GEZONDHEIDSZORG ook uw zorg! Verspreidingsgebied: Jutphaas/Wijkersloot, Zuilenstein, Huis de Geer, Stadscentrum en Blokhoeve
Winter 2010 nummer 115
Themanummer zwangerschap en kinderen
30e jaargang, nr. 4, 115de editie, winternummer 2010 Redactiesecretariaat:
Mondriaanlaan 7, 3431 GA Nieuwegein
Vormgeving en druk:
drukkerij Van den Boogaard Nieuwegein
Coördinatie verspreiding:
C. Swart, 030-6076760
Oplage:
7500 exemplaren
Verschijning: 4 x per jaar in de wijken Jutphaas/Wijkersloot, Zuilenstein, Huis de Geer, Stadscentrum en Blokhoeve in de gemeente Nieuwegein. Overname van artikelen uit deze krant is toegestaan, na toestemming van de auteur en de redactie, met bronvermelding.
Inhoud
Bladzijde
Van de redactie Voeding tijdens de zwangerschap Zwangerschap en medicijnen De huid tijdens de zwangerschap De anticonceptiepil en trombose Prenatale Screening Oefentherapie bij bekkenklachten tijdens en na de zwangerschap Van recept tot geneesmiddel Luizen! Waterwratten bij kinderen ADHD/ADD bij kinderen Het Van Wiechenonderzoek Nuldelijnstandaard: Bedplassen Nuldelijnstandaard: Huilbaby’s Scoliose, scheefstand van de wervelkolom Even voorstellen…… Kunst in het Gezondheidscentrum Samenstelling redactie
13 14 17 19 10 12
2
13 15 18 20 22 24 25 26 27 28 30 31 Winter 2010
Van de redactie Door N. de Hartog, huisarts Mondriaanlaan Geachte lezer, Voor u ligt de laatste gezondheidskrant van het jaar 2010. We kunnen terugkijken op een mooi jaar waarin het EMC Nieuwegein (Eerstelijns Medisch Centrum Nieuwegein) steeds verder vorm heeft gekregen. Als redactie van de gezondheidskrant hebben we u willen laten zien wat er zoal gebeurt in ons centrum. In de lente deden we dat door de gezondheid centraal te stellen. Vooral de preventieve zaken werden belicht. In de zomer werd de samenwerking wat betreft de diabeteszorg onder de loep genomen. In de herfst was er het thema ouderenzorg. In dit themanummer komen de kinderen en zwangeren voor het voetlicht. U treft informatie aan over gezonde voeding en bewegen tijdens de zwangerschap. Daarnaast leest u over medicijngebruik tijdens de zwangerschap. Wat ziet u niet aan de balie van de apotheek, maar vindt achter de schermen plaats? Zo leest u even later welke manieren er zijn om van hoofdluis af te komen. Andere veel voorkomende aandoeningen bij kinderen waaronder waterwratjes worden besproken, maar ook ADHD en scoliose (scheefstand van de wervelkolom) komen aan bod. Ook dit keer hebben mensen van de verschillende disciplines weer hun best gedaan een informatief en leesbaar artikel te schrijven. Leuk voor ons is dat u regelmatig laat weten wat u van de gezondheidskrant vindt. Wij hopen dat u dat ook komend jaar weer gaat doen, zodat we eventuele suggesties en vragen mee kunnen nemen in de redactievergaderingen. Op deze manier blijven wij als Eerstelijns Medisch Centrum Nieuwegein bij u in de wijk actief. Rest mij u, naast veel leesplezier, namens de gehele redactie fijne feestdagen en een goed en vooral gezond 2011 te wensen!
Winter 2010
3
Voeding tijdens de zwangerschap Door T Klop-Harlaar, diëtist Vialente Een goede voeding is tijdens - maar ook voorafgaand aan - de zwangerschap extra belangrijk. Gedurende de zwangerschap is de baby afhankelijk van de voeding die de moeder gebruikt. De kwaliteit van de voeding moet hoog zijn, omdat van de meeste vitamines en mineralen wat extra nodig is. Dat betekent niet dat tijdens de zwangerschap 'voor twee' gegeten mag worden. Basisvoeding De basisvoeding die aan volwassenen wordt geadviseerd bevat ook voor zwangere vrouwen voldoende voedingsstoffen. Naast goede voeding geldt een extra aanbeveling voor het slikken van foliumzuur tijdens de eerste 8 weken en voorafgaand aan de zwangerschap. Dit advies geldt ook voor vitamine D. Er wordt vaak gedacht dat het in de zwangerschap nodig is wat extra of zelfs dubbele hoeveelheden te eten en te drinken. Dat is helemaal niet nodig en zelfs ongewenst. De zwangerschap vraagt inderdaad wat extra energie, maar het is niet nodig om extra te eten. Met de aanbevolen basisvoeding krijgen moeder en kind in elk geval voldoende goede voedingsstoffen. Aanbevolen basisvoeding: • Brood: 6 sneetjes (210 gram) • Aardappelen, rijst, pasta of peulvruchten: 4 opscheplepels (200 gram) • Groente: 4 opscheplepels (200 gram) • Fruit: 2 stuks (200 gram) • Zuivel: 450 ml melkproducten en 30 gram (1 1/2 plak) kaas • Vlees(waren), vis, ei en vleesvervangers: 125-150 gram (gaar gewicht) • Halvarine, margarine, bak- en braadproducten: 30 gram halvarine (5 gram per sneetje brood), 15 gram bak-, braad- en frituurproducten of olie (1 eetlepel) • Dranken: 1,5-2 liter (inclusief melk)
4
Winter 2010
Bij zwangerschap zijn sommige voedselinfecties extra gevaarlijk. Besmetting met schadelijke bacteriën in eten is te voorkomen door: Oppassen met / ongewenst
Waarom ?
Alcohol drinken
Kans op nadelige gevolgen voor het kind.
Roken
Roken is schadelijk voor de baby.
Lijnen en veel afvallen
Kans op tekorten aan voedingsstoffen.
Lever en leverproducten. Eet geen lever en beleg; niet meer dan één boterham per dag met producten die gemaakt zijn van lever, zoals paté, leverworst of Hausmacher
Lever bevat zeer veel vitamine A dat schadelijk kan zijn voor de baby.
Rauw vlees
Kans op besmetting met bacteriën.
Kattenbak verschonen
Kans op besmetting en infectie.
Zachte kaassoorten van ongepasteuriseerde rauwe melk
Kans op besmetting met de listeriabacterie die schadelijk kan zijn voor het kind.
Eieren die niet goed gaar/hard gekookt zijn
Kans op salmonellabesmetting.
Voorverpakte vis, bv gerookte zalm en paling
Kans op bacteriebesmetting.
Meer dan twee porties vette vis per week eten
Vis is heel gezond, zeker ook voor zwangeren! Meer dan twee porties vette vis per week (300 gram) is onverstandig.
Paling eten die afkomstig is uit de Nederlandse rivieren
In Nederlandse rivierpaling kunnen dioxines voorkomen. Kweekpaling kan wel gegeten worden.
Roofvissen eten zoals zwaardvis, snoekbaars, haai, koningsmakreel en verse tonijn. Tonijn uit blik bevat veel minder kwik en dioxines dan verse tonijn. Tot maximaal 2 porties tonijn uit blik per week is daarom geen probleem
Roofvissen kunnen relatief veel kwik en dioxines bevatten, waar ongeboren baby's gevoelig voor zijn.
