goede doelen rapport 2011
Inhoud Voorwoord (5)
bijdragen:
1
Prinses Beatrix Fonds
Opzet onderzoek en analyse deelnemers (6)
Humana
2
WOORD EN DAAD
Inkomsten (12)
Humanitas
3 Bestedingen (28)
4 Goede doelen als werkgever (40)
Greenpeace
Oranje Fonds Fonds Slachtofferhulp Vogelbescherming Nederland Alzheimer Nederland Johanna KinderFonds
5 Onderzoek naar twintig grote VFI-leden (46)
Dierenbescherming AMREF Flying Doctors Stichting Kinderpostzegels Nederland
VFI brancheorganisatie van goede doelen De ruim 120 organisaties die aangesloten zijn bij VFI, zijn op allerlei terreinen actief. Van gezondheid tot internationale hulp. Van cultuur tot dierenbelangen. Samen zijn zij verantwoordelijk voor ruim tweederde van de bestedingen voor goede doelen door Nederlandse organisaties. Belangenbehartiging, zelfregulering en dienstverlening aan haar leden: dat zijn de belangrijkste taken van VFI. VFI zet zich in voor de ontwikkeling van maatschappelijk draagvlak en publieksvertrouwen en is, verenigd in de stichting Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) met onder andere de partnerorganisaties voor de kerken en vermogensfondsen, een actieve gesprekspartner van de overheid.
WereldOuders Het Revalidatiefonds Save the Children Waddenvereniging Terre des Hommes
4
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
Deelnemers aan het onderzoek naar de goededoelensector
Voorwoord
Klein
Middel
Groot
Nationaal Epilepsie Fonds Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind Nederlandse Cystic Fibrosis Stichting Stichting Ontmoeting Stichting Bio-Kinderrevalidatie Stichting Johanna KinderFonds Stichting Oogfonds Nederland
Prinses Beatrix Fonds Nierstichting Diabetes Fonds Maag Lever Darm Stichting Hersenstichting Nederland Astma Fonds Stichting Alzheimer Nederland Wereld Kanker Onderzoek Fonds Leprastichting Stichting Pink Ribbon Fonds Gehandicaptensport Reumafonds Nederlandse Brandwonden Stichting KNGF Geleidehonden Vereniging Bartiméus sonneheerdt
Aids Fonds Stichting KWF Kankerbestrijding Nederlandse Hartstichting KNCV Tuberculosefonds
Het Goede Doelen Rapport 2011 van VFI presenteert de belangrijkste cijfers van de goededoelensector over het jaar 2010, onderzocht door PWC. Het rapport biedt inzicht in de resultaten van 88 van de 120 bij VFI aangesloten goede doelen. Uit de resultaten blijkt dat het Nederlandse publiek de goede doelen in 2010 opnieuw veel steun heeft gegeven. In totaal ging er 2,4 miljard naar de goede doelen, een stijging van ruim 3%. Ook de inkomsten uit fondsenwerving stijgen licht. Het enorme bedrag aan noodhulp voor Haïti en Pakistan verklaart deze toename voor een groot deel. Uit de cijfers blijkt dat de collecte- en sponsorinkomsten onder druk staan. De afnemende sponsorinkomsten lijken een duidelijk effect van de economische crisis. De afgenomen collecteinkomsten zijn mogelijk een indirect gevolg van het bel-me-niet register, waardoor het werven van nieuwe collectanten moeilijker is geworden. Gezamenlijk hebben de goede doelen in 2010 2,5% meer aan hun doelen besteed dan in 2009.
Stichting Nederland-Batam MAF Nederland Stichting Heifer Nederland Stichting LEPRA Zending Nederland Stichting Niza Wereldouders Waddenvereniging Stichting Proefdiervrij Hondenbescherming Stichting Brooke Hospital for Animals Nederland Nationaal Muziekinstrumenten Fonds Stichting Nationaal Jeugdfonds Jantje Beton Prins Claus Fonds Stichting Johan Cruyff Foundation Stichting De Opkikker Fonds Slachtofferhulp Fonds verstandelijk gehandicapten Stichting ATD Vierde Wereld Nederland Stichting Fondswerving Villa Pardoes
Stichting Solidaridad AMREF Flying Doctors Stichting Save the Children Stichting Simavi Stichting International Child Support Stichting Edukans Stichting Wilde Ganzen / IKON Stichting War Child Nederland Stichting Vluchteling IKV Pax Christi Stichting Humana Stichting Aap Stichting Natuur en Milieu Stichting Het Zuid-Hollands Landschap Stichting Het Geldersch Landschap Dierenbescherming Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Stichting CliniClowns Nederland Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF Stichting Kinderpostzegels Nederland Vereniging Humanitas
Gezondheidszorg Internationale hulpverlening Natuur, milieu en dieren Welzijn en cultuur
Stichting Reformatische Hulpaktie Woord en Daad Hivos Stichting Liliane Fonds Stichting Terre des Hommes Nederland Kerk in Actie Stichting SOS-Kinderdorpen Stichting Plan Nederland Vereniging VluchtelingenWerk Nederland Stichting Cordaid Vereniging Artsen zonder Grenzen Stichting ZOA-Vluchtelingenzorg Stichting Nederlands Comité Unicef Stichting Oxfam Novib Nederlandse Rode Kruis Stichting Greenpeace Vereniging Natuurmonumenten Stichting Het Wereld Natuur Fonds - Nederland Nationale Vereniging de Zonnebloem Oranje Fonds Vereniging Amnesty International Stichting Prins Bernhard Cultuurfonds Stichting Leger des Heils
Verenigd in de stichting Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) is VFI, samen met onder andere de partnerorganisaties voor de kerken en vermogens-
fondsen, in 2010 gestart met de voorbereiding van een convenant met de overheid. De bedoeling van dit convenant is om als ‘sector’ gesprekspartner van de overheid te zijn in het belang van de kwaliteit van de samenleving. Het convenant is in juni 2011 getekend door ministerpresident Mark Rutte en SBF-voorzitter Steven van Eijck en bevat afspraken over o.a. een betere afstemming met de overheid, een financieel en fiscaal beleid dat geven en investeren in goede doelen stimuleert en het verbeteren van de transparantie en verantwoording door filantropische instellingen. In 2011 en 2012 worden de afspraken uit het convenant nader ingevuld. VFI zal dit Goede Doelen Rapport actief onder de aandacht brengen van politici en ambtenaren op de relevante ministeries, zodat zij in het licht van de afspraken in het convenant, goed kennis kunnen nemen van de ontwikkelingen in de goededoelensector.
De onderzoeksresultaten in het Goede Doelen Rapport worden ook dit jaar geïllustreerd met het verhaal van goede doelen, met voorbeelden van opvallende projecten en resultaten van het afgelopen jaar. Gosse Bosma Directeur VFI brancheorganisatie van goede doelen
5
6
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
1 Totaal
42
88
Opzet onderzoek en analyse deelnemers VFI brancheorganisatie van goede doelen geeft jaarlijks een cijfermatig inzicht in de ontwikkelingen bij haar achterban. PWC heeft de gegevens verzameld en geanalyseerd. Dit jaar heeft PWC eerst de gegevens van twintig grote VFI-lidorganisaties verzameld. Zo kon al ruim voor verschijning van het Goede Doelen Rapport een indruk gegeven worden van de ontwikkelingen in de sector in 2010. Enkele resultaten van het versnelde onderzoek zijn ook opgenomen in dit Goede Doelen Rapport. 88 van de 120 VFI-leden hebben deelgenomen aan het onderzoek. Dit is 74% van het ledenbestand. Figuur 1 toont het aantal deelnemende VFI-organisaties afgezet tegen het totaal aantal bij VFI aangesloten organisaties, gerangschikt naar aandachtsgebied en naar omvang.
Klein
26
26
In de goededoelensector onderscheiden we vier verschillende aandachtsgebieden: gezondheid, welzijn & cultuur, internationale hulp en natuur, milieu & dierenbelangen. De meeste organisaties concentreren zich op één aandachtsgebied. Sommige hebben een gemengd profiel, zoals bijvoorbeeld het Nederlandse Rode Kruis, dat actief is op het gebied van gezondheid, welzijn en internationale (nood)hulp. De omvangcategorie is vastgesteld op basis van de inkomsten van een organisatie. Op pagina 4 van dit rapport staat een overzicht van alle deelnemende organisaties met daarbij vermeld de omvangcategorie en het aandachtsgebied waartoe zij behoren. Grote en middelgrote organisaties zijn goed vertegenwoordigd in het onderzoek. Organisaties die actief zijn in de internationale hulpverlening zijn het best vertegenwoordigd. Kleine organisaties en organisaties in de categorieën welzijn & cultuur en gezondheid zijn ondervertegenwoordigd. Qua omvang is sprake van een grote diversiteit. De meeste grote organisaties vinden we in de categorie internationale hulp. De welzijn- & cultuurorganisaties zijn veelal middelgroot. Bij gezondheid domineren kleine organisaties het beeld.
