
Percent 6,6
Valid Percent 6,6
Cumulative Percent 6,6
17
6,3
6,3
12,9
41
15,1
15,1
28,0
69
25,5
25,5
53,5
30 13
11,1 4,8
11,1 4,8
64,6 69,4
55
20,3
20,3
89,7
28
10,3
10,3
100,0
271
100,0
100,0
Figuur F – Netto gezinsinkomen. In welke categorie valt uw netto gezinsinkomen? Frequency Valid
Beneden modaal (minder dan € 1500,netto per maand) Modaal (ongeveer € 1500,- netto per maand) Boven modaal (tussen € 1500,- en € 3000,- netto per maand) Twee maal boven modaal of hoger (€ 3000,- of meer netto per maand) Total
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
53
19,6
19,6
19,6
67
24,7
24,7
44,3
114
42,1
42,1
86,3
37
13,7
13,7
100,0
271
100,0
100,0
Figuur G – Werk. Werkt u?
Valid
Ja, ik werk fulltime. Ja, ik werk parttime. Ja, ik doe vrijwilligerswerk. Nee, ik zoek een baan. Nee, ik ben huisvrouw / huisman. Nee, ik studeer. Nee, ik ben gepensioneerd Nee, iets anders... Total
Frequency 60 78
Percent 22,1 28,8
Valid Percent 22,1 28,8
Cumulative Percent 22,1 50,9
5
1,8
1,8
52,8
10
3,7
3,7
56,5
52
19,2
19,2
75,6
52
19,2
19,2
94,8
12
4,4
4,4
99,3
2 271
,7 100,0
,7 100,0
100,0
138
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 10 Output SPSS significante verschillen tussen wel en niet religieuzen Figuur H – Kruistabel en Chi-Square Test bezoek koopzondag met wel / niet religieus.
139
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bezoekt u wel eens een koopzondag om te shoppen? * Is deze consument wel of niet religieus? Crosstabulation Count
Bezoekt u wel eens een koopzondag om te shoppen?
Is deze consument wel of niet religieus? Niet religieus Wel religieus 1 1 7 4 9 6 12 11 17 14 14 12 57 106 117 154
Eens per 2 weken Elke maand Eens per 2 maanden Eens per kwartaal Eens per half jaar Eens per jaar Nooit
Total
Total 2 11 15 23 31 26 163 271
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 11,804a 11,814
6 6
Asymp. Sig. (2-sided) ,066 ,066
1
,002
df
9,258 271
a. 3 cells (21,4%) have expected count less than 5. The minimum expected count is ,86.
Figuur I – Kruistabel en Chi-Square Test voorkeur lokaal / verder weg shoppen met wel / niet religieus. Als u mag kiezen, gaat u dan zo dicht mogelijk bij huis (lokaal) shoppen op een koopzondag of gaat u dan liever wat verder weg van huis shoppen? * Is deze consument wel of niet religieus? Crosstabulation Count Is deze consument wel of niet religieus? Niet religieus Wel religieus Als u mag kiezen, gaat u dan zo dicht mogelijk bij huis (lokaal) shoppen op een koopzondag of gaat u dan liever wat verder weg van huis shoppen?
Total
Ik ga zo dicht mogelijk bij huis (lokaal) shoppen.
22
26
48
Ik ga verder weg van huis shoppen.
38
22
60
60
48
108
Total
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
a
Value 3,308b 2,637 3,316
df 1 1 1
Asymp. Sig. (2-sided) ,069 ,104 ,069
Exact Sig. (2-sided)
,082 3,277
1
,070
108
a. Computed only for a 2x2 table b. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 21,33.
140
Exact Sig. (1-sided)
,052
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur J – Kruistabel en Chi-Square Test gedragsintentie koopzondag met wel / niet religieus en wel / niet gereformeerd. Als u mag kiezen, hoe vaak zou u dan in de ideale situatie op een koopzondag in deze gemeente / regio willen shoppen? * Is deze consument wel of niet religieus? Crosstabulation Count
Als u mag kiezen, hoe vaak zou u dan in de ideale situatie op een koopzondag in deze gemeente / regio willen shoppen?
Is deze consument wel of niet religieus? Niet religieus Wel religieus 3 2 4 2 11 6 13 15 15 15 10 8 5 7
Elke week Eens per 2 weken Elke maand Eens per 2 maanden Eens per kwartaal Eens per half jaar Eens per jaar Ik wil niet shoppen op koopzondagen in deze gemeente / regio
Total
Total 5 6 17 28 30 18 12
56
99
155
117
154
271
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 10,101a 10,094 8,208
7 7
Asymp. Sig. (2-sided) ,183 ,183
1
,004
df
271
a. 4 cells (25,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 2,16.
Als u mag kiezen, hoe vaak zou u dan in de ideale situatie op een koopzondag in deze gemeente / regio willen shoppen? * Is deze consument wel of niet gereformeerd? Crosstabulation Count
Als u mag kiezen, hoe vaak zou u dan in de ideale situatie op een koopzondag in deze gemeente / regio willen shoppen?
Is deze consument wel of niet gereformeerd? Niet Wel gereformeerd gereformeerd 5 0 6 0 15 2 22 6 23 7 15 3 12 0
Elke week Eens per 2 weken Elke maand Eens per 2 maanden Eens per kwartaal Eens per half jaar Eens per jaar Ik wil niet shoppen op koopzondagen in deze gemeente / regio
Total
141
Total 5 6 17 28 30 18 12
103
52
155
201
70
271
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 15,755a 21,624
7 7
Asymp. Sig. (2-sided) ,027 ,003
1
,002
df
9,270 271
a. 7 cells (43,8%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 1,29.
