Gereguleerde wietteelt of niet? Afstudeerpaper CDA Talent Academie 2014 - 2015 Marjon Verkleij Mentor: Liesbeth Spies, burgemeester te Alphen a/d Rijn, portefeuille o.a. Openbare Orde
Inhoudsopgave Gereguleerde wietteelt of niet? ....................................................................... 1 Inleiding met vraagstelling: .................................................................................................................... 1 Het huidige kabinetsbeleid ...................................................................................................................... 2 De coffeeshopeigenaar ziet wel brood in regulering .................................................................................... 3 Wat is het standpunt van het CDA landelijk ten aanzien van het gedoogbeleid? .......................................... 3 Het politieke debat in de raadszaal .......................................................................................................... 4 Vanuit het burgemeestersambt ................................................................................................................ 5 Conclusie .............................................................................................................................................. 6 Bronvermelding: ................................................................................................... 9
Gereguleerde wietteelt of niet?
ii
Marjon Verkleij, CDA Talent Academie 2014-2015
Gereguleerde wietteelt of niet? Inleiding met vraagstelling: Zelf heb ik nooit geblowd en ken ik in mijn naaste omgeving ook niemand die softdrugs gebruikt. Toen ik er naar vroeg, biechtten mijn nu volwassen kinderen op weleens een jointje gerookt te hebben: nieuwsgierig naar wat het met hen deed. Daar hebben ze het (gelukkig) bij gelaten. Veel jongeren vinden softdrugsgebruik normaal: ze experimenteren met softdrugs 1 omdat het een uitdaging is om te voelen wat voor effect het heeft. Drugs zijn echter gifstoffen die vanwege hun geestverruimende werking worden gebruikt en onder de Opiumwet vallen. Jarenlang is beweerd dat softdrugs minder schadelijk zou zijn voor de volksgezondheid dan harddrugs. Daarin lag de basis van het Nederland gedoogbeleid voor softdrugs dat in 1976 van kracht is gegaan en nog altijd uniek is in Europa en de wereld.2 Vanaf 1996 kunnen gemeenten ook een lokaal coffeeshopbeleid voeren. Dit houdt in dat men de verkoop van softdrugs in coffeeshops gedoogt en streng optreedt tegen de verkoop van harddrugs. Hierdoor trekt de overheid deze twee markten uit elkaar. Een cannabisgebruiker hoeft zijn softdrugs dan niet bij een criminele dealer te kopen die hem/haar makkelijk in aanraking kan brengen met harddrugs. Echter, coffeeshops zijn uitgegroeid tot moeilijk beheersbare en grote cannabisverkooppunten 3 . Daarnaast constateert de politie dat coffeeshops een aanzuigende werking hebben op dealers van harddrugs en is de teelt en handel van wiet steeds vaker in handen van georganiseerde bendes. Bij de start van het gedoogbeleid heeft men de winstgevendheid van de teelt en distributie van softdrugs totaal niet onderkend. Coffeeshops bevinden zich in een merkwaardige positie: het uitgangspunt van het gedoogbeleid is dat het kopen en verkopen van cannabis onder voorwaarden is toegestaan en de productie van cannabis ter bevoorrading verboden blijft. De discussie over deze tegenstrijdigheid van het Nederlandse softdrugsbeleid is weer opgelaaid door het 1
Informatie over softdrugs en gebruik www.jellinek.nl dit beleid is vastgelegd als aanwijzing in de Opiumwet. Regelmatig zijn nieuwe 2 dit beleid is vastgelegd als aanwijzing in de Opiumwet. Regelmatig zijn nieuwe anwijzingen toegevoegd 3 (Neder)wiet, hasj , marihuana zijn producten van de hennepplant of wel de Cannabis Sativa 2
Gereguleerde wietteelt of niet?