Gezondheid
10 27
Internationale hulp 6
27
Natuur, milieu en dieren
Middel Kleine organisaties: 0 - 5 mln totale inkomsten Middelgrote organisaties: 5 - 20 mln totale inkomsten Grote organisaties: meer dan 20 mln totale inkomsten
14 36
Figuur 1 Aantal deelnemende organisaties in het onderzoek
Groot
< voor alle organisaties samen < naar omvang van de organisatie > naar aandachtsgebied
2
26
Deelnemende VFI-leden Niet-deelnemende VFI-leden
12
12
Welzijn en cultuur
14 22
7
Prinses Beatrix Fonds Al 55 jaar bestrijdt het Prinses Beatrix Fonds spierziekten en bewegingsstoornissen door het financieren van wetenschappelijk onderzoek en zetten wij ons in om de kwaliteit van leven van de patiënten en hun familie te verbeteren.
Aangepaste appartementen voor patiënten met Huntington Een van de ziekten waar het fonds zich op richt is de ziekte van Huntingon. Dit is een erfelijke hersenaandoening die zich vaak openbaart rond het 40ste levensjaar en dan langzaam verergert. De ziekte maakt dat de patiënt steeds minder controle over beweging, spraak en geest krijgt. Na verloop van jaren wordt hij of zij invalide en uiteindelijk is de ziekte fataal. Mensen die lijden aan de ziekte van Huntington hebben behoefte aan een aangepaste woning, zodat zij langer op zichzelf kunnen blijven wonen. Bij gebrek aan geschikte woningen komen deze mensen vaak onnodig snel in een zorginstelling terecht, wat de kwaliteit van hun leven sterk vermindert. Op 12 maart 2010 werd in Rijnsburg het wooncomplex de Waterkers geopend. In het complex zijn 6 appartementen gerealiseerd, speciaal voor mensen met Huntington. Zo kunnen zij langer zelfstandig wonen, omdat ze altijd een beroep kunnen doen op de gespecialiseerde zorg van het nabij gelegen verpleeghuis. Het Prinses Beatrix Fonds heeft met een bijdrage van € 200.000,- de zogenaamde domotica gefinancierd, een heel scala aan elektronische hoogstandjes die het leefplezier en de veiligheid van de bewoners vergroten. Zo zijn er speciale deursloten die je zonder sleutel kunt bedienen, een camerasysteem om te zien wie er voor de deur staat, de keuken is in hoogte verstelbaar en er zijn rails van de slaapkamer naar de douche. De verwarming heeft speciale knoppen, overal zijn afgeronde hoeken, de stopcontacten zitten op rolstoelhoogte en natuurlijk zijn de deuren extra breed. De appartementen voorzien geheel in de behoeften van patiënten met Huntington. < Patiëntenambassadeur voor de ziekte van Huntington, Jack Gielen.
Humana Humana steunt projecten op het gebied van onderwijs, gezondheid en economische ontwikkeling, met als doel een wereld waarin iedereen de kans heeft zichzelf te ontwikkelen. Het overdragen van kennis en vaardigheden staat centraal. De projecten worden uitgevoerd door lokale partnerorganisaties in zuidelijk Afrika.
SMS in de strijd tegen HIV/AIDS In Malawi ondersteunt Humana het pilotprogramma ‘SMS in de strijd tegen HIV/AIDS’. Dit programma wordt gedeeltelijk gefinancierd door een subsidie uit het Schoklandfonds van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het programma maakt onderdeel uit van een breder HIV/AIDS-programma, uitgevoerd door de partnerorganisatie in Malawi. In dit programma bezoeken veldwerkers drie jaar lang (2010-2012) elk 2.000 mensen om voorlichting te geven
over HIV/AIDS en om de epidemie in kaart te brengen. Hierbij verzamelen honderd veldwerkers informatie over HIV/AIDS gerelateerd aan kennis, houding en gedrag via enquêtes onder verschillende doelgroepen. De doelstelling van het project is om dit proces van dataverzameling, verwerking en analyse effectiever in te richten waardoor er gerichter HIV/ AIDS-counseling en campagnes kunnen worden uitgevoerd. Veldwerkers verzenden per individu één SMS naar een
online database. In deze database komt alle informatie samen van de duizenden mensen die bezocht werden. Lokale projectmedewerkers kunnen op deze manier snel de problematiek in een bepaald gebied of onder een bepaalde doelgroep in kaart brengen. Zo is informatie per leeftijdsgroep, gebied of gemeenschap beschikbaar en kunnen er gerichte campagnes gevoerd worden. Blijkt bijvoorbeeld dat jongeren wel makkelijk condooms kunnen krijgen maar te weinig weten van veilige seks, dan
kan de campagne zich richten op kennisuitbreiding. Humana heeft bij dit programma hulp gekregen van het multimediabedrijf OneSixty Mobile Concepts. Dit bedrijf heeft de database ontwikkeld en verzorgt tevens de technische ondersteuning tijdens de looptijd van het programma. Op dit moment zijn gegevens over 3.000 huishoudens en 2.000 individuen verzameld in de database.
12 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
2 Klein (- 3,6%) 2010
64
2009
67 Middel (- 1,3%)
2010 407 2009 413 Groot (+ 4,3%) 2010 1.879
Inkomsten Figuur 2 toont de totale inkomsten naar omvang en aandachtsgebied. De totale inkomsten van de deelnemende goede doelen bedroegen in 2010 2,4 miljard euro, ten opzichte van 2,3 miljard in 2009: een toename van 3,1%. Bij grote organisaties namen de totale inkomsten licht toe (4,3%), terwijl bij middelgrote (-1,3%) en kleine (-3,6%) organisaties sprake was van een kleine afname van de inkomsten. De 26 grote organisaties in het onderzoek genereren samen 80% van de totale inkomsten. De onderzoeksgroep van 88 goede doelen is verantwoordelijk voor ongeveer 64% van de inkomsten van alle bij het CBF geregistreerde instellingen (niet te verwarren met het aantal CBF-gekeurde instellingen dat aanzienlijk lager ligt). Een toename in de totale inkomsten deed zich voor bij internationale hulp, welzijn en cultuur en gezondheid. De totale inkomsten van de natuur en milieuorganisaties liepen terug met bijna 10%.
2009 1.801
Totaal (+ 3,1%) Gezondheid (+ 2,9%) 2010 363
2010
2.351
2009
2.280
Greenpeace Greenpeace zet zich met hart en ziel in voor een schone en groene wereld. Een van onze principes is bearing witness: naar de plek gaan van het milieuprobleem, zoals de brandende bossen in Indonesië, en met foto’s en videobeelden de wereld laten zien wat daar gebeurt. We gebruiken nooit geweld, maar maken het milieuvervuilers wel lastig. We zoeken tot op de bodem uit wat er aan de hand is, overleggen over oplossingen én voeren actie tot we ons doel bereiken. In een Greenpeace-campagne zijn die drie onverbrekelijk met elkaar verbonden: onderzoek, lobby en actie. Onderwerpen waar Greenpeace zich op richt, zijn klimaat & energie, oceanen en bossen.
2009 352
Foto: Rezac/Greenpeace
Give the orang-oetan a break
Internationale hulp (+ 7,1%) 2010 1.205 2009 1.125 Natuur, milieu en dieren (- 9,6%) 2010 262 2009 290 Welzijn en cultuur (+ 1,6%) 2010 521 2009 513
Figuur 2 Totale inkomsten (in mln €) ^ voor alle organisaties samen < naar omvang van de organisatie < naar aandachtsgebied
De bossen op aarde zijn er slecht aan toe. Tachtig procent van alle oerbossen is al vernietigd of ernstig aangetast. Kettingzagen en vuurzeeën bedreigen de resterende bosgebieden. Grootschalige houtkapbedrijven razen vrijwel ongehinderd door tropische regenwouden, op zoek naar de waardevolste boomsoorten. Veel bos wordt gekapt om plantages uit te breiden, enkel en alleen om palmolie en papierpulp te produceren. In Indonesië is dat een van de belangrijkste oorzaken van het uitsterven van de orang-oetan. Greenpeace bouwde de bekende Nestlé -kreet ‘Have a break, have a KitKat’ om tot ‘Give me a break’ en zette de met
uitsterven bedreigde orang-oetan in de hoofdrol. Doel was ervoor zorgen dat Nestlé geen palmolie meer gebruikt van plantages waarvoor oerbos is gekapt. Het campagnespotje ‘Give the orang-oetan a break’ begon vanuit 25 Greenpeacekantoren tegelijk aan een onstuitbare opmars over het internet. Meer dan 1,5 miljoen mensen bekeken het KitKat-filmpje. Online media speelden een belangrijke rol in het succes van de campagne. Honderdduizenden consumenten vroegen Nestlé via e-mails en sociale netwerken als Hyves en Facebook te stoppen met foute palmolie. En met succes: Nestlé begreep de boodschap en past zijn inkoopbeleid aan, zoals Unilever dat een jaar eerder deed na een vergelijkbare campagne.
