Groene stad Strategie voor groene daken en gevels in Arnhem
17 november 2009
maak<architectuur
2
Inhoud 1.
Inleiding
5
het initiatief en proces
2. Typologie 7 overzicht van groene dak- en gevelsystemen 3. Motivatie voordelen toegelicht
13
4. Kosten en baten
23
private en publieke kosten- en batenanalyse
5. Toepassing Arnhem
27
6. Arnhemse gesprekken overwegingen voor implementatie
31
7. Lab Groene Stad naar een strategie voor Arnhem
37
Bronnen
47
Colofon
49
aandachtspunten bij toepassing in Arnhem
3
4
1. Inleiding Waarom het project Groene Stad Arnhem, juist terwijl de stad tot groenste stad van Europa uitgeroepen is? Het project heeft als ambitie om Arnhem te ontwikkelen tot een stad die toekomstgericht is als het gaat om de integratie van begroeiing in bebouwing. Juist Arnhem… een stad, die haar hoge kwaliteit van de stedelijke ruimte natuurlijk ontleent aan de veelgeroemde en onvolprezen landschappelijke setting van Veluwezoom, Betuwe en de Rijn met haar uiterwaarden en aan de uitzonderlijk parken, singels, lanen en plantsoenen. Juist die stad bezit de mentaliteit om ook de gevels en daken van haar gebouwen te willen vergroenen, als bijdrage aan haar eigen leefmilieu, aan de duurzaamheid van haar gebouwen en aan de ecologie en het milieu van onze leefwereld in weidse zin. Het project Groene Stad Arnhem heeft geen op zich staand doel, maar ambieert een typisch Arnhemse bijdrage aan deze urgente uitdagingen van onze tijd. maak<architectuur heeft dit project gerealiseerd in opdracht van de gemeente Arnhem en in samenwerking met partijen die een beeldbepalend aandeel hebben in de bouwontwikkelingen in de stad. Aanleiding vormde het initiatief van D66 Arnhem en maak<architectuur in 2007 om het aanleggen van groene daken in de stad te bevorderen. Een initiatiefvoorstel werd in de gemeenteraad in april 2008 aangenomen. De raad droeg het bestuur op om groene daken onderdeel te maken van het milieubeleid voor de toekomst. Nadien is het project thematisch uitgebreid door ook de vergroening van gevels in de studies te betrekken. Daarmee heeft het project een meer integrale benadering van begroeiing van gebouwen als onderwerp gekregen. Deze documentatie is bedoeld om gemeentebestuur en -raad en andere geïnteresseerden en betrokkenen te informeren over kennis en inzichten die vergaard zijn over groene daken en gevels en over de gezamenlijk ontwikkelde strategie voor de realisatie van de ambitie. De informatie is gerangschikt naar chronologie van de vraagstukken die in het project gedurende twee jaar aan de orde zijn geweest. Daarmee wordt informatie overzichtelijk en thematisch gepresenteerd vanuit productkennis via beoordeling van merites en visievorming tot strategie en financiële haalbaarheid. Tevens wordt een beeld gegeven van het doorlopen traject. Wij willen alle betrokken personen en partijen danken voor hun inspirerende en kritische inbreng. Zonder deze inbreng zou een integrale visie en strategie niet op deze wijze tot stand zijn gekomen. De inbreng van vele betrokkenen werd geconcentreerd in twee maak
5
Soort Type begroeiïng Planten
Toepasbare helling Onderhoud van de vegetatie Toegankelijkheid Indicatieve dikte van de lagen boven de dak Eigen gewicht van het groene dak (waterverzadigd) Toepassing bij renovatie Toepassing bij nieuwbouw
Overzicht indeling en eigenschappen van groene daken Daktuin Intensief Eenvoudig intensief • Lage heesters • • Gras • Hoge heesters • Bodembedekkers • • Bomen • • 1˚ tot 6˚ 1˚ tot 30˚ Belangrijk Middelmatig Ja ≥ 0,25 m
Ja tussen de 0,10 en 0,25 m
Nee (*) ≤ 0,10 m
≥ 400 kg/m2
100 tot 400 kg/m2
30 tot 100 kg/m2
Vaak onmogelijk Te bestuderen
Te bestuderen Ja
Te bestuderen Ja
* tenzij er specifieke voorzieningen worden getroffen
Dominicanenweg, Arnhem 6
Vegetatiedak Extensief Mos-sedum Sedum Sedum-Kruiden Gras-Kruiden 1˚ tot 45˚ Beperkt
2. Typologie Inleiding
Begroeiing in of aan gebouwen onderscheiden we in dit rapport in 2 verschillende typologieën. Op het horizontale en licht hellende vlak spreken we over ‘groene daken’, bij verticale vlakken hebben we het over ‘groene gevels’. De term groen verwijst naar de aanwezigheid van vegetatie. Uiteraard kunnen ook dakterrassen als verhard en toegankelijk oppervlak in een groen dak worden opgenomen, zolang de vegetatie de overhand heeft valt deze binnen de term groen dak.
Groene daken
Doorgaans wordt, afhankelijk van de begroeiing, onderscheid gemaakt tussen twee hoofdtypen groene daken: intensieve groene daken en extensieve groene daken. Dit gebeurt op basis van het type vegetatie en de dikte van het aangebrachte substraat.
Extensieve groene daken
Extensieve groene daken bestaan uit een dunne laag substraat met gras, kruiden, mos en/of sedum als vegetatie. Extensieve dakbegroeiingen kenmerken zich doordat het systeem zichzelf in stand houdt. De beplanting moet daarom een groot aanpassing- en regeneratievermogen hebben. Het moeten planten en plantgemeenschappen zijn die zelfs onder extreme omstandigheden kunnen groeien. Onder de sedums, seculenten, kruiden en grassen bevinden zich veel geschikte soorten die bodembedekkend groeien. Deze beplanting heeft slechts een substraatlaag van 6 centimeter nodig, wat resulteert in een laag gewicht. De meerkosten ten opzichte van een plat dak met dakbedekking bedraagt €45,-/m2. Sedumdaken zijn over het algemeen heel kleurrijk, vooral tijdens de bloei van circa mei tot en met augustus. Het is mogelijk om te kiezen voor één bepaalde bloeikleur, bijvoorbeeld geel of rose/rood of juist voor gemengde kleuren. De kenmerken van een extensief groen dak zijn: >> Het gebruik van een extensieve begroeiing, d.w.z. plantjes zoals mossen en sedums. Deze vegetatie wordt geplant in een speciaal hiervoor ontwikkeld substraat van minimale dikte (slechts enkele tientallen mm) en vereist geen bevochtiging of bemesting. In bepaalde gevallen is de vegetatie zelfs leverbaar in de vorm van voorgekweekte matten. >> Dit type vegetatie wordt gekenmerkt door een vrije groei en een ongeorganiseerd uitzicht. >> Het dak is over het algemeen niet of slechts weinig begaanbaar behalve met beloopbare loopbanen. >> Het enige onderhoud aan deze daken bestaat uit een jaarlijkse controle van de waterafvoeren, na de herfst, het schoonmaken van de grindstroken en eventueel het verwijderen van zaailingen. >> Gezien de geringe dikte van de substraatlaag en dus ook het lage gewicht (over het algemeen < 60 kg/m2), zijn deze daken toepasbaar bij renovaties en op bijna alle dragers. 7
type daksystemen
vegetatie
substraat dakconstructie extensief
parkeergarage Monaco
8
eenvoudig intensief
intensief
BHV-homme Parijs
De begroeide daken zijn toepasbaar op daken met een helling tussen 10° en 35°; boven de 35° moet men speciale technieken toepassen. Indien een groen dak in eerste instantie voor het vasthouden van regenwater wordt aangelegd dan wordt uitgegaan van een helling tot 5° à 7°.
