RAADSVOORSTEL Nr. BP/028
Aan de Raad van de gemeente Gulpen-Wittem
Gulpen-Wittem, 26 oktober 2006 Portefeuillehouder burgemeester W.J.G. Geraedts Afdeling BP
Bijlagen
diversen
Ons Kenmerk
ONDERWERP: samenwerking kerngebied VOORSTEL: Wij stellen uw raad voor om de samenwerking binnen het zogenaamde kerngebied aan te gaan overeenkomstig de hieronder genoemde beslispunten.
BEHANDELING IN B&W d.d. 31-10-2006 BEHANDELING Ronde Tafel Gesprek d.d. 23-11-2006
BEHANDELING RAAD d.d. 07-12-2006
NOTA I.
Inleiding
In de bestuurlijk overleggen van het Kerngebied Zuid-Limburg participeren 9 gemeenten. Dit zijn Beek, Eijsden, Gulpen-Wittem, Margraten, Meerssen, Nuth, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal. De gemeenten die participeren in samenwerkingsverband hebben een aantal gezamenlijke opgaven en kansen die voortvloeien uit de kwaliteit van het landschap. Dit maakt een strategische samenwerking wenselijk. De fysieke omgeving (in termen van een hoogwaardige leefomgeving) van de gemeenten voegt onder andere nadrukkelijk waarde toe aan het vestigingsklimaat van de steden en stedelijke gebieden in Zuid-Limburg. De landschappelijke structuur, inclusief flora en fauna, in combinatie met de cultuurhistorische kenmerken vormen het basiskapitaal van het kerngebied. Bijzondere kernkwaliteiten van het Kerngebied Zuid-Limburg zijn: - Een kwalitatief hoogwaardige woon- en werkomgeving. - Een uniek kleinschalig cultuurlandschap. - Plateaus, doorsneden met dalen en verspreid liggende natuurgebieden. - De centrale ligging t.o.v. Europa en de rijke historie in combinatie met de culturele diversiteit in de Euregio. Mede in het licht van toekomstige maatschappelijke en demografische ontwikkelingen is het van belang de kwaliteiten van het landschap zodanig te benutten dat ook daarmee de leefbaarheid in de kernen op peil blijft. Daarbij is, voor de toekomst van het gebied, het gezond functioneren van de plattelandseconomie van het allergrootste belang. Er zijn volop kansen in het gebied zelf en in combinatie met de omgeving. Voorwaarde is dat de gemeenten de regio zien als samenhangend gebied. Ook bedrijven en bezoekers doen dat. Toenemende specialisatie, schaalvergroting en internationale samenwerking van bedrijven en instellingen hebben ertoe geleid, dat vele hieruit voortvloeiende vraagstukken niet effectief door één individuele overheidsinstantie kunnen worden aangepakt. De huidige maatschappelijke dynamiek vraagt om partijen die gezamenlijk opereren om kansen te creëren en bedreigingen te keren. Kansen benutten vereist samenwerking en samenwerking versterkt de positie van de individuele gemeenten en biedt de enige mogelijkheid om een aantal strategische opgaven adequaat aan te pakken. Tenslotte wil ons college in deze inleiding nog naar voren brengen dat bij het concipiëren van dit raadsvoorstel ten behoeve van de gelijkluidendheid en eenduidigheid zoveel als mogelijk gebruik is gemaakt van het concept raadsvoorstel zoals dit door de provincie aan de deelnemende gemeenten is toegezonden en dat dit inhoudelijk slechts is aangepast aan de feitelijke situatie, zoals deze zich in GulpenWittem voordoet.
-1-
II.
Doelstelling/Beoogd effect
Het doel is om te komen tot een strategische samenwerking tussen de negen participerende gemeenten die: democratisch gelegitimeerd is; complementair is aan de Tripool-agenda; constructief en niet vrijblijvend is; als meerwaarde heeft dat de uitkomst meer is dan de optelsom van het belang dat iedere individuele gemeente heeft.