2. INKOMSTEN
14 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011 15
Totaal 2010 (+ 3,1%) 4% 3%
39% 34%
14%
2010 Klein
2009
6%
2009
+ 3,5%
+ 2,6%
+ 119,1%
- 100%
+ 39,5%
- 2,7%
- 10,7%
- 1,3%
- 31,2%
- 42,3%
+ 15,9%
+ 4,5%
Figuur 3 toont de inkomsten onderverdeeld naar inkomstenbron. Gezamenlijk genereren goede doelen hun inkomsten voor ongeveer 40% met eigen wervingsactiviteiten en 34% uit subsidies. Bij gezondheidsorganisaties komt circa 72% van hun inkomsten uit eigen activiteiten, bij natuur- en milieu is dit 46%, bij internationale hulp ongeveer 34% en bij welzijn- & cultuur ligt dit percentage op 25%. De noodhulp voor Haïti en Pakistan is de belangrijkste oorzaak van de toegenomen totale inkomsten. Dit Haïti-effect is zichtbaar in de onderdelen inkomsten eigen fondsenwerving, acties van derden en gezamenlijke acties. Subsidie-inkomsten nemen af met 11%, dit is vooral te wijten aan een afname in de deelcategorieën internationale hulp (-20%) en natuur en milieu (-24%). Hiermee wordt het effect van de bezuinigingen door de overheid voor het eerst zichtbaar. Vooral voor organisaties op het gebied van internationale hulp en welzijn & cultuur zijn subsidies belangrijk, zij bedroegen respectievelijk 36% en 54% van de inkomsten. Voor gezondheid en natuur & milieu bedroegen subsidies respectievelijk 12 en 22% van de inkomsten. Gezien de verwachte bezuinigingen moet voor de komende jaren met een verdere afname van subsidies rekening worden gehouden.
Middel
Gezondheid
2009 + 4,4% + 3,3% - 2,9% + 29,4% - 31,9% + 7,3%
Internationale hulp + 5,3% + 119,2% + 92,3% - 19,9% - 35,5% + 24,9%
Natuur, milieu en dieren - 0,6% + 89,9% + 13,3% - 3,5% - 37,5% + 10,7%
Groot
Figuur 3 Totale inkomsten onderverdeeld naar inkomstenbron en de geïndexeerde toe- of afname per inkomstenbron ^ voor alle organisaties samen < naar omvang van de organisaties > naar aandachtsgebied
De beleggingsopbrengsten liggen in 2010 aanzienlijk lager (-31%) dan in het jaar 2009, waarin sprake was van een herstel van de beurs. In 2010 liggen de beleggingsopbrengsten weer op het ‘normale’ niveau van voor de financiële crisis.
- 1,3% - 43,8% - 13,8% - 23,7% - 22,1% + 11,8%
Welzijn en cultuur + 4,9% + 121,2%
Eigen fondsenwerving Gezamenlijke acties
+ 0,7% 0% + 10,3%
+ 47,9%
Acties derden
- 11,7%
Subsidies
- 28,0%
Beleggingen
- 33,3%
+ 19,5%
Overig
+ 19,5%
+ 6,5%
‘Kinderen halen graag water omdat het water zo lekker is’ Burkina Faso is één van de zes armste landen ter wereld. In Sissili valt slechts drie maanden per jaar regen en de rest van het jaar is het droog. Jaarlijks werden daarom enkele waterputten geslagen, maar daarbij was onvoldoende aandacht voor training, ‘eigenaarschap’ en hygiëne. In 2006 startte Woord en Daad met haar partnerorganisatie een omvangrijk waterproject, voor driekwart gefinancierd door de Europese Unie: in vier jaar tijd zijn 50 waterpompen, 30 waterputten, 5.000 latrines en enkele waterreservoirs aangelegd. Permanente beschikbaarheid van water heeft positieve effecten: schoon en dus ‘gezond’ water, vrouwen hoeven niet meer tot drie uur te lopen om een watervat te halen. Kleinschalige landbouwmogelijkheden en veeteelt bij huis worden mogelijk. Ouders vertelden: ‘Kinderen halen graag water omdat het water zo lekker is’. Bovendien werd in het project veel aandacht besteed aan hygiëne, zoals het wassen van handen en het schoonhouden van de woonomgeving. Om te voorkomen dat putten na verloop van tijd droogvallen en verwaarloosd worden, is een speciaal comité opgericht voor onderhoud en reparaties. De bevolking legt jaarlijks een bepaald bedrag opzij om de kosten van reparaties te betalen. Halverwege de projecttermijn is ervoor gekozen de aanpak van de reparaties op een andere wijze te organiseren. In de praktijk bleek namelijk dat pompen de eerste jaren weinig onderhoud nodig hadden en het comité daardoor nauwelijks ervaring opdeed met het onderhoud ervan. Beter was het daarom enkele personen aan te stellen voor het onderhoud van de pompen in een groter gebied. Voordeel is dat die personen wel ervaring opdoen, omdat ze geregeld bij problemen met pompen worden opgeroepen. De persoon die reparaties uitvoert, wordt betaald met het geld dat de gemeenschap opzij heeft gelegd. Betrokkenheid van de bevolking speelde een belangrijke rol in dit project en zij voelden zich eigenaar van het project. Dat bleek ook uit de bouw van latrines, waarbij mensen zelf een gat groeven en de muurtjes bouwden. Vanuit de partnerorganisatie werd gezorgd voor de aanleg van een betonnen vloer. Daarnaast was er veel samenwerking met lokale overheden. De overheid wil graag de aanpak van de comités overnemen voor de wateractiviteiten die zij zelf onderneemt. Voor de partnerorganisatie was dat een bekroning op haar werk. In juni 2010 werd het EU-project afgerond.
Woord en Daad Woord en Daad verbindt mensen over de hele wereld in hun strijd tegen armoede, vanuit Bijbels perspectief. We willen hiermee een bijdrage leveren aan duurzame verandering in Nederland en wereldwijd. Via programma’s op het terrein van basisvoorzieningen, onderwijs, beroepsonderwijs-, training en arbeidsbemiddeling, en bedrijfsontwikkeling, dragen we bij aan het verbeteren van de levensomstandigheden van mensen in ontwikkelingslanden.
Humanitas Humanitas is er voor mensen die het even niet in hun eentje redden. Ze vinden steun in een van onze 600 projecten, variërend van maatjescontacten bij inburgering tot het doorbreken van eenzaamheid. En van opvoedingsondersteuning tot rouwverwerking. Onze vrijwilligers zetten zich in voor een samenleving waarin mensen actief vorm geven aan hun eigen leven en verantwoordelijkheid nemen voor het samenleven met elkaar.
In goed overleg Een kind heeft recht op contact met beide ouders. Ook na een echtscheiding. Maar in de praktijk is het niet altijd eenvoudig om een omgangsregeling op te stellen of na te leven. Als de ouders er zelf niet uitkomen, kan het programma BOR Humanitas (Begeleide OmgangsRegeling) uitkomst bieden. De ondersteuning door BOR duurt maximaal zes maanden en is bedoeld voor kinderen tot twaalf jaar. Een vrijwilliger en een professionele coördinator helpen ouders en kinderen om tot een prettige en veilige omgangsregeling te komen. Het doel is dat het contact tussen het kind en de uitwonende ouder blijft bestaan of weer wordt hersteld.
Zo hielp BOR twee jonge ouders uit Hengelo die na de scheiding maar niet tot goede afspraken over de omgangsregeling voor hun driejarig dochtertje konden komen. Op een gegeven moment had het meisje haar vader al een half jaar niet gezien. Dankzij de ondersteuning door BOR verliep het contact tussen vader en dochter na enige tijd weer soepel en inmiddels lukt het de ouders om goede afspraken met elkaar te maken. “Zonder BOR was het nog steeds een kwestie van rechtszaal in, rechtszaal uit geweest”, meent de vader. “We waren allebei te koppig om te praten, maar gelukkig kunnen we nu weer goed overleggen.”
BOR is een zeer succesvol Humanitas-project: tussen 2007 en 2009 verdrievoudigde het aantal aanmeldingen. En de stijgende lijn zet zich door. BOR is zo succesvol omdat het project geen wachtlijsten heeft en bijzonder laagdrempelig is. Daarnaast draait het project op goed getrainde en gemotiveerde vrijwilligers, die als dat nodig is, de ouders ook buiten kantooruren kunnen begeleiden. Ruim 70% van de ouders lukt het dankzij BOR om goede afspraken over de omgangsregeling te maken. Bovendien gaat er van BOR een preventieve werking uit. Onderzoeken
tonen aan dat kinderen van wie beide ouders tevreden zijn over de omgangsregeling, minder problemen hebben dan kinderen van wie de ouders dat niet zijn. Zo kan BOR problemen als schooluitval en crimineel gedrag voorkomen en eraan bijdragen dat er geen beroep gedaan hoeft te worden op kostbare hulpverlening of dure juridische procedures.
2. INKOMSTEN
20 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011 21
Totaal 2010 (+ 3,5%) Figuur 4 toont de inkomsten uit eigen fondsenwerving onderverdeeld naar wervingskanaal. De absolute toename van de inkomsten uit eigen fondsenwerving wordt het sterkst veroorzaakt door een toename van 6% van de inkomsten uit donaties en giften. Een toename die vooral verklaard kan worden door giften voor Haiti en Pakistan. De contributies nemen ook toe, ondanks dat ledenaantallen zijn afgenomen. Dit komt omdat er contributieverhogingen zijn doorgevoerd in 2010.
