“Als dus de gerechtigheid terzijde is geschoven, wat zijn koninkrijken dan anders dan grote roversbenden”, Augustinus
Jacob Klaas Star Talent Academie Steenkamp Instituut, Den Haag
GASWINNING Enkel bedreigingen of ook kansen
Voorwoord Het is bijzonder als je wordt geselecteerd voor deelname aan de CDA Talent Academie van het Steenkamp Instituut te Den Haag. Het voorliggende afstudeeronderzoek heeft natuurlijk veel persoonlijke raakvlakken zoals mijn eigen werk vanuit Star Eco Advies en Coöperatie Vederlicht U.A. , maar ook het feit dat de vader van mijn oom en zijn naamgenoot Arend Biewenga in 1962 al kritische vragen heeft gesteld over de gaswinning. Vragen vanuit mijn eigen partij. Het gekozen thema is voor mij een paradigma:
Als ondernemer pak je kansen en werk je aan de vernieuwing; Als lokaal politicus word je geconfronteerd met de kloof tussen de politiek en de burger.
Ik verwacht dat voorliggend document bijdraagt aan het versmallen of overbruggen van de kloof. De ondersteuning die ik heb gekregen van de geïnterviewden van Patrick Brouns, Elco Brinkman, Marc Jager, Rolf Koops en Pier Prins was zeer waardevol en heeft bijgedragen aan een brede blik. Het was Elco Brinkman die een verdieping gaf aan de term rentmeesterschap en de basis daaronder legde, met het noemen van Genesis 2: 15. Hij zal het mij niet kwalijk nemen dat ik deze als rechtgeaarde Groninger citeer uit onze eigen Groningse “Biebel“. Ik dank Agnes Mulder voor haar rol als mentor, betrokken als geen ander bij het dossier in Groningen. Ik dank een ieder die mij heeft geholpen, door te luisteren, tijd beschikbaar te stellen en dan met name Floris, Bart en Esther voor hun geduld en ruimte die ze mij geven om dit te mogen doen.
Jacob Klaas Star Aduard, mei ’15
Genesis 2 vaars 15 “God, de Heer, nam de mensk en zette hom in de hof van Eden om dij te bewaarken en te bewoaren”
1
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 1 Aanleiding ................................................................................................................................................ 3 De impact ................................................................................................................................................ 3 Betrouwbaarheid van de overheid.......................................................................................................... 4 Kernwaarden van het CDA in relatie tot Gaswinning.............................................................................. 5 Ad 1: Wie is verantwoordelijk voor het herstel, de markt of de overheid?........................................ 5 Ad 2: De woningeigenaar dient zelf bij te dragen aan het herstel, financieel of fysiek? .................... 6 Ad 3. “De financiële solidariteit van de Nederlander met Groningen, wordt vertaald in een opslag per m3 gas.” ............................................................................................................................. 7 Ad 4. “Herstel dient te leiden tot een reductie van de energielasten, normen van 2020 zoals de Energie-nul norm worden nu van toepassing verklaard op Groningen “ ........................................... 8 Tot slot..................................................................................................................................................... 9 Informatiebronnen ................................................................................................................................ 10
2
Aanleiding “De Heere heeft nergens laten weten de aarde te bewerken en vervolgens onze handen er van af te halen.” Nadat we sinds 1952 het Groninger gasveld hebben ontgonnen is er weinig tot geen inspanning verricht om te komen tot de invulling van het bewaren. De consequenties hiervan zijn groot voor de bewoners van het gebied. De veiligheid is geen issue geweest voor degenen die de aarde bewerkten. Dit ondanks de vragen gesteld door Tweede Kamerlid, Arend Biewenga (ARP) in 1962 en ook buiten de Tweede Kamer waren er diverse mensen die aandacht vroegen voor de risico’s. De antwoorden van Minister De Pous (CHU) waren ook duidelijk: “Zou er toch schade ontstaan dan zouden de maatschappijen op grond van de Mijnwet verantwoordelijk zijn”. De staat en haar via het Gashuis georganiseerde winnend orgaan de NAM, waren actief in het tegen zo laag mogelijke kosten winnen van het gas. De inkomsten en de revenuen kwamen ten goede van de gehele Nederlandse bevolking, dus ook aan de Groningers. Al is het zo dat zij er niet als eerste van konden profiteren.
