HAARLEM, MEI 2009
JAARVERSLAG 2008
JAAR STUK KEN
Jaarstukken 2008 Jaarverslag
Vastgesteld door Provinciale Staten van Noord-Holland op 22 Juni 2009
Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 | 2000 MD Haarlem Tel.: (023) 514 31 43 | Fax: (023) 514 40 40 www.noord-holland.nl
[email protected] Eindredactie Provincie Noord-Holland Directie Middelen | Sector AFD Fotografie Provincie Noord-Holland Grafische verzorging Thieme GrafiMedia Groep Oplage 400 exemplaren Haarlem, mei 2009
|
INHOUD
4
| 1 Inleiding
A Jaarverslag
9
| 2 Programmaverantwoording
10 2.1 | Programma 1 Bestuur en burger 16 2.2 | Programma 2 Bestuur en andere overheden 26 2.3 | Programma 3 Wegen, verkeer en mobiliteitsmanagement 44 2.4 | Programma 4 Openbaar vervoer 50 2.5 | Programma 5 Water1 62 2.6 | Programma 6 Milieu4 78 2.7 | Programma 7 Recreatie, natuur en landschap 92 2.8 | Programma 8 Economie en landbouw 102 2.9 | Programma 9 Welzijn en (jeugd)zorg 114 2.10 | Programma 10 Kunst, cultuur en educatie 126 2.11 | Programma 11 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 139 2.12 | Staf en ondersteuning 140 2.13 | Financiering en algemene dekkingsmiddelen
141 | 3 Paragrafen 142 3.1 | Inleiding 143 3.2 | Weerstandsvermogen en risicomanagement 153 3.3 | Onderhoud kapitaalgoederen 159 3.4 | Financiering 2008 166 3.5 | Bedrijfsvoering 169 3.6 | Verbonden partijen 176 3.7 | Grondbeleid 182 3.8 | Provinciale heffingen 187 3.9 | Specificatie verloop investeringskredieten (UNA, FINH, EXIN-H) 190 3.10 | Grip op subsidies, handhaving en vergunningen
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland |
B
Jaarrekening
193 | 4 Programmarekening en toelichting 194 4.1 | Totaaloverzicht per programma van baten en lasten vóór en na bestemming (art. 27 BBV) 196 4.2 | Programmarekening in één oogopslag 198 4.3 | Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening 199 4.4 | Overzicht van de aanwending van het bedrag voor onvoorzien (art. 28 BBV) 200 4.5 | Specificatie van de in de rekening 2008 opgenomen eenmalige baten en lasten (excl. FINH/UNA/EXINH en Reserves) (art. 28 BBV)
205 | 5 Balans en toelichting 2008 206 5.1 | Balans en toelichting 218 5.2 | Staat van geactiveerde immateriële en materiële investeringen (art. 34 en 35 BBV) 222 5.3 | Staat van geactiveerde kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen en van bijdragen aan activa in eigendom van derden (art. 36 BBV) 224 5.4 | Staat van verstrekte overige langlopende geldleningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar (art. 36 BBV) 226 5.5 | Staat van opgenomen langlopende geldleningen (art. 46 BBV) 228 5.6 | Overzicht van het verloop van de investeringskredieten en toelichting 232 5.7 | taat van verloop van de reserves en voorzieningen 2008 (art. 54 BBV) 236 5.8 | Staat van gewaarborgde leningen en andere garantieverplichtingen (art. 57 BBV) 239 5.9 | Afrekeningverschillen vorige dienstjaren 239 5.10 | Berekening EMU-Saldo provincie Noord-Holland 240 5.11 | Overzicht specifieke uitkeringen (Single issue Single audit)
250 | 6 Bestuur en directie 253 | 7 Noord-Holland in cijfers 256 | 8 Waar zijn wij te bereiken? 258 | 9 Lijst met gemeenten
INHOUD
1 |
Inleiding
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland |
Het jaar 2008, volgend op het verkiezingsjaar 2007, heeft voor de provincie in het teken gestaan van het opstellen van nieuwe beleidskaders. Op grond van het collegeprogramma ‘Krachtig, in Balans’ werden de concrete ambities voor de komende jaren op verschillende terreinen geformuleerd. Maar meer nog werd 2008 het jaar van de kredietcrisis en de daaropvolgende recessie, die soms bijstelling van beleids voornemens nodig maakte. Dat gold vooral voor de economische agenda ‘Kansen benutten’, die in april werd vast gesteld. Bij het schrijven van die agenda ging het nog erg goed met de Noord-Hollandse economie, maar inmiddels is duidelijk dat de wereldwijde economische terugval ook Noord-Holland raakt. Begin 2009 zijn wij daarom met een offensief gestart om zoveel mogelijk van de negatieve effecten tegen te gaan.
Financiële crisis Ook in andere zin kreeg de provincie Noord-Holland te maken met de gevolgen van de financiële crisis. In september/ oktober 2008 is de provincie Noord-Holland geconfronteerd met het niet terugbetalen van deposito’s door een tweetal banken. Het betreft een deposito van € 20,2 miljoen bij Lehman Bankhaus A.G. te Frankfurt en twee deposito’s voor in totaal € 78 miljoen bij Landsbanki in IJsland. De provincie Noord-Holland was niet de enige decentrale overheid die geconfronteerd werd met niet terugbetalen door banken. In totaal zijn meer dan twintig lagere overheden getroffen door het niet terugbetalen van verstrekte deposito’s. De totale uitstaande schuld bedroeg meer dan € 200 miljoen, terug te betalen door Landsbanki. De provincie NoordHolland heeft het initiatief genomen om de aangelegenheid via juridische procedures aan te vechten. Door een Koninklijk Besluit heeft de minister van Financiën de executie van de gelegde beslagen verhinderd. Via een bodem procedure zal deze zaak worden uitgezocht. Daarnaast hebben Provinciale Staten van Noord-Holland besloten tot het instellen van een provinciale commissie van onderzoek waarin alle politieke partijen zitting hebben die in Provinciale Staten vertegenwoordigd zijn. Deze onder zoekscommissie zal de hele gang van zaken rondom het verstrekken van tijdelijk overtollige kasmiddelen onder zoeken. Naar verwachting zullen de resultaten in mei 2009 bekend worden.
Deposito Lehman Bankhaus A.G. De Duitse Centrale Bank (Bundesverband Deutscher Banken) heeft de volledige vordering van € 20,5 miljoen, inclusief de uitstaande rente, op 12 maart 2009 teruggestort.
Deposito’s Landsbanki Aangezien de IJslandse overheid niet op eenzelfde manier tussenbeide kon komen als overheden in andere landen, werd een noodwet goedgekeurd om een voortzetting van bankwezenactiviteiten in IJsland te verzekeren en de schade voor de crediteuren te minimaliseren. Tevens is er een moratorium uitgevaardigd, dat het beste vergeleken kan worden met een surseance van betaling voor Landsbanki. De Resolution Committee van Landsbanki, alsook de IJslandse bewindvoerder, hebben als uitgangspunt uitgesproken dat zij de depositohouders op grond van de huidige IJslandse wetgeving als preferente schuldeisers beschouwen. Bij het vaststellen van de jaarrekening 2008 heeft ons college kennisgenomen van de laatste stand van zaken met betrekking tot. de afwikkeling van onze vordering op Landsbanki. Op basis van de laatste gegevens hebben we een zo goed mogelijke inschatting gemaakt van de risico’s. Uitgaande van de thans geraamde waarde van de activa kan Landsbanki de schuld aan preferente schuldeisers voor circa 80% vergoeden. Na overleg met de accountant hebben wij besloten een voorziening te treffen op onze vordering. We hebben de vorde ring op de balans € 15,6 miljoen (20% van de totale vordering) afgewaardeerd. Deze voorziening vindt u in toelichting op de balans onder punt 2.1 a.Kortlopende vorderingen. Ook is een voorziening gevormd wegens mogelijk oninbare rente op de uitstaande deposito’s bij Landsbanki van € 1,1 miljoen. Deze voorziening vindt u in toelichting op de balans onder punt 2.1 d. Overige vorderingen. Het resterende bedrag van de vordering op Landsbanki hebben we opgenomen in de risicoparagraaf. We hebben het risico op basis van de thans bekende informatie gewogen. 50% van het resterende bedrag hebben we gewaardeerd met een risicoprofiel ‘redelijk hoog’ en 50% van het resterende bedrag hebben we gewaardeerd met een risicoprofiel ‘gemiddeld’.Voor meer informatie wordt verwijzen we naar de paragraaf Financiering en de paragraaf Weerstand vermogen
|
Openbaar vervoer Inmiddels zijn wij verder gegaan met het doortrekken van de lijnen die we hebben uitgezet in het collegeprogramma. Zo hebben we het openbaar vervoer op verschillende manieren kunnen verbeteren. Met de gunning van de concessie Noord-Holland Noord aan Connexxion gaat er 20% meer openbaar vervoer rijden, met name in het stedelijk gebied. Nieuw is de Overstapper, een soort belbus die reizigers brengt van kleine kernen naar een NS-station of bushalte. Verder zijn we gevorderd met het uitbouwen van het Hoogwaardig Openbaar Vervoer aan de westkant van de Metro poolregio Amsterdam. Op basis van een studie naar kansrijke lijnen is een netwerk ontwikkeld, dat in 2009 verder wordt uitgewerkt. Omdat wij de fiets als schakel in de vervoersketen willen stimuleren, hebben we geld beschikbaar gesteld voor uit breiding van fietsvoorzieningen bij NS-stations.
Infrastructuur Op het gebied van de weginfrastructuur hebben we een grote stap gezet als het gaat om de N23 Westfrisiaweg. Voor het voorkeurstracé Alkmaar-Enkhuizen hebben we met alle partijen een akkoord bereikt. Als het gaat om de veiligheidsrisico’s van water boeken we op verschillende terreinen vooruitgang. Zo onderzoeken we voor de zwakke schakel Kop van Noord-Holland drie varianten voor versterking. Verder hebben we een hoogwaterinfor matiesysteem mede mogelijk gemaakt voor de waterschappen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Amstel, Gooi en Vecht. Veel aandacht hebben we besteed aan het stimuleren van het scheppen van waterberging. Enkele grootschalige bergingen zijn in gebiedsprojecten opgenomen en om het tot stand brengen van fijnmazige bergingen te stimuleren hebben wij ons ingespannen om wateropgaven beter te verankeren in het programma Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG).
Milieu en natuur We leveren nadrukkelijk een bijdrage aan het voorkomen van klimaatverandering en het beperken van de gevolgen daarvan. Daarvoor hebben we in 2008 een Actieprogramma Klimaat opgezet en zijn gestart met de uitvoering daarvan. In ons collegeprogramma hebben wij het belang aangegeven van een goed beheer van natuur en recreatiegebieden. Wij hebben hiervoor extra middelen ter beschikking gesteld. Maar het is ook belangrijk om de bestaande en nieuwe recreatie- en natuurgebieden efficiënter te beheren en zorg te dragen voor meer inkomsten uit exploitaties. Met de recreatieschappen hebben wij daartoe in 2008 afspraken gemaakt. Het aanleggen van recreatieve routes zijn een belangrijk speerpunt van ons college. In 2008 hebben wij, in samen werking met de stichting Wandelplatform en Recreatie Noord-Holland, bijgedragen aan de totstandkoming van een landelijke langeafstandswandelroute langs de Stelling van Amsterdam. Wij hebben de realisatie van het fietsknoop puntennetwerk in twee regio’s ondersteund, waardoor dit netwerk nu bijna provinciedekkend is.
Jeugdzorg Wij ondersteunen gemeenten bij het vormgeven van hun preventief jeugdbeleid, onder andere door het ontwikkelen van de Verwijsindex, het vormgeven van de Centra voor Jeugd en Gezin en het ontwikkelen van opvoedingsonder steuning. Daarnaast is Bureau Jeugdzorg bezig met het vormgeven van de schakelfunctie. Hiermee wordt de aan sluiting tussen preventief lokaal jeugdbeleid en geïndiceerde jeugdzorg verbeterd. We voorkomen hiermee dat jongeren in de geïndiceerde jeugdzorg terechtkomen die dat niet nodig hebben en we zorgen ervoor dat jongeren die dat wél nodig hebben soepel doorstromen. Ten aanzien van het wegwerken van de wachtlijsten zijn onder andere extra plaatsen gecreëerd door de Rouvoet IIgelden. Verder is geld beschikbaar gesteld voor innovatie binnen de pleegzorg. In het kader van het Bestuursakkoord 2008-2009 is aan het Instellingenberaad gevraagd met voorstellen te komen om de bestaande wachtlijsten bij Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders weg te werken en de voorziene groei op te vangen.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland |
Cultuur De nieuwe Cultuurnota voor 2009-2012 is in november vastgesteld. In deze cultuurnota staan drie thema’s centraal: Levend verleden, Genieten en meedoen en Mooi Noord-Holland. Binnen het thema Levend Verleden wordt bijzondere aandacht besteed aan lokale en regionale cultuuruitingen die typerend zijn voor de Noord-Hollandse identiteit. Wij stellen ons ten doel het Noord-Hollands erfgoed te behouden en zichtbaar te maken, de historische informatie toegankelijk te maken en de geschiedenis van Noord-Holland actief te promoten, onder andere door de ontwikkeling van een culturele biografie.
Minder bestuurlijke drukte Verder zijn we in 2008 verder gegaan met ons streven te komen tot minder bestuurlijke drukte en meer helderheid in de besluitvorming. Zo hebben we - zo veel mogelijk samen met Provinciale Staten - het project opschonen bestuurlijke overlegorganen afgerond. Daarnaast hebben Provinciale Staten criteria geformuleerd waaraan nieuw op te richten overlegorganen moeten worden getoetst. Via de planning & control-cyclus zullen wij Provinciale Staten informeren over nieuw opgerichte overlegorganen.
|
2
Titel van de nota | Ondertitel Provincie Noord-Holland |
Programmaverantwoording
10 |
Programma 1 Bestuur en burger
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 11
Wat hebben we bereikt? 2.1.1 Missie: Het betrouwbaar, zichtbaar en duaal (kunnen) functioneren van het provinciaal bestuur Wij willen: • het betrouwbaar functioneren van provinciaal bestuur; • het zichtbaar en herkenbaar functioneren van provinciaal bestuur; • het duaal (kunnen) functioneren van provinciaal bestuur.
Maatschappelijke effecten Wij streven naar het verhogen van draagvlak, betrokkenheid en vertrouwen bij de burgers ten aanzien van het provinciaal bestuur.
Beleidsspeerpunten •
•
•
• •
•
• • • •
De aanvragen voor Koninklijke Onderscheidingen worden geheel en naar tevredenheid beheerd volgens de eisen van het ingevoerde automatiseringssysteem, genaamd Daisy. Het beheer wordt centraal uitgevoerd door het Kapittel voor de Civiele Orden. Bij de uitoefening van zijn ombudsfunctie is ook dit jaar weer regelmatig een beroep gedaan op de persoonlijke inzet en op zelfstandig onderzoek van de commissaris van de Koningin. In een aantal specifieke zaken is daar ook invulling aan gegeven. In het jaarverslag van de commissaris van de Koningin 2008 wordt daarop ingegaan. Provinciale Staten hebben vier buitenlandse werkbezoeken uitgevoerd, deze waren in het startprogramma bij aanvang van de nieuwe Statenperiode in maart 2007 vastgelegd. Deze werkbezoeken hebben voornamelijk inzichten geboden in de voor- en nadelen met betrekking tot gerelateerde onderwerpen per commissie. Vanuit de commissie FEPO is in november 2008 een werkgroep pilot nieuwe begroting gestart. Deze werkgroep heeft tot doel de begroting inzichtelijker en transparanter te maken opdat er beter kaders gesteld kunnen worden. Vanuit de Rekeningencommissie is in april 2008 de stuurgroep aanbesteding accountancy gestart. De stuurgroep heeft de aanbesteding van de accountant geheel begeleid en ervoor zorg gedragen dat er een nieuwe accountant is aangesteld voor de duur van drie jaar. Provinciale Staten hebben op 10 november een onderzoekscommissie ingesteld die is belast met het onderzoek naar het bestuur dat wij vanaf 1 april 2007 hebben gevoerd waar het gaat om het uitzetten van tijdelijk beschikbare financiële middelen. De vergaderingen van Provinciale Staten zijn, na een proef, het gehele jaar 2008 in beeld en geluid te volgen geweest via digitale bronnen. Het verbeteren van de elektronische dienstverlening aan inwoners en bedrijven heeft hoge prioriteit. Hiertoe werken wij aan een verbetering van ons elektronisch loket (via onze website) binnen het programma e-Provincie. Er is een nieuwe gebruikersvriendelijke site voor Provinciale Staten in gebruik genomen. In 2008 zijn de activiteiten van communicatie gericht op het genereren van meer zichtbaarheid voor de provincie.
Wat hebben we daarvoor (meer) laten doen? Zie beschrijving ingezette instrumenten volgende paragrafen. 2.1.2 Operationeel doel: Het betrouwbaar functioneren van het provinciaal bestuur Het betrouwbaar functioneren van het provinciaal bestuur komt tot uiting door: • bezwaar- en beroepschriften ten aanzien van besluiten die het provinciaal bestuur heeft genomen af te handelen binnen de termijnen die daarvoor gesteld zijn; • een beslissing te nemen op ingediende subsidieverzoeken op basis van deelverordeningen binnen de termijnen die daarvoor gesteld zijn; • aangevraagde vergunningen en ontheffingen te verlenen binnen de termijnen die daarvoor gesteld zijn; • het volgen van de landelijke sanctiestrategie voor de handhaving; • het behandelen van bemiddelingsverzoeken door de commissaris van de Koningin binnen de daarvoor gestelde grenzen.
12 |
Resultaat Indicator
Realisatiewaarde in 2007
Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Percentage binnen de termijn afgehandelde bezwaar- en beroepschriften
67%
80%
87%
Het percentage binnen de daar voor gestelde termijn genomen beslissingen op subsidieverzoeken deelverordeningen
95%
100%
95%
Het percentage binnen de daarvoor gestelde termijn verleende vergunningen en ontheffingen (begrotingbreed)
90%
>95%
88%
Aantal verleende ontheffingen, vergunningen en toestemmingen
4920
4220
4845
Het percentage uitgevoerde handhavingsacties conform de sanctiestrategie
95%
90%
92%
Binnen de termijn afgehandelde bemiddelingsverzoeken
108
120
115
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Vergunningen De vergunningen, ontheffingen en aanverwante beschikkingen binnen de verschillende beleidsvelden hebben wij, waar het wettelijke termijnen betreft, op tijd verleend. Waar het afgesproken (en niet-wettelijke) termijnen betreft is de streefnorm van 95% niet gehaald. Dit wordt vooral veroorzaakt door het grote werkaanbod bij het cluster bodem (beschikkingen evaluatierapporten, beoordelingen onderzoek/monitoringsrapporten en onttrekkingen grondwater), waardoor het niet mogelijk is de vergunningen op tijd af te doen. Voorzienbare afwijkingen zijn zo spoedig mogelijk aan de aanvrager gemeld. B Handhaving Het maken van regels vergt het handhaven van regels. De handhavingsacties in 2008 hebben op basis van het Hand havingsuitvoeringsprogramma 2007-2008 en de sanctiestrategie plaatsgevonden. Of de provincie heeft gewerkt conform de sanctiestrategie is alleen gemeten voor de handhavingacties op de groene wetten. C E-Provincie Het verbeteren van de elektronische dienstverlening aan inwoners en bedrijven heeft hoge prioriteit. Alle overheden moeten in de komende jaren gebruik gaan maken van extern beheerde basisbestanden (Basisregistraties). Ook een aantal wettelijke bepalingen vereist ICT-investeringen. Voorbeelden zijn: de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo), de Digitale Uitwisseling Ruimtelijke Processen (DURP) en de consequenties van Arhus en de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (WKPB). In 2007 is het programma e-Provincie van start gegaan. Bij het vaststellen van de programmabegroting in november 2006 hebben Provinciale Staten – in het kader van nieuw beleid – € 3,2 miljoen voor dit programma toegezegd. In 2008 is onder leiding van een stuurgroep en met het plan van aanpak, dat tien deelprojecten omvat, gewerkt aan de programmadoelen. De deelprojecten zijn enerzijds de wettelijke projecten; anderzijds de projecten die de inhoudelijke randvoorwaarden voor elektronische dienstverlening vormen. Daarnaast hebben wij één project gekozen om de samenhang tussen de dienstverlening en de daarbij noodzakelijk technologie te realiseren. In 2008 hebben wij twee projecten afgerond (Documentair Structuur Plan en de digitale samenwerking betreffende de Wet Kenbaarheid Publieke Beperkingen) en zijn de overige projecten in verschillende fasen van realisatie gekomen. Ten aanzien van het Content Management Systeem (CMS) en het Customer Relation Management Systeem (CRM) zijn in december de aan bestedingen afgerond en leveranciers geselecteerd. In 2009 zullen wij de verdere resultaten van het programma e-Provincie realiseren.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 13
D Juridische Dienstverlening De Juridische Dienstverlening heeft zich gericht op een kwalitatieve juridische advisering en ondersteuning. Deze ondersteuning waarborgt de rechtmatigheid van de provinciale bedrijfsvoering. Burgers en instellingen hebben mogelijkheden om de besluitvorming te beïnvloeden. In 2008 hebben wij 195 bezwaarschriften ontvangen op besluiten van ons college en Provinciale Staten. Wij hebben in 2008 118 beslissingen op bezwaar genomen, waarvan 104 binnen de wettelijke termijn. Hiermee zijn 87% van de besluiten binnen de wettelijke termijn genomen, afgezet tegen een streefnorm van 87%. Wij hebben dit percentage bereikt door strak te sturen op het afhandelen binnen de termijn van een beslissing op een bezwaar. In een aantal gevallen hebben wij meer tijd nodig gehad om de bezwaarschriften af te doen. In 2008 zijn daarnaast 134 (hoger) beroepsprocedures tegen de provincie ingesteld. In 194 zaken is in 2008 uitspraak gedaan. Het aantal klachten op grond van de Algemene wet bestuursrecht is 25. E Bemiddelingsverzoeken Alle verzoeken zijn binnen de termijn in behandeling genomen. Die termijn wordt beïnvloed door het inwinnen van informatie zowel intern als extern, alsmede door aanvullende informatie (in enkele gevallen) van de aanvrager. Het aantal werkelijk ontvangen bemiddelingsverzoeken is iets lager uitgevallen dan dat van de streefwaarde. 2.1.3 Operationeel doel: Zichtbaar en herkenbaar functioneren van provinciaal bestuur Het zichtbaar en herkenbaar functioneren van het bestuur, commissaris van de Koningin (cvdK), Provinciale Staten en ons college komt tot uiting door: • Ambtsbezoeken van de commissaris van de Koningin. Hierover wordt regelmatig verslag uitgebracht aan ons college; • Verslag over de toezeggingen die de commissaris van de Koningin heeft gedaan. Hierover wordt regelmatig verslag uitgebracht aan ons college; • Burgemeestersbenoemingen. In het Jaarverslag van de commissaris van de Koningin en het Burgerjaarverslag gaan we burgemeestersbenoemingen rapporteren; • Communicatieactiviteiten; • Promotie- & acquisitieactiviteiten.
Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Aantal ambtsbezoeken van de cvdK
13
20
16
Percentage adviezen over burgemeesters-benoemingen binnen 6 maanden na vrijgave vacature uitgebracht
100%
100%
100%
Het aantal ambtsbezoeken is volgens een roulerend schema vastgesteld door de commissaris van de Koningin. Door onvoorziene omstandigheden bij zowel de gemeenten als bij de commissaris is het werkelijk aantal bezoeken iets lager uitgevallen. Alle adviezen over burgemeestersbenoemingen zijn binnen de gestelde termijn opgesteld.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Communicatie • In 2008 zijn de activiteiten van Communicatie gericht op het genereren van meer zichtbaarheid voor de provincie. Zo is een begin gemaakt met het ondersteunen van televisieprogramma’s die de zichtbaarheid van Noord-Holland vergroten. Onder meer de programmaseries ‘Op Safari in Noord-Holland’ en ‘Tussen Cor en Kaandorp’ werden ondersteund. • In 2008 hebben wij een nieuwe huisstijl gelanceerd. Wij hebben veel producten in deze huisstijl geproduceerd. De
14 |
•
•
implementatie loopt nog door tot ver in 2009. Via de huisstijl kan de provincie zich qua identiteit en imago profi leren als professionele, sturende en nieuwsgierige organisatie. Op 22 april 2008 hebben wij het vernieuwde sponsorbeleid vastgesteld voor de periode tot en met 2011. De provincie naam is aan 15 evenementen verbonden en die evenementen zijn conform planning uitgevoerd. Ruime aandacht is besteed aan de Tall Ships’ Races te Den Helder. Andere evenementen die de provincie sponsorde zijn het NoordHollands Wielerweekend, de Wandel4Daagse Alkmaar, de Uitmarkt in Amsterdam, de Dam-tot-Damloop en het (nieuwe) Noord-Hollands Schaatsweekend. Door de provincienaam aan een evenement te verbinden, ontstaan voor de provincie kansen voor positieve profilering en nieuwe mogelijkheden voor communicatie. In 2008 hebben wij de provincie internationaal duidelijker op de kaart gezet door te zorgen voor een toename in het aantal buitenlandse investeringen. Zowel de VS als China zijn speerpuntlanden in ons promotie- en acquisitie beleid. Daarom hebben wij handelsmissies georganiseerd naar de Verenigde Staten (januari) en China (augustus) en hebben wij met onze promotie- en acquisitiepartners geparticipeerd op de MIPIM (Cannes) en Provada (Amsterdam). De genoemde beurzen zijn vastgoedbeurzen, die bij uitstek geschikt zijn om de provincie NoordHolland als hoogwaardige internationale vestigingsregio te promoten.
B Kabinet Door zijn rol in de benoemingsprocedures van (waarnemend) burgemeesters, draagt de commissaris van de Koningin bij aan de kwaliteit van het openbaar (gemeentelijk) bestuur. Door middel van vertrouwelijke jaargesprekken met burgemeesters en het afleggen van ambtsbezoeken aan gemeenten laat de commissaris zich informeren over de stand van zaken van een breed scala aan onderwerpen, waaronder het bestuur. 2.1.4 Operationeel doel: Duaal (kunnen) functioneren van provinciaal bestuur Het duaal functioneren van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie. Hiertoe dienen de randvoor waarden om dit mogelijk te maken ingevuld te zijn.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Nieuwe beleidskaders/werkbezoeken In 2007 zijn de nieuwe Staten na de verkiezingen in maart van start gegaan. Het jaar 2008 heeft in het teken gestaan van het stellen van nieuwe beleidskaders op basis van vooral het nieuwe collegeprogramma. Provinciale Staten hebben vier buitenlandse werkbezoeken uitgevoerd, deze waren in het startprogramma bij aanvang van de nieuwe Statenperiode in maart 2007 vastgelegd. Deze werkbezoeken hebben voornamelijk inzichten geboden in de voor- en nadelen met betrekking tot gerelateerde onderwerpen per commissie. B Statenvergaderingen en commissievergaderingen De renovatie van Paviljoen Welgelegen wordt in 2009 afgerond. Vanwege de renovatie van het Paviljoen hebben de Staten in 2008 in Heiloo vergaderd. De Statencommissies hebben vergaderd in een accommodatie in Haarlem. Ingaande 2009 vergaderen de Staten en de Statencommissies in Paviljoen Welgelegen. De publicaties over de restauratie en over het gebouw worden in het eerste kwartaal van 2009 gerealiseerd. De organisatie van de openingsevenementen lopen volgens planning en zullen in het tweede kwartaal van 2009 plaatsvinden.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 15
Wat heeft het gekost? 2.1.5 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
Lasten Apparaatskosten Lasten Apparaatskosten Baten Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves Resultaat na bestemming
1 Burger en Bestuur Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
10.011.346 13.134.945
10.210.800 13.058.500
11.921.500 14.866.800
9.533.201 13.300.707
2.388.299 1.566.093
23.146.291 357.399
23.269.300 353.600
26.788.300 613.500
22.833.908
3.954.392
22.788.892-
22.915.700-
26.174.800
22.543.913
3.630.887
777.000–
– –
288.3005.150.000
228.3007.107.740
– 1.957.740-
22.011.892
22.915.700
31.096.500-
29.423.353-
1.673.147-
Lasten Het verschil op de lasten van € 2.388.299 wordt als volgt verklaard: • Ten eerste is het budget voor het implementeren van de nieuwe huisstijl niet volledig benut. De planning is de resterende activiteiten – namelijk het implementeren van de huisstijlbeheertool, het aanpassen van de website en de fotografie – in mei 2009 af te ronden. Om deze kosten te kunnen financieren wordt het resterende incidentele budget van € 248.200 gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. • Ten tweede hebben wij besloten, mede in het kader van de kredietcrisis, niet extern campagne te voeren om de begroting in de provincie Noord-Holland te promoten. Daarom is geen aanspraak gedaan op het daarvoor beschikbare budget en is er een onderbesteding van € 255.897 (efficiënter/ slimmer gewerkt). • Ook is ruim € 1,9 miljoen van het verschil op dit product het gevolg van vertraagde bestedingen op de budgetten voor sponsorbeleid (€ 218.062), mediaprogramma (€ 1.126.513) en promotie en acquisitie (€ 613.165). Deze budgetten zijn in het kader van het collegeprogramma voor vier jaar beschikbaar gesteld. Restanten/overschotten komen jaarlijks ten gunste van de reserve Sponsorbeleid en Mediaprogramma respectievelijk de reserve Revolving fund (conform besluit Najaarsnota 2008). • Tenslotte is er een overschrijding op het budget voor oud-leden GS als gevolg van de niet begrote storting (€ 993.783) in de voorziening GS-leden en oud-GS-leden, teneinde deze op peil te houden. De storting is gebaseerd op een extern advies over de geactualiseerde pensioenafspraken 2008. Apparaatskosten Op dit programma zijn minder apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Baten Het verschil van € 323.505 is vooral veroorzaakt door het niet kunnen kwantificeren van het geplande inverdieneffect (in met name tijd/efficiency) als gevolg van de implementatie van de nieuwe huisstijl. De volledige implementatie van de nieuwe huisstijl wordt in de tweede helft van 2009 afgerond. Storting reserves Het verschil van € 1.957.740 op de storting in reserves betreft een hogere storting in de reserve Sponsorbeleid (€ 218.062), Promotie en acquisitie (€ 613.165) en Mediaprogramma (€ 1.126.513). (Zie ook de toelichting op de lasten.)
16 |
Programma 2 Bestuur en andere overheden
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 17
Wat hebben we bereikt? 2.2.1 Missie: Verbeteren van de positionering en bestuurkracht van de provincie en haar (gemeentelijke) partners
Maatschappelijke effecten Wij staan voor een goed functioneren van de lokale overheden en het versterken van de relaties met de andere overheden vanuit een bestuurskrachtige positie. Eén van de belangrijkste taken binnen dit programma is het inbrengen van het provinciale (Noord-Hollandse) belang op de juiste momenten.
Beleidsspeerpunten •
I n 2008 is het project opschonen bestuurlijke overlegorganen afgerond. Doel van dit project was om te komen tot minder bestuurlijke drukte en meer helderheid in de besluitvorming. Waar mogelijk hebben wij dit project samen met Provinciale Staten uitgevoerd. Dat heeft geresulteerd in een inventarisatie van bestuurlijke overlegorganen waaraan Noord-Holland deelneemt. Daarnaast hebben Provinciale Staten criteria geformuleerd waaraan nieuw op te richten overlegorganen moeten worden getoetst. Via de planning & control-cyclus zullen wij Provinciale Staten in het vervolg informeren over nieuw opgerichte overlegorganen.
•
In 2008 is de Agenda voor de Europese Strategie verder uitgewerkt. De belangenbehartiging in Brussel is gebaseerd op de AES. De uitwerking van de AES heeft geleid tot een actievere en meer toegespitste belangenbehartiging van de provincie. Bovendien hebben wij ons intussen weten te profileren als gastheer voor het gezamenlijke congres van de North Sea Commission en het Interreg North Sea Region Programme (aangeduid als Annual Business Meeting North Sea Commission), dat zal plaatsvinden juni 2009. Ook hebben wij een begin gemaakt met het koppelen van Europese subsidies en onze eigen cofinanciering aan diverse projecten. In 2008 zijn vier projecten gehonoreerd binnen het Programma Kansen voor West, dat is opgesteld binnen Landsdeel West (G4 en P4) voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Daarnaast hebben wij voor twee projecten een cofinancieringsverklaring afgegeven. De projecten zijn vooral gericht op het stimuleren van kennis, innovatie en ondernemerschap.
Wat hebben wij daarvoor (meer) laten doen? • • • • •
I n nauwe samenwerking met gemeenten dragen wij zorg voor een kwalitatief goed bestuur van de lokale overheid. Wij dragen zorg voor goede positionering van de Noord-Hollandse belangen ten opzichte van het Rijk en Europa. Wij dragen zorg voor een bestuurskrachtig middenbestuur, zodanig dat de Noord-Hollandse belangen goed worden behartigd in de bestuurlijke context en met zo weinig mogelijk bestuurlijke drukte. Wij dragen zorg voor het voorbereiden/coördineren van crisismanagement. Wij dragen zorg voor goed beheerde en toegankelijke archieven.
2.2.2 Operationeel doel: lokale overheid met bestuurskracht In nauwe samenwerking met gemeenten dragen wij zorg voor een kwalitatief goed bestuur van de lokale overheid.
Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Aantal regio’s waar recent de bestuurskracht is onderzocht
In 2 regio’s is de bestuurskracht onderzocht (Gooi en Vechtstreek en Zuid-Kennemerland) Daarnaast zijn in 2 regio’s regionale debatten georganiseerd over de bestuurlijke toekomst (Kop van Noord-Holland en West-Friesland)
Het aantal preventieve gemeenten o.b.v. positie en financieel proces
In 2 regio’s is de bestuurskracht onderzocht (Gooi en Vechtstreek en Zuid-Kennemerland)
8
3 regio’s in totaal (dus 1 erbij)
8
10
18 |
Aantal regio’s waar bestuurskracht is onderzocht: Het aantal regio’s is niet gehaald als gevolg van gebrek aan behoefte aan bestuurskrachtmetingen bij gemeenten. Wij kunnen gemeenten niet dwingen om een bestuurskrachtmeting te doen. Hoewel het operationele doel niet is bereikt, heeft het gewenste effect zich wel voorgedaan. De bestuurskrachtonderzo eken zijn immers een instrument voor gemeenten om zich te beraden op hun eigen kwaliteit en functioneren. In de regio’s Kop van Noord-Holland en West-Friesland heeft deze overweging ook plaatsgevonden zonder bestuurskracht metingen en wordt nu gewerkt aan structurele oplossingen ter versterking van de bestuurskracht. Aantal preventieve gemeenten Bij negen van de tien gemeenten die onder preventief toezicht zijn gesteld is dat gebeurd op grond van de Wet algemene regels herindeling (arhi), aangezien bij deze gemeenten het voornemen bestaat tot herindeling.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Bestuurskrachtmonitor In 2008 hebben de gemeenten Ouder-Amstel, Zandvoort en Zeevang bestuurskrachtmetingen afgerond, waarvoor wij een subsidie hebben verstrekt:. Naar aanleiding van deze metingen hebben de gemeenten Ouder-Amstel en Zandvoort een plan opgesteld om hun bestuurskracht te verbeteren en dit voortvarend in uitvoering genomen. De gemeente Zeevang heeft naar aanleiding van de meting uitgesproken te streven naar herindeling. B Gemeentelijke samenwerking/herindeling In 2008 hebben wij in de regio’s Kop van Noord-Holland en West-Friesland een regionaal debat georganiseerd over de bestuurlijke toekomst. In de Kop van Noord-Holland hebben wij bovendien enkele subsidies verstrekt om gemeenten te ondersteunen bij het bepalen van hun positie in de discussie over herindeling in de regio. In beide regio’s staat het onderwerp ‘herindeling’ hoog op de politieke agenda en is er grote voortgang in het proces. C Financieel toezicht Het begrotingstoezicht op gemeenten is in beginsel repressief. Als de financiële situatie of het financiële proces binnen een gemeente daartoe aanleiding geeft, kunnen wij preventief begrotingstoezicht instellen. Dit dient te voorkomen dat de gemeenten een beroep moeten doen op artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet. Financieel toezicht heeft tot doel het vertrouwen van de burger in een goed werkende overheid te bewaken. Jaarlijks worden hiertoe analyses gemaakt van de financiële positie en het financiële proces van iedere gemeente in de provincie Noord-Holland. D Burgemeesterassessment Voor burgemeesterassessments is een deel van het budget voor bestuurskrachtmetingen beschikbaar. Het beleid is gericht op het versterken van de kwaliteit van het openbaar bestuur. Een aantal personen heeft een assessment gedaan. 2.2.3 Operationeel doel: Goede positionering van de provincie Noord-Holland Wij dragen zorg voor goede positionering van de Noord-Hollandse belangen ten opzichte van het Rijk en Europa.
Resultaat Besluitvorming op rijks- en Europees niveau waarin het Noord-Hollandse belang is meegenomen. Rijksniveau: In 2008 hebben we ons vooral ingezet voor een verbetering van de organisatie om de belangen in Den Haag sterker voor het voetlicht te krijgen. In diverse dossiers is het Noord-Hollandse belang in Den Haag meegenomen en/of besproken. We noemen het omzetten van landbouwgronden naar andere functies en het Schipholdossier (Alderstafel). Europees niveau: In 2008 is de Agenda voor de Europese Strategie verder uitgewerkt. De belangenbehartiging in Brussel is gebaseerd op de AES. De uitwerking van de AES heeft geleid tot een actievere en meer toegespitste belangenbehartiging van de provincie.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Goede positionering van de Noord-Hollandse belangen ten opzichte van het Rijk en Europa (strategische overleg structuren):
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 19
A Belangenbehartiging in Brussel In de eerste plaats vonden wij het belangrijk inbreng te leveren op beleidsdossiers die in Europees verband spelen, zoals de Health Check (gemeenschappelijk landbouwbeleid), het maritiem beleid, de Lissabon-agenda en op nieuwe voor stellen van de Europese Commissie die voor de provincie relevant zijn. Daarnaast hebben wij ingezet op de inbreng in de netwerken waarvan Noord-Holland lid is, individueel of als onder deel van de P4: PURPLE, de Conference of Peripheral and Maritime Regions (CPMR) en het Lisbon Regions Network. Wij hebben in 2008 een initiatief ondersteund van de Oostenrijkse deelstaat Oberösterreich en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen om bij de Europese Raad en de Europese Commissie aandacht te vragen voor de gevolgen van de herziening van de Europese richtlijn voor de handel in emissierechten (CO2-uitstoot). Deze herziening kan namelijk schadelijk zijn voor de concurrentiepositie van de energie-intensieve industrie (waaronder Corus). Ook hebben wij in 2008 de NSC en het Interreg North Sea Region Programme uitgenodigd de jaarlijkse vergaderingen in Noord-Holland te organiseren. B Belangenbehartiging in Den Haag Er zijn veel gesprekken geweest met Kamerleden en medewerkers in de Tweede Kamer over diverse dossiers. Wij hebben uitnodigingen en brieven verstuurd aan de leden van de Tweede Kamer om die te informeren over specifieke dossiers in Noord-Holland. Hieruit zijn ook enkele werkbezoeken voortgekomen. Het tweedaagse werkbezoek van de woordvoerders gemeentelijke samenwerking is daarvan een voorbeeld (in samenwerking met de provincie Friesland). Voor de verbetering van de organisatie zijn er vier netwerkateliers verzorgd en meerdere rondleidingen van ambtelijke collega’s in Den Haag (gesprekken met onder anderen Kamerleden, medewerkers van de Tweede Kamer, andere ministeries, IPO en andere overheden).
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Belangenbehartiging in Brussel
Ontwikkelen van de Agenda voor Europese Strategie
Realiseren van de speerpunten in de Agenda voor Europese strategie
Bekendheid in Europese netwerk en meer focus op EU-beleidsdossiers
Belangenbehartiging in Den Haag
n.v.t.
Verbeteren van organisatie m.b.t. belangenbehartiging in Den Haag
Gerealiseerd
2.2.4 Operationeel doel: Bestuurskrachtig middenbestuur Wij dragen zorg voor een bestuurskrachtig middenbestuur, zodanig dat de Noord-Hollandse belangen goed worden behartigd in de bestuurlijke context en met zo weinig mogelijk bestuurlijke drukte. Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Bestuurlijke drukte (= aantal bestuurlijke overlegorganen waarin de provincie bestuurlijk participeert)
De uiteindelijke lijst van te beoordelen overleggen bestaat uit 99 overlegorganen.
De uiteindelijke lijst van te beoordelen overleggen bestaat uit 99 overlegorganen.
Gerichter participeren in overlegorganen (minder) in 2008
Voor de evaluatie van bestuurlijke overlegorganen is een inventarisatie gehouden. Met bestuurlijke overlegorganen bedoelen we alle overleggen, stuurgroepen, commissies, beraden etc. waarbij één of meer leden van ons college betrokken zijn en/of waaraan zij regelmatig deelnemen. Van belang is dat een gedeputeerde actief aan deze overleggen deelneemt, en dat het overleg geen ad-hockarakter heeft. Ambtelijke overlegorganen zijn niet geïnventariseerd. Er heeft geen nulmeting plaatsgevonden eind 2007. De nulmeting is van april 2008 en maakte integraal deel uit van het advies van de werkgroep van de Statencommissie FEPO. In de FEPO-vergadering van 1 december 2008 hebben wij de commissie geïnformeerd dat er geen nieuwe overlegorganen zijn opgericht in de tweede helft van 2008.
20 |
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Ontwikkelen bestuurskrachtig middenbestuur A Belangenbehartiging in de Randstad De samenwerking tussen de Randstadprovincies (P4) is versterkt. Deze samenwerking is vooral gericht op belangen behartiging richting Rijk en heeft geleid tot een gesprek tussen de commissie Lodders (gemengde commissie decentrali satievoorstellen provincies) en P4 op 8 januari 2008. Het resultaat daarvan is dat de P4 een bijzondere positie heeft gekregen in het bestuursakkoord Rijk-provincies 2009-2011, namelijk inzet van de P4 die is gericht op Randstad Urgent-projecten. B Accountmanagement De provincie Noord-Holland kent sinds 2006 accountmanagement. De vier accountmanagers voor de Kop van NoordHolland, IJmond & Zuid-Kennemerland, Stadsregio Amsterdam en Gooi & Vechtstreek zijn het eerste aanspreekpunt voor de regio’s (gemeenten, maatschappelijke organisaties, andere overheden) die in contact staan met de provincie. De accountmanagers zijn in 2008 gestart met het verbeteren van de samenwerking met de middelgrote steden zoals wij dat hebben vastgelegd in ons collegeprogramma. Zij doen dat door gezamenlijke samenwerkingsagenda’s op te stellen. C Strategische (toekomst)verkenningen Met strategische verkenningen willen we ten behoeve van het provinciaal beleid nieuwe ontwikkelingen en toekomst perspectieven verkennen op hun belang voor het provinciaal beleid.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Strategische (toekomst) verkenningen
4
Gerealiseerde waarde eind 2008 2
2
erkenning duurzame energie V We hebben een interne verkenning uitgevoerd ten behoeve van het opstellen van provinciaal beleid voor duurzame energie. • Krimpkansenkrant We hebben een verkenning uitgevoerd voor een provinciale rol in het beleid ten aanzien van de bevolkingsdaling die op termijn zal optreden. Dit is een verkenning voor de structuurvisie. Daarnaast zijn bijdragen geleverd aan het opstellen van de structuurvisie en het formuleren van het verstedelijkings beleid voor de komende tien jaar. In de elektronische nieuwsbrief Signalen in onderzoek geven we tweewekelijks bekendheid aan nieuwe onderzoeken die verschijnen en die van belang zijn voor provinciaal beleid. •
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 21
2.2.5 Operationeel doel: Veiligheidsbeleid en crisismanagement Veiligheidsbeleid en crisismanagement: A Het verbeteren van de coördinatie en communicatie op het gebied van veiligheid. B Het verbeteren van de voorbereiding op en de coördinatie van crisismanagement. Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
•
•
Gerealiseerde waarde eind 2008
Het percentage van gemeenten dat over ten minste 90% van de risico-objecten informatie heeft aangeleverd
75%
80%
77%
Percentage rampenplannen van de Noord-Hollandse gemeenten dat voldoet aan de vastgestelde toetsingscriteria
54%
100%
90%
Destreefwaarde is met 77% vrijwel gehaald. We kunnen aantekenen dat 85% van de gemeenten 80% of meer van de risico-objecten heeft ingevoerd/aangeleverd. Het verschil tussen de streefwaarde en de gerealiseerde waarde is te verklaren door de invoering van het systeem, genaamd RRGS. Hierdoor waren de gemeenten genoodzaakt al hun gegevens opnieuw in te voeren en te controleren/autoriseren. Dit is niet bij alle gemeenten even soepel en voor spoedig verlopen. Deplannen zijn getoetst aan het provinciaal toetsingskader. Op kleine onderdelen zijn er nog verbeteringen te behalen ( het gaat daarbij om een enkel deelplan). De gemeenten hebben aangegeven dit in regionaal verband op te pakken.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Beheer risicokaart Het beheer van de risicokaart is verder geprofessionaliseerd door middel van brieven van de commissaris van de Koningin aan de burgemeesters, workshops voor ambtenaren, een telefonische hulplijn en begeleiding van de gemeentelijke ambtenaren door het Kabinet van de provincie. B Bestuurlijk overleg veiligheid In 2008 is het Bestuurlijk Overleg Rampenbestrijding (BOR) onder voorzitterschap van de commissaris van de Koningin tweemaal (regulier) bijeen geweest. De gesprekpartners in het BOR zijn de voorzitters van de veiligheids regio’s, de dijkgraven en de HID Rijkswaterstaat in deze provincie. Een van de belangrijkste bespreekpunten was de voorbereiding op grootschalige overstromingen en massa-evacuatie. Dat mondde uit in vijf workshops, die in brede kring (van het Rijk en betrokkenen) veel waardering ontvingen, en het congres ‘Voorbereid op watercalamiteit’, dat in september werd gehouden voor de bestuurders in Noord-Holland. C Houden van oefeningen Dit jaar zijn er individuele oefeningen/workshops gehouden per sector/directie, waaronder de directies SHV en B&U en de sectoren Water en Communicatie. Het Kabinet heeft meermalen geoefend. De crisisorganisatie als geheel heeft één keer geoefend. Daarnaast is er een bestuurlijke workshop gehouden samen met Zuid-Holland en de betrokken rijks functionarissen.
22 |
Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Voorbereiden en coördineren van crisismanagement
2 interregionale bestuurlijke workshops, 3 interregionale operationele oefeningen/ workshops 1 congres
n.v.t.
Minimaal 2 interregionale oefeningen houden in 2008 met als thema overstromingen en evacuatie met deelname van dijkgraven en voorzitters van de veiligheidsregio’s
2.2.6 Operationeel doel: Archiefinspectie Goede (publieks-)toegankelijke en goed beheerde papieren en digitale archieven en informatiebestanden van provincie, gemeenten, waterschappen, politieregio’s en gemeenschappelijke regelingen. Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Aantal Regionale Historische Centra
Gerealiseerde waarde eind 2008
6
7
6
Percentage gemeenten en waterschappen aangesloten bij Regionale Historische Centra
96%
100%
97%
Percentage gemeenten en waterschappen met archiefbewaarplaats (historisch archief) cf. normen
95%
100%
100%
80,6%
90%
90%
Percentage gemeenten en waterschappen met archiefruimte (recent archief) cf. normen
Het aantal gemeenten en waterschappen, waarvan de archiefbewaarplaats en/of archiefruimte door ons is goed gekeurd, is geteld. In de regio Gooi en Vechtstreek is nog geen RHC ontstaan.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Eenmalige stimulering uit EXIN-H voor de historische website Gooi en Vechtstreek De website is gereed, maar wordt pas in het voorjaar van 2009 officieel gelanceerd. B Inspectierapporten en -verslagen door de provinciale archiefinspectie, gesprekken op bestuurlijk en managementniveau Er zijn veertien inspectierapporten opgesteld en naar aanleiding daarvan zijn er net zoveel evaluerende gesprekken geweest. Als gevolg van eerder gehouden inspecties hebben wij contact gehad met 21 gemeenten, twee waterschappen en twee politiekorpsen over de voortgang van de maatregelen. C Coördinatie en stimulering samenwerking door de provinciale archiefinspectie In de regio Gooi en Vechtstreek hebben wij gesprekken gehad ter bevordering van het samengaan van drie archief diensten tot één RHC; dit heeft nog niet tot concrete resultaten geleid. In gesprekken met gemeenten Diemen en Haarlemmermeer hebben wij aangedrongen op samenwerking met respectievelijk het Amsterdams Stadsarchief en het Noord-Hollands Archief; dit heeft geleid tot een samenwerkingsovereenkomst van Haarlemmermeer met het NoordHollands Archief. Er zijn nu nog twee witte plekken op de archiefkaart over: Texel en Diemen. D Bestuursdwang, in laatste instantie, bij het niet voldoen aan wettelijke verplichtingen Omdat Texel de juiste technische maatregelen heeft genomen en vervolgens een beheerplan heeft opgesteld om de
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 23
archiefzorg op orde te houden, hebben wij in de zomer van 2008 het besluit tot toepassing van bestuursdwang ingetrokken.
Nieuw beleid 1 Bestuurlijke samenwerking: bestuurskrachtmeting (begroting) Wegens een gebrek aan behoefte aan bestuurskrachtmetingen bij de gemeenten zijn er tot nu toe bestuurs krachtmetingen geweest in slechts twee regio’s in plaats van drie. In twee regio’s zijn gemeenten uit eigen beweging met elkaar in debat gegaan over hun bestuurskracht en hun bestuurlijke toekomst. Er was hiervoor relatief weinig inzet van onze kant nodig, waardoor met minder middelen het gewenste effect is bereikt. 2 Veiligheid wegtunnels De tunnelveiligheidsbeambte ziet toe en stimuleert de provinciale tunnelbeheerder om de veiligheid in de provinciale tunnels te verbeteren. De provincie beheert 2 bestaande Zuidtangenttunnels en een wegtunnel in aanbouw. Over het beheer van één Zuidtangenttunnel is de provincie met Schiphol in gesprek over de overdracht van het beheer. Het tempo van de verbeteractiviteiten van de provincie en daarmee de inzet van de veiligheidsbeambte en de benodigde financiën is lager geweest dan voorzien. Om de mogelijke organisatorische oorzaken van het lage verbetertempo weg te nemen heeft de veiligheidsbeambte in samenspraak met de tunnelbeheerder een onderzoek naar de organisatorische inbedding van de tunnelveiligheidszorg laten uitvoeren. Aan de hand van de bevindingen moeten de knelpunten weggenomen worden en de verbeterslagen rond tunnelveiligheid uitgevoerd worden. 3 Provinciaal coördinatiecentrum (PCC) In het kader van de voorbereiding op grootschalige overstromingen zijn er workshops, trainingen en oefeningen gegeven en is er een congres georganiseerd. 4 Risicokaart op Internet Het promoten van de risicokaart bij professionele gebruikers heeft vanwege een landelijke actualisatie van de gegevensbestanden van de risicokaart (RRGS) vertraging opgelopen. Om die reden is voorgesteld het beschikbare budget in de reserve Uitgestelde intenties te storten, zodat de promotie richting de professionele gebruikers en een behoefteonderzoek begin 2009 kunnen plaatsvinden.
Wat heeft het gekost? 2.2.7 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
2 Bestuur en andere overheden Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
Lasten Apparaatskosten
4.209.814 5.012.029
3.930.500 4.607.700
4.358.900 5.216.900
3.412.7621 5.373.768
946.138 156.868-
Lasten Apparaatskosten Baten
9.221.843 1.311.818
8.538.200 100.000
9.575.800 203.000
8.786.531 858.978
789.269 655.978
7.910.025-
8.438.200-
9.372.800-
7.927.553-
655.978-
951.0006.817.000
1.543.100– 2.363.000
1.879.3002.363.000
870.4022.363.000
1.008.898–
13.776.025-
9.258.100-
9.856.500-
9.420.150-
436.350-
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves Resultaat na bestemming
24 |
Lasten Het verschil op de lasten van € 946.138 wordt als volgt verklaard: • Door het eerder tot afwikkeling komen van subsidieverlening (Optimum II) dan gepland is er een overbesteding van € 620.854 op het budget voor Europese zaken ontstaan. Hiervoor is Europese subsidie ontvangen. (Zie baten.) • Door vertraging in de uitvoering/achterblijvende facturering van Europese projecten is € 1.208.420 minder ont trokken aan de reserve Europese projecten (is vertraagde besteding). • Doordat de bestuurskracht van gemeenten niet meer wordt gemonitord en door afrekeningsverschillen vorige dienstjaren is er een verschil van € 268.938 op Bestuurlijke samenwerking. Voor wat betreft de monitoring van de bestuurskracht is het door de provincie gewenste resultaat met minder middelen bereikt (is efficiënter/slimmer gewerkt). Apparaatskosten Op dit programma zijn meer apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Baten De overschrijding op de baten van € 655.978 wordt als volgt verklaard: Een overschrijding van € 620.845 op het budget voor Europese zaken als gevolg van meer ontvangen Europese subsidies dan geraamd (Zie ook lasten). Onttrekking reserves Het verschil van € 1.008.898 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk een lagere onttrekking aan reserve Cofinanciering Europese projecten. (Zie ook de toelichting op de lasten.)
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 25
26 |
Programma 3 Wegen, verkeer en mobiliteitsmanagement
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 27
Wat hebben we bereikt? 2.3.1 Missie: Vlot en veilig door Noord-Holland Wij realiseren vlot en veilig verkeer door Noord-Holland, voor zover binnen ons domein, door te investeren in infra structuur, het beheer en onderhoud van de provinciale wegen op orde te houden en subsidies te verlenen aan andere wegbeheerders en een aantal organisaties op het gebied van verkeer en vervoer. Om de streefwaarden goed te kunnen meten zijn trajectsnelheden nodig. Die worden op dit moment niet gemeten, omdat de kosten daarvan te hoog zijn. Wij zijn in afwachting van de gegevens uit de Nationale Databank Wegverkeer gegevens (NDW). Op tien trajecten in Noord-Holland wordt nu viermaal per jaar de reistijd gemeten.
Maatschappelijke effecten 1 Vlot: Bereiken of minimaal handhaven van een gemiddelde snelheid van 60 km per uur op het hoofdwegennet en 50 km per uur op het provinciale wegennet (BUBEKO). 2 Veiligheid: vermindering van het aantal verkeersslachtoffers, conform de doelstelling in VVPNH (= vertaling van de rijksdoelstelling naar NoordHolland), zowel voor het provinciale wegennet in heel Noord-Holland als voor alle wegen in de regiegebieden in Noord-Holland (exclusief Stadsregio Amsterdam). Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2006 Streefwaarde eind 2007 Aantal verkeersdoden op het gehele provinciale wegennet Aantal verkeersslachtoffers (met ziekenhuisopname) op het gehele provinciale wegennet Aantal verkeersdoden in de regiegebieden
Aantal verkeersslachtoffers (met ziekenhuisopname) in de regiegebieden
• •
Gerealiseerde waarde eind 2007
15
Maximaal 24
17
205
Maximaal 238
225
95%50
Maximaal 57
56
788
Maximaal 775
892
et resultaat is gemeten aan de hand van door de politie geregistreerde verkeersongevallen, bron AVV (Rijkswater H staat) De ontwikkeling van het aantal verkeersslachtoffers over de periode 2002 t/m 2007 laat voor zowel de wegen in beheer van de provincie Noord-Holland als voor de regiegebieden een positieve ontwikkeling zien.
3 Provinciale wegen en busbanen voldoen aan de eisen van veiligheid, bereikbaarheid, comfort, aanzien, leefbaarheid en milieu. Het percentage wegen waarvan de onderhoudstoestand voldoende, matig, onvoldoende is. De onderhoudstoestand stellen we jaarlijks door middel van Automatic Road Analyser (ARAN) metingen vast: Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 % Streefwaarde eind 2008 %
Gerealiseerde waarde eind 2008 %
Voldoende
86
79
89
Matig
9
10
7
Onvoldoende
5
11
4
Opmerking: Onvoldoende wil zeggen: groot onderhoud binnen 1-2 jaar en matig betekent groot onderhoud tussen 3-5 jaar. Uit de cijfers blijkt dat wordt voldaan aan de streefwaarden.
28 |
Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de weg is de vertraging voor het autoverkeer maximaal 10 minuten. Vooraf wordt de vertraging van (een combinatie van) uit te voeren wegwerkzaamheden doorgerekend met een verkeersmodel. Aan de hand van de uitkomsten van de modelberekening wordt de wijze van uitvoering van de werkzaamheden even tueel aangepast of wordt de combinatie gewijzigd van werkzaamheden die tegelijkertijd zijn gepland. Door invoering van incident management is de weg over het algemeen gemiddeld 26 minuten eerder ‘vrij’ na een ongeval. Op de provinciale wegen is incident management van toepassing. Doel is om na een incident de doorstroming zo snel mogelijk weer op gang te brengen. Op basis van observaties mogen we aannemen dat de behaalde resultaten in overeenstemming zijn met eerdere onderzoeksresultaten. Deze resultaten sluiten aan bij de verwachtingen. Grote winst wordt vooral behaald bij vrachtwagenongevallen. Veilig: vaarwegen en kunstwerken voldoen aan de veiligheidsnormen Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Aantal incidenten door bedienfouten Noordhollandsch Kanaal
0
De streefnorm is: 4 Het kengetal is: 3
0
Aantal incidenten door bedienfouten overige vaarwegen
1
De streefnorm is: 2 Het kengetal is: 2
1
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 29
Vlot: vaarwegen en kunstwerken voldoen aan de functionele en beschikbaarheideisen Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Gebruikersaspecten Noordhollandsch Kanaal: • A antal malen gestremd met duur binnen een zeker interval
Korter dan 1 dag: 4 Tussen 1 en 7 dagen: 0 Langer dan 7 dagen: 0
Korter dan 1 dag: De streefnorm is: 6 Het kengetal is: 3 Tussen 1 en 7 dagen: De streefnorm is: 4 Het kengetal is: 2 Langer dan 7 dagen: De streefnorm is: 3 Het kengetal is: 0
Korter dan 1 dag: 6 Tussen 1 en 7 dagen: 3 Langer dan 7 dagen: 0
• A antal klachten over stremmingen door weg- en vaarweggebruikers
0
De streefnorm is: 8 Het kengetal is: 1
1
• A antal klachten over bediening door weg- en vaarweggebruikers
10
De streefnorm is: 8 Het kengetal is: 11
3
De streefnorm is: 94 Het kengetal is: 84
86
Korter dan 1 dag: De streefnorm is: 5 Het kengetal is: 6 Tussen 1 en 7 dagen: De streefnorm is: 6 Het kengetal is: 5 Langer dan 7 dagen: De streefnorm is: 7 Het kengetal is: 1
Korter dan 1 dag: 3
Onderhoud: • Percentage oevers in onderhouds staat conform vastgestelde kwaliteitsniveau Gebruikersaspecten Overige Vaarwegen: • A antal malen gestremd met duur binnen een zeker tijdsinterval
Korter dan 1 dag: 7 Tusen 1 en 7 dagen: 4 Langer dan 7 dagen: 4
• A antal klachten over stremmingen door weg- en vaarweggebruikers
Tusen 1 en 7 dagen: 1 Langer dan 7 dagen: 9
5
De streefnorm is: 8 Het kengetal is: 3
5
• A antal storingen aan kunstwerken (inclusief NoordHollandskanaal)
314
De streefnorm is: 265 Het kengetal is: 265
239
• A antal klachten over bediening door weg- en vaarweggebruikers
21
De streefnorm is: 20 Het kengetal is: 23
29
Overige vaarwegen: bij het aantal stremmingen langer dan 7 dagen overschrijdt de gerealiseerde waarde (9) de streef norm (7). Dit betreft stremmingen bij de Westfrieschesluis, brug Vrouwenakker en de Sloterbrug (gemeente Haarlemmermeer). Deze objecten waren langdurig in stremming door renovatie. Overige vaarwegen: bij het aantal klachten over bediening door weg- en vaarweggebruikers overschrijdt de gereali seerde waarde (29) de streefnorm (20). De meeste klachten hebben betrekking op de draaitijden van de bruggen. De overige klachten zijn uiteenlopend van aard: klachten over het niet openen van bruggen tijdens storm, klachten over een brug die niet goed functioneert, etc.
30 |
Wat hebben we daarvoor (meer) laten doen? 2.3.2 Operationeel doel: Verkeers- en vervoersplannen die veiligheid en doorstroming verbeteren Als gevolg van de Nota Mobiliteit van het Rijk hebben wij in 2007 een actualisatie van het provinciaal verkeers- en vervoersplan (PVVP) vastgesteld. Niet alleen hebben wij het provinciaal beleid vastgelegd, wij hebben ook essentiële onderdelen benoemd voor het gemeentelijk beleid. Gemeenten moeten voor oktober 2009 hun beleid in lijn hebben gebracht met het PVVP. In de actualisatie zijn de navolgende speerpunten van beleid genoemd. Hier zullen wij de komende jaren sterk op inzetten. Provinciaal Verkeers en Vervoers Plan Na vaststelling van de actualisatie van het PVVP in 2007, is het provinciale verkeers- en vervoersbeleid doorgewerkt in verschillende gemeentelijke verkeers- en vervoersplannen. We ondernemen zelf ook op alle speerpunten van het PVVP actie, bijvoorbeeld de uitvoering van de fietsimpuls, het opstellen van een netwerkstrategie voor vaarwegen en binnen havens en het aanleggen van P+R terreinen.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Anders Betalen voor Mobiliteit In oktober 2008 is een convenant gesloten tussen Metropoolregio en bedrijfsleven waarin een pakket maatregelen is opgenomen om de filedruk te verminderen. De proef ‘Betaald rijden’ in combinatie met de OV-forenskaart is een van de maatregelen. Ketenmobiliteit en Mobiliteitsmanagement In 2008 is een aantal nieuwe Park+Ride-terreinen opgeleverd en is de voorbereiding van een groot aantal andere uit breidingsprojecten verder doorgezet. De volgende P+R-terreinen zijn geopend in 2008: Muiden, Obdam, Amsterdam Bos en Lommer, Almere Parkwijk en Krommenie-Assendelft. Daarnaast zijn stappen gezet om de communicatie over P+R te verbeteren en is in samenwerking met andere partijen een onderzoek naar de sociale veiligheid op P+R-terreinen gestart. • Impuls Fiets In mei 2008 hebben wij € 40,3 miljoen beschikbaar gesteld voor het programma Impuls Fiets 2008-2012. Eind 2008 hebben wij een besluit genomen over de besteding van de gelden beschikbaar in 2008 en 2009. Het geld van 2008 (totaal € 2,5 miljoen eigen middelen) wordt besteed aan uitbreiding van fietsvoorzieningen bij NS-stations op basis van bestuurlijk overleg met de gemeente Haarlem (fietskelder), de gemeente Zandvoort (OV fietsbox) en Prorail (Ruimte voor de Fiets). Voor het bestedingsplan 2009 (beschikbaar €5 miljoen uit BDU en € 5,2 miljoen eigen middelen) is uit vraag gedaan aan gemeenten en hoogheemraadschap om subsidieaanvragen in te dienen voor knelpunten in de fiets infrastructuur en fietsvoorzieningen. Bij de beoordeling gold een subsidieplafond per regio en kregen knelpunten opgenomen in het Fietsersbondrapport voorrang. Ongeveer € 7 miljoen van de beschikbare € 10,2 miljoen zijn zo besteed. De resterende middelen blijven beschikbaar voor 2010 en verder. Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) • Bus Het openbaar vervoer speelt een cruciale rol in het vitaal houden van de steden en het mobiel houden van onze provincie. In 2008 is er een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de vrije openbaarvervoerbaan tussen Huizen en Hilversum die wij voorstaan. De onderdelen inpassing en financiering worden nader uitgewerkt. In 2009 valt een definitief besluit over de aanleg van de HOV Huizen-Hilversum. De HOV staat op de lijst van de TWINH. Het ministerie heeft het project op een lijst gezet van te subsidiëren regionale openbaarvervoerprojecten voor een bedrag van € 11,6 miljoen. In de eerste helft van 2009 wordt duidelijk of de subsidie definitief is. • Trein Wij zijn in 2008 in overleg getreden met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat over de evaluatie van de spoorwet geving vanwege het kabinetsstandpunt dat in 2009 wordt verwoord. In 2008 is overleg gevoerd met NS over de dienstregeling. De effecten zijn overwegend positief: meer treinen, hogere frequenties. In 2008 hebben we overleg gevoerd met Prorail over de realisatie van nieuwe stations en de andere Regionet-projecten. We zetten dit overleg voort in 2009.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 31
Verder hebben we in 2008 belangrijke stappen gezet naar de realisatie van station Halfweg-Zwanenburg. Wij hebben de totstandkoming van een nieuw bestemmingsplan van de gemeente Haarlemeerliede Spaarnwoude bevorderd, de financiering van een langzaamverkeersbrug over de Ringvaart geregeld (financiering door andere partijen) en zijn gestart met overleg over een overkapping van het station. Wij participeren ook in het rijksproject Programma hoogfrequent spoorvervoer. Dit programma zorgt voor hogere frequenties op een aantal trajecten in Nederland, waaronder de verbinding Schiphol, Amsterdam, Almere, Lelystad (SAAL) en de lijn Alkmaar-Eindhoven. Verkeersmanagement en ICT Wij hebben gewerkt aan de interne organisatie van netwerkmanagement en hebben projecten benoemd om tot operatio neel netwerkmanagement te komen. Hiervoor stellen wij een uitvoeringsprogramma op en hebben wij € 15 miljoen gereserveerd in het PMI. Onze deelname aan de Nationale Databank Wegverkeergegevens (NDW) biedt de mogelijkheid om in 2009 de actuele informatie over de verkeerssituatie te gebruiken voor sturing op ons wegennet. Naast de ont wikkeling van netwerkmanagement binnen de provincie, zoeken wij duidelijk de samenwerking met andere weg beheerders in de Metropoolregio Amsterdam. Goederenvervoer De economische en maatschappelijke belangen van het goederenvervoer zijn groot. Uitgangspunt voor projecten met betrekking tot het goederenvervoer blijft om open te staan voor marktinitiatieven en deze te ondersteunen, mits deze aansluiten op ons beleid. De provincie streeft naar een verbetering van de afwikkeling van het transport over weg, rail en water, Daarvoor is in 2008 onderzocht wat mogelijke alternatieven zijn voor vervoer over water. Wij hebben 5 projec ten in het kader van de quick win vaarwegen bij het Ministerie ingediend. Daarvan zijn er 3 gehonoreerd. Via het kwaliteitsnet voor goederenvervoer over de weg zijn routes benoemd voor de beste afwikkeling van het goederen vervoer over de weg. Ruimtelijke ontwikkeling Veel verkeersprojecten hebben een sterke relatie met de ruimtelijke ontwikkelingen. Voorbeelden hiervan zijn OV SAAL en A1/A6/A9. In 2008 is met de andere partijen uit de Metropoolregio Amsterdam de studie Metropoolregio Amsterdam Duurzaam Bereikbaar opgesteld. Hierin is de relatie tussen verkeer en ruimtelijke ordening beschreven. Weginfrastructuur Onverminderd zullen wij uitvoering geven aan onze grote infrastructuurprojecten. Wij zullen zoeken naar financierin gsmogelijkheden voor een krachtige aanpak van de projecten die wij verkennen en ontwikkelen. Zie verder paragraaf 3.9.1 Infrastructuur PMI 2008-2012. 2.3.3 Operationeel doel: Vlot en veilig in de regio (randstad)
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? Urgentieprogramma Randstad Het programma RandstadUrgent hebben wij in 2008 voor wat betreft de aansturing gekoppeld aan de Metropoolregio Amsterdam. De reden hiervoor is dat de thematiek en de doelen gelijk zijn; bij RandstadUrgent gaat het om een Rijks programma met de hierbij behorende Rijksinzet voor de randstad. Metropoolregio Amsterdam betreft het regionale programma (inclusief rijksprojecten) rond de Metropoolregio. Bij RandstadUrgent is in 2008 de nadruk gelegd op het realiseren van de doelen die de bestuurders van gemeenten, provincie en Rijk hebben afgesproken in de afsprakensets van de bestuurlijke duo’s. Daarbij is in de loop van het jaar geconcludeerd dat een aantal opgaven zowel een geografische als een bestuurlijke samenhang kennen. Dit is het geval rond Almere (schaalsprong, Planstudie Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL), TBMIJ c.a.) en rond de Haarlemmermeer (A4, Schiphol, westflank, water en groenopgave). Voor de Almeerse opgave heeft dit geleid tot kabinetsafspraken over de RAAM (rijksafspraken Amsterdam-Almere-Markermeer) voor 2009. Voor de Haarlemmer meerse opgave is de samenhang evident, maar deze moet nog worden geformuleerd en geprioriteerd. Tijdens de RandstadUrgentconferentie van oktober 2008 is geconstateerd dat de afgesproken doelen voor dat jaar waren gerealiseerd. Vervolgens zijn nieuwe afspraken gemaakt voor 2009. Binnen RandstadUrgent is in 2008 ook de Rijksstructuurvisie Randstad 2040 afgerond en vastgesteld. Hierbij zijn de rijksdoelen en de rijksinzet vastgelegd. Hierin is onder meer vermeld dat een aantal uitwerkingen sectoraal plaats
32 |
vinden in 2009. Dit op het gebied van water, landschap, luchthavens en mobiliteit/bereikbaarheid. Wij zijn tevreden met de inzet en de voortgang van de rijksprojecten in onze regio. Met name besluiten over de SAAL, A6/A1/A9 zijn van cruciaal belang. Wel blijven wij er alert op dat het project A4 komend jaar wederom op de agenda komt. De afspraken over de OV-autoriteit, namelijk het vaststellen van een Randstad OV-bureau, hebben wij node geaccepteerd. Planstudie Schiphol-Almere In mei 2008 is de Trajectnota/MER in de inspraak gebracht en heeft het kabinet, na intensief overleg met de regio over de resultaten van de MER, zijn standpunt bepaald. In het najaar is intensief door Rijk en regio overlegd over een aan vullende overeenkomst over met name inpassingsmaatregelen op het gebied van leefbaarheid, die nu kan worden getekend. Voor de zomer 2009 komt het Ontwerp Tracébesluit (OTB) in de inspraak. Onze inzet en die van de regio is dat er een oplossing komt voor de verkeersproblematiek tussen Almere en Amsterdam in de vorm van een goed ingepaste capaciteitsuitbreiding van de bestaande infrastructuur. Onze inspanningen zijn in deze periode vooral gericht geweest op het creëren van gezamenlijk draagvlak in de regio voor het maatregelenpakket zoals vastgelegd in de besluiten en overeenkomsten. Bovendien hebben wij € 50 miljoen toegezegd voor inpassings maatregelen op het grondgebied van Noord-Holland en spannen wij ons in om, binnen het project SAA, financieel bij te dragen aan de realisatie van een lokale brug bij Muiden. Zuidas In het kader van de Extra Investeringsimpuls Noord-Holland hebben wij besloten onder voorwaarden financieel te participeren in nader te bepalen, herkenbare onderdelen van het Dokmodel Zuidas. In december 2007 zijn Provinciale Staten akkoord gegaan met het verstrekken van de bijdrage in de vorm van subsidie en over te gaan tot het afgeven van de subsidiebeschikking nà vaststelling van het prospectus door Stad en Staat. De vaststelling van het prospectus is echter door omstandigheden vertraagd. Wij gaan ervan uit dat we de subsidiebeschikking nog in 2009 kunnen afgeven. Landzijdige bereikbaarheid Schiphol De bereikbaarheid van de luchthaven voor passagiers en vracht is belangrijk voor de concurrentiepositie van de lucht haven. Ook de bereikbaarheid van de (nieuwe) werkgelegenheid op en rond Schiphol en de (nieuwe) woningen in de nabijheid van de luchthaven is een voorwaarde voor de ontwikkeling van de mainport. Door het uitvoeren van onder zoeken en het realiseren van weg en OV-infrastructuur oefenen wij invloed uit om ons beleid inzake de bereikbaarheid van Schiphol en omgeving te effectueren. Onze positie in het project N201+, dat nu in uitvoering is genomen, is evident, evenals bij de voorgenomen verdubbeling van de N207. Daarnaast zijn er twee projecten waarin wij een trekkende rol hebben. Ten eerste is dat de Grensstreek studie Haarlemmermeer/Bollenstreek naar de behoefte aan aanvullende weg- en openbaarvervoerinfrastructuur ten zuidwesten van Schiphol in het grensgebied van Noord- en Zuid-Holland in relatie tot de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek. Daarnaast is onder onze verantwoordelijkheid de Verkenning Bereikbaarheid Schiphol Corridor A4-zuid opgesteld en aan de minister aangeboden. In 2008 is het project beoordeeld in samenhang met andere aan de A4 gerelateerde projecten tussen Schiphol en Den Haag. Planstudie Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL) In 2008 is studie verricht naar de alternatieven voor een railverbinding tussen Almere en Schiphol. De Metropoolregio heeft besloten 5 varianten verder te onderzoeken. 2.3.4 Operationeel doel: Regionale studies en ontwikkelingen
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Mediapark Hilversum Op 1 maart 2006 hebben wij met de gemeenten Hilversum, Laren en Bussum en het Mediapark de realisatieovereen komst Integraal Bereikbaarheidsplan Hilversum en omstreken gesloten. In 2008 zijn maatregelen uitgevoerd op de route A1-Mediapark. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de fietstunnel bij Laren en de traverse Hilversum-Noord. A8-A9 Er ontbreekt een schakel in het hoofdwegennet boven het Noordzeekanaal tussen Alkmaar/ IJmond en Zaanstad. Hierdoor bestaan er problemen op het gebied van bereikbaarheid en leefbaarheid. Op basis van een verkennende studie
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 33
naar probleemanalyse, oplossingsrichtingen en financieringsmogelijkheden hebben wij in het voorjaar 2008 de Heemskerkvariant, uitgevoerd als 80 km/uurweg, aangemerkt als voorkeursvariant. Bereikbaarheid Kust In juni 2008 hebben wij mede op basis van de evaluatie Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid Kust ZandvoortBloemendaal 2005-2007 en het onderzoek naar dynamisch verkeersmanagement (DVM) Zuid-Kennermerland besloten dat restbudget Bereikbaarheid Kust beschikbaar komt voor het project DVM Zuid-Kennemerland. In 2008 hebben verdere activiteiten volgens de Uitvoeringsprogramma’s Velsen-Castricum 2007-2009 en Bergen-Zijpe 2006-2008 plaatsgevonden. Gelet op de extra middelen die wij bij het collegeprogramma beschikbaar hebben gesteld is met de regio’s overleg geweest over een doorstart in 2009. 2.3.5 Operationeel doel: Infrastructuur PMI 2008-2012 Het PMI is een voortschrijdend vijfjarenplan, waarin alle provinciale infrastructuur-projecten zijn opgenomen. Alle projecten doorlopen de studie-, plan- en realisatiefase. In de studiefase wordt onderzoek gedaan naar de problematiek en worden mogelijke oplossingen uitgewerkt. Als hieruit een keuze is gemaakt, promoveert het project naar de plan fase. In deze fase wordt het project voorbereid totdat het besteksklaar is. Dan promoveert een project naar de realisatie fase en wordt het krediet bij Provinciale Staten aangevraagd, zodat het project kan worden uitgevoerd. In 2008 is het PMI twee keer voorgelegd aan Provinciale Staten: de actualisering van het PMI bij de Lentenota en het nieuwe PMI 2009-2013 bij de vaststelling van de Begroting 2009.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? N242 De reconstructie van de N242 is in 2008 voltooid. Het doel van de reconstructie – het realiseren van een duurzaam veilige stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen, scheiding van snel- en langzaam verkeer en een vrije busbaan tussen Alkmaar en Heerhugowaard – is hiermee een feit. Sinds de officiële opening op 16 mei 2008 zijn nog wel enkele afrondende en ‘extra’ werkzaamheden uitgevoerd. Deze extra werkzaamheden waren een aanvulling op het oorspronkelijke contract. Het merendeel van deze afrondende en extra werkzaamheden is in 2008 verricht. Dit geldt niet voor de fietstunnel ten noorden van het Nollencircuit, die later aan het project is toegevoegd. De aanbestedings procedure is in 2008 gestart, maar is gestaakt. Verkeersafwikkeling Amstel- en Meerlanden na 2015 Conform ons collegeprogramma zijn wij een verkenning begonnen van de verkeersafwikkeling in dit gebied als vervolg aanpak op de projecten die worden gerealiseerd in het kader van het Masterplan N201. Voor deze verkenning werken wij samen met de betrokken gemeenten, de provincie Utrecht en de stadsregio. De werkzaamheden zijn medio 2008 gestart. De eerste resultaten verwachten wij in de loop van 2009. Uitvoering Masterplan N201 In 2006 zijn we met de uitvoering van het N201-programma begonnen. Momenteel zijn twee van de zeven deelprojecten in uitvoering. De werkzaamheden voor het project omleiding Aalsmeer-Uithoorn vorderen gestaag. Het project verbreding van de Kruisweg naar 2x3 rijstroken in de gemeente Haarlemmermeer wordt binnenkort opgeleverd. Het baangedeelte van het project Kruisweg 2x3 rijstroken hebben wij in 2007 aanbesteed en ruim binnen de planning en het beschikbare budget gerealiseerd. Onderdeel van dit project is een fiets- en voetgangersbrug waarmee langzaam verkeer de nieuwe weg kan oversteken. In augustus 2008 is het brugdek op de landhoofden geplaatst. In de loop van 2009 wordt dit project uit het Programma N201 afgerond. De uitvoering van de omlegging Aalsmeer-Uithoorn is gestart in het voorjaar van 2007. Het gaat hier om de aanleg van een 7 kilometer lange nieuwe weg tussen de ringvaart in Haarlemmermeer en de Amstel. De weg loopt door een tunnel onder de ringvaart, kruist de Middenweg en de Hornweg op een viaduct en ligt verder op maaiveld. Tot aan de Zijdel weg in de gemeente Uithoorn is de weg 2x2-baans, daarna 2x1-baans. In 2008 is voortvarend gewerkt aan de 2 tunnelsecties aan de Haarlemmermeerse zijde van de Ringvaart. De ruwbouw is nagenoeg gereed, wanden en dak zijn gestort en de aanleg van de zuidelijke tunnelsectie is begonnen. In december 2008 hebben Provinciale Staten ingestemd met de scopewijziging ongelijkvloerse kruising N201-Zijdelweg. Ter dekking van de meerkosten is bij het PMI van 2009 een aanvullend krediet beschikbaar gesteld van € 20 miljoen. De
34 |
bijdragen van de gemeenten Amstelveen en Uithoorn voor deze scopewijziging ter hoogte van € 12,7 miljoen zijn in 2008 ontvangen. De voorbereiding van dit projectonderdeel is in volle gang. De definitieve ontwerpen voor de aansluitingen van het programma N201 op de Rijksweg A4 en de Rijksweg A9, Fokkerweg 2x2 rijbanen en de omlegging Amstelhoek zijn door partijen goedgekeurd. Conceptbestekken worden momenteel getoetst en aanbesteding ervan zal in 2009 plaatsvinden. Na afronding van het contracteren kan in het najaar 2009 de uitvoering beginnen. De planologische procedures voor het project omleiding Schiphol-Rijk zijn gestart in 2007 maar liggen nu geruime tijd stil door de discussies over het tracé in relatie tot de parallelle Kaagbaan. Door weerstand in de omgeving tegen het huidige ontwerp van het project Omlegging Schiphol Rijk is de oplevering tot eind 2013 vertraagd. In 2008 hebben wij met alle partijen intensief overlegd over de mogelijke aanleg van een alternatief tracé volgens de zogenaamde Boeren landvariant. Dit heeft geresulteerd in de toezegging van de gemeente Haarlemmermeer om garant te staan voor budgetoverschrijdingen na het aanleggen en eventueel sloop en verlegging van het tracé bij de komst van een nieuwe parallelle Kaagbaan. Voorwaarde is dat ons college, het Rijk, de Stadsregio Amsterdam en partijen uit de Realisatie overeenkomst begin 2009 akkoord gaan met een nieuw tracé volgens de Boerenlandvariant. In 2007 zijn de definitieve beschikkingen van het Rijk en de Stadsregio Amsterdam ontvangen. De bijdrage van het Rijk is definitief vastgesteld op € 178 miljoen (inclusief indexering over periode 2002-2007). De bijdrage van de Stads regio is definitief vastgesteld op € 113 miljoen (prijspeil 1-1-2007). Met het Rijk en de Stadsregio is overeengekomen dat de subsidies zullen worden betaald in de vorm van voorschotten bij de oplevering van de mijlpalen die bij de beschikking zijn vastgesteld. De in 2008 geplande mijlpalen zijn opgeleverd en wij hebben de hieraan gekoppelde voorschotten ontvangen. In december 2008 is de samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten Amstelveen en De Ronde Venen gesloten. De betrokken gemeenten zijn hiermee toegetreden tot het Programma N201+. De gemeente Amstelveen heeft in 2008 alsnog haar bijdrage in het Programma N201+ van € 18 miljoen betaald. Hiernaast zijn er in 2008 aanvullende betalingen ontvangen van de gemeenten Amstelveen, De Ronde Venen, Uithoorn en de Provincie Utrecht voor de scopewijzigingen ongelijkvloerse kruising N201-Zijdelweg en de aanleg van het aquaduct in de Amstelpassage. • N201 Amstelpassage In 2005 hebben Provinciale Staten de voorkeur uitgesproken om de Amstelpassage als een aquaduct uit te voeren. Zij hebben opdracht gegeven om daarover overleg te voeren met andere betrokken overheden. In 2008 zijn partijen akkoord gegaan met het ontwerp en is de samenwerkingsovereenkomst getekend. In december 2008 hebben Provinciale Staten ingestemd met de scopewijziging en een aanvullend krediet van € 21,1 miljoen beschikbaar gesteld. De bijdragen van de betrokken bestuurders van de gemeenten Amstelveen, De Ronde Venen en Uithoorn en de provincie Utrecht bedragen € 7,1 miljoen en zijn in 2008 ontvangen. De uitvoering vordert gestaag. Bij het deelproject Kruisweg 2x3 is in augustus 2008 bij het kruispunt van de Aalsmeerderweg en de Fokkerweg de fiets- en voetgangersbrug geplaatst. De brug wordt momenteel afgebouwd. De Omlegging Aalsmeer-Uithoorn vordert volgens planning. Met de gemeente Amstelveen en Uithoorn is overeen stemming bereikt over de aanleg van een ongelijkvloerse kruising van de N201 met de Zijdelweg. Het deelproject Omlegging Schiphol Rijk heeft te maken met vertraging door de discussie over de Boerenlandvariant. Begin 2009 moet daar duidelijkheid over komen. Voor de deelprojecten ‘nieuwe Aansluitingen A4’, de verbreding van Fokkerweg naar 2x2 rijstroken en de nieuwe aansluiting op de A9 zijn de ruimtelijke procedures gestart. Voor de Omlegging Amstelhoek is de procedure voor het Amstelveense deel gestart, in De Ronde Venen loopt de bestemmingsplanprocedure enige vertraging op. Zuidtangent De Zuidtangent is verder in ontwikkeling. Dit jaar is de Zuidtak Hoofddorp-Nieuw Vennep opgeleverd. Sinds augustus wordt over de complete busbaan gereden, daarmee is het netwerk van busbanen verder uitgebreid. Voor het westelijke deel (onderdeel van het kerntraject) bij het gedeelte Schipholweg-Station Haarlem werken we met de gemeente Haarlem verder aan een goede inpassing. Voor de aanpak van het traject tussen Station Haarlem en de Schipholweg hebben we dit jaar naar meerdere oplossingen gekeken, zowel ondergronds als bovengronds. Het ongehinderd kruisen van het Spaarne is hier essentieel. Dit project maakt onderdeel uit van de Extra Investerings impuls Noord-Holland.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 35
Van de Oosttak Hoofddorp-Aalsmeer/Uithoorn is het gedeelte tot aan de N201 nog niet in uitvoering genomen. Er loopt een onteigeningsprocedure. We verwachten dat deze procedure in 2009 wordt afgerond en dat de werkzaamheden kunnen beginnen. Het gedeelte van de Zuidtangent in Aalsmeer wordt verder uitgewerkt en kan pas in 2011, na reali sering van de N201 worden aangelegd. Met de aanleg van het gedeelte in Uithoorn wordt in 2009 gestart. Over de tak Hoofddorp-Schiphol-Oost vindt in 2009 besluitvorming plaats. De realisatiekosten worden voornamelijk gedekt door subsidies, onder meer van de stadsregio Amsterdam. In 2008 hebben wij gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw halteontwerp voor de Zuidtangent. Hierover hebben wij in januari 2009 een principebesluit genomen. Westfrisiaweg (Alkmaar-Enkhuizen) Op basis van onder andere de resultaten van het plan-MER 2007 zijn partijen gekomen tot de keuze van het voorkeurs tracé. Deze keuze is vastgelegd in het Regioakkoord N23 Westfrisiaweg. Ook de afspraken over de financiële bijdrage van de regionale partijen zijn daarin opgenomen. Het voorkeurstracé uit dit Regioakkoord vormt de basis voor de verdere ruimtelijke besluitvorming in de vorm van een provinciaal inpassingsplan. Ter voorbereiding hiervan wordt op dit moment gewerkt aan een inrichtings-MER. In 2008 is tevens een subsidieverzoek (MIRT-aanvraag) in het kader van het project N23 Alkmaar-Zwolle bij het Rijk ingediend. De Westfrisiaweg vormt het Noord-Hollandse deel van deze wegverbinding. Het subsidieverzoek is door de provincies Noord-Holland, Flevoland en Overijssel gezamenlijk opgesteld. Medio 2009 wordt hierop een beslissing van de minister verwacht. 2.3.6 Operationeel doel: Beheer (droge en natte) provinciale infrastructuur Om de professionalisering van het beheer van de provinciale infrastructuur verder te brengen hebben wij begin 2008 een project gestart om de beheerfilosofie te ontwikkelen. Daartoe moeten de instrumenten en basisfuncties verder worden uitgewerkt. Deze beheerfilosofie richt zich primair op het bereiken van het gestelde doel ‘Vlot en veilig door Noord-Holland’ en richt zich op het per traject uitvoeren van (alle) onderhoud. Bij deze trajectbenadering delen we het areaal dat we in beheer hebben in in functionele trajecten. Hierdoor wordt er vanuit gebruiksperspectief naar onze instandhoudingstaak gekeken. Het moet minder hinder opleveren. Om deze instandhoudingstaak van de infrastructuur verder te professionaliseren hebben wij een actieprogramma ontwikkeld. In hoofdlijnen richt dit actieprogramma zich op: • het versterken van het fundament (een database met actuele gegevens over aard, omvang en kwaliteit van het te beheren areaal); • het verbeteren van de kaderstelling (het opstellen van beheer- en instandhoudingplannen voor wegen, vaarwegen, openbaarvervoerbanen en fietspaden); • het verbeteren van de maatregelprogrammering (het implementeren van trajectbenadering in de jaarprogramma’s waarbij per traject maatregelen worden uitgevoerd in plaats van de huidige versnipperde werkwijze); • het verbeteren van de maatregelproductie (het verhogen van de productie door onder meer het bundelen van veel kleine onderhoudscontracten tot een beperkt aantal grotere, het slimmer benutten van de markt, het verbeteren van het projectmatig werken en het versterken van de samenwerking tussen de sectoren Realisatie en Beheer & Onderhoud). Om het instandhoudingsproces te verbeteren en dit actieprogramma te realiseren, hebben wij al in de Najaarsnota vermeld dat extra geld nodig is. Over de jaren 2008 tot en met 2011 is volgens de huidige inzichten eenmalig ca. € 5,5 miljoen nodig. Bij Najaarsnota 2008 hebben wij een bedrag vrijgemaakt voor deze doorontwikkeling en professionalisering ter hoogte van € 1,3 miljoen voor het jaar 2008.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Beheer provinciale wegen en vaarwegen Bij het beheer van de provinciale wegen en vaarwegen hebben wij in 2008 een eerste financiële impuls gegeven aan het strategisch beheer. De intensivering van beheeractiviteiten die daarbij hoort, leidt tot een optimaal beheer- en onder houdsinstrumentarium (BOI). De activiteiten voor wegen en vaarwegen zijn: – Het opstellen van beheer- en instandhoudingsplannen In juni zijn wij gestart met het formuleren van topeisen voor wegen als het gaat om beheer op het gebied van bereik baarheid, veiligheid en leefbaarheid. Deze topeisen zijn inbreng voor de beheerplannen. Gepland stond om in september 2008 de eerste resultaten op te leveren. Dit bleek te optimistisch. De oplevering van de resultaten is geweest in januari 2009.
