Graaf Jan van Montfoortschool
Samen leven, Samen leren! Schoolplan augustus 2011 – juli 2015 Inclusief jaarplan 2013-2014
1
0. Inhoud 0.
Inhoud ........................................................................................................................................ 2
1.
Inleiding en Context ................................................................................................................... 4
2.
Wettelijk kader ........................................................................................................................... 5
3.
Proces en bronnen ..................................................................................................................... 6 3.1. Procesbeschrijving ........................................................................................................................ 6 3.2. Geraadpleegde bronnen ............................................................................................................... 8
4.
Beschrijving van de beleidsdomeinen (art.12 WPO) .................................................................. 9 4.1. Onderwijskundig beleid ................................................................................................................ 9 4.2. Personeelsbeleid......................................................................................................................... 10 4.3. Beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs .... 11
5.
Schoolbeschrijving .................................................................................................................... 12 5.1. Missie .......................................................................................................................................... 12 5.2. Kernwaarden............................................................................................................................... 12 Identiteit......................................................................................................................................... 12 Vreedzame school .......................................................................................................................... 13 5.3. Visie ............................................................................................................................................. 14 5.4. Schoolbeschrijving ...................................................................................................................... 14 5.5. Ontwikkelingen die van invloed zijn op toekomstig beleid ........................................................ 15 Externe ontwikkelingen ................................................................................................................. 15 Lokale ontwikkelingen.................................................................................................................... 17
6.
Strategische doelen voor de periode 2011-2015 ..................................................................... 19 6.1. Strategisch speerpunt: Garantie voor kwaliteit .......................................................................... 19 6.2. Strategisch speerpunt: Onderwijsvernieuwing .......................................................................... 19 6.3. Strategisch speerpunt: Professionalisering medewerkers ......................................................... 20 6.4. Strategisch speerpunt: Resultaatverantwoordelijkheid ............................................................. 20 6.5. Strategisch speerpunt: Verbinding met de samenleving............................................................ 21 6.6. Doelen naar aanleiding van de strategische speerpunten ......................................................... 21
7.
Doelstellingenoverzicht (jaarlijks te actualiseren) ................................................................... 23 7.1. Jaarlijkse streefdoelen (SPCO-benchmark) ................................................................................. 23 Indicator: onderwijsopbrengsten................................................................................................... 24 Indicator: Tevredenheid van ouders .............................................................................................. 24
2
Indicator: Tevredenheid van leerlingen ......................................................................................... 24 Indicator: Verwijzing naar voortgezet onderwijs ........................................................................... 24 7.2. Doelstellingenschema (jaarplan) ................................................................................................ 25 7.3. Deelplannen ................................................................................................................................ 31 8.
Vaststelling ……………………………………………………………………………………………………………………………31
Bijlage 1
Realisatie doelen SPCO en Graaf Jan per kalenderjaar ................................................... 34
Bijlage 2
Jaarplan 2011-2012 geëvalueerd .................................................................................... 44
Bijlage 3
Jaarplan 2012-2013……………………………………………………………………………………………………. 63
Bijlage 4
Tevredenheidenquête leerlingen Vreedzame school…………………………………………………..74
3
1. Inleiding en Context De overheid is terughoudend in het bepalen van voorschriften aangaande de kwaliteit van scholen. Dit raakt immers de vrijheid van onderwijs. In de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) komt expliciet ‘de kwaliteit van het onderwijs aan de orde. Het bevoegd gezag, en daarmee de scholen zelf, wordt verantwoordelijk gesteld voor het leveren van kwaliteit. Toen de WPO is opgesteld, heeft de overheid de school drie instrumenten in handen gegeven om kwaliteit in dialoog met elkaar planmatig te ontwikkelen. Deze instrumenten zijn: a. Schoolplan b. Schoolgids c. Klachtenregeling. Het schoolplan Het schoolplan is een vierjarig beleidsdocument waarin de school de hoofdlijnen van het beleid beschrijft en de punten voor verbetering in de komende vier jaar aangeeft. Het is een intern verantwoordingsdocument waarin de school verantwoording aflegt over het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Het geeft inzicht in de gemaakte keuzes en de gestelde prioriteiten voor het beleid dat binnen de school wordt gevoerd. Het schoolplan wordt eens in de vier jaar vastgesteld en behoeft de instemming van de gehele medezeggenschapsraad. Het wordt ter toetsing aan de inspectie gezonden. De schoolgids De schoolgids is een jaarlijks informatief document ten behoeve van ouders, waarin de school de werkwijze voor het komend jaar beschrijft en rapporteert over de bereikte resultaten. Via de schoolgids krijgen ouders meer mogelijkheden dan voorheen om invloed uit te oefenen op de kwaliteit van het onderwijs. De gids wordt ieder jaar vastgesteld, behoeft de instemming van de gehele medezeggenschapsraad en wordt toegezonden aan de inspectie. De klachtenregeling De klachtenregeling geeft ouders de gelegenheid om formeel te reageren op datgene waarover zij ontevreden zijn. In dit kader ook ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs. De regeling draagt er toe bij dat de onvrede op de school aan de orde komt en er maatregelen ter verbetering worden getroffen.
4
2. Wettelijk kader De artikelen 8, 9 en 12 in de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) zijn van belang bij het inrichten van het schoolplan. Een toelichting op de artikelen 8, 9 en 12 wordt hierna gegeven in relatie tot het ontwikkelen van een schoolplan voor de Graaf Jan van Montfoortschool. Voor de volledige tekst van deze artikelen verwijzen we naar Internet: link naar artikel 8, link naar artikel 9, link naar artikel 12. Artikel 8
Uitgangspunten en doelstelling onderwijs
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Het onderwijs gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. De school voorziet in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra zorg behoeven. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school kunnen doorlopen; de leerlingen in 8 schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen; de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal.
Artikel 9
De inhoud van het onderwijs
Het onderwijs omvat, waar mogelijk in samenhang: zintuiglijke en lichamelijke oefening; Nederlandse taal; rekenen en wiskunde; Engelse taal; enkele kennisgebieden; expressie-activiteiten; bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer; bevordering van gezond gedrag. Bij de kennisgebieden wordt in elk geval aandacht besteed aan: aardrijkskunde; geschiedenis; de natuur, waaronder biologie; maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting; geestelijke stromingen. Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Kerndoelen geven een beschrijving van kwaliteiten van leerlingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden. Indien de eerste volzin niet kan worden toegepast voor een leerling voor wie een leerlinggebonden budget beschikbaar is dan wel voor een visueel gehandicapte leerling, wordt in het handelingsplan aangegeven wat daarvan de reden is en welke vervangende onderwijsdoelen worden gehanteerd. Vanaf 1 augustus 2010 gelden de referentieniveaus.
Artikel 12
Schoolplan
Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en van de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs in een onderwijsprogramma. Het personeelsbeleid, voor zover dat in het schoolplan tot uitdrukking wordt gebracht, omvat in elk geval maatregelen met betrekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid. Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs omvat in elk geval: de wijze waarop het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd, de wijze waarop het bevoegd gezag vaststelt welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn, en maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid onderhoudt.
5
3. Proces en bronnen 3.1. Procesbeschrijving In het schooljaar 2010-2011 is het team van de Graaf Jan van Montfoortschool een traject ingegaan wat zou leiden tot de totstandkoming van het schoolplan 2011-2015. De directeur en twee leerkrachten vormden de kerngroep. Parallel aan dit proces liep het traject voor de stichting SPCO Groene Hart. De kerngroep heeft de verbinding tussen beide trajecten gezocht. Voor de Graaf Jan waren de volgende uitgangspunten leidinggevend : - Interactie met medewerkers, ouders ( medezeggenschapsraad en schoolraad) - Minder doelen, meer focus - Analyse en reflectie ,‘onderzoek’ een plaats te geven in de vernieuwingsonderwerpen - Kwaliteit leveren - Integratie schoolplan met strategisch meerjarenplan SPCO en jaarplannen Graaf Jan van Montfoortschool. In juli 2010 heeft het team van de Graaf Jan de doelen van de afgelopen jaren geëvalueerd. We bekeken de onderwerpen waar we de afgelopen jaren onze energie in hadden gestoken. We maakten een analyse over wat onze kracht was en wat we wilden behouden. Ook is in deze teambijeenkomst een eerste brainstorm gemaakt over de onderwerpen die op het onderwijsveld afkwamen. We stelden ons de vraag waar we aan wilden werken, wat onze uitdaging of ontwikkelpunt was. (zie bijlage1) Om de verbinding met het Strategisch Meerjarenplan van de SPCO te houden is gekozen voor de speerpunten van dit plan te koppelen aan de schoolplanontwikkeling. De speerpunten zijn: - Garantie voor kwaliteit - Onderwijsvernieuwing - Professionalisering van medewerkers (accent op kennisdeling) - Resultaatverantwoordelijkheid - Verbinding met de samenleving In oktober 2010 koppelde de kerngroep de uitkomsten van de startconferentie terug aan het team. Tijdens deze startconferentie waren de doelen van het strategisch meerjarenplan van de SPCO geëvalueerd. De sterkten en zwakte (ontwikkelpunten) waren gescoord. Hieruit voortvloeiend waren aanzetten voor concrete doelen opgesteld. In november 2010 heeft het team weer naar de onderwerpen gekeken, die in de brainstorm naar voren waren gekomen. Individueel hebben ze aangegeven welke onderwerpen een plek in het schoolplan moesten krijgen, welke onderwerpen onderzocht moesten worden, alvorens tot een keuze zou moeten worden overgegaan en welke onderwerpen in een huishoudelijke vergadering een plek konden krijgen. De uitkomsten werden geïnventariseerd en in groepen besproken. Ook is de koppeling met de speerpunten van het SMP gemaakt.
6
Twee keer (in november 2010 en in januari 2011) is door SPCO Groene Hart een bijeenkomst georganiseerd voor alle medewerkers van de stichting. In deze zogenaamde ‘Oasen’ zijn de strategische thema’s door deskundige sprekers uitgediept en toegelicht. In groepen is steeds geprobeerd de thema’s te vertalen in concrete doelen die aansluiten bij de praktijk, ambitieus zijn en draagvlak hebben. Teamleden van de Graaf Jan hebben deze Oasen bezocht. De uitkomsten van deze themabesprekingen zijn in de teamvergadering van de Graaf Jan doorgegeven en gekoppeld aan de schooldoelen. Ook met de ouders van de SR (Schoolraad) en MR (Medezeggenschapsraad) is meermalen gesproken over de inhoud van het schoolplan en het SMP. In januari heeft de SR het speerpunt ‘ verbinding met de samenleving’ uitgewerkt. Hierin gaven zij aan wat de samenleving vraagt aan de kinderen van de Graaf Jan. Ook hebben ze in dit traject aangegeven welke sterke punten de Graaf Jan moet behouden en waar de kansen en ontwikkelpunten liggen. In de MR is de inhoud van het schoolplan en het SMP een terugkerend gespreksonderwerp geweest. Tijdens de studiedag van 24 januari 2011 konden de leden van de MR en SR, samen met het team de uitwerking van de speerpunten bespreken en een eerste aanzet tot concretisering maken. Tijdens de SPCO bijeenkomsten werden de speerpunten omgezet in negen strategische doelen. In de bijeenkomst van 15 februari zijn deze negen doelen uitgewerkt door het noemen van de indicatoren, het prioriteren en normeren van deze doelen. In de bijeenkomst van 8 maart zijn de doelen, voorzien van indicatoren, aangescherpt. In maart is er contact geweest met enkele specifieke stakeholders; te weten de kinderopvangorganisaties rondom de Graaf Jan. Met hen is verkennend gesproken over de doelen van het schoolplan, met name over het speerpunt ‘ verbinding met de samenleving’. Zij krijgen het schoolplan in augustus 2011 toegestuurd. Het gesprek met hen zal in de komende jaren verdere invulling krijgen. De kerngroep heeft met de onderwerpen voor het schoolplan een zelfde slag gemaakt. De onderwerpen zijn in doelen omgezet en verdeeld over de jaren. Ook zijn alle andere bronnen, waaronder het inspectierapport, de uitkomsten van de kwaliteitsonderzoeken, het MTO (medewerkerstevredenheidsonderzoek) en WSNS zijn hierin meegenomen (zie bijlage 2). Nadat de overlappingen eruit zijn gehaald is zo het eerste concept ontstaan waarin de doelen van het SMP en de specifieke schooldoelen geïntegreerd waren. Dit concept is in de maand april besproken in het team en de MR. Na dit overleg zijn er nog enkele aanpassingen geweest. Door het gesprek in team, MR en SR is draagvlak ontstaan om de doelen van de komende jaren daadwerkelijk te realiseren. De doelen van het schoolplan zullen de grondslag zijn van de jaarplannen. In mei is het schoolplan door de MR goedgekeurd.
7
3.2. Geraadpleegde bronnen Bij de ontwikkeling van het schoolplan 2011-2015 zijn de volgende bronnen gebruikt: Literatuur - Wat werkt op school, Research in actie, Marzano, 2007, Bazalt - Ontwikkeling door onderzoek, Kallenberg e.a., 2007, ThiemeMeulenhoff Andere bronnen - Inspectierapport 4-jaarlijks bezoek – september 2009 (link) - Meerjaren investeringsplan onderwijsleerpakket en ICT - Trendanalyses kernvakken rekenen, taal, spelling, begrijpend lezen uit Cito LVS - Resultaten ouder- en leerlingenquêtes (SPCO benchmark zie H.7) - MTO (medewerkerstevredenheidsonderzoek) – april 2010 - Risico Inventarisatie & Evaluatie + Plan van Aanpak arbeidsomstandighedenbeleid - Rapportage studiedag Kind op de Gang - ontwikkeling zorgprofiel Passend onderwijs - Rapportage SPCO OASE bijeenkomsten
8
4. Beschrijving van de beleidsdomeinen (art.12 WPO) 4.1. Onderwijskundig beleid Stichting: Het onderwijskundig beleid van de scholen van de SPCO het Groene Hart omvat in ieder geval de wettelijke opdrachten zoals deze verwoord zijn in art. 8 en art. 9 van de WPO. Iedere school heeft een eigen onderwijsvisie geformuleerd. Uit deze visie blijkt ook het eigen onderwijskundig concept van de school. SPCO scholen verschillen daarom van elkaar in de uitwerking van stichtingsbreed beleid. De scholen van de SPCO werken in de komende beleidsperiode aan het bevorderen van handelingsgericht werken (HGW). Dat betekent dat activiteiten en gedrag van leraren in het teken staan van de onderwijsbehoeften van kinderen waarbij aan opbrengstgerichtheid gewerkt wordt door wisselwerking en afstemming. Op die manier is het denkbaar dat de scholen een ononderbroken ontwikkelingsproces realiseren passend bij het niveau van elk kind. De kerndoelen en de referentieniveaus gelden daarbij als minimale norm. De ambitie is dat scholen van de SPCO presteren boven het landelijk gemiddelde. Uit onze doelen spreekt een sterkere focus op planmatigheid en meetbaarheid dan voorheen. We verliezen echter niet uit het oog dat de ontwikkeling van (jonge) kinderen soms grillig en met sprongen verloopt. De balans tussen welbevinden en prestaties is een delicate die de scholen altijd met zorg bewaken. We stimuleren de eigen verantwoordelijkheid van kinderen voor hun leerproces, zonder dat een aantal basisvoorwaarden daarvan de dupe zijn zoals een adequaat reken- en taalniveau en sociaalemotionele vaardigheden in het kader van burgerschap. Scholen zullen multimediale technieken waar het kan toepassen om het onderwijs interessanter, relevanter en effectiever te maken. De te realiseren doelen voor onderwijskundig beleid op stichtingsniveau staan verwoord in de bijlage van het Strategisch Meerjarenplan 2012-2015 van de stichting. School: De school geeft inzicht in de uitwerking van de gemaakte keuzes en prioriteiten n.a.v. stichtings- en/of eigen keuzen in beleid. Uit de schooleigen beschrijving van het onderwijskundig beleid blijkt hoe de school tegemoet komt aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Graaf Jan: Op de Graaf Jan is het traject voor Handelingsgericht werken al ingezet. In het schoolplan staat aangegeven hoe wij de komende jaren deze manier van werken gaan verdiepen en implementeren. Ook het onderzoek naar technisch en begrijpend lezen is al gestart. Dit traject zal worden voortgezet. De uitkomsten van het onderzoek naar effectief leesonderwijs en de koppeling naar het leesonderwijs op de Graaf Jan heeft een plek in het schoolplan. In 2009 is de Graaf Jan met het rekenverbetertraject gestart. De laatste stappen, namelijk het vasthouden van de opbrengsten en het borgen van de doelen staan in het schoolplan. Verder zijn vervanging voor nieuwe methoden zoals geschiedenis, Engels, verkeer zijn in het plan opgenomen. Ook onderzoek heeft een plaats. Zo wil de Graaf Jan Engels bij jonge kinderen, het effect van huiswerk in lagere groepen en effectief taalonderwijs in de komende vier jaar onderzoeken.
9
Uit de gesprekken met team en ouders kwam het onderwerp ‘gedrag’ significant naar voren. Dit is in het schoolplan met prioriteit opgenomen. De uitkomsten van het zorgprofiel worden hieraan gekoppeld.
4.2. Personeelsbeleid Stichting: Personeelsbeleid wordt op stichtingsniveau voorbereid, ontwikkeld en daarna vastgesteld. Dit geldt zowel voor wettelijke opdrachten, bijvoorbeeld het document ‘Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding’, als voor eigen keuzen binnen personeelsbeleid. De kernopdracht van het personeelsbeleid van SPCO in de komende beleidsperiode is het aantrekken en behouden van voldoende, gemotiveerde, competente, betrokken en gezonde medewerkers. Dit personeelsbeleid laat zich meer dan vroeger kenmerken door een dialoog tussen werkgever en medewerker over verwachtingen en wensen van beide partijen die met elkaar in balans moeten worden gebracht. Op die manier verbindt de organisatie haar doelen met de kwaliteiten en talenten van de medewerkers. Een professionele cultuur houdt immers in dat werkgever en medewerkers wat van elkaar mogen verwachten en elkaar daarop mogen aanspreken. De SPCO kan haar ambities alleen maar realiseren als medewerkers excelleren. Daarvoor is het noodzakelijk dat medewerkers een sterke inhoudelijke motivatie hebben het goede op een goede manier te doen ten behoeve van onze leerlingen, hun ouders en andere stakeholders. Maar ook dat de scholen hen daarin optimaal ondersteunen. De SPCO Groene Hart ziet de professionalisering van de medewerkers op alle niveaus als een heel belangrijk strategisch speerpunt voor de komende jaren. Immers zonder professionele en gekwalificeerde medewerkers realiseren we simpelweg onze ambities niet! De SPCO verwacht veel van haar medewerkers en specifiek van haar leidinggevenden. Recent onderzoek wijst uit dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de ondernemende kwaliteit van de leidinggevenden in de school en de resultaten van de leerlingen. Verdere professionalisering van leidinggevende is dan ook essentieel voor het goed functioneren van de scholen in de toekomst. De te realiseren doelen voor personeelsbeleid op stichtingsniveau staan verwoord in de bijlage van het Strategisch Meerjarenplan 2012 tot en met 2015 van de stichting. Graaf Jan: Op de Graaf Jan wordt de komende jaren ingestoken op professionalisering van de leerkrachten en het gebruik maken van elkaars kwaliteiten en talenten. Dit wordt gedaan door het in kaart brengen van deze kwaliteiten en talenten. Hieraan worden persoonlijke ontwikkeltrajecten, POP gesprekken en collegiale consultatie gekoppeld.
