Home
Add Document
Sign In
Register
gezegd, zelfs dat men hoopt Verkade over drie jaar in den Koninklijken Schouwburg terug te zien
Home
gezegd, zelfs dat men hoopt Verkade over drie jaar in den Koninklijken Schouwburg terug te zien
1 vïdres v.2 ! +^mw:p*mmi*.... ^-^1...^;.:. J^^.^?a.^, :,..,*... -Jj w*zr ^s eïbolbn EN TOEKOMST op het Filmscherm en de Planken \ Historisc...
Author:
Johanna van der Pol
89 downloads
142 Views
10MB Size
Report
DOWNLOAD PDF
Recommend Documents
komt dat zien! renovatie schouwburg kunstmin dordrecht
Komt dat zien! Circus in Den Domp
DE GESCHIEDENIS VAN DEN KONINKLIJKEN SLAAF
Geschiedenis van den Amsterdamschen schouwburg
Wij wensen U een prettig jaar verder en hopen u terug te zien aankomende zomer!
Dat men niet zal vergeten, dat men zal blijven herdenken. Dat men niet zal vergeten, dat men zal blijven herdenken
Heupdysplasie. In deze folder is terug te vinden, informatie over:
Drie jaar leesverbeterplan obs Roombeek te Enschede
Schouwburg de Kampanje Den Helder
dat men het goed van den ongeboornen niet mag verkoopen
Drie manieren om naar huis terug te keren?
NUTH HULSBERG SCHIMMERT VAESRADE WIJNANDSRADE ULESTRATEN GENHOUT SPA UBEEK KELMOND GEVERIK. Nuth houdt komende drie jaar zelfs geld over
OVERHEAD TE BELANGRIJK OM OVER HET HOOFD TE ZIEN
Heeft Jezus gezegd dat Hij God is?
DRIE JAAR DRIE MAANDEN DRIE WEKEN
In gewone taal gezegd
Tularemie na 60 jaar terug in Nederland?
60 jaar terug in de tijd
Zandvoortse. Onenigheid over vergoedingen voor zendmast. Een beeld dat veelvuldig was te zien deze zomer
Men Liberec, den 1.,
In Le petit Larousse staat: Continent is een uitgestrekt landoppervlak dat men kan doorkruisen zonder zeeën over te steken
Deze trend zien we ook terug in het Nederlandse bedrijfsleven
hoopt u te leren? Accenten op
Wageningen meegenomen in schetsontwerp? Hoe zien we dit terug? Dit is niet specifiek terug te zien omdat het een integrale aanpak betreft
,,.,.
-^^-^.y,^™™,-,, ;;
.a-
-"- "S«4Jf^W
i^^^^^MW^i
O
-.O'
..©:
to
-.O.
91
OROOMBsLIBFOB
TEKST VAN PÏET KAAT
my 1
— l r**—
1
* J^
m
^M S j j
é
J
^
31 k ^w ■ il*
-i
?p#
M
M f^ r^
«
S
Ü/focw ww.dewd4cwJp^.j&&u40.M.fpm2i
*
Vivel.wMMwvïmMt.-ac.
z^ß rt
^^ ^
^Ü3
i üffi 1
^
i
W
*
ytolcm>,$famc
JJ'lr rr Mr "r JiUT g
"^Tj
^
^
VJ-WM
^
?
s
im^ukmmt
i Jß
J^
\^ .J& faiuAiw \m 'ijM.uJnxp niat.
^
g Jij pi ^ t
J JJI^
■f. (■■Ujtvtii.vewmdiiM jé'iw.vM/md/iw Jud. je, jiUtvi.-od'
l^r ^S JT^w ^
f'iiHfrj
(j
Üüüi
CyM^4%
Äs
MO^SBK VAN W. P. A, FRANSE
fe
a
64 ï -a é f
i ■r
i
Sm
^
m, mpv wii
1^,
m
fg P
KM?a&ybc*
1^ -i^ "vanhi
f Pa a ?ééé P<M
ï M^W
1
jit"
i^ óiU
B
IP
^
^
Ä
I
iv rip
J<w
^r" jx^Süj
êt ^
wnfftkelfoMi
Als in stille a /ondluister Mijn gedachten droomwaarts gaan, Voel ik machteloos dierK1.kluister — Dat wij nimmer samen gaan. — Enkel maar een roz' papierke, Teere woordjes — sprank'lend licht 'k Sluit ze door een heel klein kierke In mijn harte veilig dicht.
^
0(1 WOW
m.
j
fo
j»
Jief ócfity
^
^
^
ir
1 p
FTIP
W
MW^ioJp
o
imu
J
££
i
/
ü
^
o
iÈ
ii
REFREIN (3e couplet): Annie, mijn meiske, dan zal je lief schrijven. Spreken van vroegere frischheid en kracht. Van onze liefde, die eenzaam moest blijven, Tot ons omsluiert de eeuwige nacht.. .,
^
gÜ Zakjfy
è #
p
^
lp
^
/0(MV ^aC,
i
..je/
.^~~*
S ?■
m
p-
m al'
^
fyew ■gï .bdymd-
^ ^^^
h
ifcf.
MM W^ P
^^
O
S$g£ui
f^^
Pii »i ^J j^|
Ä
i
^ m*-
3t
.
^
èt
lp
^IcJ- HJ^^j
mok
vtyfoflc..
Laat onze droom maar droomen blijven. Zoet geheim van schrijnend hart. Blijf mij af en toe dan schrijven — 't Wreede noodlot niet getart. En als jaren zijn verstreken — Als wij oud zijn — en vergrijsd. Dan nog zullen briefkens spreken, „Droorrtgeluk", dat weer herrijst.'
^^
.—
.- ,
G
\
vïdres v.
!
eïBOlBN EN TOEKOMST
■—+^mw:p*mmi*
TICTTOONEELWERKMWEEK DE P. P. C.
op het Filmscherm en de Planken \ Historische films zijn op 't oogenjblik nog in trek, het publiek ziet sze graag, vooral wanneer men gebeurtenissen mag aanschouwen uit Jhet leven van personen, die bij ieder Ibekend zijn en aan wier namen een 'ongekend aantal fantastische verhalen of anecdoten verbonden zijn. Een figuur, welker naam nog alltijd een fascineerenden invloed op de massa heeft uitgeoefend is Marie Antoinette. En dat zij in meerdere ^historische filmwerken naar voren *komt behoeft geen verwondering te baren. Er is nu.een film verschenen, 'geheel aan haar gewijd en in Am■'sterdam zijn de vertooningen er van Voorafgegaan door een grootsch opiigezetten proloog. Die gebeurtenis theeft plaats in het bioscooppaleis jvan Tuschinski. Wanneer in dit theater iets wordt »ndernomen, wordt er niet op gelet, W daarmee enorme sommen heengaan. Hoofdzaak is, dat er iets bijjzonders wordt geboden en zoo kan (men daar een proloog voor het hier genoemde filmwerk aanschouwen, waaraan alleen tooneelartisten van er!kende namen medewerking verleenen. -J Er is in de afgeloopen dagen op Jtooneelgebied heel wat gebeurd, dat /nu juist niet alles tot blijdschap stemt. ; De N. V. „Het Nederlandsch JTooneel" is uiteen gegaan. Het Inegen-maandsoh seizoen is afgeroepen. Maar ditmaal is deze schei;ding van grooter beteekenis dan jvorige jaren. Thans is 't voor de jaotrioes en acteurs niet een sohei(ding voor korten tijd, om straks gezamenlijk met nieuwen moed en •nieuwe energie den arbeid te herJvatton, nu is 't het beëindigen gejweest van een belangrijk tijdperk jin onze tooneelhistorie, het bespelen ivan den Amsterdamschen Stadsfechouwburg onder dr. Willem Royjaards' leiding.
POTASCH EN
IN DE FIJNHEID
V4AURUS PERLEMOER is een jaar getrouwd met Ruth Goldman •l -'■ en geeft ter eere van dien gedenkdag een soiree. Boris Andrejef, getrouwd met Irma Potasch, brengt zijn vriend Mr. Fixberg, een neef van den grooten Steuermann, mee, die Potasch en Perlemoer tracht te winnen voor het stichten eener naamlooze vennootschap met een kapitaal van IJ millioen. Perlemoer. die hooger op wil, is er gemakkelijk voor te vinden. Potasch durft er niet aan, maar zwicht ten slotte, als de groote Steuermann het plan goedkeurt. In den volgenden familieraad oppert Ruth allerlei bezwaren. Men fuistert niet naar haar en in principe wordt besloten tot het omzetten der firma Potasch en Perlemoer in een N.V. Zij besluiten daartoe te eerder, daar de groote firma B. Gans, een firma die het algemeene vertrouwen geniet, óók in de N.V. zal worden opgenomen. De firma B. Gans staat echter heel zwak en B. Gans hoopt daardoor uit groote moeielijkheden' te geraken. Ruth Perlemoer heeft een grooten afkeer voor hem. omdat hij haar zijn galanterieën opdringt. Om" hem te ontmaskeren en daardoor het stichten der N.V. te voorkomen, laat zij zich zijn beleefdheden aanleunen. Op de laatste vergadering krijgen Potasch en Perlemoer oneenigheid — de firma wordt ontbonden — Potasch uitgekocht en Perlemoer gaat alleen met B. Gans en de eventueele aandeelhouders de „fijnheid" in. De nieuwe zaak is grootscheeps ingericht en de aandeelen gaan grif van de hand. Gans wordt tegenover Ruth steeds vrijpostiger en dringender. Hij stelt haar zelfs voor met hem naar Canada te gaan en na haar echtscheiding met hem te trouwen. Om aan het noodige geld te komen, verandert hij de pas ontvangen cheque voor een week salaris k $ 1000 in $ 1001,850 en int die bij de bank. Als Ruth haar man van alles op de hoogte brengt, neemt Gans de vlucht. De politie, meenende dat Perlemoer fraude heeft gepleegd, wil hem arresteeren. Dan komt Potasch tusschenbeide. Hij stelt de hem uitbetaalde $ 85000 beschikbaar, de aandeelhouders worden niet te kort gedaan. Perlemoer blijft in vrijheid en begint — in denzelfden Winkel waarin hij eens met Potasch de kleine confectiezaak begon — opnieuw de firma Potasch en Perlemoer. Foto Couvie
. —.... ^-^1...^;
w*zr Thans zullen we met September Haghespelers-Comoedia er zien. De leider van 't eerstgenoemde van deze beide gezelschappen heeft ook dezer dagen afscheid genomen van Den Haag. En opmerkelijk is, dat men er hem even ongaarne ziet vertrekken als Royaards uit den Stadsschouwburg. Ook dit is onomwonden gezegd, zelfs dat men hoopt Verkade over drie jaar in den Koninklijken Schouwburg terug te zien. I n Rotterdam heeft de afscheidsvoorstelling van Marie van EysdenVink plaats gehad. En wanneer na dien avond onze gevierde actrice mocht besluiten om nimmer ook maar een gastrol te vervullen, dan moet ze toch wel buitengewoon hardvochtig van aard zijn. leder weet, dat ze juist een zeer gevoelige vrouw is en daarom blijft de hoop, dat ze zich nog wel eens zal laten vermurwen om met haar öttde gezelschap uit liefde voor haar kunst en eveneens voor de talloos velen die haar groote bewondering en een liefdevol hart toedragen een gasttournéetje te maken. Zoo'n huldiging kan niet zonder gevolgen blijven! Nog een ander afscheid moeten we, helaas, boeken. Zij 't dan geen heengaan van de planken, dan toch uit de Nederlandsche tooneelwereld. Hubert la Roche heeft ons land vaarwel gezegd, hij gaat naar Antwerpen, om er de artistieke leiding in het Volksgebouw op zich te nemen — misschien wel in de hoop er het volgend seizoen den grooten schouwburg te betrekken. — Voor La Roche moet 't eensdeels een genoegen zijn weer in z'n vaderland terug te keeren, maar hij zal toch ook wél met eenige droefenis in 't hart heengaan, want heeft hij hier niet z'n mooiste artistieke triomfen gevierd? We hebben echter een troost. Reeds eerder is La Roche na een verblijf in den Amstëfdamscfiën Stadsschouwburg waaraan vele mooie herinneringen verbonden waren, naar België gegaan, dooh we hebben hem in onze Nederlandsche Schouwburgzalen weer zien verschijnen. Dat geeft hoop voor de toekomst. Als de terugkeer dan maar niet te lang op zich laat wachten? Zoo zijn alle'"aanwijzingen daar, dat het tooneelseizoen afgeloopen is, dat we thans komen in de dagen van de zomer-campagnes met de lichtere kost en met de openluchtvoorstellingen. Het weer zal echter heel wat moeten opknappen, indien de laatste succes zullen mogen boeken. De permanente noord-ooster zou anders het zomer-seizoen wel eens kunnen bederven, zooals de malaise het seizoen tot een schadepost voor bijna alle gezelschappen heeft gemaakt.
NORAMA (H.A.P.-rlLM. DEN HAAG)
CHARLES SPENCER, een Amerikaansch mijningenieur, deponeert in Londen zijn groot kapitaal aandeelen bij Mark Bower, een multi-millionnair/die in alle hoofdsteden van Europa bekend is. Tot de vriendinnen van dezen man behooren o.a. Millicent Jacques, een actrice, Helen Wynton, verslaggeefster van „Argus" (zij woont bij een professor in de insectkunde, Lemmenois, in huis) en Etta Stampa, een pleegkind van dezen professor. Helen maakt kennis met Spencer op een receptie bij Mark Bower en deze bewerkt, zonder dat hij het weet, dat zij naar de wintersportfeesten in Sint Moritz wordt gezonden voor haar blad. Ook Bower is getroffen door de schoonheid van Helen en weldra bemerkt Millicent, de tooneelspeelster, dat zij door Bower verwaarloosd wordt. In St. Moritz ontmoeten Helen, Spencer en Bower elkaar weer. Zij zullen een bergtocht maken en nemen een gids. Stampa genaamd. Bower begrijpt, dat hij voor den vader van Etta staat, het jonge meisje, dat zijn vriendinnetje is geworden. Helen hoort van Millicent, dat Spencer de onkosten van haar verblijf in Zwitserland betaalt en trekt zich terug van alles naar Majola Kulm. Bower en Spencer volgen haar echter. Helen heeft den ouden Stampa weten over te halen zijn dochter vergiffenis te schenken, Etta wordt getelegrafeerd en komt terug. Millicent vertelt hem, dat Bower de man is, die zijn dochter heeft getracht op het slechte pad te brengen. Vader Stampa spoedt zich dientengevolge naar
V
CEMT
i SPECIAL SIGARET .:.J^^.^?a.^, :■
,..,*..
^s
. -Jj
Majola Kulm, waar hij van Helen verneemt, dat Spencer en Bower in de berghut in een gevecht zijn gewikkeld. De gids stormt naar binnen en weet de beide mannen na een hevige worsteling te scheiden. Na een vreeselijk gevecht, dat nu tusschen den gids en Bower ontstaat, valt de laatste in een diepen afgrond... en Stampa heeft de eer van zijn dochter gewroken. Een ontroerend drama, dat zich afspeelt te midden van de prachtige natuur te Sint Moritz en dat ons de wraak van een alpengids laat zien geeft deze film weer; het is de Hapfilm die dit werk, dat thans in het W.B.-Theater te Rotterdam loopt, uitbrengt.
—•
-
KUNST OF DE FLANKEN EN FN DE VRIJE NATUUR
FIENTJE Ö3B ILA. MAR
JACQOBS R3B03L3B
Ze is ongetwijfeld een der meest populaire figuren van het cabaret, op het terrein van de klein-kunst. Daarom waren we verheugd van onzen Amsterdamschen fotograaf Siegfried de Groot te mogen vernemen, dat ze zich bereid had verklaard om in haar eigen interieur voor ons blad te willen poseeren. We meenden onzen lezers weer eens een paar nieuwe beeltenissen van de geliefde artiste te moeten brengen. Zóó heeft dan onze titelpagina Fientje de la Mar, verdiept in haar lectuur, kunnen geven en brengen we daarnaast behalve een mooie foto en face hier nog een alleraardigst interieur-kiekje van Fientje bij haar planten. Moeten we over deze ras-artiste nog iets zeggen ? Is 't eigenlijk geen malligheid om van de dochter van den kunstenaar-bij-de-gratie-Gods Nap de la Mar, nog eenige bijzonderheden mee te deelen ? Al een paar maal hebben we bij foto's een en ander van haar gezegd en heusch, we zullen ditmaal niet vertellen, dat ze op de H.B.S. geen zoet kindje was, dat ze dansles nam bij Angèle Sydow, dat ze zoo verbazend veel succes mocht oogsten te samen met Margie Morris. Daar beginnen we nu toch; maar onze ruimte is, zooals men ziet, beperkt en we zullen 't hier dan ook heusch bij laten.
