Handleiding bij het regelen van een stage bij Science, Business and Policy versie: 27 april 2011
Stagecoördinator Albert-Jan Abma, MSc, MA
[email protected] 050 – 363 2263 Bezoekadres Nijenborgh 4 Kamer 15.307 (Gebouw 15, derde verdieping, kamer 7) 9747 AG Groningen Postadres A.J. Abma, MSc, MA M-variant Science, Business and Policy Postbus 221 9700 AE Groningen
Inhoud beknopt Het regelen van een SBP stage doe je voor het grootste gedeelte zelf. Deze handleiding is bedoeld om je daarbij op weg te helpen. Er is geen volledigheid nagestreefd. Bezoek daarom ook: - Acquisition Tools & Career Management - SBP Careerportal (voor stage-ervaringen en beschikbare stageplaatsen) - Nestor stagetraject (leeromgeving tijdens uitvoering stage) Neem ook regelmatig contact op met de stagecoördinator. Hij denkt graag met je mee en kan helpen bij het oplossen van problemen. De handleiding gaat uitsluitend over het regelen van een stage. Voor de uitvoering van de stage zelf krijg je tijdens de voorbereidingsweek (december) een syllabus uitgereikt.
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding: het regelen van een stage ........................................................... 3 Waarom zelf een stage regelen? Hoeveel tijd kost het regelen van een stage? Wat kan ik van de stagecoördinator verwachten? Wat vind je in deze handleiding? 2. Opzet van het stagetraject ....................................................................... 4 Hoe ziet de inhoud van een stage eruit? Hoe is de begeleiding van de stage geregeld? Het doel van de stagebegeleidingsweken? Wat gebeurt er in de stagebegeleidingsweken? 3. Stappen bij regelen van een stage .............................................................. 6 Oriënteren Solliciteren Omgaan met reacties Het sollicitatiegesprek Formuleren inhoudelijke opdracht Consulteren RUG docent Opstellen stagecontract Ondertekenen stagecontract (werkafspraken) 4. Formele aspecten ..................................................................................14 Formele ingangseisen Inschrijfprocedure Studiebelasting 5. Veelgestelde vragen ................................................................................15 6. Aanvullende informatie ...........................................................................17
2
1. Het regelen van een stage Het motto voor het stagetraject luidt: Jij bent de projectleider! Beschouw je stage als een project en zie jezelf als projectleider.
Waarom zelf een stage regelen? Het programma Science, Business and Policy leidt op voor functies als bèta wetenschapper in het bedrijfsleven en de beleidswereld. In dergelijke functies werk je veelal zelfstandig aan complexe projecten. Je moet deze projecten zelf kunnen opzetten, uitvoeren en ervoor zorgen dat opdrachtgevers en gebruikers tevreden zijn. Je hebt vaak te maken met diverse belangen en is het moeilijk om vooraf te overzien hoe het project gaat verlopen. Je stage is een voorproef op deze uitdagende beroepspraktijk. Ook het regelen van een stage hoort hierbij. Je kunt aan den lijve ervaren wat er allemaal komt kijken bij het opzetten van een nieuw project. Als ‘projectleider’ van je eigen stage heb je hierin veel keuzemogelijkheden. Het enige waar je rekening mee hoeft te houden, zijn de onderwijsdoelen van Science, Business and Policy en de cursusroosters. Hoeveel tijd kost het regelen van een stage? Reken erop dat het regelen van een stage gemiddeld 6 maanden duurt. De uiterlijke inschrijfdatum voor het stagetraject is mede daarom vastgelegd op 1 juni, ongeveer een half jaar voor de start van het stagetraject (voorbereidingsweek). Je kunt ook eerder beginnen met het regelen van een stage. Dit heeft als voordeel dat je meer mogelijkheden hebt om de door jou gewenste stage te realiseren. Een mogelijke planning Je ligt goed op schema als je vóór de zomervakantie al contact hebt gelegd met één of meerdere organisaties. Je hebt dan al een aantal belangrijke stappen gezet, zoals het bedenken wat je wil, het zoeken naar geschikte organisaties en het schrijven van een CV en sollicitatiebrieven (mail). Als je succesvol bent, krijg je in de loop van september al een (eerste) stagemogelijkheid aangeboden. Heb je minder succes, dan heb je vanaf dat moment nog enige tijd om opnieuw te solliciteren. In de herstmaanden werk je de inhoudelijke vraagstelling van je stage uit, je zoekt een RUG begeleider en stelt een stagecontract op. Het regelen van een stage kost op zichzelf niet veel tijd, en doe je tussen al je andere activiteiten door. Je bent de meeste tijd kwijt met oriënteren, een idee laten rijpen, knopen doorhakken en wachten op anderen. Houd er rekening mee dat het moeilijker is om een stage te regelen naar mate je meer specifieke wensen hebt. Het regelen van een buitenlandse stage kost minstens 8 tot 10 maanden voorbereiding. Een stage in de buurt van Groningen vraagt ook om een tijdig begin, want het aanbod is beperkt.
Wat kan ik van de stagecoördinator verwachten? Science, Business and Policy heeft een stagecoördinator, die verschillende rollen vervult. Hij bewaakt de inhoudelijke kwaliteit van de stages en kan je van dienst zijn bij het regelwerk. Voor het regelen van de stage ben jij verantwoordelijk, maar de stagecoördinator denkt met je mee. Hij heeft tips voor het benaderen van organisaties en beschikt ook over netwerk met waardevolle contactpersonen. Ook kan hij je begeleiden bij het formuleren en afbakenen van een inhoudelijke opdracht.
3
Tijdens het regelen van een stage voer je dus geregeld overleg met de stagecoördinator. Maak hiervoor zelf afspraken. Het is aan jou om de voortgang van het regelen van een stage te bewaken. Het kan helpen om geregeld af te spreken met de stagecoördinator. Wat vind je in deze handleiding? Deze handleiding is bedoeld om een overzicht te geven van wat er komt kijken bij het regelen van een stage. In hoofdstuk 2 kun je lezen over de inhoudelijke aspecten van de stage en de stagebegeleidingsweken. Hoofdstuk 3 gaat in detail in op de verschillende stappen bij het regelen van een stage. Dit hoofdstuk is vooral bedoeld om zelfstandig te kunnen beoordelen of je goed op weg bent en om je enige concrete tips te geven. Vervolgens gaat hoofdstuk 4 in op de formele aspecten van het regelen van een stage en komen in hoofdstuk 5 veelgestelde vragen aan bod. Het is niet de bedoeling geweest om deze handleiding volledigheid na te streven. In hoofdstuk 6 vind je daarom bronnen voor aanvullende informatie.
