HORLINGS NIEUWSBRIEF
NR.3 -
2013
IN DIT NUMMER ■■ ■ Van de redactie
MEER DAN CIJFERS
■■ ■ Hogere kosten bij ■■
ziekte flexwerkers
■■ ■ Echtscheiding kan gevolgen hebben voor de hypotheek
■■ ■ Help, mijn bedrijfspand ■■
is minder waard
■■ ■ Bedrijfsemigratie: afrekenen of wachten?
■■ ■ Voorkom hogere ■■ eigen bijdrage AWBZ ■■ en WMO
■■ ■ Tips/Actualiteiten
Van de redactie
Aandacht voor onroerende zaken Eenieder die een onroerende zaak bezit, kan op allerlei manieren in aanraking komen met de fiscale wetgeving. Of het nu de eigen woning betreft of een bedrijfspand. Zoals bekend, zijn per 1 januari jl. de regels voor de hypotheekrenteaftrek van de eigen woning gewijzigd. Desalniettemin roept deze wetgeving nog altijd veel vragen op en verschijnen hierover diverse overgangsregelingen en besluiten. Zo kan de nieuwe eigenwoning regeling ook gaan gelden bij een echtscheiding. Hierover leest u meer in deze nieuwsbrief.
Ten tijde van de kopijdatum van deze nieuwsbrief waren de belastingplannen voor het nieuwe jaar (Prinsjesdag) nog niet (officieel) bekend. In onze nieuwsbrief voor het 4e kwartaal en periodieke Taxnews-mailing, zullen wij u uiteraard hierover nader berichten. In de tussentijd helpen de adviseurs van Horlings u uiteraard graag bij al uw fiscale vragen.
Hogere kosten bij ziekte flexwerkers
Meer weten over de
Private Planner™
”Regie over uw inkomsten en vermogen, inzicht in uw risico’s” Mail dan naar
[email protected]
Per 1 januari 2014 krijgen werkgevers te maken met hogere kosten wanneer eenzogeheten vangnetter ziek wordt. Hoe meer werknemers met een tijdelijk dienstverband in de Ziektewet of WIA terechtkomen, hoe hoger de door de werkgever te betalen premie. Doel van de nieuwe wetgeving is om de Ziektewet- en WGA-lasten van flexwerkers vanaf 2014 rechtstreeks toe te rekenen aan de voormalige werkgever. Vangnetters Vangnetters zijn in dit verband ex-werknemers die bij ziekte geen recht hebben op loondoorbetaling van hun werkgever. Dit zijn bijvoorbeeld zieke WW’ers, uitzendkrachten of werknemers met een contract voor bepaalde tijd dat afloopt tijdens de ziekteperiode. Het kabinet heeft deze maatregel genomen om het onevenredig grote aantal flexwerkers dat in de Ziektewet of de WIA belandt, tegen te gaan. Een ander doel van de nieuwe wetgeving is meer verantwoordelijkheid rond de re-integratie van werknemers die ziek uit dienst gaan bij de werkgever te leggen. Voor
de flexwerker zelf wijzigt het criterium dat bepaalt wanneer iemand onder de Ziektewet valt. Ook zijn er aanpassingen wat betreft de duur en hoogte van een Ziektewetuitkering. >>>
TIP Door aanscherping van de wet ontstaat een (extra) financiële prikkel om aan ‘schadebeheersing’ te doen. Zorg dat de Ziektewet- en WIA-administratie op orde is en dat bekend is welke werknemers ziek uit dienst zijn gegaan of kort daarna ziek zijn geworden. Het UWV gaat de premie per 1 januari 2014 immers vaststellen op basis van de WGA-schadelast uit het verleden.
1 NR. 3-2013
De crisis in de vastgoedsector is niet voorbijgegaan aan bedrijfspanden. Mogelijk dat u hiermee fiscaal rekening wilt houden, bijvoorbeeld via een afwaardering van het bedrijfspand. Hiervoor gelden echter gelden diverse regels, waardoor de vraag of afwaardering een aantrekkelijke optie is, afhankelijk is van de situatie en de extra kosten (zoals taxatiekosten) die hiermee gemoeid zijn. Ook dit item komt in deze nieuwsbrief aan bod.
