Nummer 1 - April 2011 | jaargang 2
C o assistenten
WETENSCHAPPELIJK TIJDSCHRIFT HAGAZIEKENHUIS
S pecial
HagaScoop
HagaZiekenhuis van de wetenschap
8 10
4 12 14
20
I N H O U D S O P G AV E Voorwoord dr. M. (Mark) Van Houdenhoven, lid Raad van Bestuur HagaZiekenhuis
2
Interview met dr. T.C.A.M. (Theo) van Woerkom, decaan/affiliatiecoördinator en onderwijscoördinator L. (Lilian) Brijson over de HagaAcademie
4
Dermatologie: coassistent Marina van Dassen en opleider dermatoloog A. (Andrea) Stouthamer
6
Gynaecologie & Verloskunde: semi-arts Fenna Jansen en opleider gynaecoloog A.M.L.D. (Anne-Marie) van Haaften - de Jong
8
Heelkunde: coassistent Britt Nievaart en opleider vaatchirurg dr. B. (Bob) Knippenberg
10
Interne Geneeskunde: coassistent Roos Vlug en opleider internist dr. H. (Hessel) van Houten
12
Kindergeneeskunde: coassistent Marthe Roex en opleider kindercardioloog dr. R.H. (Rob) Lopes Cardozo
14
KNO-heelkunde: coassistent Margreeth van den Berg en opleider KNO-arts dr. E. (Evert) Rijntjes
16
Neurologie: coassistent Hanna van Steenbergen met opleider neuroloog dr. P. (Paul) Wirtz
18
Oogheelkunde: coassistent Margriet van Bemmelen met opleider oogarts dr. N.(Nicola) Kuiper
20
Overzicht medische opleidingen in het HagaZiekenhuis
22
Colofon
23
HagaScoop | April 2011
1
“Opleiden en onderwijs geven zijn belangrijke doel
“Als topklinisch opleidingsziekenhuis investeren wij
stellingen van het HagaZiekenhuis. Dat geldt met
optimaal in goed onderwijs aan deze doelgroepen.
name voor onderwijs aan coassistenten en semi
Zij krijgen in het HagaZiekenhuis te maken met
artsen, want zij zijn de artsen van de toekomst.”
veel patiëntencontact en een diversiteit aan ziekte
Aan het woord is dr. M. (Mark) Van Houdenhoven,
beelden. Een ideale leer- en werkomgeving.”
lid Raad van Bestuur van het HagaZiekenhuis.
Kennis en vaardigheden overdragen: een must en vooral erg leuk Vanwege het positieve opleidingsklimaat is het HagaZiekenhuis een ideale setting voor arts-assistenten, coassistenten, maar ook voor paramedici en (gespecialiseerd) verpleeg kundigen. Jaarlijks voltooien ruim vierhonderd coassistenten/ semi-artsen hun stage in het HagaZiekenhuis. “Kennis en vaardigheden overdragen aan jonge artsen is een must, en het is bovenal erg leuk”, vertelt Van Houdenhoven. “Onze opleiders hebben daarin een voorbeeldfunctie. Wij willen als topklinisch opleidingsziekenhuis onze verantwoordelijkheid nemen om coassistenten op te leiden tot bekwame artsen. Artsen die met vertrouwen aan hun carrière bouwen.
'Wij willen als topklinisch opleidings ziekenhuis onze verantwoordelijkheid nemen om coassistenten op te leiden tot bekwame artsen' Menig coassistent zien wij terug als hij zijn semiarts-stage of een arts-assistentenopleiding bij ons gaat volgen. Dat is een van de maatstaven die laat zien hoe je het als opleidings ziekenhuis doet. Opleiden houdt ons scherp om op het hoogste niveau zorg en kwaliteit te blijven leveren. De houding naar de patiënt is daarbij essentieel.” 2
HagaScoop | April 2011
Coassistenten maken in het HagaZiekenhuis kennis met zowel basiszorg als vaak onderscheidende topklinische functies. “Dat is het voordeel van een topklinisch opleidingsziekenhuis ten opzichte van een algemeen ziekenhuis.”, weet Van Houdenhoven. Voorbeelden van topklinische functies zijn kindergeneeskunde, oncologie, hematologie, hartcentrum, het cystic fibrosis centrum, orthopedie en oogheelkunde. “Bovendien huisvest het ziekenhuis de drukst bezochte SEH van Nederland. Voor coassistenten betekent dit een interessante werk- en leeromgeving. Bij een aantal coschappen maakt de coassistent tevens kennis met meerdere locaties en specialisaties van het ziekenhuis zoals de acute zorg op locatie Leyweg en de Geneeskunde bij kinderen in ons ‘eigen’ Juliana Kinderziekenhuis. Hierdoor bieden wij coassistenten de mogelijkheid om uit een scala van vakgebieden kennis en praktische ervaring op te doen in diverse settings”, aldus Van Houdenhoven.
Gericht commentaar Van Houdenhoven: “Analoog aan het Nieuwe Opleiden krijgt directe feedback een steeds prominentere plaats in het onderwijs aan de coassistenten. Dat vinden wij belangrijk, omdat de ervaring leert dat een coassistent, bij het leren van geneeskunde in de praktijk, veel baat heeft bij gericht commentaar van de opleiders. Hierdoor kunnen coassistenten hun klinische competentie verbeteren. Naast feedback over zijn medische kennis en vaardigheden, krijgt de coaasisstent ook
voor w oord
‘Opleiden leert ons ook veel’
dr. M. (Mark) Van Houdenhoven, lid Raad van Bestuur
gerichte feedback over diens communicatie, samenwerking en professioneel gedrag. Uiteraard wordt dat in een veilige setting gegeven en op een opbouwende wijze gegeven. Omgekeerd horen wij van de coassistent graag hoe hij zijn coschap in ons ziekenhuis heeft ervaren en of hij suggesties heeft ter verbetering van het onderwijs. Ook wij staan open voor feedback en leren graag.
Opleidingsinstituut HagaAcademie Het opleidingsinstituut van het HagaZiekenhuis, de HagaAcademie, onderhoudt nauwe contacten met het Leids Universitair Medisch Centrum en het Erasmus Medisch Centrum, Met deze academische ziekenhuizen heeft het HagaZiekenhuis een affiliatieovereenkomst voor coassistenten. De HagaAcademie begeleidt de coassistenten bij binnenkomst en organiseert tweewekelijks onderwijs tijdens een coassistentenlunch, waarbij praktijkervaringen worden uitgewisseld en een medisch thema bediscussieerd wordt. Alle afdelingen waar coassistenten onderwijs krijgen, hebben een eigen onderwijscoördinator met secretariaat. De onderwijscoördinatoren vormen met decaan/affiliatie coördinator (dr. Theo van Woerkom) van de HagaAcademie en de opleidingscoördinator van het bureau voor het co assistentenonderwijs (Lilian Brijson) de Centrale Coassistenten Commissie (CCoC).