2% 1% 3% 5% 22% 2%
54% 11%
Klein (+ 2,6%)
2009 + 7,7% + 4,7% + 5,7% - 31,9% + 1,6% - 5,5% + 10,2% + 46,2%
2010
2009
- 0,8% + 6,0% + 4,1% - 11,9% + 0,3% + 9,4% - 3,5% + 2,3%
Middel (- 0,6%) - 2,0% + 3,0% + 4,2% + 2,9% - 5,3% - 20,2% + 2,6% - 20,5%
Figuur 4 Inkomsten fondsenwerving onderverdeeld naar wervingskanaal en de geïndexeerde toe- of afname per wervingskanaal ^ voor alle organisaties samen > naar aandachtsgebied < naar omvang van de organisaties
Groot (+ 4,9%)
De collecteopbrengsten laten een lichte daling zien (-0,8%). Een mogelijke oorzaak hiervan zijn de problemen die organisaties ondervinden bij het werven van voldoende collectanten, volgens de betrokken organisaties mede door de invoering van het Bel-me-niet register. De gezondheidsorganisaties ontvingen ruim 70% van het geld dat via collectes werd opgehaald. Gezondheidsorganisaties hadden ook een groot aandeel in de totale nalatenschappen namelijk 42%, internationale hulp ontving 25%, natuur, milieu & dierenbelangen 16% en welzijn & cultuur 15%. De sponsorbijdragen namen flink af met bijna 12%, hoewel de verschillen tussen aandachtsgebieden groot zijn. Bij internationale hulp namen de sponsorinkomsten licht toe met 1,3%, terwijl ze in de andere categorieën fors afnamen van -6% bij welzijn en cultuur tot -24% bij natuur, milieu en dieren en -26% bij gezondheid.
Gezondheid (+ 4,4%) - 2,3% + 8,2% + 0,9% - 26,1% + 4,8% + 17,7% - 19,3% - 23,3% Internationale hulp (+ 5,3%) + 9,8% + 5,4% + 13,1% + 1,3% + 1,8% 0,0% - 4,5% + 13,3% Natuur, milieu en dieren (- 1,3%) - 8,2% + 8,4% + 2,1% - 24,4% - 10,6%
Middelgrote organisaties laten een lichte afname zien van de inkomsten eigen fondsenwerving (-0,6%), terwijl grote en kleine organisaties een toename laten zien van respectievelijk 4,9% en 2,6%.
- 100% - 27,1% - 6,7% Welzijn en cultuur (+ 0,7%)
- 1,9%
Collecten
- 2,4%
+ 7,0%
Donaties/giften
+ 2,3%
+ 4,0%
Contributies
+ 0,8%
- 9,6%
Sponsoring
- 6,2%
+ 2,6%
Nalatenschappen
- 2,3%
Eigen loterijen
-2,7%
+ 12,5% - 12,0%
Verkoop goederen
+ 11,5%
Overige baten eigen fondsenwerving
- 0,7% + 16,0%
2. INKOMSTEN
22 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
Figuur 5 toont de aantallen leden en donateurs. De taartdiagram laat zien hoe de aantallen leden en donateurs in 2010 zijn verdeeld over de vier aandachtsgebieden. De staafdiagrammen tonen de ontwikkeling van de aantallen leden en donateurs bij de 73 organisaties, waarvan zowel over 2009 als over 2010 gegevens beschikbaar waren, de zogenaamde homogene groep. In totaal is voor deze homogene groep het aantal leden en donateurs afgenomen met -5,3%. Alleen bij welzijn en cultuur was sprake van een lichte toename van een half procent. In de andere categorieën varieerde de afname van -1,5% bij natuur en milieu tot -8,3% bij gezondheid. Bij grote organisaties was sprake van een afname van -3,7%. Bij middelgrote organisaties was de afname ruim -11% en bij kleine organisaties bijna -2%. Totaal 2010 (11.418.842 leden en donateurs)
Oranje Fonds Het Oranje Fonds steunt projecten op het gebied van sociale cohesie en sociale participatie zoals kleinschalige buurtinitiatieven, mentorprojecten voor jongeren en taalprogramma’s. Het Oranje Fonds wil betrokkenheid in de samenleving bevorderen. Door onze steun ontmoeten mensen elkaar of vinden zij een nieuwe plek in de maatschappij.
17% 29% 23%
31%
2009 - 8,3% - 7,2%
Figuur 5 Aantal leden en donateurs < totaal in 2010 onderverdeeld naar aandachtsgebied < naar omvang van de organisaties, groeipercentages < berekend voor de homogene groep < naar aandachtsgebied, groeipercentages berekend < < voor de homogene groep
- 1,5% + 0,6%
Gezondheidszorg Internationale hulpverlening Natuur, milieu en dieren
2009 - 1,9%
Welzijn en cultuur Klein
-11,2%
Middel
- 3,7%
Groot
- 5,3%
Totaal
Een NL DOET-klus voor de cast van de musical Soldaat van Oranje - de Musical. Bij Stichting Het Lichtpunt in Katwijk zongen ze met mensen met een verstandelijke beperking. Foto: Ruben Timman
Staan voor je idealen Erik Hazelhoff Roelfzema, de Soldaat van Oranje, was één van de grootste verzetsstrijders uit de vaderlandse geschiedenis. Hij stond voor zijn idealen en zette zich in voor de maatschappij. Hij wilde de wereld leefbaarder maken voor alle mensen. Vanuit deze gedachte benaderde Fred Boot, de producent van Soldaat van Oranje - De Musical, het Oranje Fonds voor de oprichting van een speciaal Fonds op Naam. Ronald van der Giessen, directeur Oranje Fonds, licht toe: “Met het Fonds Soldaat van Oranje steunen we jonge mensen met dezelfde idealen als Erik Hazelhoff Roelfzema in hun strijd voor een leefbare samenleving. Elke euro die wij ontvangen voor het Fonds
Soldaat van Oranje wordt voor 100 % besteed aan initiatieven van een jong persoon die, net als de Soldaat van Oranje, een probleem in de samenleving te lijf gaat. “ Zo’n 1.100 bezoekers genoten oktober 2010 van een spetterende benefietvoorstelling van Soldaat van Oranje - De Musical in de speciaal gebouwde theaterhangar op voormalig Vliegveld Valkenburg in Katwijk. De gehele opbrengst van de avond, bijna € 35.000,-, ging naar het Fonds Soldaat van Oranje. Een mooi resultaat van een unieke samenwerking tussen een musicalproducent en het Oranje Fonds.
Fonds Slachtofferhulp Het Fonds Slachtofferhulp zet zich in voor slachtoffers van een verkeersongeval, misdrijf of ramp in Nederland. We ondersteunen niet alleen de slachtoffers, maar ook diegenen die getuigen bijstaan of nabestaanden.
Op de bres voor slachtoffers van medische fouten Voor slachtoffers van medische fouten bestaat in Nederland niet dezelfde opvang, erkenning en aandacht als voor slachtoffers van bijvoorbeeld misdrijven. Terwijl er vaak sprake is van uiterst schrijnende situaties waar hulp hard nodig is. Dat concludeerde prof. Jan van Dijk in 2009 in het onderzoek ‘Leemten in de slachtofferhulpverlening’ dat hij in opdracht van het Fonds Slachtofferhulp uitvoerde. Bestaande schattingen gaan uit van jaarlijks 2.000 sterfgevallen als gevolg van een medische fout en 30.000 patiënten met onbedoelde, vermijdbare gevolgen (waarvan 6.000 met blijvend letsel). Als directe reactie op de onderzoeksresultaten steunde het Fonds in 2010 twee projecten gericht op verbetering van de opvang van slachtoffers van medische fouten. Allereerst moet een diepgaand onderzoek uitwijzen wat de beste invulling is van deze hulp. Tegelijkertijd startte de Letselschaderaad met een bemiddelingsloket en een website, waar slachtoffers van medische fouten nu al terecht kunnen. Tientallen slachtoffers wisten hun weg al te vinden naar het loket. Het project heeft veel draagvlak in het werkveld. Vanaf het allereerste begin is nauw samengewerkt met Slachtofferhulp Nederland, met de Vrije Universiteit, de patiëntenorganisatie NPCF en de artsenvereniging KNMG. Ook slachtoffers zijn nauw betrokken bij het project.
Vogelbescherming Nederland Vogelbescherming Nederland komt op voor in het wild levende vogels en hun leefgebieden in Nederland en wereldwijd. Samen met mensen die bescherming van vogels en natuur belangrijk vinden. Als soorten in al hun verscheidenheid floreren, dan is dat een signaal dat we onze leefomgeving serieus nemen en zorgvuldig behandelen. Zorgen voor een toekomst van en met vogels is dus ook bijdragen aan een leefbare wereld voor mensen.