De impact Groningen verkeert in een staat van rouw. De kwaliteit van de omgeving, het vertrouwen in de overheid en de trots nemen af. De impact van de aardbevingen leiden tot zorgen. Zorgen over de toekomst. Het met veel en hard werken opgebouwd kapitaal dat in de woning is gestoken om te kunnen wonen op het zand, de klei of het veen. Het genieten van deze toekomst is weggevaagd. De emoties overlopen het gemoed. De anders zo nuchtere Groninger is in zijn ziel geraakt en dreigt te knakken. Welke stappen kan een politiek partij zetten in deze omgeving. Meehuilen met de wolven? Dreigen met harde acties en bonken op ramen en deuren, letterlijk en figuurlijk bij de verantwoordelijke minister. In de gesprekken die ik heb gevoerd ter voorbereiding op dit onderwerp is meerdere malen de vergelijking gemaakt met een rouwproces. De verschillende stadia die daarin kunnen worden benoemd, zijn ook van toepassing op Groningen:
Figuur 1 Verschillende fasen in een rouwproces
3
De herkenning en de erkenning van deze verschillende stadia bij de inwoners van Groningen maar ook bij de verschillende actoren, als de overheid en de instituties, leidt tot grip op de verschillende snelheden die aanwezig zijn in een rouwproces. Juist de 1e en de 2e fase zijn van groot belang om te doorlopen en om vervolg stappen te kunnen zetten. Het niet respecteren van deze fases leidt tot meer spanningen en frustraties. De Groninger moet zijn boosheid kwijt ook aan de politiek, ook het CDA heeft in het verleden bijgedragen aan het bewerken van de Groninger aarde en ook het CDA heeft niet bijgedragen aan het bewaren van de aarde. Niet aan de veiligheid en niet aan de kwaliteit van de leefomgeving. Daarom moet ook het CDA de rug rechten en als volkspartij de dorpen ingaan en het gesprek met de betrokken inwoners voeren. De klappen (figuurlijk) opvangen en bijdragen aan de ontlading.
Betrouwbaarheid van de overheid Naast deze stappen is de betrouwbaarheid van het CDA van belang. Wat in Groningen in de dorpen wordt gehoord moet ook worden verteld in de Tweede Kamer. De CDA-fracties van de provincie en de Tweede Kamer weten elkaar goed te ondersteunen in deze. Maar ook in andere provincies moet het verhaal worden verteld. De Nederlandse Maatschappij heeft de voordelen van de gas winning gedragen, ervan genoten; Infrastructuur, onderwijs, zorg en noem maar op. We hebben een welvaartsniveau die ongekend is, dankzij het Groninger veld. De Groninger verwacht hier iets voor terug. Kan hij dan nu zijn hand ophouden en laat hij daarmee zijn schade afkopen. Nee, de veiligheid van leven moet terug. De basisveiligheid, waar we in een land als Nederland met een extreem hoog welvaartsniveau op mondiale schaal, op mogen vertrouwen, dient te worden hersteld. En juist dit herstellen gaat moeizaam. Het eindrapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid heeft aangegeven dat de overheid structureel niet heeft gestuurd op de veiligheid. Ook onze eigen partij draagt hier mede de verantwoordelijkheid voor. Groningen heeft geen baat bij het institutionaliseren van de huidige situatie, al kunnen we constateren dat dit al gaande is. De oprichting van de Dialoogtafel, het EPI Kenniscentrum, Centrum voor Veilig Wonen, de Economic Board en de komst Rijks Coördinator Aardbevingen en natuurlijk ook het instituut de NAM. De politiek dient een visie te geven waar Groningen in de komende dertig jaar naar toe gaat ontwikkelen. Vanuit dit beeld “de stip op de horizon” kan er op een gestructureerde wijze worden gewerkt aan de toekomst van Groningen. De opgave voor het “nu” is natuurlijk ook van groot belang. De verwerking van schade aanmeldingen het verhelpen van risico- volle situaties heeft een hoog urgentie besef. Het dient echter niet de maatvoering te zijn in de discussie die door de politiek, landelijk en regionaal gevoerd moet gaan worden. De ontwikkelingen in Groningen ten gevolge van de aardgaswinning zijn niet nieuw voor de politiek. In mijn aanleiding schreef ik al over de vragen van A. Biewenga aan minister De Pous in 1962. Mijn oud docent aan het Prof. H.C. van Hall Instituut in Groningen Meent van der Sluis, heeft in 1987 hier ook al veel aandacht voor gevraagd. Nieuw ten opzichte van 1987 is het feit dat risico en schade nu in ernstiger mate optreedt zeker na Huizinge, augustus 2013. Er ligt een groot huisvestingsvraagstuk en daarmee gepaard gaande ruimtelijke ordening problematiek voor ons.