Lang bewaren van verse producten zoals vleeswaren en rauwkostsalades
Kans op bacteriebesmetting.
Geneeskrachtige kruiden en kruidenpreparaten gebruiken
Sommige kruiden zijn schadelijk voor het ongeboren kind.
Meer dan vier koppen koffie drinken per dag
Te veel cafeïne is niet goed voor het kind.
Veel drop eten
Drop kan de bloeddruk verhogen.
Winter 2010
5
Tijdens de zwangerschap kan misselijkheid optreden. Enkele praktische tips bij misselijkheid: • Het is verstandig te blijven eten, ondanks de misselijkheid. Een lege maag kan misselijkheid namelijk verergeren. Begin daarom met een licht ontbijt. Probeer daarna het eten over meerdere kleine en licht verteerbare maaltijden per dag te verdelen. Blijf na het eten even rechtop zitten. • Ontbijt of eet voor het opstaan op bed, blijf dan nog even liggen en begin daarna rustig de dag. Een appel of yoghurt/melk met muesli .. iets wat gemakkelijk ‘weg eet’. • Vermijd snelle veranderingen van houding en abrupte bewegingen. • Drink voldoende om uitdroging te voorkomen. • Vermijd vette, sterk gekruide, zure, zwaar op de maag liggende of gefrituurde voeding. • Soms helpen een glas cola, bakje vanillevla, glas melk, kauwgom, (griekse) yoghurt met fijngesneden gember(bolletje), gemberthee of –snoepjes of zuigen op iets zuurs, zoals een stukje augurk. • De meeste zwangere vrouwen vinden het koken niet prettig (meer). Als uw partner het koken niet kan overnemen, kunt u overwegen om regelmatig een maaltijdsalade te maken. Bijvoorbeeld een salade met pasta, rijst of koude aardappelen en groente, kaas, fruit, vlees, mayonaise, olie en (lichte) kruiden. U kunt maaltijdsalades voorbereiden op een moment waarop het u minder tegenstaat en u heeft niet zoveel last van allerlei luchtjes.
6
Winter 2010
Zwangerschap en medicijnen Door Nhut Le, apotheker in opleiding Als zwangere vrouwen geneesmiddelen gebruiken, kunnen deze geneesmiddelen via het bloed ook bij het kind komen. Soms kunnen geneesmiddelen zelfs in de moedermelk voorkomen. Dit geldt zowel voor medicijnen op recept als voor medicijnen die u zo kunt kopen bij de apotheek of drogist. Het meest ideale voor het kind is om tijdens de zwangerschap helemaal geen medicijnen te gebruiken. Dit is niet altijd mogelijk want sommige medicijnen kunt u niet missen. Geef in de apotheek ook altijd aan als u hoopt zwanger te worden, of al bent, of borstvoeding geeft. De apotheek voorkomt dan dat u medicijnen krijgt die schadelijke kunnen zijn voor de baby. Waarom kunnen medicijnen gevaarlijk zijn? In de eerste 12 weken van de zwangerschap worden de organen van het ongeboren kind ontwikkeld. Als de aanleg van organen in deze periode wordt verstoord, kunnen aangeboren afwijkingen ontstaan. Na deze periode komt het ongeboren kind in de groeifase. In de groeifase is het kind minder gevoelig voor sommige geneesmiddelen dan in de eerste 12 weken. Het spreekt echter voor zich dat voorzichtigheid ook in deze periode geboden blijft. Moet u elke dag geneesmiddelen gebruiken? Als u bijvoorbeeld een langdurig ziekte heeft en u moet elke dag geneesmiddelen innemen, overleg dan eerst met uw arts of apotheker voordat u zwanger wilt worden en zeker als u al zwanger bent. Ga na of u door moet gaan met het gebruik van uw geneesmiddelen of dat u moet/kunt stoppen. In sommige gevallen wordt een ander, minder schadelijk geneesmiddel voorgeschreven. Stop nooit op eigen initiatief. Dit kan schadelijk zijn voor u en dus ook voor het kind. De bewaking wordt ook voortgezet in de periode van de borstvoeding. Geef dit dus ook aan. Borstvoeding en medicijngebruik Kunt u eigenlijk wel borstvoeding geven als u medicijnen gebruikt? Van een beperkt aantal geneesmiddelen is bekend dat u ze zonder bezwaar kunt gebruiken als u borstvoeding geeft. Winter 2010
7
Deze geneesmiddelen gaan niet of in beperkte hoeveelheid over in de moedermelk, waardoor dit geen effect heeft op de baby. Van een aantal andere middelen is bekend dat dit wel schadelijk is voor de baby. Overleg met uw arts of apotheker over de oplossingen. Soms is het mogelijk om de tijd van inname zodanig aan te passen dat het effect op de baby minimaal is. Hoe zit het met vitaminetabletten? Foliumzuur en vitamine D Als u gezond en gevarieerd eet krijgt u voldoende vitamines binnen. Vaak zijn extra voedingssupplementen niet nodig. Een uitzondering hierop is foliumzuur. Voor en tijdens de zwangerschap extra foliumzuur slikken verkleint de kans op afwijkingen. Slik daarom elke dag een tablet (0,5 mg) foliumzuur. U kunt hiermee beginnen als u zwanger wilt worden. Na acht weken zwangerschap is het niet meer nodig om foliumzuur te gebruiken. Het is aan te bevelen om tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding vitamine D tabletten te slikken. Dit is belangrijk voor de botvorming. Na de bevalling…vitamine K Vitamine K is nodig voor een goede stolling van het bloed. Een zuigeling kan nog geen vitamine K aanmaken en in borstvoeding zit slechts een zeer kleine hoeveelheid. Daarom krijgen alle zuigelingen van de arts of verloskundige direct na de geboorte al vitamine K. Na de derde maand kan uw kind zelf vitamine K aanmaken. Dan is een voedingssupplement niet meer nodig. Als uw kind flesvoeding (meer dan 400ml per dag) krijgt is extra vitamine K geven niet nodig. In flesvoeding zit namelijk ook extra vitamine K.