10
4.3. Beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs Stichting: Het beleid dient ertoe om de vinger aan de pols te houden wat betreft de kwaliteit van het onderwijs op de scholen. In de komende beleidsperiode zal de SPCO het Groene Hart de focus leggen op het werken aan gemeenschappelijk herkenbare kwaliteitskenmerken. Het gaat daarbij om drie kernkwaliteiten: professionele cultuur, sterke leidinggevenden en goede communicatie. De belangrijkste garantie voor kwaliteit (van onderwijs, de organisatie en medewerkers) huist in een professionele cultuur. We hebben een sterke ambitie om professionaliteit te bevorderen in alle aspecten die onze leerlingen, onze medewerkers en betrokken partners (ouders en andere stakeholders) raken. Hoewel we binnen de SPCO reeds fraaie voorbeelden van professionaliteit kennen, willen we als organisatie een vervolgstap zetten in de verdere ontwikkeling hiervan. Een belangrijk aspect van een professionele cultuur is dat er duidelijke, met elkaar vastgestelde kaders zijn over wat we hieronder verstaan en hoe we ons binnen die cultuur dienen te gedragen. Pas dan kunnen de scholen en/of de organisatie gaan werken aan het versterken van een professionele cultuur. Leidinggevenden hebben in het realiseren van een professionele cultuur een voorbeeldfunctie. Medewerkers spelen zelf ook een belangrijke rol. Iedereen gedraagt zich als professional en is aanspreekbaar op de eigen taken en verantwoordelijkheden. De professional blijft zich ontwikkelen (middels scholing en werken aan eigen competenties) en levert daarmee een bijdrage aan de organisatie. De SPCO wil verder doorgroeien in haar professionaliteit, zodat leerlingen, hun ouders en/of verzorgers, onze medewerkers en onze partners in de omgeving een SPCO-school als professionele onderwijsorganisatie herkennen en erkennen. De SPCO vindt het belangrijk om professioneel en adequaat te communiceren met ouders en stakeholders. De SPCO beziet ouders als educatieve partners met wie een niet-vrijblijvende samenwerking wordt aangegaan in het belang van hun kind. Dat vraagt afstemming van wederzijdse verwachtingen tussen school en ouders en nog meer verantwoording aan ouders. Met stakeholders wordt afgestemd om kansen te benutten voor meer ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen. Professionaliteit en kwaliteit zijn echter niet de enige kenmerken van SPCO en haar scholen. We gaan uit van een protestantschristelijke identiteit die ons (pedagogisch-didactisch) handelen voor een belangrijk deel zin en vorm geeft. Onze omgeving herkent deze identiteit op onze scholen en ervaart dit mede als onderdeel van onze kwaliteit. De te realiseren doelen voor kwaliteitsbeleid op stichtingsniveau staan verwoord in de bijlage van het Strategisch Meerjarenplan 2012-2015 van de stichting. Graaf Jan: De Graaf Jan heeft goede communicatie als prioriteit, hier wordt scholing van de leerkrachten op ingezet. Onderwijsinhoudelijk worden de ambitieniveaus van de basisvakken opgesteld. Wij gaan in de komende jaren analyseren welke maatschappelijke partners van belang zijn en passend zijn bij de speerpunten van de school. Met hen willen we in gesprek gaan over het gebruik maken van elkaars kwaliteiten.
11
5. Schoolbeschrijving 5.1. Missie De missie van de Graaf Jan van Montfoortschool luidt: Samen leven, samen leren! De Graaf Jan van Montfoort school is een open Protestant Christelijke basisschool met een hecht en enthousiast team van onderwijsprofessionals, dat staat voor een hoge kwaliteit van onderwijs, waarbij het maximale uit kinderen wordt gehaald. Betrokkenheid op elk kind en zorg voor kinderen staan hoog in ons vaandel. Samen met ouders geven wij vorm aan de opvoeding van de kinderen. In een veilige en open omgeving begeleiden wij de kinderen op weg naar volwassenheid. De school is daarbij een proeftuin waar geleerd wordt verantwoorde keuzes te maken. Samen leren, samen leven, samen leren samenleven in een steeds veranderende samenleving. Vanuit geborgenheid en ruimte voor elk individu, leren de kinderen zich sociaal-emotioneel, cognitief en expressief te ontwikkelen. Wij zijn een school die gebaseerd is op Christelijke uitgangspunten. We respecteren elkaars mening, luisteren naar elkaar en houden ons aan regels en afspraken. De horizon van onze school strekt zich uit van de thuisomgeving tot en met naschoolse opvang, de middelbare school en zorg- en maatschappelijke instellingen.
5.2. Kernwaarden De Graaf Jan van Montfoortschool is een Protestants-Christelijke basisschool. Dat betekent dat God ter sprake komt. Dat gebeurt respectvol en op verschillende manieren. Naast, maar ook vanuit, de levensbeschouwelijke identiteit is de Graaf Jan een Vreedzame school. Werken vanuit het Vreedzame School concept is dan ook een tweede belangrijke kernwaarde. Identiteit Identiteit laat zich op meerdere manieren lezen. Er is geleefde identiteit. Hoe gaan we met elkaar, met kinderen en ouders om. Waarom doen we de dingen op de wijze waarop we ze doen? Wat ligt daaraan ten grondslag? Ook kunnen we spreken voor brede en smalle identiteit. Onder brede identiteit wordt eigenlijk alles verstaan wat met levensbeschouwing, onderwijs en opvoeding, normen en waarden te maken heeft. Met smalle identiteit hebben we het over de Bijbelles, de godsdienstmethode, de Christelijke vieringen. De leerkracht bepaalt als ‘normatieve’ professional dagelijks mee wat voor school dit is, welke identiteit de school uitdraagt. Gezien in het perspectief van de smalle identiteit is de Graaf Jan van Montfoortschool een open Protestant Christelijke school. De Bijbel is hiervoor ons uitgangspunt. Kinderen maken op school kennis met de boodschap van God. In de klas komen de kinderen in aanraking met de Bijbelverhalen en wordt de boodschap van de verhalen en de betekenis ervan voor het leven van nu, aan de orde gesteld. Naar aanleiding van de verhalen kunnen gesprekken over geloof en de vertaling naar het leven plaats vinden. Elke dag wordt begonnen met een gebed en het zingen van liederen. De kerkelijke feesten worden met ouders gezamenlijk of in de groep gevierd. Ook wordt de verbinding
12
met een kerkelijke gemeente gezocht. Samen bereiden de voorganger, leerkrachten, ouders en kinderen een kinderdienst voor. In het team geven we in de opening van de week uitdrukking aan ons geloof door het lezen van een gedicht, gebed en het zingen van een lied. Binnen het team en met de ouders van de school willen wij jaarlijks in gesprek zijn over het onderwerp identiteit. De brede identiteit van de Graaf Jan van Montfoortschool uit zich op verschillende wijzen. Omdat we een christelijke school zijn geven we ruimte aan elkaars uniciteit en hebben respect voor elkaar. We willen de kinderen van de Graaf Jan een veilig, prettig, opvoedkundig klimaat bieden, waarin zij kunnen leren, ontwikkelen en groeien. Het team van de Graaf Jan heeft een aantal ‘kern’waarden opgesteld, die onze basis aangeven. Betrokkenheid is een centrale waarde. Het hebben van een wederzijdse betrokkenheid tussen ouders, leerkrachten en kinderen vinden wij van groot belang. Andere waarden zijn openheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Zo komen we tot de volgende waardenmuur:
Doelgerichtheid Groei Vertrouwen
Verantwoordelijkheid
Saamhorigheid
Betrokkenheid
Plezier Openheid
Werken vanuit waarden is niet altijd eenvoudig. In de weerbarstige praktijk kun je situaties tegenkomen waarin dat best eens lastig is. Door te blijven communiceren, willen wij ons open stellen voor de ander en ontmoeten we elkaar. Hierin zoeken wij naar wat ons verbindt. Verder komt onze christelijke identiteit naar voren in ons beleid, zoals het beleidstuk Identiteit, Vreedzame schoolbeleid en Personeelsbeleid. Vreedzame school Het zich eigen maken van de aangeboden leerstof hangt niet alleen af van de cognitieve vaardigheden van kinderen. Ze moeten zich veilig voelen om de noodzakelijke psychologische energie te hebben die maakt dat ze kunnen leren1. Veiligheid en structuur zijn noodzakelijk en hebben een positieve invloed op de schoolprestaties. De Graaf Jan van Montfoortschool werkt daarom vanuit het concept van de Vreedzame School. We voeden de kinderen op tot verantwoordelijke en actieve leden van de samenleving. De klas en de school zijn hiervoor een oefenplaats. Kinderen leren dat zij deel uitmaken van de gemeenschap die de klas en school vormt en leren daar een bijdrage aan te leveren. Ze leren oog en oor te hebben voor anderen, zich verantwoordelijk te voelen voor het algemeen en individueel belang: initiatiefrijk, zorgzaam en betrokken.
1
Wat werkt op school, Marzano 2007, Bazalt
13
In het programma van de Vreedzame School wordt veel aandacht besteed aan conflictoplossing. Het uitgangspunt is dat er nu eenmaal altijd conflicten (belangentegenstellingen of meningsverschillen) zullen zijn in een situatie waar mensen of kinderen bij elkaar zijn, en dat het zinvol is om iedereen te leren hoe je kunt voorkomen dat er conflicten ontstaan, en dat conflicten ontaarden in ruzie. En hoe je, als een conflict toch in ruzie is ontaard, kan werken aan een constructieve oplossing. De kinderen leren, naast de vaardigheden om conflicten constructief op te lossen, ook de verantwoordelijkheid te dragen om dat zelfstandig, zonder hulp van volwassenen, te doen. Voor hun eigen conflicten, maar ook voor conflicten van anderen. De leerlingen leren te bemiddelen (mediëren) bij de conflicten van klasgenoten. Deze nadruk op het constructief en zonder geweld leren oplossen van conflicten heeft meerdere positieve effecten: terugdringen van agressie en geweld, verbetering van het sociale klimaat, kinderen leren hoe je met altijd aanwezige meningsverschillen en belangentegenstellingen kunt omgaan, én kinderen leren om verantwoordelijkheid te dragen voor het sociale klimaat. Bovendien geeft het programma van de Vreedzame school de kinderen de kans om zich een breed scala aan sociale competenties eigen te maken: kinderen krijgen kennis aangeboden op sociaal, emotioneel en communicatief terrein, leren en oefenen vaardigheden op die terreinen (onder andere: leren eigen en andermans gevoelens te herkennen, benoemen en respecteren, bewust worden van eigen en andermans denken en handelen, en de gevolgen daarvan leren inzien en hanteren), en ontwikkelen een positieve en zorgzame houding ten opzichte van elkaar.
5.3. Visie De Graaf Jan van Montfoortschool is een school zijn waar kinderen optimaal kunnen leren en zich op sociaal – emotioneel gebied kunnen ontwikkelen en groeien. De Graaf Jan is een school waar kinderen met plezier naar toe gaan. Betrokkenheid op kinderen en passie voor onderwijs is de grondhouding van de leerkrachten. Deze betrokkenheid uit zich in het geven van gerichte aandacht en zorg. Positieve ervaringen, succesbeleving en een veilig leerklimaat vormen de basis van ons pedagogisch handelen. Structuur en orde, dit tot uiting worden gebracht in zes positieve regels, zijn bouwstenen voor dit klimaat. Binnen het leerstofjaargroepensysteem dat wij hanteren, willen wij leerlingen uitdagen en motiveren om te leren. Dit doen wij o.a. door aan te sluiten bij de belevingswereld, leerlingen te laten samenwerken en leerlingen in toenemende mate verantwoordelijk te maken voor hun eigen werk. Binnen ons onderwijs gaan wij er namelijk vanuit dat het proces van leren net zo belangrijk is als het resultaat dat met het leren wordt behaald. Binnen de 8 jaren onderwijs streven wij naar een zoveel mogelijk ononderbroken ontwikkelingslijn, waarbij de leerling lesstof aangeboden krijgt die passend is bij zijn onderwijsbehoefte.
5.4. Schoolbeschrijving Bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de Graaf Jan van Montfoortschool is SPCO Groene Hart (Stichting Protestants- Christelijk Primair Onderwijs Groene Hart ). www.spco.nl. Situering van de school De school staat in een rustige wijk. De school grenst niet direct aan een doorgaande weg. De wijze waarop ouders in deze tijd hun werk en gezin combineren, maakt dat veel kinderen met de auto naar
14
school worden gebracht. Dit geeft een verkeersonveilige situatie in de omgeving van de school. Hierover wordt het gesprek met de gemeente gevoerd. Ons schoolgebouw maakt deel uit van een scholencomplex (bouwjaar 1978), waarin drie scholen gevestigd zijn: de Graaf Jan van Montfoortschool (Protestants-Christelijk) de Hobbitstee (Openbaar) de Howiblo (Rooms-Katholiek) In de school is ook een BSO en VSO gevestigd. Deze wordt beheerd door KMN Kind en Co. Typering van de school Wij zijn een christelijke school met een open houding naar alle kinderen en ouders. Iedereen die onze identiteit respecteert is van harte welkom op onze school. De Bijbel is onze inspiratiebron. De waarden en normen die hieruit volgen zijn uitgangspunt van ons handelen. We willen een plezierig, moderne, veilige school zijn, waar kinderen betrokkenheid, begrip en aandacht en uitdaging ervaren. Dit betekent, dat wij goed onderwijs belangrijk vinden. Afstemmen op de onderwijsbehoefte van de leerlingen, doelgericht werken en opvoeden tot zelfstandigheid zijn belangrijke peilers. We willen de kinderen opvoeden tot weerbare, sociale kinderen, die de ruimte krijgen de eigen persoonlijkheid te ontwikkelen, verantwoordelijk te zijn voor zichzelf en de anderen, betrokken en actief zijn in de samenleving. Om dit te realiseren is een open en veilig schoolklimaat nodig, waarin communicatie en betrokkenheid een grote plaats hebben. Structuur, regelmaat en grenzen horen daar ook bij. Voor een doorgaande ontwikkelingslijn op sociaal emotioneel gebied gebruiken we de methode ‘de Vreedzame school’ www.devreedzameschool.nl Voor meer informatie over de Graaf Jan van Montfoortschool zie de website: www.graafjan.com
5.5. Ontwikkelingen die van invloed zijn op toekomstig beleid Externe ontwikkelingen In het strategisch meerjarenplan van de SPCO Groene Hart www.spcogroenehart.nl voor de periode 2011-2014 is een analyse gemaakt van externe ontwikkelingen die van invloed zijn op het beleid van de stichting en de scholen die daar deel van uitmaken. Deze ontwikkelingen raken ook de Graaf Jan van Montfoortschool. Met een verwijzing naar de nadere uitwerking van deze ontwikkelingen in het strategisch meerjarenplan beperken we ons hier tot het benoemen van enkele ontwikkelingen met een beknopte toelichting op de relevantie voor de Graaf Jan. Naast, in het strategisch meerjarenplan omschreven ontwikkeling op het gebied van globalisering, internationalisering en Nederland als kennisland, worden de volgende externe ontwikkelingen benoemd: Sociale cohesie en burgerschap De multiculturele samenleving vraagt scholen actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Scholen in het primair onderwijs zijn daarom sinds 1 februari 2006 verplicht om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. De Graaf Jan kent enkele leerlingen uit andere culturen. Het is daarom belangrijk om dit onderwerp een plek te geven in het schoolplan.
15
Multi mediale technieken Kinderen komen op steeds jongere leeftijd in aanraking met ICT. De Graaf Jan wil in deze ontwikkeling vooral kansen zien om door de toepassing van ICT het onderwijs interessanter, relevanter en effectiever te maken. Digitale schoolborden zijn daar een mooi voorbeeld van, maar hier is het ophangen van deze borden op zich onvoldoende: er moet ook door de leraren vaardig mee om worden gegaan in de lessen en begeleiding. Ook is onderzoek gewenst naar de kansen van het toepassen van nieuwe multimediale technieken in het onderwijs. Zorgplicht en passend onderwijs Het onderwijsstelsel voor zorgleerlingen wordt de komende jaren sterk vereenvoudigd, overzichtelijker (onder meer voor ouders) en meer resultaatgericht gemaakt. Met de nieuwe Wet Passend Onderwijs, die in 2012 in werking zal treden, komt niet het aanbod, maar het kind centraal te staan. Hiermee wordt elk schoolbestuur verantwoordelijk voor het bieden van een onderwijsarrangement op maat aan iedere leerling, waarmee iedere leerling uitgenodigd en uitgedaagd wordt talenten te ontwikkelen. De door het nieuwe kabinet Rutte I aangekondigde bezuinigingen op het passend onderwijs lijken overigens strijdig met de ambitie om leerlingen met een zorgbehoefte goed op te vangen in het reguliere onderwijs. De Graaf Jan van Montfoortschool wil zich gedegen voorbereiden om vanuit een helder schoolprofiel inzichtelijk te hebben welke zorg waargemaakt kan worden. De veranderende manier van denken en werken voor leraren – van aanbod naar kind centraal – zal de komende jaren tezamen in samenhang met aandacht voor datadriven teaching essentieel zijn in beleidsontwikkeling en (team)scholing. Arbeidsmarktproblematiek in onderwijs Voor het primair onderwijs worden grote tekorten in het onderwijspersoneel verwacht. Het grootste probleem in het primair onderwijs blijft het tekort aan schoolleiders. Met name de functiemix als middel van de overheid om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken wil de Graaf Jan de komende jaren verder benutten om het werken vanuit een onderzoekende houding te versterken en het ontwikkelen van talent en specialisatie door leraren aan te moedigen. Goed onderwijsbestuur en maatschappelijk ondernemen De PO Raad (waar de SPCO Groene Hart lid van is) heeft een code voor goed bestuur opgesteld waaraan de SPCO zich wil houden. Goed bestuur is volgens deze code het gezond tegenspel organiseren tussen belanghebbenden en de school zelf. De dialoog met direct betrokkenen en het aan elkaar verantwoording afleggen, ligt aan de basis van de code waarin transparantie, verantwoording, vertrouwen en integriteit leidende begrippen zijn. De Graaf Jan van Montfoortschool heeft visie om van toegevoegde maatschappelijke waarde te zijn voor de kinderen, hun ouders en de gemeenschap (van Montfoort). Dit vraagt om het gesprek aan te gaan met relevante maatschappelijke partners, zoals kinderopvangorganisatie. sportorganisaties, centrum Jeugd en Gezin, voortgezet onderwijs, ect. De uitkomsten van deze gesprekken zullen maken dat door afstemming verbetering, samenwerking en verantwoording tot stand komt. Politieke opvattingen over goed onderwijs Landelijke onderwijsontwikkelingen zijn uiteraard van invloed op een scholenorganisatie als de SPCO Groene Hart en daarmee ook op de Graaf Jan van Montfoortschool. De ambities die op politiekbestuurlijk niveau in Den Haag worden geformuleerd en (soms) geconcretiseerd, vinden hun weg in diverse wet- en regelgevinginitiatieven, maar ook beleidsnota’s zoals de Koers PO en de Kwaliteitsagenda PO.
