Campus Schoonmeersen Gebouw B Valentin Vaerwyckweg 1 BE-9000 Gent T +32 9 243 22 00
[email protected] www.hogent.be/fbo
STAGEREGLEMENT WERKPLEKLEREN FBO Academiejaar 2015-2016
art. 1
Algemene bepalingen
§1
De Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 bevat algemene bepalingen i.v.m. de opleidingsonderdelen Werkplekleren en Bachelorproef (zie o.a. de artikels 3, 18, 25, 34, 35, 38, 43, 51, 60 en 66).
§2
Het “Stagereglement Werkplekleren FBO - Academiejaar 2015-2016” bevat specifieke aanvullingen voor de opleidingsonderdelen Werkplekleren en Bachelorproef in de opleiding retailmanagement aangeboden door de faculteit Bedrijf en Organisatie.
§3
Het reglement maakt samen met de studiefiche, het stagecontract Werkplekleren en de richtlijnen i.v.m. de opleidingsonderdelen Werkplekleren en Bachelorproef één geheel uit. Het “Stagereglement Werkplekleren FBO” is te raadplegen op de elektronische leeromgeving.
art. 2
Werkplekleren In de opleiding retailmanagement is in elk modeltraject een opleidingsonderdeel Werkplekleren opgenomen. Dit opleidingsonderdeel wordt uitgevoerd in een vestiging van een winkelbedrijf. De wederzijdse afspraken tussen student en werkplekbedrijf worden vastgelegd in het contract.
art. 3
Contract Voor elke vorm van werkplekleren wordt een contract opgesteld en ondertekend door het werkplekbedrijf, de student en de decaan of een door hem/haar aangeduide afgevaardigde. Zonder een contract dat door de drie betrokken partijen ondertekend is, kan de student niet met het werkplekleren beginnen. Er moeten drie ondertekende exemplaren van het contract zijn: 1 voor het bedrijf, 1 voor de student en 1 voor de hogeschool.
art. 4
Begeleider van werkplekleren en Bachelorproef De begeleider is het lid van het onderwijzend personeel dat de student bij het werkplekleren en/of de Bachelorproef inhoudelijk en vormelijk begeleidt. De student kan in samenspraak met de ombudsman de aangeduide begeleider tot 1 week voor het begin van de werkplekperiode wraken.
art. 5
Coach De coach is het personeelslid van het bedrijf of de projectgever dat de student begeleidt tijdens het werkplekleren of het bachelorproefproject. De coach formuleert aan de
docent-begeleider een advies over de prestaties. De begeleider baseert zich onder andere op dit advies bij het opmaken van de eindbeoordeling.
art. 6
Informatie voor de studenten Voor het Werkplekleren vindt de student alle nuttige informatie op het online competentieportfolio. De student krijgt bij het begin van de opleiding en bij het begin van ieder academiejaar uitgebreide informatie over de manier waarop hij met dit portfolio moet werken. Voor de Bachelorproef is er een brochure met de richtlijnen die de student moet volgen. Deze richtlijnen worden tijdens de groepssessies besproken.
art. 7
Evaluatie Werkplekleren De begeleider geeft een quotering voor het presteren van de student tijdens het werkplekleren, op basis van zijn eigen bevindingen en het advies van de coach. De begeleider is verantwoordelijk voor de eindbeoordeling van het opleidingsonderdeel en voor het toekennen van de punten. Conform de studiefiche gedelibereerd.
art. 8
wordt het opleidingsonderdeel Werkplekleren nooit
Evaluatie bachelorproef De doelstellingen, inhoud en eindcompetenties, en de evaluatie van de bachelorproef worden bepaald in de studiefiche. De begeleider(s) van de bachelorproef is (zijn) verantwoordelijk voor de eindbeoordeling van het opleidingsonderdeel en voor het toekennen van de punten. Conform de studiefiche moet de student voor het opleidingsonderdeel Bachelorproef slagen (wordt nooit gedelibereerd).
art. 9
Verdediging van de bachelorproef - jury Aan de bachelorproef is een mondelinge presentatie en verdediging gekoppeld. Per student of groep studenten wordt een jury aangeduid die oordeelt over de bachelorproef en de mondelinge presentatie en verdediging ervan. De jury bestaat minstens uit de begeleider, die de voorzitter is, en één of meer vertegenwoordigers van de hogeschool en/of het werkveld. De samenstelling van de jury wordt 14 dagen vóór de presentatie aan de studenten bekendgemaakt, bijvoorbeeld via de elektronische leeromgeving. De plaats en het tijdstip van de verdediging worden vooraf aan de student bekendgemaakt, bijvoorbeeld via de elektronische leeromgeving. De student houdt er rekening mee dat deze datum en het uur nadien nog kunnen wijzigen. Deze jury kan geldig beraadslagen indien de helft van de juryleden aanwezig zijn. Stagereglement Werkplekleren FBO – academiejaar 2015-2016 – pagina 2 van 6
De openbaarheid van de verdediging wordt gewaarborgd conform de Onderwijs- en examenregeling (OER, artikel 51). De begeleider bepaalt voorafgaand aan de openbare verdediging, conform de studiefiche en in overleg met de juryleden, het verloop van de verdediging. De examenjury trekt zich na de openbare verdediging terug om te beraadslagen over de evaluatie. Deze beraadslaging is niet openbaar.
art. 10
Beoordeling van buitenlandse stage, werkplekleren in het buitenland,… (OER art. 38) Er wordt een onderscheid gemaakt tussen studenten die naar een buitenlandse onderwijsinstelling gaan als uitwisselingsstudenten en studenten die werkplekleren doen in een buitenlandse onderneming.
