beleggingsnieuws 22-09-2012 – Nieuws & achtergronden voor de beleggende klant van ABN AMRO
Interview Manuel Hernandez
4 Innovatie en economische groei
6 Fondswijzigingen
8
China kiest voor luxe
stijgers & dalers
grondstoffen
Grote vraag naar natuurlijke hulpbronnen leidt tot schaarste Razendsnelle verstedelijking en stijgende welvaart in opkomende markten stuwen de vraag naar natuurlijke hulpbronnen als olie, metalen en agrarische grondstoffen omhoog. Dat biedt beleggers interessante mogelijkheden, maar waakzaamheid is geboden. ‘Beleggen in grondstoffen is buitengewoon risicovol.’
Het is een eenvoudig rekensommetje: deel de verwachte wereldwijde toename van het aantal stadsbewoners tussen nu en 2050 door het aantal weken dat er nog te gaan is. ‘De uitkomst leert dat er elke week een “stad” van één miljoen mensen
bij komt’, zegt Ben Steinebach, hoofd Beleggingsstrategie bij ABN AMRO MeesPierson. ‘Voor al die nieuwe stadsbewoners moeten voorzieningen worden aangelegd: huizen, kantoren, snelwegen, spoorlijnen, luchthavens. Dat betekent een enorme
vraag naar grondstoffen als koper, aluminium en bouwmaterialen als cement en verf.’ Niet alleen razendsnelle verstedelijking in landen als China en India jaagt de vraag naar grondstoffen aan, vervolgt Steinebach. ‘Er ont-
Graafmachines aan het werk in de haven van Lianyungang in het oosten van China. De EU, de VS en Japan dienden eerder dit jaar een klacht in bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over China. Het land zou de uitvoer van zeldzame metalen molybdeen en wolfram willen beperken door hoge exportheffingen op te leggen.
staat ook een welvarende middenklasse in de opkomende markten. Die nieuwe welvaart leidt tot een ander uitgavenpatroon: een eigen auto, een groter huis, vaker vlees op tafel. Ook daardoor stijgt de druk op schaarse natuurlijke hulpbronnen.’ Na decennia van daling zijn grondstofprijzen sinds begin deze eeuw enorm gestegen. Weliswaar was er een krachtige terugval na het uitbreken van de kredietcrisis in 2007/08, maar sindsdien is de opwaartse lijn weer hervat. ‘Natuurlijk kan zich van tijd tot tijd een cyclische terugval voordoen, maar de vraag naar grondstoffen blijft structureel hoog’, zegt Amit Lodha, fondsbeheerder bij Fidelity Worldwide Investment. ‘Veel landen staan nog maar aan het begin van hun ontwikkelingsproces. Het BNP (Bruto Nationaal Product) per hoofd is in China nu even hoog als dat van de VS begin jaren veertig. Er is dus nog een hele lange weg te gaan.’ Bijkomende stimulans voor de vraag naar grondstoffen is dat verouderde infrastructuur in ontwikkelde landen de komende decennia moet worden vervangen. Alleen al in de VS zijn de komende jaren honderden miljarden dollars nodig om bruggen, pijpleidingen en rioleringen te repareren of vernieuwen. Ook technologische vooruitgang wakkert de vraag aan; zo leidt de groeiende behoefte aan snel breedbandinternet tot forse investeringen in de aanleg van optische glasvezelnetwerken, waarvoor onder meer zand en kalksteen nodig is. ➔
Turbulentie in de luchtvaart
Uitgave 22-09-2012 abnamro.nl/beleggen
1. Singapore 2. Estland 3. Algerije 4. Argentinië 5. Brazilië
92,1% (1.998) 54,6% (239) 52,7% (255) 51,8% (359) 50,9% (1.156)
Top-5 grootste afname exportwaarde. Van Nederland naar:
Top 5 dalers 1. Iran 45,8% (133) 2. Nigeria 38,0% (1.206) 3. Cyprus 12,5% (183) 4. Slovenië 11,6% (284) 5. Griekenland 10,4% (848) (Bron: CBS)
1200 1000
$ per ton
voor dit jaar. Eerder kondigde Lufthansa al aan dat het circa 3500 banen wil schrappen als onderdeel van een reorganisatie. Prijsvechters als Ryanair worstelen eveneens met de gevolgen van de crisis. De kwartaalwinst van de grootste low-fare luchtvaartmaatschappij voor vluchten binnen Europa daalde 29%. Het bedrijf had vooral last van de hoge brandstofprijzen. De kerosineprijs schommelt de afgelopen maanden rond de $ 1000 per ton.
Top 5 stijgers
Ontwikkeling kerosineprijs 2007-2012
1400
periode vorig jaar. Het operationeel verlies verbeterde wel tot 66 miljoen euro tegenover 145 miljoen een jaar eerder. Die verbetering is volgens Air France-KLM te danken aan de reorganisatie die het concern doorvoert. Die moet de maatschappij onder meer weerbaarder maken tegen de felle concurrentie van prijsvechters. Ook voor Lufthansa zijn het turbulente tijden. De Duitse luchtvaartgigant verlaagde de groeiverwachting
Top-5 grootste toename exportwaarde. Van Nederland naar:
vervolg op pagina 2
actueel Europese luchtvaartmaatschappijen zitten in zwaar weer. Door de economische crisis die Europa in zijn greep houdt, staat zowel het passagiersals het vrachtvervoer onder druk. Bovendien blijven de brandstofprijzen hoog door de grote vraag uit opkomende landen als China en India. Air France-KLM belandde in het tweede kwartaal van dit jaar opnieuw in de rode cijfers. Het nettoverlies liep op tot 895 miljoen euro tegenover 197 miljoen in dezelfde
De Nederlandse export nam in de maanden januari tot en met mei 2012 het snelst toe naar landen buiten de Europese Unie. Tussen haakjes de absolute waarde van onze export in miljoenen euro’s in de eerste vijf maanden van dit jaar.
800 600 400 200
Wereldmarktprijzen per dag 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Bron: XXXXXXXXX
3
7 Beleggingsfondsen zijn er in tienduizenden soorten en maten. Dus hoe maakt u een juiste selectie? Om beleggingsfondsen te beoordelen staan u gelukkig verschillende indicatoren en hulpmiddelen ter beschikking. We hebben de belangrijkste voor u op een rij gezet.
2
beleggingsnieuws grondstoffen (vervolg pag. 1) ➔ Bijbenen
‘Van absolute schaarste aan grondstoffen is geen sprake’, verduidelijkt Michel Rademaker, adjunct-directeur van The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en specialist op het gebied van grondstoffen. ‘Een grondstof raakt niet “op”, maar is schaars in economische zin: het aanbod kan de stijgende vraag niet bijbenen. Voor veel grondstoffen geldt dat het laaghangend fruit – de eenvoudig en goedkoop te winnen reserves – al geplukt is. Het opvoeren van de productie kost dus veel tijd en geld. De druk op grondstoffen zal de komende decennia groot blijven.’ De schaarste strekt zich uit over een grote diversiteit aan natuurlijke hulpbronnen, zoals energie (olie), bouwgrondstoffen (aluminium, koper), edelmetalen en agrarische grondstoffen (soja, graan, katoen). Internationaal is er de laatste jaren vooral aandacht voor het nijpende tekort aan zogenoemde zeldzame aardmetalen. Dergelijke metalen, zoals neodymium, spelen een belangrijke rol bij de productie van onder meer windturbines, hybride auto’s en touchscreens voor tablets en smartphones. Anders dan de naam doet vermoeden, komen zeldzame aardmetalen op vrij grote schaal in de aardkorst voor. In de jaren negentig besloten veel landen echter uit milieuoverwegingen tot sluiting van de mijnen. ‘Veel producten waarvoor zeldzame aardmetalen nodig zijn, bestonden een paar jaar geleden nog niet eens’, zegt Steinebach. ‘China, dat de productie niet stillegde, beschikt nu als enige land over grote, direct winbare ertslagen. Nu beseft iedereen dat deze grondstoffen van vitaal belang zijn voor de industriële productie en dus voor de welvaart. Maar China heeft de uitvoer aan banden gelegd, tot frustratie van veel andere landen. In de VS en Australië zijn al mijnen heropend, maar het opstarten van de productie kost veel tijd.’ De grote vraag naar grondstoffen kan ook een stimulans zijn voor innovatie, stelt Rademaker. ‘Naarmate de prijzen hoger zijn, wordt het interessanter om te zoeken naar alternatieven. Toyota ontwikkelt bijvoorbeeld een hybride motor waarvoor geen zeldzame aardmetalen nodig zijn. Je kunt ook denken aan urban
Een werknemer verzameld oude computers bij een nieuw geopende recyclingfabriek voor elektronisch afval in Wuhan, China. Volgens de Amerikaanse Milieu-organisatie (EPA), groeit de stroom aan elektronisch afval vijf keer sneller dan industrieel afval.
mining, het halen van grondstoffen uit bestaande bebouwing.’