In deze speciale uitgave van het wetenschappelijk tijdschrift HagaScoop van het HagaZiekenhuis geeft dr. M. (Mark) Van Houdenhoven, lid Raad van Bestuur het belang van goed onderwijs aan. Decaan T.C.A.M. (Theo) van Woerkom en L. (Lilian) Brijson vertellen waar de HagaAcademie voor staat en wat coassistenten van hun coschap in het HagaZiekenhuis kunnen verwachten, maar ook wat het HagaZiekenhuis van de coassistenten mag verwachten. Acht coassistenten delen hun ervaringen met hun coschap in het HagaZiekenhuis. Ook de opleiders komen aan het woord. Zij vertellen hoe zij tegen onderwijs aankijken en wat zij de coassistenten graag willen leren. Op de website www.hagaziekenhuis.nl/wetenschap zijn alle edities van HagaScoop in te zien.
HagaScoop | April 2011
3
4
HagaScoop | April 2011
intervie w
Het HagaZiekenhuis ontvangt jaarlijks 425 coassistenten. Voor sommigen van hen is het de eerste echte kennismaking met de medische praktijk. Anderen komen voor hun semi-arts stage. Allemaal worden ze opgevangen en wegwijs gemaakt door de HagaAcademie. Opleidingscoördinator L. (Lilian) Brijson en decaan/affiliatiecoördinator dr. T.C.A.M. (Theo) van Woerkom vertellen waar de HagaAcademie voor staat en wat coassistenten van hun coschap kunnen verwachten.
De HagaAcademie, wegwijzer voor coassistenten “Een coschap begint altijd met een introductie bij de Haga Academie”, vertelt Lilian Brijson. “Ik vertel iets over het ziekenhuis en licht mijn rol als opleidingscoördinator toe. Als het even kan maken de coassistenten kennis met dr. van Woerkom, de affiliatiecoördinator. Theo is vanuit het HagaZiekenhuis eindverantwoordelijk voor de coschappen en medische vervolgopleidingen. Hij is bovendien de vertrouwenspersoon voor onze coassistenten. Zij kunnen bij hem terecht met problemen of vragen. Voor alle organisatorische aangelegenheden ben ik de aangewezen persoon.” Op de dag van ontvangst worden de coassistenten geregistreerd en ontvangen ze bedrijfskleding. Ook een bezoek aan de bedrijfsverpleegkundige staat op het programma. Deze checkt de vaccinatiestatus en andere medische bijzonderheden. Na een rondje door het ziekenhuis draagt Lilian de coassistenten over aan de opleider voor de coschappen van de betreffende afdeling.
Feedback Een van de onderwerpen die tijdens de introductie aan bod komt, is het zorgconcept van het HagaZiekenhuis. “Wij werken hier vanuit het Planetree-concept”, licht Lilian toe. “Dat komt er in het kort op neer dat we persoonlijke zorg bieden waarbij we de patiënt centraal stellen. Goede communicatie is daarbij cruciaal. Artsen en andere hulpverleners moeten zich kunnen verplaatsen in de patiënt. Wat vindt hij of zij belangrijk, wat betekent de aandoening voor hem of haar? Het is een onderwerp dat ook tijdens de co-lunches - het discipline-overstijgende onderwijs dat de HagaAcademie aanbiedt - regelmatig terugkeert.” “In de opleiding tot arts gaat het steeds meer om kennis én communicatie”, vult dr. van Woerkom aan. “Als je niet goed communiceert, kom je immers niet ver met je kennis. Het gaat er niet alleen om dat je een onderzoek goed leert uitvoeren maar ook dat je goed contact maakt met de patiënt. Beide leer je vooral door te doen en feedback te krijgen. Tijdens de co schappen krijg je die feedback on the spot. Vroeger deed je als coassistent een intake en vervolgens besprak je je bevindingen
met je opleider. Nu zit de opleider erbij tijdens de intake en kan na afloop gerichte feedback geven, zowel wat betreft de medische als de communicatieve vaardigheden.”
Goed voorbeeld De opleidersgroep (specialisten en arts-assistenten) binnen het HagaZiekenhuis is erg gemotiveerd om coassistenten op te leiden. Lilian: “Zij zien het als een investering in de eigen kweekvijver. Het gebeurt nogal eens dat een coassistent voor een bepaald specialisme kiest op grond van zijn of haar goede ervaringen tijdens het coschap.” “Ook voor de specialisten zelf is het waardevol om artsen in spe op te leiden”, vindt Theo. “Praktijkonderwijs geven is hardop denken en hardop denken is de beste feedback die je jezelf geven kunt. Je bent daardoor heel bewust met je eigen vak en je eigen gedrag bezig. Dat houdt je scherp. Je dwingt jezelf om het goede voorbeeld te geven. En voor een coassistent is niets zo inspirerend als het goede voorbeeld.”
Hard nodig Naast gemotiveerde opleiders draagt het algehele opleidings klimaat bij aan het succes van een coschap. Coassistenten moeten het maximale uit hun coschap kunnen halen. Om de kwaliteit van het opleidingsklimaat te bewaken, heeft het HagaZiekenhuis vorig jaar een centrale coassistentencommissie ingesteld. Lilian: “Deze commissie houdt bijvoorbeeld de uitkomsten van de periodieke enquêtes onder coassistenten nauwlettend in de gaten. De uitkomsten geven, samen met informatie uit gesprekken met coassistenten en werkbezoeken van het LUMC, een indruk wat er goed gaat en waar het beter kan.” “Maar het moet wel van twee kanten komen”, stelt Theo. Daarom heeft hij als tip voor de coassistenten: “Kom niet met de gedachte dat je hier slechts tijdelijk bent en dat het je alleen maar tijd kost. Kom met de overtuiging dat jij ons iets te bieden hebt, dat wij jou net zo hard nodig hebben als jij ons.” HagaScoop | April 2011
5
Marina van Dassen Leeftijd: 23 Coschap Dermatologie
6
HagaScoop | April 2011
D ermatologie
Coassistent Marina van Dassen had ‘helemaal niets’ met het vakgebied dermatologie. Maar het coschap op de afdeling Dermatologie in het HagaZiekenhuis veranderde haar mening en ze begon het zelfs leuk te vinden. Vooral toen Marina de theorie en de praktijk kon verenigingen werd het voor haar interessant. Ze mocht al snel zelf nieuwe patiënten zien en ‘statussen’.
Het viel me in het ziekenhuis op dat iedereen elkaar groet Marina van Dassen classificeert het Haga Ziekenhuis als een prima opleidingsziekenhuis. “Er is in dit ziekenhuis duidelijk aandacht voor coassistenten en opleidingen in het algemeen. Onze groep coassistenten werd de eerste dag uitstekend ontvangen door de HagaAcademie. Ook op de afdeling merkte ik dat iedereen bereidwillig is om je iets uit te leggen. Ik kon altijd vragen stellen. Dat geldt sowieso voor het hele ziekenhuis. Ik werd overal vriendelijk geholpen. Opvallend vond ik dat er veel gegroet wordt in het ziekenhuis. In andere ziekenhuizen ervaar ik dat wel een anders, zoals medewerkers die gewoon stug langs elkaar heen lopen.” “Het allerbelangrijkste tijdens een coschap bij een specialisme vind ik een veilige en prettige leeromgeving,” zegt Marina. “Als zo’n cultuur er niet is, voel je je niet op je gemak en is het moeilijk om iets te leren. En dat is immers waarvoor je je coschappen loopt. Door veel van het specialisme te zien zoals ziektebeelden, maar ook door handelingen en onderzoeken zelf te mogen doen, leer je het meest.”