2. Stagetraject Bèta, Beleid en Bedrijf Het stagetraject is opgebouwd uit twee delen: de eigenlijke stage en de stagebegeleidingweken. In de onderstaande figuur is dit schematisch weergegeven.
Er zijn in totaal 4 stagebegeleidingweken, die worden gegeven aan het begin, halverwege en aan het einde van de stage. Het totale traject duurt 28 weken, zodat de feitelijke stage 24 weken duurt. Hoe ziet de inhoud van een stage uit? De feitelijke stage duurt 24 weken en vindt plaats bij een bedrijf of beleidsorganisatie (overheid of NGO). Het belangrijkste kenmerk van een SBP stage is dat je werkt aan een opdracht die in de uitwerking zowel een bèta inhoudelijke vraagstelling omvat, als een bedrijf- of bestuurskundige. De balans tussen beide delen kan per stage variëren: -
Bèta-inhoudelijk deel: 25-75% van de totale tijd Bedrijfskundige/ bestuurskundige deel: 25-75% van de totale tijd
Het eindproduct is een advies aan de opdrachtgever. Tijdens de stage draag je zorg voor implementatie van het advies binnen de instelling. Dit houdt in dat je ideeën bedenkt en activiteiten ontplooit die helpen voorkomen dat je adviesrapport na afloop van je stage ergens in een bureaulade verdwijnt, zonder dat het ooit weer wordt ingekeken. Hoe concreter het advies, hoe eerder een organisatie er wat mee kan. Je houdt bij de formulering van het advies zoveel mogelijk rekening met de bestaande kennis en verwachtingen binnen de organisatie. Bèta-inhoud De uitwerking bèta inhoudelijke vraagstelling heeft vaak de vorm van een uitgebreide literatuurscriptie. Je schrijft een overzicht van de wetenschappelijke kennis met betrekking tot het onderwerp van je stage. Soms kan hier ook experimenteel werk mee verbonden zijn. De bèta-inhoudelijke aspecten van een stage worden begeleid en beoordeeld door een docent van je eigen opleiding (RUG docent). Idealiter sluit het onderwerp van je stage aan op de richting van je eerste onderzoeksproject (onderzoeksstage).
4
Bedrijfskunde/ Bestuurskunde De bedrijfskundige of bestuurskundige aspecten van de stage worden begeleid door de SBP docent en de stagebegeleider bij de organisatie. Je maakt gebruik van theoretische concepten die in de cursus Introduction Science, Business and Policy zijn behandeld. De concrete invulling verschilt meestal sterk per stage. De bedrijfskundige of bestuurskundige aspecten staan nooit los van de bèta inhoudelijke vraag. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag of een innovatie ook in bedrijfskundig opzicht interessant is. Of dat een maatschappelijk wenselijk doel in beleidsmatig opzicht ook gerealiseerd kan worden. Waar vind ik voorbeelden van stages? Tijdens de workshopserie Acquisition Tools and Career Management wordt uitgebreid ingaan op de kern van een SBP stage. Hier worden ook voorbeeldstages besproken. De SBP Careerportal biedt een lijst van bedrijven en beleidsinstellingen die eerder hebben meegewerkt aan een SBP stage. Ook zijn verslagen opgenomen van eerdere stagiaires over hun ervaringen tijdens de stage. Ga naar www.sbp-program.nl voor meer informatie. Als je specifieke vragen hebt over voorbeelden van stages binnen een bepaalde discipline of type bedrijf of beleidsorganisatie, kun je altijd contact opnemen met de stagecoördinator. In sommige gevallen bestaat de mogelijkheid om een oud stageverslag in te zien. Hoe is de begeleiding van de stage geregeld? Een SBP stage wordt altijd door drie personen begeleid: 1. Begeleider bij de stageorganisatie (stagebegeleider) 2. Begeleider voor de bètawetenschappelijke aspecten van je stage (RUG docent) 3. SBP docent. Je krijgt het meeste te maken met de begeleider bij de stageorganisatie. Soms betrekt de organisatie een extra begeleider bij je project, omdat die bijvoorbeeld deskundig is in het bèta inhoudelijke of juist de bedrijfs- of bestuurskundige deel van je stage. De SBP docent coördineert het contact tussen alle betrokkenen. Tijdens de stage onderhoudt hij contact met de andere begeleiders en draagt hij zorg voor de balans in de stage. Tenslotte coördineert hij de eindbeoordeling. Het doel van de stagebegeleidingsweken: De begeleidingsweken hebben 2 doelen: 1. Overleg voeren met begeleiders over je stageproject 2. Werken aan ‘professionalisering’ Ad 1. Je spreekt twee van je drie begeleiders: de docent van je eigen opleiding (RUG docent) en de begeleider vanuit Science, Business and Policy. Ad 2. Je reflecteert op de beroepspraktijk van de bèta’s in bedrijf en beleid en jouw eigen functioneren in deze (nieuwe) omgeving. De volgende thema’s komen aan bod: beroepsverantwoordelijkheid, organisatiecultuur, projectmanagement, omgaan met tegenstrijdige belangen, integriteit als wetenschapper, etc. Onderwerpen worden besproken aan de hand van concrete voorbeelden uit stages. Wat gebeurt er in de begeleidingsweken? Voorbereidingsweken De voorbereidingsweken starten altijd begin december, direct na de cursus Introduction Science, Business and Policy. Je krijgt een introductie in verschillende facetten van het projectmanagement. Projectmanagement richt zich niet alleen op de inhoud van je
5
stageproject (‘het’-kant), maar ook op de sociale context (‘wij’-kant), en je eigen rol daarin (‘ik’-kant). Je maakt deze weken al een begin met de producten die je aan het einde van het stagetraject aflevert. Je werkt de inhoudelijke vraagstelling van je project verder uit in de vorm van een ‘projectdefinitie’ en ‘Work Breakdown Structure’. Je becommentarieert plannen van anderen en ontvangt zelf ook suggesties voor verbetering. Het resultaat is een concept Plan van Aanpak, dat je vervolgens verder uitwerkt tijdens de eerste weken op je stageadres. In de tweede week maak je een begin met het ‘reflectief verslag’. Het doel is verslag te doen van je eigen professionalisering tijdens het stagetraject. Onderwerpen die in dit verslag aan bod komen, zijn: persoonlijke ontwikkeling, organisatiecultuur, advieskunde, ethiek en de rol als expert. Tijdens de voorbereidingweek krijg je een aantal colleges waarin deze onderwerpen worden geïntroduceerd. Bijspijkerweek De bijspijkerweek vindt halverwege de stage plaats. Het programma staat vooral in het teken van uitwisseling van ervaringen. Het gaat er hier niet om ‘successtories’, maar om openhartige discussie over knelpunten en mogelijkheden voor oplossingen. Je hebt deze week ook individueel gesprek met je stagebegeleiders. De SBP docent geeft op basis van een tussenrapportage en gesprekken met de overige begeleiders een indicatie voor het eindcijfer. Je krijgt een aantal uitdagingen mee voor de tweede stageperiode. Verder werk je deze week aan het reflectief verslag. Reflectieweek De reflectieweek, tenslotte, vormt de afsluiting van het stagetraject. Op de eerste dag van de reflectieweek lever je in principe het eindverslag in. Je hebt de stage reeds afgesloten en blikt terug op jouw ervaring en die van anderen. De uitwisseling van ervaringen staat wederom centraal. Je krijgt veel tijd om het reflectief verslag af te ronden. Enkele weken na de reflectieweek ontvang je de eindbeoordeling van het stagetraject. Om een indruk te krijgen van het programma van de begeleidingsweken, kun je in de SBP Careerportal kijken naar voorbeeld roosters.
