Gevolgen concept-ontslagregeling voor payrollorganisaties Inleiding Als onderdeel van het sociaal akkoord is afgesproken dat de regels met betrekking tot ontslag van een payrollmedewerker aangepast zullen worden. Op 25 november 2014 zijn deze nieuwe regels gepubliceerd. Per 1 januari 2015 zal het Ontslagbesluit zodanig worden aangepast dat voor nieuwe payrollarbeidsovereenkomsten die op of na 1 januari 2015 worden aangegaan nieuwe ontslagregels gaan gelden. Het is onduidelijk of UWV nog nieuwe beleidsregels gaat maken Voor oude payroll-arbeidsovereenkomsten waarbij de datum van de ontslagprocedure voor 1 juli 2015 ligt blijven de oude regels (van voor 1 januari 2015) van toepassing. Let op: de definitie voor payrollwerkgever is een andere dan u gewend bent, het is goed mogelijk dat u als uitzendorganisatie voor bepaalde opdrachtovereenkomsten toch onder de regels voor payrollonderneming zult vallen. Per 1 juli 2015 zullen vervolgens het huidige BBA en het Ontslagbesluit wegvallen en ingevuld worden in een complete allesomvattende ontslagregeling in het kader van de Wet Werk en Zekerheid. Het effect daarvan is dat de regels zoals die vanaf 1 januari gelden, dan voor alle payrollovereenkomsten gaan gelden, dus ook voor de oudere overeenkomsten. Daarbij is de keuze voor een route via de kantonrechter of UWV niet meer vrij, maar afhankelijk gesteld van de reden voor ontslag, zoals de opdrachtgever die had. Met de aanpassing van de ontslagregels moet bewerkstelligd worden dat payrollwerknemers dezelfde ontslagbescherming geboden wordt als werknemers rechtstreeks in dienst bij de werkgever. Hieronder volgt een juridische analyse van wat er ten aanzien van het ontslag van werknemers voor payrollorganisaties gaat veranderen, waar rekening mee gehouden moet worden en welke maatregelen genomen kunnen worden. U kunt ook gebruik maken van het stroomschema dat ook op de website te vinden is voor een snelle blik op de wijzigingen op hoofdlijnen. Huidige beleidsregels ontslag bij payrolling De huidige praktijk rond ontslag bij payrolling kan het beste omschreven worden aan de hand van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV van december 2009. In 2009 heeft het UWV regels vastgesteld voor de toepassing van de regels van het Ontslagbesluit bij ontslag van payroll-medewerkers. Samengevat komt dit op het volgende neer: Einde payrollopdracht De ontslagaanvraag (wegens bedrijfseconomische redenen) bij het UWV wordt ingediend door de werkgever, de payrollonderneming. De payrollonderneming moet hierbij aantonen dat de payrollopdracht is beëindigd. Dit kan door het overleggen van een brief van de opdrachtgever waarin aangegeven wordt dat de opdrachtgever de opdracht van de betreffende payroll-medewerker wenst te beëindigen. Als de opdrachtgever om welke reden dan ook de payrollopdracht beëindigt dan brengt dit met zich mee dat de werknemers van de payrollonderneming (de werkgever) die bij die opdrachtgever werkten, geen werk meer hebben. Reeds door het beëindigen van die opdracht ontstaat er voor de payrollonderneming een bedrijfseconomische reden voor ontslag, aldus het UWV. Op basis hiervan kan de payrollonderneming een ontslagaanvraag indienen. Wel moet de payrollonderneming eerst nagaan of de werknemer herplaatst kan worden bij een andere opdrachtgever. Afspiegelingsbeginsel Om te beoordelen welke werknemer van de payrollonderneming daarbij voor ontslag in aanmerking komt geldt het afspiegelingsbeginsel. Er hoeft echter alleen afgespiegeld te worden ten opzichte van andere payroll-medewerkers die werkzaam waren bij de opdrachtgever die de opdracht heeft beëindigd (en dus niet ten opzichte van payroll-werknemers bij andere opdrachtgevers). Ook de hardheidsclausule is van toepassing. Deze houdt in dat, indien een werkgever aannemelijk maakt dat de vervanging van de medewerker die uit hoofde van zijn functie bij een derde te werk is gesteld om onder diens toezicht en leiding werkzaam te zijn in redelijkheid niet
Algemene Bond Uitzendondernemingen Postbus 144 1170 AC Badhoevedorp
Singaporestraat 74 Lijnden
Telefoon 020 - 655 82 55 E-mail:
[email protected]
Internet: www.abu.nl KvK-nummer 40530952
ABN AMRO 544047745 IBAN NL60 ABNA 0544 0477 45
BIC ABNANL2A
