Handboek huurdersorganisaties Deel 5: Het bestuur
Handboek huurdersorganisaties Deel 5
Het bestuur
E¤ectief en eªciënt besturen van een huurdersorganisatie
Handboek huurdersorganisaties Deel 5: Het bestuur - e¤ectief en eªciënt besturen van een huurdersorganisatie Eerste druk, september 2011 samenstelling Nederlandse Woonbond auteur John Cüsters redactie Kees de Jong vormgeving René Jongeneelen foto’s Zie pagina 64 drukwerk Roto Smeets GrafiServices Utrecht uitgever Nederlandse Woonbond Nieuwe Achtergracht 17 1018 XV Amsterdam telefoon 020-5517700 telefax 020-5517799 e-mail
[email protected] internet www.woonbond.nl ISBN 978-90-6965-093-7 NUR 805 © auteursrechten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze brochure mag worden verveelvoudigd of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoudsopgave 1
Inleiding .................................................................................................................. 8 Wat is besturen? . .................................................................................................. 10 Leeswijzer . ............................................................................................................ 11
2
De juridische basis . .............................................................................................. Twee hoofdvormen: vereniging en stichting ........................................................ Statuten ................................................................................................................. Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid ...................................................... Vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid . ..................................................... Stichting ................................................................................................................ Wat is beter: vereniging of stichting? ................................................................... Vergoedingen ........................................................................................................ Aansprakelijkheid . ................................................................................................ Verzekeringen . ......................................................................................................
3
Wie doet wat in het bestuur? . .............................................................................. Inleiding ................................................................................................................ Doen waar je goed in bent . .................................................................................. De drie belangrijkste functionarissen .................................................................. Wat voor bestuur? ................................................................................................. Delegeren .............................................................................................................. Stukken bewaren ...................................................................................................
4
Belangrijkste bestuurstaken ................................................................................. Inleiding ................................................................................................................ Communicatie met de achterban . ....................................................................... Aansturen en faciliteren . ...................................................................................... Kennis opbouwen en onderhouden ..................................................................... Zeggenschap verwerven bij de verhuurder .......................................................... Externe contacten ................................................................................................. Opdracht- en/of werkgeverschap ......................................................................... Interne kwaliteit bewaken ..................................................................................... Zorgen voor vernieuwing . .................................................................................... Zorgen voor (nieuwe) vrijwilligers .......................................................................
>>
12 14 15 17 19 20 21 22 23 25 26 28 28 29 30 31 32 34 36 36 38 38 39 39 40 41 42 42
5
Van doel naar resultaat ......................................................................................... Inleiding ................................................................................................................ Missie en visie . ..................................................................................................... Werkdoelen . .......................................................................................................... Strategie ................................................................................................................ Uitvoeren en evalueren .........................................................................................
Bijlagen 1 Voorbeeld-statuten van een huurdersvereniging ............................................. 53 2 Verschillen tussen vereniging en stichting kort samengevat . ......................... 62
Fotoverantwoording . ............................................................................................ 64
44 46 47 48 49 50
1
Hoofdstuk 1
Inleiding Dit handboek is bedoeld om (nieuwe, beginnende of al functionerende) bestuurders te informeren over de belangrijkste aspecten van het bestuurswerk. Daarbij gaan we er van uit dat de huurdersorganisatie een rechtsvorm heeft. Dat wil niet zeggen dat dit handboek niet interessant zou zijn voor de besturen van informele huurdersorganisaties. Zij hoeven echter niet te voldoen aan de juridische eisen waaraan een rechtspersoon wel moet voldoen.
Handboek huurdersorganisaties - Deel 5 - Het bestuur
Wat is besturen? Volgens de Overlegwet is een huurdersorganisatie een ‘vereniging of stichting, die als doelstelling heeft het behartigen van de belangen van huurders’. Om aanspraak te kunnen maken op alle rechten die in de Overlegwet zijn opgenomen, moet een huurdersorganisatie dus een ‘rechtspersoon’ zijn. Preciezer geformuleerd: alleen een vereniging of stichting kan de rechten uit de Overlegwet juridisch afdwingen. Als de verhuurder bereid is dezelfde rechten toe te kennen aan een orgaan zonder rechtsvorm, bijvoorbeeld een huurdersraad, kan dat uiteraard ook. Omdat zo’n orgaan echter meer afhankelijk is van de goede wil van de verhuurder, doet een huurdersorganisatie er in het algemeen toch goed aan te opereren als vereniging of stichting. Een bewoners commissie hoeft volgens de Overlegwet geen vereniging of stichting te zijn. Om aanspraak te kunnen maken op de rechten uit de Overlegwet moet ze wel aan bepaalde eisen voldoen.
Een bestuur maakt de keuzes en bereidt de acties voor die nodig zijn om het doel van de huurdersorganisatie of bewonerscommissie te bereiken. Zonder een bestuur is het nauwelijks mogelijk de belangen van huurders goed te behartigen.