1
wietmanifest ‘ Joint Regulation’, 4 waarin uiteindelijk vijfenvijftig burgemeesters een oproep doen om tot een landelijk stelsel te komen van gecertificeerde en gereguleerde cannabisteelt om zo te komen tot een gesloten circuit van teelt tot en met gebruik. De vraag is echter of softdrugs nog wel zo onschuldig is en coffeeshops niet steeds meer schakels zijn geworden in een netwerk van de georganiseerde misdaad. Ligt het antwoord op deze vraag in gereguleerde wietteelt of niet? En wat is het christendemocratisch antwoord hierop? Om daar achter te komen heb ik veel beleidstukken en forumberichten gelezen over het dossier Softdrugs en interviews gehouden met CDA’ers uit de diverse bestuurslagen. Het huidige kabinetsbeleid De vorige minister van Veiligheid en Justitie Opstelten hield vast aan de lijn dat er juridisch geen ruimte is voor regulering. Opstelten liet naar aanleiding van het manifest en op aandringen van de Tweede Kamer een onafhankelijk onderzoek doen naar legalisering van de wietteelt door de Radboud Universiteit Nijmegen. Hoogleraar van Kempen concludeerde ook in zijn rapport5 dat gereguleerde hennepteelt vanwege internationale drugsverdragen juridisch niet mogelijk zou zijn6. Ook Cannabis Social Clubs, waar personen gezamenlijk telen zijn niet toelaatbaar. Het argument van de gemeenten dat de illegale hennepteelt de leefbaarheid in de wijken onderdruk zet en leidt tot direct brandgevaar beaamde de minister, de oplossing ziet hij in een krachtige aanpak van de hennepplantages en de criminele organisaties die er achter zitten. Het integraal optrekken van politie, Belastingdienst, gemeentebestuur, woningcorporaties en energiemaatschappijen loont. Jaarlijks worden meer dan 5000 hennepkwekerijen opgerold. Maar hoeveel nieuwe komen er weer bij? De burgemeesters van het manifest waren niet tevreden. De gemeenten Nijmegen, Eindhoven, Heerlen, Utrecht, Tilburg en Rotterdam laten nu Hoogleraar van Kempen onderzoek of internationale mensenrechten belangrijker zijn dan drugsverdragen. Uruguay is het gelukt om de mensenrechten te gebruiken als argument voor de legalisering van hennepteelt. Gaat het onze strijdlustige burgemeesters ook lukken?
4
Wietmanifest ‘Joint Regulation’ 31 januari 2014, initiatiefnemers Paul Depla, Victor Everhardt en Rob van Gijzel 5 rapport Internationaal recht en cannabis P.H.P.H.M.C. van Kempen en M.I. Fedorova 2014 6 Het drugsbeleid komt op drie niveaus tot stand: internationaal, nationaal en lokaal. Binnen het nationale en lokale beleid spelen het strafrecht en het bestuursrecht een rol. Op internationaal niveau hebben we te maken met Europese Regelgevingen en een aantal belangrijke verdragen binnen de Verenigde Naties waar Nederland zich aan moet houden
Gereguleerde wietteelt of niet?
2
De coffeeshopeigenaar ziet wel brood in regulering Een coffeeshopeigenaar die al 14 jaar een coffeeshop runt, onderschrijft het dilemma van het ‘achterdeurbeleid’. Twee keer is zijn zaak gesloten vanwege overtreden van de regels7 (reclame en te grote voorraad) Handhaven hoort bij het beleid, daar hoor je hem niet over, maar waar hij wel moeite mee heeft, is dat er geen alternatief wordt geboden om aan hasj en wiet te komen. Problematisch voor zijn bedrijfsvoering vindt hij dat hij geen voorraad mag hebben. Nu moet hij – zeker in het weekend - twee tot drie keer per dag zijn voorraad bijvullen. Dan moet hij op dat moment maar zien welke (illegale) leverancier er softdrugs aanbiedt. Voor een goede bedrijfsvoering zou hij wel een weekvoorraad in huis willen hebben. De kwaliteit van de softdrugs controleert hij zelf met het blote oog. Er is geen andere methode voorhanden om de softdrugs ter plekke te controleren. Gereguleerde wietteelt zou voor hem zeker problemen oplossen. Zou hij zelf de wiet willen telen? Als er iemand gebaat is bij goede kwaliteit voor een goedkope prijs is de eigenaar van een coffeeshop het wel. In de volgende hoofdstukken, waarin ik meningen van verschillende CDA’ers verwoord, zal ik vervolgens hun uitspraken toetsen aan de CDA uitgangspunten. Wat is het standpunt van het CDA landelijk ten aanzien van het gedoogbeleid? Het CDA wil het gebruik van softdrugs niet alleen ontmoedigen, maar ook verbieden en het verbod vervolgens ook handhaven. Het drugsbeleid moet zijn gericht op het tegengaan van drugsgebruik en beperken van de maatschappelijke