Gevolgen werkgevers Om werkgevers financieel te prikkelen zieke of arbeidsongeschikte werknemers aan het werk te helpen, bevat de nieuwe wetgeving een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de bestaande situatie. In de berekening van de gedifferentieerde premies WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex worden werkgevers vanaf 2014 ingedeeld in de categorieën kleine, middelgrote en grote werkgevers. Binnen iedere categorie komen de premies op een andere manier tot stand:
■ Grote werkgevers krijgen een gedifferentieerde premie op individueel niveau. Deze wordt berekend aan de hand van het aantal ingestroomde vangnetters in de Ziektewet en de WGA. ■ Voor middelgrote werkgevers geldt een gewogen gemiddelde van de sectorpremie en de individuele premie. De premie wordt dus gebaseerd op eigen Ziektewet- en WGA-instroom en op sectorale schadelasten. ■ Kleine werkgevers gaan een sectoraal bepaalde premie betalen. Zij worden dus niet direct op hun eigen instroom afgerekend.<
Echtscheiding kan gevolgen hebben voor de hypotheek Per 1 januari van dit jaar zijn de regels voor hypotheekrenteaftrek gewijzigd. Voortaan is renteaftrek voor een nieuwe hypotheek alleen mogelijk als deze in maximaal dertig jaar minimaal volgens een annuïtair schema volledig wordt aflost. Deze nieuwe regels kunnen in geval van echtscheiding mogelijk ook gaan gelden voor een bestaande eigenwoningschuld.
2
Renteaftrek bij een nieuwe lening In geval van een huwelijk in gemeenschap van goederen komt bij echtscheiding aan ieder van de echtgenoten de helft van de woning en de schuld toe. Over dit ‘eigen’ deel van een op 31 december 2012 reeds bestaande schuld blijft de rente in beginsel gewoon aftrekbaar als een nieuwe woning wordt gekocht en hoeft niet verplicht te worden afgelost. Moet voor de nieuwe woning meer worden geleend, dan geldt voor deze extra lening uiteraard wel de nieuwe aflossingseis voor behoud van renteaftrek.
NR. 3-2013
Blijft een voormalige echtgenoot in de woning en moet deze een nieuwe lening afsluiten om de ex-partner ‘uit te kopen’, dan gelden de nieuwe regels voor zowel de van de ex-partner overgenomen hypotheekschuld als voor het te financieren deel van diens overwaarde. Dat betekent een wettelijke aflossingverplichting om in aanmerking te kunnen komen voor renteaftrek.
LET OP! Dit is niet het geval als vóór 1 januari 2013 een echtscheidingsconvenant is getekend waarin staat dat de ex-partner wordt uitgekocht. De lening die hiervoor wordt afgesloten, hoeft niet te voldoen aan de nieuwe regels, mits de eigenwoningschuld in 2013 wordt aangegaan. Echtscheidingsregeling De echtscheidingsregeling in de inkomstenbelasting is niet veranderd. Blijft de ex-partner in de woning wonen, dan mag de vertrekkende partner tot maximaal twee jaar na vertrek zijn (of haar) deel van de betaalde rente in aftrek brengen, ondanks dat de woning niet langer zijn hoofdverblijf is. Tegemoetkoming bij restschuld Het kan natuurlijk ook zo zijn dat, al dan niet gedwongen door de echtscheiding, de woning moet worden verkocht. Door de crisis op de woningmarkt is het goed mogelijk dat bij de verkoop van de eigen woning een restschuld ontstaat. Ongeacht of daarna nog een eigen woning aanwezig is, kan de rente op deze schuld nog maximaal tien jaar in aftrek brengen. De restschuld moet dan wel zijn ontstaan vóór 1 januari 2018. Vertrekken beide ex-partners uit de woning en staat de woning sindsdien (leeg) te koop, dan kan mogelijk de verhuisregeling