Veel patiënten Op de afdeling Dermatologie zag Marina veel patiënten met uiteenlopende aandoeningen. “Ik mocht al snel zelf nieuwe patiënten zien. In een perifeer ziekenhuis zoals het Haga Ziekenhuis leer je veel over de basiszorg, hoe een ‘normale’ aandoening eruit ziet. Dat vind ik prima. In een academisch ziekenhuis zie je als coassistent veel minder patiënten en dan gaat het vaak nog om bijzondere aandoeningen die je in je verdere carrière waarschijnlijk niet meer zal tegenkomen.”
Theorie en praktijk Op de vraag of Marina goed was voorbereid op dit coschap antwoord ze: “Ja, aan de ene kant wel, maar aan de andere kant voorziet de studie geneeskunde niet in voldoende theoretische kennisleerstof op het gebied van de derma tologie. Deze kennislacune moest ik dan ook met behulp van dit coschap inhalen. Dat had wel als gevolg dat mijn eerste twee weken
uit theorielessen bestonden. Daarna vond ik het coschap pas echt leuk worden, omdat ik vanaf dat moment de theorie en praktijk kon verenigen. Door te vragen wat er op de afdeling mogelijk was, kon ik initiatieven nemen. Ik wilde bijvoorbeeld graag leren om biopten te doen en daar was alle ruimte voor.” “Tijdens mijn coschap op de dermatologie was er veel aandacht voor het goed afnemen van de anamnese, het lichamelijk onderzoek en het beschrijven van de dermatologische diagnose. Het coschap was in mijn beleving overigens te kort om alles van de derma tologie te zien en te begrijpen.” “Terwijl ik er eerst helemaal niets mee had, ben ik het vak dermatologie leuk gaan vinden, maar ik zal er niet in verdergaan”, vertelt Marina. “Mijn keuze ligt bij de psychiatrie.”
Opleider dermatoloog A. (Andrea) Stouthamer
Vertrouwd raken met omgang met patiënten “Momenteel is dermatologie het eerste specialisme waar alle coassistenten hun coschap mee beginnen. Het is daardoor de eerste keer in hun loopbaan dat ze als arts zelf in direct contact komen met patiënten. Ik vind het belangrijk dat coassistenten vertrouwd raken met het omgaan met ‘echte’ patiënten, maar ook dat ze leren samenwerken met het vaste personeel van de polikliniek
zoals de secretaresse, baliemedewerkers, doktersassistenten. Als opleider probeer ik voor coassistenten makkelijk toegankelijk te zijn en een veilige sfeer te creëren zodat ze al hun vragen durven te stellen. Verder hoop ik mijn enthousiasme voor het vak dermatologie over te brengen aan de coassistent.”
HagaScoop | April 2011
7
Fenna Jansen Leeftijd: 26 Semi-arts stage (6e jaars), Gynaecologie & Verloskunde
8
HagaScoop | April 2011
& V erlos k unde
Uitdagend, soms stressvol... maar altijd leerzaam en absoluut leuk bij de hartelijke groep van Gynaecologie & Verloskunde van het HagaZiekenhuis. Dat is de mening van Fenna Jansen die er zestien weken als semi-arts stage liep en snel werd opgenomen als teamlid. “Plezierig vond ik dat ik mijn programma, met uiteraard bepaalde basiseisen, grotendeels zelf kon samenstellen.”
Als semi-arts heeft Fenna Jansen alle co schappen doorlopen en koos heel bewust voor deze semi-stage. “Ik merkte dat ik, tijdens mijn eerste -relatief rustige- derdelijns coschap Gynaecologie & Verloskunde in het Leids Universitair Medisch Centrum, het nodige gemist heb aan de snelle basiszorg van de tweede lijn. Zwangerschapshypertensie en verdenking gebroken vliezen had ik bijvoorbeeld weinig gezien.”
Veel verantwoordelijkheid
“De eerste weken bij een coschap zijn altijd wat onwennig”, ervaart Fenna. “Alles is nieuw en je doet veel indrukken op. Op Gynaecologie & Verloskunde werd voldoende tijd besteed aan uitleg en er was altijd iemand aan wie je je vragen kon stellen. Gynaecologie & Verlos kunde is een onvoorspelbaar vak door de spoedeisende zaken die er voorkomen. Maar dat maakt het tevens een heel boeiend vak.”
Volgens Fenna biedt de afdeling Gynaecologie en Verloskunde voldoende ruimte voor eigen inbreng en is de begeleiding prima. “De specialisten zijn zeer goed benaderbaar en betrokken. Ze geven als dat nodig is extra uitleg aan coassistenten op individueel niveau. Daarnaast wordt er onderwijs gegeven over disciplines die niet standaard aan bod komen in het curriculum. En de vakken die het curriculum wel biedt, worden flink uitgediept. Daarnaast is er ruimte voor zelfontplooiing. Onder voorafgestelde
Fenna Jansen kreeg als semi-arts, onder supervisie, al relatief veel verantwoordelijkheid door de zorg voor een hele afdeling. “Dat was aanvankelijk even slikken omdat je dat niet gewend bent, maar het is natuurlijk wel belangrijk om dat te leren. Er komt een moment dat je die verantwoordelijkheid zelfstandig moet kunnen dragen.
G y naecologie
Ruimte voor zelfontplooiing voorwaarden, mocht ik mijn eigen planning maken. Zo heb ik een periode op de afdeling gewerkt, nachtdiensten gedraaid en op de verloskamers gestaan. Wat ik ook waardevol vond was het leren samenwerken met verpleegkundigen en het visite lopen. Dat is iets wat ik tijdens mijn andere coschappen weinig heb gedaan. Dat is een waardevolle aanvulling geweest tijdens mijn semi-arts stage.”
Geslaagd coschap Voor Fenna zijn goede feedback, benaderbare en vriendelijke assistenten en specialisten en ruimte voor zelf ontplooiing belangrijke criteria voor een geslaagd coschap. De Gynaecologie & Verloskunde voldeed wat haar betreft aan al die criteria. Wat Fenna als specialisatie wil kiezen weet ze nog niet zeker, maar ze heeft wel een sterke voorkeur gekregen voor de Gynaecologie & Verloskunde.
Opleider gynaecoloog A.M.L.D. (Anne-Marie) van Haaften-de Jong
Een coassistent moet zich veilig en vrij voelen “Coassistenten moeten tijdens hun coschap in staat worden gesteld alle facetten van ons vak mee te maken. Met de opbouw van het coschap in ons ziekenhuis proberen we dat te realiseren. De coassistenten moeten, na het beëindigen van hun coschap, patiënten met gynaecologische en obstetrische problematiek op eerstelijns niveau kunnen diagnosticeren en behandelen. Mocht een coassistent interesse hebben voor ons vak, dan hoop ik dat onze opleiding de doorslag geeft bij de beslissing hierin verder te gaan.“
“Het aantal coassistenten wisselt per periode. Er is in ons ziekenhuis ook ruimte voor opleiding aan keuzecoassistenten en semi-artsen. Doelstelling binnen onze maatschap is voldoende opleidingsmomenten in de verschillende disciplines te geven. Tussenbeoordelingen en feedback geven vinden wij belangrijk. Coassistenten moeten zich veilig en vrij voelen bij het uitvoeren van handelingen en het stellen van vragen. Vanwege onze kliniek met bilocatiemodel hebben wij twee begeleiders/aanspreekpunten, mijn collega-gynaecoloog Tjeerd Huisman en ik.” HagaScoop | April 2011
9
Britt Nievaart Leeftijd: 24 Masterfase, coschap Heelkunde
10
HagaScoop | April 2011
H eel k unde
Britt Nievaart weet na haar coschap op de Heelkunde zeker dat zij snijdend arts wil worden. “Ik ben zonder specifieke verwachtingen dit coschap ingegaan. Het werd een leuk en leerzaam coschap. Ik was blij verrast door het enthousiasme van de specialisten en arts-assistenten in het HagaZiekenhuis. Ze nemen alle tijd om de leerstof uit te leggen, zijn geduldig als je als zoveelste coassistent dezelfde vraag nogmaals stelt en vinden het nooit vervelend als je bij een ingreep komt kijken. Er is een goede balans tussen het onderwijs -overigens van goede kwaliteit- en de praktijkervaring.”
