De Dunamare Opleidingsschool
Handboek werkplekleren Afspraken VT en DT studenten en docenten in opleiding (dio)
2015-2016
Inhoudsopgave Inleiding 1. Over Dunamare en de school 1.1 Algemene informatie 1.2 Missie en visie 2. Competentiegericht werken 3. Rollen 3.1 Overleggen 4. Evaluatie 4.1 Portfolio 4.2 Beoordeling 5 Afspraken studenten studievoortgang 5.1 Ziekmelden 5.2 Documenten opleiding 5.3 Verslaglegging 5.4 Werktijden 5.5 Evaluatie 5.6 Werkzaamheden 5.7 Lesvoorbereiding 5.8 Schoolgroep 5.9 Klachtenprocedure 6 Belangrijke sites 7 Traject Voltijd studenten 8 Afspraken over begeleiding Formulier beginsituatie Formulier Persoonlijk Activiteitenplan Leerwerktaak: Webquests Leerwerktaak: Stipuren Leerwerktaak: Taalkr8dag Lesplan formulier
pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina
5 6 6 7 9 10 11 13 13 14 16 17 17 17 17 18 19 19 20 20 21 22 23 25 26 27 29 31 31 2
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
Inleiding Welkom op het Haarlem College. Het Haarlem College is één van de vijf opleidingsscholen binnen de Dunamare Onderwijsgroep; dit betekent dat de school studenten van de lerarenopleiding begeleidt en opleidt. Doel handboek In dit boekje wordt uiteengezet hoe de opleidingsstructuur vorm gegeven wordt. Op deze wijze worden studenten en hun werplekbegeleiders geïnformeerd over de principes waarmee er op het Haarlem College stagiaires worden opgeleid. Studenten worden in een betekenisvolle leeromgeving geplaatst waarin de praktijk van het werken op een school uitgangspunt is voor het leerproces. Het leerproces is deels opgebouwd uit componenten die de basis vormen voor het natuurlijk leren en deels in de praktijk opgedane ervaringen. Als zodanig sluit het opleidingsconcept goed aan bij het competentiegericht opleiden zoals dat door de diverse opleidingsinstituten (hogescholen) wordt voorgestaan.
3
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
1. Over Dunamare en de school: het Haarlem College Het Haarlem College maakt deel uit van Dunamare Onderwijsgroep. Deze bestaat uit 24 scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Haarlem, Haarlemmermeer en Velsen (met een uitstapje naar Harlingen). Het betreft alle schoolsoorten, van gymnasium tot praktijkonderwijs. Scholen die in de regio bijzondere zorg bieden aan leerlingen, zijn vrijwel allemaal aangesloten bij Dunamare Onderwijsgroep. Een kleine, maar hoogwaardige faciliterende backoffice ondersteunt de scholen. Door de wijze waarop de onderwijsgroep is ingericht, is het mogelijk financieel voordeel te verkrijgen, te investeren én medewerkers op de scholen te ondersteunen. Medewerkers kunnen bovendien profiteren van elkaars kennis en ervaring, kansen worden gezamenlijk opgepakt en problemen gemeenschappelijk opgelost. Door het bundelen van de krachten is Dunamare Onderwijsgroep in staat om toegevoegde waarde te bieden aan de scholen, waardoor de leerprestaties en vorming van de leerlingen worden verbeterd. Dit alles in het kader van de kern van de visie en missie van Dunamare: het op een professionele, uitdagende, inlevende en ambitieuze wijze laten ontwikkelen van het talent van elke leerling èn medewerker van Dunamare. Zo krijgen alle (OOP en OP) medewerkers en studenten (dio’s) van Dunamare de mogelijkheid zich bij te scholen via de zogenoemde Dunamare Expertacademie; een interne academie voor nascholing, intervisie en coaching op verschillende vlakken onder supervisie van verschillende interne en externe trainers, (vak)experts, begeleiders en coaches.
1.1 Algemene informatie Het Haarlem College telt ruim 900 leerlingen en 120 personeelsleden De school biedt onderwijs aan op basis-en kaderberoepsniveau en de theoretische leerweg (Mavo). Pas na het tweede leerjaar kiezen de leerlingen definitief voor een sector en niveau: beroepsgericht voor Economie, Techniek, Zorg en Welzijn, SDV of Intersectoraal (Media en Theater), dan wel de Mavo. Ook kunnen leerlingen kiezen voor het leer-werktraject, waarbij men meerdere dagen per week stage loopt. Meer informatie is te vinden in de schoolgids op de website (www.haarlemcollege.nl). De schoolleiding bestaat uit een algemeen directeur en vier teamleiders. Zij geven leiding aan docenten, leerlingbegeleiders, conciërges, administratieve medewerkers, twee zorgcoördinatoren, decanen, remedial teachers en de examensecretaris. Algemeen directeur is Marc Teulings Teamleiders zijn Edith Hogenes, Brigitte Bakels, Frans van Dusschoten, Viola Scheerder. Schoolopleider is Ingrid Overbeek. De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
4
1.2 Missie en visie van de school: het Haarlem College Het Haarlem College is een school met perspectief! Onze school is een lerende organisatie: • Wij dagen de leerlingen uit om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen, op een zo hoog mogelijk niveau te presteren en het diploma te halen dat daarbij past. • Onze school biedt leerlingen en medewerkers kansen zich te ontwikkelen en verwacht de maximale inzet om die te benutten. • Wij bieden leerlingen zodanige keuzes, dat door- en opstroom mogelijkheden zo veel mogelijk gewaarborgd zijn. • De leerlingen worden aangesproken op hun groeiende eigen verantwoordelijkheid. • In onze gevarieerde leeromgeving krijgen de leerlingen de mogelijkheid om hun eigen leerstijl te ontdekken en te ontwikkelen. • Door samenwerking/integratie van de verschillende vakken ontstaat er samenhang in de leerstof en een doorlopende leerlijn binnen de school en van basisschool naar MBO. • Het onderwijs is gericht op kennis en vaardigheden die de leerlingen nodig hebben voor nu en later. Zowel binnen als buiten de school. • Als medewerkers en leerlingen leren we van onze fouten en stellen ons telkens de vraag: hoe kunnen we ons verbeteren? Relatie – competentie - autonomie Onderwijs op het Haarlem College betekent: • Kennis vergaren • Kennis toepassen • Leervaardigheden aanleren • Sociale vaardigheden aanleren Om dit te kunnen doen willen we voldoen aan de volgende voorwaarden: • Relatie Leerlingen presteren beter in een groep waarin de sfeer en verstandhouding met medeleerlingen en docenten goed is. • Competentie Leren wordt betekenisvoller voor leerlingen als zij gewaardeerd worden en gestimuleerd worden in de dingen die zij al kunnen.
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
5
• Autonomie Net als volwassenen vinden leerlingen het prettig als zij zelf ook keuzes maken bij het leren en daardoor mede verantwoordelijk worden voor hun leerprestaties. Vanuit deze kijk op onderwijs voert het Haarlem College integraal personeelsbeleid. Geen lerende leerling zonder lerende medewerker.
