Handleiding (BuBaO): Kleur je creativiteit, word schilder! Doelgroep Dit lessenpakket werd ontwikkeld voor de schoolverlaters uit het buitengewoon basisonderwijs. Duur Dit lessenpakket duurt 2 lesuren van 50 minuten. Eindtermen In dit lessenpakket wordt gewerkt aan onderstaande eindtermen uit het regulier basisonderwijs. Deze kunnen als vertrekpunt gebruikt worden bij de ontwikkeling van een handelingsplan per leerling of per groep leerlingen. MUZISCHE VORMING 1.4* De leerlingen kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. 1.5
De leerlingen kunnen beeldende problemen oplossen, technieken toepassen en gereedschappen en materialen hanteren om beeldend vorm te geven op een manier die hen voldoet.
NEDERLANDS 1.1 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in een voor hen bestemde mededeling met betrekking tot het school- en klasgebeuren. 2.3
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) het gepaste taalregister hanteren als over een op school behandeld onderwerp aan de leerkracht verslag uitbrengen.
2.5
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) het gepaste taalregister hanteren als ze: vragen van de leerkracht in verband met een behandeld onderwerp beantwoorden.
3.1
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard.
WERELDORIËNTATIE 2.17 De leerlingen kunnen illustreren dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden. WISKUNDE 1.26 De leerlingen hoofdbewerkingen.
kunnen
de
zakrekenmachine
doelmatig
gebruiken
voor
de
1.28
De leerlingen kunnen in contexten vaststellen welke wiskundige bewerkingen met betrekking tot getallen toepasselijk zijn en welke het meest aangewezen en economisch zijn.
1.29* De leerlingen zijn bereid verstandige zoekstrategieën aan te wenden die helpen bij het aanpakken van wiskundige problemen met betrekking tot getallen, meten, ruimtelijke oriëntatie en meetkunde. 2.7
De leerlingen kunnen met de gebruikelijke maateenheden betekenisvolle herleidingen uitvoeren.
2.9
De leerlingen kunnen op een concrete wijze aangeven hoe ze de oppervlakte en de omtrek van een willekeurige, vlakke figuur en van een veelhoek kunnen bepalen.
5.4*
De leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een wiskundig probleem en willen op basis hiervan hun aanpak bijsturen.
SOCIALE VAARDIGHEDEN 1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. 3.
De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
1. Inleiding: kaderen van thema ‘technische beroepen’ en ‘bouwsector’ Organisatievorm Tijdsbesteding Materiaal Doelen
klasgesprek 5 minuten eventueel: brainstorm aan bord De leerlingen herkennen de begrippen ‘techniek’ en ‘technologie’. De leerlingen herkennen technische beroepen en de bouwsector in het algemeen.
Via een inleidend klasgesprek wordt het lessenpakket rond het beroep ‘schilder’ geïntroduceerd bij de leerlingen. In dit eerste deel wordt voornamelijk gefocust op technische beroepen en de bouwsector. Klasgesprek De leerkracht stelt onderstaande vragen en geeft onderstaande achtergrondinformatie. Om invulling te geven aan de eerste vraag kunnen de leerlingen gevraagd worden om te brainstormen aan het bord over de woorden ‘techniek’ en ‘technologie’. Aan wat denken jullie als jullie de woorden ‘techniek’ en ‘technologie’ horen? Kunnen jullie je een leven zonder techniek of technologie voorstellen? Achtergrondinformatie In het dagelijks leven kunnen wij niet meer zonder techniek of technologie. Techniek en technologie komen we tegen op allerlei plaatsen. Denk bijvoorbeeld aan het dagelijks gebruik van radio, televisie en smartphones. Ook de uitvinding van nieuwe machines en robots in fabrieken of auto’s die op elektriciteit rijden. Ook in huis vind je allerlei nieuwe apparaten. In het huishouden word je bijvoorbeeld geholpen door wasmachines, vaatwasmachines en keukenrobots. Ook krijg je zelf steeds meer technologisch speelgoed. In dit lijstje mogen we zeker de huizen, gebouwen, wegen en bruggen niet vergeten. Mensen met een technisch beroep zorgen er namelijk voor dat huizen en gebouwen vorm krijgen. Deze mensen werken vaak met machines. Toch zijn er ook veel verschillende technische handelingen die gebeuren met de hand, en dus zonder grote machines. Denk maar aan het metselen van een muur, het leggen van dakpannen of het schilderen van een plafond. Deze laatste activiteiten horen bij beroepen uit de wereld van de bouw.