Figuur K – Kruistabel en Chi-Square Test waar willen shoppen op een koopzondag met wel / niet religieus. Wanneer u naar een koopzondag zou willen gaan om te shoppen, waar zou u dan meestal in de ideale situatie naar toe gaan? * Is deze consument wel of niet religieus? Crosstabulation Count Is deze consument wel of niet religieus? Niet religieus Wel religieus Wanneer u naar een koopzondag zou willen gaan om te shoppen, waar zou u dan meestal in de ideale situatie naar toe gaan?
Binnen deze gemeente / stad Buiten deze gemeente / stad maar binnen deze provincie Buiten deze gemeente / stad en buiten deze provincie
Total
Total
22
21
43
24
22
46
15
12
27
61
55
116
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value ,134a ,134 ,117
2 2
Asymp. Sig. (2-sided) ,935 ,935
1
,732
df
116
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 12,80.
Figuur L – Kruistabel en Mann-Whitney U Test algemene attitude ten aanzien van shoppen op koopzondagen met wel / niet religieus.
142
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio? * Is deze consument wel of niet religieus? Crosstabulation Count
Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio?
Total
heel erg negatief 2 3 4 5 6 heel erg positief
Is deze consument wel of niet religieus? Niet religieus Wel religieus 22 41 22 39 12 18 35 19 16 19 9 13 1 5 117 154
Total 63 61 30 54 35 22 6 271
Test Statisticsa
Mann-Whitney U Wilcoxon W Z Asymp. Sig. (2-tailed)
Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio? 7947,500 19882,500 -1,692 ,091
a. Grouping Variable: Is deze consument wel of niet religieus?
Figuur M – Kruistabel en Mann-Whitney U Test gevolg winkel besluit open op zondag met wel / niet religieus.
143
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Wanneer een winkel besluit om een keer per maand op zondag open te gaan, in hoeverre heeft dit negatieve gevolgen voor uw doordeweekse en / of zaterdag bezoek aan deze winkel? * Is deze consument wel of niet religieus? Crosstabulation Count Is deze consument wel of niet religieus? Niet religieus Wel religieus Wanneer een winkel besluit om een keer per maand op zondag open te gaan, in hoeverre heeft dit negatieve gevolgen voor uw doordeweekse en / of zaterdag bezoek aan deze winkel?
heel erg weinig negatieve gevolgen 2 3 4 5 6 heel erg veel negatieve gevolgen
Total
Total
47
63
110
26 17 17 10 0
31 19 16 16 5
57 36 33 26 5
0
4
4
117
154
271
Test Statisticsa
Mann-Whitney U Wilcoxon W Z Asymp. Sig. (2-tailed)
Wanneer een winkel besluit om een keer per maand op zondag open te gaan, in hoeverre heeft dit negatieve gevolgen voor uw doordeweekse en / of zaterdag bezoek aan deze winkel? 8708,000 15611,000 -,491 ,623
a. Grouping Variable: Is deze consument wel of niet religieus?
Figuur N – Kruistabel en Mann-Whitney U Test gevolg gemeente besluit open op zondag met wel / niet religieus. Wanneer een gemeente aangrenzend aan uw gemeente besluit om winkels voortaan een keer per maand op zondag te openen, wat zal dat denkt u voor gevolgen hebben voor de vraag naar koopzondagen in uw gemeente? * Is deze consument wel of niet religieus? Crosstabulation Count
Wanneer een gemeente aangrenzend aan uw gemeente besluit om winkels voortaan een keer per maand op zondag te openen, wat zal dat denkt u voor gevolgen hebben voor de vraag naar koopzondagen in uw gemeente?
heel erg weinig gevolgen
Is deze consument wel of niet religieus? Niet religieus Wel religieus 22 40
Total 62
2
24
46
70
3
30
33
63
4
19
20
39
5
16
9
25
6
5
5
10
heel erg veel gevolgen
1
1
2
117
154
271
Total
144
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Test Statisticsa
Mann-Whitney U Wilcoxon W Z Asymp. Sig. (2-tailed)
Wanneer een gemeente aangrenzend aan uw gemeente besluit om winkels voortaan een keer per maand op zondag te openen, wat zal dat denkt u voor gevolgen hebben voor de vraag naar koopzondagen in uw gemeente? 7338,000 19273,000 -2,676 ,007
a. Grouping Variable: Is deze consument wel of niet religieus?
Figuur O – Kruistabel bezigheden op een zondag met wel / niet religieus. Wat is voor u de belangrijkste bezigheid op een zondag? * Is deze consument wel of niet religieus? Crosstabulation Count Is deze consument wel of niet religieus? Niet religieus Wel religieus Wat is voor u de belangrijkste bezigheid op een zondag?
Samen zijn met familie / vrienden Uitoefening van hobby's / sporten Huishoudelijke werkzaamheden Uitrusten / relaxen Werken Shoppen Naar de kerk gaan Uitgaan School / studeren Televisie kijken / lezen Iets anders
Total
145
Total
43
43
86
24
9
33
5
4
9
30 1 2 0 1 7 3 1 117
58 0 0 19 0 8 13 0 154
88 1 2 19 1 15 16 1 271
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 11 Output SPSS factoranalyse Om factoranalyse te mogen uitvoeren dient aan een aantal assumpties te worden voldaan. De eerste assumptie is dat de variabelen gemeten dienen te worden op een interval schaal en minimaal een vijf-punts Likert schaal (Hair et al. 1998). In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een zeven-punts Likert schaal, aan deze assumptie wordt dan ook voldaan.
