GROTE WOONONDERZOEK 2013
Kwaliteitscontrole van de in- en uitwendige woningscreening
Lieve Vanderstraeten & Michael Ryckewaert
GROTE WOONONDERZOEK 2013 Kwaliteitscontrole van de in- en uitwendige woningscreening
Lieve Vanderstraeten & Michael Ryckewaert Projectleiding: Bruno De Meulder
Leuven, maart 2015 ●●●●●
Het Steunpunt Wonen is een samenwerkingsverband van de KU Leuven, de Universiteit Hasselt, de Universiteit Antwerpen en de Afdeling OTB – Onderzoek voor de gebouwde omgeving van de TUD (Nederland). Binnen het Steunpunt verzamelen onderzoekers van verschillende wetenschappelijke disciplines objectieve gegevens over de woningmarkt en het woonbeleid. Via gedegen wetenschappelijke analyses wensen de onderzoekers bij te dragen tot een langetermijnvisie op het Vlaamse woonbeleid. Het Steunpunt Wonen wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid, binnen het programma ‘Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek 2012-2015’.
Gelieve naar deze publicatie te verwijzen als volgt: Vanderstraeten L. & Ryckewaert M. (2015), Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de Gelieve naar dezewoningscreening, publicatie te verwijzen alsWonen, volgt: Leuven, 48 p. inen uitwendige Steunpunt typ de bibliografische referentie van de publicatie Voor meer informatie over deze publicatie
[email protected] & Voor meer informatie over deze publicatie typ e-mailadres(sen) van de corresponding authors
[email protected]
In deze publicatie wordt de mening van de auteur weergegeven en niet die van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid is niet aansprakelijk voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de opgenomen gegevens. D/typ het jaartal/4718/typ het depotnummer – ISBN typ het ISBN nummer D/2015/4718/10 – ISBN 9789055505630 © typ jaartal WONEN 2015het STEUNPUNT STEUNPUNT WONEN Niets uit uit deze dezeuitgave uitgavemag magworden wordenverveelvuldigd verveelvuldigd en/of en/of openbaar openbaar gemaakt gemaakt door door middel middel van van druk,druk, fotocopie, fotocopie, microfilm microfilm of opof op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, mimeograph, film film or or any any other other means, means, without without permission permission in in writing writing from from the publisher.
p.a. Secretariaat Steunpunt Wonen HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 bus 5300, BE 3000 Leuven Dit rapport Deze publicatie is ook is beschikbaar ook beschikbaar via www.steunpuntwonen.be via www.steunpuntwonen.be
Inhoud
Inleiding
1
1.
Onderzoeksopzet en beschrijving van de dataset van de ‘light opnames’ 1.1 Korte schets van de bijkomende kwaliteitscontrole 1.2 Beschrijving van de dataset van de ‘light opnames’
2 2 2
2.
Bespreking van de gebruikte statistische analyses 2.1 Cohen’s kappa‐coëfficiënt 2.2 Het gewogen strafpuntensysteem 2.3 De procentuele afwijking
3 3 4 5
3.
Bespreking van de resultaten 6 3.1 Tussentijdse analyses 6 3.2 Individuele kwaliteitscontrole van de enquêteurs op het finale databestand van de ‘light woningopnames’ 6 3.2.1 Analyse van de Cohen’s kappa‐coëfficiënten 6 3.2.2 Analyse van de gemiddelde gewogen afwijking 8 3.2.3 Analyse van de procentuele afwijking van de oppervlaktematen 9 3.2.4 Besluit: de algemene kwaliteit van de enquêteurs 11 3.3 Individuele kwaliteitscontrole van de controle‐enquêteurs op het finale databestand van de ‘light woningopnames’ 13 3.4 Kwaliteitscontrole van de variabelen/vragen opgenomen in het databestand van de ‘light woningopnames’ 14 3.4.1 Kwaliteitscontrole van de inschatting van gebreken 14 3.4.2 Thematische kwaliteitsanalyses 24 3.4.3 Analyse van de non‐respons per ruimte of installatie 26 3.5 Evaluatie van de gevolgde procedure en aanbevelingen ter optimalisatie 26
Bijlagen
29
Bibliografie
43
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | v
Inleiding
Het Grote Woononderzoek 2013 omvat enerzijds een grootschalige bevraging over de woonsituatie van de Vlaamse gezinnen en anderzijds een in‐ en uitwendige woningscreening. Het veldwerk hier‐ omtrent werd uitgevoerd van september 2012 tot december 2013. De bevraging over de woon‐ situatie werd afgenomen bij een steekproef van 10 000 referentiepersonen van private huishoudens uit het Vlaamse Gewest. De inwendige en uitwendige woningscreening, die onder meer moet toe‐ laten een goed zicht te krijgen op de (bouwfysische) kwaliteit van de woningen in Vlaanderen, werd uitgevoerd in 5 000 woningen in de groep van deze 10 000 referentiepersonen uit het Vlaamse Gewest. Het veldwerk hierbij was uitbesteed aan onderzoeksbureau IPSOS. De uitvoering van het Grote Woononderzoek werd begeleid door het Steunpunt Wonen. De opvolging van de woning‐ opname en de opleiding van de interviewers voor het gedeelte van de woningscreening was via een onderaanneming toegekend aan SumResearch. Een bijkomende kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening werd uitgevoerd door het Steunpunt Wonen. Deze paper rappor‐ teert over deze bijkomende kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening. Het eerste hoofdstuk schetst kort het onderzoeksopzet van dit rapport en beschrijft de dataset van de ‘light woningopnames’. In het tweede hoofdstuk worden de gebruikte statistische analyses verduidelijkt waarop de kwali‐ teitscontrole van de enquêteurs gebaseerd is. In het derde hoofdstuk worden deze individuele kwaliteitscontroles van de enquêteurs besproken. Daarnaast worden ook de individuele kwaliteitscontroles van de controle‐enquêteurs behandeld en wordt de kwaliteitscontrole van de individuele vragen/variabelen beschreven. Tenslotte wordt in dit laatste hoofdstuk de gevolgde procedure geëvalueerd en worden enkele aan‐ bevelingen geformuleerd ter optimalisatie van de procedure.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 1
1. Onderzoeksopzet en beschrijving van de dataset van de ‘light opnames’
1.1 Korte schets van de bijkomende kwaliteitscontrole Met het oog op de kwaliteitsbewaking van het luik van de inwendige en uitwendige woningopnames is in het kader van deze bijkomende kwaliteitscontrole een procedure van controles uitgewerkt. 298 woningen1 worden onderworpen aan een controle via de ‘light woningopname’. Hierbij onder‐ werpen 3 supervisoren of controle‐enquêteurs die werden aangesteld door IPSOS alle enquêteurs die meer dan 50 woningopnames hebben uitgevoerd aan (minstens) 4 controles via de bijkomende ‘light woningopname’. Daarnaast voerden de supervisoren of controle‐enquêteurs ook een aantal controles uit bij enquêteurs die minder dan 50 woningopnames hadden uitgevoerd om tot het geheel van 298 ‘light woningopnames’ te komen. Elke supervisor werd op zijn beurt tevens aan 5 controles onderworpen door een expert van SumResearch. In totaal zijn er 37 enquêteurs2 die meer dan 50 woningopnames hebben uitgevoerd en waarvan ver‐ wacht werd dat ze minstens 4 keer gecontroleerd zouden worden. Uit deze groep werden 35 enquê‐ teurs effectief minstens 4 keer gecontroleerd, 2 enquêteurs werden 1 of 2 keer gecontroleerd in plaats van 4 keer. In totaal werden bij deze groep van 37 enquêteurs 190 controles uitgevoerd. De resterende 117 controles werden uitgevoerd bij 56 enquêteurs die geen 50 woningopnames hadden uitgevoerd. Bij 41 enquêteurs werd geen enkele controle uitgevoerd. Deze enquêteurs hebben samen 357 woningopnames (= 7,1% van alle woningopnames) afgewerkt.
1.2 Beschrijving van de dataset van de ‘light opnames’ De dataset van de ‘light opnames’ (zie bijlage 1) omvat zowel vragen uit de inwendige woning‐ opname als uit de uitwendige woningopname. Met betrekking tot de inwendige woningopname omvat de dataset vragen over de woonkamer, de keuken, het toilet, de elektrische installatie en de verwarmingsinstallatie. Met betrekking tot de uitwendige woningopname omvat de dataset vragen over de gevel van de woning. Door de specifieke datastructuur omvat de dataset van de ‘light opnames’ in totaal 203 vragen/ variabelen. Deze 203 vragen kwamen echter nooit allemaal aan bod tijdens een light woningopname. Gemiddeld werden er een 100‐tal vragen afgewerkt. Afhankelijk van de aard van de vragen/variabelen werd een bepaalde statistische analyse toegepast.
1
Er werden in totaal 308 controles aangeleverd. 10 controles werden uit de dataset verwijderd: 5 controles omdat er geen gegevens beschikbaar waren van de controle‐enquêteur, 5 controles omdat deze gebeurden bij enquêteurs waar‐ van er geen woningopname meer in het definitieve aangeleverde bestand van 5 002 woningopnames zat. 2 Deze groep van 37 enquêteurs heeft samen 3 554 woningopnames uitgevoerd, dit is 71% van het totale bestand.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 2
2. Bespreking van de gebruikte statistische analyses
Het doel van de statistische analyses is om een uitspraak te kunnen doen over de betrouwbaarheid van de resultaten (de inter‐rater reliability). In het kader van de tussentijdse analyses willen we met deze resultaten afwijkende woningopnames opsporen en een remediëring van afwijkende enquê‐ teurs vooropstellen. In het kader van de definitieve resultaten willen we de betrouwbaarheid van de enquêtes en de vragen kaderen. Er worden analyses uitgevoerd per enquêteur, per controle‐enquê‐ teur en per vraag. Hiervoor worden verschillende statistische methoden gekozen, afhankelijk van de aard van de vragen/variabelen. De binominale variabelen, dit zijn de zuivere ja‐neen vragen, worden geanaly‐ seerd aan de hand van de Cohen’s kappa‐coëfficiënt en de pooled kappa‐coëfficiënt. Voor de ordi‐ nale variabelen, dit zijn vragen met meer dan 2 antwoordmogelijkheden, wordt een gewogen straf‐ puntensysteem uitgewerkt en voor de continue variabelen wordt een procentuele afwijking bere‐ kend. Bijlage 3 geeft een overzicht van welke vragen/variabelen gebruikt worden bij welke statis‐ tische methode. Bij de analyses van de enquêteurs vormen de antwoorden van de controle‐enquê‐ teurs de gouden standaard en bij de analyses van de controle‐enquêteurs deze van de controlerende expert van SumResearch. Per vraag wordt nagegaan welke de slechtst scorende vragen zijn. De procentuele afwijking wordt berekend voor de hele groep van enquêteurs en ook de achterliggende fout wordt blootgelegd.
2.1 Cohen’s kappa‐coëfficiënt De Cohen’s kappa‐coëfficiënt is een voor kans gecorrigeerde associatiemaat om de overeenkomst tussen 2 beoordelingen van eenzelfde situatie te meten. De 2 waarnemingen zijn, in het geval van de controles bij de enquêteurs, deze van de enquêteur en deze van de controle‐enquêteur. In het geval van de controles bij de controle‐enquêteurs, deze van de controle‐enquêteur en deze van de con‐ trolerende expert van SumResearch. De Cohen’s kappa‐coëfficiënt berekent meer dan een ‘eenvoudige’ procentuele overeenkomst. De procentuele overeenkomst houdt enkel rekening met de uitkomst (= de geobserveerde overeen‐ komst) (= po in de formule) zonder naar de achterliggende verwachtingen en fouten te kijken. De Cohen’s kappa‐coëfficiënt doet dit wel. De formule toont dat deze coëfficiënt een berekening is van de geobserveerde overeenkomst en de verwachte overeenkomst.