2. Opdracht 1: volgorde van de beroepen die aan een huis werken Organisatievorm Tijdsbesteding Materiaal Doelen
individuele opdracht 10 minuten werkbundel De leerlingen kunnen beroepen opsommen die aan bod komen bij het bouwen van een huis. De leerlingen kennen de volgorde van bouwberoepen die werken aan een huis.
Tijdens deze opdracht staan de leerlingen stil bij verscheidene beroepen in de bouwsector. Specifiek maken de leerlingen kennis met de beroepen die samenwerken bij het bouwen van een huis. Verder staan de leerlingen ook stil bij de volgorde waarin deze beroepen komen werken aan een huis. Uitleg bij de opdracht In de verschillende tekstballonnen staan citaten van mensen over hun beroep. Bij elke tekstballon schrijven de leerlingen het passende beroep. De beroepen kunnen gekozen worden uit een lijst met mogelijke beroepen. Ten slotte plaatsen de leerlingen een cijfer bij de tekstballonen om de volgorde van de beroepen die aan een huis werken, weer te geven. Oplossing 1. Architect Ik teken het ontwerp voor nieuwe huizen met een computer. Ik luister naar de wensen van mijn klanten. 2. Werfleider Ik maak een planning van alle werken op de bouwwerf. Ik bekijk of alles goed en veilig verloopt. 3. Bekister Met beton maak ik de stevige basis van een huis. 4. Metselaar Ik metsel muren met bakstenen en mortel. Ik gebruik een truweel, metselkoord en waterpas. 5. Dakwerker Ik timmer het houten skelet van een dak. Ik leg ook dakpannen op het dak. 6. Elektricien Ik zorg voor elektriciteit in het huis. Ik kan goed fijn met mijn handen werken.
7. Installateur sanitair en centrale verwarming Ik plaats alle leidingen voor water en gas. Ik kan ook kranen en toiletten plaatsen en herstellen. 8. Stukadoor Ik bedek de binnenmuren en plafonds met een witte kalklaag. Ik zorg dat alles mooi glad is. 9. Vloerder Ik plaats tegels in zand of cement. Soms moet ik de tegels op maat zagen. 10. Schrijnwerker In het huis plaats ik binnendeuren, keukens, kasten, trappen, … . Ik werk niet alleen met hout, maar ook met PVC en kunststof. 11. Schilder-decorateur Ik werk de muren af door te schilderen of te behangen. Ik maak elke woning mooi en leuk met kleur.
3. Omkadering: doelstellingen van schilder-decorateur Organisatievorm Tijdsbesteding Materiaal Doelen
klasgesprek 5 minuten grote prenten: zie bijlage 1 De leerlingen kennen de verschillende taken van een schilderdecorateur. De leerlingen weten waarom het beroep ‘schilder-decorateur’ belangrijk is. De leerlingen kennen de verschillende doelen van een schilderdecorateur.
Vertel aan de leerlingen dat het lessenpakket zich verder toespitst op het beroep schilderdecorateur, of kortweg, schilder. Aan de hand van een klasgesprek maken de leerlingen kennis met de diversiteit aan taken van een schilder-decorateur. Zo houdt het beroep van schilder-decorateur meer in dan het schilderen van muren. Ze staan ook stil bij de vraag waarom het beroep ‘schilder-decorateur’ belangrijk is. De leerkracht overloopt onderstaande doelen van een schilder-decorateur (zie bijlage 1). Klasgesprek Het klasgesprek over de doelstellingen van een schilder-decorateur kan op onderstaande manier vorm krijgen: 1. Welke taken heeft een schilder-decorateur? 2. Waarom zijn schilder-decorateurs nodig? Waarom is hun beroep belangrijk? Wat willen zij bereiken met hun beroep? 1. -
Welke taken heeft een schilder-decorateur? Werf inrichten en beschermen van meubels Soort ondergrond bepalen (bv. hout, pleister, metaal, …) Ondergrond klaarmaken (bv. schuren, ontstoffen, gaten/barsten vullen, …) Verflagen aanbrengen (met borstels, rollen, …) Verftechnieken gebruiken (bv. decoratieve randen, patineren, sjabloneren, …) Behang klaarmaken en plakken (bv. lijm maken, behang snijden, …) Werf opruimen en schoonmaken Schatting of berekening van de kosten maken (nodige materialen, producten, werkuren, …) Advies geven aan klanten (bv. over materialen, over kleuren, …) Team coördineren (bv. planning maken, taakverdeling, …)
2. Verschillende redenen waarom het beroep schilder-decorateur belangrijk is: - Bescherming van gebouwen (bv. huis in goede staat behouden) - Hygiëne en properheid (bv. in de keuken en in de badkamer) - Onderhoud (bv. woning makkelijk proper houden en poetsen) - Sfeer en emotie (bv. aandacht voor interieur om bepaalde sfeer te creëren)
Bronnen beeldmateriaal
www.athos-gevelbepleistering.be www.colora.be www.lekkerinhetleven.nl www.t-interiors.be
4. Opdracht 2 : talenten en studiemogelijkheden om als schilder aan de slag te gaan Organisatievorm Tijdsbesteding Materiaal Doelen
individuele opdracht 10 minuten werkbundel De leerlingen kunnen opsommen welke talenten een schilderdecorateur nodig heeft. De leerlingen weten welke studiemogelijkheden er bestaan om als schilder aan de slag te gaan.