Onwillekeurig denken we terug aan den glorietijd van het oude Neerlandsch, toen we Jacques Reule's sublieme vertolking zagen van Prins Karl Heinz in „Oud Heidelberg", Vioomte André in „Het Lied van alle Tijden", Louis in „Pro Domo", etc. Hoeveel bakvischjes adoreeren hem niet om zijn Lord Jerry in ..Peggy", m'n kind. Helaas we zagen Jacques Reule weinig in zijn lievelingsrollen in den laatsten tijd, doch vanaf 2 Mei treedt hij op in een grootsche proloog bij de monumentale film ..Marie Antoinette" in het Theater Tuchinski te Amsterdam. We kunnen ook nog melden, dat Jacques Reule deel zal uitmaken van de combinatie der artisten der Kon, Ver. „Het Ned. Tooneel', die in Juni den Stadsschouwburg zullen bespelen. Waar Jacques Reule het volgend seizoen verbonden is, is nog niet met zekerheid te zeggen. We. leven tegenwoordig, wat het tooneel betreft, toch in een tijd van spanning. Dienaangaande hoort men steeds weer elkaar tegensprekende geruchten. Maar we twijfelen er niet aan, of een onzer belangrijkste gezelschappen zal beslag leggen op Reule. Hij is wel een der beste krachten en voor eiken troep is hij een waardevolle "aanwinst
Afscheidsreceptie van Mevr. v. Eysden-VInk In den foyer van den Grooten schouwburg te Rotterdam, hield deze gevierde actrice haar afscheidsreceptie. Haar bijzondere verdiensten werden warm gehtridiff De Koningin heeft haar de Oranje-Nassauorde geschonken. Op onze foto ziet men mevr. van Eysden met haar man, omringd door bloemen en geschenke
©
tit
MT
^ J/^ÏP ii
^' '-"^''-if'
ir
.^JI^P. • ,-. i ■■*■
-. O
G
Dr. Royaards neemt afscheid van den Stadsschouwburg, die in het volgend seizoen niet meer door zijn gezelschap zal worden bespeeld. Royaards als Markies de la Seigliere, naast hem mevr. Royaards.
De heer en mevr. Royaards De afscheidsvoorstellina der Hashespelers
(fotoCoret)
Ed. Verkade met zijn medespelers te midden van de bloemen bij de afscheidsavcuid, welke met een voorstelling van .Naar het U lijkt" werd gevuld. tl
verlaten de Stadsschouwburg te Amsterda na deze vier jaar tang te hebben bespeeld ongetwijfeld het amsterdamsche publiek grooten dank te hebben verplicht.
\
©
fo G. de Groot. Amsterdam
El>0«^ —<$>« SS»©
Iets nieuws op theater-gebied
De feesten ter eere van den l-nei vierlns
Het Tuschinsky theater te Amsterdam brengt iets nieuws. De film wordt onderbroken en door tooneelspel aangevuld, geheel in dezelfde trant, waarin bekende kunstenaars optreden.
Knapen en meisjes van de Ned. Jeugdclub voeren,om de In het Oosterpark opgericht meiboom, dansen uit.
*ilft*i*ti.-m,w-**t.-i -4--
•
. ■■
^wm^mm^ ,11 jyppppi
■.
m, orfbal te Amsterdam het ParkschouwburgtcrI speelde D.T.V. tegen D.E.V.
Een estafette-loop
welke door de Amsterdamsche atheliekclub werd gehouden.
Veldloop door Zandvoort
georganiseerd door de verceniging voor Vreemdelingenverkeer „Zandvoort's BloeüL
ONS SPORTHOEKJE
'an de Olympiade. De Sportkroniek, het officieel [gaan van den N.V.B, meldt, dat Nederlandsche Elftalcommissie in ■aar vergadering van Woensdag April 1.1. de 22 spelers koos n Nederland te vertegenwoorigen op de Olympische voetbaledstrijden, welke van 25 Mei tot Juni a.s. te Parijs zullen worden ïhouden. ^iet minder dan 17 Westelijke jelers zijn dus gekozen. Bovendien aan er 2 Noordelijke en 3 Zuidejke spelers mede. Uit het Oosten i niemand gekozen, hetgeen ons jijt. De jongste wedstrijdbewees, dat r in Holland nog wel een geestriftig elftal samen te stellen is. ooral de voorhoede speelde in Ant'erpen heel wat beter, dan in Am»rdam tegen de Duitschers. De fatris was in Antwerpen niet geheel n al fit, zal wat rust houden en oopt zich in Parijs van z'n beste l)de te laten zien. Zondag 4 Mei angt in Parijs het tweede deel der »lympische spelen aan. Hadden we »Januari in Chamonix de winterpelen, ditmaal komt Rugby aan e beurt. Deze wedstrijden worden , II en 18 Mei in het nieuwe adion te Colombes gehouden. Het adion zal echter officieel eerst Juli door president Millerand woran geopend. Te zijner tijd zullen e onze lezers van een en ander ) de hoogte houden.
p het vlugge rad. Hieronder den beloofden fietstocht. Is een 3-daagsche. Ik veronderel, dat de lezers en lezeressen, die ai locht willen maken, zorgen zich ir eerste gelegenheid naar Utrecht begeven en aldaar te ± halfelf reed zijn om op te stijgen. Den eersten dag wordt gereden tredit—Arnhem, langs den schitnenden rijksstraatweg. Afstand .2 K.M. De tocht gaat dus via Bildt, Zeist, Driebergen, Doorn, nerongen, Rhenen, Wageningen, mkum, Heelsum, Oosterbeek naar nhem. Een geschikt hotel vinden de toe-
Lansebaan-draverijen op de N.V. Kennrmer Sportclub te Alkmaar, (^peningsprijs. Gezicht op de baan.
PE WIEiERWEDSTRI3DEW TE AMSTERDAM
L. Vanderstnyft die de wedstrijd 4e beslissingsrit Toor beroepsrijders over 800 Meter op punten won.
Zondagmiddag werd op de wielerbaan in het Amsterdamsche ataaion het seizoen 1924 geopend. Start afvalswedstrijd yoor nieuwelingen.
3. Blshaar ue startT*n den wedstrijd Ie beslissingsrit «an den sprinfwedstrüd voor beroepsrijdersoverSOOM.V.I.n.r.CTBlekemolen.J Schlebaum L. Vandetstuytt. J. Miquel.
Winnaar T. den wedstrijd 3e beslissingsrit van den sprintwedstrijd voor beroepsrijders over 800 M.
WIElEBWEPSreODEN TE POTTEBDAM
die-de 10. 15 en 20 K.M. wedstrijd met motorgangroaking won
risten De Constabel en Hotel „De Pauw" beiden in de Pauwstraat. Vooral het eerstgenoemde, waarvan de heer Boekholt eigenaar is, is ons uit ervaring als uitmuntend bekend. Daar het een druk bezocht reizigershotel ts, zal men goed doen z'n komst van voren te melden. De ligging van beide hotels in het centrum van Arnhem, is zeer gunstig. Binnen weinige minuten is men op de fiets in alle richtingen buiten de stad. Als pleisterplaats voor de lunch zouden we willen aanbevelen Café Cunera Ie Rhenen, alwaar we tusschen half één en één uur kunnen aankomen. Genoemd café ligt aan den voet van den spoorbrug over den Rijn, dus vlak bij de kom van het dorp en beneden den dijk. Het is genoemd naar Rhenen's beroemden Cuneratoren, een schitterend bouwwerk. Wil men vroeger pleisteren, met het oog op den reeds afgelegden spoorreis, dan biedt Doorn een prachtige gelegenheid in de hotels en café's „Pabst" en „Lagerweg". Of genoemde eigenaren er op dit oogenblik nog in zijn is mij niet bekend. Men vindt ze gemakkelijk, daar ze aan de rechterhand aan den rijksstraatweg liggen. We zullen nu overgaan tot een gedetailleerde beschrijving van den eersten dag. Utrecht —Arnhem 63,2 K.M. Deze route is te verdeelen in de volgende etappen: Utrecht—de Bildt 5.2 K.M., De Bildt—Zeist 4.6 K.M., Zeist—Driebergen 4.6 K.M., Driebergen—Doorn 5 K.M., Doorn—Amerongen 9.2 K.M., Amerongen-Rhenen 8.8 K.M., Rhenen—Wageningen 7.1 K.M., Wageningen-Renkum4.8 K.M. Renkum—Heelsum 2.3 K.M., Heelsum—Oosterbeek 6.5 K.M., Oosterbeek—Arnhem 4.3 K.M. In ieder geval houden we in Doorn een korte rust van ± 15 minuten en drinken er een kopje koffie. Na den treinreis hebben we dan ongeveer 20 K.M. gepeddeld en dus wel wat verdiend. Wij voor ons achten het dan nog te vroeg voor een twaalfuurtje en trappen dus na onze kleine rust door tot Rhenen. Wordt vervolgd. VETERAAN.
'■>,
Eduard Subin was de assistent van Mr. Moorde, den bekenden advokaat. Hij had geen gemakkelijke betrekking, want zijn patroon was veeleischend, doch Eduard vond het niet erg om zich te moeten inspannen. Het personeel van den rechtskundige was niet groot, eigenlijk veel te klein voor den arbeid, die gedaan moest worden. Vandaar dat het meer dan eens voorkwam, dat een nieuwe typiste noodig was, omdat de meisjes liever op een «wider kantoor waren, dan dat zij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bezig moesten zijn. Meer dan eens had Subin zijn patroon voorgeslagen een tweede typiste er bij te nemen, doch dan weigerde de advocaat steeds. Leer dit van mij Subin, placht hij te zeggen, zoodra je twee menschen aan hetzelfde werk zet, dan doen ze met hun tweeën net zooveel als één alleen. Werkelijk, mijn menschenkennis bedriegt mij nooit. Die menschenkennis van Mr. Moorde was een nagel aan Subin's doodkist. Te pas en te onpas werd ze uitgespeeld, want sinds de president van de rechtbank Mr. Moorde den eenigen advocaat met menschenkennis had genoemd, was er geen houden meer aan. Dus was er permanent behoefte aan een nieuwe typiste. En eens per kwartaal moest Subin zeker zitting houden om de sollicitanten aan een voorproef te onderwerpen. Dit was weder het geval op den donderdag, waarop ons verhaal begint. Subin was maar wat vroeger gekomen, teneinde de post te sorteeren en het beginwerk te doen, voordat de juffrouwen zich kwamen aanmelden. Ternauwernood was hij met het voorbereidende werk gereed of er werd geklopt. Dat is wel een heele vroege, mompelde de jonge man, toen hij ging openmaken. Hij werd getroffen door het buitengewoon lieve gezichtje dezer sollicitante. U zult nog wat moeten wachten, zei hij vriendelijk, mijnheer komt niet vóór 10 uur. Gaat u hier maar zitten. Het meisje was blijkbaar eig verlegen. Haar japon zag er niet florissant uit. Subin constateerde, dat het deze jonge dame schijnbaar niet voor den wind was gegaan. *
MiChel Klein (3 maanden)
WIE EN WAAROM
levrouw A. M. den Tex f
WA. E. Mans feldtf
A. de Graa« f
Na 43 laar
Te Den Haag is op 81-jarigen leeftijd overleden de heer A. de Graag, gep. dirigeerend officier van gezondheid.
De heer G. van Bellen verliet 1 Mei zijn betrekking alsprovianden voedinqmeester aan hei Rijks-Academisen Ziekenhuis te Leiden
Vilf-en-viiftig jaar getrouwd
Zeventig jaar
Het echtpaar J. Vijzelaaren A.Vijzelaar-Buiten te Purmerend vierde hun SS-jarig huwelijksfeest. Beide zijn 80 jaar en genieten nog een flinke gezondheid.
DeheerR.Schu i ling teDcventerhooptweldra zijn 70sten verjaardag te herdenken.
25 jaar bil de politie
Te Naarden is overleden op 52-jangen leeftijd mevr. A. M. den Tez-Boissevain, weduwe van mr. G. M. den Tex, den vroegeren directeur der Surin aam sehe bank.
In den ouderdom van 68 jaar is te Arnhem OTerleden de heer W. A. E. Mansfeldt, gep. Luit. Kolonel der Infanterie.
P.N.Goudswaard te Rotterdam vierdezijn zilveren ambtsfeest.
DE VERJAARDAG VAN HET PRINSESJE
Op 30 April vond de huldebetooginq plaats aan Prinses Juliana, ter gelegenheid van haar ISen verjaardag, voor bet Huis ten Bosch.
Hoe is uw naam en hoc out zijt ge, vroeg hij ; de heerMoordi Vil gaarne, dat ik hem schriftelij] alle inlichtingen over de solli citanten geef. Mary Uphorst, 22 jaar. Uw adres ? Het meisje aarzelde. Ëdwan zag hoe zij het hoofd afwendde ei schreide. M'n adres kan ik u nie geven. Ik ben vanmorgen weg gegaan, omdat de juffrouw m3 m'n kamers heeft opgezegd. Il kon haar niet meer betalen. M*! vader stierf voor een half jaar « liet mij slechts een klein bedra. na. Al dien tijd heb ik tevergeeJ naar werk gezocht en nu..-?-: nu ben ik ten einde raad Ik wilde, dat 't mij mögelijl zou zijn u aan de betrekking t helpen. Maar m'n patroon beslis altijd zelf. Hij is een beste, maa eigenaardige man Z'n zwakk zijde is, dat hij meent uit d menschen hun gezicht en houdin hun karakter te kunnen opmaket U zoudt hiermede uw voorde« kunnen doen. Maar wacht eemf ik geloof dat mijnheer vanmorgei extra vroeg is. Daar boft u mee Subin ging naar het priv^ kantoor en kwam een kwartiert^ later terug met de vraag of jui frouw Uphorst binnen wild komen. Het meisje volgde zijn uil noodiging. Men kon zien, dat z erg zenuwachtig was. 'n OogCT blikje nadat zij bij den patroo was binnengelaten, kwam dea bij Subin en vroeg waarom h hem niet als gewoonlijk de gt schreven informaties had ge geven. Edward haastte zich 01 de fout te herstellen. Spoedig daarop verscheen he meisje weer. Mijnheer denkt, dat ik nie genoeg ervaring heb. 't Is altif wat, voegde ze er bitter aan tot Maar u heeft er geen schuld aar Ik dank u wel voor uw vrien delijkheid. Edward liet haar uit. 't Dee hem leed, dat hij het meisje nie meer terug" zou zien en zij aangeboren verlegenheid ovei winnend vroeg hij: Kan ik u no eens ontmoeten, juffrouw Up horst. Toe zeg niet neen. Kt» vanavond halfzeven in hé postkantoor aan den overkanl Werkelijk ik meen niets verkeerd met u. Het meisje knikte van ji Kort daarop belde de advocaai Hebt ge het adres van die typist« 't Is gek, maar ik weet, dat i daarnet voordat ze binnenkwdï twee gulden op tafel had CfteQ en nu zie ik ze niet. Ze vas éö oogenblikje hier alleen, Uien i
.
—^Mg
■
j je op kantoor kwam. Niemand verder hier geweest. Die mededeeling, sneed Edard door liet hart. Op hetzelfde oogcnblik ging de lefoon. Het was een wand)estel en de advocaat moest zich nwenden om te spreken. Hij ig dus niet hoe zijn assistent uks in zijn zak ging en achter it- sigarenkistje twee gulden erlegde. Toen Mr. Moorde zich weer draaide, wees Subin hem chend op het geld. I)e diefstal verdwenen. U schijnt het geld shter het kistje t« hebben gelegd. Zoo, antwoordde de advocaat roogjes. Gelukkig maar, dat t geld terug is. Dat spaart el gezeur. Een half uur later werd Subin eer op kantoor geroepen. Toch is het geen recht spul met at meisje, begon zijn patroon eer. Terwijl zij hier was stond brandkast open. Ik weet ker, dat ik een pakje met untjes van tien, in het geheel anderd gulden, hier vooraan »d bggen. Dat geld is nu ook eg en ik weet ditmaal zeker, it het niet achter het kistje t. Daar moet iemand aan eweejit zijn. En die iemand kan igenfijk niemand anders zijn dan t meisje.- Het vervelende is dat direct w-eg moet. Vanmiddag eb ik een conferentie buiten e stad. O]) zijn vroegst kan t zaterdag terug zijn. Tracht e zaak op te lossen. Meng er efst de politie niet in. Doch als ij voor Zaterdag niets weet, an zal ik er wel werk van loeten maken, "t Schijnt een eraffineerde jonge dame te zijn, ie we zoo niet mogen laten )open. Mr. Moord e deed daarna de Dopende zaken af en gaf zijn ssistent de noodige instructies. )eze had moeite om zijn gedachte ij zijn werk te houden. Voortürend moest hij aan het meisje enken en aan de vreeselijke eleurs tel ling, die zij had teweeggebracht. Eigenlijk meer nog ian wat met haar moest gebeuren vanneer ze betrapt w^erd. ...Yoor half zeven was hij ä avonds in het postkantoor en lij wachtte daar tot half acht. )och Mary Uphorst kwam niet. Subin voelde zich vreeselijk eleurg»steld. Vrijdag tusschen zijn werk, zag ij voortdurend haar beeld voor ich, wanneer hij tusschen zijn rerk maar even gelegenheid ad om aan haar te denken. En nog kon hij niet begrijpen, oe het mogelijk was, dat zij oo'n geraffineerde dievegge was. Het was heel druk op kantoor Q Subin was verplicht 's avonds ïrug te komen. Daarom besloot' ij in de stad te eten en niet eerst aar huis te gaan. Op weg naar het restaurant. aar zijn patroon en hij in zulke svallen meestal aten, zag hij m bekend figuurtje voor zich it gaan. Dat moest Mary Uphorst zijn. ij herkende haar direct. Doch ichterbij komende, bemerkte hij )k hoe groot dè verandering was ie zij had ondergaan. De ouder-
Zeldzame reizigers Met de „Samarinde" werden te Rotterdam o.a. twee jonge olifanten aangebracht
wetsche hoed was door een coquette modehoed vervangen, het mantelpak zag er keurig uit en het meisje droeg nieuwe schoenen. Waar van daan kwam deze plotselinge omwenteling ? Nu vatte de argwaan ook bij Subin post. Hij haalde haar in en zag, dat hij zich niet vergist had. Dag juffrouw Uphorst, sprak hij haar aan. 't Meisje herkende hem en kreeg een kleur. Schuldgevoel concludeerde Subin. Zoudt u mij het genoegen willen doen, om met mij mee te gaan. Ik wilde daarginds in het Mayflower restaurant iet* eten en moet u dringend spreken. 't Meisje aateelde, doch gaf ten slotte aan zijn uituoodiging gehoor. In het restaurant vonden zij een onbezet tafeltje vanwaar men op de deur keek. Waarom is u gisterenavond niet gekomen ? Het meisje keek niet op. En weer bloosde zij. Subin wist eigenlijk niet goed hoe hij het gesprek moest voortzetten en terwijl hij naar zijn woorden zocht, keek hij op. In den ingang van de deur stond Mr. Moorde, zijn patroon en keek naar hem. De advocaat zag eerst naar hem en dan naar, het meisje, dat hij ook blijkbaar herkende, vervolgens draaide hij zich om en verdween. Subin kon precies volgen wat er in den geest van zijn patroon moest omgaan, nu hij zijn assistent daar zoo in een tète-atêtc met de „verdachte" had zien zitten. Het fing om zijn positie, dat begreep Edward en desniettegenstaande dacht hij meer aan het lot van het meisje, dan aan het zijne.