overlast en individuele schade. Géén gereguleerde wietteelt, zowel bezien naar nationale als internationale aspecten. Woordvoerders pleiten dat géén wiet ten alle tijden beter is dan gereguleerde wiet! De inbreng in het debat en Kamervragen over het gedoogbeleid door CDA- woordvoerders is consistent geënt op bovenstaande standpunten. Omdat Nederland nu een gedoogbeleid heeft, moet de politie handhaven. De CDA–woordvoerder constateert dat dit helaas niet lukt. In het politieke debat in de laatste Algemeen overleggen van de vaste Kamercommissie Veiligheid en Justitie hoor ik echter ook geen alternatieven van het CDA hoe zij hun visie wil waarmaken en het probleem van de achterdeur willen aanpakken. 1.In deze lijn zie ik de Gespreide Verantwoordelijkheid niet terug, er wordt van boven af een regel opgelegd, zonder rekenschap te geven van lokale omstandigheden. Initiatieven van gemeenten om hun problemen aan te pakken met regulering van wietplantages, krijgen van 7
AHOJ-GI-criteria: geen Affichering (reclame enz.), geen Harddrugs verkopen, geen Overlast veroorzaken, geen toegang tot coffeeshops voor Jeugdigen (onder 18 jaar), en geen verkoop van Grote hoeveelheden (meer dan 5 gram) per transactie. De maximaal toegestane handelsvoorraad is 500 gram, maar de Nederlandse gemeenten hebben de bevoegdheid het maximum binnen hun grenzen te verlagen en het Ingezetencriterium: coffeeshops zijn alleen toegankelijk voor meerderjarige ingezetenen
Gereguleerde wietteelt of niet?
3
het CDA geen kans om onderzocht te worden met een pilot omdat daarna een conclusie te trekken. 2.Publieke Gerechtigheid staat voor heldere regels, streng maar wel rechtvaardig: daarbij is ook gereguleerde wiet strafbaar, dus gedogen past daar niet bij, ook niet bezien vanuit Europese regelgeving en VN verdragen. 3.Solidariteit zie ik in het willen beperken van maatschappelijke overlast, door aanpak van criminele activiteiten en veiligheid voor alle bewoners. 4.Rentmeesterschap uit zich in de bescherming van kwetsbare jongeren en illegale kwekerijen oprollen. Het politieke debat in de raadszaal De CDA-fractievoorzitter in Rotterdam was in april 2013 absoluut tegen het plan van burgemeester Aboutaleb om voor een gemeentelijke wietplantage te pleiten bij de minister. In zijn betoog noemde hij drie argumenten: een gemeentelijke wietkwekerij lost niks op. De export gaat gewoon door. Er komen niet minder illegale kwekerijen als er wat goedbedoelde gemeentekassen aan de rand van de stad staan. Geschat wordt dat illegalen 51 tot 978 procent produceren voor de export. Dus het argument dat gemeentelijke kwekerij veiligheid en overlast beperken gaat niet op. Ten tweede moet de gemeente geen drugsdealer worden. De reden van burgemeester Aboutaleb dat de achterdeur van de coffeeshop wordt gereguleerd, wordt ontkracht door de veronderstelling dat coffeeshopeigenaren heus niet alleen van de gemeente gaan kopen. De derde reden is het uitstralingseffect. De burgemeester gaf aan dat gereguleerde wietteelt leidt tot verminderen van gezondheidsrisico’s! Het idee is dat er dan wiet met beperkte schadelijke (THC) 9stof wordt geproduceerd. Kom naar onze stad, want daar heb je gezónde wiet. Onzin, gezonde wiet bestaat niet! Mensen willen geen Buckler-wiet. Een krachtig betoog, met drie sterke tegenargumenten waar niets tussen te krijgen is, maar ook niets bijdragen aan de oplossing van het probleem van de achterdeur en de georganiseerde criminaliteit. 1.Deze inbreng voegt niets toe aan gespreide verantwoordelijkheid, het spreekt het juist tegen! 2.Publieke gerechtigheid zie ik in de opmerking dat de gemeente geen drugsdealer moet worden, een pleidooi voor een helder beleid. 3.Solidariteit zie ik niet terug . 4.Rentmeesterschap zie ik in het verwoorden dat gezonde wiet niet bestaat. 8
2012 cijfers van het Korps Landelijke Politie Diensten in het kader van de Criminaliteitsbeeldanalyse Georganiseerde Hennepteelt. In het WODC rapport de export van in Nederland geteelde cannabis worden percentages van 78 tot 91% genoemd. 9
THC is de werkzame stof in cannabis. Dit is een afkorting van de stof ∆9tetrahydrocannabinol (delta-negen-tetrahydrocannabinol) Nederlandse wiet staat bekent om het hoge gehalte. Die stof samen met nog andere stoffen (cannabinoïden) in cannabis bepalen de mate van een high en stoned gevoel Gereguleerde wietteelt of niet?