worden toegepast. De woning wordt dan nog enkele jaren aangemerkt als eigen woning, zodat ieder nog zijn deel van de hypotheekrente in aftrek kan brengen. Kapitaalverzekering voor aflossing eigenwoningschuld Ook bestaat bij echtscheiding nog een tegemoetkoming voor een bestaande kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW) of beleggingsrecht eigen woning (BEW). Naast dat deze producten zonder fiscale gevolgen mogen worden gesplitst en verdeeld, mogen de gespaarde gelden ook vroegtijdig worden opgenomen onder gebruikmaking van de vrijstellingen die gelden voor een KEW, SEW of BEW. Voorwaarde is wel dat het ontvangen bedrag wordt gebruikt voor de aflossing van de eigenwoningschuld. Snellere afhandeling echtscheiding Overigens bestaat sinds 1 april 2013 een landelijke uniforme werkwijze die rechters hanteren voor het afhandelen van de vermogensrechtelijke kant van een echtscheiding. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verdelen of verrekenen van bankrekeningen, verzekeringspolissen, hypotheek, het huis en de schulden. Een verzoek tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap of het verrekenen van inkomen en vermogen, wordt voortaan gelijktijdig behandeld met het echtscheidingsverzoek en andere verzoeken (bijvoorbeeld voor alimentatie of een omgangsregeling). Het voordeel is dat partijen, indien nodig, in de meeste gevallen maar één keer naar de rechtbank hoeven. Wel moeten partijen en hun advocaten voortaan verplicht een webformulier indienen met gegevens over de samenstelling en de waardering van het te verdelen vermogen.<
Help, mijn bedrijfspand is minder waard De crisis in de vastgoedsector is niet voorbijgegaan aan bedrijfspanden. Grote kans dat de waarde van uw pand al is gedaald of dat u straks geconfronteerd wordt met een waardedaling van uw onroerend goed. Het kan verstandig zijn om eens te kijken hoe uw bedrijfspand op de balans staat. Met een juiste waardering in de boeken kunt u (tijdelijk) belastinggeld besparen.
Waardedaling bedrijfspand Doorgaans worden bedrijfspanden gewaardeerd op de historische kostprijs (aanschafprijs) verminderd met de jaarlijkse afschrijvingen. Is de waarde van uw bedrijfspand door de huidige crisis op de vastgoedmarkt sterk gedaald, dan kunt u overwegen om het pand af te waarderen tot op de lagere bedrijfswaarde. Hierdoor kunt u in het jaar van afwaardering eenmalig fiscaal een verlies nemen, waardoor u in dat jaar minder belasting betaalt. Bij afwaardering van een bedrijfspand op de lagere bedrijfswaarde gelden overigens wel diverse regels. De bedrijfswaarde wordt vastgesteld aan de hand van de hoogste van de verkoopwaarde (directe opbrengstwaarde) en de waarde binnen de onderneming zelf (indirecte opbrengstwaarde). Zo is bij een pand in eigen gebruik met name van belang wat er in het pand gebeurt. Een waardedaling op de vastgoedmarkt betekent immers niet direct dat het pand ook minder nuttig is voor de onderneming. Wel kan een rol spelen dat door de crisis de marktomstandigheden zo zijn geworden dat het pand, bijvoorbeeld door overcapaciteit, minder nut oplevert. Bij beleggingspanden en panden in voorraad is de verkoopwaarde vaak juist wel doorslaggevend voor de bepaling van de bedrijfswaarde.
Stijgt het pand weer in waarde, dan moet de afwaardering worden teruggenomen. U moet dan weer opwaarderen tot de boekwaarde die zou zijn bereikt zonder dat gebruik is gemaakt van de eerdere afwaardering op de lagere bedrijfswaarde. Ook deze stijging vormt extra fiscale winst.<
LET OP! Of afwaardering op de lagere bedrijfswaarde een aantrekkelijke optie is, is afhankelijk van de situatie en de extra kosten (zoals taxatiekosten) die hiermee gemoeid zijn. Laat u daarom goed voorlichten door uw adviseur.
3
Bedrijfsemigratie: afrekenen of wachten? Bij een verplaatsing van een onderneming naar het buitenland, moet in principe direct worden afgerekend met de Belastingdienst. Het is echter ook mogelijk om te kiezen voor betalingsuitstel of gespreide betaling in tien jaarlijkse termijnen. Aan alle drie de opties kleven voor- en nadelen. Tot slot enkele alternatieven.
