6-8 jaar
Wetenschappelijke inhoud: Biowetenschap
Vereiste voorkennis van de leerlingen: Zaden en planten zijn levende organismen; er bestaan verschillende soorten planten; de meeste planten hebben wortels, een stengel, bladeren en bloemen; levende organismen kunnen in groepen worden onderverdeeld.
Beoogde concepten: Ontkieming, groei Beoogde leeftijdsgroep: 6-8 jaar Duur van de activiteit: 1 complete les + 2 equivalente lestijden verspreid over een periode van 3-4 weken Samenvatting: De kinderen onderzoeken wat ervoor zorgt dat een zaadje uitgroeit tot een plant door verschillende ontkiemende zaden te vergelijken, door hun eigen zaadjes te zaaien en de groei van dat zaadje te observeren, vast te leggen, te meten en te beschrijven.
Materiaal: • verschillende zaadjes; • glazen potten, • bloempotten of plantenbakken, • keukenpapier, • kranten, • water • compost, • etiketten, • vergrootglazen, • touwtje om te meten, • schoendozen om verschillende lichtomstandigheden te creëren
Doelstelling: Uitzoeken wat een zaadje nodig heeft om optimaal te kunnen groeien (met betrekking tot het soort bodem, water, licht.)
Groei: onderzoeken van zaden, ontkieming en groei Auteurs: Jenny Byrne en Willeke Rietdijk The content of the present document only reflects the author’s views and the European Union is not liable for any use that may be made of the information therein.
DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647
Groei: Growth: Exploring seeds, onderzoeken van zaden, ontkieming en groei germination and growth Lesplan Beschrijving van de activiteit (met inbegrip van de notities van de leerkracht)
1. Aanzet (hypotheses vormen) Beslis wat er precies onderzocht moet worden (= de uitdaging) Wat weten de kinderen al? Wat zijn hun ideeën? ( Voorsmaakje / stimulus om de voorkennis van de kinderen op te frissen Laat verschillende zaden zien die aan het ontkiemen zijn. Bekijk en vergelijk de zaadjes – Wat zijn de gelijkenissen? Wat zijn de verschillen?
De kinderen wordt gevraagd om na te denken over de verschillen wat de ontkieming van zaden betreft en over wat er nodig is voor deze ontkieming. De voorstelling en de bespreking van de zaadjes kan plaatsvinden als kringactiviteit of in kleine groepjes. Stel de vragen Wat maakt het verschil? Waarom zijn de zaadjes verschillend? Tot wat zullen ze uitgroeien?
2. Onderzoek Uitdaging - Wat zorgt ervoor dat een zaadje uitgroeit tot een plant? Ontkieming bestuderen en onderzoeken
De leerkracht legt uit aan de kinderen dat ze in groepjes van 4 zullen onderzoeken hoe zaadjes groeien. De kinderen bespreken samen : • op welke vragen ze een antwoord willen vinden • hoe ze deze vragen zullen proberen te beantwoorden • wat hun verwachte resultaten zijn • welke informatie ze moeten vergaren • hoe ze hun bevindingen zullen vastleggen • hoe ze hun bevindingen als bewijsmateriaal zullen gebruiken • wat de verschillende stappen van het onderzoek zullen zijn (volgorde) • welk materiaal ze nodig hebben • hoeveel tijd ze zullen uittrekken voor elk deel van het onderzoek • wie wat zal doen • hoe ze hun bevindingen achteraf aan de rest van de klas zullen voorstellen De leerkracht toont al het beschikbare materiaal en deelt een plantenbak uit aan elke groep.