Formule Cohen’s kappa‐coëfficiënt: po pe 1 pe
K = Cohen’s kappa‐coëfficiënt po = geobserveerde overeenkomst pe = verwachte overeenkomst
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 3
De Cohen’s kappa‐coëfficiënt schommelt, zoals een correlatiecoëfficiënt, tussen ‐1 en 1. Waarbij waarde ‐1 erop duidt dat er totaal geen overeenkomst is tussen de 2 waarnemingen en waarde 1 erop duidt dat er 100% overeenkomst is. Hoe dichter de waarde naar 0 gaat, hoe groter de factor kans speelt en hoe onbetrouwbaarder de overeenkomst is. Welke grenswaarden moeten gesteld worden aan de kappa‐coëfficiënt hangt af van de dataset. Veel wetenschappelijke publicaties volgen de grenswaarden gesteld door Landis en Koch. Zij stellen dat de kappa >0,60 moet zijn om een goede en betrouwbare associatie te hebben (zie tabel 5). Wij volgen in het kader van dit onderzoek de gestelde grenswaarden door Landis en Koch, te meer omdat de waarde van 0,60 schommelt rond de 75% geobserveerde overeenkomst.
Tabel 1
De gestelde grenswaarden voor de kappa‐ coëfficiënt volgens Landis en Koch
Kappa <0,00 0,00
Overeenstemming Negatief Weinig tot geen Matig Redelijk Substantieel (Bijna) volledig
De Cohen’s kappa‐coëfficiënt wordt berekend voor alle binominale vragen in de dataset. Bijlage 1 Er moet wel opgemerkt worden dat de structuur van de dataset van de binominale variabelen uit de ‘light opnames’ niet 100% overeenkomt met een dataset beoogd voor de berekening van een Cohen’s kappa‐coëfficiënt. De Cohen’s kappa‐coëfficiënt is immers bedoeld om de overeenkomst tussen twee beoordelingen van eenzelfde situatie te berekenen. De binominale variabelen uit de ‘light opnames’ weerspiegelen telkens een andere situatie aangezien het telkens om een andere vraag gaat. Niettegenstaande deze afwijking hebben we er toch voor geopteerd deze statistische methode te gebruiken, te meer omdat de resultaten complementair zijn met de resultaten van de andere statistische analyses.
2.2 Het gewogen strafpuntensysteem Voor de ordinale variabelen uit de dataset van de ‘light opnames’ werd een gewogen strafpunten‐ systeem uitgewerkt. Komen beide antwoorden overeen wordt er geen strafpunt toegekend, wijkt het antwoord 1 categorie af wordt er 1 strafpunt toegekend, wijkt het antwoord 2 categorieën af worden er 2 strafpunten toegekend, wijkt het antwoord 3 categorieën af worden er 3 strafpunten toegekend en wijkt het antwoord 4 categorieën af worden er 4 strafpunten toegekend (zie tabel 2).
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 4
Tabel 2
Toegekende gewogen strafpuntensysteem voor de ordinale variabelen
0
Neen
0 Neen Matig opvallend Opvallend Zeer opvallend
0 1 2 3 4
1 0 1 2 3
Matig opvallend 2 1 0 1 2
Opvallend 3 2 1 0 1
Zeer opvallend 4 3 2 1 0
Voor een bepaalde enquêteur worden de strafpunten van alle ordinale vragen opgeteld en berekend per 10 antwoorden zodoende de resultaten van de verschillende gecontroleerde personen te kunnen vergelijken. De grenswaarde wordt gesteld op 2 strafpunten per 10 behandelde vragen. Hierbij worden 2 kleine afwijkingen of 1 matige afwijking per 10 vragen getolereerd.
2.3 De procentuele afwijking Tenslotte wordt voor de continue variabelen uit de dataset van de ‘light opnames’, zijnde de opper‐ vlaktematen van de woonkamer en de keuken, een (standaard) procentuele afwijking berekend. Voor de individuele ruimtes wordt eerst de individuele procentuele afwijking berekend (zie F1), voor beide samen wordt het gemiddelde berekend (zie F2).In de berekening van de individuele procen‐ tuele afwijking wordt de beoordeling van beoordelaar 2 als gouden standaard beschouwd. Bij de analyses van de enquêteurs is dit de oppervlaktebeoordeling van de controle‐enquêteurs en bij de analyses van de controle‐enquêteurs is dit de oppervlaktebeoordeling van de controlerende expert van SumResearch. F1 .
1 .
.
2 2
∗ 100
F2
√
1 ²
√
2 ²
2
We aanvaarden een foutenmarge van 20%.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 5
3. Bespreking van de resultaten
Er werden op verschillende tijdstippen statistische analyses uitgevoerd. Enerzijds werden in de loop van het veldwerk tussentijdse analyses uitgevoerd. Deze werden gepresenteerd op de bijeenkomsten van de begeleidingsgroep met vertegenwoordiging van het Agentschap Wonen‐Vlaanderen (afdeling Woonbeleid), IPSOS, SumResearch en het Steunpunt Wonen met de bedoeling om het verloop van de controles op te volgen, afwijkende woningopnames op te sporen en een remediëring mogelijk te maken van afwijkende interviewers en/of supervisoren. Anderzijds werden na het afwerken van het veldwerk in december 2013 statistische analyses uitge‐ voerd op de volledige verzamelde dataset van ‘light woningopnames’. Hiermee willen we de betrouwbaarheid van de enquêtes en de vragen kaderen. Deze analyses worden in onderstaande paragrafen verder in detail besproken.
3.1 Tussentijdse analyses In de loop van het veldwerk werden tussentijdse analyses uitgevoerd. Het Steunpunt heeft deze tus‐ sentijdse resultaten enkel aangewend om enquêteurs op te sporen die ondermaats presteren en die moesten bijgestuurd worden. Op de begeleidingsgroep met het Agentschap Wonen‐Vlaanderen (afdeling Woonbeleid), IPSOS, SumResearch en het Steunpunt Wonen werden in maart, mei, juli en september 2013 tussentijdse resultaten gepresenteerd en werden de namen van deze ondermaats presterende enquêteurs doorgegeven met de vraag om deze individueel bij te sturen. De enquêteurs die op 3 van de 4 analyses ondermaats presteerden, werden als ondermaats presterende enquêteur beschouwd.
3.2 Individuele kwaliteitscontrole van de enquêteurs op het finale databestand van de ‘light woningopnames’ In het kader van de individuele kwaliteitscontrole van de enquêteurs worden de Cohen’s kappa‐coëfficient, de pooled kappa‐coëfficiënt (indien meer dan 4 controles), de gemiddelde gewogen afwijking en de procentuele afwijking van de oppervlaktematen berekend op de dataset van de ‘light woningopnames’ van de enquêteurs waarbij 2 of meer controles werden uitgevoerd. Het betreft 65 enquêteurs die samen 4 290 woningopnames hebben uitgevoerd. Hierbij worden de waarden van de controle‐enquêteurs als gouden standaard gebruikt. Bijlage 3 geeft een overzicht van de vragen die behandeld werden in de verschillende analyses.
3.2.1 Analyse van de Cohen’s kappa‐coëfficiënten De Cohen’s kappa‐coëfficiënt wordt toegepast op de dataset van binominale variabelen (voor opsomming van deze variabelen zie bijlage 3). Figuur 2 schetst de relatie tussen de behaalde Cohen’s kappa‐coëfficiënt en het aantal uitgevoerde woningopnames van de enquêteurs. Op de y‐as staat de
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 6
Cohen’s kappa‐coëfficiënt, op de x‐as het aantal uitgevoerde woningopnames. De verschillende sym‐ bolen weerspiegelen het aantal uitgevoerde controles door de controle‐enquêteurs op de enquêteur in kwestie. Er zijn twee belangrijke referentieassen getekend op de figuur. Enerzijds staat op de y‐as een rode referentieas op waarde ‘0,6’. Dit is de grenswaarde die we voorop gesteld hebben om te spreken van een goede en betrouwbare overeenkomst tussen de vragen van de enquêteur en de controle‐enquêteur. Anderzijds is er op de x‐as een rode referentieas getekend op waarde ‘50’. Vanaf het ogenblik dat de enquêteur 50 woningopnames had uitgevoerd, moesten er minstens 4 controles worden uitgevoerd door de controle‐enquêteurs. Er is ook nog een grijze referentieas geplaatst op de y‐as op de grens tussen een goede en betrouwbare overeenkomst en een perfecte overeenkomst tussen de vragen van controle‐enquêteur en enquêteur. Figuur 2 toont dat het grootste deel van de enquêteurs de binominale variabelen goed en betrouw‐ baar hebben ingeschat. 8 enquêteurs slaagden er zelfs in een quasi perfecte overeenkomst te behalen. 12 enquêteurs realiseerden slechts een matige overeenkomst met de resultaten van de controle‐enquêteurs. Hierbij 2 enquêteurs die 100 of meer woningopnames hebben uitgevoerd. Geen enkele enquêteur behaalde een slechte overeenkomst.