Boeren voor weidevogels Van de ongeveer 200 regelmatige broedvogelsoorten in Nederland staan er maar liefst 78 op de Rode Lijst. Van die 78 soorten zijn er 47 afhankelijk van het agrarisch leefgebied. Hun achteruitgang hangt in belangrijke mate samen met de intensieve landbouw. Met het project ‘Weidevogelboerderijen’, in 2010 gestart, probeert Vogelbescherming het tij te keren. De grutto en veel andere weidevogelsoorten slagen er niet meer in om voldoende jongen groot te brengen. Hierdoor nemen hun aantallen sterk af. Het merendeel van de weidevogels broedt en foerageert op boerenland. Melkveebedrijven vormen dan ook de sleutel voor het stoppen van de teruggang. Deze Weidevogelboerderijen zijn agrarische bedrijven die zich primair en duurzaam richten op broedende weidevogels en opgroeiende kuikens. Betere leefomstandigheden en een groter broedsucces zijn essentieel voor herstel van weidevogelpopulaties. Dat betekent onder meer dat het graslandbeheer op zo’n manier wordt gevoerd dat er voldoende ‘wormenland’ is voor broedende weidevogels en genoeg ‘kuikenland’ voor jonge weidevogels. Inmiddels telt dit project 80 boeren. Vogelbescherming steunt ze met advies, een platform voor uitwisseling van kennis en ervaringen en financiële middelen voor weidevogelvriendelijke maatregelen. Om dit project een verdere impuls te geven, houdt Vogelbescherming in 2011 onder haar leden een speciale fondswerving. Foto (grutto): Jankees Schwiebbe/birdphoto.nl
28 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011 29
3 Klein (+ 6,8%) 2010
53
2009
50
Bestedingen Figuur 6 toont de totale doelbesteding naar omvang en aandachtsgebied. Goede doelen hebben in 2010 2,5% meer aan hun doel besteed dan in 2009. In alle omvangscategorieën was sprake van een toename, variërend van 2% bij grote organisaties tot 6,8% bij kleine organisaties. Tussen de aandachtsgebieden waren opvallende verschillen. Zo was er bij natuur en milieu een afname van ruim 8%, maar bij welzijn en cultuur een toename van ruim 9%.
Middel (+ 4,4%)
Figuur 7 toont de doelbesteding afgezet tegen de totale inkomsten. De omvang van de doelbesteding in verhouding tot de totale inkomsten ligt op een percentage van 85%. Bij grote organisaties is dit 86%, bij middelgrote organisaties 79% en bij kleine organisaties 83%.
Klein
Totaal 2010
Gezondheid
2010 320 2009 306 Groot (+ 2,0%) 2010 1.619 2009 1.587
Totaal (+ 2,5%) 2010
1.992
2009
1.943
83%
85%
Middel
83%
Internationale hulp
79%
84%
Gezondheid (+ 5,8%) 2010 299
Groot
2009 280
Natuur, milieu en dieren
Internationale hulp (+ 1,0%) 2010 1.012
86%
2009 1.001 Natuur, milieu en dieren (- 7,0%) 2010 219 2009 239 Welzijn en cultuur (+ 8,5%)
Figuur 6 Totale doelbesteding (in mln €) ^ voor alle organisaties samen < naar omvang van de organisaties < naar aandachtsgebied
Figuur 7 Doelbesteding afgezet tegen de totale inkomsten voor alle organisaties samen ^ naar omvang van de organisaties > naar aandachtsgebied >>
2010 461 2009 423
Doelbesteding
83%
Welzijn en cultuur
89%
3. BESTEDINGEN
30 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011 31
Figuur 8 toont de doelbesteding onderverdeeld naar activiteit per omvangcategorie en aandachtsgebied. Goede doelen ontplooien een veelheid aan activiteiten, waarvan (directe) hulp aan groepen en individuen (in geld uitgedrukt) de belangrijkste is. Figuur 8 laat zien hoe verschillend de aandachtsgebieden zijn. Internationale hulp en welzijn & cultuur spendeerden rond de 85% van hun budget aan directe hulp. Voor gezondheidsorganisaties was het faciliteren van wetenschappelijk onderzoek de belangrijkste bestedingscategorie (47%), gevolgd door hulp en voorlichting. Natuurorganisaties richten zich niet op directe hulpverlening aan personen. Zij investeerden een kleine 40% van het budget in de leefomgeving en besteden veel geld aan voorlichting.
Alzheimer Nederland Alzheimer Nederland geeft al ruim 25 jaar hulp en informatie aan mensen met dementie en aan de mensen in hun directe omgeving. Door belangenbehartiging en financiering van wetenschappelijk onderzoek werken we aan een betere kwaliteit van leven voor mensen met de ziekte van Alzheimer en hun naasten en uiteindelijk een toekomst zonder dementie.
Gezondheid 1% 3% 29%
20%
47%
Internationale hulp Totaal 2010 1% 2%
7% 5% 2% 4%
4% 5%
9% Klein
9%
82%
70% Natuur, milieu en dieren 1%
Het Alzheimer Theehuis Op 27 oktober 2010 heeft Alzheimer Nederland in Den Bosch het eerste Alzheimer Theehuis van Nederland geopend. Turken en Marokkanen praten hier over vergeetachtigheid en dementie. Het Theehuis is heel toegankelijk opgezet. Bezoekers kunnen er in hun eigen taal spreken over de dingen die ze meemaken en over de mogelijkheden voor hulp- en dienstverlening. Turken en Marokkanen met dementieklachten kunnen de weg naar zorg- en welzijnsvoorzieningen in Nederland moeilijk vinden. In het Alzheimer Theehuis Noord-Brabant - een initiatief van Zorggroep Elde en Alzheimer Nederland - wordt niet alleen voorlichting gegeven, er wordt ook geprobeerd het heersende taboe op dementie te doorbreken. Zodat zij ondanks de sociale controle van hun omgeving durven aan te kloppen bij zorginstellingen.
Onder allochtonen is het gebruikelijk dat kinderen de zorg voor hun ouders als mantelzorgers op zich nemen. Maar liefst 99 procent van de Turken en Marokkanen met dementie woont thuis of bij familie. Uit onderzoek blijkt dat ruim 80 procent van alle mantelzorgers overbelast raakt of een risico op overbelasting loopt. Voor allochtone mantelzorgers is dit risico nog hoger. Overbelasting gaat uiteindelijk altijd ten koste van iets anders: de eigen gezondheid of inzet op andere maatschappelijke terreinen, zoals werk of opvoeding. Het Alzheimer Theehuis kan de drempel om hulp te vragen en te ontvangen verlagen.
Figuur 8 Doelbesteding naar activiteit voor alle organisaties samen ^ naar omvang van de organisaties > naar aandachtsgebied >>
Middel
4%
Voorlichting
37%
20%
Welzijn en cultuur
Hulp aan groepen en individuen Bevorderen kennisontwikkeling
38%
Groot
6% 3% 3% 2%
Belangenbehartiging/lobby Cultureel erfgoed en culturele ontwikkeling Verbeteren en bescherming leefomgeving Overige
86%
Johanna KinderFonds
3. BESTEDINGEN
32 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
Gezondheid 14% 4% 82%
Figuur 9 toont de totale bestedingen onderverdeeld in doelbesteding, kosten voor beheer & administratie en kosten fondsenwerving. Aan het doel is 2,5% meer besteed, de kosten voor beheer en administratie zijn toegenomen met 3,4% en de wervingskosten zijn gelijk gebleven. Kleine en middelgrote organisaties besteden verhoudingsgewijs meer aan fondsenwerving en beheer en administratie dan grote organisaties. Deze kosten bedragen samen 19% van de totale bestedingen bij kleine en middelgrote organisaties tegenover 10% bij grote organisaties.
Het Johanna KinderFonds zet zich al 110 jaar in voor kinderen met een lichamelijke handicap. Het Fonds ondersteunt projecten en wetenschappelijk onderzoek van organisaties die bijdragen aan de ontwikkeling en het welzijn van deze kinderen. We willen dat deze kinderen zelf regie hebben en dat de samenleving toegankelijk voor hun is. Ons doel is vernieuwing en verbetering van zorg zodat de kinderen gewoon mee kunnen doen in onze samenleving.
Totaal 2010 Internationale hulp 3%
4%
8%
6%
91%
Klein
88%
Natuur, milieu en dieren 2010
6%
9%
2009
+ 2,5% + 3,4%
Middel
0% 85%
Welzijn en cultuur Groot 4%
5%
Figuur 9 ^ De totale bestedingen onderverdeeld naar doel, beheer en administratie en fondsenwerving < voor alle organisaties samen << naar omvang van de organisaties < naar aandachtsgebied Doelbesteding
91%
Kosten beheer en administratie Wervingskosten
Zwaaien met een zwaard Veel kinderen met een aangeboren hersenbeschadiging gebruiken hun linker- of rechterarm en -hand minder vaak en minder goed. Om deze kinderen op een speelse manier te stimuleren hun aangedane arm te gebruiken, introduceerde de Sint Maartenskliniek Nijmegen de Piratengroep. Pauline Aarts is bedenkster van de Piratengroep. Zij promoveerde op 1 december 2010 op een onderzoek waaruit bleek dat deelname aan de Piratengroep betere resultaten oplevert dan de reguliere behandeling. Het Johanna KinderFonds ondersteunde dit onderzoek. Het gedwongen leren gebruiken (forced use) van een minder goed functionerende arm en hand kan heel vervelend zijn voor kinderen. Door het op
speelse wijze te doen, in de vorm van een gewonde piraat, neemt de kans op succes toe. Vanaf de introductie van de Piratengroep in 2006 deed Aarts onderzoek naar de effectiviteit van dit behandelprogramma. Tijdens het onderzoek zijn 50 kinderen gevolgd: 28 kinderen in de Piratengroep en 22 in een controlegroep waarbij geen sprake was van geforceerd gebruik van de aangedane hand. De onderzoeksresultaten laten zien dat kinderen uit de Piratengroep na afloop van de behandeling hun aangedane hand meer en beter gebruiken dan kinderen uit de controlegroep, die een reguliere behandeling kregen met een gelijke intensiteit van stimulatie.