De tweede assumptie is dat er minimaal vijf en bij voorkeur 10 respondenten per variabele nodig zijn met een minimum van 150 respondenten (Pallant 2005). Er zijn in de straatenquête 22 relevante variabelen voor factoranalyse opgenomen. Er zijn dan ook bij voorkeur 220 respondenten nodig voor factoranalyse, een assumptie waar ook ruimschoots aan wordt voldaan.
De derde assumptie waar aan voldaan dient te worden, is dat de correlaties tussen de variabelen hoog genoeg moeten zijn voor een mogelijke onderliggende factorstructuur. Dit kan gecontroleerd worden door de Kaiser-Meyer-Olkin Measure of Sampling Adequacy en de Bartlett’s Test of Sphericity uit te voeren. De waarde van de Kaiser-Meyer-Olkin Measure of Sampling Adequacy is met betrekking tot de attitude 0,898 en met betrekking tot de gedragsintentie 0,924, waarbij een minimum waarde van 0,6 en een maximum waarde van één is vastgesteld om factoranalyse te mogen uitvoeren (Tabachnick & Fidell 2001). Een waarde van 0,898 en 0,924 wordt beschouwd als zeer goed. De Bartlett’s Test of Sphericity heeft in dit onderzoek een p-waarde van 0,000, waarbij wordt gesteld dat de Bartlett’s Test of Sphericity significant moet zijn (p < 0,05) om factoranalyse te mogen uitvoeren. Ten slotte dienen er in de correlatiematrix verschillende waarden groter dan 0,30 te worden gevonden (Tabachnick & Fidell 2001). Ook aan deze assumptie wordt bij zowel de attitude als de gedragsintentie ten aanzien van shoppen op zondag binnen de bijbelgordel voldaan. De bijbehorende output is weergegeven op pagina LVI.
146
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur P – De Kaiser-Meyer-Olkin Measure of Sampling Adequacy en de Bartlett’s Test of Sphericity. KMO and Bartlett's Test m.b.t. attitude Kaiser-Meyer-Olkin Measure of Sampling Adequacy. Bartlett's Test of Sphericity
Approx. Chi-Square df Sig.
,898 2081,507 120 ,000
KMO and Bartlett's Test m.b.t. gedragsintentie Kaiser-Meyer-Olkin Measure of Sampling Adequacy. Bartlett's Test of Sphericity
Approx. Chi-Square df Sig.
De waarde van de Kaiser-Meyer-Olkin Measure of Sampling Adequacy 0,00 – 0,50 0,50 – 0,60 0,60 – 0,70 0,70 - 0,80 0,80 – 0,90 0,90 – 1,00 (Hair et al. 1998)
,924 3240,879 231 ,000
Toepasbaarheid voor factoranalyse Zeer slecht Matig tot slecht Middelmatig Voldoende tot goed Goed Zeer goed
Nu aan alle assumpties is voldaan, kunnen uit de output de factoren worden afgeleid. Daarvoor zijn twee bekende methoden, namelijk de Principale Componenten Analyse en de Common Factoranalyse (Principal Axis Factoring). Deze twee methoden hebben vele overeenkomsten. Er zijn echter ook een aantal verschillen, waarbij de belangrijkste is dat Principale Componenten Analyse geschikter is voor een praktische oplossing en Common Factoranalyse geschikter is voor een theoretische oplossing. Dit komt doordat het doel bij Principale Componenten Analyse is om de data te reduceren en het doel bij Common Factoranalyse is om een zogenaamd testmodel te bouwen (Tabachnick & Fidell 2001). Omdat in dit onderzoek naar een praktische oplossing wordt gestreefd om de data te reduceren, is voor Principale Componenten Analyse gekozen. Het doel van deze methode is het samenvoegen van de originele data in een minimum aantal factoren voor schattingsdoeleinden (Hair et al. 1998).
147
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Om de factoren makkelijker te kunnen interpreteren worden de factoren geroteerd. Er zijn twee methoden bij de rotatie van factoren, namelijk de orthogonale en de oblique rotatie. Volgens Tabachnick en Fidell (2001) is orthogonale rotatie makkelijker te interpreteren en te rapporteren. Daarom wordt in dit onderzoek ook gekozen voor orthogonale rotatie met de assumptie dat de onderliggende constructen onafhankelijk zijn. Orthogonale rotatie produceert een oplossing met per factor hoge en lage ladingen. Binnen SPSS bestaan een aantal varianten van orthogonale rotatie, namelijk de Varimax, Quartimax en Equamax variant. Hierbij wordt voornamelijk de Varimax (Variance Maximizing) variant toegepast, waarbij het aantal variabelen per factor wordt geminimaliseerd. Bij de Quartimax variant wordt het aantal factoren per variabele geminimaliseerd en bij de Equamax variant wordt een combinatie van beide toegepast (Pallant 2005). Omdat het doel is om de variabelen per factor te minimaliseren, is gekozen voor de Varimax variant.