Figuur 2
Cohen’s kappa versus het aantal uitgevoerde woningopnames voor de gecontroleerde enquê‐ teurs
0.85
Cohen’s Kappa‐waarde
0.8
0.75
0.7
0.65
0.6
„ƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒ† ‚ ‚ ‚ ‚ ˆ - ˆ ‚ + ‚ ‚ * + ‚ ‚ + + ‚ ˆ ˆ ‚ + ‚ ‚ + + + + ‚ ‚ * ‚ ˆ ˆ ‚ + ‚ ‚ ** + + ‚ ‚ + + ‚ ˆ + ˆ ‚ + ‚ ‚ + + + ‚ ‚ + ‚ ˆ + ˆ ‚ * ‚ ‚ + ‚ ‚ * + + ‚ ˆ * ˆ ‚ + ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ˆ * + ˆ ‚ + ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ Legende symbolen ˆ ˆ ‚ ‚ ‐ = 2 uitgevoerde controles ‚ ‚ * = 3 uitgevoerde controles ‚ ‚ ˆ ˆ + = 4 of meer uitgevoerde controles ‚ ‚ ŠƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒŒ 0 50 100 150 200 250
Perfecte overeenkomst
Goede en betrouwbare overeenkomst
Matige overeenkomst
0.55
0.5
0.45
Bron:
Aantal uitgevoerde woningopnames door de enquêteur in kwestie Ipsos, Grote Woononderzoek 2013
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 7
3.2.2 Analyse van de gemiddelde gewogen afwijking De gemiddelde gewogen afwijking wordt toegepast op de dataset van ordinale variabelen (voor opsomming van deze variabelen zie bijlage 3). Alle vragen waarbij er 3 of meer antwoordcategorieën zijn in de dataset van de light woningopnames worden hierbij per enquêteur verwerkt. Figuur 3 geeft de relatie weer tussen de gemiddelde gewogen afwijking en het aantal uitgevoerde woningopnames van een bepaald enquêteur. De logica van de opbouw van de figuur is analoog met deze van figuur 2. Op de y‐as staat de gemiddelde gewogen afwijking, op de x‐as het aantal uitgevoerde woning‐ opnames. Ook hier weerspiegelen de verschillende symbolen het aantal uitgevoerde controles door de controle‐enquêteurs op de enquêteur in kwestie. Op de y‐as zijn twee referentieassen getekend: een rode referentie‐as op waarde ‘2’. Dit is de grenswaarde die we aanvaarden om van een goede overeenkomst te spreken. Een tweede grijze as is getrokken op waarde ‘1’. Indien de enquêteurs een waarde lager dan 1 behalen, hebben ze zelfs geen kleine afwijking per 10 antwoorden gemaakt en kunnen we spreken van een quasi perfecte overeenkomst. Op de x‐as is, analoog met figuur 2, de referentie‐as getekend op waarde ‘50’. Uit figuur 3 blijkt dat ook de ordinale variabelen door het grootste deel van de enquêteurs goed en betrouwbaar worden ingeschat. 18 enquêteurs behaalden hierbij een quasi perfecte overeenkomst. 15 enquêteurs behaalden een matige overeenkomst. Opvallend hierbij is dat twee van de drie enquêteurs die meer dan 200 woningopnames hebben uitgevoerd net tot deze groep behoren.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 8
Figuur 3
Gemiddelde gewogen afwijking versus het aantal uitgevoerde woningopnames voor de gecon‐ troleerde enquêteurs „ƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒ† 4 ˆ ˆ Legende symbolen ‚ ‚ ‚ * ‚ ‐ = 2 uitgevoerde controles ‚ ‚ * = 3 uitgevoerde controles ‚ ‚ + = 4 of meer uitgevoerde controles 3.5 ˆ ˆ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ * ‚ 3 ˆ ˆ ‚ * ‚ ‚ ‚ ‚ + ‚ ‚ * + ‚ 2.5 ˆ ˆ ‚ + ‚ ‚ ‚ ‚ + ‚ ‚ ‚ 2 ˆ + + ˆ ‚ + + + + ‚ ‚ + ‚ ‚ - + ‚ ‚ * + + + ‚ 1.5 ˆ ˆ ‚ + ‚ ‚ + ‚ ‚ * + ‚ ‚ + + ‚ 1 ˆ + ˆ ‚ ‚ ‚ - * * + ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ 0.5 ˆ + ˆ ‚ + + ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ 0 ˆ ˆ ŠƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒŒ 0 50 100 150 200 250
Strafpunten / 10 antwoorden
Matige overeenkomst
Goede en betrouwbare overeenkomst
Perfecte overeenkomst
Aantal uitgevoerde woningopnames door de enquêteur in kwestie Bron: Ipsos, Grote Woononderzoek 2013
3.2.3 Analyse van de procentuele afwijking van de oppervlaktematen Tenslotte worden ook de procentuele afwijkingen van de oppervlaktematen van de woonkamer en keuken berekend. Voor elke enquêteur wordt (1) de gemiddelde procentuele afwijking berekend van de oppervlaktes van de opgemeten woonkamers, (2) de gemiddelde procentuele afwijking voor de oppervlaktes van de opgemeten keukens en (3) de totale gemiddelde procentuele afwijking voor de oppervlaktes van opgemeten woonkamers en keukens samen. De analyse van de procentuele afwijkingen van de oppervlaktematen wordt op 2 wijzen voorgesteld. Enerzijds geeft tabel 7 een overzicht van de verdeling van de gemiddelde procentuele afwijking van de oppervlaktes van de woonkamers en keukens apart en van de oppervlaktes van de woonkamers en keukens samen. Hierbij worden gemiddelde afwijkingen kleiner dan 20% als goed en betrouwbaar aanvaard. Bij afwijkingen kleiner dan 10% wordt de overeenkomst als perfect bestempeld. Afwijkin‐
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 9
gen tussen de 20 en 50% worden als matig beschouwd en uitschieters waarbij de gemiddelde afwij‐ king groter is dan 50% worden slecht bevonden. Tabel 7 toont dat deze analyse de minst goede resultaten oplevert. Voor het eerst worden slechte overeenkomsten opgetekend, zowel bij de gemiddelde oppervlaktebepaling van de woonkamer als van de keuken. Voor de oppervlaktebepaling van de woonkamers leveren 30 enquêteurs een goede en betrouwbare overeenkomst, 15 enquê‐ teurs een perfecte overeenkomst. Bij de oppervlaktebepaling van de keukens is de verdeling van de enquêteurs over beide klassen gelijk: 22 enquêteurs hebben een goede en betrouwbare overeen‐ komst met de controle‐enquêteur, 22 enquêteurs een perfecte overeenkomst. Aan de andere zijde van het spectrum behalen 5 enquêteurs een slechte overeenkomst bij de oppervlaktebepaling van de woonkamer, 2 enquêteurs een slechte overeenkomst bij de oppervlaktebepaling van de keuken. Een mogelijke verklaring voor een groter aantal slechtere, maar ook perfecte overeenkomsten tussen enquêteur en controle‐enquêteur ligt in de moeilijkere bepaling van precieze afbakening van de woonkamer en keuken. Wanneer de verschillende functionele leefruimtes zich in 1 fysische ruimte bevinden, is de precieze grens tussen de functionele ruimtes moeilijker te bepalen. Daarenboven komt daarbij de vraag welke functionele delen van de ruimte wel of niet worden samengenomen onder de noemer ‘woonkamer’. Wanneer beide ruimtes duidelijk afgescheiden ruimtes zijn (even‐ tueel omgeven door 4 muren), dan is er weinig interpretatieruimte en wordt de oppervlakte van de ruimte op eenzelfde manier ingeschat en opgemeten. Het goede percentage perfecte overeen‐ komsten, dat hoger ligt voor de oppervlaktebepaling van de keukens dan van de woonkamers, beves‐ tigen deze stelling. Dat de oppervlaktematen van de woonkamer en keuken, soms in grote mate, verschillen van deze van de ‘gouden standaard’ wil daarom dan ook niet zeggen dat de totale oppervlakte van de leef‐ ruimtes verkeerd zou zijn ingeschat. We maken ons sterk dat wanneer de totale oppervlakte van de leefruimtes als vergelijkingspunt zou zijn opgenomen, de oppervlaktematen met grote waarschijn‐ lijkheid dichter bij elkaar zouden liggen. Analoog met de analyse van de Cohen’s kappa van de binominale variabelen en de gemiddelde gewogen afwijking van de ordinale variabelen, worden ook hier de resultaten van de gemiddelde procentuele afwijking van de oppervlakte van de woonkamers en keukens samen uitgezet ten opzichte van het aantal uitgevoerde woningopnames voor de gecontroleerde enquêteurs. In de groep van de matige resultaten is het aantal enquêteurs waarbij er 4 of meer controles werden uit‐ gevoerd dubbel zo groot als de groep waarbij er 2 of 3 controles werden uitgevoerd. Ook dit valt grotendeels te verklaren door de moeilijkere bepaling van precieze afbakening van de woonkamer en keuken.
Tabel 3
Overzicht van de verdeling van de gemiddelde procentuele afwijking van de oppervlaktes van de woonkamers en keukens apart en van de oppervlaktes van de woonkamers en keukens samen
Overeenkomst
Slecht Matig Goed en Perfect betrouwbaar (afwijking >50%) (afwijking 20‐50%) (afwijking 10‐20%) (afwijking <10%) Abs Rel in % Abs Rel in % Abs Rel in % Abs Rel in % Woonkamers 5 7,7 15 23,1 30 46,1 15 23,1 Keukens 2 3,0 19 29,2 22 33,9 22 33,9 Samengeteld 0 0,0 21 32,3 31 47,7 13 20,0 Bron: Ipsos, Grote Woononderzoek 2013
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 10
Gemiddelde procentuele afwijking van de oppervlakte van de woonkamers
Figuur 4
Gemiddelde procentuele afwijking van de oppervlakte van de woonkamers en keukens samen versus het aantal uitgevoerde woningopnames voor de gecontroleerde enquêteurs
45
40
35
30
25
20
15
10
5
„ƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒ† ‚ ‚ Legende symbolen ‚ ‚ ‐ = 2 uitgevoerde controles ˆ ˆ * = 3 uitgevoerde controles ‚ ‚ + = 4 of meer uitgevoerde controles ‚ ‚ + + ‚ ‚ ˆ ˆ ‚ ‚ ‚ * ‚ ‚ ‚ ˆ + ˆ ‚ ‚ ‚ + ‚ ‚ ‚ ˆ ˆ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ + ‚ ˆ * * ˆ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ + + ‚ ˆ * + ˆ ‚ -* + ‚ ‚ * ‚ ‚ + + ‚ ˆ * + + + + ++ ˆ ‚ + + ‚ ‚ ‚ ‚ + + ‚ ˆ + ˆ ‚ - + + ‚ ‚ + ‚ ‚ ‚ ˆ * + ˆ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ˆ ˆ ‚ ‚ ŠƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒŒ 0 50 100 150 200 250
Matige overeenkomst
Goede en betrouwbare overeenkomst
Perfecte overeenkomst
0
Aantal uitgevoerde woningopnames door de enquêteur in kwestie
Bron: Ipsos, Grote Woononderzoek 2013
3.2.4 Besluit: de algemene kwaliteit van de enquêteurs Doordat de analyses van de procentuele afwijking van de oppervlaktematen om bovenvermelde reden geen eenduidige kwaliteitsindicatie geven, baseren we ons op de relatie tussen de Cohen’s kappa en de gemiddelde gewogen afwijking om een uitspraak te doen over de totale kwaliteit van de woningopnames van de enquêteurs. Figuur 5 toont de relatie tussen beide. Door de grenswaarden die gesteld worden aan beide analyses, wordt de figuur verdeeld in kwadran‐ ten. Het eerste kwadrant (linksboven) verzamelt de enquêteurs die op beide analyses goede en betrouwbare of perfecte overeenkomsten behaalden. Men kan hierdoor stellen dat deze enquêteurs en de bijhorende enquêtes van goede tot uitstekende kwaliteit zijn. Het betreft 44 enquêteurs die in totaal 2 696 woningopnames uitvoerden.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 11
In het tweede (rechtsboven) en derde (linksonder) kwadrant scoren de enquêteurs op 1 van de 2 analyses matig en op de andere goed en sommigen zelfs perfect. Hierdoor leveren ze enquêtes van een aanvaardbare kwaliteit. Het gaat om 15 enquêteurs die in totaal 1 378 woningopnames uitvoer‐ den. Het vierde kwadrant (rechtsonder) omvat de enquêteurs die op beide analyses matig scoren. De kwaliteit van de enquêteurs en de bijhorende enquêtes wordt hierdoor ondermaats bevonden. Het betreft 6 enquêteurs die in totaal 240 woningopnames uitvoerden. Bij een aantal enquêteurs werden geen of een enkele controle uitgevoerd. Hierdoor kan over de resterende 688 woningopnames geen kwaliteitsuitspraak worden gedaan.
Figuur 5
Verhouding tussen de Cohen’s kappa en de gemiddelde gewogen afwijking voor de verschil‐ lende enquêteurs ‚ 0.9 ˆ ‚ ‚ * ‚ ‚ 0.85 ˆ * ‚ * ‚ * * ‚ * * ‚ * 0.8 ˆ * * ‚ * * ‚ * * * * ‚ * * ‚ ** 0.75 ˆ * * * ‚ * ‚ * * ‚ * * * ‚ * * 0.7 ˆ * ‚ * * ‚ * * * * * ‚ * ‚ * * 0.65 ˆ * * * ‚ * * ‚ * ‚ * ‚ * * * 0.6 ˆ * * ‚ * * ‚ * * * ‚ * ‚ 0.55 ˆ * * * ‚ * ‚ ‚ ‚ 0.5 ˆ ‚ ‚ * ‚ ‚ 0.45 ˆ ‚ Šƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒ 0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 3.5 4
Cohen’s Kappa‐waarde
Uitstekende kwaliteit
Goede kwaliteit
Aanvaardbare kwaliteit
Aanvaardbare kwaliteit
Ondermaatse kwaliteit
Strafpunten/10 antwoorden Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 12
3.3 Individuele kwaliteitscontrole van de controle‐enquêteurs op het finale databestand van de ‘light woningopnames’ In het kader van de individuele kwaliteitscontrole van de controle‐enquêteurs worden tevens de Cohen’s kappa‐coëfficiënt, de gemiddelde gewogen afwijking en de procentuele afwijking van de oppervlaktematen berekend ditmaal op de volledige dataset van de ‘light woningopnames’ van de controle‐enquêteurs met de waarden van de expert van SumResearch als gouden standaard. Tabel 9 geeft een overzicht van de behaalde resultaten van de controle‐enquêteurs. De Cohen’s kappa‐coëfficiënt wordt toegepast op de dataset van binominale variabelen (voor opsomming van deze variabelen zie bijlage 3). De 3 controle‐enquêteurs behalen een Cohen’s kappa waarde die een goede, en voor twee controle‐enquêteurs zelfs een perfecte overeenkomst aangeeft. De gemiddelde gewogen afwijking wordt toegepast op de dataset van ordinale variabelen (voor opsomming van deze variabelen zie bijlage 3). Hierbij bekomen de drie controle‐enquêteurs een waarde die een perfecte overeenkomst met de gouden standaard van de expert van SumResearch weerspiegelt. De procentuele afwijking van de oppervlaktematen, die een gemiddelde afwijking is van alle opgemeten woonkamers en keukens, geeft de minst goede resultaten weer. Een van de controle‐ enquêteurs behaalt zelfs een waarde groter dan de door ons gestelde aanvaarde grenswaarde van 20%. Waarschijnlijk speelt ook hier de moeilijkere bepaling van de precieze afbakening van de woon‐ kamer en keuken. Wanneer de verschillende functionele leefruimtes zich in 1 fysische ruimte bevin‐ den, is de precieze grens tussen de functionele ruimtes moeilijker te bepalen en hangt deze grens af van de subjectieve beoordeling van de persoon die de ruimte opmeet. Dat ook de voor de rest zeer goed scorende controle‐enquêteurs grotere procentuele afwijkingen van de oppervlaktematen bekomen, bevestigt ons vermoeden dat deze in zijn huidige vorm een minder betrouwbare kwali‐ teitsindicator is en niet mee mag worden opgenomen in de algemene kwaliteitsbeoordeling van de enquêteurs en controle‐enquêteurs. De resultaten bevestigen dat de controle‐enquêteurs woningopnames afleveren van een algemene goede tot uitstekende kwaliteit met een (zeer) grote overeenkomst met de waarden van de expert van SumResearch. De woningopnames van de controle‐enquêteurs mogen dan ook terecht als gouden standaard worden aanzien bij de controles van de enquêteurs.