Risicovol
De aanhoudend hoge vraag naar grondstoffen en de achterblijvende productie bieden kansen voor beleggers. ‘Beleggingen in grondstoffen hebben bovendien als bijkomend voordeel dat ze bescherming bieden tegen de inflatie’, zegt fondsbeheerder Lodha van Fidelity. ‘Dat is relevant nu centrale banken duizenden miljarden in de economie hebben gepompt en het gevaar van geldontwaarding op de loer ligt. In geval van stijgende inflatie houden de grondstofprijzen gelijke tred, omdat het aanbod niet zomaar omhoog kan.’ Toch is waakzaamheid geboden, waarschuwt Steinebach. ‘Beleggen
in grondstoffen is buitengewoon risicovol. Dat komt niet alleen door schommelingen in vraag en aanbod op de wereldmarkt, maar ook doordat speculatie bij de prijsvorming een belangrijke rol speelt. De vrije
profiteren van de langetermijntrend van stijgende prijzen, zonder dat een tijdelijke terugval tot onaanvaardbare verliezen leidt.’ Spreiding van grondstoffenbeleggingen is van groot belang om het ri-
De grote vraag naar grondstoffen kan ook een stimulans zijn voor innovatie val van de olieprijs halverwege 2008 was bijvoorbeeld deels terug te voeren op speculatie door hedgefondsen. In elk geval moeten beleggers in grondstoffen een lange beleggingshorizon hebben om te kunnen
sico te beperken. Dat kan bijvoorbeeld met speciaal op grondstoffen gerichte beleggingsfondsen. ‘Zulke fondsen investeren in grondstoffen of mijnbouwbedrijven, of in een combinatie daarvan’, verduidelijkt
Steinebach. ‘Op die manier kunnen beleggers een hogere mate van spreiding realiseren waardoor de volatiliteit doorgaans lager ligt dan bij directe beleggingen in grondstoffen.’ De strijd om grondstoffen blijft de komende jaren een belangrijke bron van spanning, ook in geopolitieke zin. ‘De geschiedenis leert dat de controle over schaarse natuurlijke hulpbronnen tot conflicten kan leiden’, zegt Rademaker. ‘Maar dat wil nog niet zeggen dat het tot een treffen tussen de grote economische machtsblokken komt. De onderlinge afhankelijkheid is immers groot. Dat pleit eerder voor nieuwe vormen van samenwerking en innovatieve oplossingen voor het probleem van schaarste.’
slim vermogen
‘Rustig blijven zitten’ Van zijn vader leerde de heer Kloppenburg dat veel handelen op de beurs per saldo weinig oplevert. Daarom kiest hij ervoor om de huidige onzekere tijden rustig uit te zitten.
‘De beleggingsportefeuille die ik in 1964 van mijn ouders erfde, heb ik altijd als familiekapitaal beschouwd, met de verplichting om dat zo goed mogelijk te beheren. Maar mijn werk heeft altijd zoveel tijd in beslag genomen, dat ik er niet veel aandacht aan heb kunnen schenken. Hoewel ik de financiële pagina’s in de kranten probeer te volgen, is mijn
ervaring dat je ook niet dagelijks boven op het nieuws hoeft te zitten om goede rendementen te halen. Mijn vader deed dat wel en was buitengewoon actief op de beurs. Maar ondanks al zijn inspanningen compenseerden de winsten maar net de verliezen. Voor hem was de beurs een boeiende afleiding, bij mij is dat veel minder het geval.’
Pech met Fortis
‘Het leven is ook veel te mooi, en bovendien te onvoorspelbaar, om je
druk te maken over financiële zaken. Tien jaar geleden dachten we nog dat alles alleen maar beter kon. De huizenprijzen zouden stijgen en aandelen zouden elk jaar meer waard worden. Helaas, we zullen met minder genoegen moeten nemen. Ik verwacht dat de huizenprijzen verder zullen dalen, maar over aandelen ben ik niet zo negatief. In Europa gaat het weliswaar minder, maar in Azië is er gewoon heel veel groei. Volgens mijn beleggingsadviseur heb ik een goede portefeuille. Dat is ove-
‘In Europa gaat het weliswaar minder, maar in Azië is er gewoon heel veel groei’
rigens deels zijn verdienste, want hij heeft me goede adviezen gegeven. Op dit moment is zijn advies: Blijf zitten waar je zit en verroer je niet. En daar kan ik mij goed in vinden. Als ik terugkijk, zijn er wel beleggingen geweest waar ik achteraf gezien eerder had moeten ingrijpen. Vooral mijn investering in Fortis is weinig gelukkig gebleken. Een van mijn betere beleggingen is Shell, die ik in 2009 tegen een lage koers wist op te pikken.’ Naam: de heer Kloppenburg Leeftijd: 81 Woonplaats: Utrecht Spreiding beleggingsportefeuille: aandelen (40%), obligaties (50%), liquiditeiten (10%) Rendement 2011: circa 7%
Uitgave 22-09-2012 abnamro.nl/beleggen
3
beleggingsnieuws interview tief vormen voor beleggers die op zoek zijn naar een stabiele inkomstenstroom is Noord-Amerika nu onze favoriete regio. De marktwaarde van beursgenoteerde vastgoedfondsen ligt daar weliswaar gemiddeld 8 procent boven de boekwaarde van de gebouwen, maar dat is slechts iets meer dan de 3 tot 5 procent die in het verleden gebruikelijk was. Veel belangrijker dan de iets hogere waardering zijn de grote stappen die Amerikaanse bedrijven na de kredietcrisis van 2008 hebben genomen om hun balans op orde te krijgen. Momenteel is de gemiddelde schuldenlast minder dan 40 procent van de totale vastgoedwaarde. Vier jaar geleden lag dat bijna dubbel zo hoog. Ondernemingen hebben na de kredietcrisis al in een vroeg stadium via afschrijvingen de boekwaarde van hun portefeuille in lijn gebracht met de nieuwe realiteit. Europese bedrijven hebben deze pijn niet genomen. Door de zwakke economie op dit continent worden vastgoedfondsen vaak gedwongen om dat nu alsnog te doen, en dat is een gevaarlijke ontwikkeling – zoals je bijvoorbeeld ziet aan de koersdaling van Wereldhave. Daarom adviseren we een onderweging in Europa. Voor Azië zijn we neutraal. Aan de ene kant onderscheiden bedrijven uit deze regio zich met gezonde balansen met een schuldenlast die vaak minder is dan 20 procent van de totale vastgoedwaarde. Maar aan de andere kant zorgen factoren zoals de mogelijke vorming van een luchtbel op de Chinese huizenmarkt ervoor dat de risico’s in Azië relatief groot zijn.’
Hoe kunnen beleggers het beste positie kiezen in de vastgoedsector?
Manuel Hernandez Fernandez
‘Vastgoed aantrekkelijk als inkomstenbron’ Een solide dividendrendement maakt vastgoedbedrijven tot een interessant alternatief voor beleggers die op zoek zijn naar een stabiele inkomstenstroom. Manuel
Hernandez Fernandez, vastgoedspecialist bij ABN AMRO fondsexpert-centrum AA Advisors, legt uit dat kiezen voor kwaliteit daarbij doorslaggevend is. Wat was de aanleiding om het advies voor vastgoed te verhogen van neutraal naar overwogen?