Mogelijke vragen waar de kinderen een antwoord kunnen proberen op te vinden: • In welke ‘bodemgrond’ groeien de planten het best? • Hoeveel water hebben planten nodig om goed te groeien? • Wat geef je het best te ‘drinken’ aan planten? • Hoeveel licht hebben planten nodig om te groeien? • In welk ‘soort’ licht groeien planten het best? Planning inclusief het identificeren van variabelen, voorspelling -0De kinderen bespreken in groepjes wat ze willen onderzoeken, hoe ze dit onderzoek zullen aanpakken, op welke variabelen ze zich zullen richten en welk materiaal ze nodig hebben. -0De kinderen zetten hun onderzoek op poten. Observatie – gemaakte tekeningen / digitale camera Informatie vastleggen, meten en beschrijven – maak een zaaddagboek -0De kinderen komen samen in één groep De leerkracht vermeldt/bespreekt voorstellen over hoe de kinderen hun bevindingen zouden kunnen optekenen en beschrijven. Ze vraagt hen hoe je bijvoorbeeld een zaaddagboek zou kunnen maken, welke informatie belangrijk is en hoe je die informatie kunt vastleggen. -0De kinderen beslissen (in groepjes) hoe ze de informatie zullen vastleggen en beschrijven – (tekeningen, foto’s, grafieken, tabellen, korte opstelletjes, een dagboek etc.)
DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647
Groei: Growth: Exploring seeds, onderzoeken van zaden, ontkieming en groei germination and growth
De leerkracht loopt rond tussen de groepjes en assisteert/ helpt de kinderen vooruit. De leerkracht zorgt ervoor dat de kinderen – individueel of in groep – hebben genoteerd wat ze allemaal hebben gedaan en dat ze hebben beslist hoe ze hun bevindingen zullen vastleggen – in een boek / in een groepsdagboek / in een Word-document etc.
3. Evaluatie (bewijsmateriaal evalueren) Toelichting bij de bevindingen en evaluatie – dit vindt plaats op verschillende momenten verspreid over de volgende weken Rondetafelgesprek/klasdiscussie met alle leerlingen naar aanleiding van de bevindingen. - De leiders van de verschillende groepen stellen hun bevindingen voor aan de volledige klas. Ze vertellen welke vragen ze hebben gesteld en welke antwoorden ze hebben gevonden; ze zeggen iets meer over de methodes die ze hebben aangewend en hun ontdekkingen (waren er verrassingen?). De mogelijke volgende onderzoeksstappen worden vermeld.
De leerkracht moedigt de groepen aan om commentaar te geven op de methodes en bevindingen van de anderen, om te vergelijken en om feedback te geven.
Optionele uitbreiding Verder denken/creativiteit stimuleren: Hebben planten gevoelens? Hoe groeit een vruchtje uit tot een grote boom?
De leerkracht begeleidt een filosofische discussie met de hele klas – daarbij worden argumenten en tegenargumenten naar voren gebracht; syntheses van beide; nieuwe vragen; voorlopige conclusies (antropocentrische/antropomorfe opvattingen over de wereld, planten als belangrijkste producenten, afhankelijkheid van al wat leeft van planten, fotosynthese) [Hiermee kan worden geëxperimenteerd, d.w.z. de vraag kan zowel voor als na het onderzoek worden gesteld om het effect op de kwaliteit van het onderzoek te meten en op de vragen die de kinderen stellen].
Uiteindelijk moeten de kinderen op de proppen komen met een synthese van de beste onderzoeksmethode + een top 3 van de meest interessante bevindingen. De leerkracht helpt de kinderen ook om vragen te stellen en zaken op te merken die ze zelf niet ontdekken.
Materiaal in bijlage: zaaddagboek en werkbladen voor groeigrafiek, notities van de leerkracht.
DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647
Waar stond je plant? Hoeveel licht kreeg ze?
DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647
Week 2
Week 1
Wat gaf je de zaadjes te ‘eten’ en te ‘drinken’ en hoeveel?
Mijn zaaddagboek
Hoe hoog is de plant? (mm)
Welke kleur heeft je plant?
Hoeveel bladeren heeft je plant?
Wat zie/voel je nog?
Tekening van je plant
Foto van je plant
Groei: Growth: Exploring seeds, onderzoeken van zaden, ontkieming en groei germination and growth
Waar stond je plant? Hoeveel licht kreeg ze?
DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647
Week 4
Week 3
Wat gaf je de zaadjes te ‘eten’ en te ‘drinken’ en hoeveel?
Mijn zaaddagboek
Hoe hoog is de plant? (mm)
Welke kleur heeft je plant?
Hoeveel bladeren heeft je plant?
Wat zie/voel je nog?
