Goede doelen doen goed werk! ‘zolang ze mij maar niet lastigvallen’
Door: Elisabeth Duijser (Unithoofd) TNS NIPO
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 1
Inhoud van de presentatie n
Onderzoeksopzet
n
Imago en vertrouwen
n
Marktontwikkelingen
n
Kosten van de organisatie
n
Direct Mail
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 2
Onderzoeksopzet n Doelgroep:
Nederlanders 18+
n Steekproefgrootte:
n=1.062
n Methode:
Capi@Homebus
n Veldwerk:
mei 2003
n Vragenlijst:
20 minuten
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 3
Onderzoek onder deelnemers congres n Doelgroep:
deelnemers congres
n Steekproefgrootte:
n=98
n Methode:
WebOdin
n Veldwerk:
juni 2003
n Vragenlijst:
15 minuten
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 4
Hypothese Het imago van goede doelen is onschendbaar
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 5
Imago & vertrouwen: algemeen n
Meest positief aan goede doelen: (spontane vraag)
1. Minderbedeelden worden geholpen
40%
2. Vestigt aandacht op probleem
12%
3. Vrijwilligerswerk
11%
4. Medisch onderzoek
9%
5. Hulp waar overheid tekort schiet
8%
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 6
Imago & vertrouwen: algemeen n
Waar let men op als men geld geeft aan een goed doel? (spontane vraag)
1. Goede besteding van geld
35%
2. Betrouwbaarheid organisatie
16%
3. Aansprekend doel
16%
4. Keurmerk
14%
5. Naamsbekendheid
14%
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 7
Imago & vertrouwen: algemeen n
69% Nederlanders ergert zich wel eens aan goede doelen (versus 88% van de deelnemers) % 40
38 33
35
28
30 25 20 15
8
10
6
5 0 Geld niet naar goede doel
Opdringerig/ Reclame aggressieve werving (waaronder direct mail)
Loterijen/ prijsvragen
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 8
Onjuiste berichtgeving
Imago & vertrouwen: algemeen 78
Dragen bij aan betere samenleving
96
64
Steunen goed doel is taak van iedere NLer
80 Nederlandse publiek deelnemers
Aantal goede doelen gooit naam hele branche te grabbel
63 58
Eigen bestaan belangrijker dan verwezenlijken doel
39 30
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 9
90
100%
Imago & vertrouwen: CBF-keurmerk n
14% noemt spontaan keurmerk
n
43% geholpen naamsbekendheid
n
75% vindt dat een goed doel zonder CBF-keurmerk verboden zou moeten worden (versus 40% deelnemers)
n
Wat houdt het CBF-keurmerk volgens NL’er in?
(bij vraag ‘waar let u op als u geld aan een goed doel geeft?’)
n n n
Vastgesteld percentage van opbrengsten voor het goede doel (41%) Verantwoording van uitgaven (19%) Verantwoorde verhouding tussen kosten en opbrengsten (18%)
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 10
Hypothese Het imago van goede doelen is onschendbaar Þ het imago is goed, maar: - gevaar irritatie - één organisatie kan de hele markt schaden - CBF-keur niet altijd bekend, wel belangrijk
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 11
Hypothese Hoe meer goede doelen, hoe beter
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 12
Marktontwikkeling: versnippering n 63%
van de NL’ers valt marktversnippering op (bij deelnemers is dit 95%) n 21%
van hen ziet wel verschil tussen organisaties (65% bij deelnemers)
n 31%
van hen ziet geen verschil tussen organisaties (16% bij deelnemers)
n 61%
vindt het niet goed dat verschillende organisaties voor hetzelfde doel werven (53% bij deelnemers)
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 13
Marktontwikkeling: versnippering n
Hoe kiest men wanneer er meerdere organisaties voor hetzelfde doel werven? Naamsbekendheid
45
Al eerder aan gegeven
34
Betrouwbaarheid
32
CBF-keurmerk
30
Het doel dat om geld vraagt
12
0
5
10
15
20
25
30
35
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 14
40
45
50 %
Marktontwikkeling: uitbreiding Lokale doelen moeten CBF-keurmerk krijgen
74 63
Lokale doelen moeten gefinancieerd worden door overheid
55 36
Overleving lokale doelen alleen door geld publiek
Nederlandse publiek deelnemers
48 53
34
Landelijke doelen dupe van lokale doelen
20