Heelkunde is een fijne leeromgeving Britt vindt het prettig dat ze ruimte kreeg om haar eigen dag- en weekindeling te bepalen. “Zo had ik grote invloed op mijn eigen leercurve”, legt ze uit. “Als coassistent wil je een realistisch beeld van een bepaald vak gebied krijgen. Dat is alleen haalbaar als je overal en met iedereen mag meekijken. Vragen die ik daarbij had: ‘Wat houdt het specialisme in, welke subspecialismen zijn er en is het wat voor mij? Bij de Heelkunde kreeg Britt alle ruimte voor eigen initiatief. “Zelf iets doen vind ik is belangrijk. Daar leer je het meeste van. Hechten, wondjes plakken, snijden, patiënten zien, steriel staan op de OK en overleggen met de specialisten… ik heb het allemaal gedaan.” “Het rooster was gevarieerd”, vertelt Britt. “We kregen elke week een e-mail met het weekrooster waardoor ik mij kon voorbereiden op de poli’s, OK’s of POK’s. Daarnaast wilde iedereen graag weten wie ik was. Dat gaf
een welkom gevoel! De borrel op vrijdagavond op de Heelkunde en de bakjes koffie op de afdeling zijn erg gezellig geweest. Uiteraard werd er ook hard gewerkt. Als ik vragen had, wist ik bij wie ik terecht kon. Het kwam ook nogal eens voor dat ik gepiept werd om ‘nu onmiddellijk’ naar de OK te komen omdat ze me nodig hadden om te assisteren, whoop!” Britt vond dat ze theorietechnisch niet goed was voorbereid op haar heelkunde-coschap. “De theoretische studie in de doctoraalfase beperkt zich vooral tot de interne genees kunde. Hoewel het geen al te groot obstakel was, zou er in de basisopleiding meer aandacht besteed moeten worden aan anatomie, bewegingsleer en wondverzorging. Overigens kun je de technische vaardigheden van het vak Heelkunde alleen maar in de praktijk leren. Ik had al wel graag tijdens de studie leren hechten voordat ik op de heelkunde kwam.”
Te kort Als het aan Britt lag, had haar coschap op Heelkunde veel langer mogen duren. “Ten eerste omdat ik de chirurgie een prachtig vak vind en ten tweede omdat de heelkunde zo’n allesomvattend en breed vakgebied is dat het bijna onmogelijk is om een goede indruk te krijgen in slechts acht weken. De bereidwilligheid van de artsen om onderwijs te geven en het vertrouwen dat ik van hen kreeg om handelingen zelfstandig uit te voeren, vond ik bijzonder. Is er dan helemaal geen kritiek te geven op het coschap? Britt: “Jawel. Ik had al wel verwacht dat ik moeite zou hebben om ’s ochtends om half zes op te staan. Die verwachting is uitgekomen…”
Opleider vaatchirurg dr. B. (Bob) Knippenberg
De patiënt heeft een centrale positie “Als opleider heb ik een voorbeeldfunctie, daar ben ik mij van bewust en daar handel ik naar. De meest belangrijke uiting daarvan is dat je de coassistenten laat zien dat de patiënt centraal staat. Daar moeten wij als zorg professionals van doordrongen zijn. Dat betekent dat we er voor zorgen dat de patiënt de juiste behandeling krijgt, maar ook dat we goed luisteren naar zijn vragen en die zo goed mogelijk beantwoorden.”
“Voor een opleider vind ik ‘eerlijkheid’ de meest belangrijke eis. Eerlijk zijn naar de coassistenten én naar je collega’s. Een onderdeel daarvan is ook uiting geven aan je twijfel. In de geneeskunde zijn er immers zelden zwart-wit-situaties. Elke keuze voor een medische behandeling heeft een beredenering, een motief. Die maak ik graag bespreekbaar; daar kunnen we, de opleider en de coassistent van leren. HagaScoop | April 2011
11
Roos Vlug Leeftijd: 26 Coschap Interne Geneeskunde
12
HagaScoop | April 2011
G enees k unde
Voor aanvang van haar coschap Interne Geneeskunde was Roos Vlug niet zo zeker van haar theoretische kennis, maar die onzekerheid bleek onterecht. Met de sociale en psychische kant van de behandeling van de patiënt had Roos het soms moeilijk. “Het is onmogelijk om je emotioneel volledig voor te bereiden op alles wat komen gaat.”
Tijdens haar coschap sprak Roos Vlug regel matig met patiënten die langdurig in het ziekenhuis verbleven en met patiënten die te horen kregen dat ze ongeneeslijk ziek waren. “Het viel mij op dat deze mensen zo positief in het leven bleven staan, konden lachen en vriendelijk waren tegen artsen en verpleegkundigen. En ondanks hun ziekte bleven ze geïnteresseerd in mij, hun zaalgenoten en andere mensen om zich heen. Ik vind het bijzonder om te zien dat deze mensen, ondanks alle ellende, toch nog konden genieten.” Vooral haar eerste ervaringen in uitzichtloze situaties tijdens behandeling van patiënten waren voor Roos moeilijk. “Er valt niets voor te bereiden als je voor het eerst bij een slechtnieuwsgesprek zit en ‘jouw’ patiënt te horen krijgt dat hij ongeneeslijk ziek is. Er valt niets voor te bereiden als ‘jouw’ patiënt plotseling overlijdt. En er valt niets voor te bereiden als ‘jouw’ patiënt na een reanimatie,
ondanks alle inspanningen, het toch niet haalt. Die emotionele situaties moet je in de praktijk meemaken om er de volgende keren hopelijk beter mee om te kunnen gaan. Dat leer je niet in een nagespeelde setting.”
Belang patiënt voorop Roos: “Wat ik met name een waardevolle les vind, is dat wij –artsen- niet altijd moeten handelen naar onze eigen inzichten en ons eigen kunnen, maar dat we vooral naar de mening van de patiënt moeten luisteren. Sommige patiënten hebben genoeg mee gemaakt in hun leven en hebben vrede met het feit dat dit in korte tijd zal eindigen. Zij zitten niet meer te wachten op een heroïsche actie van dokterszijde. Dat was een belangrijk leerpunt voor mij, te leren denken en handelen in het belang van de patiënt en niet altijd in het vermogen van de arts.”