Voor het bepalen van het aantal factoren dat over blijft, bestaan een aantal verschillende methoden, namelijk Kaiser’s Criterium, Catell’s Screeplot en Horn’s Parallel Analyse. Bij Kaiser’s Criterium wordt het aantal factoren bepaald aan de hand van de eigenwaarde, die gelijk aan of groter moet zijn dan een waarde van één. Bij Catell’s Screeplot worden alle eigenwaarden van de factoren in een screeplot verwerkt. Het aantal factoren wordt dan meestal bepaald door de grote knik (elbow) in de output. Bij Horn’s Parallel Analyse wordt de grootte van de eigenwaarden vergeleken met eigenwaarden uit een parallel databestand van dezelfde grootte (Pallant 2005). Vanwege de praktische haalbaarheid wordt in dit onderzoek alleen gebruik gemaakt van Kaiser’s Criterium en Catell’s Screeplot. Factorladingen dienen minimaal tussen waarden van 0,3 en één te liggen, voor een sterk verband dienen factorladingen echter minimaal boven een waarde van 0,50 te liggen (Hair et al. 1998). Alle bijbehorende output is weergegeven vanaf pagina LVIII.
148
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur Q – Kaiser’s Criterium met betrekking tot de attitude en gedragsintentie. Total Variance Explained m.b.t. attitude
Component 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Total 6,234 1,841 1,241 1,112 ,990 ,827 ,595 ,564 ,481 ,451 ,400 ,302 ,271 ,254 ,223 ,214
Initial Eigenvalues % of Variance Cumulative % 38,961 38,961 11,506 50,467 7,754 58,221 6,953 65,174 6,188 71,362 5,172 76,534 3,717 80,250 3,527 83,777 3,003 86,781 2,821 89,602 2,497 92,099 1,886 93,984 1,695 95,679 1,590 97,269 1,395 98,664 1,336 100,000
Extraction Sums of Squared Loadings Total % of Variance Cumulative % 6,234 38,961 38,961 1,841 11,506 50,467 1,241 7,754 58,221 1,112 6,953 65,174
Extraction Method: Principal Component Analysis. Total Variance Explained m.b.t. gedragsintentie
Component 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Total 8,623 2,007 1,309 1,258 1,154 1,022 ,853 ,749 ,676 ,555 ,482 ,476 ,442 ,375 ,353 ,310 ,273 ,261 ,231 ,209 ,206 ,178
Initial Eigenvalues % of Variance Cumulative % 39,195 39,195 9,121 48,316 5,949 54,265 5,716 59,981 5,246 65,227 4,645 69,872 3,876 73,748 3,407 77,155 3,072 80,227 2,521 82,748 2,190 84,938 2,163 87,101 2,011 89,112 1,706 90,818 1,602 92,421 1,409 93,830 1,239 95,069 1,188 96,257 1,049 97,306 ,951 98,257 ,936 99,193 ,807 100,000
Extraction Method: Principal Component Analysis.
149
Extraction Sums of Squared Loadings Total % of Variance Cumulative % 8,623 39,195 39,195 2,007 9,121 48,316 1,309 5,949 54,265 1,258 5,716 59,981 1,154 5,246 65,227 1,022 4,645 69,872
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur R – Catell’s Screeplot met betrekking tot de attitude en gedragsintentie.
Scree Plot m.b.t. attitude
7
6
Eigenvalue
5
4
3
2
1
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Component Number
150
11
12
13
14
15
16
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Scree Plot m.b.t. gedragsintentie
10
Eigenvalue
8
6
4
2
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Component Number
151
15
16
17
18
19 20
21
22
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur S – Waarden factorladingen en praktische bruikbaarheid. Factorlading < 0,30 0,30 – 0,39 0,40 – 0,49 > 0,50
Praktische bruikbaarheid Buiten beschouwing laten Zwak verband Redelijk verband Sterk verband
(Hair et al. 1998) Figuur T – Rotated Component Matrix met betrekking tot de attitude en gedragsintentie.
Rotated Component Matrix ª m.b.t. attitude 7c. Shoppen op een koopzondag is voor mij andere mensen ontmoeten en / of samen shoppen met mijn familie / vrienden. 7m. Shoppen op een koopzondag is een goede invulling van de zondag. 7a. Shoppen op een koopzondag is voor mij rond neuzen in winkels. 7i. Shoppen op een koopzondag is voor mij een dagje uit. 7d. Shoppen op een koopzondag is voor mij shoppen uit verveling en om iets te doen te hebben. 7e. Shoppen op een koopzondag is voor mij geld uitgeven aan leuke dingen. 7o. Voor mij belangrijke personen uit mijn directe omgeving zouden mij er op wijzen dat ik op een zondag niet behoor te shoppen, wanneer ik op een koopzondag zou gaan shoppen. 7n. Voor mij belangrijke personen uit mijn directe omgeving keuren het af wanneer ik ga shoppen op een koopzondag. 7p. Over het algemeen pas ik mij aan aan de mening van belangrijke personen uit mijn directe omgeving over shoppen op een koopzondag. 7h. Een zondag is voor mij een religieuze rustdag. 7b. Een zondag is voor mij een rustdag zonder economische hectiek. 7g. Shoppen op een koopzondag is voor mij handig om aankopen te doen waar ik eerst rustig de tijd voor wil nemen om me op te oriënteren en / of om prijzen / aanbiedingen te vergelijken. 7l. Shoppen op een koopzondag is voor mij snel de noodzakelijke artikelen halen en weer naar huis gaan. 7f. Een zondag is voor mij een dag werken vanwege mijn baan, huishoudelijke werkzaamheden en / of school. 7j. Een zondag is voor mij een dagje samen zijn met mijn familie / vrienden en / of een dagje sporten / hobby's doen. 7k. Shoppen op een koopzondag is voor mij met anderen / personeel over mijn hobby('s) / interesse(s) praten. Extraction method: Principal Component Analysis. Rotation Method: Varimax with Kaiser Normalization. a. Rotation converged in 5 iterations.