Als een huurdersorganisatie er goed aan doet een rechtspersoon te zijn, moet ze ook een bestuur hebben. Daarin zouden in elk geval drie functies moeten worden ingevuld: voorzitter, secretaris en penningmeester. Ook bewonerscommissies en huurdersorganisaties zonder rechtsvorm hebben baat bij een goed functionerend bestuur. Vergelijk het met een auto: die kan nog zo snel of krachtig zijn, zonder een chauffeur die achter het stuur zit en de route bepaalt en volgt, komt een auto nergens. Een bestuur doet feitelijk hetzelfde: het maakt de keuzes en bereidt de acties voor die nodig zijn om het doel van de huurdersorganisatie of bewonerscommissie te bereiken. Zonder een bestuur is het nauwelijks mogelijk de belangen van huurders goed te behartigen. Een bestuur is continu bezig om met dit doel voor ogen de ‘binnen- en buitenwereld’ bewust te beïnvloeden en mee te krijgen. Dat doet het intern door een goede strategie te bepalen, taken te verdelen, de achterban te informeren en raadplegen en vrijwilligers (en/of adviseurs) aan te sturen. En extern door te overleggen en onderhandelen met de verhuurder en vruchtbare samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere partners zoals buurt- en wijkplatforms, cliëntenraden, andere huurdersorganisatie, de gemeente en de Woonbond. Een goed bestuur is dus zowel binnenshuis als buitenshuis actief. Dat maakt van het besturen van een huurdersorganisatie een niet te onderschatten en in potentie tijdrovende bezigheid. Daar komt bij dat het huurderswerk steeds ingewikkelder en veelomvattender is geworden, waardoor bestuurders aan hogere verwachtingen moeten voldoen. Geen wonder dat het voor veel huurdersorganisaties niet gemakkelijk is om voor bestuurstaken nieuwe mensen te vinden. Potentiële kandidaten zijn bang te worden opgezadeld met een enorme brij werk. Dat hoeft echter niet. Goed weten wat besturen precies inhoudt – en daar draagt dit handboek aan bij – kan het bestuurswerk verlichten en aantrekkelijker maken voor grotere groepen mensen.
10
Hoofdstuk 1 - Inleiding
Leeswijzer Dit handboek is bedoeld om (nieuwe, beginnende of al functionerende) bestuurders te informeren over de belangrijkste aspecten van het bestuurswerk. Daarbij gaan we er van uit dat de huurdersorganisatie inderdaad een rechts vorm heeft. Dat wil niet zeggen dat dit handboek niet interessant zou zijn voor de besturen van informele huurdersorganisaties. Zij hoeven echter niet te voldoen aan de juridische eisen waaraan een rechtspersoon wel moet voldoen. Deze eisen komen vooral aan bod in hoofdstuk 2, dat de formele en juridische aspecten van het bestuurswerk behandelt. Aan welke regels moeten een vereniging en een stichtingvoldoen? Wat moet in hun statuten staan? Hoe zijn beide rechtspersonen opgebouwd en hoe verloopt de besluitvorming? Hoofdstuk 2 behandelt verder enkele vragen die vaak leven bij (potentiële) bestuurders: waarvoor zijn we precies verantwoordelijk en (juridisch) aansprakelijk en hoe is dat te ondervangen? Als bestuursleden inderdaad een zeker risico zouden lopen, wat kan daar tegenover staan? Mogen bestuursleden voor hun werk een vergoeding krijgen? In hoofdstuk 3 staat de vraag centraal wie wat doet in het bestuur. Hoe wil een bestuur functioneren (vooral de ontwikkelingen volgen of zelf initiatieven nemen, alles zelf uitvoeren of zodanig delegeren dat anderen taken kunnen overnemen) en wat betekent dit voor het werk van de bestuursleden?
Dit handboek is bedoeld om (nieuwe, beginnende of al functionerende) bestuurders te informeren over de belangrijkste aspecten van het bestuurswerk.
In hoofdstuk 4 komen de belangrijkste bestuurstaken aan bod. Waar moet of kan een bestuur, afhankelijk van hoe uitgebreid hetzijn rol opvat, aan werken? Dat zijn heel wat zaken, variërend van de communicatie met de achterban tot het verwerven van zeggenschap bij de verhuurder, faciliteiten bieden aan bewonerscommissies, aansturen van adviseurs en aantrekken van nieuwe vrijwilligers. Hoofdstuk 5 licht toe hoe een bestuur het best zijn doelen kan bereiken. Veel huurdersorganisaties hebben de neiging meteen activiteiten te bedenken. Daar moet echter iets aan voorafgaan. Wat wil de organisatie in een bepaald jaar of met een bepaalde activiteit bereiken? Wat zijn de mogelijkheden en welke prioriteiten moet de organisatie aanbrengen om zo gericht en effectief mogelijk te kunnen werken? In de bijlagen vindt u onder meer de voorbeeld-statuten van een huurdersvereniging en een kort overzicht van de verschillen tussen een vereniging en een stichting.
11