kan worden geëffectueerd, het UWV deze medewerker bij de toepassing van het afspiegelingsbeginsel buiten beschouwing kan laten. Voor een gemengd bedrijf geldt dat wel gespiegeld moet worden met uitzendwerknemers met een uitwisselbare functie. Ook kan Bijlage B toegepast worden als aan de voorwaarden voor toepassing van bijlage B is voldaan. Per wanneer? Het Ontslagbesluit zal gewijzigd worden door toevoeging van een nieuwe paragraaf 6a “ontslag van een payrollwerknemer”. Die wijziging zal per 1 januari 2015 in werking treden en gaan gelden voor arbeidsovereenkomsten van payrollondernemingen die op of na 1 januari 2015 in zullen gaan. De payroll-arbeidsovereenkomst die gesloten is op 27 december 2014 en als ingangsdatum 1 januari 2015 heeft valt dus ook onder de nieuwe ontslagregels. Let op: voor de vraag of het gaat om een payrollonderneming is een nieuwe definitie opgenomen, waar nog enige onduidelijkheid voor geldt. Zie hieronder bij ‘wie is payrollwerkgever’. Het Ontslagbesluit blijft enkel voor UWV gelden. De nieuwe ontslagregels voor payrollondernemingen zijn per 1 januari dus nog niet van toepassing op de route naar de kantonrechter (al kan een kantonrechter wel reflexwerking aan het Ontslagbesluit verbinden). Ook staat de mogelijkheid van een einde met wederzijds goedvinden nog altijd open. Wanneer een onderneming, op grond van de overeenkomst met een derde, niet onder de nieuwe definitie van payrollonderneming valt, wijzigt er in principe dus niets tot 1 juli 2015. Per 1 juli 2015 zal het Nederlands ontslagrecht worden aangepast. Dit is het gevolg van de Wet Werk en Zekerheid. Eén van de belangrijkste algemene wijzigingen is dat een werkgever niet meer zelf kan kiezen of hij naar het UWV of naar de kantonrechter gaat. Dat wordt vanaf die datum voor nieuwe ontslagprocedures afhankelijk gemaakt van de reden voor ontslag. Voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen en langdurig ziekte geldt de UWV route. Voor ontslag wegens persoonlijke gronden geldt de route via de kantonrechter. Deze gronden zijn terug te vinden in het nieuwe (WWZ) artikel 7:669 lid 2 BW. Om dit nieuwe stelsel tot stand te laten komen zullen alle huidige regels in een nieuwe ontslagregeling worden opgenomen, die dan zowel voor UWV als de kantonrechter zal gaan gelden. Deze nieuwe ontslagregeling is nog niet gepubliceerd, maar aangenomen wordt dat de payrollregels zoals die per 1 januari 2015 in het Ontslagbesluit staan ook op die manier in de ontslagregeling per 1 juli 2015 worden opgenomen. Op dat moment gaan ze gelden voor alle payrollovereenkomsten, dus ook die reeds voor 1 januari 2015 zijn ingegaan. Ook staat de mogelijkheid van een einde met wederzijds goedvinden nog altijd open. Hieronder wordt dus ingegaan op de regels per 1 januari 2015 op basis van het Ontslagbesluit, voor zover niet anders vermeld. Wie is payrollwerkgever volgens het Ontslagbesluit? Of een werkgever als payrollwerkgever wordt aangemerkt wordt bepaald aan de hand van de volgende aspecten: 1) de werkgever, die op basis van een overeenkomst met een derde, 2) welke niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, 3) een werknemer ter beschikking stelt om in opdracht en onder toezicht en leiding van die derde arbeid te verrichten, 4) waarbij de werkgever, die de werknemer ter beschikking stelt, alleen met toestemming van die derde gerechtigd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen Ad 1 en 2) Bij de bepaling of je uiteindelijk aangemerkt wordt als payrollwerkgever en toepassing moet geven aan de payrollontslagregels is de opdrachtovereenkomst aldus doorslaggevend en wordt niet gekeken naar de onderneming zelf. -2-
(NB: er bestaat enige verwarring of niet bedoeld is om te wijzen op de arbeidsovereenkomst ipv de opdrachtovereenkomst. Vooralsnog is dat echter niet de tekst die op 25 november is gepubliceerd) Ad 4) het gaat hier om het hebben van een exclusiviteitsbeding. Als aan een van bovenstaande vereisten niet is voldaan is men geen payrollwerkgever. Als wel aan alle bovenstaande vereisten voldaan is, maar de onderneming ook voldoet aan de vereisten voor Bijlage B (ontslag bij uitzendondernemingen), dan moeten toch de payrollontslagregels worden toegepast. Gevolg definitie payrollwerkgever Indien een organisatie voldoet aan de aspecten van de payrollwerkgever zijn de specifieke payrollontslagregels van toepassing. Kort gezegd komen die regels erop neer dat voor de vraag op basis van welke vereisten de procedure gevolgd moet worden, de reden voor