III. Argumenten/Alternatieven/Toelichting De colleges van de deelnemende gemeenten hebben in het verleden besloten te bezien of op een vijftal projecten samengewerkt kon worden. Dit waren: - Routestructuur kerngebied Zuid-Limburg - Folklore, historie en cultuur - Evenementenbureau Zuid-Limburg - Voorzieningen in kleine kernen - Handhaving in de kerngebied gemeenten Deze projecten bleken niet allemaal een strategische karakter te hebben en liggen op een meer operationeel niveau. Bij de prioritering zou rekening moeten worden gehouden met de aansluiting bij het onderwerp ‘Toerisme & Recreatie’. Vanuit dit idee hebben de colleges uitgesproken, om naast een eventuele operationele samenwerking, een strategische agenda te ontwikkelen conform de procesaanpak, zoals die geschetst is door ZKA, in het rapport ‘een vitaal Zuid-Limburg maak je samen’. Daarbij is besloten te focussen, in de lijn van de Versnellingsagenda, op het onderwerp Health, Care & Cure (conform ‘nieuwe markten voor toerisme’ en de nota ‘Heerlijkheid Heuvelland’ (deze is als bijlage bijgevoegd)) gezien het feit dat hier de grootste kansen liggen. Daarbij dient de inhoud van de strategische lijn Health, Care & Cure niet te eng worden opgevat. Het gaat hierbij o.a. om een viertal programmalijnen: 1. Helende Hellingen Hiermee wordt ingespeeld op de vergrijzing en het feit dat ouderen steeds meer te besteden hebben. Het combineren van medische diensten met een vakantiebestemming geschiedt al volop in Thailand en Turkije, maar is pas onlangs van de grond gekomen in het Heuvelland. De relatieve nabijheid van een grote thuismarkt, het uitgebreide pallet aan zorgaanbieders en de mogelijkheid van flankerend familieverblijf bieden Zuid-Limburg een groot pluspunt. Verschillende gemeenten voeren al concrete gespreken met zorginstellingen en verblijfaccommodaties. De kansen op dit terrein worden grotere naarmate de overheden op dit terrein de krachten bundelen en gezamenlijk de juiste randvoorwaarden creëren voor deze ontwikkeling
-2-
2. Wellness in Weelde Hierbij gaat het om preventieve zorg (trainingen, kuren, baden en cursussen) in toeristische setting. Hierbij is sprake van samenwerking tussen zorgverzekeraars, cursusinstellingen, kuuroorden en logiesverstrekkers. In de praktijk betekent dit ondermeer een impuls voor de bedrijfsvoering van hotels en bungalowparken in ZuidLimburg 3. Goddelijk Leven De inkomens en vermogens positie van ouderen is de laatste jaren flink gestegen. Het aantal ouderen (die lekker willen wonen, veilig en verzorgd) neemt hierdoor ook toe. Vooral de markt voor hoogwaardige wonen met een zorggarantie neemt sterk toe. Veel van deze ouderen kiezen ervoor om in het buitenland (Frankrijk, Spanje) te gaan wonen, maar er zijn ook ouderen die in Nederland willen blijven wonen in een exclusieve omgeving. Op dit terrein zijn in verschillende gemeenten al een aantal concrete ontwikkelingen in gang gezet. Hiermee hangt samen een verlevendiging en verbetering van het gebruik van diensten, winkels, restaurants in kleine kernen. Daarvan profiteren verschillende gemeenten. 4. Smaakcoöperatie Food (een mix van streekeigen en hoogwaardige producten) kan worden gedistribueerd aan bezoekers via reguliere en bijzondere outlets, zoals hotels, markten, bungalowparken, restaurants en winkels in toeristische dorpen en Maastricht. Deze consumptie verrijkt de (smaak) beleving, vergroot de omzet van de toeristische sector en vormt een impuls voor het behoud van landschap en tradities. Om de kansen binnen deze programmalijnen optimaal te kunnen benutten dienen (mede) door de overheid de juiste randvoorwaarden gecreëerd te worden.