16
Centraal in de visie van de Koers PO staat het streven naar meer beleidsruimte voor de school opdat zij kan werken aan: - Onderwijs dat kinderen een optimale start geeft om uiteindelijk als volwaardig democratisch burger in onze samenleving te kunnen functioneren; de school speelt daarbij in op allerlei maatschappelijke ontwikkelingen; - Onderwijskundige profilering, vernieuwing van onderop en scholen die van elkaar leren; - De school als eigentijdse en professionele organisatie; - Goede relaties met leerlingen en hun ouders; - Onderwijs op maat voor iedere leerling, met extra aandacht voor de leerlingen die dit nodig hebben vanwege bepaalde achterstanden, individueel bepaalde leerstoornissen en handicaps. Samen met het onderwijsveld heeft Staatssecretaris Dijksma in de Kwaliteitsagenda PO “Scholen voor morgen” vijf tijdgebonden en meetbare doelen geformuleerd: - In 2011 zijn de gemiddelde leerprestaties voor alle groepen leerlingen op het gebied van rekenen en taal aantoonbaar gestegen ten opzichte van 2005; - In 2011 voldoet minimaal 70% van de scholen aan de indicatoren van goede kwaliteitszorg, zoals die zijn omschreven in het toezichtkader van de inspectie; - In 2009 is duidelijk vastgelegd wat leerlingen aan het eind van het primair onderwijs op het gebied van taal en rekenen moeten weten; - In 2011 is het aantal zeer zwakke scholen gehalveerd en is een school niet langer dan één jaar zeer zwak; - In 2011 is er een dekkend aanbod van voor- en vroegschoolse educatie, en is de taalachterstand van achterstandsleerlingen aan het einde van de basisschool met 40% gereduceerd ten opzichte van het meetjaar 2002. Wat uit de Koers PO en de Kwaliteitsagenda komt bovendrijven is een stevige focus op de maximale talentontwikkeling van het individu. Dat komt tot uitdrukking in meer vraag gestuurd, maatwerkgericht onderwijs en het in ieder geval voldoen aan de minimale kwaliteitseisen die aan scholen gesteld kunnen worden als het gaat om bijv. reken- en taalvaardigheden en de kwaliteit van de organisatie als geheel. Het wordt ook steeds belangrijker om verbinding te zoeken en/of versterken met (maatschappelijke) partnerorganisaties zoals het vervolgonderwijs, culturele en sportorganisaties, jeugdzorg en welzijn, gemeenten etc. met als doel om aan de behoeften van leerlingen, ouders/verzorgers en andere belanghebbenden tegemoet te komen. Lokale ontwikkelingen Aanvullend op de hierboven genoemde externe ontwikkelingen (die lokaal doorwerken) zijn er enkele ontwikkelingen te noemen op school- en/of wijkniveau die van invloed zijn op toekomstig beleid. Kindopvang De Graaf Jan wil voor de kinderen van Montfoort een overzichtelijke school blijven, waar structuur en orde een belangrijke plaats heeft. In de afgelopen jaren hebben we een antwoord kunnen geven op een maatschappelijke behoefte in de gemeente Montfoort om meer voorzieningen te hebben voor kinderopvang. Hiervoor hebben we een samenwerking gezocht met de kinderopvangorganisatie KMN Kind en Co, die inmiddels een buitenschoolse (BSO) en een voorschoolse (VSO) opvang in de school heeft. Onderzoek naar de verdere maatschappelijke behoeften is een issue voor de komende jaren. De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden opgenomen in de jaarplannen.
17
Andere schooltijden In het schooljaar 2010-2011 heeft het team en de SR en MR zich georiënteerd op de voor- en nadelen van andere schooltijden. Het is de wens van de ouders om hier verder onderzoek naar te doen. In 2012 zal dit onderzoek worden uitgediept en zullen gesprekken met ouders, maatschappelijke organisaties, sport- en culturele organisaties plaatsvinden. De uitkomsten van dit onderzoek kan resulteren in een verandering van schooltijden. Dit zal dan consequentie hebben in de organisatie ( veranderende werk- en lestijden, een ander dagritme), maar ook voor het onderwijs (bijv. aanpassing beschikbare onderwijstijd per leerjaar). Krimp De statistieken geven aan dat voor de komende tien jaar voor de gemeente Montfoort een teruggang in het geboortecijfer wordt verwacht van 25%. Dit zal, indien dit cijfer realiteit blijkt te zijn, gevolgen hebben voor de Montfoortse scholen en dus ook voor de Graaf Jan van Montfoortschool. De Graaf Jan wil zich zodanig blijven profileren, dat het belangstellingspercentage voor de school stabiel of groeiend zal zijn. In de komende vier jaar zal worden onderzocht hoe een kleiner wordende school organisatorisch gezond kan blijven. Het waarborgen van de kwaliteit van het onderwijs is uitgangspunt. Zorgcoördinatie, leerlingenzorg en functiemix De Graaf Jan van Montfoortschool wil zich gedegen voorbereiden om vanuit een helder schoolprofiel inzichtelijk te hebben welke zorg waargemaakt kan worden. De laatste jaren constateren wij een toename van kinderen met een gedrags- of ontwikkelingstoornis. Het aantal kinderen dat verder in hun schoolloopbaan op deze profielen werd gediagnosticeerd is in vijf jaar tijd toegenomen van 2.9 % in 2006 tot 14% in 2010. Het schoolprofiel kan helpend zijn in het beheersen van de zorgproblematiek. We merken dat bovengenoemde toename maakt dat de leerkrachten meer tijd nodig hebben voor het begeleiden van deze leerlingen. Met name de toename van kinderen met een gedragsstoornissen heeft een negatief effect op het leerrendement. Zie bijlage 1. Een andere ontwikkeling die wij de laatste jaren zien is de toename van het aantal kinderen uit gezinnen met gezinsproblematiek. In 2011 is bij 25 % van de kinderen sprake van gezinsproblematiek (zoals scheiding, ernstige ziekte , enz.) Het CBS geeft aan dat in 2009 13 % van de kinderen in Nederland onder de 12 jaar bij een scheiding betrokken waren. De emotionele gevolgen van bijvoorbeeld een scheiding, hebben merkbare invloed op het welbevinden van kinderen en ook hun leerprestaties kunnen hier gevolgen van ondervinden. Vanuit de ontwikkelingen rond passend onderwijs (zie bij externe ontwikkelingen), handelingsgericht werken en de verdere invulling van de functiemix is de wens voor LB specialisten, begeleiders en ontwikkelaars aanwezig. Gebouw Het gebouw van de Graaf Jan van Montfoortschool is gedateerd. Renovatie of herbouw zijn mogelijke opties. In de komende jaren zullen de opties moeten worden onderzocht en uitgewerkt. De koppeling tussen gebouw, multifunctionaliteit en onderwijsvisie moet hierin worden meegenomen. De Graaf Jan van Montfoortschool wil hierin visionair zijn en de mogelijkheden voor een brede samenwerking met maatschappelijke partners zoeken.
18
6. Strategische doelen voor de periode 2011-2015 6.1. Strategisch speerpunt: Garantie voor kwaliteit De SPCO wil graag dat haar scholen gemeenschappelijk herkenbare kwaliteitskenmerken heeft. Het gaat daarbij om drie kernkwaliteiten: professionele cultuur, sterke leidinggevenden en goede communicatie. De belangrijkste garantie voor kwaliteit (van onderwijs, de organisatie en medewerkers) huist in een professionele cultuur. We hebben een sterke ambitie om professionaliteit te bevorderen in alle aspecten die onze leerlingen, onze medewerkers en betrokken partners (ouders en andere belanghebbenden) raken. Hoewel we binnen de SPCO reeds fraaie voorbeelden van professionaliteit kennen, willen we als organisatie in haar volle omvang een vervolgstap zetten in de verdere ontwikkeling van professionaliteit. Een belangrijk aspect van een professionele cultuur is dat er duidelijke, met elkaar vastgestelde kaders zijn over wat we hieronder verstaan en hoe we ons binnen die cultuur dienen te gedragen. Pas dan kan het team, de school of de organisatie gaan werken aan het versterken van een professionele cultuur. Leidinggevenden hebben in het realiseren van een professionele cultuur een voorbeeldfunctie. Medewerkers spelen zelf ook een belangrijke rol. Iedereen gedraagt zich als professional en is aanspreekbaar op de eigen taken en verantwoordelijkheden. De professional blijft zich ontwikkelen (middels scholing en werken aan eigen competenties) en levert daarmee een bijdrage aan de organisatie. De SPCO wil verder doorgroeien in haar professionaliteit, zodat leerlingen, hun ouders en/of verzorgers, onze medewerkers en onze partners in de omgeving een SPCO-school als professionele onderwijsorganisatie herkennen en erkennen. Professionaliteit en kwaliteit zijn echter niet de enige kenmerken van SPCO en haar scholen. We gaan uit van een protestants-christelijke identiteit die ons (pedagogisch-didactisch) handelen voor een belangrijk deel zin en vorm te geeft. Onze omgeving herkent deze identiteit op onze scholen en ervaart dit mede als onderdeel van onze kwaliteit. Denker: De Graaf Jan van Montfoortschool gaat voor kwaliteit! Een belangrijk onderdeel daarvan is werken aan professionele cultuur. Wat is dat en wat wordt daarin van mij verwacht? Bij het werken aan een professionele cultuur en het formuleren van ambities kan te rade worden gegaan bij de volgende noties over professionaliteit. In een professionele cultuur draait het om:
het organiseren van kwaliteit, mede door scherp inzicht in succesvol leren; eigenaarschap gevoeld door alle medewerkers bij de doelen van de school en de stichting; het herkennen, benoemen en inzetten van kwaliteiten en talenten van leerlingen en medewerkers; een balans tussen het schoolbelang in relatie tot het persoonlijke belang van de medewerker (gezonde ruilrelatie); erkende ongelijkheid (iedereen is gelijkwaardig maar niet gelijk. Bijzonder talent verdient bijzondere waardering en inzet).
6.2. Strategisch speerpunt: Onderwijsvernieuwing In de leerpsychologie - en ook de praktijk op onze SPCO scholen - wordt steeds duidelijker dat leerstijlen van jongeren verschillen. Hierdoor is één passende onderwijsaanpak niet meer denkbaar en daarom dient de leraar als onderwijsprofessional zoveel mogelijk maatwerk te leveren ten behoeve van de talentontplooiing van jongeren. Een onderzoekende houding van de leraar en een gerichte aanpak op basis van relevante data zijn belangrijke elementen voor de toegevoegde waarde van de professional aan de ontwikkeling van kinderen.. De eigen verantwoordelijkheid van kinderen
19
over hun leerproces neemt veelal toe zonder dat een aantal basisvoorwaarden daarvan de dupe moet zijn, zoals een adequaat reken- en taalniveau en sociaal-emotionele vaardigheden in het kader van burgerschap. Kinderen komen ook op steeds jongere leeftijd in aanraking met informatie- en communicatietechnologie. Ons onderwijs zal in deze ontwikkeling mee moeten gaan en er vooral kansen in moeten zien om door o.a. de toepassing van ICT het onderwijs interessanter, relevanter en effectiever te maken. Denker: Onze leerlingen staan voor steeds grotere uitdagingen in hun omgeving. Via de school sluiten we daarbij aan. ICT gaat een steeds belangrijkere rol spelen. Handelingsgericht werken zorgt ervoor dat we afstemmen op de onderwijsbehoeften van kinderen. We leren kinderen mede verantwoordelijkheid te dragen. Een veilig klimaat is voorwaarde om tot prestaties te komen, m.a.w. kinderen moeten leren rekenen, lezen, schrijven en spellen. Hoe kan ik als leerkracht functioneren in en bijdragen aan een innovatieve cultuur waarin analyse en onderzoek een rol spelen?
6.3. Strategisch speerpunt: Professionalisering medewerkers De kernopdracht van het personeelsbeleid van SPCO is het aantrekken en behouden van voldoende, gemotiveerde, competente, betrokken en gezonde medewerkers en leidinggevenden Modern personeelsbeleid laat zich meer dan vroeger kenmerken door een dialoog tussen werkgever en medewerker over verwachtingen en wensen van beide partijen die met elkaar in balans moeten worden gebracht. Op die manier verbindt de organisatie zijn doelen met de kwaliteiten en talenten van de medewerkers. Een professionele cultuur houdt immers in dat werkgever en medewerkers wat van elkaar mogen verwachten en elkaar daarop mogen aanspreken. De SPCO kan haar ambities alleen maar realiseren als medewerkers excelleren. Daarvoor is het noodzakelijk dat medewerkers een sterke inhoudelijke motivatie hebben het goede op een goede manier te doen ten behoeve van onze leerlingen, hun ouders en andere stakeholders. Maar ook dat de school hen daarin optimaal ondersteunt. De SPCO Groene Hart ziet de professionalisering van de medewerkers op alle niveaus als strategisch thema nummer één voor de komende jaren. Want zonder professionele medewerkers realiseren we simpelweg onze ambities niet! Denker: De medewerker doet ertoe in het onderwijskundig proces. Hij/zij is immers de professional die verstand van zaken heeft. Dat betekent dat je samen met collega’s reflecteert en elkaar feedback geeft om het beste uit leerlingen te halen. Hoe kunnen we talenten van medewerkers optimaal gebruiken om een goede bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de leerlingen en van de school. Wat heb ik als professional nodig om de leerlingen en de Graaf Jan van Montfoortschool daarbij te helpen?
6.4. Strategisch speerpunt: Resultaatverantwoordelijkheid In de Kwaliteitsagenda Scholen voor Morgen van het Ministerie van OCW is het verhogen van het reken- en taalniveau van de basisschoolleerlingen een topprioriteit. In het versterken van de prestaties van scholen is opbrengstgericht werken, dat wil zeggen evidence based opereren op basis van gegevens over de vorderingen van leerlingen, essentieel. Vanzelfsprekend gaat het in het primair onderwijs niet alleen om rekenen en taalvaardigheid, ook op andere gebieden willen wij met onze leerlingen vorderingen maken. De eerder geprioriteerde onderzoeksmatige houding (zie onderwijsvernieuwing) en evidence based werken zijn essentieel om hierop voldoende te kunnen
20
sturen en er verantwoording over te kunnen afleggen. De samenleving wordt immers steeds kritischer en verlangt van ons dat we transparant zijn over de resultaten die we met onze inspanningen voor onze leerlingen boeken. Uit onze doelen spreekt dan ook een sterkere focus op planmatigheid en meetbaarheid. Daarbij verliezen we nooit uit het oog dat onze scholen geen koekjesfabrieken zijn, maar werken met jonge mensen die zich juist in deze leeftijdsfase nog grillig en met sprongen ontwikkelen. De balans tussen welbevinden en prestaties is een delicate die altijd met zorg bewaakt moet worden. Denker: De samenleving verwacht goede opbrengsten van onze leerlingen. Als professional moet je daarvoor je verantwoordelijkheid nemen. Welke gegevens in de school zijn voorhanden om resultaat aantoonbaar te maken. Wat betekent het om als leerkracht daarop aanspreekbaar te zijn en ernaar te handelen?
6.5. Strategisch speerpunt: Verbinding met de samenleving SPCO stelt zich tot doel maatschappelijk ondernemend te zijn en staat middenin de samenleving. Dat houdt onder meer in dat de SPCO scholen een proactieve rol in de schoolomgeving spelen gericht op het belang van de leerlingen. Daartoe worden relaties onderhouden met organisaties die actief zijn op het terrein van onder meer de buitenschoolse opvang, sociaal cultureel werk, jeugdzorg, sportverenigingen en kerken. Op alle niveaus – individuele medewerkers, scholen en College van Bestuur – worden contacten gelegd met gemeenten en andere organisaties in de keten van onderwijs, opvoeding en zorg ten behoeve van het kind. Het actief slaan van bruggen naar onze stakeholders heeft tot doel dat we onze inspanningen legitimeren naar onze omgeving (doen we de goede dingen en doen we ze goed), dat we leren van onze stakeholders en zo komen tot (onderwijs)vernieuwing en verbetering en dat we rekenschap kunnen afleggen aan maatschappelijke partners die net als wij werken aan maatschappelijk relevante doelen. Denker: Ouders en school zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het welzijn van de kinderen. De Graaf Jan van Montfoortschool realiseert zich dat de scholen onderdeel uitmaken van de samenleving en dat deze in dialoog met belangrijke partners zoals kinderopvang, voortgezet onderwijs en voorschoolse educatie een doorgaande lijn moet realiseren Wat vraagt dat van de Graaf Jan en wat vraagt dat van leerkrachten? En wat kunnen belangrijke partners voor de school, voor de leerlingen, voor jou betekenen?
6.6. Doelen naar aanleiding van de strategische speerpunten Aan de hand van de 5 strategische speerpunten zijn 9 strategische doelen opgesteld voor de komende periode: Doel 1: De Graaf Jan realiseert een professionele cultuur. Medewerkers van de Graaf Jan maken gebruik van elkaars kennis en kwaliteiten. Naar aanleiding van gesprekken in de gesprekkenscyclus wordt een analyse gemaakt van kwaliteiten en talenten op leraar- en op schoolniveau in een teamontwikkelplan. Er wordt gebruik gemaakt van intervisie en collegiale consultatie om te leren van elkaar.
21
De Graaf Jan stelt een plan op om het werken volgens de principes van de professionele school- en teamcultuur structureel te bevorderen. Hierbij is specifiek aandacht voor:
het organiseren van kwaliteit, mede door scherp inzicht in succesvol leren; eigenaarschap gevoeld door alle medewerkers bij de doelen van de school en de stichting; het herkennen, benoemen en inzetten van kwaliteiten en talenten van leerlingen en medewerkers; een balans tussen het schoolbelang in relatie tot het persoonlijke belang van de medewerker (gezonde ruilrelatie); erkende ongelijkheid (iedereen is gelijkwaardig maar niet gelijk. Bijzonder talent verdient bijzondere waardering en inzet).
Doel 2: De Graaf Jan communiceert professioneel met interne en externe belanghebbenden. De Graaf Jan werkt vanuit een goed onderbouwd communicatieplan (frequentie, inhoud) op alle gebieden (naar ouders, stakeholders, College van Bestuur, inspectie, leerlingen, voortgezet onderwijs, MR en schoolraad). Uit ouder-, leerlingen-, en personeelstevredenheidsmetingen blijkt dat de communicatie als professioneel en kwalitatief goed wordt ervaren. Doel 3: De Graaf Jan hanteert transparante kwaliteitscriteria. De Graaf Jan maakt resultaten per groep en vakgebied inzichtelijk. De school beschikt over een beleidsplan waarin het ambitieniveau van de school per groep voor de kernvakken taal, lezen en rekenen is vastgelegd. Uitkomsten op de resultaatgebieden, leeropbrengsten, ouder- en leerlingtevredenheid vormen een vast onderdeel in functioneringsgesprekken. De leerlingresultaten voor reken, lezen en taal zijn bij de Graaf Jan minstens zo hoog als het landelijk gemiddelde. Voor alle leerlingen stelt de Graaf Jan een ontwikkelingsperspectief op. Doel 4: De Graaf Jan heeft een herkenbare, protestants-christelijke identiteit. De Graaf Jan heeft beschreven op welke wijze invulling gegeven wordt aan de protestants-christelijke identiteit en handelt daar vanuit. Jaarlijks wordt bij de Graaf Jan de dialoog gevoerd over wat ons beweegt. Wederzijds respect en zoeken naar wat bindt is daarbij een grondhouding. De Graaf Jan maakt aantoonbaar op welke verschillende manieren de leerling met de protestants-christelijke identiteit in aanraking komt. Doel 5: De Graaf Jan heeft een innovatieve en onderzoekende cultuur. Leraren bij de Graaf Jan werken volgens de principes van het ‘handelingsgericht werken’, specifiek voor minimaal de vakgebieden spelling, rekenen en lezen. Leerlingen zijn kritisch digitaal actief en vaardig. Multimediale vernieuwingen worden optimaal benut. De Graaf Jan werkt ‘evidence based’ en ‘data-driven’. De ontwikkeling van het onderwijs vindt plaats vanuit een onderzoekende houding. Analyse en onderzoek van gerealiseerde onderwijsopbrengsten vindt plaats op leerling-, groeps- en schoolniveau. Data worden gebruikt als uitgangspunt voor lerarengedrag. Doel 6: Bij de Graaf Jan werken competente, professionele leraren die zich willen blijven ontwikkelen. De Graaf Jan koppelt talenten van leraren met de visie en de doelstelling van de school. We willen deze talenten op school inzetten.