Tot zijn geluk had hij nog niets besteld en kon hij dus weggaan. Ik kom direct terug zei hij tot den kellner en tot zijn verbaasde gezellin sprak hij kortaf. Ga onmiddellijk mee. Ik moet u spreken. Het meisje volgde hem. Zij sloegen een zijstraat in. Kom hier om acht uur. Gij moet aanwezig zijn. Het is voor uw bestwil. Ik reken op u. Het meisje had geen tijd om een vraag te stellen. Subin was reeds weg. Doch zij begreep dat het een ernstige kwestie was. De jongeman, was zonder aarzelen naar kantoor teruggegaan. Hier betrof het niet alleen zijn eigen toekomst, maar ook het lot van het meisje, voor wie hij zich, onbegrijpelijke sentimaliteit, nog meer interesseerde dan voor zich zelf. Mr. Moorde belde direct, nadat hij hoorde, dat Subin op kantoor was en de jongeman trad het privévertrek binnen. Je zult wel begrepen hebben, hoe het mij te moede was, Subin, toen ik je daar met dat meisje samen zag. Subin knikte, hij kon niet antwoorden. Toen je donderdag op kantoor bij mij, die twee gulden vond, ging de advocaat verder, maakte ik kort daarop dit laatje open en daar lagen nog eens twee gulden. Dat waren de geldstukken die ik op zij had gelegd om sigaren te koopen. Subin wilde wat zeggen. Laat me uitspreken, ^ging z'n patroon verder. Natuurlijk begreep ik, dat gij de fout van het meisje had willen herstellen. Je geloofdet in haar oneerlijkhieid, doch schrok terug voor de gevolgen, die deze ontdekking kon hebben. Je weet hoe ik de menschen bestudeer. En ik besloot een nieuwe proef te nemen. Voor mij stond het vast,
sportcursus Te Deventer werd »oor sportleeraren en -leeraressen een cursus in sport gehouden.
dat dit meisje volstrekt onbekend voor je was. Het interesseerde me om te weten tot hoe ver de onverdedigbare edelmoedigheid zou gaan. Bij wijze van proef lanceerde ik dus dat bericht van de diefstal der muntbiljetjes. De proef. . . . Mr. Moorde zag zijn bediende aan en verbaasde zich over de wijziging die diens gezicht had ondergaan. En. ... hij schrok ervan. Wat, dorst u met zoo iets proeven nemen, 't is een schande. Subin had het antwoord niet af te wachten. Hij was altijd een correct beleefd jongmensch geweest, die zijn patroon met onderscheiding behandelde, ook als deze wat al te zonderling en grillig was, maar nu beheerschte hij zich niet meer. Na deze uitbarsting van verontwaardiging liep hij weg, sloeg de deur hard dicht en kleedde zich ving aan, waarna hij weg liep, alles op kantoor achterlatend. Mr. Moorde ergerde zich er niet over, hij glimlachte. Precies zooals ik dacht, mompelde hij en zette zich aan het werk. Subin was wel heel erg opgewonden. Door-die ellendige experimenten van zijn patroon, had hij dat meisje onschuldig ververdacht en zoo onbeschoft behandeld. Hij hoopte maar dat ze er zou zijn en dat hij haar z'n excuses kon aanbieden. Ditmaal had ze hem niet teleurgesteld. Kunt ge mij vergeven, dat ik u hedenmiddag zoo onbeleefd behandelde. Ik was vreeselijk opgewonden. Ik kan u nog niet zeggen waarom. Doch ik hoop, dat ge het niet kwalijk neemt. Natuurlijk niet. Ik ben veel te blij, dat ik u vertellen kan hoeveel geluk ik had. Nadat ik bij u vandaan kwam, ontmoette ik toevallig een oud vriend van mijn vader, wien ik mijn toestand vertelde. Hij was buitengewoon aardig voor mij en bood mij een betrekking op zijn kantoor aan. Nu ben ik gelukkig zonder zorg en ik kan mij eindelijk weer eens wat fatsoenlijker kleeden. Waarom zijt ge donderdagavond niet gekomen. Och toen had ik mijn shabby pakje nog aan en ik dorst niet.. . Gelooft ge, dat ik u alléén om uw kleeding wilde zien. Mary bloosde. Ze keek voor zich en zei toen eindelijk. Neen dat geloof ik niet. Toen vatte Edward haar hand en hij dwong haar hem aan te zien. En. . . . zij bloosde weer. Maar beiden voelden zich heel gelukkig. Toen Edward zijn patroon maandagmorgen mededeelde, dat hij zich met juffr. Mary Uphorst, de afgewezen sollicitante, had verloofd, zei deze glimlachend: Ik feliciteer je mijn jongen. Maar. ... ik had het wel gedacht. Die onverbeterlijke menschenkenners toch ! (Vrij naar het engelsch door L. E. Kos.)
De korte' inhoud is zoo gemaakt, dat men ge* makkelijk met elk no. het verhaal beginnen kan.
In dit verhaal, dat in Engeland speelt, maken wij kennis met den rijken bankier Markrute en Lord Tancred, een jongen man, die om finantieele redenen verplicht is naar Canada te gaan. De bankier biedt hem de hand van zijn nicht aan en een groote som geld voor zijn schulden. Markrute's nicht is een buitengewoon mooie en aparte vrouw, die, hoewel zij jong is, al heel wat heeft meegemaakt. Zij is de weduwe van den poolschen graaf Shulski, die haar in den steek liet en in een tweegevecht werd gedood. Haar moeder was Markrute's zuster. Zij was met een engelschmari getrouwd, doch werd hem ontrouw. Uit haar tweede huwelijk werd Mirko, Zara's stiefbroertje, geboren. Mark rute tracht van de toegenegenheid van zijn nicht voor den knaap, gebruik te maken ter bereiking van zijn doel. Om der wille van haar stiefbroertje besluit zij Markrute's voorstel te aanvaarden. Zij ontmoet Lord Tancred. die door haar ongenaakbaarheid eer aangetrokken dan afgestooten, spoedig aan Markrute zegt, dat hij op zijn voorstel ingaat en zijn nicht wil trouwen. Lady Ethelrida, een zeer verstandige en bekoorlijke jonge vrouw, een nicht van Lord Tancred, speelt ook een rol in dit verhaal. Markrute voelt zich zeer tot haar aangetrokken. Zara gaat naar Bournemouth, om met de menschen te spreken, bij wie haar broertje gaat wonen. Bij haar terugkomst heeft zij een onderhoud met diens vader Mimo. Zara bezoekt met haar man diens moeder. De kennismaking valt mee. Zij gaat daarna weer haar broertje zien, van wien zij gehoord heeft, dat hij ongesteld was, het kind is gelukkig met haar komst. D«n avond vóór haar trouwdag ziet Tristam hoe Mimo naar Zara's venster staat te turen. Dit maakt zijn naijver wakker. Het huwelijk wordt met veel praal voltrokken, doch liet brengt het bruidspaar niet nader tot elkaar. Zara houdt vol trots Tristam op een afstand. Zij gaan naar Frankrijk. Den eersten avond heeft er een heftige scene plaats. Zara verwijt Tristam haar alleen om geld getrouwd te hebben. Tristam is zoo boos, dat hij zegt nooit meer "Zara's liefde te begeeren, wanneer zij hem er niet op haar knieën om smeekt. Hun verblijf in Parijs bracht hen niet tot elkaar. Wel gaat Zara meer in Tristam zien, doch nu is hij het, die de rol van beleedigde speelt. Zara is zeer beangst om den toestand van haar broertje. De geheimzinnigheid, welke zij in verband daarmee moet betrachten, stoot haar voor de borst. Op het landgoed van Tristam's oom maakt zij kennis met vele van Tristam's vrienden. Behalve de oude hertog en zijn dochter Ethelrida, is er ook Markrute de bankier en van de vrienden van den bruidegom de sarcastische goedhartige kolonel Lowerby (bijgenaamd de Spreeuw), Jimmy Dan vers, de .bruidsjonker, Arthur Eiterton. de DonJuan, Lady Anningford, Ethelrida's boezemvriendin, en ook lady Highford, met wie Tristam sterk geflirt had. Zara wordt getroffen door de liefde, die iedereen haar man toedraagt. Zara voelt de liefde voor haar man sterker worden.
Lady Highford tracht zich met haar valsche lievigheid bij Zara in te dringen. Zara is echter op haar hoede. Als het Laura niet lukt, de jonge vrouw te bewerken, begint zij weer een flirtation met Tristam. Lady Highford probeert Zara bij Tristam verdacht te maken, met als resultaat dat hij razend jaloersch wordt. Doch ook Zara begint te bemerken, dat zij van haar man, van wien zij door haar vroeger optreden gescheiden is, innig veel houdt. Een ander paar, Lady Ethelrida en Markrute, begint meer en meer tot elkaar te komen. Den dag van haar verjaardag ontmoet zij hem in haar kamer, waar hij haar eenige kostbare boeken aanbiedt. Na deze korte ontmoeting spreken zij af den volgenden dag rustig bij elkaar te komen. Zara heeft een brief van Mirko ontvangen, zij is daarover weer zeer ongerust. Tancred ziet haar met den brief in de hand. Ook ditmaal brengt hun gesprek hen weer verder van elkaar. In de gang ontmoet Tristam Laura Highford, die weenend in zijn armen valt. Zara ziet dit, doch innerlijk getroffen veinst zij onverschilligheid. Lady Anningford beraamt voor den avond van Ethelrida's verjaardag een verkleedpartij, waaraan Zara deelneemt. Den dag na Ethelrida's verjaardag ontvangt zij Markrute bij zich. Hij vertel", haar, in bedekten vorm, zijn geschiedenis. Hoe zijn moeder, een sclioone danseres, dochter van een spaanschen jood van hooge beschaving en een spaansche edel vrouw, de minnares van een keizer was geweest. Zij had van hem twee kinderen, een meisje en een jongen. De jongen toog naar Engeland en wist zich door energie en verstand op te werken. Ethelrida wordt door het verhaal niet afgeschrikt. Daardoor aangemoedigd, vraagt hij Ethelrida ten huwelijk. Zij stemt toe. Zara wordt bijna wanhopig onder de bejegening door Tristam. 's Avonds heeft zij een onderhoud met haar oom. die haar vertelt, dat Tristam haar zonder eenige bijbedoeling heeft eehuwd. Deze mededeeling verhoogt Zara's smart. Den volgenden dag vertrekt het jonge paar naar Wrayth. De ontvangst door de pachters en bedienden is allerhartelijkst. Na afloop der feesten laat hij haar de tuinen zien. Dan herinnert zij zich hoe Mirko haar eens hiervan foto's liet zien. De herinnering aan het broertje vervult haar met diep leed. Tristam meent, dat er een man in het spel is en wordt door jaloezie verteerd. Beiden gaan naar Londen terug. Zara gaat in 't geheim naar Mimo's huis. Tristam ziet haar met groote haast terugkomen. Hij vraagt met groote opgewondenheid verklaring voor haar lang uitblijven, welke zij hooghartig weigert te geven. Tristam wordt verteerd door jaloezie. Hij hoort een telefoongesprek en volgt zijn vrouw als zij haar woning verlaat. Hij is ongewild getuige van het sterven van Zara's broertje, doch denkt dat dit haar kind is. Hij besluit van haar weg te gaan. Zara roept de hulp van Markrute in nu haar broertje dood is. De bankier wil haar gaarne helpen en hoopt dat alles nu goed zal worden tusschen Zara en Tristam.
Toen zij hem haar mans naam hoorde uitspreken, keek zij verschrikt op, en dieper smart dan ooit sprak uit haar blik, toen zij opstond. — Laten we daar niet over praten, oom, zei ze. — Er is niets meer aan te doen, want zijn liefde voor mij is dood. Ik zelf heb ze dood gemaakt, in mijn onwetendheid- Noch gij, noch ik kunnen die nu nog weer doen ontwaken; het is nu te laat. En Francis Markrute kon daar niets meer op zeggen. Haar onwetendheid was zijn schuld geweest, zijn eenigste misrekening, omdat hij met zielen gespeeld had als met schaakstukken in die dagen, vóór liefde hem zachter gestemd had. En zij deed hem geen enkel verwijt. Toen zij naar haar kamer ging, herinnerde zij zich dat zij nog een briefje had en eerst keek zij naar het adres. Het was Tristam's hand. In weerwil van haar leed en van haar gevoelloosheid voor anderedingen, deed dit haar hevig ontroeren. Zij opende snel het briefje en laä de weinige koele woorden. Toen was het of haar knieën haar begaven, evenals dien dag op Montfichet, toen Laura Highford haar zoo jaloersch gemaakt had. Zij kon niet helder meer denken, en begreep het niet goed. Slechts één ding bleef haar bij: dat hij met haar wilde spreken over hun scheiding. Hij was haar dus zoo fel gaan haten, dat hij zelfs niet langer met haar in één huis kon leven, en al het leed van dezen dag scheen haar beter te dragen dan deze gedachte. Toen las zij het briefje nog eens over. Hij wist dus alles? Wie kon hem dat dan hebben verteld? Haar oom Francis? Neen, die had zelfs niet eens geweten, dat Mirko dood was, vóór zij het hem verteld had. Dit was iets raadselachtigs, maar niet van veel belang; haar doffe hersenen konden er nu nog niet bij. Het voornaamste was, dat hij heel boos op haar was, om de teleurstelling, die zij hem bereid had; dat was misschien de reden, waarom hij haar voor goed wilde verlaten. Hoe vreemd toch, dat zij altoos gestraft werd omdat zij haar woord hield en handelde volgens haar beginselen! Deze gedachte maakte haar niet bitter, doch onzegbaar hopeloos! Zij behoefde zich niet langer in te spannen; geluk was toch blijkbaar niet voor haar weggelegd; zij moest de dingen maar nemen, zooals ze vielen, leven of dood al naar 't zijn zou. Maar wat waren mannen toch hard! En toen voelde zij opeens haar wangen gloeien en toch huiverde ze, en toen nu haar kamenier bij haar kwam, zag deze dat haar meesteres niet alleen diep bedroefd was, doch ook zeer ziek. Zij bracht haar dus vlug te bed en ging toen mijnheer Markrute waarschuwen. — iV\ij dunkt, dat er een dokter moest" komen, monsieur, zei ze; milady is heel niet goed. En Francis Markrute telefoneerde aanstonds om zijn eigen dokter. Zijn verloofde was na de lunch
weer naar buiten teruggegaan, aus moest hij den steun van haar sympathie missen, en waar Tristam was, wist hij niet. De vier volgende dagen lag Zara, ernstig ziek, te bed. Zij had influenza opgedaan, zei de beroemde dokter, en had blijkbaar bovendien nog een hevigen schok gekregen. Maar zij was van nature zóó kern gezond, dat in weerwil van haar verdriet en van haar wanhoop zij den volgenden Donderdag toch weer in staat was om op te staan. Francis Markrute vond dat haar ziekte nog een goeden kant had gehad, omdat de begrafenis plaats had gevonden, terwijl zij nog haar kamer moest houden. Zara had zich zonder tegenspraak in alles geschikt. Zij had zelfs niet het verlangen te kennen gegeven Mirko nog eens te zien. Zij had geen ziekelijke grillen; de ziel van den knaap had zij liefgehad en betreurde ze; niet het arme, lijdende lichaampje. Het was haar een troost dat Mimo en Markrute elkaar ontmoet en als teeken van vergeving de hand gedrukt hadden en de arme Mimo zou nu dien namiddag afscheid vanhaar komen nemen. Hij ging Engeland aanstonds verlaten, en wilde terug gaan naar zijn eigen land en familie. In zijn groot leed en zonder verdere banden, hoopte hij dat zij hem zouden willen ontvangen. Hij had nu maar één doel meer; zich zoo spoedig mogelijk door het leven te slaan, en zijn geliefde vrouw en kind opzoeken, in gelukkigere sferen. Dit was in hoofdzaak wat hij Zara vertelde, toen hij kwam, en zij kusten elkaar, en wenschten elkaar alles goeds en namen afscheid, wellicht voor altoos. De Apache en de Mist in Londen, die nu wel nooit voltooid zouden worden, vreesde hij, omdat het hem te veel verdriet zou doen, zou hij haar zenden, als een herinnering aan hun jarenlang samenleven en den sterken band, die hen bond; de herinnering aan die beide dooden. _ En Zara, neerslachtig als zij was, schreide nog lang, nadat hij was weggegaan. En toen werd zij zich bewust dat nu die geheele periode in haar leven voorbij was en dat het vooruitzicht van wat nog komen zou, geen hoop meer bood. Francis Markrute had naar Wrayth geseind om te trachten Tristam te bereiken, maar die was er niet Hij was er in 't geheel niet geweest. Hij had gevoeld, dat hij het niet langer kon aanzien; hij moest ergens verweg alleen zijn, aan zee. Er was een zware storm op handen; dit paste bij zijn gemoedsstemming; en dus had hij zelfs zijn bediende te Londen achtergelaten en was naar een woest kustplaatsje in Dorsetshire gegaan, dat hii kende en waar hij van niemand iets hoorde. Hij wilde vrijdag weer teruggaan enden daarop volgenden dag Zara bezoeken, zooals hij aangekondigd had.