Intensieve groene daken
Intensieve groene daken hebben een dikkere laag substraat. De vegetatie is divers: gras en lage planten, maar ook struiken en bomen kunnen aanwezig zijn. De intensieve groene daken worden onderverdeeld in: >> Tuindaken (intensief) >> Gazon >> Bodembedekkers en lage heesters >> Combinatiedaken (intensief) >> Groen en terras >> Groen en publieke ruimte Vanwege het dikkere pakket worden bijzondere eisen aan de onderliggende constructie gesteld, en is dit type bij renovatie niet zonder aanpassingen toe te passen. Intensieve daken vergen gemiddeld 8 maal per jaar onderhoud, mede door de veelzijdige beplanting. De dakhelling is zonder voorzieningen beperkt tot 6°, steilere intensieve groene daken kunnen eroderen. De meerkosten voor de aanleg van intensieve groene daken, vanaf de dakbedekking, bedraagt €120,-/m2.
Groene gevels
De groene gevels kennen al een lange geschiedenis in de vorm van klimplanten. Naast deze vorm van grondgebonden groene gevels bestaan er ook niet grondgebonden systemen. Er zijn volop ontwikkelingen rondom deze systemen, die vaak geïnspireerd zijn door de kunstwerken van Patrick Blanc. Bij de verschillende systemen worden bewuste keuzes gemaakt voor de plantensoorten. Er wordt onder andere rekening gehouden met de oriëntatie, winterharde plantsoorten, wintergroen of niet, groeisnelheid en onderhoud. Net als bij de groene daken geldt ook bij de gevelsystemen met een beperkte dikte van het substraat een afgestemde plantenkeuze.
Grondgebonden systemen
Bij de grondgebonden systemen staan de wortels van de planten in de volle grond en maken gebruik van de bouwkundige gevel om naar boven te klimmen. Klimplanten met zelfhechtende wortels maken gebruik van de achterliggende gevel om naar boven te klimmen. Andere klimplanten, slingerplanten, rankplanten en leiplanten, maken gebruik van een klimhulp die aan de gevel is bevestigd. Hiervoor zijn verschillende uitvoeringen mogelijk, onder andere met staaldraden, staalrasters en middels houten constructies. Deze vormen van groene gevels zijn eenvoudig en brengen weinig investerings- en onderhoudskosten met zich mee. De zelfhechtende planten zijn niet overal toepasbaar, 9
zonder klimhulp
met klimhulp
hangend
volledig
type gevelsystemen
bakken
grondgebonden systemen
niet grondgebonden systemen
10
omdat deze in sommige gevallen de achterliggende constructie kunnen aantasten. Het onderhoud van klimplanten bestaat vooral uit het geleiden van de planten om te voorkomen dat deze op ongewenste plekken gaan groeien. Een belangrijk aspect bij deze vorm van groene gevels is dat de planten langzaam, afhankelijk van de groeisnelheid, de gevel vergroenen. Na mate de begroeiing toeneemt zal ook de belasting door eigen gewicht en wind (trekkracht) op de gevel toenemen. De constructie van de gevel dient hier geschikt voor te zijn. Niet alle klimplanten zijn wintergroen, waardoor de seizoenen op de gevels zichtbaar gemaakt kunnen worden.
Niet grondgebonden systemen
De niet grondgebonden systemen zijn altijd voorzien van een irrigatiesysteem. Aangezien van deze systemen vele varianten op de markt zijn en deze ontwikkeling volop in beweging is, beperken we ons hier tot de volgende typologieën: • bakken met groeimedium • hangende systemen met groeimedium • gevelsystemen met volledige begroeiing Doordat het systeem uitgevoerd wordt met een irrigatiesysteem en eventuele extra constructieve voorziening worden opgenomen kunnen de kosten van dergelijke systemen flink oplopen (+/- €400,-/m2). Het onderhoud is ook vrij intensief, met name in het begin. Vaak wordt er door de uitvoerende partij een onderhoudscontract afgesloten. Alleen op deze manier geven zij garantie op een ‘groene gevel’. Een voordeel van deze systemen kan zijn, dat de gevel redelijk snel dekkend begroeid is en dit geen jaren duurt.
11
12
3. Motivatie Voordelen van groene daken en gevels Als voordelen van groene daken en gevels gelden in het kort gesteld: Milieu: 1. Groene daken verminderen de belasting van het rioolstelsel omdat de planten op een groen dak regenwater opnemen en via verdamping terugbrengen in de lucht, waardoor de afgifte van regenwater aan het rioolstelsel wordt verminderd en vertraagd. 2. Groene daken en gevels dragen bij aan een beter microklimaat in de stad, door warmte te absorberen. 3. Groene gevels en intensief begroeide daken dragen bij aan een betere luchtkwaliteit, door fijnstof te absorberen. 4. Groene daken en gevels zorgen voor een betere biodiversiteit, door vooral insecten en daarmee vogels aan te trekken. 5. Groene daken en gevels verminderen de geluidsbelasting op het gebouw, door de isolerende werking van dakgroen en de absorberende werking van gevelgroen. 6. Groene daken en gevels dragen bij aan de koeling van het gebouw in de zomer en de isolatie tegen koude in de winter, waardoor energieverbruik en CO2-emissie worden gereduceerd. De mate waarin bijgedragen wordt is voor zowel gevels als daken afhankelijk van het gekozen type vergroening. De reductie van energieverbruik is een toenemende factor in de terugverdientijd voor investeringen die met vergroening van gebouwen gepaard gaan. Duurzaamheid:
7. Een groen dak draagt bij aan de duurzaamheid van het eronder gelegen materiaal, waardoor het dak veel langer meegaat. Dit komt met name door de afscherming van ultraviolette straling van de zon. Ook een groene gevel kan bijdragen aan de levensduur van de schil van het gebouw, door afscherming tegen regenwater, wind en zon. Leefomgeving: 8. Groene daken verhogen de gebruikswaarde van het dak, wanneer ze als daktuin of begroeid terras dienst doen. 9. Groene daken en gevels verhogen de belevingswaarde in steden, door de esthetische kwaliteit, het microklimaat en de biodiversiteit en het tegengaan van graffiti.
13
De hoeveelheid neerslag, afvoer en berging van het regenwater door een daktuin op de Hoogte Kadijk in Amsterdam tijdens een bui op 18 oktober 2004.