Direct afrekenen Bij bedrijfsemigratie is belasting verschuldigd over de eindafrekeningswinst van de onderneming, de ‘exitheffing’. U moet onder andere afrekenen over de in het bedrijf aanwezige stille reserves, wat inhoudt dat belasting moet worden betaald over het verschil tussen de waarde waarop vermogensbestanddelen op de bedrijfsbalans staan en de waarde in het economische verkeer van die vermogensbestanddelen. Na opgave legt de Belastingdienst een belastingaanslag op die in beginsel direct moet worden betaald. Het voordeel van direct afrekenen is dat de onderneming met een schone lei in het buitenland start, zonder fiscale nasleep in Nederland. Het nadeel is dat de exitheffing een behoorlijke aanslag kan zijn op de liquiditeiten en het bedrijf hiervoor misschien zelfs moet lenen. Op verzoek verleent de Belastingdienst daarom bij bedrijfsemigratie onder voorwaarden ook betalingsuitstel. Uitstel van betaling Uitstel van betaling is alleen mogelijk als zekerheid wordt gesteld voor de nog openstaande belastingschuld. Die zekerheid bestaat bijvoorbeeld uit een bankgarantie of een recht van hypotheek. Betalingsuitstel wordt ook alleen verleend als het bedrijf voldoet aan diverse administratieve verplichtingen. Zo moet jaarlijks een
fiscale balans en winst-en-verliesrekening van het bedrijf worden opgesteld volgens de Nederlandse fiscale regels. Hieruit moet blijken of er sprake is van stille reserves en tot welk bedrag die eventueel oplopen.
LET OP! Gebruikmaken van betalingsuitstel betekent in eerste instantie een liquiditeitsvoordeel nu bij bedrijfsemigratie niet direct wordt afgerekend met de Belastingdienst. Wel is invorderingsrente verschuldigd, gerekend vanaf het moment dat uitstel van betaling wordt verleend. Bovendien zijn de administratieve verplichtingen zwaar en blijft het contact met de Belastingdienst nog jaren voortduren. Er is geen sprake van oneindig uitstel. Zo eindigt het betalingsuitstel in ieder geval bij realisatie van een stille reserve (bij vervreemding of bijvoorbeeld als gevolg van afschrijvingen). Ook als niet meer voldoende zekerheid wordt gesteld of de administratieve verplichtingen niet worden nagekomen, moet de belastingaanslag worden betaald. Betalen in tien termijnen Naast direct afrekenen en uitstel van betaling is er nog een derde optie bij bedrijfsemigratie. Het is mogelijk om de >>>
NR. 3-2013
Het is aan te raden om bij afwaardering op de lagere bedrijfswaarde dit te onderbouwen met zowel een taxatie van de verkoopwaarde als een berekening van de waarde binnen de onderneming. Bovendien moet u er rekening mee houden dat u in ieder geval tijdelijk niet meer kunt afschrijven op het bedrijfspand. Het fiscale resultaat van uw bedrijf zal hierdoor de komende jaren weer toenemen.
belastingaanslag te betalen in tien gelijke jaarlijkse termijnen. Het voordeel bij gespreide betaling bestaat uit een (beperkt) liquiditeitsvoordeel ten opzichte van directe afrekening en minder administratieve verplichtingen dan bij uitstel tot daadwerkelijk realisatie van de winst. Het nadeel is dat, net als bij betalingsuitstel, gewoon invorderingsrente verschuldigd is. Alternatieven voor direct afrekenen (met uitstel van betaling of betaling in 10 termijnen) De emigrerende IB-ondernemer kan direct afrekenen (c.q. uitstel van betaling of betaling in 10 termijnen) voorkomen door een stakingslijfrente af te sluiten bij een bank/verzekeraar. Vanwege de emigratie wordt ter zake van de lijfrente wel een conserverende aanslag opgelegd. Daarvoor zijn uiteraard wel de nodige liquide middelen vereist.
