Griekenland 2009 Van A(thene) tot Z(akynthos) In mei waren we al een week naar onze tweede thuis gegaan om wat te rusten, lekker te eten, met onze vrienden op stap te gaan en voornamelijk omdat we tickets hadden voor het concert van de Australische rockers AC-DC in het Olympisch Stadion in Athene. Een prachtig stadion dat al gauw gevuld was met meer dan 80.000 fans. We hebben Grieken nog nooit zo hard zien lopen om een plaatsje vlak voor het podium te bemachtigen. Maar we hebben er eveneens genoten van een optreden van Achilleas Dramountanis - Αχιλλέας ∆ραµουντάνης in Pireaus. Deze Kretenzer bespeelt de lyra als geen ander. Het optreden viel samen met de herdenking van de eerste mislukte invasie van de Duitsers op Kreta. Er werden eveneens typische Kretenzische dansen opgevoerd zoals het hoort: in de juiste klederdracht. Er is trouwens een grote Kretenzische gemeenschap in Pireaus. Zo zijn er jaarlijks meerdere Kretenzische activiteiten. Voor meer info kunt u terecht op: http://btersago.com/blog/. Ach, de tijd vliegt. September komt nabij en dan begint er iets te knagen. Als het kriebelt moet je naar Griekenland gaan! Dus boeken we snel 2 tickets naar Athene. Tijdens de vlucht met Aegean Airlines hebben we ons buikje gevuld met een warme maaltijd, een wijntje, frisdrank en koffie. Dit zonder 1 euro extra te moeten betalen! We hebben ook gekeken naar My Life in Ruins met Nia Vardalos. De eerste avond is het al onmiddelijk feest in Psyrri! We spreken met onze vrienden af in de u ondertussen al wel bekende Taverna Tou Psyrri met zijn fantastische lamsribbekes en courgettenballetjes. Onze vrienden praten met veel animo over hun 10-daags verblijf op Zakynthos. We zijn er nog niet geweest en besluiten om eveneens het eiland te verkennen. Bruno geeft ons wat informatie, een landkaart en enkele nuttige adressen zodat wij een vliegende start zouden kunnen nemen. De bazin van het hotel (www.goldensun.gr) regelt voor ons een auto met extra korting(ah ja!). Ik bel ondertussen met Ionian Ferries om onze overtocht naar Zakynthos te boeken. Vanuit Glyfada is het toch wel 3 ½ - 4 uur rijden via Korinthe en Patras naar Kyllini. De overtocht naar Zakynthos is een goed uur varen. Aangekomen in Zakynthos (of Zante) nemen we de kustweg naar Tsilivi. Op aanraden van onze vrienden verblijven we in het prachtige gloednieuwe 5 * Hotel (www.lesante.gr). Dankzij Bruno betalen we een vriendenprijs. Gelukkig maar want de normale prijzen swingen er de pan uit.
De eerste avond gaan we op verkenning in de buurt van het hotel. Juist naast Hotel Lesante is er nog een groot luxehotel voordat je aan het strand komt. Het strand op zich is niet echt proper, misschien omdat er veel toeristen komen? Aan het strand is er wel de gezellige Taverne Paradisio. Een wijntje, een stukje verse vis en een heerlijke stifado gaan er vlot in. We eten er telkens heel lekker en de prijzen zijn democratisch. Ons hotel ligt buiten de dorpskern van Tsilivi maar op wandelafstand is er een supermarktje. Vijf minuten rijden en je bent in het centrum van het stadje. Er is een overvloed aan toeristenwinkeltjes, pubs, bars, eethuizen en 2 bankautomaten… die toen niet werkten. De eerste dag trekken we naar het noordelijkste puntje van het eiland. Van Tsilivi volgen we de kust naar Katastari en Alikes. Hier is trouwens het grootste en bekendste strand van het eiland. In Alikes wordt aan zoutwinning gedaan. Wat opvalt aan Zakynthos is dat het een groen eiland is met stijle witte rotsen en een intens blauwe zee. Zoveel kleurschakkeringen blauw en turkoois hebben we nog niet gezien. Bovendien zijn er heel veel zandstranden op Zakynthos in tegenstelling met de rest van Griekenland. Onze tocht gaat verder naar Skinari, het meest noordelijke puntje van het eiland. Hier staat de bekende windmolen en iets verder de vuurtoren. Van hieruit heb je een prachtig zicht over de baai. De bootjes