36 |
–H et actualiseren en complementeren van alle relevante areaalgegevens (Ideaal Areaal) Een actueel en toegankelijk areaaldatabestand is onontbeerlijk voor een goed beheer. Onder de naam Ideaal Areaal is gestart met het project om het provinciale areaal aan infrastructuur actueel en toegankelijk te maken. De informatie analyse per objectcategorie voor wegen is in september 2008 afgerond. Voor kunstwerken is dit eind 2008 gebeurd. De analyse voor vaarwegen is in januari 2009 gestart. – Beheer-, onderhoud- en eigendomsgrenzen De beheer-, onderhoud- en eigendomsgrenzen zijn in veel gevallen niet eenduidig of juist op tekening weergegeven. In samenwerking met de unit Meetgegevens is gestart met een inhaalslag. De werkzaamheden liggen op schema. Deze beoordeling leidt soms tot aangepaste grenzen, waarbij in enkele gevallen grondaankopen of -verkopen gewenst kunnen zijn. Om dit aan te pakken is in samenwerking met de sector Grondzaken een plan van aanpak opgesteld. – Het aanschaffen en implementeren van een integraal en geautomatiseerd beheersysteem Het project Ideaal Areaal is op dit moment nog in de fase van informatieanalyse. De huidige planning van Ideaal Areaal is dat de Europese aanbesteding dit najaar opgestart wordt op basis waarvan aan het begin van het tweede kwartaal 2009 een keuze gemaakt wordt. Daarna zal de Ideaal Areaal-applicatie geïnstalleerd moeten worden. Vooralsnog gaan we ervan uit dat de applicatie rond de jaarwisseling 2009/2010 operationeel is. – Het verbeteren van de maatregelprogrammering Bij het opstellen van de (meer)jaarprogramma’s 2010-2014 staat de gebruiker centraal. Het onderhoud omvat dan een bundeling van maatregelen per traject. – Het verbeteren van de voorbereiding en uitvoering van maatregelen Nadere inspecties, waarbij de markt zo goed en veel mogelijk wordt ingeschakeld dragen bij tot een verbetering van de scopes en daarmee tot een optimalisatie van de productie. • Uitvoeren jaarprogramma onderhoud Provinciale wegen. De uitvoering van het jaarprogramma Onderhoud provinciale wegen 2008 is vooral gericht op het instandhouden van het provinciale wegennet conform het afgesproken kwaliteitsniveau bij de begroting van 2008. Hierbij is voor alle beleids thema’s gewerkt volgens de vastgestelde norm R-. Dit met uitzondering van fietspaden, die op R+ worden onder houden. Een belangrijk zichtbaar effect is dat het onderhouden van wegen op R-niveau wel heeft geleid tot een besparing in variabele onderhoudskosten, maar dat de kosten voor vast onderhoud zijn gestegen. In de afgelopen jaren is de verkeersintensiteit sterk toegenomen, het verkeer is zwaarder geworden en in het verleden zijn constructie materialen toegepast die ertoe bijdragen dat toekomstige onderhoudswerkzaamheden hogere kosten met zich mee zullen brengen. In het jaarprogramma Onderhoud provinciale wegen 2009 is deze waarneming nader onderbouwd. • Uitvoeren onderhoud Zuidtangent (ZT) De Zuidtangent is een hoogwaardige busverbinding tussen Haarlem en Amsterdam ZO via Hoofddorp, Schiphol en Amstelveen. De provincie onderhoudt een groot gedeelte van het kerntraject van deze busverbinding in de gemeente Haarlemmermeer. Het kwaliteitsniveau van onderhoud is hoog om het hoogwaardige karakter in stand te houden. Dit kwaliteitsniveau is echter nog niet door het provinciaal bestuur formeel vastgesteld. Het hoogwaardige karakter van de Zuidtangent wordt daarbij in stand gehouden door de snelle reparatie van de gevolgen van vandalisme. In 2008 zijn vooral veel glaspanelen vervangen die door vandalisme gesneuveld zijn. Ook de liften en het haltemeubilair vergen voortdurend onderhoud om gevolgen van vandalisme te herstellen. Verder zijn we gestart met het aanpassen of herstellen van gebreken in het kader van het uitvoeringsprogramma ‘Zuidtangent forever’, waarbij vooral gebreken ten gevolge van fouten bij de aanleg worden aangepakt. Sommige van deze gebreken zijn zo complex dat eerst tijdrovend voorbereidend onderzoek nodig is geweest voordat we tot herstel kunnen overgaan. • RegioRegie Regioregie is in 2008 verder uitgerold en is nu dekkend voor de hele provincie. In het verlengde van RegioRegie is de website NHbereikbaar aangepast. Vanaf 2008 kunnen nu ook de andere wegbeheerders die deelnemen aan RegioRegie hun werkzaamheden invoeren op de site.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 37
• Incident management Incident management is in 2008 verder ingevuld. Wij hebben de huidige werkwijze geëvalueerd en uit deze studie zijn aanbevelingen tot verbetering gekomen. De belangrijkste aanbevelingen zijn om de meldingenprocedure samen met Rijkswaterstaat vanuit de verkeerscentrale van Rijkswaterstaat te laten uitvoeren en om incident management op de nog ontbrekende schakels ook in te voeren. Deze aanbevelingen worden uitgewerkt in een plan van aanpak voor 2008. • Innovatieve verlichting/actieve markering Op basis van het onderzoek ‘Gevaarlijke wegvakken bij duister’ zijn 20 wegvakken geselecteerd die in aanmerking komen voor het toepassen van verlichting ter verbetering van de verkeersveiligheid bij nacht. Om een goede keuze te maken voor het toepassen van actieve markering, door LED’s in het wegdek aan te brengen, is een nieuwe wijze van simuleren ontwikkeld. Het wegvak wordt gefilmd, en vervolgens worden de lichtpunten erin geplaatst. Zo ontstaat een goed beeld van de te bouwen installatie. In de loop van 2009 wordt deze verlichting aangebracht en is operationeel. • Uitvoeren onderhoud provinciale vaarwegen De uitvoering van het onderhoud van de vaarwegen is gebaseerd op meerjarenprogramma’s die enige jaren geleden zijn vastgesteld (zoals Risico Gestuurd Beheer Noordhollandsch Kanaal, 28 november 2004, en baggerprogramma provin ciale vaarwegen, besluit PS van december 2003. • Onderhoud aan de oevers van de vaarwegen De geprogrammeerde oeverprojecten Noordhollandsch Kanaal (NHK) liggen qua planning ca. 1 jaar achter. In 2008 is 5 km oevers in uitvoering genomen, gereed begin 2009. Versneld in uitvoering genomen is het niet-geprogrammeerde gedeelte Kanaaldijk te Purmerend op verzoek van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. In Najaarsnota 2008 zijn hiervoor extra middelen gevraagd. Hierin was begrepen een extra bedrag als gevolg van de verhoogde energie- en grondstofkosten. Bij de Overige Vaarwegen is het traject van de Langedijkervaart, Niedorpervaart, Huigenvaart en Markervaart Noord nagenoeg gereed. De voorbereidingen voor Kolhornerdiep en Westfriesevaart zijn wegens gebrek aan capaciteit nog niet gestart. De middelen hiervoor staan in de bestemmingsreserve. De voorbereiding van de oevers van het traject Broekervaart en Trekvaart wordt samen met de baggerwerkzaamheden uitgevoerd. Het onderhoud aan de beschoeiing aan de binnenzijde van de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder is uitgevoerd door het Hoogheemraadschap Rijnland op basis van een uitvoeringsovereenkomst. In 2008 zijn de kopsloten Aalsmeer opnieuw gebaggerd op basis van een convenant tussen Rijnland, de gemeente Aalsmeer en de provincie Noord-Holland. Wij hebben een derde van de kosten voor onze rekening genomen. In kader van het voorkomen van oeverafslag langs kwetsbare natuurgebieden langs de Ringvaart van de Haarlemmer meerpolder (Oosteinderpoel en Wildernis) is onder leiding van de provincie een plan voor oeverbescherming uitgewerkt. Dit plan heeft draagvlak bij onder andere Rijnland, Aalsmeer en Landschap Noord-Holland. De financiering van het plan wordt uitgewerkt. • Onderhoud aan de bruggen en sluizen van de vaarwegen Het gaat hier om maatregelen aan kunstwerken die niet onder het Vervangingsinvesteringsprogramma kunstwerken vallen. Dit betekent niet dat ze minder ingrijpend zijn. Meer dan de helft van de projecten die gepland waren liggen op schema of zijn afgerond. Voorbeelden hiervan zijn de renovatie van de Kerkbrug, de aanpassingen aan de Stolper basculebrug en het vervangen van de elektrische installatie Braaksluis. Een aantal projecten heeft vertraging opgelopen. Belangrijke oorzaken hiervan zijn: • extra herstelmaatregelen bij wisseling sluisdeuren van de sluis bij Purmerend; • vertraging tijdens de aanbestedingsfase bij de renovatie van Vlotbrug ’t Zand en de Schipholdraaibrug; • extra werk door calamiteiten als gevolg van een aanvaring met de sluisdeuren van de Koopvaarderschutsluis. Om de scope helder te krijgen is voor een aantal projecten nog nader onderzoek verricht. Dit was het geval bij ver vanging van de PLC’s, KVSS, Kooysluis, Leeghwaterbrug. Deze zijn eind 2008 gereed. • Vervangingsprogramma kunstwerken Veel provinciale bruggen en sluizen stammen uit de jaren 30 van de vorige eeuw, waardoor zij de komende jaren het einde van hun levensduur bereiken. Dit houdt in dat instandhouding met de gebruikelijke maatregelen van onderhoud niet meer mogelijk is, maar vervanging van de gehele constructie nodig is. Hiervoor zijn in de provinciale begroting
38 |
tot op heden geen middelen opgenomen. In september 2006 is besloten tot een vervangingsprogramma kunstwerken met een omvang van € 20 miljoen. In 2008 is de sector Realisatie begonnen met de voorbereiding en de uitvoering van de projecten die in het Vervangingsi nvesteringsprogramma kunstwerken zijn opgenomen. Het grootste knelpunt was dat de projecten van het programma niet allemaal zijn voorzien van een heldere scope. Daarnaast is er een gebrek geweest aan capaciteit om projecten voor te bereiden. Met ingang van het vierde kwartaal is de capaciteit beschikbaar gekomen om bovengenoemde werkzaam heden uit te voeren. Elk project dat in het Vervangingsinvesteringsprogramma kunstwerken wordt genoemd is voor zien van een projectleider. De stand van zaken • Het eerste project uit het Vervangingsinvesteringsprogramma kunstwerken, de Westfriese Sluis, is in september 2008 opgeleverd. • De vervanging van de Buren- en de Waarderpolderbrug zijn gestart; deze kunstwerken zijn in het derde kwartaal van 2009 gereed. • De start van de uitvoering van de brug Slootdorp staat gepland voor het derde kwartaal 2009; • De Krommeniebruggen A en B kunnen – blijkt uit nader onderzoek – niet gerenoveerd worden, maar moeten naar verwachting totaal worden vernieuwd. Gevolgen voor planning, samenloop met overige werken en financiën worden momenteel nader uitgewerkt. • De procestijd is aangepast met ca. vier maanden. De scope van dit project wordt in de eerste maanden van 2009 duidelijk. • Actualisatie van het vervangingsprogramma kunstwerken In vervolg op het eerste vervangingsprogramma kunstwerken is in de Lentenota 2008 besloten nog eens voor de periode 2009-2014 € 29 miljoen vrij te maken. Het tweede vervangingsprogramma kunstwerken is nog niet vastgesteld. Onderzoeken om tot een definitief programma te komen zijn nog niet afgerond. Het scherp krijgen van de scope, het bezien of renovatie of vervanging tot de mogelijk heden behoort, is tijdrovend door de verschillende noodzakelijke onderzoeken. Hierbij komt dat de basisinformatie van de huidige kunstwerken nauwelijks voorhanden is. Hierdoor moeten sterkteberekeningen en dergelijke opnieuw worden uitgevoerd. Om het gegevensbeheer te ordenen en de scope beter te kunnen aangeven zijn inmiddels extra beheerders aangetrokken. De voorlopige lijst met kunstwerken die in dit programma moeten worden vervangen is als volgt: • R ietvinksbrug • Hemmerbrug • Mielbrug • brugdek Irenebrug Uithoorn • bruggen Krommenie In 2009 gaan wij het programma op basis van nader onderzoek en berekeningen complementeren. • Baggerprogramma Noord-Hollandse Vaarwegen De projecten uit het baggerprogramma liggen voor het overgrote deel op schema: – Het baggeren van het traject Noordhollansch kanaal (NHK) Alkmaar-Den Helder is afgerond. Het gedeelte Kooysluis-Koopvaarderschutsluis hebben wij als ‘munitieverdacht’ moeten uitvoeren. Dit heeft tot een vertraging van één jaar geleid en ca. € 1 miljoen aan extra kosten. – Eind 2008 is het traject NHK-Alkmaar en NHK Akersloot-Amsterdam aanbesteed (ca. € 7 miljoen). De uitvoering start januari 2009. – Met de voorbereiding van de Broekervaart/Trekvaart, Ringvaart Haarlemmermeer en Amstel is gestart. Als gevolg van de extra werkzaamheden aan het traject NHK Alkmaar-Den Helder en de moeizame invulling van de projectleiderscapaciteit uit de markt is de voorbereiding voor de Broekervaart/Trekvaart vertraagd. – Eind 2008 zijn ook de voorbereidingen gestart voor het baggeren van de Westfriese Vaart.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 39
Vergunning en handhaving
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Aantal verleende ontheffingen (vaar)wegen
2550
2200
2341
Aantal handhaving-acties (vaar)wegen
190
200
290
Het percentage binnen de daarvoor gestelde termijn verleende ontheffingen vaarwegen
98%
>95%
98%
A Vergunningen Ontheffingen in het kader van regelgeving voor (vaar)wegen hebben wij voor 98% binnen de gestelde termijnen ver leend. Voorzienbare afwijkingen worden per omgaande aan de aanvrager gemeld. B Handhaving Toezicht en handhaving hebben wij conform het Handhavinguitvoeringsprogramma (HUP 2007-2008) en de sanctie strategie uitgevoerd. De uitvoering van handhavingsacties verhoogt de (nautische) veiligheid op wegen en vaarwegen. Het houden van een specifiek controleproject heeft geleid tot meer dan het geplande aantal handhavingsacties.
Nieuw beleid Noordhollandsch Kanaal; variabel onderhoud Het vervangingsprogramma oevers 2004-2009 van het Noordhollandsch Kanaal is gebaseerd op het besluit van Provinciale Staten van 30 januari 2006. Er is voor de uitvoering van werken tot en met 2009 een bedrag beschikbaar gesteld van € 38 miljoen. Van dit programma is ca. 12 km gereed en ca. 7,2 km in uitvoering. Een risico is dat voor de afronding van het programma aanzienlijk meer geld nodig is dan in het programma is opgenomen vanwege de zeer sterk gestegen prijzen van grondstoffen (staal). hoewel deze thans dalen. Bij najaarsnota 2008 zijn extra middelen ter beschikking gesteld, namelijk € 3,6 miljoen (Kanaaldijk) en € 0,8 miljoen (Noord hollandsch Kanaal bij Alkmaar). Deze projecten zijn thans in uitvoering. Voor de jaren 2010 en verder wordt een programma opgesteld. Strategisch beheer provinciale wegen Er is bij de NJN 2008 een budget van € 1,3 miljoen beschikbaar gesteld voor de doorontwikkeling van het infrabeheer. Voor deze doorontwikkeling is een programma opgesteld, waarmee het beheer van het infrastructuurnetwerk geprofessionaliseerd moet worden. Een groot deel van dit budget is bij de voorbereiding en deels uitvoering van dit programma al besteed, echter een gedeelte nog niet (€ 0,2 miljoen) waarvoor is voorgesteld om dit in de Reserve Uitgestelde Intenties te storten. Reden voor de vertraging in de besteding van het budget heeft te maken met de inspecties van kunstwerken die in de zomer van 2008 zijn uitgevoerd. Bij deze voorlopige inventarisatie is een aantal kunstwerken matig, of zelfs slecht, beoor deeld, waardoor geen waarheidsgetrouw beeld is ontstaan. Gevolg hiervan is dat nadere inspecties nodig zijn, om de staat van de kunstwerken goed in kaart te brengen en zo de veiligheid te kunnen waarborgen. Voor deze nadere inspec ties loopt momenteel een marktuitvraag, echter de daadwerkelijke inspecties zullen pas plaatsvinden in de loop van 2009.
40 |
Wat heeft het gekost? 2.3.7 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
3 Vaar(wegen) verkeer en mobiliteitsmanagement Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
173.479.9911 28.845.156
156.517.800 29.067.100
217.442.800 32.981.000
190.461.917 33.171.640
26.980.883 190.640-
202.325.147 57.693.392
185.584.900 21.726.500
250.423.800 20.017.000
223.633.557 18.802.360
26.790.243 1.214.640
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves
144.631.754-
163.858.400-
230.406.800-
204.831.197-
25.575.603-
49.477.00031.068.000
58.486.500– 13.183.500
85.226.70031.583.500
68.198.45236.984.942
17.028.2485.401.442-
Resultaat na bestemming
126.222.754-
118.555.400-
176.763.600-
173.617.687-
8.547.355-
Lasten Apparaatskosten Lasten Apparaatskosten Baten
Lasten Het verschil op de lasten van € 26.980.883 wordt als volgt verklaard: Verkeers- en vervoersplannen Een onderschrijding op het budget voor Verkeers- en vervoersplannen van €9.427.710. Op dit budget komen de BDUgelden binnen, bestemd voor subsidieaanvragen ten behoeve van infrastructuurprojecten. De vertraagde besteding wordt veroorzaakt door de volgende factoren, inherent aan subsidieverleningprocessen: • projecten waarvoor wel een aanvraag tot bevoorschotting is ingediend, maar die nog niet in behandeling zijn genomen; • projecten waarvoor geen aanvraag tot bevoorschotting is ingediend in 2008, terwijl deze wel waren begroot; • projecten waarvoor minder kosten zijn gemaakt dan begroot, waardoor er een lagere vaststelling heeft plaats gevonden en er minder is uitbetaald. De niet uitgegeven BDU-gelden blijven beschikbaar op de balans. Mobiliteitsmanagement Door minder uitgaven voor Bereikbaarheid Kust wegens vertraging in de planning bij gemeenten en door een verkeerde raming van zowel de lasten als de baten voor overige activiteiten mobiliteitsmanagement (zie ook de baten), is er een onderschrijding op het budget voor Mobiliteitsmanagement van € 1.856.599. Ondercapaciteit bij de desbetreffende gemeenten heeft geleid tot vertraging in de planning bij gemeenten en doorlooptijd van procedures. Verder is de sub sidieverlening aan het projectbureau Vervoersmanagement pas in 2009 vastgelegd. Door bovenstaande is er sprake van vertragingen in de bestedingen voor Bereikbaarheid Kust. Van de nog beschikbare incidentele middelen voor Bereik baarheid Kust is € 1.500.000 gestort in de reserve Uitgesteld Intenties. Verkeersmanagement Een overschrijding op het budget voor verkeersmanagement door de niet geraamde lasten die grotendeels doorbelast zijn aan derde partijen. (Zie ook baten.) Provinciale infrastructuur Een onderschrijding op het budget voor Provinciale infrastructuur van € 3.490.455 wordt als volgt verklaard: • In de kapitaallasten N242 zit een omissie in de begroting. De jaarlijkse kapitaallasten bedragen € 2,333 miljoen, terwijl € 2,733 miljoen is geraamd. In de lentenota 2009 zal worden voorgesteld het verschil ad € 400.000 af te ramen. • Er is € 639.620 meer dan geraamd toegevoegd aan de vooruit ontvangen bedragen N201 (voorheen de voorziening N201) door meer rente-inkomsten op de ontvangen bijdragen voor de N201. • De onttrekking aan de EXIN-H gelden in 2008 € 10,5 miljoen valt lager uit dan begroot door lagere uitgaven wegens
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 41
vertragingen in de RO-procedures, onteigeningen, ontwerpdiscussies met gemeenten (vooral bij de projecten Aansluitingen A4 en Omlegging Schiphol Rijk) en de uitwerking van scopewijzigingen (ongelijkvloerse kruising N201 - Zijdelweg en de Amstelpassage). (Betreft vertraagde besteding.) • Een hogere onttrekking aan de UNA N201 van € 293.587. (Voor een verdere toelichting verwijzen we naar het verslag van deze reserve in het Bijlagenboek Reserves en voorzieningen.) • Door het verkeerd ramen van de onttrekkingen aan de reserve OV (betreffende Zuidtangent) is er een verschil van € 6.551.697. Dit verschil wordt grotendeels gecompenseerd doordat ook de storting in de reserve OV van € 7.257.991 niet is geraamd. Per saldo is er € 706.024 minder onttrokken dan geraamd. De vertraagde besteding van € 706.024 wordt veroorzaakt doordat de studie Zuidtangent nog niet is afgerond en loopt daardoor over het boekjaar heen. De geraamde uitgaven komen in 2009. Beheer provinciale wegen Een onderschrijding op het budget voor beheer provinciale wegen van € 8.905.015 wordt als volgt verklaard: • Door tegenvallende inspectieresultaten van kunstwerken moet nog een nadere inspectie uitgevoerd worden. De uitvoering van deze inspectie vindt plaats in 2009. Een bedrag van € 200.000 is hiervoor in de Reserve Uitgestelde intenties gestort. (Betreft vertraagde besteding.) • Door vertragingen in het opstarten van de projecten uit het jaarplan 2008 is er een vertraagde besteding van € 2.551.227 op Groot onderhoud provinciale wegen. Vertragingen zijn ontstaan door: – het ontbreken van een inventarisatie van de maatregelen behorende bij bekende knelpunten (areaal), deze inven tarisatie blijkt meer tijd te vergen dan ingepland, doordat de gegevens van het areaal/objecten onvoldoende op orde zijn en voorbereidingscapaciteit vanuit de markt onvoldoende beschikbaar was; – het tijdelijk uitstellen van projecten door afstemming met regiopartners; – het feit dat asfaltwerkzaamheden seizoensgebonden zijn, waardoor er een beperkte periode beschikbaar is om de werken uit te voeren. • De werken uit het vast onderhoud zijn allemaal gerealiseerd. Om een noodzakelijke intensivering c.q. inhaalslag van het vast onderhoud te bewerkstelligen en zo de vastgestelde veiligheid en kwaliteitseisen te kunnen garanderen, heeft een overschrijding van het budget Overig beheer en onderhoud provinciale wegen plaatsgevonden. • Door vertragingen in de realisatie van projecten is er € 3.001.019 minder onttrokken aan de reserve Groot onderhoud wegen (dit betreft vertraagde besteding). Voor deze projecten gelden dezelfde vertragingsredenen als genoemd bij de vertragingen Groot onderhoud provinciale wegen. • Door extra onderzoek naar bijvoorbeeld de verzakkingen van de baan en de herstelwerkzaamheden van het perron Beukenhorst, zijn er vertragingen in de realisatie van projecten en is er een vertraagde besteding van € 1.158.352 op variabel onderhoud Zuidtangent. • In 2008 zijn er in het vast onderhoud meevallers geweest ten aanzien van posten als: schades/vandalisme en glad heidsbestrijding. Bovendien zijn andere keuzen gemaakt, ten behoeve van het duurzaam herstellen van het areaal. Door efficiënter werken is er een onderschrijding van € 401.074 op Vast onderhoud Zuidtangent. • Ook is er sprake van onderschrijding op afrekeningsverschillen vorige dienstjaren van € 1.861.696. Beheer en verkoop onroerend goed Door minder calamiteiten in 2008 en doordat de kosten voor uitvoering van het onderhoud lager zijn uitgevallen, is er een onderbesteding van € 423.183 op het budget voor Beheer en verkoop onroerend goed. Van de nog beschikbare middelen is € 272.000 gestort in de Reserve Uitgestelde Intenties Beheer provinciale Vaarwegen Een onderschrijding op het budget voor Beheer provinciale Vaarwegen van € 3.464.589 wordt als volgt verklaard: • Door vertragingen in het uitvoeren en opstarten van de projecten Variabel onderhoud vaarwegen is er € 2.656.977 minder onttrokken aan de Reserve Groot onderhoud wegen en vaarwegen (betreft vertraagde besteding). De ver tragingen zijn ontstaan door: • scopewijzigingen (andere benodigde maatregelen) in een aantal projecten; • calamiteit Koopvaarderschutsluis; • diverse externe factoren bij project Schipholdraaibrug. • In het meerjarig project vervanging oevers Noordhollandsch Kanaal is meer gerealiseerd dan gepland. Hierdoor wordt er € 1.496.551 meer onttrokken aan de reserve Groot onderhoud wegen en vaarwegen. • Door vertraging in het opstarten van projecten als gevolg van scopewijzigingen in het programma Vervanging Investering Kunstwerken (VIK), is er € 1.681.931 minder onttrokken aan de reserve Groot onderhoud vaarwegen (betreft vertraagde besteding) • Ook is er sprake van onderschrijding op afrekeningsverschillen vorige dienstjaren van € 448.808.
42 |
Apparaatskosten Op dit programma zijn meer apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de Najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Baten De lagere baten van € 1.214.640 worden als volgt verklaard: • Hogere baten op Verkeersmanagement, doordat bij de raming van de baten voor Verkeersmanagement geen rekening is gehouden met de lasten voor verkeersmanagement die door de provincie doorbelast zijn aan derden (Zie ook de lasten). • Lagere baten bij ’Overig onderhoud provinciale wegen’, omdat bijdragen van derden achter zijn gebleven. • Lagere baten van € 8.099.026 voor verkeers- en vervoerplannen die worden verklaard door het overboeken van ont vangen Rijksbijdragen naar de balans ten behoeve van toekomstige projecten. • Voor BDU Gedragsbeïnvloeding is er een meevaller van € 408.010 in de baten voor gedragsbeïnvloeding door een hogere Rijksbijdrage, deze Rijksbijdrage blijft beschikbaar voor BDU-subsidieaanvragen in de komende jaren. • Door een niet-geraamde storting in de reserve OV (betreffende zijtakken Zuidtangent) van € 7.257.991. (Zie ook de toelichting op de lasten.) • Door een verkeerde raming van de baten voor overige activiteiten mobiliteitsmanagement. (Zie ook de lasten.) Onttrekking reserves Het verschil van € 17.028.248 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk lagere onttrekkingen aan de reserves EXIN-H, Reserve OV Zuid-Tangent, en kleine infra reserve Groot Onderhoud. (Zie ook de toelichting op de lasten.) Storting reserves Het verschil van € 5.401.442 op de storting in reserves betreft een hogere storting in de reserve Groot Onderhoud Wegen en Vaarwegen. (Zie ook de toelichting op de lasten.)
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 43
44 |
Programma 4 Openbaar Vervoer
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 45
Wat hebben we bereikt? 2.4.1 Missie: Vlot, veilig en beschikbaar vervoer in Noord-Holland voor iedereen Dit maken wij mogelijk door het aanbesteden van het openbaar vervoer, het verstrekken van subsidies aan vervoerders, het monitoren van de prestaties van de vervoerders en het toetsen van socialeveiligheidsplannen van de vervoerders.
Maatschappelijke effecten VLOT: Voldoende hoge reissnelheid voor hoogwaardig OV en stiptheid van de dienstregeling Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Reissnelheid hoogwaardig OV
Niet gemeten
39,5 (in 2015 75% van de maximaal toegestane gemiddelde snelheid)
Niet gemeten
Aantal bussen dat op tijd rijdt
68%
75%
62%
Reissnelheid HOV: De Zuidtangent is op dit moment de enige HOV-lijn in onze concessies. Op de vrijliggende busbaan wordt de gemiddelde reissnelheid gehaald, maar in het stedelijke gebied, waar geen sprake is van vrijliggende infrastructuur niet. Indien volgens de dienstregeling kan worden gereden, is de gemiddelde snelheid al minder dan 30 km. De werkelijke snelheid zal in 2008 lager dan 30 km/uur zijn geweest vanwege de vele en ingrijpende wegwerkzaamheden in Haarlem. Wij stellen voor om deze indicator te laten vervallen en pas weer te gebruiken als er meer HOV is gerealiseerd. Stiptheid bussen: De stiptheid van de bussen wordt berekend aan de hand van steekproeven. Daarbij wordt de plaats van de bus op een bepaald tijdstip vergeleken met de plek waar die bus zich volgens de dienstregeling op dat moment zou moeten bevinden. De positiebepaling gebeurt met behulp van GPS. In 2008 is de stiptheid afgenomen ten opzichte van 2007. De streefwaarde van 75% is niet gehaald. Oorzaken hiervoor zijn de grootschalige wegomleidingen en -opbrekingen in en rond Alkmaar, Haarlem en Hilversum. VEILIG: Sociale veiligheid in het OV Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde eind 2008
Gevoel van sociale veiligheid van reizigers in de bus
Cijfers nog niet beschikbaar
G&V: 8,2 H/IJ: 8,2 NHN: 8,0
8,2 8,2 8,2
Gevoel van sociale veiligheid De cijfers voor sociale veiligheid worden gevraagd in een landelijk onderzoek naar de mening van reizigers over het openbaar (stads- en streek)vervoer, de zogenaamde OV-Klantenbarometer. Reizigers waarderen de verschillende aspecten die met hun reis te maken hebben met een rapportcijfer. Het onderzoek wordt jaarlijks gehouden onder bus-, tram- en metropassagiers. Het onderzoek wordt steeds gehouden in de periode oktober-december. Op basis van een rittenbestand per onderzoeksgebied zijn aselect ritten getrokken die worden geënquêteerd. De reizigers vullen zelf in het voertuig een schriftelijke enquête in. Omdat alle gegevens pas eind december verzameld zijn, zijn de resultaten voor 2008 op dit moment nog niet beschikbaar.
46 |
BESCHIKBAAR: Voldoende beschikbaarheid van OV en/of OV-Taxi voor iedereen Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
% inwoners van Noord-Holland dat met OV en/of OV-Taxi kan reizen
80% van alle inwoners heeft binnen een straal van 500 meter een bushalte en alle inwoners (behalve Texel) beschikken over OV-Taxi
80% van alle inwoners heeft binnen een straal van 500 meter een bushalte en alle inwoners (behalve Texel) beschikken over OV-Taxi
80% van alle inwoners woont binnen 500 meter (hemelsbreed) van een OV-halte en alle inwoners van Noord-Holland Noord (met uitzondering van Texel), Gooi en Vechtstreek en Haarlem/IJmond beschikken over OV-Taxi
Wat hebben wij daarvoor (meer) laten doen? 1 Vlot, veilig en beschikbaar openbaar vervoer in Noord-Holland Concessieontwikkeling De accountant heeft de jaarrekening 2007 goedgekeurd. In juni hebben wij de jaarverslagen 2007 voor de concessies Gooi en Vechtstreek, Haarlem/IJmond, Noord-Holland Noord en Zuidtangent vastgesteld. Dit geldt ook voor de managementrapportages van de OV-Taxi. Op 4 maart hebben wij de concessie Noord-Holland Noord gegund aan Connexxion. Wij zijn zeer tevreden over het aanbod van Connexxion. Er gaat 20% meer openbaar vervoer rijden met name in het stedelijk gebied. Alle stadsbussen en Regionetbussen zijn nieuw, voldoen aan de hoogste milieueisen en beschikken over een volledig vlakke vloer. Alle andere bussen zijn milieuvriendelijker dan de huidige bussen en zijn rolstoeltoegankelijk. Verder wordt het kilometer tarief van de OV-chipkaart gelijk aan het kilometertarief in de andere concessies, namelijk tien cent. Nieuw is de Overstapper, een soort belbus die reizigers brengt van kleine kernen naar een NS-station of bushalte. Abri’s Wij zijn gestart met een ontwerp voor de nieuwe abri’s van de Zuidtangent dat voldoet aan alle functionele eisen en een hoogwaardige uitstraling heeft. Inmiddels hebben wij Provinciale Staten een definitief ontwerp voorgelegd. Proef met gratis reizen De resultaten van het onderzoek naar de proef gratis reizen voor 65-plussers in Noord-Holland Noord zijn in juni bekend geworden. De centrale vraag van dit onderzoek of eenzame 65-plussers minder eenzaam worden omdat zij gratis kunnen reizen, is negatief beantwoord. Het gratis reizen had geen invloed op de mate van eenzaamheid van de 65plussers. Medialiner Per december 2008 is de Mediapendel tussen Hilversum NS en het Mediapark opgeheven. Er waren te weinig reizigers die van deze Mediapendel gebruik maakten. De functie van de Medialiner wordt voor een deel overgenomen door een andere buslijn die over het Mediapark gaat rijden. Hogesnelheidsveerdienst Per 1 januari 2008 is nieuw aanbestede hogesnelheidsveerdienst gaan varen in een hogere frequentie dan voorheen. Nieuw is de verbinding naar de Beverwijkse Bazaar op zondag. Ook mogen nu fietsen gratis mee met de boot. De wens van Provinciale Staten om minderjarige mbo-leerlingen een korting te bieden op de boot is ook gehonoreerd. OV-chipkaart Door verschillende landelijke problemen is de introductie van de OV-chipkaart vertraagd. Als één van de eerste gebieden in Nederland is de OV-chipkaart in september 2008 ingevoerd in Haarlem/IJmond en op de Zuidtangent. De andere concessiegebieden volgen in de loop van 2009. Gezien de huidige stand van de techniek en het ontbreken van een goed distributienetwerk is het nog onduidelijk wanneer de bestaande strippenkaarten kunnen worden afgeschaft. Dynamische reizigersinformatie (DRIS) In 2008 hebben wij een volgende stap gezet in de realisatie van de dynamische reisinformatie. Begin 2008 hebben wij informatiezuilen met dynamische reisinformatie geplaatst langs de busroute Alkmaar-Heerhugowaard. Als alle
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 47
kinderziektes uit het systeem zijn, willen wij deze informatiezuilen ook op andere busroutes gaan toepassen. Allereerst op de busroutes van het hoogwaardige openbaar vervoer, maar daarna ook op andere busroutes. Wij werken bij DRIS samen met negen andere overheden. Wij willen namelijk een landelijk dekkend systeem ontwikkelen, zodat de informatie van verschillende vervoerders kan worden uitgewisseld en niet één vervoerder of één leverancier het monopolie krijgt over de informatie.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Concessieontwikkeling De prestaties van de verschillende vervoerders worden gevolgd om na te gaan of reizigers snel en veilig met bus, OVTaxi en vervoer over water door Noord-Holland kunnen reizen. Het monitoren omvat overleg met vervoerders, eigen onderzoek naar hun prestaties (o.a. de stiptheid) en de opname van managementinformatie van vervoerders in een monitoringsysteem. Dit systeem houdt over een reeks van jaren informatie bij over de belangrijkste kengetallen van het collectief personenvervoer in Noord-Holland. De bevindingen leggen wij vast in jaarverslagen per concessie voor het openbaar busvervoer, buurtbussen en vervoer over water en jaarverslagen voor de OV-Taxi per regio. Voor de Zuid tangent wordt een apart jaarverslag gemaakt. Enige malen per jaar wordt overlegd met consumentenorganisaties en gemeenten. Het monitoren van de financiën verloopt via het actueel houden van de meerjarenbegroting. Verantwoording over de financiën wordt afgelegd in de jaarrekening en in de rapportages aan het Rijk. In 2008 zetten wij het beleid van het handhaven van de afspraken met de vervoerders door het opleggen van bonussen en malussen verder door. Dat past bij professioneel en zakelijk opdrachtgeverschap. De gunstige resultaten van de aanbesteding Noord-Holland Noord zijn grotendeels terug te voeren op de aanbestedings systematiek die wij hanteren. De prOVielensystematiek staat garant voor een basisvoorzieningenniveau en geeft de vervoerders voldoende ruimte om hun expertise in te zetten om een goed vervoersysteem te ontwerpen. Het vooraf beschikbaar stellen van een budget neemt het gevaar weg dat er een aanbod door vervoerders wordt gedaan waarvoor de financiële middelen niet toereikend zijn. OV-chipkaart In het programma van eisen voor al het busvervoer en de hoge snelheidsveerdienst hebben wij eisen gesteld aan de invoering van de OV-chipkaart en de distributie ervan, maar de volledige verantwoordelijkheid hiervoor bij de ver voerder neergelegd. Als de vervoerders hieraan niet voldoen, is een boeteregime van kracht. DRIS Met de negen andere betrokken overheden financieren wij de ontwikkeling van het systeem. De resultaten worden in het landelijk overleg ingebracht. In het landelijk overleg zijn de aangesloten overheden en alle vervoerders vertegenwoordigd. Proef met gratis reizen Wij hebben besloten om de proef met gratis reizen op drukbereisde corridors te koppelen aan de wegwerkzaamheden op de A1 Muiderbrug. Deze werkzaamheden zullen starten begin 2009.
48 |
Wat heeft het gekost? 2.4.2 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
4 Openbaar vervoer Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
Lasten Apparaatskosten
70.595.467 1.369.911
58.604.600 1.784.200
69.502.400 2.020.600
63.599.019 1.255.451
5.903.381 765.149
Lasten Apparaatskosten Baten
71.965.379 57.947.837
60.388.800 46.530.300
71.523.000 53.779.800
64.854.471 52.799.195
6.668.529 980.605
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves
14.017.541-
13.858.500-
17.743.200-
12.055.275-
5.687.925-
6.971.4102.784.000
1.887.4001.944.800
8.305.7004.848.600
5.481.2584.848.600
2.824.442-–
9.830.131-
13.915.900-
14.286.100-
16.824.059-
2.537.959
Resultaat na bestemming
Lasten De onderschrijding op de lasten van € 5.903.381 wordt als volgt verklaard: • Het budget voor exploitatie openbaar vervoer heeft een onderschrijding van € 3.543.125. Dit wordt veroorzaakt door onderbesteding op de uitgaven aan dienstregelingsuren ten gevolge van stakingen in het busvervoer, alsook lagere uitgaven voor grote omleidingen (efficiënter/ slimmer gewerkt.) Tevens zijn er vertragingen in de realisatie van Dynamische Reis Informatie Systemen en de Regionet productformule opgetreden. Daarnaast zijn er nog meevallers in de uitgaven voor Korte Afstands Radio bij verkeerslichten (KAR) en het beheer van de OV-taxi. • Door vertragingen in de uitvoering van kleine infrastructuur OV en van de overstap Hilversum is er € 1.228.049 minder onttrokken aan de reserve Openbaar Vervoerprojecten (betreft vertraagde besteding). • Door vertragingen in de uitvoering van het EXIN-H-project Regionet zijn er minder voorschotbetalingen aan subsi dies gedaan. Hierdoor is € 524.040 minder onttrokken aan de reserve EXIN-H (betreft vertraagde besteding). • In de begroting waren we ervan uitgegaan dat niet-gebruikte BDU-gelden voor overzetveren teruggestort moesten worden. Na overleg met het Rijk is gebleken dat we niet moeten terugstorten en dat we deze middelen de komende jaren mogen gebruiken voor andere BDU-doelen. Door efficiënter/ slimmer te werken onttrekken we dit jaar € 868.735 minder aan het BDU-budget. • Doordat de afrekening van de uitgaven voor het realiseren van openbaarvervoerinfrastructuur in Alkmaar vertraagd is, wordt € 800.000 minder onttrokken aan de reserve OV (betreft vertraagde besteding). • Voor de HAL OV-corridor zijn meer subsidies verleend dan geraamd, dit resulteert in een overschrijding van € 2.010.544. Het Rijk heeft hiervoor een hogere BDU-bijdrage verstrekt (zie baten). • Een onderschrijding van € 491.708 op afrekeningsverschillen vorige dienstjaren. Apparaatskosten Op dit programma zijn minder apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Baten De lagere baten van € 980.605 worden als volgt verklaard: • Door vertragingen in de ontvangst van bijdragen van andere overheden voor onder andere de Dynamische Reis Informatie Systemen, is er € 2.122.414 minder aan baten ontvangen voor exploitatie openbaar vervoer. • Doordat minder uitgaven zijn gedaan voor Subsidies diverse openbaarvervoerprojecten is ook € 868.735 minder aan baten verantwoord. (Zie ook lasten.) • Doordat meer subsidies (€ 2.010.544) zijn verstrekt dan geraamd ten laste van het budget Subsidies HAL OV is van het Rijk ook een hogere bijdrage ontvangen. (Zie ook lasten.)
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 49
Onttrekking reserves Het verschil van € 2.824.442 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk lagere onttrekkingen aan de reserves EXIN-H en de reserve OV. (Zie ook de toelichting op de lasten.)
50 |
Programma 5 Water
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 51
Wat hebben we bereikt? 2.5.1 Missie: Optimaal watergebruik met reële bescherming van mens en bedrijvigheid. Wij willen: I Mens en bedrijvigheid beschermen tegen water. II Water benutten in alle gebruiksmogelijkheden, met de ambitie om de belangrijkste waterprovincie te zijn voor watersport, recreatie en transport. Dit doen wij tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten in samenwerking met waterbeheerders, gemeenten en maatschappelijke partijen.
Maatschappelijke effecten De maatschappelijke effecten van ons beleid zijn niet in één indicator te vatten. Daarom wordt er per deelonderwerp van water gemonitord.
Beleidsspeerpunten Wij hebben het afgelopen jaar prioriteit gegeven aan het onderkennen en minimaliseren van veiligheidsrisico’s van water: • Voor de zwakke schakel Kop van Noord-Holland onderzoeken we drie zeewaarts zandige varianten. Bij de zwakke schakel Hondsbossche en Pettemerzeewering is de zeewaarts zandige versterking één van de varianten die we momenteel onderzoeken. • Wij hebben een hoogwaterinformatiesysteem voor de waterschappen Hoogheemraadschap Hollands Noorder kwartier (HHNK) en Amstel, Gooi en Vecht (AGV) mede mogelijk gemaakt en extra overstromingsberekeningen laten maken voor Veiligheid Nederland in Kaart. • Wij zijn actief betrokken geweest bij de (voorbereiding van de) landelijke oefening in het kader van de Taskforce Management Overstromingen. • Wij hebben een intentieverklaring ondertekend voor een spoedige en zorgvuldige uitvoering van het Hoogwater beschermingsprogramma en afspraken gemaakt om in de derde ronde toetsing van de primaire waterkeringen tot een zo volledig mogelijk beeld te komen van de waterstaatkundige veiligheid in Noord-Holland. De volgende acties zijn in 2008 uitgevoerd in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW): • Wij hebben met alle betrokken overheden in overleg de maatregelpakketten vastgesteld. • Wij hebben het voorzitterschap onderzoeksprogramma KRW-maatregelen voor bloembollen op ons genomen. • Wij hebben deelgenomen aan Regionaal Ambtelijk Overleg (RAO) en Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO). Het voorgenomen onderzoek naar de Noord-Hollandse visstand heeft nog niet plaatsgevonden. Verder ging het ons om het realiseren van waterberging, zowel in gebiedsprojecten als fijnmazig. • In 2008 is veel aandacht geweest voor de stimulering van het scheppen van waterberging. Een aantal grootschalige waterbergingen zijn in gebiedsprojecten opgenomen. De planvorming van deze projecten vordert gestaag. Om het tot stand brengen van fijnmazige waterbergingen te stimuleren hebben wij ons ingespannen om wateropgaven beter te verankeren in het programma Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Provinciale Staten hebben onder andere € 10 miljoen uit de TWINH beschikbaar gesteld voor integrale projecten. Tenslotte wilden we het aantal kwalitatief goede zwemlocaties in het buitenwater uitbreiden. • In 2008 hebben wij acties uitgevoerd uit het plan van aanpak Zwemwater in Noord-Holland, dat wij samen met de waterkwaliteitbeheerders hebben opgesteld. Uitgevoerde acties zijn weergegeven in het rapport Stand van zaken 2008. De uitvoering van de acties ligt op schema. In 2008 hebben wij bekeken of er meer locaties in aanmerking komen voor de kwalificatie officiële zwemlocatie. Na het zwemseizoen 2008 is gebleken dat er 12 potentiële nieuwe zwemlocaties officieel kunnen worden in 2009. • Op 11 februari hebben Provinciale Staten besloten om subsidie te verlenen aan de sanering van de riooloverstorten op het strand bij Wijk aan Zee en Egmond aan Zee voor de periode 2008-2015. De riooloverstorten moeten voor 1 januari 2015 gesaneerd zijn. Op die datum moet de Blauwe Vlag voor de genoemde stranden worden aangevraagd.
52 |
Wat hebben we daarvoor (meer) laten doen? I Mens en bedrijvigheid beschermen tegen water 2.5.2 Operationeel doel: Bescherming door waterkeringen Wij hebben ervoor gezorgd dat Noord-Holland voldoende beschermd is tegen overstroming met behoud van ruimtelijke kwaliteit (veiligheid). Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Primaire.waterkeringen (totaal = 450 km) Regionale waterkeringen (totaal = ca. 2000 km boezemkades)
Gerealiseerde waarde eind 2008
341
345 km
345 km
onbekend
20 km extra versterkt
Geen versterkingen
Primaire waterkeringen: Het resultaat is opgegeven door de waterschappen. De 4 kilometer versterking is gerealiseerd in het meest oostelijke deel van de dijk Enkhuizen-Hoorn. Regionale waterkeringen: Amstel, Gooi en Vecht is vanwege vertraging in de planvorming nog niet gestart met de geplande versterkingen. Over deze vertraging heeft overleg met het waterschap plaatsgevonden.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Primaire waterkeringen kust A Opstellen integraal versterkingsplan zwakke schakel Kop van Noord-Holland In de eerste helft van 2008 is de startnotitie Versterking zwakke schakel duinen in de Kop van Noord-Holland door het hoogheemraadschap vastgesteld en door de provincie ter inzage gelegd. In augustus 2008 hebben wij de richtlijnen voor de MER vastgesteld. Daarmee startte het MER-onderzoek voor deze zwakke schakel. Wij onderzoeken samen met het hoogheemraadschap, de gemeenten en Rijkswaterstaat de verschillende varianten voor de zeewaarts zandige versterking van de duinen in de Kop van Noord-Holland. De mogelijkheden om de strand- en duinzone en de zone achter de duinen aantrekkelijk te maken zijn ook onderdeel van dit onderzoek. De keuze voor de nader uit te werken voorkeursvariant vindt in 2009 plaats. B Dijkversterkingsplan Hondsbossche en Pettemer Zeewering (zwakke schakel) De startnotitie Dijkversterking Zwakke Schakel Hondsbossche- en Pettemer Zeewering is in het voorjaar van 2008 door het hoogheemraadschap vastgesteld. Wij hebben in juni de richtlijnen voor de MER vastgesteld, daarna is het MERonderzoek van start gegaan. Het hoogheemraadschap onderzoekt samen met de provincie, de gemeenten en Rijks waterstaat de verschillende varianten voor de versterking van deze zwakke schakel. Daarbij wordt ook goed gekeken naar de positieve bijdrage die de dijkversterking kan leveren aan de ruimtelijke kwaliteit. C Bepalen en vaststellen beschermingsniveau buitendijks gebied kustplaatsen Samen met de overige leden van de landelijke Werkgroep Beschermingsniveau 13 kustplaatsen is voor zeven van de 13 kustplaatsen het beschermingsniveau bepaald van het buitendijks, aaneengesloten bebouwd, stedelijke gebied. Voor onze provincie zijn dat de buitendijkse gebieden van Zandvoort, Egmond aan Zee en Bergen aan Zee. D Verkennen lange termijn kust In 2008 adviseerde de Deltacommissie over de veiligheid van de kust op langere termijn. Dit heeft een rol gespeeld in het (opnieuw) bepalen van de reikwijdte van de lopende versterkingsprojecten met dubbeldoelstelling voor ruimtelijke kwaliteit. Het advies zal in toenemende mate het afwegingkader worden. In de provinciale structuurvisie zal de ont wikkeling van de Noord-Hollandse kust aandacht krijgen. Daarvoor is een verkenning Costa Hollanda gemaakt, waarin verschillende ontwikkelperspectieven voor de kust zijn uitgewerkt.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 53
Primaire waterkeringen IJssel- en Markermeer E Veiligheidstoetsing primaire waterkeringen Op basis van een landelijk draaiboek hebben wij met onze buurprovincies en met HHNK en Rijkswaterstaat IJsselmeergebied afspraken gemaakt over de voorbereiding en uitvoering van de derde ronde toetsing, waarbij wij toezichthouder zijn. F Versterkingsplannen van primaire waterkeringen Wij hebben het dijkversterkingsplan voor de Mokbaai (Texel) goedgekeurd. Voor de dijkversterkingen Marken, HoornEdam en Edam-Amsterdam hebben wij drie startnotities in procedure gebracht. Daarbij kijken wij vooral naar een zorgvuldige inpassing en naar de mogelijkheden voor het meekoppelen van natuur en recreatie. G Bescherming buitendijkse gebieden IJssel- en Markermeer Wij hebben voor (her)ontwikkeling van enkele bestaande buitendijkse gebieden geadviseerd over de waterstaatkundige veiligheid. Langs het Gooimeer hebben wij een analyse gemaakt van de gevolgen van overstromingen als basis voor afspraken over de toekomstige bescherming van de buitendijks gelegen gebieden. Regionale waterkeringen H Vaststellen veiligheidsnormen Met Rijkswaterstaat en de waterschappen hebben wij in 2008 de eerste besprekingen gevoerd over het aanwijzen en normeren van regionale keringen die buitendijkse gebieden beschermen en van waterkeringen die grote gebieden in compartimenten verdelen. I Boezemkaden De waterschappen hebben eind 2008 de toetsrapportage van de eerste globale toetsing van de regionale keringen aan ons college aangeboden. J Muskusrattenbestrijding De doelstelling voor 2008 was de muskusrattenpopulatie verder terug te dringen. Om dit te bereiken hebben wij con form het besluit over de intensivering in 2005 extra bestrijders ingezet boven de vaste formatie van 33fte. In juni van dit jaar hebben wij mede op basis van een tussentijdse evaluatie van de intensivering door Bureau Waardenburg, besloten om de intensivering 1 juli 2009 af te ronden conform de planning. Watercalamiteiten K Gevolgen van overstromingen, calamiteitenplannen en oefeningen Wij zijn actief betrokken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de grote oefening van de Taskforce Management Overstroming. Wij hebben erop toegezien dat de kennis en ervaring ook hebben bijgedragen aan de verdere professionalisering van de rampenbestrijdingsorganisatie van gemeenten en waterbeheerders.
54 |
Welke resultaten hebben we gehaald? Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 J Muskusratten verminderen, • gevangen muskusratten • besmettingsgraad (vangsten/ uur) totaal per regio: Noord Zuid West Zuid Midden Zuid Oost • verspreiding muskusrat per regio Noord Zuid West Zuid Midden Zuid Oost K Actuele calamiteiten plannen op basis van wetgeving en nieuwe inzichten (4 calamiteitenplannen en ca. 15 calamiteitenbestrijdings plannen)
3945 0.10 0.06 0.11 0.15 0.10
Gerealiseerde waarde eind 2008
5700
0.10 Noord 0.23 Zuid
2685 0.07 0.05 0.08 Opgeheven 0.09
41% 63% 81% 85%
42% 42%
2 getoetste calamiteiten-plannen
Eind 2008: 4 actuele calamiteitenplannen
4 getoetste plannen
5 actuele calamiteitenplannen
10 actuele calamiteiten bestrijdingsplannen
10 actuele calamiteitenbestrijdings plannen
42%
42.18% 72.4% Opgeheven 76%
De inzet van meer menskracht laat wat betreft de vangsten een zeer goed resultaat zien. Er is nu sprake van een beheersbaar niveau. De streefwaarden van 2008 zijn hoger dan de gerealiseerde waarden in 2007 omdat deze cijfers al in 2005 zijn vastgesteld. De daling, ingezet in 2007, zet door. De provincie Noord-Holland heeft in 2008 de beste bestrijdingsresultaten geboekt van Nederland. De verspreiding loopt minder snel terug dan verwacht. Uit het rapport van bureau Waardenburg blijkt dat het terug dringen van de verspreiding langere tijd kost (circa 10 jaar). Eind 2008 heeft hoogheemraadschap Rijnland een herziening ingediend op een calamiteitenbestrijdingsplan. De toetsing hiervan vindt plaats in 2009, tot die tijd blijft het oude plan gelden. 2.5.3 Operationeel doel: Inzicht in wateropgaven en realiseren van te ontwikkelen oplossingen Voor het inzichtelijk maken van de wateropgaven en het realiseren van de te ontwikkelen oplossingen, toetsen wij maatregelen van waterschappen, stellen wij kaders vast en normen voor wateroverlast (waterkwantiteit) en stimuleren wij inpassing van wateropgaven in ruimtelijke plannen met behoud van ruimtelijke kwaliteit. Resultaat Indicator Gerealiseerde fijnmazige waterberging (uitvoering door waterschappen)
Gerealiseerde waarde 2007 Streefwaarde eind 2008 130 hectare
Ca. 200 hectare
Gerealiseerde waarde 2008 Ca. 150 hectare
Toelichting: De streefwaarde voor 2015 is dat het watersysteem op orde is. Dat wil zeggen dat voor een omvang van ongeveer 2000 ha. wateroverlast in Noord-Holland een oplossing gevonden moet worden. Dit kan door: • te zorgen voor fijnmazige waterberging, bijvoorbeeld door sloten te verbreden en verdiepen; • realiseren van enkele integrale projecten waarvan waterberging onderdeel uitmaakt (Horstermeer, Bovenkerker polder, Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer); • vergroten van maalcapaciteit; • acceptatie van de overlast (schadeloosstelling); • functieverandering.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 55
De waterschappen hebben voor deze tabel opgegeven hoeveel hectare fijnmazige waterberging ze hebben gerealiseerd. Het aanleggen van waterbergingen verloopt trager dan verwacht vanwege procedures, weerstand bij betrokkenen etc..
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Voorkomen wateroverlast A Gebiedsprojecten Wij hebben in diverse gebiedsprojecten ruimte voor waterberging gereserveerd. De adviescommissie voor de Horstermeer polder heeft zijn plan, waarin onder meer 834.000 m3 waterberging is opgenomen, aan ons college gepresenteerd. De planvorming rond de piek- en voorraadberging als onderdeel van het project Haarlemmermeer Westflank is verder gekomen. B Maatregelen voor waterberging In de voortgangsrapportage wateroverlast 2008 hebben wij een standpunt ingenomen over de maatregelenprogramma’s van de waterschappen om de wateroverlastopgave op te lossen. C Waterberging in ruimtelijke plannen In het ontwerp-provinciaal Waterplan 2010-2015 hebben wij de benodigde ruimte voor zowel de fijnmazige als groot schalige waterberging opgenomen. D Facilitering grondgebruik In het kader van het ontwerp-provinciaal Waterplan 2010-2015 hebben we met de waterschappen overlegd over facili tering van het grondgebruik. We hebben afgesproken dit onderwerp de komende jaren concreet uit te werken in functie faciliteringskaarten. E Gebiedsnormen wateroverlast De gebiedsnormen voor wateroverlast worden opgenomen in de waterverordening die Provinciale Staten in 2009 vast stellen. De waterschappen hebben in 2008, zoals afgesproken, een voorstel voor deze gebiedsnormen gedaan. Aanpak Zoetwatertekort (droogte) F Omvang watertekortopgave bepalen De onderzoeksresultaten van de zoetwaterbehoefte en het zoetwatertekort in het gebied van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en eerdere studies hebben wij verwerkt in het nieuwe beleid voor watertekort in het ontwerp-provinciaal Waterplan. G Regionale uitwerkingen van de verdringingsreeks watertekort vaststellen Wij hebben één regionale verdringingsreeks, voor Amstelland, vastgesteld, na communicatie met belanghebbenden en in overleg met de waterbeheerders, andere provincies en het Rijk. Deze reeks geeft de prioriteit aan in de verdeling van zoet water bij watertekort. Wij hebben besloten deze reeks op te nemen in de interprovinciale verordening voor hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. Provinciale Staten van Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland hebben in het najaar de verordening definitief vastgesteld in het najaar. Wij stellen geen regionale verdringingsreeks voor Midden-Holland vast. De provincie Zuid-Holland heeft een verkenning naar de wenselijkheid van een regionale uitwerking van deze regionale verdringingsreeks uitgevoerd. Gebleken is dat het watersysteem in dit gebied (dat van hoogheemraadschap Rijnland) zo onderling verbonden is dat het vrijwel onmogelijk is om verschillende functies apart van water te voorzien. Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft in 2008 de verschillende belangengroepen geïnformeerd en geconsulteerd over de regionale verdringingsreeks Noord-Nederland. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied heeft ambtelijk nog geen gedragen voorstel voor deze regionale verdringingsreeks Noord-Nederland bereikt met alle partijen, zodat vaststelling van deze regionale reeks nog niet aan de orde is. Wij hebben de laatste stand van zaken en het nieuwe beleid opgenomen in het ontwerp-Waterplan.
56 |
Overige instrumenten H Goedkeuren van peilbesluiten Wij hebben in 2008 acht peilbesluiten getoetst aan de uitgangspunten van provinciaal beleid en vervolgens goed gekeurd. We willen dat in principe in 2010 alle peilbesluiten actueel zijn. De monitor waterplan geeft aan dat dit waar schijnlijk niet gehaald wordt. Over mogelijke oplossingen hebben wij overleg met de waterschappen. Zij bedden de actualisatie van peilbesluiten zoveel mogelijk in in de programmering van integrale watergebiedsplannen. Ze passen hierbij zoveel mogelijk het systeem van het Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR) toe. I Cofinancieren van waterberging in het landelijk gebied door middel van ILG In 2008 hebben wij in de deelgebieden Kop en Laag-Holland een aantal integrale waterbergingsprojecten via het ILG gesubsidieerd.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator A Gebiedsproject Haarlemmermeer-Bollenstreek: Gerealiseerde piekberging H Percentage actuele peilbesluiten
Gerealiseerde waarde 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde 2008
-n
–
Het project bevindt zich nog in de planfase
55%
75%
75%
Het resultaat is een gemiddelde van de drie in Noord-Holland gelegen waterschappen. II Benutten van water in alle gebruiksmogelijkheden 2.5.4 Operationeel doel: Wij zorgen, daar waar nodig, voor schoon water voor mens en natuur (waterkwaliteit) Resultaat Indicator Zwemwater: Negatieve zwemwateradviezen Zwemverbod Percentage naleefgedrag handhaving zwemwater (inclusief zwembaden, sauna’s) • Kernvoorschriften • Overige voorschriften
Gerealiseerde waarde 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde 2008
10
12 ( in normale zomer) 22 (in warme zomer)
19
- 90% - 80%
65% 60%
- 88% - 58%
Voor schoon water voor mens en natuur is het doel dat de waterkwaliteit op orde is. Dat wil zeggen dat een goede ecolo gische en chemische kwaliteit van het (oppervlakte)water bereikt wordt in 2015, 2021 of 2027. Deze doelen worden nu bepaald in het kader van de Kaderrichtlijn Water en zijn nog niet aan te geven. Het aantal afgegeven negatieve zwemadviezen ligt boven de streefnorm (normale zomer). Totaal zijn in 2008 in NoordHolland 50 waarschuwingen afgegeven op officiële zwemlocaties voor onbetrouwbare waterkwaliteit. Van deze 50 is 19 keer na herbemonstering gebleken dat de waterkwaliteit nog steeds onvoldoende was. Hierbij geldt op zwemlocatie Kinselmeer een permanent zwemverbod. Reden van de zwemverboden zijn blauwalg en/of bacteriologische over schrijding. Doelstelling HUP 2007-2008 en directieplan SHV 2008 is naleving kernbepalingen op 65% en naleving voorschriften 60%. De realisatie in 2008 was beter vast te stellen dan in 2007, als gevolg van het registeren in het MPM. Op grond van MPM bedraagt het nalevingspercentage 88% voor wat betreft de kernovertredingen en 58% voor de overige overtredingen.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 57
Voor de overige overtredingen betekent dat een nalevingspercentage van iets onder de streefnorm. Met betrekking tot de waterkwaliteit oppervlakte zwemgelegenheden is eveneens een nalevingspercentage te leveren. Het nalevingspercentage bedroeg hier, net zoals in 2007, 99%.
Welke instrumenten en activiteiten hebben we hiervoor ingezet? A Kaderrichtlijn Water (KRW) beleidsontwikkeling Wij hebben alle activiteiten uitgevoerd. De doelen, maatregelen en kosten zoals die zijn opgenomen in de deelstroom gebiedsnota’s (onder andere de Nota Schoon water voor Rijn-West) zijn gebundeld en vastgelegd in het ontwerp Stroom gebiedbeheersplan SGBP) dat van 22 december 2008 tot 22 juni 2009 ter inzage ligt. B KRW instrumentarium De KRW-doelen zijn in het ontwerp-Waterplan opgenomen conform het besluit kwaliteitseisen en monitoring (AMVB). Indien wenselijk zetten wij de provinciale verordening in om het doorvoeren van de maatregelen te verbeteren. C Zwemwater In 2008 hebben wij acties uitgevoerd uit het gezamenlijk plan van aanpak Zwemwater in Noord-Holland, dat wij met de waterkwaliteitbeheerders hebben opgesteld. Uitgevoerde acties zijn weergegeven in het rapport Stand van zaken 2008. De uitvoering van de acties ligt op schema. In 2008 hebben wij bekeken of er meer locaties in aanmerking komen voor de kwalificatie officiële zwemlocatie. Na het zwemseizoen 2008 is gebleken dat er 12 potentiële nieuwe zwemlocaties officieel kunnen worden in 2009. Op 11 februari hebben Provinciale Staten besloten om subsidie te verlenen aan de sanering van de riooloverstorten op het strand bij Wijk aan Zee en Egmond aan Zee voor de periode 2008-2015. De riooloverstorten moeten voor 1 januari 2015 gesaneerd zijn. Op die datum moet de Blauwe Vlag voor de stranden worden aangevraagd. D Samenwerking in de waterketen In 2007 hebben wij het convenant Samenwerken waterketen Noord-Holland getekend. In 2008 hebben we met de partners een plan van aanpak opgesteld. In het grondgebied van Amstel, Gooi en Vecht zijn we een project kansrijke samenwerking begonnen. Hierbij hebben we gerealiseerd dat alle gemeenten tweejaarlijks een gezamenlijk overleg organiseren. E Gemeentelijke rioleringsplannen (GRP) De benchmark is in 2008 gepubliceerd. Hieruit is duidelijk geworden dat in Noord-Holland verdere maatregelen gewenst zijn op het gebied van milieu en financiële rapportage. Deze acties voeren wij in 2009 uit. Verder hebben wij geparticipeerd in processen van GRP’s en hebben wij de binnengekomen GRP’s beoordeeld.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator C Aantal handhavingsacties zwemwater (inclusief zwem baden, sauna’s) E Getoetste gemeentelijke Rioleringsplannen/jaar
Gerealiseerde waarde 2007 Streefwaarde eind 2008 (realisatie)
Gerealiseerde waarde 2008
443 (tevens 8404 administratieve controles)
450
1222 (tevens 6967 administratieve controles)
13
8
11
C Naast de reguliere controles werden 6967 administratieve controles van watermonsters van het oppervlaktewater (inclusief zwembaden) uitgevoerd. De grote stijging van handhavingsacties komt voort uit het feit dat administratieve controles voorheen niet als product werden benoemd, waar dat nu wel gebeurt.
58 |
E Wij hebben het resultaat gemeten aan de binnengekomen concept- en vastgestelde GRP’s. Een tweetal GRP-processen zijn meegenomen van 2007 naar 2008 vanwege de veranderende wetgeving. 2.5.5 Operationeel doel: Afstemmen van grondwaterbeheer op gebruiks- en gebiedsbestemmingen. Wij stemmen het grondwaterbeheer af op gebruiksmogelijkheden, zoals drinkwatervoorziening en warmtekoudeopslag, en op bestemmingen van gebieden, zoals natuur en bebouwing. Resultaat Indicator Het percentage binnen de daar voor gestelde termijn verleende ontheffingen regelgeving (grond-) water
Gerealiseerde waarde 2007 Streefwaarde eind 2008 95%
95%
Gerealiseerde waarde 2008 68%
Voor de bestrijding van verdroging was de stand van zaken iedere twee jaar af te lezen van een verdrogingskaart. Door invoering van het ILG en de TOP-lijst verdroging is er een nieuwe doelstelling voor verdroging, namelijk dat in 2013 de verdroging in 90% van de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden is verminderd. Dit is om en nabij de eerdere doelstelling van 40% vermindering van verdroogd areaal ten opzichte van 1985. Tussenwaarden zijn nog niet bepaald.
Welke instrumenten en activiteiten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? A Warmte-koudeopslag Warmte-koudeopslag (WKO) neemt een hoge vlucht. Op meerdere plaatsen in Noord-Holland kan in de toekomst inter ferentie van systemen optreden met negatieve effecten wanneer we geen actie ondernemen om geordend gebruik van de ondergrond te organiseren. We doen dit door proactief contact te onderhouden met marktpartijen en gemeenten. De volgende resultaten zijn in 2008 bereikt: • Agriport A7 (Wieringermeer): masterplan is vastgesteld, vergunningaanvragen die binnen het plan passen worden behandeld. • Beukenhorst (Hoofddorp): masterplan is opgesteld, maar moet nog vastgesteld worden. • Sciencepark (Amsterdam Zuid-Oost): masterplan is vastgesteld. • Geestmerambacht: wij werken momenteel aan een masterplan. • De Draai (Heerhugowaard): wij werken aan een masterplan. • Prima Vera (Rijsenhout): wij hebben vooroverleg met de ontwikkelaar gehouden, wij zijn overeengekomen dat er een masterplan wordt opgesteld. • Zuidas (Amsterdam): de verwachting is dat er nog een aantal WKO-systemen nodig zullen zijn; wij hebben voorover leg met gemeente Amsterdam geïnitieerd. • bedrijventerrein Hoofddorp-Zuid), verwachting is dat er een aantal WKO-systemen geplaatst zullen worden; voorover leg moet nog worden opgestart. B Detailanalyse grondwater In 2008 hebben wij de uitkomsten van de detailanalyse bestuurlijk aangeboden aan de betrokken partijen bij het grondwaterbeheer in Noord-Holland (gemeenten, waterschappen, waterleidingbedrijven, natuurorganisaties etc.). Wij hebben alle partijen om een reactie gevraagd, indien nodig met de bijbehorende besluitvormingsproce dure. De uitkomsten omvatten de te nemen maatregelen om de grondwaterkwaliteit en -kwantiteit op orde te krijgen voor 2015, samen met de onderbouwing hiervan. Ook is beschreven welke maatregelen wij voor de periode 2015-2027 verwachten. De gewenste bijdragen van de betrokken partijen zijn overzichtelijk uiteengezet. De uitkomsten van de detailanalyse hebben wij, zoals de Kaderrichtlijn water vereist, opgenomen in ons ontwerp-provinciaal Waterplan 2010-2015. Op basis van de eerste reacties en besluiten naar aanleiding van de detailanalyse, verwachten wij geen problemen met de uitvoering van het voorgestelde maatregelprogramma. C Beschermen van drinkwaterbronnen In 2008 hebben wij voor de Kaderrichtlijn Water aandacht besteed aan de bescherming van de drinkwaterwinningen
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 59
uit grond- en oppervlaktewater. Er is speciaal aandacht besteed aan de mogelijkheid om onder strikte voorwaarden warmte-koudeopslag in bepaalde delen van de grondwaterbeschermingsgebieden toe te passen. D Verlenen van vergunningen voor onttrekkingen en infiltratie Na de invoering van de nieuwe Waterwet zijn de waterschappen de vergunningverlenende instantie voor een groot gedeelte van de aanvragen. Voorbereidingen voor de overdracht van de werkzaamheden zijn in volle gang (kennisover dracht, bevoegdheden en verantwoordelijkheden etc.). E Bestrijden van de verdroging van de natuur Een aantal projecten uit de TOP-lijst is verder uitgewerkt: Hostermeerpolder, Boogkanaal, Oostelijke Vechtplassen en Noordduinen. F Stimuleren van maatregelen die stedelijke grondwateroverlast tegengaan We hebben de kennisontwikkeling en uitwisseling gestimuleerd door partijen waar nodig in het proces bij elkaar te brengen, voornamelijk in het GRP-proces. Wij hebben geen verdere platforms georganiseerd, omdat daaraan geen behoefte was. G Monitoring en evaluatie van grondwaterbeleid In 2008 hebben wij een optimalisatie uitgevoerd van de grondwatermeetnetten. Als gevolg hiervan zal vanaf 2008 het grondwaterkwantiteitsmeetnet versneld met automatische drukopnemers worden uitgerust. Ook is het opslagsysteem DAWACO aangepast. Voor het grondwaterkwaliteitsmeetnet worden de resultaten van de optimalisatie in 2009 geëffectueerd.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Z. Aantal verleende vergunningen, ontheffingen en goedkeuringen
Gerealiseerde waarde 2007 Streefwaarde eind 2008 (realisatie) 390
70
Gerealiseerde waarde 2008 477
Z Vergunningen Vergunningen en ontheffingen in het kader van regelgeving voor (grond)water hebben wij 68% binnen de gestelde termijnen verleend. Dit wordt veroorzaakt door het grote werkaanbod bij het cluster bodem (onder meer onttrekkingen grondwater), waardoor het niet mogelijk is de vergunningen op tijd af te doen. Voorzienbare afwijkingen zijn zo spoedig mogelijk aan de aanvrager gemeld. Overige instrumenten H Partiële herziening ontwerp-provinciaal Waterplan en monitor Wij hebben een ontwerp-provinciaal Waterplan 2010-2015 vastgesteld op 4 november 2008 met het motto Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren. Dit ontwerp-Waterplan hebben wij in overleg met de waterbeheerders en belang hebbenden opgesteld. Onder andere tijdens workshops en een conferentie zijn ze betrokken bij het maken van het plan. Zij hebben kunnen reageren op verschillende versies van het plan. Het is afgestemd met de (plannen van) buurprovincies en het Rijk (nationaal Waterplan). De ruimtelijk relevante waterbelangen wegen Provinciale Staten af bij het vaststellen van de structuurvisie. Wij hebben besloten geen plan-MER op te stellen voor het Waterplan. Provinciale Staten stellen in 2009 het Waterplan vast. Een tussentijdse evaluatie van het Waterplan 2006-2010 en de voortgang van de uitvoering in 2007 zijn gebruikt bij het opstellen van het nieuwe Waterplan en het vormgeven van het proces.
60 |
I Integrale projecten subsidiëren via de tender water In het kader van de subsidieregeling tender water hebben wij in 2008 aan 7 projecten subsidie toegekend, waarbij het bevorderen van de waterkwaliteit prioritair was. J Implementeren van de Waterwet In 2008 zijn we gestart met de voorbereiding van nieuwe Waterverordeningen op grond van de Waterwet. Inmiddels zijn er voorontwerpen van deze Waterverordeningen gereed. Tevens zijn we gestart met de voorbereiding van de over dracht naar de waterschappen van de vergunningverlening en handhaving van een deel van de grondwateronttrek kingen. K Beroepszaken tegen waterschapsbesluiten Tegen het besluit van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht tot vaststelling van het waterinrichtingsplan Westeramstel is door diverse belanghebbenden bij ons beroep ingesteld. Ook is tegen het verleggingsplan van de Ansjoviskade te Kolhorn van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier door één belanghebbende bij ons beroep ingesteld. Voor beide beroepszaken zijn diverse procedure stappen doorlopen. In 2009 zullen wij voor beide zaken een hoorzitting organiseren en zullen wij in beide zaken uitspraak doen.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator H Percentage uitgevoerde acties in het Waterplan
Gerealiseerde waarde 2007 Streefwaarde in 2008 75%
Gerealiseerde waarde in 2008
85%
±85%
Schatting van de resultaten: ongeveer 85%. Daadwerkelijke meting vindt plaats in 2010 over 2009.
Nieuw beleid 1 Primaire waterkeringen In het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Water zijn de provincies verantwoordelijk voor het maken van over stromingskaarten. Deze zijn in 2008 gereed gekomen. 2 Intensivering Muskusrattenbestrijding Er is begin 2008 extra budget aangevraagd voor voortzetting van de intensivering na juli 2008, aangezien het zich liet aanzien dat het doel ‘terugdringen van de verspreiding’ niet gehaald zou worden. Begin juni is, mede op basis van een tussentijdse evaluatie door bureau Waardenburg, besloten de intensivering conform de afspraak in juli 2009 af te ronden. Het gevolg was dat een aantal bestrijders, bij gebrek aan perspectief, al in 2008 stopte met werken. Met de Najaarsnota is vervolgens een gedeelte van het budget afgeraamd van het ter beschikking gestelde bedrag. 3 Ontwikkeling waterbeleid ir met omgeving (tekst niet aangepast) Voor het opstellen van een nieuw Waterplan voor de periode 2010-2015 is bij de Lentenota 2008 € 398.000 beschikbaar gesteld. Hiervan was een groot deel bestemd voor een planMER. Na onderzoek bleek dit niet nodig te zijn.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 61
Wat heeft het gekost? 2.5.6 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
5 Water Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
2 .667.216 9 .380.464
3.169.200 11.473.400
12.606.500 13.281.900
10.591.497 10.101.464
2.015.003 3.180.436
Lasten Apparaatskosten Baten
12.047.680 2 .283.822
14.642.600 1.939.400
25.888.400 2.247.200
20.692.961 2.311.769
5.195.439 64.569-
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves
9 .763.857-
12.703.200-
23.641.200-
18.381.191-
5.260.009-
1 .760.000–
7 50.000–
9.310.500–
8.960.500–
350.000–
8 .003.857-
11.953.200-
14.330.700-
9.420.691-
4.910.009-
Lasten Apparaatskosten
Resultaat na bestemming
Lasten De onderschrijding van € 2.015.003 wordt als volgt verklaard: • Door vertraging bij de vaststelling van het ‘Beschermingsniveau Buitendijkse Kustplaatsen’ is minder extra perso neel ingehuurd voor de communicatie, is er onderbesteding van € 447.869 op het budget voor de Kustvisie. • Doordat het planMER voor het Waterplan 2010-2015 na onderzoek niet nodig bleek te zijn (€ 406.004 lagere kosten door efficiënter/slimmer werken) en doordat er € 350.000 minder is onttrokken aan de reserve ILG voor de Tender Water (vertraagde besteding) en door afrekeningsverschillen vorige dienstjaren (€ 279.198 ), zijn de werkelijke lasten € 1.043.259 lager dan de geraamde lasten op het budget voor Integraal beheer oppervlaktewater. Apparaatskosten Op dit programma zijn minder apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de Najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Onttrekking reserves Het verschil van € 350.000 op de onttrekking aan reserves betreft de lagere onttrekking aan de reserves ILG. (Zie ook de toelichting op de lasten.)
62 |
Programma 6 Milieu
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 63
Wat hebben we bereikt? 2.6.1 Missie: Een fysiek veilig, schoon, gezond en klimaatbestendig Noord-Holland.
Maatschappelijke effecten De maatschappelijke effecten van ons beleid zijn niet in één indicator te vatten. Daarom wordt er per deelonderwerp van milieu gemonitord.
Beleidsspeerpunten • De provincie werkt aan verbetering van de luchtkwaliteit om gezondheidsrisico’s te verminderen. Het aantal knel puntkilometers is verminderd. Dit is echter voornamelijk toe te schrijven aan een wijziging van de rekensystema tiek. Daarnaast zal de daling ook deels het gevolg zijn van ingezet Europees, landelijk en regionaal beleid. • We leveren nadrukkelijk een bijdrage aan het voorkomen van klimaatverandering en het beperken van de gevolgen daarvan. Daarvoor hebben we in 2008 een Actieprogramma Klimaat opgezet en zijn gestart met de uitvoering daar van. Provinciale Staten hebben dit actieprogramma in december vastgesteld. • We stimuleren het opwekken en het gebruik van alternatieve energie en richten ons op energiebesparing. • We stimuleren de vraag naar en het aanbod van alternatieve brandstoffen. Tot nu toe heeft de uitvoering zich gecon centreerd op het stimuleren van de vraag naar alternatieve brandstoffen en het aanbieden van wagenparkscans aan bedrijven via gemeenten. • Het alternatievebrandstoffenbeleid stemmen wij zoveel mogelijk af in IPO-verband. Zo werken we samen met het Ministerie van Verkeer & Waterstaat aan een gezamenlijke regeling voor vulpunten voor alternatieve brandstoffen. Om de aanpak in Noord-Holland te verbreden en te intensiveren is subsidieaanvraag voor EFRO in voorbereiding. • We stimuleren clustervorming Duurzame energie-inkoop voor Noord-Holland. De accenten liggen op de ontwikke ling van een windcluster en het opzetten van startende en doorstartende innovatieve duurzame energiebedrijven. • We richten ons op een integrale aanpak en kwaliteit bij vergunningverlening en handhaving, aansluitend op de Wabo (omgevingsvergunning).
Wat hebben wij daarvoor (meer) laten doen? Zie de instrumenten per deelonderwerp 2.6.2 Operationeel doel: (Reële) minimalisatie van verontreiniging in bodem, lucht en water Resultaat Indicator
Basiswaarde in referentiejaar 2005
Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Luchtkwaliteit: Aantal kilometers wegvak waarop niet aan de Europese norm voor NO2 wordt voldaan
298,2 km
119 km
–
–
Luchtkwaliteit: Aantal kilometers wegvak waarop niet aan de Europese norm voor fijn stof (PM 10) wordt voldaan
162,4 km
18 km
–
–
Bodemverontreiniging levert geen beperkingen of risico’s op voor de volksgezondheid en ruimtelijke ontwikkelingen
–
55% van de programmaomvang gerealiseerd
75% van onze huidige programma-omvang is gerealiseerd
64% van de programmaomvang gerealiseerd
Na 1996 gesloten stort plaatsen veroorzaken geen nadelige gevolgen voor het milieu en omgeving
–
Nog geen stortplaatsen gesloten; opbouw doelvermogen via jaarlijkse heffing bij open stortplaatsen
Begin 2008 is de eerste stortplaats gesloten
Onderhandeling met exploitant over sluiting gestart. Sluiting in2009. Continuering beheer zodat milieueffecten voorkomen worden
64 |
De norm voor luchtkwaliteit waaraan getoetst wordt, is pas in 2015 en in 2010 van kracht. Het is belangrijk de voort gang van de afname van de verontreinigingen tot die tijd te monitoren. Luchtkwaliteit In de tabel is een forse afname te zien van het aantal knelpuntkilometers tussen 2005 en 2007. Redenen voor de afname zijn wijzigingen in de berekeningsmethode als gevolg van gewijzigde wetgeving (methodiek van berekenen en van gemeentelijke rapportage in 2005 naar een landelijke rapportage in 2007). De wijze van berekening is dus niet gelijk, waardoor een trendanalyse met de voorgaande jaren niet mogelijk is. Daarnaast zal de daling ook deels het gevolg zijn van ingezet Europees, landelijk en regionaal beleid. Hierbij zijn maat regelen op Europees en landelijk niveau het meest effectief. Het is op dit moment niet mogelijk om een inschatting te geven van het aantal knelpuntkilometers 2008. De gegevens van de landelijke rapportagetool 2008 komen pas half 2009 beschikbaar. Op basis van Europese regelgeving moeten de knelpuntkilometers PM10 en NO2 in respectievelijk 2010 en 2015 zijn opgelost. Bodemverontreiniging De gerealiseerde programmaomvang wordt uitgedrukt in zogenaamde bodemprestatie-eenheden. (Deze worden bepaald op basis van vierkante meters gereinigde oppervlakte en kubieke meters gereinigde grond of grondwater). Er is minder gerealiseerd, omdat enkele grote saneringsprojecten vertraging hebben opgelopen, maar dat heeft geen gevolgen voor het te bereiken eindresultaat. De vertraging is vooral veroorzaakt door het feit dat de sanering van de bodem aansluit bij maatschappelijke ont wikkelingen (bijvoorbeeld woningbouw) en afhankelijk is van de tijdsplanning van die ontwikkelingen. Bovendien is de verhouding tussen de gerealiseerde programmaomvang en het uitgegeven budget gunstig en is het voor het Rijk als budgetverstrekker geen probleem indien het budget later wordt uitgegeven en prestaties later worden gerealiseerd. Stortplaatsen De sluiting van een stortplaats wordt vastgelegd in een overeenkomst met de exploitant en de onderhandelingen met de exploitant duren langer dan verwacht. Sluiting kan in 2009 verwezenlijkt worden. Het uitstel van de sluiting leidt niet tot meer verontreinigingsrisico’s.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Bodem A Opstellen bodemvisie In mei hebben we de hoofd- en uitgangspuntennotitie Bodemvisie Noord-Holland vastgesteld. De afronding van de bodemvisie wordt afgestemd op de ondertekening van het convenant Bodem, dat belangrijke afspraken en actiepunten bevat die in de bodemvisie moeten worden meegenomen. Ondertekening van het convenant zou oorspronkelijk op 1 december 2008 plaatsvinden, maar is uitgesteld naar eind februari 2009. In het kader van de ontwikkeling van de bodemvisie zijn diverse kaarten met bodeminformatie opgesteld, onder andere geschiktheidskaarten voor bouwen en ondergronds bouwen. Deze kaarten zijn ingebracht als bouwstenen voor de planologische structuurvisie. B Het instandhouden van waardevolle bodemkwaliteitsaspecten door middel van beschermingsregels uit de Provinciale Milieuverordening en het onthullen van aardkundige monumenten Op basis van de beschermingsregels voor aardkundige monumenten in de Provinciale Milieuverordening (PMV) zijn 18 vergunningaanvragen voor activiteiten in aardkundige monumenten behandeld. In 2008 hebben wij twee aard kundige monumenten onthuld. In een geval is een aardkundig monument beschadigd door onzorgvuldige communicatie tussen een aannemer van grondwerken en een recreatieschap. Naar aanleiding hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Het voorval is bij justitie gemeld. C In kaart brengen bodemverontreinigingsproblematiek We hebben op basis van landelijk afgesproken criteria in 2008 een lijst van locaties opgesteld en vastgelegd waarvoor sanering mogelijk spoed heeft. Verder hebben we asbestsignaleringskaarten vastgesteld (zie E).
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 65
D Uitvoering van het Meerjarenprogramma Bodemsanering 2005-2009 Het Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 2005-2009 bestaat uit zo´n tachtig projecten, verdeeld over ongeveer 10 thema’s. Dit jaar is verder aan de uitvoering van de projecten gewerkt. E Opstellen asbestsignaleringskaart We hebben een asbestsignaleringskaart opgesteld conform de VROM-onderzoeksmethodiek. Deze kaart geeft infor matie over de kans dat er asbest voorkomt in de bodem en in gebouwen. Wij gebruiken deze kaart voor het beoordelen van bodemonderzoeken voor vergunningverlening en bij het prioriteren van bodemsaneringen. Deze informatie is ook beschikbaar voor gemeenten en andere organisaties die bij de uitvoering van hun taken met asbest te maken kunnen hebben. F In het kader van de Wet stedelijke vernieuwing zullen wij gemeenten aansturen en ondersteunen bij het aanpakken van bodemproblemen in het stedelijk gebied Deze ondersteuning is mede gebaseerd op bestuursovereenkomsten die wij met gemeenten hebben gesloten, waarin de taakverdeling is vastgelegd. Wij hebben drie coördinatoren voor het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) bodem, die elk een deel van de gemeenten onder hun hoede hebben. Deze coördinatoren hebben met elke gemeente minimaal tweemaal de voortgang besproken. Ook hebben wij voor heel ISV een herijking uitgevoerd om te kijken of herverdeling van budget nodig is. Begin 2009 wordt dit uitgewerkt. We hebben toegezegd gemeenten te ondersteunen met een handreiking voor het opstellen van programma’s voor de volgende planperiode. G Nazorg van stortplaatsen die na 1996 zijn gesloten Zoals elk jaar hebben Provinciale Staten een besluit genomen waarin het beheer van operationele stortplaatsen en de te heffen storttarieven zijn vastgelegd. Voor een stortplaats onderhandelen wij met de exploitant over sluiting. H Uitvoeren Provinciaal Baggerprogramma en Provinciaal programma sanering waterbodems Sanering van waterbodems is een thema binnen het Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 2005-2009. Dit jaar hebben wij de waterbodemsanering van het project Anna’s Hoeve afgesloten en hebben wij de sanering van het project Waterbodems Alkmaar aanbesteed. Afgesproken is de waterbodem van ’t Oorgat te Edam te saneren. In totaal is 18.000 m3 baggerspecie verwijderd uit vaarwegen bij ons in beheer. I Stimuleren (onder andere via voorlichting) van gemeenten en ILG-commissies om gebiedsgerichte oplossingen voor baggerspecie te vinden onder het regiem van het Besluit Bodemkwaliteit De Noord-Hollandse gemeenten hebben we geïnformeerd en voorgelicht over het Besluit Bodemkwaliteit. Wij hebben verder gemeenten geadviseerd hoe om te gaan met de toepassing van baggerspecie in gebiedsgerelateerde projecten. J Stimuleren van bedrijven en schuldige eigenaren tot saneren bodemverontreiniging door inzet van juridisch instrumentarium Wet bodembescherming In mei hebben we een besluit genomen tot uitvoering van de eerste stap bodemsaneringsstrategie. Deze stap is gericht op het onderzoeken van de potentiële spoedeisende verontreinigingen en waar nodig te komen tot een extra inzet van het juridisch instrumentarium van de Wet bodembescherming. Daarnaast is door een actief bevelsbeleid en toezicht op uitvoeringstermijnen geprobeerd de uitvoering van de sanering van spoedlocaties te versnellen. Aanbesteding heeft in november 2008 plaatsgevonden. Vijf van de circa twintig locaties zijn juridisch getoetst. De verdere uitvoering loopt door in 2009. K Subsidieverlening Bedrijvenregeling Eigenaren en erfpachters die de verontreinigde bodem van hun bedrijfsterrein willen saneren, kunnen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor subsidie. De terreinen moesten voor 1 januari 2008 aangemeld zijn bij het bevoegd gezag. Er zijn 190 locaties aangemeld. In 2008 is aan één locatie een subsidie van maximaal € 6.137 verleend. Voor één locatie is de subsidie vastgesteld op een bedrag van € 40.020. Daarnaast zijn twee aanvragen geweigerd en ligt er nog één ter beoordeling.