22
Iedere medewerker volgt jaarlijks een kwalitatief persoonlijk ontwikkeltraject op basis van persoonlijke- en schooldoelen. Iedere leraar evalueert zijn ontwikkeltraject jaarlijks in het team in het kader van de teamontwikkeling. De Graaf Jan realiseert een optimaal leerrendement. Leraren kunnen aantoonbaar verschillende leerstijlen hanteren. De Graaf Jan kent een open werkklimaat waarin collegiale feedback plaatsvindt. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van instrumenten als bijvoorbeeld collegiale consultatie en intervisie. Iedere leerkracht bij de Graaf Jan is gegroeid in kennis en kunde met betrekking tot het werken met een digitaal schoolbord. Enkele teamleden hebben zich ontwikkeld tot expert-niveau. Doel 7: De Graaf Jan is gericht op het verhogen van de onderwijsprestaties, persoonlijke vorming en het maximaal ontwikkelen van de talenten van de leerlingen. Leraren analyseren toetsgegevens en observaties, vaardigheidsgroei en maken (trend)analyses, verbinden daaraan conclusies en stemmen hun interventies daarop af. Leraren werken met (groeps)plannen met meetbare tussen- en einddoelen in het kader van handelingsgericht werken. Doel 8: De Graaf Jan kenmerkt zich door een professionele, adequate bedrijfsvoering. De directie van de Graaf Jan stelt een beleid op waarin beschreven staat hoe en wanneer de opbrengsten op school-, groeps- en leerlingniveau worden besproken. Jaarlijks verantwoordt de directie de opbrengsten bij de MR en de ouders. Doel 9: De Graaf Jan zoekt ten behoeve van het onderwijs actief verbinding met de relevante (lokale, regionale) samenleving. De Graaf Jan maakt werk van educatief partnerschap met ouders. Wederzijdse verwachtingen tussen ouders en school worden uitgewerkt als bijlage bij het aanmeldingsformulier dat door ouders en school wordt ondertekend. De Graaf Jan maakt op grond van gegevens en de visie van de school een analyse welke maatschappelijke partners van belang zijn voor een optimale ontwikkeling van haar kinderen. We stellen vast op welke wijze en op welke vlakken we met hen willen samenwerken.
7. Doelstellingenoverzicht Zie bijlage 1
7.1. Jaarlijkse streefdoelen (SPCO-benchmark) Het is niet eenvoudig om de toegevoegde waarde van de school aan de ontwikkelingen van de kinderen exact te bepalen. Er vindt geen 0-meting plaats wanneer leerlingen ingeschreven worden op school, zodat na groep 8 aangetoond kan worden wat de school heeft toegevoegd. Daarnaast zijn er veel factoren die invloed hebben op de ontwikkeling van leerlingen. Dit zijn o.a. de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling, de thuissituatie en de kwaliteit van het onderwijsaanbod.
23
Tegelijkertijd is het van maatschappelijk belang om vast te kunnen stellen of de school kwaliteit levert. De SPCO Groene Hart heeft, om de kwaliteit van het onderwijs zoveel mogelijk zichtbaar te maken, succesindicatoren geformuleerd: - De onderwijsopbrengsten - De tevredenheid van ouders - De tevredenheid van leerlingen - De verwijzingen naar het voortgezet onderwijs Voor een uitgebreide toelichting op de afzonderlijke indicatoren zie bijlage x Indicator: onderwijsopbrengsten onvoldoende
beleid voldoende
goed
realisatie 2011-2013
Streefcijfers 2013
535.0
Graaf Jan van M. 2011-2013 SPCO 2011-2013 Landelijk 2011-2013
< 534 < 534
≥ 534 en < 536 ≥ 534 en < 536
≥ 536 ≥ 536
534.6 535.9 535.1
Indicator: Tevredenheid van ouders onvoldoende
beleid voldoende
goed
Streefcijfers 2014
realisatie 2013
3.25
Graaf Jan van M. 2013 SPCO
< 2,5 < 2,5
≥ 2,5 en < 3 ≥ 2,5 en < 3
≥3 ≥3
3.21 n.n.b.
goed
realisatie 2013
Indicator: Tevredenheid van leerlingen onvoldoende
beleid voldoende
Streefcijfers 2014
80%
Graaf Jan van M. 2013 < 60% ≥ 60 en < 75% ≥ 75% 70% SPCO < 2,5 ≥ 2,5 en < 3 ≥3 geen * In sept. 2012 is de tevredenheidenquête van de Vreedzame school uitgevoerd. Deze enquête heeft een andere normering. Voor de scores zie bijlage 4. Indicator: Verwijzing naar voortgezet onderwijs beleid onvoldoende voldoende
goed
Streefcijfer 2014
80%
Graaf Jan van M.
SPCO
24
realisatie 2013
< 70% < 70%
≥ 70% en < 80% ≥ 80% ≥ 70% en < 80% ≥ 80%
75% gelijk 10% lager 15 % hoger geen
7.2. Doelstellingenschema (jaarplanning) In deze tabel zijn de doelstellingen voor de beleidsperiode 2011-2015 weergegeven en over de 4 schooljaren gepland. De tabel wordt jaarlijks geactualiseerd. De doelstellingen worden jaarlijks uitgewerkt in deelplannen, die in de bijlagen toegevoegd zijn en deel uitmaken van het jaarplan. Nr.
Thema
Jaarplanning 11121312 13 14
Evaluatie/Vervolg 1415
Onderwijs De Graaf Jan van Montfoortschool heeft een innovatieve en onderzoekende cultuur. A
Leraren werken volgens de principes van ‘handelingsgericht werken’. De Graaf Jan volgt een schoolspecifiek invoeringstraject. Speerpunten zijn het implementeren van groepsplannen (gr. 3 -8), groepsoverzichten, communicatie met ouders en het werken met een kindplan In de groepen 1-2 wordt onderzocht op welke wijze de ontwikkeling van kinderen in samenhang met de leerlijnen kan worden gevolgd. Er wordt een keuze gemaakt voor een systematiek. Iedere leerkracht op de Graaf Jan stelt een groepsoverzicht op. Hierin worden de leerstofresultaten, observaties en gespreksverslagen weergegeven. Dit groepsoverzicht is de basis van de overdrachtsgesprekken. De leerkrachten van de Graaf Jan voeren m.b.v. een kindplan, gesprekken met kinderen. Zo zullen kinderen mederegisseur worden van hun eigen leerproces. In de groepen 1-2 wordt de ontwikkeling van kinderen en hun onderwijsbehoeften in samenhang met de leerlijnen weergegeven. De Graaf Jan werkt voor de vakken taal, rekenen en lezen op een handelingsgerichte wijze.
25
x
x
werken met kindplan (2.1)
x
x
groepsplan en groepsoverzicht (5.6)
x
x
x
x
Implementatie Kleuterplein, onderzoek LVS Kijk / Pravoo
x
1112 De Graaf Jan ontwikkelt visie en beleid om een optimaal leerrendement te behalen door een flexibel en gedifferentieerd onderwijsaanbod te ontwikkelen, zodat dit passend is voor de onderwijsbehoefte van de leerlingen. De Graaf Jan werkt evidence based. In de school is een onderzoeksmatige cultuur gecreëerd. We benutten data als uitgangspunt voor lerarengedrag. Kennisdeling in teamvergadering Verbeteren opbrengsten rekenonderwijs Doelen rekenplan worden gehaald. Rekenopbrengsten worden 3 x p.j. besproken. Lkr. Kunnen analyseren en acties uitvoeren. Effectief leesonderwijs Leerwerkgemeenschap zet uitkomsten onderzoek over in doelen voor leesonderwijs Graaf Jan - acties Implementatie nieuwe technisch en begrijpend leesmethode. Cooperatief leren Inzetten zes coöperatieve werkvormen, aanleren structuur. Inzetten acht coöperatieve werkvormen, minimaal twee per maand. Implementeren structuur coöperatief leren. Geschiedenismethode Onderzoek naar nieuwe geschiedenismethode. Implementatie nieuwe geschiedenismethode. Lessen andere culturen Onderzoek naar onderwijs over andere culturen, doelen, acties De doelen voor het onderwijs over andere culturen worden uitgevoerd. Engels in de basisschool LWG onderzoekt Engels aan jonge kinderen De Graaf Jan kiest een nieuwe methode Engels, de uitkomsten van het onderzoek naar ‘ Engels aan jonge kinderen’ worden meegenomen.
B
C
D
E
F
G
26
1213
1314
1415 x
x
x X
x
x
x
toepassing vakkennis BL onderzoek TL - methode x
x x
x x
x x
x x
x
onderzoek TL methode
1112 H
ICT Kinderen twee uur p.w. computergebruik tijdens lessen 75% Leerkrachten kent mogelijkheden smartbord. Maken lessen met smart notebook. De Graaf Jan gebruikt multimediale technieken als belangrijk onderdeel van het onderwijs. De werkgroep ICT onderzoekt welke nieuw vaardigheden kinderen moeten hebben om in de toekomst digitaal vaardig te zijn. Hieruit vloeien doelen voort De doelen m.b.t. het digitaal vaardig zijn van kinderen, worden uitgevoerd. Gedrag Leerkrachten worden geschoold in omgaan met leerlingen met gedragsproblemen. Een werkgroep onderzoekt hoe ouders ondersteund kunnen worden in het omgaan met kinderen met gedragsmoeilijkheden. Hier vloeien doelen uit voort. De doelen met betrekking tot het ondersteunen van ouders met kinderen met gedragsproblemen worden uitgevoerd. In een kwaliteitsonderzoek zal de mate van conflicten tussen kinderen worden gemeten. Hiervoor worden ouders, kinderen en het team bevraagd. Huiswerk De leerwerkgemeenschap doet onderzoek naar het effect van het geven van huiswerk in de lagere groepen. Verkeer Een werkgroep onderzoekt welke methode voor verkeer gebruikt gaat worden Implementatie methode verkeer Expressievakken Een werkgroep onderzoekt welke methode we voor expressievakken gaan gebruiken. Eventueel implementatie methode expressievakken.
27
1213
1314
1415
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
OGW met gedrag, integrale aanpak, beleid grensoverschrijdend gedrag
x
x
x
x x x x
1112 Sociaal emotionele ontwikkeling Een werkgroep onderzoekt welke methode de Graaf Jan gaat gebruiken voor sociaal emotionele vorming. Taal Er wordt een start gemaakt met het onderzoek naar het taalonderwijs, eventueel gekoppeld aan een nieuwe methode. De Graaf Jan is gericht op het verhogen van de onderwijsleerprestaties en het maximaal ontwikkelen van de talenten van de leerling Opbrensten analyseren van trendanalyse BL groep 6, actieplan Leraren analyseren toetsgegevens en observaties, vaardigheidsgroei en maken analyses, conclusies en acties. Gesprekscyclus leeropbrengsten rekenen, taal, spelling (begrijpend) lezen Leraren werken met groepsplannen met meetbare tussen- en einddoelen. De tussen en einddoelen van groep 1 t/m 8 worden in het kader van HGW geformuleerd. Onderzoek plusklas, implementatie beleidsplan Hoogbegaafdheid In bovenbouw krijgen leerlingen les in burgerschap. Actieplan Kind op de Gang Uitvoering doelen in kader van Passend onderwijs. Personeel De Graaf Jan realiseert een professionele cultuur. Analyse sterktes op leraar en schoolniveau. Structureel inrichten intervisie en collegiale consultatie. Kwaliteiten leerkrachten inzetten in passende commissies. Vaststellen speerpunten t.a.v. professionele school- en teamcultuur. Plan opstellen.
28
1213
1314
1415 x
x
x x
x x x
x x
x
x x
x
x x x x
n.a.v. uitkomsten proces.
1112 De Graaf Jan heeft de speerpunten; gedeeld leiderschap, eigenaarschap bij veranderingen en erkende ongelijkheid, ingevoerd. Leerkrachten benutten talenten van anderen om eigen handelen te verbeteren. Op de Graaf Jan werken competente, professionele leraren, die zich willen blijven ontwikkelen. Analyse personele opbouw, implicaties hiervan, in kaart brengen talenten, specialisme. Gesprek over werkdruk en energiebronnen
29
1314
1415 x
x
x
x
Iedere leraar volgt jaarlijks een kwalitatief persoonlijk ontwikkeltraject op basis van school- en persoonlijke doelen. Deze worden per jaar in team geëvalueerd. Leerkrachten realiseren optimaal leerrendement. Kunnen verschillende leerstijlen hanteren. Op de Graaf Jan is er een open werkklimaat waarin collegiale consultatie plaats vindt. Alle medewerkers kunnen aantoonbaar feedback geven en ontvangen met behulp van diverse instrumenten. Organisatie De Graaf Jan heeft een herkenbare, protestants-christelijke identiteit. Bespreken en vaststellen identiteitsplan Dialoog voren over identiteit in team en ouders De Graaf Jan van Montfoortschool heeft een innovatieve en onderzoekende cultuur. Onderzoek naar ‘andere tijden’, voorwaarden, beslissing. Mogelijk: implementatie andere onderwijstijden. Nieuw rapport Enquête ouders beleving rapport
1213
x x
Jaarlijkse bespreking één item van elke categorie. Presentatie team Aanspreken op resultaten
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
i.v.m. Parnassys x
1112 Kwaliteitszorg De Graaf Jan communiceert professioneel met interne en externe belanghebbenden. Scholing leerkrachten in voeren van handelingsgerichte oudergesprekken Leerkrachten zijn vaardig in het houden van handelingsgerichte oudergesprekken Onderzoek bij ouders naar beleving oudergesprekken. De Graaf Jan werkt vanuit een goed onderbouwd communicatieplan op alle gebieden. De Graaf Jan enquêteert de ouders, leerlingen en het team naar de tevredenheid over de communicatie. De Graaf Jan analyseert de opbrengsten van de kwaliteitsonderzoeken en verbindt hieraan acties. De Graaf Jan hanteert transparante kwaliteitscriteria. Opstellen ambitieniveau rekenen Behalen ambitieniveau rekenen Vaststellen ambitieniveaus voor lezen en taal. Opstellen beleid omgaan met opbrengsten Uitkomsten op resultaatgebieden, opbrengsten, tevredeheid vormen onderdeel van FG. Mogelijke interventies volgen. Verantwoording opbrengsten bij MR en ouder De Graaf Jan zoekt, ten behoeve van het onderwijs, actief verbinding met de relevante (locale) samenleving. Jaarlijks gesprek met VO Enquête oudleerlingen groep 8 - acties Uitwerken educatief partnerschap; de omschreven verwachtingen tussen ouders en school worden uitgewerkt. Bij inschrijving door ouders en school ondertekend.
30
1213
1314
1415
x x x
x x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x x
x
x x
x x
groepsplan spelling
1112 De Graaf Jan maakt een analyse welke maatschappelijke partners van belang zijn voor een optimale ontwikkeling van de kinderen. Een plan van aanpak wordt opgesteld. Hierin wordt ook aangegeven hoe we een relatie met hen willen hebben met het oog op inspraak, verantwoorden en samenwerken. De Graaf Jan onderzoekt specifiek welke maatschappelijke partners ondersteunend kunnen zijn bij de gedragsproblematiek van kinderen en hoe zij een bijdrage kunnen leveren.
1213
1314 x
1415
x
7.3. Jaarplan De doelen zoals gepland in het doelstellingenoverzicht worden jaarlijks nader uitgewerkt in een jaarplan. Zie bijlage 3.
31
Bijlagen Bijlage 1:
Realisatie doelstellingen SPCO en Graaf Jan per kalenderjaar
Bijlage 2:
Jaarplan 2012-2013 geëvalueerd
Bijlage 3:
Jaarplan 2013-2014
Bijlage 4:
Uitkomsten tevredenheidonderzoek leerlingen Vreedzame school
32
8.
Vaststelling Schoolplan
8.1
Directie Schoolplan 2011-2015 en jaarplan 2013-2014 Plaats
Montfoort
Datum
september 2013
Naam
H. Mulder
Functie
directeur
Handtekening
8.2
Medezeggenschapsraad Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van de school in te stemmen met het schoolplan. Schoolplan 2011 – 2015 en jaarplan 2013-2014 Plaats
Montfoort
Datum
september 2013
Naam
D. van der Pol
Functie
voorzitter MR
Handtekening
8.1 Bevoegd gezag Het bevoegd gezag heeft het schoolplan van de school vastgesteld. Schoolplan 2011 – 2015 en jaarplan 2013-2014 Plaats
Woerden
Datum Naam Functie Handtekening
33
College van Bestuur
Bijlage 1
Realisatie doelen SPCO en Graaf Jan per kalenderjaar
Doel
2013
Actie CvB School
Doel 1: De SPCO en haar scholen realiseren een professionele cultuur.
Op school en stichtingsniveau maken medewerkers gebruik van elkaars kennis en kwaliteiten. We zijn tevreden als we op stichtingsniveau het volgende hebben bereikt: in 2013 heeft de SPCO de sterktes van de scholen in kaart gebracht met als doel kennisuitwisseling tussen de SPCO-scholen te bevorderen en optimaal gebruik te maken van de sterke punten van de scholen.
Doel 2: De stichting en de scholen communiceren professioneel met interne en externe belanghebbenden.
(Bij dit doel zijn geen indicatoren opgenomen uiterlijk te behalen in 2013.)
Doel 3: De SPCOscholen hanteren transparante kwaliteitscriteria.
De school maakt de resultaten per groep en vakgebied inzichtelijk, teams bespreken deze resultaten en maken afspraken over acties die hieruit voortkomen. We zijn tevreden wanneer vanaf 2013 het ambitieniveau en de leerlingresultaten van de school centraal staan in de leerling- en/of groepsbespreking. Op basis hiervan worden schoolspecifieke acties afgesproken. Gezien de relatief gunstige context waarin onze leerlingen in het groene hart opgroeien (relatief gunstige sociaaleconomische omstandigheden, de aanwezigheid van relatief veel sociaal kapitaal enzovoorts), zijn de leerlingresultaten uiterlijk 2013 voor lezen, rekenen en taal minstens zo hoog als het landelijk gemiddelde. Per school zal bekeken worden of hogere resultaten mogen worden verwacht. De SPCO kent in ieder geval geen taalof rekenzwakke of zeer zwakke scholen conform de criteria van de inspectie.
Doel 4: De SPCO en haar scholen hebben een herkenbare, protestants-christelijke identiteit.
34
(Bij dit doel zijn geen indicatoren opgenomen uiterlijk te behalen in 2013.)
Doel 5: De SPCO en haar scholen hebben een innovatieve en onderzoekende cultuur.
