V I ER E NDE RT IGS T E UIT G AV E O v e r > D E C E M B ER 2 0 1 0
Gouden Piramide Het Oversticht 80:
>
>
voor school in Hengelo
<
Cursusdag omgevingsvisie
1
neemt ambtenaren mee de diepte in 3
2
1. Het gemeentehuis Rijssen zorgde 25 november voor een gastvrij onthaal van Overijsselse gemeente-ambtenaren. 2. Zij gingen Aan de slag met de omgevingsvisie. Een cursus, opgebouwd rond drie thema’s: > Gebiedsontwikkeling in relatie tot de gebiedskenmerken > Ruimtelijke kwaliteit in een complexe context (met de nadruk op de juridische kant) en; > Ruimtelijke kwaliteit als basis voor integrale beleidsadvisering (met de nadruk op de proceskant). 3. Gastsprekers en inleiders uit diverse organisaties stonden garant voor een zeer gevarieerd programma met veel inbreng van de deelnemers en stof tot nadenken. 4. Zoals de presentatie van Willem Buunk, lector Area Development Hogeschool Windesheim. Hij nam zijn toehoorders mee in zijn denken over gebiedsontwikkeling: “De inrichting, het beheer en gebruik van ruimte is een wezenlijke (politiek-normatieve) keuze” en “Integraal bestaat niet!”, aldus Buunk. Ook waarschuwde hij voor ‘bestuurlijke spaghetti’. “Vergeet niet: het maatschappelijk vraagstuk staat centraal”.
3
4
5. Bart Overbeek, senior medewerker afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, Hof van Twente, verzorgde aansluitend de casus over het varkenscluster Hof van Twente. De omgevingsvisie is een mooi ding, maar de praktijk is weerbarstig, is zijn ervaring. Neem bijvoorbeeld de discussie over ‘gebiedseigen’. Is zo’n cluster überhaupt gebiedseigen? En wat betekent dat dan praktisch bij de uitvoering van het beleid? 6. Wilmien Haverkamp, ontwikkelingsmanager bij de gemeente Enschede, is enthousiast over de omgevingsvisie. “Als sturingsfilosofie sluit deze goed aan bij deze tijd, doordat hij ruimte laat voor samenwerking van onderaf. Zij belicht het proces bij herstructurering van de woonwijken Velve Lindehof en Stroinkslanden. Belangrijk is dat je bij integrale wijkenaanpak zorgt voor een brede projectgroep. Haar advies: betrek vanaf de start alle partners, zoek energie, deel successen en neem bewoners mee in het proces. 7. Een excursie per bus voerde de deelnemers langs voorbeelden in de praktijk. Er werd stevig gediscussieerd over de kwaliteit van enkele nieuwe woningen in de stadsrand. Informatie > Mathijs Assink n
[email protected]
Dat goed opdrachtgeverschap een belangrijke voorwaarde is voor het bereiken van kwaliteit in ruimtelijke opgaven wordt al enkele jaren als een mantra herhaald. Toen er nog vijf ministeries bestonden die architectuurnota’s (!) konden ondertekenen, werd ook een rijksprijs voor goed opdrachtgeverschap ingesteld. Onder de naam ‘Bronzen Bever’ kwam die al eens in Almelo terecht en, inmiddels als ‘Gouden Piramide’, in 2007 bij de gemeente Enschede voor de wederopbouw van ‘Roombeek’. (Een tweede Overijsselse genomineerde was toen het Waterschap Regge & Dinkel met ‘De Doorbraak’). Ook in 2010 waren er twee (van vijf) genomineerden uit Overijssel, beide met de ‘re-animatie’ van een na-oorlogs gebouw. In Deventer werd de transformatie van een deel van het Jozefziekenhuis (J. Van der Laan, 1955) genomineerd. Opdrachtgever is hier J. Kleinjan van het Jozef gezondheidscen-