152
1 0,854
Component 2 3
4
0,833 0,831 0,825 0,690 0,681 0,833
0,822
0,778
0,486 0,465
0,665 0,523 0,799
0,719 0,720 0,409 0,410
0,617 0,497
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Rotated Component Matrix ª m.b.t. gedragsintentie 7m. Shoppen op een koopzondag is een goede invulling van de zondag. 7a. Shoppen op een koopzondag is voor mij rond neuzen in winkels. 7c. Shoppen op een koopzondag is voor mij andere mensen ontmoeten en / of samen shoppen met mijn familie / vrienden. 7i. Shoppen op een koopzondag is voor mij een dagje uit. 7t. Shoppen op een koopzondag is voor mij een makkelijk en aantrekkelijk alternatief ten opzichte van shoppen doordeweeks en / of op zaterdag. 7r. Shoppen op een koopzondag is handig voor mij wanneer ik doordeweeks en op zaterdag geen tijd heb. 7s. Shoppen op een koopzondag is zonde van mijn tijd. 7e. Shoppen op een koopzondag is voor mij geld uitgeven aan leuke dingen. 7d. Shoppen op een koopzondag is voor mij shoppen uit verveling en om iets te doen te hebben. 7v. Voor mij is het niet erg dat wanneer ik ga shoppen op een koopzondag, personeel van een winkel dan moet werken. 7b. Een zondag is voor mij een rustdag zonder economische hectiek. 7o. Voor mij belangrijke personen uit mijn directe omgeving zouden mij er op wijzen dat ik op een zondag niet behoor te shoppen, wanneer ik op een koopzondag zou gaan shoppen. 7n. Voor mij belangrijke personen uit mijn directe omgeving keuren het af wanneer ik ga shoppen op een koopzondag. 7p. Over het algemeen pas ik mij aan aan de mening van belangrijke personen uit mijn directe omgeving over shoppen op een koopzondag. 7h. Een zondag is voor mij een religieuze rustdag. 7j. Een zondag is voor mij een dagje samen zijn met mijn familie / vrienden en / of een dagje sporten / hobby's doen. 7q. Op een koopzondag is het voor mij te druk om te shoppen. 7l. Shoppen op een koopzondag is voor mij snel de noodzakelijke artikelen halen en weer naar huis gaan. 7g. Shoppen op een koopzondag is voor mij handig om aankopen te doen waar ik eerst rustig de tijd voor wil nemen om me op te oriënteren en / of om prijzen / aanbiedingen te vergelijken. 7f. Een zondag is voor mij een dag werken vanwege mijn baan, huishoudelijke werkzaamheden en / of school. 7k. Shoppen op een koopzondag is voor mij met anderen / personeel over mijn hobby('s) / interesse(s) praten. 7u. Voor shoppen op een koopzondag heb ik geen geld. Extraction method: Principal Component Analysis. Rotation Method: Varimax with Kaiser Normalization. a. Rotation converged in 8 iterations.
153
1 ,860
2
Component 3 4
5
6
,839 ,833
,831 ,766
,737
,341
,699 ,673
,360
,625 ,583
,380
,508
,333
,438
,880
,312
,818
,776
,519
,649 ,828
,353
,533 ,821 ,632
,417
,773 ,408
,481
,371 ,834
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 12 Output SPSS meervoudige regressieanalyse Om meervoudige regressieanalyse te mogen uitvoeren dient aan een aantal assumpties te worden voldaan. De eerste assumptie is, dat er minimaal vijf en bij voorkeur 15 of meer per respondenten per onafhankelijke variabele (factor) nodig zijn (Pallant 2005). Doordat de uitkomst van de factoranalyse vier onafhankelijke variabelen bevat, betekent dit dat er voor de uitvoering van meervoudige regressieanalyse bij voorkeur 60 respondenten nodig zijn. Aan deze assumptie wordt ruimschoots voldaan.
De tweede assumptie is de mate van multicollineariteit (een sterke samenhang tussen de vier onafhankelijke variabelen). In de correlatiematrix mogen geen waarden hoger dan 0,9 voorkomen (Pallant 2005). In dit onderzoek komt in de correlatiematrix geen waarde hoger dan 0,9 voor, multicollineariteit kan de voorspellende variabele dan ook niet beïnvloeden. (Bij een sterk verband tussen de onafhankelijke variabelen kan het probleem ontstaan dat beide variabelen nagenoeg hetzelfde meten, meervoudige regressieanalyse kan hierdoor geen goed regressiemodel maken.) Tevens dienen de Tolerance en VIF (Variance Inflation Factor) waarden te worden geïnterpreteerd om te analyseren of er sprake is van multicollineariteit. Wanneer de Tolerance waarde is > 0,1 en de VIF waarde is < 10, is er geen sprake van multicollineariteit (Pallant 2005). Er is in dit onderzoek geen sprake van multicollineariteit, omdat beide waarden voor elke factor 1,000 weergeven. De bijbehorende output is weergegeven op pagina LXIV.
154
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur U – Correlatiematrix. Correlatiematrix
Pearson Correlation Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio? Factor 1 "Vrijetijdsbesteding / vermaak" Factor 2 - "Sociale controle" Factor 3 - "Tijdsinvloed" Factor 4 - "Werk / activiteiten"
8. Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio?