66 |
Luchtkwaliteit L Oplossen 140 knelpunten luchtkwaliteit door regie op de uitvoering van het samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Noordvleugel door het Regionaal samenwerkingsverband luchtkwaliteit (RSL-NV) In maart en september (actualisatie) is het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Noordvleugel (RSLNV) vastgesteld. In dit programma is aangegeven op welke wijze voldaan gaat worden aan de Europese normen voor de luchtkwaliteit. Uitwerking van het RSL Noordvleugel heeft onder meer geleid tot het vaststellen van de subsidieverordening lokale maatregelen luchtkwaliteit Noord-Holland 2008. Hiermee wordt de tweede tranche rijksbijdrage (€ 14,8 miljoen) ter verbetering van de luchtkwaliteit doorgegeven aan de gemeenten. Gemeenten kunnen zo (nieuwe) maatregelen nemen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Ook hebben wij de provinciale subsidieregeling ‘Stimulering verbetering lucht kwaliteit Noord-Holland 2008’ vastgesteld. Bedrijven en gemeenten kunnen een subsidiebijdrage krijgen voor maat regelen voor vermindering van de emissies PM10 en NO2 (zie ook punt B). De aangevraagde subsidiebedragen zijn achtergebleven bij de verwachting. Ook zijn wij begonnen met een project voor het oplossen van het knelpunt in het Westelijk havengebied Westpoort. Hoewel het op dit moment niet meetbaar is in een afname in knelpuntkilometers, mag verondersteld worden dat de genomen emissiebeperkende maatregelen een bijdrage leveren in de verbetering van de luchtkwaliteit. Deze is echter momenteel niet te kwantificeren. M Uitvoeren provinciale speerpunten ‘stedelijke distributie en milieuzonering’, ‘schone’ aanbesteding van OV-concessies en het stimuleren van schone wagenparken in Noord-Holland met onze partners Wij hebben de subsidieregeling Stimulering verbetering luchtkwaliteit Noord-Holland 2008 vastgesteld. Met deze subsidieregeling stimuleren wij activiteiten die leiden tot een emissiereductie van PM10 en NOx. Het subsidieplafond voor 2008 is vastgesteld op €1,5 miljoen. In totaal zijn er negen subsidieaanvragen ingediend, waarvan er zeven geaccordeerd zijn. Het aangevraagde subsidiebedrag is €848.688. Wij hebben het programma Stimulering vraag en aanbod van alternatieve brandstoffen opgesteld. De doelstelling van het programma is om vraag en aanbod van alternatieve brandstoffen te stimuleren. De uitvoering kan starten wanneer de EFRO-subsidie wordt toegekend. Wij hebben een adviesbureau de opdracht gegeven voor het organiseren van een aantal lokale bijeenkomsten, het ontwikkelen van communicatiemateriaal en voor de uitvoering van honderd wagenparkscans. Er zijn diverse bijeen komsten geweest, er is een voorlichtingsfolder ontwikkeld en er is een nieuwsbrief opgesteld. Daarnaast zijn inmiddels dertig wagenparkscans uitgevoerd. Het effect hiervan is dat een aantal tankstationhouders voldoende vertrouwen hebben gekregen in de markt voor alternatieve brandstoffen, zodat met zekerheid in 2009 een aardgas tankstation in Alkmaar wordt geopend. Het is vrij zeker dat daarnaast in de IJmond ook twee aardgasvulpunten zullen komen. N Met partners inrichten van een immissiemeetnet in het havengebied Amsterdam (Westpoort) Met partners (Haven Amsterdam, Gemeenten Zaanstad en Amsterdam) zijn afspraken gemaakt voor het oprichten van een immissiemeetnet in het havengebied Amsterdam. Het betreft een belast en een onbelast meetpunt. Een meetpunt start op 1 januari 2009 en het tweede meetpunt in de loop van 2009. Het doel van de metingen is een beter beeld te krijgen van de luchtkwaliteit in Westpoort. Dit is belangrijk voor de monitoring van de luchtkwaliteit, maar ook is de informatie van belang voor onze vergunningverlening.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 67
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Prestaties Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
B Onthullen aardkundige monumenten C Sanering bodemverontreiniging I Volume verwijderde verontreinigde bagger en onderhoudsbagger
9
11
Het 10e en 11e aardkundig monument zijn onthuld
Voortgang 0,6 mln bpe’s
–
Voortgang 2,1 mln bpe’s
0
100.000 m3
In totaal is 18000 m3 baggerspecie verwijderd uit vaarwegen
Ruim 22 mljoen bodem-prestatie-eenheden (bodemprestatie-eenheid staat voor gesaneerde/ beheerste hoeveelheid grond en grondwater. Staat grofweg voor 4 miljoen m2 grond, 5 miljoen m3 grond en 20 miljoen m3 grondwater). Sanering bodemverontreiniging: zie toelichting in paragraaf 6.3.2. Aardkundige monumenten: jaarlijks worden er twee aardkundige monumenten onthuld. Bagger: de uitvoering van enkele baggerprojecten is vertraagd. 2.6.3 Operationeel doel: (Reële) minimalisatie van hinder door geluid Resultaat Indicator
Basiswaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Geluid: Verminderen geluidshinder wegverkeerslawaai
3635 ernstig gehinderden op provinciale wegen
–
Gerealiseerdewaarde eind 2008 –
Wij streven dit na voor een goede gezondheid van de inwoners van Noord-Holland. In de indicator zijn alleen de wegen betrokken met meer dan 6 miljoen voertuigbewegingen per jaar conform de karteringsplicht van de EU-richtlijn omgevingslawaai. In 2007 is de geluidkaart vastgesteld, die de hinder voor het basisjaar 2006 bepaalt. Deze geluidkaart wordt in principe vijfjaarlijks opgesteld. De methodiek voorziet niet in een jaarlijkse monitoring van de hinder. In het ontwerp-actieplan dat in 2008 is vastgesteld is een doelstelling opgenomen voor 2013 (6693). In 2009 zal een andere indicator worden gezocht die wél van jaar tot jaar gevolgd kan worden (bijvoorbeeld het aantal km weg met stil asfalt).
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Geluid A Opstellen Provinciaal Actieplan Geluid op basis van de EU-Richtlijn Omgevingslawaai Het ontwerp-actieplan is op 10 juni 2008 vastgesteld. Vanaf 8 augustus heeft het ontwerpplan gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Het aangepaste definitieve plan wordt in de loop van 2009 vastgesteld en toegestuurd aan de minister van VROM. B Opstellen beleid voor toepassing stil asfalt op provinciale wegen Er zijn criteria vastgesteld voor de toepassing van stil asfalt. Deze criteria zijn ook opgenomen in het ontwerp-actieplan Geluid (zie A). Op basis van de criteria is bepaald op welke wegen stil asfalt toegepast kan worden. Deze wegen worden opgenomen in het definitieve actieplan Geluid. Voor de provinciale wegen zijn de zogenaamde dunne deklagen zeer geschikt. Wij verwachten dat de invoering van stil asfalt op de provinciale wegen in de planperiode (2008-2013) zal leiden tot een reductie van de geluidhinder met 20%. Op de langere termijn lijkt een halvering van de hinder haalbaar.
68 |
C Uitvoeringsgereed maken van de provinciale taken op het gebied van Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML; decentralisatie van rijkstaken) Er is dit jaar inzicht verkregen in de nieuwe uitvoerende taken op het gebied van de vergunningverlening en de hand having en in de hiervoor vereiste personele inzet. Een startnotitie als voorbereiding voor het opstellen van het beleidskader is op 11 maart vastgesteld. Oorspronkelijk was ingepland dat het beleidskader Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens al dit jaar zou worden vastgesteld. Vanwege de vertraging in de besluitvorming in de Eerste Kamer zal vaststelling iets later plaatsvinden. Wij zijn inmiddels begonnen met het opstellen van het beleidskader. In een kaderstellende notitie worden aan Provinciale Staten de te maken keuzen voorgelegd. Vaststelling van het beleidskader is voorzien voor juni 2009. 2.6.4 Operationeel doel: Om externe veiligheid te realiseren streven wij naar (reële) minimalisatie van veiligheidsrisico’s in woon- en werkgebieden Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Externe veiligheid: Aantal opgeloste knelpunten Besluit externe veiligheid inrichtingen (sanering Bevi)
0
1
Gerealiseerde waarde eind 2008 0
In 2008 zijn wij voor het saneringsprogramma gestart met het opstellen van een plan van aanpak, projectteams en deel projecten. Het concept-saneringsprogramma is geactualiseerd. Onder andere vanwege een veranderde berekenings methodiek zijn in 2008 nieuwe saneringssituaties geïnventariseerd, die moeten worden onderzocht en opgelost. Zodoende is nog niet gestart met het daadwerkelijk uitvoeren van de saneringen.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Coherente en effectieve uitvoering extern veiligheidsbeleid door gemeenten, provincie en regionale samenwerkingsverbanden door inzet van de subsidieregeling Programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden (2006-2010). Toetsen regionale voortgang door middel van tussentijdse rapportages en beschikkingen. Er zijn in 2008 vier plenaire bijeenkomsten met de subsidieontvangers binnen deze regeling georganiseerd en we hebben een gezamenlijk scholingstraject mogelijk gemaakt. B Uitvoeren projecten sanering Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen) en maatlat Brzo (Besluit risico’s zware ongevallen). Het Bevi richt zich op bedrijven met een mogelijk risico als gevolg van de opslag en/of verwerking van gevaarlijke stoffen buiten de inrichting. Het Bevi beoogt deze risicovolle activiteiten en de leefomgeving van elkaar te scheiden. In het besluit zijn saneringstermijnen vastgelegd voor urgente en niet-urgente sanering. In 2008 hebben we een project plan opgesteld. In 2009 starten we met de saneringen voor de urgente gevallen. Het Brzo (Besluit risico’s zware ongevallen) richt zich op industriële bedrijven waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen verwerkt en/of opgeslagen kunnen worden, waardoor bij incidenten effecten tot ver buiten deze inrichtingen mogelijk zijn. In 2008 hebben wij getoetst of organisaties voldoen aan de maatlat Brzo uitgevoerd. Op basis daarvan zal de organisatie verder worden aangepast. C Afronden actualisatie van de provinciale risicokaart Noord-Holland (eind maart 2008) Dit jaar is een inhaalslag gemaakt voor het invoeren van risicorelevante gegevens in het risicoregister, dat de basis vormt voor de risicokaart. Daarnaast is binnen de provincie nog een kwaliteitsslag gemaakt, omdat er nog verouderde en onjuiste informatie werd weergegeven. Dit is eind 2008 grotendeels afgerond. In 2009 gaat de aandacht uit naar het beheer van de informatie op de kaart. D Opstellen structuurvisie externe veiligheid met daarin uitgewerkt de gebiedsvisies voor bijvoorbeeld Schiphol, Westpoort, Halfweg De aandacht is in 2008 vooral uitgegaan naar het afronden van het provinciale veiligheidsbeleid Westpoort en inbreng in de gebiedsvisie externe veiligheid Westpoort, die gezamenlijk met gemeente Amsterdam en de regionale brandweer wordt opgesteld. Deze visie wordt verankerd in de bestemmingsplannen van het (beheers)gebied Westpoort.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 69
E Anticiperen op het landelijk beleidskader voor het transport van gevaarlijke stoffen Wij zijn agendalid van de IPO-werkgroep Basisnet en worden zodoende geïnformeerd over de ontwikkelingen over het transport van gevaarlijke stoffen.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat
Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 C Actualiseren risicokaart NoordHolland.
–
Actueel eind maart 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008 93,38% geautoriseerd
2.6.5 Operationeel doel: Verkleinen beslag op fossiele grondstoffen Om het beslag op bestaande fossiele grondstoffen te verkleinen, werken we aan de reductie van het huidige gebruik en stimuleren we het vergroten van het relatieve aandeel van duurzame energievormen Resultaat Indicator Realisatiewaarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Hoeveelheid opgesteld vermogen windenergie in Noord-Holland
–
205 megawatt
Gerealiseerde waarde eind 2008 277 megawatt
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Ondersteuning van gemeenten bij de uitvoering van het klimaatbeleid en duurzame energievormen door de voortzetting van het CO2 Servicepunt, continuering van de duurzame- energiesubsidieregeling Het CO2 Servicepunt heeft ook in 2008 gemeenten advies gegeven over energiebesparing en duurzame energie en het initiëren van collectieve projecten. In november is een nieuw werkplan vastgesteld voor 2009. Er zijn voor 2009 twee nieuwe projecten toegevoegd aan de al bestaande. B Het stimuleren van grootschalige toepassing van duurzame-energiemaatregelen, zoals wind, zon, warmte-koudeopslag • Windenergie: in het Klimaat- en Energieakkoord staan afspraken over doelstellingen op het gebied van windenergie. Wij leveren een financiële bijdrage aan de planontwikkeling van het grootschalig turbinepark Wieringermeerdijk. We hebben een windkansenkaart gemaakt en onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor inpassing van groot schalige windturbineparken in de Provincie. • Biomassa: we stimuleren de totstandkoming van biomassaverwerkingsinitiatieven, onder andere door de financiële ondersteuning van Platform Biomassa. • Restwarmte: in het kader van de Tweede Investeringsimpuls (TWINH) is budget gereserveerd voor duurzame energie projecten en initiatieven, waaronder restwarmtebenutting en het eventueel realiseren van een warmtenet. • Warmte-koudeopslag (WKO): wij hebben bijgedragen aan vijf WKO-pilotprojecten. Onze inmenging is er vooral op gericht om de opgedane kennis te verspreiden en daarmee de toepassing van WKO te vergroten. • Zonne-energie: we hebben een deelverordening Duurzame energiepakketten, waaruit onder andere zonnecollectoren worden gesubsidieerd. Het beschikbare subsidiebedrag (€ 1 miljoen) is volledig weggezet. • Geothermie: er is een onderzoek uitgevoerd naar de toepassingmogelijkheden van geothermie in Noord-Holland. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een kaartbeeld dat inzicht geeft in kansrijke, kansarme en niet geschikte regio’s binnen de Provincie. C Het stimuleren van vraag en aanbod naar alternatieve brandstoffen De uitvoering heeft zich tot nu toe geconcentreerd op het stimuleren van de vraag naar alternatieve brandstoffen en het aanbieden van wagenparkscans aan bedrijven via gemeenten. In Alkmaar wordt in februari 2009 een aardgas vulpunt gerealiseerd. We stemmen ons alternatieve brandstoffenbeleid zoveel mogelijk af in IPO-verband. Samen met het Ministerie van Verkeer & Waterstaat is gewerkt aan een gezamenlijke regeling voor vulpunten voor alternatieve brandstoffen. Om de aanpak in de provincie te verbreden en te intensiveren bereiden wij een subsidieaanvraag voor voor EFRO.
70 |
D Stimuleren van bewustwording, door onder andere het voortzetten van het programma Leren voor Duurzaamheid, de Energiebus en de handhaving van de steunpunten Natuur- en Milieueducatie Bewustwording is vooral gericht op ons consumptief, mobiliteits- en energiegebruik. Het is belangrijk dat mensen en bedrijven zich bewust worden van hun eigen verantwoordelijkheid en uiteindelijk ook hun gedrag aanpassen. De nieuwe programmaperiode Leren voor Duurzame Ontwikkeling is gestart. Het nieuwe programma (2008-2011) heet ‘Van Agenderen naar Doen’. Voor de tweede programmaperiode is een Provinciaal Ambitie Statement (PAS) opgesteld, waarin we aangeven welke doelgroepen centraal staan en welke thema’s: het thema klimaat gericht op jongeren, bedrijven en gemeenten. E Het actualiseren van de aanpak ten aanzien van energiebesparing in vergunningen en convenanten We hebben een nieuwe Meerjarenafspraak energie-efficiëntie industrie ondertekend (MJA-3). We zullen bedrijven waar voor deze afspraak relevant is, stimuleren om deel te nemen aan deze afspraak. De ondertekening van het convenant verplicht ons om bedrijven die niet deelnemen aan de MJA-3 via het vergunningen- en handhavingspoor aan te zetten tot verlaging van het energieverbruik. F Om de ontwikkeling van nieuwe vormen van milieuvriendelijke energie te stimuleren brengen wij kennis en kunde rond duurzame energie bij elkaar Dit doen we door promotie, onderzoek en netwerkvorming, door het stimuleren van de ontwikkeling en de groei van het cluster Duurzame Energie binnen Noord-Holland, maar ook door het ontwikkelen van projecten die zich richten op warmte-koudeopslag. We hebben op verschillende manieren warmte-koudeopslag (WKO) gestimuleerd. Van vijf innovatieve WKO-projecten waarvoor wij in 2007 in het kader van een eenmalige financiële stimulering regeling een bijdrage hebben verleend, is in 2008 de bouw begonnen. Rond dat moment is door de subsidieontvangers zélf ruchtbaarheid gegeven aan die techniek. De communicatie rond de projecten was een van de voorwaarden waarop we subsidie hebben verstrekt. Ook hebben we zelf een zogenaamde WKO-krant uitgegeven. De bestuurders die direct bij deze projecten waren betrokken kregen daarin de gelegenheid hun positieve ervaringen - ‘winst’ voor de betrokken gemeenten - breed uit te meten. Deze WKO-krant is onder alle Noord-Hollandse gemeenten, waterschappen, woning bouwverenigingen, bouwmaatschappen enz. verspreid. Daarnaast wordt in de dagelijkse praktijk van het CO2 Servicepunt gewezen op de voordelen die WKO kan bieden bij allerlei nieuwbouwactiviteiten. Tenslotte opereert de provincie in de rol van vergunningverlenend bevoegd gezag actief in situaties waarin voorzien wordt dat WKO in de toekomst een hoge vlucht kan nemen. 2.6.6 Operationeel doel: Ruimtelijke inpassing van milieu Door duurzaamheidsambities en wettelijke milieu-eisen in een vroeg stadium in de ruimtelijke planvorming mee te nemen worden kwalitatief betere plannen gerealiseerd.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Inzetten van wettelijke RO-instrumenten als wijzigingen van streekplannen en de structuurvisie om doelen te bereiken als het scheiden van hinderlijke en hindergevoelige functies Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. In dat kader ontwikkelen we een structuurvisie voor de gehele provincie en formuleren we provinciale belangen. Duurzaam ruimtegebruik is een van de drie overkoepelende belangen. Daaronder verstaan we onder meer dat milieukwaliteit een substantieel onderdeel vormt van de ruimtelijke afweging. Totdat de structuurvisie is vastgesteld, houden we vast aan het beleid dat is neer gelegd in beide streekplannen. B De Wet stad en milieu: in dit kader zijn wij bevoegd gezag om de ingediende plannen van de gemeenten te toetsen en goed of af te keuren Dit jaar zijn geen officiële verzoeken voor de Wet stad en milieu-procedure binnen gekomen. Wel heeft er informeel overleg plaatsgevonden met DMB-Amsterdam over een mogelijk te starten procedure. C Wij hanteren en stimuleren een gebiedsgerichte aanpak, waarbij milieuambities aan soorten gebieden gekoppeld worden De milieuproblematiek in Noord-Holland verschilt per gebied Milieuproblemen komen meestal naar voren wanneer er ruimtelijke ontwikkelingswensen zijn, die worden ‘belemmerd’ door de bestaande milieukwaliteit of de milieu kwaliteit die als gevolg van de ontwikkeling te verwachten is. Om te vermijden dat steeds per ontwikkeling een maat oplossing moet worden gevonden, willen we meer proactief de milieusituatie als uitgangspunt nemen voor herstruc
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 71
turering. Zo kan nieuwe (gebruiks-)ruimte worden geschapen binnen hetzelfde gebied. Daarmee wordt een integrale gebiedsaanpak bevorderd. Dit middel willen we in de toekomst gaan inzetten bij het Noordzeekanaalgebied. D Uitvoeren van milieu-effectrapportages (MER) In 2008 zijn de volgende MER-procedures voor provinciale plannen en besluiten uitgevoerd: • Zwakke (kust)schakel Kop van Noord-Holland (richtlijnen MER); • Zwakke (kust)schakel Hondbossche en Pettemerzeewering (richtlijnen MER); • Dijkversterking Hoorn-Edam (richtlijnen MER); • Dijkversterking Edam-Amsterdam (startnotitie); • Dijkversterking Marken (startnotitie); • Opwaardering (provinciale) Westfrisiaweg (aanvaarding MER 1e fase); • Loosdrechtse Plassen (aanvaarding MER); • Wieringerrandmeer (vervolgonderzoeken MER); • Bloemendalerpolder (vervolgonderzoeken MER). E Wij regisseren en stimuleren het saneren van verontreinigde locaties in samenhang met ruimtelijke processen. Hierdoor geven wij weer ruimte aan ontwikkelingen in stedelijk en landelijk gebied. Dit doen wij door samen te werken met externe partners en andere overheden. We geven hierbij uitvoering aan onze diverse meerjaren programma’s, zoals het tweede Meerjaren Programma Bodemsanering (MJP 2005-2009), Programma Gasfabrieken en het ISV-programma. De meerjarenprogramma’s bestaan uit tientallen afzonderlijke bodemprojecten. Bij de uitvoering van deze projecten stemmen we de tijdsplanning van de bodemsanering zoveel mogelijk af op de tijdsplanning van de ontwikkelingen. Dit is niet alleen kosteneffectief, maar zorgt er eveneens voor dat het resultaat van de sanering, een bodem die geschikt is voor het gewenste gebruik, gereed is op het moment dat daar behoefte aan is. 2.6.7 Operationeel doel: Vergroten aantrekkelijkheid van investeren in milieu
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Ontwikkelingsfonds Duurzame Energie Noord-Holland: Provinciaal investeringsfonds dat de provincie in staat stelt om door middel van deelneming in ondernemingen, duurzame energieproductie of -technologie te stimuleren Het Ontwikkelingsfonds Duurzame Energie Noord-Holland (ODENH) is operationeel. Nadat de Europese Commissie het fonds had goedgekeurd, is de rechtspersoon ODENH opgericht. Er hebben zich al diverse initiatieven aangemeld voor een deelname vanuit dit fonds. De eerste concrete deelneming in 2007 door het fonds in een onderneming heeft al tot een positief financieel resultaat geleid. Dit positieve resultaat wordt weer, in overeenstemming met het doel van het fonds, gebruikt om nieuwe duurzame energieprojecten te financieren. Op dit moment staan er zes nieuwe projec ten op de rol voor 2009. B EFRO, Waddenfonds: Europese en rijksfondsen die (deels) in het leven zijn geroepen om duurzame energietechnologie en duurzame energieinnovatie te stimuleren Wij dragen projecten voor bij deze fondsen en stellen bij acceptatie van de voordracht een deel cofinanciering ter beschikking. Er zijn twee projecten in behandeling voor EFRO. Binnen het kader van het Waddenfonds is een project gehonoreerd. Bij het Europese programma IEE (Intelligent Energy Europe) is een aanvraag ingediend. C BANS (Bestuursakkoord Nieuwe Stijl) en BLOW (Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie) (2): Rijksregelingen die in het leven zijn geroepen om gemeenten financieel te ondersteunen bij het formuleren en uitvoeren van hun klimaatmaatregelen Ook hiervoor geldt dat de provincie cofinanciert. De gezamenlijke provincies hebben besloten om alle provinciale BANS-aanvragen te bundelen en collectief aan SenterNovem aan te bieden. De verwachting is dat begin 2009 duidelijk wordt welke bijdrage wij kunnen verwachten. D Luchtkwaliteit: wij willen een deelverordening opstellen waar private partijen op kunnen intekenen wanneer zij innovatieve projecten hebben ten aanzien van de verbetering van de luchtkwaliteit De eerder genoemde subsidieregeling Stimulering verbetering luchtkwaliteit Noord-Holland 2008 is vastgesteld. Met deze subsidieregeling worden activiteiten gestimuleerd die leiden tot een emissiereductie van PM10 en NOx. Het subsidieplafond voor 2008 is vastgesteld op €1,5 miljoen. In totaal zijn er negen subsidieaanvragen ingediend, waarvan er zeven geaccordeerd zijn. Het aangevraagde subsidiebedrag is € 848.688.
72 |
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
A Toename van het aantal onder nemingen dat duurzame energie technologie produceert in Noord-Holland
Nog geen deelname in ondernemingen
5 deelnemingen
1 deelneming
B Gemeenten formuleren duur zame energie maatregelen, formuleren en voeren een klimaatbeleidsplan uit
–
47 gemeenten en 14 Amsterdamse deelraden die hun plan van aanpak hebben geschreven en uitgevoerd
Uit inventarisatie blijkt dat 30 gemeenten en stadsdeelraden een pva hebben geschreven en 29 zijn nog bezig. De overige gemeenten worden aangespoord te starten
Er is dit jaar 1 grote deelneming geweest en op dit moment staan er 6 nieuwe projecten op de rol voor 2009. 2.6.8 Operationeel doel: Integrale, kwalitatief hoogwaardige vergunningverlening en doelmatige milieuhandhaving Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Het percentage binnen de daarvoor gestelde termijn verleende ontheffingen en vergunningen e.a
75%
85%
70%
Percentage naleefgedrag Wet milieubeheer industrie kernvoorschriften Overige voorschriften
83%
75%
89%
74%
70%
73%
Percentage naleefgedrag Wet milieubeheer branches kernvoorschriften Overige voorschriften
83%
65%
88%
74%
60%
77%
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Vergunningen Vergunningen en ontheffingen - in dit geval voor de Wet milieubeheer, het Vuurwerkbesluit, de Wet bodembescherming en de Ontgrondingenwet – hebben wij voor 70% binnen de gestelde termijnen verleend. Dat dit achterblijft bij de streefwaarde komt door het grote werkaanbod bij het cluster bodem (onder meer onderzoeksrapporten bodem), waar door het niet mogelijk is de vergunningen op tijd af te doen. Voorzienbare afwijkingen zijn zo spoedig mogelijk aan de aanvrager gemeld. Bij het afdoen van Wm-vergunningen deden zich ook overschrijdingen voor bij de gecombineerde procedures met waterschappen en/of gemeenten en procedures met veel zienswijzen. Sinds 1 juli 2008 moeten Wm-vergunningen getoetst worden aan vigerende bestemmingsplannen. Omdat er geen overgangsrecht bij deze wetswijziging is toe gepast, moesten alle lopende procedures (soms in een laat stadium) worden getoetst, wat eveneens leidde tot over schrijding van de wettelijke termijn. B Handhaving Toezicht en handhaving hebben wij uitgevoerd conform het tweejaarlijks handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP 2007-2008) en de sanctiestrategie.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 73
C Regie Handhaving Volgens de Wet handhavingsstructuur zijn wij verantwoordelijk voor de coördinatie van een doelmatige en adequate handhaving in Noord-Holland. Hiertoe zien wij enerzijds toe op het naleven van de wettelijk vastgestelde AMvB, de zogeheten kwaliteitscriteria van de lagere overheden. De 55 audits, die in 2008 zijn voorbereid, vinden begin 2009 plaats. Anderzijds hebben wij via de Wabo de samenwerking tussen de overheidsinstanties gestimuleerd. D Samenwerking Noordzeekanaalgebied (NZKG) Het NZKG is één industrieel gebied. In het gebied speelt een groot aantal concrete problemen op milieugebied (onder andere externe veiligheid, luchtkwaliteit). Vooral de coördinatie rond de uitvoering van het Besluit risico zware ongevallen (Brzo) en de vele daarbij betrokken partijen in het gebied vergen extra aandacht en inzet. Het gaat hier om relatief nieuwe wetgeving en richtlijnen die met name hier een grote impact hebben en om ‘innovatieve’ oplossingen vragen. Daarnaast hebben zich in de afgelopen jaren verschillende incidenten voorgedaan (Probo Koala, de Otapan, het Visserschip ‘Scheveningen’) en moet ook verder vorm worden gegeven aan de kaders voor wonen, werken en milieu. Alles bij elkaar genomen vraagt dit om een intensieve(re) afstemming en hechtere samenwerking met de betrokken instanties in het gebied, vooral bij het verlenen en handhaven van de vergunningen. In 2008 hebben de handhavingspartners in het Noordzeekanaalgebied op basis van een risicoanalyse een integraal handhavingsprogramma opgesteld. Dit programma wordt in 2009 en 2010 uitgevoerd. Het ontwikkelen van een visie op structurele samenwerking door de handhavingspartners die bij de uitvoering van de Wet milieubeheer betrokken zijn is in een stroomversnelling gekomen door het kabinetsstandpunt rond het thema omgevingsdiensten. De discussie over de organisatorische vormgeving van de handhaving en de vergunningverlening wordt nu provinciebreed opgepakt onder regie van de projectgroep Provinciedekkend beeld omgevingsdiensten. E Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De omgevingsvergunning voegt de huidige vergunningen voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu samen. De Wabo heeft een grote impact op onze vergunningverlening, op onze handhaving en op de samen werking met de gemeenten en de waterschappen. De minister van VROM heeft in 2008 besloten de invoering van de Wabo (omgevingsvergunning) met zeker een jaar op te schorten tot de nieuwe streefdatum van 1 januari 2010. In 2008 hebben wij regiobijeenkomsten georganiseerd, waarin de ondersteuning van de provincie verder is uitgewerkt en de implementatie van de Wabo is voorbereid. In november 2008 heeft een bestuurlijke conferentie plaatsgevonden. Het oorspronkelijke doel van deze conferentie was het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten met de betrokken partners. Gezien het uitstel van de Wabo is dit opgeschort naar 2009. Tijdens de bestuurlijke conferentie is nu vooral gesproken over het Kabinetsvoornemen om te komen tot omgevingsdiensten.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
A. Aantal vergunningen, meldingen, ontheffingen en toestemmingen
1100
900
1121
B. Aantal handhavingssancties
1876
1980
1981
0
15
0
C. Aantal audits andere overheden
Kerngegevens Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Aantal bedrijven waarbij de Provincie Noord-Holland bevoegd gezag is ten aanzien van de milieuvergunning/Wabo
550
550
Gerealiseerde waarde eind 2008 550
74 |
2.6.9 Operationeel doel: Omgaan met klimaatverandering Wij leveren onze bijdrage aan het voorkomen en beperken van de gevolgen van klimaatverandering. Het programma Klimaat heeft een looptijd van 2007 tot en met 2010. De ambities van het programma zijn: 1 Verminderen van de CO2-uitstoot en uitstoot van andere broeikasgassen. 2 Wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. 3 Bevorderen van breed gevoelde verantwoordelijkheid en samenwerking met anderen. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Klimaatneutrale provinciale organisatie
–
Inzicht in energiegebruik. Plan van aanpak klimaatneutrale organisatie
Gerealiseerde waarde eind 2008 Zicht op aanpak klimaatneutrale organisatie. Inzicht in energiegebruik. Stappenplan klimaatneutrale organisatie
Resultaten zijn niet concreet te meten. Verschil in streefwaarde en gerealiseerde waarde komt doordat verbruiksgegevens niet (duidelijk) beschikbaar waren.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Opstellen Actieprogramma Klimaat 2008-2011 en uitvoeringsprogramma 2008, met doorkijk 2009-2011 Het Actieprogramma en uitvoeringsprogramma zijn opgesteld en goedgekeurd door Provinciale Staten. B In 2009 zetten we een groot aantal activiteiten voort die te maken hebben met klimaat en waar nodig intensiveren we die. Dit gebeurt binnen de lopende programma’s De programma’s duurzaam inkopen, duurzaam hout, duurzaamheid in strategische personeelsplanning en een nieuw wagenpark op aardgas zijn opgestart in 2008 en worden voortgezet. Duurzame wegverlichting wordt geïntensiveerd met een apart project om gemeenten te stimuleren. C Daarnaast wordt extra ingezet op het ontwikkelen van een klimaatneutrale provinciale organisatie Duurzaamheid is in het plan van eisen voor de renovatie van provinciekantoor Houtplein opgenomen. We hebben in samenwerking met Build Desk en de gemeente Haarlem (in opdracht van Senter Novem) een stappenplan klimaat neutrale organisatie ontwikkeld. Er is een klimaatweek georganiseerd om het klimaatbewustzijn van onze mede werkers te vergroten en ideeën voor een klimaatneutrale organisatie te inventariseren. D In 2008 starten we activiteiten om innovatieve methoden bekend te maken en mogelijk te maken Dit gebeurt in de vorm van rondetafelgesprekken, die zowel extern als intern zijn georiënteerd. Ook onderzoeken we mogelijkheden voor prijsvragen en subsidieregelingen. Indien die onderzoeken positief uitvallen, benutten we die mogelijkheden. De stimuleringsregeling Klimaat voor MKB en non-profitorganisaties is opgezet en uitgevoerd. Het gaat om toekenning van subsidies van maximaal € 200.000 voor MKB en maximaal € 30.000 voor non-profitorganisaties. In totaal zijn er ongeveer 60 aanvragen geweest. De subsidies zijn toegekend in december 2008. Op 28 mei vond het werksymposium Klimaatbestendiger Noord-Holland plaats als afsluiting van het project De Kennis kringen Klimaatverandering – Op Streekdiner van C-realist (onderdeel van het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling). Er zijn ideeën opgedaan voor een klimaatbestendig Noord-Holland. Het symposium was ook de start voor het vervolg door het samenbrengen van een groep duurzame denkers. E Er worden samenwerkingsafspraken gemaakt met andere overheden, zoals gemeenten en waterschappen, om ook daar klimaatneutraal werken een impuls te geven Om samenwerking met en tussen gemeenten te stimuleren hebben we met tien gemeenten gesprekken gevoerd over klimaatbeleid. Het resultaat van deze gesprekken is dat we meer weten over de ambities en behoeften van deze gemeenten. Naar aanleiding van deze gesprekken hebben we op 21 november een conferentie over klimaatbeleid georganiseerd met het thema: De ambitie om een klimaatneutrale organisatie te worden.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 75
Ook is het Klimaat- en energieakkoord tussen het Rijk en IPO afgesloten. Binnenkort zullen in het kader van dit akkoord over 5 thema´s afspraken worden gemaakt: • realisatie van duurzame energieproductie; • duurzame mobiliteit; • energiebesparing; • energie-innovatie; • adaptatie aan klimaatverandering. Daarnaast is indicatief een lijst opgenomen van mogelijk te realiseren duurzame energieproductie voor de verschillende soorten duurzame energie.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Prestaties Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Actieprogramma Klimaat 20082011 en uitvoeringsprogramma 2008
–
Realiseren uitvoeringsprogramma 2008 Opstellen uitvoeringsprogramma 2009 met doorkijk 2010-2011
Gerealiseerd
Klimaatneutrale provinciale organisatie
–
Inzicht in energiegebruik. Plan van aanpak klimaatneutrale organisatie
Zicht op aanpak klimaatneutrale organisatie. Stappenplan klimaatneutrale organisatie. Inzicht in energiegebruik
Wat heeft het gekost? 2.6.10 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
6 Milieu Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
35.962.716 18.440.856
25.624.800 19.509.900
43.252.300 22.216.400
32.024.902 20.647.486
11.227.398 1.568.914
54.403.572 26.336.108
45.134.700 11.054.600
65.468.700 26.611.700
52.672.388 21.254.062
12.796.312 5.357.638
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves
28.067.464-
34.080.100-
38.857.000-
31.418.326-
7.438.674-
9.039.00010.000
6.642.400–
9.594.300–
6.918.909–
2.675.391–
Resultaat na bestemming
19.038.464-
27.437.700-
29.262.700-
24.499.416-
4.763.284-
Lasten Apparaatskosten Lasten Apparaatskosten Baten
Lasten De onderschrijding op de lasten van € 11.227.398 wordt als volgt verklaard: • Doordat de afwikkeling van oude verplichtingen ten laste van de reserve Provinciaal Afvalstoffenfonds (PAF) te hoog is ingeschat is € 1.804.738 minder onttrokken aan de reserve PAF (betreft vertraagde besteding). • Het verschil van € 362.314 is voornamelijk veroorzaakt door onduidelijkheid over de bouw van een nieuwe rioolwaterz uiveringsinstallatie (RWZI) door waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). De bouw van 700 woningen en de hiervoor benodigde landbodemsanering is vertraagd, evenals het aanpassen van de waterinrichting. Hierdoor is er € 250.000 minder onttrokken aan de reserve ILG (betreft vertraagde besteding). • Door vertragingen binnen enkele grote bodemsaneringsprojecten is er een onderbesteding van € 3.760.574 op het budget voor Bodemsanering.
76 |
• Door een foute raming van lasten en baten voor Nazorg gesloten stortplaatsen is er onderschrijding van € 1.410.760 op het budget Nazorg gesloten stortplaatsen. (Zie ook baten.) • De subsidieregeling Stimulering maatregelen ter bevordering van de luchtkwaliteit is pas in 2008 (in plaats van in 2007) in werking is getreden. Daardoor is van de totaal voor verbetermaatregelen beschikbare € 2,5 miljoen slechts € 700.000 in de vorm van subsidies besteed. Hierdoor is er een onderbesteding van € 2.270.258 op het budget voor Lucht, veiligheid en geluid. Een bedrag van € 1.300.000 wordt via de Reserve Uitgestelde intenties overgeheveld naar 2009 om dan alsnog voor subsidieverlening in te zetten (betreft vertraagde besteding). • Een vertraagde besteding van € 815.435 op het budget voor duurzame energie, voornamelijk veroorzaakt doordat er aan de reserve EXIN-H minder is onttrokken voor de projecten Windenergiepark Wieringermeerdijk (€ 220.578) en Uitvoering Duurzame Energiepakketten (€ 189.722). Zie voor meer informatie het verslag van de reserve EXIN-H. Daarnaast is € 258.035 minder onttrokken aan de Reserve ILG voor Stimuleringsregeling Klimaat. Het totale budget is aan subsidies verleend maar nog niet volledig uitbetaald. • Doordat de invoeringsdatum van de Wabo is verschoven van 1 januari 2009 naar 1 januari 2010 is het project vertraagd. Hierdoor is er een vertraagde besteding van € 259.805 op het budget voor vergunningverlening. Het overgebleven budget voor de Wabo ad € 202.750 is gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. • In 2008 is geen overeenstemming bereikt tussen de partners over het onderzoek ‘Organisatievorm voor handhaving Noordzeekanaalgebied’, zodat het onderzoek niet heeft plaatsgevonden. Hierdoor is er een onderbesteding van € 330.917 op het budget Regie Milieuwethandhaving. Apparaatskosten Op dit programma zijn minder apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Baten De onderbesteding van € 5.357.638 op baten wordt als volgt verklaard: • Voor grote, langlopende bodemsaneringsprojecten hebben we enkele forse bijdragen ontvangen van derden, die niet waren voorzien, waardoor een € 3.391.640 minder aan baten is ontvangen dan geraamd. • Door een foute raming van lasten en baten voor Nazorg gesloten stortplaatsen is er een onderbesteding van € 1.410.760. (Zie ook lasten.) • Voor het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid hebben we in 2008 minder subsidies (€ 424.348) verleend, waardoor kon worden volstaan met een lagere aanspraak op de rijksbijdrage. Onttrekking reserves Het verschil van € 2.675.391 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk lagere onttrekkingen aan de reserves EXIN-H (€ 401.300), de reserve Provinciaal Afvalstoffenfonds (€ 1.804.738) en de reserve ILG (€ 508.035). (Zie ook de toelichting op de lasten.)
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 77
78 |
Programma 7 Recreatie en Toerisme, Natuur en Landschap
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 79
Wat hebben we bereikt? 2.7.1 Missie: een aantrekkelijk Noord-Hollands landschap voor ecologie en economie.
Maatschappelijke effecten Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Een landschap met samenhang, verscheidenheid en identiteit
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Behoud en herstel van biodiversiteit
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Aantal bezoeken recreatiegebieden
Een jaarlijkse stijging van 2,5% (basiswaarde 2006=12,1 mln)
Een jaarlijkse stijging van 2,5% (ca 300.000)
n.n.b.
Stijging aantal toeristische overnachtingen
Een jaarlijkse stijging van 2,5% (Basiswaarde 2006 = 10,6 mln)
Een jaarlijkse stijging van 2,5% (ca 265.000)
n.n.b.
Het beleidskader landschap en cultuurhistorie geeft aan hoe ons landschap behouden, versterkt en ontwikkeld kan worden. Hiervoor zijn geen kwantitatieve streefwaarden opgesteld. Een monitor landschap is nog in ontwikkeling. Voor biodiversiteit is momenteel geen meetlat beschikbaar. Hiervoor zijn geen kwantitatieve streefwaarden opgesteld. De streefwaarden zijn gericht op het operationele niveau: de realisatie van de EHS in hectares. In het kader van programma beheer is een kwaliteitsindicator voor de natuur nog in ontwikkeling. De gegevens over 2008 voor recreatie en toerisme komen via de recreatieschappen en het CBS in de loop van 2009 beschikbaar. Naar verwachting zal de groeitaakstelling van de recreatiegebieden door de slechte weersverwachtingen in 2008 niet gehaald worden. Of de sterke groei in de overnachtingen in 2007 ook wordt gehaald in 2008 is de vraag, gelet op het laatste kwartaal, dat sterk zal zijn beïnvloed door de kredietcrisis. 2.7.2 Operationeel doel: Aansturing van integrale gebiedsprogramma’s landelijk gebied Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Met regionale partners overeen gekomen uitvoeringsprogramma’s landelijk gebied
1 jaarprogramma op basis van 7 gebiedsprogramma’s voor het jaar 2008 zijn opgesteld - 6 voor de ILGregio’s en 1 voor de Stelling van Amsterdam - en in uitvoering genomen. Over de feitelijke resultaten van de uitvoering rapporteren wij in het voorjaar van 2009 op basis van monitorgegevens DLG
1 jaarprogramma op basis van 7 gebiedsprogramma’s voor het jaar 2007 is opgesteld - 6 voor de ILG-regio’s en 1 voor de Stelling van Amsterdam - en in uitvoering genomen
1 jaarprogramma op basis van 7 gebiedsprogramma’s en 1 programma Stelling van Amsterdam
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A ILG-gebiedsprogramma’s In 2008 zijn voor de ILG-regio’s de regionale opgaven beschreven in de uitvoeringsstrategieplannen voor 2008-2013. Deze vormen de basis voor de jaarlijkse gebiedsprogramma’s die wij ook in 2008 van de ILG-regio’s hebben gekregen. B Realisatie projectenprogramma Groene Uitweg Voor de realisatie van het projectenprogramma van de Groene Uitweg heeft het Rijk € 83 miljoen toegezegd. Omdat dit geld pas beschikbaar komt bij het Uitvoeringsbesluit over de weguitbreiding A6-A1-A9 in 2011, hebben wij in 2008
80 |
besloten om uit eigen middelen maximaal € 50 miljoen voor te financieren, zodat de projecten uit het programma kunnen starten. Wij stellen hiervoor een bestuursovereenkomst met het Rijk op om deze voorfinanciering goed vast te leggen. Afgelopen jaar is, zoals aangekondigd, een start gemaakt met de projecten fietsbrug Nigtevecht over het Amsterdam-Rijnkanaal, de vaarverbinding Naardertrekvaart en de natuurboulevard bij Muiden/Muiderberg. Daarnaast hebben we besluiten genomen om gronden ter beschikking te stellen voor de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bij het Naardermeer, het veiligstellen van dit deel van het Nationaal Landschap Groene Hart en het verbeteren van de agrarische structuur. C Realisatie Gebiedsprogramma’s Nationale landschappen Groene Hart en Laag Holland In 2008 is voor het Groene Hart verder gewerkt aan de gezamenlijke icoonprojecten: recreatief netwerk, de kwaliteits atlas en merk en marketing. De stuurgroep Groene Hart heeft dit jaar de zogenaamde Voorloper Groene Hart opgesteld. Met de voorloper is een interprovinciale beleidslijn vastgesteld waarmee het Groene Hart open en vitaal gehouden wordt. De Voorloper, die in nauw overleg met de Ministers van VROM en LNV opgesteld, is een belangrijke bouwsteen voor de provinciale structuurvisies. Voorts heeft de stuurgroep de voortgangsrapportage vastgesteld en aan de Provinciale Staten van de Groene Hartprovincies aangeboden. In Laag Holland is het FES-project Wormer-Jisperwater in uitvoering, met onder andere maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit (baggeren). De FES-projecten voor de westelijke veenweiden moeten een bijdrage leveren aan het remmen van de bodemdaling, aan de waterkwaliteit en -kwantiteit, perspectieven leveren voor de landbouw en een impuls geven aan het landschap en de recreatieve mogelijkheden. In 2008 hebben wij vijf voorstellen ingediend bij het Rijk voor nieuwe projecten in de veenweidegebieden: Westzaan, Kalverpolder, Waterland Oost, de Zeevang en Muyenveld in het Groene Hart. Deze projecten doorlopen momenteel de FES-selectieprocedures. In 2009 neemt het Rijk een besluit over het honoreren ervan. D Realisatie Gebiedsprogramma Waddenzeegebied Onder regie van de provincie Noord-Holland voor het onderwerp Recreatie en Toerisme is op 3 december 2007 het Convenant Vaarrecreatie Waddenzee ondertekend. Het uitvoeringsprogramma is gestart. Ten behoeve van een voort varende uitvoering hebben wij aan de betrokken gemeenten een voorfinanciering verleend voor de haveninrichtings plannen. Wij hebben in 2008 voor de eerste tender van het Waddenfonds aan vijf projecten uit Noord-Holland cofinanciering verstrekt, voor een totaalbedrag van € 469.219. Voor de tweede tender hebben wij aan 17 projecten ondersteuning verleend ten behoeve van een correcte indiening bij het ministerie van VROM. Dit is minder dan gepland. Omdat wij alleen die projecten cofinancieren die door het ministerie van VROM zijn goedgekeurd, zijn wij hierbij afhankelijk van het ministerie van VROM. In 2009 zullen wij stimuleren dat vanuit het Noord-Hollandse deel van het Waddenzeegebied meer omvangrijke projecten worden ingediend. Deze blijken een grotere scoringskans te hebben bij VROM dan de in 2008 ingediende kleinere Noord-Hollandse projecten. Wij hebben ingestemd met het visiedeel van het Beheer- en Ontwikkelplan Waddengebied dat door het Regionaal College Waddengebied is opgesteld. In 2009 zullen wij dit ter instemming voorleggen aan Provinciale Staten. Wij hebben ingestemd met de voorgenomen aanwijzing van de Waddenzee als werelderfgoed. Besluitvorming door de UNESCO hierover vindt plaats in 2009.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat
Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 A Jaarprogramma ILG
Gerealiseerde waarde eind 2008
7 gebiedsprogramma’s 2007
7 gebiedsprogramma’s 2008
7 gebiedsprogramma’s
B Groene Uitweg
n.v.t..
4 projecten in uitvoering genomen
5 projecten in uitvoering genomen
C I nstandhouding van de veenweiden
n.v.t.
3 projectvoorstellen voor het Rijk
3 projectvoorstellen ingediend bij het Rijk
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 81
2.7.3 Operationeel doel: Behoud en ontwikkeling van samenhang, diversiteit en identiteit van het landschap in Noord-Holland Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Monitor landschap (in ontwikkeling)
n.v.t.
n.v.t.
Gerealiseerde waarde eind 2008 n.v.t.
In verband met de prioriteiten binnen het landschapsbeleid is de monitor landschap niet gerealiseerd in 2008. In 2009 willen wij de ontwikkeling van de monitor landschap oppakken.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werken ze? A Landschap in de ruimtelijke ordening In de voorbereiding op het opstellen van de provinciale structuurvisie is het landschapsbeleid conform het beleidskader landschap en cultuurhistorie ingebracht als belangrijke ordenende laag. In het conferentiedocument ‘de kracht van het landschap’ zijn het streefbeeld voor de regio en de 18 acties die daarbij horen vastgesteld voor behoud en versterking van het metropolitane landschap. De acties zijn in uitvoering genomen, zoals de landschapsveiling in Laag Holland. In de scheggen van Amsterdam wordt geëxperimenteerd met concessieverlening voor het beheer. In het kader van de Ruimte-voor-Ruimteregeling zijn 4 proefprojecten in de vorm van deskstudy uitgewerkt. Deze projecten dienen als basis voor de handreiking die in 2009 verspreid zal worden onder de gemeenten. B Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit De Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit heeft diverse adviezen uitgebracht, waaronder de belangrijkste aan dachtsvelden voor de provinciale structuurvisie. C Landschapselementen In 2008 zijn circa 60 projecten gestart voor de aanleg en herstel van landschapselementen met behulp van de provin ciale subsidieregeling. Voorbeelden zijn knotbomen, laanbeplanting, erfbeplantingen, rietkragen, duinrellen en hoog stamboomgaarden. Landschap Noord-Holland heeft hierbij een belangrijke adviesrol vervuld richting particulieren. D De provinciale Landschapsverordening In 2008 hebben wij extra aandacht gegeven aan de landschapsverordening, door een strikt handhavingsbeleid waarbij grondeigenaren gesommeerd zijn om reclameborden langs de weg te verwijderen waarvoor geen ontheffing bestaat. E Iepziektebestrijding In 2008 hebben wij een verkenning verricht onder de gemeenten en de natuurorganisaties naar de mogelijkheden om te komen tot een gezamenlijke beheerorganisatie om de iepziekte te bestrijden. Hiervoor blijkt te weinig draagvlak te bestaan. Als alternatief wordt onderzocht of voortzetting van het convenant tussen gemeenten en provincie met bijbehorende subsidiemogelijkheden voor particulieren, te betalen door provincie en gemeenten gezamenlijk, een oplossing kan zijn. F Landschapsprijs In 2006 hebben Provinciale Staten de tweejaarlijkse Landschapsprijs ingesteld voor het beste initiatief, plan of project op het gebied van landschap. In 2007 hebben wij de eerste landschapsprijs uitgereikt. Voorjaar 2009 zullen wij de tweede landschapsprijs uitreiken. Het prijzenbedrag is verhoogd.
82 |
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 A Metropolitane landschap Noordvleugel
B Aanleg en herstel van landschapselementen
Gerealiseerde waarde eind 2008
N.v.t.
Uitvoeringsafspraken met regionale bestuurders
- Streefbeeld metropolitaan landschap vastgesteld -18 uitvoeringsacties gestart
Ca. 100 projecten
100 projecten in uitvoering
Ca. 60 projecten met provinciale subsidie gestart
2.7.4 Operationeel doel: Realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Realisatie Ecologische Hoofdstructuur
De totale EHS bedraagt ca 60.000 ha.
250 ha. nieuwe natuur erbij
Gerealiseerde waarde eind 2008 n.n.b.
In het kader van de jaarlijkse rapportage van het ILG verzamelt Dienst Landelijk Gebied cijfers over de realisatie van de ILG-doelen, waarover in het voorjaar 2009 verslag wordt gedaan.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? A Herijking EHS Wij hebben besloten de EHS in 2008 te herijken, gericht op een vlotte realisatie met de (beperkte) beschikbare middelen. Hierbij hebben we besloten om niet alleen de realisatie van de EHS te bezien, maar ook in te gaan op de (financiële) situatie met betrekking tot het beheer van de EHS. Begin 2009 zullen wij de herijking van het beleid voor leggen aan Provinciale Staten. B Natuurgebiedsplannen De gebiedsplannen (begrenzingenplannen) voor de Kop van Noord-Holland en West Friesland en voor Laag Holland zijn partieel herzien om vooral initiatieven voor particulier beheer mogelijk te maken. Een integrale herziening van de begrenzingenplannen zal plaatsvinden na de herijking van de EHS. C Verwerving en inrichten natuur Over de realisatie van verwerving en inrichting doen wij in de loop van 2009 verslag in het kader van de voortgang van het ILG. D Particuliere natuurontwikkeling en -beheer Over de realisatie van het particulier beheer doen wij in de loop van 2009 verslag in het kader van de voortgang van het ILG. E Natuuronderzoek en -advies. Landschap Noord-Holland verzorgt de uitbestede provinciale onderzoekstaken met betrekking tot de natuur. In 2008 zijn onder meer atlassen opgesteld met verspreidingskaarten voor de op te stellen beheerplannen voor Natura 2000gebieden.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 83
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 A Notitie herijking EHS
Gerealiseerde waarde eind 2008
n.v.t.
1 notitie
Herijking incl. inzicht in beheer gereed juni 2009
7 bestaande natuurgebiedsplannen
5 tot 7 nieuwe plannen
2 gebiedsplannen partieel herzien. Overige plannen volgen na de herijking van de EHS
C Verwerving EHS
319 ha verworven op totale ehs van ca 60.000 ha
200 ha
n.n.b.
D Particuliere natuurontwikkeling
21 ha extra particulier, op totaal van 751 ha
50 ha
n.n.b.
B N atuurgebieds- en aankoopstrategieplannen
De Dienst Landelijk Gebied verzamelt gegevens over de realisatie van de ILG-doelen, waaronder de EHS. Hierover wordt voorjaar 2009 gerapporteerd. 2.7.5 Operationeel doel: Behoud en beheer van natuur Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Realisatie provinciale natuurdoelen (‘kwaliteit van de beoogde natuur’). Voor de kwaliteit van de natuur dient nog een monitorinstrument ontwikkeld te worden.
n.n.b
Bestaande beheercontracten verlengd Nieuwe contracten (ca 100 ha natuur + 50 ha particulierbeheer)
Gerealiseerde waarde eind 2008 n.n.b.
De dienst Regelingen voert de subsidieregeling uit voor het natuurbeheer. In de loop van 2009 komen de resultaten over 2008 beschikbaar.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Natuurbeheer algemeen In 2008 hebben wij in IPO-LNV-verband veel energie gestoken in het beschikbaar krijgen van voldoende middelen voor het natuurbeheer (Programma Beheer), wat vooralsnog beperkt is gelukt via een schuif tussen provincies met over schotten naar provincies met tekorten. B Subsidiëring beheer In 2009 zullen wij in overleg met andere provincies, het Rijk en de doelgroepen de provinciale subsidieregeling natuur beheer (SN) en de subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (SAN) vervangen. Daarnaast hebben wij aanvullende subsidies verleend aan terreinbeheerders (met name Landschap Noord-Holland, Goois Natuurreservaat) en bijdragen verleend aan IVN voor natuureducatie en Natuurlijk Platteland West voor het stimuleren van het agrarisch en particulier natuurbeheer. C Beheer (eigen) terreinen Wij nemen deel in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. In 2008 is een begin gemaakt met de voorbereiding van een nieuw centraal bezoekerscentrum dat het oude, minder gelukkig gelegen centrum de Zandwaaier gaat vervangen. PWN neemt hiertoe het voortouw. Voor de decentrale informatiepunten hebben wij een bijdrage van € 300.000 toegezegd. D Natuurbeschermingswet In het kader van de nieuwe Natuurbeschermingswet hebben wij een start gemaakt met het opstellen van de beheer plannen voor de Oostelijke Vechtplassen, het Naardermeer, en Laag Holland (veenweidegebieden).
84 |
E Flora- en faunawet Eind 2008 is door de Faunabeheereenheid een nieuw faunabeheerplan opgesteld. Teneinde de kwaliteit van dit plan te verhogen is externe expertise ingehuurd. Naar verwachting zal het nieuwe Faunabeheerplan begin 2009 ter goed keuring aan ons worden voorgelegd. F Soortenbeleid In 2008 is door het Rijk € 2,8 miljoen beschikbaar gesteld voor het weidevogeloffensief. Wij hebben dit met € 1 miljoen (uit het collegeprogramma) aangevuld, waarvoor diverse projecten in vooral Laag Holland zijn uitgevoerd. Mede op basis van onze ervaringen met de weidevogelimpulsen van 2006, 2007 en 2008 zullen wij in 2009 een weidevogelvisie uitbrengen om ons weidevogelbeleid van een meer structurele basis te voorzien. G Ruimtelijke bescherming en compensatie EHS De jaarlijkse rapportage over ons beleid voor ruimtelijke bescherming en compensatie hebben wij met de Staten besproken. I Vergunningen Wij hebben vergunningen, ontheffingen en dergelijke voor de groene wetten, zoals de Flora- en faunawet, de Natuur beschermingswet en de Landschapsverordening voor 99% binnen de wettelijke termijnen verleend. J Handhaving Toezicht en handhaving hebben wij uitgevoerd volgens ons Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP 2007-2008) en de sanctiestrategie. De hogere realisatiewaarde is het gevolg van het controleren van machtigingsaanvragen voor het beheer en de schadebestrijding en het controleren van de machtiging nadat het gebruik gemeld is. Deze zogenaamde 100%-controles vinden sinds 2008 plaats als gevolg van nieuw beleid.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Visie Beheer inclusief aanwending 1 mln. structureel
n.n.b
1 mln extra beheer
€ 2,8 mln rijksgeld en 1 mln provinciaal is ingezet tbv et weidevogelbeheer.
Aantal ha beheer EHS onder Programma Beheer
n.n.b
100 ha extra onder natuurbeheer
NNB (komt bij ILG-rapportage in voorjaar 2009)
Aantal verleende ontheffingen, vergunningen, meldingen, adviezen en goedkeuringen.
220
260
199
Aantal handhavingsacties.
532
353
1106
Het percentage binnen de daarvoor gestelde termijn verleene ontheffingen en vergunningen
99%
>95%
99%
2.7.6 Operationeel doel: Realiseren van recreatieve voorzieningen dicht bij huis Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Het realiseren van een samenhangend en aantrekkelijk aanbod van recreatieve voorzieningen dicht bij huis
n.n.b.
-Uitbreiding recreatiegebieden (140 ha). - Meer en betere recreatieve verbindingen. - Oplossen knelpunten in routes (10)
Gerealiseerde waarde eind 2008 n.n.b.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 85
Over de uitbreiding van recreatiegebieden, routes en het oplossen van knelpunten wordt op basis van gegevens van DLG in het kader van het ILG verslag gedaan in het voorjaar van 2009.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? A Aankoop, inrichten van nieuwe recreatiegebieden De aankoop en inrichting van recreatie-om-de-stadgebieden (RodS) vindt plaats onder onze regie via het ILG. De herijking van ons beleid voor RodS heeft geleid tot een andere aanpak van aankoop en inrichting. Op basis van de herijking hebben de ILG-regio’s een start gemaakt met een andere aanpak, die moet leiden tot versnelling van de uitvoering. De maatregelen en instrumenten uit de herijking RodS zijn opgenomen in het Impulsprogramma RodS van het Rijk en provincies. De resultaten in termen van aankoop en inrichting verwachten we in 2009. B Oplossen van knelpunten in recreatieve routenetwerken In 2008 hebben we subsidies verleend voor het oplossen van recreatieve knelpunten in routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen. C Openstelling vergoedingen voor boerenlandpaden Door de nieuwe etappe Texel van het Noord-Hollandpad en het Stelling van Amsterdampad worden veel boerenland paden opengesteld. Van de nagestreefde 38 km is 23 km gerealiseerd. Er lopen nog vele gesprekken met boeren. Een probleem vormde de subsidieregeling voor boerenlandpaden. Deze paste niet goed binnen het ILG-subsidiekader. Begin 2008 hebben wij daarom het subsidiekader aangepast. Door deze procedure zijn in 2008 minder aanvragen ingediend dan mogelijk zou zijn. Voor 2009 verwachten wij meer aanvragen. D Recreatieonderzoek en -advies Wij hebben onder meer onderzoek verricht naar de concretiseringsmogelijkheden voor een grotere samenhang van sport en recreatie, de recreatiebehoefte in rijksbufferzones en naar het paardrijden.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
A A antal aangekochte, ingerichte en in beheer genomen ha nieuwe recreatiegebieden
n.n.b.
140 ha erbij
n.n.b.
B K nelpunten in routenetwerken opgelost, met name tussen stad en recreatie- en natuurgebieden
n.v.t..
10 knelpunten opgelost
n.n.b.
C Openstelling boerenlandpaden
n.v.t.
38 km
23 km
In het kader van de ILG-rapportage in het voorjaar van 2009 komen gegevens beschikbaar over de voortgang van nieuwe recreatiegebieden en routenetwerken.
86 |
2.7.7 Operationeel doel: Beheren en ontwikkelen van bestaande recreatiegebieden Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Het beheren van de bestaande recreatiegebieden, zodanig dat ze voorzien in de huidige recreatiebehoeften
Uit de recreatiemonitor blijkt dat de recreatiegebieden door de bezoekers redelijk tot goed (gemiddeld een 7,5) worden gewaardeerd en bezocht. Als nieuwe/extra wensen worden o.a. genoemd: meer speel mogelijkheden voor kinderen, extra horecagelegenheden en meer aandacht voor veiligheid.
n.n.b.
Meer zicht op de wensen van recreanten, o.a. op basis van de recreatiemonitor van de recreatiegebieden
De resultaten zijn gemeten aan de hand van de kwalitatieve uitkomsten van de recreatiemonitor.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten die? A Algemeen Het beheer is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk, provincies en gemeenten en hiervoor zijn buiten het ILG om aparte afspraken gemaakt. Wat betreft de toedeling van het beheer hebben wij in november 2008 besloten dat de helft van de kosten van het beheer voor nieuwe recreatiegebieden wordt gedragen door het Rijk via de inzet in natura van Staatsbosbeheer. De overige 50% zal door de regio (gemeenten en provincie) worden opgebracht. Ons uitgangspunt is geweest om te komen tot grote beheereenheden vanuit het oogpunt van effectiviteit en efficiency. In overleg met het ministerie van LNV, Recreatie Noord-Holland (als uitvoeringsorganisatie namens de recreatieschappen) en Staatsbos beheer zijn wij gekomen tot een toedeling van de nieuwe RodS-gebieden. B Uitwerking van de ‘Strategische visie recreatiegebieden’ per recreatiegebied Op basis van de provinciale strategische visie zijn de ontwikkelingsvisies voor Spaarnwoude en het Alkmaarder- en Uitgeestermeer vastgesteld door deze recreatieschappen. Hiervoor worden dit jaar uitvoeringsprogramma’s opgesteld. De ontwikkelingsvisie voor Groengebied Amstelland is in december 2008 in concept vastgesteld. De definitieve vast stelling wordt in de loop van 2009 verwacht. Over het opstellen van een ontwikkelingsvisie voor Geestmerambacht wordt naar verwachting in april 2009 een definitief bestuursbesluit genomen. C Bestuurlijke en financiële deelname in recreatieschappen In 2008 hebben wij naast onze financiële bijdrage aan de recreatieschappen ook de aanzet gegeven tot een meer verzakelijkte relatie tussen recreatieschappen en de uitvoeringsorganisatie Recreatie Noord-Holland. Hiertoe zijn per schap raamoverkomsten afgesloten voor een periode van vijf jaar, waarin basisafspraken voor de dienstverlening zijn vastgelegd, die verder worden uitgewerkt in offertes per recreatieschap.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 A Het vaststellen van een strategische visie per recreatiegebied
2
3
Gerealiseerde waarde eind 2008 zie hiervoor bij A
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 87
2.7.8 Operationeel doel: Promoten en stimuleren van het waterrijke Noord-Holland Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Een grotere bekendheid van de recreatief-toeristische mogelijk heden van onze waterrijke provincie
Versnipperde informatievoorziening
Meer samenhangende toeristische informatie voorziening, ook in relatie tot cultuur
Gerealiseerde waarde eind 2008 Wordt nog aan gewerkt (zie hieronder)
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? A Uitvoeren strategisch uitvoeringsprogramma Marketing en Promotie 2007-2010 Het door ATCB uitgevoerde opdracht Activiteitenplan 2008 Marketing en promotie Toerisme Noord-Holland is gereali seerd. Eindverslag en eindafrekening worden in het 1e kwartaal 2009 ingediend. Voor de periode 2009-2010, met de mogelijkheid tot verlenging van 2 jaar, is een aanbesteding gehouden. De NoordHollandse Compagnie is als beste aanbieder uit de bus gekomen. Begin juli 2008 is de opdracht aan NHC verstrekt. In samenwerking met lokale en regionale partijen is door NHC in het tweede halfjaar 2008 een Activiteitenplan 2009 Marketing en Promotie Provincie Noord-Holland opgesteld. Op 13 januari 2009 is de nieuwe marketing- en promotie campagne Noord-Holland Zoet&Zout van start gegaan. Voor de digitale marketing en promotie zal gebruik gemaakt worden van de bestaande toeristische website www.noord-holland.com. Op 11 september 2008 hebben de samenwerkende partijen een intentieverklaring getekend, waarbij zij streven naar het gezamenlijk beheer, onderhoud en verder uitbouwen van de ‘portal-site’. Dit wordt verder uitgewerkt door een gezamenlijk werkgroep. B Onderzoeken en communicatieactiviteiten gericht op efficiency beheer en innovatie; Toeristische Netwerkdag Een van de doelen uit onze Agenda Recreatie & Toerisme is dat wij inwoners en bezoekers willen laten kennismaken met het waterrijke cultuurlandschap in Noord-Holland. Met het organiseren van de Toeristische Netwerkdag rond dit thema hebben wij de samenwerking en kennisuitwisseling tussen ondernemers gestimuleerd. Door het thema ‘Innovatief cultureel ondernemerschap in een waterrijk van zee en meer’ werd de samenhang tussen cultuur, econo mie en toerisme versterkt. Ook werden de deelnemers geïnspireerd door de workshops. Innovatieprijs Het huidige beleidskader recreatie en toerisme heeft geen subsidiecriteria op grond waarvan wij projecten kunnen steunen die zijn gericht op innovatie en promotie. Om verschillende partijen - zoals (agrarische) ondernemers, particu lieren, publieke partijen - aan te jagen om met originele ideeën te komen die de waterrijke cultuurlandschappen van Noord-Holland toegankelijk en beleefbaar maken voor bewoners en bezoekers, hebben wij de Innovatieprijs gelan ceerd. Het beste idee voor de ontsluiting en promotie van dit specifieke landschap wordt beloond met € 10.000, vrij te besteden aan het project. Voor een goede informatieverlening is het inspiratieboek Dijken van landschappen gemaakt. Beide doelen zijn gehaald: de toeristische netwerkdag was een succes. Er waren ongeveer 160 deelnemers en de deel nemers waren tevreden over het programma. Voor de innovatieprijs zijn 20 inzendingen binnengekomen van ver schillende partijen. De inzendingen zijn zeer divers, van kleinschalige projecten, zoals het ontwikkelen van een website, tot zeer grote projecten, zoals het aanleggen van een nieuwe haven. Een onafhankelijke en deskundige jury komt in maart bijeen om de inzendingen te beoordelen. Eind maart/begin april is duidelijk welke plannen worden beloond. Bestuurlijke conferentie toekomst beheer recreatiegebieden (april 2008) Doel van de conferentie was om draagvlak en vertrouwen te creëren voor een raamovereenkomst tussen de schappen en Recreatie Noord-Holland (RNH). Ook wilden wij gemeenten informeren over de gevolgen van het in beheer nemen van een aantal nieuwe recreatiegebieden in de komende jaren en draagvlak vinden voor de rol en de (financiële) bijdrage van de gemeenten. Beide doelen zijn voor het grootste deel gehaald: de raamovereenkomsten zijn getekend en het merendeel van de gemeenten heeft ingestemd met hun rol en financiële bijdrage. Met de gemeenten Uithoorn en Aalsmeer wordt nog onderhandeld over hun financiële bijdrage aan het beheer van nieuwe groengebieden in het RodSproject Amstel Groen.
88 |
C Kwaliteitsverbetering ondernemerschap door inzet van Noord-Hollandse Ondernemers Recreatie en Toerisme-programma (NORT) Het actieprogramma 2005-2008 is in november 2008 afgerond. Op basis van het eindverslag en de financiële verant woording wordt een eindbeschikking opgesteld in het eerste kwartaal van 2009. Vanuit NORT wordt gewerkt aan een EFRO-subsidieaanvraag voor een vervolg in 2009-2012.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
A Uitvoeren Strategisch Uitvoeringsprogramma Marketing en Promotie 20072010
n.v.t
Acties 2008 uitgevoerd
Acties 2008 uitgevoerd
B Onderzoek uitvoeren en commu nicatieactiviteiten
n.v.t
Onderzoeken uitgevoerd en communicatieplan uitgevoerd
Onderzoeken uitgevoerd en communicatieplan uitgevoerd
C Kwaliteitsverbetering ondernemerschap door inzet van NORT programma
n.v.t
Uitvoeren actieprogramma 2005-2008
Actieprogramma 2005-2008 uitgevoerd
Nieuw beleid 1 Vaarrecreatie Waddenzee Onder leiding van de provincie als regisseur voor het onderwerp Recreatie en Toerisme is op 3 december 2007 het Convenant Vaarrecreatie Waddenzee ondertekend. Het uitvoeringsprogramma is gestart. Ten behoeve van een voortvarende uitvoering hebben wij aan de betrokken gemeenten een voorfinanciering verleend ten behoeve van de haveninrichtingsplannen. Wij hebben ingestemd met het visiedeel van het Beheer- en Ontwikkelplan Waddengebied dat door het Regionaal College Waddengebied is opgesteld. In 2009 zullen wij dit ter instemming voorleggen aan Provinciale Staten. 2 Vervolg Metropolitane Landschap In 2008 hebben wij gewerkt aan het versterken van de organisatie van het metropolitane landschap, de financiering van het beheer en het uitvoeren van innovatieve stad-landprojecten. In het conferentiedocument ‘De kracht van het landschap’ is het streefbeeld voor de regio en de te adopteren acties vastgesteld voor behoud en versterking van het metropolitane landschap. 3 Natuurlijk Platteland West Natuurlijk Platteland West ondersteunt de agrarische natuurverenigingen in de provincie Noord- en Zuid-Holland. De NPW denkt vanuit de boerenpraktijk mee over de beleidsontwikkeling, regelgeving en verbetering van doelmatig natuurbeheer binnen de agrarische bedrijfsvoering. De provincie heeft in 2008 haar bijdrage aan NPW verhoogd. 5 Natuurbeschermingswet/Flora- en faunawet In het kader van de natuurbeschermingswet/ Flora- en faunawet zijn onderstaand aantal vergunningen en ontheffingen verleend: • 95 Toetsbesluiten aanvragen Natuurbeschermingswet • 21 Vergunningen Natuurbeschermingswet • 9 Adviezen Natuurschoonwet aan LNV • 16 Meldingen / Goedkeuringen Boswet (adviezen aan LNV) • 33 Besluiten Flora- en Faunawet 6 Handhaving De uitvoering van handhavingsactiviteiten, zelfstandig dan wel in samenwerking met terreinbeherende organisaties en andere handhavinginstanties, draagt bij aan behoud van de natuur en het behoud van de biodiversiteit. De uitvoering van handhavingsactiviteiten bij machtigingsaanvragen met betrekking tot beheer en schadebestrijding, waarbij de toezichthouder ook aanspreekbaar is, heeft geleid tot een verbetering van het beheer van de fauna.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 89
7 Ruimte Voor ruimte In het kader van de Ruimte-voor-Ruimteregeling zijn 4 proefprojecten als bureaustudie uitgewerkt. Deze proefprojecten dienen als basis voor de handreiking die in 2009 verspreid zal worden onder de gemeenten. 8 Coördinatie iepziektebestrijding In het najaar is er overleg geweest met gemeenten om te komen tot een Iepenbeheerorganisatie, hier bleek echter te weinig draagvlak voor te bestaan. De middelen waren bedoeld om een gezamenlijke verkenning uit te voeren van de omvang van de iepziekte in Noord-Holland en het opzetten van een monitoringsysteem. Inmiddels is er besloten om geen iepenbeheerorganisatie op te richten. In plaats daarvan wordt verkend of er draagvlak bestaat om het convenant iepziektebestrijding te verlengen, inclusief een gezamenlijk in te stellen subsidieregeling, en aan te scherpen met een strikte monitor van de iepziekte per gemeente. 9 Rijksbijdrage subsidie Landsbeheer Aan de stichting Landschap Noord-Holland is een incidentele subsidie verstrekt t.b.v diverse activiteiten op het gebeid van Weidevogelbeheer, Soortenbeheer, Samenwerking Natuurbeheer/ agrarische natuurbeheer en natuurbeheer bij particulieren, Cultuurhistorie, Kennisbeheer, Beleidsontwikkeling/ programma-inleiding, Landelijk Natuurlijk en Natuur op de Rand van De stad.
Wat heeft het gekost? 2.7.10 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
7 Recreatie, natuur en landschap Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
68.573.238 9.427.470
86.740.600 8.148.400
82.618.900 9.249.000
60.016.592 11.216.228
22.602.308 1.967.228-
Lasten Apparaatskosten Baten
78.000.708 43.256.449
94.889.000 42.838.300
91.867.900 43.528.600
71.232.819 32.173.524
20.635.081 11.355.076
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves
34.744.259-
52.050.700-
48.339.300-
39.059.295-
9.280.005-
1 3.361.0004 12.000
24.657.2002.010.000
23.039.400–
14.740.830–
8.298.570–
Resultaat na bestemming
21.795.259-
29.403.500-
25.445.200-
24.318.465-
1.126.735-
Lasten Apparaatskosten
Lasten Een onderschrijding op de lasten van € 22.602.308 wordt als volgt verklaard: • Er is een onderschrijding van € 16.064.491 op het budget voor Integraal subsidieprogramma en gebiedsprogramma: - door vertragingen in de bestedingen is er € 4.080.881 minder onttrokken aan de reserve UNA voor de kapitaal bijdrage grondaankopen Wieringerrandmeer. (Zie voor meer informatie het verslag van de reserve UNA.); - door vertragingen in de bestedingen is er € 11.365.928 minder onttrokken aan de rijksbijdrage ILG-Groenfonds door vertraging in het uitgavenpatroon ten opzichte van de tranche van het zevenjarig rijksbudget . (Zie ook de baten.); - door efficiënter/ slimmer te werken is er € 386.760 minder onttrokken aan de reserve ILG (regio’s) in verband met besparingen op de kosten voor de huisvesting van gebiedsbureaus; - door vertragingen in de bestedingen is er € 662.053 minder onttrokken aan de reserve FINH voor het project Ecologische verbindingszones Amstelmeergebied; - door hogere onttrekkingen € 657.930 aan de reserve ILG. • Als gevolg van diverse vertragingen is er een vertraagde besteding van € 1.293.361 op het budget voor realisatie gebiedsprogramma landelijk gebied. Een bedrag van € 1.131.900 is gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. • Door lagere onttrekkingen aan de reserve FINH voor het project Buitendijksterrein de Pieterman (Edam-Voldendam) en door lagere onttrekking aan de reserve UNA voor het project Vernieuwingsimpuls Openluchtrecreatie is er een vertraagde besteding van € 1.777.097 op het budget voor Ontwikkeling openluchtrecreatie.
90 |
• Door een lagere onttrekking aan de reserve FINH voor het project WVR Geestmerambacht is er een vertraagde besteding van € 528.126 op het budget voor Beheer openluchtrecreatie. • Door lagere onttrekkingen (€ 296.114 ) aan de reserve UNA voor onder andere de projecten Versnelling provinciale ecologische hoofdstructuur en Verbrakking polder Westzaan en doordat bij de rijkstoekenning onverwacht weinig Noord-Hollandse Waddenfondsprojecten zijn geselecteerd en door lagere onttrekkingen (€ 585.663) aan de reserve Grondverwerving ILG is er een vertraagde besteding op het budget voor ontwikkeling Natuur. Voor de beschikbare rijksmiddelen voor Waddenfondsprojecten is € 500.000 gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. De lagere ont trekking aan de reserve Grondverwerving ILG is ontstaan doordat voor 1 project de werkelijke projectkosten lager waren dan begroot en doordat van een subsidieontvanger geen aanvraag tot bevoorschotting is ontvangen. • Door vertraging in het opstellen van beheerplannen voor de vergunningen voor de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet zijn nog geen toezichtplannen opgesteld en is er een onderbesteding van € 292.925 op het budget voor Beheer Natuur. • Doordat bij de gemeenten te weinig draagvlak bleek te bestaan voor gezamenlijke verkenning van de omvang van de iepziekte in Noord-Holland en het opzetten van een monitoringsysteem en door afrekeningsverschillen voorgaande jaren is er een onderbesteding van € 1.025.198 op het budget voor landschapsbescherming en advisering. Apparaatskosten Op dit programma zijn meer apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaatskosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Baten De lagere baten van € 11.355.076 wordt als volgt verklaard: Een lagere benodigde Rijksbijdrage ILG Groenfonds van € 11.071.457 betreffende de tranche van het zevenjarig rijks budget. (Zie ook de lasten.) Onttrekking reserves Het verschil van € 8.298.570 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk lagere onttrekkingen aan de reserves UNA, FIN-H en de reserve ILG. (Zie ook de toelichting op de lasten.)
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 91
92 |
Programma 8 Economie en Landbouw
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 93
Wat hebben we bereikt? 2.8.1 Missie: Een ondernemend Noord-Holland
Maatschappelijke effecten Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Versterking internationale concurrentiepositie van NoordHolland Zuid
Voorlopige cijfers groei BBP EU-25 voor 2008 is 1,3%.
Groei BBP EU-25 in 2007 was 2,9%; Groei BBP regio groot-Amsterdam in 2007 was 3,9%
Relatieve economische groei regio groot-Amsterdam t.o.v. EU25 in 2008 is > 1%
De gekozen indicator is de thermometer van de Noord-Hollandse economie. Voor onze eigen inspanningen zie hier onder. Zoals verwacht is de economische groei eind 2008 veel lager dan in het topjaar 2007. De laatste maanden van 2008 had ook Noord-Holland te maken met een recessie, die de positieve start van het jaar aanzienlijk naar beneden heeft getrokken.
Beleidsspeerpunten In de begroting 2008 meldden wij dat wij bezig waren met de opstelling van beleidsagenda’s voor de periode 2008-2011 voor onder andere economie en voor landbouw. Deze agenda’s, waarin de speerpunten voor ons beleid een nadere uit werking krijgen, zijn op 21 april 2008 door Provinciale Staten vastgesteld. In de Economische Agenda, met als titel ‘Kansen benutten’, staan de hoofdlijnen van wat we de komende jaren gaan doen om de economische groei te behouden en te versterken De Economische Agenda is vormgegeven rond drie thema’s: • Regionale economische samenwerking; • Werklocaties; • Innovatie en ondernemenerschap. In de Agenda Landbouw en Visserij zijn de speerpunten: • Regionale fundamenten; • Innovatie en ondernemerschap; • Agrarische bedrijven van de toekomst; • Lifestyle (inclusief biologische landbouw); • Ondernemerschap op het platteland; • Visserij en aquacultuur. Toen wij de agenda schreven ging het nog zeer goed met de Noord-Hollandse economie. Inmiddels is die in een ander vaarwater gekomen. De wereldwijde kredietcrisis en de gevolgen daarvan zullen aan Noord-Holland niet ongemerkt voorbijgaan. Concrete cijfers hierover zijn op dit moment nog niet te geven, de OESO verwacht dat in 2008 de econo mische groei 0,3% zal zijn, historisch laag, maar wel beter dan in andere Europese landen, die onder de 0% zullen duiken. Begin 2009 zijn wij daarom met een offensief gestart om zoveel mogelijk van de negatieve effecten tegen te gaan.
Wat hebben wij daarvoor (meer) laten doen? De thema’s uit de beide agenda’s zijn uitgewerkt in diverse acties/activiteiten. In het onderstaande zullen wij nader ingaan op concrete activiteiten. 2.8.2 Operationeel doel: Regionale economische stimulering:
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord Met de bijdragen die wij en de regio aan het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord verstrekken is het bezig waar te maken waarvoor het is opgericht: activiteiten uitvoeren die nodig zijn voor de ontwikkeling van de regionale econo
94 |
mie in Noord-Holland Noord en die gericht zijn op de beoogde groei van binnenuit. Deze activiteiten kunnen worden gevat onder een aantal noemers: promotie en acquisitie, ontwikkeling van bedrijfslocaties, structuurversterking en innovatie, begeleiding van regionale investeringsinitiatieven. De activiteiten hebben in 2008 onder andere geleid tot behoud/werving van 750 arbeidsplaatsen. Ontwikkelingsbedrijf zuidelijk deel provincie De oriënterende gesprekken op bestuurlijk niveau waarmee wij zijn begonnen laten aarzeling zien bij de bestuurders in het gebied. Zij zien vooralsnog geen aanleiding om de bestaande structuren en de daarin opererende organisaties op te laten gaan in een groter geheel. Hierbij speelt een rol dat dit dan ook directe invloed heeft op de eigen autonomie. Met het verschijnen van het rapport van de taskforce (her)ontwikkeling bedrijventerreinen (rapport Noordanus) is in het kader van de Platform Regionaal Economische Samenwerking de discussie rond (her)ontwikkeling in de Metropool regio Amsterdam (MRA) weer opgepakt. Partijen zien daarin mogelijkheden tot nauwere samenwerking. Regionaal Economische Stimuleringsprogramma’s In de Economische Agenda hebben wij aangegeven het RES-beleid in het zuidelijk deel van de provincie te willen continueren. Wij willen wel dat de regionale samenwerkingsverbanden op professionele wijze georganiseerd zijn en ook voldoende middelen ter beschikking hebben. Het RES-programma IJmond Veelzijdig wordt voortgezet, nu blijkt dat een nieuw ontwikkelingsbedrijf in het Noordzee kanaalgebied op korte termijn niet aan de orde zal zijn. Het RES Zaanstreek-Waterland functioneert onvoldoende om de gezamenlijke economische ambities van provincie, gemeenten en bedrijfsleven te faciliteren. Daarom is besloten de samenwerking in dit RES stop te zetten. Om de regio nale bestuurlijke samenwerking niet meteen helemaal overboord te gooien, is het streven om aansluiting te zoeken in andere verbanden. De Waterlandse gemeenten kunnen aanhaken bij het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. Zaanstreek zal aansluiting moeten vinden bij ontwikkelingen in het zuidelijk deel van de provincie (IJmond/NZKG). Het RES Gooi en Vechtstreek houdt eveneens op te bestaan. De regio continueert de samenwerking echter in een nieuw programma Innovatieve Verbindingen. Dit nieuwe programma richt zich specifiek op een aantal voor deze regio kans rijk geachte sectoren als zorg, toerisme en multimedia. Het RES Zuid-Kennermerland blijft voorlopig bestaan en concentreert zich op het onderwerp arbeidsmarkt. Masterplan Noordzeekanaalgebied De inspanningen die wij al jaren samen met de regio verrichten om het Rijk een besluit tot aanleg van een tweede grote zeesluis bij IJmuiden te laten nemen, lijken eindelijk vrucht te gaan afwerpen. Inmiddels ontkent het Rijk niet langer de noodzaak van de aanleg van een tweede zeesluis. De financiering en dan met name het aandeel vanuit de regio daarin lijkt op dit moment het belangrijkste punt van overleg. De gemeente Amsterdam heeft haar Havenvisie gepresenteerd onder de titel ‘Slimme Haven 2008-2020’. De elementen zuinig ruimtegebruik en duurzaamheid zijn hierin goed verwoord. De toekomstige ruimtelijke effecten zullen worden afgewogen in de provinciale structuurvisie. De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON) heeft in 2008 3 nieuwe herstructureringsprojecten gerealiseerd in de gemeente Zaanstad. 2.8.3 Operationeel doel: Werklocaties Wij willen dat tijdig voldoende ruimte beschikbaar is voor economische activiteiten, waarbij op een verantwoorde wijze met de schaarse ruimte wordt omgegaan en waarbij zaken (boven)regionaal zijn afgestemd. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Duurzame werklocaties met een verminderd ruimtebeslag: Behaalde ruimtewinst
Periode 2004-2007: 11,9%
15%
Gerealiseerde waarde eind 2008 HIRB-tender 2008: 19%
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 95
Welke instrumenten hebben we hierop ingezet? Mooi Nederland/Taskforce Noordanus Op 24 oktober 2008 is een Bestuurlijk Afsprakenkader tussen de ministers van VROM, EZ en de koepels IPO (namens de 12 provincies) en VNG vastgesteld. Wij hebben via actieve inbreng in het IPO dit Bestuurlijk Afsprakenkader mede voor bereid. De basis van dit kader ligt onder andere in de Samenwerkingsagenda Mooi Nederland, het advies van de Taskforce Noordanus en het Bestuursakkoord Provincies 2008-2011. Het doel van dit Bestuurlijk Afsprakenkader is om de kaders en het tijdpad neer te zetten voor een convenant dat Rijk, provincies en VNG in juli 2009 willen sluiten. Deze bestuurlijke afspraken zijn een middel om gezamenlijk een succesvol, duurzaam en economisch verantwoord bedrijven terreinenbeleid te stimuleren. Provincies treden in dit gezamenlijk bedrijventerreinenbeleid op als regisseur en bewaker. Zij stellen de kaders van het beleid in de provinciale Structuurvisies en sturen daarmee de regionale afstemming, grijpen in als het niet van de grond komt en bewaken de herstructureringsopgave. Concreet betekent bovenstaande dat wij de regiefunctie hebben voor de planning van nieuwe, herstructurering van oude en het monitoren van bestaande bedrijventerreinen. In samenwerking met de regio’s zijn wij in 2008 begonnen met de voorbereidingen voor het maken van bestuurlijke afspraken met het Rijk in 2009 over: • planningsopgave voor nieuwe terreinen. Dit houdt in dat er voor de (regio’s in de) provincie steeds actuele behoefte ramingen voor bedrijventerreinen beschikbaar moeten zijn; • Uitvoeringsprogramma Inhaalslag herstructurering bedrijventerreinen 2010-2020. Hierbij zullen ook de financiële consequenties voor alle overheden in beeld worden gebracht. Deze twee onderdelen dienen als input voor de onderhandelingen met het Rijk en voor het convenant dat in juli 2009 moet worden ondertekend. Tevens zorgen wij ervoor dat de data van bedrijventerreinen op orde zijn en aangeleverd worden voor de IBIS-database. Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik Bedrijventerreinen (HIRB) Om bestaande bedrijventerreinen beter bereikbaar, goed ingericht en veilig te houden, hebben wij in het kader van de Herstructurering en Intelligent Ruimtegebruik Bedrijventerreinen (HIRB) 25 projecten aangewezen die in aanmerking komen voor een subsidie. Met de subsidieregeling HIRB geven wij invulling aan het beleid om bestaande terreinen opnieuw in te richten, beter bereikbaar te maken en te zorgen voor veiligheid en onderhoud. Met de 25 projecten wordt 117 ha. bedrijventerrein geherstructureerd. Dit betekent een ruimtewinst van 16,5 ha.. Ruim 22% van de HIRB-subsidie wordt besteed aan duur zame maatregelen, zoals de inzet van een energiecoach om de uitstoot van CO2 te reduceren. Een nieuw onderdeel van de HIRB-regeling is parkmanagement, zodat de terreinen een prettige en veilige werkomgeving blijven. Enkele projecten waarvoor HIRB-subsidie beschikbaar komt: In Zaandam wordt in samenwerking met het Rijk, de gemeente en het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf het Hembrugterrein geherstructureerd. De 43 hectare industrieel erfgoed wordt ontwikkeld tot een bedrijventerrein voor onder andere de creatieve sector. Er wordt 11.000 m_ bedrijfsruimte opgeleverd. De bereikbaarheid verbetert en er is ook oog voor de duurzaamheid van het terrein en het behoud van ecologisch waardevolle zones. Voor het verouderde bedrijventerrein Verrijn Stuart in Diemen komt geld beschikbaar om onder meer de bestrating, de verlichting en het groen te vervangen. Ook worden de looproutes naar het metrostation opgeknapt. In gemeente Wijdemeren wordt rondom bedrijventerrein de Slenk een natuurlijke begrenzing aangelegd tot aan het naastgelegen natuurgebied. Ook komt er een rondweg om het terrein te ontsluiten. Monitoring van bedrijventerreinen en kantoren Wij zijn verplicht jaarlijks gegevens te monitoren over bedrijventerreinen in het kader van IBIS, de landelijke database voor bedrijventerreinen van het ministerie van VROM. In het kader van het traject Mooi Nederland en het Bestuurlijk Afsprakenkader dat hieruit is voortgevloeid, is de regierol van de provincie ten aanzien van monitoren bekrachtigd. Hiertoe is in 2007 een internetapplicatie ontwikkeld waarmee gemeenten de gewenste gegevens over bedrijven terreinen kunnen invoeren. De vragenlijst sluit aan bij de wensen vanuit IBIS. Daarnaast heeft de provincie nog een aantal vragen toegevoegd over leegstand, duurzaamheid en transformatie van terreinen. Ook in 2008 is de monitor door de gemeenten ingevuld. Deze gegevens dienen tevens als input voor het monitoren van de regionale bedrijven terreinenvisies en zijn noodzakelijk om te komen tot een goede plannings- en herstructureringsopgave.