3. Stappen bij het regelen van een stage Het regelen van een stage verloopt via verschillende stappen. Over het algemeen kunnen de volgende 8 stappen worden onderscheiden: I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII.
Oriënteren Solliciteren Omgaan met reacties Gesprek Formuleren inhoudelijke opdracht Consulteren RUG begeleider Opstellen stagecontract Ondertekenen stagecontract/ werkafspraken
Werkplan Het is raadzaam om een beknopte werkplanning op te stellen voor het regelen van een stage. Het regelen van een stage kost niet veel tijd, maar je moet wel op de juiste momenten nieuwe stappen zetten. Een planning is dan handig. Het is nuttig om de planning te overleggen met de stagecoördinator. Hieronder worden de verschillende stappen van het regelen van een stage toegelicht.
6
Ad I. Oriënteren ‘Oriënteren’ klinkt heel vrijblijvend, alsof je deze fase kunt overslaan, zeker als je al denkt te weten wat je wil. Toch kan niemand deze fase missen. Het is verstandig om je te richten op meerdere organisaties. Als één van de organisaties uiteindelijk geen stageplek kan aanbieden, kun je misschien nog bij een andere organisatie terecht. Hoe kom ik aan contactpersonen? Kijk op internet, ga na welke contactpersonen je zelf (indirect) kent, bezoek de Bèta Bedrijvendagen, blader nu en dan door de SBP Careerportal, etc. Overleg ook met de stagecoördinator, hij beschikt over veel contacten in het bedrijfsleven en bij NGO’s en overheden. Bovendien weet hij van veel organisaties of ze al dan niet interesse hebben in een SBP stage. Informeer zeker ook binnen je eigen basiseenheid (vakgroep) naar externe contacten. Raadpleeg de begeleider van je onderzoeksstage. Of praat eens met je hoogleraar, want die onderhoudt vaak contacten buiten de universiteit. Mensen binnen je eigen basiseenheid is hebben vaak contacten binnen hetzelfde vakgebied, wat de kans vergroot op een stage die aansluit op je eigen achtergrond. Hoe weet ik of een organisatie geschikt is? Het verzamelen van informatie over de organisaties vergt misschien meer tijd dan je zou willen, maar deze tijd verdien je snel terug. Ten eerste stop je geen energie meer in organisaties die niet geschikt zijn. Ten tweede kun je de verzamelde informatie gebruiken in je sollicitatiebrief/mail of ter voorbereiding op een eventueel sollicitatiegesprek. Mogelijke vragen: -
Zijn er medewerkers met een academisch werk- en denkniveau die je kunnen begeleiden? Wat doet het bedrijf aan Research & Development? Zouden ze interesse kunnen hebben in een academisch geschoolde bèta? Doet de beleidsorganisatie aan beleidsontwikkeling? Welke specifieke afdeling zou voor jou geschikt kunnen zijn? Wat zijn actuele, belangrijke thema’s voor de organisatie, die geschikt kunnen zijn als stageonderwerp? Bedenk zelf hoe koppeling met je bèta inhoudelijke achtergrond er eventueel uit zou kunnen zien. Is er een contactpersoon (met e-mail adres of telefoonnummer)? Hoe kan de organisatie het beste benaderd worden als er geen contactpersoon is? (stagebureau, afdeling Personeel en Organisatie) …
Je kunt altijd vrijblijvend met een medewerker van de organisatie (receptioniste, secretaresse, of inhoudelijk medewerker) bellen/mailen voor nadere informatie. Als je duidelijk aangeeft dat je je oriënteert, wordt dit nog niet opgevat als een sollicitatie. Tip: als je weet welke thema’s actueel zijn bij een organisatie, kun je deze in een brief of sollicitatiegesprek aanhalen als mogelijk stageonderwerp. Dit heeft twee voordelen: (1) je maakt concreet wat je voor de organisatie kunt betekenen en (2) geeft blijk van een proactieve houding (die vaak gewaardeerd wordt).
7
Ad II. Solliciteren Nadat je een aantal geschikte organisaties hebt gevonden, overleg je met de stagecoördinator hoe je deze organisaties het beste kunt benaderen. De stagecoördinator kan je belangrijke aanvullende informatie geven, zoals: (1) welke (goede) contacten reeds met de organisatie bestaan (2) welke ervaring Science, Business and Policy in het verleden heeft gehad (ook contacten die toen niet tot een project hebben geleid) (3) of onlangs een andere student al bij de organisatie heeft gesolliciteerd. Het kan een slordige indruk maken als je niet weet dat iemand twee jaar ervoor ook een SBP stagiaire heeft begeleid, of dat vorige week ook al een SBP student heeft gesolliciteerd... Of omgekeerd: om duidelijk te maken wat je kunt doen voor de organisatie, kun je eventueel verwijzen naar eerdere stages. Het solliciteren kun je meer of minder formeel aanpakken. Kies de vorm die bij je past. De meeste studenten hebben een voorkeur voor het versturen van een sollicitatiebrief, maar in sommige gevallen kan het beter werken om een e-mail te versturen. Brief of e-mail? Het versturen van een brief is vooral geschikt als je niet over een contactpersoon beschikt. Richt de brief dan aan een afdeling (meestal Personeel en Organisatie). De afdeling neemt de brief dan officieel in behandeling. Om de kans te vergroten dat je brief door de juiste personen gelezen wordt, maak je de brief niet te lang (max. 1 A4) en moet je goed duidelijk maken wat je wilt en kunt. Ook als je reeds over een contactpersoon beschikt, kan de brief een geschikt middel zijn. Een verzorgde brief maakt altijd een goede indruk. Je laat zien dat je serieus solliciteert en gemotiveerd bent om er mooie stage van te maken. Dit kan het vertrouwen geven dat de stage met succes uitgevoerd gaat worden en kan ertoe bijdragen dat je wordt uitgenodigd voor een gesprek. E-mailen is een laagdrempelige manier van communiceren. De inhoud van een mail kan veel informeler zijn dan van een brief. Je hoeft niet te schrijven waarom je zo graag bij de organisatie stage zou willen lopen (zoals meestal in een brief), maar komt snel to the point: “hebben jullie misschien een leuke stageopdracht voor mij?” Met e-mail geef je de ander de ruimte om informeel te antwoorden “op dit moment niet, maar ik zal voor je kijken”. Zo’n antwoord krijg je meestal niet op een officiële brief. Het schept de mogelijkheid om enkele weken later weer te informeren. Je kunt zo in gesprek raken en verhoogt de kans dat de ander met je meedenkt! Daarnaast kan een e-mail gemakkelijk worden doorgestuurd, wat de kans vergroot dat meer mensen je verzoek lezen. Voeg aan de brief of e-mail altijd de volgende bijlagen toe: (1) je CV (2) een beschrijving van de opzet van een SBP stage Ad 1. Het Curriculum Vitae (CV) In de SBP Careerportal vind je een voorbeeld CV (Nederlands/Engels). De opzet is speciaal geschikt voor het solliciteren naar een stageplaats. Er staat relatief veel informatie in over onderzoeksprojecten en vakken uit de opleiding, zodat de lezer goed kan beoordelen of je geschikt bent voor het uitvoeren van een bepaalde opdracht. Zet activiteiten en functies zo sterk mogelijk neer, zonder te overdrijven. Vraag commentaar van vrienden of familie. Je kunt je CV ook een keer laten becommentariëren door de stagecoördinator.