8
Winter 2010
De huid tijdens de zwangerschap Door A. van der Kuip-Udding, huid- en oedeemtherapeut Paramedisch Centrum Nieuwegein De huid verandert tijdens de zwangerschap. Dit kan tijdelijk zijn maar ook blijvend. Dit heeft allemaal te maken met de invloeden van hormonen, het groeien van de buik, het uitrekken van de huid en toename van bloedvolume in je lichaam. Donkere plekken De hormonen tijdens je zwangerschap hebben invloed op de pigmentcellen in je huid. Hierdoor kunnen donkere plekken ontstaan op je gezicht, rond ogen, neus en wangen. Dit wordt ook wel een zwangerschapsmasker of melasma genoemd. Zon kan deze vlekken verergeren. Het is belangrijk om de huid goed te beschermen met een zonnecrème met hoge beschermingsfactor en bijvoorbeeld het dragen van een hoed. Vaak verdwijnt het melasma na 1 jaar, maar het kan ook weer terugkomen. Ook kan onder invloed van de zwangerschaphormonen een bruine streep: de linea nigra ontstaan. Deze loopt van de navel tot aan de schaamstreek. Deze linea nigra kan duidelijker zichtbaar worden door zonlicht. Vaak verdwijnt deze bruine streep na de zwangerschap. Paarsrode aderen De zwangerschapshormonen en een verhoogd bloedvolume kunnen kleine paarsrode aderen zichtbaar maken. Deze vaten zitten vlak onder de huid en zijn meestal niet zichtbaar, maar door de zwangerschap kunnen ze opzetten en daardoor meer opvallen. Bij blijvende vaatverwijding na de zwangerschap zijn er diverse behandelmogelijkheden waaronder de laserbehandeling. Doordat de baarmoeder groeit, komt er meer druk op de aderen waardoor spataderen kunnen ontstaan. Tevens kunnen vrouwen vocht vast houden in de benen. Het is dan goed om de benen hoog te leggen, met regelmaat te bewegen en eventueel elastische kousen te dragen om meer spataderen te voorkomen. De elastische kousen worden vergoed door de zorgverzekeraar. Rode striemen Door het groter worden van de baarmoeder wordt de huid op de buik uitgerekt. Hierdoor kunnen tijdens de zwangerschap roze of rode striemen, striae, ontstaan. Later verkleuren deze strepen grijs/wit, wat minder opvalt. Helaas zijn striae blijvend en zijn er geen doeltreffende behandelmogelijkheden. Winter 2010
9
Puistjes Ook kunnen tijdens de zwangerschap puistjes ontstaan. Vaak verdwijnen deze weer na de zwangerschap. Wanneer de puistjes erg hinderlijk zijn of littekens veroorzaken is het mogelijk om deze bij een huidtherapeut te laten behandelen. Afhankelijk van uw zorgpakket is er een vergoeding voor de behandeling van acne. Volle bos haar Na al deze vervelende kwalen is er ook nog een leuke! De haarbos wordt tijdelijk dikker. De haren blijven tijdens de zwangerschap langer op het hoofd zitten, zodat er een vollere bos haar ontstaat. Na de zwangerschap vallen deze uit. Pas 15 maanden na de bevalling is de haargroei weer normaal.
De anticonceptiepil en trombose Door M.E. Frankhuisen, apotheker en N.C. de Hartog, huisarts Trombose is de vorming van een bloedstolsel (bloedprop) in een bloedvat, waardoor het bloedvat kan worden afgesloten. Trombose kan bijvoorbeeld optreden in een van de aderen van het onderbeen. Dit wordt diepe veneuze trombose genoemd. Als het stolsel loslaat, kan het terecht komen in de slagaderen van de longen (longembolie) en daar een bloedvat afsluiten. Trombose kan ook voorkomen in een slagader, bijvoorbeeld in de bloedvaten van het hart (hartaanval) of de hersenen (beroerte). Hierdoor wordt het achterliggende vaatgebied te weinig doorbloed zodat te weinig of geen zuurstof en voedingsstoffen worden aangevoerd en afvalstoffen afgevoerd. Als gevolg daarvan kan het achterliggende weefsel blijvend worden beschadigd of afsterven. In 1-2% van de gevallen heeft een veneuze trombose of longembolie een dodelijke afloop. Hoe is veneuze trombose te herkennen? Veneuze trombose is meestal te herkennen aan een pijnlijk, stijf, rood en warm (onder)been. Wanneer dit optreedt, moet direct contact op worden genomen met de arts.
10
Winter 2010
De pil en het risico op trombose Trombose komt zelden voor. Het kan zowel bij pilgebruiksters als niet-pilgebruiksters optreden. Pilgebruik verhoogt wel het risico op veneuze trombose of longembolie. Het risico op veneuze trombose blijft echter klein; gemiddeld 1 op de 5.000 vrouwen die de anticonceptiepil gebruikt krijgt veneuze trombose. Bij vrouwen die al langer de pil gebruiken is het risico op trombose nog veel kleiner. Andere risicofactoren Andere risicofactoren voor trombose zijn o.a. bedlegerigheid en zwangerschap. Het risico tijdens zwangerschap wordt geschat op 3 gevallen per 5.000 zwangerschappen. Het risico op trombose, met een hartaanval of beroerte als gevolg, neemt in het algemeen toe met de leeftijd en naarmate men meer rookt. Vooral rokende vrouwen die ouder zijn dan 35 jaar en al enkele jaren de pil gebruiken hebben een verhoogd risico op trombose. Oproep Indien u ouder bent dan 35 jaar, rookt en de anticonceptiepil gebruikt, heeft u een verhoogde kans op trombose. Maak in dit geval een afspraak met uw huisarts. U kunt dan samen met uw huisarts de mogelijkheden bespreken om het risico te verminderen.
Veneuze trombose Winter 2010
11
Prenatale screening Door A. Lycklama a Nijeholt, Verloskundige De Lekbrug De verloskundigen van de Lekbrug (www.delekbrug.nl) doen al enkele jaren avondspreekuur op de Mondriaanlaan waar we tevens ons mobiele echoapparaat gebruiken. Daarmee kunnen we de termijn, groei en liggingecho’s maken! Bij de eerste afspraak wordt gesproken over de prenatale Screening. Hier zal in het kort uitgelegd worden wat dat betekent. De combinatietest Onderzoek naar de kans op Downsyndroom wordt gedaan met de combinatietest. Deze test bestaat uit een combinatie van twee onderzoeken: 1.
een bloedonderzoek bij de zwangere, tussen 9 en 13 weken zwangerschap;
2.
de nekplooimeting. Dat gebeurt met een echo die gemaakt wordt tussen 11 en 13 weken zwangerschap.
De uitslagen van bloedtest en nekplooimeting, in combinatie met de leeftijd van de moeder en de precieze duur van de zwangerschap, bepalen hoe hoog de kans is op een kind met het Downsyndroom. De 20-weken echo De 20-weken echo wordt ook wel structureel echoscopisch onderzoek genoemd. Hoofddoel van de 20-weken echo is onderzoek naar de eventuele aanwezigheid van een open rug of een open schedel. Bij deze echo wordt uitgebreid gekeken naar de ontwikkeling van de organen van het kind. Hierbij kunnen ook andere lichamelijke afwijkingen worden gezien. Verder wordt gekeken of het kind goed groeit en of er voldoende vruchtwater is. De 20-weken echo is geen garantie voor een gezond kind. Niet alle afwijkingen worden gezien op de echo. De echo brengt geen risico's met zich mee voor moeder en kind. Als u in verwachting bent van een meerling, dan wordt elk kind afzonderlijk onderzocht.