6
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
2. Competentiegericht werken Het werkplekleren op het Haarlem College richt zich op de ontwikkeling van competenties voor het beroep van leraar. Een competentie is de bekwaamheid voor het beroep, verworven door oefening en aanleg. Een aankomend leraar is competent als hij/zij in staat is om op basis van kennis, vaardigheden en houdingen in de beroepscontext te functioneren, en vragen en problemen die zich daarin voor doen kan oplossen. Dat vermogen wordt zichtbaar door te kijken naar de gemaakte keuzes, de verantwoording daarvan en de reflectie daarop. Met andere woorden: ik weet wat ik moet doen, ik weet waarom ik dat moet doen en ik denk na over de resultaten van mijn handelen. Competentiegericht leren heeft als belangrijk kenmerk dat de student zelf verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van die competenties. Dat betekent dat docentgestuurd onderwijs vervangen wordt door studentgestuurd onderwijs, waarbij de student verantwoordelijkheid neemt, niet alleen voor de manier waarop hij de competenties verwerft, maar ook voor de manier waarop hij aantoont die competenties te beheersen. Een tweede kenmerk van competentiegericht opleiden is de sterke oriëntatie op de praktijk; het functioneren in de praktijk is de manier bij uitstek om werkelijk competent te worden. De competenties waarmee binnen De Dunamare Opleidingsschool gewerkt wordt, zijn ontwikkeld door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) 2 in samenwerking met scholen. Ze zijn opgenomen in de wet BIO (wet Beroepen In het Onderwijs).
7
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
3. Rollen Binnen De Dunamare Opleidingsschool wordt gestreefd naar een heldere opleidingsstructuur. Deze is opgebouwd uit: de instituutsopleider, de schoolopleider en de werkbegeleiders. Rol van de instituutsopleider • De instituutsopleider is een docent van de hogeschool (HvA/UvA, Inholland, Windesheim, etc.). Hij is een lerarenopleider die met het ene been in de hogeschool/ Universiteit en met het andere been in onze school staat. Hij heeft regelmatig contact met de schoolopleider. Hij overlegt met, ondersteunt en schoolt de werkbegeleiders van de Dunamare Opleidingsschool, het Haarlem College, hij assisteert bij scholing van de studenten en de werkbegeleiders, hij is bij plenaire bijeenkomsten van alle studenten (schoolgroepen) en heeft veel contact met alle studenten op de school. Hij bezoekt lessen, overlegt met werkbegeleiders en schoolopleider en is nauw betrokken bij de eindbeoordeling van de stage. Rol van de schoolopleider • De schoolopleider coördineert alle stages, ontwikkelt samen met anderen beleid, is de schakel tussen het opleiden en de schoolleiding en tussen de hogeschool/universiteit en De Dunamare opleidingsscholen, het Haarlem College, bewaakt de kwaliteit van de begeleiding, is actief m.b.t. scholing en coaching van werkbegeleiders. De schoolopleider bezoekt lessen voor tussen- en eindevaluaties, leest pap- (persoonlijk ontwikkelingsplan)verslagen van studenten en geeft regelmatig schriftelijk feedback hierop. De schoolopleider is verantwoordelijk voor de eindbeoordeling van de studenten. De schoolopleider heeft een cursus “Schoolopleider” gevolgd, is bij voorkeur geregistreerd als lerarenopleider bij de VELON en schoolt zich regelmatig bij op haar/zijn vakgebied. Rol van de werkbegeleider • De werkbegeleider is een vakdocent die klassen ter beschikking stelt en waarvan de student de ambachtelijke vaardigheden leert. De werkbegeleider observeert, bespreekt lessen na en geeft mondeling feedback op de papverslagen van de student. Hij/zij begeleidt een student specifiek gericht op het lesgeven in zijn vak of leergebied. Het accent ligt op het verwerven van ambachtelijke vaardigheden. De werkbegeleider observeert en evalueert lessen. De werkbegeleider heeft minimaal een starterscursus “Werkbegeleider” via de Expert Academie van Dunamare, gegeven door trainers van de HvA/UvA gevolgd. De student kan, indien dat rooster technisch mogelijk is, van werkbegeleider veranderen als het leerproces daartoe aanleiding geeft. Het expertisegebied van de werkbegeleider is vooral het vak, de vakdidactiek en klassenmanagement. De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
8
Competenties schoolopleider (bron: Beroepsstandaard Schoolopleiders VELON/SRL) Grondhouding schoolopleider Een competente schoolopleider is een kwalitatief goede leraar. Een competente schoolopleider heeft zicht op de ontwikkeling van leerlingen, van (aanstaande) leraren en van zichzelf. Deze schoolopleider staat open voor anderen, neemt initiatieven en is zowel kritisch als tactvol. Hierdoor fungeert de schoolopleider als voorbeeld voor anderen. Interpersoonlijk en (ped)agogisch Een competente schoolopleider kan goed met mensen omgaan en kan relaties tussen zichzelf en anderen en tussen anderen onderling adequaat hanteren. De schoolopleider kan (aanstaande) leraren in een veilige werkomgeving structuur en uitdaging bieden en schept de voorwaarden voor hun groei. Opleidingsdidactisch Een competente schoolopleider heeft zicht op leerprocessen van leerlingen en (aanstaande) leraren, kan deze (ook theoretisch) duiden en is in staat leerprocessen te ondersteunen. Deze schoolopleider kan (aanstaande) leraren helpen zich een lerende houding eigen te maken. Een competente schoolopleider kan opleidingsdidactische keuzes beschrijven, onderbouwen en verantwoorden. Organisatorisch Een competente schoolopleider is in staat het opleiden in de school organisatorisch goed te laten verlopen. Daarbij heeft de opleider oog voor wat nodig is voor de school en voor zichzelf. Werken aan beleid en schoolontwikkeling Een competente schoolopleider is in staat mee vorm te geven aan de ontwikkeling van de school tot een krachtige en inspirerende werk/leeromgeving. Deze opleider is in staat het beleid op het gebied van het opleiden in de school (mee) vorm te geven. Werken in een brede context Een competente schoolopleider werkt goed samen met lerarenopleiding(en) en maakt effectief gebruik van netwerken rond het opleiden in de school. Werken aan de eigen professionele ontwikkeling Een competente schoolopleider heeft een onderzoekende houding.