De leerlingen krijgen, na de opdracht, ook een lijst te zien met mogelijke studierichtingen die zij kunnen volgen om het beroep schilder-decorateur te kunnen uitoefenen. Uitleg bij de opdracht Aan de hand van een opsomming gaan de leerlingen op zoek naar talenten die een schilderdecorateur nodig heeft. De leerlingen zien in hun werkbundel een lijst met mogelijke talenten. Talenten zijn dingen die schilder-decorateurs goed kunnen en graag doen. De leerlingen kijken aandachtig naar het filmpje en vinken talenten aan die passen bij het beroep ‘schilder-decorateur’. Hieronder staat alvast de lijst met mogelijke talenten, met daarbij de nodige uitleg. De leerlingen krijgen ook de mogelijkheid om zelf nog talenten aan te vullen. Oplossing Alle onderstaande talenten passen bij het beroep schilder-decorateur. De meeste van deze talenten kunnen aanzien worden als sleutelvaardigheden die bij veel verschillende beroepen verwacht worden.
Zelfstandig werken Een schilder-decorateur moet vaak taken uitvoeren zonder de hulp van anderen. Hij/zij moet dan beslissingen in verband met het materiaal en de werkwijze zelf nemen.
Samenwerken Een schilder-decorateur moet veel samenwerken met andere vakmannen uit de bouwsector. Zo zal een schilder-decorateur pas kunnen beginnen aan de afwerking nadat de pleisterwerken zijn afgerond en de binnendeuren en de verlichting geplaatst zijn. Vooral het teamwerk met de collega’s is belangrijk.
Kritisch zijn Een schilder-decorateur moet de gebreken van een bestaande ondergrond kunnen beoordelen, alvorens de verf of het behang wordt aangebracht. Verder moet een schilder-decorateur in staat zijn om zijn/haar eigen resultaat te beoordelen en te herwerken indien niet goed.
Zorgzaam werken Een schilder-decorateur moet zorgzaam zijn bij het verplaatsen van meubelen en het beschermen van vloeroppervlakten en kasten. Het plaatsen van ladders en stellingen moet met de nodig zorgvuldigheid gebeuren om beschadiging te vermijden. Hij/zij moet respect hebben voor de bezittingen van de klant (bv. het proper gebruiken van een lavabo).
Actief zijn Een schilder-decorateur is steeds actief bezig en in beweging tijdens het uitoefenen van zijn/haar job.
Plannen Om een goed resultaat af te leveren, zal een schilder-decorateur planmatig aan de slag gaan. De volgorde van de verschillende taken zal hij/zij goed moeten inplannen. Zo zal hij/zij bijvoorbeeld moeten rekening houden met de droogtijd van de verf en het aantal lagen verf die een ondergrond nodig heeft.
Ordelijk zijn Om een propere werkplaats te hebben, zal een schilder-decorateur regelmatig tijd maken om op te ruimen. Klanten vinden het ook fijner als hun ruimte proper wordt achtergelaten. Verder zal een schilder-decorateur zorgen voor orde in zijn/haar materiaal.
Nauwkeurig werken Een schilder-decorateur zal alle taken nauwgezet en precies afwerken. Bij het schilderen mag er bijvoorbeeld geen verf komen op de vloertegels of op de deuren en moet het behang netjes worden afgesneden.
Handig zijn Een schilder-decorateur beschikt het best over het talent ‘handig zijn’, zodat hij/zij nauwkeurig en vlot kan werken met zijn/haar werktuigen en materiaal. Hij/zij kan mogelijke problemen creatief oplossen.