GOEDE DOELENRAPPORT RAPPORT 2010 00 GOEDE DOELEN 2011 35
3. BESTEDINGEN
34 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
Dierenbescherming De Dierenbescherming komt op voor de belangen van alle dieren: gezelschapsdieren, landbouwdieren, dieren in het wild en proefdieren. Door voorlichting, lobby en acties werken we aan een diervriendelijke samenleving, bestrijden we dierenmishandeling, zien we toe op naleving van dierenwetgeving en vangen we dieren in nood op.
Figuur 10 toont de kosten eigen fondsenwerving afgezet tegen de inkomsten fondsenwerving. Tegenover de inkomsten uit eigen fondsenwerving staan de kosten van eigen fondsenwerving. Deze kosten mogen volgens de regels van het Centraal Bureau Fondsenwerving niet hoger zijn dan gemiddeld 25% van de inkomsten over een periode van drie jaar. In 2010 bedroegen de kosten gemiddeld 16% van de inkomsten fondsenwerving ten opzichte van 17% in 2009. Het kostenpercentage varieert van 15% bij internationale hulp tot 17% bij gezondheid en van 15,2% bij grote organisaties tot 18,5% bij middelgrote organisaties. De kosten ofwel de investeringen in fondsenwerving zijn stabiel gebleven. Hier tegenover stond een toename van de inkomsten uit fondsenwerving van 3,5%. Organisaties hebben dus hogere inkomsten kunnen genereren met een gelijkblijvende investering in fondsenwerving.
Totaal 2010
Gezondheid
Klein 20%
Internationale hulp
Middel 22%
19%
20%
18%
Pedigree Adoptie Plan In 2008/2009 ontstond de eerste samenwerking tussen Pedigree en de Dierenbescherming: het Pedigree Adoptie Plan. Deze fondsenwervende actie, waarbij van iedere verkochte Pedigree-verpakking twee cent direct naar de Dierenbescherming ging, bracht een bedrag van ruim € 138.000,- op. Het geld is besteed voor de aanleg en inrichting van negentien speelweiden voor asielhonden met als doel stress bij de honden te verminderen en groepshuisvesting te bevorderen. Vanwege het grote succes keerde in 2010 het Pedigree Adoptie Plan voor de 2e keer terug. Dit keer voor een zo aangenaam en stressloos mogelijke inrichting van honden-binnenverblijven. In 2011 zal het Pedigree Adoptie Plan opnieuw plaatsvinden, maar dan met een iets andere invulling. Ieder jaar wordt de actie naar aanleiding van de eerdere ervaring aangepast, uitgebreid en meer
ingebed in beide organisaties. Zo werd de actie in 2010 uitgebreid naar de asielen zelf. Ieder Dierenbeschermingsasiel ontving van Pedigree en de Dierenbescherming een aantal Adoptie-cadeaupakketten als extra ondersteuning in de actieperiode. Deze pakketten werden aan de nieuwe baasjes van een hond uit de opvang meegegeven voor een optimale start. Naast het inzamelen van geld wil Pedigree consumenten meer bewust maken van het feit dat een asielhond minstens zo leuk is als een hond van een fokker. Voor deze boodschap is een campagne ontwikkeld in samenwerking met de Dierenbescherming. Voor de Dierenbescherming sloot de actie goed aan bij de doelstelling meer mensen voor asielhonden te interesseren. Pedigree kon haar motto ‘Voor alle honden’ zo in de praktijk brengen.
Natuur, milieu en dieren
Groot 17%
Figuur 10 Kosten eigen fondsenwerving afgezet tegen de inkomsten fondsenwerving ^ voor alle organisaties samen naar omvang van de organisaties > naar aandachtsgebied >>
Kosten eigen fondsenwerving
19%
Welzijn en cultuur 19%
AMREF Flying Doctors AMREF Flying Doctors richt zich met voorlichting, opleiding en onderzoek op het structureel verbeteren van de gezondheid van kwetsbare bevolkingsgroepen in Afrika.
Seksuele en reproductieve gezondheid nomadische jongeren (2007-2010) In het gebied van de Rift-vallei in Ethiopië, Kenia en Tanzania wonen veel nomadische groepen die met hun vee rondtrekken. Soms vestigen ze zich ook voor langere tijd op een plek, maar daarbij leven ze gewoonlijk wel volgens de nomadische tradities. In de afgelopen vier jaar heeft AMREF Flying Doctors in deze regio een gezondheidsprogramma speciaal voor deze nomadische jongeren uitgevoerd. Inmiddels is dit project afgesloten en zijn de eerste stappen gezet voor het vervolg. De huidige gezondheidszorg sluit niet goed aan op de
nomadische jongeren. De afstanden zijn groot, er zijn weinig communicatie- en transportmiddelen en de jongeren zelf maken weinig tot geen gebruik van de voorzieningen die er wel zijn – door een gebrek aan kennis en opleiding. Daar komt bij dat zij vaak al vroeg seksueel actief zijn en te maken hebben met de tradities van hun cultuur, zoals kindhuwelijken en vrouwenbesnijdenis. Vroege zwangerschappen brengen bovendien grote gezondheidsrisico’s met zich mee voor de jonge moeders en hun baby’s.
AMREF Flying Doctors zorgt voor opleidingen van artsen, verpleegkundigen en traditionele vroedvrouwen. Daarnaast worden de jongeren geïnformeerd o.m. over gezinsplanning, hiv/aids en de schadelijke gevolgen van vrouwenbesnijdenis. Om de gezondheidszorg voor de nomadische gemeenschappen structureel te verbeteren, adviseert AMREF de overheid over hun beleid op dit terrein. AMREF kiest voor een regionale aanpak om de ervaringen en de kennis die in elk van de drie landen wordt opgedaan zo goed mogelijk te kunnen delen.
Woutine van Beek is vanaf het begin betrokken bij het programma. ‘In die vier jaar is veel ten goede veranderd. Zo hebben we traditionele leiders kunnen overtuigen van de risico’s van vrouwenbesnijdenis. Inmiddels heeft de eerste alternatieve viering plaatsgevonden waarin meisjes hun overgang naar volwassenheid hebben gevierd zónder bloedvergieten. Een mijlpaal!’
Stichting Kinderpostzegels Nederland Stichting Kinderpostzegels Nederland is een kinderhulporganisatie met als motto: ‘voor kinderen, door kinderen’ en steunt wereldwijd projecten waarin veiligheid en ontwikkeling van kwetsbare kinderen centraal staan. Daarbij is het belangrijk kinderen zoveel mogelijk te betrekken.
Foto: Merlijn Michon
Perron 4 Kinderpostzegels wil zorgleerlingen een stem geven. Op hun initiatief maakten jongeren uit het cluster 4 voortgezet onderwijs de theatervoorstelling ‘Perron 4’. Zij deden dit onder begeleiding van Stichting Formaat, Werkplaats voor Participatief Drama. Onder cluster 4 vallen scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen, langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke beperking en scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten. Velen gaan zonder diploma van school en hebben moeite aansluiting te vinden bij de arbeidsmarkt. De beeldvorming over deze jongeren en
het cluster 4 onderwijs is overwegend negatief. Ook bij de groep zelf. Eén van de jongeren zegt in de voorstelling: “Ik kan niet leren, ik kan niet stilzitten, ik kan me niet gedragen. Als je dat je hele leven hoort, ga je er echt geen moeite meer voor doen.” In de voorstelling ‘Perron 4’ staat de wereld van deze jongeren, hun positie op school en in de samenleving centraal. Ze vertellen hun verhaal. Elke voorstelling werd afgesloten met een discussie en het publiek kreeg de mogelijkheid om het stuk anders te laten aflopen. De voorstellingen werden in
november 2010 gespeeld op cluster 4 scholen, bij jeugdzorg en, als hoogtepunt, in de Tweede Kamer. Het optreden in de Tweede Kamer was een unieke gebeurtenis. Remi (15), Yasin (15), Tom (14), Dylan (15) en Remi (15) presenteerden een realistisch beeld van hun leven en stelden het publiek de vraag of het niet anders en beter kan. Zij vonden het geweldig in de Tweede Kamer op te treden en hun verhaal te kunnen vertellen. Yasin (15): “Ik vond het heel leuk. Ik hoop dat ZMOK-ers (zeer moeilijk opvoedbare kinderen) een tweede kans krijgen en een diploma gaan halen.”
Kinderpostzegels vindt het van groot belang dat álle kinderen dezelfde kansen hebben om zich te ontwikkelen. “Jongeren uit het cluster 4 onderwijs hebben die kansen niet”, zegt Ilja van Haaren, directeur van Kinderpostzegels. “Zij hebben veel potentie maar weten dat niet om te zetten in mogelijkheden. Daarom vraagt Kinderpostzegels aandacht voor deze jongeren. En dan vooral door hun stem te laten horen en hen zichtbaar te maken in de hoop dat beleidsmakers, leraren, jeugdzorgmedewerkers echt gaan luisteren naar deze jongeren.”