(Bij dit doel zijn geen indicatoren opgenomen uiterlijk te behalen in 2013.)
Doel 6: Op de SPCOscholen werken competente, professionele leraren die zich willen blijven ontwikkelen.
Iedere medewerker volgt jaarlijks een kwalitatief persoonlijk ontwikkeltraject op basis van school- en persoonlijke doelen. We zijn tevreden wanneer iedere leraar vanaf 2013 aantoonbaar zijn of haar competenties op peil houdt om het onderwijs te kunnen realiseren dat de school en de SPCO voorstaat. Iedere leraar evalueert minimaal eenmaal per jaar zijn ontwikkeltraject in het team in het kader van de teamontwikkeling. Scholen realiseren een optimaal leerrendement (zie doel 5). We zijn tevreden wanneer vanaf 2013 leraren aantoonbaar verschillende leerstijlen hanteren.
Doel 7: Alle SPCOscholen zijn gericht op het verhogen van de onderwijsprestaties, persoonlijke vorming en het maximaal ontwikkelen van de talenten van de leerling.
Leraren analyseren toetsgegevens en observaties, vaardigheidsgroei en maken (trend)analyses, verbinden daaraan conclusies en stemmen hun interventies daarop af. We zijn tevreden wanneer in 2013 alle leraren conclusies kunnen trekken uit de analyses en deze in acties omzetten.
Doel 8: De SPCO en haar scholen kenmerken zich door een professionele, adequate bedrijfsvoering.
De SPCO zal de managementinformatie verbeteren. We zijn tevreden wanneer in 2013 de financiële kengetallen zijn gekozen, vastgesteld en geactualiseerd waarbij rekening gehouden wordt met de aanbevelingen van de Commissie Don (zie hoofdstuk 3.1.9).
Doel 9: De SPCO en de scholen zoeken ten behoeve van het onderwijs actief verbinding met de relevante (lokale, regionale) samenleving.
SPCO-scholen maken werk van educatief partnerschap met ouders. We zijn tevreden wanneer in 2013 de omschreven verwachtingen tussen ouders en school nader worden uitgewerkt als bijlage bij het aanmeldingsformulier dat door ouders en school wordt ondertekend.
35
Leraren werken met (groeps)plannen met meetbare tussen- en einddoelen. We zijn tevreden wanneer in 2013 40% van de leraren binnen de SPCO met groepsplannen werkt in het kader van HGW.
Doel
2014
Actie CvB School
Doel 1: De SPCO en haar scholen realiseren een professionele cultuur.
Iedere school stelt haar speerpunten m.b.t. professionalisering vast ten aanzien van de professionele schoolstructuur en teamcultuur. Leidinggevenden sturen op een effectieve wijze medewerkers aan zodat deze zich bewust zijn van wat een professionele cultuur inhoudt en daarnaar handelen. Omdat medewerkers verschillen kan dit niet anders dan maatwerk zijn. We zijn tevreden wanneer in 2014 elke school een evenwichtig plan heeft opgesteld ter bevordering van de professionele school- en teamcultuur.
Doel 2: De stichting en de scholen communiceren professioneel met interne en externe belanghebbenden.
We zijn tevreden wanneer iedere school uiterlijk vanaf 2014 werkt vanuit een goed onderbouwd communicatieplan (waaronder de verbeterpunten, frequentie en inhoud) op alle gebieden (naar ouders, stakeholders, College van Bestuur, inspectie, leerlingen, voortgezet onderwijs, MR en schoolraad).
Doel 3: De SPCOscholen hanteren transparante kwaliteitscriteria.
Uitkomsten op de resultaatgebieden, leeropbrengsten, ouder- en leerlingtevredenheid vormen een vast onderdeel in functioneringsgesprekken en managementbegeleidingsgesprekken. We zijn tevreden wanneer uiterlijk 2014 in alle SPCO-scholen de genoemde opbrengsten in functionerings- en managementgesprekken aan de orde komen, zodat waar nodig interventies gepleegd worden.
Doel 4: De SPCO en haar scholen hebben een herkenbare, protestants-christelijke identiteit.
(Bij dit doel zijn geen indicatoren opgenomen uiterlijk te behalen in 2014.)
Doel 5: De SPCO en haar scholen hebben een innovatieve en onderzoekende cultuur.
Op SPCO-scholen zijn leerlingen kritisch digitaal actief en vaardig. Multimediale vernieuwingen worden optimaal benut. We zijn tevreden wanneer alle SPCO-scholen uiterlijk in 2014 het werken met multimediale technieken een belangrijke plek in het onderwijs hebben gegeven en in het schoolplan hebben opgenomen.
Doel 6: Op de SPCO-
(Bij dit doel zijn geen indicatoren opgenomen uiterlijk te
36
scholen werken competente, professionele leraren die zich willen blijven ontwikkelen.
behalen in 2014.)
Doel 7: Alle SPCOscholen zijn gericht op het verhogen van de onderwijsprestaties, persoonlijke vorming en het maximaal ontwikkelen van de talenten van de leerling.
Leraren werken met (groeps)plannen met meetbare tussen- en einddoelen. We zijn tevreden wanneer in 2014 de school voor de groepen 1 t/m 8 tussendoelen en einddoelen in het kader van HGW formuleert.
Doel 8: De SPCO en haar scholen kenmerken zich door een professionele, adequate bedrijfsvoering.
De SPCO zal de managementinformatie verbeteren. We zijn tevreden wanneer in 2014 real time rapportage m.b.t. financiële en personele uitputting, ziekteverzuimcijfers en leerlingopbrengsten is gerealiseerd.
Doel 9: De SPCO en de scholen zoeken ten behoeve van het onderwijs actief verbinding met de relevante (lokale, regionale) samenleving.
De school maakt op grond van gegevens en de visie van de school een analyse welke maatschappelijke partners van belang zijn voor een optimale ontwikkeling van haar kinderen. We zijn tevreden wanneer in 2014 de school een plan van aanpak maakt, waarin de volgende vragen centraal staan: (a) zijn dit nu de stakeholders die van belang zijn voor onze doelgroep en doelen? (b) moeten we stakeholders laten vallen of juist ‘aanhalen’? en (c) welke relatie willen we met hen? (informeren, inspraak, verantwoorden, samenwerken).
37
Doel
2015
Actie CvB School
Doel 1: De SPCO en haar scholen realiseren een professionele cultuur.
Iedere school stelt haar speerpunten m.b.t. professionalisering vast ten aanzien van de professionele schoolstructuur en teamcultuur. We zijn tevreden wanneer in 2015 elke school – naast haar eigen speerpunten - ten minste de volgende drie speerpunten van een professionele school- en teamcultuur zichtbaar heeft ingevoerd: gedeeld leiderschap, eigenaarschap bij veranderingen en erkende ongelijkheid.
Doel 2: De stichting en de scholen communiceren professioneel met interne en externe belanghebbenden.
Iedere school realiseert uiterlijk 2013 een professioneel communicatieplan. We zijn tevreden wanneer uiterlijk in 2015 uit ouder-, leerlingen- en personeelstevredenheidsmetingen naar voren komt dat de communicatie als professioneel en kwalitatief goed wordt ervaren.
Doel 3: De SPCOscholen hanteren transparante kwaliteitscriteria.
(Bij dit doel zijn geen indicatoren opgenomen uiterlijk te behalen in 2015.)
Doel 4: De SPCO en haar scholen hebben een herkenbare, protestants-christelijke identiteit.
(Bij dit doel zijn geen indicatoren opgenomen uiterlijk te behalen in 2015.)
Doel 5: De SPCO en haar scholen hebben een innovatieve en onderzoekende cultuur.
SPCO-scholen werken volgens de principes van handelingsgericht werken. We zijn tevreden wanneer in 2015 iedere school handelingsgericht werkt voor taal, rekenen en lezen. Scholen ontwikkelen visie en beleid om een optimaal leerrendement te behalen, door bijvoorbeeld een flexibel en gedifferentieerd onderwijsaanbod te ontwikkelen. We zijn tevreden wanneer uiterlijk 2015 alle scholen het onderwijsaanbod passend maken aan de onderwijsbehoefte van leerlingen. Elke school werkt uiterlijk in 2015 evidence based. We zijn tevreden wanneer scholen een onderzoeksmatige cultuur gecreëerd hebben en data benutten als uitgangspunt voor
38
lerarengedrag. Doel 6: Op de SPCOscholen werken competente, professionele leraren die zich willen blijven ontwikkelen.
Er is een open werkklimaat waarin collegiale feedback een plaats heeft. We zijn tevreden wanneer in 2015 alle medewerkers aantoonbaar feedback geven en/of ontvangen met behulp van diverse instrumenten zoals collegiale consultatie en intervisie.
Doel 7: Alle SPCOscholen zijn gericht op het verhogen van de onderwijsprestaties, persoonlijke vorming en het maximaal ontwikkelen van de talenten van de leerling.
Leraren werken met (groeps)plannen met meetbare tussen- en einddoelen. We zijn tevreden wanneer in 2015 werken alle leraren met groepsplannen
Doel 8: De SPCO en haar scholen kenmerken zich door een professionele, adequate bedrijfsvoering.
De middelen van de stichting en haar scholen worden efficiënter ingezet. We zijn tevreden wanneer in 2015 aan de hand van een vastgesteld inkoopbeleid wordt gewerkt.
Doel 9: De SPCO en de scholen zoeken ten behoeve van het onderwijs actief verbinding met de relevante (lokale, regionale) samenleving.
(Bij dit doel zijn geen indicatoren opgenomen uiterlijk te behalen in 2015.)
39
Bijlage 2: Jaarplan 2012-2013 geëvalueerd Evaluatie Algemeen einde schooljaar 2012-2013 Het schooljaar 2012-2013 is een jaar geweest waarin we geconfronteerd werden met ziekte van personeelsleden. Reeds in het begin van het schooljaar viel een leerkracht uit, gevolgd door een tweede leerkracht. Deze leerkrachten zijn vervangen, maar ook hier was tegenslag doordat de vervanging niet gecontinueerd kon worden door één persoon. Hierdoor zijn er in het schooljaar meerdere wisselingen geweest. Op een school van 6.5 groepen is dit merkbaar. Voor de kinderen, want zij moesten wennen aan diverse leerkrachten en ook voor de teamleden. Op hen werd een groot beroep gedaan om de doorgaande leerlijn vast te houden en deze te bewaken, te zorgen voor goede overdracht en de begeleiding van de nieuwe leerkrachten. Dit heeft tijd, aandacht en energie van hen gevraagd. Dit heeft ook om keuzes gevraagd. We hebben als team gekeken welke doelen we prioriteit wilden geven en waar we een doel konden doorschuiven naar het komende schooljaar. In de evaluatie van dit schoolplan komen deze keuzes tot uiting. Positief is het dat genoemd kan worden dat de opbrengsten van de groepen, ook waar er veel vervangingen zijn geweest, een stijgende lijn laten zien. Een ander aspect wat de aandacht vroeg dit schooljaar was de beleving van de zorgzwaarte op de Graaf Jan. Het team voelde zich overbelast door het gevoel van een onbalans tussen de hoeveelheid bijzondere zorg en de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen ten opzichte van de school als geheel. In het onderzoek is in kaart gebracht hoe de feitelijke zorgzwaarte zich verhield tot de beleefde zorgzwaarte, welke factoren daarop van invloed waren en welke interventies nodig zijn om tot verbetering te komen. De uitkomsten van dit onderzoek gaven aan dat er in enkele groepen teveel zorgleerlingen zaten. In de loop van het jaar hebben een aantal lln. een plaats op SBO of SO gekregen. Een andere aanbeveling was om werk te maken van partnerschap met ouders door het hebben van een structurele wederzijdse communicatie ten aanzien van onderwijs en opvoeding. Ouders vroegtijdig meenemen in het proces rond de vraag wat de onderwijsbehoeften van hun kind is. Hierin ligt een taak van de leerkracht, die eigenaar is van de zorg voor de leerlingen en voor de IB-er,die hierin ondersteunend en procesgericht moet zijn. Dit krijgt een plek in het jaarplan 20132014.
Doel 1: De Graaf Jan van Montfoortschool realiseert een professionele cultuur. Going concern
Gewenst resultaat
De talenten en kwaliteiten van de medewerkers van de Graaf Jan zijn in kaart gebracht. Medewerkers maken gebruik van elkaars talenten en kwaliteiten. Het inzetten van collegiale klassenconsultatie met als inzet het gebruik maken en leren van elkaars kwaliteiten en de koppeling met de POP gesprekken vindt een jaarlijks vervolg. Collegiale klassenconsultatie is ingeroosterd. De personele kwaliteitskaart zal in een TTV worden geactualiseerd.
Blijvende duidelijkheid en gebruikmaking van elkaars kwaliteiten. Leren van elkaar.
Evaluatie einde schooljaar Door bovengenoemde situatie en verlof leerkracht LB Begeleider is de kwaliteitskaart niet geactualiseerd. Wel is er gebruik gemaakt van collegiale klassenconsultatie. Leerkrachten hebben hierbij wel gebruik gemaakt van elkaars kwaliteiten. Zij waren hiervan op de hoogte door de professionele gesprekken tijdens de vergaderingen. Dit onderdeel wordt in 2013-2014 behoren tot het standaard handelen van de Graaf Jan en geborgd zijn bij de leerkracht LB begeleider.
40
Doel 2: De Graaf Jan communiceert professioneel met interne en externe belanghebbenden. 2.0
Lkr. vaardig in houden van oudergesprekken op HGW wijze Onderzoek naar de beleving van de oudergesprekken.
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
Budget
Wmkpo: Hoe waardeert u de informatie die u krijgt over de ontwikkelingen van uw kind? 3.12
We bouwen voort op de ontwikkeling van 2011-2012 waarin de lkr. zich geschoold hebben in het op HGW wijze houden van oudergesprekken (constructief samenwerken). We willen dit jaar de ouders bevragen op hun beleving van de oudergesprekken.
- tijd: drie keer TTV
Streefgetal 2013
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Wmkpo: Hoe waardeert u de informatie die u krijgt over de ontwikkelingen van uw kind? 3.20
Verdere bekwaamheid individuele lkr. op gebied van gespreksvoering. Uitslag wmkpo Uitslag verdiepende vragen over beleving gespreksvoering.
Op TTV wordt de theorie rond gespreksvoering herhaald en besproken/geoefend en geëvalueerd. Het format voor de 10 minutengesprekken wordt gehanteerd. Dir. woont aantal gesprekken bij en bespreekt gesprek met lkr. op metaniveau. Lkr. nemen, indien nodig, gespreksvoering op in hun POP. Het jaarlijkse wmkpo onderzoek wordt in febr. 2013 uitgevoerd. We zullen hierin expliciete vragen toevoegen over de beleving van de oudergesprekken.
Borging/Bewijs
Borging: Door gesprek in TTV en tijdens FG/POP gesprekken. Bewijs:. uitslag wmkpo
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
De theorie rond ‘ gesprekken met ouders’ is herhaald in de TTV’s en zijn de formats gebruikt. Dir. heeft door uitval leerkracht zelf 10 min. gesprekken moeten houden en niet de rol van observant kunnen nemen. Het doel 3.20 WMKPO is niet gehaald, maar is gelijk gebleven. In het afgelopen schooljaar heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de zorgzwaarte op de Graaf Jan (zie Evaluatie Algemeen). Hieruit blijkt dat het vroegtijdig meenemen van ouders in de gesprekken rond de ontwikkeling van hun kind een verbeterpunt is. Dit komt overeen met informatie uit de wmkpo enquête.
Wmkpo: Hoe waardeert u de informatie die u krijgt over de ontwikkelingen van uw kind? 2013: 3.12
Going concern
Gewenst resultaat
Er wordt een communicatieplan opgesteld waarin de standaard communicatie tussen school en ouders is opgenomen. Hierin zal sprake zijn van een frequenter communiceren over de gang van zaken in de klas in het algemeen en een uitbreiding van de stappen bij ‘zorggesprekken’. Dir. en een leerkracht zullen dit proces nadrukkelijk volgen. Dit alles wordt opgenomen in een voortgezet doel in het schoolplan 2013-2014.
Hoe waardeert u de informatie die u krijgt over de ontwikkelingen van uw kind? 2014: 3.20
41
2.1
De leerkrachten van de Graaf Jan voeren m.b.v. een kindplan gesprekken met kinderen. Zo zullen kinderen mederegisseur worden van hun eigen leerproces.
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
- af en toe een kindplan.
.In het kader van handelingsgericht werken is het constructief samenwerken met kinderen een belangrijk onderdeel. Op de Graaf Jan merken we dat eigenaarschap de betrokkenheid van kinderen op hun leerresultaten vergroot. We willen dit vorm gaan geven met het kindplan.
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Streefgetal 2013
- kindplan voor 20 % van de lln. per groep.
Lkr. hebben de theorie rond het kindplan tot zich genomen en dit met een groep leerlingen in de praktijk gebracht. Duidelijkheid over de opbrengsten van het werken met een kindplan op alle niveaus.
theorie rond ‘kindplan’ bespreken met team in TTV ( HGW: een handreiking voor het schoolteam, Pameijer/Beukering/Lange) oefenen (oplossingsgerichte) gespreksvoering kindplan uitvoeren met enkele kinderen per groep logboek bijhouden evaluatiegesprek met deze kinderen ouders betrekken en informeren over werkwijze kindplan Inventariseren beleving kindplan bij kinderen en ouders. Evalueren resultaten doelen kindplan en betrokkenheid van de lln. door lkr.
Budget
Borging/Bewijs
Borging: Bespreking in KIO en PD Bewijs:. ‘Enquête’ beleving kindplan
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Dit jaar hebben alle leerkrachten kindgesprekken gehouden met enkele kinderen. Ze hebben zich hierin bekwaamd door o.a. de informatie van de SPCO studiedag over kindgesprekken. Gemiddeld is met ongeveer drie kinderen (dat is 12 %) een kindgesprek gehouden. We ervaren dit als een geschikt aantal. De leerkrachten ervaren dat het houden van een kindgesprek bijdraagt aan eigenaarschap van het ‘probleem’ voor de kinderen. Het werkt positief t.a.v. het gewenste resultaat, de relatie tussen leerkracht en kind en de samenwerking met de ouders. We zullen dit dus ook continueren.
Er is met gemiddeld 12% van de kinderen een kindplan gehouden.
Going concern
Gewenst resultaat
We nemen het houden van kindgesprekken op als een going concern.
Kindgesprek met 10-15 % van de lln. in de groep.
42
Doel 3: De Graaf Jan van Montfoortschool hanteert transparante kwaliteitscriteria. Going concern
Gewenst resultaat
De school maakt de resultaten per groep en vakgebied inzichtelijk, teams bespreken deze resultaten en maken afspraken over acties die hieruit voortkomen. Het ambitieniveau van de leerlingresultaten staan centraal in de leerlingbespreking. Op basis hiervan worden schoolspecifieke acties afgesproken. Deze werkwijze wordt voortgezet in 2012-2013
Overzicht in de opbrengsten van de leerlingen. Goede interventies hierop afstemmen.
Evaluatie einde schooljaar Drie keer per jaar bespreken dir. en leerkrachten de school- , groeps- en leerlingopbrengsten. Op basis van de resultaten en analyses worden doelen bepaald en acties afgesproken. Dit proces is inmiddels zo ingeburgerd dat het geen going concern meer is, maar tot het standaard handelen van de school behoort.
3.0
De ambitieniveaus voor lezen en taal (spelling) worden vastgesteld. Het ambitieniveau voor rekenen wordt behaald.