Factor 1 " Vrijetijdsbest eding / vermaak"
1,000
,659
,659
Factor 2 "Sociale controle"
Factor 3 "Tijdsinvloed"
Factor 4 "Werk / activiteiten"
,182
,205
,117
1,000
,000
,000
,000
,182
,000
1,000
,000
,000
,205
,000
,000
1,000
,000
,117
,000
,000
,000
1,000
Figuur V – Tolerance en VIF waarden. Coefficientsa Collinearity Statistics Model 1
Tolerance Factor 1 "Vrijetijdsbesteding / vermaak" Factor 2 - "Sociale controle" Factor 3 - "Tijdsinvloed" Factor 4 - "Werk / activiteiten"
VIF
1,000
1,000
1,000
1,000
1,000
1,000
1,000
1,000
a. Dependent Variable: Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio?
De derde assumptie beslaat het checken van de aanwezigheid van outliers door het inspecteren van de “residuals”, die normaal verdeeld dienen te zijn. Er kan een verschil zijn tussen de geobserveerde waarde aangegeven door de respondent en de voorspelde waarde die wordt berekend door de meervoudige regressieanalyse. Aan de hand van Normal Probability Plot en de Scatterplot kan afgeleid worden of de residuals normaal en lineair verdeeld zijn. In de Normal Probability Plot dienen de geobserveerde en de voorspelde waarden ongeveer op één rechte lijn te liggen voor een normale en lineaire verdeling, wat in dit onderzoek zo is. In de Scatterplot kan de homoscedasticiteit (een gelijke variantiespreiding) gecontroleerd worden. De waarden dienen hierbij willekeurig verdeeld te zijn met de meeste scores in het midden en tussen 3,3 en -3,3 te liggen (Pallant 2005). Ook aan deze assumptie wordt voldaan, er zijn geen outliers verwijderd. De bijbehorende output is weergegeven op pagina LXV. 155
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur W – Normal Probability Plot en Scatterplot.
Normal P-P Plot of Regression Standardized Residual
Dependent Variable: Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio? 1,0
Expected Cum Prob
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0 0,0
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
Observed Cum Prob
Scatterplot
Dependent Variable: Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio?
Regression Standardized Residual
3
2
1
0
-1
-2
-3 -1
0
1
Regression Standardized Predicted Value
156
2
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur X – Model Summary met R Square.
Model Summaryb Model 1
R R Square ,723a ,523
Adjusted R Square ,515
Std. Error of the Estimate 1,197
a. Predictors: (Constant), Factor 4 - "Werk / activiteiten", Factor 3 - "Tijdsinvloed", Factor 2 - "Sociale controle", Factor 1 - "Vrijetijdsbesteding / vermaak" b. Dependent Variable: Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio? Figuur Y – ANOVA Test. ANOVAb Model 1
Regression Residual Total
Sum of Squares 417,193 381,117 798,310
df 4 266 270
Mean Square 104,298 1,433
F 72,795
Sig. ,000a
a. Predictors: (Constant), Factor 4 - "Werk / activiteiten", Factor 3 - "Tijdsinvloed", Factor 2 - "Sociale controle", Factor 1 - "Vrijetijdsbesteding / vermaak" b. Dependent Variable: Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio?
157
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 13 Output SPSS logistische regressieanalyse Om logistische regressieanalyse te mogen uitvoeren dient aan een aantal assumpties te worden voldaan. De eerste assumptie is dat er minimaal 20 respondenten per onafhankelijke variabele nodig zijn (Hair et al. 1998). Doordat de uitkomst van de factoranalyse zes onafhankelijke variabelen bevat, betekent dit dat er voor de uitvoering van logistische regressieanalyse minimaal 120 respondenten nodig zijn. Aan deze assumptie wordt ruimschoots voldaan.
De tweede assumptie is de mate van multicollineariteit. In de correlatiematrix mogen geen waarden hoger dan 0,9 voorkomen (Pallant 2005). In dit onderzoek komt in de correlatiematrix geen waarde hoger dan 0,9 voor, multicollineariteit kan de voorspellende variabele dan ook niet beïnvloeden.
De derde assumptie beslaat het checken van de aanwezigheid van outliers in het databestand door het inspecteren van de residuals. Er kan een verschil zijn tussen de geobserveerde waarde aangegeven door de respondent en de voorspelde waarde die wordt berekend door logistische regressieanalyse (Pallant 2005). In dit onderzoek zijn 12 outliers geconstateerd, zoals te zien is in de Casewise List op pagina LXVIII. Deze zijn echter niet verwijderd, omdat de meeste van deze respondenten aangaven slechts beperkt religieus te zijn en slechts enkele keren per jaar te willen shoppen op een koopzondag binnen de bijbelgordel. Er werden dan ook geen onmogelijk geachte combinaties gevonden en de logistische regressieanalyse is uitgevoerd met alle 271 respondenten. Omdat de aanwezigheid van outliers is gecheckt en hierop is ingespeeld, wordt ook aan deze assumptie voldaan.
158
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur Z – Casewise List. Casewise Listb
Case 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Selected a Status S S S S S S S S S S S S
Observed Wil deze consument wel of niet shoppen? Niet Niet Wel Niet Niet Niet Niet Wel Wel Niet Wel Niet
Temporary Variable
Predicted Group Wel Wel Niet Wel Wel Wel Wel Niet Niet Wel Niet Wel
Predicted ,926 ,927 ,102 ,917 ,970 ,879 ,920 ,017 ,065 ,890 ,032 ,877
Resid -,926 -,927 ,898 -,917 -,970 -,879 -,920 ,983 ,935 -,890 ,968 -,877
a. S = Selected, U = Unselected cases, and ** = Misclassified cases. b. Cases with studentized residuals greater than 2,000 are listed.