I nterne
Een arts moet denken en handelen in het belang van de patiënt De eerste dagen op de afdeling voelde Roos zich nog onwennig. Maar dat gevoel verdween na een week. “De sfeer op de afdeling is gemoedelijk. Er is geen afstand tussen specialisten en coassistenten. De specialisten en de arts-assistenten waren altijd bereid me iets te leren. Hun verwachtingen en onze taken waren duidelijk. Ondanks dat ik had verwacht meer poliklinische patiënten te zien, voldeed het coschap inhoudelijk aan mijn verwachtingen. Er werd regelmatig ‘bedside teaching’ gegeven. Leuk en leerzaam! Dat gold ook voor het onderwijs van longartsen, hematologen, reumatologen en cardiologen. Roos heeft al jaren een voorkeur voor Tropengeneeskunde. De vier weken op de afdeling Infectieziekten hebben haar interesse in tropische ziekten en infectieziekten alleen maar versterkt.
Opleider internist dr. H. (Hessel) van Houten
Enthousiasme voor het vakgebied overbrengen “Onze vakgroep Interne Geneeskunde biedt coassistenten een stimulerende leeromgeving. We dragen onze kennis en ervaring over in één-op-één situaties en tijdens ons uitgebreide onderwijsprogramma in plenair verband. Wij vinden het belangrijk dat coassistenten hun vragen laagdrempelig kunnen stellen. Waar dat mogelijk en verantwoord is, moedigen we het aan om initiatieven te ondernemen en zelfstandig te werken. Het ontwikkelen en uitoefenen van een adequate professionele houding tegenover patiënten, verpleeg kundigen en collega’s vind ik daarnaast van groot belang.”
“Mijn taak is om een uitnodigend stage programma op te zetten met een gedoseerde opbouw. Coassistenten zijn in het begin schuchter bij dit eerste grote en breed georiënteerde coschap in ons grote ziekenhuis en hebben vragen en onzekerheden zoals ‘Waar ga ik aan beginnen? Het overzicht ontbreekt bij mij geheel…’. Ze moeten kunnen werken in een vertrouwde omgeving waarbij problemen bespreekbaar zijn. Ik probeer coassistenten bovenal enthousiasme bij te brengen voor ons interessante vakgebied met zijn vele facetten. En ik laat hen een gedegen kennis van onze vakgebieden opdoen, waarmee ze in hun verdere carrière vooruit kunnen.” HagaScoop | April 2011
13
Marthe Roex Leeftijd: 24 Coschap (6e jaars) Kindergeneeskunde
14
HagaScoop | April 2011
Kindergenees k unde
Coassistent Marthe Roex liep haar Kindergeneeskunde coschap in het Juliana Kinderziekenhuis. “Kindergeneeskunde is een bijzonder vak. Je ziet kinderen variërend in de leeftijd van nul tot zestien jaar. De manier van werken met kinderen en hun ouders vergt andere communicatieve vaardigheden van een arts. Dat maakt het coschap zo heel anders dan alle andere coschappen. Het is totaal niet te vergelijken met de volwassenenzorg.”
In het Juliana Kinderziekenhuis voelde ik me echt nuttig “Ik vind het een uitdaging om te proberen met kinderen een vertrouwensband op te bouwen, zodat ze vervolgens toelaten dat je hen onderzoekt. Alle kinderen zijn hierin verschillend. Het gaf me vooral een kick om heel verlegen kinderen via korte gesprekjes en spelletjes zo op hun gemak te stellen dat ze van de schoot van mama of papa afkwamen en met jou meewerkten”, vertelt Marthe Roex, die haar coschap kindergeneeskunde in het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) liep. Marthe: “Ouders maken zich vaak zorgen over hun kind, maar kinderen zelf hebben daar niet zo veel last van. Bij dit coschap heb ik nogmaals het belang van goede communicatie en voorlichting gezien. Ouders kunnen vaak al door goede uitleg gerustgesteld worden. Het kost misschien even tijd, maar het effect ervan is heel groot!”
Tweestrijd tussen geluk en zorgen Marthe vond het een unieke ervaring om als coassistent op de Spoedeisende Hulp
van het JKZ mee te lopen. “Soms was het rustig, maar vaker overvol! In korte tijd kon ik veel patiënten zien en daarmee veel leren over de acute en minder acute kindergeneeskunde. Wat ik ook speciaal vond, was een week op de Neonatologie. Het is heel intens om de tweestrijd tussen het geluk van nieuw leven en daarnaast de zorgen die te vroeg geborenen met zich meebrengen, te mogen ervaren. Ook de aanwezigheid bij geboortes zal mij altijd bijblijven. De spanning die rond een bevalling hangt, de emoties van de ouders en de opluchting wanneer een baby het goed blijkt te doen: dat ik daar deel van mocht uitmaken, was echt bijzonder.” “De berichten over het JKZ zijn positief, dus wat dat betreft waren mijn verwachtingen hoog. Die zijn helemaal waargemaakt tijdens dit coschap”, aldus Marthe. “Op de poli werd echt gerekend op de coassistenten die de nieuwe patiënten zien. Hierdoor voelde ik me als coassistent nuttig en ik werd gemist als ik niet op de poli was.”
Leuke manier van onderwijs “Op verschillende momenten werd ik gestimuleerd tot zelf nadenken. Zoals op de poli wanneer ik een nieuwe patiënt had gezien en deze besprak met een van de kinderartsen. Of tijdens bijvoorbeeld de endocrinologiebespreking, waarbij casussen uit de praktijk werden besproken. Vier dagen per week was er aan eind van de middag ongeveer 45 minuten onderwijs. Door een van de kinderartsen of arts-assistenten en door elke coassistent was er een praatje over een praktijkcasus. Een leuke manier van onderwijs.” Het allerliefst wil Marthe een specialisatie doen met een brede patiëntenpopulatie, waarbij zowel analytisch denken als ‘bezig zijn met je handen’ aan bod komt. “Op dit moment neig ik naar een breed vak, zoals interne geneeskunde. En door het coschap kinder geneeskunde ben ik mij gaan realiseren dat ik het leuk vind om een vak te kiezen waarbij je ook kinderen ziet. Ik ben dan ook benieuwd naar de KNO-heelkunde.”
Opleider kinderarts dr. R.H. (Rob) Lopes Cardozo
Door van fouten te leren groei je in de rol van arts “Ik wil mijn coassistenten graag leren dat zij zoveel mogelijk gebruik moeten maken om, in deze vertrouwde omgeving, van fouten te leren en te groeien in de rol van arts. Direct na deze fase hebben zij de verant woordelijkheid naar de patiënt en collegae
om optimaal en met volledige inzet te functioneren. Hierbij wil ik als opleider zorgen voor een stimulerende en veilige leeromgeving waarin patiëntenzorg, onderwijs en wetenschap hand in hand gaan.”
HagaScoop | April 2011
15
Margreeth van den Berg Leeftijd: 24 Coschap KNO-heelkunde
16
HagaScoop | April 2011
K N O - heel k unde
De KNO-heelkunde had bij voorbaat al de interesse van coassistent Margreeth van den Berg. Na drie weken intensief coschap is dat alleen maar gegroeid. “KNO-heelkunde (KNO) is een divers vakgebied: veel spreekuren met poliklinische ingrepen en verschillende grote en kleinere operaties. De patiëntenpopulatie varieert van heel jong tot oud. Wat mij aansprak tijdens mijn coschap was dat op de afdeling niet alleen naar ‘het KNO-probleem’ werd gekeken, maar dat er ook goed werd geluisterd naar de anamnese van de patiënt.”