8
Ad 2. Omschrijving van opzet SBP stage In de SBP Careerportal vind je een algemene omschrijving van een SBP stage (Nederlands/Engels). Deze kun je meesturen als appendix bij je sollicitatiebrief (mail). De tekst schetst een beeld van wat een stageverlener moet verwachten van een SBP stage. Het is aan te raden om de algemene opzet (gericht op de ‘bèta student’) aan te passen aan je eigen achtergrond (gericht op bijvoorbeeld de ‘ecoloog’), dat oogt een stuk persoonlijker. Anticipeer op misverstanden over bèta stage! Veel mensen bij bedrijven en beleidsorganisaties kennen Science, Business and Policy (nog) niet. Zij verwachten meestal dat een bèta een onderzoeksstage ambieert. Maak daarom op tijd duidelijk dat het om een ander type stage gaat.
Stagebureau’s en recruiters Grote bedrijven hanteren meestal een eigen stagebeleid. Dat houdt in dat één persoon (een stagecoördinator) verantwoordelijk is voor de behandeling van alle stageaanvragen. Aan deze persoon stuur je je sollicitatiebrief. Hij/zij zoekt vervolgens binnen de organisatie of iemand een geschikte opdracht heeft en of die persoon je wil begeleiden. Deze stagecoördinator helpt vaak ook met het invullen van het stagecontract en andere praktische zaken. Het is meestal niet mogelijk om buiten deze persoon om een stageplaats te regelen. Bedenk dat een stagecoördinator vaak niet inhoudelijk deskundig is. Zorg er daarom voor dat je de stagecoördinator goed instrueert. Een heldere brief met CV (digitaal) kan behulpzaam zijn, omdat de stagecoördinator deze kan doorsturen binnen de organisatie. Vraag ook expliciet om de brief rond te sturen, zodat je zeker weet dat je boodschap goed overkomt bij de mensen die je eventueel een project kunnen aanbieden. Sommige multinationals hanteren een uitgebreide sollicitatieprocedure voor stagiaires. Deze bedrijven zien stages als een belangrijk instrument voor het werven van personeel (recruitment) en willen de stage benutten als uitgebreide kennismaking met potentiële medewerkers. Deze bedrijven hebben meestal recruiters in dienst, die ook de universiteiten bezoeken om studenten te werven. Recruiters en stagebureaus bij multinationals selecteren in eerste instantie niet op basis van geschiktheid om een bepaalde stageopdracht uit te voeren, maar letten er vooral op dat je als persoon past bij de organisatie. Aangezien het om multinationals gaat, kan talenkennis, ervaring in het buitenland en bereidheid om in het buitenland te werken belangrijk zijn. De uitgebreide sollicitatieprocedure heeft als nadeel dat die tijdrovend is en dat de kans vrij klein is dat je geselecteerd wordt. Er zijn vaak tientallen studenten die bij dezelfde organisatie willen stagelopen. Voordeel is dat als je eenmaal bent aangenomen, er relatief veel moeite voor je wordt gedaan om een stageplek te zoeken die bij je past. Daarnaast heb je na afloop van de stage mogelijk meer kans dat de stageorganisatie je een baan aanbiedt. Overheden en NGO’s hebben meestal geen eigen stagebeleid en ook geen stagecoördinator. Om bij deze organisaties te solliciteren, doe je er goed aan om rechtstreeks contact te zoeken met mensen die zich bezig houden met potentiële thema’s voor je stage. Bij deze organisaties is het dus extra belangrijk om contactpersonen te kennen. Ook kun je een sollicitatiebrief adresseren aan het hoofd van de afdeling waar je stage zou willen lopen; deze kan vaak goed beoordelen of er binnen afzienbare tijd onderwerpen beschikbaar komen voor een eventuele stage.
9
Ad III. Omgaan met reacties Na het solliciteren kan het volgende gebeuren: 1. 2. 3. 4. 5.
De stageverlener geeft aan dat er geschikte onderwerpen zijn. Je krijgt een uitnodiging voor een gesprek. Men zegt dat het te vroeg is voor onderwerpen. Er gebeurt niets. Je krijgt een afwijzing.