LEVENSPROBLEMEN (M. E. R. Curius is gaarne bereid om te trachten antwoord te geven op vragen, welke lezeressen en lezers hem zenden. Hij kan natuurlijk niet er voor instaan, dat hij den goeden raad geeft. Doch bij ervaring weet hij, hoe prettig het is om met iemand, die sympathiek tegenover u staat, over levênsmoeilijkheden, groote of kleine, te spreken. Doet het gerust. Zendt uw brieven aan M. E. R. Curius, Galgewater 22, Leiden „Persoonlijk". Uwe vragen worden natuurlijk met de noodige discretie behandeld.) Me]. P. H. schrijft mij, dat zij voor eenigen tijd uit medelijden een vrouw, wier man in de gevangenis zit, bij. zich in huis heeft genomen en haar met haar kinderen een kamertje heeft verhuurd. Nu blijkt deze vrouw krakeelzuchtig en lastig en wil zij haar graag kwijt. Eigenlijk heeft zij er den moed niet toe met het oog op de kinderen. Doch op den duur zal het wel moeten meent z 3- Maa.r man,, beeft direct gezegd, dat het in huis nemen van een vreemde een fout was. Antwoord. Uw man had gelijk. Goedheid en medelijden zijn aanprijzenswaardig, doch er is een soort goedheid, welke soms zwakheid is. Wanneer die vrouw het zoo slecht had, dan kan rij in het tehuis voor onbehuisden terecht en ook nu nog, geloof ik, dat het eenige wat gij te doen hebt, is flink te zijn en vol te houden. Gij moogt uw gezin en u zelf hier niet opofferen. Laat uw man aan de vrouw zeggen, dat zij over 14 dagen moet vertrekken en zoo zij scheldt of onaangenaam is, moet gij noch uw man iets tegenzeggen, alleen kunt gij haar mededeelen, dat wanneer zij zich niet behoorlijk gedraagt, dat gij de politie er in kennis van zult stellen, terwijl als zij zich behoorlijk1 gedraagt, dat gij, haar dan zooveel mogelijk wilt helpen.
Gedurende dien tusschentijd moest hij het maar uit zien te vechten met de spookbeelden, die hem vervolgden. Het was nu zaterdagochtend en Francis Markrute was genoodzaakt zijn nicht te verlaten. Oroote ondernemingen eischten zijn aanwezigheid te Berlijn; hij wilde daar een week blijven en dan naar Montfichet gaan. Ethelrida had Zara allerhartelijkste brieven geschreven. Haar aanstaande had haar de heel treurige historie verteld en nu begreep zij het tragische in Zara's oogen en hield nog meer van haar om haar zwijgen en haar eergevoel. Maar dit alles scheen de bedroefde ontvangster dier brieven niets te zeggen, nu de eene, de eenige persoon, die voor haar gewicht in de schaal legde en óók alles wist, zoo heel anders schreef. Hij wist alles en gevoelde nóch sympathie, noch medelijden, nkts dan afkeuring voor haar. En nu zij weer beter was en weer kon denken, kwelde haar onophoudelijk de vraag: — Hóe kon Tristam toch alles vernomen hebben? Had hij haar gevolgd? Zoodra ze uit zou mogen gaan, zou zij Jenny gaan ondervragen.
En Tristam, aan de woeste zèe, — een storm gelijk in zijn binnenste, woedde ook op het water — kwam eveneens tot sommige gevolgtrekkingen. Hij wilde naar huis teruggaan en aan zijn vrouw zeggen, dat zij nu moesten scheiden, dat hij nu haar verleden kende en haar niet meer lastig wilde vallen. Hij zou haar geen verwijten doen, waartoe zou dat dienen? En, daarbij, zij had reeds genoeg geleden. Hij wilde dadelijk naar het buitenland gaan en een dag lang bij zijn moeder te Cannes blijven en haar de getroffen schikkingen meedeelen en dat hij en Zara overeengekomen waren om gescheiden te leven — hij zou haar geen redenen meedeelen — en dan zou hij naar Indië en Japan gaan. Zijn verdere plannen waren maar vaag. Het was hem of het leven voor hem tè onmogelijk was geworden om het verder onder oogen te zien. In ieder geval zou Wj niet naar Engeland terugkeeren vóór hij met een rustig hart aan Zara zou kunnen terugdenken. En was die week van scheiding voor Zara een week van verdriet en lijden geweest, voor hem was het een hel. Zaterdagochtend, nadat haar oom naar Dover was vertrokken, werd er een briefje aan Zara gebracht. Het waren wederom slechts een paar woorden — alleen maar om te zeggen, dat, als het haar schikte, hij — Tristam — om twee uur bij haar zou komen, hij zou dan om drie uur in rijn auto naar Wrayth rijden en Maandagsochtends Engeland verlaten. Haar hand beefde zóó dat zij geen antwoord kon schrijven. — Zeg den boodschapper, dat ik hier zal zijn, zei ze, en bleef daarna nog een heele poos voor zich uit zitten staren. Toen viel haar iets in. Of zij er al genoeg voor hersteld was of niet, zij moest aanstonds Jenny gaan ondervragen. En tot wanhoop van haar kamenier, pakte zij zich in bont en reed weg. Toen zij in de buitenlucht kwam, voelde zij zich buitengewoon flauw, maar haar wil hield haar op de been en toen zij eindelijk het vuile dienstmeisje trof, maakte deze aan haar twijfelingen aanstonds een einde. Ja, een heel lange, knappe heer was een paar minuten later dan zij zelf gekomen en zij had hem naar boven gebracht, in de meening verkeerend dat het de dokter was. — Wel, mevrouw, zei ze, hij is stellig geen minuut lang gebleven. Hij kwam terwijl de graaf op zijn viool speelde. Zóó was het dus gegaan! Haar hoofd was zoo in de war, dat zij niet redeneeren kon. En toen zij in haar ooms huis terug was, voelde zij zich zwak om nog maar een stap te doen, zelfs om naar de lift te gaan. Haar kamenier kwam haar van haar bont ontdoen en weldra lag zij op een sofa in de studeerkamer, nadat Henriette haar wat kippen^^^.^^^
bouillon opgedrongen had. Daarop sluimerde zij in en werd eerst weer wakker door het overgaan van een electrische schel. Zij wist dat bet haar man was, die daar aankwam en met een heftig bonzend hart kwam zij op. Doch haar bevende ledematen konden haar niet voldoende steunen, toen zij opstond en zij hield zich aan de leuning van haar stoel vast. En Tristam, ernstig en bleek door wat hij geleden had, trad het vertrek binnen. HOOFDSTUK XLI. Hij bleef opeens stil staan, toen hij zag hoe bleek en zwakjes zij was. Toen riep hij uit: — Zara — ben je ziek geweest? — Ja, stamelde zij. — Waarom heb je me dat niet bericht, vroeg hij haastig, en toen schoot hem te binnen; hoe had zij dat gekund? Niemand, zelfs zijn eigen bediende niet, had geweten waar hij was. Zij viel weer op de sofa terug. — Oom Francis heeft aan je geseind, naar Wrayth, maar je was daar niet, zei'ze. Hij beet zich op de lippen, hij was zéér geroerd. Hoe kon hij haar nu alles zeggen, wat hij haar koel-zakelijk had willen mededeelen, nu zij er zoo zwak, zoo teer uitzag? Hij verlangde weer haar aan zijn borst te klemmen, haar te troosten^ haar haar verdriet te doen vergeten. En zij was zoo bevreesd voor haar eigen zwakheid, zij voelde dat zij nu nog haar, doodvonnis niet kon aanhooren. Kon zij nog maar wat tijd winnen! Het was teekenend'inhaar, dat zij er geen oogenbldk aan dacht, zich te verdedigen! Zij had geen flauw idee dat hij in de meening verkeerde, dat Mimo haar minnaar was. Hij was boos op haar, omdat hij een Engelschman was, een heel rondborstig en eenvoudig man, die ge'en teleurstelling kon verdragen. Zoo dacht zij er tenminste over. Als ze niet zoo kort geleden zoo ernstig ziek was geweest, als zij al haar flinke eigenschappen in volle kracht te barer beschikking had gehad, dan zou haar wellicht wel iets te binnen geschoten zijn, doch haar ziel was zoo volmaakt rein, dat zij niet vanzelf op zoo iets zou gekomen zijn. — Tristam — zei ze, en er lag in haar stem een smeeking, die hem tranen in de oogen deed komen — toe — ik weet dat je boos op me bent, omdat ik je niets verteld heb van Mirko en Mimo, maar ik had beloofd dat niet te zullen doen, en het kleine ventje is nu dood. Ik zal je nu wel alles vertellen, als je dat wilt, maar vraag er me nu niet naar. O, als je spoedig van me vandaan wilt gaan, je weet het best wat noodig is, ik zal je niet tegenhouden — maar wil je me vandaag niet meenemen naar Wrayth, totdat ik weer heelemaal beter ben? Mijn oom is weg en ik' voel me zoo eenzaam en ik heb niemand anders op de wereld. (Wordt vervolgd.)
4 ?
VOOR ONZE LEZERESSEN ■
No. 70824. Eenvoudig keurig jonge meisje* mantelcostuum. Uitnemend te maken van gabadine of serge. Verkrijgbaar voor den leeftijd van 12—18 jaar. Benoodigd van 135 c.M. breede stof 3 M.
a
No. 70826. Allerliefst« meisjesjurk van stof, mousseline, erfipe, enz., geborduurd volgens strijk patroon no. 1204. Verkrijgbaar voor den leeftijd van 4—10 jaar. Benoodigd van 75 c.M. breede stof 2 M. Deze modellen zijn met toestemming der firma Weldon Ltd. te Londen, ontleend aan de Weldons Modebladen.
No. 70824.
Geknipte patronen zijn tegen toezending van f 0.65, ingeregen patroon mantel f 1.80, Japon en mantelcostuum 12.75, blouses en kindergoed f 1.50 en strijkpatronen ä 25 cent per nummer franco te bekomen bij Mevr. Milly Simons, 2e Schuyistraat 261, Den Haag.
Een der sieraden van de Trouw Onze haardos, die eigenlijk het sieraad der vrouw behoort te zijji, heeft wel eens de neiging juist het omgekeerde te gaan worden. Dit komt veel daardoor, dat de verzorging totaal verkeerd of onvoldoende is. In de allereerste plaats is het stellig te ontraden, bij het kapsel de slavin der mode te zijn. Wij moeten rekening houden met onzen gelaatsvorm. Het te breede gezicht zal een kapsel goed staan, dat smaller maakt, bij het te smalle gelaat juist een dat breeder doet schijnen. Ook met de hoogte van het voorhoofd moet men rekening houden of met te groote ooren enz. In 't kort, iedere vrouw moest zich feitelijk kappen volgens haar type, zooals het haar het beste staat. Vervolgens is het geregeld friseeren zeer slecht voor de haren. Het haar krijgt er leelijke, afgebrande pieken door en 't gaat er dor en verwaarloosd uitzien. Of er worden eiken avond kruipennen ingezet, wat ook slecht is voor het haar en dikwijls oorzaak is, dat we niet goed slapen of met hoofdpijn opstaan. Alle haren echter die werkelijk goed verzorgd worden, kunnen aardig en netjes worden opgemaakt, zonder dat bovengenoemde verkeerde hulpmiddelen noodig zijn. Ten eerste moet het haar dikwijls en goed gewasschen worden, want de groei en levenskracht krijgt het van de hoofdhuid. Wanneer deze nu vuil is en de poriën verstopt zijn, zoodat ze haar taak niet naar behooren kan vervullen, dan worden de haren er de dupe van. Verder moet de haarborstel goed schoon zijn en minstens evenveel gewasschen worden als 't haar. Het is daarom doelmatig, borstels te gebruiken
No. 70826.
van een materiaal, dat goed bestand is tegen water en zeep. Keurig netjes en tegelijk practisch zijn de celluloid haarborstels. Als nu 's avonds het haar is losgemaakt, moet het flink geborsteld worden met lange streken vanaf den haarwortel tot beneden toe, gedurende minstens vijf minuten. Hierdoor verdeelt zich de olie van 't haar gelijkmatig, terwijl't meteen uit de war gaat. We gaan er dan met den kam door om de luchtstrooming te bevorderen en vlechten het voor den nacht. Men mag met den borstel gerust de hoofdhuid flink raken, dit bevordert den bloedsomloop en dient tevens als massage, wat alweer bevorderlijk is voor den haargoei. Als men 't haar op deze manier verzorgt, zal men zien, dat 't zijachtig en glanzend wordt, 't zit niet meer zoo geplakt op 't hoofd, 't gaat beter groeien en ook verschijnen hier en daar nieuwe haartjes. Houdt men deze wijze van behandeling geregeld vol, dan zal men op den duur ondervinden, dat de haardos veel voller is geworden en er heel erg op vooruit is gegaan. MARY.
NUTTIGE WENKEN Mevr. de Wed. St. te Voorburg schrijft: Om bevroren aardappelen weer eetbaar te maken. Men schilt de aardappelen en wascht ze goed schoon en zet ze ruim in water met zout (3 ä 4 uur). Als men ze gaat koken, wascht men ze weer en zet ze op met koud of warm water met zout; maar dan niet zoo'n groote hoevedheid zout. Dit middel heb ik dit jaar weer toegepast en eet ook nu nooit zoete aardappelen. •
éittt.
^_
■"
■
.
._
■
.
■
" ■J
lJ
■■
JONGENS EN MEISJES EEN HOEKJE APART! ONDER RBDACTIB VAN TANTE LIZE
Neefje of nichtje M. Rietveld, het spijt me, ik had nog meer antwoorden verwacht op de prijsvraag, die w^ 4 April van je opnamen. Je vroeg je medelezers en -lezeresjes om jongens- en meisjesnamen te vinden in „Kolenbak". Toch mogen we niet te hard brommen, want behalve je zelf. konden we toch ook onze hieronder genoemde neefjes en nichtjes met een prijs bekronen. Afzonderlijk noem ik de namen van C. Andrea, Karnemelkspad 28, Wormerveer, omdat hij of zij 47 werkelijk goede namen wist te vinden uit het woord „kolenbak"; Andries v. Asperen, Vervenne, vond er ook 26, maar jongske een paar van jouw namen moest ik er uit schrappen, want An, Ka en Na zijn toch wel afkortingen en die mochten er niet bij, toch bleef er nog een mooi aantal over. Even nog een woordje met C. Andrea. Mijn lieve kind, ik geloof best, dat je twee letterraadsels goed opgelost hebt, maar kan je niet begrijpen, dat niet alle kinderen, die goede oplossingen hebben, altijd een prijs kunnen krijgen. Er zijn toen 25 prijzen uitgeloofd, dat is toch al heel wat. Het is maar goed, dat je volgehouden hebt, want nu heb je toch wel een prijs. C. A. I.azet, Dodewaard. Betuwe Ca relt je Tesink, v. Koetsveidstr. ^ Den Haag; Jo. Baat, Korenmarkt 14 Hoorn; Frida van Leyden, ten Hoet dwarsstr. 59, Nijmegen; George Jun genus. Oegstgeesterweg 63, Rijnsbur^ Willy Kuiler. Pr. Hcndriklaan 15, Rijs wijk; Jansje Bos, Vlaggemanskade 19c. R'dam; Betsy Fenijn, Schoutenstr, 16a R'dam; Lode wijk de Bles, Ooststr. 18a, Scheveningen; Mcj, I. Peters, Harstenhoekweg 89, Scheveningen; Teuntje Bakker, Maasdamschestr. 13, Schiedam.
EEN NIEUWE PRIJSVRAAG Lena Jans, Hoflaan 16 M. D te IJmuiden heeft me deze week aan een prijsvraag geholpen. Ze zegt dat ze het raadsel zelf gemaakt heeft. Mijn geheel, zoo vertelt Lena, bestaat uit 12 letters en jullie lusten het allemaal. 2, 3, 4 gebruikt een visscher. 4- 5) 6. .1- 1, 9, 12 ziet men vaak op de hei, 4, 1, ~. 9, 12 gebruikte men vroeger veel voor kleine kinderen. 10, 11, 12 vindt men in 't kippenhok. 4, 1, 8, 12 is een dier dat men in de tuinen vindt. Wie van jullie kan het raden. Zendt je antwoord vóór 17 Mei a.s. aan Tante Lize, Galgewater 22, Leiden en ge hebt kans op een der fraaie prijzen!