trum, architect was Mathijs Bouw van bureau One-architecture. Winnaar werd de transformatie van de Heilig Hart-kerk (Joh. Sluijmer, 1955) in Hengelo tot Plechelmusschool. De gedreven opdrachtgever, mevrouw Anneke Kuipers (Schaepmanstichting) was supertrots en architect Olthof van bureau LKSVDD zag de lange ervaring die dit bureau heeft met transformaties (o.a. de brandweerkazerne in Hengelo) bekroond. Dat twee Overijsselse voorbeelden zo de aandacht trekken mag als een resultaat gezien worden van het gunstige klimaat voor ruimtelijke kwaliteit dat alle betrokken partijen in de afgelopen jaren hebben gecreëerd. Programma’s als NoBO (Na-oorlogs Bouwen in Overijssel) en Re-animatie Erfgoed Overijssel hebben daaraan beslist bijgedragen. 5 Informatie > Dirk Baalman n
[email protected]
6
7
december 2010
december 2010
Over >
Over >
2
<
Interview met Susanne Beldman projectregisseur invoering WABO van de gemeente Zwartewaterland door Petra Versluis 5
SUSANNE, WAT VERANDERDE ER MET DE KOMST VAN DE WABO ALLEMAAL? Alles! Werkprocessen, werktermijnen, softwarepakketten, afspraken over advisering. Echt alles is op 1 oktober van dit jaar veranderd. HOE LANG HEBBEN JULLIE GEWERKT AAN HET WABOPROOF MAKEN VAN ZWARTEWATERLAND? Als ik mijn mappen scan op mijn computer, zie ik dat we in 2006 al zijn begonnen met het oppakken van de WABO. Dat is een ongoing process geweest want de WABO werd steeds aangescherpt en de (concept)wet veranderde nogal eens. Al heel snel hebben we een projectgroep gevormd en ons college, managementteam en collega’s meegenomen in het proces. Dat bleef niet bij communiceren alleen, we hebben mensen ook bij de veranderingen betrokken door ze ‘opdrachten’ te geven. Dit was vooral in de laatste maanden voor de inwer-
VERANDERINGEN ROEPEN VAAK SPANNINGEN OP. HOE ZAT DAT BIJ DE INVOERING VAN DE WABO? Het grootste pijnpunt was de ‘fatale termijn’ die de WABO hanteert. Die termijn is in de meeste gevallen vastgesteld op acht weken, en daarmee korter dan voorheen en strikt. Dat is soms best spannend. Als vroeger een bouwaanvraag niet voldeed aan de regels van het bestemmingsplan, keken we of er een ontheffing gegeven kon worden. Je startte vervolgens een ontheffingsprocedure. Dat kan nog steeds, maar je zit nu wel aan die termijn van acht weken vast. Ook de verantwoordelijkheid van ambtenaren is door de WABO veranderd. En dat is soms even wennen. De vergunningverlener bijvoorbeeld komt nu in de rol van coördinator. Collega’s moeten over de schutting van het eigen beleidsterrein heen kijken. De WABO dwingt je goede afspraken met elkaar te maken en secuur vast te leggen hoe lang je over bepaalde processen mag doen.