4
Kernwaarden van het CDA in relatie tot Gaswinning Het tempo verschil ten gevolge van de verschillende fasen in een rouwproces, maakt dat de kernwaarden van het CDA worden aangesproken. De vragen die hierbij naar voren komen zijn onder andere: 1. Waar ligt de verantwoordelijkheid voor het herstel, de markt of de overheid? 2. De woningeigenaar dient zelf bij te dragen aan het herstel, financieel of fysiek? 3. Kan de financiële solidariteit van de Nederlander met Groningen, wordt vertaald in een opslag per m3 gas? 4. Herstel dient te leiden tot een reductie van de energielasten, normen van 2020 zoals de Energie-nul norm worden nu van toepassing verklaard op Groningen
Ad 1: Wie is verantwoordelijk voor het herstel, de markt of de overheid? Een van de kernwaarden van het CDA is het “Rentmeesterschap”. Het WI-rapport “Schepping en rentmeesterschap” 1993 constateert dat er een rentmeesterschap nodig is “dat zich kenmerkt door bouwen én bewaren. De in dit rentmeesterschap besloten noties van omgang met de natuur naar zijn geschapen aard, van tevredenheid met het nodige en van de zorg dat de vruchten van de schepping aan allen ten goede moeten komen, drukken de christelijke visie op de gewenste ecologische cultuur uit. Deze visie roept alle mensen op de schepping tot ontwikkeling en in bloei te helpen” (bron: “Waardevast, over de uitgangspunten van het CDA”, 2011) Dat de Nederlandse Staat haar vruchten wel van Groningen heeft geplukt is evident! De vraag die voorligt of deze Staat nu verantwoordelijkheid voor de uitvoering moet oppakken of dit te delegeren aan de markt, waaronder de NAM. De geïnterviewden waren hierover niet eenduidig, in het kiezen van de een of de ander. Helder was het standpunt bij de Noordelijke vertegenwoordigers, de overheid was verantwoordelijk voor de winning en heeft nagelaten hier voorzieningen in de veiligheid of alternatieven te vinden. Hetgeen resulteert in een schuldvraag bij die nationale overheid. Duidelijk is ook dat geen van de geïnterviewden van mening is dat de herstelfase enkel bij de markt moet liggen. De combinatie dient te worden gezocht in de samenwerking tussen overheid en de markt. De positie van de NAM wordt daarbij door enkelen als discutabel aangemerkt. De NAM is veroorzaker en heeft kennis van de ondergrond. De NAM zou zich in het komende traject niet als partij moeten bemoeien met het herstel en de ontwikkeling van nieuwbouw. Naast het feit dat de positie van de NAM een is die boosheid en frustratie blijft oproepen, is de NAM ook geen bouwkundig expert. Gebrek aan vertrouwen en niet geëquipeerd zijn in de communicatie met burgers en particuliere woningbezitters zou van de NAM een andere rol vereisen. De samenwerking tussen de verschillende instituties draagt bij aan het realiseren van innovatie in de regio. Het ontbreken van een visie vanuit de overheid hoe Groningen er over 50 jaar uit ziet en waar de Groninger zijn of haar brood verdient, zou onderdeel moeten uitmaken van de discussie in het CDA ten aanzien van het Rentmeesterschap. Geen “hit and run” beleid, grondige aanpak van de problematiek en een integrale benadering van: veiligheid, comfort, krimp en energieverbruik. Zodat de invulling van het Rentmeesterschap: leidt tot het daadwerkelijk herstel van vertrouwen in Groningen en dat de “schepping tot ontwikkeling en in bloei te helpen”. Lokaal wordt hier door leden van het CDA al een aanzet toe gegeven.