‘De lage rentestand zorgt ervoor dat spaarrekeningen of veilige staatsobligaties nauwelijks iets opleveren, en de scherpe koersbewegingen op de beurs schrikken veel mensen af. Het gemiddelde dividendrendement van vastgoedbedrijven ligt op ongeveer 4 procent en dat maakt deze categorie tot een interessant alternatief voor beleggers die een stabiele stroom inkomsten verwachten uit hun beleggingsportefeuille. Omdat de waardering voor vastgoed redelijk is en de schuldniveaus de laatste jaren flink zijn verlaagd, is het inkomstenelement door het solide dividendrendement aanleiding om het advies te verhogen.’
Uitgave 22-09-2012 abnamro.nl/beleggen
Waar moeten beleggers op letten binnen de vastgoedsector?
‘Het is heel belangrijk om te selecteren op kwaliteit. Beleggers moeten zich vooral niet laten verleiden door een heel hoog dividendrendement van 8 of 10 procent, want een dergelijk niveau is in het huidige klimaat simpelweg niet vol te houden. De winsten van kwalitatief minder goede vastgoedbedrijven met een hoog dividendrendement komen steeds meer onder druk te staan. Dat komt door een verlaging van de huurprijs bij contractvernieuwingen, door toenemende leegstand en door stijgende financieringskosten. De gevolgen van zo’n ontwikkeling waren onlangs te zien bij Wereldhave. Aan het begin van het jaar had die onderneming een ogenschijnlijk aantrekkelijk dividendrendement van bijna 9 procent. In het huidige klimaat
zijn dit soort percentages onhoudbaar en de hoge uitkering was dus een waarschuwingssignaal in plaats van een koopsignaal. Begin augustus kwam het slechte nieuws naar buiten. Het bedrijf maakte bekend dat het moest afschrijven op de vastgoedportefeuille en verlaagde het dividend van 4,70 euro per aandeel in 2011 naar 3,20 à 3,40 euro. De koers daalde met ruim 13 procent en aandeelhouders krijgen ongeveer 30 procent minder dividend dan vorig jaar. Beleggers zijn naar onze mening het beste af met vastgoed op zeer goede locaties met een gezonde balans en een dividendrendement van 3 tot 5 procent.’
Welke regio’s bieden de beste kansen voor vastgoedbeleggers?
‘Vanuit het perspectief dat vastgoedbeleggingen een goed alterna-
‘Binnen de diverse regio’s kunnen de ontwikkelingen sterk uiteenlopen als gevolg van verschillen in de economische situatie en de samenstelling van het vastgoedaanbod. De meeste Spaanse steden kampen bijvoorbeeld met veel overcapaciteit doordat er tien jaar geleden veel werd bijgebouwd en de economische situatie op dit moment zwak is. In Duitsland is in sommige steden juist sprake van krapte en in bijvoorbeeld Londen is de situatie weer heel anders. Omdat het heel lastig is om te voorspellen hoe elke markt zich gaat ontwikkelen, zijn beleggers die geïnteresseerd zijn in de aantrekkelijke inkomstenstroom van vastgoeddividenden vaak het beste af met een wereldwijde aanpak. Daarom raden wij momenteel het Schroder ISF Global Property Securities Fund aan. Dit fonds belegt in 45 tot 70 verschillende beursgenoteerde vastgoedfondsen. Het management kijkt met name naar ontwikkelingen op de lange termijn en richt zich daarbij op bedrijven met een kwalitatief goede vastgoedportefeuille, vakkundige bestuurders en een solide balans. Geografisch ligt de nadruk sterk op Amerikaanse vastgoedbedrijven, die 44 procent van de portefeuille vormen – terwijl dat voor de Eurozone slechts 5 procent is.’
uitgelicht Altijd en overal bankieren
Met de Mobiel Bankieren app van ABN AMRO kunt u altijd en overal uw belangrijkste bankzaken regelen. Gemakkelijk en veilig geld overmaken, uw beleggingen inzien en koersinformatie van uw persoonlijke beleggingen bekijken – het kan allemaal. De Mobiel Bankieren app is beschikbaar voor iPhone, iPad, BlackBerry*, Windows Phone* en Android-toestellen.
Saldo bekijken en geld overmaken
Wie kent het niet: een etentje of uitje met vrienden verrekenen. Heen en weer geschuif met contant geld zorgt al snel voor veel verwarring. Met de Mobiel Bankieren app van ABN AMRO is dat verleden tijd. U kunt snel en eenvoudig uw saldo bekijken en geld overschrijven. Maak een overschrijving nog persoonlijker door een sms- of e-mailbericht mee te sturen. Dankzij visueel bankieren kunt u bovendien foto’s en namen aan rekeningen toevoegen. Zo ziet u in één oogopslag van wie u geld heeft ontvangen en welke rekeningen al zijn betaald.
Beleggingsrekening raadplegen
Of de beurzen nu stijgen of dalen, het is altijd fijn om op de hoogte te zijn van uw beleggingen. Met de Mobiel Bankieren app heeft u altijd en overal inzicht in de opbouw en de waarde van uw beleggingsportefeuille. U ziet direct op uw smartphone of tablet per belegging hoeveel stukken u bezit, wat de huidige koers is en wat de totale waarde van de belegging is. Let op: de koersen zijn niet realtime. Hierdoor kan de getoonde waarde afwijken van de werkelijke waarde.
Overal veilig bankieren
Natuurlijk wilt u ook met uw smartphone of tablet veilig bankieren. De Mobiel Bankieren app werkt niet met de e.identifier, maar met een speciale zelfgekozen identificatiecode. Om veilig bankieren te kunnen waarborgen, kunt u met deze code minder bankzaken regelen. ABN AMRO werkt continu aan de mogelijkheden van Mobiel Bankieren met een scherp oog voor veiligheid. Daarom kunt u in de toekomst mogelijk meer, maar misschien dus ook wat minder bankzaken regelen met uw identificatiecode. Ga naar abnamro.nl/ mobielbankieren voor meer informatie. * Let op: de functionaliteit voor BlackBerry en Windows Phone is nog beperkt.
4
beleggingsnieuws trend
Het internationale onderzoekscentrum van General Mills en Nestlé in het Zwitserse Orbe, is het toonbeeld van duurzame innovatie. Een inventief systeem voor warmte- en koudtegeneratie verlaagt de energieconsumptie met 30%. Ook wordt het opgevangen regenwater hergebruikt voor het sanitair.
Innovatie cruciaal voor economisch succes Innovatie biedt de belofte van toekomstige groei. Geen wonder dus dat innovatieve
bedrijven een sterke aantrekkingskracht hebben op beleggers. Innovatie en economische groei, ze horen bij elkaar. De Britse econoom Angus Maddison heeft becijferd dat de wereldeconomie tussen 1820 en 2000 is gegroeid met gemiddeld 2,2% per jaar. Vóór de Industriële Revolutie was dat niet meer dan enkele honderdsten van procenten op jaarbasis, schatte Maddison. Een lange reeks van innovaties, beginnend met het grootschalig gebruik van de industriële stoommachine eind 18e eeuw, heeft de wereldeconomie een enorme impuls gegeven. De meest recente groeistoot kwam van de online revolutie.
Innovatie is dus onmisbaar?
De wereld kan inderdaad niet zonder innovatie. Het bedenken van oplossingen voor de problemen waarmee we worden geconfronteerd, is een van de dingen die mensen onderscheiden van andere levende wezens. Innovatie verhoogt onze productiviteit, creëert nieuwe markten en is daarmee een van de drijvende krachten achter de groei van de wereldeconomie. Maar de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technieken en methodes kan ook ons energieverbruik verminderen, mensen in staat stellen om zich
makkelijker met elkaar te verbinden of problemen aanpakken op terreinen als gezondheidszorg, milieu en onderwijs. De wijze waarop onderzoek en ontwikkeling zijn georganiseerd, is in de loop der tijden radicaal veranderd. De Industriële Revolutie was het tijdperk van fabrikanten die als een soort amateurwetenschappers op zoek gingen naar oplossingen voor de praktische problemen waarmee ze werden geconfronteerd. Een bekend voorbeeld is de Engelse wever James Hargreaves, die in 1764 met zijn Spinning Jenny de
eerste machine om garen te spinnen uitvond. De rol van deze aspirant-wetenschappers werd in de loop van de 19e eeuw overgenomen door professionele uitvinders, zoals Thomas Edison. Vandaag de dag is innovatie vooral een zaak van omvangrijke en kapitaalkrachtige bedrijven en onderzoeksinstellingen, die veelal gericht zoeken naar oplossingen voor specifieke problemen. Toch moet ook het belang van de innovatie ‘van onderop’ niet worden onderschat, zeker niet nu individuele denkers en creatievelingen dankzij het internet hun kennis en ervaring steeds makkelijker kunnen uitwisselen. ‘Cocreatie’ is volgens sommigen kenmerkend voor moderne innovatie.