medewerkers gedigitaliseerd, zodat we met onze externe adviseurs (waaronder Het Oversticht) nog steeds via het OLO kunnen communiceren. Het Oversticht kan zo alle stukken inzien. Het Oversticht kan weer via het OLO het advies aan de gemeente krijgen. Het contact tussen de adviseur en de gemeente is nauw. Ontbreekt er iets in de aanvraag, dan krijgen wij snel een telefoontje. Dat loopt allemaal heel soepel. WELKE GEVOLGEN HEEFT DE WABO GEHAD VOOR DE INRICHTING VAN JULLIE ORGANISATIE? Die gevolgen waren ingrijpend. Ik ben benieuwd hoe andere gemeenten dat georganiseerd hebben. Wij hadden het geluk dat er een reorganisatie gepland stond, daar kon de noodzakelijke herinrichting die de WABO vergt, op meeliften. Vroeger hadden we een afdeling Bouw en Woningtoezicht. Hier waren vergunningverlening en handhaving in onderge-
Ook de ruimte waarin we met de commissie de aanvragen bespreken, is aangepast, zodat we aanvragen, tekeningen etc. die nu digitaal worden aangeleverd, ook goed kunnen presenteren. WHAT’S IN IT VOOR DE BURGER? De WABO is vanuit de burger gedacht en opgezet. Maar of die er echt op vooruit gaat? Als de welstandscommissie vroeger adviseerde om bouwplannen bij te stellen, dan was er tijd om deze aan te passen. Dat was niet snel, maar op een andere manier wel klantvriendelijk. Nu is men gebonden aan die acht-weken-termijn. Dat betekent dat het vooroverleg van enorm belang is. Al is hierover informatie – bijvoorbeeld via de landelijk site OLO – lang niet iedereen, architecten en adviesbureaus daargelaten, weet dit. Hier is nog winst te behalen. HOE GAAT HET NU EN HEB JE WELLICHT NOG EEN TIP? Het loopt redelijk goed. Nog niet helemaal vlekkeloos. Maar daar hadden we ons ook op voorbereid. Voordeel is dat we als gemeente niet zo heel groot zijn. Teams zitten dicht bij elkaar. Je weet van elkaar wat je doet en weet elkaar te vinden als er oplossingen gezocht moeten worden. De beste tip die ik vanuit mijn ervaring als projectregisseur invoering WABO kan geven, is dat je ervoor moet zorgen dat iedereen zich verantwoordelijk voelt voor het slagen. Een projectgroep kan het niet alleen. Stel je ook kwetsbaar op naar de burger. Leg uit dat het systeem relatief nieuw is en vraag om begrip. Informatie > Mathijs Assink n
[email protected]
kingtreding van de WABO het geval. Daardoor ontstond het fundamentele besef dat niets meer bij het oude zou blijven. Voor burgers plaatsen we informatie op onze site. Ook stuurden we folders. Speciaal voor het bedrijfsleven organiseerden we een Winst-met-de-WABO-dag. HEB JE DAARBIJ SAMENGEWERKT MET ANDERE GEMEENTEN? Ja, wij gaan steeds meer samenwerken met Delsen en Staphorst. Tijdens de invoering van de WABO hebben we elkaar op sommige onderdelen ook opgezocht. Ook zaten wij in een Kerngroep Samenwerking die door de provincie werd geïnitieerd. Samen met enkele andere gemeenten, waterschappen en de provincie stelden we o.a. een dienstverleningsovereenkomst op voor de gehele provincie Overijssel.
WAT IS JE ERVARING MET HET OVERSTICHT BIJ DE INVOERING EN HET WERKEN MET DE WABO? In de oude situatie konden we plannen laten liggen tot de secretaris van de welstandscommissie hier langs kwam. Dat was (en is nog steeds) eens in de twee weken. Voor de komst van de WABO is Mathijs Assink, projectleider WABO/OLO van Het Oversticht hier komen praten om te kijken hoe we de kwaliteit van de advisering in relatie tot de acht-weken-termijn van de WABO zo goed mogelijk konden bewaken. De aanvragen die advies van de commissie behoeven, worden nu digitaal aangevraagd. We maken hierbij gebruik van het omgevingsloket online (OLO). In het omgevingsloket kan de aanvrager de aanvraag inzenden en de bijbehorende gegevens uploaden. Als de aanvraag analoog (op papier) is binnengekomen, wordt deze aanvraag door de
bracht. We werken nu anders, mede omdat de wet bepaalt dat de portefeuillehouder vergunningen een ander moet zijn dan die van de handhaving. We hebben nu een team Vergunningverlening, daar zitten alle vergunningverleners bij elkaar en een team Handhaving. Ook voor de frontoffice-medewerkers heeft de WABO een verandering ingehouden. Zij helpen burgers bij vragen over het gebruik van OLO (Omgevingsloket Online). Ook helpen zij de burger om een aanvraag in het OLO te zetten als dat de burger zelf niet lukt. Daarvoor is speciaal een computer in de buurt van de balie ingericht. Dit betekent een uitbreiding van hun serviceverlening. Deze collega’s hebben we heel goed meegenomen in het hele proces. Op hun eigen werkplek is OLO al vroeg geïnstalleerd, zodat ze al vroeg ervaring op konden doen met de nieuwe manier van werken.