Meerwaarde van samenwerking
Bij de bovenstaande programmalijnen lopen inmiddels al een aantal concrete acties. Door deze acties met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen kan de optelsom 1 + 1 = 3 worden bereikt. Individuele projecten binnen één gemeenten komen vaak niet voor subsidiering in aanmerking door Provincie, het Rijk of Brussel. Door gezamenlijk naar deze instanties op te trekken wordt het mogelijk een multiplier te creëren. Deze situatie doet zich nu al voor doordat de Provincie heeft aangegeven dat indien de gemeenten samenwerken op de bovenstaande strategische agenda er een bedrag van 200.000 euro in een regiofonds zal worden gestort (zie paragraaf ‘Financiering van de samenwerking’). Wanneer de samenwerking leidt tot concrete projecten kunnen Brussel en Den Haag benaderd worden voor ondersteuning van projecten in een programmalijn. Op dit moment worden gemeenten individueel benaderd door investeerders. Deze investeerders kijken waar de vestigingsvoorwaarden het meest aantrekkelijk zijn. Hierdoor kan een concurrentiestrijd ontstaan tussen gemeenten en worden gemeenten tegen elkaar uitgespeeld. Deze situatie kan voorkomen worden door meer als een eenheid richting de -3-
markt te opereren. Het centrale doel van de samenwerking is het creëren van economische dynamiek in de landelijke gemeenten. Daarbij gaat het er niet om waar (in welke gemeente) een project precies landt, maar het gaat om de werkgelegenheid die gecreëerd wordt. Een bedrijf dat zich vestigt in Vaals trekt ook werknemers aan vanuit Gulpen-Wittem en Margraten. De kracht van het Kerngebied Zuid-Limburg zit in het unieke landschap. Het is van groot belang de kwaliteit hiervan te behouden en waar mogelijk verder te vergroten. Door dit ‘Unique Selling Point’ beter te benutten kan de economische dynamiek vergroot worden. Positieve ontwikkeling in een individuele gemeente hebben ook een uitstraling op de overige gemeenten. Het is vanuit deze optiek van belang dat gemeenten hetzelfde doel nastreven (dezelfde strategische agenda hanteren) om te zorgen dat ontwikkelingen elkaar niet tegenwerken, maar juist versterken.
Rol van de overheid
De samenleving laat zich tegenwoordig maar zeer beperkt sturen door de overheid. In toenemende mate heeft de overheid een faciliterende rol ten opzichte van het bedrijfsleven om zo de (gewenste) ontwikkelingen mogelijk te maken. Door bundeling van krachten kunnen zodanige randvoorwaarden worden gecreëerd dat de programmalijnen in de strategische agenda optimaal worden benut en nieuwe kansen worden gesignaleerd en opgepakt. Om de kansen op het terrein van de strategische agenda (Health, Care & Cure) adequaat aan te kunnen pakken is een slagvaardige en flexibele overheid nodig. Er zal zoveel als mogelijk als een eenheid naar de markt en andere externe partijen dienen te worden opgetreden. Om dit in de praktijk te brengen is het noodzakelijk een gezamenlijk aanspreekpunt te creëren, dat met voldoende mandaat en budget de uitvoering en operationalisering van de strategische agenda in het totale gebied van Zuid-Limburg kan afstemmen en coördineren. In de stuurgroep kerngebied Zuid-Limburg is voorgesteld de heer (Hub) Meijers deze rol te laten vervullen. Daarbij is besproken dat de heer Meijers in deze rol o.a. de gemeenten zal kunnen vertegenwoordigen waar het gaat om de noodzakelijke afstemming met derden. Er zal in de komende periode een organisatiestructuur ontwikkeld worden waarbij de heer Meijers in nauw overleg opereert met (een) vertegenwoordiger(s) vanuit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de Provincie. Definitieve besluitvorming hierover vindt plaats in de stuurgroep. In brede kring wordt de noodzaak van een effectieve aanpak van de maatschappelijke opgaven in de landelijke gemeenten onderschreven en deze abstracte sense of urgency vertaalt zich nu naar een feitelijk effectieve aanpak. Hierdoor wordt een belangrijk onderdeel van de strategische agenda van de landelijke gemeenten ingevuld en vormgegeven.