40 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011 41
4
Goede doelen als werkgever Figuur 11 toont het gemiddelde jaarinkomen van een directeur per omvangcategorie en aandachtsgebied. Bij VFI aangesloten goede doelen volgen de in 2005 vastgestelde beloningsregeling voor directeuren. Deze is gebaseerd op de - door de commissie Wijffels opgestelde - Code Goed Bestuur voor goede doelen en houdt rekening met de omvang en complexiteit van de organisatie. Het maximumsalaris is afgeleid van het maximum dat geldt voor rijksambtenaren. Het gemiddelde jaarinkomen van een directeur (bestaande uit brutosalaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en eventuele bonussen en gratificaties) was in 2010 103.844 euro. De figuren 12, 13 en 14 tonen het aantal mensen dat betaald en onbetaald actief was voor de goede doelen in 2010. In 2010 telde de VFI-achterban ruim 12.000 betaalde voltijdbanen, waarvan de helft in het aandachtsgebied welzijn & cultuur: het Leger des Heils is de grootste werkgever onder de VFI-leden. Naast deze 12.000 betaalde medewerkers zijn er enige honderdduizenden vrijwilligers en collectanten actief.
2010
Figuur 12 Aantal medewerkers in 2010 verdeeld naar: omvang van de organisaties > aandachtsgebied >>
2010 (12.318 medewerkers) 2%
9%
15% 53% 83%
Figuur 13 Aantal vrijwiligers in 2010 verdeeld naar: omvang van de organisaties > aandachtsgebied >>
27% 11%
2010 (160.142 vrijwilligers) 5% 23%
24% 37%
72%
7%
32%
103.844
Klein 84.531
Figuur 14 Aantal collectanten in 2010 verdeeld naar: omvang van de organisaties > aandachtsgebied >>
Middel 103.590 Groot 119.041
Gezondheid
Internationale hulp
Gezondheid Internationale hulp
101.827
95.817
Welzijn en cultuur 105.826
11% 30%
33% 59%
108.973
Natuur, milieu en dieren
2010 (1.064.752 collectanten)
Figuur 11 Gemiddeld jaarinkomen van een directeur < voor alle organisaties samen < naar omvang van de organisaties < naar aandachtsgebied
Natuur, milieu en dieren Welzijn en cultuur Klein Middel Groot
1% 8%
58%
WereldOuders WereldOuders biedt thuisloze kinderen in 9 landen in Latijns-Amerika naast veel liefde, aandacht en verzorging, scholing en een vakopleiding. Op deze manier hebben ze zicht op een toekomst waardoor ze niet alleen zichzelf maar ook hun samenleving kunnen versterken.
Angels of Light Haïti is in januari 2010 getroffen door een zware aardbeving. WereldOuders is via haar partnerorganisatie Nuestros Pequeños Hermanos (NPH) al 23 jaar actief in het land. Het Angels of Light project is direct na de aardbeving opgezet. Deze dagopvang is bedoeld voor kinderen die met hun familie in krotjes en tentenkampen wonen. Het haalt hen even uit de ellende en biedt een veilige plaats om te eten, te spelen en te leren. De kinderen krijgen twee maaltijden per dag en kunnen douchen. ‘s Avonds gaan ze weer naar hun familie. Het programma wordt begeleid door 140 medewerkers waaronder 80 jongeren die in het NPH familiehuis zijn opgegroeid en door de aardbeving hun huis en werk zijn kwijt geraakt. Zo hebben ook zij weer een baan en een tent om in te wonen.
Omdat veel kinderen wees zijn geworden door de aardbeving, zijn er ook twee nieuwe familiehuizen opgezet. Het St. Louis Child Protection Camp is opgebouwd uit de zeecontainers waarin na de aardbeving hulpgoederen zijn gestuurd. Hier wonen nu 110 kinderen tussen zes en veertien jaar en er staan nog een paar honderd kinderen op de wachtlijst. Het plan is om binnen twee jaar een familiehuis te bouwen waar 350 kinderen een nieuw thuis krijgen. Het familiehuis St. Anne is voor kinderen tot zes jaar. Tenslotte is er nog de Angels of Light school. Deze school bestaat uit 14 tenten met schoolklassen voor 700 kinderen uit het opvangkamp van WereldOuders en uit andere tentenkampen. Ook deze kinderen krijgen een maaltijd. Op termijn hoopt WereldOuders de tenten te vervangen door een stenen schoolgebouw.
Het Revalidatiefonds Revalidatie helpt mensen opnieuw vorm en inhoud te geven aan hun leven. Naast onderzoek financieren wij projecten op het gebied van preventie, revalidatie, maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid. Of het nu gaat om onderwijs, werken, wonen, vrije tijd of vervoer; het Revalidatiefonds wil een samenleving zonder ‘drempels’ creëren waarin iedereen kan meedoen.
Lustrum in 2010 Het 50-jarig bestaan van het Revalidatiefonds is o.a. gevierd met drie bijzondere lustrumprojecten: er zijn Lokomats geplaatst in revalidatiecentra en vier kinderrevalidatiecentra kregen kinderbewegingslandschappen. Onbegrensd Talent kreeg steun voor het opleiden van twee Wajong Recruiters. Lokomats Met het plaatsen van Lokomats in revalidatiecentra kan een patiënt met een gedeeltelijke dwarslaesie langer en gerichter oefenen met bewegen. Deze vorm van looptraining met robothulp wordt ook steeds meer toegepast om de loopfunctie te verbeteren bij patiënten met een hersenaandoening of traumatisch hersenletsel. Kinderbewegingslandschappen Het Kinderbewegingslandschap is een speciaal vormgegeven speel- en doe-opstelling. Het nodigt kinderen uit op een manier te bewegen die een goede diagnose mogelijk voor optimale revalidatie. Door de snellere diagnose kan in veel gevallen tijd gewonnen worden in het revalidatietraject. Wajong-Recruiters Het project Wajong Recruiters wil de instroom van mensen met een arbeidshandicap in bedrijven en organisaties stimuleren en een extra impuls geven. De uitvoering van het project is in handen van de Stichting Onbegrensd Talent. De Wajong Recruiters worden opgeleid tot zelfstandig ondernemer van een Onbegrensd Talent vestiging. Het Revalidatiefonds is onderdeel van de stichting Meedoen mogelijk maken.
Foto: Dennis Vloedmans
46 GOEDE DOELEN RAPPORT 2011
GOEDE DOELEN RAPPORT 2011 47
5 2010/2009 Aids Fonds Amnesty International Cordaid Greenpeace Kerk in Actie KNCV Tuberculosefonds KWF Kankerbestrijding Leger des Heils Natuurmonumenten Nederlandse Hartstichting Oranje Fonds Oxfam Novib Plan Nederland Prins Bernhard Cultuurfonds Rode Kruis Terre des Hommes Nederland Unicef VluchtelingenWerk Nederland Wereld Natuur Fonds Woord en Daad
20.325 26.418 180.296 25.163 50.524 28.732 109.942 295.000 111.989 42.763 35.906 177.893 46.709 45.459 100.047 23.264 87.610 25.749 63.979 37.036
- 3,3% - 7,4% - 1,0% + 10,9% + 51,4% + 27,9% + 14,9% + 5,3% - 11,1% - 8,5% - 14,8% - 8,1% - 9,7% + 16,7% + 35,5% + 3,5% + 24,8% + 12,6% + 1,6% + 27,1%
Onderzoek naar twintig grote VFI-leden
2010/2009
Figuur 16 Inkomsten uit eigen fondsenwerving (x 1.000 €)
Vooruitlopend op het sectoronderzoek naar alle VFIleden, heeft PWC een aantal kengetallen van twintig grote organisaties op een rijtje gezet. De resultaten van dit vooronderzoek kwamen overeen met de cijfers van het complete onderzoek. Ook hier bleken zowel de totale inkomsten als de inkomsten uit eigen fondsenwerving licht toegenomen. Ook hebben de organisaties samen meer besteed aan hun doel in 2010 ten opzichte van 2009. De inkomsten uit de SHO-acties voor Haïti en Pakistan verklaren voor een belangrijk deel de hogere inkomsten en doelbesteding. De kosten voor fondsenwerving waren, afzet tegen de opbrengst van fondsenwerving, gemiddeld genomen iets lager (van 16,6 in 2009 naar 15,5% in 2010). Het totaal aantal leden en donateurs van deze 20 organisaties nam iets af (-2,5%). Het onderzoek toont echter vooral aan dat de resultaten van deze twintig organisaties onderling sterk variëren.