§1
Uitgaande uitwisselingstudent (OER art. 38) De uitwisselingsstudent valt tijdens zijn buitenlandse studieperiode volledig onder de verantwoordelijkheid van de buitenlandse instelling. Hij wordt op het einde van zijn verblijf door deze instelling beoordeeld. De thuisinstelling en de gastinstelling ondertekenen een ‘learning agreement’. In de Hogeschool Gent leerovereenkomst wordt vastgelegd voor hoeveel studiepunten het werkplekleren in het buitenland meegerekend wordt in het HoGent-curriculum van de student. Indien de bachelorproef ook deel uitmaakt van de ‘learning agreement’ zal het onderwerp bepaald worden in samenspraak tussen de gastinstelling, de HoGentcoördinator van de opleiding en de student. Dit systeem impliceert dat de student, zodra hij zijn “buitenlandse onderwijsactiviteit” aan de buitenlandse instelling aanvat, geen begeleiding meer krijgt vanuit de Hogeschool Gent. Als er zich tijdens de uitwisselingsperiode toch moeilijkheden zouden voordoen op dit vlak, dan wordt van de facultaire verantwoordelijken internationalisering van de opleiding verwacht dat ze een zo goed mogelijke oplossing zoeken voor het verdere verloop van de onderwijsactiviteiten die in het buitenland gevolgd worden.
§2
De stagiairs in een buitenlandse onderneming (OER art. 38) Deze studenten zijn gewone stagiairs die voor werkplekleren in het buitenland verblijven, onder de verantwoordelijkheid van de Hogeschool Gent. De inhoud van de buitenlandse activiteit wordt beslist conform de Onderwijs- en examenregeling. Het Werkplekleren wordt door de HoGent-begeleider gestuurd via telefoon, e-mail,… zowel met de coach in het buitenlandse bedrijf als met de student. Via het online competentieportfolio wordt de HoGent-begeleider voortdurend op de hoogte gehouden van de buitenlandse activiteiten. De HoGent-begeleider neemt geregeld contact op met de vertegenwoordiger van het buitenlandse werkplekbedrijf.
Stagereglement Werkplekleren FBO – academiejaar 2015-2016 – pagina 3 van 6
Problemen die de student ervaart (bv. communicatieproblemen, problemen met het werkplekbedrijf, organisatorische problemen,…) moeten door de student altijd via email gemeld worden aan de HoGent-begeleider.
art. 11
Werktijden Voor de student gelden dezelfde werktijden als voor de werknemers van het bedrijf. Het werkplekleren loopt dus door tijdens de schoolvakanties (tenzij anders bepaald in het contract).
art. 12
Afwezigheid tijdens periode van werkplekleren De student moet elke afwezigheid tijdens de periode van werkplekleren aan de hogeschool en de begeleider melden conform de richtlijnen opgenomen in het “Facultair reglement FBO - Academiejaar 2015-2016”, artikels 31 en 40. De student brengt het werkplekbedrijf onmiddellijk, en uiterlijk op het beginuur van de activiteit, op de hoogte indien hij wegens ziekte of een andere geldige reden niet aanwezig kan zijn op het werkplekleren. Als de student onwettig afwezig is, hebben de Hogeschool Gent en het werkplekbedrijf het recht om de student als stagiair te schrappen en krijgt de student voor het opleidingsonderdeel de vermelding “afwezig”. Indien de Hogeschool Gent en het werkplekbedrijf beslissen om het werkplekleren verder te laten lopen kan de ongewettigde afwezigheid aanleiding geven tot een vermindering van het examencijfer toegekend voor het werkplekleren en/of een verlenging werkplekperiode. Activiteiten van de hogeschool waarop de student aanwezig moet zijn, meldt de student ruim vooraf aan de coach (afstudeerbeurs, feedback, gastsprekers,…). Het gebeurt soms dat studenten die in het lopende academiejaar hun diploma kunnen behalen tijdens hun werkplekperiode uitgenodigd worden voor een sollicitatiegesprek in een ander bedrijf. Dat kan een geldige reden voor afwezigheid zijn. De student moet vooraf aan de coach én aan de begeleider van de hogeschool de toelating vragen om afwezig te zijn. De student bezorgt aan de coach én aan de begeleider van de hogeschool een bewijs van de sollicitatie. De student kan per academiejaar maximaal 2 maal een beroep doen op deze maatregel.
art. 13
Gewettigde afwezigheid van meer dan 5 dagen werkplekleren Bij gewettigde afwezigheid van meer dan 5 dagen wordt de werkplekperiode verlengd. Deze verlenging gebeurt in overleg met de vertegenwoordiger van het bedrijf, de begeleider van de hogeschool en de student. De verlenging van de periode kan alleen indien het organisatorisch mogelijk is. Indien de verlenging van de periode niet mogelijk is, krijgt de student de vermelding “afwezig” voor het opleidingsonderdeel.