Tabel 4
Overzicht behaalde resultaten van de statistische analyses door de controle‐enquêteurs
N controles 5 5 4 Bron:
Cohen’s kappa
0,80 0,76 0,87 Ipsos, Grote Woononderzoek 2013
Gemiddelde gewogen afwijking 0,58 0,43 0,00
Procentuele afwijking oppervlaktematen 32,9 6,9 16,9
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 13
3.4 Kwaliteitscontrole van de variabelen/vragen opgenomen in het databestand van de ‘light woningopnames’ Belangrijk naast de kwaliteitscontrole van de individuele enquêteurs is de kwaliteitscontrole van de individuele vragen of variabelen voor de hele groep van enquêteurs. Uit de kwaliteitscontrole van de enquêteurs blijkt dat de meeste enquêteurs aanvaardbare tot goede en uitstekende beoordelingen van de verschillende onderdelen van de woningopname kunnen voorleggen, desalniettemin moeten we bewaken dat dit beperkt aantal fouten per enquêteur niet steeds voorkomt bij bepaalde vragen.
3.4.1 Kwaliteitscontrole van de inschatting van gebreken In onderstaande paragrafen wordt de kwaliteit bestudeerd van de vragen waarbij een inschatting moest worden gemaakt van een gebrek. De vragen worden gegroepeerd per gecontroleerde ruimte of installatie. Figuur 6 verzamelt de vragen met betrekking tot de elektrische installatie, figuur 7 deze van de verwarmingsinstallatie, figuur 8 de vragen over de buitengevel, figuur 9 deze omtrent de keuken, figuur 10 verenigt deze van de woonkamer en figuur 11 tenslotte deze over het toilet. In elk van deze figuren wordt telkens de algemene foutmarge van een bepaalde vraag/variabele opgedeeld naar de soort achterliggende gemaakte fout. Er wordt een steeds wederkerend onder‐ scheid gemaakt. Zo worden, ten eerste, deze fouten gegroepeerd waarbij de enquêteur het gebrek onderschat. Dit betekent dat de enquêteur aangeeft dat het gebrek niet aanwezig is, terwijl het wel aanwezig is. Ten tweede worden de fouten samengenomen waarbij de enquêteur het gebrek overschat. Dit wil zeggen dat de enquêteur een gebrek aangeeft terwijl dit niet aanwezig is. De som van deze eerste twee soorten van foutmarge geeft het totale aandeel weer waarbij het gebrek verkeerd wordt ingeschat. Het verschil tussen beide toont in welke mate over‐ en onder‐ schatting van het gebrek zich tot elkaar verhouden. Een hoog saldo betekent dat de vraag regelmatig verkeerd is ingeschat waarbij een van de twee vormen van verkeerde inschatting van het gebrek meer is voorgekomen dan de andere vorm. Ten derde is er regelmatig een groep ‘andere’. Deze groepeert meestal fouten waarbij de aan‐ of afwezigheid van het gebrek correct wordt ingeschat door de enquêteur, maar waarbij de ‘graad’ van het gebrek verkeerd werd beoordeeld. Ten slotte is er het aandeel enquêteurs dat de vraag niet behandeld heeft. Deze is een indicatie van de non‐respons op de vraag.
3.4.1.1
Kwaliteitscontrole van de inschatting van gebreken bij de elektrische installatie
Figuur 6 geeft een overzicht van de algemene foutmarge, opgedeeld naar soort achterliggende gemaakte fout, van de vragen met betrekking tot de elektrische installatie. De enquêteurs konden (zeer) moeilijk correct de aanwezigheid van aarding en de aardingsklem aan‐ geven. In totaal schatten respectievelijk 30% en 27% van de enquêteurs de aanwezigheid van beide verkeerd in. Daarbij verwisselt ook nog een opvallend aandeel van de enquêteurs de antwoordcate‐ gorieën ‘neen’ en ‘niet zichtbaar’. Het saldo tussen over‐ en onderschatting toont dat deze twee gebreken meer worden overschat dan onderschat.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 14
De andere mogelijke gebreken die gecontroleerd werden in de elektrische installatie worden, met uitzondering van de aanwezigheid van de verliesschakelaar, voornamelijk onderschat door de enquê‐ teurs. Opvallende waarden worden hierbij opgetekend voor de beoordeling van aanraakbare delen onder spanning (10%) en de beoordeling of de stopcontacten overwegend met vermoeden van aar‐ ding zijn (6%). Het saldo tussen over‐ en onderschatting toont dat bij het gebrek waarbij aanraakbare delen onder spanning staan het aandeel onderschatting opmerkelijk hoger is dan het aandeel over‐ schatting. Analoog met het herkennen van aarding en een aardingsklem, wordt ook de afwezigheid van de verliesstroomschakelaar voornamelijk overschat (7%), hoewel de onderschatting wel van dezelfde grootteorde is (5%). De onderschatting van de aanwezigheid van aarding, aardingsklem en verliesstroomschakelaar is met grote waarschijnlijkheid mede te wijten aan het feit dat deze onderdelen telkens een iets ander uiterlijk hebben en hierdoor is het voor de enquêteurs niet eenvoudig om deze te herkennen.
3.4.1.2 Kwaliteitscontrole van de inschatting van gebreken bij de verwarmingsinstallatie Bij de vragen omtrent mogelijke gebreken aan de verwarmingsinstallatie (zie figuur 7), vallen voor‐ namelijk de onderschatting van ‘voldoende verluchting in de ruimte waar de gasketel staat’ (23%) en ‘zichtbare schade aan de gasketel’ (22%) op. In deze gevallen oordeelde meer dan 1 op 4 enquêteurs verkeerdelijk dat er geen sprake was van een gebrek, terwijl dit wel het geval was. Het saldo tussen over‐ en onderschatting van deze twee gebreken geeft aan dat deze gebreken opvallend meer onderschat dan overschat worden. De andere gebreken werden goed ingeschat door de enquêteurs. Het verschil tussen onder‐ en over‐ schatting van het gebrek blijft voor deze gebreken kleiner of gelijk aan 2%. Ook de andere soorten gemaakte fouten blijven beperkt voor deze gebreken. Naast gebreken, werd bij de stookolie‐ en gasinstallatie ook gecontroleerd of het een energiezuinige ketel betrof en of er dus een label aanwezig was. Hier merkte 16% van de enquêteurs, indien er een gasketel stond, het label verkeerdelijk niet op en 4% van de enquêteurs zag dit over het hoofd wanneer er een stookolieketel stond. Nog een laatste opvallende waarde tekenen we op voor het aandeel enquêteurs dat de gasinstallatie niet heeft opgenomen. 5% van de gasinstallaties uit de ‘light woningopnames’ werd niet opgenomen.
3.4.1.3 Kwaliteitscontrole van de inschatting van gebreken met betrekking tot de buitengevel Voor quasi de hele groep van variabelen die betrekking hebben tot de buitengevel is een grote algemene foutmarge te noteren (zie figuur 8). Ondanks de grote algemene foutmarge, is er telkens een klein aandeel van de enquêteurs dat een werkelijk verkeerde inschatting maakt van het gebrek. Enkel de gebreken ‘afbladderende verf’ en ‘breuken of verzakkingen’ worden in meer dan 5% van de woningen onderschat en het gebrek van een grote heterogeniteit van materialen wordt in 9% van de woningen overschat. Het saldo tussen over‐ en onderschatting toont dat er bij deze drie gebreken ook een onevenwicht is.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 15
De grote algemene foutmarge wordt door twee elementen verklaard. Enerzijds, en grotendeels, door het feit dat de enquêteurs het verschil tussen ‘neen’ en ‘niet van toepassing’ niet konden maken. Het is duidelijk dat de enquêteurs hetzelfde bedoelen als de controle‐enquêteur, maar ze noteerden het verkeerd. Anderzijds wordt de grote algemene foutmarge verklaard door het niet opnemen van bepaalde vragen over de buitengevel door de enquêteurs. 24,4% van de enquêteurs oordeelden ver‐ keerdelijk dat er geen balken aanwezig waren aan de buitengevel en namen hierdoor de vragen omtrent de balken niet op en 11,4% dacht verkeerdelijk dat er geen kolommen aanwezig waren waardoor ze de vragen omtrent de kolommen niet opnamen. Opvallend hierbij is dat in elk van deze gevallen er geen sprake was van een gebrek. Bij de interpretatie van deze vragen bij de verwerking van het Grote Woononderzoek 2013 moet hiermee rekening worden gehouden. Het maakt echter de resultaten geenszins onbruikbaar of onbetrouwbaar, want het is hierbij belangrijk te weten of het gebrek zich al dan niet voordoet en dat schatten de enquêteurs wel goed in.
3.4.1.4 Kwaliteitscontrole van de inschatting van gebreken in de keuken Bij de variabelen over mogelijke gebreken in de keuken vallen enkele hoge foutmarges op die te wijten zijn aan een werkelijk verkeerde inschatting van het gebrek (zie figuur 9). ‘Te korte werkbladen (<2 m)’, de ‘afwezigheid van minstens twee vrije stopcontacten met ver‐ moeden van aarding’ en ‘keukentoestellen die aangesloten zijn op een verdeelstekker’ worden opmerkelijk overschat in respectievelijk 35,8%, 9,4% en 8% van de gevallen. Naast een verkeerde overschatting, zijn voor deze drie gebreken ook hogere onderschattingen op te tekenen waardoor in het geval van de inschatting van de lengte van het werkblad en de afwezigheid van minstens 2 vrije stopcontacten met vermoeden van aarding in meer dan 30% van de woningen een verkeerde inschatting van het gebrek aanwezig is. Het saldo tussen over‐ en onderschatting wijst voor deze twee gebreken ook op een sterk onevenwicht. De lengte van het werkblad wordt opmerkelijk meer verkeerdelijk te kort bevonden dan omgekeerd en er worden opvallend meer keuken geteld waarbij er foutief wordt aangegeven dat er wel minstens twee vrije stopcontacten zijn dan andersom. ‘Beschadiging aan muur‐ en vloerafwerking’, ‘gebreken aan de gootsteen’ en ‘loshangende stop‐ contacten’ worden ook merkelijk onderschat. De percentages van onderschatting van het gebrek schommelen tussen 5,4 en 8%. Bij het saldo van de beschadiging aan de vloerafwerking en de los‐ hangende stopcontacten weegt deze onderschatting door op de overschatting.
3.4.1.5 Kwaliteitscontrole van de inschatting van gebreken in de woonkamer De foutmarge van de vragen die de inschatting van een gebrek inhouden in de woonkamer liggen laag (zie figuur 10). Enkel de onderschatting van de loshangende stopcontacten of schakelaars is gelijk aan 5%, alle andere percentages liggen lager dan 3,7%. In het saldo tussen over‐ en onderschat‐ ting valt deze onderschatting op tegenover het saldo van de andere vragen. Hier houden over‐ en onderschatting elkaar in evenwicht houden.