Aids Fonds Amnesty International Cordaid Greenpeace Kerk in Actie KNCV Tuberculosefonds KWF Kankerbestrijding Leger des Heils Natuurmonumenten Nederlandse Hartstichting Oranje Fonds Oxfam Novib Plan Nederland Prins Bernhard Cultuurfonds Rode Kruis Terre des Hommes Nederland Unicef VluchtelingenWerk Nederland Wereld Natuur Fonds Woord en Daad
6.485 20.649 34.322 21.322 26.449 1.524 102.623 25.300 29.638 36.593 1.966 28.807 32.498 10.939 43.344 9.794 51.486 3.037 41.972 23.806
Figuur 15 toont de totale inkomsten van de twintig organisaties in 2010 en 2009 Figuur 16 toont de inkomsten uit eigen fondsenwerving van de twintig organisaties in 2010 en 2009 Figuur 17 toont de doelbesteding door deze twintig organisaties in 2010 en 2009
Figuur 15 Totale inkomsten (x 1.000 €)
- 14,3% - 9,8% - 17,8% + 12,2% + 3,5% - 24,5% + 16,9% + 9,1% - 11,7% + 3,6% - 11,7% + 1,6% - 3,9% + 27,3% + 2,9% - 1,2% - 0,1% + 9,3% + 7,8% + 26,3%
2010/2009
Figuur 17 Totale doelbesteding (x 1.000 €)
Aids Fonds Amnesty International Cordaid Greenpeace Kerk in Actie KNCV Tuberculosefonds KWF Kankerbestrijding Leger des Heils Natuurmonumenten Nederlandse Hartstichting Oranje Fonds Oxfam Novib Plan Nederland Prins Bernhard Cultuurfonds Rode Kruis Terre des Hommes Nederland Unicef VluchtelingenWerk Nederland Wereld Natuur Fonds Woord en Daad
18.028 24.548 158.550 19.212 37.187 26.133 106.619 290.900 94.778 32.908 32.188 147.512 42.167 24.712 76.959 20.173 73.432 22.313 51.231 33.087
- 6,6% + 31% - 2,8% + 2,0% + 28,5% + 34,6% + 8,8% + 8,7% - 7,1% - 5,7% + 23,6% - 16,5% - 18,7% + 2,9% + 26,4% - 7,3% + 28,0% + 6,7% - 1,6% + 17,5%
Save the Children Save the Children is een internationale kinderrechtenorganisatie voor het verbeteren van de leefomstandigheden en toekomstperspectieven van kinderen en jongeren in moeilijke omstandigheden, waar ook ter wereld en ongeacht geslacht, ras, nationaliteit, geloof of politieke gezindheid. Ons uitgangspunt is het Verdrag voor de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties, waarvoor Save the Children zelf de grondslag heeft gelegd.
Huiskamerklasjes In 2008 startte Save the Children in samenwerking met de lokale overheid een groot onderwijsprogramma in het zuiden van Afghanistan (Uruzgan en Kandahar). In Afghanistan gaan elk jaar naar schatting twee miljoen kinderen niet naar school. Van de jongens tussen zeven en twaalf jaar zit de helft nog thuis; van de meisjes ongeveer 60%. Om hen in te laten stromen in het onderwijs werkt Save the Children met
‘huiskamerklassen’. In deze huiskamerklassen krijgen kinderen de kans om in hun eigen dorp of straat goed onderwijs te volgen. De huiskamerklas is het opstapje naar het reguliere basisonderwijs. In een versneld traject doorlopen 8.000 kinderen in deze klasjes de eerste jaren van het basisonderwijs. De leerkrachten van de huiskamerklassen worden bijgeschoold en begeleid bij hun werk. Om de betrokkenheid
van de lokale gemeenschap te waarborgen, de kwaliteit te monitoren en eventuele problemen te helpen oplossen, zijn er 260 schoolmanagementcomité´s opgezet rond de huiskamerklassen. Ook de docenten in het reguliere onderwijs worden getraind, om zo de instroom van de leerlingen hier te verbeteren.
Meer dan 500 kinderen en enkele honderden docenten kregen een training op het gebied van kinderrechten. Save the Children onderzoekt met het Afgaanse Ministerie van Onderwijs of de huiskamerklassen onderdeel kunnen worden van hun onderwijsbeleid, omdat ze erg goed aansluiten bij de wensen en behoeften van ouders.
Waddenvereniging De Waddenvereniging komt op voor de belangen van de Waddenzee. Wij streven naar behoud, herstel en goed beheer van het waddengebied, voor huidige en toekomstige generaties. Dat doen we door in te spelen op alle ontwikkelingen die plaatsvinden in het gebied én door zoveel mogelijk mensen bij ons werk te betrekken. Foto: Renate de Backere
‘Wad is dat’? De Waddenzee is een van de grootste wetlands op aarde met een uniek landschap en een uitzonderlijk rijke natuur en is sinds 2009 erkend door UNESCO als natuurlijk werelderfgoed. Het wad laten beleven is een essentieel onderdeel van het werk van de Waddenvereniging. Hiervoor organiseert de Waddenvereniging jaarlijks vele excursies, vaartochten en het WaddenWerkWeekend. Tijdens dit werkweekend met als motto ‘Schoon de branding en het wad’
zetten honderden waddenfans zich in voor een schoon strand. In 2009 nam de Waddenvereniging 6.500 deelnemers mee het wad op, in 2010 liep dat op tot 8.000. Dat terwijl het aantal wadlopers in Nederland langzaam lijkt af te nemen. De Waddenvereniging wil duurzame recreatie en toerisme bevorderen als een van de middelen om het waddengebied te beschermen. Dat is van belang, want de natuur op
de Wadden staat onder druk. Verschillende ecologen geven verontrustende signalen af over de toestand van het gebied. Volgens hen neemt de voedselrijkdom die de Wadden van oudsher aan de jaarlijks terugkerende trekvogels biedt dramatisch af. Anders gezegd, de productiviteit van het waddengebied als ecosysteem neemt af. De urgentie van deze trend wordt nauwelijks onderkend. Voor de Wadden is het belangrijk dat de huidige, maar vooral
ook toekomstige generaties weten wat een gezond waddensysteem is en waarom het enige natuurlijke werelderfgoed van Nederland extra aandacht verdient. Met ‘het beleven van de (wadden-)natuur’ wil de Waddenvereniging zoveel mogelijk mensen bewust maken van het bijzondere karakter van het waddengebied.
Terre des Hommes Terre des Hommes stopt uitbuiting van kinderen in ontwikkelingslanden. Met projecten op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en sociaaleconomische ontwikkeling maken we kansarme kinderen weer kansrijk. Inmiddels steunen we wereldwijd meer dan 300 projecten die worden bedacht, opgezet en uitgevoerd door lokale projectpartners. De projecten sluiten dus nauw aan bij de problemen van de lokale bevolking. Naast de directe hulp aan jonge slachtoffers van uitbuiting richten we ons op het verbeteren van de levensomstandigheden van kansarme kinderen.
Straatwerk in de Filipijnen Seksuele uitbuiting is een van de vormen van kinderuitbuiting die Terre des Hommes bestrijdt. Lapu Lapu is voor veel toeristen een favoriete bestemming in de Filipijnen. Hier bieden veel kinderen zich aan voor betaalde seks. Vaak komen ze uit gebroken gezinnen en is armoede een drijfveer voor het werken in de seksindustrie. Lokale partner Fellowship for Organizing Endeavors (FORGE) van Terres des Hommes richt zich sinds 1987 op bestrijding van seksuele uitbuiting van deze kinderen en opvang van slachtoffers. FORGE heeft in Cebu, Lapu Lapu en Mandaue drie activiteitencentra en een opvanghuis voor meisjes. FORGE geeft voorlichting, medische zorg en onderwijs.
Daarnaast gaan straatwerkers van de organisatie naar de meisjes op populaire hangplekken toe. Ze geven voorlichting over hiv/aids en proberen hen ervan te overtuigen met hun werk te stoppen. De straatwerkers zijn meestal meisjes die zelf in de seksindustrie hebben gewerkt en de leefwereld van de meisjes van binnenuit kennen. Shaly is een van die straatwerkers. Zij heeft haar leven in de prostitutie vaarwel kunnen zeggen en geeft nu voorlichting aan meisjes. “Dankzij FORGE heb ik de kans gekregen opnieuw te beginnen. Ik wil graag andere meisjes helpen ook die stap te zetten. Sommige meisjes die ik ken, vinden het
moeilijk om te stoppen omdat ze het geld nodig hebben. Dat maakt me verdrietig, maar ik blijf het proberen.” Shaly heeft haar schoolopleiding afgerond. In 2010 behoorde ze tot de 25 jongeren die examen deden. Nu krijgt ze hulp bij het zoeken van ander werk. Ze ziet de toekomst zonnig in. “Als mijn kind wat ouder is, wil ik verder gaan studeren en later een goede baan vinden.” Het doorbreken van de vicieuze cirkel van armoede en prostitutie is het eerste doel van FORGE, zegt projectcoördinator Jonah Nunez. Begin 2010 kreeg haar organisatie te horen dat tien kinderen uit Lapu Lapu waren verhandeld
en als prostituee in een karaokebar werkten. FORGE meldde dit in een netwerk van ngo’s met wie ze samenwerkt en schakelde de politie in. Zeven van de tien kinderen werden bevrijd en de eigenaar en de manager van de bar werden gearresteerd. Sommige kinderen werden opgevangen in het Teen Dreamers House van FORGE waar ze maximaal twee jaar kunnen blijven. In december 2010 was het centrum vol en woonden er 25 meisjes en jongens in leeftijd variërend van elf tot zeventien jaar. Als een kind twee jaar lang in het centrum woont, overlegt FORGE met andere ngo’s waar het vervolgens naar toe kan. “We zorgen er voor dat het kind in ieder geval de zorg krijgt die het nodig heeft,” zegt Nunez.
colofon VFI brancheorganisatie van goede doelen James Wattstraat 100, 1097 DM AMSTERDAM tel. (020) 422 99 77 fax (020) 422 99 79 e-mail:
[email protected] website: www.vfi.nl onderzoeksgegevens: PWC eindredactie: Cécile Cense, VFI Petra Constandse, VFI vormgeving: zonder boter, Hoofddorp drukwerk: Drukkerij Brummelkamp, Hoofddorp
© 2011, VFI brancheorganisatie van goede doelen, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid voor onjuistheden in deze uitgave. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk wordt vermeld.
samen voor kwaliteit van samenleven