ELKE WEEK EEN VRAAG. Erica S. te Amsterdam vraagt, hoe het eigenlijk komt, dat de wekelijksche rustdag op den eersten dag der week valt en niet op den laatsten. Het zou te ver voeren Erica en tot een uiteenzetting brengen, welke voor ons blad minder geschikt was, indien ik hier moet uitleggen waarom de zevende dag, de sabbath van den bijbel, welke thans nog door de israëlieten wordt gehouden als hun wekelijksche rustdag, door de
■ •
'lUJJIl'
De Anatomische Les
m—^mmKÊ*aÊÊÊMÊ^KmÊÊmÊÊKmmmÊÊÊÊm
VOOR DE OUDEREN
■ DE VROOLIJKE BLADZIJ
(Op rijm.) Uit bat dictaat oma een meditch-itudent.
DE RUGGEGRAAT. Van 't achterhoofd tot aan het bekken, Ziet men de ru^egrraat zich strekken. Uit ta! van wervels opgebouwd, Wordt zü als een kolom beschouwd. Die wervels zijn door platte, ronde Kraakbeenschijfjes saam verbonden. Alsook door banden; zoo ontstaat, De buigzaamheid der rusfëesrraat.
christenen niet meer gehouden wordt, maar vervangen werd door den zondag. Reeds de eerste christenen noemden den zondag, den dag des Heeren, daar Jezus op den eersten dag der week zou zijn opgestaan. Later bleet deze heilige dag bewaard en is hij voor een groot deel der wereldbewoners de traditioneele rustdag. Doch niet voor allen, want: maandag is de grieksche rustdag, dinsdag die der perzen, woensdag van de assyriërs, donderdag vieren de egyptenaren, vrijdag de turken en zooals gezegd, zaterdag is de sabbath der joden.
RAADSELS Raadsels, ingezonden door George fungerius, Rijnsburg: Hij komt, hij zit neer, hij klimt op, hij doet open, hij steekt een vuur ^an, hij doet dicht, fiij klimt af, hij neemt op, hij gaat weg. ' Jdlfa^UDVUJVDfWj
Ik spin mij zelf een zijden graf, en leg mijn eigen leven af, dan neem ik uit dat graf de vlucht, en vlieg fluks vroolijk door de lucht. Toen ik jong was en schoon, droeg ik een blauwe kroon. Toen werd ik oud en stijf en kreeg een band om het lijf. Dan werd ik getrapt en geslagen en tenslotte door arm en rijk gedragen. Zonder zucht.
kop
en
staart is het een
•}(yn)tii
De helden onder zee. (Vervolg.) Nog slechts zeer kort geleden had de engelsche marine 't verlies van een barer onderzeeërs te betreuren, de L. 24, die tijdens manoeuvres door een pantserschip werd doorboord en aan vele mannen den dood bracht. En welke de verschrikkingen van een dergelijken dood zijn, vertelt ons de commandant van den japanschen onderzeeër no. 6, die in 1910 verging in de baai van Hiroshima. Deze held heeft den moed gehad een rapport te schrijven van de ramp en heeft de verschillende phasen daarvan opgeteekend, tot 't laatste oogenblik, toen de dood hem de pen uit de verstijvende vingers deed vallen. Later heeft men de duikboot weer vlot kunnen maken, 't rapport gevonden en dit gepubliceerd, 't Vangt aan met een hulde, die de commandant zijn manschappen brengt; allen, zegt hij met rechtmatigen trots, hebben tot 't einde hun plicht vervuld met kalmte en waardigheid en hij voegt er aan toe: „onze eenige angst is, dat men zich zou kunnen vergissen in de oorzaak van de ramp en aldus de toekomst der onderzeeërs zou kunnen schaden." Daarna beschrijft hij den toestand in 't vaartuig. „De electrische lichten zijn uitgegaan, vergiftige gassen stijgen op, de ademhaling wordt moeilijk." Hij schrijft bij 't licht van een electrisehe zaklantaarn. „We worden reeds door 't water omspoeld, 't wast steeds, onze kleeren zijn doorweekt, ijskoud zijn we." Toch constateert hij, dat de discipline onder dit alles niet lijdt, hij heeft met de dappersten onder de dapperen te doen. Ook hij zélf vreest 't naderende einde niet. „Ik ben," zoo ,zegt hij, „er steeds op bedacht geweest, dat ik mogelijk niet zou wederkeeren in m'n huis, m'n testament ligt in de lade van mijn schrijftafel." Het einde nadert; de bemanning raakt uitgeput; de pogingen 't water meester te worden falen; de pompen weigeren. Dan gebruikt de commandant z'n laatste krachten om de gezinnen van hen, die met hem zullen sterven -aan te bevelen in de gunst des keizers. „Laat hen, naast 't moreele leed ook niet nog materieele zorgen hebben te dragen!" Dan neemt hij afscheid van z'n chefs en kameraden en noemt ze nog, zoo ver gaat zelfs in dit vreeselijke oogenblik de discipline in volgorde van hun rang op. Hevig lijden onderbreekt deze regelen. „De atmosferische druk stijgt steeds; 't is of m'n trommelvliezen springen zullen, de ademhaling is buitengewoon moeilijk". Maar daar bemerkt hij, dat hij een van z'n vrienden vergeten heeft op de lijst van hen, wien hij een laatst vaarwel toeroept. „Nog wel' m'n groeten aan kapitein Nakano!" Dit is 't einde, daarna geen woord meer; het is 12.40; 't vergiftige gas heeft z'n werk verricht; de pen valt; de held is niet meer! Dit is wel een tragisch slot.
ï
■
J
Modern. „Zeg, waar heb je eigenlijk 't motief van je tweeden roman aan ontleend?" „O, dat is eenvoudig. Aan de filmbewerking van m'n eerste." Wou ie 'm er in laten loopen ? Bedelaar: „Och lieve dame, hebt u niet 'n duppie voor 'n man. die geen cent rijk is," Oude dame: „Zeker beste man. Heb je terug van 'n gulden?" Daar had ze gelijk in. Dokter: Ja mevrouwlje, u maak ik niet beter. Je moet zeker drie weken in bed rust houden en dat wil je niet." Mevrouwtje: „'t Is niet een kwestie van willen, maar van kunnen. Oordeelt u zelf maar. Ik heb pas 'n nieuwen voorjaarshoed en mantel gekocht. . Ik kan nu toch niet 3 weken naar bed gaan Als ik weer op straat kan, zijn ze weer uit de mode." 'n Kunstkenner. „Voel jij wat voor schilderijen?" „Niet altijd, soms wel. Ik herinner me, dat ik ereis eens om 'n schilderij bijna gehuild heb.'l „Was 't zoo'n aangrijpende voorstelling ?" ^Neen, dat herinner ik mij niet meer. Ik weet wel, dat ik er onder stond, toen het naar beneden viel." Twee kanten. Mijnheer Beleefd tot z'n vrouw: „Heb je er op gelet, hoe blij mevrouw Vroegoud keek, toen ik baar zei, dat ze er niet ouder uitzag dan d'r dochter?" Mevrouw Beleefd, geboren Scherp : „Neen, dat niet. Maar ik heb wel naar de dochter gekeken en gezien wat voor gezicht zij zette toen jij het zei." Vriendinnen. Willy was verloofd en vertelde van haar succes aan Tilly, die 't niet was. „O, Jack zei, dat ik 't mooiste meisje van de wereld was." „En," antwoordde Tilly vriendelijk, .durf jij je toekomst toevertrouwen aan een man, die zóó jokken kan?" 't Lag misschien aan z'n gehoor. 1 De klant keek naar den schotel die voor hem stond en riep den kelner. »Kelner, heb je wel ereis last van doofheid gehad?" „Nooit m'nheer. Waarom vraagt u dat zoo?" „Och, 't kan zijn, dat toen ik lever bestelde, je leder verstaan hebt."
- - --^^
'
DAT WISTEN ZE NOG NIET. Bezoekster : We] schat, {E de nieuwe baby een broertje of een zutje ? De schat: We weten bet nog niet. We hebben 't kmdie nog geen naam gegeven. (yote'y.)
6^,1
&fy~\
\
t
1
l.S. i , ii JLMl0®K^
^jj^oüv Vl ^
t
mMst
mBfij 1 .Jm l£r
1
\
^Wk
ri
T
P^m^
|
[
m
DE NIEUWE MODE. Bijzicndf radio-enthousiaste: Neem me niet kwalijk dat ik u stoor, maar kunt u me ook zeggen of 't vanavond 'n goed programma is? {Qaicty)
HET KORTE VERHAALTJE Een „vreeselijke" vergissing. Het leven van een redacteur is niet altijd een pad met rozen. D'r groeien ook wel ereis doorns op, da's zeker. ledere dagbladschrijver zal u daarvan kunnen vertellen en er is geen blad ter wereld, waar geen vergissingen van zeer onaangenamen aard passeeren. Toen ik pas aan de „krant" was, kwam het circus van Barnum en Bailey in ons land. Ze traden eerst in Amsterdam op en daarna in den Haag en ik kreeg opdracht van den hoofdredacteur van het haagsebe blad, waaraan ik toen was verbonden, om de amerikanen te bezoeken en over het circus een uitgebreid verslag te geven. Iets origineels. Eerlijk gezegd, de heele vertooning met haar amerikaanschen humbug was mij bij nader beschouwen, buitengewoon onsympathiek. Maar ik had beloofd er iets bijzonders van te maken, dus . .. fantaseerde ik een tocht met Barnum en Bailey van Amsterdam naar den Haag en ... met hun nachttrein. Mijn beschrijving was goed, doch ik maakte een
vergissing en die was fataal. In m'n verslag stond, dat ik de reis met het circus had meegemaakt, doch dat ik onderweg in slaap was gevallen. Haarlem heb ik nog gezien, doch van Leiden heelemaal niets meer, schreef ik. Later bleek, dat de trein over ... Gouda was gegaan. Ik heb er wat over moeten hooren. Doch eigenlijk was het niet mijn bedoeling u dit te vertellen, ik had het oog op 'n nog vreeselijker vergissing, die 'n anderen krantenman overkwam. Op een goeden morgen komt *n mijnheer het redactiekantoor binnenstormen en dreigt met den rechter en ik weet al niet meer. „Wat is er dan gebeurd, mijnheer?" „Hier staat: de bekende heer J. G. Stevenson, de champion licht-gewicht..." „Nu, wat is daar tegen?" „Wat daar tegen is ? De champion licht-gewicht is m'n broer G. J. Stevenson. Ik ben J. Q. en ... slager van m'n beroep!"
fig wist het wel. „Wat gebeurt er Jantje, als er een zonsverduistering is?" Jantje wist het niet, maai hij was niet op z'n mondje ge^ vallen en zei daarom met eet onverstoord gezicht: „Dan komen er heel vee menschen om ernaar te kijken mijnheer." 'n Lastig geval. Advocaat: „Ge vertelt nu dat uw vrouw een brief heefl gekregen, waarin iets staal over een avontuurtje, dat g« voor uw huwelijk hebt gehad En je vraagt wat ik adviseer Mijn raad is, beken alles eerlijk Cliënt: Ja dat is alles hee makkelijk en goed, maar nTïi vrouw wil me den brief niel laten lezen. En ... nou weel ik niet over welk geval het gaat Nog zoo'n gekke vraag niet Moesje, hoeveel betalen de menschen per pond voor'n babyl Maar schat hoe kom je ei aan dat te vragen. Kleine kindertjes worden toch niet bij gewicht betaald. Maar waarom wegen ze di( kindertjes dan direct als zi geboren zijn ? Nog sterker ... Mijn broer zei de Engelsch man, is zoo sterk, dat ie onlang in iedere hand een biljartba nam, ze tegen elkaar wreef Resultaat? Ivoorstof Sir! Zuivei stof! De Amerikaan zei toen. Noi dat is niks vergeleken bij mijl broer. Onlangs komt hij op di veemarkt, ziet twee ossen staan Neemt in iedere hand één douwt de beesten tegen elkaar Resultaat? 'n stapel bouillon blokjes. Niks dan bouillon blokjes.
WIJSHEDEN 'n Meisje bij haar moeder er datzelfde meisje in haar eigei huishouden, zijn twee héél ver schillende personen. Geen enkele vrouw heeft ooi invloed gehad op de richtinj welke haar man zal volgen, wanneer hij niet den rechtet weg wil gaan. Een heeleboel mannen zou den werkelijk liefhebbend« echtgenooten zijn, wanneer, bun vrouwen maar een beetj( meewerkten. Een bijdehande vrouw za tegen een dikken man, var wien ze 'n dienst begeert, altijc vertellen, dat hij magerder ge worden is.
'-«rspswj
^^^^
EEN ANDERMANS SCHOENEN^ door K. CECIL THURSTONE In dezen roman van de bekende engelsche schrijfster, dien ge hier kunt _ -beginnen, wordt beschreven hoe op een avond in Januari bij het verlaten van het parlement John Chilcote, afgevaardigde voor East Wark, door een dikken mist wordt overvallen en in dien mist een gesprek met een voorbijganger heeft.
in de hand van den vreemdeling brandde op, totdat ze zijn vingers schroeide. De pijn voelende, liet hij ze vallen en zeide lachend: „Van alle zonderlinge dingen... Toen zweeg hij. De omstandigheden waren te zonderling en te uniek, om er een opmerking over te maken. Wat de beide mannen gezien hadden, scheen te fantastisch, om een feit uit het werkelijke leven te zijn; en toch was het zoo; de beide gezichten, die op zulk een eigenaardige manier voor elkaar verborgen waren geweest, waren trek voor trek 'hetzelfde. Het scheen elk der beide mannen toe, dat hij niet het gezicht van den ander zag, maar zijn eigen gezicht als in een spiegel weerkaatst. De vreemdeling was de eerste, die zijn zelfbeheersching terugkreeg. Toen hij zag, hoe ontsteld Chilcote was, kwam hij hem te hulp. „Dat is zeer zeker al heel zonderling," zeide hij. „Maar wel beschouwd behoeven we er toch niet zoo verbaasd over te wezen. De natuur kan immers niet altijd origineel zijn; soms is ze wel eens uitgeput, en als ze dan een goed model bij de hand heeft, waarom zou ze dat dan niet voor den tweeden keer gebruiken?" Hij ging een pas achteruit en nam Chilcote onwillekeurig nog eens op. „Maar u wacht nog altijd op vuur,... pardon," zeide hij nu. Chilcote hield nog steeds de cigarette tusschen zijn lippen. Het papier was droog geworden en hij bevochtigde het, terwijl hij zijn hoofd naar zijn metgezel toe boog. „Ik ben geschrokken van die onbegrijpelijke gelijkenis," zeide hij, „maar dat komt, doordat ik een weinig — een weinig zenuwachtig ben van avond. Eerlijk gezegd is mijn verbeelding in die mist wat aan 't werken gegaan .en ik dacht, dat ik tegen mezelf sprak " „En toen bemerkte u, dat de verbeelding werkelijkheid was?" De vreemdeling glimlachte. „Juist, zoo iets, dacht ik een oogenblik." Beiden zwegen even. Chilcote deed een paar trekken aan zijn cigarette; toen herinnerde hij zich plotseling een verzuim van wellevendheid, en zich tot de vreemdeling keerend, vroeg hij: „Wilt u niet rooken?" De vreemdeling nam een cigarette uit den koker, die hem voor werd gehouden, en toen hij dat deed, werd Chilcote opnieuw zóó sterk getroffen door de buitengewone gelijkenis, dat hij onwillekeurig zijn hand uitstak en den ander aanraakte. „Het zijn mijn zenuwen," zeide hij bij wijze van explicatie. „Daardoor kan ik 't niet laten er me van te overtuigen, dat ik werkelijk een mensch van vleesch en bloed tegenover me heb. Zenuwen kunnen iemand zulke poetsen bakken." Hij lachte gedwongen. (Wordt vervolgd.)