Stagereglement Werkplekleren FBO – academiejaar 2015-2016 – pagina 4 van 6
art. 14
Beëindigen van de overeenkomst indien de student door zijn gedragingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van het beroep waartoe de opleiding hem opleidt (OER, artikel 35, §3) De faculteit kan, in bijzondere gevallen en op objectieve gronden, het werkplekleren vroegtijdig beëindigen als de student door zijn gedragingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een beroep waartoe de opleiding hem opleidt. De student van wie het werkplekleren conform OER artikel 35 §3, eerste lid vroegtijdig is beëindigd, heeft voor het opleidingsonderdeel geen recht op een tweede examenkans tenzij aan de opgelegde dwingende voorwaarden is voldaan.
art. 15
Verbreken van de overeenkomst ten gevolge van ongewettigde afwezigheid, deontologische fout van de student,… De student aanvaardt dat de projectgever, het werkplekbedrijf,… of de onderwijsinstelling een einde maakt aan de overeenkomst in geval van deontologische fout, manifeste onbekwaamheid, wangedrag, slechte wil, opzettelijke overtreding van bepalingen van de overeenkomst, alsook in geval van ongewettigde afwezigheid. In deze gevallen krijgt de student de vermelding “afwezig” voor het opleidingsonderdeel.
art. 16
Verbreken van de overeenkomst op vraag van het werkplekbedrijf Indien er zich tijdens het werkplekleren problemen voordoen die van die aard zijn dat de stageovereenkomst verbroken moet worden, zal de decaan in overleg met de begeleider en de coördinator werkplekleren en de ombudspersoon één van de onderstaande beslissingen nemen: –
de student kan een andere werkplek toegewezen krijgen waarbij de reeds gepresteerde dagen/weken blijven meetellen als werkplekdagen;
–
de student kan een andere werkplek toegewezen worden voor een volledig nieuwe werkplekperiode;
–
het werkplekleren wordt definitief beëindigd en de student krijgt de vermelding Afwezig voor het opleidingsonderdeel.
Bij wijziging van werkplekbedrijf beslist de decaan in overleg met de begeleider, de coördinator werkplekleren en de ombudspersoon:
art. 17
–
over het aantal dagen of weken dat de student nog moet werkplekleren in het nieuwe werkplekbedrijf;
–
of de beoordeling van het eerste werkplekbedrijf opgenomen wordt in de eindbeoordeling; en zo ja, op welke wijze de beoordeling van beide werkplekken verrekend zal worden.
Verbreken van de overeenkomst op vraag van de student De student kan op basis van gegronde redenen bij de decaan een aanvraag indienen om tijdens de werkplekperiode van werkplekbedrijf te veranderen. De student kan een dergelijke aanvraag slechts éénmaal indienen.
Stagereglement Werkplekleren FBO – academiejaar 2015-2016 – pagina 5 van 6
De decaan zal de aanvraag behandelen in overleg met de begeleider, de coördinator werkplekleren en de ombudspersoon en zal één van de onderstaande beslissingen nemen: –
de student krijgt geen toestemming om van werkplekbedrijf te veranderen; het contract van werkplekleren wordt niet beëindigd;
–
de student kan een andere werkplek toegewezen krijgen waarbij de reeds gepresteerde dagen/weken blijven meetellen als werkplekdagen;
–
de student kan een andere werkplek toegewezen worden voor een volledig nieuwe werkplekperiode;
–
het werkplekleren wordt definitief beëindigd en de student krijgt de vermelding Afwezig voor het opleidingsonderdeel.
Bij wijziging van werkplekbedrijf beslist de decaan in overleg met de begeleider, de coördinator werkplekleren en de ombudspersoon:
art. 18
–
over het aantal dagen of weken dat de student nog moet werkplekleren in het nieuwe werkplekbedrijf;
–
of de beoordeling van het eerste werkplekbedrijf opgenomen wordt in de eindbeoordeling; en zo ja, op welke wijze de beoordeling van beide werkplekken verrekend zal worden.
Naleven van deadlines bij opdracht/ bachelorproef/ portfolio enz. Zie artikel 33 van het “Facultair reglement FBO - Academiejaar 2015-2016”.
art. 19
Plagiaat Overeenkomstig de “Onderwijs- en examenregeling – 2015-2016”, “I. Definities en toelichting” en artikel 60 wordt het plegen van plagiaat als examenfraude beschouwd. Het onderwijzend personeel kan de originaliteit onder andere middels plagiaatdetectiesoftware toetsen.
art. 20
Deontologische code Zie artikel 47 van het “Facultair reglement FBO - Academiejaar 2015-2016”.
Stagereglement Werkplekleren FBO – academiejaar 2015-2016 – pagina 6 van 6