Welke landen lopen voorop?
Het is nog niet zo eenvoudig om innovatie te ‘meten’. Dat verklaart ook waarom de lijstjes van de meest innovatieve economieën ter wereld nogal eens verschillen. Onderzoekers kijken bijvoorbeeld naar het percentage van het bruto nationaal product (BNP) dat naar onderzoek en ontwikkeling gaat, het aantal studenten in het hoger onderwijs of de reputatie van onderzoeksinstituten en universiteiten. Belangrijk is dat ook het uitvloeisel daarvan wordt meegewogen: hoeveel innovatie levert dat alles uiteindelijk op, bijvoorbeeld in aantal geregistreerde patenten? Volgens de toonaangevende Global Innovation Index van de Verenigde
Uitgave 22-09-2012 abnamro.nl/beleggen
5
beleggingsnieuws Innoveren in de polder Nederland moet in 2020 weer in de top-5 van meest innovatieve economieën staan. Die ambitie stond in het laatste rapport (2010) van het Innovatieplatform, de denktank van bedrijfsleven, wetenschap en overheid. Belangrijkste aanbeveling was om het geld dat de overheid in innovatie steekt – circa twee miljard per jaar – grotendeels te concentreren in de sectoren water, hightech, flowers & food, chemie en de creatieve industrie. Als Nederland kiest voor waar het al sterk in is, zou dat volgens het rapport tot 1% extra economische groei per jaar kunnen opleveren. Het Innovatieplatform werd in 2003 opgericht door de toenmalige premier Balkenende om de concurrentiekracht van de Nederlandse economie te versterken. Topondernemers en wetenschappers namen zitting in de groep. Zij stelden adviezen op en bedachten maatregelen voor het kabinet. Critici meenden echter dat het Innovatieplatform onvoldoende resultaat boekte en Nederland op het gebied van innovatie achterop dreigde te raken. In juni 2010 werd het Innovatieplatform opgeheven. Behalve doelmatiger besteding van innovatiegeld bepleiten velen ook een forse verhoging van de uitgaven. Meer steun van de overheid zou zich uiteindelijk ook vertalen in hogere uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling door het bedrijfsleven. Nederland geeft hier nu circa 1,8% van het bruto binnenlands product aan uit – minder dan het Europese gemiddelde. Onlangs lanceerde TNO samen met enkele grote bedrijven, de werkgeversorganisaties en een aantal kennisinstituten de initiatiefgroep Innovatie 2020. Doel is een ‘structurele plek in de top-10’ van meest innovatieve landen. De overheid neemt hier vooralsnog niet aan deel
Naties en de INSEAD Business School heeft Zwitserland de meest innovatieve economie ter wereld. De Zwitsers scoren vooral hoog dankzij hun uitstekende onderzoeksinstellingen en de intensieve samenwerking tussen universiteiten en bedrijfsleven. Bovendien is de Zwitserse overheid ruimhartig met subsidies voor onderzoek en innovatie. Dat ze hun kennis ook weten om te zetten in innovatie blijkt uit het feit dat de Zwitsers wereldwijd de
meeste patentaanvragen per inwoner hebben. Zweden staat op de tweede plaats in de index en is daarmee lijstaanvoerder binnen de Europese Unie. De Zweden zijn enthousiaste gebruikers van de modernste communicatietechnologieën en lopen voorop op het gebied van duurzaamheid. Singapore is op plek drie het hoogst genoteerde niet-Europese land. Sterke punten zijn het hoge opleidingsniveau van de beroepsbevol-
king, de kwaliteit van het hoger onderwijs en de snelle absorptie van nieuwe technieken door het bedrijfsleven. De overige landen in de top-10 zijn Finland, Verenigd Koninkrijk, Nederland, Denemarken, Hongkong (China), Ierland en de Verenigde Staten. Opvallend zijn de relatief lage klasseringen van rijke landen als Frankrijk (24), Japan (25) en Italië (36).
Hoe doet Nederland het?
Nederland staat op een verdienstelijke zesde plek in de Global Innovation Index. In het breder samengestelde Global Competitiveness Report van het World Economic Forum staan we wat betreft innovatie op de 12e plaats. Nederland doet het vooral goed als het gaat om het omzetten van kennis en ontwikkeling in toepasbare innovaties. Nederland scoort opvallend hoog op het gebruik van ICT (bijvoorbeeld het aantal breedbandaansluitingen, de toegang tot online overheidsdiensten en uitgaven aan software) en ‘online creativiteit’. Dat laatste wordt onder meer gemeten door te kijken naar het aantal geregistreerde webdomeinen en het aantal filmpjes dat op YouTube wordt gezet. Een aantal Nederlandse bedrijven behoort tot de innovatieve top op hun gebied. Dat geldt bijvoorbeeld voor fabrikant van chipmachines ASML, producent van hoogwaardige kunststoffen Ten Cate en baggeraar Boskalis. Philips doet het goed op het terrein van medische systemen en ‘consumer health’. Steden en regio’s als Leiden (Bio Science Park), Wageningen (Food Valley), Noord-Holland (zaadveredeling) en Eindhoven (Brainport) profileren zich uitdrukkelijk en vaak ook met succes als innovatieve centra van internationale allure. Toch zijn er ook kritische kanttekeningen te plaatsen. Nederland investeert relatief weinig in de kwaliteit van werknemers en scoort opvallend matig op het gebied van hoger onderwijs (66e plaats). Dat komt onder meer doordat minder dan 15% van de studenten kiest voor techniek of exacte wetenschappen en slechts weinig studenten in het buitenland gaan studeren. Ook de uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling – zowel van de overheid als het bedrijfsleven – lopen achter op die van veel andere ontwikkelde landen.
En onze Europese partners?
De prestaties van Duitsland, onze belangrijkste handelspartner, laten zich lastig vergelijken omdat in de
Global Innovation Index voor dat land een aantal belangrijke indicatoren ontbreekt. Zeker is wel dat de investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Duitsland zeer hoog zijn en dat Duitse ondernemingen uitstekend in staat zijn om zich snel de nieuwste technieken eigen te maken. Achilleshiel van de Duitsers is de geringe beschikbaarheid van wetenschappers en technici. In 2000 lanceerde Europa de zogenoemde ‘Lissabon-agenda’. Doel
van de productiekosten of het aanboren van nieuwe markten. Vanuit beleggingsoptiek is het wel belangrijk te realiseren dat de ontwikkelaar van een vernieuwende technologie niet altijd de partij is die daar het meeste van profiteert. Vaak zijn andere bedrijven beter in staat de innovatie efficiënt toe te passen en daarvan de vruchten te plukken. Ook de mate van (juridische) bescherming van een innovatie is een factor die moet worden meegewogen: in
Nederland scoort opvallend matig op het gebied van hoger onderwijs daarvan is van Europa de meest kennisintensieve en competitieve economie ter wereld te maken. De oprichting van het Innovatieplatform in 2003 door de toenmalige minister-president Balkenende (zie kader) paste in dat streven. De Lissabonagenda kwam echter nooit echt van de grond, onder meer door gebrekkige coördinatie tussen de lidstaten en een te grote nadruk op productinnovatie. Vrijwel geen enkele EU-lidstaat haalt de doelstelling om structureel 3% van het BNP te besteden aan onderzoek en ontwikkeling. De meeste landen, ook Nederland, komen niet verder dan 1,5 tot 2%. Ook op het gebied van investeringen in onderwijs presteren de Europese landen, met uitzondering van Finland, niet goed. De eurocrisis en de noodzaak tot forse bezuinigingen zetten de overheidsbudgetten voor de stimulering van onderzoek en ontwikkeling verder onder druk. Maatregelen zijn vooral gericht op herstel van het Europese evenwicht op korte termijn, niet op groei op de lange termijn. Wel is er een toenemend besef dat de grote uitdagingen waarvoor Europa staat – zoals het realiseren van duurzame economische groei – alleen succesvol kunnen worden aangepakt door intensieve samenwerking tussen overheden, bedrijven en onderzoeksinstellingen.