5
Ad 2: De woningeigenaar dient zelf bij te dragen aan het herstel, financieel of fysiek? Een vraag die menig politicus en/of bestuurder niet durft te stellen in een zaal vol getroffen inwoners in de provincie Groningen. En toch is deze vraag de kernwaarde waarin het CDA zich kan en in mijn visie dient te onderscheiden. In de publicatie van het WI van maart 2011, geeft Govert Buijs een gelaagde beschrijving van de kernwaarde “gespreide verantwoordelijkheid”. Gespreide verantwoordelijkheid is: 1e “een appél op mensen om in beweging te komen, voor zich zelf en voor elkaar” e 2 “een dringend appél op de overheid om ruimte te geven aan mensen….ruimte aan bevlogen maatschappelijke vernieuwers, voor wie de menselijke maat leidend is” e 3 “dat politici, bestuurders en managers zich de vraag stellen: welke problemen hebben de mensen waar we voor en door zijn opgericht en hoe kunnen we deze mensen zo goed mogelijk bijstaan in het omgaan met die problemen?” De onduidelijke communicatie vanuit de Rijksoverheid wordt treffend verwoord door het Dagblad van het Noorden op 5 maart jl. “Groningen moet in het debat over de toekomst van de gaswinning tot nu toe genoegen nemen met een bijrol. Tegen deze achtergrond is de onbuigzame houding van minister Kamp jegens de provincie niet verrassend”. In de Wetensschappelijk Instituut publicatie wordt gesproken over de meervoudige vervreemding van de burger en de politiek. De institutionalisering van het aardbevingsdossier, het gebrek aan leiderschap op het dossier en de “verruwing in de eigen leefomgeving” creëert een meervoudige vervreemding. “De kern van de meervoudige vervreemding is dat het gaat om mensen, lees Groningers, die zich als klein individu voelen staan tegenover grote structuren en grote (f)actoren en daar in dus niet ervaren dat hun belang onderdeel is van een groter gemeenschappelijk belang.” De belangrijkste boodschap voor de getroffen inwoners is dat, nadat zij hun boosheid hebben kunnen etaleren ook samen met de overheid en instituties kunnen gaan bouwen aan hun eigen leefomgeving. Samenwerken tussen de lokale en landelijk overheden. Gezamenlijk stappen durven zetten. Het vereist lef en bestuurlijk vermogen van het CDA op dit onderdeel onderscheidend te zijn. Een vorm die hier uitstekend bij past is het “dienend leiderschap”. De visie waar Groningen haar inkomen uit genereert samen met de inwoners op te stellen en daarin niet van uit de macht regeren maar samen. Een aanpak die mede daarom lef vereist omdat de voedingsbodem voor de meervoudige vervreemding nadrukkelijk is gelegd, op alle drie de genoemde elementen. Een voedingsbodem die een stimulans kan zijn voor een populistische aanpak. “Het is niks, het was niks en het wordt niks”. Juist het CDA kan hier een ander geluid in laten horen, al is dit natuurlijk een paradigma in optima forma. Het coalitie programma (23 april 2015) van het College van Gedeputeerde Staten van Groningen geeft hiervoor een goede basis. Met de titel: “Vol vertrouwen, Wie geen vertrouwen in anderen stelt, zal ook nimmer het vertrouwen van anderen winnen” geeft het nieuwe College ook de wederkerigheid van vertrouwen bij aanvang van een nieuwe bestuursperiode al aan.
6
De aanstelling van de Nationaal Coördinator, per 1 juni zal eveneens bijdragen aan het vertrouwen, zoals de Trouw op 4 mei 2015 in de kop aangeeft: “Hans Alders moet de Groningers het vertrouwen teruggeven”. De Nationaal Coördinator geeft in het interview aan dat “Plannen maken die over mensen gaan zonder die mensen er bij te betrekken – dat is een blunder van de eerste orde” hetgeen naar de inwoners grote verwachtingen schept. Immers de bestuurscultuur in Groningen is jarenlang eentje geweest dat de overheid wist wat goed voor de burger was.