stedelijke opwarming
14
Voordelen nader toegelicht 1. Bijdrage van groene daken en gevels aan waterberging Tijdens hevige piekbuien zijn de riolen in de stad tijdelijk oververzadigd. Het vergroten van het oppervlakte groene daken kan hierbij een oplossing bieden. Bij regenval wordt het hemelwater op een klassiek plat dak onmiddellijk afgevoerd naar de dakgoot en doorgevoerd naar het riool. Bij een groen dak ontstaat er een buffereffect: wanneer regen op een groen dak valt, dringt het in het dakpakket en wordt het door de verschillende lagen vertraagd, zodat het pas in een later stadium de afvoer bereikt. Bovendien wordt een gedeelte van het vocht opgenomen door de planten en komt een ander gedeelte door verdamping weer in de atmosfeer terecht. Dit buffereffect laat toe het water helemaal of grotendeels te absorberen (al naargelang de regenintensiteit en de dikte van het groendak) en zodoende het regenwaterafvoersysteem te ontlasten. Groene gevels dragen over het algemeen niet noemenswaardig bij aan de reductie van de belasting van het rioolstelsel. Alleen waar een gevelvlak sterk beregend wordt en een gevelsysteem met substraatlaag toegepast wordt, zal een vergelijkbaar effect als bij groene daken te verwachten zijn. 2. Bijdrage van groene daken en gevels aan de daling van de gemiddelde temperatuur in de stad Groene daken bevochtigen de lucht en zorgen voor afkoeling. Dit beïnvloedt vooral de aangrenzende gebouwen en bomen, en levert ook een waardevolle bijdrage aan het microklimaat in de omgeving. Stadsklimatologie is een Nederland niet zo ver ontwikkeld specialisme als in landen die te maken hebben met stedelijke oppervlakken die een structureel eigen klimaat kennen, zoals Tokyo, Sao Paulo, New York, Toronto, etc. In de zomer is de temperatuur in grote steden vaak 3 graden hoger dan in het omringende gebied. Dit effect wordt veroorzaakt door de grote hoeveelheid verhard oppervlak in de steden. Hierdoor is de elektriciteitsvraag in de zomer onnodig groot i.v.m. de wens tot koeling. Bitumen daken kunnen in de zomer aan het oppervlak een temperatuur van 70 graden bereiken. Groene daken worden dan maar 27 graden. Hierdoor is in de eronder gelegen woning/kantoor/etc. veel minder koeling nodig. Een omgevingsstudie in Toronto heeft aangetoond dat wanneer 6% van het beschikbare dakoppervlakte (= 6.5 miljoen m2) in de stad groen worden gemaakt de zomertemperatuur in de stad met 2° omlaag gaat. Ook voor groene gevels geldt dat zij de lucht bevochtigen en voor afkoeling zorgen. Het bevochtigingseffect is minder dan bij gevels, doordat vocht minder lang wordt vastgehouden. Het temperatuureffect is wel sterk door het beschaduwen, waardoor de gevels minder warmte naar de stedelijke ruimte uitstralen.
15
invloed op luchtkwaliteit
16
3. Bijdrage van groene daken en gevels aan luchtkwaliteit Alle soorten beplantingen fixeren fijn stof en produceren zuurstof. Dit proces zorgt ervoor dat er een constante verversing van de lucht in de stad plaatsvindt. Groen draagt ook bij aan het tegengaan van effecten van de klimaatverandering door het vastleggen van CO2. Vanwege het grote bladoppervlakte en de afremming van de luchtstromen filteren groene daken 10-20% van de stof in de lucht. Ook worden ammonium, nitraat en andere in gasvorm aanwezige stoffen opgenomen en gedeeltelijk omgezet in voedingsstoffen. 1m2 grasdak verwijdert per jaar 0,2 kg vervuilde stoffen uit de lucht. Naar schatting levert 100 m2 dakgroen of gevelgroen dezelfde bijdrage als een boom aan de zuivering van de lucht. Bovendien verspreidt een begroeid dak minder stof dan een kaal dak. Een kaal dak wordt immers erg warm in de zon en de lucht die daardoor van het dak opstijgt, doet veel stof opwervelen. Gevels hebben het sterkste effect als het om de opvang van fijnstof gaat. De fijnstof wordt vooral door het verkeer in de drukke straten uitgestoten, waarna het zijdelings langs de gevels stijgt. Het gebladerte vangt veel van de gassen en fijne stofdelen, waarna de deels gezuiverde lucht boven de daken afkoelt en zich over de groene daken verspreidt. 4. Bijdrage van groene daken en gevels aan de biodiversiteit Groene daken kunnen vanwege de toenemende verstedelijking en de grotere bebouwingsdichtheid uitstekend dienen als compensatie voor verloren gegaan groengebied. Vegetatiedaken en daktuinen geven planten en dieren nieuwe levensruimte en maken ook een verbinding met het omliggende landschap. De daken kunnen op verschillende manieren worden begroeid. Met inheemse plantensoorten of juist met bijzondere plantensoorten. In een aantal steden worden ook bedreigde plantensoorten ingezet om de populatie hiervan te vergroten. Ook zijn er biologen (bijvoorbeeld in Zwitserland) die inzetten op zoveel mogelijk locatie-eigen grond en plantensoorten en dakbegroeiing spontaan laten ontstaan. Deze daken trekken veel diersoorten aan waaronder trekvogels, kevers en spinnen. Op een groen dak in Canary Wharf, Londen, werden 59 spinnensoorten aangetroffen, waarvan 6 soorten nieuw voor Londen waren en 2 zeer zeldzaam in Engeland. Ook groene gevels dragen bij aan de diversiteit, met name door het aantrekken van veel insecten. De soort insecten vertoont een samenhang met de oriëntatie van de gevel. Deze insecten hebben in het algemeen niet de neiging om het gebouw binnen te gaan, omdat de begroeiing een betere leefomgeving biedt. De insecten trekken zeer diverse vogelsoorten aan.
17
Op dit beeld zijn twee dezelfde gebouwen in de winter te zien. Wat opvalt is dat per gebouw een variatie in kleuren (temperatuurverschillen) te zien is. Daarnaast is een duidelijk verschil tussen de twee gebouwen. Het dak van het bovenste gebouw is warmer dan het dak van het onderste gebouw. Dit zou kunnen duiden op een groter warmteverlies in het bovenste gebouw. (Bron: gemeente Nijmegen)
18
5. Groene daken en gevels: geluidisolatie Groene daken absorberen geluid. Harde steenachtige oppervlakken van wegen, paden en trottoirs weerkaatsen het voornamelijk door verkeer geproduceerde lawaai veelvoudig. De geluiddempende werking van groene daken op hun omgeving werkt ook door in de geluidswering van het stadslawaai naar binnen in het gebouw, De reductie is afhankelijk van de soort en dikte van het substraat. Groene daken verminderen de geluidsweerkaatsing met ongeveer 3 dB en verhogen de geluidsisolatie met ongeveer 8 dB. Deze voordelen komen vooral tot uiting in ge¬bieden waarbij de gebouwen in de aanvliegroutes van vliegvelden liggen, en bij gebouwen die te maken hebben met strenge geluidsnormen, zoals discotheken, muziekpodia, etc. De geluidsreducerende werking van groene gevels berust meer op de absorptie in de straatruimte, waardoor geluid minder tussen gevels weerkaatst. De galm en daarmee het geluidsniveau in de straat wordt verminderd, hetgeen zowel de buitenruimte als de ruimten achter de gevels ten goede komt. Voor een absorberende werking in de winter is uiteraard wintergroene begroeiing vereist. Een geluidsisolerende werking als bij daken kan met gevelgroen alleen bereikt worden door toepassing van aaneengesloten intensieve begroeiing met substraatlaag. 6. Bijdrage van groene daken en gevels aan energiebesparing Over de juiste omvang van de thermische isolatiewaarde van groene daken lopen de meningen nog steeds uiteen. Maar wel staat al vast dat de afkoeling door windinvloeden tot nul is teruggebracht en dat groene daken - afhankelijk van de dikte van de substraatlaag - ‘s zomers duidelijk bijdragen tot een koeler binnenklimaat. De temperatuur in ruimten gelegen onder een groen dak kan minimaal 3 - 4 °C lager zijn wanneer de buitentemperatuur tussen de 25-30 °C is. Bij onze breedtegraden geldt dat de opwarming op de gevel in de zomer ook een factor van belang is. Gevelbegroeiing zorgt voor schaduw op de gevel, waardoor de constructie koel blijft. In de winter zorgt de beplanting, mits wintergroen, voor afscherming tegen wind. Indien een systeem met luchtspouw tussen de gevel en de begroeiing wordt toegepast, zal de luchtspouw eveneens een isolerende werking hebben. De gevel straalt minder warmte af.