3.4.1.6 Kwaliteitscontrole van de inschatting van gebreken in het toilet Bij de vragen over de inschatting van een gebrek in het toilet, zijn twee hogere waarden te noteren (zie figuur 11). Enerzijds geven de enquêteurs in 13% van de gevallen ten onrechte aan dat het toilet
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 16
wel toegankelijk is met de rolstoel en anderzijds valt op dat in 9% van de woningen de enquêteur stelt dat het toilet niet vorstvrij is gelegen terwijl dit wel het geval is. Bij de andere vragen over het toilet liggen de aandelen van een verkeerde inschatting van het gebrek laag en houden over‐ en onderschatting elkaar in evenwicht.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 17
Figuur 6
Foutmarge van de vragen met betrekking tot de elektrische installatie verkeerde inschatting gebrek (onderschatting)
verkeerde inschatting gebrek (overschatting)
verwisselen neen en niet van toepassing
geen opname vraag door enquêteur
60,0
saldo verkeerde inschatting gebrek 50,0
* saldo = overschatting gebrek
48,8
ʘ saldo = onderschatting gebrek
45,8
40,0
% 30,0
19,4
20,0
17,4 15,4
*
12,4
10,0
7,7
ʘ
*
afscherming door deurtje
installatie beschadigd door brand
ʘ stopcontacten vermoeden van aarding
aanraakbare delen onder spanning
aarding
aardingsklem
0,0
* verliesstroomschakeaar
ʘ
*
Bron: Ipsos
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 18
Figuur 7
Foutmarge van de vragen met betrekking tot de verwarmingsinstallatie verkeerde inschatting gebrek (onderschatting)
verkeerde inschatting gebrek (overschatting)
andere= verkeerd type verwarming
geen opname vraag door enquêteur
40,0
35,0
saldo verkeerde inschatting gebrek 33,8
* saldo = overschatting gebrek 31,4
ʘ saldo = onderschatting gebrek
30,0
25,0
% 20,0
ʘ
ʘ
15,0 10,7 10,0
4,7
Zichtbare schade aan de elektrische verwarming
Zichtbare schade aan de collectieve verwarming
Roetafzetting bij gasketel
Zichtbare schade aan de gasketel
Indien gasketel, is er voldoende verluchting
Bron: Ipsos
2,7
ʘ
*
0,0
3,7
Zichtbare schade aan de stookolieketel
5,0
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 19
Figuur 8
Foutmarge van de vragen met betrekking tot de buitengevel verkeerde inschatting gebrek (onderschatting)
verkeerde inschatting gebrek (overschatting)
andere
geen opname vraag door enquêteur
60,0 55,9
saldo verkeerde inschatting gebrek
* saldo = overschatting gebrek
51,5 51,2
ʘ saldo = onderschatting gebrek
50,0
42,5 40,0
33,4 % 30,0 26,4
25,7
25,4
20,0
18,1
10,7 10,0
8,4
*
* dichtgemaakte gevelopeningen
breuken of verzakkingen
grote heterogeniteit materialen
uitgevallen voegwerk
sporen houtrot kolomen
sporen corrosie kolommen
beschadiging balkons of erkers
sporen betonrot balken
afbladderende verf
ʘ loszittende stukken
1,3 ʘ
ʘ sporen houtrot balken
4,4
ʘ
* sporen corrosie balken
0,0
ʘ
sporen betonrot komommen
ʘ
Bron: Ipsos
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 20
Figuur 9
Foutmarge van de vragen met betrekking tot de keuken verkeerde inschatting gebrek (onderschatting) verkeerde inschatting gebrek (overschatting)
andere
geen opname vraag door enquêteur
60,0
saldo verkeerde inschatting gebrek
* saldo = overschatting gebrek 50,0
48,8
ʘ saldo = onderschatting gebrek
40,0
31,5 % 30,0
* 20,0 17,1
ʘ ʘ
ʘ
8,7
6,0
5,3
ʘ
ʘ
* Beschadiging plafondafwerking
Gootsteek met gebreken
Beschadiging vloerafwerking
Beschadiging muurafwerking
8,0
ʘ ʘ Loshangende stopcontacten/schakelaars
Keukentoestellen aangesloten op verdeelstekker
Minstens 2 vrije stopcontacten vermoeden aarding
Lengte werkblad < 2m
9,1
ʘ
*
0,0
9,4
Raamwerk in slechte staat
10,7
Vochtige muur(voeten)
10,7
Loshangende bekabeling of draden
ʘ
10,0
Functionerende dampkap aanwezig
12,0
Bron: Ipsos
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 21
Figuur 10
Foutmarge van de vragen met betrekking tot de woonkamer
verkeerde inschatting gebrek (onderschatting)
verkeerde inschatting gebrek (overschatting)
andere
geen opname vraag door enquêteur
8,0 7,0
saldo verkeerde inschatting gebrek 7,0
* saldo = overschatting gebrek ʘ saldo = onderschatting gebrek
6,0
6,0
5,4 5,0
5,0
4,7 4,4
ʘ
% 4,0
4,0 3,0
3,0 2,0
ʘ ʘ Raamwerk in slechte staat
Beschadiging plafondafwerking
Beschadiging muurafwerking
Loshangende stopcontacten of schakelaars
Vochtige muur(voeten)
0,0
* Insijpelend vocht
ʘ
ʘ
Schimmel op muren/plafonds
ʘ
Opliggende bekabeling of draden
1,0
Bron: Ipsos
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 22
Figuur 11
Foutmarge van de vragen met betrekking tot het toilet
verkeerde inschatting gebrek (onderschatting)
verkeerde inschatting gebrek (overschatting)
andere
geen opname vraag door enquêteur
25,0
saldo verkeerde inschatting gebrek
* saldo = overschatting gebrek 20,0
ʘ saldo = onderschatting gebrek
19,1
15,0 13,7 % ʘ
10,7
10,0 8,7 8,0 6,7 5,7
5,7
5,7
*
*
* Toilet buiten gelegen
6,7
Ernstige scheuren in muren
8,0
Raamwerk in slechte staat
8,4
*
5,0
Beschadiging vloerafwerking
Loshangende stopcontacten/schakelaars
Toilet aansluitend op keuken/woonkamer
Beschadiging muurafwerking
Toilet vorstvrij
Rolstoeltoegankelijk
Beschadiging plafondafwerking
*
ʘ
0,0
ʘ
* Defecten aan spoelbak of toiletpot
ʘ
* Toilet watergespoeld
*
Bron: Ipsos
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 23
3.4.2 Thematische kwaliteitsanalyses 3.4.2.1 Het aantal automatische en smeltzekeringen In totaal telden 60,4% van de enquêteurs een ander aantal automatische zekeringen dan de con‐ trole‐enquêteurs (zie tabel 5). Hiervan vonden 50,2% van de enquêteurs net als de controle‐enquê‐ teurs automatische zekeringen in de kast, maar verschilden het aantal zekeringen dat ze telden. Gemiddeld telden deze enquêteurs 15,9 automatische zekeringen, de controle‐enquêteurs telden er gemiddeld 17,9. In ongeveer 6 op 10 van deze gevallen telden de controle‐enquêteur meer auto‐ matische zekeringen dan de enquêteur. Wanneer we de foutmarge van het aantal smeltzekeringen bestuderen, zien we dat de foutmarge een stuk lager ligt. 21,7% van de enquêteurs telden een ander aantal smeltzekeringen. De verklaring hiervoor ligt in het feit dat er veel minder elektrische installaties zijn aangetroffen met smeltzekerin‐ gen waardoor de kans op een verkeerde telling ook meteen veel lager lag. Van de 298 bestudeerde woningen, waren er 65 woningen met smeltzekeringen in de elektrische installatie, terwijl er 181 waren met automatische zekeringen. Wat hierbij wel opvalt is dat 8% van de enquêteurs geen smeltzekeringen aangaven, terwijl er wel aanwezig waren in de elektrische installatie. Dit betekent dat de enquêteurs het moeilijk hadden om, in het geval er smeltzekeringen aanwezig waren, deze ook daadwerkelijk te herkennen als smeltzekeringen. We mogen er hierdoor van uit gaan dat er in het totale woningbestand een lichte onderschatting is van het aantal woningen met smeltzekeringen in de elektrische installatie.
Tabel 5
Foutmarge van de enquêteur versus controle‐enquêteur in verband met het aantal automatische en smeltzekeringen
Automatische zekeringen Enquêteur en controle‐enquêteur vonden automatische zekeringen in de kast, maar telden een verschillend aantal Enquêteur telde geen automatische zekeringen, controle‐enquêteur wel Enquêteur telde automatische zekeringen, controle‐enquêteur niet Geen opname enquêteur Geen opname controle‐enquêteur Totale foutmarge automatische zekeringen
Aandeel (in %)
Smeltzekeringen Enquêteur en controle‐enquêteur vonden smeltzekeringen in de kast, maar telden een verschillend aantal Enquêteur telde geen smeltzekeringen, controle‐enquêteur wel Enquêteur telde smeltzekeringen, controle‐enquêteur niet Geen opname enquêteur Geen opname controle‐enquêteur Totale foutmarge smeltzekeringen Bron: Ipsos
Aandeel (in %)
50,2 1,7 0,6 5,7 1,7 59,9
4,0 8,0 2,3 5,7 1,7 21,7
3.4.2.2 Type van de verwarmingsinstallatie en toestellen Analyse van de opname van de verwarmingsinstallatie geeft aan dat 5,4% van de enquêteurs de cen‐ trale verwarmingsinstallatie niet opnemen terwijl deze wel aanwezig is en dat 3,7% van de enquê‐ teurs wel aangeeft dat er een centrale verwarmingsinstallatie is, terwijl er geen aanwezig is. Hierbij
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 24
wordt vermoedelijk een elektrische boiler (1,7%) of gasboiler (2%) verkeerdelijk als centraal verwar‐ mingsinstallatie beschouwd. Tabel 6 toont dat de enquêteurs het type verwarmingsinstallatie goed kunnen beoordelen. Het totale aandeel enquêteurs dat een bepaalde installatie verkeerd schat, blijft bij alle installaties kleiner dan 3,3%. Het is de non‐respons dat de grootteorde van de totale foutmarge bepaalt.
Tabel 6
Kwaliteitscontrole van het type verwarmingsinstallatie
Soort gemaakte fout
Enquêteur geeft foutief deze installatie(s) aan Enquêteur geeft foutief deze installatie(s) niet aan Enquêteurs die verwarmingsinstallatie niet opnamen Totale foutmarge Bron: Ipsos
Gasketel (in %) 2,3 1,0 5,4 8,7
Stookolie‐ ketel (in %) 0,7 0,3 5,4 6,4
Elektrische Alle andere installatie installaties (in %) (in %) 2,0 0,1 0,3 0,0 5,4 5,4 7,7 5,5
Tabel 7 schetst dat ernstigere fouten bij het type verwarmingstoestel in woonkamer en keuken, waarbij de centrale verwarming voor decentrale verwarming wordt aanzien of omgekeerd, rond de 4% foutmarge schommelen. De grotere foutmarge van het type verwarmingstoestel(len) in de woon‐ kamer wordt grotendeels verklaard door het vergeten opnemen van een decentraal verwarmings‐ toestel naast het centrale verwarmingssysteem (20,7%).