Verder kan omzetting van de rechtsvorm van de onderneming in een BV een aantal jaren voorafgaande aan de emigratie wellicht soelaas bieden. Ten behoeve van de verwerving van een nevenvestiging in het buitenland kan dan onder voorwaarden de herinvesteringsreserve (HIR) worden benut. Tot slot kan wellicht op basis van jurisprudentie gesteld worden dat de verplaatsing van (een gedeelte van) de onderneming niet heeft geleid tot staking van de onderneming aangezien de identiteit van de onderneming wezenlijk dezelfde is gebleven middels o.a. overbrenging van wezenlijke bestanddelen van de in Nederland uitgeoefende onderneming naar de buitenlandse vestiging.<
Voorkom hogere eigen bijdrage AWBZ en WMO Vanaf 1 januari 2013 is de eigen bijdrage AWBZ en WMO voor mensen met vermogen verhoogd. Vanaf die datum telt 12% van het box-3- vermogen mee voor de vaststelling van de eigen bijdrage. Gelukkig zijn er mogelijkheden om een hoge eigen bijdrage te voorkomen. Daarvoor is tijdig handelen van wezenlijk belang: De eigen bijdrage wordt berekend over het inkomen en vermogen van twee jaar eerder.
4 NR. 3-2013
AWBZ en WMO U kunt niet alleen te maken krijgen met een eigen bijdrage AWBZ bij opname in een AWBZ-instelling, maar ook bij verpleegkundige zorg en/of hulp bij het wassen en aankleden thuis. Krijgt u hulp bij het huishouden thuis, dan valt dit onder de WMO. Bij opname in een AWBZ-instelling geldt tijdens de eerste zes maanden een lage eigen bijdrage. Daarna geldt meestal een hoge eigen bijdrage.
LET OP! De lage eigen bijdrage bedraagt in 2013 12,5% van het bijdrage-inkomen(maximaal € 797,80 per maand). De hoge eigen bijdrage bedraagt 8,5% van het bijdrageinkomen (maximaal € 2.189,20 per maand). Bij hulp thuis geldt er een maximale periodebijdrage per vier weken, welke eveneens afhankelijk is van het bijdrage-inkomen.
TIP Het verzoek om peiljaarwijziging moet uiterlijk gedaan worden binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar! Verlaging bijdrage-inkomen Er zijn diverse mogelijkheden om uw vermogen en daarmee uw bijdrage-inkomen te verlagen. Denk daarbij aan schenking, aflossing van een overbedelingsschuld, het wijzigen van uw testament of het onderbrengen van vermogen in een bv. Uw adviseur kan u hierover meer vertellen.
Vermogensbijtelling De eigen bijdrage wordt onder meer berekend aan de hand van uw verzamelinkomen. Dit betekent dat het inkomen uit box 1, 2 en 3 meetelt voor de eigen bijdrage. Naast 4% van uw vermogen dat al in het verzamelinkomen zit, wordt vanaf 1 januari 2013 ook nog 8% van uw vermogen bij het bijdrage-inkomen opgeteld. Twee jaar terug Voor de bepaling van de eigen bijdrage wordt uitgegaan van het verzamelinkomen van twee jaar eerder. Dit betekent dat voor de eigen bijdrage in 2013 het verzamelinkomen 2011 van belang is. Dit verzamelinkomen wordt vervolgens verhoogd met 8% van het vermogen in box 3 per 1 januari 2011. Peiljaarwijziging Wanneer deze terugwerkende kracht nadelig is, kunt u onder voorwaarden vragen om een peiljaarwijziging. De eigen bijdrage wordt dan berekend aan de hand van uw inkomen gedurende het lopende jaar en uw vermogen per 1 januari van dat jaar. Informeer bij uw adviseur naar de voorwaarden voor een peiljaarwijziging.
LET OP! Verlaging van uw vermogen in 2013 heeft pas effect op uw vermogen per 1 januari 2014. Het effect voor uw eigen bijdrage treedt daarom in principe pas in werking vanaf 2016. Een peiljaarwijziging kan deze inwerkingtreding mogelijk vervroegen naar 2014.