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
DMTI-IV:
De opbrengsten worden nauwlettend gevolgd. Op het gebied van rekenen is vooruitgang geboekt. Ook bij spelling was winst geboekt, helaas zette dat niet bij de eindtoets door. De opbrengsten voor lezen (DMT) zijn onder niveau.
Lezen: dagelijks lezen woordrijen effectieve technische leesles connectlezen voor zwakke lezers
M:70% E: 71% Spelling I-IV: M: 83% E: 74% Streefgetal 2013 DMTI-IV: M: 75% E: 75% Spelling I-IV: M: 85% E: 85%
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Behalen streefgetallen. Voldoende vaardigheidsgroei in alle groepen. Consolideren opbrengsten rekenen.
Spelling: dagelijks zeven woorden dictee, aangevuld met vier keer vier zinnen waarin dikke woorden fout/goed zijn. dagelijks dit bespreken. centraal gestelde spellingscategorieën benoemen tijdens andere vakken.
Budget
Borging/Bewijs
Borging: Agenderen op TTV/KIO Bewijs:. gemiddelde cito M/E score
Leerkrachten stellen voor hun eigen groep tussen- en einddoelen op. Zij leggen in de lln. bespreking uit hoe zij dit realiseren. Evaluatie einde schooljaar
43
Gerealiseerde kengetallen
De activiteiten zoals beschreven zijn uitgevoerd en regelmatig in het team besproken. Hierbij hebben de leerkrachten profijt gehad van het ‘leren van elkaar’ tijdens de professionele dialoog. De streefgetallen zijn gehaald.
2013: DMTI-IV: M: 76% E: 80%
Going concern
Gewenst resultaat
De opbrengsten van lezen (DMT en AVI) en spelling zijn een going concern. Voor het komende schooljaar zijn de doelen bijgesteld.
2014:
Aanpak spelling: Op de 1e vergadering van het nieuwe jaar gaan we spelling inhoudelijk bespreken. De nadruk komt dan te liggen op dagelijkse instructie en niet alleen dagelijks oefenen. Daarnaast wordt ook bekeken wat het effect is als kinderen elkaar uitleggen.
Spelling I-IV: M: 83% E: 85%
DMT I-III: M: 70% E: 75% Spelling I-III: M: 70% E: 70%
Doel 4: De Graaf Jan heeft een herkenbare, protestant christelijke identiteit. Going concern De Graaf Jan werkt vanuit de protestant christelijke identiteit.
Gewenst resultaat
Het gesprek over identiteit is een going concern. Het hoort bij de werkwijze van de Graaf Jan.
Jaarlijkse ontmoeting met elkaar in het gesprek over identiteit.
In het komend jaar zullen proeflessen van “Vertel het maar” worden gegeven. Een werkgroep zal de uitkomsten naast de huidige methode “Kind op maandag” leggen en met het team bespreken. Dit wordt ook in de MR en SR besproken. N.a.v. de bevindingen zal een keuze worden gemaakt.
Keuze methode
Evaluatie einde schooljaar Het gesprek over identiteit is vooral in de dagelijkse gang van de gesprekken gehouden. Elke week is in de weekopening hier onze aandacht op geweest. De methode “Vertel het maar” is niet uitgebracht door de uitgever en wij hebben een verder onderzoek niet als prioriteit opgenomen. Going concern: In het komende schooljaar zullen dir. en een lkr. kijken naar een chronologische lijn van de bijbelverhalen en dit als proef laten uitvoeren. Het gesprek rond identiteit kan als standaard handelen van de Graaf Jan worden beschouwd.
44
Doel 5: De Graaf Jan heeft een innovatieve en onderzoekende cultuur 5.0
Begrijpend lezen We willen de opbrengsten van het begrijpend leesonderwijs verhogen door de leerlingen kennis, vaardigheden en strategieën te laten ontwikkelen, zodat zij goede, zelfstandige lezers worden.
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
Budget
LVS BL I-IV M: 86 %
.De opdracht vanuit de leerwerkgroep was deze:
We werken a.d.h.v. ‘ Lezen, denken, begrijpen’ Forrer, v.d. Mortel’ Aandacht voor kennis en woordenschat Lkr. nemen de kennis over de lees/ sturings/ herstelstrategieën tot zich. Lkr. onderwijst sturingsen lees- en herstelstrategieën BL van groep 1 t/ groep 8. Er wordt interactief voorgelezen. De referentieniveaus worden bestudeerd. We gebruiken teksten die aansluiten bij de leefwereld en teksten uit de zaakvakken.
€4500,- (bij aanschaf nieuwe methode)
2 gr. < VHS
1) gebruik aansprekende teksten; 2)gebruik V strategieën; 3) lees interactief voor; 4) bekijk de referentie niveaus; 5) zorg voor goede leerkrachtvaardigheden. Vanuit het team kwamen de punten: - doe aan groepsoverstijgend lezen - doe aan vakoverstijgend lezen - maak doorgaande leerlijn helder -sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen. De opdracht voor de leerkrachten voor het komende jaar is: kies de lesdoelen uit de methode Goed Gelezen en zoek daarbij geschikte, actuele teksten. Belangrijk is te modellen: zeg hardop hoe je denkt, welke stappen je neemt.
Streefgetal 2013 LVS BL I-IV M: 87% VHS> gem.
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Leerkrachten beheersen onderwijs over lees-, sturings- en herstelstrategieën. Er zijn afspraken/beleid rond BL van groep 1 tm 8. Er is een keuze gemaakt voor teksten of een nieuwe methode.
Borging/Bewijs
Borging: Opnemen in jaaragenda, werkgroep stuurt team aan. Bewijs:. Werkwijze wordt vastgelegd in beleid of in nieuwe methode.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
De leerkrachten hebben het modellen en het gebruik van de strategieën toegepast in hun lessen Begrijpend Lezen en tijdens zaakvakken. De werkgroep heeft het team hier verder in getraind en begeleid. Het team heeft aangegeven graag te werken met een methode, zodat de doorgaande leerlijn gewaarborgd blijft en heeft voor de methode “Grip” gekozen. Deze methode wordt in het nieuwe schooljaar gebruikt. De streefgetallen zijn gehaald.
2013: LVS BL I-IV M: 90%
45
VHS> gem
Going concern
Gewenst resultaat
De implementatie van de methode ‘Grip” is een going concern. De streefgetallen worden aangepast.
2014: LVS BL I-III: M: 75% VHS> gem
5.1
Technisch lezen We willen de opbrengsten van het leesonderwijs tot een voldoende niveau brengen. We willen een goede methode waarbij we, met de inzet van de leerkracht, dit kunnen realiseren.
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
Budget
LVS DMT: I-IV M: 70% I-IV E: 71 %
De methode voortgezet technisch lezen is verouderd. De resultaten van het technisch lezen op de DMT zijn onvoldoende. Op de AVI voldoende.
.€ 4000,-
Streefgetal 2013
Gewenst resultaat einde schooljaar:
-Onderzoek door werkgroep: Analyse effectief leesonderwijs: aan welke aspecten moet dit voldoen? Welke leerkrachtvaardigheden zijn nodig? Welke strategieën zijn effectief? Frequentie? Welke methode past hierbij en bij de Graaf Jan? -Transfer naar team -Methode onderzoek.
LVS DMT: I-IV M: 75% I-IV E: 75 %
Goede methode, waarbij naar de huidige onderwijskundige inzichten effectief technisch leesonderwijs wordt aangeboden. Passend leerkrachtgedrag Doorgaande lijn Hogere opbrengsten DMT
Evaluatie einde schooljaar
Borging/Bewijs
Borging: Werkgroep maakt planning en zorgt voor transfer naar team. Bewijs:. Beleid technisch lezen en/of nieuwe methode. Gerealiseerde kengetallen
De werkgroep lezen heeft dit jaar door bovengenoemde redenen gedeeltelijk kunnen werken. Er is vooral ingezet op het verhogen van de opbrengsten voor DMT door frequent oefenen in de klas, connect lezen met risico leerlingen en individuele begeleiding voor dyslectische kinderen. De streefdoelen zijn gehaald. De werkgroep heeft onderzoek gedaan naar effectief leesonderwijs, maar geen methode onderzocht. Dit wordt volgende jaar opgepakt.
LVS DMT: I-IV M: 76% I-IV E: 80 %
Going concern
Gewenst resultaat
Technisch lezen is een voortgezet doel. In het schooljaar 2013-2014 zal het team zich bekwamen in het oefenen van de leerkrachtvaardigheden en effectieve strategieën voor technisch lezen. Hierbij zal een passende methode voor gezocht worden.
2014:
46
DMT I-III: M: 70% E: 75%
5.2
Gedrag Leerkrachten voelen zich adequaat in het omgaan met kinderen met gedragsmoeilijkheden. Ouders worden betrokken bij de wijze waarop de school omgaat met deze kinderen.
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
Budget
> 10 gedragsincidenten
In het schooljaar 2011-2012 heeft het team de eerste stappen gezet om adequaat om te gaan met kinderen met gedragsmoeilijkheden. Omgaan met kinderen met gedragsproblematiek wordt een voortgezet doel voor het schooljaar 2012-2013. Met name een schoolbrede, integrale aanpak en een opbrengstgerichte cyclus zullen onderdelen zijn. De betrokkenheid van ouders en maatschappelijke partners zal hierin worden gezocht.
€ 2500,- (met inzet van rugzakgeld € 1000,-)
Kengetal 2013
<10 gedragsincidenten
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Herhalen theorie rond omgaan met kinderen met gedragsmoeilijkheden (ADHD, ODD, ASS e.d.) Opzetten schoolbrede aanpak vanuit speerpunten. Doorgaande lijn. Communiceren van speerpunten naar ouders. (o.a. ouderavond) Uitdragen van deze afspraken/houding. Groepsplan ‘gedrag’ Opbrengstgericht werken met gedrag
Beklijving kennis lkr. over kinderen met gedragsmoeilijkheden. Schoolbrede aanpak Duidelijkheid naar ouders Werken met groepsplan gedrag Onderdeel van leerlingbespreking: opbrengstgericht werken
Borging/Bewijs
Borging: Werkgroep gedrag plant activiteiten en zorgt voor transfer naar team. Bewijs:. Schoolbrede aanpak als beleidsstuk. Groepsplan gedrag in elke groep. Op website de afspraken, zodat er duidelijkheid is voor ouders.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Dit schooljaar is het team geschoold in ‘omgaan met moeilijk gedrag’. In vier studiemiddagen heeft het team de theorie en aanpak rond de gedragsbeelden geleerd en heeft het op de vier niveaus van de preventiepiramide verkend welke acties we kunnen ondernemen op het niveau van het creëren van een goed leefklimaat, de algemene preventiemaatregelen, de specifieke preventiemaatregelen en de curatieve maatregelen. Er zijn schoolregels en groepsregels ingeoefend met de kinderen. Hiermee is de competentie van een groot deel van de leerkrachten vergroot. Toch zijn er dit jaar te veel gedragsincidenten geweest. Hier is o.a. de onrustige vervangingstijd debet aan. Dit maakte dat er soms ad hoc maatregelen moesten worden genomen. Het onderdeel groepsplan gedrag en daaruit volgend het opbrengstgericht werken hiermee is onvoldoende van de grond gekomen.
> 10gedragsincidenten
47
Going concern
Gewenst resultaat
In het schooljaar 2013-2014 zullen we voortgaan met dit doel. Inzet zal zijn op het consolideren van de aanpak om een goed leefklimaat te creëren door gebruik te maken van algemene en specifieke afspraken. Deze worden op groeps- en schoolniveau afgesproken en ingeoefend. Voor de curatieve maatregelen wordt beleid geschreven, dat met de ouders gecommuniceerd gaat worden. In het schooljaar gaan we een groepsplan maken a.d.h.v. het boek ‘ Groepsplan gedrag’ van Kees Overveld. In dit jaar zal ook een ouderavond worden belegd, waarin we ouders betrekken bij het omgaan en de aanpak van moeilijk gedrag en de wijze waarop we ouders willen meenemen in de communicatie.
< 10 gedragsincidenten
5.3
Andere culturen en burgerschap Wij willen de kinderen op de Graaf Jan bekend maken met andere culturen. In kennis en ontmoeting zullen begrip en goed samenleven groeien. We willen de kinderen opvoeden tot actieve, zelfstandige burgers.
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
Budget
3 maatsch. activiteiten (cursusjr.)
In het schooljaar 2011-2012 hebben twee teamleden meegedaan aan het traject ‘Grip op burgerschap’. Hierin zijn de eerste stappen gezet voor
€ 200,- (uit vergoeding Grip)
Kengetal 2013
Gewenst resultaat einde schooljaar:
2 maatsch. activiteiten
In alle groepen zijn lessen gegeven over burgerschap / andere culturen. Er is een opzet voor het onderwijs burgerschap / andere culturen voor de school en voor volgende jaren. Er hebben min. twee maatschappelijke activiteiten plaatsgevonden.
les per groep
Werkgroep oriënteert zich op burgerschap en andere culturen. Werkgroep zet lijnen uit en kiest twee speerpunten. Werkgroep maakt transfer naar team. Leerkrachten voeren les/activiteit uit in kader burgerschap / andere culturen. Werkgroep onderzoekt hoe dit op langere termijn vorm kan worden gegeven. Werkgroep maakt opzet beleid en afspraken rond onderwijs over burgerschap / andere culturen.
Borging/Bewijs
Borging: Werkgroep maakt planning en zorgt voor transfer team. Bewijs:. Lesopzet per groep Opzet voor onderwijs burgerschap/culturen. Presentatie maatsch. act.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Aan dit doel hebben we door bovengenoemde omstandigheden geen prioriteit gegeven. Toch hebben er diverse maatschappelijke activiteiten, zoals pannenkoeken bakken voor bejaarden, auto’s wassen voor Syrië, bezoek aan moskee en ontmoeting met gelovigen plaatsgevonden. Vooral in de bovenbouwgroepen vonden deze activiteiten plaats.
4 maatschappelijke activiteiten door div. groepen.
Going concern
Gewenst resultaat
In de lessen Vreedzame school zitten de burgerschapslessen. Deze methode volgen we. Vooral in de bovenbouw blijven we aandacht houden voor burgerschapsactiviteiten. Omdat de ‘theorie’ geborgd is in de lessen Vreedzame school achten wij dit onderdeel tot het standaard handelen van de Graaf Jan.
4 maatschappelijke activiteiten door diverse groeepen.
48
5.4
Leergemeenschap Engels Is het onderwijzen van Engels aan alle kinderen op de bao effectief en wenselijk? Hoe wordt dit onderwijs ingericht?
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
Budget
Engels aan de kinderen in groep 7 en 8.
Vanuit de ouders (meerjarenplan traject ) kwam de vraag voor het onderwijs van Engels aan jongere kinderen. De SR heeft zich hier ook nadrukkelijk over uitgesproken. Tevens zien we in het onderwijs een tendens om Engels aan jongere kinderen te geven. We willen de vraag van de ouders serieus onderzoeken en de ervaringen van andere scholen meenemen.
Onderzoeksvragen kunnen zijn:
.
Kengetal 2013
Gewenst resultaat einde schooljaar:
- Is het onderwijzen van Engels aan jongere kinderen effectief? - Wat zegt de literatuur hierover? - Wat zijn de ervaringen van andere scholen? - Hoe wordt dit onderwijs ingericht? - Is dit wenselijk voor de Graaf Jan?
Duidelijkheid over de vraag of Engels aan jongere kinderen effectief en wenselijk is. Duidelijkheid over de vraag hoe dat onderwijs dan ingericht is. Duidelijkheid over de vraag wat dit van de school vraagt.
Borging/Bewijs
Borging: De LWG ontwikkelt vragen en maakt de transfer naar het team. Bewijs:. Presentatie aan het team en SR.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
De uitkomsten van de onderzoeksvragen van de leerwerkgemeenschap:
Engelse lessen in groep 1 en 2 (proeftuin) en in groep 7 en 8
Engels vanaf groep ½ Of het effectief is om Engels vanaf jonge leeftijd te geven is afhankelijk van de lestijd die aan Engels besteed wordt en de leeromgeving (Hunt, Barnes, Powell, Lindsay & Muijs., 2005; Larson-Hall,2008). Tevens is het belangrijk dat de leerkracht getraind is in het geven van Engelse lessen en de taalvaardigheid van Engels op een hoog niveau is (Hunt et al., 2005; Piller, 2002). De hoeveelheid input is van belang bij het leren van Engels (Corda et al., 2012; Hunt et al., 2005). Jonge kinderen leren een taal impliciet, dat betekent dat jonge kinderen de taal leren door naar anderen te luisteren en te communiceren (Corda et al., 2012; Herder & de Bot, 2007). Oudere kinderen leren vooral expliciet, door instructie en uitleg (Corda et al., 2012). Door expliciet de taal te leren, wordt de taal sneller geleerd (Corda et al., 2012). Echter vroege starters krijgen meestal, omdat er eerder begonnen wordt, meer input (Corda et al., 2012).Wanneer vroege starters veel input krijgen dan lijkt het vroeg starten met het leren van een vreemde taal positief bij te dragen aan het leren van een vreemde taal (Corda et al., 2012; Herder & de Bot, 2007) Een positieve houding tegenover het leren van Engels ontwikkelt zich door vroeg te starten (Hunt et al., 2005; Larson-Hall, 2008). Hunt et al. (2005) geeft aan dat het om deze reden belangrijk is om motiverende activiteiten aan te bieden aan jonge kinderen, zodat de leerlingen een positieve houding blijven houden tegenover het leren van een nieuwe taal. In de onderbouw ligt de nadruk op het leren van de nieuwe taal door luisteren en
49
communiceren, omdat jonge kinderen een taal impliciet leren (Corda et al., 2012; Herder & de Bot, 2007). Larson-Hall (2008) geeft ook aan dat jonge kinderen leren door te communiceren, hierdoor verbetert de spreekvaardigheid, wanneer kinderen vroeg starten met het leren van een nieuwe taal. Engels door de leerkracht of door een native speaker? Een goed niveau van Engels is belangrijk, ondersteuning van een native-speaker is wenselijk (Martin, 2000). Een nativespeaker is echter niet noodzakelijk, het is noodzakelijk dat de leerkracht die Engels geeft een voldoende beheersing van Engels heeft (Bodde-Alderlieste & Schokkenbroek, 2011).Het geven van Engels door de eigen leerkracht heeft als voordeel dat de leerkracht een relatie met de kinderen heeft. Een relatie met de kinderen is belangrijk voor het leren van een nieuwe taal, zodat leerlingen in een vertrouwde omgeving kunnen ontwikkelen en positieve ervaringen op kunnen doen met de nieuwe taal (Martin, 2000). Tevens kan de eigen leerkracht rekening houden met de verschillen die er zijn tussen leerlingen (Martin, 2000). De leerkracht kan de lessen Engels binnen de dagelijkse routines herhalen (Martin, 2000; Bodde-Alderlieste & Schokkenbroek, 2011. Een methode voor Engels De leerkrachten van de Graaf Jan hebben aangegeven een methode voor Engels te willen. Pascal Koole (docent Engels op de Marnix Academie) adviseerde op een onderbouwnetwerk om bij de keuze van methodes te kijken naar methodes uit Engeland. De methodes in Nederland zijn minder uitgebreid en de doelen van de methodes zijn niet aangepast op het vroeg vreemde talen onderwijs (VVTO). De volgende methodes willen we volgend jaar gaan bekijken: I Pockets (groep 1 -4) Deze methode bevat veel liedjes en spelletjes op het smartboard http://www.ipockets.nl/. Bij de bovenbouw past hierbij Dicovery Island. Handleiding in het Engels en Nederlands. Veel materiaal digibord. Boek en een onlinespel. Ook passend bij I pockets is: Take it easy. Te geven via het digibord, zonder veel voorbereiding. Vanaf groep 5, een werkboek. Extra ondersteuning voor kinderen met dyslexie. Ondersteuning Engels: De lessen worden door een co-teacher op het bord gegeven. De vraag is of er ruimte is bij deze methode voor inbreng van de leerkacht. De methode My name is Tom hebben we bekeken op een andere school, onze voorkeur gaat niet uit naar deze methode: Weinig materialen erbij (ervaring van een andere school). De map van 5-8 is nog niet uit, deze map zou al een paar jaar geleden uit zijn gekomen. Er is maar één map met materiaal voor de groepen 1 tot en met 4. Een voordeel vonden we dat de lessen in thema’s zijn verdeeld voor de kleuters. . Going concern
Gewenst resultaat
Het geven van Engels aan de hele school wordt volgend jaar in een werkgroep voortgezet. Hierin zullen we starten met Engels in groep 1 en 2. Vanaf september zullen deze groepen als proef gaan werken met I Pockets.