4
Vanuit het burgemeestersambt *De meeste CDA burgemeesters volgen het standpunt van de Tweede Kamerfractie. “De praktijk is weerbarstig, je kunt je ogen wel sluiten voor de werkelijkheid”, zegt de burgemeester uit een middelgrote plaats in Brabant met aanvankelijk twee coffeeshops (nu nog één), “maar er is een markt voor softdrugs.10 Zelf ben ik absoluut tegen wietgebruik. Door coffeeshops te verbieden raakt alles in de criminelen sfeer. Ik wil het goed kunnen regelen en handhaven. Ik ben een voorstander voor de gelegaliseerde wietteelt, ook al is dat strijdig met het CDA-standpunt. Door het gedoogbeleid zoals die nu geldt moeten coffeeshophouders handelen met criminelen. Immers kweken en handelen van wiet is strafbaar. Ook vind ik een kwaliteitseis belangrijk; door regulering is er enige controle mogelijk. Het gedoogbeleid van nu vraagt veel capaciteit van de politie, echter de inzet van middelen is niet toegenomen. Aanpak van de georganiseerde misdaad moet breed worden opgepakt. Het witwassen van gelden kan gelukkig met de wet BIBOB 11worden aangepakt, maar dat vergt wel een integrale aanpak van de diverse instanties”. 1.Gespreide Verantwoordelijkheid zie ik in het feit dat deze burgemeester legalisering ziet als creatief meedenken in de problematiek. Ook dat de lokale overheid handhavend zal moeten optreden bij dealen en overlast op straat, te grote voorraad drugs (meer dan vijfhonderd gram) of het bij zich dragen van meer dan vijf gram drugs. Zij kan in de APV bepalingen opnemen die specifiek voor hun gemeente nodig of wenselijk zijn. 2.Publieke Gerechtigheid komt terug in de aanpak tegen de georganiseerde misdaad en handhaving rondom de coffeeshops. 3.Solidariteit Deze coffeeshopgemeente heeft een regiofunctie en steekt haar nek daarvoor uit. Er zullen meer BOA’s (buitengewoon opsporingsambtenaar) en politie capaciteit moeten worden ingezet om handhavend te kunnen optreden. Daarom zullen we solidair moeten zijn als zij meer mankracht in moeten zetten. 4.Rentmeesterschap komt terug in het willen stellen van kwaliteitseisen en controle voor de wietgebruikers vanwege gezondheidsaspecten. *Een andere burgemeester uit een gemeente zonder coffeeshop maar met een levendig uitgaansleven ziet het anders: “Ik volg de landelijke standpunten van het CDA. Onze gemeente werkt niet mee aan vestiging van een coffeeshop, dit beleid heeft breed draagvlak in de raad. Geen coffeeshop geeft daarentegen straathandel met veel overlast en klachten. Wij zetten daarom stevig in tegen handel op straat, uit woningen of horeca en gaan over tot opzeggen van huren en sluiten van zaken. Jongeren die in overtreding zijn worden doorgestuurd naar bureau Halt en Jeugdzorg. Het huidige beleid met de verboden 10
Gegevens uit de verslavingszorg: er zijn 140.000 dagelijks of bijna dagelijkse gebruikers van cannabis in Nederland. 50% van de klanten bestaat uit jongeren tussen de 18-24 jaar. 5% van VO schooljongeren tussen 12-16 jaar zijn blowers. 11 Het wet BIBOB staat voor Bevordering Integriteitsbeoordelingen Door het Openbaar Bestuur. Op verzoek van een bestuursorgaan wordt onderzocht of er een kans bestaat dat een vergunning, subsidie of overheidsopdracht misbruikt wordt of misbruikt zal worden voor criminele activiteiten. Gereguleerde wietteelt of niet?