TIPS / ACTUALITEITEN ■■ KINDEROPVANGTOESLAG AANVRAGEN KAN NOG Ouders die in 2012 en 2013 de kinderopvangtoeslag niet op tijd hebben aangevraagd waardoor zij minder geld ontvingen dan wanneer zij hun aanvraag eerder hadden ingediend, krijgen alsnog de mogelijkheid de toeslag voor die jaren aan te vragen. Sommige ouders hebben namelijk een afwijzing gekregen, omdat zij met terugwerkende kracht een aanvraag hebben ingediend die verder teruggaat dan één maand. Deze beperking wordt dus voor 2012 en 2013 tijdelijk afgeschaft. Kinderopvangtoeslag is alsnog aan te vragen via ‘mijn toeslagen’ op de website van de Belastingdienst. U kunt nog kinderopvangtoeslag 2012 aanvragen tot 1 september 2013. Indien u bent opgenomen in de uitstelregeling voor de aangifte inkomstenbelasting 2012 kunt u de aanvraag nog indienen tot 1 mei 2014. Vanaf 1 januari 2014 geldt er een nieuwe regel: kinderopvangtoeslag wordt dan toegekend vanaf de maand waarin de ouder de aanvraag doet en de drie maanden daarvoor.
■■ EINDE GEBRUIK PINCODE VOOR AANGIFTE LOONHEFFINGEN
■■ RUIME VRIJSTELLING PERSONEELSFONDSEN Via een personeelsfonds kunnen werknemers op een fiscaal vriendelijke wijze een uitkering of verstrekking ontvangen. Hierbij kan gedacht worden aan personeelsreizen, een bijdrage in de studiekosten voor de kinderen maar ook aan huishoudelijke zaken zoals koelkasten. Uitkeringen en verstrekkingen uit een dergelijk fonds zijn namelijk onder voorwaarden onbelast. Eén van de voorwaarden is dat de werkgever in de voorgaande vijf jaren niet meer in het fonds stort dan de gezamenlijke bijdrage van de bij het fonds betrokken werknemers. In een over deze voorwaarde gevoerde procedure heeft de Hoge Raad onlangs beslist dat een fonds niet meer vijf (kalender)jaren hoeft te bestaan alvorens onbelaste uitkeringen uit een personeelsfonds mogen worden gedaan. Dit is een wezenlijke verruiming van de vrijstelling. Naast de overige voorwaarden (onder meer dat werknemers geen belastingvrije aanspraak hebben op een uitkering of verstrekking uit het fonds en er geen sprake mag zijn van een uitkering of verstrekking die betrekking heeft op ziekte, adoptie, invaliditeit, overlijden of bevalling) geldt volgens de Hoge Raad dat voor de werknemers géén sprake mag zijn van een ‘symbolische’ bijdrage.
■■ PERIODIEKE SCHENKING AAN ANBI OF VERENIGING MAKKELIJKER Vanaf 1 januari 2014 is de periodieke gift aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) of een vereniging met minimaal 25 leden ook fiscaal aftrekbaar als deze gift wordt vastgelegd in een schenkingsovereenkomst tussen de gevende en de ontvangende partij. De eis dat dit moet worden vastgelegd in een notariële akte komt dan te vervallen. Wel blijft gelden dat een periodieke gift alleen aftrekbaar is als deze een looptijd heeft van minimaal vijf jaar (of eindigt bij eerder overlijden). De Belastingdienst zal binnen enkele maanden een model-schenkingsovereenkomst ter beschikking stellen via een download op de website. Een voordeel van een periodieke schenking ten opzichte van een eenmalige schenking is dat voor de periodiek schenking geen drempel en geen maximum geldt: het gehele bedrag is aftrekbaar.
■■ BEDRIJFSVERLIES? VRAAG EEN VOORLOPIGE VERLIESVERREKENING AAN Heeft uw bv in 2011 een winst behaald, maar het jaar 2012 afgesloten met een verlies, dan kunt u na het indienen van de aangifte over 2012 de inspecteur verzoeken om een voorlopige verliesverrekening. De Belastingdienst zal dan alvast 80% van het vermoedelijke verlies verrekenen met de winst van het jaar 2011. Op die manier kunt u sneller beschikken over een deel van het door u terug te verwachten belastinggeld. De voorlopige verliesverrekening wordt naderhand verrekend met de definitieve verliesverrekening of met de aanslag over het jaar 2012.