19
belevingswaarde groen
20
7. Levensduur groene daken en gevels Een dak heeft te lijden van weer, wind en zonnestraling. Van de zonnestraling zijn vooral de ultraviolette- en de infrarode (=warmte) straling op de lange termijn schadelijk. Temperatuur schommelingen lopen van –20°C in de winter tot 80°C in de zomer. Daarnaast zijn er op daken grote dag en nacht verschillen in temperatuur. Kortom, daken hebben het zwaar. Beplanting kan het verouderingsproces van de dakconstructie vertragen. Schadelijke infrarode en ultraviolette straling kunnen het dak niet meer bereiken. Daarnaast zal de begroeiing ervoor zorgen dat er geen ongelijke opwarming van de verschillende dakdelen plaatsvindt. Hierdoor worden vervormingen en blaasvorming van de dakbedekking voorkomen. Het risico van mechanische beschadiging van het dak door weersomstandigheden (zware hagelbuien) kan met beplanting ook verkleind worden. Voor de levensduur van groene daken wordt minimaal 40 jaar aangegeven. Dit betekent een verdubbeling van de levensduur t.o.v. een conventioneel dak. Er is veel misverstand over de gevaren van ingroeien van wortels in daken en gevels. Voor gevels wordt altijd een wortelwerende folie toegepast. Ervaringen leren dat dit afdoende is om beschadiging van de daklaag uit te sluiten. Bij gevels is er sprake van aanhechting van wortels bij toepassing van klimplanten. Afhankelijk van het beplantingstype kan dit schadelijk zijn bij gepleisterde gevels en bij metselwerk met oude kalkvoegen. De moderne cementvoegen zijn dermate hard, dat ingroeien door wortels niet mogelijk is. Gevelbegroeiing beschermt de gevel tegen regen. Vochtproblemen worden niet versterkt, zolang de ventilatie tussen of achter het gebladerte zeker gesteld is. 8. Groene daken en gevels: leefbaarheid Een begroeid dak vormt een stukje natuur in versteende binnenstedelijke woongebieden. Het dak verandert gedurende de jaargetijden: het groeit en bloeit, verspreidt verschillende geuren en toont wisselende kleuren. De ontwerper kan er zelfs de wisselingen van de seizoenen extra mee accentueren. Dit kan een positieve uitwerking hebben op de mensen die op het dak uitkijken. Voor woongebouwen met veel verdiepingen geldt bovendien dat veel bewoners uitkijken op saaie grijze daklandschappen. Worden de lager gelegen daken begroeid dan kan een psychologisch effect van zekerheid worden gestimuleerd. Het lijkt net of de begane grond dichterbij is gekomen. Groene daken kunnen als daktuin of begroeid dakterras of zelfs als wandelroute gebruikt worden, wanneer de constructie hiervoor toereikend is. Een dak dat als terras dienst doet zal in de regel voldoende draagkracht hebben om als daktuin te fungeren. Voor gebruikers van een gebouw kunnen zo aantrekkelijke buitenruimtes gecreëerd worden, die bijdragen aan ontspanning en gezondheid. In veel gevallen zal de toegenomen gebruikswaarde ook de economische waarde van het gebouw ten goede komen. 9. Groene daken en gevels: belevingswaarde Blinde straatgevels kunnen door begroeiing gevrijwaard worden van graffiti, waarmee de uitstraling van het gebouw, maar ook van de hele straat of buurt verbetert. 21
22
4. Kosten en baten Inleiding Om de effecten en het rendement van Groene Daken nader te belichten heeft Gemeentewerken Rotterdam een kosten-batenanalyse (KBA) laten uitvoeren. De KBA is op twee niveaus uitgewerkt, namelijk de kosten en baten voor de eigenaar/gebruiker (privaat) en de maatschappelijke (private en publieke) kosten en baten. In de KBA zijn drie varianten onderscheiden welke differentiëren naar type groen dak, en het aandeel groene daken van het geschikte (platte) dakoppervlak. De variant klein gaat uit van het realiseren van extensieve groene daken op alle geschikte publieke gebouwen, en op een klein deel van de daken uit het bezit van de corporaties en bij bedrijfsgebouwen. In de variant ‘middel’ is het aandeel groene daken bij corporaties en bedrijfsgebouwen toegenomen tot driekwart van het geschikte dakoppervlak. In de variant ‘groot’ zijn alle geschikte daken van overheden, corporaties en bedrijven voorzien van een groen dak, tevens is een klein deel van de daken van kleine woningbezitters voorzien van een groen dak. In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen de private KBA en de maatschappelijke MKBA. In de private KBA is een discontovoet gehanteerd van 10%, in de maatschappelijke MKBA 2,5%.
Baten
Het is duidelijk dat groene daken diverse positieve baten hebben. Geluiddemping en beperking van het energiegebruik zijn de grootste private baten. Luchtkwaliteit en waterretentie zijn de belangrijkste maatschappelijke baten.
Private baten
De private baten van groene daken zijn, zeker bij grootschalige toepassing, substantieel. Voor alle onderzochte stadsdelen en bedrijventerreinen geldt echter dat het private netto constante saldo negatief is. De meerkosten van groene daken zijn nog altijd groter dan de baten. Voor private partijen is het aanleggen van groene daken dus financieel meestal geen aantrekkelijke investering. Dit kan overigens anders liggen voor individuele private partijen vanwege verschillen in energiegebruik en waardeverandering.
23
Maatschappelijke baten
Het publieke rendement van Groene Daken is voor alle stadsdelen en bedrijventerreinen positief, in tegenstelling tot het maatschappelijke rendement (privaat en publiek tezamen). De maatschappelijke baten van groene daken zijn voor dichtstedelijk Rotterdam en het stadscentrum groter dan de kosten. Het resultaat is beter dan het private rendement vanwege de lagere maatschappelijke discontovoet, en door additionele maatschappelijke (kwalitatieve) baten. De grootste baten zijn privaat, namelijk energiebesparing (verwarming en koeling) en geluidsreductie. Het publieke rendement is altijd positief. Binnen de publieke baten zijn vooral luchtkwaliteit en waterretentie van belang, naast kwalitatieve baten die niet in het monetaire saldo tot uitdrukking komen.
Aanbevelingen
Op grond van de bevindingen worden voor de Rotterdamse situatie onder andere de volgende aanbevelingen gedaan: >> Begin met het dichtstedelijke gebied van Rotterdam. Dit is het gebied met het grootste potentieel vergroenbaar dakoppervlak en waar de grootste private en maatschappelijke baten gerealiseerd kunnen worden. Vervolgens kan het programma ook worden opgezet voor de rest van de gemeente. >> Maak afspraken tussen gemeente en woningcorporaties om bij renovatie en nieuwbouw over te stappen op groene daken. >> Gezien het verschil in privaat en maatschappelijk rendement is een stimuleringsregeling is een geëigend instrument om investeringen door woningbezitters en bedrijven te bevorderen. Aanbevolen wordt een stimuleringspremie te hanteren tussen circa 20 en 30 euro per m2. >> Stel een monitorprogramma in waarmee de realisatie en effecten van groene daken gevolgd kunnen worden.
24
Arnhem-Rotterdam
Uiteraard verschilt de Arnhemse situatie van de Rotterdamse, en de vraag dringt zich op of de bevindingen en aanbevelingen uit de kosten-batenanalyse voor de Rotterdamse Groene Daken bruikbaar zijn voor de Arnhemse Groene Daken.Tevens geldt dat dit een vergelijking is die alleen voor de groene daken geldt, terwijl Arnhem zich ook richt op het stimuleren van groene gevels.
Private baten
In algemene zijn zal ook in Arnhem het aanleggen van groene daken voor de private partijen geen aantrekkelijke investering zijn. Van de private baten zal vermoedelijk ook in Arnhem het beperken van het energiegebruik de hoogste opbrengsten laten zien. Op specifieke locaties zal ook in Arnhem het aanleggen van groene daken ten behoeve van geluiddemping relevant kunnen zijn.