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
9
Deze schoolopleider kan op een professionele manier de eigen bekwaamheid en beroepsopvattingen beschrijven en is in staat de eigen professionaliteit gericht verder te ontwikkelen. Competenties werkbegeleider: Grondhouding werkbegeleider De werkbeleider is motiverend en enthousiasmerend voor de student . Hij is betrokken bij het leerproces van de student en creëert een veilig leerproces. Een competente werkbegeleider is open en tactvol en vervult een voorbeeldrol naar de student. Interpersoonlijk en (ped)agogisch Een competente werkbegeleider kan goed met mensen omgaan en kan relaties tussen zichzelf en anderen en tussen anderen onderling adequaat hanteren. De werkbegeleider kan studenten in een veilige leeromgeving structuur en uitdaging bieden en schept de voorwaarden voor hun groei. Competente wijze van feedback geven is hier zeker onderdeel van. Vakdidactisch/ vakinhoudelijk Een competente werkbegeleider kent de didactisch en inhoudelijke ontwikkelingen op het gebied van zijn vak en weet deze ook zichtbaar vorm te geven in zijn eigen lessen. Hierin vervult hij een voorbeeldrol naar de student. Organisatorisch Een competente werkbegeleider is in staat studenten dusdanig te begeleiden dat de lessen die door de student gegeven worden voldoende leeropbrengst hebben. Denk hierbij aan orde houden, gebruik digitaalbord, etc. Daarnaast is een competente werkbegeleider instaat de student te leren hoe een complete les uitgevoerd moet worden(lesfasen Ebbens), maar ook hoe er gestructureerd gewerkt wordt aan voor- en ‘na’bereidingen van lessen en aan efficiënt en georganiseerd portfoliobeheer voor tijdens het werkplekleren. Samenwerken met collega’s en omgeving Een competente werkbegeleider zorgt ervoor dat de student voldoende mogelijkheden krijgt om samen te werken met collega’s en omgeving. Hij doet dit ook door stimulering van eigen initiatief van de student. Een competente werkbegeleider onderhoudt ook regelmatig contact met de instituutsbegeleider en de schoolopleider over de vorderingen van de student. Reflectie Een competente werkbegeleider heeft een onderzoekende en reflectieve houding t.a.v. zijn eigen functioneren als werkbegeleider en docent. De werkbegeleider is in staat om dusdanige vragen te stellen en feedback te geven aan de student dat de student systematisch leert reflecteren op zijn handelen. De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
10
3.1 Overleggen Om de kwaliteit van de opleiding te waarborgen en het denken volgens de bovengenoemde principes te versterken, vindt er regelmatig gedurende het jaar overleg plaats tijdens zogenoemde opleidingsteambijeenkomsten. Het gaat hierbij om bijeenkomsten van de werkbegeleiders met de schoolopleider en instituutsopleider. Dunamarebreed zijn er bijeenkomsten van de schoolopleiders en instituutsopleiders. Daarnaast worden scholingen en intervisie met werkbegeleiders georganiseerd binnen de Expert Academie van Dunamare.
11
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
4. Evaluatie Aan het begin van de schoolstage (ook wel werkplekleren of WPL genoemd) wordt de student bekend gemaakt met de principes waarmee de Dunamare Opleidingsschool, het Haarlem College, werkt. Het jaar is verdeeld in vier periodes van (ongeveer) acht weken. Gedurende zo’n periode zijn de studenten bezig met allerlei activiteiten die bijdragen tot het verwerven van de competenties. In de laatste weken van de tweede en vierde periode zit een evaluatieweek. Hierin blikt de student door het bijwerken van zijn portfolio terug op zijn leerproces. De student: • reflecteert in zijn wekelijks pap-verslagen nadrukkelijk op drie niveaus: cognitie, gevoel en ervaring; • verzamelt (2x per jaar) 360 graden feedback; • werkt zijn portfolio bij en zorgt ervoor dat de instituutsbegeleider, de schoolopleider en werkbegeleider inzage hebben in dit portfolio; • bereidt de tussentijdse- en eindevaluatie voor. In de week daarna vindt er een lesbezoek en aansluitend (tussen)evaluatiegesprek met de schoolopleider en werkbegeleider plaats. Op basis van het bijgewerkte portfolio, het lesbezoek en de pap-verslagen voeren werkbegeleider en schoolopleider (en indien wenselijk de instituutsopleider) een begeleidingsgesprek met de student om vast te stellen: • of de hulpmiddelen als pap-verslagen, portfolio, prestaties op een goede manier een bijdrage leveren aan het leerproces; • op welke competenties vorderingen zijn gemaakt; • aan welke competenties de komende periode aandacht besteed wordt; • welk bijzonder leerthema het beste past bij die leerdoelen.
4.1 Portfolio Het portfolio is de monitor van de ontwikkeling van de student. Tussentijds, maar in elk geval aan het eind van elke periode werkt de student zijn portfolio bij. Dat is een kwestie van telkens opnieuw keuzes maken, selecteren, bewerken en toevoegen. Bij de HvA/UvA maar ook de meeste andere hogescholen gaat het hier om een digitaal portfolio. Vaste elementen in het portfolio kunnen zijn: de pap-verslagen met de reflecties op het leerproces, het ontwikkelingsprofiel bijgewerkt op basis van de competenties, producten van prestaties of anderszins ontwikkelde materialen, reflecties op bijzondere leermomenten of kritische situaties, allerlei zaken waar de student trots op is of die hem een goed gevoel hebben gegeven. De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
12
De student geeft zelf met behulp van het portfolio zijn leervorderingen aan. Dat is echter niet genoeg. Er moeten bewijzen geleverd worden om die vorderingen mee te onderbouwen. Om dat goed te kunnen doen gebruiken ze twee keer per jaar o.a. het instrument van 360 graden feedback. Diverse respondenten in de directe werkomgeving van de student geven hun mening over het functioneren en het leerproces van de student. Daarbij wordt in eerste instantie gedacht aan de werkbegeleider, de leerlingen, medestudenten, collega’s op de werkvloer.
4.2 Beoordeling Binnen de Dunamare Opleidingsschool en dus ook op het Haarlem College maken we onderscheid tussen: • beoordelen om te begeleiden (formatief) • beoordelen om te beslissen (summatief) Beoordelen om te begeleiden richt zich op vorderingen in het leerproces door middel van feedback en reflectie. Beoordelen om te beslissen richt zich op het resultaat: beschikt de student over de vereiste competenties zodat het leerproces (of een deel ervan) als afgerond beschouwd kan worden? Beoordelen om te begeleiden en beoordelen om te beslissen zijn duidelijk te onderscheiden activiteiten. Beoordelen om te begeleiden vindt plaats door middel van begeleiding en concentreert zich rondom het nabespreken van door de student gegeven lessen en de pap-verslagen (en dan met name het reflectieve deel hiervan). Door de opzet van de begeleiding van de studenten ontstaat er een steeds duidelijker beeld, voor zowel de student als de begeleiders, hoe het er met de professionele en persoonlijke ontwikkeling van de student voorstaat en wat hij of zij ‘in huis heeft’. In de opleiding van de student zijn er drie momenten waarin er beoordeeld wordt om te beslissen: aan het einde van het eerste, het derde, en het vierde studiejaar. Dat gebeurt door de bekwaamheids-proeven die worden afgenomen op de hogeschool. In die bekwaamheidsproeven telt niet alleen het stageresultaat, maar ook de kennis over het vak en het beroep die op de hogeschool zijn verworven. Binnen stagetrajecten binnen de Dunamare Opleidingsschool vindt aan het eind van elk leerjaar een beoordeling om te beslissen plaats. Daarin toont: 1. de eerstejaars student zijn bekwaamheid door in een afsluitend beoordelingsgesprek te tonen dat hij bewust voor het beroep gekozen heeft en over voldoende aanleg beschikt; 2. de tweedejaars zijn bekwaamheid door een lesbezoek en aansluitend beoordelingsgesprek waarin de vraag centraal staat: beschik ik over de De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
13
basisvaardigheden m.b.t. didactiek en klassenmanagement en heb ik de rolwisseling van student naar docent doorgemaakt? 3. de derdejaars zijn bekwaamheid door een lesbezoek en aansluitend beoordelingsgesprek waarin de vraag centraal staat: kan deze student de LIOfase in?; 4. de vierdejaars zijn instapbekwaamheid door het uitvoeren van een meesterproef. Ook deze beoordeling vindt plaats na een lesbezoek en aansluitend beoordelingsgesprek. Bij alle eindbeoordelingsmomenten is behalve werkbegeleider ook de schoolopleider en/of de instituutsopleider aanwezig. De meeste schoolopleiders van de Dunamare Opleidingsschool zijn mede geschoold als Assessor. Een van de schoolopleiders, Ingrid Overbeek, is gecertificeerd Assessor en kan altijd benaderd worden voor extra expertise en advies op dit gebied.