-4-
Strategische samenwerking in Zuid-Limburg
Een algemene tendens is dat gemeenten bij het bepalen van de samenwerkingspartners niet meer de nadruk leggen op de gewestgrenzen, maar kijken naar de aard van de maatschappelijke opgaven die zij in samenwerking willen oppakken. In onze complexe en dynamische samenleving manifesteren maatschappelijke vraagstukken zich op verschillende schalen. Afhankelijk van het vraagstuk dient bekeken te worden met wie het best samengewerkt kan worden. Vanuit het perspectief van Zuid-Limburg ontwikkelen de Tripool gemeenten een agenda voor stedelijke functies (en voeren deze uit) en ontwikkelen de landelijke gemeenten de agenda voor de plattelandsfuncties (en voeren deze uit). In overleg van de stad met het ommeland kan de inbreng in het Tripool door de stad en de inbreng in het kerngebied door de landelijke gemeenten besproken en afgestemd worden. In een model ziet dit er als volgt uit: Versnellingsagenda (economische agenda Limburg)
agenda Zuid-Limburg Tripool
Kerngebied
INTERACTIE
INTERACTIE Overleg Stad en Ommeland (afstemming)
Het Kerngebied werkt dus complementair aan het Tripool Zuid-Limburg (dat vooral economie en bereikbaarheid als speerpunten heeft). De Provincie werkt daarbij aanvullend, in het kader van haar regierol bij bovenlokale aangelegenheden, als verbindende schakel en is alert op mogelijke overlap of juist het ontbreken van aansluitingen. Doordat de Provincie in zowel het Tripool overleg als in het kerngebied participeert is samenhang gewaarborgd. Hierdoor kan de Provincie de verbindende factor zijn. Daarmee zijn de verschillende strategische agenda`s geborgd. Door de provincie Limburg wordt het belang van de regionale samenwerking in het kerngebied onderkend, waarbij de deelnemende gemeenten zich niet afkeren tegen de stad, maar complementair werken. De provincie en de regio hebben eerder uitgesproken te streven naar een strategische alliantie. Van een strategische alliantie is sprake wanneer partijen vanuit een strategische visie ‘majeure’ projecten realiseren (en voor de realisatie daarvan structureel geld vrijmaken).
-5-
IV.
Eerdere besluitvorming
De ontwikkelingen in deze vanaf het zogenaamde “Elsloo-overleg” tot aan het Kerngebied Zuid-Limburg zijn regelmatig onderwerp van gesprek geweest in zowel het seniorenconvent als ook in de vergaderingen van uw raad, laatstelijk nog in de vergadering 21 september jongstleden, waarbij door uw raad nog unaniem een motie is aangenomen, welke qua strekking volledig overeenkomt met dit voorstel. Daarnaast heeft op zaterdag 16 september 2006 een informerende raadsledenbijeenkomst plaatsgevonden. Uw raad is toen geïnformeerd over de achtergronden van de strategische agenda en aan de hand van stellingen is gediscussieerd over de wenselijkheid, het doel en de vrij te maken middelen voor de samenwerking. Het programma en de presentaties zijn als bijlage bij deze nota gevoegd. Tijdens de bijeenkomst heeft de heer Mommaas (hoogleraar vrijetijdswetenschappen Universiteit van Tilburg) de economische potenties van het Kerngebied in kaart gebracht. Kern van zijn betoog is: Opgaven waar de gemeenten voor staan zijn levensgroot (afname marktaandeel toerisme 18% ⇒ 10%, afname belang landbouw in 10 jaar -75% bedrijven) Regio moet zich duurzaam ontwikkelen door gebruik te maken van haar unieke kwaliteiten (heuvels, beekdalen, landgoederen, kerken, wijngaarden, kunsten, diensten, etc.) Vernieuwde allianties met marktpartijen zijn de enige mogelijkheid om te zorgen dat er zodanig in de regio geïnvesteerd wordt dat duurzame ontwikkeling mogelijk is (collaboratie tussen landbouw, horeca, detailhandel en recreatie). Overheid moet niet focussen op het maken van plannen, maar het aanjagen van ontwikkelingen door investeerders te faciliteren. Gebiedsontwikkeling is noodzakelijk, maar ga een gebied niet strak begrenzen. Dit is alleen mogelijk wanneer overheden op meerdere borden schaken (samenwerken met de stad én samenwerken met de landelijke gemeenten).