Maatschappelijke baten
In Rotterdam zijn in de dichtstedelijke gebieden en in het stadscentrum de maatschappelijke baten groter dan de kosten. Dit betreft gebieden met het grootste potentieel vergroenbaar dakoppervlak. Vooropgesteld dat in Arnhem gezocht wordt naar gebieden met het grootste potentieel vergroenbaar dakoppervlak zullen ook in Arnhem de maatschappelijke baten groter zijn dan de kosten door het hanteren van een lagere maatschappelijke discontovoet. De belangrijkste Rotterdamse maatschappelijke baten zijn waterretentie en luchtkwaliteit. In tegenstelling tot Rotterdam zullen waarschijnlijk naast dergelijke externe effecten met name de kwalitatieve baten in een Arnhemse KBA tot uitdrukking komen.
Aanbevelingen
De aanbevelingen uit het Rotterdamse onderzoek zijn zonder meer ook op Arnhem van toepassing, waarbij onderzocht moet worden waar in Arnhem het grootste vergroenbare dakoppervlak aanwezig is. Daarnaast zal voor Arnhem onderzocht moeten worden in welke delen van de stad de kwalitatieve baten potentieel het grootste effect zouden kunnen hebben.
25
resultaten Lab
resultaten Lab
26
5. Toepassing Arnhem Arnhemse groene daken en waterberging
Bij overvloedige regenval kan het Arnhemse rioleringsstelsel overbelast raken. De capaciteit van de zuiveringsinstallaties wordt overschreden, het teveel aan afvoer wordt middels bergbezinkbassins en overstorten op het oppervlaktewater geloosd. Met ernstige vervuiling als gevolg. Het afkoppelen van regenwater is een maatregel om vervuiling van het water terug te dringen. Een maatregel die in Arnhem in verschillende wijken door de overheid is en wordt uitgevoerd. Naast het afkoppelen kunnen groene daken een bijdrage leveren bij het terugdringen van de vervuiling van het oppervlaktewater. Een groen dak kan de piekbelasting aftoppen door de overvloedige regenval tijdelijk op te slaan en vervolgens vertraagd af te geven. Bijkomend voordeel is dat het vertraagd afgegeven water minder zware metalen bevat. Zware metalen als lood, koper en cadmium blijven voor 95% achter in het substraat of wordt door de beplanting opgenomen.
Arnhemse groene daken en energiebesparing
In het Arnhems Klimaatprogramma 2008-2011 heeft Arnhem het klimaatbeleid voor de periode 2008-2011 vastgelegd, met als doel een bijdrage te leveren in de reductie van de CO2-uitstoot. Woningen en bedrijven gebruiken 70% van het totale Arnhemse energiegebruik. Hiervan wordt 47% bij woningen en 39% bij bedrijven voor het verwarmen gebruikt. Circa 4% wordt gebruikt om de gebouwen te koelen. Veel van de verwarmingsenergie verlaat echter de gebouwen via de daken. Bij het Nijmeegse dakthermografie-onderzoek naar energieverlies via daken wordt ingeschat dat maar liefst 30% van de warmte in de winter via het dak verloren gaat. Uit een Canadees onderzoek blijkt dat middels extensieve groene daken 75% op koelenergie en 23% op stookenergie kan worden bespaard. Bij toepassing van intensieve begroeiing zal met name de besparing op stookenergie verbeteren. In dit kader kunnen als pilotprojecten scholen (frisse scholen) en zorgcentra worden ingezet. Bij deze doelgroepen speelt goede koeling in de zomer een voorname rol. Tevens zijn beide typen utilitaire gebouwen vaak voorzien van grote dakvlakken.
Arnhemse groene gevels /daken en luchtverontreiniging
In het Arnhemse uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit 2005-2010 worden maatregelen voorgesteld om te kunnen voldoen aan strengere normen. Met name delen van de A12, Pleijroute, centrumring en toevoerwegen naar deze ring , zoals de J.P. van Muijlwijkstraat, laten een overschrijding van de normen zien. In het uitvoeringsprogramma worden met name verkeersmaatregelen voorgesteld teneinde aan de norm te kunnen voldoen. Naast verkeerstechnische maatregelen kan het vergroenen van genoemde verkeersaders een middel zijn om de overschrijding van de norm teniet te doen. Groene gevels en daken filteren 10-20% van het fijnstof uit de lucht. Gasvormige stoffen worden door de beplanting geabsorbeerd en omgezet in voedingsstoffen. 27
resultaten Lab
28
Arnhemse groene gevels/daken en geluidsbelasting
Het verminderen van het verkeersgeluid door groene gevels zal voornamelijk van toepassing zijn bij hogere aaneengesloten bebouwing, waar het geluid weerkaatst. De Ing. J.P. van Muijlwijkstraat is hier een goed voorbeeld van. Mits er voldoende geveloppervlak wordt bekleed kan hier door geluidsabsorbtie, een geluidsreductie van het verkeer worden behaald. Ook de Weerdjesstraat zal in haar toekomstige ontwikkeling veel baat kunnen hebben van vergroening van zowel nieuwbouw als bestaande bebouwing. Groene daken hebben het meeste effect bij neerstralend geluid (geluid van boven). Langs het verhoogde spoor in Arnhem zullen groene daken, vanwege de uitstekende isolatiewaarde, een aangenamer binnenniveau bewerkstelligen. Mochten er heel veel gebouwen met groene daken uitgevoerd worden dan gaat de absorbtiefractie ook een rol spelen en kan het totale achtergrondgeluid afnemen.
Arnhemse groene gevels/daken en belevingswaarde
Het verbeteren van de belevingswaarde door de toepassing van groene gevels en daken is voor vele doelgroepen interessant. Vanuit een versteende binnenstad zullen bewoners voornamelijk groene zichtdaken in binnenhoven, als kleine oases in de stad, als een verbetering van de leefomgeving ervaren. De beleving van groene gevels in de binnenstad en met name van belangrijke toevoerwegen zal een positieve invloed hebben op het imago van de stad. Bedrijventerreinen kampen in veel gevallen met de dreiging van verzwakking van imago en marktpositie. Upgrading kan gepaard gaan met vergroening, al dan niet in relatie met ecologische zonering, waarbij imagoverbetering gepaard gaat met verbetering van energieprestaties en van waterretentie. Voor nieuwbouw zijn groene daken aan te bevelen, terwijl voor bestaande bedrijfspanden vaak de gevelbegroeiing de voorkeur geniet, omdat bestaande industriële gebouwen over het algemeen met lichte dakconstructies uitgevoerd zijn. De impact van groene gevels en daken in woonwijken is afhankelijk van de dichtheid van de bebouwing en de hoeveelheid openbaar en particulier groen. Naar behoefte zullen, naar verwachting, particulieren het initiatief nemen indien kennis en mogelijk subsidiëring beschikbaar zijn.
29
30
6. Arnhemse gesprekken Inleiding Het is de initiatiefnemers voor Groene Stad Arnhem vanaf het begin duidelijk geweest, dat een relevante ontwikkeling van groene daken en gevels in de stad slechts mogelijk is met betrokkenheid en inzet van vele partijen. Een gemeentelijk beleid is nodig, maar is niet voldoende. In een reeks gesprekken is in eerste instantie overleg gevoerd met de grote corporaties en Ballast Nedam als bouwbedrijf dat zich met het project verbonden voelt, en later met provincie en Rijksgebouwendienst, de Hogeschool Arnhem Nijmegen en het Ondernemers Kontakt Arnhem. De gesprekken zijn gevoerd door een vertegenwoordiging van D66 en maak<architectuur, en dienden zowel de spreiding van kennis en inzicht over groene daken en gevels, als de inventarisatie van standpunten en vragen bij diverse organisaties. Uit de gesprekken ontwikkelde zich een overheersend beeld, dat ontwikkelingen van groene daken en gevels gebaat zijn bij >> spreiding van kennis over toepassing en beheer van groene daken en gevels; >> ontwikkeling van concreet inzicht in de kosten en baten voor diverse uitgangssituaties; >> afstemming van een strategische aanpak van groene daken en gevels in Arnhem; >> de opzet van een pilotprogramma waarin de genoemde partijen participeren.