met glazen bodem varen druk heen en weer. Hier zijn de boottochten naar de Blue Caves en het scheepswrak het goedkoopste. De prijs loopt op sommige plaatsen op tot € 25 pp en meer. Over het hele eiland zijn meerdere grotten welke allemaal aan de kustlijn gelegen zijn. Ze zijn enkel met een bootje te bereiken. We besluiten om in Skinari de innerlijke mens te versterken, in Taverne O Faros, om nadien verder naar Volimes te rijden. Volimes is een heel traditioneel dorp. Van hieruit kan je naar de kust rijden en vanop een 400 m hoge klif neerkijken op de Navagiobaai waar het scheepswrak ligt, één van de meest gekende toeristische attracties van Zakynthos. Het strand is enkel per boot te bereiken. Je kunt dan 45 minuten op het strand zitten, het wrak bewonderen en zwemmen. Neen bedankt, voor ons hoeft dit niet. We rijden verder zuidwaarts en komen in het dorpje Anafonitria. Juist buiten het dorp houden wij halt voor een bezoekje aan het Panagia tis Anafonitria-klooster waar de Heilige Dionysos als monnik leefde. Wat ons opvalt is de grote 15de eeuwse verdediginstoren aan de ingang van het klooster. Het klooster zelf ziet er redelijk desolaat uit. Helaas is het kerkje gesloten. We hadden in de reisgids gelezen dat het interieur de moeite is, nl een Byzantijnse icoon van Moeder Gods en prachtig houtsnijwerk. Ach ja, een volgende keer misschien. In dit gebied
zitten blijkbaar veel wevers. Overal in de dorpen zie je winkels waar tapijten verkocht worden. Wij gaan verder zuidwaarts via Maries tot in Exo Hora. Hier op het dorsplein, aan de oude bronnen, staat een eeuwenoude olijfboom. Wanneer we verder naar Agios Leon rijden komen we in het gebied van de Kambi waar in de zomer een felle bosbrand heeft gewoed. Het lijkt wel een spookbos, geen groen, alles is zwart geblakerd. Jullie hebben het zeker in het nieuws of via het internet gelezen dat de mensen toen gevlucht waren naar het strand om van daar te worden geëvaccueerd. Héél eng! Via Kiliomeno en Lagopodo gaat onze reisweg naar het zuidelijkste puntje van het eiland, Keri. Van hier zie je de grootste Griekse vlag ter wereld wapperen. (Zie het magazine van Chirapsia augustus 2009). De omgeving is heel groen. Aan de voet van de vlaggenmast is een gezellige taverne. Van hier op het klif heb je een prachtig zicht over de baai. Je moet wel geen hoogtevrees hebben. Om wat langer van de baai te genieten blijven wij hier op het terras een Mythos drinken. We hebben veel gezien vandaag, moe en voldaan rijden we terug naar Tsilivi. Na een welverdiende nachtrust bespreken we aan het ontbijt welke uitstap het vandaag worden zal. De wind is gaan liggen, het zonnetje schijnt, dus gaan we zeker varen. Eerst rijden we naar Bochali, een buitenwijk van Zakynthos. Het was even zoeken zonder GPS. We houden halt aan de rand van de wijk en stappen naar het pleintje aan de Chrysopigikerk. Van hieruit heb je een mooi zicht over de baai en Zakynthos stad. Op dit plein kan je ‘s avonds terecht voor de kantades, een typische muziekstijl eigen aan dit eiland. We klimmen stijl omhoog naar het kasteel van Zakynthos, eigenlijk is het een Venitiaans fort. Boven op de burcht is het koel door de aanwezigheid van de vele dennenbomen. Daarnaast zie je de gevangenis, het kruitmagazijn en de kanonnen. Vanop de vestingsmuur heb je een prachtig uitzicht. We sloffen naar beneden naar de auto en rijden naar Skinari. We kopen een ticket voor de boottocht naar de blauwe grotten. Door de glazen bodem van de boot zien we goed de rotsachtige ondergrond. Het zeewater is hier zo intens blauw dat het bijna onnatuurlijk lijkt. De witte stijle rotsen steken af tegen tegen de natuur en het water. We varen voorbij het klif waar we gisteren de molen bezochten. Onze gids en tevens kapitein, vertelt in zijn “beste” Engels wat je allemaal ziet in de rotsen: de opgestuwde lagen gesteente, arcades, zelfs de ogen van een doodskop.