14
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
5 Afspraken studenten Daar waar een staat, gelden soms andere afspraken voor docenten in opleiding (degenen die als docent betaalde lesuren hebben). De docent in kwestie regelt aan het begin van de “stageperiode” met de schoolopleider een studievoortgangsgesprek. WB= werkbegeleider SO= schoolopleider IO = instituutsopleider
Voor start van de stage:
De student mailt een ingevuld formulier beginsituatie, bij eerstejaars (pagina 24) of POP bij volgende jaars naar WB en SO (en IO). Student laat indien nodig (bij niet een HvA opleiding) een stageovereenkomst ondertekenen door SO en opleidingsinstituut en levert deze in bij het stagebureau van het opleidingsinstituut. Of de student zorgt voor een inschrijving in Centuri (HvA). Pas als dit in orde is, telt de stage mee en zal de school de student een eindbeoordeling kunnen geven. Student mailt kennismakingsverhaaltje (bij wie, welke opleiding, jaar, welk opleidingsinstituut, welke dagen, vanaf wanneer, waarom, verwachtingen, enzovoorts) voor collega’s met duidelijke foto naar je schoolopleider, in jouw geval op het Haarlem College:
[email protected]
Om in te kunnen loggen op de pc’s op het Haarlem College moet de student via onderstaande link, uiterlijk twee weken voor aanvang van de stage zijn/haar gegevens plaatsen en versturen: https://docs.google.com/forms/d/1ec2GDIsQLKYntSYtJmMA3tH7IrJEGl944FkXxrb AKqw/viewform Op de eerste stagedag maakt de student een persoonlijke afspraak met D. Scholtens (administratie) om inloggegevens en dergelijke door te nemen.
15
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
5.1 Ziekmelden Mocht de student onverhoopt ziek zijn dan meldt de student dit vóór 08:00 uur telefonisch (geen sms) aan de WB én stuurt een e-mail naar de SO. De dag dat de student weer beter is, bekijkt de student samen met de WB of en wanneer de stagedag ingehaald wordt.
5.2 Documenten opleiding De student geeft een kopie van het handboek werkplekleren of stageboek van de opleiding aan WB en SO.
5.3 Verslaglegging
De student communiceert via de schoolmail en Magister. De student (VT en DT) mailt elke week (uiterlijk zondagavond 20:00 uur) zijn/haar papverslag naar WB en SO (en IO in het geval van de HvA). De HvA heeft hiervoor een format dat gebruikt moet worden. Studenten van andere opleidingen gebruiken de vragen op pagina 14 van dit document. De docent in opleiding die op een van de scholen van Dunamare betaalde uren draait, mailt één keer per maand zijn/haar PAP verslag. WB reageert mondeling op dit verslag tijdens de volgende stagedag. De student brengt WB en SO op de hoogte van portfolio documenten die van belang zijn voor zijn/haar stage.
5.4 Werktijden
Een stagedag begint om 8:15 en duurt in principe tot 16:00 uur. Student is in principe aanwezig op schoolfeesten en andere buitenschoolse activiteiten. Neemt hierin ook zelf initiatieven. Waar mogelijk is de student aanwezig bij oudergesprekken. Tijdens de uren dat de student niet in de lessen aanwezig is, voert hij/zij taken op school uit, in opdracht van de opleiding, de stageschool of WB.
16
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
5.5 Evaluatie Student plant tijdig met SO en WB tussenevaluatie en eindevaluatie. Student neemt hierin zelf het initiatief. Een stage (VT en DT) wordt alleen afgetekend door de SO wanneer de volgende afspraken zijn nagekomen: Tussenevaluatie In WPL-2, 3 en 4 voltijd vinden een tussenevaluatie (geen cijferbeoordeling) en een eindbeoordeling (wel cijferbeoordeling) plaats. Halverwege de leerwerktrajecten WPL-2, 3 en 4 (vt en dt) vindt een tussenevaluatie plaats. Dat gebeurt aan de hand van de leerdoelen zoals in het betreffende beoordelingsformulier zijn beschreven, maar er hoeft geen cijfer gegeven te worden. De student zal misschien nog niet op alle competenties al voldoende vordering kunnen aangeven of naar portfolioproducten kunnen verwijzen. Daarom schrijft de student naar aanleiding van de tussenevaluatie per competentie persoonlijke leervragen voor het tweede deel van het leerwerktraject. Deze leervragen worden met de student besproken. Bovengenoemd stuk wordt gemaild naar WB, SO en IO een week voor de evaluatie. Lesbezoek en tussentijdsevaluatiegesprek door SO of IO (in overleg met SO). Gemaild naar WB, SO en IO: reflectieverslag n.a.v. van bovenstaand lesbezoek en het gesprek hierover. Het verslag van de student met daarop de leerpunten als ook het reflectieverslag worden voorzien van een handtekening van WB en SO gescand en gemaild naar SO en IO.