Europa is een octrooi of patent bijvoorbeeld maximaal 20 jaar geldig. In sommige sectoren is het vermogen tot innoveren een cruciaal ingrediënt voor succes. Dat geldt bijvoorbeeld voor bedrijven die actief zijn op het gebied van duurzaamheid. Te denken valt aan ondernemingen die technologieën ontwikkelen voor een duurzame energiehuishouding, efficiënt gebruik van schaarse grondstoffen en het verminderen van de impact van menselijk handelen op milieu en klimaat. Beleggingsfondsen die bij dit thema aansluiten zijn onder meer het Pictet Water en SAM Smart Energy Fund. Beide staan op de aanbevelingslijst van ABN AMRO. Ook in sectoren als biotech, ICT, chemie en farmacie speelt innovatief vermogen een belangrijke rol. Op het gebied van onder meer nanotechnologie, cloud computing, industriële automatisering (robotica), vergroening en medische technologie worden de komende jaren belangrijke technologische stappen voorwaarts verwacht. Het grote aanbod van beleggingsfondsen dat zich op deze innovatieve sectoren richt, biedt de belegger volop mogelijkheden op de verwachte ontwikkelingen in te spelen.
Hoe kan je als belegger inspelen op het thema innovatie?
Het innovatieve vermogen van ondernemingen speelt een belangrijke rol bij de aandelenselectie van vele beleggingsfondsen. Technologische voorsprong kan een groot voordeel opleveren ten opzichte van de concurrentie, bijvoorbeeld door verlaging
De opkomende markten
De Skyline van Singapore. De stadsstaat doet het goed in de top van de Global Innovation Index.
Uitgave 22-09-2012 abnamro.nl/beleggen
Europa en Noord-Amerika zijn nog steeds toonaangevend als het om innovatie gaat. In de onlangs gepubliceerde Global Innovation Index zijn Singapore en Hongkong de enige economieën uit andere regio’s die een plekje in de top-10 weten te bemachtigen. De onderzoekers concluderen dat de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) fors meer moeten investeren in innovatie om hun economische potentieel volledig te benutten. De rijke landen beschikken over de ‘innovatieve infrastructuur’ die gunstig is voor onderzoek en ontwikkeling. De opkomende markten zijn in dat opzicht nog
onvoldoende ontwikkeld, aldus de onderzoekers. Opmerkelijk is wel dat China en India de lijst van meest efficiënte innovatieve economieën aanvoeren; deze landen blijken bij uitstek in staat om bestaande technieken en kennis te vertalen in een hogere productie. Belangrijk struikelblok is de ontoereikende bescherming van intellectueel eigendom in landen als China en Rusland. Critici menen dat bedrijven huiverig zijn om op grote schaal te investeren in ontwikkeling en onderzoek omdat patenten, octrooien, merken en auteursrecht in deze landen onvoldoende zijn gewaarborgd.
6
beleggingsnieuws Fondswijzigingen
Richten op opkomende markten, wereldwijde bedrijfsobligaties en Amerika Bij de samenstelling van de nieuwste Adviesportefeuille Wereld, Regio en Regio Beleggingsadvies (Regio BA) is een aantal veranderingen doorgevoerd. Binnen het aandelenstuk in de Adviesportefeuille Wereld en Regio is
het Robeco Emerging Markets Equities Fund vervangen door het Fidelity Emerging Markets Fund. Binnen het obligatiestuk van de Adviesportefeuille Wereld is het Schroder Euro Corporate Bond Fund vervangen door het Pimco Global Investment Grade Credit Fund. De laatste wijziging betreft de switch van het Amerika fonds Pictet US Equity Growth Selection Fund naar UBS USA Growth in de Adviesportefeuille Regio en Regio BA. Een blik op de nieuwe beleggingsfondsen. Fidelity Emerging Markets Fund
Michael Meijer Beleggingsspecialist De auteur van deze beleggingsaanbeveling heeft geen persoonlijk belang. Zijn vergoeding voor de verrichte werkzaamheden is en was noch direct noch indirect gerelateerd aan de specifieke aanbevelingen of standpunten zoals weergegeven in deze opinie en zal dat ook niet worden.
De Apple Store in het Hirschgebouw aan het Leidseplein in Amsterdam. Apple is een van de Amerikaans bedrijven waarin het UBS USA Growth fonds belegt.
Het Fidelity Emerging Markets Fund wordt beheerd door een ervaren fondsbeheerder die nauw samenwerkt met een team van zowel regio- als sectoranalisten. Sinds het aantreden van de beheerder vormt de aanwezigheid van Zuid-Afrikaanse bedrijven in de portefeuille een van de voornaamste stuwende factoren voor het resultaat. Het fonds heeft de afgelopen jaren zeker een voorkeur voor die regio gehad. Dat is grotendeels het gevolg van de beleggingsfilosofie van het fonds, waarin de nadruk ligt op kwaliteit en aanhoudende groei. De realiteit is dat
Pimco Global Investment Grade Credit Fund
De verschillende Adviesportefeuilles ABN AMRO gebruikt een aantal Adviesportefeuilles.
De Adviesportefeuille Wereld kan voor vermogens tot 50.000 euro worden ingevuld met een beperkt assortiment beleggingsfondsen die wereldwijd beleggen. De Adviesportefeuille Regio kan voor vermogens tot 100.000 euro worden ingevuld met een ruimer assortiment beleggingsfondsen die voor de vermogenscategorieën aandelen en onroerend goed beleggen in verschillende regio’s wereldwijd. De Adviesportefeuille Regio Beleggingsadvies kan voor vermogens vanaf 100.000 euro worden ingevuld met het meest ruime assortiment beleggingsfondsen die voor de vermogenscategorieën aandelen en onroerend goed beleggen in verschillende regio’s wereldwijd. Ook in de vermogenscategorie obligaties kan worden belegd in een ruimer assortiment beleggingsfondsen dan bij de Adviesportefeuille Regio.
beleggingsfonds
veel Zuid-Afrikaanse bedrijven een dominant marktaandeel hebben, onder meer als gevolg van oligopolistische omstandigheden (waarbij slechts weinig aanbieders het grootste deel van de markt beheersen), hoge entreebarrières en een sterk management (volgens de beheerder). Al deze aspecten passen binnen het kwaliteitskenmerk. Het beleggingsfonds kan ook dividend uitkeren, maar daarop ligt niet de nadruk. Zo is in 2009 voor het laatst dividend uitgekeerd. Het Fidelity Emerging Markets Fund richt zich voornamelijk op vermogensgroei.