Ad 1. Aanbod van onderwerpen Wanneer je één of meerdere onderwerpen krijgt aangeboden, is dat een goed signaal. Je bent nog niet aangenomen, maar het is duidelijk dat er bij de organisatie belangstelling bestaat voor een eventuele stage. Maak in dat geval een afspraak om de stagemogelijkheden te concretiseren. Hoe gaat een kennismakingsgesprek of sollicitatiegesprek? Een sollicitatiegesprek verloopt meestal informeel. Het woord ‘sollicitatie’ valt in veel gevallen ook niet. Je gaat bijvoorbeeld ‘kennismaken’ of ‘over de aangeboden onderwerpen praten’. Meestal is het voor alle partijen onduidelijk wat de status van zo’n eerste gesprek is. Op het moment dat je bijvoorbeeld enkele onderwerpen aangeboden hebt gekregen, heeft het er immers alle schijn van dat de organisatie voornemens is een stageplaats aan te bieden. Het komt over dat je al half bent aangenomen en je verwacht dan dat het gesprek in het teken staat van kennismaking. Aan de andere kant is het echter logisch dat de stageverlener nog wil beoordelen of je geschikt bent voor de opdracht. Vanuit dat oogpunt zou de afspraak het karakter van een sollicitatiegesprek kunnen hebben. In de praktijk blijkt het eerste gesprek meestal een kennismakingsgesprek te zijn, maar het is verstandig om er rekening mee te houden dat de stageverlener het ook kan opvatten als een sollicitatiegesprek. Soms zijn de aangeboden onderwerpen nog niet aantrekkelijk, maar vermoed je dat een aanvullend gesprek nieuwe mogelijkheden kan opleveren. Stuur dan een reactie waarin je aangeeft dat de aangeleverde onderwerpen nog niet helemaal voldoen, maar dat je graag meedenkt over alternatieven. Als je weet welke onderwerpen binnen de organisatie actueel zijn, kun je deze ook opperen. Ad 2. Uitnodiging voor gesprek Als je wordt uitgenodigd voor een gesprek, mag je ervan uitgaan dat de stageverlener verwacht dat hij/zij een geschikte opdracht gaat vinden, al is het misschien op het moment van de uitnodiging nog niet bekend. Deze werkwijze komt wel eens voor bij organisaties die ervaring hebben met Science, Business and Policy. In dat geval wil de contactpersoon wel weer een student begeleiden, maar weet hij/zij nog niet welk onderwerp actueel zal zijn op het moment dat de stage begint. Hij/zij kan het onderwerp ook laten afhangen van jouw profiel. Als je voorafgaande aan het sollicitatiegesprek graag meer wilt weten over eventuele onderwerpen, dan kun je hier naar informeren. Ad 3. Te vroeg. Als men zegt dat je te vroeg bent voor een stageonderwerp, dan kun je dat interpreteren als een goed signaal. Het betekent dat men in principe positief tegenover een eventuele stage staat, maar dat afgewacht moet worden of zich in de loop van de tijd een geschikt onderwerp aandient. Deze situatie doet zich wel eens voor als je op tijd begint met het regelen van je stage. Vanaf nu maak je bij deze organisatie grote kans op een stage. Je
10
kunt een afspraak maken om over het onderwerp te praten; vanaf september moet de organisatie hier in principe duidelijkheid over kunnen geven. Mocht jou dit te lang duren, dan kun je alternatieve organisaties benaderen en tussentijds verder solliciteren. Ad 4. Geen reactie. Helaas komt het ook voor dat je geen reactie krijgt. Dit is meestal het geval als de brief niet gericht is geweest aan een (bekende) contactpersoon. Het is aan te raden om niet lang te wachten en na ongeveer 10-14 dagen te bellen met de organisatie om te controleren of je brief is ontvangen. Het kan voorkomen dat men heeft gewacht met het versturen van een reactie, bijvoorbeeld omdat nog onduidelijk is of er een geschikt onderwerp is/komt. Betracht dan geduld. Als je de indruk krijgt dat de organisatie niets met je brief heeft gedaan, kun je vragen wanneer je een reactie kunt verwachten. Het kan helpen om erachter te komen (via receptie of secretariaat) wie binnen de organisatie kan bepalen of er een geschikt onderwerp is. Vraag of men ervoor wil zorgen dat jouw brief bij die persoon terecht komt en of je hem/haar in een later stadium kunt bellen of mailen. Dit wordt je meestal niet geweigerd. Het succes van het regelen van een stage hangt af van doorzettingsvermogen. De aanhouder wint! Ad 5. Afwijzing. Een afwijzing is nooit leuk, maar geeft wel duidelijkheid. Een stage kan om meerdere redenen niet doorgaan. Meestal heeft dat niet met jou als persoon te maken. Een organisatie kan bijvoorbeeld geen geschikt onderwerp hebben voor een stage. Ook kan het ontbreken aan voldoende tijd voor begeleiding, of is er net een reorganisatie geweest en wordt het ongepast gevonden om bepaalde werkzaamheden door studenten te laten verrichten. Het is verstandig om een afwijzing te melden bij de stagecoördinator van Science, Business and Policy. Hij probeert dan samen met jou te doorgronden of er mogelijk sprake is van een miscommunicatie. In voorkomende gevallen is hij bereid om de contactpersoon bij de stageverlener op te bellen om mogelijke misverstanden op te helderen. In sommige gevallen is een stage daardoor alsnog tot stand gekomen. Zeker in situaties waarbij de contactpersoon beweert dat er geen geschikte onderwerpen zijn, kan het zijn dat die persoon onvoldoende duidelijkheid heeft over wat een SBP stage precies inhoudt. Als echter is aangegeven dat er te weinig tijd voor begeleiding is, heeft aandringen meestal geen zin. Ad IV. Het sollicitatiegesprek Meestal heeft het sollicitatiegesprek het karakter van een informele kennismaking. Zorg er desalniettemin voor dat je een goede indruk achterlaat. Men zegt dat de uitkomst van een sollicitatiegesprek eigenlijk al na 10 seconden vaststaat. Zorg voor passende kleding (informeer eventueel vooraf bij het secretariaat van de organisatie naar de zogenaamde dress code) en bereid je goed voor op mogelijke vragen. Een aantal tips: Tips voor goede voorbereiding * Neem informatie mee over het programma Science, Business and Policy. Je laat zien dat de SBP opleiding professioneel in elkaar steekt (dat wekt vertrouwen). Daarnaast is het een mooie aanleiding om wat te vertellen over de opleiding. Je kunt bij de stagecoördinator een brochure of nieuwsbrief afhalen. * Neem de tijd om uit te leggen hoe een SBP stage er precies uitziet. Zorg ervoor dat je er zeker van bent dat er geen misverstanden over de opzet van de stage kunnen ontstaan. Voor vragen kan de potentiële stageverlener altijd de stagecoördinator bellen/mailen.