Start van Engels in groep 1 en 1. Hierdoor komen tot een sterke vergroting van woordenschat en taalvaardigheid van de leerlingen.
Voor de bovenbouw wordt de keuze gemaakt voor een aansluitende methode. We vragen de subsidie aan voor Engels en eventueel scholing door Pascal Koole. Elk jaar zal het Engels aan een opvolgende groep worden gegeven.
50
5.5
In de groepen 1-2 wordt de ontwikkeling van kinderen en hun onderwijsbehoeften in samenhang met de leerlijnen weergegeven.
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
Budget
groepsplan op thema
Vorig schooljaar hebben de lkr. van groep 1-2 gewerkt met een groepsplan in samenhang met thema en doelen. Er is nog geen universeel groepsplan. Er is een begin gemaakt met groepsoverzichten. De leerlijn rekenen is helder, de leerlijn taal moet uitgewerkt worden.
.
leerlijn re.
Kengetal 2013
Uitwerken leerlijn taal
Maken groepsoverzicht rekenen en taal. Groepsplan waarin doelen rekenen en taal zijn aangegeven.
Gewenst resultaat einde schooljaar:
groepsoverzicht leerlijn taal groepsplan met reken- en taaldoelen
Groepsoverzichten op gebied van rekenen en taalontwikkeling. Leerlijn taal uitgewerkt. Groepsplannen waarin doelen van de leerlijn rekenen en taal zijn aangegeven.
Borging/Bewijs
Borging: Activiteiten bespreken in kleuteroverleg.
Bewijs:. Groepsoverzicht Groepsplan Leerlijn taal.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
In dit schooljaar is in de onderbouwvergaderingen de methode Kleuterplein onderzocht. Na een proefperiode is gekozen voor de aanschaf van deze methode. Met de methode menen we de leerlijnen en kerndoelen van het taal- en rekenonderwijs te koppelen aan ons leerstofaanbod. Het gebruik van de observatie- en registratiemethode maakt het mogelijk om af te stemmen op de ontwikkeling van kinderen. Met behulp van de software voor de leerlingen ondersteunen we het lesaanbod. In het schooljaar zijn groepsplannen voor taal en rekenen gemaakt.
Groepplannen rekenen en taal.
Going concern
Gewenst resultaat
Werken met Kleuterplein is een voortgezet doel. In de onderbouwvergaderingen zal o.l.v. de onderbouwcoördinator de implementatie van deze methode plaatsvinden.
Optimaal gebruik maken van Kleuterplein. Doelen hieruit koppelen aan groepsplan.
Verder gaat de onderbouw voort met het zoeken naar een leerlingvolgsysteem om lesstofaanbod en ontwikkeling van het kind afgezet tegen het landelijk gemiddelde nauwkeuriger te volgen en hierop acties op te ondernemen. De methoden Kijk en Pravoo worden nader bekeken.
Going concern
Methode Kleuterplein
Keuze leerlingvolgsysteem
Gewenst resultaat
Inzetten acht coöperatieve werkvormen, minimaal twee per maand. Implementeren structuur coöperatief leren. De werkgroep implementeert de aangeleerde coöperatieve werkvormen en introduceert acht nieuwe vormen. Deze worden minimaal twee keer per maand in elke groep ingezet.
51
Coöperatief werken is een ‘tool’ van elke leerkracht om
Ook zorgt de werkgroep dat de voorwaarden om coöperatief te kunnen werken geïmplementeerd worden.
in te zetten bij zijn/haar lessen.
Evaluatie einde schooljaar Er heeft dit jaar een consolidatie plaats gevonden van het gebruik van coöperatieve werkvormen. Er zijn slechts enkele werkvormen geïntroduceerd. Voor het nieuwe schooljaar worden tijdens vergaderingen nieuwe werkvormen geïntroduceerd. Dit is geen going concern, maar behoort bij het standaard handelen van de Graaf Jan.
Going concern
Gewenst resultaat
Implementatie geschiedenismethode Argus Clou De coördinator geschiedenis zorgt dat de implementatie van de nieuwe geschiedenismethode Argus Clou goed verloopt. De gebruikservaringen worden besproken. Afspraken rond het gebruik worden gemaakt.
Leerkrachten kunnen de methode op adequate wijze gebruiken.
Evaluatie einde schooljaar De methode Argus Clou is in gebruik genomen. Het werken met de methode maakt dat er afstemming nodig is voor een eenduidig gebruik van de methode. In het komend jaar zal een geschiedeniscoördinator dit tot taak krijgen. Het is een going concern. Aan het eind van het nieuwe cursusjaar moeten de afspraken genoteerd worden in het vademecum / ABC.
Going concern ICT
Gewenst resultaat
Kinderen maken twee uur per week gebruik van computers tijdens de lessen. 75% van de leerkrachten kent de mogelijkheden van het smartbord en maken lessen met Smart Notebook. De leerkrachten zorgen dat zij de computer zo inzetten dat kinderen gemiddeld twee uur per week de computer gebruiken bij hun onderwijs. De ICT-er stuurt dit aan. De ICT-er geeft vijf maal per jaar een les Smart Notebook aan het team. Het team oefent deze vorm minimaal drie keer.
Optimaal gebruik computers Vlot gebruik tools/lessen Smart Notebook.
Evaluatie einde schooljaar Het gebruik van de computer is ook dit jaar ingezet. Door over te gaan op het werken ‘in de cloud’ hebben vooral de leerkrachten zich de manier van werken moeten eigen maken. Door ziekte van de ICTer is er geen specifieke aansturing geweest voor de Smart Notebooklessen. Dit wil niet zeggen dat er geen notebook lessen zijn gegeven. Opmerkelijk was dat het team eigenaarschap toont en de opgedane kennis over notebooklessen inzet ten bate van het digitale onderwijs aan de kinderen. Door de aanschaf van nieuwe computers konden kinderen gemiddeld twee uur per week de computer gebruiken bij het onderwijs. Computer gebruik en smart notebooklessen is geen going concern. Het hoort bij het standaard handelen van de Graaf Jan en wordt geborgd door de ICTer.
52
Going concern
Gewenst resultaat
Rapport De werkgroep zal, nadat Parnassys is ingevoerd, de inhoud van het nieuwe rapport in dit systeem gaan invoeren. Afhankelijk van de snelheid waarmee het team zich ontwikkelt om met Parnassys te kunnen werken zal het rapport gerealiseerd worden.
Nieuw rapport waarin de ontwikkeling van kinderen helder gecommuniceerd wordt.
Evaluatie einde schooljaar In het schooljaar 2012-2013 heeft de Graaf Jan het digitale rapport van Parnassys gebruikt. Dit is handmatig ingevuld. In het schooljaar 2013-2014 zullen drie leerkrachten de koppeling tussen methode en systeem aanbrengen. Er is besloten om de kinderen uit groep 2 twee maal een rapport mee te geven. Met de koppeling van methode en systeem is dit onderwerp standaard geworden.
Doel 6: Op de Graaf Jan werken competente, professionele leraren die zich willen blijven ontwikkelen. 6.0
Iedere medewerker volgt jaarlijks een kwalitatief persoonlijk ontwikkeltraject op basis van school- en persoonlijke doelen. Iedere leraar houdt aantoonbaar zijn competenties op peil. Iedere leraar evalueert minimaal eenmaal per jaar zijn ontwikkeltraject in het team in het kader van teamontwikkeling. Leraren hanteren aantoonbaar verschillende leerstijlen.
Kengetal 2012
Kengetal 2013
Aanleiding
Activiteiten
In het vorig schooljaar hebben de lkr. hun sterke kanten, talenten in kaart gebracht. D.m.v. collegiale consultatie kunnen collega’s van elkaar talenten leren. Dit traject wordt voortgezet.
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Update talenten en kwaliteiten (er zijn ook weer nieuwe collega’s) POP: wat wil je leren, wat wil je bij een collega zien? Collegiale consultatie en evaluatiegesprek. Presentatie in het team.
Bijgesteld overzicht talenten en kwaliteiten van team. D.m.v. collegiale consultatie gebruik hebben gemaakt van kwaliteiten collega. Hierdoor eigen vaardigheid ontwikkelen. Presentatie aan collega’s over eigen ontwikkeltraject.
Budget
Borging/Bewijs
Borging: Eén keer in TTV. Planning POP gesprekken
Bewijs:. Uitvoeren coll. consultatie Presentatie in team.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
De leerkrachten hebben individueel aan hun POP gewerkt en hebben de mogelijkheid gehad om dit te koppelen aan collegiale klassenconsultatie. In de FG’s is dit ter sprake gekomen. Niet elke leerkracht beheerst dit op voldoende niveau. Door de bovengenoemde situatie zijn de consultaties ook gekoppeld aan de samenwerking met invallers. Presentatie in het team heeft geen prioriteit gehad.
Collegiale consultaties Bespreking POP in FG
53
Going concern
Gewenst resultaat
Het op peil houden van persoonlijke ontwikkeling is een going concern. De evaluatie en /of presentatie in het team moet geborgd worden. Uit de SMP enquête is als ontwikkelpunt ‘ Ik spreek mijn collega’s aan op de resultaten van het werk’. Dit wordt ook opgenomen. Ook zullen in het nieuwe cursusjaar de leerkrachten zelf de resultaten van hun groep aan het team presenteren.
Presentatie in team:| - eigen ontwikkeltraject - opbrengsten groep Aanspreken op resultaten.
Going concern
Gewenst resultaat
Energiebronnen en werkdruk Dit onderwerp krijgt een vervolg in 2012-2013. Het wordt vanuit de directie aangestuurd.
Positieve balans t.a.v. energiebronnen.
Evaluatie einde schooljaar Aan het begin van het jaar is één energiebron en één stressoor gekozen door het team. Persoonlijk is aangegeven op welke wijze het teamlid hiermee om wilde gaan. In het FG is hierover gesproken. In de meeste gevallen waren werkdruk en stressoor meer in balans. Voor het komende schooljaar behoort dit tot het standaard handelen van de Graaf Jan.
Doel 7: De Graaf Jan richt zich op het verhogen van de onderwijsprestaties, persoonlijke vorming en het maximaal ontwikkelen van de talenten van de leerling. Going concern
Gewenst resultaat
Leraren analyseren toetsgegevens en observaties, vaardigheidsgroei en maken (trend)analyses, verbinden daaraan conclusies en stemmen hun interventies daarop af. Leraren werken met groepsplannen met meetbare tussen- en einddoelen. In de groepsplannen zullen de tussen en einddoelen SMART worden vermeld.
Meetbare groepsplannen
Evaluatie einde schooljaar In de groepsplannen worden tussen- en einddoelen SMART vastgesteld. Dit behoort inmiddels tot het standaard handelen van de Graaf Jan.
Going concern
Gewenst resultaat
Onderwijs aan hoogbegaafden Volgend jaar willen we de taxonomie van Bloom verder bestuderen. Het veranderen van de opdracht zodat, deze voor een hoogbegaafd kind uitdagend wordt, moet een haalbare kaart zijn voor leerkrachten.
Regulier aanbod HB Voldoende materialen en lesaanbod.
Evaluatie einde schooljaar Door de genoemde situatie is dit onderwerp niet geprioriteerd en uitgevoerd. Door de ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband en Passend Onderwijs beschouwen we ons als een school die de standaardzorg aan hoogbegaafde kinderen kan geven. Voor een specialistisch aanbod kan het mogelijk zijn dat een kind naar een andere school binnen het
54
samenwerkingsverband of stichting gaat.
Doel 8: De SPCO en haar scholen kenmerken zich door een professionele adequate bedrijfsvoering. Doel 9: De Graaf Jan zoekt, ten behoeve van het onderwijs, actief verbinding met de relevante lokale samenleving.
9.0
De Graaf Jan maakt werk van educatief partnerschap. De wederzijdse verwachtingen tussen ouders en school worden als bijlage bij het aanmeldingsformulier besproken. Ouders die hun kinderen reeds op school hebben worden geïnformeerd over deze wederzijdse verwachtingen.
Kengetal 2012
Aanleiding
Activiteiten
Budget
De Graaf Jan heeft een formulier ‘Wederzijdse verwachtingen’. Dit wordt met nieuwe ouders besproken tijdens het aanmeldingsgesprek. Ouders met kinderen op school zijn nog niet op de hoogte.
.
Kengetal 2013
Gewenst resultaat einde schooljaar:
In Infograaf artikel schrijven over educatief partnerschap Wederzijdse verwachtingen op de website. Educatief partnerschap vormgeven tijdens ouderavond.
Alle ouders moeten geïnformeerd zijn over educatief partnerschap. Het formulier ‘wederzijdse verwachtingen’ moet bekend zijn.
Borging/Bewijs
Borging: Voorbereiden ouderavond met inbreng team.
Bewijs:. Infograaf Website Ouderavond Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Ouders zijn in de Infograaf en in gesprekken geïnformeerd over educatief partnerschap en wederzijdse verwachtingen. Het formulier ‘ wederzijdse verwachtingen’ staat op de website en wordt bekend gemaakt bij nieuwe ouders.
Artikel in Infograaf, website.
Going concern
Gewenst resultaat
In de ouderavond, die gehouden wordt in het schooljaar 2013-2014 zal het onderwerp ‘ educatief partnerschap’ worden meegenomen.
Blijvende bekendheid bij ouders over wederzijdse verwachtingen, duidelijkheid over educatief partnerschap.
55
Standaard handelen Graaf Jan van Montfoortschool:
Doel 1: We maken optimaal gebruik van de talenten en kwaliteiten van de medewerkers .
Doel 3 en 7: We bespreken de resultaten op school-, groeps- en individueelniveau. We stellen tussen- en einddoelen vast en maken een plan van aanpak naar aanleiding van de analyse.
Doel 4: Er houden jaarlijks een gesprek rond identiteit.
Doel 5: We maken kinderen bekend en leren hen omgaan met andere culturen. we geven in de Vreedzame schoollessen aandacht aan goed burgerschap. Per jaar worden vier maatschappelijke activiteiten georganiseerd.
Doel 5: We gebruiken coöperatieve werkvormen in onze lessen.
Doel 5: We zetten smart notebook lessen in voor ons onderwijs. Kinderen gebruiken min. 2 uur per week de computer.
Doel 5: We werken met een digitaal rapport.
Doel 6: We maken een POP en verbinden dit met collegiale klassenconsultatie, gekoppeld aan talenten en kwaliteiten (leren van elkaar).
Doel 6: We bespreken jaarlijks een energiebron en een stressoor en zoeken hierin naar mogelijkheden voor een positieve balans.
Doel 7: We geven afgestemd onderwijs aan hoogbegaafde kinderen, binnen onze mogelijkheden.
56
Bijlage 3: Jaarplan 2013-2014 Doel 1: De Graaf Jan van Montfoortschool realiseert een professionele cultuur 1.0
De Graaf Jan heeft een evenwichtig plan opgesteld ter bevordering van de professionele school – en teamcultuur.
Kengetal 2013
Aanleiding
Onderdelen van een prof. cultuur: - prof. dialoog - OGW - HGW
Met dit doel, afkomstig uit het SPCO SMP, zullen de aspecten van een professionele school- en teamcultuur worden samengebracht in een document.
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
Streefgetal 2014
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Nieuwe onderdelen prof. schoolcultuur w.o. professionele feedback
Document waarin de onderdelen van een professionele school- en teamcultuur worden genoemd. Hierin worden prioriteiten aangegeven, zodat in de komende jaren telkens een aspect in de spotlights staat, passend bij de ontwikkeling van de school en het team.
opsomming speerpunten van een professionele schoolcultuur. prioritering nieuwe punten punt uit SMP evaluatie: collegiale feedback. Keuze voor punten, passend bij de schoolontwikkeling Plan van aanpak
- tijd: drie keer in TTV
Dir. Borging/Bewijs
Borging: Door gesprek in TTV Bewijs:. document Professionele school- en teamcultuur.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
57
Doel 2: De Graaf Jan van Montfoortschool communiceert professioneel met interne en externe belanghebbenden. 2.0
De Graaf Jan stelt een goed onderbouwd communicatieplan op voor de communicatie met ouders en leerlingen Hierin wordt opgenomen (uit tevredenheidenquête en zorgonderzoek) - Ouders tijdig en adequaat informeren over de ontwikkeling en onderwijsbehoefte van hun kind. - Educatief partnerschap in algemene zin en bij gesprekken over kinderen met specifieke zorgbehoeften.
Kengetal 2013
Aanleiding
WMKPO: Wordt u tijdig en juist geïnformeerd over de ontwikkeling van uw kind? 3.12
Dit doel (onderdeel SMP) wordt aangevuld met uitkomsten van het jaarlijks tevredenheidonderzoek onder ouders en uitkomsten van het onderzoek naar de zorg op de Graaf Jan.
Streefgetal 2014
Gewenst resultaat einde schooljaar:
WMKPO: Wordt u tijdig en juist geïnformeerd over de ontwikkeling van uw kind? 3.20
Afspraken rond communicatie met ouders. en leerlingen worden verwoord in communicatieplan.
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
Andere betrokkenen (MR, schoolraad, CvB, stakeholders, VO, Inspectie) worden in 2015 in het communicatieplan opgenomen.
Inventarisatie huidige gang van zaken rond communicatie. Aanvulling van noodzakelijke onderdelen en afspraken rond communicatie MR en schoolraad betrekken bij aanvulling Leerlingen worden betrokken bij aanvulling Communicatieplan schrijven Ouderavond waarin ‘educatief partnerschap en communicatie’ onderdeel zijn. Plan van aanpak voor realisatie comm.plan
Dir. Zorgteam Borging/Bewijs
Borging: Bespreken in zorgteam, TTV, MR en schoolraad Bewijs:. Communicatieplan Plan van aanpak voor dit jaar en de komende jaren.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
58
Going concern
Gewenst resultaat
Kindplan In het schooljaar 2012-2013 is een start gemaakt met het maken van kindplannen. Dit willen we voortzetten. Omdat deze vaardigheid nog niet bij ieder teamlid een automatisme is zullen we ook in het schooljaar 2013-2014 de inhoud van het maken van een kindplan en de organisatie bespreken in vergaderingen. De IB-er stuurt dit aan.