96 |
De uitkomsten van de jaarlijkse monitor worden gebundeld in een rapportage. De database en de rapporten zijn te downloaden vanaf de website van de provincie. Tevens worden ze toegezonden aan gemeenten en andere betrokken instanties. Momenteel werken wij aan het geavanceerder maken van de website. Er wordt een koppeling gemaakt tussen de gegevens die gemeenten invoeren over bedrijventerreinen en de percelen op de bedrijventerreinen. Op die manier hebben we de meest precieze gegevens beschikbaar. Bemoeienis met de werklocaties in Noord-Holland Zuid (deelname in het Bestuursforum Schiphol) In het kader van het Bestuursforum Schiphol hebben we in 2008 ingezet op het actualiseren van de Ruimtelijk Econo mische Visie Schipholregio (REVS) en de herstructurering van de Schiphol Area Development Company (SADC). In maart 2008 hebben de partijen van het Bestuursforum een Intentieverklaring Doorstart SADC ondertekend, waarin de aandeelhouders het voornemen vastleggen om het ontwikellingsbedrijf slagvaardiger te maken. Daarbij wordt vooral gekeken naar het instrument (opschalen van) grondposities en werkingsgebied van SADC. De uitwerking van de intentieverklaring zal doorlopen tot medio 2009. Ten aanzien van het actualiseren van de REVS is een nieuw visiedocument in concept verschenen dat ook bedoeld is als bouwsteen voor de structuurvisie. Opdracht is verleend aan de Commissie Selectief Vestigingsbeleid Schipholregio (Commissie Meijdam) om te adviseren over een nieuwe wijze van toetsing van Schipholbinding van bedrijven die zich in de regio willen vestigen. Daarnaast bereiden we de realisatie voor van Amsterdam Connecting Trade (Werkstad A4). Dit is een complex van logistieke bedrijventerreinen ten zuiden van Schiphol die zijn gebonden aan de luchthaven, waarbij naast economie ook leefbaarheid en bereikbaarheid voorop staan. Water als Economische Drager (WED) Het programma Water als Economische Drager is in 2008 geactualiseerd. Deze actualisatie is tot stand gekomen in nauw overleg met Statenleden en mensen uit het veld via een brainstormsessie en een discussienotitie in de commissie WAMEN. Op 22 september hebben Provinciale Staten het programma Water als Economische Drager 2008-2011 vast gesteld. Het programma blijft gericht op projecten van watergebonden bedrijvigheid, waterrecreatie en vervoer over water die bijdragen aan de economische ontwikkeling van Noord-Holland. Ook zijn mogelijkheden beschikbaar voor het uitvoeren van onderzoek naar (haalbaarheid en realisatiemogelijkheden van) innovatieconcepten voor het vervoer over water. De eerder verleende subsidies voor de projecten Noorderhaven te Den Oever en Versterking haven de Pijp te Beverwijk zijn ingetrokken, omdat de plannen zodanig veranderd waren dat de basis voor de besluiten wegviel. Voor het project Herontwikkeling bedrijventerrein Lagedijk te Schagen is in 2008 een benefit-sharing-overeenkomst afgesloten. Voor het eerste tendermoment van de nieuwe regeling (1 december 2008) zijn zes subsidieaanvragen ingediend. Het zijn vier aanvragen voor watergebonden bedrijvigheid (onder andere een nieuwe aanvraag voor Haven de Pijp) en twee voor waterrecreatie. 2.8.4 Operationeel doel: Innovatie en Ondernemerschap Wij willen een midden- en kleinbedrijf dat daadwerkelijk innoveert en dat daarbij gebruik kan maken van de aanwezige kennis. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Sterkere economie door stimuleren innovatie en ondernemerschap
Bijna 1.000 MKB- bedrijven hebben meegedaan aan het Kansenkanonprogramma
n.v.t.
Minimaal 500 MKB-bedrijven Min. € 2 mln investeringen in innovatie
Wij hebben € 2 mln geïnvesteerd als cofinanciering voor het Rijksprogramma Pieken in de delta, er zijn in 2008 8 projecten gestart in Noord-Holland met een totale investering van € 6,8 mln
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 97
• Het resultaat is uitgedrukt in het aantal MKB-bedrijven dat door meedoen met het programma Kansenkanon een stap heeft kunnen nemen in innovatief vermogen en het in Noord-Holland geïnvesteerde vermogen in innovatie ten opzichte van het vermogen dat wij daarin hebben geïnvesteerd.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Via verschillende projecten hebben we innovatie en de inzet van kennis in de economische ontwikkeling gestimuleerd door: • het faciliteren van innovatietrajecten bij individuele bedrijven; • het bevorderen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen (clustering); • de advisering aan en coaching van startende en doorstartende ondernemers. Via het innovatieprogramma Kansenkanon, de Stichting Nieuwe Bedrijvigheid Amsterdam, de Stichting iMMovator en ATO hebben we een groot aantal bedrijven ondersteund bij innovatietrajecten, kennisoverdracht en een betere aansluiting met het onderwijs. Via het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord en de Kenniskring Amsterdam (uitvoerend via de Amsterdamse Innovatie Motor) is bestuurlijk en financieel bijgedragen aan meer regionale synergie en samenwerking op het gebied van innovatie. Via de ambtelijke werkgroep hebben we meegewerkt aan de uitvoering van het gebiedsgericht economisch stimuleringsprogramma Pieken in de Delta Noordvleugel. In dit kader zijn 8 regionale projecten gecofinancierd: • Amsterdam BioMed in business • Pieken in de bereikbaarheid • Ketentransparantie, locatie coderingen in de sierteeltketen • Containerisatie en Conditionering in Sierteeltketens • MICE Meets Metropolis! • Clean Tech Holland • Amsterdam Living Lab • X BRL Voor BreedNet (glasvezelnetwerk) is het afgelopen jaar de uitrol gestart. Deze loopt door tot medio 2009. Het oor spronkelijk leveringsgebied is inmiddels uitgebreid met de provincie Utrecht. Ook zijn er voorbereidingen getroffen voor de uitbouw van het netwerk naar het noorden van de provincie. Via een aparte Innovatiesite, publicaties van de stichtingen en instellingen waarmee we samenwerken en de Gouden Kans – het jaarlijkse evenement van het Kansenkanon – hebben we ons beleid bekendheid gegeven.
98 |
2.8.5 Operationeel doel: Duurzaam landbouwbeleid De Agenda Landbouw en Visserij 2008-2011 heeft als speerpunten: • Regionale fundamenten; • Innovatie en ondernemerschap; • Agrarische bedrijven van de toekomst; • Lifestyle (inclusief biologische landbouw); • Ondernemerschap op het platteland; • Visserij en aquacultuur. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Areaal biologische landbouw
Verbreding in de landbouw
Gerealiseerde waarde eind 2008
3,4%
Vergroting areaal in periode 2008-2011 tot 7%
Bio-monitor 2008 volgt in 1e kwartaal 2009
1 pilot zorgboerderij
Periode 2008-2011: minimaal 10 verbrede landbouwprojecten
Minimaal 10 projecten via ILG/ Leader in voorbereiding/uitvoering
n.v.t.
Periode 2008-2011: 2 pilots met viskwekerijen
2 projecten in voorbereiding/ uitvoering (Solea en Innofisk)
Visserij
Welke instrumenten hebben we hierop ingezet? Wij hebben een Agenda Landbouw en Visserij 2008-2011 opgesteld waarin gedetailleerd de instrumenten zijn vermeld. Hieronder melden wij de bereikte resultaten in 2008.
Welke resultaten hebben we behaald? Greenports Voor de uitvoering van programma Greenport Aalsmeer hebben wij een programmabureau opgezet. In 2008 is de economische ruimtelijke visie opgesteld voor de periode tot 2025 met de titel MLT 2025. In deze visie staat de duurzame (her)inrichting van het gebied voorop, gebaseerd op het ‘cradle to cradle’-principe. Wij hebben € 10 miljoen gereser veerd in de extra investeringsimpuls TWINH om projecten uit de MLT 2025 snel te kunnen uitvoeren. De aantakking bij het landelijke platform Greenport Nederland die wij nastreefden is eveneens gerealiseerd. De porte feuillehouder landbouw uit ons college is begin 2008 toegetreden tot de stuurgroep van dat platform. Onder de vlag van Greenports NL wordt nu gewerkt aan een visiedocument de Glastuinbouw van de Toekomst met de scope op 2040. Afgelopen jaar is verder vorm gegeven aan de afspraken zoals die zijn gemaakt in Greenport NL. De greenport Aalsmeer heeft in het kader van het programma Randstad 2040 samen met de Zuid-Hollandse Greenports een actieplan ontwikkeld om te komen tot duurzame greenports. Thema Regionale fundamenten Ter versterking van de zaadindustrie in Noord-Holland Noord is een stichting Seed Valley opgericht. In het bestuur daarvan zijn zowel private als publieke partijen vertegenwoordigd. Wij hebben ook een intentieverklaring ondertekend voor de aanstelling van een bijzonder hoogleraar zaadtechnologie en -fysiologie. We onderzoeken de haalbaarheid van een emissieloze kas die bijdraagt aan een nog duurzamere glastuinbouw. Bij dit initiatief is ook het Innovatienetwerk Agro van LNV betrokken. Bij Agriport ondersteunen wij initiatieven voor het gebruik van aardwarmte. Agriport 2 is verder in ontwikkeling en de eerste ondernemers zijn al aan het bouwen. Om alle initiatieven en overeenkomstige activiteiten op de diverse thema’s in Noord-Holland Noord te voorzien van synergie en regie hebben wij een visiedocument opgesteld. Een nieuw innovatief bestuur is opgericht: de Agriboard. Hier zijn alle sectoren en ketenpartijen vertegenwoordigd, zowel publiek als privaat. Een van de initiatieven waarmee een start is gemaakt is het zogenaamde innovatiehuis, waar scholing, onderzoek, arbeid, werkgevers, werknemers, kennis en innovatie elkaar ontmoeten. Dit initiatief wordt in 2009 verder vormgegeven.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 99
Promotiecampagne noordhollandsegrond Voor 2008 t/m 2011 hebben wij opnieuw de promotiecampagne voor biologische landbouw aanbesteed. In deze periode geven wij ook aandacht aan duurzame streekproducten. Naast de jaarlijks gebruikelijke zaaiweek en oogstweek (rondetafelgesprekken met stakeholders, proeverijen, restaurantcompetitie beste biomenu) had de campagne in 2008 als thema ‘Sport’. Op tal van evenementen was het promotieteam vertegenwoordigd. Ook was er dit jaar een prijsvraag onder de consumenten, deelname aan het Smaak explosiefestival en aandacht voor ‘bio’ in de supermarkt. Rondom alle activiteiten is aandacht gezocht en gevraagd in de pers. Alle resultaten zijn terug te vinden in de resultatenmap 2008, die in de loop van 2009 beschikbaar komt. Visserij en aquacultuur Om de positie van aquacultuur in Noord-Holland verder te ontwikkelen hebben wij bijgedragen aan een Europese conferentie over aquacultuur in Enkhuizen. Via de oprichting van een stuurgroep en de aanstelling van een kwartier maker werken wij aan verdere ontwikkeling van de aquacultuur.
Nieuw beleid 1 Kenniseconomie en Innovatie/PiD Door de activiteiten kon invulling worden gegeven aan versterking van de concurrentiekracht van het Noord-Hollandse MKB via stimulering van innovatie, overdracht van kennis etc. 2 Greenport Aalsmeer De bijdrage is besteed voor het programmamanagement Greenport Aalsmeer en in het kader daarvan onder meer de productie van de ruimtelijk economische visie MLT 2025. Deze visie dient als bouwsteen voor de provinciale structuur visie en tevens als basis voor de TWINH-bijdrage. In MLT 2025 zijn alle herstructureringsprojecten benoemd en is een hoog ambitieniveau neergelegd voor de duuzame (her)inrichting van het gebied. Ook is door het programmamanage ment de ondersteuning van de voorzitter van de stuurgroep in Greenport Nederland-verband geregeld. Met de ont wikkeling van een eigen huisstijl is de Greenport Aalsmeer ‘in de markt gezet’. 3 Samenwerking Noordzeekanaalgebied De bijdrage heeft betrekking op een omgevingsdienst voor het Noordzeekanaalgebied en valt onder programma 5 Milieu van de begroting. 4 Werkstad A4 We hebben voor het ondersteunen van het programmamanagement van ACT (voorheen Werkstad A4) tot en met 2010 een jaarlijkse bijdrage van € 125.000 gereserveerd. In 2008 hebben wij in eerste instantie ingezet op het vervolmaken van het Masterplan ACT dat door ons college op 22 januari is vastgesteld. Voor de uitvoering van het Masterplan hebben de partijen van ACT in oktober 2008 een Samenwerkingsovereenkomst ACT opgesteld en ondertekend. Tenslotte is opdracht verleend voor een haalbaarheidstudie voor het deelproject ‘Ongestoorde Logistieke Verbinding’ (OLV). Deze studie is medio 2009 afgerond.
100 |
Wat heeft het gekost? 2.8.6 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
8 Economie en landbouw Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
Lasten Apparaatskosten
16.004.326 2.676.407
33.560.800 3.926.500
25.478.300 4.515.800
15.886.859 3.491.146
9.591.441 1.024.654
Lasten Apparaatskosten Baten
18.680.733 553.333
37.487.300 409.000
29.994.100 1.017.000
19.378.005 947.628
10.616.095 69.372
18.127.400-
37.078.300-
28.977.100-
18.430.376-
10.546.724-
6.818.000–
20.843.6003.000.000
15.813.100–
7.577.071–
8.236.029–
1 1.309.400-
19.234.700-
13.164.000-
10.853.305-
2.310.695-
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves Resultaat na bestemming
Lasten De onderschrijding op lasten van € 9.591.441 wordt als volgt verklaard: • Er is een onderschrijding van € 5.492.773 op Regionale Economie, die wordt veroorzaakt door: - een lagere onttrekking van € 528.879 aan de reserve FINH voor het project Uitbreiding Haven Enkhuizen. (Zie verslag Reserve FINH, betreft vertraagde besteding.) - een lagere onttrekking aan de reserve UNA voor de projecten Water als Economische Drager (zie verslag Reserve UNA): (betreft vertraagde bestedingen) - deelproject Bedrijventerrein De Grote Hout (€ 309.504); - deelproject Toeristen over water Enkhuizen (€ 314.970); - deelproject Aanleg Haven Schelphoek Hoorn (€ 700.000); - deelproject Haven Den Helder (€ 2.327.715); - en afrekeningverschillen (€ 368.927). • Er is een onderschrijding van € 3.074.922 op het budget voor Ruimte voor bedrijven, die vooral wordt veroorzaakt door: - een lagere onttrekking van € 296.000 aan de reserve FINH voor de projecten Duurzaam bedrijfsterrein de Trompet (Heemskerk) en Deelproject gemeente Heerhugowaard (betreft vertraagde besteding); - een lagere onttrekking van € 828.205 voor de UNA-projecten Uitvoering deelverordening HIRB 2007 en Verplichte middelen t/m 2006 UNA Uitvoeringsprogramma HIRB 2008. (Zie voor meer informatie verslag van de Reserve UNA, betreft vertraagde besteding); - een lagere onttrekking van € 1.735.588 aan de reserve Herstructurering bedrijfsterreinen (betreft vertraagde besteding). De lagere onttrekking aan de reserve herstructurering bedrijventerreinen wordt veroorzaakt door het feit dat voor twee projecten de subsidieontvanger niet alle gegevens op tijd heeft aangeleverd om de subsidie vast te kunnen stellen. Daarnaast heeft de subsidieontvanger van een project uitstel van ons gekregen omdat hij de accountants verklaring en verslaglegging nog niet had ontvangen. • Er is een onderschrijding van € 834.198 op het budget voor Landbouw en Visserij, die vooral wordt veroorzaakt door een lagere onttrekking aan de reserve FINH voor de projecten Realiseren infrastructuur Holl. Bloementuin (€ 217.722) en Ambitieus inrichtingsplan Glastuinbouwgebied Het Grootslag € 242.762) en door afrekeningsverschillen voor gaande dienstjaren (€ 269.710.) (Betreft vertraagde bestedingen.) Apparaatskosten Op dit programma zijn minder apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 101
Onttrekking reserves Het verschil van € 8.236.029 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk lagere onttrekkingen aan de reserves UNA (€4.989.461), FIN-H (€ 1.285.325) en de reserve Herstructurering Bedrijventerreinen (€ 1.735.588). (Zie ook de toe lichting op de lasten.)
102 |
Programma 9 Welzijn en (jeugd)zorg
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 103
Wat hebben we bereikt? 2.9.1 Missie: Alle inwoners van Noord-Holland moeten kunnen leven als betrokken en zelfstandige mensen in een vitale sociale samenleving.
Maatschappelijke effecten Per deelonderwerp van Welzijn & zorg en Jeugdzorg wordt waar mogelijk het maatschappelijk effect vermeld.
Beleidsspeerpunten • Jeugd(-zorg): preventie, ketenvorming, bestrijding wachtlijsten jeugdzorg. Wij ondersteunen gemeenten bij het vormgeven van hun preventief jeugdbeleid, onder andere door het ontwikkelen van de Verwijsindex, het vormgeven van de Centra voor Jeugd en Gezin en het ontwikkelen van opvoedingsonder steuning. Daarnaast is Bureau Jeugdzorg bezig met het vormgeven van de schakelfunctie. Hiermee wordt de aan sluiting tussen preventief lokaal jeugdbeleid en geïndiceerde jeugdzorg verbeterd. We voorkomen hiermee dat jongeren in de geïndiceerde jeugdzorg terechtkomen die dat niet nodig hebben en we zorgen ervoor dat jongeren die dat wél nodig hebben soepel doorstromen. Ten aanzien van het wegwerken van de wachtlijsten zijn onder andere extra plaatsen gecreëerd door de Rouvoet IIgelden. Verder is geld beschikbaar gesteld voor innovatie binnen de pleegzorg. In het kader van het Bestuursakkoord 2008-2009 is aan het Instellingenberaad gevraagd met voorstellen te komen om de bestaande wachtlijsten bij Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders weg te werken en de voorziene groei op te vangen. • Sport en jeugd: bestrijding overgewicht en implementatie van een Jeugdsportfonds. Het Jeugdsportfonds Overgewichtbestrijding is geïmplementeerd. We hebben de bestrijding van overgewicht opgepakt door het subsidiëren van projecten gericht op het laten bewegen van jongeren, waaronder het project Schooljudo en het project Allemaal Meedoen. • Wederzijds begrip en tolerantie: vooral over minderheden en seksuele geaardheid. We hebben een bijdrage geleverd aan wederzijds begrip en tolerantie door projecten te subsidiëren vanuit de tender Sociaal Beleid. Er zijn meerdere projecten uitgevoerd op het gebied van minderheden en seksuele gerichtheid, waar onder voorlichting op scholen aan jongeren over dit onderwerp. Ook is binnen drie gemeenten een proefproject gestart om de belemmeringen op het gebied van integratie binnen gemeenten weg te nemen. Hierdoor kunnen de minder heden actief deelnemen aan de samenleving.
Wat hebben wij daarvoor (meer) laten doen? Dit programma is onderverdeeld in een aantal productgroepen met elk hun eigen begrotingspost: I) Welzijn en zorg (Wonen-Welzijn-Zorg, Zorgvragersbeleid en Sociaal Beleid), II) Jeugdzorg. Het jaar 2008 was voor beide productgroepen het laatste jaar van het lopende beleidskader. De inspanningen en resul taten geven we hieronder per deelgebied weer. Daarnaast is dit jaar gewerkt aan de totstandkoming van de nieuwe vierjarige beleidskaders.
I Welzijn en Zorg 2.9.2 Operationeel doel: Wonen-Welzijn-Zorg
Resultaat De provincie richt zich op het stimuleren van het arsenaal aan geschikte woningen. De resultaten op het gebied van Wonen, Welzijn en Zorg worden hieronder weergegeven in de instrumenten A t/m E.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? We bevorderen dat ouderen en mensen met een handicap kunnen wonen waar ze willen wonen.
104 |
A We stimuleren uitbreiding van het aantal geschikte woningen We hebben een monitor zorgwoningen laten uitvoeren onder de gemeenten om zicht te krijgen op de ontwikkeling van het aanbod van zorgwoningen in Noord-Holland. B We stimuleren gemeenten door middel van subsidie om in de buurten welzijn en zorgarrangementen te ontwikkelen We hebben subsidie verleend aan zes voorbeeldprojecten in tien gemeenten in het landelijk gebied waarmee integrale projecten ‘wonen, welzijn, zorg’ tot stand worden gebracht. C We volgen en verspreiden de ervaringen en resultaten van WWZ-voorbeeldprojecten Van elf voorbeeldprojecten in 16 gemeenten zijn de ontwikkelingen gevolgd. De ervaringen zijn verspreid via diverse monitors en nieuwsbrieven en het kenniscentrum WWZ. Ook hebben we een bustour georganiseerd langs ver schillende voorbeeldgemeenten. D We ondersteunen het WWZ-kenniscentrum en kenniskringen We hebben het WWZ-kenniscentrum ondersteund via het steunfunctiewerk. Ook zijn er kenniskringen georganiseerd voor gemeenten. E We bieden lokaal maatwerk met behulp van subsidie op deelterreinen We hebben lokaal maatwerk gestimuleerd via subsidie op een aantal deelterreinen. Zo hebben we aan zes kleinschalige woonvormen voor mensen met dementie subsidie verleend. We hebben 17 subsidies verstrekt voor het ontwikkelen van wijksteunpunten breed in 14 gemeenten. We hebben 21 subsidies verstrekt aan projecten voor mantelzorgonder steuning. En de ontwikkeling van de nieuwbouw van twee hospices is gesubsidieerd. 2.9.3 Operationeel doel: Zorgvragersbeleid Met het zorgvragersbeleid willen we de positie van zorgvragers versterken, zowel van mensen met een tijdelijke ziekte als van chronische patiënten: het aanbod van zorg moet zoveel mogelijk aansluiten bij de zorgvraag.
Resultaat De organisaties Samenwerkende Bonden van Ouderen in Noord-Holland (SBO-NH), Zorgbelang Noord-Holland en het Amsterdams Patiënten en Consumenten Platform (APCP) fungeren als belangenbehartiger ten opzichte van overheid en zorgverzekeraar. Zij zorgen ervoor dat de participatie van de zorgvrager groter wordt en zetten zich in voor een betere en meer op de vraag gerichte zorg.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? Om te voorzien in de belangenbehartiging van zorgvragers en om ervoor te zorgen dat zij op de hoogte zijn van de mogelijkheden in het aanbod, subsidiëren we Zorgbelang Noord-Holland, de Amsterdamse Patiënten en Consumenten platforms (APCP) en de Samenwerkende Bonden voor Ouderen (SBO). 2.9.4 Operationeel doel: Sociaal beleid
Resultaat De provincie levert hiermee een bijdrage aan een vitale sociale samenleving. De resultaten op het gebied van het sociaal beleid zijn bereikt door subsidies aan de steunfunctie-instellingen, door tal van projectsubsidies en door het verstrekken van opdrachten. Hieronder worden de resultaten per instrument weer gegeven.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? We ondersteunen gemeenten bij invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning op de volgende manieren: A We subsidiëren regionale Wmo-projecten In 2008 hebben we aan vier regionale Wmo-projecten subsidie verleend. In totaal zijn 31 gemeenten bij deze regionale projecten betrokken. B We stimuleren het gebruik van de Wmo-databank en Wmo-kennisbank
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 105
In 2008 hebben we kennis over de Wmo-beleidsontwikkeling en uitvoering in Noord-Holland verzameld en over gedragen naar gemeenten en het maatschappelijk middenveld. We hebben deze kennis verspreid met behulp van de Wmo-website, nieuwsbrieven, themabijeenkomsten en het Wmo-informatiepunt. C We organiseren opnieuw een Wmo-masterclass In 2008 is de tweede provinciale Wmo-masterclass van start gegaan. In totaal volgen minimaal tien deelnemers uit gemeenten en maatschappelijke organisaties de modules van de masterclass. We stimuleren ‘meedoen’ aan de samenleving D We ondersteunen vrijwilligers-, welzijns- en sportorganisaties en gemeenten op het gebied van sociaal beleid, diversiteit en sport via het steunfunctiewerk Voor de uitvoering van de ondersteuning hebben we, volgens het sociaal beleidskader, de vier steunfunctieinstellingen (ACB kenniscentrum, Primo NH, Sportservice NH en Profor) gesubsidieerd. Met de subsidie hebben de steunfunctie-instellingen hun prestatieplannen uitgevoerd. E We subsidiëren (boven-)lokale en vrijwilligersorganisaties voor het werven en binden van vrijwilligers en voor de kwaliteitsverbetering van het vrijwilligerswerk Volgend uit de deelverordening Vrijwilligers hebben wij 84 subsidies verstrekt. Hiermee zijn (boven-)lokale vrijwilliger organisaties ondersteund bij het werven en behouden van vrijwilligers en de kwaliteitsverbetering van het vrij willigerswerk. Door middel van ons diversiteitbeleid willen we alle inwoners van Noord-Holland gelijke kansen bieden om deel te kunnen nemen aan de samenleving F We subsidiëren activiteiten die vijandigheid op grond van seksuele geaardheid verminderen We hebben een subsidie verstrekt aan twee projecten die de vijandigheid ten opzichte van seksuele gerichtheid ver minderen. Waaronder voorlichting op scholen aan jongeren over seksuele gerichtheid. G We onderzoeken de behoefte aan ondersteuning van gemeenten bij het realiseren van diversiteitsbeleid Drie gemeenten zijn gestart met een project in hun eigen gemeente, gericht op lokaal integratiebeleid. De provincie staat deze gemeenten bij met een kenniskring. De kenniskring moet inzicht bieden in de ondersteuningsbehoefte van gemeenten bij het realiseren van hun diversiteitsbeleid. De uitkomsten hiervan worden eind 2009 verwacht. H We ondersteunen instellingen en gemeenten met behulp van het steunfunctiewerk minderheden Profor en ACB hebben subsidie ontvangen om gemeenten en instellingen te ondersteunen en adviseren als het gaat om minderheden. I We geven een waarderingssubsidie aan de Anne Frankstichting We hebben een waarderingssubsidie verstrekt aan de Anne Frankstichting waarmee de stichting haar werk kan voort zetten. We bevorderen dat kinderen en jongeren gezond opgroeien en proberen te voorkomen dat zij later eventueel zwaardere (jeugd-)zorg nodig hebben J We zetten het beleid voort om zwerfjongeren en alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s) te voorzien van opvang en trajecten richting onderwijs of werk Het beleid is voortgezet door middel van de deelverordening Zwerfjongeren. Zo is er subsidie verstrekt aan de gemeente Alkmaar, Haarlem en Zaanstad voor de voortzetting van hun AMA- project. Ook is aan de gemeente Haarlem subsidie verstrekt voor trajecten richting onderwijs en werk. K We ondersteunen gemeenten bij het prestatieveld jeugd van de Wet maatschappelijke ontwikkeling In 2008 hebben we met alle Noord-Hollandse gemeenten (met uitzondering van de stadsregio Amsterdam) afspraken gemaakt over de aanschaf en implementatie van één Noord-Hollandse verwijsindex. In nauw overleg met gemeenten zijn we gestart met het aanbestedingstraject. Ter voorbereiding van dit traject hebben we in alle regio’s workshops georganiseerd en hebben we opdracht gegeven voor een informatiecampagne. Ook hebben we besloten een bestuurlijke overeenkomst met gemeenten te sluiten over het gezamenlijke invoeringstraject van de Verwijsindex Noord-Holland.
106 |
L We richten ons op het scheppen van kansen voor jongeren op scholing, werk en inkomen (aansluiting onderwijs op de arbeidsmarkt) We hebben in 2008 gewerkt aan het scheppen van kansen voor jongeren op scholing, werk en inkomen door het honoreren van een aantal projecten: een project waarmee laaggeletterdheid bestreden wordt, vijf projecten die de aan sluiting van praktijkonderwijs op de arbeidsmarkt, vmbo en mbo bevorderen, vijf projecten die het aantal definitieve schoolverlaters terugdringen en vijf projecten die de leerwerkplekken in zorg, techniek en bouw bevorderen. M We implementeren het jeugdsportfonds in de provincie Het Jeugdsportfonds Noord-Holland is opgericht en heeft van ons een startbedrag gekregen. Het Jeugdsportfonds Noord-Holland maakt het mogelijk dat kinderen uit minder daadkrachtige gezinnen kunnen sporten. Ook heeft het Jeugdsportfonds Noord-Holland de taak op zich genomen om de afzonderlijke gemeenten binnen Noord-Holland aan te laten sluiten. Sportservice Noord-Holland heeft subsidie gekregen ter uitvoering van de backoffice-functie van het Jeugdsportfonds Noord-Holland. We spannen ons in om Noord-Hollanders letterlijk in beweging te krijgen N We ontwikkelen actieve sport- en recreatiemogelijkheden in recreatiegebieden Om te komen tot de ontwikkeling van sport- en recreatiemogelijkheden in recreatiegebieden is er in 2008 onderzoek verricht. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er twee projectaanvragen op het gebied van sport- en recreatie mogelijkheden binnengekomen van Sportservice Noord-Holland. O We investeren in sportaccommodaties in Noord-Holland met een nationale en mogelijk internationale uitstraling We hebben subsidie toegekend aan het Pim Mulier Honkbalstadion. Verder hebben we een voorbereidingsbudget toe gekend aan de Koninklijke Nederlandse Hockeybond voor de planvorming van het Wagener Hockeystadion in Amsterdam. P We gaan na welke wensen ouderen, allochtonen en chronisch zieken hebben als het om sport en bewegen gaat We hebben twee projecten gesubsidieerd; overgewicht bij verstandelijk gehandicapte jongeren en het project fitness voor ouderen. Deze projecten lopen nog en tussentijdse resultaten worden bekend in 2009. Het project Allochtonen en sport in het Twiske is in 2008 niet uitgevoerd in verband met weersomstandigheden. De uitvoering van dit project is verschoven naar 2009. Q We subsidiëren activiteiten die overgewicht bestrijden Door subsidie toe te kennen aan twee projecten, het project Schooljudo en het project Allemaal meedoen, hebben we een bijdrage geleverd aan het bestrijden van overgewicht. R We blijven investeren in onderhoud en uitbreiding van de ondersteuningsstructuur, de Huizen van de Sport We hebben geïnvesteerd in de structuur van de Huizen van de Sport. Het aantal frontoffices is uitgebreid naar 11. We bevorderen de leefbaarheid in de stad en op het platteland en scheppen mogelijkheden voor ontmoeting S We faciliteren de totstandkoming van dorpswinkels en het onderhoud aan dorpshuizen Door twee deelverordeningen (dvo’s) hebben we in 2008 gewerkt aan het bevorderen van de leefbaarheid van het platte land en het scheppen van mogelijkheden voor ontmoeting. In 2008 hebben we vanuit de dvo Groot onderhoud en ver bouwen dorpshuizen Noord-Holland 2007 13 subsidies verstrekt aan dorpshuizen in Noord-Holland, waarmee de dorps huizen groot onderhoud hebben gekregen of verbouwd zijn. In 2008 hebben we vanuit de dvo Dorpswinkels Noord- Holland 2007 tien subsidies verstrekt ter ondersteuning van de totstandkoming van dorpswinkels in Noord-Holland. T We experimenteren met een nieuwe vorm van kennisoverdracht en samenwerking, samen met een gemeente en een kennisinstituut We hebben een subsidie verleend aan gemeente Langedijk voor de werkplaats Een nieuw hart voor Sint Pancras. De werkplaats is een samenwerking tussen provincie, gemeente, universiteit van Wageningen, hogeschool InHolland, Clusiuscollege en Primo NH. We leveren een bijdrage aan de bestrijding van huiselijk geweld U We ondersteunen gemeenten op het beleidsterrein van huiselijk geweld Door middel van het steunfunctiewerk zijn gemeenten en Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld (ASHG’s) onder steund. Daarbij hebben we subsidies verleend aan de gemeente Haarlem voor verbetering van het ketenaanbod.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 107
V We ondersteunen gemeenten met het realiseren van een dekkend netwerk van Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld We hebben een dekkend netwerk van ASHG’s in Noord-Holland We stimuleren vernieuwing en het invoering van methoden die succesvol zijn gebleken binnen het domein van sociaal beleid W We stellen projectsubsidies ter beschikking Door middel van de deelverordening Sociaal beleid hebben we twee subsidies versterkt voor de aanpak van huiselijk geweld. Daarnaast zijn er subsidies versterkt aan gemeente Haarlem voor de verbetering van de ketenaanpak en aan de Blijfgroep voor het Oranjehuis. Om mensen die de behoefte hebben hun verhaal te vertellen X Stellen we de telefonische hulpdiensten in staat iedereen dag en nacht een luisterend oor te bieden De telefonische Hulpdienst is in 2008 7 dagen per week 24 uur bereikbaar geweest voor mensen die behoefte hadden aan een luisterend oor. Om invulling te geven aan onze taken in het kader van de Wet ambulancevervoer Y Zorgen we voor een spreidingsplan van ambulancestandplaatsen en vergunningverlening aan ambulancediensten We hebben een aangepaste vergunning uitgegeven aan de ambulancediensten en het spreidingsplan is gehandhaafd.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Wmo masterclass
1
2
2
Investering in sportaccommo daties met een nationale en internationale uitstraling
0
Op weg naar 2
1, op weg naar 2
Huizen van de Sport
5
8
11
Dorpswinkels
6
5
10
Resultaat Wmo-masterclass In 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingevoerd. Ter ondersteuning van de invoering van deze nieuwe wet hebben we in 2007 opdracht gegeven de eerste provinciale Wmo-masterclass te organiseren. In 2008 is de tweede en laatste Wmo-masterclass van start gegaan. Resultaat Sportaccommodaties Subsidie is toegekend aan gemeente Haarlem voor het Pim Mulier Honkbalstadion. Een voorbereidingsbudget is toe gekend aan de Koninklijke Nederlandse Hockeybond voor de planvorming van het nieuwe Wagener Hockeystadion. Resultaat Huizen van de Sport We hebben geïnvesteerd in de structuur de ‘Huizen van de Sport’. Het aantal frontoffices is uitgebreid naar 11. Resultaat Dorpswinkels Vanuit de dvo Dorpswinkels Noord-Holland 2007 zijn in 2008 meer subsidies verstrekt dan het streven was. Tien subsi dies zijn verstrekt voor de totstandkoming van een dorpswinkel in een kleine kern in Noord-Holland. We voorzien hier mee in een behoefte. 2.9.5 Operationeel doel: Arbeidsmarkt en onderwijs
Resultaat De provincie wil op het terrein van Arbeidsmarkt en Onderwijs de volgende resultaten behalen:
108 |
•S luitende registratie van schooluitval in alle regio’s in Noord-Holland In 2008 hebben wij een onderzoek uitgezet naar schoolverlaters in Noord-Holland. De onderzoeksgegevens maken in 2009 deel uit van de Arbeidsmarkt- en Onderwijsmonitor. De sluitende registratie van voortijdig schoolverlaters is in 2008 nog niet volledig bereikt. Momenteel wordt in de Kop van Noord-Holland samen met de Informatie Beheer Groep gewerkt om de registratie sluitend te krijgen. Resultaten hiervan zijn nog niet bekend. • Verbeteren aansluiting praktijkonderwijs en mbo op de regionale arbeidsmarkt Door middel van de deelverordening Arbeidsmarkt en Onderwijs hebben we een bijdrage geleverd aan de verbetering van de aansluiting van vmbo/mbo-onderwijsinstellingen in de verschillende regio’s en de aansluiting praktijkonder wijs en mbo op de regionale arbeidsmarkt. Zo hebben we in 2008 vijf projecten gehonoreerd. Deze projecten zijn onlangs van start gegaan, de eerste resultaten zijn in 2009 bekend. • Ondersteuning van de realisatie en invulling van leerwerkplekken In 2008 hebben we de realisatie en invulling van leerwerkplekken ondersteund vanuit de deelverordening Arbeids markt en Onderwijs. Er zijn vijf projecten gehonoreerd voor het scheppen van leerwerkplekken binnen de sectoren zorg, techniek en bouw. Verder zijn er 17 leerwerkplekken binnen het Restauratie Opleidings Project gecreëerd.
Welke instrumenten hebben we daarvoor ingezet? A Deelverordening Arbeidsmarkt- en Onderwijs Er zijn binnen de deelverordening Arbeidsmarkt en Onderwijs 16 projecten gehonoreerd waarmee laaggeletterdheid bestreden wordt, de aansluiting van praktijkonderwijs op de arbeidsmarkt, vmbo en mbo bevorderd wordt, het aantal definitieve schoolverlaters teruggedrongen wordt en het aantal leerwerkplekken in de zorg, techniek en bouw bevorderd wordt. B Subsidieverlening Stichting Herstelling De Stichting Herstelling heeft een subsidie ontvangen voor het invullen van leerwerkplekken. C Afstemming met bestaande Regionale Platforms Arbeidsmarkt-Onderwijs Er zijn 2 thematafelbijeenkomsten georganiseerd en er is reguliere afstemming geweest tussen platforms Arbeids markt en Onderwijs.
II Jeugdzorg Voor wat betreft de Jeugdzorg geldt dat we willen bereiken dat alle Noord-Hollandse kinderen en ouders met ernstige opgroei- en opvoedproblemen de zorg krijgen die ze nodig hebben. De provincie Noord-Holland heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden, zoals beschreven in de Wet op de jeugd zorg: A Realiseren van een samenhangend aanbod aan jeugdzorg waarin de behoefte centraal staat; B Realiseren van een adequate toegang tot de jeugdzorg (via Bureau Jeugdzorg); C Realiseren van samenhang binnen de jeugdzorg als geheel en de afstemming met het lokale jeugdbeleid. De wet kent een bij de provincie afdwingbaar recht op zorg. De provincie Noord-Holland is verantwoordelijk voor de jeugdzorg in de gehele provincie minus de Grootstedelijke Regio Amsterdam. Provinciale Staten hebben de volgende speerpunten benoemd als het gaat onze verantwoordelijkheden in het beleids kader 2005-2008 en de taken die wij moeten uitvoeren. Speerpunten 2005-2008: 1 optimale afstemming zorgaanbod op de vraag (relatie met taak C); 2 verkorten van de wachtlijsten en wachttijd (relatie met de taken A en B); 3 meer samenhang in het aanbod voor jeugd (relatie met taak C); 4 versterking van de positie van de cliënt (relatie met taak A).
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 109
2.9.6 Operationeel doel: Realiseren van een samenhangend aanbod aan Jeugdzorg waarin de behoefte centraal staat
Resultaat Bij deze taak/verantwoordelijkheid hebben wij als speerpunt benoemd; het bestrijden van de wachtlijsten geïndiceerde jeugdzorg. Wachtlijsten voor geïndiceerde jeugdzorg De (landelijke) norm is dat binnen negen weken de geïndiceerde jeugdzorg wordt verleend. De wachtlijst bestaat uit de kinderen/ouders die langer dan die negen weken moeten wachten op zorg. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Aantal kinderen/ouders op de wacht-lijst voor geïndi-ceerde jeugdzorg
224
0
Gerealiseerde waarde eind 2008 Cijfers zijn nog niet bekend
Het resultaat is gemeten aan de hand van de wachtlijstcijfers die per kwartaal worden aangeleverd door de jeugdzorg aanbieders. Het getal genoemd onder ‘in 2007’ is de zuivere wachtlijst. Dat betekent dat dit kinderen zijn die nog wachten op de eerst aangewezen zorg, dus volgens indicatie. Dat wil niet zeggen dat deze kinderen geen zorg ontvangen. Daar waar mogelijk ontvangen zij overbruggingszorg. De cijfers met betrekking tot de gerealiseerde waarde in 2008 zijn nog niet bekend.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? Om een samenhangend aanbod van jeugdzorg te realiseren: A We subsidiëren jeugdzorginstellingen die jeugdzorg aanbieden in de varianten residentiële hulpverlening (dag- en nachthulp), semiresidentiële hulp (daghulp), pleegzorg en ambulante hulp We hebben jeugdzorginstellingen gesubsidieerd volgens het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2008. B We pakken de wachtlijsten aan door het aantal zorgplaatsen tijdelijk uit te breiden Het Rijk heeft extra gelden beschikbaar gesteld voor het wegwerken van de wachtlijsten, de zogenaamde Rouvoet II-gelden. Deze zijn in de vorm van extra subsidies aan de jeugdzorgaanbieders beschikbaar gesteld. Hiermee is het aantal zorgplaatsen uitgebreid. Uitbreidingen vonden vooral plaats op het vlak van pleegzorg en intensief ambulant. C We stimuleren de kwaliteit van de jeugdzorg door instellingen te prikkelen tot het nemen van maatregelen, onder meer het meten van de cliënttevredenheid, het invoeren van de doelrealisatiemethode en de HKZ-certificering Bij alle jeugdzorgaanbieders is de cliënttevredenheidstoets afgenomen, is de doelrealisatiemethode ingevoerd en zijn alle jeugdzorgaanbieders HKZ-gecertificeerd door de stichting Harmonisatie kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. D We zorgen voor beleidsinformatie om beter zicht te krijgen op onder meer de zorgbehoefte, het aantal geholpen cliënten, de doorlooptijden, de geleverde prestaties We hebben zicht op beleidsinformatie als het gaat om het aantal geholpen cliënten, de doorlooptijden en de geleverde prestaties. Momenteel werken we samen met de jeugdzorgaanbieders aan een format om dit proces te stroomlijnen en de informatie toegankelijker te maken. E We stimuleren onder meer met een financieringsimpuls de realisatie van het Transferium (zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek) De realisatie van het Transferium heeft (vanuit de EXINH-middelen) een impuls gekregen. In 2009 wordt gestart met de bouw van het Transferium. Opening is voorzien medio 2010.
110 |
2.9.7 Operationeel doel: Realiseren van een adequate toegang tot de jeugdzorg
Resultaat Bij deze taak/verantwoordelijk hebben wij als speerpunt benoemd: het bestrijden van de wachtlijsten Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Wachtlijsten Algemeen Meldpunt Kindermishandeling van Bureau Jeugdzorg De (landelijke) norm is dat binnen vijf werkdagen na melding van het vermoeden van kindermishandeling een onderzoek start. De wachtlijst bij het AMK bestaat uit het aantal meldingen waarbij het onderzoek na vijf dagen nog niet is gestart. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Aantal meldingen op de wachtlijst voor onderzoek
30
0
Gerealiseerde waarde eind 2008 Cijfers zijn nog niet bekend
Het resultaat is gemeten aan de hand van de wachtlijstcijfers die per kwartaal worden aangeleverd door Bureau Jeugdzorg. De cijfers met betrekking tot de gerealiseerde waarde in 2008 zijn nog niet bekend.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? We zorgen voor een adequate toegang tot de jeugdzorg op de volgende manieren: A We subsidiëren Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (BJZ-NH) De Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Holland heeft een subsidie ontvangen. B We pakken de wachtlijst Advies en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) aan door BJZ-NH te stimuleren om onder meer de interne werkwijze te verbeteren en een normprijs vast te stellen. De wachtlijsten Advies en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) laten een daling zien. C We maken afspraken met BJZ-NH om te zorgen voor: 1 verbetering van de indicatiestelling door uniformering daarvan; 2 verkorten doorlooptijden van het AMK door onder meer deel te nemen aan de ´doorbraakmethode’; 3 verbetering van de kwaliteit van de gezinsvoogdij door onder meer uitvoering van het Deltaplan. We hebben afspraken gemaakt over het verkorten van de doorlooptijden en verbeteringen in de jeugdbescherming. Hierover zijn positieve inspectierapporten verschenen. D We genereren beleidsinformatie om de prestaties van BJZ-NH te kunnen meten BJZ-NH kan nog niet alle beleidsinformatie betrouwbaar leveren. Daarom is er door BJZ-NH een plan gemaakt om de beleidsinformatie over geleverde prestaties te verbeteren. E We subsidiëren het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg Het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg heeft een subsidie ontvangen.
Welke resultaten hebben we behaald? Inzet van de provincie is niet in een tabel met cijfers te vatten. 2.9.8 Operationeel doel: Realiseren van samenhang binnen de Jeugdzorg als geheel en afstemming met het preventieve lokale jeugdbeleid
Resultaat Wij willen samenhang binnen de jeugdzorg als geheel en afstemming met het preventieve lokale jeugdbeleid realiseren. Bij deze taak/verantwoordelijkheid hebben wij het volgende speerpunt benoemd: kinderen en hun ouders mogen geen last ondervinden van de overstap van de ene naar de andere schakel in de jeugdketen. BJZ-NH is bezig met het vormgeven van de schakelfunctie, waarmee de aansluiting tussen preventief lokaal jeugd
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 111
beleid en geïndiceerde jeugdzorg wordt geoptimaliseerd. Hiermee voorkomen we enerzijds dat jongeren die dat niet nodig hebben in de geïndiceerde jeugdzorg terechtkomen Anderzijds zorgen we ervoor dat jongeren die dat wél nodig hebben soepel doorstromen. Door gemeenten te ondersteunen bij het opzetten van de Centra voor Jeugd en Gezin werken we mee aan het scheppen van een loketfunctie op lokaal niveau. Momenteel bekijken we op welke manier BJZ-NH kan participeren in deze centra, zodat een soepele overstap gegarandeerd wordt. In het kader van het eerder genoemde Bestuursakkoord 2008-2009 wordt de nazorg aan jongeren die uitstromen uit de geïndiceerde jeugdzorg verbeterd, zodat uitstroom uit de keten goed verloopt en terugval wordt voorkomen.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? We werken aan samenhang binnen de jeugdzorg als geheel en afstemming met lokaal jeugdbeleid. A We maken afspraken met gemeenten in het platform Provinciaal Bestuurlijk Overleg Jeugdzorg (PBOJ), waardoor de samenwerkingsverbanden met de gemeenten worden geïntensiveerd We hebben de samenwerkingsverbanden binnen regio’s bevorderd door subsidie te verstrekken aan zes regionale platforms. Daarnaast voeren wij regelmatig overleg met de regio’s om af te stemmen. B We maken we ons sterk voor een sluitende zorgketen voor jeugdigen door: • aansluiting BJZ-NH met lokale zorgteams; • gemeenten te ondersteunen ten aanzien van de implementatie van Centra voor Jeugd en Gezin, het elektronisch kinddossier en de Verwijsindex; • projecten opvoedingsondersteuning in diverse gemeenten; • het project bemoeizorg risicogezinnen; • projecten over adequate zorgstructuur in het onderwijs; • afspraken te maken met zorgkantoren, justitie en de Raad voor de Kinderbescherming. We hebben ons sterk gemaakt voor een sluitende zorgketen jeugdigen door: • Aan zes jeugdzorgregio’s PBOJ-middelen (Provinciaal Bestuurlijk Overleg Jeugdzorg) te verstrekken om de zorg structuur te verbeteren en om voorbereidingen te treffen voor de Centra voor Jeugd en Gezin. • Het voorbereiden van het bestuurlijk akkoord Verwijsindex en de aanbesteding, in overleg met gemeenten, zodat de implementatie in 2009 kan plaatsvinden. • Aan acht regio’s subsidie te verstrekken, waarmee de opvoedingsondersteuning wordt uitgebreid. • In de drie noordelijke regio’s de bemoeizorg samen met vier gemeenten te financieren en in de zuidelijke regio’s projecten bemoeizorg te starten. • Met zorgkantoren gesprekken te voeren over de aansluiting Jeugdzorg en AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziekte kosten). Met de Raad voor de Kinderbescherming zijn gesprekken gevoerd waarin afspraken zijn gemaakt over kwaliteitsverbetering in de relatie tussen BJZ-NH en de Raad naar aanleiding van een inspectierapport over het functioneren van de Raad. Met zowel het Ministerie van Justitie als met het Programmaministerie van Jeugd en Gezin zijn afspraken gemaakt over onder meer de justitiële taken van BJZ-NH.
Nieuw beleid 1 Motie 21-9 Stimuleren vrijwilligerswerk Subsidies in het kader van de deelverordening Vrijwilligers, kwaliteitsverbetering van het vrijwilligerswerk en kwaliteitsverbetering van de organisatie zijn verstrekt. 2 Subsidies stimulering ontw.anti-discriminatie Het Rijk wenst extra inzet te plegen ten behoeve van de bestrijding van discriminatie en het vergroten van de dekking van antidiscriminatiebureaus (ADB). In het kader hiervan zijn subsidies vertrekt. 3 Overige uitgaven jeugdzorg Het betreft alle overige kosten voor de jeugdzorg die geen subsidies zijn en niet ten laste van de doeluitkering Jeugdzorg kunnen worden gebracht. Het betreft onder andere de uitvoering van de in IPO-verband gemaakte bestuurlijke afspraken over de bijdrage van de provincies aan het landelijk project jeugdzorg. Het gaat onder andere om kosten als de bijdrage aan het beheer van het landelijk informatiesysteem jeugdzorg en kosten in verband met de voorbereiding van het Beleidskader jeugdzorg. Ook gaat het om het laten verrichten van onderzoek ten behoeve van jeugdzorg. Aan
112 |
bovenstaande is geen uitvoering gegeven en voorgesteld is om de beschikbare middelen te storten in de reserve Uitgestelde intenties. 4 Aansluiting Bureau Jeugdzorg In het uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2008 staat dat wij afspraken zullen maken met gemeenten en Bureau Jeugd zorg (BJZ) over de positie van het BJZ als toegangspoort tot de jeugdzorg in/bij de Centra voor Jeugd en Gezin. Om de overdracht van taken van bureau Jeugdzorg naar gemeenten te waarborgen zijn extra middelen aangevraagd bij de lentenota. Er is nog geen volledige uitvoering gegeven aan het uitvoeringsprogramma. Voorgesteld is om de nog beschikbare middelen te storten in de reserve Uitgestelde intenties.
Wat heeft het gekost? 2.9.10 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
Lasten Apparaatskosten Lasten Apparaatskosten Baten Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves Resultaat na bestemming
9 Welzijn en ( jeugd)zorg Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
107.217.522 3.926.978
103.038.800 4.624.400
123.112.700 5.236.700
117.916.460 4.341.002
5.196.240 895.698
111.144.500 85.263.672
107.663.200 71.184.800
128.349.400 89.908.400
122.257.462 93.083.089
6.091.938 3.174.689-
25.880.828-
36.478.400-
38.441.000-
29.174.373-
9.266.627-
6.883.000–
15.657.200–
15.084.200–
8.609.816–
6.474.384-–
18.997.828-
20.821.200-
23.356.800-
20.564.557-
2.792.243-
Lasten De onderschrijding van € 5.196.240 wordt als volgt verklaard: • Er is een vertraagde besteding op de budgetten voor EXIN-H Jeugdzorg door een lagere onttrekking van € 6.502.951 aan de reserve EXIN-H voor het project Aanvalsplan Wachtlijsten Jeugdzorg en het project Zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek (Het Transferium). (Zie voor een verdere toelichting bij deze verschillen het reserveverslag EXIN-H.) Daarnaast is er door vertragingen in de planning van de veranderingen bij Bureau Jeugdzorg een vertraagde besteding van € 585.900 voor de frictiekosten Bureau Jeugdzorg en een vertraagde besteding van € 439.925 voor aan sluiting jeugdbeleid. Een bedrag van € 884.000 van deze budgetten is gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. Tot slot zijn door het Rijk forse incidentele middelen ter beschikking gesteld die in een laat stadium (deels) tot uitgaven hebben geleid. Hierdoor is er een overbesteding van € 3.324.537 op het budget voor beleidskader jeugdzorg. In totaal is door bovenstaande een onderschrijding van € 4.381.167 op het budget voor Jeugdhulpverlening. • Er is een vertraging in de besteding van € 681.193 op het budget voor volksgezondheid dat wordt veroorzaakt door een lagere onttrekking van € 231.824 aan de reserve EXIN-H voor het project Wijksteunpunten Breed 2005-2008 en door vertraging en wisselingen in dossierhouders en de complexiteit van het dossier bij de uitvoering van de motie armoede. Voor de uitvoering van de motie armoede is € 500.000 van het nog beschikbare budget gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. Apparaatskosten Op dit programma zijn minder apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 113
Baten De overschrijding op de baten van € 3.174.689 voor Jeugdhulpverlening wordt als volgt verklaard: Van het ministerie van VWS is een uitkering ontvangen ten behoeve van de jeugdzorg, die gedurende het jaar diverse malen bijgesteld is. Daarnaast heeft het ministerie aanzienlijke bedragen incidenteel beschikbaar gesteld. Onttrekking reserves Het verschil van € 6.474.384 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk een lagere onttrekking aan de reserves EXIN-H (zie ook de toelichting op de lasten).
114 |
Programma 10 Kunst en Cultuur
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 115
Wat hebben we bereikt? 2.10.1 Missie: De provincie Noord-Holland streeft naar een hoogwaardig en toegankelijk aanbod van cultuur en naar behoud, versterking en ontwikkeling van het cultureel erfgoed.
Maatschappelijke effecten Het is niet mogelijk om met één indicator het maatschappelijk effect van het programma aan te geven. Per operationeel doel is getracht het maatschappelijk resultaat zichtbaar te maken.
Beleidsspeerpunten • Bij metingen in het kader van het Actieplan Cultuurbereik in 2008 is gebleken dat 97% van de Noord-Hollandse bevolking in aanraking is geweest met cultuur of cultureel erfgoed. Het Rijk continueert het Actieplan Cultuurbereik in een andere vorm, namelijk het Fonds voor Cultuurparticipatie. Wij hebben een programma voor 2009-2012 ingediend bij het fonds, dat onlangs is goedgekeurd. • De nieuwe Cultuurnota voor 2009-2012 is in de Statenvergadering van november vastgesteld. In deze cultuurnota staan drie thema’s centraal: Levend Verleden, Genieten en Meedoen en Mooi Noord-Holland. Binnen het thema Levend Verleden wordt bijzondere aandacht besteed aan lokale en regionale cultuuruitingen die typerend zijn voor de Noord-Hollandse identiteit Wij stellen ons ten doel om het Noord-Hollands erfgoed te behouden en zichtbaar te maken, de historische informatie toegankelijk te maken en de geschiedenis van Noord-Holland actief te promoten, onder andere door de ontwikkeling van een culturele biografie. • RTV-NH heeft een nieuwe zendmachtiging ontvangen tot september 2009. • In 2008 zijn verdere stappen gezet in de verzakelijking van de subsidierelaties. Alle instellingen dienen SMART geformuleerde prestatieplannen in op basis waarvan periodieke subsidies worden verstrekt.
Wat hebben wij daarvoor (meer) laten doen? Het programma Kunst en Cultuur bestaat uit een zeer groot aantal uiteenlopende activiteiten, waardoor het niet mogelijk is op het niveau van het programma één indicator voor het bereikte maatschappelijke effect aan te geven. Per operationeel doel is het maatschappelijk resultaat zichtbaar gemaakt. 2.10.2 Operationeel doel: RTV-NH Het waarborgen van een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig (regionaal) media-aanbod, dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Kijkcijfers gemiddeld dagbereik
Luistercijfers radiomarktaandeel
Gerealiseerde waarde eind 2008
16%
16%
Gemiddeld jaarcijfer nog niet bekend
12,7%
10%
Gemiddeld jaarcijfer nog niet bekend. In september/oktober was het 12,5%
Deze indicatoren worden landelijk gebruikt om kijk- en lijstercijfers met elkaar te vergelijken. Een percentage ’gemiddeld daggebruik’ betekent dat dit percentage van de totale Noord-Hollandse bevolking zijn televisie gemiddeld dagelijks op enig moment afgestemd heeft op RTV-NH. Er worden tussen het IPO en de overkoepelende organisatie voor regionale omroep ROOS afspraken gemaakt over kengetallen om de prestaties van de verschillende provinciale omroepen beter met elkaar te kunnen vergelijken. Dit kan leiden tot een of meer indicatoren die gebruikt kunnen worden voor de begroting. De bron voor de meting is het Continu Luisteronderzoek van RAB/Intomarkt Gfk.
116 |
Welke instrumenten en activiteiten hebben we hiervoor ingezet? A Wij geven jaarlijks subsidie aan RTV-NH De subsidie is op basis van het activiteitenplan verstrekt. B Wij hebben in 2008 een nieuw contract afgesloten voor vijf jaar met die (combinatie) van zendgemachtigde(n) die het beste onze doelen realiseert/realiseren Na een positief advies en een bekostigingsverklaring door PS heeft RTV N-H een nieuwe zendmachtiging ontvangen tot 9 september 2013 van het Commissariaat voor de Media. 2.10.3 Operationeel doel: Cultuurparticipatie De provincie Noord-Holland streeft ernaar met lokale partners (gemeenten en/of steunfuncties op het gebied van cultuureel en cultureel erfgoed) zorg te dragen voor een kwalitatief hoogwaardig en goed toegankelijk cultureel aanbod. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Percentage Noord-Hollanders dat deelneemt aan culturele activiteiten
83%*
90%
94%
Percentage basisscholen met een cultuureducatief beleid
46%**
75%
75%
* genoemde waarde is de waarde gemeten eind 2004 t.b.v. het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 ** genoemde is de waarde gemeten eind 2006 t.b.v. Actieplan Cultuurbereik 2005-2008
Bureau O+S heeft in 2008 deelname van Noord-Hollanders aan culturele activiteiten gemeten. De deelname is groter dan geraamd. Bureau ART heeft in 2008 meting onder basisscholen uitgevoerd in hoeverre deze cultuureducatief beleid hebben. Het streefpercentage is gehaald.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Actieplan Cultuurbereik Het actieplan zet geld in voor het vergroten van het publieksbereik en de actieve deelname aan kunst en cultuur door de bevolking van Noord-Holland (exclusief Amsterdam) door middel van inbedding en verdieping van cultuurbeleid in het gemeentelijk beleid en het stimuleren van gemeentelijke samenwerking. Er zijn 38 projecten van gemeenten gehonoreerd, 122 projecten van scholen en 15 projecten van provinciale steunfunctieinstellingen. 77% van de gemeenten neemt deel aan het actieplan, 66% van de gemeenten heeft meerjarig cultuurbeleid vastgelegd in een nota. 82% van de gemeenten heeft cultuureducatief beleid ontwikkeld of is ermee bezig. B Steunfunctie amateurkunst De Kunst en uitvoeringorganisatie op het gebied Kunst en Cultuur Noord-Holland (KCNH), Centrum voor Beeldende Kunst (CBK) Met Stichting De Kunst, Stichting Kunst & Cultuur NH en het Centrum voor Beeldende Kunst en Vormgeving zijn in 2008 op basis van de ingediende activiteitenplannen afspraken over producten en prestaties gemaakt. C Subsidies aan het Fonds voor de Podiumprogrammering en Marketing (FPPM), poppodia en filmhuizen Er is subsidie verstrekt aan tien filmhuizen, vijf kernpodia popmuziek en via het NFPK+ (voorheen FPPM) zijn subsidies verstrekt aan kleinschalige muziek- en theaterpodia. D Subsidies op basis van de deelverordeningen op het gebied van beeldende kunst en vormgeving (dv BKV) en begeleiding amateur zanguit voeringen (dv BAZ) Vanuit de deelverordening BKV zijn aan 12 kunstenaarsinitiatieven subsidie verstrekt voor diverse activiteiten. Vanuit de deelverordening BAZ zijn 40 subsidies verstrekt.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 117
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Actieplan Cultuurbereik Aantal gemeenten waarmee in kader van Actieplan wordt samengewerkt
Gerealiseerde waarde eind 2008
32 gemeenten*
45 gemeenten
46 gemeenten
Aantal gesubsidieerde steunfuncties en organisaties
21
21
21
Visserij
15
14
12
* genoemde waarde is de waarde gemeten eind 2004 t.b.v. het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008
46 gemeenten nemen deel aan het actieplan. Dit is gemeten door telling van het aantal gemeenten dat projecten heeft uitgevoerd. Eén meer dan de streefwaarde. Er zijn minder manifestaties/projecten gesubsidieerd, aangezien het subsidieplafond bij de 12e aanvraag reeds was bereikt. 2.10.4 Operationeel doel: Versterken van cultuureducatie Versterken van cultuureducatie in het onderwijs zodanig dat leerlingen in een doorgaande leerlijn van 4 tot 18 jaar kennis opdoen van kunst en cultuur in hun omgeving. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
Percentage basisscholen met een cultuureducatief beleid
46%*
75%
75%
Percentage scholen dat functioneert in een netwerk
52%*
75%
65%
* genoemde waarde is de waarde gemeten eind 2006 (tweede meting Bureau ART) ten behoeve van het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008.
Bureau ART heeft in 2008 een derde meting onder scholen uitgevoerd om na te gaan in hoeverre deze deelnemen aan een netwerk. Bij basisscholen was dat 62% en bij het voortgezet onderwijs 68%. Het streefpercentage is niet gehaald; de reden hiervan is niet bekend.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Actieplan Cultuurbereik De steunfunctie kunst- en erfgoededucatie heeft netwerkvorming (tussen scholen, culturele instellingen, steun functies en gemeenten) bij scholen gestimuleerd. B Subsidies aan de steunfuncties kunsteducatie en erfgoededucatie, provinciaal consulent kunsteducatie Bureau Erfgoededucatie heeft onder andere de CanonKaravaan in Noord-Holland georganiseerd. In samenwerking met de provinciaal consulent kunsteducatie (PCK) zijn de Rondjes Cultuur georganiseerd en is de website www.cultuurkids. nl actueel gehouden. Daarnaast heeft de PCK de Jongerentheaterdagen georganiseerd. Aan de zeven steunfuncties kunsteducatie en de PCK is een periodieke subsidie verstrekt op basis van de door hen ingediende prestatieplannen. Deze zijn onder andere gericht op bemiddeling tussen de vraag van de scholen en het aanbod van culturele instellingen/organisaties, netwerkvorming en scholing.
118 |
C Subsidies aan de vierjarige jeugdtheatergezelschappen Zes jeugdtheatergezelschappen hebben een subsidie ontvangen voor het ontwikkelen en produceren van jeugdtheaterv oorstellingen voor de leeftijdsgroepen van 4 tot 18 jaar. D Subsidies op basis van deelverordeningen inzake theaterkrediet (DV TK) en professionele podiumkunsten (DV PPK) Tien professionele jeugdtheatergezelschappen hebben subsidie ontvangen voor de ontwikkeling van een jeugdtheater productie en 94 scholen hebben subsidie aangevraagd voor de uitvoering van jeugdtheaterproducties. Het gaat om jeugdtheaterproducties voor de leeftijdsgroepen van 4 tot 18 jaar.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 B A antal gesubsidieerde Steunfuncties kunsteducatie Steunfunctie Erfgoededucatie Provinciaal consulent KE C A antal gesubsidieerde gezelschappen Aantal gesubsidieerde voorstellingen in NoordHolland, excl. A’dam D A antal gesubsidieerde dv TK en dv PPK voorstellingen
Gerealiseerde waarde eind 2008
7 1 1
7 1 1
7 1 1
6
6
6
248
248
**
962**
X
10 PPK 94 TK
* genoemde waarde is de waarde gemeten eind 2006 (2e meting Bureau ART) ten behoeve van het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 ** het aantal gespeelde voorstellingen wordt pas bekend bij de jaarverslagen, die uitkomen in het voorjaar van 2009 *** het getal behelst hier het aantal voorstellingen
Het streven langere termijn is niet ingevuld, aangezien wij nieuwe beleidskeuzes maken in 2008 over de nieuwe Cultuurnotaperiode 2009-2012. Punt D: Dv TK en dv PPK. Inherent aan een deelverordening is dat vooraf onduidelijk is hoeveel aanvragen er ingediend worden en hoeveel daarvan subsidie krijgen. Bureau ART heeft in 2008 de derde meting onder basisscholen uitgevoerd naar cultuureducatiebeleid. Het streef percentage is gehaald. Er is niet bijgehouden hoeveel voorstellingen gesubsidieerd zijn, maar aan hoeveel aanvragers een subsidie is verstrekt. De aanvrager kan meerdere voorstellingen uitvoeren (PPK) dan wel voor meerdere uitvoeringen (TK) aanvragen. 2.10.5 Operationeel doel: Cultuurhistorie en culturele planologie Het leesbaar maken en/of houden van de cultuurhistorie in het Noord-Hollandse landschap door middel van hoogwaardige voorzieningen en het gebruiken van cultuurhistorische inspiratie bij nieuwe ontwikkelingen.
Resultaat Voor deze doelstelling is geen eenduidige indicator voorhanden. Bij de prestaties die we met onze instrumenten leveren komt ons resultaat tot uitdrukking.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? A Beoordeling ruimtelijke plannen door de provincie heeft kwaliteitsverbetering tot gevolg. We hebben zo’n 50 bestemmingsplannen getoetst, waaronder die van het Alvera klooster Bloemendaal, dat is aangepast, aangezien in eerste instantie het archeologisch onderzoek niet voldeed aan de wetgeving. Er zijn 20 MER’s getoetst, waaronder die van het Wieringerrandmeer. We hebben 20 provinciale projecten met betrekking tot wegen en dergelijke
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 119
getoetst, zoals de goedkeuring van het archeologisch programma van eisen voor de Westelijke Randweg Beverwijk. Voor het afgeven van vergunningen voor monumentale dijken zijn 20 aanvragen getoetst. B Opdrachtenbudget en deelverordening culturele planologie: opdrachtenbudget werkt stimulerend voor gemeenten en zorgt voor participatie van bevolking bij ruimtelijke inrichting van hun omgeving Diverse gemeenten hebben van ons subsidie ontvangen voor projecten op cultureel planologisch gebied, bijvoorbeeld Zaanstad met het project Typisch Westzaan en Beemster met het project Energie en Landschap. Opdrachten zijn onder andere verstrekt ten behoeve van de totstandkoming van het beeldkwaliteitsplan van de Westfriese Omringdijk. Verder heeft het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord het project Grondverzet uitgevoerd, waar vanuit de sector Cultuur & Cultuurhistorie een bijdrage is geleverd aan een duurzaam ontwerp voor het bedrijfsterrein Jaagweg bij Hoorn. C Bescherming op basis van de provinciale monumentenverordening en vergoeding voor inkomstenderving uit EXINH leidt tot duurzaam behoud archeologie in situ In 2008 hebben we het terrein van de Abdij van Egmond en de Adelbertusakker (Oer-IJ-gebied) als monument aan gewezen. Voor een duurzaam beheer van Maantjesland bij Aartswoud (de Gouw) is een afkoopsom betaald. D Inzet middelen uit UNA en EXINH in cascoherstel en herbestemming leidt tot grotere publieke toegankelijkheid van gebouwd erfgoed In het kader van het jaar van het religieus erfgoed hebben we uit de EXINH-middelen 14 religieuserfgoedprojecten gehonoreerd. De projecten zijn alle gericht op herstel ten bate van brede publieke toegankelijkheid van religieus erfgoed. Uit de EXINH-middelen zijn ook bijdragen gereserveerd voor drie industrieelerfgoedlocaties in het Noordzee kanaalgebied. E ‘Maltageld’ voor archeologie wordt ingezet voor prospectieonderzoek, noodonderzoek, educatieve projecten, restauratie van vondsten. Het vergroot het duurzaam behoud van archeologische waarden en de ‘leesbaarheid’ van de vroege geschiedenis De opgraving Groot Olmen in Bloemendaal is tot een rapportage uitgewerkt. Oude archeologische opgravingen op Texel zijn alsnog geanalyseerd en in een rapport vervat. Op het terrein van de Abdij van Egmond zijn investeringen gedaan voor de bescherming van archeologisch erfgoed en educatie. Diverse topstukken uit het depot zijn geconser veerd of gerestaureerd. F Beoordeling en bijsturen van ingediende plannen van derden op basis van de provinciale monumentenverordening leidt tot goed uitvoerbare plannen We hebben circa 40 vergunningen verleend voor restauraties en wijzigingen aan provinciale monumenten, in 2008 relatief veel met betrekking tot de Westfriese Omringdijk. Het aantal wijzigingen (circa 35) is groter dan het aantal restauraties (circa vijf). Met de meeste indienende partijen hebben we in een vroeg stadium ter plekke overleg gevoerd over hun plannen. Deze vroege fase is essentieel voor het maken van plannen die voor vergunningverlening in aan merking komen. G Deelverordeningen voor restauratie en onderhoud van provinciale en roerende monumenten leiden tot duurzame instandhouding van monumenten door restauratie en overdekt bewaren van erfgoed We hebben rond de 40 subsidies verleend voor onderhoud en restauratie van provinciale monumenten. Het aantal onderhoudssubsidies is ver in de meerderheid. Dit is gunstig, omdat goed onderhoud dure restauraties voorkomt. H Deelverordening Participatie en Educatie Archeologie leidt tot betrokkenheid van bevolking bij archeologie en bevordert regionale kennis Wij hebben subsidie verleend, waardoor amateur-archeologen en historici eigen onderzoek hebben gedaan en dat in hun eigen kring aan belangstellenden gepresenteerd hebben. I Deelverordening Museumondersteuning leidt tot een hoger kwaliteitsniveau van het museumaanbod Aan negen musea hebben wij subsidies verstrekt, onder andere om jongeren bij het museum te betrekken. Andere bijdragen waren bestemd voor actuele presentaties, ondersteund met audiovisuele apparatuur en verantwoorde opslag van museumobjecten. J Bijdrage aan Historische Verenigingen via MHP leidt tot een grotere betrokkenheid van burgers die zijn geïnteresseerd in regionale (cultuur)geschiedenis Het gaat hier om professionalisering van de instellingen door de MHP (die nu is opgegaan in de CENH). Vooral de aan gepaste digitale informatievoorziening van geschiedenisbank en beeldbank heeft geleid tot veelvuldige raadpleging (1500 per maand).
120 |
K Steunfuncties erfgoed: Erfgoedorganisaties voeren met dit geld projecten uit die de kennis van de regionale (cultuur)geschiedenis toegankelijker maakt en verspreidt De in CENH opgegane steunfunctie cultureel erfgoed heeft zich vooral gericht op het informeren van gemeenten over de nieuwe rijksregelgeving voor monumenten. Aan de helpdeskfunctie is behoefte bij gemeenten, vooral op het gebied van de archeologie als gevolg van Malta-wetgeving. L Stichting Monumentenwacht Noord-Holland geeft door regelmatige inspecties jaarlijks inzicht in de bouwkundige staat van circa 3000 monumentale objecten in Noord-Holland Wij subsidiëren jaarlijks op grond van begrotingspost. M Opdrachten archeologie. Dit geld zetten wij in voor onderzoek van vindplaatsen die beschermd dienen te worden, inhuur van expertise, restauratie en educatieve projecten Er is een film over de kano van de Wieringermeer gemaakt en er zijn provinciale verwachtingenkaarten opgesteld. Extra expertise voor collectiebeheer in het depot is ingehuurd. Archeologisch onderzoek is uitgevoerd op het kasteel terrein Nuwendoorn en er is een archeologische waarneming verricht op Texel Oudeschild. N Depotbeheer archeologie zorgt voor duurzame instandhouding van archeologische collecties en een makkelijke (digitale en fysieke) toegankelijkheid voor amateur- of wetenschappelijk onderzoek Ingebrachte vondsten zijn gefotografeerd en digitaal geregistreerd, zodat ze beschikbaar zijn voor amateur-/weten schappelijk onderzoek.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008
Gerealiseerde waarde eind 2008
A A antal door provincie beoor deelde plannen ruimtelijke ordening met aandacht voor cultuurhistorische component
40%
60%
60%
B A antal projecten in het kader van de culturele planologie
10
15
13
C A antal provinciaal beschermde archeologische monumenten met beheersvergoeding
2
2
2
D A antal projecten binnen het UNA Programma Sociale en Culturele Infrastructuur + EXINH
2
2
17
5
5
5
35
35
40
120
120
124
2
2
2
8
5
5
40
40
50
G - A antal verleende vergunningen en subsidies voor restauratie van provinciale monumenten - A antal verleende subsidies voor onderhoud van provinciale monumenten - A antal verleende subsidies voor malen en draaien van molens. N. - A antal grotere archeologische veldonderzoeken, toevals vondsten en fondsmeldingen - A antal educatieve archeologie projecten O Inname archeologische collecties in depot
Het aantal vergunningverzoeken voor provinciale monumenten (zie G) ligt per jaar gemiddeld op 40, het gaat daarbij om allerhande cascowijzigingen, slechts een klein deel daarvan bevat verzoeken tot restauratie.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 121
Resultaten onder G zijn gemeten op grond van gehonoreerde aanvragen. Het aantal opdrachten culturele planologie is lager uitgevallen doordat de doorlooptijd van procedures vertraging opleverde. Deze projecten worden nu in 2009 uitgevoerd. Het aantal projecten vanuit de EXINH-gelden (onder D) is beduidend hoger, omdat ingespeeld is op de behoefte om in het Jaar van het Religieus Erfgoed een aantal nieuwe projecten op te pakken. 2.10.6 Operationeel doel: De Stelling van Amsterdam De Stelling van Amsterdam willen wij als cultuurhistorische en landschappelijke eenheid behouden en de recreatieve waarden verder te ontwikkelen. De Stelling van Amsterdam met al haar forten, dijken, dammen, sluizen en inundatie gebieden is een bijzonder cultuurhistorisch monument van waterstaatkundige en defensietechniek. In de directe nabij heid van een sterk verstedelijkte omgeving is de Stelling een relatief open en rustige landschapszone. Haar (inter) nationale betekenis blijkt uit de aanwijzing tot Nationaal Landschap en UNESCO-werelderfgoed. Kaderstellend is het door Provinciale Staten vastgestelde gebiedsprogramma Stelling van Amsterdam 2005-2008. In 2008 wordt een nieuw plan voorbereid voor de periode 2009-2013. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Naamsbekendheid Stelling van Amsterdam
Gerealiseerde waarde eind 2008
39.307
+ 5%
44.000 (+ 9%)
Bezoekerscentra stelling van Amsterdam
0
0
0
Aantal knelpunten doorgaande wandelroute opgelost
1
10
8
De naamsbekendheid van de Stelling van Amsterdam is gemeten aan het aantal bezoekers van Forteiland Pampus. Ten opzichte van 2007 is dit bezoekersaantal met 9% gestegen In 2008 zijn de voorbereidingen voor drie bezoekerscentra voor de Stelling van Amsterdam verdergegaan. In 2009 zal het bezoekerscentrum in het Fort aan de Nekkerweg gerealiseerd worden en in 2010 is het bezoekerscentrum op Fort eiland Pampus klaar. Voorjaar 2009 zal bekend worden in welk fort aan de westzijde van de Stelling een bezoekers centrum komt. In 2008 zijn acht knelpunten in de doorgaande wandelroute Stelling van Amsterdam opgelost. Twee knelpunten zullen begin 2009 worden opgelost. September 2009 wordt de doorgaande wandelroute officieel geopend.
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? A Versterken ruimtelijke samenhang en landschappelijke herkenbaarheid Het Beeldkwaliteitsplan Stelling van Amsterdam en het daarbij horende Ruimtelijk Beleidskader zijn op 23 september 2008 door ons college vastgesteld. Voor het gebied Groene Oostrand in de gemeente Beverwijk heeft de gemeente in mei 2008 een inrichtingsplan opgesteld. Voor de Geniedijk in de gemeente Haarlemmermeer heeft de gemeente in november 2008 een concept ‘Visie op de Geniedijk’ uitgebracht. B Bevorderen recreatie en toeristische ontwikkeling Het verstrekken van subsidie voor de realisatie van bezoekerscentra vindt voor twee bezoekerscentra vanaf begin 2009 plaats. Hierin is vertraging opgetreden door langere doorlooptijd van planvorming en vergunningverlening. In 2008 is met behulp van subsidie gewerkt aan het totstandbrengen van een doorgaande wandelroute langs de Stelling van Amsterdam en oplossen van knelpunten hierin. September 2009 wordt deze route opgeleverd. C Economische benutting Wat betreft het Vuurtoreneiland bij Durgerdam hebben wij in 2008, samen met andere betrokken partijen, de bestuurs overeenkomst getekend. Begin 2009 start het traject tot werving en selectie van een exploitant. Voor het Fort benoorden Spaarndam is in 2008 door de eigenaar, Recreatie Noord-Holland, een prijsvraag uitgeschreven om poten
122 |
tiële exploitanten te werven. Vier ingediende plannen worden verder uitgewerkt. Voorjaar 2009 wordt besloten welke exploitant het fort mag gaan ontwikkelen. Voor het Fort bij Uitermeer hebben wij in april 2008 een Intentieovereenkomst getekend met de gemeente Weesp en Stichting Uiteraard Uitermeer (UU) voor ontwikkeling van het fort door deze stichting. In 2009 wordt de erfpacht constructie tussen Stichting UU en de provincie afgerond en worden alle benodigde vergunningsprocedures doorlopen om het fort te kunnen gaan ontwikkelen. D Marketing en communicatie In 2008 heeft Stichting Cultureel Erfgoed Noord-Holland de opdracht gekregen om de tweede fase van het marketingen communicatieplan Stelling van Amsterdam uit te voeren. In 2008 zijn in dit kader de volgende activiteiten/ producten uitgevoerd: • organisatie openingsevenement Groene Stelling; • organisatie Stellingmaand; • ontwerp en plaatsing informatiepaneel voor de Stelling; • het maken van negen fietsroutes langs de Stelling van Amsterdam; • uitgave van een vernieuwd Stellingpaspoort. E Restauratie en cultuurhistorie De restauratie van het Fort bij Nekkerweg is niet gestart door vertragingen in de vergunningverleningsprocedure. Begin 2009 gaat de restauratie van start. Voor de Schansen te Weesp is in 2008 een plan van aanpak voor restauratie opgesteld. Afhankelijk van de beschikbare middelen zal de gemeente Weesp dit project in 2009 of 2010 gaan uitvoeren. In 2008 hebben alle voorbereidingen plaatsgevonden voor de restauratie en financiering van het Fort bij Diemerdam. Voorjaar 2009 zal deze restauratie starten. Stichting Herstelling heeft in 2008 werkzaamheden verricht voor onder meer Fort bij Veldhuis, fort bij Edam, Fort bij Uitermeer, Fort bij Abcoude, Muizenfort te Muiden en Fort bij St. Aagtendijk. 2.10.7 Operationeel doel: Bibliotheken: kwalitatief en goed toegankelijk netwerk. Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 Percentage gecertificeerde bibliotheken
37%
40%
Gerealiseerde waarde eind 2008 63%
Het resultaat is gemeten op basis van gegevens van de Stichting Certificering Openbare Bibliotheken De gerealiseerde waarde is hoger dan verwacht, omdat bij het formuleren van de streefwaarde 2008 nog niet bekend was hoeveel bibliotheken eind 2007 gecertificeerd zouden zijn
Welke instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? A Subsidie aan ProBiblio Probiblio heeft subsidie ontvangen voor kennis- en netwerktaken ter ondersteuning van de basisbibliotheken op dit gebied. B Subsidies aan basisbibliotheken De subsidies rechtstreeks aan basisbibliotheken zijn niet gericht op kwaliteitszorg (certificering) maar op innovatie. C Het Marsrouteplan Bibliotheekvernieuwing Noord-Holland 2005-2007 De SOOB heeft subsidie ontvangen ten behoeve van kwaliteitszorg, waarmee voorwaarden gecreëerd worden die ten goede komen aan de certificering van de basisbibliotheken.
Nieuw beleid 1 Uit in Noord-Holland De Stichting Uit-in-Noord-Holland heeft subsidie ontvangen ten behoeve van de website www.uitinnoordholland.nl en www.noordhollandsuitburo.nl. Daarnaast heeft zij activiteiten voor de totstandkoming van een aantal fysieke uit punten in bibliotheken gerealiseerd.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 123
2 Cultuureducatie In 2008 is de deelverordening theaterkrediet in een gewijzigde vorm gehandhaafd. Eén van de wijzigingen betrof de doelgroep: alleen de Noord-Hollandse scholen kunnen nog een aanvraag indienen. Dit heeft een vermindering in aan vragen tot gevolg gehad. 3 WKPB Er is opdracht verstrekt tot het maken van een methode om de contouren te bepalen van provinciaal monumentale dijken. Er is extra mankracht ingehuurd om de provinciale monumentenlijst compleet te maken op het gebied van aanwijzingen en beschrijven. 4 UNA-projecten (Nuwendoorn) Voor kasteelterrein Nuwendoorn zijn in 2008 de volgende werkzaamheden uitgevoerd: installeren gas, water en elektra, kappen bomen en weghalen begroeiing, uitvoeren onderzoek fundering, uitbaggeren grachten, afvoeren grond naar te reconstrueren dijk, archeologisch onderzoek, organisatie van open dag. 5 Onderzoek ‘Velser Affaire’ Subsidie is verstrekt voor onderzoek naar vermeend verraad in de Tweede Wereldoorlog rondom de Velser affaire, als mede voor een gedeelte rouwverwerking voor nabestaanden.
Wat heeft het gekost? 2.10.8 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
10 Kunst en cultuur en educatie Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
50.692.571 3.926.922
41.509.200 4.076.000
41.640.100 4.616.000
38.770.104 4.837.450
2.869.996 221.450-
54.619.494 5.343.602
45.585.200 2.139.900
46.256.100 4.147.200
43.607.554 4.431.905
2.648.546 284.705-
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves
49.275.892-
43.445.300-
42.108.900-
39.175.649-
2.933.251-
17.336.0001.057.000
10.573.0001.014.300
8.312.3001.009.800
6.058.8801.009.800
2.253.420–
Resultaat na bestemming
32.996.892-
33.886.600-
34.806.400-
34.126.569-
679.831-
Lasten Apparaatskosten Lasten Apparaatskosten Baten
Lasten De onderschrijding op de lasten van € 2.869.996 wordt als volgt verklaard: • Doordat de planning van een aantal opdrachten voor culturele planologie is uitgelopen, is er een onderbesteding van € 276.525 voor Geldstroom beeldende kunst en vorming. (Zie ook baten.) Daarnaast is er minder onttrokken aan de reserve EXIN-H voor het project Museum De Nollen R.W. van de Wint (betreft een vertraagde besteding). (Zie voor meer toelichting het verslag van de reserve EXIN-H.) Ook is er minder onttrokken aan de reserve UNA voor het project Deelproject Soc. Cult. Infrastructuur: Stadschouwburg Haarlem (betreft een vertraagde besteding). (Zie voor meer toelichting het verslag van de reserve UNA.) Tot slot zijn er afrekeningsverschillen voorgaande dienstjaren. Door bovenstaande is er een onderschrijding van € 1.870.220 op het budget voor Cultuur. • Door een lagere onttrekking (€ 534.490) aan de reserve EXIN-H voor het project Opdrachtverlening Stelling van Amsterdam en door een lagere onttrekking (€ 282.419) aan de reserve UNA voor de UNA-projecten Deelproject Sociaal Cultureel Infrastructuur: EBH-project Haarlem en Deelproject Sociaal Cultureel Infrastructuur: Renovatie De Adelaar, is er een vertraagde besteding van € 976.448 op het budget voor Cultureel Erfgoed. • Doordat een aanvullende subsidie aan Probiblio voor frictiekosten ter grootte van € 260.000 nog niet kon worden verleend, is er een vertraagde besteding op het budget voor frictiekosten Probiblio. Het overgebleven budget voor de frictiekosten Probiblio is gestort in de reserve Uitgestelde intenties.
124 |
• Door het eerder uitbetalen van subsidies is er een overbesteding van € 411.040 op het budget voor bibliotheekwerk. Hiervoor zijn ook meer rijksmiddelen ontvangen. (Zie ook toelichting op de baten.) Apparaatskosten Op dit programma zijn meer apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Baten De hogere baten van € 284.705 worden als volgt verklaard: • Er is € 393.628 meer onttrokken aan de rijksgelden voor het bibliotheekwerk, omdat meer subsidies zijn uitbetaald. Hierdoor is er een overschrijding op de baten Bibliotheekwerk. (Zie ook de lasten.) • Er is minder onttrokken aan de specifieke rijksgelden voor de geldstroom beeldende kunst en vorming voor een bedrag van € 262.095. Hierdoor is er onderbesteding op de baten voor Cultuur. (Zie ook de lasten.) Onttrekking reserves Het verschil van € 2.253.420 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk lagere onttrekkingen aan de reserves UNA en EXIN-H (Zie ook de toelichting op de lasten.)
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 125
126 |
Programma 11 Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 127
Wat hebben we bereikt? 2.11.1 Missie: Wij bieden ruimte aan wonen, werken, infrastructuur, natuur en vrije tijd in Noord-Holland. Maatschappelijke effecten De beoogde maatschappelijke effecten verschillen per project en zijn eerder in kwalitatieve dan in kwantitatieve termen aan te duiden. Wij streven de hierboven geformuleerde maatschappelijke missie na met tal van concrete pro jecten. We willen te midden van de andere spelers in het veld van de ruimtelijke ordening een krachtige en zichtbare rol vervullen. Wij zijn deze rol aan het (her-)definiëren, mede in het kader van de structuurvisie en de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en vinden dat die nieuwe rol in de toekomst moet worden getoetst aan de mening van onze partners en de burgers om wie het gaat. 2.11.2 Operationeel doel: Een heldere en resultaatgerichte ruimtelijke visie op provinciale schaal en een daad krachtige rol in de uitvoering
Welke projecten en instrumenten hebben we hierop ingezet? A Structuurvisie Noord-Holland In 2008 is een groot aantal deelproducten gemaakt ten behoeve van het opstellen van de structuurvisie in 2009: 1 Het provinciaal belang, de thema’s waar de provincie Noord-Holland de verantwoordelijkheid voor neemt, is in 2008 vastgesteld door Provinciale Staten, net als de kaderstellende notitie Provinciaal Belang (met de criteria voor het bepalen van de provinciale belangen) en de sturingsfilosofie. 2 ‘Het verhaal van Noord-Holland’ bevat een terugblik op de ontstaansgeschiedenis van Noord-Holland van zowel de bodem, de natuur en het landschap als het gebruik, de steden en de cultuur. 3 Drie delen ‘werkboek en bouwstenen’ zijn gemaakt: basisgegevens, communicatie en analyse. 4 Het werkboek Perspectieven is gemaakt, met vier verschillende perspectieven, om daarmee de discussie over de toe komstige ruimtelijke inrichting van Noord-Holland te ondersteunen. 5 In mei en juni 2008 zijn de dream-your-dreams-maanden gehouden, met de structuurvisiebus met de ‘touchtable’, die in de hele Provincie Noord-Holland is geweest (bijvoorbeeld Bevrijdingspop in Haarlem op 5 mei en de Week van de zee, eind mei). De touchtable heeft tien regiotafels ondersteund. Deze regiotafels (van de Kop van Noord-Holland tot Gooi en Vecht streek) zijn gehouden tussen juni en oktober 2008. De ‘verlangens’ van de regio’s stonden bij deze eerste ronde van regiotafels centraal; waar moet de provincie zich wel of niet mee bemoeien, welke kansen moeten worden benut, welke problemen opgelost? Ook is de bus naar vijf middelbare scholen gegaan. Zowel middelbare scholen als basis scholen hebben meegedaan aan een prijsvraag over hun ideeën over de toekomst van Noord-Holland. 6 Een tweede ronde van overleg is gestart in december 2008 en eindigt in januari 2009. Dit is een discussieronde over de vier perspectieven (zie 4 hierboven). Deze ronde bestond uit drie bijeenkomsten, in december een ambtelijke voor alle ambtenaren Ruimtelijke Ordening van gemeenten in Noord-Holland, een maatschappelijke bijeenkomst in december en een bestuurlijke bijeenkomst waarvoor alle portefeuillehouders Ruimtelijke Ordening, de drie dijk graven en de drie gedeputeerden van de omliggende provincies zijn uitgenodigd. 7 In 2008 is de zogenaamde PlanMER gestart, een milieueffectrapportage over de verschillende beleidskeuzes. De resultaten van de PlanMER worden verwerkt in de ontwerp-structuurvisie. 8 In 2008 is gestart met werken volgens DURP (Digitale Uitwisseling Ruimtelijke Processen). B Invoering nieuwe Wro • We hebben een juridische verkenning opgesteld van het ruimtelijke juridische instrumentarium met aandacht voor juridische bestuurlijke consequenties en risicofactoren. • We hebben externe samenwerkingsrelaties met gemeenten, de interne taakverdeling bij de beoordeling van gemeentelijk beleid en de verantwoordelijkheden voor juridische instrumenten vastgelegd in externe en interne werkafspraken. • In juni 2008 hebben wij het Overgangsdocument opgesteld. Hierin geven wij aan hoe wij in de periode tot de totstandkoming van de structuurvisie het beleid zullen vormgeven zoals verwoord in de streekplannen. • Een en ander heeft onder meer geresulteerd in de brochure Informatie implementatie nieuwe Wet ruimtelijke orde ning, die wij tijdens een informatiebijeenkomst met de Noord-Hollandse gemeenten beschikbaar hebben gesteld. • Op 15 december 2008 hebben Provinciale Staten de Planologische Verordening 2008 vastgesteld; hiermee is het bestaande beleid geborgd voor een aantal onderwerpen van provinciaal belang, die zich lenen voor een algemene regeling.