Communicatief zijn Schilder-decorateurs kunnen goed communiceren met hun collega’s en hun klanten. Een goede onderlinge communicatie is belangrijk om de werken vlot te laten verlopen. Dagelijks beleefd en vriendelijk zijn tegenover klanten en medewerkers geeft wederzijds respect.
Leergierig zijn Een schilder-decorateur staat open voor nieuwe producten en technieken die op de markt komen. Hij/zij zal zelf die nieuwigheden moeten uitproberen en beoordelen. Een schilder-decorateur heeft ook aandacht voor nieuwe kleurtrends en decoratieve materialen.
Creatief zijn Een schilder-decorateur moet aandacht hebben voor schoonheid, aangezien hij/zij constant bezig is met kleuren, vormen, motieven, wandbekledingen en schildertechnieken. Hij moet een decoratief geheel kunnen realiseren.
Veilig werken Een schilder-decorateur dient aandacht te hebben voor veilige beschermingskledij (bv. stofmasker bij het schuren, handschoenen bij het schilderen) tijdens het werken. Ook leest een schilder-decorateur aandachtig de etiketten en voorschriften van gebruikte producten. Een schilder-decorateur zal eveneens veilig moeten werken in de hoogte (bv. met ladder of met stelling).
Milieubewust werken Een schilder-decorateur dient rekening te houden met het milieu. Hij zal zoveel mogelijk producten op waterbasis gebruiken. Ook vuile verfborstels worden beter niet onder de kraan afgespoeld. Verfresten zijn namelijk chemisch afval dat apart moet weggebracht worden.
Gevoel voor cijfers Een schilder-decorateur is vaak bezig met cijfers. Zo moet hij/zij berekenen hoeveel materiaal (verf, behang, …) er nodig is om een project af te werken.
Klantgericht werken Een schilder-decorateur zal moeten werken volgens de wensen en de behoeften van de klanten. Het is belangrijk dat de klanten tevreden zijn. Een zeer goed voorkomen geeft een goede eerste indruk.
Lijst van mogelijke studierichtingen schilder-decorateur
Studeren in secundair onderwijs? ASO TSO BSO
BUSO
DBSO
Syntra Leertij d
3e graad BSO schilderwerk en decoratie duurzaam wonen etalage en standendecoratie 7e specialisatiejaar BSO decoratie en restauratie schilderwerk schilder-decorateur (OV 3 type 1) schilder-decorateur ( OV 3 type 3) schilder-decorateur (OV 3 type 4) schilder-decorateur (OV 3 type 7) schilderwerk en decoratie BSO (OV 4 type 3) schilder- decorateur schilder behanger industrieel schilder medewerker industrieel schilder plaatser soepele vloerbekleding publiciteitsschilder schilder behanger decorateur van textiel plaatser soepele vloerbekleding publiciteitsschilder reclameschilder publiciteitstekenaar
Verder studeren? Professionele bachelor
bachelor in de bouw interieurvormgeving
Hoger Beroepsonderwijs
bouwkundig tekenaar
Meer info? Bekijk volgende website: www.onderwijskiezer.be
Ga als leerkracht op zoek naar de meest recente informatie over de mogelijke studierichtingen via www.onderwijskiezer.be .
5. Opdracht 3: kennismaken met stappen bij het schilderen van een muur, met materialen van een schilder en met veiligheid tijdens het schilderen Organisatievorm Tijdsbesteding Materiaal Doelen
duowerk 15 minuten werkbundel De leerlingen kennen de verschillende stappen bij het schilderen van een muur. De leerlingen kennen verscheidene materialen waarmee een schilder-decorateur werkt. De leerlingen kunnen situaties inzake de veiligheid tijdens het schilderen toelichten.
Via een invulverhaal over Sam en Mira leren de leerlingen de verschillende stappen bij het schilderen en het behangen van een muur kennen. Doorheen het verhaal komen de leerlingen in aanraking met werkmaterialen van een schilder en met veiligheidsmaatregelen. Uitleg bij de opdracht De leerlingen krijgen een invulverhaal over de verschillende stappen bij het schilderen en het behangen van een muur. De leerlingen moeten zelf de nodige materialen en vaktermen invullen. De mogelijke antwoorden staan opgesomd in een lijst. Oplossing vliesbehang – plamuur – steekmes – stofmasker – verfrol – schuurpapier – voorbereiden – verf – behanglijm – plamuurmes – lauw water – behangen – verfkwast – verfbak - schilderen Het is vakantie! Sam en Mira willen de zolderkamer omtoveren tot een leuke speelkamer.