Kindgesprek met 10-15 % van de lln. in de groep.
Evaluatie einde schooljaar
Doel 3: De Graaf Jan van Montfoortschool hanteert transparante kwaliteitskriteria Going concern
Gewenst resultaat
De ambitieniveaus voor lezen en spelling worden gehaald. Lezen: Dagelijkse oefening woordrijen wordt voortgezet. Daarnaast connect lezen voor uitvallers en RT voor dyslecten. Aanpak spelling: Op de 1e vergadering van het nieuwe jaar gaan we spelling inhoudelijk bespreken. De nadruk komt dan te liggen op dagelijkse instructie en niet alleen dagelijks oefenen. Daarnaast wordt ook bekeken wat het effect is als kinderen elkaar uitleggen. Evaluatie einde schooljaar
Doel 4: De Graaf Jan van Montfoortschool heeft een herkenbare, protestant christelijke identiteit. Going concern Gebruik chronologische verhaallijn Dir. en leerkracht zullen onderzoeken of het mogelijk is een chronologisch verhaallijn van de Bijbelse verhalen op te zetten. Evaluatie einde schooljaar
59
Gewenst resultaat
Doel 5: De Graaf Jan van Montfoortschool heeft een innovatieve en onderzoekende cultuur 5.1
Technisch lezen
Kengetal 2013
Aanleiding
LVS DMT:
Technisch lezen is een voortgezet doel. In het schooljaar 2013-2014 wil het team zich bekwamen in het oefenen met leerkrachtvaardigheden en effectieve strategieën voor technisch lezen. Hierbij zal een passende methode worden gezocht.
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
I-IV M:76% I-IV E: 80% AVI: M: 72% E: 71% Streefgetal 2014
Gewenst resultaat einde schooljaar:
LVS DMT: I-III M:70% I-III E: 75%
AVI: M: 75% E: 75%
Goede methode, waarbij naar de huitdige onderwijskundige inichten effectief technisch leesonderwijs wordt aangeboden Passend leerkrachtgedrag Doorgaande lijn Hogere opbrengsten DMT en AVI
Onderzoek door werkgroep: Analyse effectief leesonderwijs: aan welke aspecten moet dit voldoen? Welke leerkrachtvaardigheden zijn nodig? Welke strategieën zijn effectief? Frequentie? Welke methode past hierbij en bij de Graaf Jan? -Transfer naar team -Methode onderzoek
€ 4000,-
Werkgroep Borging/Bewijs
Borging: Werkgroep concretiseert planning en zorgt voor transfer naar team. Bewijs:. Afspraken technisch leesonderwijs, nieuwe methode
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
Going concern
Gewenst resultaat
Begrijpend lezen De strategieën en leerkrachtvaardigheden voor effectief begrijpend lezen te geven blijven worden toegepast. De methode Grip wordt uitgevoerd. Nodig is het om regelmatig dit beide in het professionele gesprek te bespreken. De coördinator Begrijpend Lezen draagt hier zorg voor. Evaluatie einde schooljaar
60
2014: LVS BL I-III: M: 75% VHS> gem
5.2
Engels
Kengetal 2013
Aanleiding
Engelse lessen in groep 1/2, als proef.
Naar aanleiding van de uitkomsten van de LWG Engels heeft het team besloten dat het wenselijk is dat de kinderen van de Graaf Jan vanaf groep 1 Engels onderwijs krijgen. Er moet verder een keuze worden gemaakt voor een aansluitende methode. Ook moeten de eigen vaardigheden van het team op peil worden gebracht.
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
Engelse lessen in groep 7,8.
Streefgetal 2014 Start van Engels in groep 1 en 2. Hierdoor komen tot een sterke vergroting van woordenschat en taalvaardigheid van de leerlingen.
Groep 1 en 2 heeft les gehad volgens I Pocket en kennen Engelse woorden en liedjes. In groep 3 is Engels als proef verkend. Besluit methode groep 5-8. Duidelijkheid over scholing leerkrachten.
In groep 1 en 2 zal gestart worden met I Pockets. We zullen dit jaar als proefperiode gebruiken voor deze methode. Het gebruik van de methode wordt regelmatig besproken in de vergaderingen. (OB en TTV) In groep 3 wordt Engels ook als proef verkend. Onderzoek naar aansluitende methode voor groep 5-8 Onderzoek naar subsidieaanvraag Europees Platform Onderzoek scholing leerkrachten. Besluit methode groep 1-4.
€ 3500,00
Werkgroep Engels Borging/Bewijs
Borging: De werkgroep concretiseert de doelen, plant de vergaderingen en zorgt voor de transfer naar het team. Bewijs:. Besluit en invoer methode groep 1-2 2014: start scholing lkr.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
5.3
Gedrag Er wordt op school- en groepsniveau gewerkt met specifieke afspraken rond gedrag in school en in de klas. Leerkrachten voelen zich adequaat in het omgaan met kinderen met gedragsmoeilijkheden en creëren een veilig leer- en leefklimaat. Leerkrachten werken met een groepsplan ‘gedrag’. Er wordt beleid geschreven op het niveau curatieve maatregelen: ‘ beleid grensoverschrijdend gedrag’ Ouders worden betrokken bij de wijze waarop de school omgaat met deze kinderen.
Kengetal 2013
Aanleiding
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
61
> 10 gedragsincidenten
Als vervolg op het doel ‘ gedrag’ uit het jaarplan 2012-2013 zijn bovenstaande doelen gevormd.
Streefgetal 2014
Gewenst resultaat einde schooljaar:
< 10 gedragsincidenten
Vergroten en vasthouden van de kennis en leerkrachtvaardigheden rond gedragsmoeilijkheden. In alle groepen is een groepsplan gedrag gemaakt. Beleid ‘ grensoverschrijdend gedrag is geschreven, besproken en ingevoerd. Met ouders is gesproken over de wijze waarop school omgaat met kinderen met bijzonder gedrag. Evaluatie einde schooljaar
Herhaling en implementering afspraken rond gedrag in de school en in de klas. Herhaling en implementering kennis rond ‘omgaan met moeilijk gedrag’ voor nieuwe leerkrachten. Introductie en invoering groepsplan gedrag a.d.h.v. Kees Overveld. Beleid ‘ grensoverschrijdend gedrag’ afronden en bespreken met team en ouders. Ouderavond over omgaan met bijzonder gedrag.
Borging/Bewijs
Borging: Dit doel wordt in diverse vergaderingen besproken. Bewijs:. Beleid ‘grensoverschrijdend gedrag’ Groepsplannen gedrag Ouderavond Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
5.4
Kleuterplein en onderzoek LVS
Kengetal 2013
Aanleiding
Streefgetal 2014
Dir, zorgteam.
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
In het schooljaar 2012-2013 is Bespreken doelen rekenen en taal in overgegaan tot de aanschaf van samenhang met de keuzes Kleuterplein. van de thema’s uit Er is behoefte aan een leerlingvolgsysteem Kleuterplein. om het leerstofaanbod en de ontwikkeling Registratiemethode van het kind af te zetten tegen wat van een van Kleuterplein kind verwacht mag worden op een bepaald uitvoeren moment en hier het aanbod op af te Koppelen doelen stemmen. Kleuterplein aan groepsplannen Gewenst resultaat einde schooljaar: Onderzoek Kijk en Pravoo Keuze llnvolgsysteem
62
In overleg
Onderbouwcoördinator
Borging/Bewijs
Borging: OB coördinator zorgt voor planning tijdens kleuteroverleg
Optimaal gebruik maken van Kleuterplein. Doelen van de diverse gebieden van Kleuterplein koppelen aan het groepsplan. Keuze leerlingvolgsysteem
Bewijs:. Doelen in groepsplan Gebruik registratiemethode Keuze LLnvolgsysteem
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
5.5
Huiswerk
Kengetal 2013
Aanleiding
Huiswerk in groep 6,7 en 8 voor zaakvakken en soms rekenen en spelling
In de vakliteratuur wordt huiswerk genoemd als een middel wat de opbrengsten van de leerresultaten verhoogt. Sommige ouders geven aan dat ze vinden dat ze de mate van huiswerk te weinig vinden.
Budget Verantwoordelijk
Aan de leerwerkgemeenschap wordt gevraagd om onderzoek te doen naar het geven van huiswerk. Streefgetal 2014
Activiteiten
De leergemeenschap onderzoekt het item “huiswerk geven aan kinderen van de basisschool”. Zij nemen daarbij de onderzoeksvragen mee en creëren ook hun eigen vragen. ICO-er en leerwerkgemeenschap
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Borging/Bewijs
Antwoord op de volgende vragen: - Is huiswerk effectief voor de leerresultaten? - In welke groep? - Voor welke vakken? - Voor alle kinderen? - Wat wordt van school verwacht? - Wat wordt van ouders verwacht? - Frequentie en inhoud - Kan het ook op school worden gegeven?
Borging: De ICO-er plant een aantal bijeenkomsten en zorgt voor de transfer naar het team.
Evaluatie einde schooljaar
63
Bewijs:. Uitkomsten van het onderzoek worden gepresenteerd aan het team met een advies voor de school. Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
5.6
Verkeer
Kengetal 2013
Aanleiding
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
In het meerjarenplan is de methode Verkeer aan de beurt om herzien te worden. Onderzocht moet worden of huidige methode nog voldoet of dat er een andere keuze gemaakt moet worden.
Streefgetal 2014
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Duidelijkheid over de vraag of huidige methode voldoet. Indien dit niet zo is moet er een voorstel voor een nieuwe methode zijn.
Onderzoek naar effectiviteit, gebruiksvriendelijkheid van de huidige methode. Inventarisatie wensen team. Onderzoek naar methoden. Uitproberen methoden Keuze methode
€ 1500,-
Verkeerscoördinator. Borging/Bewijs
Borging: De verkeerscoördinator plant een aantal momenten om de doelen te halen en bespreekt dit in vergaderingen met team. Bewijs:. Keuze methode
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
64
5.7
Expressie / muziek
Kengetal 2013
Aanleiding
± 20 muzieklessen per jaar.
In de meerjarenbegroting is expressie aan de beurt om herzien te worden. Het team heeft zich in 2012-2013 uitgesproken om meer met muziek te willen doen. Het vergroten van hun leerkrachtvaardigheden op dit gebied is een wens. Muziek is een middel wat appelleert op een intelligentie en ook helpend kan zijn bij het overige leerstofaanbod. De ouderraad ondersteunt deze wens en wil de ondersteuning concretiseren door een financiële bijdrage.
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
Streefgetal 2014
Gewenst resultaat einde schooljaar:
± 30 muzieklessen per jaar.
Nascholing door Art en Sofie: 2 bijeenkomsten waarin het aanleren van een lied wordt geoefend en het gebruik van muziekinstrumenten. 4 lessen door muziekdocent, als voorbeeld voor leerkracht 4 lessen door leerkracht in navolging van muziekdocent. Er worden afspraken gemaakt en een PvA geschreven voor de voortgang deze nascholing.
€ 1300.00
Kunstcoördinator
Borging/Bewijs
Borging: Er zijn twee teambijeenkomsten gepland en 8 lesmomenten. Bewijs:. Afspraken muziekonderwijs en plan van aanpak.
De leerkrachten zijn vaardig om op een goede manier muziekonderwijs te geven. Hierbij maken ze ook gebruik van muziekinstrumenten.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
5.8
ICT De Graaf Jan onderzoekt welke nieuwe vaardigheden kinderen moeten hebben om in de toekomst digitaal vaardig te zijn. Parnassys coördinator.
Kengetal 2013
Aanleiding
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
65
Duidelijkheid over wat kinderen nodig hebben aan digitale vaardigheden, onderwijs of gebruik van social media en I pads. De aanbevelingen zijn verwerkt in een plan van aanpak De leerkrachten zijn door de inzet van de Parnassyscoordinator vaardiger in het effectief gebruiken van Parnassys. Streefgetal 2014
Gewenst resultaat einde schooljaar:
De ICT er verdiept zich in de informatie die er is over social media in combinatie met het onderwijs. Op de volgende vragen worden antwoorden gezocht: - Welke nieuwe vaardigheden hebben kinderen nodig om in de toekomst digitaal vaardig te zijn. - Hoe moeten we kinderen leren omgaan met social media? - Kan de inzet van I pads bijdragen aan het onderwijs aan kinderen, hoe dan? De Parnassysco. schoolt zich in de gebruiksmogelijkheden van Parnassys en zorgt voor een transfer naar het team.
ICT-er Parnassys coördinator.
Borging/Bewijs
Borging: ICT-er en Pa.co. bespreken met dir. hun bevindingen. Het team wordt geïnformeerd tijdens vergaderingen. Bewijs:. PvA ICT gebruik
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
Going concern
Gewenst resultaat
Implementatie geschiedenis De geschiedeniscoördinator zorgt dat er afstemming plaats over het gebruik van de methode Argus Clou en dat er oplossingen komen voor de knelpunten. Dit alles wordt verwerkt in het vademecum/ABC
Afspraken in vademecum/ABC
Evaluatie einde schooljaar
Going concern
Gewenst resultaat
Andere schooltijden In het schooljaar 2013-2014 zal het team zich praktisch voorbereiden op de overgang naar het vijf gelijke dagen systeem. Er zullen antwoorden worden gezocht op de volgende onderdelen: - de invulling/organisatie van de lunch - is er mogelijkheid/wenselijkheid voor vrije woensdagmiddag groep 1,2?
66
Plan van aanpak in februari. Duidelijkheid over de onderzoekspunten.
- kosten BSO - gevolgen voor de normjaartaak personeel
Verantwoordelijk: Dir.
Evaluatie einde schooljaar
Going concern
Gewenst resultaat
Kind op de gang / Passend onderwijs De uitkomsten van het traject ‘Kind op de gang’ / Passend onderwijs zullen worden gevolgd en eventuele acties, bijv. naar aanleiding van het ondersteuningsprofiel, zullen worden genomen. Evaluatie einde schooljaar
Doel 6: Op de Graaf Jan van Montfoortschool werken competente, professionele leraren, die zich willen blijven ontwikkelen. Going concern
Gewenst resultaat
Iedere medewerker volgt jaarlijks een kwalitatief persoonlijk ontwikkelingstraject . Iedere leerkracht houdt zijn/ haar competenties op peil. Iedere leerkracht evalueert zijn/haar ontwikkelingstraject in het team. Iedere leerkracht spreekt collega’s aan voor de resultaten op ons werk. Iedere leerkracht presenteert de groepsopbrengsten in het team De bovenstaande doelen zullen worden opgenomen in de planning van de vergaderingen. De leerkracht LB begeleider draagt zorg voor de borging. De dir. bespreekt dit tijdens FG. Het zorgteam draagt zorg voor de aansturing van de presentatie van de groepsopbrengsten.
Evaluatie einde schooljaar
67
Herkenbaar besproken persoonlijke ontwikkelingstrajecten. Groepsopbrengsten worden gepresenteerd door teamleden.
Doel 7: De Graaf Jan van Montfoortschool is gericht op het verhogen van de onderwijsprestaties, persoonlijke vorming en het maximaal ontwikkelen van de talenten van leerlingen. 7.1
De tussen- en einddoelen voor groep 1 t/m 8 worden in de groepsplannen geformuleerd.
Kengetal 2013
Aanleiding
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
Met dit doel, afkomstig uit het SPCO SMP, willen we bereiken dat de tussen- en einddoelen op concrete (smart) wijze worden beschreven.
Streefgetal 2014
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Tussen- en einddoelen van lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen worden SMART weergegeven in de groepsplannen van alle groepen (kleuters: taalontwikkeling, rekenontwikkeling, seo ontwikkeling).
IB er zorgt voor instructie SMART formulering doelen bij team. Tijdens opbrengstgesprekken is er aandacht voor de tussen – en einddoelen van alle groepen. Leerkrachten kunnen ondersteuning krijgen van een maatje, wanneer dit nodig is.
IB directie Borging/Bewijs
Borging: Tijdens TTV wordt wijze van formuleren besproken. Bewijs:. Groepsplannen met (smart) tussen- en einddoelen.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
68
Doel 8: De SPCO en de Graaf Jan van Montfoortschool kenmerken zich door een professionele, dequate bedrijfsvoering 8.1
Profilering
Kengetal 2013
Aanleiding
Activiteiten
Budget Verantwoordelijk
In 2012-2013 heeft de dir. zich, met de andere SPCO directeuren, geschoold in het onderwerp ‘profilering’. Naar aanleiding hiervan zijn gesprekken met schoolraad en team gehouden. Met de uitkomsten hiervan moet een stap verder worden gedaan. Streefgetal 2014
Uitwerking positioneringsstatement. Vertaalslag interne propositie naar externe propositie Plan van aanpak voor de concretisering.
Gewenst resultaat einde schooljaar:
Dir.
Borging/Bewijs
Helderheid rond positionering en de uitwerking daarvan in een plan van aanpak.
Borging:
Bewijs:.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
Doel 9: De Graaf Jan van Montfoortschool zoekt,, ten behoeve van het onderwijs, actief verbinding met de relevente (lokale , regionale) samenleving Analyse welke maatschappelijke partners van belang zijn voor een optimale ontwikkeling van de kinderen, op grond van schoolgegevens en onderwijsvisie van de Graaf Jan. 2014-2015: Plan van aanpak Kengetal 2013
Aanleiding
Budget Verantwoordelijk
Met dit doel, opgenomen uit het SPCO SMP, willen we helder maken welke maatschappelijke partners van belang zijn voor het onderwijs aan de kinderen van de Graaf Jan. Met deze partners zouden we de samenwerking kunnen intensiveren. Streefgetal
Activiteiten
Gewenst resultaat einde schooljaar:
69
Overzicht maatschappelijke partners opstellen. Gesprek met schooldirecteuren over aard van samenwerking met maatschappelijke partners (op welke vlakken wel en op welke geen overleg).
Dir.
Borging/Bewijs
2014
Helderheid over welke maatschappelijke partners van belang zijn voor de werkwijze en visie van de Graaf Jan Oriënterende gesprekken met deze maatschappelijke partners.
Bespreken met MR en SR welke partners van belang (kunnen) zijn en wat er uit een samenwerking zou kunnen voortvloeien. Oriënterend gesprek aangaan met eventueel nieuwe partners.
Borging: Dir. plant onderwerp met SR, MR en schooldirecteuren. Bewijs:. Evaluatie in jaarplan en opzet plan van aanpak.
Evaluatie einde schooljaar
Gerealiseerde kengetallen
Going concern
Gewenst resultaat
70
Bijlage 4: Tevredenheidenquête leerlingen 2012 Vreedzame school
Vreedzame school kind - school 70 60 50 40 30 20 10 0
ja ja, vaak ja, soms nee fijn op school
groep is belangrijk
goede sfeer iedereen taken eerlijk in klas verantw. voor verdeeld sfeer
lessen vr.s. leuk
Vreedzame school kind - kind 70 60 50 40 30 20 10 0 goed opschieten met anderen
veel vriendjes
houd heb weleens rekening gepest met anderen
ja
word weleens gepest
ja, vaak
durf iets in de klas te zeggen
ja, soms
moeite met conflict oplossen
bang dat ik iets verkeerd doe
weet wat ik goed kan
nee
Vreedzame school kind - leerkracht 80 70 60 ja
50
ja, vaak
40
ja, soms
30
nee
20 10 0 de juf vindt de juf gaat de juf helpt mij ieder belangrijk prettig met mij goed om
71
ik kan altijd terecht
de juf geeft opstekers
de juf helpt om zelf conflicten op te lossen