5
levering aan coffeeshops is uiterst problematisch, het bevordert criminele circuits. Stoppen zoals in Brabantse steden lijkt mij het beste. Maar als je coffeeshops accepteert, zou je ook de aanvoer van de softdrugs moeten regelen. Er zitten echter veel haken en ogen aan”. 1.Gespreide Verantwoordelijkheid: De lokale overheid zal handhavend moeten optreden bij dealen en overlast op straat, te grote voorraad drugs (meer dan vijfhonderd gram) of het bij zich dragen van meer dan vijf gram drugs. Zij kan in de APV bepalingen opnemen die specifiek voor hun gemeente nodig of wenselijk zijn. De opmerking dat je iets met de aanvoer van softdrugs moet regelen raakt dit uitgangspunt . De verantwoordelijkheid van de burgemeester ligt bij de Openbare Orde. Hij wil zijn gemeente echt veiliger maken! In het driehoeksoverleg zal hij zich moeten laten adviseren en besluiten nemen om eventueel een coffeeshop te sluiten of invallen te doen bij vermeende hennepplantages of optreden vanuit de wet BIBOB, bij verdenking van witwaspraktijken. Integraal samenwerken is hierbij het sleutelwoord om de georganiseerde criminaliteit aan te pakken. Gemeenten zijn niet vergelijkbaar wat betreft drugsproblematiek, maatwerk moet mogelijk zijn. 2.Publieke Gerechtigheid zie ik in de strikte aanpak tegen dealen en bezit. 3.Solidariteit zie ik in het draagvlak van de gemeenteraad over het gemeentelijk beleid 4.Rentmeesterschap past in de aanpak van illegale wietkwekerijen. Inzetten op bestrijding waar het CDA telkens weer op hamert past hier dus prima bij. Ook is rentmeesterschap inzetten op de gezondheid en ontwikkeling van onze jongeren. Goed voorlichten en voorkomen dat jongeren verslaafd raken passen hierbij.
Conclusie Uit de diverse redeneringen haal ik dat het uitgangspunt Publieke Gerechtigheid voor CDA’ers leidend is in de discussie over regulering: al wordt het gedoogd, softdrugs is strafbaar. Van daaruit wordt geredeneerd! Geen coffeeshops en dus ook geen gereguleerde wietteelt. Dit is een visie die het CDA wil nastreven en als beleidslijn uitzet in de diverse overheidslagen. In theorie kan ik die lijn wel volgen. Maar in praktijk zie ik die niet zo snel uitgevoerd. In onze gemeente hebben we ook twee coffeeshops. In het CDAverkiezingsprogramma en coalitieakkoord in Alphen aan den Rijn hadden we opgenomen dat vanwege geconstateerde overlast door omwonenden er een onderzoek moest komen naar verplaatsing van de twee naast elkaar liggende coffeeshops uit het centrum naar een plek buiten woonwijken en op afstand van scholen. Maar zo simpel is het niet. Voor verplaatsen of intrekken van een vergunning heb je steekhoudende argumenten nodig. Die zijn er niet volgens Bureau Beke12 die het onderzoek gedaan heeft naar de probleemduiding rondom de twee coffeeshops. Alleen verkeer gerelateerde overlast door auto’s zijn toewijsbaar toe te schrijven aan de coffeeshops. Hier wordt nu op gehandhaafd. Na een half jaar wordt bezien of vervolgonderzoek naar verplaatsing noodzakelijk is. Probleem bij 12
Coffeeshops in beweging- in opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn; Bureau Beke oktober 2014 Gereguleerde wietteelt of niet?