Tabel 7
Kwaliteitscontrole van het type toestellen in woonkamer en keuken
Woonkamer Enquêteur verwisselt centrale en collectieve verwarming Enquêteur geeft centrale i.p.v. decentrale verwarming aan Enquêteur geeft decentrale i.p.v. centrale verwarming aan Enquêteur verwart decentrale individuele verwarming en verrijdbaar toestel Enquêteur nam geen decentrale verwarming op naast de centrale verwarming Enquêteur vergat verwarmingstoestel(len) op te nemen Andere fout Totale foutmarge
Aandeel (in %) 2,0 2,7 1,7 1,0 20,7 1,0 2,3 31,4
Keuken Enquêteur verwisselt centrale en collectieve verwarming Enquêteur geeft centrale i.p.v. decentrale verwarming aan Enquêteur geeft decentrale i.p.v. centrale verwarming aan Enquêteur verwart decentrale individuele verwarming en verrijdbaar toestel Enquêteur nam geen decentrale verwarming op naast de centrale verwarming Enquêteur vergat verwarmingstoestel(len) op te nemen Andere fout Totale foutmarge Bron: Ipsos
Aandeel (in %) 2,0 2,7 0,7 0,3 0,7 3,4 4,3 14,1
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 25
3.4.2.3 Aanwezigheid en type van de ramen De aanwezigheid en het type van de ramen in keuken en woonkamer werden goed beoordeeld door de enquêteurs en leveren geen noemenswaardige afwijkingen op ten opzichte van de resultaten van de controle‐enquêteurs.
3.4.3 Analyse van de non‐respons per ruimte of installatie Tot slot willen we kort de non‐respons per ruimte of installatie bespreken. Aangezien we via de data‐ set van de vragenlijst niet over een checklist beschikken waaruit blijkt welke ruimte effectief aan‐ of afwezig is in de woning, is deze analyse van de non‐respons van de enquêteur versus controle‐ enquêteur een indicatie voor het aandeel niet opgenomen maar toch aanwezige ruimtes of installa‐ ties. Tabel 8 geeft een overzicht van het aandeel woningopnames dat een bepaalde ruimte of installatie niet heeft opgenomen terwijl de ruimte of installatie wel aanwezig was in de woning. De grootste non‐respons werd gerealiseerd voor de opname van de verwarmingsinstallatie. 5,4% van de enquê‐ teurs heeft een aanwezige verwarmingsinstallatie niet opgenomen. Ook het toilet werd in bijna 5% van de gevallen niet opgenomen terwijl deze wel aanwezig was. Het lijkt vreemd dat er een non‐respons is voor de keuken, maar dit is te verklaren door het feit dat 1,7% van de enquêteurs de keuken als onderdeel van de grote woonkamer hebben beschouwd en hierdoor geen aparte keuken hebben opgenomen. Spijtig genoeg werden hierdoor enkele specifieke vragen over de keuken niet behandeld. Bij alle gecontroleerde woningen werden de woonkamer en buitengevel opgenomen. Ook werd er in elke opname gewag gemaakt van een elektrische installatie, wel gaf 5,7% van de enquêteurs aan dat de elektrische installatie niet toegankelijk was, terwijl de controle‐enquêteur wel een opname gerealiseerd heeft.
Tabel 8
Aandeel non‐respons van de opgenomen ruimtes en installaties
Ruimte of installatie Verwarmingsinstallatie Toilet Keuken Elektrische installatie Woonkamer Buitengevel Bron: Ipsos
Aandeel non‐respons van de gehele ruimte of installatie (in %) 5,4 4,7 1,7 0,0 (5,7) 0,0 0,0
3.5 Evaluatie van de gevolgde procedure en aanbevelingen ter optimalisatie De gevolgde procedure van de bijkomende kwaliteitscontroles stelde het Steunpunt Wonen in staat om een degelijke kwaliteitscontrole uit te voeren van de inwendige en uitwendige woningopnames. Niettegenstaande de goed uitgewerkte procedure, kunnen enkele opmerkingen geformuleerd worden.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 26
3.5.1.1
Opmerkingen bij de gevolgde procedure
a) Moeizame feedback bij tussentijdse resultaten Hoewel de tussentijdse resultaten meermaals gepresenteerd werden en de mindere resultaten in lijn lagen met de eerdere evaluatie van SumResearch, leek een feedback naar de enquêteurs uiterst moeizaam. Het onderzoeksbureau gaf aan de algemeen te verbeteren elementen en de specifieke opmerkingen bij bepaalde enquêteurs door te geven, maar toch was er bij de volgende tussentijdse evaluatie geen verbetering zichtbaar. b) Onvolledige match in de dataset tussen de te vergelijken woningopnames Er kon niet altijd een juiste match gemaakt worden tussen de gegevens van de enquêteur en de con‐ trole‐enquêteur indien het de gegevens van de woonkamer betrof. Dit kon gebeuren wanneer de enquêteur en de controle‐enquêteur de woonkamer anders gedefi‐ nieerd hadden. Wanneer beide een andere functietoewijzing gebruikt hadden, kon de match niet gemaakt worden. Concreet gebeurde dit wanneer de controle‐enquêteur de ruimte had opgenomen als ‘woonkamer 1’, maar de enquêteur diezelfde ruimte had opgenomen als ‘woonkamer 2’ of ‘eet‐ kamer 1’ of nog onder een andere benoeming. Een oplossing hiervoor werd gevonden door bij een dergelijke opvallende mismatch, de gegevens van de woonkamer ontbraken immers volledig voor de enquêteur, een ander door Ipsos aangeleverd geconverteerd bestand te raadplegen. Dit was echter een tijdrovende bezigheid zowel voor Ipsos als voor het Steunpunt Wonen. Ipsos moest immers een ander geconverteerd bestand speciaal aanmaken, het Steunpunt moest in dit geconverteerde bestand met alle gegevens van alle opgenomen ruimtes handmatig de match zoeken. 32 keer moest een dergelijke match tussen de gegevens gemaakt worden. Een tweede verkeerdelijke mismatch tussen de gegevens van enquêteur en controle‐enquêteur kwam voor wanneer de ene de ruimte had opgesplitst in een woonkamer met zitkamer en/of eet‐ kamer en de andere niet. Dit zorgde voornamelijk voor een mismatch van de aanwezige verwar‐ mingstoestellen en van de oppervlakte van de ruimte. Het was onmogelijk om voor elke aange‐ leverde controle te kijken of er sprake was van een dergelijke onvolledige match. Dit is een gegeven dat moet meegenomen worden in de analyse. Er kon tenslotte ook een foutieve match gemaakt worden in het geval de woning meerdere woon‐ kamers en/of keukens had. Er werd automatisch een link gelegd tussen de opgenomen woonkamer en keuken door de controle‐enquêteur en de eerste opgenomen woonkamer en keuken door de enquêteur. In het geval van meerdere woonkamers en/of keukens, werd de match gecontroleerd en getracht te verzekeren dat de opnames dezelfde ruimte betroffen.
3.5.1.2
Aanbevelingen ter optimalisatie van de procedure
a) Andere ruimte opnemen in de light‐opname Er kan besloten worden dat de keuze om de gegevens van de woonkamer op te nemen in de ‘light opname’ niet optimaal was. Het gevaar voor foutieve matchen is te groot en de impact op negatie‐ vere resultaten groot. Dit kan in de toekomst opgelost worden door (1) oftewel een zeer duidelijk
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 27
definitie voorop te stellen van de op te nemen woonkamer (wat ons inziens zeer moeilijk is) (2) oftewel te opteren voor de opname van een andere ruimte waarbij er minder misverstanden mogelijk zijn. Een mogelijke dergelijke ruimte is de slaapkamer van de referentiepersoon.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 28
BIJLAGEN
Bijlage 1 Volledige vragenlijst ‘light woningopname’
Onderdeel WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN
Uitleg Aantal woonkamers Primaire functie woonkamer 1 Secundaire functie woonkamer 1 Oppervlakte woonkamer Is er een vermoeden van onvoldoende hoogte? (<2m20) Onvoldoende hoogte Vochtige muur(voeten) Insijpelend vocht via bovenliggend verdiep of dak Schimmel op muren/plafonds (condensatie) Zijn er ernstige scheuren in de muren? Is er een belangrijke beschadiging van de muurafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de vloerafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de plafondafwerking? Is er een raam aanwezig? Is er minstens één opengaand raam? Is er een verluchtingsrooster aanwezig in het raam? Is het raamwerk in slechte staat? Is er dubbele beglazing bij ALLE ramen in de ruimte? Is het hoogrendementsglas? Is er een (opengaande) koepel aanwezig? Is er een (apart) verluchtingsrooster aanwezig? Heeft het verluchtingsrooster gebreken? Zijn er loshangende stopcontacten of schakelaars? Is er veel opliggende bekabeling of losliggende draden? Is er (vaste) airco aanwezig? Is er verwarming aanwezig? Welk type van verwarming is er aanwezig in de ruimte? Welk toestel/ type is de centrale verwarming? Welk toestel/ type is de collectieve verwarming? Welk toestel/ type is de individuele verwarming? Is er schade aan de kachel van de centrale verwarming? Is er schade aan de open haard van de centrale verwarming? Is er schade aan de cassette van de centrale verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de centrale verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de kachel van de collectieve verwarming? Is er schade aan de open haard van de collectieve verwarming? Is er schade aan de cassette van de collectieve verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de collectieve verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de kachel van de individuele verwarming? Is er schade aan de open haard van de individuele verwarming? Is er schade aan de cassette van de individuele verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de individuele verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de individuele verwarming? Om welke warmtebron van decentrale/individuele verwarming gaat het? Om welke warmtebron van verrijdbaar toestel gaat het? Is er schade aan het elektrisch verrijdbaar toestel? Is er schade aan het petroleum verrijdbaar toestel? Is er schade aan het butaan_propaan verrijdbaar toestel? Is er schade aan het pellets verrijdbaar toestel? Is er schade aan het andere type van verrijdbaar toestel? Aantal keukens Primaire functie keuken Secundaire functie keuken Oppervlakte keuken Is er een vermoeden van onvoldoende hoogte? (<2m20) Onvoldoende hoogte
Mogelijke antwoorden Zie hardcopy Zie hardcopy ja/neen neen/plaatselijk/meerdere_plaatsen neen/plaatselijk/meerdere_plaatsen ja/neen neen/ernstig/zeer_ernstig neen/beperkt/ernstig neen/beperkt/ernstig neen/beperkt/ernstig ja/neen ja/neen ja/neen neen/niet_algemeen/algemeen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen n.v.t./ja/neen n.v.t./ja/neen n.v.t./ja/neen ja/neen Zie hardcopy Zie hardcopy Zie hardcopy Zie hardcopy ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen Zie hardcopy Zie hardcopy ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen Zie hardcopy Zie hardcopy ja/neen
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 31
Onderdeel KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN Onderdeel KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET
Uitleg Vochtige muur(voeten) Insijpelend vocht via bovenliggend verdiep of dak Schimmel op muren/plafonds (condensatie) Zijn er ernstige scheuren in de muren? Is er een belangrijke beschadiging van de muurafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de vloerafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de plafondafwerking? Is er een raam aanwezig? Is er minstens één opengaand raam? Is er een verluchtingsrooster aanwezig in het raam? Is het raamwerk in slechte staat? Is er dubbele beglazing bij ALLE ramen in de ruimte? Is het hoogrendementsglas? Is er een (opengaande) koepel aanwezig? Is er een (apart) verluchtingsrooster aanwezig? Heeft het verluchtingsrooster gebreken? Zijn er loshangende stopcontacten of schakelaars? Is er veel opliggende bekabeling of losliggende draden? Is er (vaste) airco aanwezig? Is er verwarming aanwezig? Welk type van verwarming is er aanwezig? Welk toestel/ type is de centrale verwarming? Welk toestel/ type is de collectieve verwarming? Uitleg Welk toestel/ type is de individuele verwarming? Is er schade aan de kachel van de centrale verwarming? Is er schade aan de open haard van de centrale verwarming? Is er schade aan de cassette van de centrale verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de centrale verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de kachel van de collectieve verwarming? Is er schade aan de open haard van de collectieve verwarming? Is er schade aan de cassette van de collectieve verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de collectieve verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de kachel van de individuele verwarming? Is er schade aan de open haard van de individuele verwarming? Is er schade aan de cassette van de individuele verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de individuele verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de individuele verwarming? Om welke warmtebron van decentrale verwarming gaat het? Hoe wordt het verrijdbaar toestel verwarmd? Is er schade aan het elektrisch verrijdbaar toestel? Is er schade aan het petroleum verrijdbaar toestel? Is er schade aan het butaan_propaan verrijdbaar toestel? Is er schade aan het pellets verrijdbaar toestel? Is er schade aan het andere type van verrijdbaar toestel? Is het raam rechtstreeks verbonden met de buitenlucht? Er wordt gekookt op… Is er een functionerende dampkap aanwezig? Is er een hoog verluchtingsrooster aanwezig? Is er een gootsteen aanwezig? Heeft de gootsteen gebreken? Is er koud én warm water aan de keukenkraan? Is er toevoer van water? Is de lengte van het werktablet korter dan 2m? Zijn er minstens 2 vrije stopcontacten met vermoeden van aarding? Zijn er keukentoestellen aangesloten op een verdeelstekker? Aantal toiletten? Zijn er ernstige scheuren in de muren? Is er een belangrijke beschadiging van de muurafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de vloerafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de plafondafwerking? Is het toilet binnen of buiten? Is het water gespoeld? Is er een opengaand raam aanwezig? Is het raamwerk in slechte staat?