Figuur AA – Codering. Dependent Variable Encoding Original Value Niet willen shoppen Wel willen shoppen
Internal Value 0 1
Figuur AB – Hosmer and Lemeshow Test. Hosmer and Lemeshow Test Step 1
Chi-square 7,478
df
Sig. ,486
8
Figuur AC – Omnibus Tests of Model Coefficients. Omnibus Tests of Model Coefficients Step 1
Step Block Model
Chi-square 197,598 197,598 197,598
159
df 6 6 6
Sig. ,000 ,000 ,000
ZResid -3,543 -3,558 2,965 -3,332 -5,675 -2,699 -3,398 7,622 3,806 -2,838 5,497 -2,668
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur AD – Cox & Snell R Square en Nagelkerke R Square. Model Summary Step 1
-2 Log Cox & Snell likelihood R Square 172,455a ,518
Nagelkerke R Square ,695
a. Estimation terminated at iteration number 6 because parameter estimates changed by less than ,001.
Figuur AE – Classification Table. Classification Tablea
Step 1
Observed Wil deze consument wel of niet shoppen?
Niet willen shoppen Wel willen shoppen
Overall Percentage a. The cut value is ,500
160
Predicted Wil deze consument wel of niet shoppen? Niet willen Wel willen shoppen shoppen 140 15 15 101
Percentage Correct 90,3 87,1 88,9
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Bijlage 14 Output SPSS significante verschillen tussen demografische kenmerken Figuur AF – Kruising attitude en gedragsintentie met geslacht. Group Statistics Wat is uw geslacht? Man
N
Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen Vrouw deze gemeente / regio?
Test Statistics
Std. Deviation
3,17
1,777
,185
179
3,06
1,693
,127
a
Grouping Variable: Wat is uw geslacht?
Wat is uw geslacht?*Wil deze consument wel of niet shoppen? Crosstabulation Count
Wat is uw geslacht? Total
Man Vrouw
Wil deze consument wel of niet shoppen? Niet willen Wel willen shoppen shoppen 45 47 110 69 155 116
161
Std. Error Mean
92
Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondage n binnen deze gemeente / regio? 7997,500 24107,500 -,394 ,693
Mann-Whitney U Wilcoxon W Z Asymp. Sig. (2-tailed) a.
Mean
Total 92 179 271
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
a
Value 3,903b 3,407 3,886
df 1 1 1
3,888
Asymp. Sig. (2-sided) ,048 ,065 ,049
1
Exact Sig. (2-sided)
Exact Sig. (1-sided)
,053
,033
,049
271
a. Computed only for a 2x2 table b. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 39,38.
Figuur AG – Kruising attitude en gedragsintentie met inkomen. Descriptives In welke categorie valt uw netto gezinsinkomen? Wat is uw algemene Beneden modaal (minder dan €Mean houding ten aanzien van1500,- netto per maand) Std. Deviation shoppen op Modaal (ongeveer € 1500,Mean koopzondagen binnen netto per maand) Std. Deviation deze gemeente / regio?
Statistic 3,58 1,622 3,46
Boven modaal (tussen € 1500,-Mean en € 3000,- netto per maand) Std. Deviation
2,77
Twee maal boven modaal of Mean hoger (€ 3000,- of meer n.p.m.)Std. Deviation
Test Statistics
Chi-Square df Asymp. Sig.
a,b
Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondage n binnen deze gemeente / regio? 13,061 3 ,005
a. Kruskal Wallis Test b. Grouping Variable: In welke categorie valt uw netto gezinsinkomen?
162
Std. Error ,223 ,221
1,812 ,159
1,693 2,76 1,517
,249
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
In welke categorie valt uw gezinsinkoment?*Wil deze consument wel of niet shoppen? Crosstabulation Count Wil deze consument wel of niet shoppen? Niet willen Wel willen shoppen shoppen In welke categorie valt uw netto gezinsinkomen?
Beneden modaal (minder dan € 1500,netto per maand) Modaal (ongeveer € 1500,- netto per maand) Boven modaal (tussen € 1500,- en € 3000,- netto per maand) Twee maal boven modaal of hoger (€ 3000,- of meer n.p.m.)
Total
Total
23
30
53
32
35
67
74
40
114
26
11
37
155
116
271
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 11,914a 11,986 10,922
3 3
Asymp. Sig. (2-sided) ,008 ,007
1
,001
df
271
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 15,84.
Figuur AH – Kruising attitude en gedragsintentie met opleiding. Descriptives Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau? Wat is uw algemene Basisonderwijs Mean houding ten aanzien van Std. Deviation shoppen op Lager Beroepsonderwijs (LBO) Mean koopzondagen binnen Std. Deviation deze gemeente / regio? MAVO Mean Std. Deviation Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Mean Std. Deviation HAVO Mean Std. Deviation VWO Mean Std. Deviation Hoger Beroepsonderwijs (HBO) Mean Std. Deviation Wetenschappelijk Onderwijs (WO) Mean Std. Deviation
163
Statistic Std. Error 2,56 ,372 1,580 3,06 ,397 1,638 3,32 ,299 1,916 2,83 ,189 1,571 3,60 ,373 2,044 3,62 ,446 1,609 2,95 ,224 1,660 3,36 ,305 1,615
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Test Statistics
a,b
Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondage n binnen deze gemeente / regio? 8,446 7 ,295
Chi-Square df Asymp. Sig. a. Kruskal Wallis Test
b. Grouping Variable: Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau?
Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau? * Wil deze consument wel of niet shoppen?Crosstabulation Count
Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau?
Basisonderwijs Lager Beroepsonderwijs (LBO) MAVO Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) HAVO VWO Hoger Beroepsonderwijs (HBO) Wetenschappelijk Onderwijs (WO)
Wil deze consument wel of niet shoppen? Niet willen Wel willen shoppen shoppen 13 5
Total
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
2,349
6
17
25
16
41
40
29
69
14 5
16 8
30 13
35
20
55
12
16
28
155
116
271
7 7
Asymp. Sig. (2-sided) ,266 ,264
1
,125
df
271
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 5,56.
164
18
11
Chi-Square Tests Value 8,813a 8,845
Total
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur AI – Kruising attitude en gedragsintentie met leeftijd. Descriptives Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen deze gemeente / regio?
Wat is uw leeftijd? kleiner of gelijk aan 35 jaar
Mean
groter dan 35 jaar
Mean
Statistic 3,48
Std. Deviation
Std. Error ,135
1,763 2,45
Std. Deviation
,143
1,431
Test Statistics a Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondage n binnen deze gemeente / regio? 5735,500 10785,500 -4,604 ,000
Mann-Whitney U Wilcoxon W Z Asymp. Sig. (2-tailed)
a. Grouping Variable: Wat is uw leeftijd?
Leeftijd <35 of leeftijd >35 * Wil deze consument wel of niet shoppen? Crosstabulation Count Wil deze consument wel of niet shoppen? Niet willen Wel willen shoppen shoppen Leeftijd <35 of leeftijd >35
Kleiner of gelijk aan 35 jaar Groter dan 35 jaar
Total
Total
84
87
171
71
29
100
155
116
271
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Continuity Correctiona Likelihood Ratio Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 12,336b 11,458 12,620
12,290
df 1 1 1
1
Asymp. Sig. (2-sided) ,000 ,001 ,000
Exact Sig. (2-sided)
Exact Sig. (1-sided)
,001
,000
,000
271
a. Computed only for a 2x2 table b. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 42,80.
165
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Figuur AJ – Kruising attitude en gedragsintentie met huishouden. Descriptives 10. Hoe ziet de samenstelling van uw huishouden er uit? Wat is uw algemene Alleenstaand zonder thuiswonende kinderen Mean houding ten aanzien van Std. Deviation shoppen op Alleenstaand met thuiswonende kinderen Mean koopzondagen binnen Std. Deviation deze gemeente / regio? Samenwonend / getrouwd zonder thuiswonende kinderen Mean Std. Deviation Samenwonend / getrouwd met thuiswonende kinderen Mean Std. Deviation Inwonend bij ouders Mean Std. Deviation Uitwonend / op kamers Mean Std. Deviation
Test Statistics
Chi-Square df Asymp. Sig.
Statistic Std. Error 2,93 ,259 1,756 3,00 ,707 1,414 2,99 ,204 1,732 2,67 ,175 1,527 3,49 ,256 1,755 4,27 ,317 1,614
a,b
Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondage n binnen deze gemeente / regio? 18,812 5 ,002
a. Kruskal Wallis Test b. Grouping Variable: Hoe ziet de samenstelling van uw huishouden er uit?
Hoe ziet de samenstelling van uw huishouden er uit? * Wil deze consument wel of niet shoppen?Crosstabulation Count Wil deze consument wel of niet shoppen? Niet willen Wel willen shoppen shoppen Hoe ziet de samenstelling van uw huishouden er uit?
Alleenstaand zonder thuiswonende kinderen Alleenstaand met thuiswonende kinderen Samenwonend / getrouwd zonder thuiswonende kinderen Samenwonend / getrouwd met thuiswonende kinderen Inwonend bij ouders Uitwonend / op kamers
Total
166
Total
28
18
46
2
2
4
42
30
72
53
23
76
23 7 155
24 19 116
47 26 271
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Chi-Square Tests Value 16,301a 16,515
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
4,213
5 5
Asymp. Sig. (2-sided) ,006 ,006
1
,040
df
271
a. 2 cells (16,7%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 1,71.
Figuur AK – Kruising attitude en gedragsintentie met werk. Descriptives Ik werk wel of niet Wat is uw algemene Ik werk wel houding ten aanzien van shoppen op koopzondagen binnen Ik werk niet deze gemeente / regio?
Statistic 3,06
Mean Std. Deviation
1,712
Mean
3,14
Std. Deviation
1,733
Test Statisticsa
Mann-Whitney U Wilcoxon W Z Asymp. Sig. (2-tailed)
Wat is uw algemene houding ten aanzien van shoppen op koopzondage n binnen deze gemeente / regio? 8929,500 19225,500 -,352 ,725
a. Grouping Variable: Werk wel of niet
Werk wel of niet * Wil deze consument wel of niet shoppen? Crosstabulation Count
Werk wel of niet Total
Ik werk wel Ik werk niet
Wil deze consument wel of niet shoppen? Niet willen Wel willen shoppen shoppen 81 62 74 54 155 116
167
Std. Error ,143
Total 143 128 271
,153
Attitudeonderzoek: Uit de Kerk naar de Koopjes!
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Continuity Correctiona Likelihood Ratio Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value ,038b ,005 ,038
,038
df 1 1 1
1
Asymp. Sig. (2-sided) ,846 ,943 ,846
Exact Sig. (2-sided)
Exact Sig. (1-sided)
,902
,472
,846
271
a. Computed only for a 2x2 table b. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 54,79.
168