Uit vlees gehouwen
(Goede voornemens)
geschreven door Anthonie Holslag
Nu hij erbij stilstond, kon hij niet bedenken waarom hij dit niet eerder had gedaan. Zoveel goede voornemens waren gekomen en gegaan, maar dit was nooit in hem opgekomen. Hoewel “opkomen” zwak was uitgedrukt, het was meer een idee dat zich aan hem opdrong. Misschien kwam het omdat hij naar dit idee toe had moeten groeien, zoals veel goede ideeën; misschien hadden alle eerdere voornemens uiteindelijk naar dit voornemen geleid.
Het begon allemaal, als hij terugredeneerde, met die losse opmerking zo’n vijftien jaar geleden. Hij was toen een puber met verschrikkelijke acne en overgewicht en zat zoals altijd achterin de klas, toen hij twee meisjes vóór hem over hem hoorde praten. Ze beseften niet dat hij ze hoorde, zoals veel meisjes toen zich er schijnbaar niet bewust van waren dat hij bestond. “Met hem ?” hoorde hij het ene meisje tegen de ander zeggen, “Met meneer-puist? Die vetklep? Nee, dank je! Met hem zou ik het nóóóóit doen.”
Op dat moment raakten de woorden hem niet. Hij hoorde ze wel, en voelde een onderbewuste steek in zijn onderbuik, maar ze kwamen tegelijkertijd niet aan. Het kwam pas later in hem op dat ze hem bedoelden, dat ze daarom ook hun hoofden naar elkaar bogen, en een van de meisjes zelfs op een gegeven moment achterom keek. Het drong toen tot hem door dat hij meneer-puist was. De woorden plantten een zaadje in hem dat gedurende zijn latere leven, van dag tot dag en jaar tot jaar, verder tot bloei kwam.
Tot aan dit moment…
Wat deze woorden hem indirect leerden, was dat schoonheid er wel toe deed, wat docenten en
1/6
Uit vlees gehouwen
ouders ook zeiden. En dan bedoelde hij echte schoonheid die je op televisie zag.Je moest gezien worden om erkend te worden, en of mensen het nu wilden of niet; schoonheid maakte indruk; voor schoonheid draaiden mensen hun hoofden; schoonheid zorgde ervoor dat je naamkaartje niet werd vergeten; dat je niet zo een sukkel was die met acne en een buikje achterin een klas verdween.
Schoonheid betekende macht.
Op zijn zestiende nam hij dan ook zijn eerste goede voornemen. Hij zou zijn acne verwijderen en beginnen met een dieet. Hij zou schoon schip maken. Hij volgde nauwkeurig de voorschriften van de dermatoloog en smeerde dagelijks crème en andere troep op zijn gezicht. Toen dit niet afdoende was, bleekte hij zijn huid en later, toen hij wat meer geld had, liet hij zijn huid straktrekken zodat de putjes, ontstaan door de acne, verdwenen. Overige puistjes op zijn lichaam sneed hij met een scalp weg.
Ook toen was het er al, zo bedacht hij zich nu, de neiging om te snijden. Iedere dag sneed hij op zijn boven- en onderarmen laagjes van zijn huid af.
Afvallen ging moeilijker. Hoewel hij niet zwaar was, vond hij op zijn 21e verjaardag dat hij dertig kilo moest verliezen. Hij wilde dit binnen een jaar bereiken en zonodig ieder jaar zijn doelstellingen bijstellen. Het viel hem namelijk op dat slank en mager zijn steeds “mooier” werd gevonden. Eerst spraken ze over “dunne modellen”, nu al over de “heroïnelook” en als hij sommige ani-sites mocht geloven stond de anorexia look op het punt om door te breken.
Hij deed aan Atkins en Bakker, hij vermeed dierlijke vetten en at alleen vezels, groente en dozen vitaminepillen om zijn gezondheid te bevorderen. Toen dit niet voldoende werkte, pompte hij zich iedere ochtend vol met laxeermiddelen en dieetpillen en nam in de middag chroom. Dit was een wondermiddel, zo bleek, het bevorderde zijn stofwisseling en maakte hem tegelijk misselijk zodat hij in de loop van de dag zijn eetlust verloor. Dat chroom in grote hoeveelheden giftig was, was niets meer dan een gunstige bijzaak; het dwong zijn lichaam gifstoffen af te breken, wat een hogere verbranding veroorzaakte. In deze periode ging hij altijd pas na een
2/6
Uit vlees gehouwen
volledig klysma naar bed.
Dit was vóór de cocaïne en amfetamine, die zijn stofwisseling nog verder versnelden. Dit was voordat hij met een mes nu naast stukken huid ook vetlagen van zijn lichaam wegsneed. Het ging er niet alleen om dat hij gewicht verloor, het ging er ook om dat hij smaller werd; dat hij kinderkleding kon dragen. Dat zijn complete lichaamsvolume verminderde.