128 |
C Metropoolregio Amsterdam (voorheen Noordvleugel) Algemeen De resultaten van de zevende conferentie (december 2007) zijn het fundament geweest van diverse activiteiten rond het programma van Metropoolregio Amsterdam (MRA). Zo is het document ‘Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040’ een bouwsteen voor de structuurvisie Noord-Holland en zijn de vier impulsen met de 11 strategische opgaven toegedeeld aan bestuurders in de regio om verder uit te werken. De resultaten hiervan worden gepresenteerd tijdens de eerste conferentie Metropoolregio Amsterdam in april 2009. Daarnaast hebben de bestuurders uit de MRA het rapport ‘Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040’ ingebracht tijdens de ontwikkeling van ‘Randstad 2040’ (één van de 35 projecten uit RandstadUrgent). In het eindrapport van het Kabinet (september 2008) zijn de inhoudelijke punten uit het rapport goed herkenbaar. Op diverse uitvoeringsaspecten (onder andere de uitvoeringsagenda die wij als ‘te marginaal’ hebben betiteld) hebben wij als Metropoolregio Amsterdam een gezamenlijke reactie gegeven aan het Kabinet. Ook zijn gemeenschappelijke inspanningen verricht om de strategie verder geïmplementeerd te krijgen in rijks(uitvoerings)plannen zoals de verstedelijkingsopgaven 2010-2020 en het MIRT (meerjarenplan infrastructuur ruimte en transport). Dit geldt ook voor de ‘voorloper’, de interprovinciale visie op het Groene Hartbeleid. Gebiedsontwikkeling en de MRA De programma-activiteiten hebben zich vooral gericht op het onderzoeken van de (gewenste) samenhang aan de west kant van de Haarlemmermeer, rond de A1/A6/A9 rond de Bloemendalerpolder en de oostkant (Almere-SAA-SAAL-TMIJ). De programma-aanpak is hierbij faciliterend geweest voor de verschillende projecten. Ten aanzien van de westkant is het een coproductie met het ministerie van V&W en de gemeente Haarlemmermeer in het kader van RandstadUrgent, die in 2009 wordt afgerond. De resultaten moeten duidelijkheid geven op welke punten de verschillende (rijks)projecten van elkaar afhankelijk zijn (tijd, geld, inhoud) en of beter geborgd kan worden dat de afgesproken resultaten tijdig en goed worden gerealiseerd. D Schiphol • In vervolg op de eerste verkenning voor de langetermijnvisie hebben wij de tweede fase verkenningen afgerond. Deze vormt de basis voor de langetermijnvisie. Hiervoor zijn we gestart met een consultatieronde. Met een speciale ver gadering van de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) is deze op 11 november officieel van start gegaan. • In het uitvoeringsprogramma voor de korte termijn van de BRS en Schiphol Group, zijn maatregelen opgenomen ter verbetering van de positie van Schiphol. Het opzetten van een leefbaarheidsprogramma is het onderdeel waarvoor wij verantwoordelijk zijn. Dit voeren wij in het kader van het convenant Omgevingskwaliteit uit. • Maatregelen uit het convenant Omgevingskwaliteit voor de korte termijn voeren wij uit. Het gaat om de maatregelen waarover aan de zogenaamde Alderstafel overeenstemming tussen partijen is bereikt en die het kabinet heeft over genomen. Daarbij gaat het om investeringen in zwaar belaste gebieden. Het oplossen van de schrijnende gevallen is ook onderdeel van dit convenant. Wij hebben onze inventarisatie afgerond en het initiatief genomen tot het oprichten van een stichting die onder andere de problematiek van de meest schrijnende gevallen gaat oplossen. • Op 1 oktober heeft de heer Alders zijn advies voor de middellange termijn aangeboden aan de ministers van V&W en VROM. Dit advies is geformuleerd aan de Alderstafel waar ook wij aan hebben deel genomen. • De convenanten Selectiviteit, Hinderbeperking en Omgevingskwaliteit voor de middellange termijn, behorend bij het Alders-advies, zijn ondertekend en naar de Tweede Kamer verzonden. De convenanten voor de korte termijn zijn onderdeel geworden van de convenanten voor de middellange termijn. • Begin december is op initiatief van ons en Schiphol Group de Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol regio opgericht. Deze stichting heeft als doel het uitvoeren van het convenant Omgevingskwaliteit. • Hiervoor hebben wij in 2007 € 10 miljoen beschikbaar gesteld. Dit geld wordt gebruikt voor het oplossen van de meest schrijnende gevallen en de verbetering van de omgevingskwaliteit in de regio. In eerste instantie worden vijf projec ten medegefinancierd. Wij zijn samen met gemeenten en bewoners bezig om vijf gebiedsgerichte projecten op te zetten. Doel is om ervaring op te doen met een nieuwe aanpak voor de verbetering van de kwaliteit van de leef omgeving. • De uitvoeringsorganisatie van de stichting wordt onder andere door ons gesteund met een bedrag van € 750.000 per jaar voor de periode 2008-2011. • Wij geven uitvoering aan en begeleiden het project ‘Quality of life in airport regions’, dat is gestart in ARC-verband. De eerste fase hiervan is afgerond. Het eerste document is de key-elements die door de ARC is gepubliceerd. In de tweede fase zijn 4 kortetermijnprojecten gestart. Daarnaast gaan drie langetermijnprojecten van start. • In 2009 houden we een grote internationale conferentie in de regio met als thema ‘Quality of life in airport regions’. Voor de organisatie hebben we een overeenkomst gesloten met een internationaal communicatie- en organisatiebureau.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 129
• Op 10 december 2008 is er een informatiebijeenkomst geweest voor raads- en Statenleden. Thema hiervan was dit maal ‘De toekomst van Schiphol en de regio’. Genodigden waren de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland, de leden van de gemeenteraden, colleges van B&W, stadsdeelraden van de betrokken gemeenten, collegeleden van de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Flevoland • In het kader van de strategische agenda Schiphol zetten wij ons in voor het versterken van het draagvlak in de omgeving voor de ontwikkelingen van Schiphol. Hiervoor voeren we de regie in de regio onder andere in het kader van de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS), waarvoor we zowel de voorzitter als het secretariaat leveren. Door het Aldersproces van de afgelopen anderhalf jaar is de BRS zeer regelmatig bijeengekomen om alle leden te informeren en betrokken te houden bij het Aldersproces. Hierdoor hebben we binnen de BRS steun weten te krijgen voor het Aldersadvies. E Grote Wateren: In januari 2008 hebben wij een nieuw, uitgewerkt beleid voor het Markermeer en IJmeer vastgesteld, waarmee wij de koers ‘behoud door ontwikkeling’ geconcretiseerd hebben. In dit beleid is onze doelstelling om terughoudend te zijn met bebouwing in het Markermeer/IJmeer tot uitdrukking gekomen. Daarbij is een link gelegd met de natuuropgaven die in het gebied spelen. In april 2008 hebben we samen met Flevoland het Ontwikkelingsperspectief opgeleverd en aangeboden aan staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat. Dit Ontwikkelingsperspectief geeft een positief antwoord op de vraag of het mogelijk is de achteruitgaande natuur in het Markermeer/IJmeer te herstellen en veerkrachtig te maken. De uitgangspunten uit het Ontwikkelingsperspectief zijn overgenomen in de Beleidsnota IJsselmeergebied en in het Nationaal Waterplan, dat in december 2008 is gepresenteerd. Binnen de constellatie van het Programma Randstad Urgent was Toekomstagenda Markermeer/IJmeer het eerste project dat kwam met resultaat. 2.11.3 Operationeel doel: Streven naar een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit
Welke projecten en instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Beeldkwaliteitsplannen Beeldkwaliteitsplannen zijn sinds de vaststelling van het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord het kerninstru ment ruimtelijke kwaliteit: verplicht als onderbouwing van alle nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen buiten de bebouwde kom. Deze positie als kerninstrument is nog eens versterkt sinds de verplichting ook voor Noord-Holland Zuid geldt. In 2008 zijn wij op de ingeslagen weg verder gegaan: wij hebben tal van gemeentelijke beeldkwaliteitsplannen beoor deeld, incidenteel adviseren wij gemeenten over de aanpak van hun beeldkwaliteitsplannen. Gemeenten worden gestimuleerd om niet per project, maar structureel (voor de hele gemeente of een groot deel daarvan) een beeldkwali teitsplan te maken; in 2008 is voor het laatst hiervoor subsidie verstrekt (looptijd: 2007 en 2008). In totaal is over beide jaren aan 13 gemeenten in Noord-Holland Noord (waarvoor de regeling gold) een subsidie toegekend. Ruim de helft van het beschikbare budget is benut. De provincie heeft voor een aantal ‘eigen’ grote projecten beeldkwaliteitsplannen opgesteld: de Noordboog, de Stelling van Amsterdam, het Wieringerrandmeer, de Westfrisiaweg. Ook is nu een beeld kwaliteitsplan voor de Westfriese Omringdijk opgestart. B PARK (Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit) De activiteiten vallen onder de rubrieken ‘atelier’, ‘forum’ en ‘etalage’ en hebben uiteenlopende vormen aangenomen: brochures, mondelinge en schriftelijke adviezen, debatten, brainstorms, excursies, salons, presentaties, panellidmaat schappen of voorzitterschappen. Als concrete bijdragen op het gebied van ruimtelijke inrichting en kwaliteit zijn te noemen: • de salons die in het kader van de structuurvisie op ons verzoek zijn gehouden en waarbij over de belangrijke ruimtelijke thema’s en opgaven in Noord-Holland met externe experts van gedachten is gewisseld; • de resultaten van salons en bijeenkomsten hebben geleid tot adviezen aan ons college; • door middel van seminars is de integraliteit binnen de provincie bevorderd; • de interactie met externen is toegankelijk gemaakt met een website; • diverse interviews zijn in regionale dagbladen verschenen. C Waterlands Wonen Er is nog geen woningbouw mogelijk geweest in het landelijk gebied vanwege een spanningsveld met het rijksbeleid voor de gebieden in de rijksbufferzone Amsterdam-Purmerend. In 2008 is zowel ambtelijk als bestuurlijk meermalen overleg met VROM geweest over de realisatie van de woningbouwplannen in de
130 |
streekplanuitwerking Waterlands Wonen. In november 2008 is met het Rijk overeenstemming bereikt over een proefproject Waterlands Wonen. Hembrugterrein Wij hebben eerder het initiatief genomen om de impasse te doorbreken waarin de ontwikkeling van het Hembrug terrein verkeerde. Wij vonden het maatschappelijk onverantwoord om dit centraal in de Noordvleugel van de Randstad gelegen terrein ongebruikt te laten en de aanwezige monumenten te laten verpauperen. Wij wilden daarom het terrein aankopen. Op 21 augustus 2007 hebben wij besloten het terrein niet onder de door Domeinen gestelde voorwaarden te verwerven. Na een verkenning op verzoek van de Minister van VROM door het Gemeenschappelijk Ontwikkelings Bedrijf (GOB) is het Hembrugterrein begin 2008 een GOB-waardig project geworden. Inmiddels maken we vorderingen met de ont wikkeling van het terrein. Bij besluit van 4 november 2008 hebben wij een HIRB-subsidie van 1,3 miljoen euro en een monumentensubsidie van € 700.000 toegekend. Voorts zijn partijen in de Stuurgroep overeengekomen begin 2009 een Marktconsultatie te houden over de wijze waarop in de tweede helft 2009 aanbesteding van het terrein aan de markt mogelijk zou zijn.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 A A antal gemeenten met een structureel BKP
11
Gerealiseerde waarde eind 2008
12
13
Er is door 13 gemeenten een aanvraag ingediend. Zij hebben voor een totaalbedrag van € 1.164.674 subsidie aangevraagd. Aan 13 gemeenten is een totaal subsidiebedrag van € 263.002 verleend. In 2007 is € 187.114 verleend en in 2008 een bedrag van € 75.888. Inmiddels hebben vier gemeenten hun vastgestelde beeldkwaliteitsplan bij ons ingediend en wij hebben deze gemeenten een totaalbedrag van € 102.650 uitbetaald. Het laatste beeldkwaliteitsplan zal in mei 2009 worden ingediend en dan zal ook het gehele verleende subsidiebedrag uitbetaald zijn. Het subsidieplafond was € 500.000. In 2007 werd al aan 11 gemeenten subsidie verleend; de verlenging met een jaar is aan alle gemeenten kenbaar gemaakt, maar uiteindelijk zijn er slechts 2 gemeenten bijgekomen, wat het totaal op 13 brengt1). Krachtens de verordening (2007) konden 35 gemeenten een beroep doen op de subsidie. Het aantal van 13 gemeenten komt neer op zo’n 37%. Daarbij moeten we bedenken dat er ook een structureel beeldkwaliteitsplan is gemaakt door drie gemeenten met steun van de provincie buiten deze regeling om (Noordboog). Verder moet worden bedacht dat de regeling voor een aantal overwegend stedelijke gemeenten (met weinig landelijk gebied) als Hoorn, Alkmaar, Enkhuizen, Stedebroec en Schagen minder interessant is en dat de gemeenten in Laag Holland hun voornemens voor een gezamenlijke aanpak niet hebben kunnen doorzetten om allerlei organisatorische redenen. Het streefgetal van 12 was daarom realistisch. Het zijn er 13 geworden. Sommige gemeenten hebben de plankosten dermate beperkt gehouden dat het beroep op het totale budget daarmee bescheiden bleef. 2.11.4 Operationeel doel: Wij streven naar een efficiënt en multifunctioneel ruimtegebruik
Welke projecten en instrumenten hebben we hierop ingezet? A Taskforce Ruimtewinst (TFR) De Taskforce Ruimtewinst (TFR) heeft dit jaar een doorstart gemaakt. Deze concentreert zich nu op stationslocaties en kustplaatsen. Met verschillende gemeenten hebben wij oriënterende en voorbereidende gesprekken gehad. Voor één assist staat al een datum gepland voor februari 2009. De assist in Hoorn is afgerond met presentaties in de raad en aanbieding van de resultaten aan wethouders in Hoorn. 1) Het aantal gemeenten dat een beeldkwaliteitsplan heeft opgesteld zonder subsidie (dus niet structureel) is aanmerkelijk groter: het gaat om een ruime meerderheid van de gemeenten in het subsidiegebied.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 131
Er is een update over Hoorn verschenen. De gemeente heeft het hele advies van de taskforce overgenomen en de raad heeft unaniem besloten dit advies tot uitvoering te gaan brengen. B UNA/ISV- Aantal herijkingonderzoeken: In oktober 2007 moesten gemeenten zich verantwoorden voor de uitgaven die ze hadden gedaan voor wat betreft de eerste 20% van het toegekende UNA en UNA-ISV bedrag. In oktober moesten ze dat weer doen over de eerste 50%. Omdat dat vrij veel administratieve last oplevert, zijn we coulant omgegaan met verzoeken om de verantwoording van 2007 uit te stellen. In feite hebben we afgesproken dat het in 2008 bij de verantwoording over 50% dan echt moest gebeuren. En dat is ook zo gebeurd. UNA/ISV:
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 B ISV - Aantal herijking onderzoeken
0
44
Gerealiseerde waarde eind 2008 36
Streefwaarde was 44 herijkingsgesprekken in 2008. Er zijn 36 gesprekken gevoerd. Alle gesprekken naar aanleiding van de formeel benodigde rapportage (om te oordelen over voortzetting dan wel uit betaling ISV-reservering) zijn hierbij geteld. Dus de gesprekken die aanleiding waren tot een formeel besluit. Als er meerdere gesprekken nodig waren naar aanleiding van de rapportage, tellen die allemaal mee. Met 30 verschillende gemeenten zijn in totaal 36 gesprekken gevoerd. Naast deze gesprekken is er contact geweest om te monitoren, te adviseren etc. In 2008 is met alle programmagemeenten een herijkingsgesprek geweest, met sommige meerdere. Waar meerdere gesprekken zijn gevoerd, was dat nodig om een compleet beeld te krijgen alvorens te kunnen oordelen of gereserveerde UNA of UNA-ISV gelden gereserveerd moeten blijven, uitbetaald moeten worden of ingetrokken moeten worden. De notitiegemeenten hebben in 2008 gerapporteerd over de voortgang. Overigens is ook een aantal gemeenten te noemen die een goede voortgang rapporteerden. In die gevallen was geen herijkinggesprek nodig, omdat de reser vering kon blijven bestaan. C Waterlandoverleg IJmondregio/Platform ruimte voor wonen en werken in de IJmond In de loop van 2008 is de naam van het Waterlandoverleg veranderd in het Platform ruimte voor wonen en werken in de IJmond. Hiermee beogen de partners duidelijk te maken dat er niets geheimzinnigs aan het overleg is (wat naar aan leiding van de Zembla-uitzending over Corus in 2008 wel werd gesuggereerd). Daarnaast sluit de naam ook aan bij de officieel gesloten overeenkomst, namelijk de Intentieverklaring ruimte voor wonen en werken in de IJmond. Het Waterlandoverleg zit nu in de programmafase. Partijen zijn vooral gericht op het uitvoeren van de afspraken. Het Waterlandoverleg is het platform voor de partijen om de gezamenlijke afspraken te bewaken en te monitoren. Het verder uitbouwen van de samenwerking en het agenderen van nieuwe thema’s, zoals bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, zijn opgaven voor het programma. Ook nieuwe ontwikkelingen zoals de tweede grote zeesluis worden gerela teerd aan de afspraken in het programma. De volgende instrumenten zetten wij in: • coördinatie: inzet programmamanager, faciliteren samenwerking, agenderen nieuwe ontwikkelingen; • inzet financiële instrumenten: subsidies BLS, UNA-ISV en eenmalige bijdrage provinciale middelen; • faciliteren voortgang: Aanjaagteam Wonen, adviseren over nieuw beleid; • toezicht: toetsing bestemmingsplannen, vergunningen. Middelen zijn bij de Lentenota incidenteel toegekend voor een Waterlands Wonen Kwartiermaker. De offerteaanvraag en selectieprocedure zijn afgerond. Het bureau APPM levert een procesmanager voor het verrichten van een voorver kenning. Voorverkenning start zo snel mogelijk in 2009. De resultaten van deze fase bepalen het vervolgtraject. Het budget voor de kwartiermaker wordt via de RUI overgeheveld naar 2009.
132 |
2.11.5 Operationeel doel: Wij nemen het voortouw bij gebiedsontwikkeling waar het gaat om grote projecten die de gemeentegrenzen overschrijden A Strategisch Grondbeleid Strategisch grondbeleid is inmiddels verankerd in diverse projecten voor gebiedsontwikkeling, zoals Wieringerrand meer, Bloemendalerpolder, Haarlemmermeer Westflank, Jaagweg, Crailo, Wonen in het Groen. Actief grondbeleid is in deze projecten op verscheidene manieren gebruikt. Bij Crailo heeft verwerving van het gehele terrein mede geleid tot een samenhangende aanpak voor het gebied dat in drie gemeenten ligt; een aanbesteding is nu in voorbereiding. Bij Bloemendalerpolder heeft de grondverwerving mede geleid tot goede afspraken over de gehele businesscase, waarbij de rode en blauwe inrichting nauw samenhangen met de woningbouw (rood betaalt voor groen). Bij Jaagweg zijn gronden (tijdelijk) overgenomen van de ontwikkelaars; de gronden worden, na bouwrijp te zijn gemaakt, over gedragen aan het samenwerkingsverband van de ontwikkelaars en Noord-Holland Noord. Aan de opbouw van de noodzakelijke kennis wordt gestaag gewerkt. Inmiddels is een behoorlijk niveau van kennis bereikt, bijvoorbeeld op het gebied van planeconomie, juridische kennis van contracten, risicobeoordeling en fiscale oplossingen. De aanpak wordt in 2009 krachtig voortgezet in het licht van het speerpunt Gebiedsontwikkeling van het College programma. B Haarlemmermeer-Bollenstreek De gebiedsontwikkeling Westflank Haarlemmermeer is deelgebied 3 uit de Gebiedsuitwerking HaarlemmermeerBollenstreek. In de Westflank komen 10.000 woningen van de 15.000 te bouwen woningen in het Noord-Hollandse deel van de Gebiedsuitwerking. De andere 5000 woningen worden binnendorps door de gemeente Haarlemmermeer gerealiseerd. Voor de gebiedsontwikkeling Westflank Haarlemmermeer hebben het Rijk, Hoogheemraadschap van Rijnland, gemeente Haarlemmermeer en de provincie Noord-Holland een Bestuursovereenkomst vastgesteld. Tevens is een Financiële Verkenning gedaan. In oktober is gestart met het opstellen van het publieke programma van eisen. Het Rijk heeft in december besloten dat het project een bijdrage kan krijgen uit het Nota Ruimte Budget. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de op te stellen Business Case. Een besluit over vaststelling van de rijksbijdrage volgt eind 2009. De ministers van EZ en VROM hebben besloten om het tracé van de 380 kV hoogspanningsleiding niet door het project Westflank te laten lopen maar via de Oostkant van Hoofddorp. Met dit besluit heeft het Rijk het belang van dit Randstad Urgent-project nogmaals onderschreven. C Bloemendalerpolder • Voorbereiding Masterplan en Businesscase als onderlegger voor de Samenwerkingsovereenkomst. • Onderhandeling met marktpartijen over samenwerkingsstructuur, financiële verevening, zeggenschap en risico’s en de daarmee samenhangende juridische, fiscale en planeconomische aspecten. In april is met marktpartijen een onderhandelingsakkoord bereikt waarin afspraken zijn gemaakt over een sluitende exploitatie en de ruimtelijke planuitgangspunten. Dit akkoord is een belangrijke mijlpaal en onderlegger voor de verdere uitwerking van Samenwerkingsovereenkomst en Masterplan. • Voorbereiding project als pilot voor de eventuele toepassing van instrumentarium nieuwe Wro en Grondexploitatiewet. Voorbereiding is afgerond. Nadere besluitvorming over concrete toepassing is afhankelijk van de opstelling van de betrokken gemeenten. • Resterende verwervingen. Met marktpartijen zijn nadere afspraken gemaakt over het vanuit een gezamenlijke strategie realiseren van de resterende verwervingen. In dat verband is eind 2008 één belangrijke aankoop gedaan. D Wieringerrandmeer Voor het Wieringerrandmeer hebben alle partijen overeenstemming bereikt over een masterplan/ beeldkwaliteitsplan dat nu is uitgewerkt tot ontwerp intergemeentelijk bestemmingsplan. In 2009 zal de besluitvorming over Inter gemeentelijk bestemmingsplan en MER door de raden van beide gemeenten plaatsvinden. De Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij (GEM) wordt begin 2009 opgericht. Het GEM-bureau zal de verdere planvorming voorbereiden en de besluitvorming van de gemeenten begeleiden. Dit kan betekenen dat de planfase in 2009 wordt afgerond. In 2010 is de start van de uitvoering gepland.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 133
In 2008 heeft de geplande investering (voorfinanciering) in het aandelenkapitaal van het project Wieringerrandmeer nog niet plaats gevonden. Dit wordt begin 2009 gerealiseerd. E Driehoek Oude Schipholweg A4-A5 Voor het project Schipholdriehoek (Driehoek A4-A5-Oude Schipholweg) staat in het streekplan Noord-Holland Zuid een uitwerking aangekondigd. Wij werken verder aan de intentie van het streekplan door samen met de belanghebbende publieke en private partijen te komen tot een gedragen en haalbare gebiedsvisie. De gebiedsvisie vormt de basis voor een ontwikkelstrategie over de wijze waarop de visie ten uitvoer wordt gebracht. In 2008 is het Plan van Aanpak opgesteld voor het proces om tot een gebiedsvisie te komen en zijn voorbereidende backoffice-studies verricht. Tevens zijn alle belanghebbende partijen geconsulteerd en heeft een publieke voorverkenning plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in een basisdocument (vervanging nota van uitgangspunten) dat als kader dient voor de verdere planvorming. F Crailo Het jaar 2008 stond vooral in het teken van het voorbereiden van de niet-openbare Europese aanbesteding van de gebiedsontwikkeling. In november heeft bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden over de aanbestedingsdocu menten in de colleges van B&W van de betrokken gemeenten Bussum, Hilversum en Laren en ons college. Op basis hiervan is op 3 december de bestuursovereenkomst getekend door betrokken partijen (inclusief Goois Natuurreservaat) en werd de weg vrijgemaakt voor de start van de preselectiefase van de aanbesteding. Deze is op 10 december van start gegaan. De asbestsanering die voor 2008 gepland stond is gerealiseerd. G Wonen in het groen In 2008 is de Nadere Overeenkomst Financiële Afspraken deel 1 (NOFA) ondertekend en is de samenwerking met RWS een stap verder gekomen. RWS stelt in samenwerking met de regio een Variantennota op waarbij de aansluiting wordt meegenomen. Wij zijn initiatiefnemer en trekker van het rood-voor-groenvoorbeeldproject Wonen in het Groen Heiloo/Limmen. Met de woningbouwopbrengst van 2000-2400 woningen wordt geïnvesteerd in projecten in het landelijk gebied én een aansluiting op de A9. Wij hebben dit samen met de gemeenten Alkmaar, Heiloo en Castricum vastgelegd in de Bestuursovereenkomst die wij op 16 december 2005 hebben ondertekend. Deze is uitgewerkt in een NOFA die wij op 18 december 2008 hebben ondertekend, waarin de afspraken tot 2013 concreet zijn gemaakt. De gemeenten kunnen nu aan de slag met de woningbouwopgave. De aansluiting op de A9 vraagt nog een nauwe samenwerking met RWS. Met de ondertekening van de NOFA is er vanuit de woningbouw € 5 miljoen beschikbaar voor de groene projecten. H Circuit Zandvoort Vanwege verscherping van de milieuregelgeving zijn bij de Lentenota incidenteel middelen toegekend voor onderzoek naar de vraag of circuit Zandvoort op zijn huidige locatie op de langere termijn bestaansrecht heeft of naar een mogelijke verplaatsing van het circuit naar Den Helder. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de toekomst van het circuit kan worden veiliggesteld zonder dat dit een verplaatsing betekent voor het circuit.
134 |
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Project/indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 B Haarlemmermeer-Bollenstreek • woningbouwopgave
Gerealiseerde waarde eind 2008
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
C Bloemendalerpolder • groen • water • totale woningbouwopgave • aandeel KNSF-terrein – aandeel binnenstedelijk – kantoren – aandeel KNSF-terrein
Gerealiseerde waarde 2007 aangeven
Streefwaarde 2008 waarde aangeven
Gerealiseerde waarde aangeven
F Crailo • Palmkazerne: woningen, woonwerk-combinaties • Middengebied: bedrijventerrein • A ZC-terrein: kantoren en natuur • Groene buffer: natuur en recreatie • Bussum: woningdichtheid kleinschalige bedrijvigheid • Hilversum: bedrijventerrein • L aren: kantoren
n.v.t. realisatie pas na 2012
n.v.t. realisatie pas na 2012
n.v.t. realisatie pas na 2012
n.v.t.
n.v.t.
Streven was alleen op langere termijn aangegeven. Dit blijft ook zo. In 2008 is geen uitvoering geweest.
G Wonen in het Groen • woningbouwopgave – aandeel topsegment • natuur en waterberging • fiets en wandelpaden • compensatie natuur/ weiland voor aansluiting A9
2.11.6 Operationeel doel: Wij nemen de verantwoordelijkheid voor Nimby-projecten voor bovenlokale functies
Welke projecten en instrumenten hebben we hiervoor ingezet? A Durfsportlocaties/Motorcrossterrein De nadruk lag in 2008 op het aanjagen van het proces en het maken van afspraken over rollen, verantwoordelijkheden en concrete stappen om tot realisatie van de locatie te komen. Hiertoe zijn afspraken gemaakt met de gemeente Wieringermeer en de NHMF. De gemeente heeft een plan van aanpak opgesteld waarin alle procedurele stappen tot aan de realisatie zijn vastgesteld. Dit plan van aanpak is bestuurlijk vastgesteld. De NHMF is initiatiefnemer en heeft in samenwerking met andere partijen een breed initiatief opgesteld. Naast motorcross gaat het ook om karten, MLA (Micro Light Aircraft) en 4x4. Dit initiatief wordt in januari 2009 in de raad besproken, daarmee is het plan van aanpak in werking getreden. B Zweegvliegveld Schermer Sinds de ondertekening van de intentieverklaring in oktober/november 2007 door de provincie Noord-Holland, PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland en de Eerste Zaansche Zweefvliegclub (EZZC), zijn verschillende onderzoeken naar de haalbaarheid van een mogelijke verplaatsing verricht. De eerste resultaten van deze onderzoeken laten zien dat verplaatsing van het zweefvliegterrein mogelijk is. De volgende fase van het project moet meer gedetailleerd inzicht geven in de financiële haalbaarheid (inclusief grondaankoop) en de daadwerkelijk effecten van de aanleg van een zweefvliegterrein op de natuur in de Schermer. Overeenkomstig de intentieverklaring monden de resultaten van bovengenoemde aanvullende onderzoeken, samen met de luchtvaarttechnische aspecten, uit in het maken van uitvoeringsafspraken tussen provincie, PWN en de EZZC, vastgelegd in de vorm van een bestuursovereenkomst.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 135
2.11.7 Operationeel doel: Wij streven naar voldoende huisvesting voor alle Noord-Hollanders
Welke projecten en instrumenten hebben we hiervoor ingezet en hoe werkten ze? A Aanjaagteam wonen Het aanjaagteam wonen heeft in 2008 verschillende activiteiten verricht om de woningbouw in de provincie NoordHolland te stimuleren. Het aanjaagteam heeft in 2007 en 2008 nagenoeg alle gemeenten bezocht in de provincie en gesprekken gevoerd met de regio’s, het Rijk, marktpartijen en corporaties. Na inventarisatie van de knelpunten zijn acties ondernomen en zijn onder andere de volgende resultaten behaald: • inzicht in de knelpunten van de stagnerende woningbouw; • aanjaagteam fungeert als loketfunctie en versnelt de afhandeling van verschillende vragen aan de provincie; • afspraken met de Stadsregio Amsterdam om binnen het gebied van de SRA gezamenlijk aanjaagacties in te vullen; • kennisuitwisselingbijeenkomsten georganiseerd over grondpolitiek en prestatieafspraken; • verschillende directe acties/quick wins in een tiental gemeenten. Deze acties behelzen bijvoorbeeld mediation, hulp bij het snel selecteren van een ontwikkelaar, bestemming wonen in een bestemmingsplan realiseren, opleidings traject voor onervaren projectleiders, ondersteuning bij het invullen van milieuregelgeving etc.. Regionale woonvisies In Noord-Holland Noord zijn enkele jaren geleden regionale woonvisies opgesteld. Deze zijn verplicht gesteld in het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord. In Noord-Holland Zuid hebben de regio’s ook woonvisies opgesteld, deze zijn niet als een verplichting opgenomen in het streekplan. Met alle regio’s (inclusief de stadsregio Amsterdam) hebben wij in 2008 op bestuurlijk niveau overleg gevoerd op basis van de woonvisie. Met de regio’s hebben wij vervolgens afspraken gemaakt om de kwalitatieve en kwantitatieve compo nenten invulling te geven. Desgewenst ondersteunen wij hierbij. Zo is in West-Friesland samen met de regio een door stromingsconferentie georganiseerd. Het bestuurlijk overleg zal jaarlijks herhaald worden. Aan de regio’s hebben wij meegegeven dat in 2009 een provinciale woonvisie wordt geschreven. Het actualiseren van woonvisies zal zoveel mogelijk gestroomlijnd worden met de provinciale woonvisie. Stimuleren woningbouwproductie CPO Het ministerie van VROM heeft een eenmalig/incidenteel budget van € 8 miljoen ter beschikking gesteld ter stimule ring van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). De Provincie Noord-Holland ontvangt hiervan € 1.154.200. Hierover hebben wij de Staten bij Najaarsnota geïnformeerd. De Deelverordening Collectief Particulier Opdrachtgever schap Noord-Holland en de subsidieplafonds om tot subsidieverlening over te gaan zijn inmiddels vastgesteld. De deelverordening is in november 2008 in werking getreden, zodat het pas mogelijk is in 2009 tot subsidieverlening over te gaan. Het budget wordt daarom via de RUI overgeheveld naar 2009. B Huisvesting statushouders * In de plaats treden: In 2008 hebben we het project Samen statushouders huisvesten opgezet. In samenwerking met de Taskforce onder leiding van de heer E. Nijpels, de VROM-inspectie en het COA is een startbijeenkomst georganiseerd op 7 juli 2008. Wij hebben alle 27 gemeenten die een achterstand hadden in het huisvesten van statushouders, samen met woningbouwcorporaties, uitgenodigd. In de periode van 13 augustus tot 27 september zijn alle gemeenten die een achterstand van meer dan één taakstellingperiode achterliepen voor bestuurlijk overleg uitgenodigd. In oktober/ november is het traject van in de plaats treden van de gemeenten voorbereid.
Welke resultaten hebben we behaald? Resultaat Indicator Realisatie waarde in 2007 Streefwaarde eind 2008 C Huisvesting statushouders Taakstelling (incl. achterstand)
445
765
Gerealiseerde waarde eind 2008 344
* hierbij geldt in sterke mate dat de provincie hier een bijdrage in levert, maar dat de provinciale invloed op de woningproductie gelet op het grote aantal spelers uiteraard beperkt is.
136 |
Resultaat is gemeten aan de hand van de cijfers van het COA. Het lukt aardig om de halfjaarlijkse taakstellingen te halen, maar het inhalen van de achterstanden is een moeizaam proces. We zijn nu bezig ons voor te bereiden om daadwerkelijk in de plaats te treden van gemeenten die langdurig achterlopen.
Wat heeft het gekost? 2.11.8 Budgettaire tabel Budgettaire tabel
11 Ruimtelijke ordening en volkshuisvestingf Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
36.692.240 8.661.815
50.890.400 8.311.200
57.137.600 9.410.400
51.473.855 10.570.916
5.663.745 1.160.516-
Lasten Apparaatskosten Baten
45.354.056 20.375.180
59.201.600 18.514.100
66.548.000 21.300.600
62.044.771 23.212.208
4.503.229 1.911.608-
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves
24.978.875-
40.687.500-
45.247.400-
38.832.563-
6.414.837-
12.964.0008.526.000
25.536.5001.179.800
26.751.6001.179.800
22.481.9271.179.800
4.269.673–
Resultaat na bestemming
20.540.875-
16.330.800-
19.675.600-
17.530.436-
2.145.164-
Lasten Apparaatskosten
Lasten De onderschrijding op de lasten wordt als volgt verklaard: • Door een onvoorziene uitbreiding van de eerste fase van de structuurvisie loopt de eerste fase langer door. Hierdoor wordt de tweede fase - onderzoek en ontwerp/belangen - in een lager tempo uitgevoerd en is er vertraagde besteding van € 430.721 op het budget voor Strategische beleidsontwikkeling RO. Voor het realiseren van de plannen voor de structuurvisie is € 200.000 van deze éénmalig beschikbare middelen gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. • Doordat de startovereenkomst van 2007 voor het project Westflank-Haarlemmermeer niet de juiste betalingsgrond slag had en bijdragen van samenwerkende partners later dan gepland zijn binnengekomen, worden uitgaven voor dit project later gedaan. Van de nog beschikbare incidentele middelen is € 127.600 gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. (Zie ook de toelichting op de baten.) Daarnaast heeft de organisatie van de samenwerking met de betrokken publieke en private partijen bij de gebiedsvisie driehoek Oude Schipholweg A4-A5 meer tijd gekost dan verwacht. Ook zijn er afrekeningsverschillen voorgaande dienstjaren. Door bovenstaande is er een onderschrijding van € 2.189.781 op het budget voor Realisatie ruimtelijk beleid. Voor de driehoek Oude Schipholweg A4-A5 is € 200.000 gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. • Er is een onderschrijding van € 857.861 op het budget Projecten en programma’s doordat: – het opstellen van een visie voor Langetermijnverkeningen Schiphol is vertraagd wegens een langere doorlooptijd van benodigde onderzoeken (onderbesteding van € 195.523); – er is € 304.985 minder onttrokken aan de reserve UNA voor het project Wieringerrandmeer omdat de samenwerking met derden langzamer verloopt dan gepland (betreft een vertraagde besteding); – de geplande investering (voorfinanciering) in het aandelenkapitaal van het project Wieringerrandmeer nog niet heeft plaatsgevonden (€250.000). • Doordat de deelverordening Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Noord-Holland pas is in november 2008 in werking is getreden, kan pas in 2009 tot subsidieverlening worden overgegaan. Hierdoor is er een vertraagde besteding van € 1.299.049 op het budget voor Beleidsontwikkeling wonen/stedelijke vernieuwing. Voor de uitvoering van de deelverordening Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Noord-Holland is € 1.154.200 gestort in de Reserve Uitgestelde intenties. • Er is een vertraagde besteding van € 903.823 op het budget voor Beleiduitvoering wonen (ISV) die wordt veroorzaakt door: – € 934.818 minder onttrekkingen aan de reserve Stedelijke vernieuwing;
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 137
– € 2.879.903 minder onttrekkingen aan de reserve UNA voor de projecten Projectsubsidies aan gemeenten-2006 (1e tranche UNA ISV 2) en Projectsubsidies aan gemeenten-2007 (2e tranche UNA ISV 2). (Zie voor een toelichting het verslag van deze reserve.) – € 2.934.660 hogere uitgaven aan locatiesubsidies kleine stadsgewesten dan geraamd. (Hiervoor zijn ook extra rijks middelen beschikbaar gesteld, zie ook toelichting op de baten.) Apparaatskosten Op dit programma zijn meer apparaatskosten verantwoord dan geraamd. Bij de Najaarsnota is de kostenverdeelstaat niet geactualiseerd, waardoor de raming van de apparaatskosten niet is bijgesteld. In totaal is er op de apparaatskosten een onderschrijding van € 5,3 miljoen. Zie voor meer toelichting op de apparaats kosten 4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Baten Het positieve resultaat op de baten van € 1.911.608 wordt als volgt verklaard: ∑ Doordat de bijdragen van derden aan het project Westflank-Haarlemmermeer later binnenkomen dan gepland, zijn de werkelijke baten € 934.683 Realisatie ruimtelijk beleid minder dan de geraamde baten. (Zie ook lasten.) ∑ Door het Rijk zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor Locatiesubsidies kleine stadsgewesten. Hierdoor is er een overschrijding van € 2.739.164 op de baten voor Beleidsuitvoering wonen ISV. Onttrekking reserves Het verschil van € 4.269.673 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk lagere onttrekkingen aan de reserves UNA en de reserve Stedelijke Vernieuwing . (Zie ook de toelichting op de lasten.)
138 |
Programma Financiering en Algemene dekkingsmiddelen
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 139
12 Programma Staf en ondersteuning Budgettaire tabel
Staf en ondersteuning Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
817.583242.369
1.041.400 –
590.400 –
964.821–
1.555.221 –
575.214887.630
1.041.400 944.000
590.400 767.200
964.8211.924.955
1.555.221 1.157.755-
Resultaat voor bestemming Ontrekking reserves Storting reserves
1.462.844
97.400-
176.800
2.889.776
2.712.976-
125.000–
– –
– –
– –
– –
Resultaat na bestemming
1.587.844
97.400-
176.800
2.889.776
2.712.976-
Lasten Apparaatskosten Lasten Apparaatskosten Baten
Lasten Het verschil van € 1.555.221 op de lasten betreft voornamelijk afrekeningverschillen voorgaande dienstjaren. Baten Het verschil op de baten wordt voornamelijk verklaard door een niet geraamde vrijval van € 1.274.589 van de voor ziening Outsourcing voormalig personeel afdeling onderzoek. (Voor meer informatie zie het verslag van deze voor ziening in het bijlagenboek reserves en voorzieningen.)
140 |
13 Programma Financiering en algemene dekkingsmiddelen Budgettaire tabel
13 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Jaarrekening 2007
Begroot 2008
Begroot incl. wijzigingen
Gerealiseerd 2008
Verschil 2008
Lasten Baten Apparaatskosten
8 .128.6753 73.692.622 –
13.205.400 351.487.700 –
5.450.700 419.117.400 –
19.880.807 412.435.225 –
14.430.107 6.682.175 –
Resultaat voor bestemming
365.563.947
338.282.300
413.666.700
392.554.418
21.112.282 -
Ontrekking reserves Storting reserves
103.208.078139.626.000
18.107.40032.579.500
101.891.300123.690.700
107.279.263132.365.165
5.387.963 8.674.465-
Resultaat na bestemming
329.146.025
323.810.200
391.867.300
367.468.516
24.398.784
Lasten Het verschil van € 14.430.107 op de lasten wordt voornamelijk veroorzaakt doordat we uitstaande deposito’s bij Landsbanki van in totaal € 78 miljoen met € 15,6 miljoen ((20% van de totale vordering) hebben afgewaardeerd. Zie voor meer toelichting de paragraaf Financiering en de voordracht bij de jaarstukken. Ook is er een onderbesteding op de post onvoorzien van €1.182.300 Baten Het verschil van € 6.682.175 op de baten wordt als volgt verklaard: • De onderschijding op de rentebaten is voornamelijk veroorzaakt door het niet ontvangen van de rentebaten van de uitstaande deposito’s bij Landsbanki en Lehman Brothers Bankhaus AG; • De overschijding op de baten wordt veroorzaakt door een uitbreiding van het wagenpark in de provincie NoordHolland en door een toename van het aantal zwaardere auto’s. Zie voor meer informatie de paragraaf provinciale heffingen; • Een vrijval van € 2.329.852 ten laste van de voorziening Financiële risico’s; • Een verschil van € 8.000.000 op de stelpost afrekeningverschillen. Onttrekking reserves Het verschil van € 5.387.963 op de onttrekking aan reserves betreft voornamelijk een vrijval van middelen van de reserve FINH, UNA, Grondverwerving, Openluchtrecreatie en stedelijke vernieuwing. Storting reserves Het verschil van 8.674.465 op de storting in reserves betreft een hogere storting in de Reserve Uitgestelde intenties en een lagere storting in de Reserve Eigen kapitaal. (Zie ook de toelichting op de lasten.)
3
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 141
Paragrafen
142 |
3.1 Inleiding Het Besluit, Begroting en Verantwoording (BBV) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt de opname van een (minimum) aantal paragrafen in de begroting verplicht. In de paragrafen lichten wij de beleidslijnen toe van beheersmatige aspecten met grote financiële invloed, met grote politieke betekenis of aanzienlijk belang voor de realisatie van beleidsprogramma’s. Het gaat om de volgende verplichte paragrafen: • Provinciale heffingen. • Weerstandsvermogen en risicomanagement. • Onderhoud kapitaalgoederen. • Financiering. • Verbonden partijen. • Grondbeleid. • Bedrijfsvoering. De mogelijkheid staat open om naar eigen inzicht paragrafen toe te voegen. Voor de Jaarstukken 2008 zijn de volgende aanvullende – niet verplichte – paragrafen opgenomen, te weten: • Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI). • Extra Investeringsimpuls provincie Noord-Holland. • Grip op subsidies, handhaving en vergunningen. De paragraaf Extra Investeringsimpuls provincie Noord-Holland (EXIN-H) is opgenomen omdat er bij de besluit vorming over EXIN-H in 2005 met Provinciale Staten is afgesproken dat er in de planning&control-cyclus transparant en herkenbaar verantwoord wordt over deze investeringsimpuls. Voor de paragrafen ’Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur’ en ’Grip op subsidies, handhaving en vergun ningen’, geldt dat deze zijn opgenomen, omdat in het verleden in de programmaverantwoording deze onderwerpen nauwelijks aan bod kwamen en wij de behoefte hadden hierover transparant te verantwoorden.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 143
3.2 Weerstandsvermogen en Risicomanagement Inleiding Met de paragraaf weerstandsvermogen doet de provincie verslag van de risico’s die zij loopt bij de uitvoering van de beleidsdoelstellingen genoemd in de programmabegroting of die zij heeft opgelopen tijdens de beleidsbepaling in vorige jaren. Deze paragraaf bevat minimaal een uiteenzetting van de wettelijk verplichte onderdelen: a het beleid inzake de weerstandscapaciteit en de risico’s; b een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; c een inventarisatie van de risico’s. Wij presenteren buiten deze wettelijke vereisten onderdeel d. Hierin gaan wij in op de confrontatie tussen de risico’s en de bepaalde en beschikbare weerstandscapaciteit. Ook trekken wij conclusies over het weerstandsvermogen. 3.2.1 Het beleid inzake de weerstandscapaciteit en de risico’s In de kadernota ‘Weerstandsvermogen en Risicomanagement’ (PS 01/10/07) is het provinciaal beleid over dit onderwerp opgenomen. De provincie stelt hierin vier hoofdkaders vast, te weten: 1 weerstandscapaciteit; 2 inventarisatie risico’s en waardering van risico’s; 3 confrontatie risico’s en weerstandscapaciteit; 4 informatievoorziening. Met behulp van de handreiking Weerstandsvermogen en Risicomanagement geven Gedeputeerde Staten vorm en inhoud aan dit risicomanagementbeleid, dat Provinciale Staten heeft vastgesteld. Doelstelling van de kadernota is om alle uitgangspunten te bepalen die de provincie in staat stellen een goed risico managementbeleid te voeren. De veelheid van aandachtspunten en spelregels is in de kadernota dus beperkt tot de afspraken die tussen Provinciale Staten en ons college zijn gemaakt en die zijn gekoppeld aan de eerdergenoemde hoofdkaders. Dit stelt Provinciale Staten in staat een uitspraak te doen over de minimale hoogte van het weerstands vermogen. Deze uitspraak luidt: ´Het weerstandsvermogen bedraagt minimaal 1 tot 1,5 keer de hoogte van de geïnventariseerde risico’s´ Het weerstandsvermogen dat hier wordt bedoeld is de dynamische weerstandscapaciteit. De berekening daarvan is opgenomen onder 3.2.2. Bij de geïnventariseerde risico’s gaat het om het netto risicobedrag. De berekening daarvan is opgenomen in 3.2.3 en 3.2.4. Wanneer risico’s geëffectueerd worden, verliest de provincie inkomsten of zal de provincie moeten betalen. In zo’n geval wordt de financiële positie van de provincie aangetast en moeten maatregelen worden genomen om de gewenste situatie weer te bereiken, al dan niet op langere termijn. Het volgende is van toepassing met betrekking tot risico beheer: 1 Allereerst worden tijdig beheersmaatregelen genomen. 2 Indien beheersmaatregelen niet werken, wordt de saldireserve aangesproken. Om risico’s uit de paragraaf weer standsvermogen te dekken wordt in de saldireserve 25% van de algemene dekkingsmiddelen (renteresultaat, Provinciefonds, dividenden en opcenten motorrijtuigenbelasting) gereserveerd en in de reserve Grondbeleid een bedrag dat overeenkomt met 25% van het budget voor anticiperende grondaankopen. 3 Indien de saldireserve niet toereikend is, moeten Gedeputeerde Staten een bezuinigingsvoorstel formuleren. 4 In het geval bezuinigingsvoorstellen niet leiden tot oplossing, dienen Gedeputeerde Staten een voorstel te formuleren om de belastingen te verhogen. In alle gevallen waarbij de financiële positie van de provincie wordt aangetast, dient het dynamisch weerstands vermogen weer op peil te worden gebracht door middel van een herstelplan dat bij de voordracht wordt bijgesloten. Toekomst weerstandsvermogen en risicomanagement Wij zijn van plan risicomanagement binnen de provincie Noord-Holland uit te breiden naar identificatie en beheersing van niet-financiële risico’s. Wij willen daardoor het risicobewustzijn vergroten en de effectiviteit van risicomanage
144 |
ment binnen de organisatie verhogen. Wij werken aan een verbetering van de informatievoorziening, een vereen voudiging van de risicoregistratie en borging van de kadernota weerstandsvermogen. In het kader van de nieuwe verordening Financieel beheer onderzoeken wij op dit moment wat een adequate norm is voor de minimale omvang van de saldireserve in relatie tot het weerstandsvermogen. De uitkomst van dit onderzoek wordt voorgelegd aan Provinciale Staten bij de behandeling van de verordening Financieel beheer. Tenslotte constateren wij dat de kredietcrisis redelijk grote gevolgen heeft voor de risico’s en het weerstandsvermogen van de provincie Noord-Holland. Wij zetten sterk in op de beheersing van deze gevolgen. 3.2.2 Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit betreft het vermogen om calamiteiten en financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van de bestaande taken. Dit ‘vermogen’ is het geheel van middelen en mogelijkheden binnen de financiële positie van de provincie die wij als ‘vrij aanwendbaar’ aanmerken. Het gaat dus om vrij aan wendbare middelen waar geen enkele verplichting tegenover mag staan en mogelijk alsnog te genereren inkomsten. Overeenkomstig het BBV maken we bij de opbouw en samenstelling van de weerstandscapaciteit onderscheid tussen incidentele en structurele componenten. Met het vaststellen van de kadernota Weerstandsvermogen en Risicomanage ment is bepaald hoe deze capaciteit is samengesteld. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de saldireserve en de reserve Grondbeleid. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de onbenutte belastingcapaciteit, het bedrag onvoorzien en de meerjarige begrotingsruimte. De provincie hanteert het dynamisch weerstandsvermogen om te bepalen in hoeverre de risico’s zijn afgedekt. Dynamisch (meerjarig) omdat wij vooral geïnteresseerd zijn in hoeverre we structureel risico’s kunnen afdekken anders dan incidenteel (statisch weerstandsvermogen). In het laatste geval zijn de mogelijkheden voor risicodekking direct uitgeput indien de incidentele capaciteit volledig wordt ingezet. Volgens de doorrekening van de financiële positie beschikt de provincie Noord-Holland bij het samenstellen van deze jaarrekening over de volgende aanwendbare reservebestanddelen. Tabel 1 Berekening weerstandscapaciteit (in miljoenen euro’s) Rekening 2008
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Dynamisch
Incidentele capaciteit Saldireserve (incl. rekeningresultaat) Reserve Grondbeleid Totaal incidentele capaciteit
134 7 141
35.3
Structurele capaciteit Onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien
1.2
Meerjarenbegrotingsruimte Totaal structurele capaciteit
1.2
125.4
125.4
125.4
94.1
1.2
1.2
1.2
1.2
4.7
8.9
45.7
14.8
131
136
172
145.3
Saldireserve De hoogte van de saldireserve is minimaal 25% van de structurele algemene dekkingsmiddelen en dient toereikend te zijn om de risico’s van de exploitatie te kunnen afdekken. Het bedrag dat daar bovenop in de reserve zit, wordt beschouwd als het surplus van de algemene reserve dat vrij beschikbaar is. Reserve Grondbeleid De omvang van deze reserve dient minimaal 25% van het budget voor anticiperende grondaankopen te zijn. De reserve Grondbeleid is uitsluitend bestemd voor dekking van risico’s die aan de exploitatie van grond zijn gelieerd.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 145
Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit wordt meerjarig berekend. Elk jaar wordt van de onbenutte belastingcapaciteit van de drie jaren volgend op het begrotingsjaar het gemiddelde berekend voor vier jaar (incl. het begrotingsjaar). De onbenutte belastingcapaciteit over het huidige begrotingsjaar wordt niet meegenomen, omdat het wettelijk niet toe gestaan is de belastingen gedurende het begrotingsjaar te verhogen. Het resultaat voegen wij toe aan het overzicht van het dynamisch weerstandsvermogen. Onvoorzien Het bedrag aan onvoorzien is een begrotingspost ter dekking van relatief kleine bedragen die bij het opstellen van de begroting 2009 niet kon worden voorzien. Meerjarenbegrotingsruimte De meerjarige begrotingsruimte is onderdeel van de berekening van de structurele weerstandscapaciteit. Elk jaar wordt van de meerjarige begrotingsruimte van de drie jaren volgend op het begrotingsjaar het gemiddelde berekend voor vier jaar (inclusief het begrotingsjaar). De begrotingsruimte in het begrotingsjaar zelf wordt namelijk verrekend met de saldireserve. Het resultaat voegen wij toe aan het overzicht van het dynamisch weerstandsvermogen. Dynamisch weerstandsvermogen De mate waarin tegenvallers opgevangen kunnen worden zonder dat dit consequenties heeft voor meerdere begrotings jaren. Ook wel het gemiddelde over vier jaar van de minimale incidentele weerstandscapaciteit, vermeerderd met de gemiddelde structurele weerstandscapaciteit in de meerjarenbegroting 3.2.3 Een inventarisatie van de risico’s groter of gelijk aan € 2 miljoen, inclusief toelichting In het systeem van risicomanagement dat wij hanteren worden risico’s onderscheiden en gerubriceerd in zes soorten. Opgeteld levert dit het brutorisicobedrag. Vervolgens wordt aan elk risico een gewichtsfactor toegekend, afhankelijk van de kans dat het risico zich zal voordoen en het effect dat het risico heeft op het vermogen. De optelling van de resultaten is het nettorisicobedrag. Dit is het bedrag dat ten minste gedekt moet worden door de dynamische weerstandscapaciteit. Na verloop van tijd ontstaat inzicht op welke nader gespecificeerde gebieden de risico’s zich ontwikkelen. Door de nadere specificatie van risico’s is het beter mogelijk beheersmaatregelen te clusteren. Het betreft de volgende gebieden met de daarbij behorende totaalbedragen: Tabel 2 Risico-inventarisatie Rekening 2007
Begroting 2008
Rekening 2008
36.914.606
40.714.606
29.820.000
47.950.000
47.950.000
6.600.000
C Bedrijfsvoeringsrisico’s
700.000
700.000
700.000
D Financieringrisico’s
900.000
4.000.000
152.300.000
13.000.000
13.220.000
9.550.000
17.939.900
17.939.900
40.039.900
117.404.506
124.524.506
239.099.900
A Juridische risico’s B Beleidsrisico’s
E Grondexploitatierisico’s F Risico’s Verbonden Partijen Brutorisicobedrag
Het grote verschil tussen het bruto risicobedrag in de begroting 2008 en de jaarrekening 2008 kan worden verklaard door een forse toename van de financiële risico’s. Het betreft hier met name de risico’s van het project Wieringerrand meer en het risico van het verlies van uitgezette deposito’s. Daarnaast is een aantal risico’s overgeheveld van de cate gorie Beleidsrisico’s naar de categorie Risico’s verbonden partijen. Hierdoor is het risicobedrag in de eerstgenoemde categorie afgenomen en in de laatstgenoemde categorie toegenomen. Hieronder lichten wij alleen de risico’s toe met een bedrag hoger dan € 2 miljoen. De overige risico’s worden wel in de berekening van het weerstandsvermogen betrokken en centraal binnen de risicodatabase gemonitord.
146 |
A Juridische risico’s De risico’s die hier worden benoemd zijn juridisch van aard. Het totaalbedrag van deze geïnventariseerde brutorisico’s bedraagt € 29,8 miljoen. A.1 Kustplaatsen Landelijk is er veel onduidelijkheid over ieders verantwoordelijkheid voor stormschade in de buitendijkse gebieden van de kustplaatsen. Dit geldt ook voor het Kennemerstrand met het bebouwde gebied rondom de jachthaven Seaport Marina. Waar zaken nog niet wettelijk zijn geregeld, lopen wij het risico dat schadeclaims worden ingediend. De kans daarop is gering, want de kans op stormschade is ca. 1/500 per jaar. Alleen wanneer sprake is van onrechtmatig handelen (verwijtbaar gedrag) en bij nadeelcompensatie en planschade, kan de provincie aansprakelijk worden gesteld. De financiële gevolgen daarvan zijn op voorhand moeilijk te kwantificeren, maar kunnen variëren van enkele tienduizenden euro’s bij beperkte schade tot meer dan een miljard euro bij complete verwoesting van het buitendijkse gebied. Een en ander is afhankelijk van de zwaarte van de storm, de omvang van de schade en de toerekening daarvan aan anderen, zoals Rijk, gemeente, eigenaren en bewoners. Als de storm- en overstromingsschade in buitendijks gebied van de Noord-Hollandse kustplaatsen groter is dan enkele (tientallen) miljoenen, moet er al snel een volledig beroep worden gedaan op het Rijk. De regering zal dan waarschijnlijk de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen (Wts) van toepassing verklaren. Als we hiervan uitgaan, zou de maximale financiële consequentie voor de provincie bepaald kunnen worden op ca. € 15 miljoen. A.2 Garantstelling DarwinD In de begroting 2009 verplaatst naar de risico’s Verbonden Partijen. A.3 Verkeerde Wet Milieubeheer-procedure en fouten bij Wm-procedure Tijdens het vooroverleg van een Wm-procedure wordt bepaald welke procedure wordt gevolgd. De gemaakte keuze kan fout zijn. Tijdens de procedure kunnen ook fouten gemaakt worden (voorbeelden zijn verkeerde publicatie, verkeerde adressenlijsten en dergelijke). De kans daarop is klein, maar de provincie loopt het risico dat vergunningen op grond van de Wet milieubeheer om formele redenen bij de Raad van State worden vernietigd. Mogelijk risicogevolg: bedrijven kunnen schadeclaims indienen en er wordt afbreuk gedaan aan het imago van de provincie. In voorkomende gevallen kunnen schadeclaims oplopen tot een bedrag van ca. € 3 miljoen. A.4 Bedrijfsvoeringsknelpunten vergunningverlening & handhaving Reeds vervallen bij jaarrekening 2007 A.5 Beoordeling gemeentelijke plannen Diverse factoren kunnen een zorgvuldige naleving van de wettelijke beoordelingsbepalingen in de weg staan. Hierdoor kan de provincie bij de beoordeling van gemeentelijke plannen fouten maken of niet tijdig en/of juist handelen. Van de mogelijke gevolgen zijn de juridisch/financiële het meest relevant. De kans daarop is gemiddeld. Eventuele schade claims kunnen oplopen tot zo’n € 4,5 miljoen. A.6 Schadeclaim in verband met goedkeuring bestemmingsplan ‘Koepelbesluit’ Vanwege de ruimtelijke beperkingen van het Koepelbesluit en de vernietiging van dit besluit door de Afdeling Bestuurs rechtspraak van de Raad van State kunnen wij door gedupeerde projectontwikkelaars aansprakelijk worden gesteld voor het feit dat zij hun oorspronkelijke plannen niet meer kunnen verwezenlijken. In 2001 heeft een projectont wikkelaar reeds een pro-formaschadeclaim ingediend. Het aantal nog in te dienen claims door anderen is niet bekend. Door recente ontwikkelingen en door het verstrijken van de tijd neemt de kans op meer claims echter af tot beneden gemiddeld. Niettemin blijft het risico van claims hoger dan € 2,5 miljoen bestaan. De verwachte expiratiedatum van het risico is augustus 2011. A.7 Inkoop en aanbestedingszaken Alle Europese aanbestedingen worden door of onder toezicht van inkoop begeleid. Niettemin bestaat altijd het risico dat Europese aanbestedingsregels niet correct worden opgevolgd. De provincie loopt dan het risico juridisch en/of financieel onrechtmatig te zijn in haar handelingen. Het risicobedrag wordt geschat op 10% van de gemiddelde aan besteding van werken ad € 20 miljoen.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 147
B Beleidsrisico’s De risico’s die hier worden benoemd zijn risico’s die gepaard gaan met de specifieke beleidskeuzes van de provincie. Het totaalbedrag aan deze geïnventariseerde brutorisico’s bedraagt € 6,6 miljoen. B.1 Masterplan N201 Reeds vervallen bij begroting 2009 B.2 Reservering investeringsfonds RO Noordzeekanaalgebied N.V. (RON) In de begroting 2009 verplaatst naar de risico’s Verbonden Partijen. B.3 Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer Met ingang van begrotingsjaar 2005 is de regelgeving inzake de Brede Doeluitkering (BDU) Verkeer en Vervoer in werking getreden en is er vanaf het uitkeringsjaar 2005 één gebundelde subsidiestroom vanuit het Ministerie van Verkeer en Waterstaat voor het verkeers- en vervoerbeleid. De voeding voor de subsidies die verstrekt worden voor de programma’s kleine infrastructuur en gedragsbeïnvloeding is grotendeels afkomstig uit de BDU. Daarnaast is het programma kleine infrastructuur aangevuld met provinciale middelen. Bij de verplichtingen die opgenomen zijn onder het onderdeel ’Kleine infrastructuur’ zijn ook meerjarenverplichtingen opgenomen. Provinciale Staten hebben in 2004 besloten dat wij meerjarige financiële toezeggingen binnen dit programma kunnen aangaan. Provinciale Staten hebben besloten dat bij het vervallen van de rijksuitkering deze toezeggingen gedekt worden tot een bedrag van € 5 miljoen per jaar. Het risico voor de provincie is dus maximaal € 5 miljoen per jaar. Wij waarderen de kans dat dit risico zich voordoet in combinatie met het effect gemiddeld. B.4 Beheer en onderhoud Zuidtangent Reeds vervallen bij begroting 2009. B.5 Realisatie projectplan N197 Westelijke Randweg Beverwijk Reeds vervallen bij begroting 2009.
C Bedrijfsvoeringsrisico’s De risico’s die tot deze categorie behoren gaan gepaard met de bedrijfsvoering van de provincie. Er zijn geen afzonderlijke risico’s groter dan of gelijk aan € 2 miljoen te melden. Het totaalbedrag aan geïnventariseerde brutorisico’s gelieerd aan de bedrijfsvoering is € 700.000 (zie tabel 3.).
D Financieringsrisico’s De risico’s die tot deze categorie behoren, zijn risico’s die gepaard gaan met de financiering van provinciaal beleid. Het totaalbedrag aan deze geïnventariseerde brutorisico’s bedraagt € 152,3 miljoen. Kredietcrisis In het kader van risicomanagement en het opstellen van de paragraaf weerstandsvermogen voor de Jaarrekening 2008 hebben wij de risico’s beoordeeld die wij lopen als gevolg van de kredietcrisis. Hierbij is in de eerste plaats gekeken naar het concrete risico dat de provincie loopt ten aanzien van de deposito’s die uitgezet waren bij de IJslandse bank Landsbanki.(zie D4 Deposito’s) Naast de concrete gevolgen van de kredietcrisis hebben we tevens een inschatting gemaakt van de risico’s die kunnen ontstaan als gevolg van het instorten van de financiële markten en de recessie in de reële economie. Hierbij hebben we gekeken naar de effecten die de crisis kan hebben op de inkomsten uit rente, dividenden en opcenten motorrijtuigen belasting. Ook hebben wij hierbij onderzocht welke gevolgen de crisis kan hebben voor de lopende en geplande pro jecten en de garantstellingen van de provincie Noord-Holland. Uit dit interne onderzoek blijkt dat er voor 2009, rekening houdend met de ramingen die zijn opgenomen in de begroting, geen aanleiding is om voor bovengenoemde terreinen risico’s op te nemen in de paragraaf weerstandsvermogen. Wel zullen wij de ontwikkelingen in de economie en de kapitaalmarkt nauwgezet volgen. De eventuele gevolgen van deze ontwikkelingen zullen wij meenemen bij het opstellen van de Lentenota 2009 en begroting 2010. Nazorgfonds gesloten stortplaatsen De provincie heeft een Nazorgfonds afvalstortplaatsen in het leven geroepen. Dit in verband met de wettelijk verplichte nazorg, opgelegd aan provincies. Hierbij is het uitgangspunt dat de levensduur van een stortplaats ten einde loopt en maatregelen getroffen moeten worden die aanzienlijke kosten meebrengen. Aan het Nazorgfonds afvalstortplaatsen liggen berekeningen ten grondslag die uitmonden in doelvermogens per afvalstortplaats, opdat deze kunnen worden
148 |
ingezet om de nazorg van de stortplaatsen ’eeuwigdurend’ te kunnen financieren. Risico’s die hierbij spelen zijn de volgende: te weinig rendement op belegd vermogen, een ernstige afwijking van het inflatiepercentage, een exploitant die niet in staat is de heffingen te voldoen, het hoger uitvallen van de kosten van de nazorg en het aansprakelijk stellen van de provincie door derden. In het verleden is afgesproken de risico’s met betrekking tot het Nazorgfonds niet op te nemen in de paragraaf weer standsvermogen, omdat er de komende jaren nog geen stortplaatsen worden gesloten en de risico’s binnen het fonds kunnen worden opgevangen. Tot het moment van sluiting komen eventuele tekorten in het fonds bovendien ten laste van de exploitant. De huidige economische situatie geeft vooralsnog geen aanleiding eerdere afspraken met betrekking tot het Nazorgfonds te herzien. Bij het opstellen van de paragraaf weerstandsvermogen voor de begroting 2010 zal de situatie rond het Nazorgfonds opnieuw onderzocht worden. D.1 Boekwaarde deelnemingen Reeds vervallen bij jaarrekening 2007. D.2 Provinciaal garantiebeleid voor gezondheidszorg Reeds afgewaardeerd bij jaarrekening 2007. Opgenomen bij risico’s < 2 miljoen. Nieuwe risico’s als gevolg van in het jaar 2008 genomen besluiten: D3 Project Wieringerrandmeer Het project Wieringerrandmeer is door besluitvorming in Provinciale Staten een nieuwe fase ingegaan. Hiermee zijn eerdere risico’s komen te vervallen, maar treden er ook nieuwe op. Deze risico’s vallen uiteen in vier categorieën: risico’s met betrekking tot een garantstelling, risico’s met betrekking tot afkoopsommen en ten slotte risico’s met betrekking tot bijdragen door derden en maatschappelijke opbrengsten. De Samenwerkingsovereenkomst Wieringerrandmeer (SOK) bepaalt dat de provincie Noord-Holland voor een bedrag van € 30 miljoen een garantstelling zal afgeven ten behoeve van een bancaire financiering aan de Grondexploitatiema atschappij. Daarnaast bepaalt de SOK dat de kosten van beheer na oplevering voor rekening van de publieke partijen komen. Voor een deel van de gronden zal overdracht naar de gemeenten plaatsvinden. Voor overdracht naar andere publieke eind gebruikers (bijvoorbeeld Staatsbosbeheer en het hoogheemraadschap) zullen wellicht eenmalige afkoopsommen moeten worden betaald. Deze komen dan voor onze rekening. In de tweede helft van 2007 zijn gesprekken gevoerd met de toekomstige beheerders. Uit deze gesprekken en een analyse is voortgekomen wie wat wil beheren en onder welke voorwaarden. Op basis hiervan gaan wij er vooralsnog van uit dat het totaalbedrag aan eenmalige afkoopsommen dat wij aan de toekomstige beheerders zullen moeten betalen, tussen de € 15 miljoen en € 30 miljoen ligt. Met een bedrag van € 20 miljoen wordt rekening gehouden. Wij zullen ons inspannen om voor een bedrag van € 24,5 miljoen aan bijdragen door derden binnen te halen. Hierbij is te denken aan subsidies van het Rijk of Europa. Daarnaast spannen wij ons in om voor een bedrag van € 12 miljoen aan maatschappelijke opbrengsten te realiseren. Het risico bestaat uit het niet of gedeeltelijk realiseren van deze doelstellingen. Wij waarderen de kans dat deze risico’s zich voordoen in combinatie met het effect redelijk hoog. De verwachte expiratiedatum van de risico’s ligt tussen 2017 en 2032. D4 Deposito’s De provincie heeft medio 2008 deposito’s tot een bedrag van € 78 miljoen geplaatst bij Landsbanki in IJsland. De rating van de bank voldeed op het moment van plaatsing aan de Wet fido. De looptijd van de deposito’s is inmiddels ver streken en Landsbanki blijkt niet aan zijn financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Het is onzeker welk gedeelte van de vordering uiteindelijk nog kan worden geïnd. Omdat inmiddels bekend is dat de waarde van de bezittingen van Landsbanki kleiner is dan het totaal aan vorderingen van de preferente crediteuren, waartoe Noord-Holland behoort, betekent dit dat wij niet het gehele bedrag terug zullen ontvangen. Op basis van de nu bekende gegevens, schatten wij in dat wij 80% van de € 78 miljoen terug kunnen ontvangen, dat wil zeggen € 62,4 miljoen.(Dit bedrag is meegenomen in de berekening voor het benodigde weerstandvermogen.) De overige 20% (ad € 15,6 miljoen) van de uitgezette deposito’s hebben wij afgewaardeerd. Omdat de overige crediteuren in beroep zullen gaan tegen de positie van de preferente crediteuren, bestaat het risico dat wij minder dan € 62,4 miljoen terug zullen krijgen. Omdat het risico niet voor het gehele bedrag even groot is, hebben wij dit bedrag opgesplitst in twee keer € 31,2 miljoen, waarbij voor de eerste helft de kans dat het risico zich voordoet als redelijk hoog wordt aangemerkt en voor de tweede helft als gemiddeld.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 149
De provincie heeft in samenwerking met andere gedupeerde mede-overheden een advocatenkantoor ingeschakeld om een zo groot mogelijk gedeelte van de uitgezette middelen terug te krijgen. Wij waarderen de kans dat een deel van de vordering niet wordt geïnd als redelijk hoog. De verwachte expiratiedatum van het risico ligt, als gevolg van de mogelijk nog in te stellen procedures voor de IJslandse rechter, op medio 2010. (zie ook de paragraaf Financiering) D5 Warvw Sinds 1 mei 2006 is de Warvw (Wet aanvullende regels veiligheid wegverkeerstunnels) van kracht. De provincie NoordHolland is beheerder van twee operationele tunnels: de Zuidtangenttunnel onder de A4 en de tunnel onder de Buitenveldertbaan op Schiphol (hiervan is Schiphol eigenaar). Deze tunnels moeten voldoen aan de geldende veilig heidseisen. Er zullen nog nader te bepalen investeringen nodig zijn om aan de eisen te voldoen. Dit is een risico voor de provinciale begroting, omdat hiervoor nog geen financiële dekking aanwezig is. Wij waarderen de kans dat deze risico’s zich voordoen in combinatie met het effect redelijk hoog.
E Grondexploitatierisico’s De risico’s die tot deze categorie behoren, hebben een relatie met het grondbeleid dat is verwoord in de paragraaf grondbeleid. Het totaalbedrag aan deze geïnventariseerde brutorisico’s bedraagt € 9,5 miljoen. E1 Project Wieringerrandmeer Reeds vervallen bij begroting 2009. E2 Bloemendalerpolder Het project Bloemendalerpolder wordt onder onze regie tot ontwikkeling gebracht. De provincie draagt evenredig bij in de voorbereidingskosten. Daarnaast is in de anticipatieovereenkomst Bloemendalerpolder tussen de deelnemende publieke en private partijen afgesproken dat publieke partijen verantwoordelijk zijn voor de resterende grondver wervingen. Binnen publieke partijen is vervolgens afgesproken dat de provincie 87,5% van de kosten voorfinanciert. De inzet van de provincie is erop gericht voornoemde kosten in te brengen in de planexploitatie. Dit is onderwerp van onderhandeling met de andere publieke en private partijen. Het risico is aanwezig dat de kosten die wij hebben gemaakt niet of niet geheel kunnen terugvloeien uit de grondexploitatie. Er is een strategisch plan voor de resterende verwervingen opgesteld, gericht op het minimaliseren van restver wervingsrisico’s door de provincie. Daarnaast worden met een team van grondexperts en planeconomen de onder handelingen over de grondexploitatie gedegen voorbereid, met als doel het onderhandelingsresultaat voor de provincie te optimaliseren. Bij het afsluiten van de Samenwerkingsovereenkomst (in de loop van 2009) wordt duidelijk in hoeverre genoemde risico’s zich ook daadwerkelijk gaan voordoen.
F Risico’s Verbonden Partijen De provincie voert in bepaalde gevallen beleidsdoelstellingen uit met behulp van samenwerkingsverbanden. Wanneer er sprake is van een financieel én een bestuurlijk belang voor de provincie en wanneer het samenwerkingsverband wordt verzelfstandigd in een publiek- of privaatrechtelijk rechtspersoon, wordt dit samenwerkingsverband betiteld als verbonden partij. In deze rubriek worden die risico’s met betrekking tot de verbonden partijen benoemd waarvoor de provincie aansprakelijk is. Het totaalbedrag aan deze geïnventariseerde brutorisico’s bedraagt € 40 miljoen. F1 Dividenduitkering In de begroting 2008 is de dividenduitkering geraamd op € 17,9 miljoen Wij zien de dividenduitkering als een bruto risico. Omdat de dividendinkomsten onderdeel uitmaken van onze structurele dekkingsmiddelen, reserveren we volgens besluitvorming van Provinciale Staten 25% van de geraamde dividendinkomsten als onderdeel van de saldi reserve. Tegelijkertijd nemen wij voor hetzelfde bedrag een nettorisico op in de risicodatabase. Dit houdt dus in dat wij het risico afdekken dat 25% van de geraamde brutodividendinkomsten niet tot uitkering komt. Zie ook paragraaf Verbonden Partijen. F.2 Reservering investeringsfonds RO Noordzeekanaalgebied NV (RON) Ten behoeve van de uitvoering van het Masterplan Noordzeekanaalgebied is de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON) opgericht, met als kerntaak de ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen in het Noordzeekanaalgebied. Om de RON hierbij te faciliteren heeft de provincie een investeringskrediet van € 6,8
150 |
miljoen beschikbaar gesteld voor projecten van de RON. Dit krediet plus verschuldigde rente moet de RON terugbetalen uit de resultaten van de investeringsprojecten. Door middel van besluit nummer 111 is op 7 november 2006 nogmaals een krediet van € 6,8 miljoen beschikbaar gesteld door de provincie. Omdat echter nooit 100% vaststaat dat de projecten van de RON voldoende opleveren, bestaat een risico dat de RON niet in staat zal zijn de door provincie verstrekte kredieten ad € 13,6 miljoen (volledig) af te lossen. Wij nemen dit gehele bedrag op als risico. F3 Garantstelling DarwinD De provinciale garantie van € 8,5 miljoen strekt tot zekerheid van de nakoming van de verplichtingen die DarwinD BV jegens de bank op zich neemt in verband met een banklening voor de ontwikkeling, productie en plaatsing van vier 3Mw-testwindturbines. Wij ondersteunen op deze wijze de organisatie DarwinD, omdat met dit initiatief de dubbeldoel stelling ten aanzien van duurzame energie en werkgelegenheid in de Kop van Noord-Holland gerealiseerd kan worden. 3.2.4 Vervallen risico’s Binnen deze rubriek wordt alleen gerapporteerd over vervallen risico’s boven het bedrag van € 2 miljoen. Over de overige vervallen risico’s wordt binnen de ambtelijke organisatie gerapporteerd. Ten opzichte van het laatste rappor tagemoment (begroting 2009, besluitvorming in november 2008), zijn er geen vervallen risico’s te rapporteren. 3.2.5 Risico’s < 2 miljoen Vanwege het vaststellen van de rapportagegrens van € 2 miljoen wordt over de volgende risico’s niet extern gerappor teerd. Deze risico’s worden wél betrokken bij het bepalen van het risicoprofiel en de ratio weerstandsvermogen. De risico’s worden op directieniveau bewaakt en op concernniveau geconsolideerd. Tabel 3 Risico’s < 2 mln. Omschrijving
Risicobedrag (bruto)
Juridische risico’s: Het Landelijke Faunafonds
1.000.000
Herstructuering Steunfunctie-instellingen Kunst- en erfgoededucatie
1.000.000
Steunfunctie-instellingen Welzijn & Sport
600.000
Schadeclaim bij toepassing Bestuursdwang
500.000
Invoering Cultuurnota
500.000
Financiële rechtmatigheid verlening subsidies
250.000
Flexibiliseren subsidierelatie steunfunctieinstellingen
250.000
Claims i.v.m. verleggen van kabels en leidingen bij reconstructie van wegwerken
120.000
Monumentenwacht
100.000
Beleidsrisico’s: Realisatie van de zuid- en oosttak van de Zuidtangent Optimum II
1.500.000 100.000
Bedrijfsvoeringrisico’s: Automatiseringsbeveiliging
500.000
Uitval Sap
100.000
Beveiliging provinciale gebouwen
100.000
Financieringrisico’s Provinciaal garantiebeleid instellingen voor gezondheidszorg Totaal
900.000 7.520.000
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 151
3.2.6 Confrontatie tussen risico’s en weerstandscapaciteit Nadat risico-inventarisatie heeft plaatsgevonden, volgt het proces van risico’s waarderen. Gedurende dit proces schatten wij per risico in wat de kans is dat een risico tot negatieve financiële gevolgen leidt en tevens waarderen wij de grootte van het risicobedrag. Beide waarderingen worden gedaan volgens een schaalindeling die loopt van 1 tot 10. Bij het berekenen van het verwachte effect van een risico wordt het gemiddelde genomen van de waardering van de kans en het gevolg. De uitkomst van deze berekening beschouwen wij als een percentage van het risicobedrag dat minimaal in de saldireserve gereserveerd moet worden. Deze berekening wordt voor elk risico herhaald en tezamen vormen al deze bedragen het netto risicobedrag.
Tabel 4 Risico-inventarisatie (netto)
Brutorisicobedrag % minimaal te reserveren Nettorisicobedrag
Rekening 2007
Begroting 2008
Rekening 2008
117.404.506
124.524.506
239.009.900
55.97%
55.34%
60.42%
65.712.278
68.912.278
144.399.975
Wij maken de risico’s netto, omdat de kans dat alle risico’s zich zouden voordoen in één collegeperiode, laat staan begrotingsjaar, nagenoeg nihil is. De risico’s worden op verschillende momenten actueel en er worden beheersings maatregelen getroffen. Het is dus niet nodig het brutobedrag te reserveren. Door het proces van risicowaardering komen wij tot de conclusie dat wij ermee kunnen volstaan minimaal 60,4 % van het totale bruto risicobedrag te reserveren in de weerstandscapaciteit. De uitkomst van deze berekening (€ 144 miljoen) relateren wij aan het begrotingstotaal, waardoor wij een risicoprofiel voor de huidige begroting kunnen bepalen. Tabel 5 Risico profiel
Nettorisicobedrag Begrotingstotaal na resultaatbestemming Provinciaal risicoprofiel
Rekening 2007
Begroting 2008
Rekening 2008
65.712.278
68.912.278
144.399.975
658.746.900
658.746.900
698.182.100
9.98%
10.46%
20.68%
Conclusies over het weerstandsvermogen In totaal gaat het om 28 risico’s. Er zijn geen risico’s uit de vorige rapportage (begroting 2009) komen te vervallen. De risico’s hebben mogelijk financiële consequenties. Het totaal aan gekwantificeerde financiële tegenvallers dat daaruit kan voortvloeien, bedraagt maximaal € 239 miljoen. Dit is sterk toegenomen ten opzichte van de begroting 2008, met als belangrijkste oorzaken het project Wieringerrandmeer en de vordering op Landsbanki. Hierbij wordt opgemerkt dat niet alle risico’s voor het volledige bedrag en binnen één jaar tot uiting zullen komen. Dat hangt af van de verwachte afwikkelingsdatum, het feitelijk risicoverloop en het effect van de ingezette beheersmaatregelen. Er zijn immers maatregelen getroffen om de desbetreffende risico’s te verkleinen en hun gevolgen te beperken. Het na beschouwing te relativeren bedrag, zijnde het netto risicobedrag (€ 144 miljoen) in relatie tot het financieel weerstandsvermogen dat daarvoor nodig is, geeft aan dat de hierboven berekende dynamische weerstandscapaciteit (€ 145 miljoen) toereikend is ter afdekking van de financiële gevolgen van de geïnventariseerde risico’s die zich kunnen voordoen. Het dynamisch weerstandsvermogen berekenen wij op 1 (145/144). Dit is een waarde die binnen de minimale bandbreedte ligt van 1,0 tot 1,5. Voorziening financiële risico’s Als onderdeel van ons provinciaal risicomanagementbeleid houden wij een voorziening aan ten behoeve van risico’s waarvan wij met vrij grote zekerheid kunnen verwachten dat die voor de provincie in de toekomst een uitgavenpost zullen gaan vormen en waarvan de hoogte redelijkerwijze valt te benaderen. Hier is bijvoorbeeld sprake van bij een (voorlopige) rechterlijke uitspraak in ons nadeel. In het verleden is deze voorziening bijvoorbeeld gebruikt voor de inmiddels afgedane Chipsholkwestie.
152 |
In 2008 is er een onttrekking gedaan van € 1,7 miljoen euro in verband met een opgelegde naheffing van de Belasting dienst. De resterende € 2,3 miljoen euro uit de voorziening is vrijgevallen naar de saldireserve. De voorziening is derhalve gedaald naar nihil. De voeding van de voorziening wordt vanwege de gevoeligheid van de informatie te allen tijde behandeld via de besloten agenda in de commissie Fepo (Financiën, Europa, Personeel en Organisatie). Een onttrekking uit deze voor ziening wordt te allen tijde door middel van een bestuurlijke rapportage verantwoord.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 153
3.3 Onderhoud Kapitaalgoederen 2008 3.3.1 Algemeen De provincie Noord-Holland beheert een aanzienlijke oppervlakte aan openbare ruimte. Deze ruimte is voor een deel bebouwd met kapitaalgoederen. In het kader van de wettelijke zorgplicht is het van belang dat deze kapitaalgoederen op peil gehouden worden. Hiertoe plegen wij divers onderhoud. In beheer zijn (vaar)wegen, verkeersregelinstallaties, kunstwerken, groen, openbare verlichting, gebouwen en vele andere objecten. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en de staat van onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten voor beheer en onderhoud. De jaarlijkse lasten voor 2008 zijn als volgt onderverdeeld: Beschikbaar voor beheer en onderhoud kapitaalgoederen in 2008 a Onderhoud wegen (incl. groen)
30.736.800
b Onderhoud vaarwegen
15.034.500
c Onderhoud gebouwen groot d Onderhoud gebouwen regulier Totaal onderhoud kapitaalgoederen
502.000 332.100 46.605.400
Het beleid voor het onderhouden van kapitaalgoederen is opgenomen in de nota’s: • Wegen: Normkostensystematiek Provincie Noord-Holland (conform bekostigingssystematiek van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek- CROW); • Onderhoud gebouwen: Meerjarenonderhoudsplan 2003-2033 (facilitair bedrijf provincie Noord-Holland); • Besluit Provinciale Staten van 28 november 2004 betreffende het risico gestuurd beheer van de oevers van het Noordhollandsch Kanaal; • Baggerprogramma provinciale vaarwegen, besluit Provinciale Staten van december 2003. Binnen de begrotingssystematiek van het onderhoud onderkennen we de subproducten • strategisch beheer; • groot onderhoud; • overig beheer en onderhoud. Bij de uitvoering onderkennen we het onderscheid in variabel onderhoud en vast onderhoud. • Variabel onderhoud is onderhoud dat niet periodiek wordt uitgevoerd of een onderhoudscyclus heeft van meer dan twee jaar en gericht is op de vervanging van onderdelen van een constructie of zelfs de gehele constructie. • Vast onderhoud is onderhoud dat wel periodiek wordt uitgevoerd en een onderhoudscyclus heeft van maximaal twee jaar. Het is gericht op het instandhouden van de infrastructuur zonder grote vervangingen of reconstructies. Variabel onderhoud bestaat conform richtlijnen BBV uit de componenten groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Het overig beheer en onderhoud bestaat uit vast (preventief) onderhoud, onderverdeeld in dagelijks onderhoud, klein onderhoud (kleine reparaties en vervangingen), storingsonderhoud, gladheidbestrijding en bediening beweegbare bruggen en sluizen. In 2008 zijn we verdergegaan met de invoering van planmatig beheer van de provinciale infrastructuur. Hierbij worden de bestuurlijke uitgangspunten vastgelegd en vertaald naar functionele eisen en technische uitgangspunten. Dit zal leiden tot een helder en eenduidig inzicht in het effect van keuzes bij de beleidsthema’s bereikbaarheid, veilig heid, milieu, leefbaarheid, aanzien en comfort op: • een zo efficiënt mogelijke inzet van middelen; • de kwalitatieve ontwikkeling van de infrastructuur, waarbij de gevolgen voor de (vaar)weggebruiker tot een mini mum worden beperkt. Voor het ontwikkelen van planmatig beheer zijn sturingsinstrumenten nodig. Daartoe behoren beheerplannen wegen, fietspaden, vaarwegen en openbaar vervoer. De ontwikkeling hiervan is in 2007 gestart en in 2008 voortgezet. In 2008 is het Beheerplan Fietspaden opgesteld. In 2009 volgt de bestuurlijke vaststelling van dit beheerplan. In het
154 |
beheerplan is vooral aandacht voor de kwaliteit in relatie tot het comfort voor de gebruiker. Ook gaan we in op de breedte van de fietspaden als het gaat om de veiligheid. De ontwikkeling van de andere beheerplannen (wegen, vaarwegen, openbaar vervoer hebben wij in 2008 voortvarend opgepakt. We zijn in 2008 begonnen met het plannen van onderhoudsmaatregelen geclusterd volgens langere wegentrajecten, waardoor de hinder voor de weggebruiker vermindert. In 2009 zullen wij de invoering van planmatig beheer afronden. 3.3.2 Onderhoud provinciale weginfrastructuur (inclusief groen) Het beheer en onderhoud van de provinciale weginfrastructuur wordt vanaf 2004 uitgevoerd volgens de normen en richtlijnen van het CROW. Hierbij hebben Provinciale Staten gekozen voor kwaliteitsniveaus waaraan de staat van onderhoud van de weg mini maal moet voldoen, afgezet tegen de beleidsthema’s: veiligheid, bereikbaarheid, comfort, aanzien, leefbaarheid en milieu. In 2008 waren de afgesproken kwaliteitsniveaus: • R voor de stroomwegen: een kwaliteitsniveau dat landelijk gangbaar is in Nederland; • R- voor de overige wegen: een kwaliteitsniveau dat minimaal is, maar dat voldoet aan wettelijke vereisten en waarbij aansprakelijkheid-stellingen als gevolg van gebrekkig onderhoud niet aan de orde zijn; • R+ voor fietspaden en milieuaspecten bij wegonderhoud: een kwaliteitsniveau hoger dan landelijk gangbaar is en dat voldoet aan provinciaal beleid op milieugebied. Het onderhoud aan de provinciale weginfrastructuur is uitgevoerd op grond van een jaarprogramma 2008 en een voorlopig meerjarenprogramma onderhoud (MPO) 2008-2012. Hierin staat het uit te voeren onderhoud in 2008 en een globaal inzicht in het te verwachten onderhoud in de periode 2008-2012 met de bijbehorende financiële gevolgen. Totaal is voor het wegenonderhoud in 2008 een bedrag van € 30.736.800 beschikbaar gesteld. Doordat in 2008 te weinig projectleiders konden worden ingehuurd ten gevolge van de krappe arbeidsmarkt, zijn niet alle geplande projecten in 2008 gerealiseerd. In 2009 staan de projecten uit 2008 als eerste voor uitvoering gepland. Een aantal onderhoudsprojecten in 2009 gaan in uitvoering in combinatie met een PMI-project (bijvoorbeeld N244). In 2008 hebben wij met het project Duurzaam Veilige Markeringen (DV) een bescheiden voortgang gemaakt. De voor bereidingen voor de projecten met uitvoering 2009 zijn in 2008 vrijwel afgerond. De doelstelling DV op alle provinciale wegen in 2010 is nog steeds ons uitgangspunt. Met de Motorrijders Actiegroep (MAG) is bestuurlijk een convenant gesloten. In dit convenant is bepaald dat wij de veiligheid van motorrijders bij nieuwe en bestaande infraprojecten aandacht geven. Specifiek is genoemd dat wij ons zullen inspannen om op meerdere plaatsen langs de wegen de bestaande geleiderailconstructies te voorzien van een motorvriendelijke geleideplank. In 2008 hebben wij voor 90% van het oudebomenbestand (35.000 stuks) een inspectie uitgevoerd volgens de VTAmethode. Ongeveer 300 bomen bleken uit veiligheidsoverwegingen te moeten worden gekapt. Deze werkzaamheden hebben wij gedeeltelijk in 2008 uitgevoerd. In 2009 krijgt de inspectie van het oudebomenbestand een vervolg. Voor bepaalde groepen bomen zal de inspectie jaarlijks plaatsvinden vanwege de zorgplicht die wij volgens het BW hebben. In 2008 zijn langs de wegen ruim 750 iepen met iepziekte gekapt. Het gaat dan om zowel iepen in laanbeplanting als in bosstroken. Voor vaste bruggen in de landwegen ontbreken nog gegevens wat betreft de kwaliteit, waardoor de risico’s en functio naliteit onvoldoende in kaart zijn gebracht. Dit is aanleiding geweest om in 2008 onderzoek te verrichten op basis van een zogenoemde quickscan die vooral rekening houdt met de risico’s. De uitkomsten hebben geleid tot een uitvoerings programma om de meest urgente knelpunten in 2009 aan te pakken. Over het algemeen gaat het om eenvoudige reparaties aan de constructie. Er zijn geen nieuwe kunstwerken aangetroffen waarbij op zeer korte termijn uitgebreide maatregelen nodig zijn.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 155
In onderstaande tabel is weergegeven welke uitgaven daadwerkelijk zijn verricht: Onderhoud provinciale weginfrastructuur 2008 Omschrijving
Beschikbaar
Besteed
Verschil
11.721.400
1.421.674
299.726
12.404.700
9.834.473
2.570.227
Overig beheer en onderhoud prov. wegen
13.255.700
14.428.506
-1.172.806
Zuidtangent variabel onderhoud
1.876.000
717.648
1.158.352
Zuidtangent vast onderhoud
1.479.000
1.077.926
401.074
30.736.800
27.480.227
3.256.573
Strategisch beheer prov. Wegen Groot onderhoud prov. Wegen
Totaal
Bij strategisch beheer en overig beheer zijn de werkzaamheden volgens het jaarprogramma uitgevoerd. Bij groot onderhoud heeft een aantal projecten vertraging opgelopen ten opzichte van de planning. De redenen voor deze vertragingen waren divers; onder andere een scopewijziging, extra milieuonderzoek, langere levertijd van mate rialen en afstemming met andere participanten. Daar waar de vertraging zou leiden tot een te laag kwaliteitsniveau zijn, als overbrugging, in 2007 kleinschalige onderhoudsmaatregelen genomen. In 2008 zullen deze wegvakken worden onderhouden. Zuidtangent De Zuidtangent is een hoogwaardige busverbinding tussen Haarlem en Amsterdam ZO via Hoofddorp, Schiphol en Amstelveen. Grote gedeelten van deze busverbinding lopen over vrije busbanen, De Zuidtangent is in 2002 geopend. Wij onderhouden een groot gedeelte van het kerntraject van deze busverbinding in de gemeente Haarlemmermeer. Het kwaliteitsniveau van onderhoud is hoog om het hoogwaardige karakter van de busverbinding in stand te houden. Dit kwaliteitsniveau is echter nog niet door het provinciaal bestuur formeel vastgesteld. Het hoogwaardige karakter van de Zuidtangent wordt in stand gehouden door frequent onderhoud en snelle reparaties. Na openstelling openbaarde zich een aantal ernstige gebreken aan de baan en de haltes. Zo bleken de daken van de haltes niet stormvast, de baan zelf vertoonde verzakkingen, sommige perronvloeren werden te glad of vertoonden gebreken in de constructie, er traden uitspoelingen op door slechte hemelwaterafvoer, verlichting raakte defect. Daarnaast is er veel vandalisme. In 2008 is gestart met het aanpassen of herstellen van gebreken in het kader van het uitvoeringsprogramma Zuid tangent forever, waarbij we vooral de gebreken aanpakken die het gevolg zijn van fouten bij de aanleg. Sommige daar van zijn zo complex dat eerst tijdrovend voorbereidend onderzoek nodig is geweest voordat we tot herstel konden over gegaan. Deze werkzaamheden ronden we af in 2009. In 2008 zijn vooral veel glaspanelen vervangen die door vandalisme gesneuveld zijn. Ook de liften en het haltemeubilair moesten als gevolg van vandalisme steeds worden hersteld. In 2007 zijn de dakpanelen van alle 28 perronabri’s verwijderd. Op iedere halte hebben we tijdelijk een noodabri geplaatst. Deze noodabri’s stonden er het gehele jaar 2008. Eind 2009 beginnen we met de vervanging van deze abri’s door nieuw ontworpen wachtruimtes. Dit alles heeft in 2008 geleid tot extra kosten van € 1.360.000.