V.
Financiële aspecten
De Provincie heeft aangegeven om 200.000 euro als voorfinanciering in een fonds te storten om de voorbereidingskosten van gezamenlijke projecten te financieren. Een voorwaarde van de Provincie is wel dat de samenwerkende gemeenten eenzelfde bedrag in het fonds storten en dat de projecten die uitgewerkt / gefinancierd worden een substantiële bijdrage leveren aan het realiseren van de strategische agenda. Dit betekent voor de gemeenten dat zij in de begroting jaarlijks 2 euro per inwoner (ongelabeld) vrij maken om in een ontwikkelingsfonds te storten. Ons college zal in de voorjaarsnota rekening houden met deze bijdrage en deze bijdrage in 2008 in de reguliere begroting opnemen.
-6-
Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat het geld wordt gebruikt voor het aanjagen en voorbereiden van concrete projecten. Dit betekent wel dat de gemeente waar een specifiek project landt zelf de ambtelijke capaciteit dient vrij te maken om dit project mogelijk te maken. Enkel hierdoor is het mogelijk de organisatiekosten laag te houden. Wanneer het gaat over de daadwerkelijke uitvoering van projecten is de Provincie bereid om de uitvoering van (strategische) projecten te cofinancieren indien de financiering uit het fonds onvoldoende is en de gemeenten een extra bijdrage leveren. Het doel van de samenwerking is om, vanuit de kwaliteit van het landschap, de economische dynamiek in het Kerngebied Zuid-Limburg te vergroten. Gezien de beperkte omvang van de middelen zal er geselecteerd moeten worden om te bepalen welke projecten voor een bijdrage vanuit het ontwikkelfonds in aanmerking komen. Daarvoor zullen een aantal criteria worden opgesteld. Deze zullen door de stuurgroep worden vastgesteld. In elk geval zullen de volgende criteria hier onderdeel vanuit maken: - het project moet in de strategische agenda passen - het project moet (op termijn) een aanzienlijke werkgelegenheid creëren. - er zal sprake moeten zijn van substantiële cofinanciering van de initiatiefnemer
VI.