11
* Zorg ervoor dat je goed bent ingelezen in de organisatie. In veel gevallen polst men wat je weet over de organisatie. Je laat een gedegen indruk achter als je laat blijken dat je reeds enige kennis hebt genomen van de organisatie. Enkele vragen die je kunt verwachten: - Waarom zou je bij onze organisatie stage willen lopen? - Zou je hier later ook willen werken? - Vertel eens wat over je het onderwerp van je eerste onderzoek. Wil je in deze richting verder gaan of sta je open voor andere onderwerpen? - Waarom heb je voor de M-variant gekozen? - … * Het is wel zo correct om in het gesprek aan te geven dat je je nog oriënteert op meerdere organisaties. Wees hier gewoon open over. De meeste organisaties vinden het positief dat je je breed oriënteert. * Houd er wel rekening mee dat het onderwerp altijd moeten worden goedgekeurd door de stagecoördinator en de RUG docent. Breng dit ook in het gesprek aan de orde. Hiermee voorkom je latere teleurstelling als mocht blijken dat het onderwerp aangepast moet worden. Ad V. Formuleren inhoudelijke opdracht Zodra je een mogelijkheid hebt om ergens stage te lopen, plan je een overleg in met de stagecoördinator. Stuur hem vooraf informatie over de beoogde opdracht. Het is de bedoeling dat de opdracht wordt beschreven m.b.v. het onderstaande formaat (zie stagecontract/ werkafspraken, te downloaden via de SBP Careerportal): Opdrachtomschijving: 1. Vraagstelling opdrachtgever 2. Eindproduct 3. Natuurwetenschappelijke vraagstelling (25-75% van de totale tijd) 4. Bedrijf- of beleidskundige vraagstelling (25-75% van de totale tijd) 5. Aard van de werkzaamheden. De stagecoördinator zal in het gesprek met jou verkennen of de opdracht past binnen de kaders van Science, Business and Policy. Als de opdracht niet meteen voldoet, denkt hij met je mee hoe de opdracht kan worden aangepast. Daarnaast komt de vraag aan de orde wie een geschikte begeleider kan zijn voor de bèta inhoudelijke aspecten (RUG docent). Geschiktheid van stageopdracht Niet elk stageaanbod voldoet aan de inhoudelijke eisen. Hoe interessant de stageorganisatie ook is, een opdracht moet altijd voldoen aan de vereisten van Science, Business and Policy. In de volgende voorbeelden is een opdracht minder geschikt: 1) De opdracht heeft het karakter van een ‘meeloopstage’. Er ontbreekt een duidelijke probleemstelling. 2) Er is geen zicht op integratie tussen de bèta inhoudelijke vraagstelling en de bedrijfskundige of bestuurskundige vraagstelling. 3) De opdracht is te beperkt of te breed. Het is niet erg als de opdracht niet in één keer voldoet. Het betekent alleen dat er ‘onderhandeld’ moet worden over de inhoud van de stage.
12
‘Onderhandelen’ over de opdracht Het ‘onderhandelen’ houdt vaak in dat je bepaalde aspecten van de opdracht nog beter uit de verf moeten komen. De bèta inhoudelijke vraagstelling moet bijvoorbeeld scherper geformuleerd worden, of het is onduidelijk wat de samenhang is tussen de bedrijfskundige en bèta inhoudelijke aspecten. Vrijwel alle opdrachtomschrijvingen komen in meerdere stappen tot stand. Stageverleners vinden het belangrijk dat je als student kunt afstuderen op de opdracht en zijn bijna altijd bereid medewerking verlenen aan aanpassing van de opdracht. In sommige gevallen kunnen de aanpassingen te groot zijn om nog voor de stageverlener interessant te zijn. In dat geval kan een stage niet doorgaan. Om die reden is het belangrijk om bij meerdere organisaties te solliciteren. Ad VI. Consulteren RUG docent Tijdens de stage wordt je mede begeleid door een docent van je eigen opleiding, de RUG docent. Dat kan de begeleider zijn van je vorige onderwerp, maar dat hoeft niet. Vaak weet je zelf het beste wie hiervoor geschikt is, maar het is verstandig hierover te overleggen met de stagecoördinator. De RUG docent beoordeelt of je stage een duidelijke bèta inhoudelijke vraagstelling heeft en of hij in staat is om die te begeleiden. Als de RUG docent de bèta inhoudelijke aspecten van de vraagstelling goedkeurt, kan er bijna niets meer fout gaan bij het regelen van je stage. Het komt niet vaak voor, maar soms is de bèta inhoudelijke vraagstelling te groot om binnen de gestelde tijd af te ronden, terwijl afbakening niet mogelijk is. In deze gevallen kan een stage toch niet doorgaan. Ook kan het gebeuren dat de bèta inhoudelijke vraag niet uitvoerbaar is, omdat er onvoldoende literatuur beschikbaar is om de vraag te beantwoorden. Het komt weinig voor, maar het is verstandig met deze mogelijkheid rekening te houden. Als de RUG docent niet bekend is met het begeleiden van SBP stages, zal hij je misschien vragen wat van hem wordt verwacht. Je kunt dan zeggen dat hij/zij alleen de natuurwetenschappelijke aspecten van de stage hoeft te begeleiden en dat de overige aspecten door een SBP docent worden begeleid. Je zult tijdens de stage tenminste 3 keer met hem/haar overleg hebben (tijdens de voorbereidingsweek, bijspijkerweek en reflectieweek). In de praktijk wordt tijdens de periode op het stageadres veelal via e-mail gecorrespondeerd. De begeleiding van een SBP stage kost een RUG docent relatief weinig tijd. Ad VII. Opstellen stagecontract Iedere stage kan pas beginnen nadat een stagecontract is opgemaakt. Het stagecontract regelt zaken als vaststellen van de periode waarin de stage plaatsvindt, het stageonderwerp, de stagevergoeding, verzekering, etc. In principe gebruikt iedereen het stagecontract van Science, Business and Policy. Het is te downloaden vanuit de SBP Careerportal en is voorzien van een toelichting voor het invullen. Sommige organisaties hebben een eigen stagecontract en zijn niet bereid om daarnaast ook het stagecontract van Science, Business and Policy te ondertekenen. Dat betekent dat sommige zaken (zoals de inhoudelijke opdracht, afspraken over begeleiding, het bezoeken van de begeleidingsweken, etc.) meestal niet geregeld zijn. In dat geval kun je aanvullende werkafspraken maken met de begeleiders. Hiervoor is ook een formulier te downloaden vanuit Nestor. Werkafspraken zijn onderlinge afspraken tussen begeleiders (i.t.t. een contract tussen organisaties). De werkafspraken kunnen naast het stagecontract van de stageverlener worden gehanteerd.