12
Winter 2010
Oefentherapie bij bekkenklachten tijdens en na de zwangerschap Door Y van Viegen, bekkenoefentherapeut Tijdens de zwangerschap, gedurende de bevalling en de eerste weken na de zwangerschap verandert er veel in het lichaam. Mede door deze veranderingen kan er pijn ontstaan rondom het bekken. Nemen deze pijnklachten duidelijk toe tijdens en/of na bewegen, dan zou er sprake kunnen zijn van bekkenpijn. Maar wat is bekkenpijn nu eigenlijk precies? Oorzaak Tijdens de zwangerschap vindt er onder invloed van zwangerschapshormonen een natuurlijke verweking van de gewrichtsbanden in het lichaam plaats. Vooral de banden rond het bekken kunnen soms door deze verweking niet meer voldoende steun geven aan de bekkengewrichten en raken overbelast. In sommige gevallen kan deze overbelasting leiden tot pijnklachten en problemen bij het bewegen in het dagelijks leven. We spreken dan van bekkenpijn. Deze (pijn)klachten bevinden zich meestal in het gebied van de lage rug, schaambeen, stuitje, liezen, heupen, billen en/of zijkant bovenbenen. Daarnaast kan men last hebben van extra vermoeidheid door pijn. De plaats en de ernst van de klachten kunnen per persoon en per zwangerschap verschillen. Klachten Bekkenpijn is vooral merkbaar tijdens en na dagelijkse houdingen en bewegingen, zoals: • lang in dezelfde houding zitten, staan en/of liggen • (trap)lopen • omdraaien in bed • op één been staan (bijvoorbeeld afstappen van de fiets of een broek aantrekken) • vrijen • bukken/tillen • autorijden (in- en uitstappen) • fietsen (op- en afstappen) De pijn en de daaruit voortvloeiende vermoeidheid kunnen gevolgen hebben voor het deelnemen aan gezinsleven, werk, sociaal leven en sport. Veel vrouwen met bekkenpijn merken dat zij zich in het dagelijks leven minder vanzelfsprekend kunnen bewegen. Winter 2010
13
Onbewust wennen zij zich een verkeerde houding aan om het bekken te ontzien, maar vaak blijkt dit juist averechts te werken en nemen de klachten hierdoor alleen maar toe. Therapie Om bekkenpijn tijdens en na de zwangerschap te verminderen is het belangrijk dat men luistert naar het lichaam en dat men de dagelijkse activiteiten zo goed mogelijk aanpast. De oefentherapeut kan daarbij helpen. Men leert efficiënt te bewegen en de juiste spieren aan te spannen waardoor het bekken minder belast wordt. Tijdens de behandelingen wordt geleerd door middel van gerichte oefeningen de houdings- en bewegingspatroon te verbeteren en dit toe te passen in uw dagelijks leven. Mocht u na het lezen van dit artikel vragen hebben of nog meer informatie willen, dan kunt u altijd bellen naar het Paramedisch Centrum.
14
Winter 2010
Van recept tot geneesmiddel Door Nhut Le, apotheker in opleiding Als u in de apotheek komt, geeft u het recept aan een assistente. Zij voert de gegevens in de computer in en even later krijgt u het geneesmiddel mee. Veel mensen denken daarom dat een apotheek alleen een uitgiftepunt van medicijnen is. Dit beeld is onjuist. Maar wat doet de apotheker dan precies allemaal? Medicatiebewaking Het is een belangrijke taak van de apotheker om na te gaan of een geneesmiddel geschikt is voor een patiënt. Behalve de juistheid van het recept wordt ook gecontroleerd of u het geneesmiddel kunt gebruiken in combinatie met andere geneesmiddelen. Dit wordt ook wel medicatiebewaking genoemd. In de apotheek wordt het volgende gecontroleerd bij de medicatiebewaking, vaak zonder dat u er iets van merkt: - dosering; - gebruik; - gebruik van soortgelijke middelen tegelijk; - wisselwerking tussen verschillende geneesmiddelen; - het niet mogen gebruiken van bepaalde geneesmiddelen; - allergieën. Dosering In de apotheek wordt de dosering van uw geneesmiddel gecontroleerd. Als de dosering afwijkt van de gebruikelijke dosering, kan er contact worden opgenomen met de arts om dit te overleggen. Het kan zijn dat de arts dit bewust doet in speciale gevallen, maar mogelijk kan het ook om een vergissing gaan. Daarnaast hebben kinderen en bejaarden vaak een andere dosering dan volwassenen. Om een nauwkeurige kinderdosering te bepalen, kan de assistente het gewicht van uw kind navragen. Gebruik De apotheek beschikt over de gegevens van de geneesmiddelen die u gebruikt en heeft gebruikt. Tevens houdt de apotheek de doseringen bij. Wijkt de dosering af van de laatste uitgifte? Dan zal de assistente dit bij u navragen. Als u geneesmiddelen langdurig moet slikken, controleert de apotheek of u te vroeg of te laat bent om een nieuwe voorraad op te halen. De arts en apotheker willen namelijk voorkomen dat u teveel of te weinig inneemt. Winter 2010
15
Als u afwijkt van de voorgeschreven dosering, kan de werking van het geneesmiddel minder worden of u kunt meer last krijgen van bijwerkingen. Gebruik van soortgelijke middelen Sommige patiënten worden behandeld door verschillende artsen. Deze artsen weten soms niet wat hun collega’s hebben voorgeschreven, waardoor het soms voorkomt dat verschillende artsen verschillende geneesmiddelen met dezelfde werking voorschrijven. In de apotheek wordt uw medicatiehistorie geraadpleegd om dit te voorkomen. Het is ook raadzaam om een medicijnpaspoort mee te nemen als u een andere arts, bijvoorbeeld in het ziekenhuis, bezoekt. Wisselwerking tussen verschillende geneesmiddelen Als u een nieuw geneesmiddel krijgt voorgeschreven, controleert de apotheek of het samen met uw andere geneesmiddelen kan worden ingenomen. Soms komt het voor dat geneesmiddelen elkaars werking beïnvloeden. Men spreekt dan van een zogenaamde interactie ofwel wisselwerking. Soms adviseert de apotheker u om het ene geneesmiddel een paar uur na het andere geneesmiddel in te nemen. Dit is niet altijd mogelijk. Dan zal de apotheker samen met uw arts naar een alternatief middel zoeken of u adviseren om tijdelijk met een geneesmiddel te stoppen. Het niet mogen gebruiken van bepaalde geneesmiddelen Sommige mensen hebben last van verschillende aandoeningen. Soms komt het voor dat een geneesmiddel een andere aandoening kan verergeren. Een voorbeeld hiervan is dat bepaalde pijnstillers een astma-aanval kunnen uitlokken. Verder kan het belangrijk zijn om te vermelden dat u zwanger bent, borstvoeding geeft, of kinderwens heeft. Dit zijn geen aandoeningen, maar zijn wel van belang voor de apotheek om te controleren of medicijnen geschikt voor u zijn. Allergieën De controle op allergieën moet voorkomen dat u geneesmiddelen gaat gebruiken waar u overgevoelig voor bent. Soms is het lastig om dit geneesmiddel te herkennen, omdat eenzelfde geneesmiddel verschillende namen kan hebben. Daarom is het erg belangrijk om zowel aan uw arts als apotheker door te geven waar u overgevoelig voor bent. Dit wordt in het systeem ingevoerd om te voorkomen dat dit geneesmiddel aan u zal worden verstrekt.