Mijn KNO-coschap bevestigde nog meer dat ik KNO wil gaan doen Een paar weken voordat Margreeth van den Berg met haar KNO-coschap begon, volgde zij met medestudenten op de medische faculteit een aantal dagen les over het KNO-vak. Margreeth: “Dat was vooral om de theoretische kennis op te frissen, het lichamelijk onderzoek te herhalen en te oefenen op elkaar. Hierdoor werd de enigszins weggezakte kennis na ruim twee jaar weer opgefrist.” Margreeth voelde zich direct welkom in het HagaZiekenhuis en op de afdeling KNO. “De HagaAcademie organiseerde een intro ductie met rondleiding en zorgde meteen voor een jas en personeelspas. Op de KNO was de samenwerking binnen de afdeling prettig en er was een goede sfeer. Zowel de specialisten als de verpleegkundigen waren altijd bereid om mij wegwijs te maken.”
KNO is veelomvattend Behalve de KNO-arts werken er diverse para medici rondom de zorg van de KNO-patiënt.
Dat maakt de KNO een veelomvattend en gevarieerd vak. “Ik mocht zelf nieuwe patiënten onderzoeken en besprak het resultaat daarna met de KNO-specialist. Zo leerde ik het lichamelijk onderzoek goed onder de knie te krijgen. Ik vond het interessant om mee te lopen met de audiometrist en logopedist, daardoor kreeg ik een goed beeld van hun vakgebieden. En ik heb het KNO-spreekuur in het Juliana Kinderziekenhuis kunnen meemaken. Zo heb ik verschillende aspecten van het vakgebied kunnen aanschouwen. Wat ik echt bijzonder vond is dat ik mijn eerste tonsillectomie op de OK heb mogen doen, natuurlijk onder supervisie.” Op de KNO-heelkunde wordt van elke co assistent verwacht dat deze een praatje houdt over een wetenschappelijk onderwerp. Het is de bedoeling dat zo’n praatje stof voor discussie oplevert. Aan het eind van het coschap volgt een uitgebreid gesprek met de opleider over het functioneren tijdens het coschap en over de toekomstplannen van de coassistent.”
Vooruitstrevend De KNO-afdeling in het HagaZiekenhuis is vooruitstrevend vindt Margreeth. “De vakgroep heeft een eigen website KNOcare.nl. Daarop wordt een duidelijk overzicht gegeven van het KNO-vakgebied met diverse filmpjes van operaties die door de specialisten van het HagaZiekenhuis zelf zijn uitgevoerd. Voor coassistenten is dat een waardevolle aanvulling op de lesstof. Naast de website wordt op twitter getweet over nieuwe ontwikkelingen op KNO-gebied en over het reilen en zeilen van de afdeling.” Margreeth wilde graag langer op KNO blijven om meer ervaring op te kunnen doen. “Ik kan mij voorstellen dat het dan mogelijk is om nog meer cases te bestuderen en andere OK’s mee te maken. KNO heeft echt mijn interesse, ik ben nog enthousiaster geworden dan ik al was.”
Opleider KNO-arts dr. E. (Evert) Rijntjes
Drempelloos benaderbaar zijn Ik probeer in een relatief korte periode de coassistenten kennis te laten maken met de KNO-heelkundige problematiek in de breedste zin des woords. Dit gebeurt zowel op de polikliniek, als in de kliniek en op de OK. Het geeft veel voldoening wanneer je je eigen enthousiasme voor je vak kunt overdragen op een coassistent.”
“Als opleider probeer ik drempelloos benaderbaar te zijn en voortdurend te zoeken naar de lacunes in kennis en ervaring bij de coassistent. Verder wil ik als opleider voortdurend stimulerend en enthousiasmerend te zijn. Het is fantastisch wanneer je later je eigen coassistenten weer terug ziet als AIOS in de Keel-, Neus- en Oorheelkunde. Dan heb ik een voldaan gevoel.” HagaScoop | April 2011
17
Hanna van Steenbergen Leeftijd: 22 Coschap Neurologie (5e jaars)
18
HagaScoop | April 2011
N eurologie
Coassistent Hanna van Steenbergen vindt een coschap geslaagd als ze aan het eind een behoorlijk goed beeld heeft van de inhoud van het specialisme. “De essentie is ervaring en kennis opdoen. Op de neurologie werd dat versterkt door de goede sfeer op de afdeling tussen de coassistenten onderling en de omgang met de arts-assistenten en specialisten. Ik vond het fijn dat ik iets kon bijdragen aan de patiëntenzorg dat zowel nuttig voor de artsen was als leerzaam voor mezelf.”
Wat patiënten soms meemaken zet je wel aan het denken Hanna van Steenbergen is door haar coschap bij neurologie meer bewust geworden van het enorme verlies dat een patiënt kan leiden, bijvoorbeeld na een herseninfarct. “Vaak zijn het ouderen, maar soms gaat het om jonge mensen die daarvoor altijd gezond waren. Plotsklaps raken ze gedeeltelijk verlamd of kunnen ze niet meer goed praten. Voor hun verzorging zijn ze grotendeels op anderen aangewezen. Indrukwekkend, het zette mij aan het denken of het leven op zo’n manier nog de moeite waard is. Pas wanneer je zelf in zo’n situatie komt kan je er echt over oordelen. Iedere patiënt gaat er op zijn eigen manier mee om.” Hanna’s coschap begon met een oefendag in het Leids Universitair Medisch Centrum. Die kon zij goed gebruiken, want Hanna vindt dat er in het curriculum te weinig aandacht wordt besteed aan het vak neurologie en het neurologisch onderzoek. “In je coschap loop je daar dan tegen aan. Je mist de vaardigheid om een neurologisch onderzoek vloeiend te kunnen uitvoeren. Dat kan voor de patiënt vervelend zijn. En voor je zelf is het in ieder geval niet fijn.”
Hanna vond haar coschap neurologie in het HagaZiekenhuis afwisselend. “Het staat goed aangeschreven. Terecht vind ik, je leert hier veel in zes weken. Er wordt ruim aandacht besteed aan de herkenning en behandeling van veel voorkomende neurologische aandoeningen. Het HagaZiekenhuis heeft een zeer gevarieerde patiëntenpopulatie in leeftijd en afkomst. Ik heb met diverse subspecialismen meegelopen zoals de Spoedeisende Hulp, Klinische Neurofysiologie en specifieke poliklinieken zoals de TIA-poli, hernia-poli. Bijzonder is dat coassistenten in het HagaZiekenhuis een week met de vakgroep neurochirurgie kunnen meelopen. Dat kan niet in elk ziekenhuis. Het is een bijzonder vak met precisiewerk.”
Ervaringen uitwisselen Hanna: "Om de week was er een lunch met alle coassistenten uit het ziekenhuis en kregen we van een Haga-specialist onderwijs. Goed om zo ook over andere specialismen te horen en tegelijkertijd gezellig om alle coassistenten te zien en ervaringen uit te wisselen.”
De zes weken coschap neurologie mag van Hanna twee weken langer duren. “Neurologie is een groot en belangrijk specialisme met veel voorkomende ziektebeelden zoals beroerte, hoofdpijn, hernia. Ik vind het belangrijk dat je als arts later voldoende van de neurologie afweet, zodat je bijvoorbeeld als huisarts goed kunt inschatten wanneer je een patiënt moet insturen naar een neuroloog.”