156 |
3.3.3 Onderhoud provinciale vaarweginfrastructuur (inclusief groen) De provinciale vaarweginfrastructuur moet voldoen aan de kwaliteitsniveaus die Provinciale Staten hebben vast gesteld. De kwaliteitsniveaus voor de vaarwegen zijn niet, zoals bij de wegen wel het geval is, voor alle onderdelen expliciet vastgelegd. De oevers van het Noordhollandsch Kanaal worden onderhouden op basis van risicogestuurd beheer (PS-besluit van 2004); die van de overige vaarwegen op basis van dezelfde uitgangspunten. Voor de kunstwerken van de overige vaarwegen beschikken we sinds eind 2006 over een beheerstrategie, instandhoudings plannen en een meerjarenprogramma. Deze zijn gebaseerd op algemeen landelijk gehanteerde uitgangspunten voor het beheer. De onderstaande tabel geeft weer welke uitgaven daadwerkelijk zijn verricht voor de producten Noordhollandsch Kanaal en overige vaarwegen gezamenlijk. Onderhoud provinciale vaarweginfrastructuur 2008 Omschrijving
Beschikbaar
Besteed
Verschil
458.700
402.787
55.913
Groot onderhoud
8.546.000
5.828.194
2.717.806
Overig beheer en onderhoud
5.241.000
5.453.944
-212.944
1.487.700
1.603.241
-115.541
15.733.400
13.288.166
2.445.234
Strategisch beheer
Baggerprogramma vaarwegen Totaal
Bij het groot onderhoud aan de vaarwegen onderscheiden we een aantal onderdelen, waarvan oevers, bodems en bruggen en sluizen de belangrijkste zijn. Bij het vervangen van de oevers is het achterstallig onderhoud langs het Noordhollandsch Kanaal in uitvoering. Het programma oevers Noordhollandsch Kanaal ligt qua planning ca. 1 jaar achter. In 2008 hebben wij ca. 5 km oevers in uitvoering genomen, die gereed zijn begin 2009. Op verzoek van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hebben wij het niet-geprogrammeerde gedeelte Kanaaldijk te Purmerend versneld in uitvoering genomen. In de Najaarsnota 2008 hebben wij hiervoor extra middelen gevraagd. Hierin was begrepen een extra bedrag als gevolg van de sterk verhoogde energie- en grondstofkosten. Bij de overige vaarwegen is het vervangen van de oevers op de Langedijkervaart, Niedorpervaart, Huigenvaart en Markervaart Noord nagenoeg gereed. De voorbereidingen voor Kolhornerdiep en Westfriesevaart zijn wegens gebrek aan personele capaciteit nog niet gestart (de middelen staan in bestemmingsreserve). De voorbereiding van de oevers van het traject Broekervaart/Trekvaart wordt samen met de baggerwerkzaamheden uitgevoerd. Het jaarprogramma onderhoud aan de beschoeiing aan de binnenzijde van de Ringvaart van de Haarlemmermeer polder is uitgevoerd door het Hoogheemraadschap Rijnland op basis van de bestaande uitvoeringsovereenkomst. In 2008 zijn de kopsloten Aalsmeer opnieuw gebaggerd op basis van een convenant tussen Rijnland, de gemeente Aalsmeer en de provincie Noord-Holland. De provincie heeft 1/3 van de kosten voor haar rekening genomen (ca. € 240.000). Om oeverafslag te voorkomen langs kwetsbare natuurgebieden langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder (Oosteinderpoel en Wildernis) is onder onze leiding een plan voor oeverbescherming uitgewerkt. Dit plan heeft groot draagvlak onder betrokken partijen (onder andere Rijnland, Aalsmeer, Landschap Noord-Holland). De financiering van het plan, kosten ca. € 4,5 miljoen, is nog niet geregeld. Bij het groot onderhoud aan de bruggen en sluizen ligt meer dan de helft van de projecten die gepland waren op schema of is afgerond (afgerond zijn onder andere renovatie Kerkbrug, aanpassingen Stolperbasculebrug en vervangen elektri sche installatie Braaksluis). Een aantal projecten heeft vertraging opgelopen. Oorzaken zijn onder andere: • extra herstelmaatregelen bij wisseling sluisdeuren (Sluis Purmerend); • vertraging tijdens de aanbestedingsfase (renovatie Vlotbrug ’t Zand en de Schipholdraaibrug); • extra werk door calamiteit als gevolg van een aanvaring sluisdeuren (Koopvaarderschutsluis); • overdracht in verband met capaciteitsgebrek (pontveer ’t Schouw & Westeinde).
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 157
Om de scope helder te krijgen is voor een aantal projecten nog nader onderzoek verricht (vervanging PLC’s, KVSS, Kooysluis, Leeghwaterbrug). Deze waren eind 2008 gereed. Vervangingsprogramma kunstwerken Voor het vervangen van beweegbare bruggen en sluizen zijn tot op heden geen structurele middelen in de provinciale begroting opgenomen. Voor de aanpak van de meest urgente knelpunten is in 2007 gestart met een uitvoeringspro gramma met een eenmalig krediet van € 20 miljoen. Het eerste project uit het vervangingsprogramma (de Westfriese Sluis) is in september 2008 opgeleverd. De vervanging van de Buren- en de Waarderpolderbrug zijn gestart; deze kunst werken zijn in het derde kwartaal van 2009 gereed. De start van de uitvoering van de brug Slootdorp staat gepland voor het derde kwartaal 2009. De Krommeniebruggen (A/B) kunnen - blijkt uit nader onderzoek - niet gerenoveerd worden, maar moeten naar verwachting totaal worden vernieuwd. Gevolgen voor planning, samenloop met overige werken en financiën worden momenteel nader uitgewerkt. De voorbereidingen voor het vervangen van de Kraspolderbrug zijn in volle gang. In vervolg op het eerste vervangingsprogramma kunstwerken is in de Lentenota 2008 besloten nog eens voor de periode 2009-2014 € 29 miljoen vrij te maken. Het tweede vervangingsprogramma kunstwerken is nog niet vastgesteld. De onderzoeken om tot een definitief programma te komen zijn niet afgerond. Het scherp krijgen van de opdracht en het bezien of renovatie of vervanging tot de mogelijkheden behoort, is tijdrovend door de verschillende noodzakelijke onderzoeken. Hierbij komt dat informatie over de huidige kunstwerken nauwelijks voorhanden is. Hierdoor moeten sterkteberekeningen en dergelijke opnieuw worden uitgevoerd. De voorlopige lijst met kunstwerken die in dit programma moeten worden vervangen is als volgt: • Rietvinksbrug • Hemmerbrug • Mielbrug • Brugdek Irenebrug Uithoorn • Bruggen Krommenie • Vechtbrug In 2009 wordt het programma op basis van nader onderzoek en berekeningen volledig gemaakt. Baggerprogramma Noord-Hollandse Vaarwegen Provinciale Staten hebben in december 2003 het baggerprogramma Noord-Hollandse Vaarwegen vastgesteld. De projecten uit het baggerprogramma liggen grotendeels op schema: • Het baggeren van het traject Noordhollandsch Kanaal (NHK) Alkmaar-Den Helder is afgerond. Het gedeelte Kooysluis-Koopvaarderschutsluis hebben wij als ‘munitieverdacht’ moeten uitvoeren. Dit heeft tot een vertraging van één jaar geleid en ca. € 1 miljoen aan extra kosten. • Eind 2008 is het traject NHK-Alkmaar en NHK Akersloot-Amsterdam aanbesteed (ca. € 7 miljoen). De uitvoering start januari 2009. • Met de voorbereiding van de Broekervaart/Trekvaart, Ringvaart Haarlemmermeer en Amstel is gestart. Als gevolg van de extra werkzaamheden aan het traject Noordhollandsch Kanaal: Alkmaar-Den Helder is met name de voor bereiding voor de Broekervaart/Trekvaart vertraagd. • Eind 2008 zijn ook de voorbereidingen gestart voor het baggeren van de Westfriese Vaart. Voor het uitvoeren van het baggerprogramma is een krediet van € 30 miljoen beschikbaar gesteld. In 2009 vindt voor een groot aantal vaarwegen de onderzoeken plaats. Eind 2009 zijn de vaarwegen bekend die voor de beschikbare middelen kunnen worden gebaggerd. Tot eind 2011 kan gebruik worden gemaakt van het Rijksdepot IJsseloog voor storten van niet- verwerkbare of elders te storten verontreinigde baggerspecie. 3.3.4 Onderhoud provinciale gebouwen Het Meerjaren Onderhoudsplan Gebouwen omvat al het planmatig bouwkundig onderhoud, vooral aan de buitenzijde van een gebouw, inclusief voorzieningen als hekwerk, tuinmuren, bestrating, enzovoort. Ook vervanging van centrale verwarmingsinstallaties is opgenomen in het plan. Bovendien is voor elk gebouw een post klachten of regulier onder
158 |
houd opgenomen. Het onderhoudsplan heeft een looptijd van dertig jaar. Om de drie jaar vindt inspectie plaats, waarna aanpassing volgt van de (financiële) planning. Gebouwen in onderhoudsplan Het Facilitair Bedrijf beheert panden voor huisvesting van medewerkers. Het beheer van de winkels in het Houtplein complex is in 2008 overgedragen aan Directie Beleid, Sector Gebiedsontwikkeling en Grond. De volgende gebouwen zijn in het onderhoudsplan opgenomen: • Paviljoen Welgelegen (Paviljoenslaan 1) • Dreef 1 • Dreef 3 (gebeurt niets, in verband met nieuwbouw/renovatie) • Gebouw Houtplein • Gebouw Zijlweg, inclusief Schoonzichtlaan 2 en 8 • Schoonzichtlaan 4 • Villa’s Florapark 5 en 6 • Villa’s Frederikspark 10 en 12 • Villa’s Paviljoenslaan 3, 5 en 7/9 De onderhoudskosten van deze panden komen uit het materieel budget. Daarnaast betalen we uit de directe budgetten het onderhoud voor de dienstwoning Welgelegenstraat 3 en het gebouw Mercurius (Wormer). Uitgevoerde werkzaamheden In het kader van het meerjarenplan onderhoud van de provinciale gebouwen zijn de volgende activiteiten in 2008 uitgevoerd: Groot Onderhoud Ook in 2008 is groot onderhoud uitgevoerd aan de panden van de provincie. Hiervoor stond € 352.000 op de begroting. Daarnaast was er een eenmalig projectbudget van € 150.000 voor het opknappen van de toiletten in kantoor Houtplein. • Dreefcomplex en villa’s – Florapark 6: aanleg gasleiding en vervanging van de oliegestookte cv-ketel door twee cascade geschakelde, gas gestookte cv-ketels; ca. € 28.000. Huur tijdelijke verwarmingsunit € 5.000, opknappen cv-ruimte: € 5.000. – Het vervangen van de cv-ketel in Paviljoenslaan 5 door een nieuwe HR-ketel en het opknappen van de cv-ruimte: € 15.000. – Leveren en aanbrengen van airco’s op de zolderverdieping van Paviljoenslaan 7/9 : € 15.000. – Diverse bouwkundige werkzaamheden: € 10.000. • Houtplein – Voor het kantoor Houtplein bereiden we renovatieplannen voor. Omdat er nogal wat klachten waren over de staat van onderhoud van de toiletten, heeft de directie besloten om voor de korte termijn de toiletten in het pand toch nog een opknapbeurt te geven. Voor deze werkzaamheden was € 150.000 extra budget beschikbaar. – Kosten leveren en verplaatsen wanden in verband met verhuizingen: € 35.000. – Vanwege klachten van medewerkers is er in kantoor Houtplein een breed klimaatonderzoek uitgevoerd; kosten € 16.000. • Zijlweg Nadat in 2007 het interieur van het pand geschilderd is en er nieuwe vloerbedekking is gelegd, heeft begin 2008 het restaurant een facelift gekregen en is het meubilair in het restaurant vervangen; totale kosten ca. € 55.000. Vervangen oude cv-ketel door een nieuwe HR-ketel: € 40.000 (oude ketel was afgekeurd). In het garagecomplex is de oude cv-ketel vervangen door een nieuwe HR-ketel; kosten € 11.000. • Algemeen – Voor alle panden is een nieuwe legionella-risicoinventarisatie gemaakt en een beheersplan opgesteld; kosten € 12.000. – Van alle panden zijn de elektrische installaties geïnspecteerd volgens NEN 3140: kosten € 21.000. – Jaarlijks onderhoud liftinstallaties € 30.000. – Jaarlijkse schoonmaak en inspectie daken en goten € 4.000. – Jaarlijks onderhoud technische installaties € 50.000.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 159
3.4 Financiering 3.4.1 Algemene ontwikkelingen De Wet financiering decentrale overheden (Fido) verplicht ons tot een financieringsparagraaf in de begroting en het jaarverslag. Onderwerpen die hierin aan de orde moeten komen, zijn algemene interne en externe ontwikkelingen die van invloed zijn (geweest) op de treasuryfunctie, het beleid voor het risicobeheer, kasbeheer, provinciefinanciering, relevante ontwikkelingen in de treasury-organisatie en de informatievoorziening voor de treasuryfunctie. Verder is van toepassing de Verordening financieel beheer Noord-Holland 2006 van 1 augustus 2006. In 2008 hebben wij een begin gemaakt met de herziening van de Verordening financieel beheer. Als gevolg van de kredietcrisis en de tegenslag die wij daardoor hebben ondervonden bij de terugbetaling van de desbetreffende deposito’s, hebben wij een pas op de plaats gemaakt. Nadat de commissie van onderzoek (eind-)verslag zal hebben uitgebracht, zetten wij de herziening voort. In de eerste helft van 2008 hebben wij omgezien naar een andere huisbankier. Er zijn drie banken aangeschreven om een offerte uit te brengen. Na beoordeling van de banken is de keuze gevallen op Fortis Bank (Nederland) nv., die per 1 juli 2008 als huisbank fungeert. Door technische ontwikkelingen is de volledige implementatie van het electronic banking-pakket van Fortis echter nog niet voltooid. Naar verwachting zal deze implementatie in februari 2009 gerealiseerd zijn. Kredietcrisis In september/oktober 2008 is de provincie Noord-Holland geconfronteerd met het niet terugbetalen van deposito’s door een tweetal banken. Het betreft een deposito van € 20,2 miljoen bij Lehman Bankhaus A.G. te Frankfurt, met als datum van terugbetaling 13 oktober 2008. Daarnaast zijn twee deposito’s bij Landsbanki in IJsland, niet terugbetaald. Het gaat om een deposito van € 51,5 miljoen, met als datum van terugbetaling 13 oktober 2008, en van € 26,7 miljoen per 13 november 2008. De provincie Noord-Holland was niet de enige decentrale overheid die geconfronteerd werd met niet terugbetalen door banken. In totaal zijn meer dan twintig lagere overheden getroffen door het niet terugbetalen van verstrekte deposito’s. De totale uitstaande schuld bedroeg meer dan € 200 miljoen, terug te betalen door Landsbanki. De provincie Noord-Holland heeft het initiatief genomen om de aangelegenheid via juridische procedures aan te vechten. Door een Koninklijk Besluit heeft de minister van Financiën de executie van de gelegde beslagen verhinderd. Via een bodemprocedure zal deze zaak worden uitgezocht. Daarnaast hebben Provinciale Staten van Noord-Holland besloten tot het instellen van een provinciale commissie van onderzoek waarin alle politieke partijen zitting hebben die in Provinciale Staten vertegenwoordigd zijn. Deze onderzoekscommissie zal de hele gang van zaken rondom het verstrekken van tijdelijk overtollige kasmiddelen onderzoeken. Naar verwachting zullen de resultaten in mei 2009 bekend worden. Deposito Lehman Bankhaus A.G. Lehman Brothers Bankhaus A.G. behoort tot het Duitse deposito-garantiestelsel (“Einlagensicherungs-fonds des Bundesverbandes deutscher Banken e.V.“). De Duitse Centrale Bank (Bundesverband Deutscher Banken) heeft de inleg van onder meer publieke instellingen bij Lehman Bankhaus A.G. gegarandeerd tot een bedrag van € 285.105.000 per inlegger. De Duitse Centrale Bank (Bundesverband Deutscher Banken) heeft de volledige vordering van € 20,5 miljoen, inclusief de uitstaande rente, op 12 maart 2009 teruggestort. De Duitse autoriteiten hadden eerder al toegezegd dat het tegoed zou worden geretourneerd. Deposito’s Landsbanki Aangezien de IJslandse overheid niet op eenzelfde manier tussenbeide kon komen als overheden in andere landen, werd een noodwet goedgekeurd om een voortzetting van bankwezenactiviteiten in IJsland te verzekeren en de schade voor de crediteuren te minimaliseren. Tevens is er een moratorium uitgevaardigd, dat het beste vergeleken kan worden met een surseance van betaling voor Landsbanki. De Resolution Committee van Landsbanki, alsook de IJslandse bewindvoerder hebben als uitgangspunt uitgesproken dat zij de depositohouders op grond van de huidige IJslandse wetgeving als preferente schuldeisers beschouwen.
160 |
Bij het vaststellen van de jaarrekening 2008 heeft ons college kennisgenomen van de laatste stand van zaken m.b.t. de afwikkeling van onze vordering op Landsbanki. Uit informatie verstrekt aan een crediteurenoverleg van 20 februari 2009 blijkt de financiële positie van Landsbanki als volgt. Geraamde waarde van de activa
€ 8.391.854*1
Geraamde schulden en verplichtingen, inclusief deposito’s
€ 23.511.236*1
Geraamde schuld aan preferente schuldeisers
€9.396.067*1
*1) voor de omrekening van de IJslandse Kronen naar de euro is de koers van 20 februari 2009 gebruikt. De koers is € 1,- is 142,4 ISK
Op basis van deze gegevens hebben we een zo goed mogelijke inschatting gemaakt van de risico’s. Uitgaande van de thans geraamde waarde van de activa kan Landsbanki de schuld aan preferente schuldeisers voor circa 80% vergoeden. Na overleg met de accountant hebben wij besloten een voorziening te treffen op onze vordering. We hebben de vorde ring op de balans € 15,6 miljoen (20% van de totale vordering) afgewaardeerd. Deze voorziening vindt u in toelichting op de balans onder punt 2.1 a.Kortlopende vorderingen. Ook is een voorziening gevormd wegens mogelijk oninbare rente op de uitstaande deposito’s bij Landsbanki van € 1,1 miljoen. Deze voorziening vindt u in toelichting op de balans onder punt 2.1 d. Overige vorderingen. Het resterende bedrag van de vordering op Landsbanki hebben we opgenomen in de risicoparagraaf. We hebben het risico op basis van de thans bekende informatie gewogen. 50% van het resterende bedrag hebben we gewaardeerd met een risicoprofiel ‘redelijk hoog’ en 50% van het resterende bedrag hebben we gewaardeerd met een risicoprofiel ‘gemiddeld’. 3.4.2 Resultaten 2008 Het renteresultaat over 2008 is als volgt: • Rente op opgenomen kortlopende kasmiddelen en provisie geldleningen -1,2 mln. • Rente van opgenomen langlopende geldleningen -2,4 mln. • Rente verkregen op geplaatste deposito’s en rekening-courant tegoeden 27,9 mln. • Gederfde rente lening aan gemeente Purmerend 0,3 mln. • Rente verkregen op verstrekte langlopende geldleningen en uitzettingen 4,6 mln. € 29,2 mln. • Doorberekende rente aan kostenplaatsen, producten en activa 20,1 mln. • Bijdrage aan programma 11 wegens voordelig renteresultaat € 49,3 mln. Voor een nadere verdeling van het renteresultaat verwijzen wij naar de bijlagen 5.4 en 5.5 van de jaarrekening en bijlage F. bij de productenrealisatie. De afschrijving op het agio betaald op meerjarige beleggingen wordt op grond van het Besluit Begroting en Verant woording (BBV) vermeld onder product 0120 1. De afschrijving op het meegekochte agio bedraagt over 2008 € 0,9 mln. (2007 € 1,6 mln.) Na deze afschrijving hebben wij geen geactiveerde agio meer op de balans staan. Eind 2008 was op deposito geplaatst een bedrag van € 609 miljoen. 2007 € 451 miljoen). In dit bedrag aan deposito’s eind 2008 is rekening gehouden met de afwaardering met 20% van de uitstaande deposito’s bij LandsbankiHierin zijn begrepen de bijdragen van derden in de financiering van het N 201-project. Ultimo 2008 is dit een bedrag van € 215 miljoen (2007 € 128 miljoen). De rentebaten van de bijdragen van deze derden, berekend op € 6,6 miljoen (onderdeel van het totaal van de verkregen rente op geplaatste deposito’s ad 27,9 miljoen), komen ten goede aan het project N 201. Op grond van het BBV is een rechtstreekse koppeling tussen het renteresultaat en het peil houden van de voorziening van het project N 201 niet toegestaan. Ultimo 2008 bezaten wij aan verstrekte langlopende leningen een bedrag van € 52,3 miljoen (2007 € 134,1 miljoen). In 2008 zijn verstrekkingen gedaan tot een bedrag van € 2,7 miljoen, bestaande uit € 1,6 mln. aan Polanenpark BV (voor malig Rottepolderpark), € 0,1 miljoen aan Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord en € 1,0 miljoen aan Investerings maatschappij Noordzeekanaalgebied CV Aan aflossingen is in 2008 € 84,4 miljoen (2007 € 158,9 miljoen) ontvangen. Voor een specificatie van dit laatste bedrag wordt verwezen naar bijlage 5.4 ’Staat van verstrekte overige langlopende geld – uitleningen en uitzettingen met een rente-typische looptijd > 1 jaar.’ De rentebaten bedroegen € 4,6 miljoen (2007 € 7,3 miljoen).
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 161
Op bijlage 5.5 ‘Staat van opgenomen langlopende leningen art. 46 BBV’ is de last vermeld van opgenomen langlopende leningen, te weten € 2,4 miljoen (2007 € 0,6 miljoen, gerekend vanaf 1 oktober 2007, het moment van opname van de lening). De schuldrest ultimo 2008 is € 47,8 miljoen. 3.4.3 Risicobeheer De maat voor het risicobeheer op de vlottende schuld is de kasgeldlimiet. De Wet Fido hanteert als grondslag de omvang van de jaarbegroting per 1 januari. De grondslag voor 2008 bedroeg € 601 miljoen (2007 € 580 miljoen). Bij ministeriële regeling is voor de provincies aangegeven dat de kasgeldlimiet 7% van de grondslag mag bedragen. Voor ons betekent dit voor 2008 een kasgeldlimiet van € 42,1 miljoen. De Provincie heeft in 2008 geen kasgeldleningen. Alle deposito’s die ultimo 2008 uitstonden, voldeden aan de eis van de Wet fido. Zij zijn alle geplaatst bij drie Nederlandse financiële instellingen met minimaal een A-rating, te weten BNG, Fortis en NWB. Als gevolg van de kredietcrisis zijn alle buitenlandse en binnenlandse deposito’s opengebroken, dan wel volgens afspraak afgewikkeld. De maat voor het risicobeheer op de vaste schuld is de renterisiconorm. De renterisiconorm is een bij ministeriële rege ling aangegeven percentage over de stand van de vaste schuld en over de leningen die de provincie per 1 januari van een begrotingsjaar heeft verstrekt. De verkregen renterisiconorm wordt vergeleken met dat deel van de vaste schuld c.a. die in het begrotingsjaar voor renteherziening in aanmerking komt, vermeerderd met het bedrag van de herfinanciering. Bij ministeriële regeling is het percentage vastgesteld op twintig procent. De renterisiconorm is bedoeld om (her)finan ciering van de meerjarige leningen over de jaren te spreiden. De provincie had per 1 januari 2008 een opgenomen lening van € 50 miljoen met een oorspronkelijke looptijd van 25 jaar. De renterisiconorm van € 10 miljoen is niet overschreden. Hieronder is weergegeven de mate van kredietrisico op het openstaande bedrag van de verstrekte langlopende leningen per ultimo 2008. Leningen verstrekt aan deelnemingen 27,6 miljoen Overige langlopende leningen 24,7 miljoen Totaal € 52,3 miljoen In 2008 zijn alle vorderingen op overige uitzettingen met een looptijd van één jaar of langer ontvangen. 3.4.3.1 Garanties De leningen die wij hebben gegarandeerd, voornamelijk ten behoeve van de gezondheidssector, die zijn opgenomen bij institutionele vermogensverschaffers, bedragen ultimo 2008 € 28,9 miljoen (2007 € 36,9 miljoen). Aan andere garantie verplichtingen heeft de provincie nog een bedrag van €17,6 miljoen (2007 € 16,9 miljoen) uitstaan. Zie bijlage 5.8 ‘Staat van gewaarborgde leningen en andere garantieverplichtingen (art. 57 BBV)’. Daarnaast hebben wij besloten om ook voor 2008 het (bedrijfs)economisch volgen van de zorginstellingen, waarvoor wij leningen hebben geborgd, uit te laten voeren door het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WƒZ). Het WƒZ heeft laten weten dat zij een tweetal instellingen op kwartaalbasis volgt. De overige instellingen worden jaarlijks gevolgd. 3.4.3.2 Koersrisico Aangezien de Provincie niet in het bezit is van beleggingsproducten, lopen we ook geen koersrisico. 3.4.3.3 Derivaten De Provincie maakt geen gebruik van derivaten (dit zijn afgeleide producten, zoals opties en andere termijncontracten). 3.4.3.4 Valuta De provincie bezit geen financiële activa in vreemde valuta, zodoende lopen wij geen valutarisico. 3.4.3.5 Provinciefinanciering Gelet op de omvang van de uitstaande deposito’s en de portefeuille aan verstrekte meerjarige leningen, zal de finan ciering van de provincie de komende paar jaar nog geen probleem vormen. Alle deposito’s die ultimo 2008 uitstonden, zijn geplaatst bij drie Nederlandse financiële instellingen met een maxi male looptijd van 3 maanden.
162 |
3.4.3.6 Prudent beheer Bij prudent beheer van middelen zijn twee aspecten relevant. Te weten een voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico van de uitzettingen. Gelet op de verdeling van de langlopende leningen die wij hebben verstrekt over 8 geldnemers, alsmede de spreiding van de deposito’s die wij na het begin van de kredietcrisis hebben geplaatst over een drietal verschillende Nederlandse financiële instellingen, die voldoen aan de gestelde eisen van de Wet Fido, is naar onze mening een behoorlijke invulling gegeven aan het begrip prudent beheer. 3.4.4 Organisatie/informatievoorziening De Wet fido vereist ook dat bij de financieringsparagraaf van het jaarverslag de vier kwartaalopgaven worden gevoegd die in de loop van het verslagjaar naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn gestuurd. Deze kwartaaloverzichten zijn als bijlage toegevoegd.
Wet Financiering decentrale overheid, St.crt. 28 dec. 2000, nr.251 Modelstaat A Liquiditeitspositie over het 1e kwartaal van het jaar 2008 Provincie Noord-Holland (bedrag x € 1.000-) 1 Vlottende korte schuld januari 36.586 februari 306 maart 557 2 Vlottende middelen januari 695.938 februari 664.271 maart 665.390 3 Netto vlottende schuld c.q. januari 659.352 Overschot vlottende middelen februari 663.965 maart 664.833 4 Gemiddelde netto vlottende schuld c.q. 662.717 gemiddeld overschot vlottende middelen 5 Kasgeldlimiet 42.103 6a Ruimte onder de kasgeldlimiet 706.936 6b Overschrijding van de kasgeldlimiet De kasgeldlimiet moet worden berekend bij aanvang van elk kalenderjaar en bij wijziging van elk percentage. 7 Begrotingstotaal 2008 601.472 8 Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 7,00% 9 Kasgeldlimiet: 7 x 8 :100 42.103 Opgesteld door B.A.P. Stöver Telefoon 023 514 40 35 Datum 27-3-2008
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 163
Wet Financiering decentrale overheid, St.crt. 28 dec. 2000, nr.251 Modelstaat A Liquiditeitspositie over het 2e kwartaal van het jaar 2008 Provincie Noord-Holland (bedrag x € 1.000-) 1. Vlottende korte schuld april 266 mei 478 juni 271 2 Vlottende middelen april 633.399 mei 620.430 juni 660.929 3 Netto vlottende schuld c.q. april 633.133 Overschot vlottende middelen mei 619.952 juni 660.658 4 Gemiddelde netto vlottende schuld c.q. 637.914 gemiddeld overschot vlottende middelen 5 Kasgeldlimiet 42.103 6a Ruimte onder de kasgeldlimiet 702.761 6b Overschrijding van de kasgeldlimiet De kasgeldlimiet moet worden berekend bij aanvang van elk kalenderjaar en bij wijziging van elk percentage. 7 Begrotingstotaal 2008 601.472 8 Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 7,00% 9 Kasgeldlimiet: 7 x 8 :100 42.103 Opgesteld door B.A.P. Stöver Telefoon 023 514 40 35 Datum 9-7-2008
164 |
Wet Financiering decentrale overheid, St.crt. 28 dec. 2000, nr.251 Modelstaat A Liquiditeitspositie over het 3e kwartaal van het jaar 2008 Provincie Noord-Holland (bedrag x € 1.000-) 1 Vlottende korte schuld juli 2 augustus 1.041 september 2 Vlottende middelen juli 691.531 augustus 714.347 september 739.505 3 Netto vlottende schuld c.q. juli 691.529 Overschot vlottende middelen augustus 713.306 september 739.505 4 Gemiddelde netto vlottende schuld c.q. 714.780 gemiddeld overschot vlottende middelen 5 Kasgeldlimiet 42.103 6a Ruimte onder de kasgeldlimiet 781.608 6b Overschrijding van de kasgeldlimiet De kasgeldlimiet moet worden berekend bij aanvang van elk kalenderjaar en bij wijziging van elk percentage. 7 Begrotingstotaal 2008 601.472 8 Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 7,00% 9 Kasgeldlimiet: 7 x 8 :100 42.103 Opgesteld door B.A.P. Stöver
Telefoon
Datum
023 514 40 35
23 september 2008
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 165
Wet Financiering decentrale overheid, St.crt. 28 dec. 2000, nr.251 A Modelstaat Liquiditeitspositie over het 4e kwartaal van het jaar 2008 Provincie Noord-Holland (bedrag x € 1.000,-) 1 Vlottende korte schuld oktober november december 172 2 Vlottende middelen oktober 699.493 november 521.366 december 727.433 3 Netto vlottende schuld c.q. oktober 699.493 Overschot vlottende middelen november 521.366 december 727.261 4 Gemiddelde netto vlottende schuld c.q. 649.373 gemiddeld overschot vlottende middelen 5 Kasgeldlimiet 42.103 6a Ruimte onder de kasgeldlimiet 769.364 6b Overschrijding van de kasgeldlimiet De kasgeldlimiet moet worden berekend bij aanvang van elk kalenderjaar en bij wijziging van elk percentage. 7 Begrotingstotaal 2008 601.472 8 Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 7,00% 9 Kasgeldlimiet: 7 x 8 :100 42.103 Opgesteld door B.A.P. Stöver
Telefoon
Datum
023 514 40 35 16 januari 2009
166 |
3.5 Bedrijfsvoering 3.5.1 Planning en Control Voor sturing en beheersing van de primaire en van de ondersteunende processen zijn er in de organisatie specifieke planning- en controlinstrumenten. Deze instrumenten geven invulling aan de planning- en controlcyclus die Provin ciale Staten hebben vastgesteld. Een voortdurend punt van aandacht is de verbetering hiervan. In ons collegeprogramma ’Krachtig, in balans’ hebben we afgesproken extra aandacht te besteden aan een betere bestuurlijke informatievoor ziening op de onderdelen doeltreffendheid, rechtmatigheid en doelmatigheid. In 2008 hebben we de eerste stappen gezet in het vereenvoudigen en het beter stroomlijnen van de planning- en controlcyclus. We hebben de functionaliteit en de samenhang van de P&C-producten aangescherpt en het tijdpad voor productie en besluitvorming op onderdelen herijkt. In een geïntegreerd voorjaarsdocument, de Lentenota, hebben we een aantal zaken samengebracht: de beleidswijzigingen op de lopende begroting en in meerjarig perspectief, de bestuursrapportage (voortgang op hoofd lijnen en afwijkingen in de uitvoering van de programmabegroting) en het kader voor de toekomstige beleidsontwikke lingen. Samengevat betekent dit dat we de Kaderbrief, de Voorjaarsnota en een beleidsprioriteitenlijst met voorstellen voor nieuw beleid als één P&C-product ontwerpen en behandelen. Het voordeel van de voorgestelde werkwijze is een betere aansluiting in de begrotingscyclus: Kaderbrief - Nieuw Beleid - Programmabegroting - Productenraming. Door deze aanpak is de begrotingscyclus een in elkaar lopend proces, waarbij we bereiken dat in een meer geconcentreerde periode wordt nagedacht over het volgende jaar (en jaren daarna). Tevens ontstaat hierdoor meer samenhang in de voorstellen. Ook zijn we gestart met een kwaliteitsverbetering van de financiële kaderstelling. We hebben gewerkt aan de voor bereiding van de kadernota’s Verbonden partijen en Financiering (Treasury), de aanpassing van de verordening Finan cieel Beheer en het actualiseren van de nota Reserves en Voorzieningen. In het licht van de kredietcrisis is het besluit vormingsproces van de financiële kaderstelling vertraagd. Hierdoor kunnen bevindingen en aanbevelingen uit onderzoeken naar de kredietcrisis meegewogen worden in het besluitvormingsproces over financiële kaderstelling. 3.5.2 Grip op rechtmatigheid 3.5.2.1 Algemeen In 2008 is, net als de voorgaande jaren, aandacht besteed aan rechtmatig handelen bij de subsidieverlening en bij inkoop en aanbesteden. Daarover wordt in deze paragraaf nader gerapporteerd. Daarnaast was er in 2008 versterkte aandacht voor rechtmatig handelen met betrekking tot de treasuryfunctie en met betrekking tot de verstrekkingen aan personeel. De aandacht voor de treasuryfunctie werd niet ingegeven door alles wat met de kredietcrisis te maken heeft. Immers, in het plan van aanpak Rechtmatigheid 2008, dat begin dit jaar is opgesteld, gaven we al aan dat die functie nader onderzocht zou worden op rechtmatig handelen. Over die twee laatste onderwerpen kan het volgende worden gemeld. a Verstrekkingen personeel Dit jaar is door de adviseur die we daartoe hebben ingehuurd een uitputtende inventarisatie gemaakt van vergoedingen en verstrekkingen aan personeel. Voor elk daarvan is nagegaan of deze in overeenstemming met de fiscale regelgeving plaatsvinden. Zo niet, dan is een nieuw voorstel daartoe gemaakt. Ingangsdatum wordt 1 januari 2009. Met de belastingdienst is afgestemd dat in dat geval een naheffing over 2008 achterwege zal blijven. De borging van de uit voering krijgt vorm door de huidige kasfunctie te beëindigen. Alle declaraties zullen lopen via de salarisadministratie, waar de salarisadministrateurs en de salarisadviseur elke declaratie controleert. In overleg met de belastingdienst is een tax control framework opgesteld, waarin de borging in het proces wordt beschreven. Door deze aanpak komen wij tegemoet aan de kritiek die de belastingdienst eerder heeft geuit. Alleen voor de leden van Gedeputeerde Staten zal nog een aparte beleidslijn worden vastgesteld. b Treasury Dit jaar zijn twee verbeteringen gestart. Allereerst is begin september een tweede personeelslid aangewezen die de functies van de huidige treasurer kan uit voeren. Vooralsnog betekent dat vervanging bij afwezigheid. Na een voldoende inwerktijd kan hij als volwaardig treasurer optreden.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 167
Ook is inmiddels de vernieuwing van de procesbeschrijving gestart. De schematische weergave daarvan is afgerond, nu volgt nog de beschrijving in tekst. Het gaat in eerste instantie om een beschrijving van het bestaande proces, zonder aanpassingen. De kredietcrisis heeft geleid tot een onderzoek door een commissie uit de Staten. Wij willen de uitkomst daarvan afwachten om die te kunnen betrekken bij de heroverweging van zowel het beleid ten aanzien van uitzettingen als de inrichting van het ambtelijk/bestuurlijke proces. 3.5.2.2 Inkoop en aanbesteden Binnen de provinciale organisatie is in 2008 gewerkt met vastgestelde AO’s voor inkoop en aanbesteden. Hierdoor is de rechtmatigheid van de aanbestedingen voldoende geborgd. De sector Inkoop heeft tijdens het proces van inkoop en aanbesteden met behulp van het SAP SRM systeem ook een toetsende rol uitgevoerd. Ten aanzien van het proces inkoop en aanbesteden heeft na afloop van elk kwartaal een verbijzonderde controle plaats gevonden op 10 aanbestedingsdossiers. De uitkomsten zijn besproken met de accountant. Daarbij zijn geen bijzondere onregelmatigheden geconstateerd. Er wordt in de P&C-cyclus gerapporteerd over de wijze van aanbesteden. Tevens wordt gerapporteerd over eventuele onrechtmatige aanbestedingen. De belangrijkste conclusies met betrekking tot de niet-Europese aanbestedingen zijn: • dat het gerapporteerd volume voor de Jaarrekening 2008 € 115.591.576 bedraagt; • dat het aantal uitgaven onder een reeds bestaand raam- of mantelcontract, in percentages uitgedrukt, 78% bedraagt van het gerapporteerd volume. Er zijn 6 afwijkingen van de aanbestedingsregels geconstateerd, die gezamenlijk een bedrag vertegenwoordigen van € 776.837. Van deze afwijkingen zijn twee aanbestedingen Europees onrechtmatig (totale waarde € 554.217). De overige 4 afwijkingen (€ 222.620) zijn afwijkingen op de provinciale aanbestedingsregels die niet via een uitzonderingsbesluit van ons college te herstellen zijn. In het voorgaande jaar, 2007, waren er 13 onrechtmatige aanbestedingen die een gezamenlijk bedrag van € 2.985.118 vertegenwoordigden. De positieve ontwikkeling op het gebied van rechtmatigheid die wij de laatste jaren hebben gezien wordt hiermee voortgezet 3.5.2.3 Subsidieverlening Een belangrijk element van sturing in 2008 betrof de rechtmatigheid van de subsidieverlening. Gezien de omvang van de subsidiebudgetten is dit een belangrijk onderdeel van het totale rechtmatig handelen van de provincie. De sturing geven wij proactief vorm door het hanteren van een verplichte dossierindeling, het scholen van medewerkers en het implementeren van verschillende beheersmaatregelen in het werkproces (zoals het hanteren van een rechtmatigheids checklist bij het behandelen van elk subsidiedossier). In 2008 hebben wij elk kwartaal een verbijzonderde interne controle uitgevoerd op een aantal aselect gekozen subsidiedossiers. 3.5.3 Ondersteunende bedrijfsvoeringsprocessen
1 Wat hebben we bereikt? Doelstelling We hebben in 2008 met onze ondersteunende processen bijgedragen aan het rechtmatig, doeltreffend en doelmatig realiseren van de beleidsdoelstellingen. Wij hebben dat gedaan aan de hand van interne dienstverleningsovereenkoms ten, waarbij niet het aanbod aan ondersteuning centraal staat, maar de vraag van de interne klanten. Het ultieme doel is een tevreden klant die de ondersteunende processen ook daadwerkelijk als ondersteunend ervaart. Speerpunten 2008 Speerpunt 1: het ontwikkelen en implementeren van een coherent dienstverleningsconcept In 2008 hebben we een start gemaakt met maken van een samenhangend geheel van verschillende producten en diensten. Dat betekent dat we niet uitgaan van ons aanbod, maar van de vraag. Het betekent dat we nagaan hoe we bij kunnen dragen aan het in samenhang beantwoorden van die vraag. Het betekent dat ons dienstenaanbod niet langer louter een optelsom is van de activiteiten van de afzonderlijke sectoren, maar dat we deze in samenhang met elkaar aanbieden. Kwaliteit, bruikbaarheid, gemak, eenvoud en snelheid zijn kernbegrippen van het nieuwe dienst verleningsconcept, met als uitgangspunt: gestandaardiseerd waar mogelijk, maatwerk waar nodig.
168 |
Speerpunt 2: Het realiseren van een soepele samenwerking tussen de leveranciers van diensten die we via outsourcing hebben uitbesteed enerzijds en de provinciale organisatie anderzijds De drie bedrijven waar we dienstverlening aan uitbesteden (Thieme, Eurest en Siemens) hebben elk een eigen werk wijze en een eigen dienstverleningsconcept. Ons uitgangspunt is dat de provinciale medewerker niets van deze ver schillen mag merken. Speerpunt 3: Het ontwikkelen en implementeren van een plan van aanpak voor de huisvesting van het ambtelijk apparaat In het collegeprogramma 2007-2011 hebben wij besloten om het bouwplan van architect Mateo stop te zetten en een nieuw plan te ontwikkelen. In mei 2008 hebben wij het huisvestingsplan vastgesteld. Uitgangspunt is dat de bebouwing aan de Dreef blijft bestaan. In paviljoen Welgelegen wordt het provinciale bestuur gehuisvest. Het gebouw hiernaast (gebouw A) wordt volledig gerenoveerd. De gebouwen daarachter (B en C) in het Frederikspark worden gesloopt. In plaats daarvan komen een of twee villa’s, maar een kleine aanbouw aan gebouw A behoort ook tot de mogelijkheden. De locatie Houtplein wordt volledig gerenoveerd en ingericht volgens een flexibel werkomgevingconcept. De locatie Zijlweg wordt op termijn verkocht.
2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestaties/resultaten Speerpunt 1: het ontwikkelen en implementeren van een coherent dienstverleningsconcept Om het bovenstaande te realiseren hebben we vernieuwingen in onze producten en wijze van dienstverlening door gevoerd: • Hiertoe hebben wij in de eerste helft van 2008 via een interne klantenmonitor onderzocht hoe de klanten de dienst verlening beleven en waarderen. • De resultaten van deze klantenmonitor vormen de basis voor het verder uitwerken van de nieuwe dienstverleningsafs praken. Het doel is in 2009 zo veel mogelijk structurele dienstverleningsafspraken te maken met de klanten. In deze afspraken moet zeer SMART worden geformuleerd welke activiteiten en welk kwaliteitsniveau de klant voor zijn producten en diensten kan verwachten. • In 2008 hebben we de meest risicovolle (en vaak SAP-gerelateerde) processen in kaart gebracht. In sommige gevallen zijn de processen naar aanleiding hiervan efficiënter ingericht of beter op de klant afgestemd. In 2008 is bijvoorbeeld de sector Juridische Dienstverlening per rechtsgebied georganiseerd, om de klant klantgerichter te kunnen bedienen. Speerpunt 2: Het realiseren van een soepele interface tussen de leveranciers van diensten die we via outsourcing hebben uitbesteed enerzijds en de provinciale organisatie anderzijds. • De producten- en dienstencatalogus (PDC) is aangepast aan de dienstverlening door de ingesourcete partijen. In 2008 is de PDC in samenspraak met de ingesourcete partijen aangepast en zijn waar nodig elektronische formu lieren ontwikkeld en geïnstalleerd om ervoor zorg te dragen dat de diensten van de partijen optimaal aansluiten bij de wensen van de organisatie. Wanneer er een wijziging in de dienstverlening plaatsvindt, wordt dit door de demandmanager aangepast in de PDC. Op deze manier dragen we er zorg voor dat de PDC actueel blijft. • We hebben geen regie-organisatie ingericht die de dienstverlening door de ingesourcete partijen coördineert en evalueert. Door het besluit om ICT te onthechten van Facilitaire Dienstverlening en daardoor voor ICT een aparte eenheid te vormen, is de behoefte aan één regie-organisatie voor beide niet meer opportuun. De sector Facilitaire Dienst verlening voert nu de regie over de specifiek facilitaire ingesourcete partijen (Eurest en Thieme). De te vormen sector ICT Regie doet dit voor Siemens. • We hebben de klant actief geïnformeerd over gewijzigde processen en gewijzigde dienstverlening. Periodiek worden berichten geplaatst op intranet omtrent wijzigingen in de dienstverlening. Voorts worden in voorkomende gevallen ‘grote’ (interne) klanten op vaste tijdstippen actief benaderd omtrent hun behoeften. • Het doorbelasten van kosten binnen de organisatie vindt momenteel nog niet plaats. De kosten worden uiteraard wel per directie gemonitord en waar nodig besproken met leidinggevenden. De verwachting is dat een en ander uiterlijk in 2010 gefaseerd zijn beslag zal krijgen. Speerpunt 3: Het ontwikkelen en implementeren van een plan van aanpak voor de huisvesting van het ambtelijk apparaat In 2008 is een externe projectleider ingeschakeld die, samen met de interne organisatie, een programma van eisen heeft opgesteld voor de renovatie van gebouw A en Houtplein. De gebouwen B en C aan de Dreef zijn gesloopt. Verder zijn er, via een Europese aanbestedingsprocedure, architecten geselecteerd voor zowel Dreef als Houtplein. Tevens is er in 2008 een start gemaakt met het opzetten van de interne projectorganisatie, door het aanstellen van twee programmamanagers.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 169
3.6 Verbonden partijen 3.6.1 Inleiding Artikel 9 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten schrijft voor dat de jaarrekening een paragraaf verbonden partijen bevat. Onder een verbonden partij wordt verstaan: een privaatrechtelijke of publiek rechtelijke organisatie waarin de provincie een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Een financieel belang bestaat uit het door ons ter beschikking gesteld bedrag dat we niet kunnen verhalen indien de verbonden partij failliet gaat of het bedrag waarvoor we aansprakelijk zijn indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Een bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. De verbonden partijen van de provincie Noord-Holland bestaan uit de provinciale deelnemingen, de gemeenschappe lijke regelingen waaraan we deelnemen en een tweetal rechtspersonen waarmee een financieel belang en een bestuurlijk belang is gemoeid. Op onze internetsite staat een overzicht van provinciale verbonden partijen. 3.6.2 Wijzigingen verbonden partijen in 2008 In het afgelopen jaar heeft een aantal wijzigingen plaatsgevonden op het gebied van de verbonden partijen: • Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord (NHN) is opgericht op 2 februari 2007. Begin 2008 heeft de gemeente Heiloo besloten alsnog toe te treden. De provincie heeft extra aandelen genomen teneinde het 50% aandelenbezit in stand te houden. • Polanenpark: De statutaire naam Rottepolderpark BV is gewijzigd in Polanenpark BV Daarnaast is de rechtsvorm van de samenwerking veranderd; de BV-vorm is omgezet naar de rechtsvorm van een commanditaire vennootschap. • Ontwikkelingsfonds Duurzame Energie Noord-Holland (ODENH): Het in 2006 aangekochte belang in Darwind is in 2008 verkocht door ODENH. • De aandelen in de NV Luchtvaartterrein Texel zijn in 2008 verkocht aan de gemeente Texel; • De NV Landelijke Bouwkunst West-Friesland is in 2008 geliquideerd. 3.6.3 Opbrengsten en lasten deelnemingen in relatie tot de begroting In 2008 ontvingen wij € 50,3 miljoen aan dividend. Ten opzichte van 2007 (€ 47,3 miljoen) betekent dit een lichte stijging. Dit wordt vooral veroorzaakt door een stijging bij Nuon. Een aanzienlijk deel van de ontvangen dividenden gebruiken we als algemeen dekkingsmiddel. Voor 2009 wordt een vergelijkbaar bedrag aan dividendopbrengsten verwacht als in 2007 en 2008. De totale dividendopbrengst is in steeds grotere mate afhankelijk van de resultaten bij Nuon. Een verantwoording van de deelnemingen in SADC en Zeehaven IJmuiden vindt u in het hoofdstuk Economie en land bouw (programma 8) van de jaarrekening. De rentelasten van beide deelnemingen worden ten laste van dit hoofdstuk gebracht. Onze bijdragen aan de recreatieschappen zijn opgenomen in programma 7: Recreatie, Toerisme, Natuur en Landschap. De bijdragen van de provincie aan het Interprovinciaal Overleg zijn opgenomen in programma 2: Bestuur en andere overheden. 3.6.4 Leningen en garantstellingen verstrekt aan provinciale deelnemingen We hebben aan verschillende deelnemingen een geldlening verstrekt. Aan (de rechtsvoorganger van) NUON hebben we een geldlening verstrekt die in 2010 afloopt. Op 31 december 2008 is het restantbedrag € 6.982.000. Aan PWN hebben we leningen verstrekt met eind 2008 een restschuld van € 2.087.000. PWN zal de laatste leningen in 2012 geheel aflossen. Aan Recreatie Noord-Holland is een leningfaciliteit verstrekt van € 880.000. Van deze lening heeft RNH tot op heden geen gebruik gemaakt. Aan Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord (NHN) is een leningfaciliteit verstrekt van € 750.000, bedoeld voor participatie in een Startersfonds. Tevens is de oprichting voorzien, samen met private partijen, van een participatiefonds ten behoeve van het middenen kleinbedrijf. Aan de provincie is gevraagd de rol van waarborg op zich te nemen voor de kapitaalsinbreng door NHN. Wij zullen een garantstelling ad € 5.000.000 afgeven. De bancaire lening en bijbehorende garantstelling zijn in 2008 nog niet geëffectueerd.
170 |
In 2007 is aan NHN een kredietfaciliteit van maximaal € 275.000 verstrekt. Eind 2008 was de schuld € 137.000. Met Polanenpark is een leningsovereenkomst aangegaan voor een maximum bedrag van € 23 miljoen. Eind 2008 bedroeg de schuld van de vennootschap € 18.383.000. Gezien het feit dat de uitgifte van terreinen vermoedelijk in 2009 zal starten, valt te verwachten dat de beschikbare kredietruimte ruimschoots voldoende is en dat de uitstaande schuld vanaf 2009 zal dalen. Ten behoeve van de commanditaire vennootschap Investeringsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (vallende onder de NVO) is de kredietruimte € 13.613.000. De kredieten worden opgenomen door de RON, ten behoeve van investeringen in bedrijventerreinen. Eind 2008 bedroeg de totale schuld € 7.861.000 (vóór rentebijschrijving). 3.6.5 Invulling aandeelhouders- en commissarisrol Ten aanzien van de invloed op de deelnemingen zijn we in 2003 gestart met het nader uitdiepen van de aandeel houdersrol en het benoemen of voordragen van externe commissarissen. In 2005 hebben Provinciale Staten gesproken over de specifieke verdeling van bevoegdheden binnen de diverse vennootschappen. In 2009 zal een kadernota ver bonden partijen worden aangeboden. In deze kadernota zullen de afspraken worden vastgelegd tussen Provinciale Staten en ons college over de rolverdeling bij de deelnemingen. Ons college is op grond van de Provinciewet bevoegd te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de pro vincie, dus ook tot het beschikken over de aandelen en het uitoefenen van aandeelhoudersrechten. Daarbij geldt dat wij Provinciale Staten vooraf informatie geven als zij daarom verzoeken of wanneer de uitoefening van de aandeel houdersrechten ingrijpende gevolgen voor de provincie kan hebben. Het stemrecht op grond van de aandeelhoudersrelatie wordt uitgeoefend door een lid van ons college op basis van een plenair collegebesluit. Bij de belangrijke deelnemingen worden de vergaderingen van aandeelhouders bezocht. De informatieverstrekking vanuit de deelneming vindt plaats door verzending van jaarstukken, begrotingen, notulen etc. Wij hebben ervoor gekozen om de belangen van de provincie bij de deelnemingen primair via de aandeelhoudersrol te behartigen. Wij zijn van mening dat dit uit vennootschapsrechtelijk oogpunt de voorkeur verdient. Dat betekent dat in de Raden van Commissarissen van de provinciale deelnemingen in principe geen leden van ons college worden benoemd. De aandeelhoudersrol is geplaatst in de portefeuille van de gedeputeerde die ook belast is met het beleidsveld. Om het benodigde contact met de belangrijkste deelnemingen (NUON, Afvalzorg, PWN) te hebben, worden door het jaar heen verschillende afstemmingsoverleggen gehouden tussen de portefeuillehouder en bestuurders van de onder neming. Diverse deelnemingen (NUON, PWN, Afvalzorg) vallen onder het structuurregime. Wij maken ons sterk voor optimale benutting van de zeggenschap bij de vennootschappen waarin wij deelnemen. Wij streven naar goede afstemming met de andere aandeelhouders in een vennootschap. Wij informeren Provinciale Staten over de ontwikkelingen bij de deelnemingen bij de jaarstukken en de begroting. Daarbuiten informeren wij Provinciale Staten actief als daar aanleiding toe is. 3.6.6 Visie op deelnemingen Wij streven ernaar een financieel en bestuurlijk belang te houden in die organisaties waarmee het publiek belang is gediend. Ten aanzien van de nieuwe deelnemingen kiest ons college in een tweetal gevallen voor een participatie in een andere rechtspersoon. Ten eerste kan sprake zijn van het bewust plaatsen van activiteiten buiten de provinciale organisatie. Voorbeelden van dergelijke verzelfstandigingen uit het verleden zijn Nuon, PWN, Afvalzorg en Recreatie NoordHolland. Ten tweede kan sprake zijn van (ontwikkelings)activiteiten die gezamenlijk met andere publieke of private partijen worden uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn Schiphol Area Development Company, Ontwikkelingsbedrijf NoordHolland Noord, Zeestad en Polanenpark. In alle gevallen wordt periodiek de beleidsmatige afweging gemaakt om betrokken te blijven of te zijn bij activiteiten die de deelneming verricht. In de nieuwe kadernota verbonden partijen zal dit proces verder worden uitgewerkt.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 171
Naast de specifieke beleidsdoelstellingen kunnen als algemene kaders voor de deelnemingen worden genoemd: bescherming consumentenbelangen, goed ondernemingsbestuur, goed werkgeverschap, solide financiële verhoudingen, een verantwoorde dividendopbrengst en een transparante bedrijfsvoering. De financiële risico’s voor de provincie zijn ten aanzien van de deelnemingen in principe beperkt tot het bedrag van het aandelenkapitaal en tot eventueel verstrekte geldleningen. Het grootste deel van het aandelenkapitaal is afgedekt door middel van de op de balans opgenomen Reserve Eigen Kapitaal. 3.6.7 Ontwikkelingen bij de deelnemingen Naar hun aard kunnen de deelnemingen worden onderscheiden in een categorie (voormalige) nutsbedrijven, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, beleggingen en overig. De deelnemingen in de (voormalige) nutsbedrijven (NUON, PWN inclusief WRK, Afvalzorg) zijn vanuit historisch oogpunt ontstaan. Regelmatig wordt beoordeeld of aanhouding van de belangen nog een provinciaal belang dient. Ten aanzien van Nuon hebben zowel wij als Provinciale Staten uitgesproken dat minimaal een controlerend belang in overheidshanden moet blijven. Indien zich de mogelijkheid voordoet, zijn wij bereid om ons belang uit te breiden teneinde de publieke zeggenschap te kunnen blijven waarborgen. De belangrijkste ontwikkeling bij Nuon was de splitsing van het energiebedrijf. De splitsingswetgeving heeft in 2007 geleid tot duidelijkheid omtrent de toekomstige juridische structuur van de energiebedrijven. Vanaf 2011 zal Nuon haar huidige activiteiten gesplitst moeten hebben in een netwerkbedrijf en een productie- en leveringsbedrijf. Nuon heeft ervoor gekozen om dit proces grotendeels in 2008 af te ronden. Wij zien de drinkwatervoorziening, net als de rijksoverheid, als een publieke taak en wij hebben geen voornemen onze deelneming in PWN te verminderen. Met de Raad van Commissarissen en de bestuurder van PWN voeren wij regel matig overleg over de toekomststrategie. Ten aanzien van Afvalzorg hebben Provinciale Staten uitgesproken dat de activiteiten van deze vennootschap een publiek belang dienen. Uitbreiding van de activiteiten van Afvalzorg buiten het gebied van Noord-Holland en Flevoland (de huidige aandeelhouders) achten wij niet uitgesloten, mits in principe de decentrale overheden in het betreffende gebied daarvoor tot de vennootschap toetreden. Noord-Holland zal echter altijd een bepalende meerderheid in de ven nootschap willen hebben. Vooralsnog zijn er geen concrete mogelijkheden tot uitbreiding en richt Afvalzorg zich met name op verdere verbetering van haar eigen bedrijfsprocessen. Ten aanzien van de ontwikkelingsvennootschappen (SADC, RON, NHN, Polanenpark, ODENH, Zeestad) kunnen sociaal-economische motieven worden aangevoerd voor de diverse participaties. Zolang de doelstelling van de des betreffende ontwikkelingsmaatschappij actueel is, blijft de provincie vanuit dat oogpunt in principe deelnemen, tenzij nieuwe ontwikkelingen tot andere keuzes leiden. De deelnemingen met een beleggingskarakter in de Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank dienen geen direct provinciaal belang, maar worden aangehouden vanwege het geringe risico en het hoge rendement. Ons belang in Luchtvaartterrein Texel is in 2008 verkocht aan de gemeente Texel. Landelijke Bouwkunst West Friesland is medio 2008 geliquideerd. Van het oorspronkelijk door de provincie gestorte bedrag ad € 45.378 is € 39.157 terugbetaald. De aandelen in de Oost-Indiëvaarder ‘Amsterdam’ zijn ooit verkregen als relatiegeschenk en dienen geen provinciaal belang. Gezien het te verwaarlozen belang worden ze aangehouden. Recreatie Noord-Holland heeft als doel het beheren en onderhouden van gebieden van een zestal recreatieschappen waarin de provincie deelneemt, welke taak voorheen werd uitgevoerd door de provinciale onderafdeling Groenbeheer. Alle aandelen zijn bij de provincie geplaatst. Ten behoeve van het Wieringerrandmeerproject zal de provincie in 2009 gaan participeren in een tweetal vennoot schappen.
172 |
3.6.8 Overige verbonden partijen De gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol dient ter afstemming van belangen tussen de diverse overheden in de regio. Ook is de provincie actief in een zestal recreatieschappen in het kader van landschapsbeheer en het creëren van recreatievoorzieningen. De provincie is lid van de vereniging Interprovinciaal Overleg, het IPO. Hiervan kunnen alleen de Nederlandse provin cies lid worden. Met deze samenwerking wordt beoogd de condities waaronder provincies werken te optimaliseren en provinciale vernieuwingsprocessen te stimuleren. Het fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Noord-Holland is op grond van de Wet milieubeheer tot stand gekomen als publiekrechtelijk rechtspersoon. Doel is het beheren van de gelden in het fonds opdat deze gelden worden gebruikt ter dekking van de kosten van de gesloten stortplaatsen. Deelnemingen
Nominaal belang
Percentage
Belang (bestuurlijk)
Publiek doel
1 NV Nuon
65.868.747
9,2
Stemrecht AVA, benoeming commissarissen
Energievoorziening
2 N V Provinciaal Waterleidingbedrijf NoordHolland - PWN
6.806.703
100
Stemrecht AVA, benoeming commissarissen
Drinkwatervoorziening en natuurbeheer
22.689
50
Stemrecht AVA
Drinkwatervoorziening
14.294.077
90
Stemrecht AVA, benoeming commissarissen
Efficiënt gebruik stortplaatsen
5 N V Schiphol Area Development Company SADC
2.479.464
18,1
Stemrecht AVA, voordracht 1 commissaris
Ruimtelijke inrichting Schipholgebied
6 NV Regionale Ontwikkelingsmaatschappij voor het Noordzeekanaal-gebied - RON
317.646
13,3
Stemrecht AVA, voordracht 1 commissaris
Ontwikkeling Noordzeekanaalgebied
370.000
100
Stemrecht AVA, bindende voordracht voorzitter RvC
Beheer en onderhoud recreatie-gebieden
27.000
50
Stemrecht AVA, voordracht voorzitter RvC
Ontwikkeling economie
408.402
8,4
Benoeming lid administratie- kantoor
Visserijbelangen
7.200
40
Stemrecht AVA
Ontwikkeling bedrijventerrein
18.000
100
Stemrecht AVA
Stimulering duurzame energie en ontwikkeling economie
12 BV Zeestad
9.000
50
Stemrecht AVA
Stadsvernieu-wing Den Helder
13 CV Zeestad
12.252
49
Via BV
Stadsvernieuwing Den Helder
3 N V Watertransportmaatschap- pij Rijn Kennemerland - WRK
4 NV Afvalzorg Holding
7 NV Recreatie Noord Holland - RNH
8 NV Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord - NHN
9 NV Zeehaven IJmuiden
10 Polanenpark C.V.
11 BV Ontwikkelingsfonds Duurzame Energie Noord-Holland - ODENH
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 173
Wijziging 2008
Ontvangen dividend in 2007
Geraamd dividend in 2008
Ontvangen dividend in 2008
Stand leningen eind 2008
33.109.000
15.000.000
41.993.000
6.982.000
883.000
477.000
911.000
2.087.000
6.250.000
1.112.000
6.300.000
128.000
bijplaatsen aandelen
137.000
Omzetting in cv
18.383.000
€9.396.067*1
174 |
Deelnemingen
Nominaal belang
Percentage
Belang (bestuurlijk)
Publiek doel
14 NV Luchtvaartterrein Texel
12.252
5,1
Stemrecht AVA, lidmaatschap RvB
Geen
15 N V Ontwikkelingsmaatschappij NoordHolland - NVO
45.378
100
Stemrecht AVA, benoeming directie
Verbetering economie Noord-Holland
16 NV Bank Nederlandse gemeenten - BNG
1.525.875
1,1
Stemrecht AVA
Belegging
11.845
0,2
Stemrecht AVA
Belegging
18 BV Financieringsmaatschappij voor Regionale Ontwikkeling van NoordHolland - Firon
18.605
100
Stemrecht AVA
Ontwikkeling economie
19 NV Landelijke bouwkunst West-Friesland
45.378
21,3
Stemrecht AVA
Geen
Stemrecht AVA
Geen
17 NV Nederlandse Waterschapsbank
20 NV Oostindiëvaarder Amsterdam
45
Gemeenschappelijke regelingen
Doel
1 Schadeschap Luchthaven Schiphol
Bevordering afwikkeling schadevergoedingen uitbreiding Schiphol
2 Recreatieschap Spaarnwoude
Beheer recreatiegebied
3 Groengebied Amstelland
Beheer recreatiegebied
4 Recreatieschap Het Twiske
Beheer recreatiegebied
5 Recreatieschap Geestmerambacht
Beheer recreatiegebied
6 Landschap Waterland
Beheer recreatiegebied
7 Recreatiegebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer
Beheer recreatiegebied
Privaatrechtelijke rechtspersonen
Doel
1 Interprovinciaal Overleg (vereniging IPO)
Belangenbehartiging provincies
Publiekrechtelijk rechtspersoon
Doel
1 Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Noord-Holland
Beheer fonds ten behoeve van de nazorg stortplaatsen
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 175
Wijziging 2008
Ontvangen dividend in 2007
Geraamd dividend in 2008
Ontvangen dividend in 2008
Stand leningen eind 2008
Verkoop aandelen
7.861.000
Momenteel geen activiteiten
Geliquideerd
Kan worden afgestoten
6.567.000
1.172.000
1.068.000
515.000
52.000
71.000
176 |
3.7 Grondbeleid 3.7.1 Algemeen De Nota Gegronde Ontwikkeling, zoals vastgesteld door Provinciale Staten op 10 juli 2006 heeft ook in 2008 de basis gevormd voor de uitvoering van het provinciaal grondbeleid. Transacties zijn binnen dit beleidskader uitgewerkt en afgewikkeld. Voor de uitvoering van het grondbeleid zijn door Provinciale Staten diverse financiële middelen beschik baar gesteld. In dit kader gaat het onder meer om een krediet voor strategische aankopen van € 15 miljoen en een krediet voor anticiperende aankopen van € 60 miljoen. Laatstvermeld bedrag is door middel van de besluitvorming door Provinciale Staten over de Najaarsnota 2008 tijdelijk opgehoogd naar € 95 miljoen. Voor taakgebonden aankopen voor infrastructurele werken en voor de aankopen ten behoeve van de realisatie van het Wieringerrandmeer zijn projectgebonden kredieten beschikbaar. Om risico’s op te kunnen vangen van strategische en anticiperende verwervingen is voorts door Provinciale Staten een risicoreserve ingesteld van € 7.222.681. Met ingang van het boekjaar 2008 bedroeg die risicoreserve nog € 7.065.148. Aan de taakgebonden aankopen zijn als regel weinig of geen risico’s verbonden, omdat de gronden direct worden aangewend voor het desbetreffende project. Over de uitvoering van het provinciaal grondbeleid in 2008 en de daaraan verbonden risico’s kan het volgende worden vermeld. 3.7.2 Taakgebonden verwervingen Voor de taakgebonden verwervingen is in 2008 het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur het belangrijkste kader geweest. De aankopen voor het Masterplan N201 vormen daarbij nog steeds een belangrijk aandeel. Ook zijn in 2008 diverse aankopen voor het Wieringerrandmeer gerealiseerd. Voor de taakgebonden aankopen en onteigeningen worden de budgetten voor de desbetreffende projecten benut. Van deze budgetten kan in het bijzonder het krediet van € 25 miljoen worden genoemd voor grondaankopen ten behoeve van het Wieringerrandmeer en een krediet van € 5 miljoen voor taakgebonden anticiperende aankopen voor de Westfrisiaweg. Voor het Wieringerrandmeer zijn vijf aankooptransacties geëffectueerd. Dit betreft de verwerving van 15.22.36 hectare, waarmee de totale verworven oppervlakte op 278.24.62 hectare komt. Van het voor deze grondverwervingen beschik baar gestelde krediet van € 25 miljoen resteert per 1 januari 2009 nog een besteedbaar bedrag van € 7.176.114. In 2009 zal de actieve grondverwerving van start gaan na het bereiken van overeenstemming met het Agrarisch Collectief over een afsprakenkader voor de grondverwerving en na het verkrijgen van een definitieve opdracht tot grondverwerving van de GEM. Over de financiering van de aankopen die dan voor het Wieringerrandmeer moeten worden gedaan zullen met de dan opgerichte Grondexploitatiemaatschappij (GEM) afspraken gemaakt worden in een grondverwervin gsbetalingsprotocol. Vanuit het krediet voor taakgebonden anticiperende aankopen voor de Westfrisiaweg is in het voorgenomen tracé één bebouwd object aangekocht en is er per 31 december 2008 nog een besteedbaar budget van € 4.380.612. Zoals hiervoor al vermeld, zijn aan de taakgebonden aankopen feitelijk geen financiële risico’s verbonden, omdat de gronden in de desbetreffende projecten worden ingebracht tegen de aankoopsom en bijkomende kosten. Voor de taak gebonden verwervingen met betrekking tot het Wieringerrandmeer is sinds de uitwerking van de ontbindende voor waarden in de gesloten samenwerkingsovereenkomst in mei 2008 het eventueel risico van grondverwerving voor 100% afgedekt door de GEM in oprichting. Over alle taakgebonden verwervingen, waaronder de verwervingen voor de uit voering van het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur, zal evenals in voorgaande jaren meer gedetailleerde informatie worden vermeld in het jaarverslag over de uitvoering van het grondbeleid in 2008 dat nog aan Provinciale Staten gepresenteerd zal worden. 3.7.3 Anticiperende verwervingen 3.7.3.1 Algemeen Begin 2008 bedroeg de omvang van het krediet voor anticiperende verwervingen € 60 miljoen. In verband met de uit putting van het krediet hebben Provinciale Staten dit in het kader van de Najaarsnota 2008 tijdelijk opgehoogd naar een bedrag van € 95 miljoen. Zodra de terreinen Crailo te Hilversum/Bussum/Laren en Jaagweg te Berkhout weer zijn afgestoten, zal het krediet weer naar het oorspronkelijke niveau teruggebracht kunnen worden.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 177
Van de beschikbare kredietruimte was op 1 januari 2008 een bedrag besteed van € 44.944.470 (inclusief rente bijschrijvingen), terwijl nog verplichtingen vanuit gerealiseerde aankopen bestonden van € 2.465.638. Voor aankopen en rentebijschrijvingen in 2008 was derhalve met ingang van het boekjaar € 12.589.892 beschikbaar, welk bedrag dus in het najaar met vermelde € 35 miljoen is opgehoogd. Naast het beschikbare budget is voor eventuele verliezen en niet te compenseren rentelasten binnen de saldireserve een bedrag geoormerkt als risicoreserve grondbeleid. Per 1 januari 2008 bedroeg deze risicoreserve nog € 7.065.148. 3.7.3.2 Transacties en mutaties in 2008 In het afgelopen jaar zijn uit het budget voor anticiperende aankopen een aantal transacties afgerond. In totaal is eind 2008 € 62.774.944 (inclusief rente) besteed, terwijl voor een aantal mogelijke projecten gesprekken en onderhandelingen gaande zijn. Omtrent de gerealiseerde transacties kan het volgende worden gemeld. 1 In Nieuw-Vennep zijn nog enkele restpercelen beschikbaar die vanuit een anticiperende aankoop niet zijn benut voor de N207 en de aangrenzende groenstructuur. Voor een gedeelte van deze restpercelen is medio 2005 met de gemeente Haarlemmermeer een koopovereenkomst gesloten ten behoeve van de aanleg van een parkeerplaats. Het notarieel transport voor deze eigendomsoverdracht heeft - ondanks herhaald rappel aan de gemeente - vanwege vertraging in het besluitvormingsproces binnen de gemeente en het initiëren van aanvullende plannen, tot op heden nog niet plaatsgevonden. Omdat de overeengekomen koopsom rentedragend is, treedt er voor de provincie geen financieel nadeel op. 2 De percelen te Beilen, die in het kader van de Leidraad Verplaatsingsaanbod in 2003 zijn aangekocht en verpacht, zijn medio 2008 conform de gesloten overeenkomst aan de pachter in eigendom overgedragen. Het geïnvesteerde bedrag is weer teruggevloeid naar het krediet anticiperende grondaankopen. 3 Met betrekking tot de aankoop van de onroerende zaak aan de Zandvoortselaan/Blinkertweg, die wij in eerdere jaren hebben gedaan in verband met de realisatie van een ecoduct, is in 2008 geen mutatie opgetreden. Wel hebben wij enige beheerkosten gemaakt. In afwachting van de realisatie van het ecoduct is het object tijdelijk in bruikleen gegeven, teneinde kraken en vandalisme te voorkomen. 4 Ter voorbereiding van de aankoop van gronden in de Bloemendalerpolder te Muiden en Weesp hebben wij in voor gaande jaren geringe voorbereidingskosten gemaakt. Eind 2008 bestond ten aanzien van enige gewenste aankopen overeenstemming, maar de afwikkeling daarvan en de belasting van het krediet voor anticiperende verwervingen wordt begin 2009 verwacht. 5 Voor de ontwikkeling van het gebied Crailo te Bussum, Hilversum en Laren hebben wij in 2007 van de Dienst der Domeinen de benodigde Rijkseigendommen aangekocht. Het betreft de voormalige Kolonel Palmkazerne, het rampenoefenterrein en schietbaan, de marechausseekazerne en het asielzoekerscentrum, met een gezamenlijke grootte van 60.91.44 hectare. In 2008 is wegens de feitelijke oplevering van het resterende deel van de aangekochte onroerende zaken de restantkoopsom van € 2.400.000 aan Domeinen voldaan. Er zijn tevens kosten van beheer gemaakt en beheeropbrengsten verkregen. Overeenkomstig de aankoopovereenkomst en de afspraken die in het kader van de planontwikkeling zijn gemaakt, is verder in 2008 een oppervlakte van 20.88.43 hectare voor € 1,00 in eigendom overgedragen aan de Stichting Gooisch Natuurreservaat. Voor de resterende terreinen is een ontwikkelstrategie opgesteld en zal de doorlevering aan een ontwikkelende partij naar verwachting in 2009 op basis van een Europese aanbesteding plaatsvinden. 6 Ten behoeve van de oprichting van de Beheergrondbank Laag Holland heeft vanuit het krediet anticiperende grond aankopen begin 2007 een voorfinanciering plaatsgevonden ter grootte van € 1,25 miljoen. Deze voorfinanciering is eind 2008 vanuit de ILG-middelen weer teruggeboekt naar het budget voor anticiperende aankopen. 7 Een perceel ter grootte van 14.58.65 hectare in de Wieringermeer hebben wij in 2007 anticiperend aangekocht ten behoeve van de mogelijke realisatie van een motorcrossterrein. De feitelijke oplevering van het terrein heeft nog niet plaatsgevonden en derhalve staat er eind 2008 nog een verplichting open van € 65.638 voor de betaling van de restant koopsom. 8 Per 1 januari 2008 was voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Jaagweg c.a. al een oppervlakte van 59.19.78 hectare met een boekwaarde (inclusief rente) van € 13.860.218 in eigendom. Op grond van een gesloten overeenkomst
178 |
met marktpartijen is in de loop van 2008 nog een oppervlakte van 53.37.50 hectare aan de provincie in eigendom overgedragen waarvan de verwervingskosten € 9.801.712,12 bedroegen. Wegens uitputting van het krediet is deze aankoop in eerste instantie gefinancierd uit het krediet strategische aankopen, maar na ophoging (in de Najaars nota 2008) van het krediet anticiperende aankopen met € 35 miljoen zijn de kosten alsnog in 2008 ten laste van het krediet anticiperende aankopen gebracht. 9 Ten behoeve van de realisatie van een regionaal havengebonden bedrijventerrein te Anna Paulowna zijn in 2007 al voorbereidingskosten tot aankoop gemaakt. In 2008 heeft dit geleid tot een concrete aankoop van 17.59.88 hectare. 10 In relatie tot een aankoop voor het Wieringerrandmeer zijn van een eigenaar naast de gronden voor het plan ook gronden verworven buiten het plangebied. Deze gronden, die deels zijn gelegen op Wieringen en deels in de Wieringermeer, zullen als ruilobject een functie kunnen vervullen. 11 Op basis van een terugkoop- c.q. antispeculatiebeding hebben wij de onroerende zaak Bergweg 30 te Bloemendaal, die destijds in erfpacht was uitgegeven, in 2008 weer teruggekocht. Het betreft een woonhuis in het duingebied op een oppervlakte van 0.30.82 hectare. Op dit moment wordt een nieuwe uitgifteprocedure van dit object voorbereid. Rekening houdend met de concrete mutaties in 2008 kan het volgende beeld worden geschetst: Overzicht anticiperende aankopen per 31-12-2008 (tabel 1) Perceel
Boekwaarde (inclusief geactiveerde rente) per 31-12-2007
Verplichtingen per 31-12-2007
1 Nieuw-Vennep
€
43.620
0
2 Beilen
€
160.774
0
3 Zandvoortselaan/ Blin-kertweg
€ 1.892.985
0
4 Kosten transacties in voorbereiding
€
1.067
0
5 Gebied Crailo
€ 27.136.171
6 Beheergrondbank
€ 1.250.000
7 Perceel Wieringermeer
€
8 Percelen Jaagweg 9 R.h.b. Anna Paulowna
Opmerkingen
Saldo oppervlakte per 31-12-2008
45.260
0
4.60.60 ha.
Gedeelten verkocht in 1999/2000/ 2004/2005
0
0
0
Verkocht in 2008
€
1.966.731
0
0.17.27 ha.
€
1.107
0
0
€ 2.400.000
€ 30.599.056
0
40.03.01 ha.
0
0
0
nvt
65.638
14.58.65 ha.
0
112.57.28 ha.
€
€
Verplichtingen per 31-12-2008
65.638
€
620.191
€ 13.860.218
0
€
23.766.752
€
1.918
0
€
2.849.094
€
308.000
17.59.88 ha.
10 Wieringen/ Wieringermeer
0
0
€
1.858.410
€
186.035
20.28.25 ha.
11 Bergweg 30 Bloemendaal vaarwegen
0
0
€
1.068.343
0
0.30.82 ha.
€ 44.944.470
€ 2.465.638
559.673
210.15.76 ha
Totalen
597.717
Boekwaarde (inclusief geactiveer-de rente) per 31-12-2008
€ 62.774.944
€
€
Gedeelte ver kocht in 2008 aan GNR
Door de aankopen in 2008 is de oppervlakte gemuteerd van 147,8 hectare naar circa 210,2 hectare en bedraagt de boekwaarde per 31 december 2008 € 62.774.944.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 179
Hierdoor ontstaat per 31 december 2008 het volgende financiële beeld ten aanzien van de bestedingen van het krediet anticiperende grondaankopen: Overzicht besteding krediet per 31 december 2008 (tabel 2) Krediet Anticiperende aankopen
€ 95.000.000
Boekwaarde
31-12-2008
€ 62.774.944
Verplichtingen
31-12-2008
€
559.673
€ 63.334.617 Nog beschikbaar voor aankopen per 31-12-2008
€
63.334.617
€ 31.665.383
3.7.3.3 Boekwaarden van anticiperende aankopen De boekwaarde (inclusief geactiveerde rente) volgens de jaarrekening 2007 bedroeg voor de betreffende percelen € 44.944.470 en komt per 31 december 2008 op € 62.774.944. Er zijn dan met betrekking tot de terreinen Wieringermeer (motorcross), regionaal havengebonden bedrijventerrein Anna Paulowna en Wieringen/Wieringermeer (ruilgronden) nog verdere financiële verplichtingen ten bedrage van € 559.673. De mutaties in de boekwaarden zijn ontstaan door betalingen met betrekking tot transacties en door rentebijschrijvingen. Voor de rentebijschrijvingen is over 2008 een percentage gehanteerd van 3,76 %, wat overeenkomt met het gemiddelde percentage over drie jaren van Staatsleningen met een looptijd van 3 jaar; over 2007 bedroeg dit percentage 3,34 %, in 2006 2,9 % en in 2005 en 2004 was dit 2,8 %. De risicoreserve grondbeleid is in 2008 niet gemuteerd, omdat zich geen risico’s hebben gemanifesteerd. Hierdoor bedraagt per 31 december 2008 deze risicoreserve grondbeleid nog € 7.065.148. 3.7.3.4 Risico in relatie tot marktontwikkelingen Bij de anticiperende aankopen is het van belang hoe de werkelijke waarde van de onroerende zaken zich verhoudt en blijft verhouden tot de boekwaarde (inclusief geactiveerde rente). Op grond van de Derde Nota Grondbeleid: Nota Gegronde Ontwikkeling, kunnen anticiperende verwervingen zich richten op een realisatietermijn van 5 tot 10 jaar voor een toekomstig project. In deze periode zal voor de concrete aankopen jaarlijks beoordeeld moeten worden of de boekwaarde door de rentebijschrijving niet te hoog wordt en of eventueel een afboeking ten laste van de risicoreserve grondbeleid uit de saldireserve moet worden gebracht. Voor zover gronden c.a. worden ingebracht in eigen grond exploitaties, dan wel grondexploitaties van derden, zal beoordeeld moeten worden in hoeverre de boekwaarde de te accepteren inbrengwaarde niet overstijgt. Indien dit het geval dreigt te worden, dan zal tevens een afboeking ten laste van de risicoreserve grondbeleid moeten plaatsvinden. Indien plannen onverhoopt geen doorgang zullen vinden en gronden weer verkocht moeten worden, zal hieruit duidelijk worden welk risico is genomen. Bij een verkoop zal immers, uitgaande van de vigerende bestemming die wellicht meestal agrarisch zal zijn, maximaal de vrije verkoopwaarde verkregen kunnen worden. De verkoopwaarde van de gronden zal als regel lager uit kunnen komen dan de boekwaarde, waardoor voor compensatie van de rentelasten geen ruimte bestaat. Voor aangekochte (bedrijfs-)gebouwen ligt dat anders; de waardeontwikkeling van gebouwen houdt immers geen gelijke tred met de waardeontwikkeling van landbouwgronden en zal ook in de huidige omstandigheden nog een stijging te zien kunnen geven. Nu het actief provinciaal grondbeleid meer en meer gestalte krijgt en met de aankopen aanzienlijke financiële middelen gemoeid zijn, vraagt het risicomanagement op de grondaankopen steeds meer de aandacht. In dit verband wordt in het provinciaal apparaat planeconomische kennis opgebouwd om exploitatieve risico’s te kunnen beoordelen. Verder hebben wij een adviesbureau opdracht verstrekt om te adviseren inzake het vaststellen van een beleidslijn voor de risicobeoordeling van en rentetoerekening aan grondaankopen. Op basis van dit advies, dat in het eerste kwartaal van 2009 wordt verwacht, zal het risicomanagement inzake de resultaten van grondtransacties verder ingebed en uitgebouwd worden. Hierna willen wij evenwel nog de risico’s van grondtransacties beschouwen op een wijze zoals dat ook bij voorgaande jaarrekeningen heeft plaatsgevonden.