„Gelooft u in dat prestige?" „ja zeker. En ik kan niets voelen voor den man, die daarmee speelt." „Dacht u, dat Lexington er niet tegen gestreden had?" vroeg hij en zijn stem klonk levendiger. „Kunt ge u den strijd van den man niet voorstellen, toen hij merkte, dat hetgeen „Mogelijk wel. Maar om op slaaf was geweest, langzamerhand Lexington terug te komen. Wat een meester werd?" Hij hield op om hoogte had hij bereikt — en wat een adem te halen en in die kleine pauze val heeft hij gedaan!" scheen 't hem toe, dat de andere Hij scheen een oogenblik in zijn even, ongeloovig, lachte.gedachten verdiept, toen kwam zijn „Misschien denkt u aan morphine stem weer uit het duister met de als aan een genotmiddel," vervolgde plotselinge vraag: „Wat is eigenlijk, hij. „Denk er aan als aan een tyran, de oorzaak van zijn ondergang, — die de ziel pijnigt, als men hem opium of drank? 't Heeft me altijd trouw blijft en het lichaam, als men geïnteresseerd dat te weten, maar hem ontrouw wordt." Onder den inik heb de waarheid nooit gehoord." vloed van de duisternis en geprikkeld Chilcote veranderde weer van door het stilzwijgen van zijn metgehouding. zel, was hij tegen zijn gewoonte aan „Is 't ooit de moeite waard, ach- het praten gegaan. Op dat oogenblik ter de waarheid te komen?" vroeg hij. was hij niet Chilcote, het lid voor „Als het een publiek persoon be- East Wark, wiens zonderlinge luimen treft, — ja zeker. Wanneer deze het en wiens stilzwijgendheid spreekpubliek deelgenoot maakt van zijn woordelijk waren geworden, maar succes, waarom dan ook niet van zijn Chilcote, de man, die er een verlichmislukking. Was het de drank, waar- ting in vond te kunnen spreken. door hij ten onder is gegaan?" „U spreekt, zooals de wereld „Neen." Chilcote had even geaar- spreekt — uit onwetendheid en zeld, voor hij antwoordde. eigengerechtigheid," vervolgde hij. „Morphine dan?" „Vóór u Lexington veroordeelt, moest Opnieuw aarzelde Chilcote. En op u uzelf eerst eens in zijn plaats dat oogenblik ging er een vrouw stellen." vlak langs hem heen, luidruchtig „Zooals u doet?" De andere lachende. Die lach werkte in hooge lachte. mate irriteerend op zijn zenuwen. Hoewel die lach volkomen arge„Was het morphine?" herhaalde loos en niet 't minst beleedigend was, de vreemdeling op een gewonen, ge- deed hij Chilcote ontstellen. Plotsemakkelijken conversatietoon. „Ik heb ling hief hij zich recht overeind als het er altijd voor gehouden." iemand, die op zijn hoede is. „Ja, het was morphine." Chilcote .,Ik — ?" antwoordde hij, en hij had dat antwoord gegeven, voor hij trachtte evenzoo te lachen als de 't zelf wist. Die luide vrouwenlach vreemdeling, maar die poging misvan zooeven, en het rustige aanhou- lukte. „Ik geef alleen maar weer, den van den vreemdeling, hadden het wat de Quincey gezegd heeft. Maar hem ontlokt. Zoodra hij het echter ik geloof, dat de mist wat dunner gezegd had, keek hij snel om zich wordt, — zij wordt waarachtig wat heen, als iemand, die voor een oogen- dunner. Kunt u me ook aan een luciblik een hoog noodzakelijke waak- fer helpen? Men zou haast vergeten, zaamheid uit 't oog had verloren. dat men toch nog kan rooken, al Er volgden eenige oogenblikken kan men niet zien." Hij sprak snel van stilte, waarin de vreemdeling na- en stootend. Het denkbeeld, dat hij dacht over 't geen hij gehoord had. zichzelf zoo had laten gaan, hinderde Toen zeide hij met grootere leven- hem ontzaglijk, en hij wenschtevoor digheid dan te voren: alles te zorgen, dat zijn toehoorder „Ik had het wel gedacht, hoewel geen gevolgtrekkingen maakte. Terik het waarachtig haast niet kon ge- wijl hij sprak, zocht hij naar zijn looven. Zooveel te hebben bereikt en cigarettenkoker, — zenuwachtig en het dan weg te gooien voor zoo'n met gebogen hoofd. Zonder op te ellendig, banale ondeugd! Bah!" Er zien, was hij er zich van bewust, dat lag een wereld van verachting in' dien de mist, die hem verborg, optrok, uitroep. toen weer een oogenblik dichter Chilcote lachte even, maar zijn werd, maar toch op 't punt stond lach klonk onzeker. „U oordeelt om geheel te verdwijnen. Hij had hard," zeide hij. zijn koker gevonden, een cigarette De andere lüet opnieuw een min- er uit genomen en tusschen zijn lipachtend geluid hooren. „Ik oordeel pen gestoken en nu hief hij zijn hoofd juist. Niemand heeft het recht dat- op, daar de vreemdeling een lucifer gene te vermorsen, waarvoor een afstreek. ander, als hij 't verkrijgen kon, zijn Gedurende een seconde keken zij VEET GIJ... ziel wel zou willen geven. Het ver- elkaar verstomd aan, nu de plotsedat Frankrijk tot de landen bemindert het prestige van buitenge- ling optrekkende mist hun gelaats- hoort, waar de minste werkloosheid wone geesten." trekken zichtbaar maakte. De lucifer heerscht?
IMÉ
--^^
BESCHOUWINGEN VAN DEN GENEESHEER Nog iets over de vaccinatie. Ik wil deze tweede bespreking beginnen met de vraag: zijn er nu geen gevaren aan de inenting verbonden? Het antwoord luidt zonder twijfel: neen. Tenminste wanneer enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen worden inachtgenomen, hetgeen thans zonder uitzondering geschiedt. Het voornaamste is, dat we de inenting met dezelfde zindelijkheid verrichten als een operatie. Natuurlijk is op een bepaald oogenblik de toestand van een kind wel eens zoo, dat inenting ongewenscht is. Dan wachten we, maar dat er op den duur bezwaren blijven, komt haast niet voor. Ik weet wel, dat er altijd praatjes gaan over kinderen, die na de vaccinatie nooit weer echt goed geworden zijn, maar wij artsen zien dat nooit en dat terwijl ons uitdrukkelijk' is verzocht alle eventueele nadeelige gevolgen bekend te maken. Die gevallen moeten dus op onjuiste waarneming berusten. De wijze van inenten is wettelijk nauwkeurig voorgeschreven; de voerschriften zijn achter op het „pokkenbriefje" te vinden. Het verloop zal bijna iedereen uit ondervinding wel kennen. Ik herinner er nog even aan, dat na 2 of 3 dagen de pokken beginnen op te komen, eerst als roode lijst, later als puist met blaasjes, waaromheen een flinke roode huidzoom. Na 9 älO dagen is de toestand op zijn hevigst. Dan begint de puist in te drogen, er komt een korst op, de omgevende 1 roode huid verbleekt weer. Na 2 /2 ä 4 weken valt de korst af en een litteeken ontstaat. Bepaald ziek rijn de meeste kinderen er niet van. Als de puisten op zijn ergst zijn, kan er echter wel flinke koorts zijn één of meer dagen en de arm kan pijnlijk zijn. Kwaad kan dit echter volstrekt niet! Over het algemeen blijken kleine kinderen minder last te hebben dan grootere. Een geschikte leeftijd voor inenten is het eind van het eerste jaar. Het kan nog wel vroeger als dat wenschelijk mocht rijn. Men bewijst zijn kinderen geen dienst door te wachten tot de inenting voor het schoolgaan absoluut noodig is, want dan hebben ze er vaak wat meer last van, ofschoon ook dan nog niet erg. Een bijzondere behandeling van het kind in dezen tijd is niet noodig. Men moet er alleen voor zorgen, dat het kind niet aan' de puisten krabt of die stuk stoot. Dat men het kind als het er ziek van is, even thuis en soms zelfs even te bed houdt, spreekt vanzelf. Maar als regel is dat niet noodig. Dat bij een nog niet ingeënt kind na de vaccinatie geen pokken opkomen, is zeldzaam. Dan herhaalt men de inenting en als dan nog niets opkomt, kan men besluiten dat het kind niet vatbaar is voor pokken. Dit is echter uiterst zeldzaam, waaruit volgt, hoe algemeen de vatbaarheid is en dus hoe gewenscht de vaccinatie. Ü^_
_
KANARIA
De Red. heeft mij verzocht om voor Tenslotte wil ik nog even ingaan dit blad over kanaries te schrijven en op de plannen om den vaccinatie- de redactie was zoo vriendelijk om dwang gedeeltelijk op te heffen. mij in het nummer van 28 Maart j.1. Dwang is een kwaad ding en de aan hare lezers voor te stellen, waarmenschen rijn daar terecht niet zeer bij ook mijn portret werd afgedrukt. van gediend. Maar het kan noodig Moge dit ér toe bijdragen om een zijn! Als er een middel was om alleen band met mijn lezers te doen onttegemoet te komen aan werkelijk staan. ernstig gemeende geloofs- of geHet gebied dat ik ga behandelen, wetensbezwaren, dan zou er niet zoo- is, geloof mij geachte lezeressen en veel tegen zijn. Dat zou een zeld- lezers, onuitputtelijk! zaamheid blijven. De nu voorgestelde Over dat eene vogeltje te schrijven bepalingen zien er wel zeer secuur een onuitputtelijk gebied? hoor 'k al uit, maar het komt er nu maar op vragen. aan hoe het in de practijk zal blijken Ja zeker! te gaan. En dan ben ik er nog niet Wat zal ik schrijven? zoo heelemaal gerust op. In EngeWij kunnen schrijven over de geland kan men zien, waar het toe schiedenis van den kanarie, want ook kan leiden: daar waren in een plaats hij heeft een geschiedenis en een zeer tegen 40 personen, die zich lieten interessante geschiedenis ook. inenten, 206 met „gemoedsbezwaOver de vorming der onderscheiren." Geen sprake van dat al die 206 dene rassen (men heeft sierrassen en menschen werkelijk overwogen be- zangrassen, terwijl de eersten nog zwaren hadden. Als het in Engeland weer onderscheiden worden in vormzoo doorgaatv is daar binnen korten ras en in kleunas); over de kweek tijd de helft der bevolking onbe- of wel voortplanting in gevangenschermd. Men loopt blijkbaar groot schap met de daaraan verbonden tal gevaar de deur te openen voor aller- van alleraardigste momenten uit het lei uitvluchten. Ik heb dat zelf trou- voortplantingsleven van den kleinen wens gezien, toen ik dienstplichtigen geelrok; over den zang in al zijn heb ingeënt. Daar kwamen ook heel variaties van den kleinen, maar toch wat „gemoedsbezwaren" voor den grooten virtuoos en over nog zoodag! Maar hoe weinig schoten er veel meer. over als men even kalm doorvroeg. Hoe zal ik schrijven? De meesten wisten dan niets meer Mij enkel bepalen tot het schrijven te zeggen en maar heel enkelen kwa- van artikeltjes, waarin alleen bezitmen met een overwogen meening ters van een ot meer kanaries eenig voor den dag. Het wordt zoo gemak- belang stellen? kelijk om gemoedsbezwaren te hebEn waarom? ben uit laksheid, omdat men het te Omdat de lezers van dit blad bij lastig vindt, omdat men er tegen op eventueele omstandigheden" met hun ziet een gezond kind (misschien) een kanarie den raad van een deskundige paar dagen wat minder lekker te kunnen benutten? laten maken, (die zoo denken, zijn Zeker, wij gevoelen er ons als vande kwaadsten nog niet, maar men zelf toe aangewezen, allereerst onze moet er wat dieper over doordenken lezers in voorkomende gevallen van en overwegen hoe noodig en nuttig raad en hulp te dienen, maar wij het is; kijkt anders maar eens goed willen ook schrijven niet uitsluitend naar een geschonden poklijder). en alleen hij 't bestaan van behoefte Heb ik niet van die brave soldaten, aan voorlichting van een of andere die zoo even echte gemoedsbezwa- vragenstelster of -steller. Wij willen ren zeiden te hebben, een oogenblik zoo mogelijk ook schrijven met het later tegen hun kameraden hooren doel onze lezers in het algemeen zeggen, dat ze „toch lekker niet" (dus niet uitsluitend de houders van ingeënt waren? Ik kreeg ook den in- een of meer kanaries), meer bekend druk dat er bij waren, die bang te maken met de vele genoegens en zijn voor de schrapjes. daarbij het groote nut aan de teelt Nogmaals, ik heb het niet over en het houden van kanaries verbonhen, die werkelijk geloofsbezwaren den; hun een blik gunnen in het hebben, maar laten we toch vooral rijke gebied der kanarie-sport, welke de gevaren niet onderschatten. Een inderdaad is „eene onuitputtelijke ieder overwege alle kanten van de bron van studie en genot". A. B. zaak goed voor hij zijn standpunt bepaalt. Men moet b.v. ook bedenEEN NIEUWE JAARGANG ken, dat de niet-ingeënten een geEEN NIEUWE OMSLAG vaar zijn voor hen, die (zonder beEN NIEUWE PLANNEN zwaren te hebben) wegens gezondHalf Mei begint de nieuwe iaargan? van heidsredenen niet ingeënt zijn. PoliELECTRO-RADIO. tieke overwegingen moesten op dit de vraagbaak voor Radio-Amateurs vraagstuk volstrekt geen invloed - Zend onderstaanden bon ingevuld terug • mogen hebben. Het zou een onvergeeflijke fout O« Administratie van Electro-Radio, Hofwqckatraat 9, rijn één van de schoonste voordee- 'Den Haaf. gelieve mij te noteeren voor: «bonncment ä 12.— per half jaar bq vooruitbetaling len die de medische wetenschap ons 11 proef-abonn. k tl.— voor 3 maasden „ geschonken heeft, in gevaar te Naam: — brengen! Dr. H. L. S. Adret: ■
'
::•■--.
..
^vmm^m,.
-.
VRAAG EN ANTWOORD L. te G. vraagt: I. Weet u ook een goed middel om boorden en manchetten flink, hard en mooi glanzend te maken ? i. Weet u ook een goed recept om warmen wijn te maken ? 3. Weet u ook het adres van een volksmuziekhandel (goedkoope uitgaven van viool- en pianomuyiek, samenspel ) ? Antwoord. 1. Gebruik voor 't stijven van boorden en manchetten Duyvis' glans stijfsel, onder toevoeging van een paar druppels glycerine. Voeg bij gewone stijfsel wat borax (opgelost in heel weinig kokend water en iets geschrapt kaarsvet). 2. Het Receptenboek van de Haagsche Kookschooi door Mej. A. L. Manden schrijft: Warme wijn: 1 fl. roode wijn, x l2 d.L. cognac, 60 gr. suiker, 2 schijfjes citroen met 4 kruidnagelen, 10 c.M. pijpkaneel, 1 d.L. water. Bereiding: alle ingrediëmen een uur laten trekken, vooral zorgen, dat de wijn niet kookt, hij moet echter zeer warm ingeschonken worden. 3. Dergelijke muziek kunt u in eiken boekhandel koopen. L. W. S. V. ie Vlissingen vraagt ons inlichtingen over de Boazbanken hier te lande. Van bevoegde zijde werd ons het volgende bericht: Over het geheele land verdeeld, zijn hier ongeveer 60 Boazbanken, die ieder voor zich een afzonderlijke coöperatie vormen, op De» Haag en Rotterdam na, dat N.V.'s zijn. De meeste Boazbanken hebben onbeperkte aansprakelijkheid, d. w. z. dat de leden met hun volle vermogen aansprakelijk zijn voor de gestie der bank; een heel enkele bank heeft beperkte aansprakelijkheid, bijv. 20 pCt., 40 pCt., 50 pCt. De eerste vorm, onbeperkte aansprakelijkheid is dius de soliedste. Er bestaat ook een Centrale BoazBank, thans nog in Utrecht gevestigd, maar die half Mei of begin Juni naar Amsterdam verhuist. Deze controleert de Boaz-Banken weer. De promessen van de cliënten worden via de Centrale Boaz-Bank bij de Nederlandsche Bank verdisconteerd. Speciaal over de Boaz-Bank te Vlissingen kan ik u geen inlichtingen geven.
Nieuwe Vijf-guidens-prijsvraag Terwijl ik dit schrijf, is alles om me heen in rep en roer. We (dat is m'n vrouw en al haar vrouwelijke helpsters) zijn aan het schoonmaken en ... ik ben er het slachtoffer van. O lieve lezers, heb nfedelij (misschien is er ook één lezeres die eerlijk genoeg is om het leed van den „man" aan te voelen) en zendt vóór 17 Mei a.s. aan de Redactie afd. Prijsvragen, Galgewater 22, Leiden, een aardig 8-regel ig versje over het onderwerp „schoonmaken". Wie er het bes* in slaagt m'n gevoelens te vertolken, krijgt den vijf guldens prijs.' Maar er zijn ook heel wat troostprijizenJ
Uitslag van den Vijf-guldensprijsvraag Een groot aantal inzendingen kwamen op de prijsvraag van onzen lezer Louis Gobes, Roeterstraat 17, Amsterdam, dat 4 April geplaatst werd, binnen. Zeer velen stuurden ons één antwoord, dus maakten een teekening maar
— er kwamen antwoorden in met boven de 300 teekeningen. Het hoogste in aantal waren Isabella Verspoor en Comelis Verspoor, Fransbekkerstraat 73a, Charlois, Rotterdam. Hun gaven wij samen den prijs van f 5.—. Dan kregen een extra troostprijs B. Tesink, v. Koetsveldstr. 53, Den Haag, M. v. Kampen. Annastraat 42, Naarden, J. J. Heere, Klazienaveen gem. Emmen. Verder volgen een groot aantal troostprijzen: A. G. Terméns Schortinghuis, Transvaalkade 4huis, A'dam; G. Brunst, Oosterpark 61, Amsterdam; Gerda Reisiger, Boulevard 103, Arnhem; A. Hagedoom, Dr. Schuitstr. 39. Beverwijk (N.-H.); E. J. Buiskool, Hypolitusbuurt 19, Delft; G. A. van Dijk, Martinus Steinstr. 39, Dordrecht; Willem Klumpes, Hoogebakstr. 30, Dordt; A. Bruinenberg, i C 28, Glanerbrug; Mevr. C. M. W. v. Dalen Vermeeren, Ger. Reijnststraat 70, Den Haag; La. Kanaar, Emmastr. 244, Den Haag; Jac. Hoogerduyn, Molenaarstr. 15, Den Haag; J. Scheele, Copemicusstr. 234, Den Haag; Willy Bakker, Zuidstraat 10/11, Den Helder: G. Alink. R.-K. Ziekenhuis, Hengelo (O); Mej. M. Nel, Parklaan 66, Hoofddorp; J. A. van Leyden, ten Hoetdwarsstraat 59, Nijmegen; Jos van Zijl, Hosp. Kol. Res., Nijmesren; W. H. Visser, Kerklaan 69, Rijswijk (Z.H.); Betsy de Lange, Heemraadstraat 39a. R'dam; Mej. L. Smit, v. d. Pahnstr. 8b. R'dam; A. Roos, Heemraadstr. 183, Scbeveningen; J.H. C. Schulze, Grofbaan 75, Schiedam; P. K. Holst, Willem Ilstr. 29, Tilburg; H. K. Jans. Bissemerlaan 41, Elinkwijk, Utretht; W. Klokman p/a C. Vermeulen Westerland — post Haukes, Wieringen; Mevr. Kuylers, Bartjenstr. 6, Zwolle.