6
verplaatsing is waarheen? Bij sluiting van één van de twee vermindert het aantal bezoekers niet. Bij totale sluiting verdwijnt de wiethandel in de illegaliteit, wat ook niet wenselijk is. Eerder nog zou een derde coffeeshop die ergens als een soort Mac-drive kan functioneren een oplossing zijn. Beter is om in te zetten op preventie en bewustwording van de gevaren van drugsgebruik bij jongeren om hen het gebruik te ontmoedigen. Dus alle coffeeshops weg uit de stad. Die stelling is niet reëel. De Brabantse burgemeester noemde het al: door het verbieden van coffeeshops, trek je alles in de criminele sfeer. Het is struisvogelpolitiek om te bedenken dat de drugsgebruikers verdwijnen als er geen coffeeshops meer zijn. We moeten oppassen dat de handel niet ondergronds verdwijnt, uit het zicht van onze politie. Dus moeten we inzetten op het solidariteitsbeginsel om de maatschappelijke overlast te verminderen. Lokale overheden moeten bij vergunningverlening voor coffeeshops nadenken over locaties buiten woonwijken en een ruime afstand van scholen, maar wel in het zicht van politie en veilig voor degenen die de coffeeshop willen bezoeken. Houdt rekening wie de bezoekers zijn, wellicht dat een locatie midden in het uitgaansgebied een goede plek is. Ik kan me vinden op inzet van strenge handhaving van illegale kwekerijen en de georganiseerde misdaad. Zoals ik in mijn inleiding al schreef is de winstgevendheid van de teelt totaal buitenschot gebleven bij de instelling van het gedoogbeleid. De teelt wordt daardoor nu gedomineerd door de onderwereld, de opbrengsten van hennepplantages zijn enorm en criminelen zoeken manieren om hun geld naar de bovenwereld te brengen, en zij schromen niet om harde acties na te laten. De wet BIBOB is een hulmiddel bij de handhaving. Alleen integraal optrekken, ook internationaal en met voldoende inzet van de Nationale Politie zal er toe leiden om deze problematiek te verkleinen. De overheid moet criminelen raken waar het pijn doet. Bestuursdwang, huizen onteigenen en goederen zoals auto’s ontnemen voor de geschatte kosten. Alleen met strikt beleid komt er schot in de zaak. Het initiatief van de burgemeesters van de ‘Joint Regulation’ past wel bij het uitgangspunt Gespreide Verantwoordelijkheid, maar hij wordt totaal niet opgepakt door zowel de Tweede Kamerfractie als de Rotterdamse fractievoorzitter. Ik kan er niet goed de vinger op leggen waarom men zelfs een pilot niet wil toestaan. De opmerking géén wiet is beter dan gereguleerde wiet is leuk, maar gecontroleerde wiet is beter dan illegale wiet. De vraag wie dan de wietkwekerij moet gaan beheren, had ik al neergelegd bij de het hoofdstuk over de coffeeshopbeheerder. Maar ik kan me ook voorstellen dat Wageningen University and Research centre daar een antwoord op weet. Dus anders dan de meeste CDA-ers ga ik met de Brabantse burgemeester ( en de 54 anderen) mee in het zoeken naar een oplossing om de bevoorrading van coffeeshops te legaliseren. Eigenlijk komt ons uitgangspunt Rentmeesterschap in drie zaken terug: de verspilling van middelen bij de illegale kwekerijen, de gezondheidsaspecten en de kwaliteitscontrole van wiet.
Gereguleerde wietteelt of niet?
7
De kosten en gevaren van illegale kwekerijen raken onze samenleving diep. De veiligheid in buurten is onnodig in het geding. Wietplantages bevinden zich vaak in bewoonde huizen midden in woonwijken. Ik zie nog niet in hoe we dit probleem moeten aanpakken, het leeuwenaandeel van onze nederwiet wordt verhandeld voor export. We zullen moeten inzetten op meer voorlichting geven over verantwoord gebruik en tegengaan van verslaving bij de kwetsbare groep. Het initiatief van jeugd- of schoolagent helpt hierbij. Het is een utopie om te geloven dat softdrugsgebruik geheel zal verdwijnen. Als we van coffeeshops af willen zullen we moeten zoeken naar een alternatief om wiet te verkopen. Wat mij betreft is de apotheek daar de aangewezen plek voor: medewerkers zijn al opgeleid om met de andere middelen van de Opiumwet om te gaan. Gereguleerde wiet geeft zicht op inkoop en dus (gestandaardiseerde) kwaliteit en verantwoorde voorschriften zoals bij alle andere genotsmiddelen. Gereguleerde wietteelt is daarom niet geheel in strijd met het Rentmeesterschap. Samenvattend op mijn vraag gereguleerde wiet of niet?: Gereguleerde wietteelt geeft een betere kwaliteit wiet als het gaat om de wiet verkocht in coffeeshops. Echter voor het bestrijden van de georganiseerde misdaad biedt gereguleerde wietteelt geen soelaas en zullen we de bestrijding ervan internationaal moeten aangaan.
Gereguleerde wietteelt of niet?
8
Bronvermelding: www.jellinek.nl Informatie over softdrugs en gebruik Wietmanifest ‘Joint Regulation’ 31 januari 2014, initiatiefnemers Paul Depla, Victor Everhardt en Rob van Gijzel Rapport Internationaal recht en cannabis P.H.P.H.M.C. van Kempen en M.I. Fedorova 2014 Coffeeshops in beweging- in opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn; Bureau Beke oktober 2014
Gereguleerde wietteelt of niet?
9