Eindevaluatie Student mailt het beoordelingsformulier naar de WB. De WB vult beoordelingsformulier per competentie in. En geeft per competentie beargumenteerde feedback (met voorbeelden uit de praktijk). Student zorgt voor een compleet portfolio en een link hiernaar voor IO en SO. Lesbezoek en eindevaluatiegesprek door SO en/of IO (in overleg met SO) Gemaild naar WB, SO en IO: reflectieverslag n.a.v. van bovenstaand lesbezoek en het gesprek hierover. Beoordelingsformulier met handtekening van WB, SO én IO gescand en gemaild naar SO en IO. Stage versnellen: De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
17
Let op: wanneer de student twee stagejaren in één schooljaar wil doen (in overleg met SO), moet de student het jaar goed verdelen (ongeveer per stagejaar 16 weken). Na elke 8 weken een evaluatiemoment, met bijbehorende stukken en afspraken. Het initiatief voor de evaluatiemomenten ligt bij de student. Kwaliteitzorg & -bewaking van de Dunamare Opleidingsschool: Om de ervaren kwaliteit van het werkplekleren te evaluaren en daarna op uitkomsten te kunnen anticiperen hebben we binnen de Dunamare Opleidingsschool gekozen voor een digitale en schriftelijke evaluatiemethode. Natuurlijk is er ook tussentijds middels mondeling overleg aandacht zijn voor kwaliteitsbewaking. De schoolopleiders van Dunamare bespreken onderling op meerdere momenten van het jaar de uitkomsten en komen zonodig tot aanpassingen in het programma of de werkwijze; kwaliteitsbewaking volgens een PCDA-cyclus. Tussen het moment van tussen- en eindevaluatie en aan het eind van de stage vult de student hiertoe het enquêteformulier in op onderstaande link: https://docs.google.com/forms/d/18dRqj3FdHrWs_y0w5VBlw9suU8Chuj0Mfld_b55PLoY/viewform? usp=send_form
5.6 Werkzaamheden
Student observeert lessen van de WB. Student observeert lessen van andere collega’s (legt hiervoor zelf de contacten, met hulp van WB). Student surveilleert elke pauze, helpt mee bij verkoop van broodjes en muntjes (neemt zelf hierin initiatief naar Bertha Schreuders, medewerker kantine). Geeft bijlessen aan leerlingen(vraagt actief aan collega’s, maar spreekt ook leerlingen hier zelf over aan). Student neemt zelf initiatieven om leertaken uit te voeren. Student assisteert bij praktijkexamens/wordt h. Student (tweede- , derde- en vierdejaars) maakt lesplannen voor stipuren(opvanguren) en na bespreking hiervan met SO, wordt student ook ingezet tijdens stipuren. Student verzorgt delen van lessen in Smartboard (of PowerPoint) Student assisteert conciërge/administratie bij werkzaamheden, toont hierin zelf initiatief. Student digitaliseert toetsmateriaal en helpt met nakijken toetsen. Student helpt mee bij organiseren van schoolfeesten, diploma-uitreiking en dergelijke. Student (docent in opleiding met betaalde uren niet!) voert de volgende verplichte leerwerktaken uit: eerstejaars: organiseren Taalkr8dag (of De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
18
Webquests niet HvA studenten). Tweede-, derde- en vierdejaars: stipuren en webquests. Zie bijlagen.
5.7 Lesvoorbereiding
Student maakt afspraken voor het geven van (delen van) lessen met de WB. Student mailt minimaal 2 dagen van de voren het lesplan hiervoor (gebruikt hiervoor het format van de opleiding). Student meldt vooraf naar welke competentie (Inholland studenten: kijkwijzer samenstellen op www.leernetwerkeducatie.nl ) de WB tijdens de les vooral moet kijken en van feedback voorzien.
5.8 Schoolgroep Een aantal keren per jaar is er op woensdagmiddag van 15:30 tot 17:00 uur een schoolgroep bijeenkomst voor tweede-, derde- en vierdejaars studenten. De eerstejaars studenten hebben wekelijks een schoolgroepbijeenkomst op donderdag. Onderstaande schema verschilt per school van De Dunamare Opleidingsschool! 15:30-17:00 uur Lokaal 1.02/Schoter 1ste : 30/09/2015 (Haarlem College) 2de : 18/11/2015 (locatie: Schoter Scholengemeenschap Sportweg 1 Haarlem) 3de : 02/12/2015 (locatie: Haarlem College) 4de: 20/01/2016 (locatie: Schoter Scholengemeenschap Sportweg 1 Haarlem) 5de: 16/03/2016 (locatie: Haarlem College) 6de: 11/05/2016 (locatie: Schoter Scholengemeenschap Sportweg 1 Haarlem)
Deelname aan de schoolgroep op deze woensdagen is verplicht voor alle VT/DT studenten (zonder reguliere uren).
Onderwerpen (o.a.):7 Rollen leraar, lesgeven aan VMBO-leerlingen, video interactie, beoordelingsformulieren invullen en presentaties. Wanneer een 3de of 4de jaars student al een jaar stage heeft gelopen op het Haarlem College en alle schoolgroepen heeft bijgewoond, vervalt de aanwezigheidsverplichting.
5.9 Klachtenprocedure
19
De klachtenregeling ongewenste omgangsvormen van Dunamare Onderwijsgroep geldt ook voor alle studenten van opleidingsinstituten. Zie hiervoor deze link: De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
https://dunamareog.sharepoint.com/cb/Documenten/Klachtenregeling%20onge wenste%20omgangsvormen.pdf Zijn er andere klachten dan zullen die meestal in onderling overleg op de juiste manier worden afgehandeld. We hanteren het volgende protocol:
De student neemt eerst contact op met de werkbegeleider. Als dat niet het gewenste resultaat heeft, wordt de schoolopleider ingelicht. Als, naar het oordeel van de student, voorgaande stappen niet tot een oplossing hebben geleid, kan de instituutsbegeleider proberen te bemiddelen.
6 Belangrijke sites HvA https://intra.ehva.nl/content/tweedegraads/algemeen/werkplekleren/leertakenen-leerwerktake/ https://intra.doo.hva.nl/content/tweedegraads/algemeen/werkplekleren/ https://intra.ehva.nl/content/tweedegraads/algemeen/werkplekleren/infostudenten/ https://stage.doo.hva.nl/Viewer/Pages/Algemeen/PageLoginChooser.aspx
UVA http://www.Ilo.uva.nl
INHOLLAND Belangrijke sites: http://www.leernetwerkeducatie.nl/ http://www.leernetwerkeducatie.nl/KBS/ INHOLLAND werkt met Kenmerkende Beroeps Situaties. Studenten maken kijkwijzers (lesplannen) bij hun lesvoorbereiding. Deze geven ze vooraf aan de begeleidende docent.
20
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
Andere opleidingen (o.a. Windesheim, Utrecht, AHK, ALO) Belangrijk: Omdat het Haarlem College een onderdeel is van de Dunamare Opleidingsschool en dus verantwoording moet afleggen over de leerwerkplekken, is het belangrijk dat van alle ingevulde beoordelingsformulieren een gescande kopie met handtekening WB en SO ge-e-maild wordt naar de SO. De student informeert zich goed bij de opleiding waaraan de stageopdrachten moeten voldoen en communiceert dit met WB en SO.