16
Winter 2010
Andere taken Naast de eerder genoemde controles heeft de apotheek ook andere taken. Hierbij kunt u denken aan het adviseren van patiënt bij de zelfzorg. Het beantwoorden van vragen van patiënten. Het regelen van de bezorging van de medicatie en overleggen met artsen over de nieuwe richtlijnen. De zorg verandert immers continu. Zonder dat u het merkt, doet de apotheek veel meer dan u het geneesmiddel afleveren. Van recept tot geneesmiddel in 12 stappen: 1) U komt bij uw apotheek met het recept. Vaak is dit recept al doorgestuurd door uw arts. Bij onduidelijkheden kan de assistente u een aantal vragen stellen. 2) Het recept wordt ingevoerd om uw gegevens te controleren. Er wordt gecontroleerd: de voorgeschreven medicatie, de dosering en of u het nieuwe geneesmiddel kan gebruiken met uw andere geneesmiddelen. 3) Als er iets bijzonders aan de hand is wordt de apotheker geraadpleegd. 4) Als het nodig is neemt de apotheker contact op met uw arts om te overleggen. 5) Eventuele aanpassingen kunnen worden vastgelegd in het computersysteem, zodat dit bekend is voor in de toekomst. 6) Als het geneesmiddel meegegeven mag worden, wordt het etiket afgedrukt. Hierop staat het gebruik van het geneesmiddel en eventueel een waarschuwingssticker. Een gele sticker bijvoorbeeld betekent dat het geneesmiddel uw reactievermogen kan beïnvloeden. 7) Soms is het geneesmiddel, de sterkte of de toedieningsvorm niet beschikbaar. Dan moet het geneesmiddel speciaal voor u bereid worden. Meestal kost dit veel tijd en kunt u het geneesmiddel later ophalen. 8) Het geneesmiddel komt uit de robot of de kast en de assistente voorziet het doosje van het juiste etiket. 9) Door de streepjescode te scannen controleert de assistente of het juiste geneesmiddel wordt meegegeven. 10) Een collega controleert het recept, uw gegevens en het geneesmiddel. 11) Daarna ontvangt u het geneesmiddel. De assistente legt u het gebruik en de werking uit en vertelt u over de eventuele bijwerkingen. 12) De apotheker controleert alle recepten van die dag die door de assistenten zijn verwerkt op juistheid.
Winter 2010
17
Luizen! Door M.E. Frankhuisen, apotheker Als een kind in de basisschoolleeftijd jeuk op het hoofd heeft, is er een kans dat het besmet is met hoofdluis. Reden om maatregelen te nemen: controleren op luizen en zo nodig behandelen, liefst met een luizendodend middel. Dat geldt niet alleen voor dat bewuste kind, maar voor het hele gezin. De kans is groot dat meer kinderen in de klas of groep luizen hebben. Een luis is een kriebelbeestje. Meer weten de meeste mensen er niet van. Hoe zien hoofdluizen eruit? Hoe leven ze? De luis Een hoofdluis is een insect, twee à vier millimeter groot. Het houdt zich het liefst op tussen het hoofdhaar van de mens. Het neemt de kleur aan van het haar. Dus bij iemand met zwart haar is het heel donker, bij iemand die blond is zandkleurig. Luizen leven van bloed en om aan bloed te komen, bijten ze. Hoofdluizen zijn parasieten: ze kunnen niet zonder de mens. Gescheiden van hun gastheer blijven ze maar 48 tot 55 uur leven. Een volwassen luis leeft dertig tot vijftig dagen. Een luizenvrouwtje legt in die tijd elk etmaal vijf à negen eitjes. Dat zijn de neten. Die zien eruit als een tonnetje en zijn nog geen millimeter groot. Ze zitten heel stevig vastgeplakt aan een haar, vlakbij de hoofdhuid. Na zes tot negen dagen komen daar nimfen uit: onvolwassen miniluisjes. De lege hulsjes van de neten blijven aan het haar geplakt zitten. Zo’n nimf is na zeven à tien dagen zelf volwassen en kan dan ook weer eitjes leggen. Besmetting Waar kinderen veel contact met elkaar hebben, zoals op de crèche en op school, kan de hoofdluis welig tieren. De beestjes kunnen direct oversteken van het ene hoofd naar het andere of een omweg nemen via jassen en dassen, knuffels en kammen. Luizen kunnen niet vliegen of springen, maar wel lopen. De besmetting vindt vaak op scholen plaats. Natuurlijk kunnen ook volwassenen hoofdluis krijgen. Hinder Luizen bijten om bloed te kunnen zuigen. Daarbij geven ze wat speeksel af, waardoor het bloed minder snel stolt. Een allergische reactie op dat speeksel veroorzaakt jeuk. De allergische reactie begint niet meteen. Bij een eerste besmetting duurt het soms weken voordat er jeuk optreedt.
18
Winter 2010
Wie meer dan een keer besmet wordt, krijgt vaak eerder jeuk. Er zijn ook mensen die luizen hebben, maar er weinig van merken. Controle Als er kinderen op school hoofdluis hebben, is het verstandig regelmatig te controleren of uw kind ook besmet is. U kunt behalve luizen ook neten (eitjes) vinden. Vermoedt u dat uw kind hoofdluis heeft, dan kunt u dat op de volgende manier controleren: was het haar met shampoo en spoel het uit. Doe crèmespoeling (conditioner) in het haar en spoel deze niet uit. Laat het kind het hoofd voorover houden boven een wasbak. Kam het haar van achter naar voren met een luizenkam tegen de hoofdhuid aan, begin bij het ene oor en schuif steeds een stukje op tot u bij het andere oor bent. Houd een papieren zakdoek of keukenrol bij de hand. Veeg de kam regelmatig hieraan af en kijk of u luizen op het papier ziet. Laat vervolgens het kind rechtop zitten en kam het natte haar achterover. Kam dan nog eens met de luizenkam, maar nu van voor naar achter. Kam weer van oor tot oor. Veeg de kam telkens af en kijk of er luizen op het papier zitten. Als iemand in uw gezin hoofdluis heeft, is het verstandig alle gezinsleden op deze manier te controleren. Zolang er op school of bij vriendjes en vriendinnetjes luizen voorkomen, is het nodig te blijven controleren. Als één of twee kinderen in de omgeving luizen hebben, is eens per week genoeg. Zijn er meer kinderen besmet, controleer dan elke avond. Hoofdluizen leggen hun eitjes namelijk ‘s nachts. Als uw kind overdag is besmet en u verwijdert ‘s avonds de luizen, kunt u voorkomen dat ze eitjes leggen. Neten Hebben de luizen eenmaal eitjes gelegd, dan kunt u die ook vinden. Neten zijn ovale witte eitjes, kleiner dan een millimeter. Ze zitten heel stevig vastgeplakt aan een haar, meestal achter de oren of in de nek. ‘Verse eitjes’ zitten vlak tegen de hoofdhuid aan. Oudere neten zijn met de groei van het haar verder van de huid afgeraakt. Netenhulsjes die meer dan anderhalve centimeter van de hoofdhuid af zitten, zijn zeker leeg. Winter 2010
19
Bestrijding Om de hoofdluis weer kwijt te raken, moet u alle luizen en neten uit het haar verwijderen. Dan kan met een netenkam of met een antiluizenmiddel. Vraag in de apotheek om het juiste en beste middel. Bovendien moet u alle spullen waar luizen zich schuil kunnen houden ontsmetten. Luizen zitten namelijk ook op beddengoed, kleren, knuffels, kammen, stoelbekleding, enzovoort. Als u ze daar laat zitten, heeft het hele gezin zó weer luizen. De hoofdluis kan echter bij kamertemperatuur maar twee dagen overleven zonder de mens. Neten overleven iets langer: tien procent van de neten overleeft zes dagen bij kamertemperatuur. Voorkom een nieuwe besmetting via de kapstok op school. Geef elk kind een eigen plastic zak mee om zijn jas, sjaal en dergelijke in te stoppen. Er zijn ook zogenaamde luizententjes te koop om over een jas te hangen.