Liever donatie aan lokaal dan landelijk doel
27 18 0
10
20
30
40
50
60
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 15
70
80 %
Hypothese Hoe meer goede doelen, hoe beter Þ voor verschillende doel(stelling)en Þ lokale goede doelen
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 16
Hypothese Bij een goed doel mag je niet veel verdienen
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 17
Besteding van geld: algemeen
n
87% wil weten wat er met het geld gebeurt dat zij aan goede doelen geven
n
75% vertrouwt er op dat goede doelen goed omgaan met hun geld
n
13% zou minder giften geven als deze niet meer aftrekbaar zouden zijn van de belasting
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 18
Besteding van geld: bezuinigingen n
Goede doelen besteden teveel geld aan onnodige zaken (53% Nederlandse publiek versus 30% deelnemers)
n
Waar moeten zij op bezuinigen? Ned. Publiek
Deelnemers
1. Personeel
(40%)
(19%)
2. Huisvesting
(26%)
(30%)
3. Marketing/ reclame (20%)
(18%)
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 19
Besteding van geld: personeel 90
Geen vertrouwen indien hoge salarissen
72
48
Alleen vrijwilligers
5 Nederlandse publiek deelnemers 43
Zelfde salaris als bedrijfsleven
45
46
Zelfde salaris als overheid
85
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 20
90
100%
Besteding van geld: vertrouwensparadox
vertrouwen in goed doel hangt af van kwaliteit (90%) alleen kwaliteit indien professionele, betaalde medewerkers (48%) bij hoge salarissen geen vertrouwen dat geld goed terecht komt (90%)
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 21
Hypothese Bij een goed doel mag je niet veel verdienen Þ Wel kwaliteit en professionaliteit, maar liefst met vrijwilligers! Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 22
Hypothese Goede doelen moeten strijden om donateurs
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 23
Besteding van geld: marketing n
Het is noodzakelijk dat goede doelen geld uitgeven om aandacht van het Nederlandse publiek te trekken (76%).
maar n
Hoeveelheid mailings van goede doelen is ergerlijk (66%)
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 24
Besteding van geld: marketing Goede doelen kunnen alleen voortbestaan indien gebruik reclame
70
Collectant verplicht om geld te geven
eens
52
Prima als er flink geïnvesteerd wordt voor vinden nieuwe donateurs
34
0
10
20
30
40
50
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 25
60
70
80 %
Besteding van geld: marketing n
Op welke manier geeft men geld? n Collecte n Acceptgiro n Automatische
incasso n Via aankoop van artikelen n
87% 45% 30% 21%
Op welke manier geeft men bij voorkeur geld? n Collecte n Acceptgiro n Automatische
incasso n Via aankoop van artikelen
44% 32% 7% 5%
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 26
Direct Mail n
Waardering voor mailings van goede doelen: 10% 27%
Positief Negatief Weet niet
62%
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 27
Direct Mail n
14% vindt het prettig om mailings van goede doelen te ontvangen
n
61% maakt post van goede doelen altijd open
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 28
Direct Mail Inbreuk op privacy als goede doelen persoonlijke gegevens verzamelen
79 38
64
Bij mailing met kado juist geen geld geven
Nederlandse publiek deelnemers
57
Goede doelen maken misbruik van gegevens donateurs
35 17
0
10
20
30
40
50
60
70
Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 29
80 %
Hypothese Goede doelen moeten strijden om donateurs Þ Ja, maar: - ‘liever niet bij mij’ - als het toch moet: dan anoniem Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 30
Conclusie Het imago van goede doelen is goed maar kan snel worden aangetast De markt ontwikkelt zich snel verwarring over verschillende organisaties die voor hetzelfde doel werven Teveel geld aan ‘bijzaken’ uitgeven is schadelijk beter uitleggen dat kwaliteit geld kost Marketing-activiteiten worden snel als vervelend ervaren geef donateurs niet het idee alles van ze te weten Civil Society 2003 | Juni 2003 | ©TNS NIPO | 31