1 jaars rendement
Het Schroder Euro Corporate Bond Fund is uit de Adviesportefeuille Wereld verwijderd. Daarvoor in de plaats is het Pimco Global Investment Grade Credit Fund opgenomen. De reden voor deze wijziging is dat eind juli 2012 bekend werd gemaakt dat de fondsbeheerder van het Schroder Euro Corporate Bond Fund is opgestapt en vervangen door een andere fondsbeheerder. In gevallen waarbij de fondsbeheerder bij een beleggingsfonds vertrekt, wordt dit fonds door ABN AMRO Advisors altijd op ‘watch’ gezet. Dit betekent dat ABN AMRO het fonds vooralsnog niet actief aanbeveelt en de nieuwe fondsbeheerder eerst een tijdje nauwgezet wil
volgen om te kijken hoe hij het ervan afbrengt. Het Pimco fonds belegt wereldwijd voornamelijk in bedrijfsobligaties, grotendeels in de Verenigde Staten. Het kan daarnaast voor maximaal 15 procent van de portefeuille posities innemen in zogenaamde high yield obligaties (hoogrenderende bedrijfsobligaties van mindere kwaliteit) en voor maximaal 25 procent in obligaties van opkomende economieën. Het fonds moet ten minste altijd tweederde van het vermogen in bedrijfsobligaties beleggen. Het wordt beheerd door een zeer ervaren fondsbeheerder. Met deze wijziging gaat ABN AMRO in de Adviesportefeuille van een beleggingsfonds dat voornamelijk in Europese bedrijfsobligaties belegt, naar een beleggingsfonds dat voornamelijk belegt in wereldwijd gespreide bedrijfsobligaties. Dit betekent onder meer dat er meer in Amerikaanse bedrijfsobligaties wordt belegd. Maar zowel het valutarisico van de Amerikaanse dollar als ander valutarisico wordt afgedekt naar de euro. Het fonds noteert ook in euro en keert geen dividend uit.
Is uw belangstelling gewekt door de beschrijving van deze beleggingsfondsen? Lees dan eerst de Essentiële Beleggersinformatie van deze beleggingsfondsen. Hierin vindt u belangrijke informatie over onder meer de werking, de risico’s en de kosten van deze beleggingsfondsen. U kunt deze downloaden op www.abnamro.nl/ebi De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Toelichting op de wijzigingen in Adviesportefeuilles beleggingsfondsen De Adviesportefeuille Wereld en Regio is de invulling van het risicoprofiel met beleggingsfondsen. Hierbij wordt uitgegaan van de meest actuele beleggingsvisie van Research & Strategy van ABN AMRO. De fondskeuzes in de adviesportefeuille worden gebaseerd op de research en aanbevelingen van ABN AMRO Advisors. Dit is een onafhankelijk bureau voor fondsselectie, gevestigd in Parijs.
UBS USA Growth
Het Pictet US Equity Growth Selection Fund wordt vervangen door UBS USA Growth. De resultaten van het Pictet fonds stellen al enige tijd teleur. Het fonds heeft een
rendement per jaar over afgelopen 5 jr. koers
dividend uitkerend
TER*
fondscode
Fidelity Emerging Markets Fund
4,08%
-1,59%
USD 19,77
nee
1,98%
57077
Pimco Global Investment Grade Credit Fund
11,03%
8,06%
EUR 15,20
nee
0,84%
54322
UBS USA Growth
18,12%
4,32%
USD 17,08
nee
2,10%
53986
*TER. Belegt u in beleggingsfondsen? Dan betaalt u kosten die de fondsbeheerder voor dat beleggingsfonds maakt. Dit zijn kosten voor het beheer van het beleggingsfonds en administratiekosten. Het totaal van deze kosten wordt de Total Expense Ratio of TER genoemd. De TER is verwerkt in de koers van het beleggingsfonds. De TER wordt berekend per fondsklasse over een periode van twaalf maanden.
Uitgave 22-09-2012 abnamro.nl/beleggen
Koersen en rendementen per 24 augustus 2012. Bron: Bloomberg, Lipper
In de adviesportefeuille Wereld en Regio is het Robeco Emerging Markets Equities Fund vervangen door Fidelity Emerging Markets Fund. Het Robeco-fonds blijft weliswaar relatief dicht bij de benchmark en heeft over de langere termijn na aftrek van kosten een kleine plus gerealiseerd. Bovendien is het fonds op zich een prima beleggingsfonds voor langetermijnbeleggers die in aandelen in opkomende landen willen beleggen. Maar ABN AMRO denkt dat er betere beleggingsfondsen zijn. Vandaar dat in de Adviesportefeuille in plaats van het Robeco-fonds het Fidelity Emerging Markets Fund is opgenomen. Met het Fidelity Emerging Markets Fund kan goed worden ingespeeld op de groeikansen die opkomende markten bieden. Het fonds belegt voornamelijk in gebieden die een snelle economische groei doormaken, onder andere in landen in Latijns-Amerika, Zuidoost Azië, Afrika, Oost-Europa (inclusief Rusland) en het Midden-Oosten. Bij de aandelenselectie gaat de fondsbeheerder actief op zoek naar ondergewaardeerde of genegeerde bedrijven met het potentieel om solide rendementen op te leveren voor langetermijnbeleggers. Hij zal hierbij bedrijven met name beoordelen op zaken als dominant marktaandeel, bewezen trackrecord, hoge dividendopbrengsten en duurzaam concurrentievoordeel.
aantal goede jaren gehad, maar slaagt er de laatste tijd niet in om concurrentfondsen te verslaan. Daarom wordt dit fonds verruild voor UBS USA Growth. Dit is, net als het Pictet fonds, een beleggingsfonds dat belegt in aandelen van Amerikaanse bedrijven. Het gaat hierbij om bedrijven die gericht zijn op groei (dit in tegenstelling tot bedrijven die zich richten op het uitkeren van dividend). De fondsbeheerder selecteert aandelen van bedrijven die in zijn ogen ondergewaardeerd zijn en wel goede vooruitzichten op groei hebben. Het fonds is met 35 tot 55 aandelen in de portefeuille relatief beperkt gespreid. Op dit moment belegt de fondsbeheerder niet in financiële waarden maar heeft het fonds wel een meer dan gemiddeld belang in aandelen in de IT-sector. Het fonds noteert in Amerikaanse dollar en keert geen dividend uit.
7
beleggingsnieuws in de praktijk ven dan ook dicht bij de index, waardoor de toegevoegde waarde beperkt is. Om toch een juiste selectie te maken uit het enorme aanbod van tienduizenden beleggingsfondsen kunnen beleggers gebruikmaken van verschillende hulpmiddelen en indicatoren die de uitgevende instelling of fondsbeoordelaars als Morningstar publiceren.
Total expense ratio
De kosten zijn een belangrijk criterium bij de selectie van een beleggingsfonds omdat deze een behoorlijke hap uit het rendement kunnen nemen. Vooral op lange termijn kan het effect aanzienlijk zijn. Een goede indicatie van de kosten van een beleggingsfonds vormt de zogeheten total expense ratio (TER). Die geeft de totale exploitatiekosten weer als percentage van het vermogen onder beheer. De transactiekosten die het fonds maakt, blijven hier overigens buiten beschouwing. Hoewel de totale kostenratio afhankelijk is van de markt waarin wordt belegd, hebben de goedkoopste aandelenfondsen veelal een TER van minder dan 1% en de duurste van 2,5% of meer.
Benchmark
Hoe kies je een beleggingsfonds? Wie beleggingsfondsen wil beoordelen, heeft verschillende indicatoren
en hulpmiddelen tot zijn beschikking. We zetten de belangrijkste op een rij. Nederlandse particuliere beleggers beleggen op grote schaal in beleggingsfondsen. Met beleggingsfondsen is het immers mogelijk om eenvoudig en tegen relatief lage kosten
een goed gespreide beleggingsportefeuille op te bouwen. Een ander belangrijk voordeel is dat beleggers kunnen profiteren van de expertise van professionele fondsbeheerders.
Niet alle beleggingsfondsen presteren echter even goed. Tijdens de kredietcrisis gingen veel aandelenfondsen net zo hard onderuit als de markt. Veel Fondsbeheerders blij-
Om te beoordelen welke risico’s de belegger loopt, is het uiteraard zaak om te kijken waarin het beleggingsfonds belegt. Een wereldwijd aandelenfonds herbergt minder risico dan een aandelenfonds dat zich uitsluitend op de Griekse aandelenmarkt of de financiële sector richt. De benchmark geeft hier inzicht in. Dit is meestal een index, zoals de AEX of de Dow Jones. Bovendien geldt de benchmark als een ijkpunt voor de prestaties van een beleggingsfonds. Door de resultaten van het fonds af te zetten tegen de benchmark is te zien hoe de fondsbeheerder het heeft gedaan. Het liefst moet hij door een economische cyclus heen beter dan de benchmark hebben gepresteerd.