Mogelijke antwoorden neen/plaatselijk/meerdere_plaatsen neen/plaatselijk/meerdere_plaatsen ja/neen neen/ernstig/zeer_ernstig neen/beperkt/ernstig neen/beperkt/ernstig neen/beperkt/ernstig ja/neen ja/neen ja/neen neen/niet_algemeen/algemeen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen n.v.t./ja/neen n.v.t./ja/neen n.v.t./ja/neen ja/neen Zie hardcopy Zie hardcopy Zie hardcopy Mogelijke antwoorden Zie hardcopy ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen Zie hardcopy Zie hardcopy ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen Zie hardcopy ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen neen/ernstig/zeer_ernstig neen/beperkt/ernstig neen/beperkt/ernstig neen/beperkt/ernstig binnen/buiten ja/neen ja/neen neen/niet_algemeen/algemeen
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 32
Onderdeel TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VERWARMING VERWARMING VERWARMING SINSTALLATIE VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING
Uitleg Is er een verluchtingsrooster aanwezig? Is het een verluchtingsrooster met gebreken? Zijn er defecten aan de toiletpot of spoelbak? Is het toilet vorstvrij gelegen? Geeft het toilet rechtstreeks uit in de keuken of de woonkamer? Is het toilet rolstoeltoegangkelijk? Zijn er loshangende stopcontacten of schakelaars? Aantal elektrische installaties?
ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen
Is het verdeelbord of zekeringskast bereikbaar?
ja/neen
Wat is de locatie van de elektrische installatie?
Zie hardcopy
Is de elektrische installatie afgeschermd met een deurtje?
ja/neen
Is de elektrische installatie beschadigd door brand?
ja/neen
Staan er aanraakbare delen onder spanning?
ja/neen
VERWARMING VERWARMING VERWARMING GEVELS
Indien gasketel, wat is het label? Indien stookolieketel, is er een label aanwezig? Indien stookolieketel, welk is het label? Is er een grote heterogeniteit van materialen door onverantwoorde verbouwingen? Zijn er loszittende stukken (steen, bepleistering, bekleding)?
GEVELS
Mogelijke antwoorden
Hoeveel automatische zekeringen zijn er? Hoeveel smeltzekeringen zijn er? Is er een verliesstroomschakelaar aanwezig?
ja/neen
Is er een aardingsklem aanwezig?
ja/neen/niets
Is er een aarding (geelgroen) aanwezig?
ja/neen/niets
Zijn de stopcontacten in de volledige woning overwegend met vermoeden van aarding? Aantal verwarmingsinstallaties? Is er centrale verwarming in de woning? In welke ruimte staat de centrale verwarming?
ja/neen
Is het een collectieve verwarming? Is het een elektrische verwarming? Is het een gasketel? Is het een stookolieketel? Is het een houtketel? Is het een kolenketel? Is het een pelletketel? Is het een speksteen? Is het een andere verwarmingsinstallatie? Is er zichtbare schade aan de collectieve verwarming? Is er zichtbare schade aan de elektrische verwarming? Is er zichtbare schade aan de gasketel? Is er zichtbare schade aan de stookolieketel? Is er zichtbare schade aan de houtketel? Is er zichtbare schade aan de kolenketel? Is er zichtbare schade aan de pelletketel? Is er zichtbare schade aan de speksteen? Is er zichtbare schade aan de andere verwarmingsinstallatie? Indien een gasketel, is het aardgas? Indien een gasketel, is het een propaan/butaan/LPG? Indien gasketel, is er voldoende verluchting in deze ruimte? Indien gasketel, is er roetafzetting? Indien gasketel, is er een label aanwezig? Indien aardgas type b: welke kleur heeft de vlam (niet waakvlam)? Indien aardgas, welk type is de gasketel ‐ aardgas? Indien aardgas type c, hoe is aansluiting?
ja/neen Zie hardcopy ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen ja/neen geel/blauw/nz type_b, type_c met_schouwaansluiting, met_muuraansluiting BGV_HR, HR_PLUS,HR_TOP,CE ja/neen Optimaz, Optimaz_elite, ce ja/neen neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3/ja_ niet_algemeen_1op3_2op3/ja_niet_alge meen_minder_dan_1op3
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 33
Onderdeel GEVELS
Uitleg Is er uitgevallen voegwerk?
GEVELS
Is er afblakkerende verf of verwering?
GEVELS
Zijn er breuken of verzakkingen?
GEVELS
Is er storende affichering of betimmering?
GEVELS GEVELS
Zijn er dichtgemaakte gevelopeningen? Is er een beschadiging van balkons of erkers?
GEVELS GEVELS
Zijn er balken (horizontale elementen) aanwezig? Zijn er sporen van corrosie (staal) bij balken?
GEVELS
Zijn er sporen van betonrot (beton) bij balken?
GEVELS
Zijn er sporen van houtrot bij de balken?
GEVELS GEVELS
Zijn er kolommen (verticale elementen) aanwezig? Zijn er sporen van corrosie (staal) bij kolommen?
GEVELS
Zijn er sporen van betonrot (beton) bij kolommen?
GEVELS
Zijn er sporen van houtrot bij de kolommen?
Mogelijke antwoorden nvt/neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3 /ja_niet_algemeen_minder_dan_2op3 nvt/neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3 /ja_niet_algemeen_minder_dan_2op3 neen/matig_opvallend/opvallend/ zeer_opvallend neen/beperkt_storend/storend/ zeer_storend ja/neen nvt/neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3 /ja_niet_algemeen_1op3_2op3/ja_niet_ algemeen_minder_dan_1op3 ja/neen nvt/neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3 /ja_niet_algemeen_minder_dan_2op3 nvt/neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3 /ja_niet_algemeen_minder_dan_2op3 nvt/neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3 /ja_niet_algemeen_minder_dan_2op3 ja/neen nvt/neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3 /ja_niet_algemeen_minder_dan_2op3 nvt/neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3 /ja_niet_algemeen_minder_dan_2op3 nvt/neen/ja_algemeen_meer_dan_2op3 /ja_niet_algemeen_minder_dan_2op3
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 34
Bijlage 2 Vragen per statistische analyse
B2.1 Vragen behandeld bij berekening Cohen’s kappa‐coëfficiënt Onderdeel
Uitleg
ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN
Is het verdeelbord of zekeringskast bereikbaar? Is de elektrische installatie afgeschermd met een deurtje? Is de elektrische installatie beschadigd door brand? Staan er aanraakbare delen onder spanning? Is er een verliesstroomschakelaar aanwezig? Zijn de stopcontacten in de volledige woning overwegend met vermoeden van aarding? Is er een aardingsklem aanwezig? Is er een aarding (geelgroen) aanwezig? Is er een grote heterogeniteit van materialen door onverantwoorde verbouwingen? Zijn er dichtgemaakte gevelopeningen? Zijn er balken (horizontale elementen) aanwezig? Zijn er kolommen (verticale elementen) aanwezig? Is er een vermoeden van onvoldoende hoogte? (<2m20) Schimmel op muren/plafonds (condensatie) Is er een raam aanwezig? Is er minstens één opengaand raam? Is er een verluchtingsrooster aanwezig in het raam? Is er dubbele beglazing bij ALLE ramen in de ruimte? Is het hoogrendementsglas? Is er een (opengaande) koepel aanwezig? Is er een (apart) verluchtingsrooster aanwezig? Heeft het verluchtingsrooster gebreken? Is er verwarming aanwezig? Is er schade aan de kachel van de centrale verwarming? Is er schade aan de open haard van de centrale verwarming? Is er schade aan de cassette van de centrale verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de centrale verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de kachel van de collectieve verwarming? Is er schade aan de open haard van de collectieve verwarming? Is er schade aan de cassette van de collectieve verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de collectieve verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de kachel van de individuele verwarming? Is er schade aan de open haard van de individuele verwarming? Is er schade aan de cassette van de individuele verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de individuele verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan het elektrisch verrijdbaar toestel? Is er schade aan het petroleum verrijdbaar toestel? Is er schade aan het butaan_propaan verrijdbaar toestel? Is er schade aan het pellets verrijdbaar toestel? Is er schade aan het andere type van verrijdbaar toestel? Is het raam rechtstreeks verbonden met de buitenlucht? Is er een functionerende dampkap aanwezig? Is er een hoog verluchtingsrooster aanwezig? Is er een gootsteen aanwezig? Heeft de gootsteen gebreken?
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 35
Onderdeel
Uitleg
KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER
Is er koud én warm water aan de keukenkraan? Is er toevoer van water? Is de lengte van het werktablet korter dan 2m? Zijn er minstens 2 vrije stopcontacten met vermoeden van aarding? Zijn er keukentoestellen aangesloten op een verdeelstekker? Zijn er loshangende stopcontacten of schakelaars? Is er veel opliggende bekabeling of losliggende draden? Is er (vaste) airco aanwezig? Is het toilet binnen of buiten? Is het water gespoeld? Is er een opengaand raam aanwezig? Is er een verluchtingsrooster aanwezig? Is het een verluchtingsrooster met gebreken? Zijn er defecten aan de toiletpot of spoelbak? Is het toilet vorstvij gelegen? Geeft het toilet rechtstreeks uit in de keuken of de woonkamer? Is het toilet rolstoeltoegangkelijk? Zijn er loshangende stopcontacten of schakelaars? Indien aardgas type b: welke kleur heeft de vlam (niet waakvlam)? Is er centrale verwarming in de woning? Is het een collectieve verwarming? Is het een elektrische verwarming? Is het een gasketel? Is het een stookolieketel? Is het een houtketel? Is het een kolenketel? Is het een pelletketel? Is het een speksteen? Is het een andere verwarmingsinstallatie? Is er zichtbare schade aan de collectieve verwarming? Is er zichtbare schade aan de elektrische verwarming? Is er zichtbare schade aan de gasketel? Is er zichtbare schade aan de stookolieketel? Is er zichtbare schade aan de houtketel? Is er zichtbare schade aan de kolenketel? Is er zichtbare schade aan de pelletketel? Is er zichtbare schade aan de speksteen? Is er zichtbare schade aan de andere verwarmingsinstallatie? Indien een gasketel, is het aardgas? Indien een gasketel, is het een propaan/butaan/LPG? Indien gasketel, is er voldoende verluchting in deze ruimte? Indien gasketel, is er roetafzetting? Indien gasketel, is er een label aanwezig? Indien stookolieketel, is er een label aanwezig? Indien aardgas type c, hoe is aansluiting? Is er een vermoeden van onvoldoende hoogte? (<2m20) Schimmel op muren/plafonds (condensatie) Is er een raam aanwezig? Is er minstens één opengaand raam? Is er een verluchtingsrooster aanwezig in het raam? Is er dubbele beglazing bij ALLE ramen in de ruimte? Is het hoogrendementsglas? Is er een (opengaande) koepel aanwezig? Is er een (apart) verluchtingsrooster aanwezig? Heeft het verluchtingsrooster gebreken? Is er verwarming aanwezig? Is er schade aan de kachel van de centrale verwarming? Is er schade aan de open haard van de centrale verwarming? Is er schade aan de cassette van de centrale verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de centrale verwarming?