Samen met mama en papa gaan ze aan de slag. De behangen muren
krijgen een nieuw vliesbehang en een laag verf. Stap 1: Voorbereiden Sam en Mira moeten eerst het oude behang verwijderen. Papa stelt voor om lauw water en een afweekmiddel te gebruiken, zo kan het oude behang losweken van de muur. Om de stukken behangpapier van de muur te schrapen, gebruiken de kinderen een steekmes.
Mira ziet dat er barsten in een muur zitten. Mama helpt Mira bij het repareren. Ze gebruiken plamuur en een plamuurmes om alles te herstellen. Sam vindt dat de muur niet volledig effen is. Met schuurpapier schuren ze alle oneffenheden weg. Papa zegt dat het belangrijk is voor de eigen veiligheid om een stofmasker te dragen. Stap 2: Behangen Papa snijdt eerst de vliesbehang op banen. Daarna mag Mira behanglijm op de muur doen. Ze zorgt ervoor dat de ladder goed stevig staat.
Mama en Sam hangen het
behang mooi recht aan de muur. Ze wrijven het behang aan met een spatel of een borstel. De boven- en onderzijde van het behangpapier snijden ze af met een breekmesje. Stap 3: Schilderen Twee muren krijgen een groene kleur en de andere muren krijgen een lichtbruine kleur. Mira giet eerst de verf in een verfbak. De randen en de hoeken van de muren schilderen ze met een verfkwast. De rest van de muren schilderen ze met een verfrol. Mira en Sam zijn apetrots op hun nieuwe speelzolder!
6. Opdracht 4: mathematische uitdaging om juiste hoeveelheid verf te berekenen Organisatievorm Tijdsbesteding Materiaal Doelen
duowerk 15 minuten werkbundel De leerlingen kunnen de juiste hoeveelheid verf via een wiskundig vraagstuk berekenen. De leerlingen kennen begrippen uit het vakjargon van een schilderdecorateur, bijvoorbeeld het begrip ‘verfrendement’.
De leerlingen berekenen aan de hand van een wiskundig vraagstuk de juiste hoeveelheid verf die een schilder-decorateur nodig heeft om een muur te schilderen. Ze maken hierbij gebruik van oppervlakteberekening en maken kennis met het begrip ‘verfrendement’. Uitleg bij de opdracht De leerlingen lezen het wiskundig vraagstuk over het berekenen van de juiste hoeveelheid verf. Eerst kunnen de leerlingen per twee het vraagstuk oplossen. Achteraf overloopt de leerkracht de werkwijze klassikaal. Extra: Het verfrendement geeft aan hoeveel vierkante meter je kan schilderen met 1 liter verf.
Oplossing
Elize, een schilder-decorateur, moet een muur schilderen. De muur is 5,3 m breed en 2,5 m hoog. In de muur zit een deur van 2 m hoog en 90 cm breed. De verf moet in 3 lagen aangebracht worden. Het verfrendement van de gekozen verf is 10 m² per liter per laag. Hoeveel liter verf heeft Elize nodig om de kamer te schilderen? 1. Deze tekening beeldt de muur uit. Schrijf de afmetingen (in meter) op juiste plaats.
5,3 m 2,5 m
2m 0,9 m
2. Bereken hoeveel verf Elize nodig heeft om de kamer te schilderen. Bereken de te schilderen oppervlakte Oppervlakte van de muur:
1 m² x (2,5 x 5,3) = 13,25 m²
Oppervlakte van de deur:
1 m² x (2 x 0,9) = 1,8 m²
Te schilderen oppervlakte:
13,25 m² - 1,8 m² = 11,45 m²
Bereken de nodige hoeveelheid verf Aantal te schilderen m² in 3 lagen: Verfrendement is 10 m²/l:
1 m² x (11,45 x 3) = 34,35 m² 10 m² 1l
1 m² 0,1 l
34,35 m² 3, 435 l ~ 3,44 l
Antwoord: Elize heeft 3,44 liter nodig om de slaapkamer te schilderen met 3 lagen verf.