Dat gebeurde ook met fotomodellen. Ze werden niet alleen magerder, maar ook langer en jeugdiger. Onzichtbaar. Je kon op bikinishots hun jukbeenderen en heupen zien. Hun symmetrische gezichten stonden uitgestald op reclameborden. Ze nodigden je uit om te kijken en om te bewonderen. De flits van de fotograaf was de ultieme bevestiging van je bestaan.
Daarom deed hij dit, zo vertelde hij zichzelf nu, terwijl hij het fileermes sleep. Om een indruk te maken, een voetstap achter te laten. Zodat niemand kon zeggen dat hij nietszeggend was, “een gezicht in de menigte”; een persoon met een vage en algemene omschrijving; een persoon die feitelijk niet bestond.
Een jongen achterin de klas.
Op zijn drieëntwintigste draaide hij voor iedere maaltijd rondjes of stompte hij zich driemaal in de maag. Mocht dit niet baten – honger was een zeer instinctieve behoefte die zelfs misselijkheid overwon – dan stak hij een potlood of tandenborstel in zijn keel, die hij speciaal voor deze gelegenheden met zich mee droeg.
Het was een paradox. Hoe meer hij afviel en hoe minder ruimte hij in beslag nam, hoe zichtbaarder hij werd en hoe meer indruk hij maakte. Hij zag mensen zich omdraaien en naar hem wijzen. Hij hoorde mensen over hem fluisteren en er waren vrouwen die het nu graag met hem “deden”. “Omdat je zo kwetsbaar bent,” zeiden ze dan, terwijl ze hun vingers over zijn littekens lieten glijden. “ Omdat ik voel dat je ergens naar zoekt .” Zij dachten ongetwijfeld aan “liefde”, hij aan zijn ideaalbeeld.
3/6
Uit vlees gehouwen
Hij wilde een standbeeld zijn, verdomme, gehouwen uit vlees. Een levende en ademende David van Michelangelo.
De weg naar perfectie was bezaaid met obstakels: met iedere kilo die hij verloor, verloor hij ook dikke plukken haar, en met iedere maaltijd die hij oversloeg, begonnen zijn tanden te bloeden en los te zitten. Lelijkheid en onbeduidendheid, zo ontdekte hij, gingen hand in hand met schoonheid.
Zoals Foucault ooit opmerkte: laat je leven een kunstwerk zijn. Hij wilde zijn lichaam als canvas gebruiken.
Het was toen dat hij het besloot, ergens rond de jaarwisseling toen hij zich in de spiegel bewonderde. Zijn wangen waren ingevallen, de wallen onder zijn ogen zwart en als hij zijn trui omhoog trok kon je zijn ribben tellen. Hij moest als een slang zijn oude huid afwerpen, opnieuw beginnen, zodat hij de wereld zijn ware “ik” kon tonen.
Het plan was simpel, maar vereiste voorbereiding. Hij moest de verschillen kennen tussen oppervlakkige spieren, intraorbitale spieren en de grote spiergroepen. De laatste wogen het meest in gewicht. Hij moest ze ook precies weten te vinden. De musculus erector spinae in zijn rug, de musculus quadriceps en biceps femoris in zijn dijbenen of de musculus rectus abdominis en pyramidalis in zijn buik. De spieren in zijn armen baarden hem zorgen. Hij zou van zijn linkerarm de musculus biceps brachii en triceps brachii kunnen wegsnijden, maar om de rest van zijn spieren te verwijderen, hield hij noodgedwongen zijn rechterarm intact. Hier zat de zwakte in zijn plan. De asymmetrie. Dit was uiteraard een kleinigheid. Een kleine imperfectie in zijn anderzijds perfecte plan.
Hij wilde alle weggesneden stukken vlees in de emmer naast de badkuip gooien, ook daar had hij aan gedacht. En voordat hij begon te snijden verdoofde hij de afzonderlijke spiergroep en delen van zijn huid. Hij had een extra injectie adrenaline genomen, om er zeker van te zijn dat hij tijdens zijn boetseerwerk niet zou flauwvallen. Om het bloed te stelpen, had hij naast het bad een gloeiend strijkijzer staan, waarmee hij de wonden dicht kon schroeien.
Dit was de kroon op zijn werk, het eindpunt van de lange weg die hij had afgelegd. Zijn Magnum
4/6
Uit vlees gehouwen
Opus. Zijn Meesterwerk.
Hij zou bloeden, maar het bloed zou door het afvoerputje worden weggespoeld. Hij zou schreeuwen, maar hij had matrassen tegen de muren geplaatst. Het allerbelangrijkste was, dat ze hem zouden vinden. Zonder kleren. Zonder maskers. Zonder een spier op zijn lichaam. Hij zou zijn gezichtspieren als laatste wegsnijden.
En hij zou lachen, eindeloos grijnzen. Want ze zouden eindelijk zien wie hij nu echt was…
Een kunstwerk.
Een kunstwerk van botten en vlees.
Anthonie Holslag©Amsterdam januari 2011
5/6
Uit vlees gehouwen
6/6