het beëindigen van de opdracht door de opdrachtgever leidend is. De payrollonderneming zal de procedure echter moeten voeren. De opdrachtgever zal goed moeten onderbouwen waarom hij een opdracht opzegt zodat de payrollwerkgever het kan onderbouwen bij de ontslagprocedure bij het UWV. Per 1 juli 2015 is die reden dan tevens leidend voor de vraag of er een gang naar de kantonrechter of UWV open staat. Beëindiging opdracht ivm bedrijfseconomische redenen Wanneer de opdracht is beëindigd omdat de opdrachtgever een bedrijfseconomische reden had, wordt de werknemer voor de volgorde van ontslag geacht in dienst te zijn bij de opdrachtgever. De opdrachtgever moet aldus eerst de stappen hebben doorlopen die hij zou moeten doorlopen wanneer hij zelf naar het UWV zou gaan: het beëindigen van bepaalde flexcontracten (muv payrollwerknemers, want die worden gelijkgesteld met de eigen werknemer), het vaststellen van de afspiegeling en het arbeidsverleden. Als het contract met de payrollwerknemer in dat geval in aanmerking kwam voor beeindiging dan kan de payrollonderneming de procedure, op basis van die gegevens bij UWV gaan voeren. Aan de opdrachtgever kan vervolgens ook een wederindiensttredingsvoorwaarde worden opgelegd. Hetgeen wil zeggen dat wanneer de opdrachtgever binnen 26 weken weer werkzaamheden van dezelfde aard beschikbaar heeft, hij de payrollwerknemer daar eerst voor moet benaderen. Dat kan direct, maar mag volgens het Ontslagbesluit ook via de payrollonderneming. Beëindiging opdracht ivm persoonlijke gronden Wanneer de opdracht is beëindigd wegens andere dan bedrijfseconomische redenen dan zal de opdrachtgever aan de voorwaarden daarvoor (in artikel 5:1 en 5:2 van het ontslagbesluit) moeten voldoen. De payrollonderneming kan dan op basis van die gegevens de procedure bij het UWV voeren. Vanaf 1 juli 2015 heten deze gronden de persoonlijke gronden (c-h van artikel 669 lid 3 BW) en zal de payrollonderneming- als de opdrachtgever daaraan voldoet- op basis van die gegevens de procedure bij de kantonrechter voeren. Wanbetaling opdrachtgever Uitzondering hierop vormt de situatie waarin de overeenkomst tussen de payrollwerkgever en de opdrachtgever op initiatief van de payrollwerkgever wordt beëindigd omdat de opdrachtgever niet heeft betaald. Wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, heeft de payrollonderneming zelf een bedrijfseconomische reden voor ontslag o Einde opdracht op initiatief payrollonderneming ivm o 3 maanden geheel geen betaling door de opdrachtgever o De payrollonderneming heeft wel maatregelen genomen om betaling af te dwingen De afspiegelingsbepaling is dan niet van toepassing. -3-
Conclusie De omstandigheden bij de opdrachtgever worden bepalend voor de bevoegdheid van UWV (vanaf 1 januari 2015) resp. de kantonrechter (vanaf 1 juli 2015) om het ontslag preventief te toetsen aan de hand van de door de payrollwerkgever te overleggen informatie. De opdrachtgever zal goed moeten onderbouwen waarom hij een opdracht opzegt zodat de payrollwerkgever die informatie kan gebruiken bij de ontslagprocedure. Het is aan te bevelen dat payrollorganisaties duidelijke afspraken hierover opnemen in de algemene voorwaarden. Mocht u met deze regels te maken krijgen, dan horen wij graag hoe uw praktijkervaring van de uitwerking is.
Oud Beëindigen opdracht door opdrachtgever is reden voor ontslag. reden is altijd bedrijfseconomische omstandigheid = UWV Op gemengd bedrijf is bijlage B van toepassing indien het aan de voorwaarden voldoet.
Afspiegeling over payroll-medewerkers werkzaam bij opdrachtgever.
De wederindiensttredingsvoorwaarde is niet van toepassing.
Nieuw- voor payrollovk op of na 1-1-2015 en beëindiging via UWV Reden opdrachtgever van belang voor ontslagvoorwaarden UWV. Op gemengd bedrijf dat ook payroll doet zijn payrollontslagregels van toepassing voor de payrollovereenkomsten. Voor het overige kan bijlage B nog gevolgd worden, wanneer aan de voorwaarden daarvoor is voldaan. Afspiegeling over gehele werknemersbestand binnen categorie uitwisselbare functies bij opdrachtgever, als opdrachtgever een bedrijfseconomische reden had. Voor berekening duur dienstverband ivm anciënniteit binnen afspiegeling wordt opdrachtgever geacht werkgever te zijn. De opdrachtgever wordt aangemerkt als de werkgever die een ander in dienst neemt ihkv de wederindiensttredingsvoorwaarde
-4-
-5-