Sharpe ratio
Vervolgens is natuurlijk de vraag hoe de rendementen tot stand zijn geko-
men, ofwel welke risico’s er zijn gelopen. Indien de fondsbeheerder zijn superieure rendementen tot stand heeft gebracht zonder al te veel extra risico’s te nemen, dan krijgt zijn prestatie extra glans. Om het voor risico aangepaste rendement te beoordelen, wordt de zogeheten Sharpe ratio gebruikt (vernoemd naar de Amerikaanse econoom William Forsyth Sharpe). Hoe hoger de Sharpe ratio, hoe beter de risicogecorrigeerde prestaties van het fonds. De belegger kan de ratio vergelijken met die van andere fondsen uit dezelfde categorie. De sharpe ratio is een absoluut getal.
Bèta
Ook de volatiliteit, ofwel beweeglijkheid, van de koersontwikkeling van een beleggingsfonds zegt veel over het risicoprofiel. Hoe hoger de volatiliteit uitvalt, hoe hoger het risico. Die factor wordt door de bètacoëfficiënt gemeten en wordt het marktrisico genoemd. Waar de standaarddeviatie de volatiliteit van het fonds zelf meet, zet de bèta deze af tegen een benchmark. Een beleggingsfonds met een bèta van meer dan 1 heeft grotere uitslagen laten zien dan de benchmark. In stijgende markten is dat positief: een fonds met een bèta van 1,5 moet bij een stijging van de index van 10% in theorie met 15% stijgen. Maar daalt de index, dan zal het fonds extra hard dalen. Een beleggingsfonds met een bèta van minder dan 1 zal daarentegen minder hard stijgen in een opgaande beurs en minder hard dalen in een neergaande beurs. Een hoge bèta duidt dus op een hoog risico.
Alpha
Alpha wordt tot slot gebruikt om de werkelijke toegevoegde waarde van de fondsbeheerder te meten. Het is het verschil tussen het rendement dat op basis van de bèta verwacht mag worden en het werkelijke rendement. Fondsbeheerders die voortdurend een positieve alpha weten te realiseren, zijn schaars, maar het loont beslist daarnaar op zoek te gaan.
colofon & disclaimer Beleggingsnieuws Een uitgave van ABN AMRO. Nummer 6, september 2012. Voor vragen of suggesties kunt u contact opnemen met uw beleggingsadviseur of uw preferred banker. U kunt natuurlijk ook altijd bellen met onze adviseurs van de Beleggingsadvieslijn, telefoon: 0900-9215 (lokaal tarief); vanuit het buitenland: +31 10 240 7004. Zij zijn u graag van dienst: van maandag t/m vrijdag van 8:00 tot 21:00 uur voor direct advies, in het weekend van 9:00 tot 17:30 uur voor het maken van een telefonische afspraak. U kunt ook een e-mail sturen via de ABN AMRO website: www.abnamro.nl/contact (kies Beleggen). U wordt dan teruggebeld wanneer het u uitkomt. Wilt u Beleggingsnieuws niet meer ontvangen? Dan kunt u zich hiervoor afmelden op www.abnamro.nl/beleggingsnieuws Redactie: Jeroen Boogaard, Veronique Brienen, Jens Holierhoek, Marvin Jacobs, Han de Jong, Miranda Lange-Prins, Anne Lugthart, Michael Meijer, Thomas Olivier, Michiel Pekelharing, Niels Rutgers, Ben Steinebach, Madieke Zwetsloot Vormgeving: Sven van Pel Beeld: ANP Photo, Kay Coenen, Getty Images, Hollandse Hoogte, Masterfile, Mark Nettenbreijers Prepress: GPB Media, Leiderdorp
Uitgave 22-09-2012 abnamro.nl/beleggen
Over ABN AMRO ABN AMRO is een handelsnaam van ABN AMRO Bank N.V. ABN AMRO Bank N.V. is gevestigd aan de Gustav Mahlerlaan 10 (1082 PP) te Amsterdam (Nederland). Het internetadres van ABN AMRO is www.abnamro.nl. ABN AMRO Bank N.V. heeft een bankvergunning van De Nederlandsche Bank N.V. en is opgenomen in het register van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder nummer 12000004. ABN AMRO Bank N.V. kan optreden als beleggingsonderneming voor alle beleggingsdiensten, beleggingsactiviteiten en nevendiensten. Informatie over de klachtenregeling van ABN AMRO Bank N.V. en de geschilleninstantie waarbij ABN AMRO Bank N.V. is aangesloten kunt u vinden op www.abnamro.nl/ klachtenregeling of opvragen via telefoonnummer 0900-0024 (€ 0,10 per minuut). Op ABN AMRO Bank N.V. zijn het beleggers-Compensatiestelsel en het depositogarantie-stelsel van toepassing. Meer informatie daarover kunt u vinden op: www.abnamro.nl/garantieregeling of opvragen via telefoonnummer 0900-0024. ABN AMRO Bank N.V. is ingeschreven in het Handelsregister K.v.K. Amsterdam onder nummer 34334259.Het BTW-identificatienummer van ABN AMRO Bank N.V. is NL820646660B01.
Algemene Disclaimer De in dit document aangeboden informatie is opgesteld door ABN AMRO Bank N.V. en is bedoeld als informatie in algemene zin en is niet toegespitst op uw persoonlijke situatie. De informatie mag daarom nadrukkelijk niet beschouwd worden als een advies of als een voorstel of aanbod tot 1) het aankopen of verhandelen van beleggingsproducten en/ of 2) het afnemen van beleggingsdiensten noch als een beleggingsadvies. Beslissingen op basis van de informatie uit dit document zijn voor uw eigen rekening en risico. De informatie en de voorwaar-den die van toepassing zijn op door ABN AMRO aangeboden beleggingsproducten en beleggingsdiensten verleend door ABN AMRO kunt u vinden in de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO die verkrijgbaar zijn via www.abnamro.nl/beleggen.
Hoewel ABN AMRO tracht juiste, volledige en actuele informatie uit betrouwbaar geachte bronnen aan te bieden, verstrekt ABN AMRO expliciet noch impliciet enige garantie dat de aangeboden informatie in dit document juist, volledig of actueel is. ABN AMRO aanvaardt geen aansprakelijkheid voor druk- en zetfouten. De in dit document opgenomen informatie kan worden gewijzigd zonder voorafgaand bericht. ABN AMRO is niet verplicht de hierin opgenomen informatie te actualiseren of te wijzigen.
ABN AMRO en/of haar agenten of onderaannemers aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid ten aanzien van enige schade (met inbegrip van gederfde winst), die op enigerlei wijze voortvloeit uit de informatie die u in dit document wordt aangeboden of het gebruik daarvan. ABN AMRO, of de rechthebbende, behoudt alle rechten (waaronder auteursrechten, merkrechten, octrooien en andere intellectuele eigendomsrechten) met betrekking tot alle in dit document aangeboden informatie (waaronder alle teksten, grafisch materiaal en logo’s). Het is niet toegestaan de informatie uit dit document te kopiëren of op enigerlei wijze openbaar te maken, te verspreiden of te vermenigvuldigen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ABN AMRO of rechtmatige toestemming van de rechthebbende. U mag de informatie in dit document wel afdrukken voor uw eigen persoonlijk gebruik. US Person Disclaimer ABN AMRO Bank N.V. (“ABN AMRO”) is niet geregistreerd als broker-dealer en investment adviser zoals bedoeld in respectievelijk de Amerikaanse Securities Exchange Act van 1934 en de Amerikaanse Investment Advisers Act van 1940, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, noch in de
zin van andere toepasselijke wet- en regelgeving van de afzonderlijke staten van de Verenigde Staten van Amerika. Tenzij zich op grond van de hiervoor genoemde wetten een uitzondering voordoet, is de beleggingsdienstverlening van ABN AMRO inclusief (maar niet beperkt tot) de hierin omschreven beleggingsproducten en beleggingsdiensten, alsmede de advisering daaromtrent niet bestemd voor Amerikaanse ingezetenen [“US Persons” in de zin van vorenbedoelde wet- en regelgeving]. Dit document of kopieën daarvan mogen niet worden verzonden of meegebracht naar de Verenigde Staten van Amerika of worden verstrekt aan Amerikaanse ingezetenen. Onverminderd het voorgaande is het niet de intentie de in dit document beschreven beleggingsdiensten en/of beleggingsproducten te verkopen of te distribueren of aan te bieden aan personen in landen waar dat ABN AMRO op grond van enig wettelijk voorschrift niet is toegestaan. Een ieder die beschikt over dit document of kopieën daarvan dient zelf na te gaan of er wettelijke beperkingen bestaan tegen de openbaarmaking en verspreiding van dit document en/of het afnemen van de in dit document beschreven beleggingsdiensten en/of beleggingsproducten en zodanige beperkingen in acht te nemen. ABN AMRO is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van beleggingsdiensten en/of producten die in strijd met de hiervoor bedoelde beperkingen zijn afgenomen.