Onderschriften-prijsvraag: Het antwoord op het gevraagde onderschrift van 4 April, door Mejuffrouw Lies Hermelink p/a J. C. M. B. Knuif, Grootestr. 32, Borne (O.), werd ditmaal met den prijs bekroond. Zij: Hè. beste man, kom je eindelijk weer thuis ? Hij: Neen, lieve vrouw, ik behoef niet meer te komen, want ik ben er al. . Hieronder volgen de namen der verschillende inzenders, die troost prijzen kregen: Henry Klaus, Leeuwenhoeksingel 34, Delft; W. de Groot, Leydsweg 47, Enschedé; Jac. Hoogerduyn, Molenaarstraat 15, Den Haag; N. Kooima, Van Bvlandtstr. 161, Den Haag; H. J- C. Markgraaf, Javastr. 263, Den Haag^ H. A. Schimmel, Rochussenstraat 188, Den Haag; Mej. M. Nel, Parklaan 66, Hoofddorp; Joh. H. H. Schoof. Pasteurstraat 3, Leiden; Isabella Verspoor; Fransbekkerstr. 73a, R'dam; Mej. G. Bakker, Maasdamschestr. 13, Schiedam. Een onderschrift gevraagd.
Tfflftd'
^■t «L^fttim.
■*
—
^Bm^**m ê — larë itó^fcliÏÏ L Mi "Tfcgfjjpsjgfe i
'-'""
j
.il
11 ~n)iiirr>
Zendt dit vóór 17 Mei a.s. aan het adres • Redactie Wereldrevue „Bijschriften-Prijsvraag'*, Galgewater 22, Leiden. Als prijs wordt f 2.50 toegekend met vele troostprijzen. i
■■
A. te B. Wist gij dat de zonnestraal 81/2 minuut noodig heeft om de aarde te bereiken. C. te EX Ja, de grootste tor woont in Venezuela. Men noemt dit beest terecht de "Olifant-tor". Een volwassen ex. weegt ongeveer 200 gram. E. ie F. Dat doet men in Londen allang, daar wordt voor de sollicitanten voor employé bij de z.g. ondergrondspoorwegen een film vertoond getiteld: Het is de mofeite waard beleefd te zijn. G. te H. Gewone spinnen leggen eieren. Meestal een zestig in getal, die zij bewaren in een soort zakje van fijne spinrag. /. te J. Pas kort geleden is het bericht verspreid, dat het romeinsche vonnis, waarbij Christus ter dood werd veroordeeld, is teruggevonden. AC. te L. Dat gebeurt vaak. Mesdag was oorspronkelijk bankier. Israels zou indertijd voor rabbijn studeeren. M. te N. Sir James Barrie beweerde eens in 'n speech, „dat menschen die niet werken willen, eigenlijk het grootste genoegen missen". Ik ben blij dat gij dit ook zoo voelt, O. te P. Die tentoonstelling moet iets heel bijzonders zijn. Wij hopen er spoedig over te schrijven. Alleen de vloer van de groote machinehal kostte ongeveer een half raillioen gulden. Q. te R. Bijgeloovig zijn de menschen altijd nog. De meisjes in Cleveland (Ver. St.) nemen een glas vol water, dat in een rivier of beekje van noord naar zuid stroomt. Zij leenen een trouwring en hangen dien aan een hoofdhaar boven 't glas. Als de ring het glas raakt, beteekent dit, dat de bezitster nooit trouwen zal, draait de ring vlug rond, dan zal ze eenmaal trouwen, langzaam, dan trouwt ze tweemaal. M. v. K- ie Naarden. Wij kunnen onmogelijk nu nog nazien of u tot de goede oplossers behoort. Het eenige wat wij wel in dit verband kunnen zeggen is, dat aan alle goede oplossingen een prijs is toegezonden. /. L. te Rotterdam. Het antwoord heeft er allang ingestaan, doch gij behoordet zeker niet tot de gelukkigen. Ad. A. v. L., Rotterdam. In den regel nemëii wij annêcdoftén "en raadsels op zonder er honorarium voor te betalen. Wij doen werkelijk héél véél voor onze lezers. Vindt gij het nu niet billijk, dat zij op hun beurt ook' hun hulp verschaffen? Hebt ge iets heel bijzonders, zend het ons dan, wijl zullen u dan meldetl of wij het kunnen honoreeren. Mej. B. te V. Aan menschen die hun naam niet ten volle willen opgeven, kunnen wij toch moeilijk antwoord geven, 't Is nu alsof je met iemand praat, die achter een schermpje wegschuilt. Zoudt u zoo'n gesprek prettig vinden ? I P. Af. T. te Rotterdam. Er is werkelijk een fout ingeslopen. Het is jammer, maar het is nu eenmaal niet te vermijden! /. Sch. te Den Haag. Sinds eenigen tijd vermelden wij de data, dit op verzoek van verschillende lezerè. Uw raadsel is wel wat al te oud! K. H. K- te Mkmaar raadt L. M. te Den Helder om lid van den A. N. W. B. te worden, dan heeft zi) alle inlichtingen gratis en nog heel watvoordeelen meer.
■ ■-:- -^'' ^.-..-.'^..^^..^av ■'„I., n a nrr-^-^^
ï
OP DB BRES Onze folo-correspondcnt slaagde erin tijdens den heiligen brand in hel gebouw De Phoenix. Passeerderstraal Amslcrdajn. deze fraaie foto te maken, die zoo uitstekend het gevaarlijke werk onzer kranige brandweerlieden typeert.
WERELDREVUE
WEEKBLAD ONDER LEIDING VAN M.E. R. CURIUS. REDACTIE-ADRES GALGEWATER 22. LEIDEN .Tel. 760.
9 MEI 1924
Wm?—
WAT ER BUITEN EN IN ONS LAND GEBEURDE
De Taba-tentoonstelling geopend
WEEKPRAATJE ■ *■ ' il
'i
DE CONCENTRATIE VAN HET ONGEKENDE.
apansche erkentelijkheid 4 Op het departement van Buiten!, Zaken i s door tusschenkomst van den nederl. gezant te Tokio een fraai gebonden album ontvangen, aangeboden aan het nederl. volk alt büjk vai ' erkentelijkheid voor de verleende hulp bij de laatste aardbeving. Wij reproduceeren den band en een der pagina's met het typische van boven naar beneaen lezende japansche schrift.
28 April—5 Mei Een der dagbladen schreef het vorige week zoo kernachtig: al de aarzeling van Duitschland, al het I tegenspartelen van Frankrijk kunnen ; de groote beteekenis der voorstellen | van de commissie van deskundigen i niet verduisteren. De wereld snakt ! te zeer naar rust en regeling, dat . zij, die in afwachten of in het| onderste-uit-de-kan halen hun voordeel zouden willen zoeken, kans tot slagen krijgen. België speelt blijkbaar de rol van bemiddelaar tusschen Frankrijk en Engeland. Theunis en Hymans zijn naar Poincaré geweest, daarna waren zij bij MacDonald. Van het eerste gesprek heette het, dat er niets van te vertellen was, maar alles goed was gegaan, van het tweede gesprek wordt verteld, dat alles geheim is. Dus.. . . botert bet nog niet. Al vertellen ook ditmaal de belgische afgevaardigden, dat ze „o zoo erg" tevreden zijn. Maar gezien de voortvarendheid van den Labourpremier is er kans, dat het spoediger dan gebruikelijk was, gesmeerd moet zijn. In Duitschland stelt de regeeringspartij zich op het standpunt, dat de voorstellen zullen worden aanvaard, mits dan ook de beperkingen in economischen en anderen zin in het bezette gebied worden opgeheven. De voorbereidingen voor de algemeene verkiezingen waren kalmer dan men verwacht had. Terwijl wij dit schrijven, is een definitieve uitslag nog niet bekend. Wei wordt bevestigd, dat uiterst links en rechts vooruit gaan, doch niet in die mate, als verwacht werd. De engelsche regeering had een groot succes met de door Snowden ingediende begrooting. Men moet diepe bewondering hebben voor wat onze overburen op finantieel gebied hebben gepresteerd. Daar is voor ons ook wat uit te leeren. Ondanks
Een verbindlns Zeebrugge
Harwich
De trein-veerdienst Harwich-Zeebrucge werd door prins George van Engeland te Harwich geopend. Foto van den eersten trein, die op de boot rijdt.
De koning van Engeland als treinbestuurder Het koninklijke echtpaar bezocht de werkplaatsen der Great Western Railway Cy. en de koning bestuurde daar een der groote locomotieven.
de malaise, ondanks de reusachtige verplichtingen om schulden af te betalen, ondanks het feit dat de andere landen aan Engeland nog niets terugbetaalden, kan men over belastingvermindering denken. Dat ziet er bij ons nog niet naar uit! De eerste Meidag verliep hier'te lande en in het buitenland, enkele botsingen in Duitschland en Frankrijk uitgezonderd, zonder bijzondere evenementen. Het voorstel van de engelsche liberalen tot invoering van evenredige vertegenwoordiging is roet groote meerderheid verworpen. Nederland blijft doorgaan in het buitenland te leenen. Thans heeft het moederland weer 40 millioen dollar in Amerika opgenomen. De onderhandelingen met Rusland schijnen op het laatste oogenblik toch weer vastgeloopen. De koningin heeft in verband met het besluit tot vermindering der salarissen ook een deel barer inkomsten ter beschikking van den staat gesteld. Een Koningin Wilhelmina-jubileumfonds van 73,200 zwitsersche franken is afgedragen aan de vereeniging tot behartiging der belangen van nederlandsche longlijders. Edward Bok schonk een gedenkraam voor de Nieuwe kerk te Delft. De heer J. Lazonder, directeur van het postkantoor te Rotterdam, zal worden benoemd tot directeur van den postcheque- en girodienst. De verhooging van den accijns op bier en van het invoerrecht op bier en thee is door de Eerste Kamer aangenomen. In Leiden is de Handelsbeurs geopend. De oplossing van het geschil in de twentsche textielnijverheid, die nabij leek, is, als wij dit schrijven, nog niet bereikt. Wel zijn maandag de fabrieken weer opengesteld, maar een deel der arbeiders weigert aan het werk te gaan.
' De groote oorlog dien wij hebben meegemaakt heeft tal van nieuwe toepassingen van bekende verschijnselen gebracht. Het was de eerste groote worsteling, waarbij systematisch de wétenschap de groote steun voor beide strijdende partijen was. Eigenlijk mogen wij wel zeggen, dat deze worsteling een nieuwe kijk op de „kunst" van het oorlogvoeren heeft gebracht. En wel deze, dat er practisch en theoretisch gesproken een onbegrensde mogelijkheid bij het vernielen bestaat. Elk nieuw middel kan door een ander middel overtroffen worden.
De leider der oppositie Ghandi die in Engelsch-lndie zoo'n belangrijke rol speelt, schijnt zijn actieve tegen stand tegenover het engelsche gouvernement gewijzigd te hebben.
Een spoorwegonselnk te Londen. Door het tegen elkaar rijden van twee treinen had er een geweldige botsing plaats, welke vier dooden en 50 gewonden deed betreuren.
. -, |
t 6
* "■■ ■ j ■ V
1
1 v-tV^'
f L" W^
*
' K-f '
s
Ü
£BftJS^SHB . ...,,... .
,—■ ■
Zaterdagmorgen werd in het R.A.1.-gebouw te Amsterdam de T.A.B.A officieel geopend. V.l.n.r. J. Hartlooper, Joh. Kesting, P. J. Francois, J. C. Schoemeyer, A J. Weddepohl, A. M. v. Lookeren, Jos. v. Gulick.
Men mag gerust aannemen, dat, de ontdekkingen, welke daarbij gedaan werden, nog bij lange niet volkomen toegepast wareij toen de z. g. vrede eindelijk uitbrak. Er was nog heel wat in petto gehouden. Verschrikkingen, die zeker losgelaten zullen worden, wanneer het weer eens tot oorlog zou komen. Waarvoor de menschheid behoed moge zijn..
Een overzicht van de tentoonstelling. Ook ons blad Is er vertegenwoordigd.
Ontboezemingen van Tijl UU - Tabaksbelasting Doch zooals al het slechte, heeft ook concentratie van de wetenschap op de kunst van het vernietigen een voordeel meegebracht. Het heeft de geesten gedwongen zich te concentreeren ook op het gebied van het tot nu toe onbekende. En tal van zaken, die voor den oorlog nog omsluierd waren, zijn in den oorlog ontdekt en toegepast geworden.
Hiertoe behoort ook de toepassing van de electriciteit in de ruimte. De angst voor den oorlog in de toekomst heeft een versterking van deze toepassing- gevonden. De dagbladen hebben melding gemaakt van de ontdekking door een engelschman, den heer H, Grind ell Matthews gedaan, die er in geslaagd • is, stralen te verwekken, welke uitgezonden, op groote afstanden hun geweldige uitwerking blijven bezitten en dus uitstekende verdedigingsmiddelen zijn tegen de meest gevreesde aanvallen, waaraan een land kan blootstaan, de aanvallen vanuit de lucht.
{Open brief.) O, Duiten- Excellentie, toen U een welwillend man. En wijzig alsjeblieft toch uw Tabaksbelastingplan. De tijd is al zoo duur en naar. Geachte heer Colijn ! Belet ons dus niet om eens in De (rook)-wolken te zijn.
^ Maak, Excellent, dat de prijs Der „toeback" binnenkort Niet voor onze reeds platte beurs Haast onbetaalbaar wordt. Heusch, als U tè veel trekken wilt Van het zoo smaakvol kruid. Dan scheiden wij, aldus gevild. Met trekeen nog eens uit I
Maar neen, dat mag niet, spaar ons dit, O, wijze heer Colijn, De prijs van de tabak is reeds Laat de tabak betaalbaar, en Extra geweldig hoog; Steeds ep elk's lippen zijn. ■' Dat elke rooker spaarzaam smookt, Dan bieden u tienduizenden Hoeft dus nog geen betoog. Een reuzen-bloement uil / Heusch, bandglposrookt niemand meer. Met allen eerbied teeken ik Dit spreekt van zelve, want Uit aller naam Niets rookbaars wordt er meerverkocht. TIJL UIL Of 't heeft 'n belasting-band. SM
a^_
De nieuwe stralen door Grundeil Matthews ontdekt Deze teekening aan de lil. London News ontleend, toont de werking der pas ontdekte stralen.
*
Na deze geslaagde proefnemingen, staat het voor den heer Grindell en zijn medewerker vast, dat het hem mogelijk zal zijn een toepassing in het groot te construeeren, welke practisch eiken aanval uit de lucht onmogelijk zal maken. De stralenuitzenders kunnen als lichtbaken evenzeer als voor verdedigingsmiddelen dienen. Zoodra hooren of zien de bedienende manschappen de vliegtuigen naderen, of ze zenden de.; stralen uit, die de vijandige machine verlammen en vernietigen. Het zal mogelijk zijn een groote landstreek, wellicht een geheel land te omgeven met een cirkel van dergelijke machines, welke feitelijk den zoo gevreesden luchtaanval onmogelijk maken.
Wat de kosten hiervan zijn kan men zich indenken, indien men weet, dat een dergelijke gordel, welke London op een afstand van 60 kilometers omringt, 36 millioenen guldens zou kosten. * * * Het nut, dat als verdedigend wapen in deze stralen kan liggen, zal men na bovenstaand zeker wel inzien. Doch de vraag blijft open en gewettigd : wat zaT de toepassing van deze stralen als opbouwende, niet als vernietigende kracht zijn. *
*
De uitvinder heeft zijn ontdekking ingeleid met de mededeeling, dat hij hoopt het middel te hebben gevonden, waardoor in de toekomst oorlogen onmogelijk zijn. Indien hij dat bereikt (leeft, dan verdient hij de dank!
TF»"
"
baarheid van alle goede en goedwillende mensohen. H6* aPparaat, dat door den uitvinder met behulp van zijn medewerker den heer B. J. Lyne, is geconstrueerd, bestaat uit twee straaluitzenders, die verbonden zijn aan een deel, dat de ontdekker „de geheimzinnige doos" noemt en waarin zijn geheim zit. Een electrische stroom, door deze „doos" gevoerd en in de ruimte uitgezonden, was in staat op verren afstand een motor in vollen gang te doe&stoppen, een bakje met kruit gevuld te doen ontploffen, kortom een kunstmatigen bliksemstraal de ruimte in te zenden. *
*
*
de minister van finantien in het .Labour"-ininisterie, die met succes zijn begrooting verdedigde.
'^
«
Evenzeer als zij den ongewenschten aanval kunnen stoppen, moeten zij toch ook de onontbeerlijke- energie kunnen toezenden. Het is van zelf sprekend, dat het niet binnen onze beoordeeling ligt, hoe dit kan worden bereikt. Doch ons verstand zegt ons, dat het mogelijk moet zijn en dat, naast het negatieve, de afweer^ ook de positieve zegeningen van deze concentratie der energie ojk tot nu toe onbekende wijze zat worden gevonden. * * * Naar wij mogen hopen tot zegen van de menschheid.' M. E. R. Curius.
.
.
■
.
■
mmj-
■■
mmmmm^mmmmmmm^
'lJK^'T^Ffwv'wmwwyw
DE FOTO'S VAN DEZE WEEK
De 1-tiei viering te Amsterdam Mevr. Pothuis Smit aan het woord.