21
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
7 Traject Voltijd studenten: traject
korte inhoud
jaar 1
Oriëntatie, kennismaken met de school als organisatie, een visie op het beroep van leraar vormen, kennismaken met pedagogiek en didactiek door observaties en contact met leerlingen, enkele lessen geven onder begeleiding
jaar 2
Onder begeleiding geven van lessen, observeren, kennismaken met en bijdragen aan andere activiteiten in de school, zich verdiepen in één of enkele beleidsterreinen
jaar 3
Lessen voorbereiden en geven (toenemend zelfstandig), toetsen, observeren, bijdragen aan taken in team/sectie, bijdragen aan andere activiteiten, de belangrijkste beleidsterreinen in de school leren kennen jaar 4 (LIO) Zelfstandig enkele eigen klassen "draaien" met begeleiding op afstand, alle daarbij behorende docentwerkzaamheden, observeren, actief bijdragen aan schoolactiviteiten, de visie op school en beroep verdiepen
Indicatie dagen in school deeltijd voltijd 8-10 1 dag per week, duaal: 2 dagen 10-15 1 dag per week, duaal: 2 dagen 15-20 2 dagen per week
indicatie te geven lesuren
20-30
70-100
5 dagdelen per week
4-8
12-18
40-60
22
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
Afspraken over begeleiding 1
ste
gesprek
Tussenevaluatie (bij VT na de kerstvakantie)
Eindbeoordelingsgesprek
Wat HvA : Als de documenten (POP) niet een week van te voren binnen zijn, wordt de afspraak afgezegd. POP (mag concept zijn) één week voor het gesprek op de HvA mailen aan:
[email protected]
Wie/waar HvA of IO Haarlem College
Andere opleidingen:
[email protected] en IO HvA: Zie pagina 6 Beoordelingsformulier zonder cijfers (door WB ingevuld) Lesbezoek bij tweede-, derde- en vierdejaars: afspraak wordt geregeld door student (ruim op tijd).
Haarlem College Haarlem College
SO
Haarlem College
WB, SO en IO
Haarlem College
WB en SO en/of IO
Andere opleidingen: Zie pagina 6 Student maakt een afspraak voor een lesbezoek door SLB-er + SO (ruim op tijd) HvA: Zie pagina 6 Definitieve POP (student)
WB, SO en/of IO
Aandachtspunt: Student neemt initiatief Student gaat langs bij Dieke Scholtens: 1de etage (administratie) voor kennismaking, inloggegeven en dergelijke. Zie ook afspraken pagina 4.
Alle opleidingen: Student neemt initiatief hiervoor en regelt dat de IO contact heeft hierover met SO en WB.
Alle opleidingen: Student neemt hiervoor zelf 23 het initiatief. Er is te allen
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
Lesbezoek
POP volgende stageperiode (student) Verslagen lesbezoeken Beoordelingsformulier (WB ingevuld met cijfers) Alle documenten 1 week van te voren mailen naar
[email protected] EN
[email protected] EN de WB. Als de documenten niet een week van te voren binnen zijn, wordt de afspraak afgezegd. Andere opleidingen: Alle documenten 1 week van te voren mailen naar:
[email protected] , de WB en instituutsopleider. Zie pagina 5/6 HvA: Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 (tussenevaluatie: SO) Jaar 4 (tussenevaluatie: SO) Andere opleidingen: Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4
tijde contact geweest tussen de IO en SO.
Haarlem College
WB, IO en SO
WB SO en/of IO SO en IO SO en IO IO SO en/of IO SO en/of IO SO en/of IO
Student neemt hiervoor zelf het initiatief. Voor elk evaluatiemoment is er eerst een lesbezoek door SO en/of IO
De Dunamare Opleidingsschool: Het Haarlem College
24
Formulier beginsituatie Toelichting formulier beginsituatie: Beschrijf je beginsituatie bij elk van de competenties, en geef aan hoe je jezelf daarbij inschat op de schaal sterk/goed/matig/zwak, of eventueel: weet niet. Het uitgangspunt voor eerstejaars studenten is de ervaring in het werken met (jonge) mensen buiten het onderwijs; denk aan sport, vereniging, hobby’s, baan of eerdere opleiding enz. Probeer daar opgedane ervaringen te “vertalen” naar een onderwijssituatie. Naam student: Naam WB: 1. Interpersoonlijk competent Beschrijving:
Vak: Opleidingsjaar:
Stage dagen: Datum:
Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet 2. Pedagogisch competent Beschrijving: Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent Beschrijving: Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet 4. Organisatorisch competent Beschrijving: Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet 5. Competent in samenwerken in een team Beschrijving: Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet 6. Competent in samenwerken met de omgeving van de school Beschrijving: Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Beschrijving: Op dit gebied vind ik mijzelf: zwak / matig / goed / sterk / weet niet
Formulier Persoonlijk Activiteitenplan (PAP) Wekelijks mailen naar
[email protected] (SO), IO en WB!) (docent in opleiding met betaalde uren één keer per maand) voor zondagavond 20:00 uur. Omvang: 1 à 2 A4tjes Geef het formulier deze naam: VoornaamAchternaam PAP 1, Voornaam Achternaam PAP 2, enzovoorts. Naam student: Naam WB:
Vak: Opleidingsjaar:
Stage dagen: Datum:
Leerwerkactiviteiten voor de komende periode:
Met welke leerdoelen of leervragen wil ik komende periode op de school aan de slag?
Bij welke competentie(s) passen deze leerdoelen?
Welke leerwerkactiviteiten ga ik uitvoeren? Hoe en wanneer precies?
Hoe ga ik deze activiteiten voorbereiden? Wie of wat heb ik daarbij nodig?
Wat voor portfoliomateriaal (producten, feedback, bewijzen) kan ik daarbij verzamelen?
Reflectie op de leerwerkactiviteiten van de vorige periode: Wat deed ik, wat wilde ik, wat dacht ik, wat voelde ik? Wat gaat er goed en wat moet anders? Waar moet ik verder nog rekening mee houden? (Grijp hierbij ook terug op de leerwerkactiviteiten die je vorige week hebt opgeschreven, wat is hiervan terecht gekomen?) Dit is het meest uitgebreide stuk en reflectief, niet beschrijvend!