Waterwratten bij kinderen Door A. van der Kuip-Udding, huid-oedeemtherapeut Paramedisch Centrum Nieuwegein Een waterwrat is een besmettelijke virusinfectie van de huid en wordt ook wel bolhoedwratje genoemd. Waterwratten komen vooral voor bij kinderen, met een piek onder de 5 jaar en jongvolwassen. Kinderen met een verlaagde weerstand hebben een verhoogd risico om de infectie te krijgen. Besmetting met de waterwrat kan worden opgelopen door intensief huidcontact tijdens bijvoorbeeld spelletjes, stoeien en sporten. Na besmetting nestelt het virus zich in de huidcellen en worden de cellen aangezet om te groeien tot een bultje (incubatietijd). Deze incubatie varieert van 2 tot 7 weken of zelf 1 tot 6 maanden. Bij een slechte weerstand is de incubatietijd vaak korter. Hoe zien ze eruit Waterwratten zijn kleine gladde huidkleurig bultjes. In het midden van het wratje zit vaak een putje en een zichtbare witte brij. Bij kinderen komen de wratten vooral voor op de romp, de armen en benen en in mindere mate op het gezicht. Vaak zitten ze in groepjes bij elkaar en kan er ook een bacteriële infectie optreden waardoor de waterwrat dik, rood en pijnlijk wordt.
20
Winter 2010
Hoe zien ze eruit Waterwratten zijn kleine gladde huidkleurig bultjes. In het midden van het wratje zit vaak een putje en een zichtbare witte brij. Bij kinderen komen de wratten vooral voor op de romp, de armen en benen en in mindere mate op het gezicht. Vaak zitten ze in groepjes bij elkaar en kan er ook een bacteriële infectie optreden waardoor de waterwrat dik, rood en pijnlijk wordt. Wat te doen? Meestal is er geen behandeling voor een waterwrat, omdat deze spontaan zonder littekenvorming verdwijnt en het een goedaardige aandoening betreft. Doordat kinderen vaak meerdere wratten in verschillende stadia hebben, kan de genezingsduur echter 6 maanden tot een aantal jaren duren. In enkele gevallen, zoals bij ontstoken en pijnlijke wratten, wordt er voor een behandeling gekozen. Deze behandeling kan zijn het uitlepelen van de wrat, coaguleren (wegbranden) of het aanstippen met vitamine A-zuur. Door de behandeling kunnen littekens ontstaan. Wat kan ik thuis doen? Kinderen horen te spelen en te stoeien. Maar gelukkig zijn er simpele handelingen toe te passen om besmettingskansen te verminderen. Gebruik niet elkaars handdoeken en ga niet in hetzelfde badwater. Droog de huid voorzichtig af, omdat de waterwratten vaak erg week zijn en daardoor gemakkelijk stuk gaan en zich hierdoor weer verspreiden. Bij een opengegaan bultje mag Betadine worden gebruikt om verdere verspreiding te voorkomen. Doe een pleister op open en ontstoken bultjes, zodat kinderen en niet aan kunnen krabben. Zorg voor een goede afweer, gezond eten, bewegen en goed slapen.
Winter 2010
21
ADHD/ADD bij kinderen Door N. de Hartog, huisarts Mondriaanlaan ADHD, deze 4 letters staan voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. In het Nederlands noemen we dit: aandachttekortstoornis met of zonder hyperactiviteit. Deze laatste vorm wordt dan ook wel ADD genoemd wanneer het overbeweeglijke en drukke gedrag ontbreekt. Bij AD(H)D gaat het om gedrag dat bij iedereen wel eens voorkomt. Het is belangrijk om te beseffen dat de diagnose alleen gesteld wordt wanneer een kind in zijn ontwikkeling gehinderd wordt door deze aandoening. Het zal op verschillende fronten last moeten hebben van zijn gedrag: zowel op school, als thuis, als buiten met vriendjes. Dit artikel is niet bedoeld om na het lezen de diagnose te kunnen stellen. Wanneer u denkt aan AD(H)D, bespreek dit dan met uw huisarts. Kenmerken van AD(H)D Bij AD(H)D staan de volgende kenmerken van het gedrag op de voorgrond; • Aandacht- en concentratiestoornis • Impulsiviteit • Hyperactiviteit (alleen bij de ADHD vorm) Deze kenmerken moeten al voor het 7e levensjaar zijn opgetreden en niet het gevolg zijn van lichamelijke of geestelijke ziektes en of zeer ongunstige omgevingsfactoren. Hieronder wordt verder ingegaan op de gedragskenmerken. Aandacht- en concentratiestoornis Voor kinderen met AD(H)D is het moeilijk om de aandacht bij een taak te houden. Ze laten zich snel door allerlei prikkels afleiden en kunnen geen onderscheid maken tussen voor die taak nuttige tegenover onbelangrijke zaken. Wanneer we ons richten op een taak zijn we ons niet bewust van de omgevingsgeluiden, zoals een overvliegend vliegtuig of een voorbij rijdende auto. Bij een kind met AD(H)D is er als het ware geen filter dat bepaalt of het belangrijk is hierop te reageren. Het raakt daardoor snel overprikkelt. Impulsiviteit Vaak zijn kinderen met AD(H)D impulsief. Zij denken niet na voordat ze iets doen en hebben daardoor snel ruzie, nemen vaak verkeerde beslissingen en krijgen snel thuis of op school straf.
22
Winter 2010
Impulsief gedrag is een van de uitingen doordat vanuit de voorste hersenkwabben de regelfuncties niet optimaal worden uitgevoerd. Andere in het oog springende kenmerken zijn problemen met plannen en agenda beheren, complexe handelingen uitvoeren waarbij een bepaalde volgorde nodig is. Deskundigen vergelijken de regelfuncties van de hersenen met de dirigent van een orkest. Zonder dirigent kunnen de instrumenten bespeeld worden, maar er is geen harmonieus klinkend geheel. Hyperactiviteit bij ADHD Vaak hebben kinderen met ADHD last van voortdurende beweeglijkheid, friemelen, wiebelen, draaien, niet stil kunnen zitten, rusteloos, snel opgewonden en gefrustreerd zijn. In Nederland gaat de Gezondheidsraad uit van een percentage van 2-8% van de schoolgaande kinderen tot 14 jaar. Hierbij gaat het bij 2 % om zeer ernstige symptomen. ADHD komt 2 tot 4 keer vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat er bij meisjes waarschijnlijk minder vaak de diagnose wordt gesteld, omdat het vaker om ADD gaat, dat minder lastig is voor de omgeving, maar voor de betreffende meisjes niet minder vervelend dan ADHD. Behandeling van AD(H)D Er is helaas nog geen geneesmiddel dat de gedragsproblemen voorgoed verhelpt. Wel zijn er geneesmiddelen, waaronder methylfenidaat, die de symptomen verminderen. Uit wetenschappelijk onderzoek is bekend dat medicatie bij AD(H)D het meest effectief is in vergelijking met gedragstherapie. Een kind met ADHD vraagt veel van de opvoedcapaciteiten van ouders. Hiervoor is ondersteuning waardevol. ADHD wordt dus niet door de opvoeding veroorzaakt, zoals ten onrechte nog steeds door veel mensen wordt gedacht.