■■ WILLEKEURIGE CRISIS-AFSCHRIJVING TWEEDE HELFT 2013 In verband met het achterblijven van de investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen in de eerste helft van 2013 is per 1 juli 2013 de tijdelijke mogelijkheid tot willekeurige afschrijving op bepaalde bedrijfsmiddelen in verband met de economische crisis heropend. Inmiddels zijn ook de voorwaarden voor toepassing van deze regeling bekend. Een belangrijk verschil met de eerdere regeling zoals die tot en met 2011 gold, is dat de willekeurige afschrijving is beperkt tot 50% in 2013. Het restant kan niet in 2014 willekeurig worden afgeschreven, de resterende boekwaarde kan na 2013 slechts volgens de normale afschrijvingsregels in aanmerking worden genomen. Hieronder volgen de belangrijkste voorwaarden op een rij: ■ Het betreft ten behoeve van een nieuw bedrijfsmiddel in de periode 1 juli tot en met 31 december 2013 aangegane verplichtingen of gemaakte voortbrengingskosten; ■ De objectief te verwachten en daadwerkelijke ingebruikname van het bedrijfsmiddel ligt vóór 1 januari 2016, te verlengen bij onverwachte, bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld >>> bij faillissement van de leverancier);
5 NR. 3-2013
Vanaf 1 juli 2013 is het niet meer mogelijk om aangifte loonheffingen in te dienen met aangifte- of administratiesoftware waarbij wordt ondertekend met een pincode. Om aangifte loonheffingen te kunnen blijven doen, is vanaf die datum een BAPI-certificaat van KPN of een alternatief nodig. Verzorgt u als werkgever zelf de aangifte loonheffingen en heeft u nog geen dergelijk certificaat, overleg dan tijdig met uw softwareleverancier, zodat u ook na 1 juli 2013 aangifte loonheffingen kunt blijven indienen met de software. Doet u zelf aangifte voor maximaal tien werknemers per loonheffingennummer, dan kunt u ook aangifte loonheffingen doen met het aangifteprogramma van de Belastingdienst. Een KPN BAPIcertificaat is in dat geval niet nodig, omdat u ondertekent met uw gebruikersnaam en wachtwoord op het beveiligde gedeelte van de internetsite van de Belastingdienst.
De oprichting van een personeelsfonds biedt, zeker onder de werkkostenregeling, een mooi alternatief om aan uw werknemers fiscaal vriendelijk een uitkering of verstrekking te doen toekomen. Indien u nadere vragen heeft over de mogelijkheden die een personeelsfonds biedt, of u voornemens bent om een dergelijk fonds op te richten, is het raadzaam hierover in overleg te gaan met uw adviseur. De oprichting van een dergelijk fonds biedt namelijk mogelijkheden maar dient wel steeds zorgvuldig te geschieden.
■
Er geldt een terugnameregeling indien het nieuwe bedrijfsmiddel niet tijdig in gebruik is genomen of vóór 1 januari 2016 sprake is van een bestemmingswijziging op grond waarvan niet meer voldaan wordt aan de regels voor willekeurige afschrijving.
In 2013 kan tot maximaal 50% willekeurig worden afgeschreven, maar daar bovenop mag wel de normale afschrijving plaatsvinden. Vanaf 2014 gelden de normale afschrijvingsregels. Is het bedrijfsmiddel eind 2013 nog niet in gebruik genomen, dan kan de willekeurige afschrijving niet hoger zijn dan het bedrag dat in 2013 is betaald of aan voortbrengingskosten is gemaakt.