7. Opdracht 5: uitvoerende opdracht: creativiteit van het werken met kleuren (30 min) Organisatievorm Tijdsbesteding Materiaal
Doelen
groepswerk 25 minuten afbeelding van kleurencirkel (zie bijlage 2) overzicht met betekenis van kleuren verfborstels verf in primaire kleuren papier of karton De leerlingen kennen het verschil tussen primaire kleuren, secundaire kleuren en niet-kleuren (zwart en wit). De leerlingen ontdekken de betekenis of de boodschap van kleuren. De leerlingen denken na over welke kleuren bij elkaar passen. De leerlingen kunnen een secundaire kleur benaderen door primaire kleuren te mengen.
Via een klassikale uitleg maken de leerlingen kennis met primaire kleuren, secundaire kleuren en niet-kleuren (zwart en wit). Verder gaan ze op zoek naar 3 kleuren die bij elkaar passen om een kamer in huis te schilderen. Tijdens het kiezen hebben ze aandacht voor de betekenis of de boodschap van kleuren. De gekozen secundaire kleur proberen de leerlingen via mengen te benaderen. Uitleg bij de opdracht De leerlingen krijgen een grondplan met verschillende kamers (slaapkamer tienermeisje, slaapkamer tienerjongen, slaapkamer ouders, badkamer en speelkamer). De leerlingen worden verdeeld in groepjes van 2 leerlingen. Per groep zal er 1 kamer (muren en plafond) in het huis uitgewerkt worden. De leerlingen moeten voor hun gekozen kamer 3 kleuren kiezen (hoofdkleur, secundaire kleur, zwart of wit).
1. Eerst kiezen de leerlingen een kleur uit de 3 hoofdkleuren: rood, blauw en geel. Deze kleuren worden ook wel primaire kleuren genoemd. ‘Primair’ betekent eigenlijk ‘eerste’. Primaire kleuren zijn de kleuren die je niet kunt maken door verf te mengen. Het zijn de 3 kleuren die je nodig hebt om andere kleuren te maken. 2. Het volgende kleur kiezen de leerlingen door 2 primaire – of hoofdkleuren te mengen. Deze mengkleuren worden ook wel secundaire kleuren genoemd. ‘Secundair’ betekent hier ‘tweede’. In de kleurencirkel kunnen de leerlingen zien welke 3 secundaire kleuren ontstaan na het mengen van 2 hoofdkleuren. Welke 3 secundaire kleuren?
Blauw + geel = ………………………………………………………. Rood + geel = ……………………………………………………….. Rood + blauw = ……………………………………………………..
Naast deze 6 kleuren bestaan er natuurlijk nog veel andere kleuren. Deze kleuren kunnen gemaakt worden door primaire en secundaire kleuren te mengen met elkaar. 3. In de kleurencirkel ontbreken er eigenlijk ook 2 kleuren. Weet je welke kleuren? Inderdaad: zwart en wit. Eigenlijk zijn zwart en wit geen kleuren. Het heeft alles te maken met natuurkunde en licht. Wanneer je zwart toevoegt aan een kleur, dan wordt je kleur donkerder. Wanneer je wit toevoegt aan een kleur, dan wordt je kleur lichter. 4. Voor de gekozen kamer, gaan de leerlingen op zoek naar 3 kleuren die passen in de kamer. Zowel de muren als het plafond moeten geschilderd worden. Eerst wordt een primaire kleur gekozen, dan een secundaire kleur en vervolgens een niet-kleur (zwart of wit). De leerlingen kiezen zelf welke kleuren volgens hen het best bij elkaar passen. Om hen te helpen bij hun keuze, ontdekken de leerlingen dat kleuren ook bepaalde gevoelens kunnen opwekken. Kleuren hebben een betekenis of een boodschap. -
Rood: kracht, liefde, warmte en moed Geel: vrolijkheid, licht, fantasie en zon Blauw: eerlijkheid, koelte, wijsheid en ontspanning Oranje: vuur, warmte, vrolijkheid en beweging Groen: rust, orde, nieuw en hoop Paars: rouw, soberheid, gezag, een beetje gek doen en koninklijkheid Zwart: somberheid, slechtheid, rouw en duister Wit: zuiver, vreugde, licht en rust
Wanneer de leerlingen een primaire, secundaire en niet – kleur hebben gekozen voor hun kamer, proberen de leerlingen hun secundaire kleur te maken met verf door 2 primaire kleuren te mengen. Het is de bedoeling dat zij zo dicht mogelijk het secundaire kleur kunnen
benaderen. De leerlingen krijgen van de leerkracht een blad met de kleurencirkel op (zie bijlage 2). Hun kleur proberen zij zo goed mogelijk te benaderen door extra primaire kleuren toe te voegen. Zo ontdekken de leerlingen dat schilders ook steeds op zoek gaan naar de juiste kleur. Zij gaan door te mengen de kleur maken die de klanten wensen.