Winter 2010
23
Het van Wiechenonderzoek Door N. de Hartog, huisarts Mondriaanlaan Met het Van Wiechenonderzoek kan de arts van het consultatiebureau de ontwikkeling van het kind volgen. Hiermee kunnen eventuele problemen opgemerkt worden. Het Van Wiechenschema is een methode om taalgebruik, motoriek en sociale interactie in kaart te brengen. De Nederlandse versie van de schaal van Bayley is in de jaren '60 ontwikkeld door de Zwolse huisarts Hans van Wiechen. Anno 2010 is het schema, in vernieuwde vorm, nog steeds in gebruik op alle consultatiebureaus in Nederland. Waarop wordt gelet? Enkele aspecten waarop gelet wordt zijn: • Volgen de ogen van je baby als de arts de aandacht trekt? • Hoe volgt het hoofdje bij optrekken tot zithouding? • Hoe zit, rolt, kruipt en stapt het kind? • Hoe steekt de peuter blokjes in een blokkendoos? • Hoe stapelt het blokjes? • Hoe benoemt hij/zij prenten in een boekje? • Hoe loopt de peuter en hoe trapt het tegen een bal? Advies van de arts De arts geeft de ouder advies om de ontwikkeling eventueel te stimuleren. Het resultaat van het onderzoek wordt in het van Wiechenschema als onderdeel van het medisch dossier ingevuld. De arts laat ouder en kind voor een onderzoek eerder terugkomen als men vermoedt dat het kind zich te traag ontwikkelt. Eventueel verwijst de arts van het consultatiebureau door naar de huisarts. Met het van Wiechenschema kan per leeftijdscategorie worden gescoord. Blijft het kind relatief achter, dan wordt bij een volgende controle opnieuw op dit item gelet. Door de jaren heen is er veel ervaring opgebouwd, zodat er ondanks de enorme verschillen die er bij kinderen zijn toch conclusies kunnen worden getrokken. Zo worden de kinderen met achterstand verwezen naar extra begeleiding van bijvoorbeeld een kinderfysiotherapeut/ Cesartherapeut. Dit heeft tot doel om voor elk kind de zorg die het nodig heeft te kunnen bieden, opdat het zich optimaal kan ontwikkelen.
24
Winter 2010
✂
Bedplassen De klachten - bedplassen op de leeftijd van zes jaar of ouder - natte broek, luier en/of nat beddengoed - soms door het bedplassen minder zelfvertrouwen bij het kind
Naar de dokter? - nee, bedplassen wijst niet op een lichamelijke afwijking - ja, wanneer bedplassen samengaat met broekplassen overdag - ja, wanneer bedplassen samengaat met obstipatie, heel vaak plassen, afwijkende straal of een eerder doorgemaakte blaasontsteking - ja, wanneer u er niet uitkomt met onderstaande adviezen
Wat kunt u zelf doen? -
geef positieve aandacht. Benadruk de droge nachten leg de verantwoordelijkheid van het nat zijn bij het kind ‘s avonds drinken is geen probleem geef ‘s avonds geen cola, koffie, thee, chocolamelk geef geen luiers meer aan een kind van zes laat het kind regelmatig poepen opnemen aan het eind van de avond kan zinvol zijn vertel ‘s avonds een verhaal, exclusief voor dat kind noteer de droge nachten op een vrolijke kalender beloon een aantal droge nachten met een cadeautje
.
Copyright © Paul van Dijk
Winter 2010
25
✂
Huilbaby’s De klachten - tenminste 3 dagen in de week 3 uur per dag huilen gedurende 3 weken - bij het huilen wordt het hoofdje rood, armpjes zwaaien heen en weer en de beentjes worden opgetrokken. Vaak wordt de romp gestrekt. - het buikje is hard, het kind laat windjes. Soms maken de darmen geluid - pogingen om te troosten mislukken of hebben maar kortdurend resultaat - huilbaby’s zijn onrustig, ook tussen de huilbuien door. Ze zijn schrikkerig en slapen moeilijk door
Naar de dokter? - nee, huilbaby’s zijn gezonde kinderen. Op de leeftijd van 3 tot 4 maanden zijn de klachten verdwenen - ja, wanneer het kind niet goed groeit of achterblijft in de ontwikkeling - ja, wanneer het niet langer vol te houden is
Wat kunt u zelf doen? - zorg voor voldoende ontspanning voor uzelf. Accepteer hulp van vrienden en familie - een theelepeltje venkelthee door de voeding kan soms helpen - voed de baby rechtop zodat de lucht naar boven kan borrelen - soms helpt voorzichtige massage van de buik, maak rustige bewegingen in de richting van de klok - via de thuiszorg is een troostkoffer verkrijgbaar. De koffer bevat allerlei producten die kunnen helpen bij huilende baby’s
Copyright © Paul van Dijk
26
Winter 2010
Scoliose, scheefstand van de wervelkolom Door S den Haak, oefentherapeut Cesar Scoliose is een driedimensionale zijdelingse verkromming van de wervelkolom. De wervelkolom kan naar één kant kromgroeien, waardoor er één bocht ontstaat, maar meestal zijn er twee bochten. Daarnaast draait bij scoliose de wervelkolom om haar as. De verdraaiing van de wervelkolom veroorzaakt op borsthoogte aan de rugzijde een bolling van de ribben. Die bolling wordt een gibbus genoemd. Er zijn verschillende soorten scoliose, zoals een idiopatische scoliose (zonder aanwijsbare oorzaak) en een houdingsscoliose. Wanneer ontstaat een scoliose? Scoliose is soms al bij de geboorte aanwezig, maar openbaart zich meestal rond de puberteit en wordt vaak ontdekt bij de schoolarts. Een scoliose kan ook pas op latere leeftijd ontstaan. Vaak is dit een gevolg van het verouderingsproces. Een scoliose geeft niet direct klachten, wel kunnen sommige spieren te zwak of te kort zijn en daardoor gespannen en pijnlijk aanvoelen. Op volwassen leeftijd kan, door de langdurige ongelijkmatige belasting van de wervelkolom en de afwijkende houding, pijn ontstaan in de rug, nek en schouders. De behandeling Hoe eerder een scoliose wordt ontdekt, hoe beter kan het resultaat van de behandeling zijn. De behandeling is er in de eerste plaats op gericht verdere verkromming van de wervelkolom tot stilstand te brengen door middel van ondersteunende behandeling, bijvoorbeeld met oefentherapie en behandeling met een brace (bandage). Indien de scoliose daartoe aanleiding geeft dient een ingrijpende operatie plaats te vinden, waarbij de wervelkolom met schroeven en staven wordt gecorrigeerd en gefixeerd. Wat kan een oefentherapeut betekenen bij een scoliose? De behandeling van de oefentherapeut bestaat uit het actief oefenen en versterken van spieren. Zo wordt de houding zo optimaal mogelijk met als doel de toename van de scoliose/verkromming te beperken. De oefentherapeut geeft ook advies, informatie, steun en begeleiding bij het leren omgaan met de scoliose. Winter 2010
27
Even voorstellen … Monique Wijna Ik ben Monique Wijna en werk vanaf 9 augustus als fysiotherapeut bij het Paramedisch Centrum Nieuwegein. Ik ben deze zomer afgestudeerd aan de deeltijdopleiding Fysiotherapie bij Thim van der Laan, Hogeschool voor Fysiotherapie. Ik woon sinds 9 jaar in Nieuwegein en heb twee dochters van 8 en 10 jaar die allebei actief zijn met hockeyen en hardlopen. Dat doe ik graag samen met ze. Ik heb de opleiding ZwangerFit-docent gevolgd, en geef vanaf januari 2011 de cursus Vitaal Zwanger op de Mondriaanlaan. Deze cursus is bedoeld voor zwangere vrouwen en vrouwen die net bevallen zijn, die op een actieve wijze hun zwangerschap en de periode daarna willen ondersteunen. Naast bewegen zal er ook veel ruimte zijn voor uitleg over de zwangerschap, de bevalling en de periode na de bevalling. Meer informatie over de cursus zelf vindt u in onze folder ‘Vitaal Zwanger’. Enkelen van u heb ik inmiddels ontmoet, want naast de cursus Vitaal Zwanger die ik ga geven, kunt u mij tegenkomen als fysiotherapeut. De afgelopen maanden heb ik met veel plezier gewerkt bij het Paramedisch Centrum en binnen het Gezondheidscentrum als onderdeel van een groter geheel.