■■ DIGITALE PUBLICATIEPLICHT ANBI’S
6 NR. 3-2013
Algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) dienen aan diverse voorwaarden te voldoen om deze status te verkrijgen en te behouden, waardoor zij gebruik kunnen maken van de daaraan verbonden fiscale voordelen (zowel voor de ANBI zelf als voor donateurs). Per 1 januari 2014 worden deze voorwaarden (wederom) aangepast en wordt een digitale publicatieplicht toegevoegd. Vanaf het komende jaar (voor kerkgenootschappen geldt echter uitstel tot 2016) is in beginsel iedere ANBI verplicht om de volgende gegevens op elektronische wijze via internet openbaar te maken: ■ Naam van de instelling ■ KvK-nummer ■ Contactgegevens (post- of bezoekadres, dan wel telefoonnummer, dan wel e-mailadres) ■ Doelstelling ■ Actuele beleidsplan op hoofdlijnen ■ Bestuurssamenstelling ■ Beloningsbeleid ■ Verslag van uitgeoefende activiteiten ■ Financiële verantwoording
Amsterdam Jozef Israëlskade 46 NL-1072 SB Amsterdam T +31 (0)20 570 02 00
De financiële verantwoording dient binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar te worden gepubliceerd. De publicatieplaats is naar eigen inzicht van de ANBI. Dit mag een eigen (openbaar toegankelijke) website zijn, maar ook bijvoorbeeld een door een brancheorganisatie verzorgde, gemeenschappelijke voorziening. Een link naar de gepubliceerde gegevens wordt opgenomen op de ANBI-lijst van de Belastingdienst.
■■ AFDRACHTVERMINDERING ONDERWIJS WORDT SUBSIDIEREGELING Heeft u werknemers die een opleiding volgen, dan kunt u als werkgever mogelijk gebruikmaken van de afdrachtvermindering onderwijs. Dat is een fiscale regeling waardoor u minder loonbelasting/premie volksverzekeringen hoeft af te dragen. De afdrachtvermindering geldt ook voor leerlingen en stagiairs. Deze fiscale faciliteit zal naar verwachting per 1 januari 2014 verdwijnen. Hiervoor in de plaats komt de subsidieregeling praktijkleren. De regels worden stukken strenger waardoor u voor minder groepen studerende werknemers in aanmerking komt voor subsidie. De subsidie is bedoeld voor vier doelgroepen, waaronder mensen in het mbo die een opleiding volgen in de Beroepsbegeleidende Leerweg (de BBL) en studenten die een hbo-opleiding volgen in de techniek (inclusief agro), bestaande uit een combinatie van leren en werken. De exacte voorwaarden van de subsidieregeling moeten nog verder worden uitgewerkt. Wel is duidelijk dat u als werkgever alleen voor subsidie in aanmerking komt als de deelnemer of student een volledig onderwijsprogramma volgt voor een erkend kwalificerend diploma. Verder moet u er rekening mee houden dat er geen overgangsregeling komt.<
Heemstede Bronsteeweg 10 NL-2101 AC Heemstede T +31 (0)23 516 06 20
horlings nl Horlings maakt deel uit van Nexia Nederland, een samenwerkingsverband van onafhankelijke accountants- en advieskantoren met meerdere vestigingen verspreid over Nederland. Voor meer informatie: www.nexia.nl
Disclaimer De inhoud van deze publicatie is bedoeld als algemene informatie en vormt geen advies en is ook niet bedoeld om enig recht of enige verplichting te creëren. Raadpleeg voor het nemen van beslissingen altijd uw adviseur. Ondanks dat deze publicatie met uiterste zorg is samengesteld aanvaarden uitgever, redactie, auteurs, noch het accountants- en belastingadvieskantoor of Nexia Nederland BV waar deze auteurs werkzaam zijn enige aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden, drukfouten, onvolledigheden of gevolgen (door handelen of nalaten) daarvan. Redactie : drs. Nikolajev Ligthart en mr. Alex Berkhout Redactiesecretariaat : Mona Smit, Postbus 53045, 1007 RA Amsterdam HORLINGS streeft ernaar het verbruik van papier zoveel mogelijk te reduceren. Onze nieuwsbrief willen wij in de toekomst dan ook alleen digitaal uitgeven. Mocht u onze nieuwsbrief voortaan digitaal willen ontvangen dan kunt u een e-mail sturen naar
[email protected] o.v.v. Nieuwsbrief. Mocht u naar aanleiding van de inhoud vragen hebben neemt u dan contact op met één van onze kantoren.
Horlings is lid van Nexia International, een wereldwijd netwerk van onafhankelijke accountants- en advieskantoren.