13
Vertrouwelijkheid Bij veel bedrijven kun je alleen stage lopen als je bereid bent een geheimhoudingsclausule te ondertekenen. Het eindrapport krijgt dan de status ‘vertrouwelijk’. Dit is geen probleem, zolang begeleiders en collega stagiaires inzage kunnen hebben in tussenrapportages en het eindrapport (zij nemen ook de vertrouwelijkheid in acht). Sommige bedrijven vragen alle exemplaren van het rapport terug na afloop van de stage. Hier kan de staf van Science, Business and Policy niet mee akkoord gaan, omdat de stagerapporten altijd moeten kunnen worden ingezien door visitatiecommissie. Eén exemplaar wordt daarom altijd bewaard in het archief van Science, Business and Policy. Rapporten van stages bij overheden zijn altijd openbaar toegankelijk. Ad. VIII. Ondertekenen stagecontract (werkafspraken) Als de stagecoördinator akkoord is met de opdrachtomschrijving, kun je het stagecontract of de werkafspraken laten ondertekenen door alle begeleiders. Dit is om praktische redenen soms wat lastig, omdat de begeleider bij de stageorganisatie vaak ver weg zit. De stagecoördinator beschikt over een faxapparaat waar je gebruik van kunt maken. Namens Science, Business and Policy wordt het contract ondertekend door de begeleidende docent (niet altijd de stagecoördinator). Houd er rekening mee dat deze docent altijd de inhoudelijke opdracht met je willen bespreken, voordat hij/zij zijn/haar handtekening zet. Nadat de handtekeningen binnen zijn, kopieer je het ondertekende contract in 3-voud en stuur je elke begeleider een exemplaar. Nu het stagecontract rond is, kun je beginnen aan het stagetraject.
4. Formele aspecten Formele ingangseisen
Het stagetraject kan in principe door iedereen worden gevolgd die een algemene master volgt bij de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen. Deelname aan het stagetraject is alleen mogelijk na (succesvolle) afronding van de cursus Introduction Science, Business and Policy en het eerste onderzoeksproject (onderzoeksstage). Je kunt slechts aan de feitelijke stage beginnen indien je beschikt over stagecontract dat door alle betrokken begeleiders is ondertekend. Lees hierover meer in hoofdstuk 3 (stappen VII en VIII).
Inschrijfprocedure
Inschrijving voor het stagetraject vindt plaats via Progress.www. De inschrijvingsprocedure staat vermeld op www.rug.nl/RUG/mvariant. Na 1 juni is het niet meer mogelijk om je via Progress.www in te schrijven voor het eerstkomende stagetraject. De inschrijvingsprocedure voor de voorbereidende cursus Introduction Science, Business and Policy staat eveneens vermeld op www.rug.nl/RUG/mvariant.
Studiebelasting
De studiebelasting voor het stagetraject bedraagt 28 studiepunten, oftewel 40 ECTS. De feitelijke stage duurt 24 weken; de stagebegeleidingsweken duren 4 weken. Het stagetraject start altijd omstreeks de tweede week van december (direct na de cursus Introduction Science, Business and Policy) en duurt meestal tot en met de eerste week van juli. Eind december/ begin januari is meestal een kerstvakantie van 2 weken ingeroosterd.
14
5. Veelgestelde vragen Algemeen Kan ik in plaats van één zesmaandse ook twee driemaandse stages doen? Ja, dat kan. Bedenk alleen wel dat het regelen van twee stageplekken meer voorbereidingstijd kost. Houd er ook rekening mee dat de beginfase van de stage vaak enige tijd kost (kennismaken met de organisatie, inwerken in het onderwerp) en dat je daarna alweer vrij snel de stage moet afronden. Je houdt relatief weinig tijd over om diepgang te geven aan je stage. Aan de andere kant is het natuurlijk om een mooie kans om twee verschillende organisaties van dichtbij mee te maken. Kan ik ook een duostage doen? Ja, het is mogelijk dat je samen met een andere student stage loopt bij dezelfde organisatie. Dit kan aantrekkelijk zijn als de opdracht groot en complex is. In de praktijk is dit ook al meerdere keren voorgekomen. Het is wel de bedoeling dat iedere stagiaire zelf een stagerapport schrijft. Meestal schrijf je daarnaast ook een gezamenlijk rapport dat wordt aangeboden aan de stageverlener. Mag ik ook een docent van een andere opleiding vragen om mij te begeleiden bij de natuurwetenschappelijke aspecten? Ja, dat kan. Het gaat erom dat de docent bekend is met het stageonderwerp. Een docent bij farmacie bijvoorbeeld kan in sommige gevallen heel goed een stage van een medisch bioloog begeleiden. Formeel dient de examencommissie van de opleiding hier haar goedkeuring aan te verlenen. Kan een expert van buiten de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen de natuurwetenschappelijke aspecten van de stage begeleiden? Ja, dat kan in sommige gevallen. In eerste instantie wordt altijd gezocht naar een deskundige binnen de faculteit. Mocht deze niet gevonden worden, dan kan een externe begeleider gevraagd worden. Formeel dient de examencommissie van de opleiding hier haar goedkeuring aan te verlenen. Hoe weet ik wie mijn SBP begeleider wordt? Ongeveer een maand voor aanvang van het stagetraject bekijken de SBP docenten wie welke stage begeleidt. De verdeling is in principe willekeurig, al wordt wel rekening gehouden met de expertise van de docenten. De verdeling wordt mettertijd op Nestor bekend gemaakt. Inhoudelijk Kan ik aan m’n stage beginnen als ik mijn onderzoek nog niet heb afgerond? Nee, dat kan in geen geval. Als je vermoedt dat je niet op tijd klaar zult zijn met je onderzoek, bespreek dit dan in een vroegtijdig stadium met de stagecoördinator. Als vlak voor de aanvang pas blijkt dat je onderzoek niet af is, kan er weinig geregeld worden. Kan ik aan de stage beginnen als de opdrachtomschrijving nog niet is goedgekeurd? Nee, de opdrachtomschrijving dient als een garantie om te kunnen beoordelen of de stage voldoet aan de vereisten van Science, Business and Policy. Zolang de staf geen zicht heeft op een goede stageopdracht, kun je niet aan de stage beginnen. Roostering Kan ik ook later dan 1 januari beginnen met mijn stage? Nee, dat kan in principe niet. Het is de bedoeling om stage te lopen in dezelfde periode dat de begeleidingsweken georganiseerd worden, opdat iedereen tijdens de bijspijkerweek halverwege de stage is en dat iedereen ten tijde van de reflectieweek de stage afrondt. In
15