Tekening van je plant
Foto van je plant
Groei: Growth: Exploring seeds, onderzoeken van zaden, ontkieming en groei germination and growth
Groei: Growth: Exploring seeds, onderzoeken van zaden, ontkieming en groei germination and growth Groeigrafiek van mijn plant
Kan je de grafiek vervolledigen?
DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647
Groei: Growth: Exploring seeds, onderzoeken van zaden, ontkieming en groei germination and growth Notities van de leerkracht advies/zaken om aan te denken • Groepjes van 2 of 4 • Mogelijke gezondheids- & veiligheidsrisico’s zoals pollenallergieën; de kinderen moeten hun handen goed wassen na de activiteit, ze mogen hun vingers niet in hun mond of ogen steken tijdens de activiteit • Hoeveel begeleiding hebben de kinderen nodig tijdens elke fase van het onderzoek? • Is de aanwezigheid van andere volwassenen nodig? • Vertel aan de kinderen dat planten voorzichtig behandeld moeten worden en bespreek waarom dit belangrijk is • Bereid vragen voor om de kinderen op weg te helpen • Gestructureerd vs. vrij verloop: het is geen slecht idee om hier even bij stil te staan. De leerkracht kan de kinderen van werkbladen voorzien als hij/zij een meer geordende les verkiest. Als de leerkracht de kinderen zelf wil laten beslissen over hoe ze hun informatie vastleggen, kan er zonder werkbladen gewerkt worden. Informatie over het onderwerp Zaden worden geproduceerd door bloeiende planten. Het zijn de voortplantingsmechanismen van de plant. Wanneer bloemen bestoven worden door dieren of de wind, ontstaan er zaadjes. Alle bloeiende planten hebben een bepaalde levenscyclus, die bestaat uit bestuiving, bevruchting, zaadproductie, zaadverspreiding, ontkieming en groei. Voor de kieming van de zaadjes zijn water, zuurstof en warmte essentieel. Eens de ontkieming is begonnen, hebben jonge planten licht, water, zuurstof en mineraalzouten nodig om te groeien. Een maximale groei zien we meestal bij warme omstandigheden. Vanaf het moment dat de eerste blaadjes boven de bodem komen piepen, is de plant in staat haar eigen voedsel aan te maken door middel van fotosynthese. De bladeren van de plant zullen zich naar het licht richten (dit proces heet fototropie), terwijl de wortels met de zwaartekracht meegroeien (geotropie genaamd). De wortels nemen water op en lessen zo de dorst van de groeiende plant.
Leren over planten in het klaslokaal en de plaatselijke omgeving is eenvoudig. Planten zijn namelijk meteen beschikbaar, en de factoren die de ontkieming en groei beïnvloeden kunnen binnen een bepaald tijdsbestek gemakkelijk worden geobserveerd en onderzocht. Gedurende deze 3-4 weken moet bij de planning van de lessen rekening gehouden worden met de benodigde tijd voor het op poten zetten van het experiment, het meten van de planten (bij voorkeur een vast tijdstip iedere dag) en het bespreken en behandelen van de bevindingen en conclusies. Vaak voorkomende misvattingen : • Zaden zijn dood; ze komen enkel tot leven wanneer ze geplant zijn en beginnen te groeien (een zaadje wordt echter beschouwd als in een ruststadium verkerend en wordt een actieve plant wanneer gunstige omstandigheden aanwezig zijn) • Zaden bevatten een babyplant • Zaden kunnen niet ontkiemen in het donker • Planten produceren voedsel uit de zon • Planten halen hun voedsel uit de bodem (in de plaats daarvan produceren ze hun voedsel zelf door middel van fotosynthese) • Planten verwelken als ze niet op een vensterbank staan
Referenties Allen, M. (2010) misconceptions in primary science. Maidenhead, Berkshire: Open University Press. Cross, A. en Bowden, A. (2009) Essential Primary Science. Maidenhead, Verenigd Koninkrijk: Open University Press. Gillespie, H. en Gillespie, R. (2008) Science for Primary School Teachers. Buckingham, Verenigd Koninkrijk: Open University
Press. Loxley, P., Dawes, L., Nicholls, L., Dore, B. (2010) Teaching primary science – promoting enjoyment and developing understanding. Harlow, Verenigd Koninkrijk: Pearson Education Limited.
DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647