Leerwerktaak: Webquests Onderwerp Studiefase Tijdsduur : Korte omschrijving
Leerstof, werkvormen en activiteiten
Doelstelling:
Competenties:
Webquests Tweede- , derde- en vierdejaars student Uitvoering na 1/3 van de stageperiode, gedurende de rest van de stageperiode. Student maakt drie webquests van 50 minuten die zelfstandig door de leerlingen uitgevoerd kunnen worden op school of thuis. Dus zonder tussenkomst van uitleg van een docent. Deze lessen moeten gemaakt worden als webquest (er mag gebruik gemaakt worden van de site www.webkwestie.nl, maar het mag ook gewoon een PowerPoint zijn met linken). Eerst wordt de tekst van de webquests bedacht en gezonden naar de redactie van webkwestie. Als de webquests worden goedgekeurd door hen, krijgt de student een tool toegestuurd om de webquests in te maken (tekst plakken). Vervolgens worden de webquests online geplaatst en wordt de schoolopleider hiervan op de hoogte gesteld. De student maakt drie webquests, over hetzelfde onderwerp, voor één leerjaar (dus bijvoorbeeld voor 2bb, 2kb en 2tl) en moeten in principe door een leerling zelfstandig te volgen zijn. Aan de les zit minimaal één opdracht gekoppeld. De leerling heeft voor 50 minuten werk. Het is niet noodzakelijk om een theoriegedeelte aan de les te koppelen. Er kan ook sprake zijn van extra oefenmateriaal of een verdiepingsopdracht. Het maken van drie webquests die door leerlingen zelfstandig kunnen worden uitgevoerd. Na uitvoering worden de webquests waar nodig aangepast en krijgt de SO en de vaksectie de link naar de webquests. 2. Pedagogisch competent De student ontwikkelt door het maken van webquests zijn pedagogische kennis en vaardigheden. De lessen zijn passend bij het niveau van de leerlingen. Niet te moeilijk en niet te makkelijk. Leerlingen moeten in staat zijn op zijn of haar niveau succesmomenten te beleven. Zo brengt de student een veilige leeromgeving tot stand. 3. Didactisch en vakinhoudelijk competent De student leert om met zijn vakinhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid een krachtige leeromgeving tot stand te brengen d.m.v. de webquests. Hij leert zo een krachtige leeromgeving te creëren voor individuele leerlingen. 4. Organisatorisch competent De student ontwikkelt zijn organisatorische kennis en vaardigheid door de webquests te voorzien van een overzichtelijke structuur. 5. Competent in het samenwerken met collega’s De student draagt door het maken van webquests bij aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat. Hij overlegt met de sectie over de onderwerpen voor zijn webquests. Hij vraagt hulp aan collega’s en communiceert goed met hen. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Resultaatcriteria:
Beoordeling
Tips:
Contactpersonen
De student laat in papverslagen zien dat hij is staat is op een goede manier te reflecteren op de voorbereiding en het produceren van de webquests. Ook worden de materialen voor deze webquests zo nodig aangepast. De lessen bestaan uit een: - Inleiding voor de leerling - Colofon voor de docent - Beoordelingsdeel voor de leerling - Opdracht(en) voor de leerling - Handelingsdeel voor de leerling - Afsluiting/terugblik voor leerling - Bronvermelding (zie voor voorbeelden op www.webkwestie.nl ) Algemene criteria: - Er zijn minimaal drie webquests gemaakt, uitgevoerd door leerlingen en daarna besproken met de SO. - Het niveau van de webquests is passend bij de doelgroep. - Er is vooraf overleg geweest met de vaksectie over de onderwerpen voor de webquests. - Er is op de voorbereiding en productie van de webquests gereflecteerd. Hierbij zijn ook de competenties besproken en onderbouwd met bewijsmateriaal. - Er is geëvalueerd met de leerlingen op de door hun gemaakte webquests. - De vaksectie leden zijn gevraagd om feedback. Deze feedback is ook opgenomen in de reflectieverslagen. - De webquests zijn na uitvoering door de leerlingen waar nodig aangepast. - De student heeft duidelijk aangegeven welke literatuur of andere bronnen zijn gebruikt. - Evaluatie van de webquests met betrokkenen - Reflecteren op opdracht en eigen handelen - Bijhouden van wekelijkse papverslagen - Lid worden community kennisnet/digischool.nl - www.webkwestie.nl - www.lesbank.nl - http://www.webquests.nl/ is nu van SLO - https://www.youtube.com/watch?v=o4rel5qOPvU Algemeen: Ingrid Overbeek Vakspecifieke vragen: vakdocenten
Leerwerktaak: Stipuren Onderwerp Studiefase Tijdsduur : Korte omschrijving
Leerstof, werkvormen en activiteiten
Doelstelling:
Competenties:
Stipuren Tweede-, derde- en vierdejaars student Uitvoering na 1/3 van de stageperiode, gedurende de rest van de stageperiode. Student maakt lesplannen voor stipuren (opvanglessen bij afwezigheid van docenten) en voert deze uit. Studenten willen graag “vlieguren” maken en de school heeft soms behoefte aan docenten in opleiding die lesuren opvangen van afwezige docenten. Tijdens de stipuren vangt de docent in opleiding onderbouwklassen op, met door de student zelfgekozen lesstof. De student maakt vooraf vier lesplannen en verzamelt materiaal. De lessen worden zo gemaakt dat ook anderen deze les zouden kunnen geven. Dit houdt in dat: - de les wordt aangeleverd in PowerPoint - al het lesmateriaal digitaal wordt aangeleverd - bij de les een lesplan wordt gemaakt met een gedetailleerde tijdstaanduiding - er een docentenhandleiding van één A4 bijgevoegd wordt, met hierin o.a. ook de doelen van de les, niveau van de les (bb,kb of tl) en jaarlaag (1 of 2). Maken van lesplannen en uitvoering hiervan tijdens stipuren. Na uitvoering wordt het lesplan, lesmateriaal en docentenhandleiding waar nodig aangepast en als één bestand bij de SO ingeleverd. 1. Interpersoonlijk competent De student leert zich bewust te zijn van zijn eigen houding en gedrag èn van de invloed daarvan op de leerlingen tijdens het uitvoeren van de stipuren. Hij doet kennis en vaardigheden op, op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen tot stand te brengen. Hij leert zich in te leven in onze vmbo-leerlingen. 2. Pedagogisch competent De student ontwikkelt door het geven van stipuren zijn pedagogische kennis en vaardigheden. Zo brengt hij een veilige leeromgeving tot stand, waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke personen. 3. Didactisch en vakinhoudelijk competent De student leert om met zijn vakinhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid een krachtige leeromgeving tijdens de stipuren tot stand te brengen. Hij leert zo een krachtige leeromgeving, voor de groepen waarmee hij werkt, te creëren, maar ook voor individuele leerlingen. 4. Organisatorisch competent De student ontwikkelt zijn organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn stipuren een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. Hij maakt een duidelijk lesplan wat ook door andere collega’s eventueel gebruikt kan worden. Hij kijkt elke stagedag in magister. 5. Competent in het samenwerken met collega’s De student draagt door het maken van lesplannen voor de stipuren en het uitvoeren van deze lesplannen bij aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Hij zorgt tijdens de voorbereiding en uitvoering van de stipuren voor een bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op de school, aan een goede onderlinge
Resultaatcriteria:
Beoordeling Tips: Contactpersonen
samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Hij vraagt hulp aan collega’s en teamleider en communiceert goed met hen. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De student laat in papverslagen zien dat hij is staat is op een goede manier te reflecteren op de voorbereiding en de uitvoering van de stipuren. Ook worden de materialen voor de stipuren zo nodig aangepast. - Minimaal vier uitgebreide lesplannen zijn gemaakt en vooraf besproken met de SO - Er is een duidelijke docentenhandleiding gemaakt - De les is uit te voeren door andere docenten - Er is op de voorbereiding en uitvoering van de stipuren gereflecteerd. Ook de competenties zijn hierbij besproken en onderbouwd met bewijsmateriaal? - Het materiaal is na uitvoering waar nodig aangepast - De student heeft duidelijk aangegeven welke literatuur of andere bronnen zijn gebruikt - Evaluatie van stipuren met betrokkenen. - Reflecteren op opdracht en eigen handelen. - Bijhouden van wekelijkse papverslagen. - Lid worden community kennisnet/digischool.nl Algemeen: Ingrid Overbeek Vakspecifieke vragen: vakdocenten
Leerwerktaak: Taalkr8dag Onderwerp Studiefase Tijdsduur : Korte omschrijving
Leerstof, werkvormen en activiteiten
Doelstelling:
Taalkr8dag Eerstejaars student Start februari. Uitvoering op een nader te bepalen tijdstip in juni. De Taalkr8dag is een workshopdag waarmee we de leerlingen het belang, maar vooral ook het plezier in taal willen laten ervaren. Student organiseert samen met de andere eerstejaars studenten een Taalr8dag (workshops gericht op taal) op de C-school voor de eerste-, tweede- en derdeklassers. Docenten van de C-deelschool hebben al eerder de workshops hiervoor gegeven. Deels zal dus vaststaan wat er gedaan zal worden. Studenten verzorgen zelf ook een deel van een workshop in samenwerking met een docent. Studenten nemen hier zelf het initiatief voor. Niet alleen de workshops, maar ook het eten en drinken op de C-school wordt georganiseerd door de studenten. Er moet een planning gemaakt worden, gecommuniceerd worden met de docenten en leerlingen. Er moet reclame (middels posters en een mini-les) gemaakt worden voor de Taalkr8dag. Er moet veelvuldig contact zijn met de docenten die de workshops geven. Zie verder paarse map op deelschool C. Organiseren en uitvoeren van de Taalkr8dag zo dat de
leerlingen en docenten ervaren dat taal leuk is. Competenties:
1. Interpersoonlijk competent De student leert zich bewust te zijn van zijn eigen houding en gedrag èn van de invloed daarvan op de leerlingen tijdens het reclame maken voor en uitvoeren van de workshop. Hij doet kennis en vaardigheden op, op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen tot stand te brengen. Hij leert zich in te leven in onze vmbo-leerlingen. 2. Pedagogisch competent De student ontwikkelt door het geven van de workshops en organiseren van de Taalkr8dag zijn pedagogische kennis en vaardigheden. Zo brengt hij een veilige leeromgeving tot stand, waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke personen. 3. Didactisch en vakinhoudelijk competent De student leert om met zijn vakinhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid een krachtige leeromgeving tijdens de workshops tot stand te brengen. Hij leert zo een krachtige leeromgeving, voor de groepen waarmee hij werkt, te creëren, maar ook voor individuele leerlingen. 4. Organisatorisch competent De student ontwikkelt zijn organisatorische kennis en vaardigheid door een kwalitatief goede Taalkr8dag neer te zetten waarbij een goed leef- en werkklimaat tot stand wordt gebracht. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. Hij maakt een duidelijk draaiboek wat door collega’s gebruikt kan worden. Hij kijkt communiceert via de schoolmail en magister. 5. Competent in het samenwerken met collega’s De student draagt door het organiseren van de Taalkr8dag bij aan het succes van de Taalkr8dag en zorgt voor een goed
Resultaatcriteria:
Beoordeling Tips:
Contactpersonen
leefklimaat voor de leerlingen. Hij zorgt tijdens de voorbereiding en uitvoering van de Taalkr8dag voor een bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op de school, aan een goede onderlinge samenwerking tussen collega’s, tussen leerlingen en tussen leerlingen en collega’s. Hij vraagt hulp aan collega’s en teamleider en communiceert goed met hen. Hij onderneemt passende en effectieve acties wanneer de communicatie niet loopt zoals gewenst. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De student laat in papverslagen zien dat hij is staat is op een goede manier te reflecteren op de voorbereiding en de uitvoering van de Taalkr8dag. Ook worden de materialen voor de Taalkr8dag zo nodig aangepast. - Er is regelmatig effectief contact geweest met docenten over de Taalkr8dag - Leerlingen zijn vroegtijdig (minimaal 2 weken van de te voren) op de hoogte van de dag - Studenten zijn volledig bekend met de inhoud van de workshops die gegeven worden - Goed uitgevoerde Taalkr8dag - Er is een duidelijk draaiboek gemaakt voor docenten - Er is een duidelijk draaiboek gemaakt voor leerlingen - De Taalkr8dag “leeft” al in de weken voor de uitvoering - De workshops die gegeven worden, zijn zo voorbereid dat iedereen de workshop kan geven: dus met PPP of smartboard en notities - De studenten starten de dag met een enthousiaste opening (doornemen dagplanning) voor docenten en sluiten de dag met een feedbackronde over hun eigen handelen, dat van de andere studenten en collega’s - Er is op de voorbereiding en uitvoering van de Taalkr8dag gereflecteerd. Ook de competenties zijn hierbij besproken en onderbouwd met bewijsmateriaal - Het materiaal voor de Taalkr8dag is na uitvoering waar nodig aangepast - In paarse Taalkr8dagmap wordt na de uitvoering een persoonlijk evaluatieverslag gestoken inclusief tips voor de studenten die volgend jaar deze dag gaan organiseren - De student heeft hierin ook duidelijk aangegeven welke literatuur of andere bronnen zijn gebruikt - Evaluatie van Taalkr8dag met betrokkenen. - Reflecteren op opdracht en eigen handelen. - Bijhouden van wekelijkse papverslagen. - Start direct de 2de week met inlezen en het maken van een planning - Google op Taalkr8dag, diverse scholen zijn ons voorgegaan - Lid worden community kennisnet/digischool.nl - Paarse mappen bij balie Deelschool C Algemeen: Ingrid Overbeek (schoolopleider) Vakspecifieke vragen: vakdocenten
Lesplanformulier (HvA) Toelichting: onderwijssituaties lopen sterk uiteen en lesvoorbereidingen zullen dus ook verschillen. Al naar de situatie kunnen de elementen in dit formulier verschillend worden gebruikt of uitgewerkt en kunnen (vakspecifieke) aanvullingen opgenomen worden. Kortom: dit formulier is bedoeld als hulpmiddel en niet als keurslijf.
naam student
:
naam stageschool :
opleiding
:
onderwijstype
HvA-begeleider : werkplekleren in jaar 1 2 3 4
:
klas of jaargroep : (omcirkelen)
werkbegeleider
:
datum van de les :
Beginsituatie van de leerlingen: Stel jezelf onder andere de volgende vragen:
Wat voor soort klas/groep betreft het? Wat is de motivatie en de zelfstandigheid van deze leerlingen? Welke voorkennis m.b.t. leerstof of vaardigheden t.a.v. het vak zijn aanwezig? Welke voorkennis m.b.t. werkvormen of algemene vaardigheden (bijv. leesvaardigheid) zijn aanwezig? In hoeverre sluit de lesinhoud aan bij de leefwereld van de leerlingen? ...... ......
Lesdoelen: vakkennis en vakvaardigheden Formuleer max. vijf SMART geformuleerde lesdoelen m.b.t. vakkennis en -vaardigheden, ook evt. taaldoelen (TVO)
aan het einde van de les kunnen de leerlingen: 1. 2. 3. 4. 5.
..... ..... ..... ..... .....
Lesdoelen: algemene vaardigheden Voorbeelden van algemene vaardigheden (werk één of meer concreet uit):
tijdens deze les werken de leerlingen aan:
cognitieve vaardigheden (bijv. samenvatten, structureren en schematiseren) sociale vaardigheden (bijv. luisteren, elkaar aanmoedigen, conflicten oplossen) metacognitieve vaardigheden (bijv. aanpak kiezen, plannen, leerstrategieën) …………..
Benodigdheden voor de les: Noteer hier de benodigde materialen, PPT-presentaties, bronnen, apparatuur etc.