De bootjes met toeristen varen hier af en aan. Het is aanschuiven om in de grotten te varen. Net onder de waterrand zie je paarse kristallen op de rotsen. Wie zin heeft kan gaan zwemmen in de grot. Na onze boottocht staan wij voor een moeilijke keuze: eten we in Skinari iets of trekken we verder? Het is veel te vroeg om te eten dus rijden we langs de kust tot in Kokkiniou. In de baai beneden aan de waterkant ligt een gezellige taverne vanwaar je zicht hebt op Mikro Nisi, dit is ook de naam van de taverne. Op aanraden van onze vrienden blijven we hier eten. De suggestie op de kaart is de verse vis. We genieten van het uitzicht en rijden tevreden terug naar Tsilivi om toch eens te genieten van het prachtige zwembad in het hotel. Zondagmorgen: iets langer slapen om fris en monter naar Agios Sostis te rijden. De attractie is de beachbar op een eilandje waar je via een houten bruggetje naar toe gaat. We stoppen ook even in Laganas. Wat is dat! Laganas is vooral bekend bij de Britten die dan poepeloere zat tot een stuk in de nacht de boel afbreken. Er is een groot zandstrand en een lange straat vol bars, goktenten en eethuizen; dit lijkt wel Las Vegas. Hier wil je gewoon niet verblijven! Maar de baai van Laganas is ook een beschermd maritiem gebied omdat hier de caretta-caretta, of de onechte caretteschildpad haar eieren komt leggen. Op de stranden staan speciale mandjes in houten afbakeningen waar de eitjes liggen. U kunt het al wel raden, een boottochtje om deze grote zeeschildpad te kunnen zien is de tweede toeristische attractie op Zante. Voor de kust ligt ook nog het eiland Marathonisi, het schilpaddeneiland genoemd, omdat ook daar de schildpad haar eieren legt. Anderen beweren dan weer dat het eiland de vorm van een schildpad heeft. We houden halt aan het andere uiteinde van de baai in Limni Keriou. Ze slaan je hier om de oren met brochures van boottochten naar Marathonisi. De prijzen gaan van € 20 tot € 100. Dit is dan wel met een gehuurde motorboot die je zelf bestuurt. Let wel: je mag maar 6 knopen varen in dit gebied! We hadden pech de eerste boot was al uitgevaren en een tweede zou er vandaag niet meer zijn. We kuieren wat rond in dit kustdorpje en worden aangesproken door een boottochtenbegeleider. Deze uitgeweken Duitser vertelt ons dat er momenteel geen caretta’s te zien zijn, het is niet het seizoen dat ze eieren leggen en de kleintjes waren reeds vertrokken. Hij biedt ons wel een boottocht aan naar het schildpaddeneiland voor maar 9 euro per persoon. Toch fijn dat er nog eerlijke mensen bestaan! We rijden met ons karretje iets meer het binnenland in. We hadden ‘s morgens al een reklamebord gezien van de taverne El Greco en hoe kon het ook anders, jawel onze vrienden waren hier ook komen eten: kreeft zelfs! Na wat zoeken vinden we de place to be. De baardige baas ziet er niet zo fris uit maar zijn kookkunsten zijn wel dik in orde. Het “overdekte” terras is versierd met ouzoflesjes, heel leuk. Wanneer de baas een karafaki krasi brengt vraagt hij of wij hier waren in juli, want hij herkende ons. Vertel dan maar eens in ’t Grieks dat dat onze vrienden uit Pireaus waren! Na de maaltijd rijden we terug naar Zakynthos. We