28
Winter 2010
Sanne de Jong, Huisarts in opleiding Mijn naam is Sanne de Jong, ik ben 26 jaar en per 1 september 2010 begonnen aan de huisartsopleiding te Utrecht. In het kader van deze opleiding zal ik komend jaar werkzaam zijn in de Huisartsenpraktijk Mondriaanlaan. Hier is dokter Van der Helm mijn opleider. Zij zal mij gedurende deze periode begeleiden. Mijn opleiding tot basisarts heb ik gevolgd in Maastricht en ben in de zomer van 2008 afgestudeerd. Na mijn opleiding heb ik vervolgens 2 jaar in Tilburg gewerkt. Het eerste jaar als zaalarts op verschillende afdelingen (Cardiologie, Longziekten, Geriatrie en Interne geneeskunde) en het tweede jaar als arts op de SEH (Spoedeisende hulp). Gedurende deze twee jaar heb ik veel dingen gezien en geleerd die me nu van pas komen in de huisartsenpraktijk. De reden dat ik huisarts wil worden is, dat ik vind dat je als huisarts heel dicht bij je patiënt kunt staan en dat je alle aspecten van een persoon in de gaten moet houden. Daarnaast is het werk ontzettend gevarieerd! Met mijn opleidingsplaats bij Huisartsenpraktijk Mondriaanlaan ben ik ontzettend blij. Het werken met meerdere artsen en andere disciplines in een praktijk is erg leerzaam en gezellig! Ik hoop dan ook de komende periode veel te leren en indien nodig u goed te kunnen helpen!
Winter 2010
29
Kunst in het gezondheidscentrum Schilderijen van Jeannet Avnon Van kind af aan heb ik tekenen en kleuren leuk gevonden. Ik kon urenlang tekenen achter de grote tekentafel als ik logeerde bij een oom die architect was en ook schilderde. Op de middelbare school waren de creatieve vakken mijn lievelingsvakken. Ik was aangenomen voor de opleiding leraar tekenen en textiele werkvormen. Maar.. heb toen toch voor het “’degelijke” gekozen: de verpleging. Ik had 20 jaar geen potlood of verfkwast meer aangeraakt, maar werd weer enthousiast toen ik begon op een soort ‘huisvrouwenclub’ met aquarelleren. Heb daarna nog een cursus aquarelleren op de Volksuniversiteit hier in Nieuwegein gevolgd en ging daarna zelf thuis met verf aan de slag. In 2005, nadat mijn kinderen het huis uitvlogen kreeg ik het verlangen om weer te gaan schilderen en het dit keer ook echt serieus aan te pakken. Ik heb in dat jaar een week tekencursus gevolgd bij Marianne Snoek. Dit was een cursus leren tekenen volgens de methode van Betty Edwards. Dit was een echte eye opener voor me. Vanaf 2006 volg ik de 4-jarige cursus bij Noor van Os, docente verbonden aan het kunstencentrum De Kom, hier in Nieuwegein. Sinds 2006 reserveer ik een week per jaar voor mezelf om in het buitenland bij andere kunstenaars te leren schilderen. Dat heb ik eerst twee keer gedaan bij Marian Gerrits met name de cursus ”creatief schilderen”. De laatste 2 jaar een week bij Guus van Lingen in Normandie. Bij hem heb ik de laatste zomer oneindig veel leren verfmengen. De koeienschilderijen zijn ontstaan door een opdracht bij Noor. De opdracht was eenvoudig: koeien schilderen, maar absoluut niet traditioneel zwart/bruin-wit, de lucht mag niet blauw zijn en het gras niet groen. Het schilderij: ”Proud to be Dutch” is daarvan het resultaat. Mijn laatste werken zijn de abstracte werken, die een spel zijn van kleur en compositie. Mijn schilderwerken kenmerken zich door een intens kleurgebruik en door een impressionistisch handschrift. Ik hoop dat u van deze expositie zult genieten. Jeannet Avnon exposeert gedurende het eerste kwartaal van 2011 in het Gezondheidscentrum aan de Mondriaanlaan. Op de achterzijde van deze krant treft een collage van haar werk aan. Als u interesse heeft in haar werk, kunt u dit via de balie van het Gezondheidscentrum laten weten.
30
Winter 2010
Samenstelling redactie Mw. C. Bartels, psycholoog Psychologenpraktijk Mondriaanlaan, Mondriaanlaan 7, 3431 GA Nieuwegein Mw. M. Bliek, wijkbewoner/patiënt Tristanlaan 8, 3438 VL Nieuwegein Dhr. L Dekker, coördinator EMC Nieuwegein Mondriaanlaan 7, 3431 GA Nieuwegein Mw. M. Frankhuisen, apotheker Apotheek Nieuwegein, Mondriaanlaan 5, 3431 GA Nieuwegein Dhr. G. Giskes, wijkbewoner/patiënt Romeolaan 2, 3438 VK Nieuwegein Mw. J. Gravesteijn de Vlas, fysiotherapeut Paramedisch Centrum, Mondriaanlaan 9, 3431 GA Nieuwegein Mw. N. de Hartog, huisarts Huisartsenpraktijk Mondriaanlaan, Mondriaanlaan 7, 3431 GA Nieuwegein Dhr. H. van der Heu, wijkbewoner/patiënt, foto’s Salamanderweide 9, 3437 VH Nieuwegein Mw. M. Jaklofsky, diëtist Vialente, Mondriaanlaan 7, 3431 GA Nieuwegein Mw. C. Swart, praktijkmanager Huisartsenpraktijk Mondriaanlaan , Mondriaanlaan 7, 3431 GA Nieuwegein Mw. Y. van Viegen, oefentherapeut Cesar Paramedisch Centrum, Mondriaanlaan 9, 3431 GA Nieuwegein Ook uw bijdragen in de vorm van vragen, opmerkingen, verzoeken om artikelen over een bepaald onderwerp blijven zeer gewenst. U kunt altijd contact opnemen met een van de redactieleden of een briefje sturen naar het redactieadres: Redactie gezondheidskrant Mondriaanlaan 7 3431 GA Nieuwegein. E-mail:
[email protected] Winter 2010
31