Het Oversticht biedt graag hulp aan bij het ‘WABO-proof’ maken of herzien van de gemeentelijke welstandsnota. De aanpassing (kosten: € 2850) bestaat uit het: - herzien van de inleiding (terminologie en proces welstandsbeoordeling). - herzien van sneltoetscriteria en onderbrengen van nog relevante criteria in het gebiedsgerichte beleid. - herzien van standaardteksten voor excessenregeling. Informatie > Karin Luchies n
[email protected]
december 2010
december 2010
Over >
4
>
Samen, samen, samen. Symposium leert: kracht ligt bij mensen en dorpen
december 2010
7
Velden van Eer
Op 26 november kwamen in het provinciehuis Zwolle zo’n 160 dorpsbewoners, beleidsmakers en bestuurders samen voor het symposium Toekomst voor Dorpen – de agenda voor vitale dorpsgemeenschappen. Gedeputeerde Piet Jansen leidde het symposium in. De leefbaarheid van dorpen staat onder druk, constateerde hij. Dat vraagt om actie. “Dorpen hebben een enorm potentieel van betrokken mensen. Kunst is dat aan te boren. Overheden kunnen daarbij een stimulerende rol hebben.”
Bron van inspiratie voor architecten en opdrachtgevers De wijze van oorlogvoering, met statische frontlinies van honderden kilometers en met loopgraven langs smalle stroken niemandsland, leidde in de Eerste Wereldoorlog tot enorme aantallen slachtoffers. Over het programma voor de ruimtelijke kwaliteit van hun grafvelden verscheen onlangs een boek.
Een rondgang langs de grafvelden is een tocht langs plaatsen van oorlogshandelingen. Er is een macaber rechtstreekse relatie tussen de locatie van een grafveld en de aanwezigheid destijds van een ziekenhuis, een verbandpost, een toegang tot een loopgraaf. De plekken geven een beklemmende indruk van de massaliteit van de dood door oorlog en van de zinloosheid ervan. De Engelsen werden onder meer ingezet om in Vlaanderen de opmars van de Duitsers te stoppen. Direct na de oorlog hebben zij de War Graves Commission (WGC) ingesteld, met als taak de omgekomen Engelsen op zijn minst met een waardig graf te danken voor de inzet van hun leven. Tot de middelen die de Commission daarvoor heeft ingezet, hoort de aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit van de begraafplaatsen. Daarvoor werden ontwerpers van reputatie ingezet, waaronder Herbert Baker en Edwin Lutyens. Architect Jeroen Geurst beschrijft in het boek Cemeteries of the Great War by Sir Edwin Lutyens de oorlog, en vooral de architectuurgeschiedenis van de vele honderden Britse grafvelden. Bijzonder lijkt het dat een architect zo’n boek maakt. Maar met de manier waarop de auteur de opgaven voor Lutyens, de planning en aanpak van de WGC en het systeem van architectonische middelen analyseert dat hier werd toegepast, wordt al snel duidelijk waarom het onderwerp een architect fascineert. Niet alleen architecten hebben van dit boek veel te leren, maar vooral ook opdrachtgevers die voor een ‘corporate identity’ ontwerpers zouden kunnen inzetten. Jeroen Geurst, Cemeteries of the Great War by Sir Edwin Lutyens, Rotterdam (010), 2010
Informatie> Dirk Baalman n
[email protected]