stoppen eerst in het kantoortje van Ionian Ferries om de terugreis te boeken. Dit was eigenlijk wel grappig. Toen de man achter het loket wist dat we uit België kwamen, vroeg hij naar de uren van de trein, want hij zou binnenkort in Luik naar de wedstrijd Standaard Luik-Olympiakos gaan kijken. (nvdr: Jullie gaven die toch?) Nu we in Zakynthos stad zijn kunnen we hier wat rond kijken. De straten zijn verlaten en de winkels gesloten, natuurlijk… het is zondag! Op de kade zie je de Agios Dionysioskerk. Opvallend is dat de immense klokkentoren naast de kerk is gebouwd. Dit is de typische architectuur voor Zante. Ga zeker eens binnen, het is de moeite. Het Solomouplein is de belangrijkste plaats in de stad met het standbeeld van de gelijknamige dichter, het gemeentehuis, de bibliotheek ... en de Agios Nikolaos tou Molou-kerk. Er zijn veel kerken op Zakynthos, te veel om op korte tijd allemaal te bezoeken. Net buiten het stadscentrum op de weg naar Tsilivi stoppen we nog even aan de Panagia Krioneritiskerk. Maandag: op tijd opstaan om tijdig op de kade te staan voor de terugvaart naar het vasteland. Eigenlijk was ons verblijf op Zakynthos iets te kort, een week zou beter zijn. In Kyllini aangekomen rijden we eerst naar de burcht aldaar. Dju, maandag… gesloten. Dan maar verder langs de provinciebaan naar Patras. Wat opvalt langs deze “snelweg” zijn de vele kraampjes met pompoenen, kalebassen, uien en knoflookvlechten. In Patras stoppen we aan de brug van Rio-Antirrio. De brug werd in 2004 geopend voor het verkeer en verbindt het westen van de Peloponnesos met de prefectuur Aitolokarnania. Een prachtig staaltje bouwkunde dat doet denken aan de Golden Gate Bridge San Francisco. We snorren over de autostrade via Korinthe en Pireaus terug naar Glyfada. Ik sta af en toe doodsangsten uit want de Grieken zijn “de beste chauffeurs van Europa”. We checken in in de Golden Sun, gaan een hapje eten en vertrekken naar Pireaus om onze vrienden op te pikken. We gaan naar Nikaia, een buitenwijk van deze havenstad. Vanavond concerteert Michalis Tzouganikis, een Kretenzische luitspeler. Dit was een geweldige avond, de man speelt met hart en ziel. Hij brengt eigenzinnige muziek
met traditionele Kretenzische wortels. Na het optreden hadden wij het genoegen om met deze sympathieke man een gesprekje te voeren. Hij spreekt zelfs nog Vlaams, hij heeft tot zijn 8 jaar in Beringen gewoond. Toch maar wat uitslapen vandaag want het is tenslotte vakantie. We gaan wat shoppen. Wat griekse producten mee naar huis nemen zoals Veto Ouzo, anijssnoepjes ... Ons laatste avondmaal nuttigen wij in Taverna Tou Psyrri, waar ze ons al zeer goed kennen. De ribbekes, courgettenballetjes en het karafje wijn worden aangedragen, de rest moeten we zelf nog bijbestellen. En… traditiegetrouw een karafje van het huis. Onze laatste dag in Glyfada is een rustige dag. We gaan wandelen in de haven en wie komen we daar geheel onverwachts tegen? Jawel onze vrienden Chantal en Bazil. Ze zijn vervroegd terug gekomen met de boot van Eagina. We helpen een handje om de bagage van boord te halen en drinken samen een wijntje op het dek. Na deze borrel stappen we door de stad tot in de Taverne Kafémezze. Deze taverne is nog geen jaar open, is heel modern en hip ingericht. Hier staan niet alleen de traditionele gerechten op de kaart maar ook een gegratineerde groentenschotel uit Korfoe met feta en graviera, heerlijke stoofschotels en eigenzinnige gerechten. De huiswijn is in orde. Het eten is er goed en zeker niet duur voor Glyfada! We hebben een late vlucht naar huis dus kunnen we nog genieten van een drankje in de bar van de Golden Sun samen met Chantal. Nog een beetje bijpraten, vertellen over de vakantie, en voor we het weten is de namiddag goed gevorderd. We hebben ons vlucht niet gemist, maar we waren wel de laatsten die incheckten. Ach,… en hadden we die vlucht gemist, we hadden nog wat propere kleren en centjes over dus... op naar de volgende vakantie! Patricia & Paul