8. Opdracht 6: veiligheid tijdens het schilderen Organisatievorm Tijdsbesteding Materiaal Doelen
klasgesprek 10 minuten foto’s (zie bijlage 2) extra: groen en rood voorwerp De leerlingen kunnen inschatten of een specifieke werksituatie van een schilder-decorateur al dan niet als veilig kan beoordeeld worden. De leerlingen zijn in staat om op een gepaste manier hun mening te formuleren over een bepaalde situatie inzake veiligheid.
Via een klassikale discussie beoordelen de leerlingen verschillende werksituaties van een schilder-decorateur (zie bijlage 2). De foto’s tonen goede en minder goede situaties in verband met veiligheid. De leerkracht toont één voor één de verschillende situaties. De leerlingen kunnen mondeling de werksituatie toelichten. Extra: De leerlingen kunnen ook met behulp van een groen en rood voorwerp aantonen wat hun beoordeling is van de situatie. Er kan bijvoorbeeld gevraagd worden om een groene of rode balpen in de lucht te steken, naargelang de situatie goed of fout is. Op die manier worden alle leerlingen actief betrokken in de discussie. Klasgesprek Onderstaande vragen kunnen aan bod komen tijdens de klasdiscussie over één foto: Wat kunnen jullie zien op de afbeelding? Is dit een veilige werksituatie? Ja of nee? Wat loopt er goed? Wat loopt er fout? Hoe kan men het veiliger aanpakken? Oplossing 1) GOED: Bij het schuren van ondergronden komt er allerlei stof vrij. Deze stoffen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Hij werkt veilig want hij gebruikt een stofmasker en een veiligheidsbril om in een stoffige werksituaties aan de slag te gaan. 2) FOUT: De ladder staat op een zachte, oneffen ondergrond. Zo kan de ladder verschuiven of wegzakken. Voorzie de ladder aan de onderzijde van een stabiliteitsbalk om wegzakken en wegglijden te vermijden. 3) FOUT: Deze persoon heeft maar 1 hand vrij om de ladder te beklimmen. Het is veiliger om 2 handen vrij te houden zodat je op een veilige manier de ladder kunt beklimmen. Het materiaal hang je dan best aan een riem of gordel om het naar boven te brengen.
4) FOUT: Deze persoon staat op de bovenste sport van de ladder. Het is veiliger om nooit op de voorlaatste of laatste sport van een ladder te gaan staan. 5) GOED: Deze persoon maakt gebruik van een stelling om op een veilige manier te kunnen werken met z’n 2 handen.
9. Uitleiding: samenvatting Organisatievorm Tijdsbesteding Materiaal Doelen
klasgesprek 5 minuten
De leerlingen kunnen aangeven wat ze geleerd hebben over het beroep van schilder-decorateur. De leerlingen kunnen verschillende taken van een schilderdecorateur benoemen. De leerlingen kunnen verschillende talenten die horen bij een schilder-decorateur opsommen.
Aan de hand van een samenvattend klasgesprek bespreken de leerlingen wat ze geleerd hebben over het beroep van schilder. De leerkracht stelt open vragen. De leerlingen krijgen de kans om te reflecteren over de verschillende activiteiten en inhouden. De leerkracht probeert met dit laatste gesprek het lessenpakket samenvattend af te ronden. Klasgesprek Onderstaande vragen kunnen gesteld worden tijdens het samenvattende en uitleidende deel: Wat wisten jullie op voorhand al over het schildersberoep? Wat hebben jullie ontdekt tijdens de opdrachten? Wat onthouden jullie zeker over het beroep ‘schilder-decorateur’? Wat vonden jullie leuk? Wat vonden jullie minder leuk? Welke taken heeft een schilder-decorateur? Welke talenten heeft een schilder-decorateur nodig om zijn/haar werk te doen?