Vanuit IJhorst belichtte dorpsbewoner Bert van der Woude hoe het voorzieningenniveau bedreigd wordt, bovendien trekken starters weg – daar tegenover staan enthousiaste, betrokken bewoners. IJhorst wil een aantrekkelijk dorp zijn voor bewoners en bezoekers en groeien. Thema’s daarbij zijn: groei, natuur, economie, duurzaamheid, veiligheid en uitstraling. Evert Jan Horst, bewoner van topdorp Hoonhorst vertelde over de aanpak van zijn dorp waarbij het thema duurzaamheid een belangrijke rol speelt. Hoonhorst zag de inspanningen onlangs beloond met een duurzaamheidprijs van 1,5 miljoen euro. Hoonhorst werkt aan 17 projecten op korte en lange termijn. Daarbij gaat het om zaken als het in kaart brengen van je netwerk en het onderhouden daarvan en om het maken van haalbare plannen en zorgvuldige communicatie. Een geolied lopende (project)administratie is van groot belang. Dankzij een goede administratie draaien o.a. een materiaal-o-teek en dienstenruilbank. In sneltreinvaart nam Henk Aalderink, burgemeester van Bronckhorst en voorzitter van de P-10, vervolgens de aanwezigen mee in zijn gedachtegoed. Daarbij nam hij zich voor het
woord ‘krimp’ niet te laten vallen. Nee, demografie biedt nieuwe kansen! Na de pauze gaf dagvoorzitter Sabine Uitslag het startsein voor het debat met Hans Peter Benschop (directeur Trendbureau Overijssel); Douwe Prinsse (wethouder Hardenberg) en André Bus (dorpsbewoner Paasloo). Na een levendige discussie met de zaal, formuleert de dagvoorzitter de conclusies: • De toekomstagenda voor vitale dorpen is vooral een gespreksagenda. Communicatie tussen dorpsbewoners, dorpen, bewoners en bestuurders is essentieel. • Vitale dorpen zijn vooral doé-dorpen. Het begrip 'samen' is van belang. Het gaat erom samen te werken en samen problemen op te lossen. • Voor overheden is het zaak, standaarden en oude systemen zoveel mogelijk los te laten. Daarvoor moet maatwerk, in samenspraak met dorpen, in de plaats komen. • Belangrijk is ook de samenwerking met anderen. Haal inspiratie en ideeën niet alleen uit het eigen dorp, maar verbreed je horizon en kijk ook rond in de regio of op Europees niveau. Grote vraag is natuurlijk wat de provincie gaat doen met de uitkomsten van het symposium en het feit dat de stimuleringsregeling Dorpsplanplus over twee jaar eindigt. Alle aandacht was dan ook gericht op de gedeputeerde die uiteen zette dat er in maart een nieuwe college wordt gekozen. Dan worden nieuwe keuzes gemaakt. Daarbij zal ongetwijfeld geanticipeerd worden op de gedachte: meer samenleving, minder overheid. De kracht, zo heeft ook dit symposium geleerd, ligt absoluut bij de mensen en de dorpen. Als overheid moet je dat koesteren en kun je er wel voor zorgen dat je dit stimuleert.
Informatie> Petra Versluis n
[email protected] en www.oversticht.nl
Het symposium werd georganiseerd door de partners van Dorpsplanplus: Stimuland, Landschap Overijssel, OVKK en Het Oversticht en is financieel mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel.
Over >
Over >
6
www.oversticht.nl
Bezoek voor meer informatie over de werkzaamheden van Het Oversticht ook de website. Toelichting foto omslag Bouwen in bestaand gebied wordt belangrijker dan uitbreiden. Stadskernonderzoek neemt in de archeologie dan ook een hoge vlucht. Dit jaar brandde ‘Bakker Bart’ in Deventer af. Een rijke bron voor bouw- en bewoningsgeschiedenis
Tip <
Historische objecten uit de automatiek
december 2010
8 Over >
bleef achter, inclusief toiletrol.
Over >… Uit < Zwolle
Zwols Architectuurpodium (ZAP)
Tot begin volgend jaar staat in TwentseWelle een historische auto-
13 december > Debat: Zwolle, huiskamer
matiek. Hierin zitten oer-Nederlandse objecten die bezoekers voor
of prestigestad?