180 |
3.7.3.5 Risico-inschatting In relatie tot de marktontwikkelingen, in voorbereiding zijnde grondexploitieberekeningen en de toenemende boek waarden van de aangekochte percelen zal een beoordeling moeten plaatsvinden van de risico’s die wij lopen met de gerealiseerde anticiperende verwervingen. 1 Voor het resterende perceel te Nieuw-Vennep (zie tabel 1 onder volgnummer 1) is nog nauwelijks boekwaarde aan wezig. Met de effectuering in 2009 van de transactie met de gemeente Haarlemmermeer (€ 47.469,24 + rente) zal de boekwaarde geheel worden goedgemaakt. Verder resteert dan nog een oppervlakte in eigendom van circa 3.76.88 ha. Deze oppervlakte zal benut kunnen worden voor provinciale doelstellingen, zoals de verbreding van de N207, of alsnog verkocht kunnen worden tegen marktwaarde. Aan dit eigendom is daarom geen financieel risico verbonden. 2 De grond in Beilen is conform de gesloten overeenkomst aan de pachter in eigendom overgedragen en er is in dit kader geen risico meer. 3 De transactie Zandvoortselaan/Blinkertweg te Zandvoort (tabel 1, volgnummer 3) is op 4 januari 2007 volledig afgerond. Volgens inschatting zullen bij een eventuele verkoop op dit moment de betaalde koopsom, kosten en rente betalingen volledig worden goedgemaakt. Van enig risico is op dit moment dan ook geen sprake. Verder wordt verwacht dat de marktontwikkeling in relatie tot deze bebouwde onroerende zaak zodanig zal zijn dat deze op zijn minst gelijke tred houdt met de geactiveerde rente, die relatief laag ligt. 4 Het gebied Crailo is aangekocht op basis van een residuele waardebepaling, waarbij de verwachte toekomstige bestemmingen en het programma bepalend zijn geweest. De bestuursovereenkomst (BOK) Crailo is op 3 december jl. door Provincie, gemeenten Laren, Bussum, Hilversum en Stichting Gooisch Natuurreservaat getekend. Doel van de BOK is: sturing te geven aan het proces, de rollen en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de planontwikkeling. Verdere afspraken over de stedenbouwkundige randvoorwaarden en het bestemmingsplan zijn inmiddels vastgelegd. Op basis van de exploitatieberekening is de verwachting dat met het programma en de fasering voldoende financiële sturing aan het resultaat gegeven kan worden om de gronden tegen de residuele waarde door te kunnen leveren aan een ontwikkelaar. De aanbesteding van deze gebiedsontwikkeling is inmiddels gestart. Met de doorlevering aan een ontwikkelende partij worden eventuele risico’s weggenomen. Vanuit de marktpartijen (preselectie) bestaat op dit moment grote belangstelling voor de ontwikkeling van de gronden. De huidige neer gaande conjunctuur kan echter een aanmerkelijk negatief effect op de korte termijn hebben op de bereidheid van marktpartijen, om zich uiteindelijk te binden aan een dergelijke investering van het minimale grondbod. Het risico van vertraging is derhalve reëel aanwezig en wij dienen rekening te houden met een mogelijke rentebijschrijving over de gemaakte investeringskosten. 5 Ten behoeve van de aanleg van een motorcrossterrein is in 2006 een koopovereenkomst gesloten voor het perceel in de Wieringermeer tegen een waarde die gering hoger was dan de toenmalige agrarische prijs. Inmiddels is de agrarische waarde van het perceel zodanig gestegen dat de koopprijs bij een eventuele verkoop weer kan worden goedgemaakt. Risico van deze aankoop is op dit moment daarom nagenoeg nihil. 6 De percelen aan de Jaagweg/Liesbeth Tijsweg te Berkhout zijn tegen waarden gekocht waarbij rekening is gehouden met de mogelijke toekomstige bestemming als bedrijventerrein. Met private partijen die bij de levering van de desbetreffende gronden betrokken waren, zijn afspraken gemaakt om de gronden in de exploitatie in te brengen tegen de door ons betaalde aankoopsommen, vermeerderd met kosten en renten. In dit verband zijn de risico’s van aankoop dan ook op voorhand geëlimineerd. 7 Voor het regionaal havengebonden bedrijventerrein te Anna Paulowna is één object aangekocht. Doorlevering van de grond zal in principe tegen de gepleegde investeringen en rentelasten plaatsvinden aan het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. Afspraken met het ontwikkelingsbedrijf zullen voor dit perceel en eventuele aanvullende aankopen worden vastgelegd. Daarmee wordt ook dit risico afgedekt. De grond is aangekocht tegen de waarde in het vrije economische verkeer, rekening houdende met een mogelijke toekomstige bestemming als (nat) bedrijventerrein.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 181
Indien de geplande ontwikkelingen geen doorgang zouden vinden en onverhoopt een verkoop tegen de dan geldende waarde zou moeten plaatsvinden, dient rekening te worden gehouden met een risico van circa € 1,5 miljoen. 8 In het kader van de grondaankopen voor het Wieringerrandmeer zijn van een eigenaar tegen de agrarische waarde ook gronden buiten de plangrens aangekocht. Deze gronden zullen als compensatiegronden benut kunnen worden. Aangezien in een dergelijke situatie de agrarische waarde weer vrij zal komen, is er vooralsnog geen risico aanwezig. Indien de uitgifte onverhoopt op zich laat wachten, dient rekening te worden gehouden met rentelasten. 9 De aankoop van Bergweg 30 te Bloemendaal draagt geen risico’s in zich. Aankoop heeft plaatsgevonden onder toepassing van het antispeculatiededing, waardoor onder de vrije economische waarde is aangekocht. Verkoop zal tegen de vrije waarde in het economisch verkeer plaatsvinden, waardoor een positief saldo wordt verwacht. Uit het vorenstaande mag worden geconcludeerd dat de risico’s van de anticiperende grondaankopen die wij tot op heden hebben gedaan beperkt zijn. Indien zich risico’s zullen voordoen, dan is de risicoreserve grondbeleid daarvoor naar verwachting toereikend. 3.7.3.6 Ontwikkelingen Bij aanvang van het jaar 2008 was circa € 47,5 miljoen van de € 60 miljoen besteed. Zoals vermeld, is medio 2008 het krediet tijdelijk door Provinciale Staten opgehoogd naar € 95 miljoen in verband met onder meer de aankopen van gronden aan de Jaagweg. Door deze ophoging bestaat in 2009 voldoende ruimte om adequaat op aankoopkansen in te spelen. Ook in 2009 zullen immers vanuit de ruimtelijke ambities en de plannen voor infrastructurele projecten weer diverse transacties aan de orde kunnen komen, waarvoor de budgetruimte dient te worden aangewend die per 1 januari 2008 nog beschikbaar is. Indien de aanbesteding van de terreinen Crailo positief verloopt, zal in de loop van 2009 weer een aanzienlijke budget ruimte beschikbaar komen en zal de tijdelijke ophoging afgebouwd kunnen worden. De doorlevering van gronden aan de Jaagweg/Liesbeth Tijsweg zal daartoe tevens aanleiding kunnen zijn. 3.7.4 Strategische aankopen In 2008 is het budget van € 15 miljoen voor strategische aankopen tijdelijk aangesproken voor de aankoop van gronden voor het bedrijventerrein Jaagweg/Liesbeth Tijsweg te Berkhout. Eind 2008 is deze aankoop alsnog ten laste gekomen van het budget anticiperende aankopen. Verder zijn geen aankopen uit het krediet voor strategische aankopen gefinan cierd. 3.7.5 Grondexploitatie via deelnemingen en samenwerkingen Naast de aankopen die de provincie zelf realiseert voor planontwikkeling en infrastructurele projecten, krijgt het grondbeleid ook gestalte door middel van samenwerking met andere overheden en private partners. Genoemd kunnen worden: het Wieringerrandmeer, de Bloemendalerpolder, de Broekhornpolder en de herstructurering van Den Helder. Aan deze deelnemingen zijn uiteraard ook financiële risico’s verbonden. Tot op heden hebben wij u bij de besluit vorming over de projecten die aan de orde zijn geïnformeerd over deze risico’s. Tevens worden de risico’s per project gemanaged. Om een totaalbeeld van de risico’s van het grondbeleid te behouden en deze integraal te kunnen beheersen, hebben wij – zoals hiervoor vermeld – in 2008 aan een adviesbureau verzocht te adviseren over de opzet van het risicomanagement van het grondbeleid. Op basis van die advisering zullen wij het risicomanagement van eigen grondexploitaties en van grondexploitaties via deelnemingen en samenwerkingen verder vorm geven.
182 |
3.8 Provinciale heffingen 3.8.1 Inleiding Belastingheffing is bedoeld om collectieve voorzieningen te financieren. Een eigen belastinggebied maakt een scherpere afweging tussen de baten van overheidsvoorzieningen tegen de aan burgers en bedrijven opgelegde lasten mogelijk en heeft dan ook een eigen plaats in het besluitvormingproces. In het duale stelsel normeren en controleren Provinciale Staten. Deze paragraaf rapporteert over de controle en verantwoording van de door Provinciale Staten vastgestelde beleidslijnen en gerealiseerde belastingopbrengsten. 3.8.2 Wat zijn lokale lasten? Lokale lasten zijn inkomsten voor onder andere de provincie, betaald door de burgers en – in mindere mate – het bedrijfsleven. Op grond van wettelijke bepalingen ontvangen we van hen belastingen en heffingen. We onderscheiden de volgende lokale lasten: 1 Belastingen: betalingen voor uitvoering van collectieve vormen van dienstverlening in het algemeen belang, maar ook publiekindividuele vormen van dienstverlening zonder een duidelijke relatie tussen dienstverlening en belasting opbrengst. 2 Heffingen: uitvoering van publiekrechtelijke dienstverlening. 3 Retributies: individuele dienstverlening van typische overheidsdiensten van publiekrechtelijke aard. De indeling van lokale lasten volgt in deze paragraaf de provinciale terminologie. Lokale provinciale lasten betreffen: • algemene belasting: provinciale opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting (de opbrengst van deze belasting is een algemeen dekkingsmiddel); • heffingen: grondwaterheffing, ontgrondingenheffing en nazorgheffing gesloten stortplaatsen; • retributie; legesheffing (leges worden in de Provinciewet rechten genoemd). 3.8.3 Beleidsmatige aspecten van lokale lasten 3.8.3.1 Besteedbaar inkomen/lastendruk Belastingheffing heeft direct invloed op het besteedbaar inkomen van de burger. Wettelijk mogen wij geen onderscheid tussen inwoners of bedrijven aanbrengen. Het inkomensbeleid is een primaire verantwoordelijkheid van het Rijk. Gelet op de geringe financiële invloed en op de groep van belastingplichtigen, heeft de opcentenheffing nauwelijks tot geen relatie met sociale aspecten en armoedebeleid. Niettemin bepalen de provinciale belastingen mede, zij het in geringe mate, de collectieve lastendruk en zijn dus mede bepalend voor de omvang van het besteedbaar inkomen. 3.8.3.2 Legitimering overheid(-soptreden) Wat krijgt de burger terug voor de betaling aan de provincie? Er moet sprake zijn van een zeker evenwicht tussen het ervaren overheidsoptreden en het te betalen bedrag. In de provinciewet staat dat heffingen en leges maximaal kostendekkend mogen zijn. Een provincie mag dus geen winst maken: er mogen geen baten uit heffingen en leges toevloeien naar de algemene middelen. Bij overtreding hiervan kan de rechter de desbetreffende heffingsverordening onverbindend verklaren. 3.8.4 Beleidsuitgangspunten lokale lasten 3.8.4.1 Belastingdruk In het collegeprogramma 2007-2011 wordt in het financieel kader aangegeven dat het uitgangspunt een structureel sluitende begroting is, waarbij de inkomsten (Provinciefonds, opcenten motorrijtuigenbelasting, dividenden, rente baten) als algemeen dekkingsmiddel het kader vormen voor de uitgaven. Provinciale Staten hebben op 19 november 2007 besloten het opcententarief van 63,4 per 1 april 2008 met 0,5 opcenten te verhogen naar 63,9. Dit besluit is op 7 december 2007 gepubliceerd in provinciaal blad 2007/74.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 183
3.8.4.2 Profijt en belastingdruk Het profijtbeginsel manifesteert zich sterker bij heffingen dan bij belastingen. Een aanzienlijk deel van de NoordHollandse burgers en het bedrijfsleven betalen geen provinciale opcenten. Een verhoging van het opcententarief maakt de verschillen in belastingdruk tussen wel en niet belastingbetalende groter. 3.8.5 Legesheffing Uitgangspunt van Provinciale Staten is dat leges kostendekkend zijn. In het collegeprogramma hebben we aangegeven dat we dit in eerste instantie willen bereiken door het optimaliseren van efficiency en in tweede instantie door het verhogen van de tarieven. Ons op kostendekking gerichte beleid vereist inzicht in de kostenstructuur, kostenbeheersing en kostentoerekening. Wij maken daarvoor gebruik van het financiële systeem SAP, tijdschrijven en het maken van daarop gebaseerde kostenberekeningen. 3.8.6 Noord-Hollandse opcentenheffing interprovinciaal vergeleken Provincies mogen vanaf 1 april 2008 maximaal 107,9 opcenten heffen. Noord-Holland was ook in 2008 de provincie met het laagste opcententarief. Noord-Hollandse opcentenheffing interprovinciaal vergeleken Tarief opcenten m.i.v. 1 april 2007
Tarief opcenten m.i.v. 1 april 2008
Friesland
67,3
78,8
105 / 107,9
64,1 / 73,0
Groningen
77,2
77,8
105 / 107,9
73,5 / 72,1
Drenthe
78,6
79,7
105 / 107,9
74,9 / 73,9
Overijssel
75,3
76,8
105 / 107,9
71,7 / 71,2
Flevoland
64,0
67,4
105 / 107,9
61,0 / 62,5
Gelderland
80,5
81,4
105 / 107,9
76,7 / 75,4
71,7
72,6
105 / 107,9
68,3 / 67,3
Noord-Holland
63,4
63,9
105 / 107,9
60,6 / 59,2
Zuid-Holland
73,3
91,8
105 / 107,9
69,8 / 85,1
Noord-Brabant
71,6
71,6
105 / 107,9
68,2 / 66,4
Zeeland
69,3
69,3
105 / 107,9
66,0 / 64,2
Limburg
78,8
79,6
105 / 107,9
75,0 / 73,8
Gemiddeld tarief/ benut provincies
72,6
75,9
105 / 107,9
69,2 / 70,3
Naam provincie
Utrecht
Maximumtarief 2007 / 2008
% Benut 2007 / 2008
184 |
De lastendruk in 2008 voor een ’gemiddelde’ personenauto in de meest voorkomende gewichtsklassen gaf in NoordHolland het volgende beeld (één opcent is één procent van de in de tabel genoemde hoofdsom motorrijtuigenbelasting (MRB) van die gewichtsklasse): Lastendruk in 2008 voor een ’gemiddelde’ personenauto Gewichtklasse voertuig
Hoofdsom MRB per 1-4-1995
Gemiddeld tarief 2008 *
Lastendruk in 2008
551 t/m 650 kg.
€ 69,34
63,775
€ 44,20
651 t/m 750 kg.
€ 81,59
63,775
€
751 t/m 850 kg.
€ 107,91
63,775
€ 68,80
851 t/m 950 kg.
€ 136,50
63,775
€
951 t/m 1.050 kg.
€ 183,24
63,775
€ 116,85
1.051 t/m 1.150 kg.
€ 229,98
63,775
€ 146,65
1.151 t/m 1.250 kg.
€ 276,72
63,775
€ 176,50
1.251 t/m 1.350 kg.
€ 323,45
63,775
€ 206,30
52,05
87,05
* Berekening gemiddeld tarief 2008: 0,25 x tarief 2007 (63,4) + 0,75 x tarief 2008 (63,9).
3.8.7 Opcenten, resultaat 2008 (kostenplaats 03011 – Programma 13) De opbrengst opcenten voor 2008 werd bij begroting geraamd op € 165.700.000. Deze raming werd bij Lentenota 2008 bijgesteld tot € 175.700.000. Op 1 april 2007 is het PS-besluit tot verhoging van het opcententarief met 10,7 opcenten geëffectueerd, dat verband houdt met het besluit over de Extra investeringsimpuls (EXINH). Bij Lentenota 2008 hebben Provinciale Staten besloten dat bij de raming niet meer rekening gehouden wordt met een geoormerkt deel van 10,7 opcenten, doch met geoormerkte bedragen die jaarlijks voor EXINH afgezonderd worden. Van de geraamde opbrengst van € 175.700.000 is € 138.200.000 bestemd voor de algemene middelen, een geoormerkt deel ad € 28.600.000 voor EXINH en het resterende deel ad € 8.900.000 voor het Mobiliteitsfonds. In 2008 werd in totaal € 177.334.329 aan opcenten ontvangen. Een meevaller ten opzichte van de raming 2008 van € 1.634.329 ofwel 0,9%. Van deze opbrengst is € 28.600.000 bestemd voor EXINH, € 8.900.000 voor het Mobiliteitsfonds en de resterende opbrengst ad € 139.834.329 voor de algemene middelen. Tussen het IPO en de belastingdienst zal een convenant worden opgesteld dat betrekking heeft op de inzichtelijkheid en controleerbaarheid van de berekening en de verdeling van opcenten over de provincies, de gevolgen voor de recht matigheid en de communicatie over tussentijdse resultaten van de inning en afdrachten. Het ramen van de opbrengst opcenten zal, gelet op de intenties van het convenant, verder kunnen verbeteren. Ook zal bij dit convenant besloten worden de onderlinge provinciale verrekening wegens zogenaamde oninbaarlijdingen niet meer toe te passen. De halvering van de motorrijtuigenbelasting voor zeer zuinige auto’s, die het Rijk per 1 januari in het Belastingplan 2008 heeft ingevoerd, werkt evenredig door in de grondslagen van de provinciale opcenten. Bij de raming voor 2008 is met deze maatregel rekening gehouden. Ook in het Belastingplan 2009 is een maatregel opgenomen die doorwerkt naar de provinciale opcenten en daarmee financiële gevolgen heeft voor de provincies. Het betreft een halvering van het halftarief (dus een kwarttarief) voor zeer zuinige auto’s. Deze (Rijks-)maatregelen en de huidige sterk verslechterde economische situatie, die zijn weerslag heeft op de auto verkopen en mogelijk ook op autobezit, kunnen leiden tot een lagere autonome groei dan de 2 procent jaarlijks die Provinciale Staten nu hebben vastgesteld, en daardoor ook tot een structureel lagere belastingopbrengst. Dit zal worden betrokken bij de voorbereiding van de Lentenota 2009 en de begroting 2010.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 185
3.8.8 Overige heffingen 3.8.8.1 Legesheffing (diverse kostenplaatsen onder kostensoort 8110000) In 2008 werd een totaalopbrengst van € 588.000 aan leges geraamd en is € 544.864 aan leges ontvangen. Bij leges heffing betreft het de vergoeding voor kosten van vergunningverlening. Het nadelige saldo aan legesopbrengst ad € 43.136 is in hoofdzaak veroorzaakt door de te hoog geraamde opbrengst leges Ontgrondingenwet € 115.000 (kosten plaats 56150). Gerealiseerd werd € 43.488. Bij Lentenota 2009 zal de raming op dit onderdeel neerwaarts worden bijgesteld. Verder zal in het licht van de economische crisis bezien worden op welke legesonderdelen de opbrengstverwachtingen bijgesteld moeten worden. De Legesverordening Noord-Holland 2006 is door Provinciale Staten vastgesteld bij besluit van 12 december 2005, nummer 76 (Provinciaal blad 2005/103) en de tarieventabel voor 2008 bij besluit van 19 november 2007, nummer 64 (Provinciaal blad 2007/73). 3.8.8.2 Nazorgheffing gesloten stortplaatsen Op 1 januari 2008 bedroeg het vermogen van het Nazorgfonds circa € 32,2 miljoen. In 2008 werd € 1.671.500 aan nazorg heffing geraamd en € 260.740 opgelegd en ontvangen. In feite is in de begroting 2008 verzuimd de raming aan te passen. Dit heeft overigens geen gevolgen voor de resultaten van de provincie, aangezien de heffingsopbrengst direct na ontvangst in het Nazorgfonds wordt gestort. Op 31 december 2008 was (na aftrek van gemaakte kosten en toe voeging van heffingsopbrengst en rente en het resultaat uit beleggingen) de omvang van het Nazorgfonds ongeveer € 31,6 miljoen. Dit bedrag zit geheel in de reserve geopende stortplaatsen. De verordening Nazorgheffing is door Provinciale Staten vastgesteld bij besluit van 29 maart 1999, nummer 19 (Provinciaal blad 1999/25) en de tarieventabel voor 2008 bij besluit van 19 november 2007, nummer 8 (Provinciaal blad 2008/20). Toelichting: Bij de zogenaamde Leemtewet is op 1 april 1998 een regeling in de Wet milieubeheer (Wm) opgenomen (artikelen 15.44, 15.45 en 15.47) voor de nazorg van operationele stortplaatsen. Dit zijn stortplaatsen waar het storten van afvalstoffen niet vóór 1 september 1996 is beëindigd. In deze wet is bepaald dat provincies er bestuurlijk en financieel voor verant woordelijk zijn dat deze stortplaatsen na sluiting geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken. Daartoe dient eeuwigdurende nazorg plaats te vinden. De nazorgheffing is dan ook een bestemmingsheffing. Artikel 15.47 Wm verplicht ons een fonds op te richten voor het beheer van de heffingsopbrengsten, rentebaten en beleggingsopbrengsten. Op 21 december 1999 hebben wij besloten een Nazorgfonds op te richten. Het Nazorgfonds is een aparte publiek rechtelijke rechtspersoon die wij op grond van art. 15.47, lid 4, Wm beheren. De wetgever heeft hiervoor gekozen om de belastingplichtigen (stortplaatsexploitanten) de maximale zekerheid te bieden dat genoemde opbrengsten uitsluitend voor de nazorg of monitoren van stortplaatsen zullen worden aangewend. 3.8.8.3 Grondwaterheffing In 2008 bedroeg de opbrengst Grondwaterheffing € 731.286. Geraamd was € 825.800. De kosten voor uitvoering Grondwaterplan bedroegen € 750.735. Aan de voorziening Grondwaterheffing is in 2008 € 19.467 onttrokken. De stand van de voorziening Grondwaterheffing was op 1 januari 2008 € 180.212 en € 160.745 per 31 december 2008. Artikel 48 van de Grondwaterwet geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid een heffing in te stellen wegens het ont trekken van grondwater. De heffing is bestemd voor de kosten voor het grondwaterbeheer, waaronder het tegengaan van verdroging in bepaalde gebieden. De kosten-batenverhouding wordt bij balansvoorziening geregeld. Heffingsplichtig zijn de onttrekkers van 10.000 kubieke meter of meer grondwater per heffingsjaar. Het tarief bedraagt € 0,00808 per kubieke meter onttrokken grondwater. De geldende verordening Grondwaterheffing is door Provinciale Staten vastgesteld bij besluit van 8 december 1997, nummer 65 (Provinciaal blad 1997/75). Het meest recente tarief bij besluit van 6 november 2000, nummer 78 (Provin ciaal blad 2000/63).
186 |
3.8.8.4 Ontgrondingenheffing In 2008 was de opbrengst Ontgrondingenheffing € 17.167. Geraamd was € 71.200. Artikel 21f van de Ontgrondingenwet biedt de provincies de mogelijkheid om de kosten van planvorming, coördinatie en informatie voor vijftig procent te verhalen op de houders van ontgrondingenvergunningen. Het tarief is per 1 januari 2001 vastgesteld op ƒ 0,16 (€ 0,0726) per kubieke meter te ontgronden stoffen. De geldende verordening Ontgrondingenheffing is door Provinciale Staten vastgesteld bij besluit van 6 november 2000, nummer 79 (Provinciaal blad 2000/64). In 2008 was sprake van een afnemende activiteit in grote ontgrondingen met ook minder kosten en heffingsopbrengst. Met ingang van 1 januari 2009 is de Ontgrondingenwet zodanig gewijzigd, dat deze heffing waar schijnlijk zal komen te vervallen. Vanaf 2009 zullen naar verwachting geen kosten en heffingsopbrengst meer op dit onderdeel worden geraamd.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 187
3.9 Extra Investeringsimpuls Noord-Holland 3.9.1 Inleiding De paragraaf Extra Investeringsimpuls provincie Noord-Holland (EXIN-H) is opgenomen als bedrijfsparagraaf, omdat er bij de besluitvorming over EXIN-H in 2005 met Provinciale Staten is afgesproken dat er in de p&c-cyclus transparant en herkenbaar verantwoord wordt over deze investeringsimpuls. In deze paragraaf worden de activiteiten binnen EXIN-H verantwoord binnen de zes programma’s; openbaarvervoerinfrastructuur, weginfrastructuur, duurzame energie, zorg en welzijn, jeugdzorg en sociaal-culturele infrastructuur. 3.9.2 Openbaarvervoerinfrastructuur • Diverse gemeenten hebben in het kader van RegioNet subsidieaanvragen gedaan en gehonoreerd gekregen. Van het beschikbare RegioNet-budget uit de EXINH is nog een bedrag van circa € 1,5 miljoen beschikbaar (verplicht). • Provinciale Staten hebben ten behoeve van het westelijk gedeelte van de Zuidtangent (tot Haarlem Centraal Station) een bedrag gereserveerd in de Extra Investeringsimpuls. De gemeente Haarlem heeft besloten af te zien van boven grondse oplossingen en in te stemmen met een haalbaarheidsonderzoek onder regie van de provincie (technisch en financieel) naar ondertunneling van de Zuidtangent. Dit onderzoek richt zich niet alleen op het oplossend vermogen van het openbaar vervoer, maar wil tevens een kwali teitsimpuls geven aan de economische betekenis van de stad Haarlem. Hoewel de besluitvorming is opgehouden tot voorjaar 2009, zijn eindstudies voor zowel de zogeheten lange variant als diverse korte tunnel/maaiveldvarianten uitgewerkt en afgerond. De eindrapportage met daarin een afgewogen oordeel zal worden aangeboden aan het gemeentebestuur van Haarlem en aan ons college. • Het Kabinet zal pas in 2009 een besluit nemen over de Zuiderzeelijn en in relatie daarmee over het regionaal open baar vervoer in de periode 2020-2030 in de Noordvleugel (SAAL-studie). Essentieel daarbij is de besteding van de middelen die het Rijk daarvoor heeft gereserveerd (€ 2,8 miljard) en de relatie met de besluitvorming over het IJmeer en de groei van Almere. 3.9.3 Weginfrastructuur Over driekwart van het programma hebben Provinciale Staten al een besluit genomen. • De projecten N201, Mediapark Hilversum, Zuidelijke randweg Zaanstad en de omlegging A9 te Badhoevedorp lopen volgens schema. • Voor het project Oostweg Haarlem hebben wij een beschikking afgegeven, terwijl voor het verkeersmanagement A8/ A9 in 2007 een studie is afgerond, waarna wij een en ander ter besluitvorming aan Provinciale Staten kunnen voor leggen. In 2008 is de A8-A9 voorgelegd aan de stuurgroep en opgenomen in de lijst van mogelijk projecten in het kader van de TWIN-H. • In juli 2006 is de intentieovereenkomst met betrekking tot de Westfrisiaweg getekend en is door 13 gemeenten, het bedrijfsleven, het hoogheemraadschap en de provincie de voorbereiding verder ter hand genomen. In 2007 is een milieueffectrapportage vastgesteld. Daarna wordt er een streekplanherziening opgesteld. Ook wordt onderzocht hoe en in welke vorm de weg kan worden aanbesteed. 3.9.4 Duurzame energie De provincie heeft zich ervoor beijverd om het onderwijs, het onderzoek en de productie en toepassing van duurzameenergietechnologieën te clusteren in met name de Kop van Noord-Holland. Voor 2008 lag de focus op: • Het realiseren van het windpark Wieringermeerdijk, waar ca. 100 MW duurzame stroom moet worden opgewekt uit windturbines. Dit project is nog niet van de grond gekomen. • Het stimuleren van innovatieve duurzame energietechnologieën. Voor dit doel heeft de provincie het Ontwikkelings fonds Duurzame Energie Noord-Holland opgericht.
188 |
• In 2005 is de eerste fase gebouwd van het Facility Center in Den Helder, waar ondernemingen hun nulseries en prototypen ontwikkelen. Fase 2, de bouw van het ATO Synergy Centre, waar ATO is gevestigd, is in 2008 afgerond. Voor 2009 staat de laatste fase op de planning, de bouw van starterseenheden voor DE-projecten en startende bedrijven. • In 2008 liep de EXINH-bijdrage af aan het CO2-servicepunt en de deelverordening duurzame energiepakketten. Vanwege het succes van deze activiteit hebben wij besloten het verstrekken van subsidies uit de deelverordening duurzame energiepakketten in 2009 voort te zetten. Hieruit worden gemeenten gestimuleerd hun eigen klimaat beleid tot uitvoering te brengen. De ondersteuning aan gemeenten door het CO2-servicepunt wordt ook in 2009 gecontinueerd. Beide activiteiten zijn in de begroting opgenomen. 3.9.5 Zorg en Welzijn • De vijf Wonenwelzijnzorgprojecten in stedelijke gebieden zijn afgerond en de 6 projecten in het landelijk gebied zijn verder uitgevoerd. De kennis die in deze projecten is opgedaan, is verspreid over de rest van de provincie via onder andere diverse monitors en nieuwsbrieven en het kenniscentrum Wonen, Welzijn en Zorg. • We hebben in 2008 de gemeenten ondersteund bij de invoering en uitvoering van de Wet op de maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Vanuit het provinciale Wmo-ondersteuningsprogramma hebben we subsidie verleend aan vier regionale Wmo-projecten. In totaal zijn 31 gemeenten bij deze projecten betrokken. In 2008 is ook de tweede provinciale Wmo-masterclass van start gegaan. In totaal volgen minimaal 10 deelnemers uit gemeenten en maat schappelijke organisaties de modules van deze masterclass. De resultaten van de regionale projecten en de master class zijn verzameld en verspreid door de provinciale Wmo-kennisbank. • De deelverordeningen op het terrein van de zorg (wijksteunpunten breed, wonen plus, mantelzorg, kleinschalig wonen voor ouderen met dementie) zijn sinds 2005 in uitvoering. In 2008 is onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de regeling kleinschalig wonen uit te breiden naar andere doelgroepen. Op grond hiervan zal in 2009 nieuw beleid worden ontwikkeld. Provinciale Staten hebben aangegeven voorstander te zijn van een nieuwe uitvoerings regeling ‘Multifuncionele accomodaties’ die met ingang van 2009 zal worden uitgevoerd. In 2008 hebben Provinciale Staten tijdens de begrotingsbehandeling besloten een subsidie voor één Wonenplusproject beschikbaar te stellen. • De kwaliteit van de leefomgeving in het landelijk gebied is gestimuleerd door middel van de uitvoering van twee deelverordeningen: ‘Groot onderhoud en verbouwen Dorsphuizen NH 2007’ en ‘Dorpswinkels 2007‘. Door middel van de deelverordening ‘Groot onderhoud en verbouwen Dorpshuizen’ hebben in 2008 13 dorphuizen een subsidie ont vangen om te worden opgeknapt. Om deze dorpshuizen te kunnen subsidiëren is eenmalig het subsidieplafond verhoogd met niet-uitgegeven gelden uit voorgaande jaren. Middels de deelverordening Dorpswinkel 2007 zijn tien subsidies verstrekt ter ondersteuning van de totstandkoming van een dorpswinkel in Noord-Holland. • Het projectplan Zwerfjongeren wordt in 2008 uitgevoerd. Er is met centrumgemeenten overleg gevoerd over het reali seren van een opvangvoorziening specifiek voor jongeren, wat volgend jaar zal resulteren in een concrete aanvraag. 3.9.6 Jeugdzorg • De gelden uit de Extra Investeringimpuls zijn in de jeugdzorg gebruikt voor het wegwerken van de wachtlijsten in de jeugdzorg en voor het verbeteren van de aansluiting van de jeugdzorg en het gemeentelijk jeugdbeleid. Voor beide onderwerpen zijn projectplannen in uitvoering. • Het project Transferium (zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragproblematiek) zal volgens planning in 2010 geopend worden. Provinciale Staten hebben in september besloten tot een provinciale bijdrage van maximaal € 8,4 miljoen. • Voor de realisatie van het project Verbetering spreiding speciaal onderwijs zijn voorstellen aan Provinciale Staten voorgelegd. Zij hebben in september 2008 besloten om aan de gemeente Den Helder een bedrag van € 669.373 toe te kennen. Voor de gemeente Hilversum is een bedrag van € 1.790.000 gereserveerd. De gemeente Hilversum moet nog een uitgewerkt plan aan ons college voorleggen. Dit wordt in maart 2009 verwacht.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 189
• Project opvoedingondersteuning De aanvragen van de acht regio’s voor het medefinanciering voor het aanbod opvoedingsondersteuning zijn gehonoreerd. De projecten lopen. 3.9.7 Sociaal-culturele infrastructuur • In het kader van het project ‘Verbetering van museumaanbod’ is de financiering van De Nollen in Den Helder en het Museaal Centrum voor Kunst en Cultuur Bergen in 2008 rondgekomen. Deze projecten worden respectievelijk 1 januari en 1 december 2011 gerealiseerd. • In het kader van het project ‘Verbetering en uitbreiding van theaters en podia’ heeft de gemeenteraad van Alkmaar in november 2008 een positief besluit genomen over de realisatie van het Centrum voor Woord, Beeld en Geluid dat YXIE zal gaan heten. Het college van Alkmaar heeft de provincie gevraagd om het gereserveerde bedrag van € 1.250.000 beschikbaar te stellen als subsidie. Hierover moeten wij nog een besluit nemen. • Wat betreft de Stelling van Amsterdam zijn EXINH-middelen ingezet voor de restauratie van de damsluis bij De Kwakel; de sluis bij Fort bij Kudelstaart; de inventarisatie van de huidige toestand van de kleine landschaps elementen binnen de Stelling van Amsterdam en de digitalisering van de oorspronkelijke beplantingsplannen en beplanting; de restauratie van de vloer van de waterbassinruimte van Forteiland Pampus; de restauratie van Fort bij Penningsveer; herstel voor Fort Werk IV, alsmede het herstel van een aarden verdedigingswerk; Fase 1 herinrichting Fort Benoorden Spaarndam; herstel van Bakkerschans in Weesp; het aanleggen van sanitaire voorzieningen in De Kazerne te Muiden; een groeninrichtingsplan en het verder tot stand brengen van de doorgaande wandelroute Stelling van Amsterdam en het oplossen van knelpunten hierin. In 2008 zijn nog geen EXINH-middelen ingezet voor de bouw en inrichting van drie bezoekerscentra voor de Stelling, omdat door langere doorlooptijden van planvorming en vergunningverlening hierin vertraging is opgelopen. Wij verwachten begin 2009 voor twee forten te starten met het verstrekken van EXINH-subsidie voor de realisatie van bezoekerscentra. • Vanwege het jaar van de religieuze monumenten is er in december 2008 een besluit genomen over cofinanciering van de restauratie van 14 religieuze monumenten Voor het project Industrieel erfgoed Noordzeekanaal hebben wij in december 2008 een uitvoeringsplan aangenomen voor cofinanciering van industrieel erfgoed op het Hembrugterrein in Zaanstad, Sugar City in Halfweg en het gemaal Cruquius. • In het kader van het projectplan Beheer en behoud archeologie is het terrein Maantjesland nabij Aartswoud (gemeente Opmeer) aangewezen als archeologisch monument. Als gevolg hiervan zullen geen agrarische werkzaam heden meer plaatsvinden en zal de waterstand permanent omhoog gaan. • Sinds april 2006 is de Deelverordening Infrastructuur bibliotheekwerk NH van kracht met een looptijd tot 2010. In dit kader zijn in 2008 aan 6 basisbibliotheken subsidies verstrekt voor invoer van zelfbediening en aan 6 basisbiblio theken voor bouwkundige aanpassingen als gevolg van bibliotheekvernieuwing.
190 |
3.10 Grip op subsidies, handhaving en vergunningen We streven ernaar zoveel mogelijk in te spelen op de wensen en de verwachtingen van onze klanten om daarmee uit te blinken als dienstverlener. Het jaar 2008 hebben wij geïnvesteerd in het verder professionaliseren van de instrumenten subsidies, handhaving en vergunningen. Onderstaand zetten wij onze activiteiten per instrument uiteen. Het programma e-Provincie, dat het komende jaar gestalte krijgt, moet de elektronische dienstverlening aan inwoners en bedrijven van de Provincie Noord-Holland verbeteren. In 2008 hebben wij hiervoor de eerste fundamenten gelegd. 3.10.1 Subsidies Het jaar 2008 heeft in het teken gestaan van het implementeren van het nieuwe subsidiebeleid. Wij streven hierbij naar zakelijke en transparante subsidierelaties, waarbij de wederzijdse verantwoordelijkheden duidelijk zijn. In dat kader hebben Provinciale Staten in 2006 besloten alle provinciale subsidierelaties te herijken en daarbij het verge lijkend prestatiemodel als uitgangspunt te nemen. Bij het vergelijkend prestatiemodel wordt de procedure van aan besteding toegepast. In december 2008 hebben Provinciale Staten de eindrapportage van de herijking besproken, waarna besloten is ons college te verzoeken: • onderzoek te doen naar de (beleidsinhoudelijke) wenselijkheid om de subsidierelaties om te zetten waarvoor het technisch gezien mogelijk is het vergelijkend prestatiemodel in te voeren; • bij de voorbereiding van beleidskaders met voorstellen te komen voor mogelijke omzetting van deze subsidierelaties. Deze werkwijze is al gehanteerd bij de totstandkoming van het Beleidsprogramma Zorg en Welzijn 2009-1012, de Cultuurnota 2009-2012 ’Cultuur op de kaart’ en het Beleidskader Jeugdzorg 2009 t/m 2012. In 2008 hebben Provinciale Staten bovendien de nieuwe Algemene subsidieverordening (ASN) vastgesteld, die per 1 januari 2009 in werking is getreden. De belangrijkste wijziging is dat wij zelfstandig subsidies kunnen verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen van het provinciaal beleid en die passen binnen de provinciale begroting. Wij stellen daartoe uitvoeringsregelingen vast, waarin de activiteiten nader zijn bepaald waarvoor subsidies kunnen worden verstrekt. Wij hebben inmiddels alle deelverordeningen omgezet in uitvoeringsregelingen. Bij het concrete verlenen en vaststellen van de subsidies in 2008 hebben wij ten eerste gestuurd op de afhandeling van de aanvragen binnen de vastgestelde wettelijke termijn. Ongeveer 95% van de subsidieaanvragen die in het kader van de subsidieverordeningen zijn ingediend is afgehandeld binnen de termijn die daarvoor in de deelverordening is gesteld. Voor de overige subsidies ligt dit percentage op 80. Hiermee komt het tijdigheidpercentage voor 2008 voor alle subsidieverleningen op 93. Een tweede belangrijk element van sturing in 2008 betrof de rechtmatigheid van de subsidieverlening. Gezien de omvang van de subsidiebudgetten is dit een belangrijk onderdeel van het totale rechtmatig handelen van de provincie. De sturing geven wij pro-actief vorm door het hanteren van een verplichte dossierindeling, het scholen van medewerkers en het implementeren van verschillende beheersmaatregelen in het werkproces (zoals het hanteren van een rechtmatigheidschecklist bij het behandelen van elk subsidiedossier). In 2008 hebben wij elk kwartaal een verbijzonderde interne controle uitgevoerd op een aantal aselect gekozen subsidiedossiers. 3.10.2 Vergunningen In 2008 hebben wij ten eerste gestuurd op het afhandelen binnen de gestelde termijn van de aanvragen voor vergunnin gen, ontheffingen en goedkeuringen. Wij hebben dit onder meer gedaan door het gebruik maken van brancheplannen en het continu bewaken van de doorlooptijden. In 2008 is ondanks de inspanningen de streefnorm van 95% niet gehaald. Dit wordt vooral veroorzaakt door het grote werkaanbod bij het cluster bodem (beoordelingen bodemonder zoeken, onttrekkingen grondwater, enzovoort). In 2008 is de efficiencyslag afgerond door het zogenaamde vooroverleg en de (wijze) van aanvragen zakelijker en transparanter te maken. Begin 2009 wordt met de workflowmodule van het managementinformatiesysteem het proces voor vergunningen (voor bedrijven) nog verder verbeterd en de doorlooptijd verkort. Naast tijdigheid hebben wij in 2008 ten tweede gestuurd op de kwaliteit van onze besluiten. Wij bewaken dat ten minste 85% van de bezwaarzaken en 70% van de beroepszaken in stand moet blijven. Motiveringen van gehonoreerd bezwaar of beroep hebben wij voor de noodzakelijke bijstellingen van de procedures en de instructies gebruikt.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 191
Wij hebben in 2008 een aanzienlijke inspanning geleverd om onze organisatie in te richten op onder meer de implementatie van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), de nieuwe Waterwet, de decentralisatie van de rijkstaken in het kader van de Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML), de Wet Samenhangende Besluiten en de bestuurlijke keuzes ten aanzien van de regulering in het Noordzeekanaalgebied. De Wro is in 2008 daadwerkelijk in werking getreden en de belangrijkste processen voor de nieuwe Wro-instrumenten hebben wij geïmplementeerd. Begin 2009 zal het proces rond het provinciale inpassingsplan in de organisatie worden vormgegeven. Ook zal een eerste evaluatie plaatsvinden op de uitvoering van de nieuwe werkwijze. In 2009 zullen de inspanningen verder worden voortgezet om onze organisatie in te richten op de overige wetten. Daarnaast zullen in samenhang daarmee de mogelijke gevolgen voor provinciale organisatie van de tweede tranche van het Activiteitenbesluit (voorzien in de loop van 2010) in beeld worden gebracht. 3.10.3 Handhaving In 2008 hebben de handhavingscontroles plaatsgevonden conform het Handhavingsuitvoerings-programma 20072008 en de sanctiestrategie. Wij hebben daarbij, net als in 2007, met succes gestuurd op het verbeteren van het naleef gedrag. Om te controleren of de gemeenten nog steeds voldoen aan de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria vinden begin 2009 55 audits plaats. Hiervoor hebben de voorbereidingen in 2008 plaatsgevonden. Naast deze controlerende taak hebben wij, vanuit de gedachte van regie op de handhaving, gewerkt aan het verder verbeteren van de samenwerking tussen de handhavende organisaties. Hiervoor hebben wij bestuurlijke conferenties georganiseerd. Tijdens de laatste conferentie is gesproken over het kabinetsvoornemen om te komen tot omgevingsdiensten. Bij het toezicht op de begrotingen van de gemeenten streven we ernaar te voorkomen dat een gemeente een artikel-12gemeente wordt. Daarom hebben wij van 87% van de gemeenten in de provincie Noord-Holland een analyse gemaakt van de financiële positie en van het financiële proces. Indien een gemeente geen evenwicht heeft in zijn begroting of in een fusie zit met andere gemeenten, gaan wij over van preventief toezicht naar repressief toezicht.
192 |
4
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 193
programmarekening en toelichting
194 |
4.1. Totaaloverzicht per programma van baten en lasten vóór en na bestemming (Artikel 27 BBV) Lasten Programma Begroting
Begroot na wijziging
Gerealiseerd
22.938.900
26.788.300
22.833.908
8.387.600
9.575.800
8.786.531
156.448.100
250.423.800
223.633.556
59.706.600
71.523.000
64.854.471
Water
14.926.900
25.888.400
20.692.961
6
Milieu
43.354.800
65.468.700
52.672.388
7
Recreatie, natuur en landschap
42.054.300
91.867.900
71.232.819
8
Economie en landbouw
28.273.700
29.994.100
19.378.005
9
Welzijn en (jeugd)zorg
105.129.700
128.349.400
122.257.462
10
Kunst, cultuur en educatie
42.827.600
46.256.100
43.607.554
11
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
63.132.700
66.548.000
62.044.771
Programma 1
Bestuur en Burger
2
Bestuur en andere overheden
3
Wegen, verkeer een mobiliteits-management
4
Openbaar vervoer
5
Staf en ondersteuning Totaal Financiering en algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming
1.041.400
590.400
-964.821
588.222.300
813.273.900
711.029.605
26.499.400
5.450.700
19.880.807
614.721.700
818.724.600
730.910.412
Stortingen in en onttrekkingen uit reserves welke betrekking hebben op de volgende programma’s: Lasten Programma
Programma Begroting
Begroot na wijziging
Gerealiseerd
5.150.000
7.107.740
1
Bestuur en Burger
2
Bestuur en andere overheden
2.363.000
2.363.000
2.363.000
3
Wegen, verkeer en mobiliteits-management
6.183.500
31.583.500
36.984.941
4
Openbaar vervoer
8.944.800
4.848.600
4.848.600
5
Water
0
0
0
6
Milieu
7
Recreatie, natuur en landschap
8
Economie en landbouw
9
Welzijn en ( jeugd)zorg
0
0
0
10
Kunst, cultuur en educatie
1.014.300
1.009.800
1.009.800
11
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
1.179.800
1.179.800
1.179.800
0
0
0
30.974.900
123.690.700
132.365.165
57.274.900
169.825.400
185.859.046
671.996.600
988.550.000
916.769.458
Staf en ondersteuning Financiering en algemene dekkingsmiddelen
0
0
0
3.614.600
0
0
3.000.000
0
0
Vrijval reserves Totaal mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 195
Baten
Saldo
Programma Begroting
Begroot na wijziging
Gerealiseerd
Rekening 2008
53.600
613.500
289.995
22.543.913
100.000
203.000
858.978
7.927.553
21.726.500
20.017.000
18.802.360
204.831.196
46.530.300
53.779.800
52.799.195
12.055.276
1.939.400
2.247.200
2.311.770
18.381.191
11.054.600
26.611.700
21.254.062
31.418.326
254.300
43.528.600
32.173.525
39.059.294
409.000
1.017.000
947.628
18.430.377
71.184.800
89.908.400
93.083.089
29.174.373
2.341.600
4.147.200
4.431.905
39.175.649
18.514.100
21.300.600
23.212.208
38.832.563
944.000
767.200
1.924.955
-2.889.776
175.052.200
264.141.200
252.089.670
458.939.935
702.975.400
419.117.400
412.435.225
-392.554.418
878.027.600
683.258.600
664.524.895
66.385.517
Programma Begroting
Begroot na wijziging
Gerealiseerd
Rekening 2008
0
228.300
228.300
6.879.440
Baten
Saldo
1.543.100
1.879.300
870.402
1.492.598
8.964.400
85.226.700
68.198.452
-31.213.511
0
8.305.700
5.481.258
-632.658
0
9.310.500
8.960.500
-8.960.500
0
9.594.300
6.918.909
-6.918.909
5.169.000
23.039.400
14.740.830
-14.740.830
237.500
15.813.100
7.577.071
-7.577.071
0
15.084.200
8.609.816
-8.609.816
1.007.200
8.312.300
6.058.880
-5.049.080
1.315.100
26.751.600
22.481.927
-21.302.127
0
0
0
0
113.970.700
101.430.300
96.301.966
36.063.199
315.700
10.977.298
-10.977.298
132.207.000
305.291.400
257.405.609
-71.546.563
1.010.234.600
988.550.000
921.930.504
-5.161.046
196 |
4.2 Programmarekening in één oogopslag
In de rekening in één oogopslag wordt in het kort inzicht gegeven in een aantal belangrijke gegevens van de provincie Noord-Holland over het dienstjaar 2008. Baten 2008 per programma
x € 1 miljoen
700,0
Het totaal aan baten bedroeg in 2008 € 921,9 miljoen. De verdeling over de hoofdfuncties is als volgt:
600,0 500,0 400,0 300,0 200,0 100,0 -
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
x € 1 miljoen
Baten per programma 250,0
x € 1 miljoen
in % 0,0%
1
Bestuur en burger
0,3
2
Bestuur en andere overheden
0,9
0,1%
3
Wegen, verkeer en mobiliteitsmanagement
18,8
2,0%
4
Openbaar vervoer
52,8
5,7% 0,3%
5
Water
2,3
6
Milieu
21,3
2,3%
7
Recreatie, natuur en landschap
32,2
3,5%
8
Economie en landbouw
0,9
0,1%
9
Welzijn en (jeugd)zorg
93,1
10,1%
10
Kunst, cultuur en educatie
4,4
0,5%
11
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
23,2
2,5%
669,8
72,7%
1,9
0,2%
921,9
100,0
200,0
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
150,0
Staf en ondersteuning Totaal
100,0
Lasten 2008 per programma De lasten over 2008 bedroegen in totaal € 916,8 miljoen. De verdeling over de hoofdfuncties is als volgt:
50,0 50,0-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Lasten per programma
11
x € 1 miljoen
in %
22,8
2,5%
8,8
1,0%
223,6
24,4%
1
Bestuur en burger
2
Bestuur en andere overheden
3
Wegen, verkeer en mobiliteitsmanagement
4
Openbaar vervoer
64,9
7,1%
5
Water
20,7
2,3%
6
Milieu
52,7
5,7% 7,8%
7
Recreatie, natuur en landschap
71,2
8
Economie en landbouw
19,4
2,1%
9
Welzijn en (jeugd)zorg
122,3
13,3%
10
Kunst, cultuur en educatie
43,6
4,8%
11
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
62,0
6,8%
205,7
22,4%
Financiering en algemene dekkingsmiddelen Staf en ondersteuning Totaal
1,0-
-0,1%
916,8
100,0
h 29%
a 27%
h 29%
a 27%
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 197
Baten 2008 per soort
b 5%
g 6% f 0%
e 19%
g 6% f 0%
d 0% Baten per soort
e 19%
d 0%
c 14%
b 5%
c 14%
Baten per soort
e 21,4%
f 8,1%
h g 1,3% 1,7%
f 8,1%
h g 1,3% 1,7%
a 42,3% a 42,3%
e 21,4%
d 12,0% d 12,0%
c 0,0%
b 13,1%
Lasten per soort c b 0,0% 13,1% Lasten per soort
x € 1 miljoen
in %
244,6
26,5%
a
Specifieke uitkeringen
b
Dividenden
50,3
5,5%
c
Uitkering Provinciefonds
131,5
14,3%
d
Verkoop van onroerende zaken
0,1
0,0%
e
Belastingen, heffingen en leges
178,9
19,4%
f
Goederen en diensten
4,2
0,5%
g
Rente-inkomsten
51,3
5,6%
h
Bijdr. reserves & voorzieningen
261,0
28,3%
Totaal
921,9
100,0
x € 1 miljoen
in %
Lasten 2008 per soort a
Overdrachten (subsidies/bijdragen)
388,1
42,3%
b
Apparaatskosten (incl.dir. salariskst)
120,3
13,1%
c
Belastingen
0,3
0,0%
d
Goederen en diensten
110,1
12,0%
e
Reserves en voorzieningen
196,3
23,1%
f
Kapitaallasten
74,2
8,1%
g
Administratieve boekingen
11,8
1,3%
h
Kortlopende effecten
15,6 916,8
Totaal
100,0
Balans per 31 december 2008
(bedragen x € 1 miljoen) Activa Immateriële activa
2008
2007
-
0,9
Passiva
2008
2007
Saldireserve
129,0
100,0
Materiële vaste activa
367,1
325,1
Deelnemingen/ overige financ. activa
147,7
140,4
Verstrekte langlopende leningen
52,3
134,1
Voorzieningen
27,6
30,6
Vorderingen (incl.uitzettingen < 1jr.)
740,1
563,5
Opgenomen langlopende leningen
48,9
50,0
Liquide middelen
130,2
208,6
Kortlopende schulden en overlopende passiva
553,5
415,0
1.436,2
1.368,1
Overlopende activa Totaal
Eigen kapitaal
89,0
89,0
Overige bestemmingsreserves
583,1
657,4
5,2
26,2
Voordelig rekeningssaldo
1,3-
4,4-
1.436,2
1.368,1
Totaal
198 |
4.3 Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijzigingen en de programmarekening
Toelichting afwijking op apparaatskosten Aan apparaatskosten was in totaal begroot een bedrag van € 123,6 miljoen. De werkelijke kosten in 2008 bedroegen € 118,3 miljoen, zodat sprake is van een positief saldo (onderschrijding) van € 5,3 miljoen. Hiervan is een bedrag van €2.639.200 in de Reserve Uitgestelde intenties (RUI) gestort voor 4 intenties waarvan de besteding in 2009 plaatsvindt.
Tabel specificatie apparaatskosten 2008:
Omschrijving Salaris*1) Materieel*
2)
Totaal
Begroot incl wijz 2008
Werkelijk 2008
Verschil
79.180.400
80.105.884
-925.484
44.431.100
38.201.374
6.229.729
123.611.500
118.307.258
5.304.245
*1 Het werkelijke bedrag bij salariskosten is inclusief een bedrag van € 10.326.660 aan inhuur externen op vacatureruimte en/ of ten behoeve van invulling bij ziekte. *2 Het werkelijke bedrag bij de materiële apparaatskosten is inclusief kapitaallasten
Analyse salarisoverschrijding Op de salariskosten is er een overschrijding van € 925.484. De overschrijding is veroorzaakt door hogere kosten ingevolgde inhuur van externen voor vervanging bij ziekte en voor niet ingevulde vacatures.
Analyse materiële apparaatskosten De onderschrijding van € 6.229.726 op de materiële apparaatskosten wordt over het algemeen veroorzaakt door onder schrijdingen op de centrale posten, met name op de posten gebouwen, ICT, post en drukwerk. Een majeure onderschrijding binnen het concernbudget wordt verklaard doordat er minder kosten zijn gemaakt voor het project E-provincies. Daarnaast is er een grote onderschrijding op het budget voor gebouwen. Voor beide budgetten is besloten een gedeelte van het nog beschikbare incidentele budget te storten in de RUI.
Toelichting afwijkingen baten en directe lasten Voor een toelichting op de afwijkingen in de baten en lasten wordt verwezen naar de toelichtingen zoals die zijn opgenomen in de programmaverantwoording bij de verschillende programma’s.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 199
4.4 Overzicht van de aanwending van het bedrag onvoorzien (art. 28 BBV) Mutatie
Raming
Programmabegroting 2008
(na wijziging) 1.200.000
2e wijziging programma begroting
10.200-
1.189.800
4e wijziging programma begroting
7.500-
1.182.300
In de programmabegroting 2008 was een bedrag geraamd van € 1.200.000 voor onvoorziene uitgaven. In de 2e wijziging van de programmabegroting (de RUI-wijziging) is een bedrag van € 10.200 onttrokken ter dekking van de bijdrage aan het Centrum Wakan voor de tentoonstelling ‘In het donker gezien’. Bij de 4e wijziging van de programmabegroting (Najaarsnota) is verder een onttrekking geraamd van € 7.500 ter dekking van een incidentele subsidie aan Dream Amsterdam voor het Kunstfotoproject Tunick. In totaal is in 2008 € 17.700 aan de post onvoorziene uitgaven onttrokken. Daarmee bedroeg de omvang van de post ultimo 2008 € 1.182.300.
200 |
4.5 Specificatie van de in de rekening 2008 opgenomen eenmalige baten en lasten (exclusief FINH/UNA/EXINH en reserves) - artikel 28 BBV Nummer
Werkelijk
Begroot 2008
E-Provincie
20.000
1.320.000
Begroting 2008
Redesign
418.239
550.000
160 87
Begroting 2008
Redesign; baten
-
300.000-
160 89
Begroting 2008
Bronzen beelden
87.500
87.500
160 91
Begroting 2008
PR activiteiten renovatie Paviljoen Welgelegen
-
275.000
210 11
Begroting 2008
Provinciaal coördinatiecentrum
100.000
100.000
623 55
Begroting 2008
Vaarrecreatie Waddenzee
100.000
100.000
625 07
Begroting 2008
Vervolg Metropolitane landschap
98.877
200.000
710 56
Begroting 2008
Innovatiebeleid
200.000
200.000
714 08
Begroting 2008
Werkstad A4
125.000
125.000
831 63
Begroting 2008
Uit in Noord-Holland
913 10
Begroting 2008
Planologische beleidsnota’s/PARK
308 21
1e wijz. Begr. 2008
343 01
Oorsprong mutaties
Omschrijving
App. kosten
Begroting 2008
160 87
begroting
320.000
320.000
216.988
250.000
Camera’s in fietstunnels N343
-
400.000
1e wijz. Begr. 2008
Gelijke tarieven OV
-
1.000.000
501 07
1e wijz. Begr. 2008
Project de Nieuwe Nes
603 08
1e wijz. Begr. 2008
Noordboog West
710 08
1e wijz. Begr. 2008
Kenniseconomie en innovatie Pieken in de Delta Noordvleugel
803 08
1e wijz. Begr. 2008
Eergerelateerd geweld
803 64
1e wijz. Begr. 2008
832 13
1e wijz. Begr. 2008
832 62
1e wijz. Begr. 2008
Religieus erfgoed Noord-Holland
150.000
150.000
881 58
1e wijz. Begr. 2008
Omgangshuis subsidie
100.000
100.000
881 08
1e wijz. Begr. 2008
Bemoeizorg risicogezinnen
300.000
300.000
913 01
1e wijz. Begr. 2008
Inventarisatie, informatie en voorlichting m.b.t. nieuwe Wet RO
100.000
300.000
933 03
1e wijz. Begr. 2008
Toepassen Utrechts model stimuleren woningbouwproductie
-
200.000
App. kosten
2e wijz. Begr. 2008
E-Provincie
1.602.600
1.602.600
App. kosten
2e wijz. Begr. 2008
Flexibele beloningen
447.900
447.900
App. kosten
2e wijz. Begr. 2008
Huisvesting (Dreef)
802.000
802.000
100 82
2e wijz. Begr. 2008
Wisseling Provinciale Staten
5.242
110.000
131 51
2e wijz. Begr. 2008
Subsidies bestuurlijke organisatiezaken
160 86
2e wijz. Begr. 2008
Bijdrage Centrum Wakan t.l.v. post voor onvoorziene uitgaven
160 87
2e wijz. Begr. 2008
Redesign
308 31
2e wijz. Begr. 2008
Bijdrage bestuurdakkoord Rijk-provincies
311 25
2e wijz. Begr. 2008
Uitbestedingsvoorstel revisiewerkzaamheden
422 01
2e wijz. Begr. 2008
Primaire waterkeringen
431 54
2e wijz. Begr. 2008
Subsidies sanering riooloverstort Wijk aan Zee
624 57
2e wijz. Begr. 2008
Herinrichting zijkanaal B
624 58
2e wijz. Begr. 2008
710 02
2e wijz. Begr. 2008
803 60
2e wijz. Begr. 2008
Motie Armoede
841 55
2e wijz. Begr. 2008
Frictiekosten Probibiblio
150.000
350.000
1.000.000
1.000.000
1.932.188
2.000.000
-
100.000
Stimulering vrijwilligerswerk
45.000
45.000
Prijs voor in werking zijnde molens
10.000
10.000
-
15.700
10.200
10.200
-
118.300
29.000.000
29.000.000
111.707
140.000
8.310.500
8.310.500
250.000
250.000
-
20.100
Natuurbeschermingswet
38.742
150.000
Uitvoering Economische Agenda
26.950
30.000
500.000
500.000
-
130.000
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 201
Nummer
Oorsprong mutaties
Omschrijving
881 51
2e wijz. Begr. 2008
Aansluiting gemeentelijk jeugdbeleid
913 01
2e wijz. Begr. 2008
Voorbereiding streekplannen en planologische nota’s
913 02
2e wijz. Begr. 2008
Uitvoering strategische agenda Schiphol
913 03
2e wijz. Begr. 2008
Uitvoering afspraken 4e Noordvleugelconferentie
913 09
2e wijz. Begr. 2008
Schiphol
914 52
2e wijz. Begr. 2008
Waterland overleg
915 51
2e wijz. Begr. 2008
Subsidie beeldkwaliteitsplannen BKP
App. kosten
Voorjaarsnota 2008
App. kosten
Voorjaarsnota 2008
Apparaatskosten; bijstelling CAO-onderhandelingen en indexatie Apparaatskosten vergunningenbeleid SHV
Werkelijk
Begroot 2008
-
127.600
222.700
222.700
948.000
948.000
begroting
100.000
100.000
10.000.000
10.000.000
500.000
500.000
75.888
300.000
-
602.000
207.000
207.000
App. kosten
Voorjaarsnota 2008
SAP verbeteracties
320.000
320.000
App. kosten
Voorjaarsnota 2008
Wegwerken achterstanden archief
200.000
200.000
App. kosten
Voorjaarsnota 2008
Gebouwen
1.250.000
2.000.000
App. kosten
Voorjaarsnota 2008
Beheer telecomvoorzieningen
150.000
150.000
100 19
Voorjaarsnota 2008
Commissies
30.000
30.000
100 84
Voorjaarsnota 2008
Vervangende huisvesting comm. PS-vergaderingen
135.000
135.000
160 86
Voorjaarsnota 2008
Sponsorbeleid
-
100.000
160 88
Voorjaarsnota 2008
Mediaprogramma
-
762.100
160 91
Voorjaarsnota 2008
Promotie & acquisitie
-
316.000
200 21
Voorjaarsnota 2008
Risicokaart op Internet
-
30.000
210 11
Voorjaarsnota 2008
Provinciaal Coördinatie Centrum
83.000
83.000
210 11
Voorjaarsnota 2008
Provinciaal Coördinatie Centrum, rijksbijdrage
82.822-
83.000-
423 20
Voorjaarsnota 2008
Intensivering muskusrattenbestrijding
267.149
487.800
431 03
Voorjaarsnota 2008
Ontwikkelen waterbeleid i.r.m. omgeving
-
398.000
520 01
Voorjaarsnota 2008
Bodembescherming (algemeen)
-
100.000
555 50
Voorjaarsnota 2008
Regie handhaving samenwerking en professionalisering
66.656
100.000
604 20
Voorjaarsnota 2008
ILG-R Realisatie strategische groenprojecten
-
301.100
624 54
Voorjaarsnota 2008
57.132-
57.100-
625 08
Voorjaarsnota 2008
Realisatie gebiedsprogramma midden NH; bijdrage LNV vaartoeslag Ruimte voor ruimte
79.420
200.000
625 09
Voorjaarsnota 2008
Coördinatie iepziektebestrijding
-
590.000
625 54
Voorjaarsnota 2008
Rijksbijdrage subsidie Landsbeheer
105.000
151.600
715 01
Voorjaarsnota 2008
Rijksbijdrage bedrijventerreinen
944.965-
1.017.000-
715 52
Voorjaarsnota 2008
Subsidies bedrijventerreinen (TiP-regeling)
944.965
1.017.000
803 62
Voorjaarsnota 2008
Motie 21-9 Stimuleren vrijwilligerswerk
180.000
180.000
803 64
Voorjaarsnota 2008
Subsidies stimulering ontw. Anti-discriminatievoorzieningen
130.000
130.100
881 05
Voorjaarsnota 2008
Overige uitgaven jeugdzorg
-
300.000
881 51
Voorjaarsnota 2008
Aansluiting Bureau Jeugdzorg
16.000
600.000
914 08
Voorjaarsnota 2008
Waterlands wonen
-
150.000
914 12
Voorjaarsnota 2008
Haarlemmermeer-Bollenstreek
656.800
784.400
914 12
Voorjaarsnota 2008
Haarlemmermeer-Bollenstreek; baten
176.979-
477.000-
914 13
Voorjaarsnota 2008
Driehoek Oude Schipholweg A4-A5
110.000
310.000
914 17
Voorjaarsnota 2008
Circuit Zandvoort
45.279
150.000
916 04
Voorjaarsnota 2008
Bloemendalerpolder
170.000
170.000
916 07/0800 2
Voorjaarsnota 2008
Wieringerrandmeer
-
4.250.000
202 |
Nummer
Oorsprong mutaties
Omschrijving
Werkelijk
Begroot 2008
begroting App. kosten
Najaarsnota 2008
Afschrijving voorbereidingskrediet nieuwbouw Dreef
8.000.000
8.000.000
832 50
Najaarsnota 2008
Onderzoek “Velser affaire”
50.000
50.000
881 54
Najaarsnota 2008
Op peil brengen (voormalige) voorziening jeugdzorg
342.998
653.200
933 50
Najaarsnota 2008
Stimuleren woningbouwproductie CPO
-
1.154.200
040 01
Najaarsnota 2008
Dividendopbrengst
32.260.100-
32.260.100-
080 02
Najaarsnota 2008
Deelnemingenbeleid
1.000
181.000
081 04
Najaarsnota 2008
Storting in de reserve Revolving Fund
5.000.000
5.000.000
083 03
Najaarsnota 2008
Storting in de reserve OV voor het project Energie uit asfalt
133.800
133.800
045 05
Slotbegr. Wijziging
Storting in de voorziening financiële risico’s
3.200.000
3.200.000
App. kosten
Begroting 2007
E-Provincie
20.000
1.320.000
100 84
Begroting 2007
Vervangende huisvesting PS-commissievergaderingen
192.521
145.000
111 82
Begroting 2007
1.210.783
129.800
603 57
Begroting 2007
Wachtgelden en pensioenuitkeringen GS; storting in voorziening Blauwe loper (GS/PS motie)
128.075
123.500
803 58
Begroting 2007
Voortijdig schoolverlaten
100.000
100.000
803 60
Begroting 2007
Motie armoede
-
500.000
881 55
Begroting 2007
Jeugdzorg risicogezinnen
430.007
470.000
914 52
Begroting 2007
Waterlandoverleg
2.500.000
2.500.000
081 03
Begroting 2007
Cofinanciering Europese projecten
2.000.000
2.000.000
303 02
Voorjaarsnota 2007
Bereikbaarheid kust
439.640
2.000.000
431 14
Voorj/naj. nota 2007
Onderzoek fusie PWN
431 57
Voorjaarsnota 2007
Masterplan water voor Texel
604 20
Voorjaarsnota 2007
Lopende groenprojecten
613 05
Voorjaarsnota 2007
Groene Uitweg
623 03
Voorjaarsnota 2007
881 01
Voorjaarsnota 2007
Outsourcing taken hoogheemraadsch. Hollands Noorderkwartier Maaltijdenvoorziening Albert Schweizerschool
083 02
Voorjaarsnota 2007
Mobiliteitsfonds
308 26
Rekening 2008
75.000
75.000
166.000
176.000
-
350.000
3.250.000
3.250.000
81.000
81.000
85.000
85.000
7.000.000
7.000.000
Zijtakken Zuidtangent; dir. Uitgaven
7.572.140
-
Zijtakken Zuidtangent; terugontvangen kosten
1.289.153-
-
Zijtakken Zuidtangent; bijdragen derden
5.968.838-
-
15.600.000
-
Vrijval voorzieningen
2.329.852-
-
Vrijval reserves
12.522.763-
6.664.800-
69.422.638
81.102.600
000 01
Rekening 2008
Treffen voorziening wegen mogelijk ged. oninbare deposito’s
045 05
Rekening 2008
div.
Rekening 2008
Totaal
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 203
4.6 Specificatie van de bestede ILG Rijksbijdragen, uitgesplitst naar DLG en DR. Specificatie bestede rijksbijdragen ILG 2008 Omschrijving
mln
Bestedingen DLG
14,6
Bestedingen DR
8,6
Overige bestedingen rijksbijdragen ILG Totaal bestede rijksbijdragen ILG
3 26,2
Specificatie bestede rijksbijdragen ILG 2007 Omschrijving
mln
Bestedingen DLG
21,6
Bestedingen DR
8,6
Overige bestedingen rijksbijdragen ILG
0,9
Totaal bestede rijksbijdragen ILG
31,1
Saldo Rijksuitgaven is inclusief BTW en exclusief Rentebaten Groenfonds. De niet-ontschotte budgettten zijn besteed aan de doelen waarvoor ze zijn bestemd.
204 |
5
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 205
Balans en toelichting 2008
206 |
5.1 Balans en toelichting ACTIVA
31-12-2008
31-12-2007
Vaste Activa
1.1
Immateriële vaste activa
0
888.419
1.2
Materiële vaste activa
367.112.878
325.099.511
1.3
Financiële vaste activa
200.063.583
274.416.420
Totaal vaste activa
567.176.461
600.404.350
Vlottende Activa
2.1
Vorderingen
2.2
Liquide middelen
740.098.899
563.513.698
130.222.775
208.566.237
2.3
Overlopende activa
-1.311.676
-4.361.917
Totaal vlottende activa
869.009.999
767.718.019
Totaal
1.436.186.459
1.368.122.368
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 207
PASSIVA
31-12-2008
31-12-2007
Eigen Vermogen
3.1
Algemene Reserves
3.2
Bestemmingsreserves
3.3
Saldo van de rekening van baten en lasten
Totaal eigen vermogen
217.953.306
188.985.146
583.053.894
657.358.127
5.161.046
26.210.491
806.168.246
872.553.763
4
Voorzieningen
27.639.016
30.578.538
5
Vaste schulden rentetyp.looptijd > 1jaar
48.920.048
50.000.000
Totaal vaste financieringsmiddelen
882.727.309
953.132.301
Vlottende Passiva
6.1
Kortlopende schulden
6.2
Overlopende passiva
Totaal vlottende passiva
Totaal
7.0
Gewaarborgde geldleningen en andere garantieverplichtingen
67.466.916
61.973.102
485.992.234
353.016.966
553.459.150
414.990.068
1.436.186.459
1.368.122.368
46.524.666
53.787.287
208 |
Toelichting bij de balans
31-12-2008
31-12-2007
0,00
888.419,00
888.419,00 0,00 0,00
2.462.671,00 0,00 0,00
888.419,00 -888.419,00
2.462.671,00 -1.574.252,00
0,00
888.419,00
Gehanteerde verdeelsleutels en waarderingsgrondslagen 1.
De kosten van de hulpkostenplaatsen (facilitair bedrijf, personeel en organisatie, informatie en automatisering, financiën en en directie) zijn - voor zover deze kosten niet direct waren toe te rekenen aan de begrotingsproducten - als opslag overhead omgeslagen over de begrotingsproducten naar rato van de direct toegerekende apparaatskosten. De toerekening van de directe apparaatskosten naar de producten/activiteiten heeft plaatsgevonden op basis van de werkelijk geschreven uren van de medewerkers.
2.
De immateriële en materiële vaste activa zijn gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Toegepast is de zogenaamde netto-methode. Dit houdt in dat ontvangen bijdragen van derden, aanwending van bestemmingsreserves dan wel andere bijdragen in mindering op de aanschaffingsprijs van het activum worden gebracht. De netto-aanschaffingsprijs vormt de basis voor de berekening van de afschrijving. Voor een overzicht van de methoden van afschrijvingen en de gehanteerde afschrijvingspercentages wordt verwezen naar bijlage 5.2 en 5.3 De immateriële activa worden afgeschreven overeenkomstig de looptijd van de verstrekte leningen en beleggingen.
3.
De onder de financiële vaste activa opgenomen deelnemingen zijn tegen nominale en/of aanschafwaarde opgenomen. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar bijlage 5.3 (staat van geactiveerde kapitaal-verstrekkingen aan deelnemingen en van bijdragen aan activa in eigendom van derden).
4.
De overige op de balans opgenomen activa en passiva zijn tegen nominale waarde opgenomen.
5.
In de zomer van 2007 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten gewijzigd. Op grond van de nieuwe artikelen 44 en 49 dienen ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, niet langer onder de voorzieningen maar afzonderlijk onder de overlopende passiva te worden opgenomen. Onze provincie heeft besloten om deze stelselwijziging per 1 januari 2008 en voor het ILG met ingang van het dienstjaar 2007 in te voeren. Op basis van deze stelselwijzigng is een bedrag van € 301.607.658,13 overgeboekt van de voorzieningen naar de overlopende passiva.
6.
PSN/PSAN (DR): de lasten van deze regelingen bestaan uit de door de DR (Dienst Regelingen) in het boekjaar betaalde bedragen.
7.
Opdrachtverlening Dienst Landelijk Gebied (DLG): De verantwoorde last komt overeen met de betaalde fakcuren.
8.
De stille reserves, begrepen in de zogenaamde niet-bedrijfsgebonden activa, zijn ultimo 2008 gewaardeerd op circa € 6,8 miljoen. Hieronder is opgenomen de waarde volgens de laatst bekende OZB-waardering van reeds afgeschreven activa van 5 (dienst)woningen (€ 1,9 miljoen) alsmede de verzekerde waarde van het provinciaal kunstbezit (€ 4,9 miljoen). Daarnaast bezit de provincie stille reserves, begrepen in de diverse deelnemingen in verschillende verbonden partijen, waarvan de waarde moeilijk of niet te waarderen zijn aangezien de aandelen niet verhandelbaar zijn. Door een bod van een externe partij op de overname van het productie- en leveringsbedrijf van NUON NV kan worden vastgesteld dat de aandelen van de provincie een overwaarde hebben van ongeveer € 830 miljoen.
1.1
Immateriële vaste activa Specificatie: a. Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio Saldo boekwaarde per 1 januari 2008 Vermeerderingen in 2008 Verminderingen in 2008
Afschrijving in 2008 Boekwaarde per 31 december 2008
209 |
1.2
31-12-2008
31-12-2007
367.112.877,85
325.099.510,48
a. Investeringen met een economisch nut b. Investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut
111.453.725,68 255.659.152,17
94.712.537,08 230.386.973,40
Saldo boekwaarde per 1 januari 2008
325.099.510,48
261.978.258,87
Vermeerderingen in 2008 Verminderingen in 2008
129.785.188,12 -18.959.992,90
133.108.792,72 -20.914.797,44
Afschrijving in 2008
435.924.705,70 -68.811.827,85
374.172.254,15 -49.072.743,67
Boekwaarde per 31-12-2008
367.112.877,85
325.099.510,48
200.063.582,61
274.416.420,32
Saldo per 1 januari 2008
134.052.118,16
274.571.553,75
Verstrekt/gekocht in 2008 Afgelost in 2008
2.717.572,94 -84.453.554,58
18.898.227,15 -159.417.662,74
Saldo per 31 december 2008
52.316.136,52
134.052.118,16
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten N.V. Luchtvaartterein Texel Nederlandse Waterschapsbank NV NV Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland NV NUON NV Afvalzorg Holding Business Park Ymond CV (BPY) FIRON BV NV Schiphol Ontwikkelingsmaatschappij (SADC) Zeehaven IJmuiden NV Zeestad Beheer NV Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied NV (RON) Rottepolderpark BV Ontw.bedr.Noord-Holland Noord NV ODEN NV NV Landelijke Bouwkunst West-Friesland NV Oostindiëvaarder Amsterdam Recreatie Noord-Holland NV
1.525.875,00 0,00 11.845,00 45.378,02 6.806.703,24 65.868.747,15 14.294.077,56 0,00 18.604,99 3.083.772,64 408.402,19 9.000,00 317.646,16 7.200,00 27.000,00 18.000,00 0,00 45,38 370.000,00
1.525.875,00 12.252,07 11.845,00 45.378,02 6.806.703,24 65.868.747,15 14.294.077,56 0,00 18.604,99 3.083.772,64 408.402,19 9.000,00 317.646,16 14.400,00 26.000,00 18.000,00 45.378,02 45,38 370.000,00
Boekwaarde per 31-12-2008
92.812.297,33
92.876.127,42
Saldo boekwaarde per 1 januari 2008
47.488.174,74
17.759.355,20
Vermeerderingen in 2008 Verminderingen in 2008 Afschrijving in 2008
9.069.043,76 458.221,21 56.098.997,29 1.163.848,53
30.446.628,00 27.023,60 48.178.959,60 690.784,86
Boekwaarde per 31-12-2008
54.935.148,76
47.488.174,74
567.176.460,46
600.404.349,80
Materiële vaste activa Specificatie:
Voor een nadere onderverdeling van de investeringen met een economisch nut wordt verwezen naar bijlage 5.2 1.3
Financiële vaste activa a. Verstrekte overige langlopende geldleningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar:
Zie voor een nadere specificatie bijlage 5.4 b. Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen:
e. Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar bijlage 5.3 (staat van geactiveerde kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen en van bijdragen aan activa in eigendom van derden). TOTAAL VASTE ACTIVA
210 |
31-12-2008
31-12-2007
740.098.899,13
563.513.697,95
Deposito’s div. banken: oorspronkelijke nominale vorderingen
624.591.894,69
450.785.500,71
Af: treffen voorziening wegens mogelijk gedeeltelijk oninbare vordering van de uitstaande deposito’s van Landsbanki
-15.600.000,00
0,00
608.991.894,69
450.785.500,71
0,00
0,00
c. Debiteuren: 2008 2007 2006 2005 2004
2.063.430,87 92.135,95 54.620,14 1.083,78 0,00
0,00 3.687.599,30 146.705,56 13.675,00 207,30
Totaal debiteuren per 31-12-2008
2.211.270,74
3.848.187,16
14.887.264,89 136.726,00 162.299,64 0,00 20.000,00 102.675,00 33.050,15 26.617,57 26.617,57 41.505,00 11.876,88 38.129,27 138.701,01 33.660,00 74.430,00 81.000,00 25.000,00 1.432.405,16 474.400,00 1.517.745,90 0,00 0,00 0,00 0,00 977.435,67 44.283.412,97 0,00 1.850.157,10
13.464.824,31 1.069.905,00 84.275,96 17.331,46 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 5.176.485,03 0,00 343.682,29 23.600,00 2.500.000,00 400.000,00 777.939,38 1.041.200,00 39.164.682,61 76.481,13 0,00
807.241,28 0,00
2.165.909,99 739.266,13
3.899.125,44
5.883.087,88
1.608,27 -213,20 7.884,17 0,00 0,00 4.236.378,88 3.730.073,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 49.838.435,32 90,76
75.135,22 0,00 0,00 1.222.940,00 1.000.000,00 4.236.378,88 0,00 28.444,44 453.780,22 45.000,00 58.009,21 134.178,00 62.151,00 28.635.311,74 10,20
128.895.733,70
108.880.010,08
Vlottende Activa 2.1
Vorderingen a. Kortlopende vorderingen
Balanswaarde uitstaande deposito’s
b. Verstrekte kasgeldleningen
d. Overige vorderingen: Ministerie van Binnenlandse Zaken, opcenten motorrijtuigenbelasting december Belastingdienst, te vorderen dividendbelasting over 2008 resp. 2007 Belastingdienst, te vorderen omzetbelasting Terug te ontvangen salariskosten wegens detacheringen 2007 Bijdr. Min. V&W voor onderzoek reistijden t.b.v. Nat. Mob. Monitor Bijdr. Milieudienst IJmond voor de herinrichting A208-N208 Gem. Amstelveen doorbelasting kosten werkz. t.b.v. vordering Landsbanki Gem. Pijnacker-Nootdorp doorbelasting kosten werkz. t.b.v. vordering Landsbanki Gem. Goes doorbelasting kosten werkz. t.b.v. vordering Landsbanki Bijdrage RWS voor gratis OV-pas N242 Bijdrage RWS Platform schoon water Bijdrage RWS NH bereikbaar Bijdrage RWS Regioregie NH Bijdrage Min. Van Landbouw in de kosten Verkenning As Vechtstreek Bijdrage Min. VROM voor instemming schadeverg. vuurwerkbedr. Mercurius B.V. Bijdrage gem. Schagen voor 3 voetgangersoversteken N245 Bijdrage gem. Beverwijk A8-A9 Nog te ontvangen subsidie BONroute in aanleg zijtakken Zuidtangent Stichting Fonds BONroute, rente 2008 verstrekte lening Gemeente Haarlemmermeer, bijdrage in de aanleg fietspad Nieuwe Kerkertocht Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen, vergoeding apparaatskosten 2007 Gemeente Haarlemmermeer, bijdrage Kruisweg 2x3, project N201 Gemeente Harenkarspel, bijdrage in kosten VRI N245 Middenweg Dirkshorn Gemeente Medemblik, rest. subsidie UNA-project herstr. bedrijventerrein Bijdr. van 3 waterschappen in de kosten muskusrattenbestrijding 2008 resp 2007 Belastingdienst Breda, declaratie compensabele BTW over 2008 resp. 2007 Te verrekenen werken voor derden overig Ministerie van LNV, subsidie weidevogels Te vorderen rente per 31 december van de verstrekte langlopende geldleningen en beleggingen (zie bijlage 5.4) Investeringsmaatschappij NZKG, aflossing en rente verstrekte lening Diverse banken, nog te ontvangen rente van uitstaande depositorekeningen en rekening-courant rekeningen over 2008 resp.2007 > oorspronkelijke rentevordering uitstaande depositos : 4.987.232,40 >af: reeds getroffen voorziening wegens mogelijk oninbare rente: 1.088.106,96 Te verhalen schadekosten en overige kosten Emballage Te verhalen gem. waterschapslasten N242 verbetering oostelijke ring Alkmaar bijdrage gemeente Alkmaar Bijdrage H.H.R. Hollands Noorderkwartier Ilperveld 2007 Bijdrage Prorail N203 Reconstructie Stationsplein Gemeente Velsen en gemeente Heemskerk, bijdrage in uitvoering N197 Diversen abonnementen 2007 Business Park Ymond, terugbetaling aandelenkapitaal Nog te ontvangen huur 2007 Nog te declareren Gemeente Wijdemeren kosten bestemmingsplan Nog te declareren bijdrage RWS Nog te declareren bijdragen gemeenten in bediening bruggen Gerealiseerde baten inz. ILG (gemaakte kosten t.l.v. ontvangen rijksmiddelen) Overige posten Totaal overige vorderingen
211 |
2.2
Liquide middelen
31-12-2008
31-12-2007
130.222.775,30
208.566.237,13
7.995,44 78.429.197,05 8.040.405,32 280,69 18.597,21 43.707.992,90
9.690,08 0,00 177.950.443,32 500,89 1.412,74 30.666.650,79
18.306,69
-62.460,69
130.222.775,30
208.566.237,13
-1.311.675,80
-4.361.916,53
-58.160,86 85.745,55 -1.531.395,41
-14.115,11 63.328,24 -5.099.751,25
977,37
14.930,33
-1.502.833,35
-5.035.607,79
196.502,00
465.932,78
196.502,00
465.932,78
-7.272,70 0,00 1.928,25
196.813,35 0,00 10.945,13
-5.344,45
207.758,48
869.009.998,45
767.718.018,55
1.436.186.459,09
1.368.122.368,35
Specificatie: Kassen Fortis bank, saldo van 3 rekeningen ING-bank, totale saldo van 7 rekeningen ABN-AMRO Bank, saldo van 2 rekeningen N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Groenfondsrekening (tbv.ILG): saldo 1-1-2008 ontvangen voorschotten ILG onttrekkingen ILG saldo per 31-12-2008 Postbank, totale saldo van 5 rekeningen
2.3
€ 30.666.650,79 48.359.985,– - 37.695.672,95 € 43.707.992,90
Overlopende activa a. Verstrekte voorschotten: Salaris- en dienstreisvoorschotten ambtenaren PC-privéproject ambtenaren Voorschotten aan Dienst Landelijk Gebied inz. ILG(via Nat. Groenfonds) (in 2007 en 2008 zijn voorschotten verstrekt tot een bedrag van € 34.640.000,terwijl de declaraties van de DLG tot en met december € 36.171.395,41 bedroegen) Overige voorschotten
b. Vooruitbetaalde bedragen 1. Diverse vooruitbetaalde kosten
c. Overige overlopende activa Nog te verantwoorden lasten Nog te verantwoorden kosten evenementen Nog te verrekenen kosten
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
TOTAAL ACTIVA
212 |
Toelichting bij de balans
31-12-2008
31-12-2007
217.953.306,38
188.985.145,54
99.971.192,95 26.210.490,93
129.212.165,82 19.320.945,13
74.255.100,00 -71.433.600,00
27.180.482,00 -75.742.400,00
129.003.183,88
99.971.192,95
89.013.952,59 1.000,00 -64.830,09
89.414.732,81 53.000,00 -453.780,22
88.950.122,50
89.013.952,59
1.525.875,00 0,00 11.845,00 45.378,02 6.806.703,24 65.868.747,15 14.294.077,56 0,00 18.604,99 317.646,16 7.200,00 0,00 45,38 9.000,00 27.000,00 18.000,00
1.525.875,00 12.252,07 11.845,00 45.378,02 6.806.703,24 65.868.747,15 14.294.077,56 0,00 18.604,99 317.646,16 14.400,00 45.378,02 45,38 9.000,00 26.000,00 18.000,00
88.950.122,50
89.013.952,59
583.053.893,90
657.358.126,87
657.358.126,87
647.765.916,79
111.602.946,60 -185.907.179,57
162.542.890,90 -152.950.680,82
583.053.893,90
657.358.126,87
5.161.045,57
26.210.490,93
PASSIVA 3.1
Algemene Reserves a. Saldireserve: Saldo per 1 januari 2008 Saldo van de rekening van baten en lasten 2007 respectievelijk 2006 Vermeerderingen in 2008 Verminderingen in 2008 Saldo per 31 december 2008 Zie ook bijlage 1.1.1 (Verslag van de Saldireserve) b. Reserve Eigen Kapitaal: Saldo per 1 januari 2008 Vermeerderingen in 2008 Verminderingen in 2008 Saldo per 31 december 2008 Zie ook bijlage 1.1.2 ( Verslag van de Reserve eigen kapitaal) Specificatie van het Eigen Kapitaal N.V. Bank Nederlandse Gemeenten N.V. Luchtvaartterein Texel Nederlandse Waterschapsbank N.V. N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland N.V. NUON N.V. Afvalzorg Holding Business Park Ymond C.V. (BPY) FIRON B.V. Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON) Rottepolderpark BV N.V. Landelijke Bouwkunst West-Friesland N.V. Oostindiëvaarder Amsterdam Zeestad Beheer B.V. Ontw.bedr.Noord-Holland Noord NV ODEN BV Totaal (in deelneming belegd kapitaal)
3.2
Bestemmingsreserves Saldo per 1 januari 2008 Vermeerderingen in 2008 Verminderingen in 2008 Saldo per 31 december 2008 Voor een specificatie en het verloop van deze reserves wordt verwezen naar bijlage 5.7. Voor de verslaglegging van deze reserves wordt verwezen naar het bijlageboek onder 1.2 In het saldo per 31 december 2008 is € 144.517.026,92 begrepen aan reeds schriftelijk aangegane verplichtingen jegens derden en € 407.732.380,82 aan bestuurlijk geoormerkte reserveringen welke niet onder crediteuren zijn opgenomen. De werkelijke uitgaven zullen in de komende jaren worden verantwoord op de producten en gedekt worden ten laste van deze reserves.
3.3
Saldo van de rekening van baten en lasten Het voordelig rekeningsresultaat over 2007 ad € 26.210.490,93 is, conform het besluit van Provinciale Staten van 16 juni 2008, nr.49 aan de Saldireserve toegevoegd.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 213
4.
31-12-2008
31-12-2007
27.639.016,04
30.578.537,50
Saldo per 1 januari 2008
30.578.537,50
220.045.917,28
Vermeerderingen in 2008 Verminderingen in 2008 Saldo per 31 december overgeboekt naar vooruitontvangen bedragen i.v.m. stelselwijziging
12.286.442,25 -15.225.963,71 27.639.016,04 0,00
307.872.316,22 -195.732.037,87 332.186.195,63 -301.607.658,13
27.639.016,04
30.578.537,50
48.920.047,50
50.000.000,00
48.920.047,50
50.000.000,00
882.727.309,39
953.132.300,84
67.466.916,07
61.973.101,46
8.223.179,14
7.932.181,94
15.487.598,28 6.516.019,71 4.073.158,78 3.416.588,38 0,00 0,00 22.551.858,08 0,00
0,00 11.477.750,76 6.862.614,61 5.339.589,57 3.402.403,90 347.903,34 0,00 23.221.228,83
52.045.223,23
50.651.491,01
Belastingdienst (nog af te dragen loonheffing december) Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (nog af te dragen pensioenpremies) Nog af te dragen IZA/CZ premies Waarborgsommen Terugontvangen foutieve overschrijvingen Ten onrechte ontvangen bedragen Belastingdienst, te verr.opcenten 2007 oninbaar lijdingen Belastingdienst, nog te betalen naheffingen loonheffing 2002 t/m 2007 Belastingdienst, naheffing 2003/2007 BCF Af te dragen Personeelsfonds en PV Kontakt Nederlandse Waterschapsbank, rente 2008 resp. 2007 opgenomen geldlening Provincie Utrecht, bijdrage in kosten Groene Hart 4e kw.2007 Diverse gemeenten, teveel betaalde voorschotten Bereikbaarheid Kust
3.543.127,00 979.148,07 6.058,94 34.367,76 -6.627,39 161,50 0,00 0,00 1.501.203,00 1.770,55 584.472,27 0,00 554.832,00
-61.740,46 -1.294,64 -2.258,85 9.689,32 10.177,93 -1.933,21 528.089,00 1.710.000,00 0,00 397,42 597.375,00 46.095,00 554.832,00
saldo per 31 december
7.198.513,70
3.389.428,51
Voorzieningen
Saldo per 31 december 2008 Voor een overzicht van het bruto verloop van de voorzieningen wordt verwezen naar bijlage 5.7 en voor de verslaglegging van alle voorzieningen naar bijlageboek onder 2. 5.
Vaste schulden rentetyp.looptijd > 1 jaar Betreft onderhands opgenomen lening bij de NWB Voor een specificatie wordt verwezen naar bijlage 5.5 Het kortlopende (aflossings-)deel van deze lening in 2009 bedraagt € 1.131.563,65 TOTAAL VASTE PASSIVA
6.1
Kortlopende schulden a. Rekening-courant verhouding met niet-financiele instellingen: saldo per 31 december 2008: Fonds Package-deal b.Crediteuren: subsidiecrediteuren 2008 subsidiecrediteuren 2007 subsidiecrediteuren 2006 subsidiecrediteuren 2005 subsidiecrediteuren 2004 subsidiecrediteuren 2003 overige crediteuren 2008 overige crediteuren 2007 saldo per 31 december c. Overige schulden
214 |
6.2
31-12-2008
31-12-2007
485.992.233,63
353.016.966,05
353.016.966,05
7.546.022,52
Mutaties
132.905.267,58
43.863.285,40
Saldo per 31 december
485.922.233,63
51.409.307,92
0,00
301.607.658,13
485.922.233,63
353.016.966,05
Overlopende passiva In de zomer van 2007 is het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten gewijzigd. Op grond van de nieuwe artikelen 44 en 49 dienen ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, niet langer onder de voorzieningen maar afzonderlijk onder de overlopende passiva te worden opgenomen. Onze provincie heeft besloten om deze stelselwijzigingen per 1 januari 2008 en voor het ILG met ingang van het dienstjaar 2007 in te voeren.
Saldo per 1 januari 2008
overgeboekt van voorzieningen naar overlopende passiva i.v.m. stelselwijziging Saldo per 31 december 2008 De overlopende passiva bestaat uit: Rijksbijdrage Interprovinciaal oefenbeleid Rijksbijdrage BDU Rijksbijdrage Jaarplan vervoersmanagement Rijksbijdrage Openbaar vervoer Bijdragen derden aanleg N201 Rijksbijdrage planstudie Kustvisie Rijksbijdrage Bodemsanering Rijksbijdrage Leren voor Duurzame Ontwikkeling Rijksbijdrage Project externe veiligheid Rijksbijdrage Implementatie energie in milieuvergunningen Rijksbijdrage Technische isolatie woningen Bijdr. Reg.service punten ter versterking milieuhandhaving Rijksbijdrage Beleid lucht , veiligheid en geluid Rijksbijdrage Verbetermaatregelen luchtkwaliteit RSL-NV Bijdragen EU-projecten Rijksbijdrage Breedtesportimpuls Rijksbijdrage Actieplan cultuurbereik Rijksbijdrage Beeldende Kunst Rijksbijdrage Cultureel erfgoed Rijksbijdrage Bibliotheekwerken Rijksbijdrage Primair onderwijs Rijksbijdrage Jeugdhulpverlening Rijksbijdrage Stedelijke vernieuwing Rijksbijdrage Besluit locatiegebonden Subsidies(BLS) Min. VROM, voorschot subsidie Bans Klim.convenant Min. LNV, voorschot bijdrage t.b.v. Laag Holland Min. LNV, voorschot opstellen Natura beheerplannen Min. LNV, ontvangen voorschotten ILG Te verdelen ontvangsten Kon.Wilh.Studiefonds Bijdragen gebiedsontwikkeling Haarlemmermeer (Min.LNV, Rijnland,gem.H’meer) Div.provincies bijdragen in kosten model IPB Min. LNV en Gemeente Amsterdam, subsidies t.b.v.Diemer 5 hoek Senter Novem TIPP-gelden door te betalen Te verrekenen met Nazorgfonds Te verantwoorden USZO-uitkering Min. VROM bijdrage schadevergoeding Mercurius Bijdrage RWS in baggerwerken NHK Diversen
TOTAAL VLOTTENDE PASSIVA
TOTAAL PASSIVA Voor een overzicht van het verloop van de overlopende passiva wordt verwezen naar bijlage 5.1a.