Gesprekken Op basis van de gesprekken is een oriënterende bijeenkomst gehouden, onder leiding van wethouder Cees Janssen. In deze bespreking kwamen een aantal kwesties tot uiting: Portaal: >> Zijn zeer geïnteresseerd in groene daken en gevels. >> Aanleg niet alleen bezien vanuit (milieu/klimaat) meerwaarden maar ook vanuit relatie met leefbaarheid en kwaliteit van de leefomgeving. Denk onder meer aan het ‘uitkijken’ op groene daken ipv traditionele grijze daken vanaf omliggende woningen. >> Wil nog dit jaar op 3 plekken in Arnhem groene daken gaan aanleggen: hun nieuwe kantoor (Weerdjesstraat) en in het Spijkerkwartier en St. Marten. Voor 2010 bezien waar groene daken toegepast kunnen worden. >> Ideeën voor voorbeeldprojecten: Weerdjesstraat en Van Muijlwijkstraat, zowel daken als gevels. De stenige uitstraling van de beide straten roept gewoon om aanpak. >> Vanuit die (voorbeeld)projecten het enthousiasme van andere gebouweigenaren winnen. >> Bij de aanleg van groene daken pragmatisch te werk gaan en kijken waar kansen liggen: binnenstad, waar je Arnhem binnenkomt, de radialen. Motto: kies de juiste plekken. >> Beleid is nodig maar gaat toch vooral om ‘geloof in het gewoon doen.
31
Volkshuisvesting >> Zijn de afgelopen jaren druk doende geweest in de wijken zelf en gaat nu meer aandacht besteden aan milieu en duurzaamheid. Daar passen groene daken en gevels prima in. Is in hun ogen logisch onderdeel van de wijkontwikkeling >> Afweging per project is aan de orde. Indien het logisch om te doen, doen. Zo niet, dan niet. >> Bij aanleg van groene daken zoeken naar ‘verbindingen’ met andere aspecten en belangen zoals uitstraling, BGB, wijkontwikkeling, >> Weerdjesstraat en Van Muijlwijkstraat zijn inderdaad goede voorbeelden om direct aan te pakken. >> Eerste poging tot aanleg van een groen dak is mislukt, niet goed afgelopen. >> Is benieuwd naar hoe Welstand aankijkt tegen de aanleg van groene daken en gevels. Vivare: >> Groene daken passen prima in hun doelstellingen m.b.t. leefbaarheid, duurzaamheid en woonlasten, maar groene daken zijn geen doel op zich. Nog geen goed beeld over groene gevels. >> De gemeente denkt sterk in thematische nota’s die wel allen relatie hebben met het begrip duurzaamheid. Vivare zoekt naar een strategische samenhangende visie op duurzaamheid vanuit de gemeente. >> Vivare is zelf bezig met een inventarisatie van de meerwaarde en effecten van groene daken en gevels. Naast de al genoemde voorbeelden is wellicht Het Broek ook zo’n voorbeeld wijk; stenig, weinig groen. >> Daar waar er een meerwaarde en kans is, gewoon doen. Daar waar het niet logisch is om het te doen, niet doen. >> Idee: groene daken en gevels spreekt wellicht een belegger wel aan. >> Als groenste stad van Nederland zouden groene daken én gevels een logisch onderdeel van Arnhem moeten zijn >> Aanleg is in nieuwbouw prima te regelen. Bij bestaande gebouwen is dat toch wel moeilijker. >> Vivare beziet voor 2010 wat nog mogelijk en zinvol is. Ballast Nedam >> Zien veel kansen in nieuwbouw en in combinatie met energiebesparingsystemen (als KWO, Koude Warmte opslag). Heeft enkele panden in eigendom die zich daarvoor lenen. >> Vanuit hun rol in beheer en onderhoud van panden past het realiseren van groene daken en gevels daar prima in. >> Streven naar het realiseren van groene daken en gevels zonder een (structurele) subsidie.
32
Gemeente: >> Meerwaarde van groene daken en gevels. Zowel op stadsniveau om te voorkomen dat de stad oververhit raakt als de klimaatverandering doorzet en het energieverbruik te verminderen en te verduurzamen, als op wijk en buurtniveau om wateroverlast te voorkomen, de luchtkwaliteit te verbeteren of geluidsoverlast te verminderen. Niet in de laatste plaats geven groene gebouwen de stad uitstraling, ze verbeteren de leefbaarheid, en dat is als groenste stad een mooi streven. >> De gemeente is ook zelf een belangrijke speler in het realiseren van groene daken en gevels. Ze heeft zelf panden in eigendom (denk aan groot onderhoud aan de scholen) en realiseert scholen en andere voorzieningen. Er zijn verkennende gesprekken gevoerd met afdelingen in de gemeente om te bekijken welke mogelijkheden er zijn. >> De gemeente ziet een belangrijke rol weggelegd in het stimuleren van groene daken door het stellen van het beleidskader en ervoor zorgen dat de benodigde kennis en kunde voorhanden is. Bijzondere aandacht verdient de rol van de gemeente in de grote stedelijke projecten zoals Rijnboog, Centrum-Oost en Centrum-Zuid waar grote kansen liggen.
Visies op hoofdlijnen
Aan de hand van vier vragen die aan de partijen zijn voorgelegd kunnen de visies ten aanzien van motivaties, initiatieven, haalbaarheid en strategie worden samengevat: 1. hoe kijkt uw organisatie aan tegen groene daken en gevels; welke meerwaarde ziet uw organisatie? Vanuit welke motivatie? De drie corporaties en de gemeente zien veel voordelen in het realiseren van groene daken en gevels. Past prima in meer aandacht voor milieu, duurzaamheid en energiebesparing. Groene daken en gevels kunnen ook rol spelen in verbeteren van de sociale leefbaarheid in de achterstandswijken.
2. zijn er al projecten waarin groene daken een plek zouden kunnen krijgen? Projecten waarmee we aan de slag kunnen? Portaal wil nog dit jaar op 3 plekken in Arnhem groene daken / gevels gaan aanleggen: hun nieuwe kantoor (Weerdjesstraat) en in Spijkerkwartier en St. Marten. Voor 2010 zijn alle corporaties aan het bezien waar groene daken en gevels toegepast kunnen worden. De gemeente moet de inventarisatie nog maken maar kansen liggen er zeker. De drie Portaal-projecten zouden prima passen in het realiseren van aansprekende voorbeeldprojecten op ‘zichtlocaties’ in de stad; daar waar de mensen de stad binnenkomen; wellicht als start van het programma. Het ‘vergroenen’ van de Weerdjesstraat en Van Muijlwijkstraat passen daar prima in.
33
3. hoe ziet u de realisatie van groene daken? Wat heeft u nodig, is er nodig, om tot de aanleg ervan te kunnen komen? De partners zijn het er over eens dat vooral gaat om verbinden van meerwaarde van groene daken en gevels met het verbeteren leefbaarheid en kwaliteit van de leefomgeving. Beleid is nodig, kennis vergaren en delen eveneens (bv terugverdientermijnen, kosten aanleg en onderhoud) maar gaat toch vooral in het ‘geloof’ in het gewoon doen. De gemeente zou en kan die randvoorwaarden leveren en zou (bestuurlijk en ambtelijk) enthousiasme moeten tonen. De positie van Welstand moet daarin niet vergeten worden. Als blijkt dat subsidie nodig is dan moet zo’n regeling er zeer zeker komen, maar de partner zien meer in het helder krijgen van de verschillende financieringsstructuren. Het is wellicht een idee om projecten te verplichten tot het doen van een onderzoek naar de mogelijkheden van de aanleg van een groen dak en/of gevel.