Vaak onderwijs Hanna: “Zeer positief vond ik het frequente onderwijs op neurologie: vier keer per week drie kwartier tot een uur onderwijs van een neuroloog of assistent. Ook was er wekelijks een hele middag onderwijs, zowel voor de arts-assistenten als voor de coassistenten. Een van de artsen presenteerde dan een patiënt en de oudste co hield een eindpraatje. Echt leerzaam! Het coschap neurologie was meer dan geslaagd, maar de Interne Geneeskunde past meer bij mij.”
Opleider neuroloog dr. P. (Paul) Wirtz
Extra tevreden als een coassistent de neurologie een boeiend vak vindt “Een randvoorwaarde voor een goed coschap is dat je als opleider zorgt voor een prettige werksfeer waarin de coassistent zich snel vertrouwd voelt. Daarnaast is het leerzaam als er veel verschillende patiënten gezien kunnen worden, waarbij de coassistent onder supervisie een eigen verantwoordelijkheid krijgt. Het coschap neurologie van het HagaZiekenhuis
biedt beiden. Gedurende het coschap worden coassistenten steeds enthousiaster. Hun begrip van het neurologisch denken en handelen zie je toenemen. Na de eindbeoordeling vraag ik ook altijd wat ze van hun coschap vonden. De meesten stappen er blanco in, maar concluderen dat zij neurologie een boeiend vak vinden. Dan ben ik extra tevreden.” HagaScoop | April 2011
19
Margriet van Bemmelen Leeftijd: 26 Coschap Oogheelkunde
20
HagaScoop | April 2011
O ogheel k unde
Margriet van Bemmelen wilde tijdens haar coschap op de oogheelkunde het liefst zelf zo veel mogelijk (spoed)patiënten zien. “Ik heb het meest geleerd door eerst zelf goed na te denken, een differentiaal diagnose op te stellen en die vervolgens met de specialist te overleggen. Ik werd daarin goed begeleid. Het wordt steeds boeiender als je gaandeweg meer begrijpt van het oog heelkundig vak en kleine verrichtingen zelfstandig kan uitvoeren. Bijvoorbeeld een corpus alienum in het oog mocht ik op een gegeven moment zelfstandig verwijderen.”
Oogheelkunde wordt steeds boeiender als je er meer van begrijpt Het coschap bij het specialisme oogheelkunde was voor coassistent Margriet van Bemmelen meer dan geslaagd. “Als ik straks moet wachten op een opleidingsplek, kan ik in het Haga Ziekenhuis bij de oogheelkunde misschien als AGNIO aan de slag. Dat zou een welkome plek voor mij zijn. Mijn keuze voor de toekomst ligt bij de huisartsgeneeskunde, maar dan mogelijk wel gespecialiseerd in de oogheelkunde. Zo’n AGNIO-plek zou dus voor mij zeker meerwaarde hebben.”
Onderscheid kunnen maken Bij de oogheelkunde in het HagaZiekenhuis kreeg Margriet de kans om veel patiënten zelf te zien. “De gevarieerdheid en het aantal patiënten én de diversiteit aan aandoeningen is groot bij oogheelkunde. Ik leerde goed onderscheiden wat heel goed door een huisarts behandeld kan worden en wat zeker
doorgestuurd moet worden naar een oogarts. Het was voor mij waardevolle kennis.”
Goede afwisseling “Er werd veel aandacht en tijd besteed aan het oefenen en het gebruik van de spleetlamp en het spiegelen”, vertelt Margriet. “Het kostte in het begin best wat moeite om dat goed onder de knie te krijgen.” Vooral kleine verrichtingen doen heeft Margriets voorkeur. “Wat dat betreft kon ik mijn hart ophalen. Dat vindt volop plaats bij de oogheelkunde in het HagaZiekenhuis. De poliklinische spreekuren, de poliklinische verrichtingen en de verschillende OK’s zorgen voor een goede afwisseling van het programma. Voor mij als coassistent is het gevarieerd genoeg geweest. Ik had graag nog meer verrichtingen zelfstandig willen doen, maar het coschap was helaas niet lang genoeg om dat al te mogen en kunnen.”
Margriet heeft bij Oogheelkunde een prima tijd gehad en leerde er veel. “Ik adviseer mijn mede-co’s zeker om voor het Haga Ziekenhuis te kiezen als ze hun coschap oogheelkunde moeten doen. De technische vaardigheden kan je hier goed leren, de polikliniek is de grootste van regio Haaglanden. Nagenoeg alle patiënten met een oogaandoening uit de regio worden in het HagaZiekenhuis behandeld en er worden veel operaties en laser behandelingen uitgevoerd. De oogartsen, acht in totaal, krijgen ondersteuning van optometristen, orthoptisten en technisch oogheelkunde assistenten. Leuk om met deze deskundigen mee te kijken en te leren wat hun functie inhoudt. Als je als co assistent het vak oogheelkunde in de praktijk goed wilt leren en toepassen, kom je hier zeker goed aan je trekken.”
Opleider oogarts N. (Nicola) Kuiper
Je houding als arts naar de patiënt is essentieel “Coassistenten zijn de artsen van de toekomst. Motivatie is een belangrijk aspect om de lange opleidingstijd te volbrengen. Als opleider moet je een voorbeeld zijn en een coassistent optimaal begeleiden zodat hij zijn eigen plaats kan bepalen in de hedendaagse gezondheidszorg. Dit is natuurlijk een groeiproces. Ook je houding als arts naar de patiënt is daarbij essentieel.” “Het oog is een klein orgaan, maar ons vak gebied is groot en gevarieerd. In het Haga Ziekenhuis zien wij, naast de algemene
oogheelkundige pathologie, een breed scala aan gecompliceerde oogheelkundige aan doeningen zoals de acute oogheelkundige pathologie, vitreoretinale aandoeningen, kinderoogheelkunde. Voor de coassistenten is dit dé kans om kennis te maken met alle facetten van de oogheelkunde. Als opleider probeer je hen daarin goed te begeleiden en de mogelijkheid te geven zoveel mogelijk patiënten zelf te zien. Een coassistent moet na zijn coschap oogheelkunde in staat zijn zelfstandig de basale oogheelkundige pathologie te herkennen: ‘het pluis–niet pluis gevoel, wanneer moet ik
de patiënt doorsturen naar de oogarts?’. Wat ik geweldig vind is, als wij een coassistent als toekomstig oogarts mogen begroeten. Dat is al menig keer voorgekomen.” HagaScoop | April 2011
21
HagaZiekenhuis van de opleidingen
Medische opleidingen in het HagaZiekenhuis Specialisme
Instantie
Anesthesiologie J.A.M. (Jan) de Haas Plv.: dr. M. (Matthias) Pantel
B