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 36
Onderdeel
Uitleg
WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER
Is er schade aan de vloerverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de kachel van de collectieve verwarming? Is er schade aan de open haard van de collectieve verwarming? Is er schade aan de cassette van de collectieve verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de collectieve verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de kachel van de individuele verwarming? Is er schade aan de open haard van de individuele verwarming? Is er schade aan de cassette van de individuele verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de individuele verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan het elektrisch verrijdbaar toestel? Is er schade aan het petroleum verrijdbaar toestel? Is er schade aan het butaan_propaan verrijdbaar toestel? Is er schade aan het pellets verrijdbaar toestel? Is er schade aan het andere type van verrijdbaar toestel? Zijn er loshangende stopcontacten of schakelaars? Is er veel opliggende bekabeling of losliggende draden? Is er (vaste) airco aanwezig?
B2.2 Vragen behandeld bij berekening van de gemiddelde gewogen afwijking Onderdeel
Uitleg
GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET VERWARMING VERWARMING WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER
Is er storende affichering of betimmering? Zijn er loszittende stukken (steen, bepleistering, bekleding)? Zijn er breuken of verzakkingen? Is er een beschadiging van balkons of erkers? Is er uitgevallen voegwerk? IS er afblakkerende verf of verwering? Zijn er sporen van corrosie (staal) bij balken? Zijn er sporen van betonrot (beton) bij balken? Zijn er sporen van houtrot bij de balken? Zijn er sporen van corrosie (staal) bij kolommen? Zijn er sporen van betonrot (beton) bij kolommen? Zijn er sporen van houtrot bij de kolommen? Is er een belangrijke beschadiging van de muurafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de vloerafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de plafondafwerking? Zijn er ernstige scheuren in de muren? Is het raamwerk in slechte staat? Vochtige muur(voeten) Insijpelend vocht via bovenliggend verdiep of dak Is er een belangrijke beschadiging van de muurafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de vloerafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de plafondafwerking? Zijn er ernstige scheuren in de muren? Is het raamwerk in slechte staat? Indien gasketel, wat is het label? Indien stookolieketel, welk is het label? Is er een belangrijke beschadiging van de muurafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de vloerafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de plafondafwerking? Zijn er ernstige scheuren in de muren?
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 37
Onderdeel
Uitleg
WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER
Is het raamwerk in slechte staat? Zijn er vochtige muur(voeten)? Insijpelend vocht via bovenliggend verdiep of dak
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 38
Bijlage 3 Vragen per statistische analyse
B3.1 Vragen behandeld bij berekening Cohen’s kappa‐coëfficiënt Onderdeel
Uitleg
ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN
Is het verdeelbord of zekeringskast bereikbaar? Is de elektrische installatie afgeschermd met een deurtje? Is de elektrische installatie beschadigd door brand? Staan er aanraakbare delen onder spanning? Is er een verliesstroomschakelaar aanwezig? Zijn de stopcontacten in de volledige woning overwegend met vermoeden van aarding? Is er een aardingsklem aanwezig? Is er een aarding (geelgroen) aanwezig? Is er een grote heterogeniteit van materialen door onverantwoorde verbouwingen? Zijn er dichtgemaakte gevelopeningen? Zijn er balken (horizontale elementen) aanwezig? Zijn er kolommen (verticale elementen) aanwezig? Is er een vermoeden van onvoldoende hoogte? (<2m20) Schimmel op muren/plafonds (condensatie) Is er een raam aanwezig? Is er minstens één opengaand raam? Is er een verluchtingsrooster aanwezig in het raam? Is er dubbele beglazing bij ALLE ramen in de ruimte? Is het hoogrendementsglas? Is er een (opengaande) koepel aanwezig? Is er een (apart) verluchtingsrooster aanwezig? Heeft het verluchtingsrooster gebreken? Is er verwarming aanwezig? Is er schade aan de kachel van de centrale verwarming? Is er schade aan de open haard van de centrale verwarming? Is er schade aan de cassette van de centrale verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de centrale verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de kachel van de collectieve verwarming? Is er schade aan de open haard van de collectieve verwarming? Is er schade aan de cassette van de collectieve verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de collectieve verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de kachel van de individuele verwarming? Is er schade aan de open haard van de individuele verwarming? Is er schade aan de cassette van de individuele verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de individuele verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan het elektrisch verrijdbaar toestel? Is er schade aan het petroleum verrijdbaar toestel? Is er schade aan het butaan_propaan verrijdbaar toestel? Is er schade aan het pellets verrijdbaar toestel? Is er schade aan het andere type van verrijdbaar toestel? Is het raam rechtstreeks verbonden met de buitenlucht? Is er een functionerende dampkap aanwezig? Is er een hoog verluchtingsrooster aanwezig? Is er een gootsteen aanwezig? Heeft de gootsteen gebreken?
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 39
Onderdeel
Uitleg
KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING VERWARMING WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER
Is er koud én warm water aan de keukenkraan? Is er toevoer van water? Is de lengte van het werktablet korter dan 2m? Zijn er minstens 2 vrije stopcontacten met vermoeden van aarding? Zijn er keukentoestellen aangesloten op een verdeelstekker? Zijn er loshangende stopcontacten of schakelaars? Is er veel opliggende bekabeling of losliggende draden? Is er (vaste) airco aanwezig? Is het toilet binnen of buiten? Is het water gespoeld? Is er een opengaand raam aanwezig? Is er een verluchtingsrooster aanwezig? Is het een verluchtingsrooster met gebreken? Zijn er defecten aan de toiletpot of spoelbak? Is het toilet vorstvij gelegen? Geeft het toilet rechtstreeks uit in de keuken of de woonkamer? Is het toilet rolstoeltoegangkelijk? Zijn er loshangende stopcontacten of schakelaars? Indien aardgas type b: welke kleur heeft de vlam (niet waakvlam)? Is er centrale verwarming in de woning? Is het een collectieve verwarming? Is het een elektrische verwarming? Is het een gasketel? Is het een stookolieketel? Is het een houtketel? Is het een kolenketel? Is het een pelletketel? Is het een speksteen? Is het een andere verwarmingsinstallatie? Is er zichtbare schade aan de collectieve verwarming? Is er zichtbare schade aan de elektrische verwarming? Is er zichtbare schade aan de gasketel? Is er zichtbare schade aan de stookolieketel? Is er zichtbare schade aan de houtketel? Is er zichtbare schade aan de kolenketel? Is er zichtbare schade aan de pelletketel? Is er zichtbare schade aan de speksteen? Is er zichtbare schade aan de andere verwarmingsinstallatie? Indien een gasketel, is het aardgas? Indien een gasketel, is het een propaan/butaan/LPG? Indien gasketel, is er voldoende verluchting in deze ruimte? Indien gasketel, is er roetafzetting? Indien gasketel, is er een label aanwezig? Indien stookolieketel, is er een label aanwezig? Indien aardgas type c, hoe is aansluiting? Is er een vermoeden van onvoldoende hoogte? (<2m20) Schimmel op muren/plafonds (condensatie) Is er een raam aanwezig? Is er minstens één opengaand raam? Is er een verluchtingsrooster aanwezig in het raam? Is er dubbele beglazing bij ALLE ramen in de ruimte? Is het hoogrendementsglas? Is er een (opengaande) koepel aanwezig? Is er een (apart) verluchtingsrooster aanwezig? Heeft het verluchtingsrooster gebreken? Is er verwarming aanwezig? Is er schade aan de kachel van de centrale verwarming? Is er schade aan de open haard van de centrale verwarming? Is er schade aan de cassette van de centrale verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de centrale verwarming?
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 40
Onderdeel
Uitleg
WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER
Is er schade aan de vloerverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de centrale verwarming? Is er schade aan de kachel van de collectieve verwarming? Is er schade aan de open haard van de collectieve verwarming? Is er schade aan de cassette van de collectieve verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de collectieve verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de collectieve verwarming? Is er schade aan de kachel van de individuele verwarming? Is er schade aan de open haard van de individuele verwarming? Is er schade aan de cassette van de individuele verwarming? Is er schade aan de radiator of convector van de individuele verwarming? Is er schade aan de vloerverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan de luchtverwarming van de individuele verwarming? Is er schade aan het elektrisch verrijdbaar toestel? Is er schade aan het petroleum verrijdbaar toestel? Is er schade aan het butaan_propaan verrijdbaar toestel? Is er schade aan het pellets verrijdbaar toestel? Is er schade aan het andere type van verrijdbaar toestel? Zijn er loshangende stopcontacten of schakelaars? Is er veel opliggende bekabeling of losliggende draden? Is er (vaste) airco aanwezig?
B3.2 Vragen behandeld bij berekening van de gemiddelde gewogen afwijking Onderdeel
Uitleg
GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS GEVELS KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN KEUKEN TOILET TOILET TOILET TOILET TOILET VERWARMING VERWARMING WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER
Is er storende affichering of betimmering? Zijn er loszittende stukken (steen, bepleistering, bekleding)? Zijn er breuken of verzakkingen? Is er een beschadiging van balkons of erkers? Is er uitgevallen voegwerk? IS er afblakkerende verf of verwering? Zijn er sporen van corrosie (staal) bij balken? Zijn er sporen van betonrot (beton) bij balken? Zijn er sporen van houtrot bij de balken? Zijn er sporen van corrosie (staal) bij kolommen? Zijn er sporen van betonrot (beton) bij kolommen? Zijn er sporen van houtrot bij de kolommen? Is er een belangrijke beschadiging van de muurafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de vloerafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de plafondafwerking? Zijn er ernstige scheuren in de muren? Is het raamwerk in slechte staat? Vochtige muur(voeten) Insijpelend vocht via bovenliggend verdiep of dak Is er een belangrijke beschadiging van de muurafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de vloerafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de plafondafwerking? Zijn er ernstige scheuren in de muren? Is het raamwerk in slechte staat? Indien gasketel, wat is het label? Indien stookolieketel, welk is het label? Is er een belangrijke beschadiging van de muurafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de vloerafwerking? Is er een belangrijke beschadiging van de plafondafwerking? Zijn er ernstige scheuren in de muren?
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 41
Onderdeel
Uitleg
WOONKAMER WOONKAMER WOONKAMER
Is het raamwerk in slechte staat? Zijn er vochtige muur(voeten)? Insijpelend vocht via bovenliggend verdiep of dak
Kwaliteitscontrole van de inwendige en uitwendige woningscreening | 42
Bibliografie
De Luyck N., Vandekerckhove B. (2012). Inwendige & uitwendige woningopname. Handleiding bij de opname, Steunpunt Ruimte en Wonen, Heverlee. Heylen K., Vanderstraeten L., De Luyck N. & Vandekerckhove B. (2015). Grote Woononderzoek 2013. Veldwerk en kwaliteitscontrole, Steunpunt Wonen, Leuven, p. 45. Heylen K., Debusschere E. & Winters S. (2010). Naar en nieuwe Woonsurvey en Woningsschouwing? Verkenning van de noden en de alternatieven, 53 p. Landis J.R., Koch G.G. (1977). ‘The measurement of obeserver agreement for categorical data’, Biometrics, 33, 1, 159‐174. Vlaamse Overheid (1998). Handleiding technisch verslag verwaarlozing van woningen en gebouwen – hoofdstuk twee. Brussel, p.49. Vlaamse Overheid (2007). Technische richtlijnen voor woningkwaliteitsonderzoek. Handleiding bij het technisch verslag. Brussel, p.172. Winters S., Buyst E., Elsinga M., Heylen K., Le Roy M., Tratsaert K., Vandekerckhove B. & Vastmans F. (2010). Voorstel tot indicatoren voor het Vlaamse Woonbeleid, Steunpunt Ruimte en Wonen.
Grote Woononderzoek 2013. Kwaliteitscontrole van de in‐ en uitwendige woningscreening | 43