4. hoe staat u tegenover het aangaan van een gezamenlijk ‘Arnhems groen daken en gevels programma’ (in welke vorm dan ook) voor de komende jaren? De partijen staan daar positief tegenover. Beginnen met aansprekende voorbeeldprojecten op plekken waar mensen de stad binnenkomen of gewoon vragen om een aanpak: Weerdjesstraat en Van Muijlwijkstraat. Vanuit die (voorbeeld)projecten het enthousiasme van andere gebouweigenaren winnen. De corporaties zitten niet zo direct in het centrum (Portaal iets uitgezonderd). Daarom lijkt het logisch andere partners hierbij te betrekken: provincie, Rijksgebouwendienst, wellicht ook andere eigenaren van grote panden. Er lijkt zich een lijn af te tekenen van ‘gewoon beginnen waar het kan’ en ondertussen werken aan een meer programmatische aanpak. Zeker als het voor het krijgen van subsidie nodig is dat er een programma wordt opgezet.
34
Vervolgstappen
>> Op het gemeentelijk voorstel om verder te praten over datgene wat nodig is om tot de realisatie van groene daken en gevels te komen, wordt door de corporaties positief gereageerd. Deze bijeenkomst (een zogenaamd LAB) wordt direct na de zomer gepland en georganiseerd in samenspraak met en door Maak<architectuur. De aanwezigen ontvangen hiervoor nog voor de zomer de uitnodiging. >> De gemeente gaat contact leggen met de provincie en Rijksgebouwendienst als mogelijke partners in het realiseren van groene daken. Met de provincie ook vanuit de mogelijkheid tot subsidiëring. Zij worden ook uitgenodigd voor de bijeenkomst van direct na de zomer. >> De oproep gaat uit om na te denken welke mogelijkheden het eigen vastgoed van de vier partners voor mogelijkheden biedt. De gemeente heeft daarin nog de grootste slag te maken. >> De gemeente gaat bij Welstand na hoe zij staan tegenover groene daken en gevels. >> De gemeente zoekt de relatie met andere duurzaamheidthema’s als duurzame energie.
35
12 maart 2008
36
LAB
maak<architectuur nodigt u uit!
7. Lab Groene Stad Inleiding De Arnhemse gesprekken maken duidelijk dat er een wens is naar een gezamenlijke strategie voor vergroening van gebouwen in de stad. Deze strategie dient goed aan te sluiten bij het gemeentelijke beleid en dit effectief te stimuleren. De gemeente heeft daartoe maak<architectuur gevraagd, een lab te organiseren met partijen die in Arnhem en in het centrum van de stad een belangrijk aandeel in de bouwopgaven hebben en daarbij betrokken zijn bij maatschappelijke doelen: Vivare, Volkshuisvesting, Portaal, Hogeschool Arnhem Nijmegen, Rijksgebouwendienst, Provincie, Ondernemers Kontakt Arnhem, de gemeentelijke diensten Stadsontwikkeling, Stadsbeheer en Maatschappelijke Ontwikkeling, alsmede initiator D66. Lab
> welke oogmerken van groene daken/gevels stellen we voorop? >> welke doelgroep is belanghebbende en moet bereikt worden? >> hoe geven we de strategie vorm in stappen termijnen? >> welke locaties zijn voor deze strategie essentieel? >> welke fysieke middelen zouden beschikbaar moeten zijn? >> welke financiële middelen zouden beschikbaar moeten zijn? >> welke publicitaire werking is gewenst? >> welke beheersafspraken zijn gewenst? >> wie onderneemt welke initiatieven? >> wanneer is de strategie succesvol? Naar aanleiding van de in het lab ontwikkelde strategie is, met inbreng van alle deelnemende partijen, een lijst opgesteld van in het oog springende pilotprojecten waaraan prioriteit gegeven zal worden, teneinde het signaal af te geven dat gestart is met de vergroening van de gebouwde stad.
37
de Opmaat brede school, Arnhem
Arentheem College Arnhem
38
Waarom? Het belangrijkste oogmerk voor groene daken en gevels in Arnhem is tevens een voor alle initiatieven gezamenlijk oogmerk: de verbetering van het stedelijk leefmilieu. Van binnenstad tot bedrijventerreinen en wijkontwikkeling, steeds weer wordt de bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving genoemd. In het algemeen is de verbetering van de beleving- en gebruikswaarde van het dak en de gevel primair oogmerk. Bij elk initiatief worden specifieke milieu- en duurzaamheiddoelstellingen genoemd. Een sterke mate van vergroening van de bebouwing wordt algemeen beschouwd als zinvolle bijdrage aan deze kwaliteitslag, in het bewustzijn dat er ook andere wegen nodig zijn om de verbetering van het leefmilieu te bereiken. De per locatie wisselende specifieke oogmerken betreffen de diverse duurzaamheidaspecten die met het realiseren van gebouwvergroening gepaard gaan. De bekende aspecten gelden in verschillende mate voor vergroening van daken respectievelijk gevels: >> opname en bufferen van regenwater; verminderen (piek)belasting riolering >> verbeteren stadsklimaat; verminderen stedelijke opwarming (hittestress) >> verbeteren luchtkwaliteit; opvangen fijnstof en stikstofoxiden >> verminderen van geluidsbelasting >> isolerende werking; verminderen energieverbruik en CO2 uitstoot in zomer en winter >> grotere biodiversiteit in de stadsecologie >> langere levensduur van het dak t.o.v. traditionele bedekkingen als bitumen >> verbeterde verkoop- en verhuurbaarheid van panden Tenslotte wordt ‘branding’ als centraal oogmerk voor de stad Arnhem en de betrokken organisaties genoemd. Van kinderdagopvang, scholen en corporaties tot bedrijven en overheden, in deze tijd van duurzaamheiddenken zijn ze alle gebrand op een ‘groen’ imago. Er is ten aanzien van de drie genoemde oogmerken ‘leefmilieu’, ‘duurzaamheid’ en ‘branding’ een gezamenlijk gevoelde sense of urgency. De bijzondere groene conditie van Arnhem verplicht haar bewoners en organisaties tot een samenhangende aanpak die zich richt op het benutten en uitbouwen van deze ‘groene voorsprong’. Het is wenselijk, dit Arnhemse verhaal uit te dragen, bijvoorbeeld middels flyers.
39
De Opmaat
korte termijn 40
bedrijventerrein
acupuntuur
Voor wie? De vraag voor wie het groene daken- en gevelbeleid ontplooid wordt is in eerste instantie een wat overbodige vraag. Immers, ambitie van Arnhem, Groenste stad van Europa in 2009, is om de stad zo groen mogelijk te maken en te behouden ten behoeve van al haar bewoners. Maar de vraag is van strategisch belang. Om de vergroening te doen slagen zal op korte termijn ingezet worden op enthousiasmeren en verspreiding van de ruim aanwezige kennis en ervaring met groene daken en gevels. Prioriteit zal daarom gelegd worden bij een beperkt aantal doelgroepen. Voor de langere termijn zal ingezet worden op een brede verspreiding. Dan zal de prioriteit gegeven worden aan de individuele bewoner/eigenaar. De oogmerken ‘leefmilieu’, ‘duurzaamheid’ en ‘branding’ kunnen gekoppeld worden aan urgenties en potentiële effecten. Daarmee worden kansen voor belangrijke doelgroepen zichtbaar: >> bedrijventerreinen >> binnenstad en singels >> oudere wijken >> zorg voor ouderen >> onderwijs en kinder-/jeugdopvang De kwetsbare doelgroepen – ouderen, kinderen – zullen in de prioriteitstelling opgenomen worden. Bij deze groepen gaat het er vooral om, met behulp van gebouwvergroening bij te dragen aan een goed binnenklimaat dat tegemoet komt aan de wens naar frisse scholen en vitale zorgcentra. Dat betekent het concreet ondersteunen van initiatieven in deze sector.