Apotheek dr. P.P.H. (Paul) Le Brun Plv.: dr. D.J. (Daan) Touw
Specialisme
Instantie
Klinische Chemie dr. P.F.H. (Paul) Franck dr. F. (Francisca) Hudig
A
KNO dr. H.M. (Henk) Blom Plv.: dr. E. (Evert) Rijntjes
B
Cardiologie dr. B.J. (Ben) Delemarre Plv.: dr. M.J.W. (Marco) Gotte
A
Longziekten dr. H.M. (Harry) Heijerman Plv.: H.E. (Henk) Codrington
A
Gynaecologie/obstetrie dr. B.W.J. (Bart) Hellebrekers Plv.: dr. B. (Bernd) Berning
B
Medische Microbiologie Mw. E.P.M. (Erica) van Elzakker Plv.: R.W. (Ronald) Brimicombe
B
Heelkunde dr. J.W.S. (Jos) Merkus Plv.: dr. W.H. (Willem Hans) Steup
B
Medische Psychologie Mw. D.T. (Nicolette) Verbeet Neurologie dr. S.F.T.M. (Bas) de Bruijn Plv.: R.W.M. (Ruud) Keunen
A
B
Orthopedie dr. R.L.M (Ruud) Deijkers Plv.: dr. T. (Tom) Hogervorst
B
Hematologie M.R. (Martin) Schipperus J.P. (Pierre) Wijermans
B
Pathologie F.J. (Freek) Bot Plv.: R. Natté
B
MDL dr. J.J. (Jan) Nicolai dr. M.H.M.G. (Martin) Houben
B
Radiologie dr. H. (Hans) van Overhagen dr. A.P.G. (Adrianus) van Gils
A
Reumatologie dr. H.K. (Karel) Ronday Plv.: R.W.M. (Ruud) Keunen
B
Kinderradiologie Mw. dr. H.C. Holscher
A
B
SEH H.G.W.M. (Hub) van der Meulen Plv.: dr. B.J.M. (Ben) Delemarre Urologie F.M.J.A. (Frank) Froeling Plv.: dr. H. (Hossain) Roshani
B
Longchirurgie dr. W.H. (Willem Hans) Steup
B
Interne Geneeskunde dr. M.O. (Maarten) van Aken Plv.: M. (Marjolein) van Buren
Kindergeneeskunde dr. F. (Frank) Brus D. (Dick) Mul
Huisartsgeneeskunde
HVRC
Stage SEH
Huisartsgeneeskunde
HVRC
Stage kindergeneeskunde
Huisartsgeneeskunde
HVRC
Stage psychiatrie
HagaScoop | April 2011
23
Het HagaZiekenhuis is het grootste ziekenhuis in de regio Haaglanden met ruim 3500 medewerkers en circa 210 medisch specialisten. Het beschikt over vrijwel alle specialismen en werkt op drie locaties en twee buitenpoliklinieken. Het HagaZiekenhuis bouwt aan de beste Zorg van Den Haag. Zo vernieuwt het ziekenhuis de organisatie en gebouwen en werkt continue aan zorg met de menselijke maat. Dit gebeurt met behulp van het zorgconcept Planetree.
Locatie Leyweg De locatie Leyweg in de wijk Leyenburg is de grootste vestiging van het HagaZiekenhuis. Hier ligt het accent op spoedeisende en complexe zorg. Zo zijn daar een omvang rijk operatiecomplex, een moderne Intensive Care en een grote afdeling Spoedeisende Hulp ondergebracht. De SEH wordt bij rampen in de regio Haaglanden ook als trauma centrum gebruikt. Daarnaast is het Hartcentrum op de Leyweg gevestigd. Bijna alle specialismen houden op deze locatie spreekuur. De komende jaren wordt het ziekenhuis gebouw op deze locatie grondig gerenoveerd en uitgebreid.
Locatie Sportlaan De locatie Sportlaan ligt tegen de duinen van de Haagse Vogelwijk aan. Op deze locatie ligt het accent op de planbare zorg. Er bevinden zich onder meer een geboorte hotel en een orthopedisch centrum op de Sportlaan. Ook wordt er een zorghotel gerealiseerd voor patiënten die verpleegkundige zorg nodig hebben, maar niet meer in het ziekenhuis hoeven te verblijven. Bijna alle specialismen houden hier spreekuur.
Locatie Juliana Kinderziekenhuis Naast de locatie Sportlaan ligt de locatie Juliana Kinder ziekenhuis. Dit is het enige niet-academische kinderzieken huis van Nederland. In het Juliana Kinderziekenhuis zijn alle voorzieningen afgestemd op kinderen. Voor onderzoek en behandeling hoeven kinderen dus vrijwel nooit naar ween afdeling voor volwassenen, zoals in de meeste andere kinderziekenhuizen wel het geval is. Dit zorgt ervoor dat het Juliana Kinderziekenhuis voor zowel de kinderen als hun ouders een zeer prettige omgeving is.
C olofon Deze HagaScoop is het wetenschappelijk tijdschrift van het HagaZiekenhuis, uitgegeven door de HagaAcademie. Abonnementen kunnen aangevraagd worden bij de afdeling Communicatie van het HagaZiekenhuis. Uitgave: April 2011 Hoofdredactie: Drs. J.E. (Jørgen) van Overbeek, directeur HagaAcademie Dr. T.C.A.M. (Theo) van Woerkom, decaan HagaAcademie HagaZiekenhuis
Locatie Buitenpolikliniek Wateringse veld De Buitenpolikliniek Wateringse Veld ligt in de Vinex-wijk Wateringse Veld in Den Haag Zuid. Een aantal specialismen houdt hier spreekuur. Hierdoor biedt het HagaZieken huis voor deze wijk een aantal basis voorzieningen dicht bij huis.
Redactieraad HagaZiekenhuis: M.J.D.H.M. (Marnix) Beekmans, manager Communicatie Dr. S. (Stanley) Oei, AIOS Radiologie, voorzitter arts-assistenten Dr. H.G.M. (Harry) Heijerman, longarts, voorzitter Centrale OpleidingsCommissie (COC) Dr. M. (Mark) Van Houdenhoven, lid Raad van Bestuur Dr. M.R. (Martin) Schipperus, hematoloog, voorzitter Medische Staf Dr. D.J. (Daan) Touw, ziekenhuisapotheker Redactie: E.G. (Elly) van Schaik (coördinatie en eindredactie), Communicatie HagaZiekenhuis R. (Rob) van Es, Vorm en Inhoud Drs. P. (Petrick) de Koning, DeKoningschrijft S. (Selma) Lagewaardt, De Nieuwe Lijn H. (Harriët) Maat, Communicatie HagaZiekenhuis C. (Carolien) Noordhuizen, Communicatie HagaZiekenhuis Fotografie: Hans Oostrum Fotografie Vormgeving: De VormCompagnie, Houten Productie en contact: HagaZiekenhuis, afdeling Communicatie, Leyweg 293, 2545 CJ Den Haag telefoon 070-210 40 22
[email protected] Oplage: 3.000 exemplaren © Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
Locatie Zorgplein Westland Op het Zandeveltplein in 's-Gravenzande bevindt zich het Zorgplein Westland. Het HagaZiekenhuis houdt hier spreekuur in apotheek De Klipper. Voor diverse specialismen kunnen inwoners van het Westland hier terecht.
van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie.
Locatie Leyweg Leyweg 275 2545 CH Den Haag Telefoon 070 - 210 00 00 Locatie Sportlaan Sportlaan 600 2566 MJ Den Haag Telefoon 070 - 210 00 00 Locatie Juliana Kinderziekenhuis Sportlaan 600 2566 MJ Den Haag Telefoon 070 - 210 00 00 Locatie Zorgplein Westland Zandeveltplein 39 2692 AH ’s Gravenzande Telefoon 0174 - 417 227 Locatie Buitenpolikliniek Wateringse Veld Dublinweg 1-3 2548 TM Den Haag Telefoon 070 - 372 11 00 www.hagaziekenhuis.nl