sommige gevallen kan om praktische redenen één of twee weken later aan de stage worden begonnen, maar dat heeft als nadeel dat je na afloop de reflectieweek voor één of twee weken terug moet naar het stageadres. Alleen om inhoudelijke redenen kan bij wijze van uitzondering op een later tijdstip aan de stage worden begonnen. Kan ik tijdens het stagetraject een extra vak volgen? Ja, dat is in sommige gevallen mogelijk. Als een verplicht vak tijdens het stagetraject is ingeroosterd en je flinke studievertraging oploopt als je dit vak volgend jaar doet, kan er met de stagecoördinator (en je stageverlener) een afspraak worden gemaakt om het vak toch te volgen. De einddatum van je stage schuift in dat geval op met het aantal weken dat staat gereserveerd voor het vak. Moet ik 5 dagen per week aanwezig zijn op het stageadres? Ja, in principe wel. In sommige gevallen komt het voor dat de stageverlener te weinig werkplekken beschikbaar heeft. Dit komt met name voor bij kleinere organisaties, zoals NGO’s. In dat geval zal in goed overleg een oplossing moeten worden gevonden (bijvoorbeeld enkele dagen thuiswerken). Kan een stage ook uitlopen? Nee, tenzij er sprake is van overmacht. Eén van de doelen van Science, Business and Policy is om te leren omgaan met deadlines. Daarom wordt van je verwacht de stage af te ronden binnen de gestelde tijd. Het is dus niet mogelijk om vanwege inhoudelijke redenen de stageduur te verlengen. Alleen in het geval van langdurige ziekte of andere vormen van overmacht is het in overleg met de SBP docent mogelijk om afspraken over uitloop te maken. Stagecontract Kan ik een geheimhoudingsverklaring ondertekenen? Ja, dat kan. Bij veel bedrijven kun je alleen stage lopen als je bereid bent een geheimhoudingsclausule te ondertekenen. In die gevallen dat geheimhouding verlangd wordt, krijgt het eindrapport vaak de status ‘vertrouwelijk’. Begeleiders moeten altijd inzage hebben in tussenrapportages en het eindrapport, maar is vrijwel nooit een probleem. Wat doe ik met het stagecontract van Science, Business and Policy als de stageverlener zelf een contract heeft? Sommige (grote) stageorganisaties hanteren een eigen stagecontract en willen (daarnaast) geen ander contract ondertekenen. Het stagecontract van deze organisaties betreft vaak alleen afspraken tussen jou als student en de organisatie als stageverlener. Een aantal zaken die voor de universiteit belangrijk zijn, komt meestal niet aan bod, zoals afspraken over begeleiding, de inhoud van de stage en het volgen van de begeleidingsweken. Als aanvulling op het contract kun je met je begeleiders onderlinge werkafspraken maken over deze zaken. Werkafspraken zijn op persoonlijke titel en hoeven dus niet namens een organisatie te worden ondertekend. Een formaat voor deze werkafspraken kun je downloaden vanuit Nestor. Stages in het buitenland Kan ik stage lopen in het buitenland? Ja, er zijn ook al meerdere voorbeelden van bekend (Bijvoorbeeld Duitsland, Zwitserland, Italië, etc.). Het regelen van een buitenlandse stage is lastig. Begin daarom ruim op tijd, minimaal 9 maanden van tevoren. Bedenk ook dat een buitenlandse stage vaak extra kosten met zich meebrengt. Niet elke organisatie in het buitenland geeft een stagevergoeding, terwijl je wel extra kosten maakt, zoals: de reis, de huur van een kamer (vaak hoger dan in Groningen), extra hoge kosten van levensonderhoud, het visum, de extra verzekeringen, etc. Kijk hieronder voor informatie over het aanvragen van beurzen.
16
Is de bijspijkerweek ook verplicht voor buitenlandse stagiaires? Ja, ook voor stagiaires in het buitenland geldt dat de bijspijkerweek halverwege de stage verplicht is. Tip: bij multinationals zijn er soms mogelijkheden om 3 maanden bij een buitenlandse vestiging te verblijven en 3 maanden in Nederland. Waar kan ik beurzen aanvragen voor een tegemoetkoming in de kosten? Als je stage gaat lopen bij een buitenlandse organisatie (bedrijf, NGO of overheid) kom je mogelijk in aanmerking voor een beurs van het Marco Polofonds. In dat geval moet de stage aan een aantal voorwaarden voldoen. Zie http://www.rug.nl/studenten/studiebegeleiding/internationalisering/hoe/marcopolo. Hier vind je ook informatie over de maximale hoogte van de beurs, die afhangt van het land waar je stage loopt. SBP studenten kunnen de aanvraag alleen indienen als het stagecontract (bijna) rond is. De stagecoördinator weet je te vertellen bij wie je binnen de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen moet zijn. De aanvraag moet minimaal één maand voor aanvang van de stage ingediend worden, maar liefst eerder. In sommige gevallen geeft het Groninger Universiteits Fonds (GUF) een aanvulling op het Marco Polofonds. Waar kan ik mijn IBG formulier laten ondertekenen om een vergoeding te krijgen voor OVjaarkaart? Als je in het buitenland zit, maak je geen gebruik van je OV-jaarkaart. Het is dan mogelijk om de kaart tijdelijk in te leveren in ruil voor een financiële tegemoetkoming. Het IBGformulier dat je hiervoor moet invullen, kan iedere student van de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen laten ondertekenen door de onderwijscoördinator van je opleiding. Moet ik me aanvullend verzekeren bij een buitenlandse stage? Dat hangt er vanaf. Doe navraag of je W.A. verzekering en ziektekostenverzekering ook in het buitenland geldig is en of de hoogte van de dekking voldoende is. Ga daarbij na of een stage onder de bepalingen van je verzekering valt.
6. Aanvullende informatie Contact met stagecoördinator. Tijdens het regelen van de stage onderhoud je regelmatig contact met de stagecoördinator.
Aanvullende informatie vind je verder bij de volgende gelegenheden: Acquistion Tools and Career Management (ATCM) Tijdens de workshopserie Acquisition Tools and Career Management krijg je een uitvoerig beeld van wat een SBP stage inhoudt en wat er komt kijken bij het regelen van een stage. Je hebt volop gelegenheid om vragen te stellen aan de stagecoördinator. Het programma wordt ieder voorjaar één keer georganiseerd. Het is de bedoeling dat je één van deze bijeenkosten bezoekt. Mocht je dit programma hebben gemist, dan is het de bedoeling dat je de onderdelen op een alternatieve manier invult. Nestor stagetraject Nestor speelt een centrale rol in de uitwisseling van informatie tussen de SBP docenten (stagecoördinator) en de stagiaires. Je hebt toegang tot Nestor Stagetraject zodra je je hebt ingeschreven via Progress.www.
17
SBP Careerportal Hier vind je: - Aangeboden stageplaatsen - Voorbeeldroosters voor de cursus SBP en het stagetraject. - Overzicht van stageplaatsen uit het verleden - Ervaringsverhalen van stagiaires Iedereen kan lid worden van de SBP Careerportal (kennismakende studenten, deelnemers, alumni). Ga naar www.sbp-program.nl. RUG website Science, Business and Policy Informatie over Science, Business and Policy als geheel is te vinden op www.rug.nl/RUG/mvariant.
18