Waar? Op basis van bovengenoemde oogmerken en doelgroepen is tijdens het lab gestudeerd op de kansvolle locaties in Arnhem. Het kaartbeeld (pag. 40 en 42), met door de betrokken partijen voorgestelde locaties voor de korte en de lange termijn, geeft een helder beeld van vier speerpunten in relatie met de strategie. Er zijn vier typen initiatieven te onderscheiden: >> ‘de grote klappen’ >> ‘groene acupunctuur’ >> ‘de groene corridors’ >> ‘duurzame bedrijventerreinen’
groot effect op omgeving, mede gericht op signaaleffect kleinschalig, gericht op het oogmerk woonomgeving grootschalig, gericht op oogmerk van de openbare ruimte grootschalig, gericht op maatschappelijk ondernemen
41
r
do
ri cor
acupuntuur
or
id
rr
co bedrijventerrein
Eros centrum
De Opmaat
korte en lange termijn 42
Voor al deze locaties stelt zich de vraag, of gericht moet worden op nieuwbouw dan wel bestaande bouw. Hierover is geconcludeerd dat >> bij nieuwbouw de financiering van extra kosten uit de besparing op de exploitatie zou moeten komen: meerkosten in aanleg en onderhoud versus lager energieverbruik en betere verkoop- en verhuurbaarheid. Daartoe dient er meer inzicht te komen in de integrale kostenbenadering. Mogelijk kan de besparing op exploitatie gekapitaliseerd worden en een fonds ingericht worden. >> de overheden moeten het voorbeeld stellen door het vergroenen van eigen panden, zowel nieuw als bestaand. Daartoe zal ook binnen overheden de scheiding tussen realisatie- en exploitatiekosten doorbroken moeten worden. >> voor revitalisering en groot onderhoud zou een ‘Arnhemse Norm’ ontwikkeld kunnen worden, waarin de taakstelling ten aanzien van (met name) energiebesparing door groene daken vastgelegd zou kunnen worden. Aan de normering zou een methodiek voor haalbaarheidsberekeningen gekoppeld kunnen worden, waardoor geobjectiveerd kan worden welke locaties al dan niet voor vergroening geschikt zijn.
Door wie? Bij de vier typen initiatieven passen bij diverse initiatiefnemers: >> ‘de grote klappen’ overheden en corporaties >> ‘groene acupunctuur’ particuliere maatschappelijke organisaties >> ‘groene corridors’ gemeente en particulieren/vve’s >> duurzame bedrijventerreinen commercie en bedrijfsleven. Afgesproken is, de projecten te benoemen waaraan prioriteit wordt gegeven voor het realiseren van de strategie. Alle betrokken partijen worden hierbij betrokken, evenals mogelijk enkele private initiatieven.
43
44
Hoe? De strategie voor stimulering van groene gevels en daken wordt in gemeentelijk beleid uitgewerkt. Daarbij wordt aandacht gegeven aan de aspecten kennis, kunde, middelen en prioriteit. Een aantal specifieke vraagstukken zal daarbij beantwoord worden: >> hoe kan de gemeente de regie voeren over het leefbaarheidaspect? >> welke doelgroepen en locaties hebben urgentie? >> welke projecten vervullen door zichtbaarheid het beste een voortrekkersrol? >> welke integrale kostenbenadering kan de basis vormen van initiatieven, in plaats van het voor duurzame ontwikkelingen hinderlijke korte termijn denken op basis van investeringskosten? Voor verspreiding van de beschikbare kennis over ontwerp, realisatie, beheer en effecten van groene daken en gevels zal de gemeente de vorming van een toegankelijke kennisbank stimuleren. De kennisverspreiding wordt als belangrijke succesfactor gezien om vergroening van gebouwen op termijn voor alle inwoners van Arnhem bereikbaar en aantrekkelijk te maken. Om vakkundigheid in advisering, ontwerp, uitvoering en beheer van de vergroening zeker te stellen, zal bezien worden of op zinvolle wijze een kwaliteitsgarantie voor bedrijven en organisaties mogelijk is. De benodigde fysieke middelen bestaan uit geschikte gebouwen op geschikte locaties. Tijdens het maak
45
46
Bronnen
Literatuur Groen van Boven - toepassing van groene daken in Rotterdam: uitgave Gemeente Rotterdam Groen boven alles: uitgave Plant Publicity Holland Daken in ‘t groen: uitgave Stichting Bouw Research Groendaken: uitgave Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Groene daken Rotterdam, maatschappelijke kosten- en batenanalyse: uitgave Gemeente Rotterdam Rapportage Luchtkwaliteit Arnhem 2006: uitgave Gemeente Arnhem
Internet: www.gevelbegroeiing.nl www.esha.nl
47
Deelnemers lab> Albert Anijs >> Theo Poelman >> Pauline Reijnen >> Jos Verweij D66 Arnhem >> Jan de Wit >> Leo van der Meer Ballast Nedam >> Ed Velthuis Veenenbosch en Bosch, Arnhem >> Arjan Kool Van Vliet tuinarchitectuur, Oss >> Eduard van Vliet Copijn, Utrecht >> Marten Meyling maak<architectuur >> Jean-Paul Kerstens >> Gerrit de Weerd >> Corné van de Kraats >> Albert Smit >> Sandra van Arragon >> Ruben Pelzers
48
Deelnemers Arnhemse gesprekken Gemeente Arnhem >> Cees Jansen >> Hans van Ammers >> Marlies Hallingse D66 Arnhem >> Jan de Wit >> Leo van der Meer Portaal Arnhem >> Berry van Egten >> Alwin Nieuwestein Vivare Arnhem >> Maarten van Gessel >> Theo de Groot >> Pieter Keeman Volkshuisvesting Arnhem >> Henk van Ramshorst >> Michel van Dalen Ballast Nedam >> Ed Velthuis
Colofon Deelnemers lab
Gemeente Arnhem: >> Hans van Ammers (SB) >> Albert Anijs (SB) >> Urban Buitenhuis (SB) >> Eline Dekkers (SO) >> Marlies Hallingse (SB) >> Theo van der Kroon (SB) >> Ruud Meurs (FD) >> Herman Nagel (MO) >> Patricia Ritz (MO) >> Eline van Straaten (SB) >> Jos Verweij (SO) D66 >> Jan de Wit Rijksgebouwendienst: >> Ruud van Alphen Provincie Gelderland >> Anko Grootveld (verhinderd) Hogeschool Arnhem-Nijmegen >> Tinus Hammink Portaal Arnhem >> Alwin Nieuwestein Vivare Arnhem >> Theo de Groot >> Pieter Keeman Volkshuisvesting Arnhem >> Michel van Dalen OKA >> Leo van der Meer (ook namens D66) Ballast Nedam >> Ed Velthuis (verhinderd)
Contact
maak<architectuur Röellstraat 2 6814 JD Arnhem tel. 026 445 3 111 www.maakarchitectuur.nl ref: PRB4088.0-003-maak
maak<architectuur >> Jean-Paul Kerstens >> Gerrit de Weerd >> Sandra van Arragon
49