8
beleggingsnieuws in beeld
MEEST WAARDEVOLLE LUXEMERKEN Voor het zevende jaar op rij is Louis Vuitton het meest waardevolle luxemerk ter wereld. De moedermaatschappij van Luis Vuitton, LVMH, zag haar winst toenemen met liefst 28 %. Hoe belangrijk Azië voor de luxemerken is, bewijst nummer twee op de lijst; Hermès. Dat deed uitstekende zaken in Azië (+29%). Maar ook in de Verenigde Staten (+26%) en zelfs in Europa (+16%) ging het voor de wind, volgens het Millward Brown Optimor’s 2012 BrandZ onderzoek. 10 MEEST WAARDEVOLLE LUXEMERKEN
WINST LUXEMERKEN STEVIG GEGROEID IN 2012 20.893
IN MILJOENEN EURO
LVMH: GROOTSTE CONCERN LUXEGOEDEREN TER WERELD BLIJFT GROEIEN WINST IN MILJOENEN EURO’S
ENKELE MERKEN VAN LVMH ZIJN:
Moët et Chandon / Hennessy / Louis Vuitton Marc Jacobs / Loewe / Christian Dior / TAG Heuer Bulgari / Hublot
WINST IN MILJOEN EURO LVMH (o.a. Louis Vuitton, Bulgari)
15.443
1.680
2 8%
GROEI
Hermès (o.a. Gaultier, John Lobb) 1.590
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2 2%
-7
Verzekeringen
Telecom -7
Auto’s
13%
TOP 3 DALERS
-10
2 1%
Kleding
196
15%
Luxottica (o.a. Ray-Ban, Prada)
Fastfood
6%
15%
5.779
5.381
5.175
4.666
3.904
3.705
3.399
3.297
477
GROEI MERKWAARDE PER SECTOR TOP 3 STIJGERS
Luxegoederen
PPR (o.a. Yves Saint Laurent, Gucci)
China trekt de luxemarkt Luxemerken verdienen goudgeld aan de opkomende markten.
prijzen te laten eindigen op het getal 8 (bá in het Chinees, lijkt op fá, welvaart) en warme Chinese snacks voorradig te hebben.
Wie de televisie aanzet of de krant openslaat, krijgt een bak ellende over zich heen. Eurolanden struikelen over hun schulden, bedrijven ontslaan werknemers ‘by the dozen’ en graadmeters die het economische vertrouwen weergeven, imiteren de midzomerse waterstanden. Desalniettemin doen luxemerken nu goede zaken. Zomaar een paar krantenberichtjes van de afgelopen tijd. Het Zwitserse bedrijf Richemont, bekend van de horloge-
Eigen, oosters fabrikaat
alle gevallen bij werd gemeld dat het goede nieuws vrijwel uitsluitend te danken is aan opkomende markten. Vooral in India, Rusland, Brazilië, de Golfstaten (Qatar, Bahrein etc.) en China wonen steeds meer vermogenden die graag geld spenderen aan luxegoederen. Shoppen is een nationaal tijdverdrijf geworden. In India wordt al geklaagd over de lange wachttijden voor auto’s van boven de drie ton. De fabrieken kunnen de vraag uit het subcontinent ge-
In India wordt al geklaagd over de lange wachttijden voor auto’s van boven de drie ton merken IWC en Cartier, meldt een 40 procent hogere winst in de eerste helft van 2012. Bij Rolls-Royce lijkt het alsof ze de auto’s weggeven, de intekenlijsten voor de nieuwe Phantom Series II zijn overvol, zegt het bedrijf. Diageo, maker van exclusieve dranken, ziet een leuke omzetstijging bij whisky van een paar honderd euro per fles.
Focus op Azië
Wat al deze nieuwsberichten met elkaar gemeen hebben, is dat er in
woon niet aan. De aandacht van luxemerken (en hun advertentiedollars) verdwijnt dan ook uit Europa en Amerika en richt zich in toenemende mate op Azië. Lamborghini maakte bijvoorbeeld een speciale versie van hun snelle Roadster sportwagen voor de pokdalige Chinese wegen. De World Luxury Association (WLA) becijferde dat China inmiddels Japan heeft ingehaald als belangrijkste markt voor luxegoederen. Voorbeeld: Louis Vuitton – eigendom van luxe-multi-
national LVMH – opende in de afgelopen twee jaar 27 winkels in 22 Chinese steden.
Schone lucht
Chinezen geven niet alleen in eigen land veel geld uit aan luxe, ze trekken de portemonnee mogelijk nog gretiger als ze op reis zijn. Alleen al in Europa gaven Chinezen in 2011 rond de 50 miljard dollar uit aan luxeartikelen en -diensten, meldt persbureau Xinhua. In Groot-Brittannië spendeert een gemiddelde Chinees tijdens een verblijf 1700 pond; drie keer zoveel als de gemiddelde buitenlandse bezoeker. Niets werkt schijnbaar zo stimulerend op de credit card als schone Europese lucht en jasjes van Burberry in hun natuurlijke habitat. Vooral Europa werkt als een magneet op de nieuwe welgestelden uit Azië. Ze willen het continent zien en als aandenken een luxecadeautje uitzoeken. In een marktonderzoek van het Ritz Hotel in Londen noemen Chinezen de Franse huizen Hermès, Chanel en Louis Vuitton als hun favoriete luxemerken. Voor een bedrijf als LVMH, met merken als Hennessy, Dior en Kenzo, zijn de Chinezen dan ook een godsgeschenk. Slimme ondernemers spelen op deze markt in door aquaria in de winkel te zetten (zou goede feng shui bevorderen),
Nadert deze markt zijn verzadingspunt? Daar lijkt het voorlopig niet op. De China Luxury Forecast 2012 van marketingbureau Ruder Finn zegt dat de luxemarkt nog steeds groeit. Vooral dankzij – het wordt eentonig – China. Het wachten in opkomende
Welke Chinees kent Louis Vuitton niet? China is Japan ingehaald als belangrijkste markt voor luxegoederen, stelde de World Luxury Association onlangs vast. Ter illustratie: afgelopen twee jaar opende Louis Vuitton ongeveer elke maand een nieuwe winkel. Onderzoeksbureau Ruder Finn onderzocht de explosieve groei van deze markt door de gemiddelde Chinees in de straat te vragen welke merken zij kennen.
% dat zich het merk % spontaan herinnert nadat merknaam genoemde merken het is genoemd 1. Louis Vuitton
39 65
2. Chanel
17 50
3. Gucci
7 41
4. Hermes
6 28
5. Christian Dior
5 30
6. Armani
4 19
7. Rolex
3 21
8. Cartier
2 15
9. Prada
1 17
10. Versace
1 9
Uitgave 22-09-2012 abnamro.nl/beleggen
Bron: Ruder Finn/Ipsos China Luxury Forecast 2012.
Vooral China en India trekken tegenwoordig de kar van Dior, Gucci en Louis Vuitton.
markten is uiteraard op eigen fabrikanten van luxeartikelen. In India is de sjieke kledingketen Raymond bijvoorbeeld bezig met een stevige opmars. Het is echter nog lang geen Armani. Ook in China wordt luxe vooral nog geassocieerd met Europa. De grootste bedreiging voor de ‘Yangtze dollar’ lijkt een fikse financiële crisis in Azië, zoals in 1998. Maar daar is vooralsnog geen enkele sprake van.