10. Suggesties In dit onderdeel worden een aantal suggesties gedaan om in de klas de thema’s bouw, schilderdecorateurs, techniek, beroepen en talenten uitgebreider te behandelen. 1. Neem met de klas deel aan het project S.O.S. – SCHILDER OP SCHOOL
De organisaties Building Heroes, Bouwunie Schilders-decorateurs en IVP slaan de handen in elkaar om vorm te geven aan het project S.O.S.-Schilder Op School. In het kader van dit project wordt er 2-jaarlijks een actiedag rond het schilderonderwijs in Vlaanderen georganiseerd. Zo willen de organisatoren een positieve boost geven aan het imago van het schildersberoep. Met dit project willen ze in de verf zetten dat er een schrijnend tekort is aan geschoold personeel in hun sector, hoewel er nochtans heel wat werkgelegenheid is. Tijdens de actiedag werken leerlingen 3de graad uit een nijverheidsschool, afdeling schilderen-decoratie, samen met leerlingen uit het 6e leerjaar van een basisschool. Tijdens de voormiddag maken de leerlingen uit de basisschool kennis met verschillende facetten (ondergronden, afplakken, schuren, …) van het schildersberoep. Daarna mogen de leerlingen werken aan een ‘Colorwall’ die een permanente plaats zal krijgen in de basisschool. Meer uitleg over dit project kan gevonden worden op volgende website: http://www.schilderopschool.be/ 2. Plan een bezoek aan Het Beroepenhuis
Jongeren uit de 3e graad lager en de 1e graad secundair onderwijs maken in Het Beroepenhuis op een speelse manier kennis met een brede waaier aan technische en praktisch uitvoerende beroepen. Ook beroepen uit de bouwsector worden er voorgesteld. Tijdens een bezoek met de klas ontdekken jongeren zo'n 50 beroepen uit 11 beroepssectoren. Zij doen dit via een actieve zoektocht in de doe-tentoonstelling en via twee ervaringsgerichte beroepenateliers. Maak kennis met het beroep van schilder-decorateur in Het Beroepenhuis. Meer info via: www.beroepenhuis.be 3. Plan een bedrijfsbezoek aan een verffabriek Tijdens een bedrijfsbezoek kunnen leerlingen kennismaken met de realiteit van een verffabriek. Medewerkers van het bedrijf vertellen de leerlingen over hun beroep. Via doe-activiteiten kunnen de leerlingen ook zelf hun talenten ontdekken. Zo maken de leerlingen kennis met minder bekende, technische en praktisch uitvoerende beroepen.
4. Ontdek andere lesmaterialen over de wereld van de bouwberoepen Building Heroes Max en Sophie, de Building Heroes – mascottes, nemen jongeren mee tijdens een spannend online avontuur. De figuren willen namelijk graag een droomhuis bouwen. Tijdens het spel maken de leerlingen kennis met de wereld van de bouwberoepen. Meer uitleg over dit online avontuur kan gevonden worden op volgende website: http://www.buildingheroes.be/ Ik bouw… ik reken… Dit lespakket bevat 10 wiskundige uitdagingen om de bouwberoepen beter te begrijpen. Het is bedoeld om de interesse van jongeren voor de beroepen van de bouwsector te wekken. De leerlingen zullen telkens een vakman of vakvrouw uit de bouw moeten helpen bij het oplossen van één van de 10 uitdagingen. De uitdagingen staan geordend volgens stijgende moeilijkheidsgraad. De publicatie kan gevonden worden op de volgende website: http://fvb.constructiv.be/nl/Over%20het%20fvb/Publicaties/Zoeken/Detail.aspx?name=Ikbouw...ik-reken...&id=%7BB8922AA8-630F-488B-B394-91F07F7F48B0%7D
5. Neem deel aan Techclass van Unizo Tijdens de projectdag Techclass kunnen klassen uit het secundair onderwijs en klassen uit de laatste jaren van het basisonderwijs op bedrijfsbezoek gaan. Bedrijven over heel Vlaanderen, waar technische profielen tewerkgesteld worden, kunnen leerlingen ontvangen. Tijdens de rondleiding krijgen de leerlingen een toelichting over het bedrijf. De jongeren zien hoe alles in zijn werk gaat en ze luisteren naar school- en werkervaringen van de werknemers. Techclass heeft als doel om jongeren al vroeg in hun loopbaan te laten proeven van verschillende studietrajecten. Jongeren ervaren zo concreet hoe gevarieerd technische jobs zijn en welke toekomstmogelijkheden deze jobs bieden. Meer informatie kan teruggevonden worden via onderstaande website: http://www.ondernemendeschool.be/viewobj.jsp?id=4822408
Bijlage 1
Doelstellingen van schilder-decorateur: prenten
Bijlage 2
Creativiteit van het werken met kleuren: kleurencirkel
Bron: Kleurencirkel van Johannes Itten
Bijlage 3
Veiligheid tijdens het schilderen