Beslispunten
Wij stellen uw raad derhalve voor om: een gezamenlijk aanspreekpunt en/of boegbeeld richting bedrijfsleven te creëren; prioriteit te geven aan de uitvoering van een gezamenlijke strategische agenda op het terrein van Health, Care & Cure; overeenkomstig de hiervoor genoemde unanieme motie van uw raad voor 2007 en 2008 € 2,- per inwoner (ongelabeld) beschikbaar te stellen om een (ontwikkelings)fonds te vormen ter financiering van de ontwikkelingskosten van projecten die voortvloeien uit de strategische agenda; binnen twee jaar de samenwerking te evalueren; de stand van zaken regelmatig onderwerp van gesprek te laten zijn tussen de heer Meijers en de portefeuillehouders economische zaken (zie daartoe tevens hierna onder risico’s)
VII. Risico’s Processen van daadwerkelijke actie en interactie vormen de kern van samenwerking. Er moet draagvlak gecreëerd worden voor samenwerking. Er is veerkracht nodig om in te spelen op veranderingen, die zich op zeker moment voordoen nadat een structuur is gekozen. Verder is met regelmaat reflectie nodig op de vraag of de juiste partijen zijn betrokken en welke hun belangen zijn. Deze zijn immers ook aan veranderingen onderhevig. Tenslotte zijn sfeer en -7-
conflicthantering cruciale elementen in samenwerkingsprocessen. Om een dergelijk gebied, met de veelheid aan actoren, gezamenlijk tot ontwikkeling te brengen wordt een sterk beroep gedaan op inhoud, maar zeker ook op regionale bestuurlijke daadkracht en eensgezindheid. Dit vraagt om een gezamenlijk aanspreekpunt met sterke verbindende kwaliteiten die in staat is het eigen belang (dat veelal op de korte termijn is gericht) van alle betrokkenen duurzaam te verbinden aan een gemeenschappelijk belang. Daadkracht, inventiviteit en de bereidheid tot samenwerking zijn de sleutelwoorden. Dit alles vereist een professionele regievoering op basis van duidelijke politieke uitgangspunten. Het aanspreekpunt moet dus voldoende (en een duidelijk) mandaat van de individuele gemeenten krijgen om zijn / haar coördinerende en afstemmende rol waar te kunnen maken.
VIII. Planning N.V.T.
IX.
Evaluatiemomenten/Rapportages
Zoals eerder gesteld dient de samenwerking een structureel karakter te krijgen. Dit is noodzakelijk om als overheid als een degelijke en solide partner naar het bedrijfsleven te kunnen opereren en daadwerkelijk de economische dynamiek positief te beïnvloeden. De samenwerking zal zich echter nog moeten bewijzen en het onderlinge vertrouwen moet groeien. Vandaar dat voorgesteld wordt om 2 jaar lang 2 euro per inwoner vrij te maken voor de samenwerking en aan het eind van het tweede jaar de samenwerking te evalueren. Dan moet duidelijk zijn dat de samenwerking concrete resultaten (gaat) opleveren en een positief effect zal hebben op de economische dynamiek in het kerngebied. Bij de evaluatie moet de samenwerking beoordeeld worden vanuit de regionale scoop. Centraal dient te staan of de inwoners in de regio baat hebben bij de samenwerking (en niet bijvoorbeeld welke voorzieningen in de individuele gemeenten zijn gerealiseerd).
X.
Communicatie
N.V.T.
XI.
Bijlagen
diversen (ter inzage in fractiekamer)
-8-
GEMEENTEBESTUUR VAN GULPEN-WITTEM Kenmerk : BP/028 Onderwerp : samenwerking kerngebied
De raad van de gemeente Gulpen-Wittem
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31-10-2006 inzake bovengenoemd onderwerp.
Gelet op de door de raad in zijn vergadering van 21-9-2006 unaniem aangenomen motie terzake;
Besluit
-
in het kader van de samenwerking binnen het Kerngebied Zuid-Limburg een gezamenlijk aanspreekpunt en/of boegbeeld richting bedrijfsleven te creëren;
-
prioriteit te geven aan de uitvoering van een gezamenlijke strategische agenda op het terrein van Health, Care & Cure;
-
overeenkomstig de hiervoor genoemde unanieme motie van uw raad voor 2007 en 2008 € 2,- per inwoner (ongelabeld) beschikbaar te stellen om een (ontwikkelings)fonds te vormen ter financiering van de ontwikkelingskosten van projecten die voortvloeien uit de strategische agenda;
-
binnen twee jaar de samenwerking te evalueren;
-
de stand van zaken regelmatig onderwerp van gesprek te laten zijn tussen de heer Meijers en de portefeuillehouders economische zaken (zie daartoe tevens hierna onder risico’s)
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Gulpen-Wittem in zijn vergadering van 7-122006.
De griffier,
De voorzitter,
Mw. F.G.J.M. van der Walle.
Mr. W.J.G. Geraedts.
-10-
-1-