één of twee euro ‘uit de muur’ kunnen halen. Anders dan we van museumobjecten gewoon zijn, gaan deze dingen mee naar huis.
www.stichtingzap.nl
Wat kun je zoal uit de muur trekken? Alledaagse historische objecten, zoals een 18e eeuwse pijpenkop, een gloeilamp en een
Deventer
porseleinen homopaartje. De trekmuur laat zien dat al deze objec-
Het Rondeel
ten een geschiedenis hebben. Hoe zat het ook alweer met het kwartje van Kok, wie droegen de anti-kernwapen-buttons, en wat
17 januari – 18 februari > Sporen in Deventer
is de geschiedenis van de Nederlandse tulpenbol? Ook bevat de automatiek enkele zaken met een bijzondere bete-
www.rondeeldeventer.nl
Samen met de gemeente Hof in Twente en de provincie Overijssel maakte Het Oversticht de brochure Stallen in Hof van Twente. Het handzame boekje is gemaakt voor agrariërs die nieuwe stallen willen bouwen of bestaande stallen willen vergroten. De brochure geeft informatie over nieuwe stallen en streekeigen elementen; mogelijkheden om bij ontwikkelingen van stallen landschappelijke kwaliteiten te behouden en geeft tips voor het bouwen van stallen in Landbouw Ontwikkelingsgebieden. Is uw gemeente ook geïnteresseerd in een handreiking met kwaliteitseisen voor agrariërs, neem dan contact op met Het Oversticht, Linda de Haan,
[email protected]
kenis voor Twente. Een maïskolf bijvoorbeeld, verwijst naar het Twentse plaatsje Beckum waar voor de eerste keer geëxperimen-
Enschede
teerd werd met het verbouwen van maïs. Ook de bekende
Architectuurcentrum Twente
Grolsch-beugel heeft een plek gekregen in de automatiek. Deze is
Colofon
Over > is een uitgave van Het Oversticht
immers in de loop der jaren onlosmakelijk deel gaan uitmaken van
2 februari – 4 februari > Masterclass Twentse
en wordt verspreid onder de leden van
de Twentse en Achterhoekse (drink-)cultuur. Tot slot is er een
Pauzelandschappen
Het Oversticht, bestuurders en ambtenaren
zoutvaatje. Dit vaatje is verbonden met de zoutindustrie in Twente. Gestart, toen in 1919 een heer van Twickel voor het eerst zout
van de provincie Overijssel, de Overijsselse
www.architectuurcentrumtwente.nl
gemeenten en de gemeenten Dronten en
vond. Een industrie die overigens nog springlevend is. Akzo-Nobel
Noordoostpolder, leden van de welstands-
in Hengel produceert nog steeds 2,5 miljoen zout per jaar.
commissies, architecten, stedenbouwkun-
De Nationale Automatiek is een ontwerp van de kunstenaar Frank
digen en overige relaties van Het Oversticht.
Bruggeman. In TwentseWelle staat de automatiek opgesteld in het museumrestaurant het Rozendaal.
Redactie-adres
informatie www.twentsewelle.nl
Het Oversticht Postbus 531, 8000 AM Zwolle Op 30 oktober opende gedeputeerde Dick
Telefoon (038) 421 32 57
Buursink de tentoonstelling Sporen van
Telefax (038) 421 81 84
een Karolingische ruiter. De tentoonstelling
E-mail
[email protected]
is door de provincie Overijssel in samen-
Internet www.oversticht.nl
werking met Het Oversticht gemaakt en
Redactie
vertelt het verhaal achter de grafvondst van
Dirk Baalman, Petra Versluis
Mathijs Assink,
onder meer wapens en ruitersporen bij
Basis lay-out Cascade, Amsterdam
opgravingen in Borne. Met de tentoonstel-
Vormgeving Annelies Mikmak
ling heeft het publiek nu voor het eerst de
Foto’s Foto omslag Erwin Zijlstra;
kans de vondsten van dichtbij te bekijken,
foto’s p. 2 Ben Vulkers en Sugar Visuals;
en een impressie te krijgen van de tijd
foto achterzijde: TwentseWelle. Overige
waarin de Karolingische ruiter leefde. De
foto’s: Het Oversticht
tentoonstelling is tot het eind van het jaar te
Druk Coenradi, Zwolle
zien in Kulturhus De Bijenkorf (Borne) en
© Het Oversticht, Zwolle, december 2010
reist dan verder naar TwentseWelle, Natura
ISSN 1569-6359
Docet en tot slot het Provinciehuis Overijssel.