0,00
19.813,23
73.165.364,33 605.077,57 15.541.548,75
70.161.163,04 266.077,57 12.804.090,63
222.328.364,92 869.112,71 44.077.129,51 583.207,20 -691.243,07 579.630,19 2.141.688,65 0,00 438.276,00 119.001,00 683.207,76 113.445,00 746.737,60 1.547.336,44 0,00 1.131.999,99 33.338,45 7.322.964,18 11.377.028,28 3.752.707,28 0,00 86.288,00 0,00 94.835.783,00 0,00 0,00 0,00 106.441,35 71.999,27 3.693.402,28 0,00 74.430,00 588.898,49 69.068,50
130.631.751,56 1.094.092,46 36.576.449,42 481.179,75 535.908,71 579.630,19 2.129.903,85 3.000,00 442.056,42 14.964.437,00 504.957,08 0,00 705.674,92 1.285.205,76 75.441,70 1.278.606,25 81.304,80 10.169.924,37 12.678.581,92 4.138.407,50 75.000,00 155.097,00 175.000,00 45.587.676,00 2.489,42 309.979,41 35.480,00 564.662,56 1.016.964,00 3.350.638,64 93.472,89 0,00 0,00 42.848,00
485.992.233,63
353.016.966,05
553.459.149,70
414.990.067,51
1.436.186.459,09
1.368.122.368,35
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 215
31-12-2008 7.
Gewaarborgde geldleningen en andere garantieverplichtingen
31-12-2007
46.524.665,68
53.787.286,48
39.313.922,00
4.747.244,00
Het op de balans vermelde bedrag ad € 46.524.665,68 betreft de nominale waarde van de per 31 december 2008 nog bestaande schuldrest van de door de provincie gegarandeerde leningen vermeerderd met het bedrag van de overige garantieverplichtingen van de provincie (zie bijlage 5.8). Naast de aflossingsbestanddelen zijn ook de renteverplichtingen over de betreffende leningen door de provincie gegarandeerd. 8.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Betreft de waarde van de volgende lopende contracten: Eurest (outsourcing bedrijfsrestaurants) t/m 30-6-2012 ad € 1.389.027 Siemens (outsourcing ict-beheer e.d.) t/m 31-7-2012 ad € 872.421 Thieme (outsourcing Mediaproductie e.d.) t/m 30-6-2012 ad € 243.641 Xerox (multifunctiomals) t/m 24-11-2011 ad € 777.761 Maas International (koffiemachines) t/m 1-1-2011 ad € 300.000 ABP, kosten FPU medewerkers ivm.outsourcing t/m 2014 ad € 731.072 Verder zijn door de provincie in 2008 garanties afgegeven voor een bedrag van € 30.000.000 t.b.v.een kredietfaciliteit voor GEM B.V. t.b.v. de uitvoering SOK (Samenwerkingsovereenkomst Wierringerrandmeer) en voor een bedrag van max. € 5.000.000 voor de kapitaalinbreng voor een participatiebedrijf door het Ontwik kelingsbedrijf Noord-Holland Noord NV. Beide garanties zijn pas in 2009 geeffectueerd.
216 |
5.1a Staat van het verloop van de overlopende passiva
Naam van de overlopende passiva
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38
Saldo aan het begin van het dienstjaar 2008
Rijksbijdrage Interprovinciaal oefenbeleid Rijksbijdragen Brede Doel Uitkering (BDU) Rijksbijdrage Jaarplan vervoersmanagement Rijksbijdrage Openbaar vervoer Rijksbijdrage Aanleg N201 Rijksbijdrage planstudie Kustvisie Rijksbijdrage Bodemsanering Rijksbijdrage Leren voor Duurzame Ontwikkeling Rijksbijdrage Implementatie energie in milieuvergunningen Rijksbijdrage Technische isolatie woningen Rijksb. Reg. servicepunten ter versterking milieuwethandh. Rijksbijdrage beleid lucht, veiligheid en geluid Rijksbijdrage project Externe veiligheid Bijdrage Europese Projecten Rijksbijdrage Breedtesportimpuls Rijksbijdrage Actieplan cultuurbereik Rijksbijdrage Beeldende kunst Rijksbijdrage Cultureel erfgoed Rijksbijdrage Bibliotheekwerken Rijksbijdrage Primair onderwijs Rijksbijdrage Jeugdhulpverlening Rijksbijdrage Stedelijke vernieuwing Rijksbijdrage Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) Rijksbijdrage Verbetermaatregelen luchtkwaliteit RSL-NV Min. VROM, voorschot subsidie Bans Klim. convenant Min. LNV, vs.bijdrage t.b.v.Laag Holland Min. LNV, voorschot opstellen Natura beheerplannen Min. LNV, ontvangen voorschotten ILG Te verdelen ontvangsten Kon. Wilh. Studiefonds Bijdr. Geb. ontw. H’meer (Min.LNV, Rijnland,gem. H’meer) Div. provincies bijdragen in kosten model IPB Min. LNV en Gem. Amsterdam, subsidies t.b.v.Diemer 5 hoek Senter Novem TIPP-gelden door te betalen Te verrekenen met Nazorgfonds Te verantwoorden USZO-uitkering Min. VROM bijdrage schadevergoeding Mercurius Bijdrage RWS in baggerwerken NHK Diversen
75.000,00 155.097,00 175.000,00 45.587.676,00 2.489,42 309.979,41 35.480,00 564.662,56 1.016.964,00 3.350.638,64 93.472,89 0,00 0,00 42.848,00
Totaal overlopende passiva
51.409.307,92
Overgeboekt van voorzieningen
-
19.813,23 70.161.163,04 266.077,57 12.804.090,63 130.631.751,56 1.094.092,46 36.576.449,42 481.179,75 579.630,19 2.129.903,85 3.000,00 442.056,42 535.908,71 504.957,08
-
705.674,92 1.285.205,76 75.441,70 1.278.606,25 81.304,80 10.169.924,37 12.678.581,92 4.138.407,50 14.964.437,00
301.607.658,13
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 217
Toevoeging ontvangen bijdragen
16.442.000,00 339.000,00 47.396.053,25 85.136.893,00 11.095.316,93 277.200,00
899.104,97 113.445,00 1.057.257,00 979.936,00 2.218.934,00 89.779.196,00 15.128.636,54 5.548.960,00
Toevoegingen
Onttrekkingen
Rentetoevoeging
Bestedingen
2.842.232,03 6.559.720,36 823.803,13 -
19.813,23 16.280.030,74 44.658.595,13 224.979,75 4.418.439,97 175.172,55 11.784,803.000,00 3.780,42 1.227.151,78 720.854,29
342.997,81 524.713,69 -
1.016.194,32 717.805,32 75.441,70 2.365.540,26 47.966,35 92.969.154,00 16.954.903,87 5.934.660,22 14.845.436,00 75.000,00 68.809,00 175.000,00
49.248.107,00 2.489,42 309.979,41 35.480,00 458.221,21 944.964,73 342.763,64 93.472,89 74.430,00 588.898,49 26.220,50 326.692.352,32
11.093.467,02
204.810.551,76
Saldo aan het einde van het dienstjaar 2008
0,00 73.165.364,33 605.077,57 15.541.548,75 222.328.364,92 869.112,71 44.077.129,51 583.207,20 579.630,19 2.141.688,65 0,00 438.276,00 691.243,07683.207,76 113.445,00 746.737,60 1.547.336,44 0,00 1.131.999,99 33.338,45 7.322.964,18 11.377.028,28 3.752.707,28 119.001,00 0,00 86.288,00 0,00 94.835.783,00 0,00 0,00 0,00 106.441,35 71.999,27 3.693.402,28 0,00 74.430,00 588.898,49 69.068,50 485.992.233,63
218 |
5.2 Staat van geactiveerde immateriële en materiële investeringen (artikel 34 en 35 BBV) Omschrijving van de investeringen
Oorspronkelijk bedrag van de investeringen t/m 2007
Vermeerderingen in 2008
Verminderingen in 2008
Percentage van afschrijving
Oorspronkelijk bedrag van de investeringen t/m 2008
Afschrijvingen t/m 2007
Afschrijving 2008
1. IMMATERIELE ACTIVA a. K osten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio 1. K osten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio
15.107.779,97
-
-
15.107.779,97
Subtotaal a.
15.107.779,97
0,00
0,00
-
0,00
15.107.779,97
1. Krediet grondbeleid (inclusief rentebijschrijving)
2. Projectkrediet Wieringerrandmeer
3 á 4jr
14.219.360,97
888.419,00
15.107.779,97
14.219.360,97
888.419,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
15.107.779,97
14.219.360,97
888.419,00
44.944.470,11
17.993.718,04
163.244,07
62.774.944,08
15.723.366,58
2.100.518,86
b. Kosten van onderzoek en ontwikkeling Subtotaal b. Totaal immateriële activa
2. MATERIELE VASTE ACTIVA a. Investeringen met een economisch nut
4. Weidegronden landgoed “Marquette” 5. Wimmenummerduinen Subtotaal gronden en terreinen
17.823.885,44
-
15.723.366,58
2.100.518,86
280.131,69
280.131,69
4
268.931,69
11.200,00
2.942.896,69
2.942.896,69
4
1.648.086,69
117.710,00
17.640.384,96
2.229.428,86
129.336,48
5.600,00
129.336,48
5.600,00
63.890.865,07
6. Perceel Welgelegenstraat 3 te Haarlem
134.936,48
Subtotaal woonruimten
134.936,48
7. Houtpleincomplex te Haarlem: * Aankoop kantorencomplex en winkelruimten
-
20.094.236,90
163.244,07
83.821.857,90 134.936,48
0,00
0,00
4
134.936,48
28.815.043,72
28.815.043,72
40jr/ann
2.525.314,54
382.862,49
*Optimalisering Houtpleincomplex
7.115.425,78
7.115.425,78
13jr/ann
2.115.554,11
537.810,85
8. Voorbereidingskrediet vervangende nieuwbouw provinciehuis Dreef 3 te Haarlem Idem, rentebijschrijving
6.796.605,66
6.796.605,66
-
6.796.605,66
1.052.805,13
183.087,51
1.235.892,64
-
1.235.892,64
9. Krediet renovatie Paviljoen Welgelegen Idem, rentebijschrijving
4.779.438,95 115.607,96
8.555.275,98 427.905,75
13.334.714,93 543.513,71
-
10. Beveiliging bestuurscentrum Dreef 3 en Houtpleingebouw
408.402,19
408.402,19
15jr/ann
256.518,37
34.208,49
11. Onderkomens muskusratten vangers
874.005,55
874.005,55
3 1/3
441.339,69
29.128,15
2.949.571,40
2.949.571,40
4
1.198.571,40
118.000,00
6.537.298,11
9.134.508,28
12. Aankoop/Restauratie en inrichting gebouw Mercurius te Wormer als archeologisch depot Subtotaal bedrijfsgebouwen 13. Vervanging technische infrastructuur: * telefooncentrale en bekabeling
52.906.906,34
9.166.269,24
0,00
62.073.175,58
3.629.766,22
3.629.766,22
10jr/ann
2.776.193,81
417.905,71
680.506,31
680.506,31
15jr/ann
488.826,20
59.914,53
15. Financieel systeem
3.725.000,00
3.725.000,00
8jr/ann
2.683.403,78
508.716,09
Subtotaal machines, apparaten, installaties en overige
8.035.272,53
5.948.423,79
986.536,33
14. Meubilair CBD
0,00
0,00
8.035.272,53
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 219
Afschrijvingen t/m 2008
Boekwaarde per 1-1-2008
Boekwaarde per 31-12-2008
Gemiddelde boekwaarde
Toegerekende rentelasten
Totaal van de kapitaallasten
888.419,00
Toelichting productgroep/kostenplaats + rentepercentage
15.107.779,97
888.419,00
0,00
444.209,50
Nummer 012 01
15.107.779,97
888.419,00
0,00
444.209,50
0,00
888.419,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
15.107.779,97
888.419,00
0,00
444.209,50
0,00
888.419,00
0,00
44.944.470,11
62.774.944,08
53.859.707,01
1.880.950,36
1.880.950,36
Activering rentekosten (3,76%). Per 1-6-2005 is de boekwaarde van de aangekochte gronden voor het project Wieringerrandmeer overgeboekt naar het apart projectkrediet als voorloper op de definitieve bijdr. t.l.v. Res. UNA.
17.823.885,44
0,00
0,00
0,00
-
2.100.518,86
Nummer 603 22 afschrijving t.l.v. Reserve UNA
280.131,69
11.200,00
0,00
5.600,00
420,00
11.620,00
Nummer 624 20 (rente 7,5%)
1.765.796,69
1.294.810,00
1.177.100,00
1.235.955,00
92.696,63
210.406,63
Nummer 624 21 (rente 7,5%)
19.869.813,82
46.250.480,11
63.952.044,08
55.101.262,01
1.974.066,99
4.203.495,85
134.936,48
5.600,00
0,00
2.800,00
210,00
5.810,00
134.936,48
5.600,00
0,00
2.800,00
210,00
5.810,00
2.908.177,03
26.289.729,18
25.906.866,69
26.098.297,94
1.183.037,81
1.565.900,30
2.653.364,96
4.999.871,67
4.462.060,82
4.730.966,25
212.494,55
750.305,40
6.796.605,66
6.796.605,66
0,00
3.398.302,83
158.530,83
6.955.136,49
Activering rentekosten (rente 4,665%)
1.235.892,64
1.052.805,13
0,00
526.402,56
24.556,68
1.260.449,32
Activering rentekosten (rente 4,665%)
0,00 0,00
4.779.438,95 115.607,96
13.334.714,93 543.513,71
9.057.076,94 329.560,83
422.512,64 5.393,11
422.512,64 5.393,11
Activering rentekosten (rente 4,665%) Activering rentekosten (rente 4,665%)
290.726,86
151.883,82
117.675,33
134.779,58
10.631,87
44.840,36
Apparaatskosten (rente 7%)
470.467,84
432.665,86
403.537,71
418.101,79
31.357,63
60.485,78
Nummer 423 20 (rente 7,5%)
1.316.571,40
1.751.000,00
1.633.000,00
1.692.000,00
126.900,00
244.900,00
Nummer 832 81 (rente 7,5%)
15.671.806,39
46.369.608,23
46.401.369,19
46.385.488,71
2.175.415,12
11.309.923,40
3.194.099,52
853.572,41
435.666,70
644.619,56
36.276,83
454.182,54
Apparaatskosten (rente 4,25%)
548.740,73
191.680,11
131.765,58
161.722,85
12.459,21
72.373,74
Apparaatskosten (rente 6,5%)
3.192.119,87
1.041.596,22
532.880,13
787.238,18
49.475,82
558.191,91
Apparaatskosten (rente 4,75%)
6.934.960,12
2.086.848,74
1.100.312,41
1.593.580,58
98.211,86
1.084.748,19
Nummer 172 82 (rente 7,5%)
Apparaatskosten (rente 4,5%) Apparaatskosten (rente 4,25%)
220 |
Vervolg Omschrijving van de investeringen
Subtotaal a. investeringen met een economisch nut
Oorspronkelijk bedrag van de investeringen t/m 2007
Vermeerderingen in 2008
Verminderingen in 2008
Oorspronkelijk bedrag van de investeringen t/m 2008
Percentage van afschrijving
124.967.980,42
29.260.506,14
163.244,07
154.065.242,49
475.438.342,39
95.381.599,24
17.481.576,54
553.338.365,09
7.669.227,01
903.681,78
-
8.572.908,79
-
Afschrijvingen t/m 2007
Afschrijving 2008
30.255.443,34
12.356.073,47
4
252.740.367,79
55.815.419,08
4
1.642.097,61
306.769,08
269.421,64
-
269.421,64
-
-
15.938,60
64.144,58
b. Investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut (Grond-, weg- en waterbouwkundige werken) 1. Provinciale wegen
2. Achterstallig onderhoud vaarwegen 3. Krediet 1e fase kunstwerken
4. Baggerkrediet
269.421,64
-
1.281.293,51
1.281.293,51
0,00
1.408.386,36
2.958.107,45
33.878,78
4.332.615,03
Subtotaal b. investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut
484.785.377,40
100.524.681,98
18.796.748,83
566.513.310,55
254.398.404,00
56.455.754,38
Totaal materiële vaste activa
609.753.357,82
129.785.188,12
18.959.992,90
720.578.553,04
284.653.847,34
68.811.827,85
TOTAAL GEACTIVEERDE INVESTERINGEN
624.861.137,79
129.785.188,12
18.959.992,90
735.686.333,01
298.873.208,31
69.700.246,85
5. Projecten waarvan de kapitaallasten ten laste worden gebracht van de reserve EXINH:
4
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 221
Afschrijvingen t/m 2008
Boekwaarde per 1-1-2008
Boekwaarde per 31-12-2008
Gemiddelde boekwaarde
Toegerekende rentelasten
Totaal van de kapitaallasten
Toelichting productgroep/kostenplaats + rentepercentage
42.611.516,81
94.712.537,08
111.453.725,68
103.083.131,38
4.247.903,97
16.603.977,44
308.555.786,87
222.697.974,60
244.782.578,22
233.740.276,41
12.610.678,78
68.426.097,86
Nummer 308 01, 308 21(N242) en 308 29 en 30 (N201) Activering bouwrente € 2.786.406,32 (4,64%)
1.948.866,69
6.027.129,40
6.624.042,10
6.325.585,75
318.432,48
625.201,56
269.421,64
269.421,64
0,00
134.710,82
-
269.421,64
Nummer 338 20 Activering bouwrente € 20.490,05 (4,64%) Nummer 338 27 dekking t.l.v.Res.Groot onder. h. wegen etc.
0,00
0,00
0,00
0,00
-
0,00
80.083,18
1.392.447,76
4.252.531,85
2.822.489,80
142.728,10
206.872,68
310.854.158,38
230.386.973,40
255.659.152,17
243.023.062,78
13.071.839,36
69.527.593,74
353.465.675,19
325.099.510,48
367.112.877,85
346.106.194,16
17.319.743,33
86.131.571,18
368.573.455,16
325.987.929,48
367.112.877,85
346.550.403,66
17.319.743,33
87.019.990,18
Nummer 338 28 dekking t.l.v. Res.Kap.lasten Baggerkrediet Nummer 308 05 dekking t.l.v. Reserve EXIN-H
222 |
5.3 Staat van geactiveerde kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen en van bijdragen aan activa in eigendom van derden (artikel 36 BBV) Omschrijving van de investeringen
Oorspronkelijk bedrag van de investeringen t/m 2007
Vermeerderingen in 2008
Verminderingen in 2008
Oorspronkelijk bedrag van de investeringen t/m 2008
Percentage van afschrijving
Afschrijvingen t/m 2007
Afschrijving 2008
FINANCIELE VASTE ACTIVA a. Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen: 1. NV Bank Nederlandse Gemeenten
1.525.875,00
-
0,00
-
2. NV Luchtvaartterrein Texel
12.252,07
3. Nederlandse Waterschapsbank NV
11.845,00
11.845,00
-
4. NV Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland
45.378,02
45.378,02
-
5. NV PWN Waterleidingbedrijf NoordHolland
6.806.703,24
6.806.703,24
-
6. NV NUON Idem, uitbreiding aandelenkapitaal na conversie lening
61.962.205,00
61.962.205,00
-
3.906.542,15
3.906.542,15
-
7. NV Afvalzorg Holding
14.294.077,56
14.294.077,56
-
18.604,99
18.604,99
-
2.287.052,29
2.287.052,29
-
796.720,35
796.720,35
-
11. Zeehaven IJmuiden NV
408.402,19
408.402,19
-
12. Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON NV)
317.646,16
317.646,16
9. FIRON BV: 10. Schiphol Area Development Company NV Idem, uitbreiding aandelenkapitaal
13. NV Landelijke Bouwkunst WestFriesland
12.252,07
1.525.875,00
0,00
-
45,38
45,38
-
15. NV Groenbeheer
370.000,00
370.000,00
-
16. PolanenPark BV
14.400,00
7.200,00
-
17. Ontwikkelingsbedrijf NoordHolland Noord NV
26.000,00
27.000,00
-
18. Ontwikkelingsfonds Duurzame Energie BV (ODEN)
18.000,00
18.000,00
-
9.000,00
9.000,00
-
14. NV Oostindiëvaarder “Amsterdam”
19. Zeestad Beheer BV Subtotaal a. Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
45.378,02
45.378,02
7.200,00 1.000,00
92.876.127,42
1.000,00
64.830,09
92.812.297,33
0,00
821.342,00
458.221,21
458.221,21
821.342,00
821.342,00
48.178.959,60
8.610.822,55
-
56.789.782,15
49.000.301,60
9.069.043,76
458.221,21
141.876.429,02
9.070.043,76
523.051,30
0,00
e. Bijdragen aan activa in eigendom van derden: 1. Bijdrage in het project Diemer Vijfhoek 2. Projecten waarvan de kapitaallasten ten laste worden gebracht van de reserve EXIN-H: Subtotaal e. bijdragen aan activa in eigendom van derden
TOTAAL GEACTIVEERDE INVEST. FINANCIELE ACTIVA
4
690.784,86
1.163.848,53
57.611.124,15
1.512.126,86
1.163.848,53
150.423.421,48
1.512.126,86
1.163.848,53
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 223
Afschrijvingen t/m 2008
Boekwaarde per 1-1-2008
Boekwaarde per 31-12-2008
Gemiddelde boekwaarde
Toegerekende rentelasten
Totaal van de kapitaallasten
Toelichting productgroep/kostenplaats + rentepercentage
naar de paragraaf Verbonden partijen
1.525.875,00
1.525.875,00
1.525.875,00
0,00
Betreft 610.350 aandelen à € 2,50
12.252,07
0,00
6.126,03
0,00
Aandelen zijn verkocht aan gem. Texel (GS. 1-42008; 18605)
11.845,00
11.845,00
11.845,00
0,00
Betreft 43 aand. à € 115 en 60 aand. à € 460 waarop 25% is gestort
45.378,02
45.378,02
45.378,02
0,00
6.806.703,24
6.806.703,24
6.806.703,24
0,00
61.962.205,00
61.962.205,00
61.962.205,00
0,00
Betreft 12.392.441 aandelen à € 5
3.906.542,15
3.906.542,15
3.906.542,15
0,00
Betreft 136.346 aandelen à € 5
14.294.077,56
14.294.077,56
14.294.077,56
0,00
18.604,99
18.604,99
18.604,99
0,00
2.287.052,29
2.287.052,29
2.287.052,29
141.797,24
141.797,24
Nummer 714 02 (rente 6,2%)
796.720,35
796.720,35
796.720,35
49.396,66
49.396,66
Nummer 714 02 (rente 6,2%)
408.402,19
408.402,19
408.402,19
30.630,16
30.630,16
Nummer 714 01 (rente 7,5%)
317.646,16
317.646,16
317.646,16
0,00
T.l.v. Fonds Investeringen Noord-Holland
45.378,02
0,00
22.689,01
0,00
De NV is in 2008 geliquideerd. De opbrengst was € 39.157.
45,38
45,38
45,38
0,00
370.000,00
370.000,00
370.000,00
14.400,00
7.200,00
10.800,00
0,00
26.000,00
27.000,00
26.500,00
0,00
18.000,00
18.000,00
18.000,00
0,00
9.000,00
9.000,00
9.000,00
0,00
0,00
92.876.127,42
92.812.297,33
92.844.212,38
240.324,06
240.324,06
821.342,00
0,00
0,00
0,00
-
0,00
1.854.633,39
47.488.174,74
54.935.148,76
51.211.661,75
2.589.679,30
3.753.527,83
2.675.975,39
47.488.174,74
54.935.148,76
51.211.661,75
2.589.679,30
3.753.527,83
2.675.975,39
140.364.302,16
147.747.446,09
144.055.874,12
2.830.003,36
3.993.851,89
18.500,00
18.500,00
Nummer 614 20 (5%)
Resterende investeringen gedekt door bijdragen derden
Nummer 308 05 dekking t.l.v. Reserve EXIN-H
224 |
5.4 Staat van verstrekte overige langlopende geldleningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar (artikel 36 BBV) Omschrijving
Oorspronkelijk bedrag van de geldlening en/of uitzetting (evt. maximum)
b. Leningen aan deelnemingen: NUON NV NV PWN (*) PolanenPark BV (4) Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord NV
45.378.021,61 28.588.153,61 23.000.000,00 275.000,00
subtotaal:
97.241.175,22
c. Overige langlopende leningen: Coöperatieve Visafslag Den Oever (2) Stadsverwarming Gemeente Purmerend (3) Investeringsmaatschappij Noordzeekanaalgebied CV(*) Stichting Fonds BONRoute (1)
226.890,11 6.806.703,24 13.606.700,00 10.000.000,00
subtotaal:
30.640.293,35
d. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van 1 jaar en langer: Nederlandse Waterschapsbank ING Bank NV Amsterdam (*) Fortis Bank Nederland Amsterdam (*) Achmea Hypotheekbank (*) Friesland Bank NV Aegon NV Leaseplan
5.000.000,00 49.745.656,17 30.857.054,69 30.000.000,00 10.000.000,00 5.000.000,00 -
subtotaal:
130.602.710,86
Totaal
258.484.179,43
Datum en nummer Besluit van Provinciale Staten c.q. Gedeputeerde Staten
Rente percentage
18-12-95;83 div. 17-01-2006;502
5,42 div. 3,516 3,663
21-12-1993;21 13-01-1997; 6 17-02-03;22/27-11-06;111 26-06-2007;31268
4,25 4,00 3,25 4,744
07-08-2003;30781 div. div. div. 13-07-2004;31678 14-07-2004;32145 13-03-2006;11551
3,40 5,125 8,26 5,375 3,64 4,625 3,34
(*) Een specificatie hiervan is op de sector AFD bij de Directie Middelen aanwezig. (1) Betreft een tijdelijke lening t.b.v. het programma Quick Wins in het kader van de Netwerkananlyse Noordvleugel waarvoor het Rijk ook 50% heeft toegezegd. De provincie treedt tijdelijk op als financier voor de Stichting Fonds BONRoute die het programma uitvoert. Aflossing zal op 31-12-2010 plaatsvinden. (2) Deze lening had een looptijd van vijf jaar tot december 1998. Op verzoek hebben Gedeputeerde Staten de verplichting tot aflossing eerst opgeschort tot 1-1-1998. Bij besluit van 15 maart 1999, nr. 913688 hebben Gedeputeerde Staten besloten tot een rente- en aflossingsvrije periode voor vier jaar, eindigend op 31-12-2001. Gezien de positieve resultaten van het bedrijf over 2001 en 2002 is de rente- en aflossingsverplichting weer in werking getreden (zie besluit GS van 17 september 2002, nr. 33634). Bij besluit van 22 februari 2005 is uitstel van de aflossing ultimo 2004 verleend voor de periode van 1 jaar. (3) Betreft een in 1977 verstrekte lening aan de gemeente Purmerend ten behoeve van de Stadsverwarming Purmerend met een looptijd tot 31-122019. Jaarlijks werd de rente bijgeschreven op de leningschuld. Op grond van het BBV dienen leningen tegen nominale waarde te worden opgenomen. Aangezien het niet aannemelijk is dat de bijgeschreven rente kan worden geïnd, is de bijgeschreven rente in 2005 afgeboekt ten laste van de destijds hiervoor in het leven geroepen Voorziening Stadsverwarming Purmerend. De jaarlijkse gederfde rente is ten laste van productgroep 720 gebracht. (4) Betreft een door GS verstrekt kredietfaciliteit tot maximaal € 23 mln.met een looptijd van 10 jaar voor het aankopen, ontwikkelen, uitgeven en beheren van bedrijventerreinen conform de doelstelling opgenomen in de statuten van PolanenPark BV (voorheen Rottepolderpark BV). Provinciale Staten hebben bij besluit van 27 februari 2006 (voordracht 9) het max. bedrag beschikbaar gesteld en zijn akkoord gegaan met uitvoering door GS.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 225
Restant bedrag van de lening of uitzetting per 1 januari 2008
10.473.247,40 3.067.554,30 16.793.060,51 -
Bedrag van de in de loop van 2008 verstrekte leningen en uitzettingen
1.590.594,28 137.727,77
Bedrag van de rente of het rente bestanddeel 562.394,90 222.951,17 891.399,25 290,26
de aflossing of het aflossingsbestanddeel 3.490.477,42 980.165,28 -
30.333.862,21
81.512,09 6.806.703,24 6.872.128,74 10.000.000,00
6.982.769,98 2.087.389,02 18.383.654,79 137.727,77
Laatste jaar afloss.
2010 div. 2016
Bedrag van de lopende rente 2008
10.512,95 24.849,51 517.703,05 290,26
27.591.541,56
3.464,26 989.250,89
253.885,51 474.400,00
25.000,00 -
23.760.344,07
56.512,09 6.806.703,24 7.861.379,63 10.000.000,00
2006 2019 div. 2010
24.724.594,96
5.000.000,00 9.075.604,32 15.882.307,56 10.000.000,00 10.000.000,00 5.000.000,00 25.000.000,00
104.361,11 426.364,33 1.042.214,66 209.027,78 196.155,56 67.447,92 168.837,64
5.000.000,00 9.075.604,32 15.882.307,56 10.000.000,00 10.000.000,00 5.000.000,00 25.000.000,00
79.957.911,88 134.052.118,16
Restantbedrag van de lening of uitzetting per 31 december 2008
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
2008 2008 2008 2008 2008 2008 2008
0,00 2.717.572,94
4.623.194,35
84.453.554,58
52.316.136,52
553.355.77
226 |
5.5 Staat van opgenomen langlopende leningen (artikel 46 BBV)
Lening
Oorspronkelijk
Datum en nummer
Rente
nummer
bedrag
besluit ged.staten
%
2007.01
50.000.000,00
Totaal
50.000.000,00
15-08-2007; 46830
4,779
Vervaldagen
Restantschuld per 1 januari 2008
Rente
Aflossing
1/10
1/10
50.000.000,00 50.000.000,00
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 227
Bedrag van de
Rentebedrag 1-1
Rentebedrag
Totaal rente
Aflossings
Restantschuld
Laatste
Lopende
in de loop van
tot datum
afloss. datum
2008
bedrag
per 31 december
jaar
rente 2008
2008
aflossing
t.m. 31-12-2008
2008
afloss.
opgenomen leningen
1.792.125,00
584.472,27
2.376.597,27
1.079.952,50
48.920.047,50
1.792.125,00
584.472,27
2.376.597,27
1.079.952,50
48.920.047,50
2032
584.472,27 584.472,27
228 |
5.6 Overzicht van het verloop van de investeringskredieten Categorie nr
Omschrijving van de investeringsuitgaven
Besluit van provinciale staten resp. begrotingswijziging
2. MATERIELE VASTE ACTIVA a. Investeringen met een economisch nut:
Gronden en terreinen Krediet voor anticiperende grondaankopen
10-12-2001; 66
4201
idem
25-06-2007;50
4202
idem
NJN 2008
4210
idem
4600
Rentebijschrijving 2008 anticiperende grondaankopen
8201
Verkoop van gronden
8230
Huren subtotaal
4201
Gronden etc.Wierringerrandmeer
4202
idem
4210
idem
4231
idem
4300
idem
30-05-2005;35
subtotaal
4201
Strategisch grondbeleid
begroting 2007
subtotaal
Optimalisering Houtpleincomplex
VJB 2001
Intrekking restant-krediet
NJN 2008
subtotaal
Vervang.nieuwbouw provinciehuis tbv. gunning bouw parkeergarage
19-04-2004;92
subtotaal
4600
Rentebijschrijving vervangende nieuwbouw
begroting 2008
4210
Voorbereidingskrediet renovatie Paviljoen Welgelegen
19-06-2006;56
4231
idem
VJB 2007
4600
Rentebijschrijving voorbereidingskrediet renovatie Paviljoen Welgelegen subtotaal
b. Investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut:
Grond-/weg-/waterbouwkundige werken: div.
Provinciale wegen en vaarwegen
4600
Afschrijving ten laste van de Reserve UNA (N201)
4600
Afschrijving ten laste van de Reserve EXINH (N201)
4600
Afschrijving tlv.begroting nummer 308.21 (N242)
diverse
subtotaal
4210
Aquaduct N201
begroting 2007
4210
Baggerkrediet
begroting 2007
8411
Bijdragen van derden subtotaal
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 229
Totaal krediet
Te besteden in 2008
Besteed in 2008
27.200.000,00
-
-
32.800.000,00
15.055.529,89
16.066.201,84
35.000.000,00
35.000.000,00
27.589,96
Af te voeren krediet
Overschreden krediet
Nog te besteden per 31-12-2008
32.225.055,92
18.975,88 1.880.950,36 160.774,002.470,0795.000.000,00
50.055.529,89
17.830.473,97
25.000.000,00
9.276.633,42
1.956.795,17
0,00
0,00
32.225.055,92
7.176.114,56
96.619,67 30.521,45 11.973,71 4.608,86 25.000.000,00
9.276.633,42
2.100.518,86
15.000.000,00
15.000.000,00
-
15.000.000,00
15.000.000,00
0,00
14.508.168,00
7.392.742,22
-
7.392.742,22-
7.392.742,22-
-
7.115.425,78
0,00
0,00
1.200.000,00
1.200.000,00
-
1.200.000,00
1.200.000,00
0,00
16.500.000,00
11.604.953,09
8.552.342,72
1.500.000,00
1.500.000,00
0,00
0,00
7.176.114,56
15.000.000,00 0,00
0,00
15.000.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
1.200.000,00
1.200.000,00
183.087,51 4.121.771,36
2.933,26 427.905,75
18.000.000,00
13.104.953,09
8.983.181,73
0,00
0,00
4.121.771,36
999.726.211,53
883.734.082,22
78.803.704,48
380.377,89
-
845.951.150,80
380.377,89
0,00
845.951.150,80
18.324.786,7820.743.064,172.333.300,00999.726.211,53
883.734.082,22
37.402.553,53
8.150.000,00
8.150.000,00
-
8.150.000,00
30.283.200,00
30.283.200,00
1.281.253,58
30.283.200,00
30.283.200
30.283.200
1.281.253,58-
-
0,00
30.283.200
230 |
5.6 Overzicht van het verloop van de investeringskredieten (vervolg) Categorie nr
Omschrijving van de investeringsuitgaven
Besluit van provinciale staten resp. begrotingswijziging
div.
Projecten waarvan de kap.lasten tlv. de Reserve EXIN-H komen
diverse
3. FINANCIELE VASTE ACTIVA a. kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen:
e. bijdragen aan activa in eigendom van derden: 4411
Uitvoering deelproject Diemervijfhoek
VJB 2000/NJB 2005
8600
Afschrijving ten laste van Fonds investeringen N-H
VJB 2000/NJB 2005
8411
Bijdrage andere participanten
VJB 2000/NJB 2005
subtotaal
e. bijdragen aan activa in eigendom van derden: div
waarvan de kap.lasten tlv. de Reserve EXIN-H komen
Totaal
VJB = Voorjaarsbericht (nota) NJB = Najaarsbericht (nota)
diverse
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 231
Totaal krediet
Te besteden in 2008
Besteed in 2008
13.674.981,00
12.864.767,00
2.924.228,67
9.940.538,33
1.955.000,00
822.262,15
458.221,21
364.040,94
Af te voeren krediet
Overschreden krediet
Nog te besteden per 31-12-2008
821.342,00-
-
-
0,00
1.133.658,00-
822.262,15-
458.221,21-
364.040,94-
0,00
0,00
0,00
96.026.480,00
92.847.520,00
8.610.822,55
1.309.176.298,31
1.116.516.685,62
78.034.866,82
0,00
0,00
0,00
84.236.697,45
380.377,89
0,00
1.038.284.528,42
232 |
5.7 Staat van het verloop van de reserves (artikel 54 BBV) Nr.
Naam van de reserve
Toevoegingen
Saldo aan het begin van het dienstjaar 2008
Toevoegingen wegens bestemming
Toevoegingen ten laste van andere reserves
Algemene reserves 1.
Saldireserve
2.
Reserve eigen kapitaal wegens deelnemingen Totaal algemene reserves
99.971.192,95
71.254.190,93
29.211.400,00
89.013.952,59
1.000,00
188.985.145,54
71.255.190,93
29.211.400,00
28.220.904,80
-
-
17.308.231,74
-
-
567.542,64
-
-
5.914.705,55
1.183.500,00
-
118.545.183,85
5.401.441,68
-
Bestemmingsreserves 1.
Reserve Fonds Investeringen Noord-Holland
2.
Reserve voor BTW-afdrachten
3.
Reserve Ontwikkelingssamenwerking
4
Reserve Kleine infrastructuurprojecten
5
Reserve Groot onderhoud wegen en vaarwegen
6
Reserve Openbaar vervoerprojecten
7
Reserve Kapitaal bijdragen baggerwerken
8
Reserve Grondverwerving en inrichting natuurgebieden
9
Reserve Ontwikkeling openluchtrecreatie
10
Reserve Investeringsprogramma Landelijk Gebied (ILG)
11
Reserve Herstructurering bedrijfsterreinen
2.787.809,64
12
Reserve Cofinanciering Europese projecten
13
Reserve Monumenten (Mr. F.J. Kranenburg monumentenfonds)
14
Reserve Stedelijke vernieuwing
15
Reserve UNA
16
Reserve Extra Investeringsimpuls Noord-Holland (EXIN-H)
17
Reserve Uitgestelde Intenties
18
Reserve Grondbeleid
19a
Reserve afwikkeling opheffing fondsen (Provinciaal Afvalstoffenfonds)
19b
29.523.358,91
4.848.600,00
-
5.000.000,00
5.000.000,00
-
5.603.547,77
-
-
6.477.724,37
-
-
51.671.574,95
10.085.000,00
-
-
-
7.683.831,62
2.363.000,00
-
1.637.787,83
1.009.800,00
-
9.192.800,00
1.179.800,00
-
172.571.793,48
6.500.000,00
249.665,00
133.850.566,94
28.720.000,00
-
29.211.400,00
12.554.400,00
-
7.065.148,37
-
-
5.352.683,03
-
-
Reserve afw. opheffing fondsen (Fonds voor de Verbetering van de agrarische structuur)
168.077,42
-
-
19c
Reserve afwikkeling opheffing fondsen (Fonds Economische ontwikkeling)
832.742,81
-
-
19d
Reserve afwikkeling opheffing fondsen (Reserve Ouderenvoorzieningen)
170.711,15
-
-
20
Reserve Revolving fund
763.165,22
5.000.000,00
21
Reserve Mobiliteitsfonds
18.000.000,00
15.900.000,00
7.000.000,00
22
Reserve Fiets infrastructuur
-
2.500.000,00
23
Reserve Sponsoring en mediaprogramma
-
1.344.574,70
Totaal bestemmingsreserves
657.358.126,87
99.353.281,60
12.249.665,00
Totaal reserves
846.343.272,41
170.608.472,53
41.461.065,00
Begin dienstjaar
Toevoegingen
5.000.000,00
5.000.000,00
-
27.601.420,00
-
-
49.388.927,57
28.600.000,00
-
81.990.347,57
33.600.000,00
0,00
Verloop van spec. bestemmingsreserves of delen daarvan, die zijn gevormd ter dekking van kap.lasten. 7
Reserve Kapitaal bijdragen baggerwerken
15
Reserve UNA
16
Reserve Extra Investeringsimpuls Noord-Holland (EXIN-H) Totaal
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 233
Onttrekkingen Onttrekkingen wegens vrijval/overheveling van middelen
Onttrekkingen wegens bestemming
Saldo aan het einde van het dienstjaar 2008
129.003.183,88
Schriftelijk aangegane verplichtingen jegens derden aan het einde van 2008
Bestuurlijk geoormerkte reserveringen aan het einde van 2008
66.433.600,00
5.000.000,00
-
-
64.830,09
88.950.122,50
-
-
66.433.600,00
5.064.830,09
217.953.306,38
0,00
0,00
5.814.670,67
4.164.473,83
18.241.760,30
13.960.183,29
4.281.577,01
7.080.000,00
7.000.000,00
3.228.231,74
-
3.228.231,74
134.559,77
46.097,16
386.885,71
386.885,71
-
1.210.930,39
-
5.887.275,16
4.689.523,60
1.197.751,56
28.628.856,31
-
95.317.769,22
10.229.382,16
85.088.387,06
5.032.901,19
-
29.339.057,72
5.651.362,12
23.687.695,60
-
-
10.000.000,00
-
10.000.000,00
2.485.252,73
613.221,23
2.505.073,81
2.505.073,81
-
855.782,24
732.157,92
4.889.784,21
4.655.614,21
234.170,00
5.243.135,81
-
56.513.439,14
6.014.513,01
50.498.926,13
160.512,00
249.665,00
2.377.632,64
2.377.632,64
2.946.834,00
720.142,64
-
9.326.688,98
2.245.609,00
841.049,66
145.387,77
1.661.150,40
1.661.150,40
-
668.282,40
531.517,60
9.172.800,00
834.870,60
8.337.929,40
43.002.583,74
821.948,93
135.496.925,81
57.564.290,16
77.932.635,65
38.190.151,57
-
124.380.415,37
25.982.970,81
85.900.092,67
-
29.211.400,00
12.554.400,00
-
12.554.400,00
-
-
7.065.148,37
-
-
470.261,69
86.873,56
4.795.547,78
4.795.547,78
-
-
3.789,61
164.287,81
164.287,81
-
395.297,90
43.997,10
393.447,81
393.447,81
-
13.931,15
63.348,00
93.432,00
93.432,00
-
-
-
40.900.000,00
-
40.900.000,00
1.255.000,00
311.250,00
943.750,00
5.763.165,22
1.245.000,00
1.344.574,70
142.193.301,86
43.713.877,71
583.053.893,90
144.517.026,92
407.732.380,82
208.626.901,86
48.778.707,80
801.007.200,28
144.517.026,92
407.732.380,82
Ontrekkingen
Einde dienstjaar
Verplichtingen 10.000.000,00
-
-
10.000.000,00
20.425.305,00
-
7.176.115,00
7.176.115,00
3.960.401,00
-
74.028.526,57
74.028.526,57
24.385.706,00
0,00
91.204.641,57
0,00
91.204.641,57
234 |
5.7 Staat van het verloop van de voorzieningen (artikel 55 BBV) Nummer
Naam van de voorziening
Saldo bij de aanvang van het dienstjaar 2008
Overgeboekt naar vooruitontvangen bedragen
Voorzieningen 1
Voorziening Verlofsparen en arbeidsmarkttoelagen
2
Voorziening Financiele risico’s
113.404,68 800.000,39
3
Voorziening Kosten reorganisatie
14.989.213,42
4
Voorziening Pensioenen leden GS
7.548.111,43
5
Voorziening Rijksbijdrage interprovinciaal oefenbeleid
19.813,23
19.813,23
6
Voorziening Rijksbijdragen Brede Doel Uitkering (BDU)
70.161.163,04
70.161.163,04
7
Voorziening GOVERA
161.506,25
8
Voorziening Rijksbijdrage jaarplan vervoersmanagement
266.077,57
9
Voorziening Groot onderhoud wegen en vaarwegen
10
Voorziening Openbaar vervoer
12.804.090,63
12.804.090,63
11
Voorziening Aanleg N201
130.631.751,56
130.631.751,56
12
Voorziening Rijksbijdrage planstudie kustvisie
1.094.092,46
1.094.092,46
13
Voorziening Bijdrage diffuse bronnen
14
Voorziening Grondwaterheffing
15
Voorziening Bodemsanering
16
Voorziening Rijksbijdrage leerwerktraject bodemsanering
17
Voorziening Leren voor Duurzame Ontwikkeling
18
Voorziening Rijksbijdrage Implementatie energie in milieuvergunningen
19
Voorziening Rijksbijdrage Technische isolatie woningen
20
Voorziening Regionale servicepunten ter versterking milieuwethandhaving
21
Voorziening Rijksbijdrage beleid lucht, veiligheid en geluid
22
Voorziening Rijksbijdrage Project externe veiligheid
23
Voorziening Convenant Mainport en Groen
24
Voorziening Outsourcing personeel voormalige afdeling Onderzoek
25
Voorziening Uitvoering Flora- en Faunawet
26
Voorziening Europese Projecten
27
Voorziening Rijksbijdrage Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk
28
Voorziening Rijksbijdrage Actieplan cultuurbereik
266.077,57
4.426.700,64
41.104,50 180.212,11 36.576.449,42
36.576.449,42
481.179,75
481.179,75
579.630,19
579.630,19
2.129.903,85
2.129.903,85
3.000,00
3.000,00
442.056,42
442.056,42
535.908,71
535.908,71
1.043.695,00 1.274.589,08 504.957,08
504.957,08
705.674,92
705.674,92
1.285.205,76
1.285.205,76
29
Voorziening Rijksbijdrage Beeldende kunst
30
Voorziening Rijksbijdrage Cultureel erfgoed
31
Voorziening Rijksbijdrage Bibliotheekwerken
32
Voorziening Rijksbijdrage Primair onderwijs
81.304,80
81.304,80
33
Voorziening Rijksbijdrage Jeugdhulpverlening
10.169.924,37
10.169.924,37
34
Voorziening Rijksbijdrage Stedelijke vernieuwing
12.678.581,92
12.678.581,92
35
Voorziening Rijksbijdrage Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS)
36
Voorziening Verbetermaatregelen luchtkwaliteit RSL-NV
39
75.441,70
75.441,70
1.278.606,25
1.278.606,25
4.138.407,50
4.138.407,50
14.964.437,00
14.964.437,00
Voorziening GO-gelden
-
0,00
Totaal voorzieningen
332.186.195,63
301.607.658,13
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 235
Saldo bij de aanvang van het dienstjaar 2008 na overboeking
Toevoeging
Onttrekkingen Bestedingen
Vrijval ten gunste van rekening van lasten en baten
Saldo aan het einde van het dienstjaar 2008
Productnummer toevoeging of vrijval voorziening
113.404,68
-
13.712,21
800.000,39
3.200.000,00
1.670.148,50
99.692,47
14.989.213,42
35.836,81
5.814.874,83
9.210.175,40
7.548.111,43
1.210.782,63
799.089,91
7.959.804,15
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
161.506,25
-
161.506,25
0,00
0,00
-
-
4.426.700,64
6.059.822,81
3.116.395,08
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
41.104,50
-
-
41.104,50
180.212,11
-
19.467,20
160.744,91
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
0,00
-
-
0,00
-
-
0,00
1.043.695,00
-
-
1.043.695,00
nvt
1.274.589,08
-
0,00
169.81
2.329.851,89
045.05
111.82
0,00 -
0,00
7.370.128,37
311.22 /311.28 /338.22
308.28
442.01
0,00
0,00 0,00
1.274.589,08
0,00 0,00
0,00
0,00 -
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
-
-
0,00
0,00
1.780.000,00
26.328,76
1.753.671,24
30.578.537,50
12.286.442,25
11.621.522,74
0,00
0,00
0,00
0,00
3.604.440,97
27.639.016,04
app.kosten
236 |
5.8 Staat van gewaarborgde leningen en andere garantieverplichtingen (artikel 57 BBV) Nummer
Oorspronkelijk bedrag
Doel van de geldlening
Door wie de geldlening is aangegaan Mede waarborgende lichamen
1001
*
294.049,58
1002
*
89.394,70
2009
*
2010
% of deel gewaarborgd provincie
Aankoop, verbouwing en inrichting kliniek
Brijder Stichting Noord-Holland
100
Ged. aankoop, verbouwings- en inrichtingskosten
Idem
100
1.530.000,00
1ste fase nieuwbouw en renovatie psych. centrum
St. Geestelijke Gezondheidszorg N-H-N
100
*
1.531.508,23
Nieuwbouw en renovatie psych.centrum
Idem
100
2011
*
2.467.429,92
2e fase nieuwbouw en renovatie psych. centrum
Idem
100
2012
*
3.403.351,62
Idem
Idem
100
2013
*
2.382.346,13
Idem
Idem
100
2014
*
2.586.547,23
Idem
Idem
100
10002
*
3.573.519,20
1ste fase zwakzinnigeninrichting
Dr. M.J. Prinsenstichting
100
10003
*
10.096.609,81
2e fase zwakzinnigeninrichting Kadijkerkoog
Idem
100
10004
*
3.333.015,69
3e fase idem
Idem
100
10005
*
1.713.156,45
Laatste fase Kadijkerkoog
Idem
100
10006
*
1.361.340,65
Ged. vervanging 8,75%-lening 1977
Idem
100
11001
*
2.722.681,30
Bouw Reigersdaal
Esdégé-Reigersdaal
100
11002
*
2.994.949,43
Ged. bouw zwakz. inrichting Reigersdaal
Idem
100
Reigersdaal
Idem
100
Investeringen verdere bouw van verpleeghuis Reigersdaal
Idem
100
11003
*
1.332.979,38
11004
*
14.600.378,45
13001
*
8.956.623,15
Bouw en inrichtingskosten 1e fase
Stichting Leekerweide
17003
2.495.791,19
Bouw en inrichting verpleeghuis Amstelrade
Mytyl Stichting Amstelrade
Gem. Amsterdam / Amstelveen
50
17004
2.044.298,02
2e fase bouw en inrichting Amstelrade
Idem
Gem. Amsterdam / Amstelveen
50
Bouw verpleegtehuis Magnushof
Zr. Kueter Stichting t.b.v. verpleeghuis
100
20002
*
1.128.097,62
100
20003
*
110.386,00
Idem
Magnushof
100
20004
*
257.569,00
Idem
Idem
100
20005
*
171.709,00
Idem
Idem
100
24001
*
3.781.532,05
Uitbreiding Lindendael
Westfriese Zorggroep De Omring (Lindendael)
100
24002
*
3.403.351,62
Uitbreidings- en herstructureringswerken
Idem
100
27001
*
3.374.309,69
Bouw verpleeghuis Heemswijk
Stichting Heemswijk
100
27002
*
3.403.351,62
Bouw verpleeghuis Heemswijk
Stichting Heemswijk
100
27004
*
5.309.228,53
Gedeeltelijke financiering bouw verpleeghuis Heemswijk
Idem
100
28003
1.815.120,86
(Ver)nieuwbouwkosten huisvesting Prov. Bibliotheekcentrale NH
Stichting ProBiblio
100
30002
431.091,21
Diverse investeringen
Recreatie Noord-Holland N.V. (vh. RAUM)
100
37001
1.724.364,82
Aanleg ontsluiting T106
Schiphol Area Development Company N.V. te Schiphol
100
-
68.921,05
Hypothecaire geldleningen i.v.m. aankoop of bouw woonhuis
Div. ambtenaren
100
Totaal
94.489.003,20
Bij de met “*” aangeduide nummers van de borgstellingen is ten behoeve van de provincie zekerheid gevestigd op het onderpand. De met “#” gemerkte aflossingen betreft het aflossingesbestanddeel van de annuïteit.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 237
rente %
Datum van het besluit Prov. Staten c.q. Ged. Staten
Koninklijke Goedkeuring
Restantbedrag van de lening aan het begin van het dienstjaar 2008 Gewaarborgd door provincie
Totaal
Restantbedrag van de lening aan het einde van het dienstjaar 2008
Totaalbedrag gewone en buitengewone aflossing
Totaal
Gewaarborgd door provincie
21-10-1974;103
13-01-1975;010
5,5
87.125,79
87.125,79
87.125,79
0,00
0,00
10-04-1978;015
21-10-1978;007
8,0
3.067,55
3.067,55
3.067,55
0,00
0,00
29-10-1979;080
27-02-1980;048
4,40
1.105.000,00
1.105.000,00
85.000,00
1.020.000,00
1.020.000,00
29-10-1979;080
27-02-1980;048
5,65
1.106.089,28
1.106.089,28
85.083,79
1.021.005,49
1.021.005,49
18-01-1982;005
17-05-1982;006
5,20
1.276.256,86
1.276.256,86
85.083,79
1.191.173,07
1.191.173,07
18-01-1982;005
17-05-1982;006
5,72
1.815.120,87
1.815.120,87
113.445,05
1.701.675,82
1.701.675,82
18-01-1982;005
17-05-1982;006
4,45
1.349.996,14
1.349.996,14
79.411,54
1.270.584,60
1.270.584,60
10-06-1985;041
21-08-1985;003
6,2
1.163.946,26
1.163.946,26
1.163.946,26
0,00
0,00
25-10-1976;085
01-07-1977;002
7,05
1.310.290,37
1.310.290,37
1.310.290,37
0,00
0,00
04-12-1978;099
31-01-1979;009
2,96
3.028.982,93
3.028.982,93
252.415,25
2.776.567,68
2.776.567,68
19-05-1980;019
21-08-1980;170
7,15
1.666.507,84
1.666.507,84
128.192,91
1.538.314,93
1.538.314,93
14-11-1983;074
05-12-1997;97-315
6,06
749.505,95
749.505,95
107.072,28
642.433,67
642.433,67
25-10-1976;085
01-07-1977;002
7,05
453.780,22
453.780,22
453.780,22
0,00
0,00
30-10-1972;128
18-05-1973;010
6,35
441.546,30
441.546,30
73.585,00
367.961,30
367.961,30
10-06-1985;045
19-02-1986;010
6,68
798.653,18
798.653,18
99.831,65
698.821,53
698.821,53
10-06-1985;045
19-02-1986;010
6,68
355.400,66
355.400,66
44.425,08
310.975,58
310.975,58
26-05-1975;036
25-09-1975;003
5,29
4.977.401,75
4.977.401,75
442.435,71
4.534.966,04
4.534.966,04
29-10-1979;078
24-01-1980;020
3,87
4.657.444,03
4.657.444,03
358.264,93
4.299.179,10
4.299.179,10
09-04-1973;033
08-10-1973;005
6,45
719.815,92
359.907,96
163.449,28
556.366,64
278.183,32
09-04-1973;033
08-10-1973;005
6,8
1.087.069,85
543.534,93
126.384,30
960.685,55
480.342,78
02-07-1969;092
29-09-1969;010
5,5
196.216,35
196.216,35
196.216,35
0,00
0,00
02-07-1969;092
29-09-1969;010
4,0
91.990,78
91.990,78
18.396,70
73.594,08
73.594,08
10-01-1972;222
30-03-1972;016
4,0
183.980,65
183.980,65
36.792,50
147.188,15
147.188,15
10-01-1972;222
30-03-1972;016
4,0
122.647,72
122.647,72
24.529,54
98.118,18
98.118,18
19-11-1984;077
10-01-1985;012
6,2
1.701.689,43
1.701.689,43
189.076,60
1.512.612,83
1.512.612,83
19-11-1984;077
10-01-1985;012
5,9
1.701.675,81
1.701.675,81
170.167,58
1.531.508,23
1.531.508,23
15-06-1981;036
30-09-1981;002
5,02
1.628.968,88
1.628.968,88
116.356,05
1.512.612,83
1.512.612,83
15-06-1981;036
30-09-1981;002
5,6
1.701.675,81
1.701.675,81
113.445,05
1.588.230,76
1.588.230,76
15-06-1981;036
30-09-1981;002
8,125
1.660.835,60
1.660.835,60
1.660.835,60
0,00
0,00
18-04-1977;024
24-08-1977;006
7,1
90.756,04
90.756,04
90.756,04
0,00
0,00
13-12-1993;078
25-04-1994;1576
4,52
140.104,64
140.104,64
21.554,56
118.550,08
118.550,08
11-12-1995;066
-
7,91
405.205,42
405.205,42
174.608,27
230.597,15
230.597,15
19.220,48
19.220,48
-
19.220,48
19.220,48
37.797.969,36
36.894.526,48
8.075.025,59
29.722.943,77
28.964.417,68
22-10-1963;XXIX
238 |
Staat van andere garantieverplichtingen (vervolg) Provinciaal aandeel Gerealiseerde aanspraken
Naam rechtspersoon
Inhoud garantieverplichting
Looptijd
Darwind B.V.
Nakoming verplichting jegens bank i.v.m. geldlening voor ontwikkeling, bouw en plaatsing testturbines
4 jaar t/m 2010
100
8.500.000
Seawind Capital Partners B.V.
Kredietfaciliteit t.b.v. Meerwind Paraplufonds
2 jaar (t/m febr. 2010)
80
1.000.000
Het Nationaal Groenfonds
Uitvoering van het natuurbeleid
6,20
8.060.248
in procenten
bedrag
17.560.248
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 239
5.9 Afrekeningsverschillen vorige dienstjaren Programma
Voordelig
1
239.148,67
2
137.208,68
3
2.400.722,36
4
491.707,83
5
630.400,90
6
167.757,20
7
698.373,79
8
982.645,87
9
2.962,14
10
340.592,46
11
473.793,80
Staf en ondersteuning
1.537.279,16 8.102.592,86
Totaal
5.10 Berekening EMU-saldo provincie Noord-Holland Onderdeel
Omschrijving
2008
+1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
66.385.516-
+2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
70.864.095
+3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
-4
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
+5
De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachteontvangen bijdragen van het rijk, de provincies, de Europese Unie en overigen
+6a
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)
-
-6b
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
-
-7
Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-,woonrijp maken e.d.
-
+8a
Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs)
-
-8b
Boekwinsten op grondverkopen
-9
Betalingen ten laste van de voorzieningen
-10
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen e.d.) worden en die nog vallen onder één van de andere genoemde posten
-11
Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen Berekend EMU-saldo
12.250.605 138.855.23119.418.214
15.225.9632.433117.936.229-
240 |
5.11 Overzicht specifieke uitkeringen (single issue single audit). Departement
OCW
OCW
Nr.
Specifieke uitkering (1)
Juridische grondslag (2)
Ontvanger (C)
Indicatoren (3)
Toelichting per indicator (A)
Frequentie ( jaar rekening) (B)
10A
Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving 2005-2008 (GBKV)
Bekostigingsbesluit cultuuruitingen art 41 en 45 Ministeriële Regeling uit keringen cultuur bereik 2005-2008
Provincies
GBKV: autonome bijdragen provincies incl. bijdragen in samenwerking met gemeenten
In euro’s (het totaal van: het door de provincie zelf bestede bedrag en het bedrag dat provincies samen met gemeenten hebben besteed)
Jaarlijks
GBKV: correctie over auto nome bijdragen provincies incl. bijdragen in samen werking met gemeenten voorgaand jaar
In euro’s
Jaarlijks
GBKV onbestede middelen van ontvangen rijks middelen t/m 2008.
In euro’s
2008
APCB: eigen matchings bijdrage gemeente/provincie
In euro’s
Jaarlijks
APCB: correcties over eigen bijdrage gemeente/provincie voorgaand jaar
In euro’s
Jaarlijks
APCB: onbestede middelen van ontvangen rijksmiddelen
In euro’s
2008
11A
OCW
12
OCW
VROM
VROM
Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 (APCB)
Bekostigingsbesluit cultuuruitingen art 41 en 45 Ministeriële Regeling uit keringen cultuur bereik 2005-2008.
Provincies en gemeenten
Versterking cultuureducatie in het primair onder wijs 2005-2007 (CPO)
Bekostigingsbesluit cultuuruitingen art 41 en 45 Ministeriële Regeling uit keringen cultuur bereik 2005-2008.
Gemeenten en provincies
CPO: onbestede middelen van ontvangen rijks middelen t/m jaar t
In euro’s
2008
17A
Uitkering Mars routeplannen (Bibliotheken). Vernieuwings impulsmiddelen
Wet op het Specifiek Cultuurbeleid Bekostigingsbesluit cultuuruitingen
Gemeenten en provincies (rechtstreekse ontvangers)
Besteed bedrag jaar t
In euro’s
Jaarlijks
20
Industrielawaai
Wet geluidhinder
Provincies
Besteed bedrag t.l.v. rijks middelen (kolom 9) en t.l.v. overige middelen (kolom 11)
In euro’s
Jaarlijks
Aantal afgeronde projecten waarbij een verklaring is dat de subsidievoorwaarden zijn nagekomen en de prestatie is geleverd.
In aantallen
Jaarlijks
Besteed bedrag in het kader van het Nationaal Samen werkingsprogramma Luchtkwaliteit t.l.v. Rijks middelen (kolom 9) en t.l.v. eigen middelen (kolom 11)
In euro’s
Jaarlijks
Besteed bedrag dat door de contractpartners is ingezet voor verbetering van de luchtkwaliteit in het gebieds gerichte programma
In euro’s
Jaarlijks
Besteed bedrag uit rente opbrengsten ontstaan uit toepassing van subsidie regeling luchtkwaliteit.
In euro’s
Jaarlijks
21A
Nationaal Samen werkings programma Luchtkwaliteit
Wet luchtkwaliteit (=nieuw hoofdstuk in de Wet Milieu beheer)
Provincies, kader wetgebieden en G4
Afspraak (4)
1
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 241
Realisatie (5)
Beginstand jaar t (6)
Beschikking Rijk (7)
Overige ont vangsten (8)
Besteed t.l.v. rijks middelen (9)
Besteed t.l.v. provin ciale/ Wgr middelen (10)
Overige besteding (11)
Te verekenen met het Rijk (12)
Te ver rekenen met de Provincie / Wgr (13)
Overige (14)
€ 1.022.000
€ 1.547.336
R
R
€ 1.163.169
R -640
-€ 16.746
Aard Controle (16)
R
-500
€ 2.406.489
Toelichting afwijking (15)
R
€ 746.738
R
€ 33.338
R
R
€0
1
R
R
€ 14.592.214
€0
R
€0
R
€ 308.222
R
242 |
5.11 Overzicht specifieke uitkeringen (single issue single audit).vervolg Departement
VROM
VROM
VROM
VROM
Nr.
Specifieke uitkering (1)
Juridische grondslag (2)
Ontvanger (C)
Indicatoren (3)
Toelichting per indicator (A)
Frequentie ( jaar rekening) (B)
22A
Bodemsanering
Wet bodem bescherming (Wbb) Besluit financiële bepalingen bodem sanering, Regeling financiële bepalingen bodemsanering;
Provincies en gemeenten
Besteed bedrag Wbb
In euro’s
Jaarlijks
Besteed bedrag FES
In euro’s
Jaarlijks
Aantal saneringen (inclusief SEB)
In aantallen
Na afloop van de programmaperiode
Aantal bodemonderzoeken (inclusief SEB)
In aantallen
Na afloop van de programmaperiode
Aantal m2 gesaneerd oppervlak (inclusief SEB)
In m²
Na afloop van de programmaperiode
Aantal m3 gesaneerde grond (inclusief SEB)
In m3
Na afloop van de programmaperiode
Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB)
In m3
Na afloop van de programmaperiode
% budget t.b.v. in dienst nemen vast personeel EV.
In %
Jaarlijks
Besteed bedrag t.l.v. EV
In euro’s
Jaarlijks
Subsidiabele kosten minus opbrengsten uit exploitatie besteed tot en met jaar t (kolom 9)
In euro’s
Jaarlijks én na afloop van een project
Berekende opbrengst boven drempelwaarde ten behoeve van benefit sharing
In euro’s
Na afloop van een project
Gerealiseerde projecten
In aantallen
Na afloop van een project
0
Gerealiseerde kwaliteitsdragers
In aantallen
Na afloop van een project
0
Totaal cumulatief bestede subsidiabele uitvoerings kosten tot en met jaar t (kolom 9) en eigen gemeente lijke bijdrage aan plan van aanpak (kolom 11)
In euro’s
Jaarlijks
Totaal aantal geplande projecten (volgens plan van aanpak) en totaal afgeronde projecten (realisatie) tot en met jaar t.
In aantallen en toelichting afwijking indien sprake is van nieuwe, gewijzigde of vervallen projecten.
Jaarlijks
Verklaring van gemeente/ provincie dat plan van aanpak is gerealiseerd conform toekenningsbesluit.
0 =niet 1 =wel 2 =niet gerealiseerd conform toe kenningsbesluit maar uitvoering plan van aanpak wel afgerond
Na afloop van het gehele uitvoerings traject.
23A
25A
27A
Externe veiligheid
Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)
Vervolgsubsidie regeling BANS Klimaatconvenant 2007
Subsidieregeling programmafinan ciering Externe Veiligheid (EV)beleid en andere overheden 20062010
Wet Ruimtelijke Ordening en Besluit Ruimtelijke Ordening
Wet Milieubeheer
Provincies
Provincies en gemeenten
Provincies en gemeenten
Afspraak (4)
5
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 243
Realisatie (5)
Beginstand jaar t (6)
Beschikking Rijk (7)
Overige ont vangsten (8)
Besteed t.l.v. rijks middelen (9)
Besteed t.l.v. provin ciale/ Wgr middelen (10)
Overige besteding (11)
Te verekenen met het Rijk (12)
Te ver rekenen met de Provincie / Wgr (13)
Overige (14)
€ 4.841.121
Toelichting afwijking (15)
Aard Controle (16)
R
€ 58.348
R D1 D1 D1 D1 D1
49,56%
D2
€ 1.564.904
R
€0
R
0
R
0
D1
0
D1 € 142.053
€ 142.053
R
5
D1
1
D1
244 |
5.11 Overzicht specifieke uitkeringen (single issue single audit).vervolg Departement
WWI
WWI
VenW
VWS
Nr.
Specifieke uitkering (1)
Juridische grondslag (2)
Ontvanger (C)
Indicatoren (3)
Toelichting per indicator (A)
Frequentie ( jaar rekening) (B)
37A
Besluit Locatie gebonden Subsidies 2005
Woningwet
Stadsregio’s en provincies
Besteed bedrag in jaar t
In euro’s
Jaarlijks
Besteed bedrag tot en met jaar t-1
In euro’s
2008
Provincies (rechtstreekse ontvanger)
Eindsaldo ISV (na afloop periode II)
In euro’s
2010
Totaal investeringsbedrag ISV II, verdeeld over nietrechtstreekse gemeenten
In euro’s
Jaarlijks
Provincies en Wgrplusregio’s
Eindsaldo/-reservering vorig jaar
In euro’s
Jaarlijks
Toegerekende rente
In euro’s
Jaarlijks
Ontvangen BDU-bijdrage VenW
In euro’s
Jaarlijks
Terugbetaling door derden vanuit BDU-bijdrage verstrekte middelen
In euro’s
Jaarlijks
Bestedingen
In euro’s
Jaarlijks
Correctie over bestedingen voorgaand jaar
In euro’s
Jaarlijks
Eindsaldo/-reservering lopend jaar
In euro’s
Jaarlijks
Individuele bestedingen die meer dan 20% van totaal ontvangen BDU bedragen
In euro’s
Jaarlijks
Totale uitgaven in jaar t van Rijks-, provinciale-, gemeentelijke middelen en bijdragen van derden. Uitsplitsing naar herkomst middelen is niet nodig
In euro’s
Jaarlijks
Totale uitgaven tot en met jaar t-1 van Rijks-, provinciale-, gemeentelijke middelen en bijdragen van derden. Uitsplitsing naar herkomst middelen is niet nodig
In euro’s
Jaarlijks
43D
49A
71
Investering stedelijke vernieuwing (ISV)
Wet Stedelijke Vernieuwing
Brede doel uitkering verkeer en vervoer
Wet BDU Verkeer en Vervoer, art 10
Breedtesport impuls
Stimulerings regeling breedtesport
Provincies en gemeenten
Afspraak (4)
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 245
Realisatie (5)
Beginstand jaar t (6)
Beschikking Rijk (7)
Overige ont vangsten (8)
Besteed t.l.v. rijks middelen (9)
Besteed t.l.v. provin ciale/ Wgr middelen (10)
Overige besteding (11)
Te verekenen met het Rijk (12)
Te ver rekenen met de Provincie / Wgr (13)
Overige (14)
Toelichting afwijking (15)
Aard Controle (16)
€ 5.934.660
R
€ 12.702.203
R R € 16.566.144
€ 92.901.493
R
R
€ 3.716.060
R
€ 67.407.000
R € 3.179.588
R
€ 59.750.695
R € 50.000
R
€ 107.403.446
R
€ 16.544.278
R
€ 113.445
R
€ 453.780
R
246 |
5.11 Overzicht specifieke uitkeringen (single issue single audit).vervolg Departement
JenG
Nr.
79
Specifieke uitkering (1)
Juridische grondslag (2)
Ontvanger (C)
Indicatoren (3)
Toelichting per indicator (A)
Frequentie ( jaar rekening) (B)
Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg)
Wet op de jeugdzorg (artikel 37) Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg
Provincies en stadsregio’s
(v) Onder toezichtstelling (OTS) , 1 jaar
Aantallen
Jaarlijks
(OTS) overig
Aantallen
Jaarlijks
Voorlopige voogdij
Aantallen
Jaarlijks
Regeling bekostiging jeugdzorg
JenG
80
Rijkssubsidie regeling jeugdzorg (experimenten jeugdzorg)
Wet op de jeugdzorg (art. 38) Rijks subsidieregeling jeugdzorg
Provincies en stadsregio’s
Voogdij
Aantallen
Jaarlijks
Jeugdreclassering
Aantallen
Jaarlijks
Samenloop
Aantallen
Jaarlijks
Individuele Traject Begeleiding (ITB) harde kern
Aantallen
Jaarlijks
ITB Criem
Aantallen
Jaarlijks
Scholing- en trainingsprogramma’s (STP)
Aantallen
Jaarlijks
Besteed bedrag aan stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt deel justitietaken
In euro’s
Jaarlijks
Besteed bedrag aan stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg
In euro’s
Jaarlijks
Besteed bedrag aan zorgaanbod
In euro’s
Jaarlijks
Aantal aanmeldingen aan het LBIO jaar t-2 door bureau jeugdzorg
In aantallen
Jaarlijks
Aantal afmeldingen aan het LBIO jaar t-2 door bureau jeugdzorg
In aantallen
Jaarlijks
Omvang egalisatiereserve jeugdzorg per 31 december jaat t
In euro’s
Jaarlijks
Besteed bedrag tot en met jaar t-1
In euro’s
2008
Gemiddelde bezettingsgraad
In %
Jaarlijks
Afspraak (4)
In de SiSa-bijlage is de vereiste verantwoordingsinformatie opgenomen over de specifieke uitkeringen die op de Provincie Noord-Holland betrekking hebben. U treft onderstaand een toelichting aan bij de kolommen die betrekking hebben op de verantwoordingsinformatie. De nummering correspondeert met de nummering in de kolommen. Bij de regelingen 10A, 11A, 12 en 17A zijn, met goedkeuring van het ministerie van OCW, de bestede rijksmiddelen op kasbasis verantwoord.
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 247
Realisatie (5)
Beginstand jaar t (6)
Beschikking Rijk (7)
Overige ont vangsten (8)
Besteed t.l.v. rijks middelen (9)
Besteed t.l.v. provin ciale/ Wgr middelen (10)
Overige besteding (11)
Te verekenen met het Rijk (12)
Te ver rekenen met de Provincie / Wgr (13)
Overige (14)
Toelichting afwijking (15)
Aard Controle (16)
486
D1
940
D1
11
D1
252
D1
516
D1
69
D1
21
D1
64
D1
5
D1 € 14.346.574
R
€ 13.351.947
R
63.483.780
R
0
D2
0
D2
7.301.305
€ 782.838
0,00%
Toelichting kolommen SiSa verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen (1) Benaming waaronder de specifieke uitkering bekend is (2) De juridische basis van de specifieke uitkering en de indicatoren (3) De omschrijving van de gevraagde verantwoordings-informatie (4) Prestatieafspraak of doelstelling conform beschikking (5) Realisatie van de prestatieafspraak of doelstelling (6) Beginstand in euro’s. (7) Van het rijk ontvangen uitkering conform beschikking (8) Ontvangen middelen van anderen dan het rijk of inzet eigen middelen (9) Besteed bedrag t.l.v. de uitkering van het rijk (10) Besteed bedrag t.l.v. de uitkering door de provincie/ WGR plus regio (11) Besteed bedrag t.l.v. eigen middelen of derden (12) Te vorderen bedragen van het rijk (negatief bedrag) of terug te betalen aan het rijk of in later jaar te besteden bedragen
R
R
D2
(13) Te vorderen bedragen van de Provincie/WGR (negatief bedrag) of terug te betalen aan de provincie/ WGR of in later jaar te besteden bedragen (14) In de indicator gevraagde bestede bedragen die niet in één van de voor gaande kolommen kunnen worden verantwoord (15) Toelichting op verschil tussen afspraak en realisatie. Het invullen van deze kolom is optioneel en afhankelijk van de specifieke uitkering. (16) De aard van de controle door de accountant uit te voeren. (A) Nadere toelichting van de indicator (B) In welke jaarrekening de informatie over de indicator moet worden verantwoord. (C) De betreffende categoriëen medeoverheden aan wie de specifieke uitkering is verstrekt. In de kruisjeslijst (www.minbzk.nl/sisa) is vermeld welke individuele medeoverheden binnen deze categoriëen de uitkering moeten verantwoorden.
248 |
Toelichting bij de Sisa-bijlage bij de jaarrekening 2008 van de provincie Noord-Holland Geldstroom Beeldende Kunst en vormgeving 2005-2008 (GBKV) Omdat de administratie en interne processen rondom de registratie van deze regeling primair zijn ingericht op kasbasis zijn in de bijlage uitsluitend de ten laste van provinciale middelen gebrachte betalingen verantwoord. De reeds verrichte betalingen hebben betrekking op beschikte subsidies aan instellingen. Deze instellingen moeten in de meeste gevallen nog financieel en inhoudelijk verantwoording afleggen aan de provincie. Op basis hiervan zal met de instellingen worden afgerekend. Dit betekent echter wel dat de verantwoorde bijdrage in het komende jaar nog kan veranderen door het mogelijke financiële effect van deze afrekeningen. Deze wijze van verantwoorden heeft de provincie afgestemd met het ministerie van OCW. Deze afspraak is door het ministerie van OCW aan de provincie per e-mail bevestigd
Uitkering Marsrouteplannen (Bibliotheken). Vernieuwingsimpulsmiddelen Omdat de administratie en interne processen van de registratie van deze regeling zijn ingericht op kasbasis zijn in de bijlage uitsluitend de ten laste van provinciale middelen gebrachte betalingen verantwoord. De reeds verrichte betalingen hebben betrekking op beschikte subsidies aan instellingen. Deze instellingen moeten in de meeste gevallen nog financieel en inhoudelijk verant woording afleggen aan de provincie. Op basis hiervan zal met de instellingen worden afgerekend. Dit betekent echter wel dat de verantwoorde autonome bijdrage in het komende jaar nog kan veranderen door het mogelijke financiële effect van deze afrekeningen. Deze wijze van verantwoorden heeft de provincie afgestemd met het ministerie van OCW. Deze afspraak is door het ministerie van OCW aan de provincie per e-mail bevestigd
Actieplan cultuurbereik 2005-2008 Omdat de administratie en interne processen rondom de registratie van deze regeling primair zijn ingericht op kasbasis zijn in de bijlage uitsluitend de ten laste van provinciale middelen gebrachte betalingen verantwoord. De reeds verrichte betalingen hebben betrekking op beschikte subsidies aan instellingen. Deze instellingen moeten in de meeste gevallen nog financieel en inhoudelijk verantwoording afleggen aan de provincie. Op basis hiervan zal met de instellingen worden afgerekend. Dit betekent echter wel dat de verantwoorde bijdrage in komend jaar nog kan veranderen door het mogelijke financiële effect van deze afrekeningen. Deze wijze van verantwoorden heeft de provincie afgestemd met het ministerie van OCW. Deze afspraak is door het ministerie van OCW aan de provincie per e-mail bevestigd
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Onder de overige bestedingen is de rente over de niet bestede middelen verantwoord. Volgens de informatie van Postbus-sisa dient dit de werkelijke rente te betreffen die door de provincie is ontvangen van de bank waar de niet bestede middelen uitstaan. Aangezien de provincie over meer niet-bestede middelen beschikt, staan deze gezamenlijk uit bij diverse banken. Het verantwoorde bedrag is gebaseerd op basis van het gestelde in de Verordening Financieel Beheer van de provincie. Op basis van deze verordening is een rentepercentage van 2% gehanteerd.
Versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2005-2007 (CPO) Omdat de administratie en interne processen rondom de registratie van deze regeling primair zijn ingericht op kasbasis zijn in de bijlage uitsluitend de ten laste van provinciale middelen gebrachte betalingen verantwoord. De reeds verrichte betalingen hebben betrekking op beschikte subsidies aan instellingen. Deze instellingen moeten in de meeste gevallen nog financieel en inhoudelijk verantwoording afleggen aan de provincie. Op basis hier van zal met de instellingen worden afgerekend. Dit betekent echter wel dat de verantwoorde autonome bijdrage in het komende jaar nog kan veranderen door het mogelijke financiële effect van deze afrekeningen. Deze wijze van verantwoorden heeft de provincie afgestemd met het ministerie van OCW. Deze afspraak is door het ministerie van OCW aan de provincie per e-mail bevestigd.
Externe Veiligheid Omdat de administratie en interne processen rondom de registratie van deze regeling primair zijn ingericht op kasbasis zijn in de bijlage uitsluitend de ten laste van provinciale middelen gebrachte betalingen verantwoord. De reeds verrichte betalingen hebben met name betrekking op beschikte subsidies aan instellingen. Deze instellingen moeten in de meeste gevallen nog financieel en inhoudelijk verantwoording afleggen aan de provincie. Op basis hiervan zal met de instellingen worden afgerekend. Dit betekent echter wel dat de verantwoorde bestedingen in komende jaar nog kunnen veranderen door het mogelijke financiële effect van deze afrekeningen. Besluit Locatiegebonden Subsidies 2005 (BLS) Het bestede bedrag in 2008 heeft met name betrekking op beschikte subsidies aan gemeenten. Deze gemeenten moeten in alle gevallen nog financieel en inhoudelijk verantwoording afleggen aan de provincie. De afrekening met gemeenten zal naar verwachting in 2010 plaats vinden.
249 |
Tijdelijke regeling CO2-reductie gebouwde omgeving 2006 Om gebruik te kunnen maken van deze regeling diende voor januari 2009 gestart te zijn met de werkzaamheden. Provincie Noord-Holland heeft deze deadline niet gehaald en daarom in 2008 voor deze regeling geen rijksbijdragen ontvangen. Voor alle indicatoren van deze regeling is in de bijlage ‘NVT’ ingevuld. Investering Stedelijke Vernieuwing (ISV) Omdat de administratie en interne processen rondom de registratie van deze regeling primair zijn ingericht op kasbasis zijn in de bijlage uitsluitend de ten laste van provinciale middelen gebrachte betalingen verantwoord. De reeds verrichte betalingen hebben met name betrekking op beschikte subsidies aan instellingen. Deze instellingen moeten in de meeste gevallen nog financieel en inhoudelijk verantwoording afleggen aan de provincie. Op basis hiervan zal met de instellingen worden afgerekend. Dit betekent echter wel dat de verantwoorde bestedingen in komende jaar nog kunnen veranderen door het mogelijke financiële effect van deze afrekeningen. Breedtesportimpuls Dit betreft de in 2008 beschikte bedragen. Aangezien deze beschikte bedragen niet in 2008 zijn vastgesteld, is nog niet vastgesteld dat de bij de subsidie behorende prestatie ook daadwerkelijk is geleverd. Pieken in de Delta Provincie Noord-Holland is niet bekend met de uitvoering van deze regeling en heeft voor deze regeling in 2008 geen rijksbijdragen ontvangen. De provincie heeft het Rijk verzocht deze regeling van de kruisjeslijst te verwijderen.
6 250 |
Bestuur en directie
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 251
VOORWOORD Provinciale staten Provinciale staten tellen 55 leden, verdeeld over 10 fracties. De zetelverdeling voor de periode 2007-2011 is als volgt: VVD 13 PvdA 11 CDA 10 SP 9 Groenlinks 4 D66 2 Partij voor de Dieren 2 Christen Unie-SGP 2 Ouderenpartij N-H/VSP 1 Fractie Braam 1
Provinciale Staten leden per april 2008 De met * aangegeven leden zijn fractievoorzitter De met # aangegeven leden zijn fractiesecretaris PvdA Ajouaau, N. (Naima) PvdA Akkaya, S. (Songul) VVD Bijl-Baerselman de, I.S. (Ingrid) GroenLinks Binnema, H.A. (Harmen) PvdA Blokker, G. (Greet) SP Boelhouwer, C. (Carlien) SP Bos, H.K. (Harald) Braam Braam, C.J. (Cheryl) GroenLinks Breunissen, K.W.C. (Klaas) CDA Broekhoven, C (Cees) CDA Bruggeman, A.(Ton) CDA Bruins Slot, J.P.H. (Johan) ONH/VSP Bruystens P.J. (Piet) VVD Butter, D.J. (Dick) CDA Diest van, C.P.J. (Cornelis) VVD Driessen-Jansen, L.M. (Laila) CDA Eelman - van ‘t Veer, N.D.K. (Nel) D66 Geldhof, ing. J. (Joke) SP Gersteling, F.J. (Fred) VVD Gör, K. (Koksal) SP Graaf de, R.J. (Richard) VVD Grave-Verkerk de, D.G.M. (Dorienke) SP Gunster, K.F. (Klaas) GroenLinks Heijst van, A.P. (Anna) CDA Herbeck, C.M. (Claudia) VVD Humalda-Blok, A.C.J. (Arietta) GroenLinks Jonge de, P. (Nel)
*
*
* *
*
# #
CU-SGP VVD PvdA PvdA VVD VVD PvdA PvdA PvdA CDA PvdD PvdA PvdD VVD SP CU/SGP VVD CDA SP CDA PvdA VVD SP PvdA SP VVD D66 CDA
Kardol, J.A. (Johan) Kirch-Voors, P.E. (Petra) Klomp, L.S.(Liesje) Knook, M.T.J.(Maud) Kraak, A.F., (Dré) Loggen, C.J. (Cees) Massom, G. (Gohdar) Meché van der, A.P. (Ton) Meerhof, R. (Rob) Nagel, A.M. (Maaike) Oeveren van, R.E. (Rob) Oortgiesen, A. (Alwin) Poelgeest van, P. (Peter) Post, E. (Elisabeth) Putters, H. (Bert) Roetman, A. (Ab) Run van, J.J.W (Jan) Schraal, drs. M. (Meino) Smits, L.A. (Louise) Stevens, mr. C.C.L.M. (Casper) Talsma, T.P.J. (Tjeerd) Vis, R.E. (Ruben) Vries de, A. A. (Ake) Wagemaker, E.P. (Ed) Wellink, D.C.J.M. (Dago) Wieringa, L. (Lars) Yurkadul, Z. (Zafer) Zeeman, A.(Aagje)
*
*
# *
# # *
*
252 |
Gedeputeerde Staten Commissaris van de Koningin Mr. H.C.J.L. Borghouts
Gedeputeerden A.M.C.A. Hooijmaijers J.H.M. Bond Drs. C. Mooij Drs. R. Kruisinga Drs. B. Heller Drs. P.S. Visser Drs. S. Baggerman
De directie Haro Oppenhuis de Jong Algemeen directeur Nico Bot Directeur Subsidies, Handhaving, Vergunningen Annemieke van Dam Directeur Middelen Chris de Vries Directeur Beheer en Uitvoering Tjeerd Kampstra Directeur Beleid
7
Titel van de nota | Ondertitel Provincie Noord-Holland | 253
FEITEN EN CIJFERS
254 |
Inwoners en oppervlakte Aantal inwoners: 2.626.375 (1 jan. 2008) Aantal woningen: 1.193.229 (1 jan. 2008) Oppervlakte land in vierkante kilometers: 2.671 (2007) Aantal inwoners per vierkante kilometers: 983 (2008) Lengte van de kustlijn (in kilometers): 260 (2007)
Gemeenten en waterschappen Aantal gemeenten: 61 (2008) Aantal waterschappen: 3 (2008)
Bedrijfsleven Bedrijventerreinen (Bruto opp. in hectares): 12.071 (2007) Bruto binnenlands product (in mln. euro’s): 98.490 (2006) Aantal (bedrijfs-)vestigingen: 193.176 (2007) • waaronder in landbouw en visserij: 7.032 (2007) • waaronder in industrie en bouwnijverheid: 28.599 (2007) • waaronder in commerciële dienstverlening: 120.103 (2007) • waaronder in niet-commerciële diensverlening: 37.442 (2007) Aantal actieve buitenlandse ondernemingen: 1.334 (2005)
Wegen en Verkeer Wegennetwerk (kilometers): 13.052 (2007) Aantal geregistreerde personenauto’s: 1.084.120 (2008) Aantal geregistreerde bedrijfsvoertuigen: 266.736 (2008) Aantal geregistreerde motorfietsen: 89.124 (2008) Aantal opcenten op de motorrijtuigenbelasting: 63,9 (2008)
Arbeidsmarkt Aantal werkenden:1.332.211 (2007) • waaronder in landbouw en visserij: 25.173 (2007) • waaronder in industrie en bouwnijverheid: 175.959 (2007) • waaronder in commerciële dienstverlening: 726.964 (2007) • waaronder in niet-commerciële diensverlening: 404.115 (2007) Aantal werkzoekenden: 90.458 (2007)
Toerisme Aantal musea: 217 (2008) Aantal buitenlandse bezoekers aan Amsterdam (per jaar): 4.698.000 (2006)
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 255
Risicowaardering (gemiddelde kans- en effectwaardering)
9, 10
VOORWOORD
7, 8
D2. Verlies Deposito’s
D3. WARVV F3. Darwind F2. RON
A6. Land. Faunafonds
A3. Gemeentelijke plannen
A.11 Flexibiliseren subs. relatie
A8. Steunfunc Welzijn&Sport
A4. Koepelbesluit
A12. Claims kabels/leid.
A9. Bestuursdwang
A5. Inkoop en aanbest.
A1. Overstromingsschade
C2. Beveiliging gebouw.
A7. Herstructurering steunfunctie
B1. BDU
kustplaatsen
5, 6
A10. Invoering Cultuurnota
D1 Wieringerrandmeer
E1. Bloemendalerpolder
3, 4 A2. Wm-procedures A.13 Monumentenwacht
B2. Real. Zuidtangent D5. Garantiebeleid
F1. Dividenden
A10. Rechtmatigheid 1, 2
subsidies C3. Uitval P-view
C1. Beveiliging Autom.
B3. Optimum 2
100.000-400.000
400.000-1.600.000
1.600.000-6.400.000
6.400.000-25.600.000
Potentieel Schadebedrag (bruto)
9, 10
Hoog-Zeer Hoog
7, 8
Redelijk Hoog- Aanzienlijk
5, 6
Gemiddeld-Boven gemiddeld
3, 4
Redelijk Laag-Beneden gemiddeld
1, 2
Laag-Gering
0
Nihil
>=25.600.000
8 256 |
Waar zijn wij te bereiken?
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 257
Bezoekadres Houtplein 33. Haarlem
Postadres Postbus 123, 2000 MD Haarlem
Algemeen telefoonnummer 023 514 31 43 www.noord-holland.nl
[email protected]
9 258 |
Lijst met gemeenten
Jaarstukken 2008 | Jaarverslag Provincie Noord-Holland | 259
A
N
Aalsmeer Alkmaar Amstelveen Amsterdam Andijk Anna Paulowna
Naarden Niedorp
B
O Oostzaan Opmeer Ouder-Amstel
Beemster Bennebroek Bergen Beverwijk Blaricum Bloemendaal Bussum
P
C
T
Castricum
Texel
D
U
Den Helder Diemen Drechterland
Uitgeest Uithoorn
E
Velsen
Edam-Volendam Enkhuizen
G Graft-De Rijp
H Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Harenkarspel Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo Hilversum Hoorn Huizen
K Koggenland
L Landsmeer Langedijk Laren
M Medemblik Muiden
Purmerend
S Schagen Schermer Stede Broec
V
W Waterland Weesp Wervershoof Wieringen Wieringermeer Wijdemeren Wormerland
Z Zaanstad Zandvoort Zeevang Zijpe
260 |
HAARLEM, MEI 2009
JAARVERSLAG 2008
JAAR STUK KEN