De heftige brand
Het Oosterpark was ter beschikking gesteld voor de I-Mei betooging. Men ziet op onze foto de eerepoort.
pptwawwp" ■• - .«-?
aandePasse■ rdergracht te Amsterdam.
•■>■ -_,,..
....-
is
tm
|r-^'
^
„-'--■ ^
*\.
...
\ '
M
m
Een kranig stuk werk Onze nederlandsche industrie en rotterdamsche zeelui hebben een kranig stukje volvoerd. Het voor Chili gebouwde dok Dique Valparaiso werd onbeschadigd onder de Willemsbrug gevoerd.
"W'AN het populaire tweetal Miehe Madsen en Carl v Schenström, die hier te lande naam hebben verworven als Watt en '^"V/att _ een pseudoniemenvondst van niet te onderschatten waarde, want nog altijd is een enkele naam van groote beteekenis — is een nieuwe film verschenen. En weer als de beide vorige malen, dit is namelijk de derde van de reeks, is gebleken hoe voortreffelijk Watt en 1/2-'Watt fa kunst verstaan het publiek te vermaken. Om in 't kort weer te geven, al wat er in een door hen vervaardigd komisch werk geboden wordt, is ondoenlijk. We zeiden 't reeds vroeger, er is een eenvoudig gegeven en door de invallen van de beide komieken wordt 't aangekleed. Herhaaldelijk bemerkt men die plotselinge invallen en daardoor wordt het simpele gegeven uitgedijd. De komische „retten", altijd eenvoudig, nooit gezocht, worden de hoofdschotel en door het vertellen van den „inhoud" krijgt men nimmer een juist beeld. „Wat doe je in de kou", is — we zeiden 't reeds — de derde film, die we hier zagen. En ontzettend groot is weer het aantal grappen Men heeft ook nu weer geen tijd om na een lachbui behoorlijk op adem te komen. Men moet zien, hoe de beide grappenmakers er met 'n geimproviseerde „ijskar" op uit trekken en in de onmetelijke vlakten van sneeuw en ijs, waar men ook wel eens een mensch ziet, probeeren zullen met een „ijsco" aan den kost te komen. Dan al die tafreeltjes in de eenzame hut, waar ze op hun wijze twee geliefden bijeen brengen. Of — om weer iets anders te noemen — waar '^-Watt gewapend met een geweer buiten op wacht wordt gezet. Hoe hij door z'n vrienden binnen wordt vergeten en door een sneeuwstorm overvallen. Als ze dan den volgenden morgen komen, vinden ze hoogopgestapelde sneeuw op de plaats waar '/..-Watt stond. Graven dan, zoo snel als mogelijk is, onder toezicht van ]I2-Watt, die achter hen sfeat. Zoo komen er tal van koddige tooneeltjes in deze film voor.
. ..
„,.— iu
\
\
Opleving In de Rotterdamsche haven
De aanvoer van ertsen, die eer. tijdlang zeer miniem was. is in den laatsten tijd belangrijk vooruitgegaan; een gunstig tceken. Onze foto's toonen een aantal erlsschepen in de haven van Rotterdam, en het overladan der ertsen.
Afscheid van Dr. Sterck In de oude Raadzaal van het Stadhuis te Haarlem nam de heer Dr. J. F. M. Sterck. inspecteur bij hetschoolwezen na 32jarlgcn dienstafscheid van het Rijkschooltoezicht. In het midden Dr. Sterck. daarnaast rechts Burgemeester van Haarlem C. Maarschalk.
Hulde aan Dr. A. Kuyper3r
Verandering van het stadsbeeld te Leeuwarden
Een typisch Haassch figuur
Op 29 April van de huldiging plaats van Dr. A. Kuvper jr., Geref. Pred. te Rotterdam, in verband met zijn 25-jarig jubileum.
Er bestaan plannen om eenige der oude typische grachten in Leeuwarden te dempen. Hierboven: Het Nauw, een der . bedreigde grachten.
De welbekende oudeen in vaiiede wachter Verhoeve, vóór zijn tramhuisje bij de Witte Brug.
Een nieuwe school te Oostburg
Een merkwaardige verkeerstoestand te Dordrecht
Den 2en Mei werd te Oostburg de nieuwe Rijks Hooger Burger School voor West-Zeeuwsch Vlaanderen door den Minister van Onderwijs Dr.de Visser officieel geopend. Een foto van de gedenksteen die in de scnool Ib aangebracht en werd aangeboden door een belgisch Comité in dankbare herinnering aan de menschlievende opname van belgische vluchtelingen in 1914.
In verband met het maken van een nieuwe brug te Dordrecht wordt het verkeer geleid door een oude bergplaats van het vroegere arsenaal aldaar. Oit is momenteel de hoofdverkeersweg tusschen het station en het centrum der stad.
De afgravingen aan de St. Pietersberg
Van de Plulmveetentoonstelilng te Barcelona
De oude ruïne op de St. Pietersberg bij Maastricht gaf vroeger gelegenheid een prachtig panorama te genieten. In de verte Maastricht, beneden de Maas en de Zuid-Willemsvaart, met als voorgrond de. helling van den berg, waaruit hier en daar mergelrotsen staken. Deze voorgrond is nu geheel bedorven door de afgraving.
Onder leiding van dr. Te Hennepe en de heer Dirk Das, secr. van Ornythophilia vond te Roosendaal de verzending plaats van het pluimvee bestemd voor het groots pjuimvee-con'gres te Barcelona.
—^^^^^^^^
-
■ •■
'
.. •■. v.. ^ .-^
M
. ?,..¥.k.Tii.«, , '„,
■v.c;k.*.
---^Ji
■
.
,„, "-»vw-!W^J «^Jliw»«!!!,!«" .ii|!WJiJWi4i.lMPJMWI,ipiI«H».l.l
mmm^mm****^—
^
5
—_
ONZE MliDiWißliig,
GON.M.IQMAX. ALS KUNSTENAAR.
KRELISBOER EN AAAIKEAOE NAAR DE TABA Toen Krelisbocr uil Knollendam zijn schaapjes op hel droge had. Bracht hij zijn lijd door mei zijn pijp en't Knollendammer avondblad. Op zeek'ren dag las Krelis, dat in 'I groote Amsterdam Weer, evenals hel vorig jaar. zoon mooie „Taba" kwam. Toen zei boer Krelis lot zijn vrouw; Dat zou n>e nou eens lijken. Een reisje naar Grool-Mokum. wijf, dat staal me heusch wel aan! Die eksepielsie van tabak, die gane we is kijken ! En dus zou Krelis met zn vrouw naar Amsterdam toe gaan
HEB JE'T GEHOORD VAN JULIA? In het W.B.-Theater te Rotterdam loopt op het oogenblik een dol-komische film onder den veelbelovenden titel „Heb je het al gehoord van Julia?", die de avontuurlijke geschiedenis behandelt van Julia, de dochter van de familie Paddington, op wier kamer door een toevallige omstandigheid, toen hij een beetje te veel op had, de jonge man Jack Tanner terecht kwam. Op bevel van moeder Paddington moest het paartje met elkaar in het huwelijk treden en hoewel met tegenzin stemden de jongelui er in toe. Jack's vriend Tom deed al het mogelijke om het huwelijk nog te voorkomen, helaas, alles was te laat I Daarna nam hij een danseresje in den arm om een schandaaltje op touw te zetten, zoodat de pas-gehuwden weer zouden kunnen scheiden. Julia was in dien tijd echter zooveel van haar wettigen echtgenoot gaan houden, dat zij van een scheiding niets meer wilde weten en in het geheim met hem het huis verliet, terwijl mama Paddington ten slotte een zucht van verlichting slaakte, want haar dochter was nu gelukkig getrouwd.
!
êgia
Con H. Lomax is een dier vlot werkende engelsche artisten, die een uitstekend oog voor lijn en kleur hebben. Hij werd in 1881 geboren en is een volbloed Londenaar. Zijn vader was een bekend teekenaar van wien het stille gesloten kind veel leerde. Hij genoot zijn opleiding in de St. Martin's School of Art, het oude romantisch uitziend gebouw in de schaduw van de Convent Garden Opera. Lomax en zijn vriend Bill (nu deftiger bekend als de beroemde etser W. P. J. Robins, haalden menige kwajongensstreek uit, doch zij werkten ook hard en ... . met succes. Lomax was een goed footballer en won op de fiets menigen prijs in het Crystal Palace. De reklame-kunst trok hem aan en hij was een van de eersten die er zich op toelegde. Hij teekende o.a. met succes reclamebiljetten voor Pelissier, de man die The Follies stichtte. Doch zijn verdiensten als aquarellist en etser onderschatte men niet Zijn verblijf in Zuid-Afrika gaf hem de kennis van menschen en landschap in de tropen, waarvan verschillende teekeningen en etsen getuigen. Doch naast zijn. ets en commercial art work, staat vooral zijn studie van de menschelijke figuur. Hij is een uitstekende teekenaar van de vrouwenlijnen. L. E. KOS
Dat Krelisboer uil Knollendam hel groolsch besluit genomen had. Stond reeds des and'ren daags vermeld in 'I Knollendammer avondblad. Na eindeloos geredeneer brak loen de feestdag aan. (Ze zouden eerst een eind per sjees en dan per stoomtram gaan). En Krelis, met z'n nieuwe pet en zn zwartlakensch pakkie' Zal als een koning op den bok en knalde met den zweep ; Naast hem zat slatig Maaikemoe in haar gebloemde jakkie. Ze blonk van al haar gouden spul en van de groene zeep.
DANCING Er zijn betrekkelijk weinig goede komische dansparen, maar dat de Dancing Dolls, waarvan we hier eenige foto's geven, daartoe behooren, zal ieder, die deze even aandachtig beschouwt, direct willen toegeven. Dit tweetal is bijzonder geliefd en trekt geregeld geheel Europa door. De
En Krelisboer met Maaikemoe belandden aan het tramstation. Eerst werden peerd en sjees gestald en loen te samen naar t perron. Ze vonden achter 'l „sfoommesjien" een heelen wagen leeg. Waarin eerst dikke Maaikemoe en daarna Krelis sleeg. De laatste had zoo net een fijne, zware opgestoken. Toen er zoon „gouden knoop' hem zei, dat rooken daar niet mocht. Of Maaikemoe al sputterde, boer Krelis wilde rooken. Waarom het stel een plaatsje in een ander rijtuig zocht. De Iram vertrok, de tijd verstreek, ze naderden nu Mokum ras. Toen,... eensklaps vlak bij Amsterdam....een schok.het rinkelen van glas De tram was door een autobus pardoes getorpedeerd. Het laatste rijtuig had een deuk en was gederailleerd. Gelukkig was de wagen leeg en heelemaal verlaten. Er was dan ook geen mensch gedeerd, maar Krelis zei onlzel : Dat 't krek het gloazen kassie was. waarin ze slrakkies zaten. Luid dankten zij nu de tabak, want dié had hen gered !
'mi.
^M
En Maaikemoe zei, dat ze nu pas recht schik in de TABA had Met horten en met slooten kwam men eind'lijk in de Amslelstad. De schrik was gauw vergeten, want ze waren beiden taai, En Krelisboer vroeg een agent naar het gebouw der R.A.I. De diender zei: Het beste kan je mei de tram er komen. Zoo'n ritje mej de „eletriek" dat trok hen hevig aan. Aan 't R.A.I.-gebouw heeft Krelisboer twee koareljes genomen En vol verwachting zijn ze toen de TABA ingegaan. Ze waren beiden sprakeloos bij 't aanzien van die groole zaal En werden er verlegen van. Dat was nou nog is kollesaal! Hetgeen er werd tentoongesteld, was waarlijk wonderbaar. Je kreeg daar op die TABA voor je centen reuzenwaar! Ze bleven er den heelen dag en dronken toen een glaassie. Eenoarig waren zij het eens: Ze waren hoogslvoldaan. Toen aten zij een stukkie in een fijne „resteraassie" En, dankbaar voor hel schoon genol, zijn zij naar huis gegaan.
Een beteekenend drietal Onze foto geeft drie van de meest bekende figuren van „Die Haghesangers", welk gezelschap vanaf 3 Mei in de Amsterdamsche Frascati Schouwburg een zomercampagne zal openen met „De 28 Dagen van Clairette", een amusante operette.die de Amsterdammers wel naar de Plantage zal lokken. Het drietal. hier afgebeeld, geeft de leiders dezer campagne te zien, Jean Janssens, Joh.Boskamp en J. J. Rentmeester,
as
:
DOLLS Joego-Slaviërs zien ze even gaarne als de Fransche, de Zwitsers mei evenveel genoegen als de Oostenrijkers. En bij hun terugkeer hebben ze steeds iels nieuwsle_ geven, want hun repertoire is zeer omvangrijk. Zoo is 't ook te verklaren, dal ze eens drie maanden achtereen in Praag bleven
1" m rf
Geen ongeluk deed zich meer voor en loen de dag een einde nam. Kwam Krelisboer met Maaikemoe behouden weer in Knollendam Een lijdlang praatten ze nog na en gingen loen naar bed. Ze droomden 's nachts van de tabak, die beiden had gered. De heele week kreeg Knollendam veel van den tocht te hoorcn. Nog lijden lang daarna dal 't echtpaar van de TABA sprak. Vriend Krelis rookte na zijn reis nog veel meer dän te voren. En voortaan was hun beider leus »Lang leve de Tabak!" DIRK DE BOEK
[0 »
Zie voor de muziek op de volgende pagina.
BANDEN
CINEMA & THEATER Voor den derden jaargang 1$ een sierlijken band tegen den prils van f 1.50 verkrijgbaar. Bestellingen worden aangenomen door den Boekhandel en de agenten. Rechtst reek sehe toezending door de administratie alleen tegen inzending van f 1,50.
H.SCHEUERMANN & CO VERTEG: ICA-DRESDEN AFD. KIMOMATOGRAFIE
SPEC. FILM VERHUUR VOOR PARTICULIEREN KERKSTRAAT 148. TEL 34316
AMSTERDAM
m»
O • »<
*;
KRELISBOER EN nAAIKEnOE NAAR DE TABA WOORDEN VAN DIRK DE BOER
MUZIEK VAN HERMAN STENZ
SWbam&fomwy.
Q%2ate#
^MwmM "tzii
*
j, J
ih t\u\ ^ ^ | t^ P|i.M lllp
■
^^^iM^^Ó(^Cia^i£pj}^ hr.^fä.Jmjftfäatfwtipdow Mutyyn^MföMi^ )
i
J r JJ Jl |rJ 1
f«.
§iuM n m^m rif r |r ii l^ T;J^kwilfyiih*
KJyM.
^»
0
_... ..'— -^H^L
.^.
■ *
o
fcfe* ^
Ir^P
o
ö
\(fa^MoM-fäywwi'HM4m
LfJU'jUjU, jjSï*£~]r?.
m.jju .hj'i^ip
^
Jg
'JJlufJ
2
i
l7--& .> I
J»
m P
^-rv I-
^Ä>
m 't ê
W^ IT m ' Wm
£
^^ CINEMA -DE MUNT«
KqiAn
HET VOORNAAMSTE THEATER VAN ROTTERDAM
il .
Dat Krelisboer uit Knollendam het grootsch besluit genomen had, Stond reeds des and'ren daags vermeld in 't Knollendarrtmer avondblad. Na eindeloos geredeneer brak toen de feestdag aan. (Ze zouden eerst een eind per sjees en dan per stoomtram gaan). En Krelis. met z'n nieuwe pet en zijn zwartlakensch pakkie Zat als een koning op den bok en knalde met den zweep; Naast hem zat statig Maaikemoe in haar gebloemde jakkie. Ze blonk van al haar gouden spul en van de groene zeep. Voor verwig van den tekst zie vorige pagina.
HET W.B.-THEATER f
Verschijnt Wekelijks
^-fe
e=^
Toen Krelisboer uit Knollendam zijn schaapjes op het droge had, Bracht hij zijn tijd door met zijn pijp en 't Knollendammer avondblad. Op zeek'ren dag las Krelis, dat in 't groote Amsterdam Weer evenals het vorig jaar, zoo'n mooie „TABA" kwam. Toen zei boer Krelis tot zijn vrouw: Dat zou me nou eens lijken! Een reisje naar Groot-Mokum, wijf, dat staat me heusch wel aanl Die eksepietsie van tabak, die gane we is kijken 1 En dus zou Krelis met z'n vrouw naar Amsterdam toe gaan.
BRENGT STEEDS HET NIEUWSTE
(5 e
^^wt/ U^ii>
I ■
P^
0^
KALVERSTRAAT
AMSTERDAM
STEEDS DE EERSTE IN HET BRENGEN VAN HET LAATSTE
I
Prils per kwartaal f 1.75 • Postchaqut No. 41880
^^^dmin,«'" " Galgewater 22 - Eeiden
0P
de
läatSte
Pagina
een
Woorden: ^heo So^aeFtS
aarCli§ Cöbäretlied e J . ^deäe^fonS^: ^Ausiek: C. HindePdae! dactiev.pierWeMerbaan
×
Report "gezegd, zelfs dat men hoopt Verkade over drie jaar in den Koninklijken Schouwburg terug te zien"
Your name
Email
Reason
-Select Reason-
Pornographic
Defamatory
Illegal/Unlawful
Spam
Other Terms Of Service Violation
File a copyright complaint
Description
×
Sign In
Email
Password
Remember me
Forgot password?
Sign In
Our partners will collect data and use cookies for ad personalization and measurement.
Learn how we and our ad partner Google, collect and use data
.
Agree & close