Ad 3. “Kan de financiële solidariteit van de Nederlander met Groningen, wordt vertaald in een opslag per m3 gas?” Solidariteit is een bijzonder begrip. Het belijden van solidariteit is makkelijk om uit te spreken. De belangen van de Groningers in deze discussie zijn evident, het terugwinnen van het vertrouwen in haar leefomgeving en een toekomst in deze leefomgeving genietend van het opgebouwde vermogen. Vanuit het land is solidair gereageerd met Groningen op het thema aardbevingen, nu blijkt dat de kosten van herstel van Groningen boven de toegezegde € 1 miljard ligt. Zal blijken hoe sterk deze solidariteit is. In “Waardevast. Uitgangspunten van het CDA” formuleert J.J. van Dijk mede gestoeld op Woldring solidariteit aan de hand van drie stellingen: 1. Een mens mag op steun rekenen als hij noodzakelijk levensopgave moet ondernemen, maar deze niet alleen kan. 2. Een mens is verplicht om een ander te helpen als deze voor een belangrijke levensopgave staat, die hij niet alleen kan verrichten. 3. Als gemeenschap zijn wij verplicht om alle mensen die voor een belangrijke levensopgave staan, die ze niet alleen kunnen vervullen, te steunen om die opgave te vervullen. (Politieke filosofie van de christendemocratie, H.E.S. Woldring, 2003). De stelling van Woldring volgend, kan Groningen dan rekenen op solidariteit vanuit de Staat en haar inwoners. Deze discussie wordt mede beïnvloedt door het sluiten van de mijnen in Limburg en de regelingen die daar golden destijds. Echter zoals de onderzoekers aan de Rijks Universiteit Groningen, Jacobs en Gales terecht constateren in het Dagblad van het Noorden van 28 februari 2013: “Maar er is één groot verschil. ‘Mensen in Zuid Limburg hadden baat bij de mijnbouw. Ze vonden er werk. … Die balans , zoals in Groningen, tussen wellicht minder voorzieningen maar een mooie woon omgeving en volop ruimte , is op het Groningerplatteland ineens weg. En dus zien Groningers hun welvaart als het ware dalen en is het niet meer dan logisch dat de schade wordt vergoed en er geïnvesteerd wordt in het verbeteren van de leefomgeving. Daar hangt zeker een prijskaartje aan.” In Limburg werd gerekend met een schadefonds van 1,5 – 3 % per jaar, hetgeen een indicatie zou kunnen zijn voor Groningen. Bij een opbrengst van € 12 miljard per jaar, is de rekensom € 360 miljoen per jaar. Belangrijk element dat door meerdere geïnterviewden is benoemd is dat het niet enkel gaat om het pompen van geld in Groningen. Het gaat om het herstel van vertrouwen, het creëren van een structurele oplossing voor de inwoners. De vergelijking met de komst van de destijds PTT naar het Noorden wordt gemaakt en wordt niet gezien als een oplossing. Aangezien de balans tussen werk, omgeving en een duurzame oplossing niet aan de orde was bij dit voorstel.
7
Solidariteit is niet alleen het ruimhartig omgaan met het vergoeden van de schade, maar ook meewerken aan creativiteit, wegnemen van barrières in wet en regelgeving. Het stimuleren van integrale oplossingen, regionaal ontwikkeld en met regionale mensen. Daarmee is de vestiging van het hoofdzetel van de Nationale Coördinator een mooie lakmoesproef, waar de solidariteit ligt.
Ad 4. “Herstel dient te leiden tot een reductie van de energielasten, normen van 2020 zoals de Energie-nul norm worden nu van toepassing verklaard op Groningen “ Solidariteit is ook het wegnemen van barrières en het creëren van kansen voor de regio. De impact van de aardbevingen en de daaruit voortvloeiende maatregelen gaan verder dan alleen het versterken en het herstellen van de woningen in Groningen. Het opiniestuk in het Financieel Dagblad, mede naar aanleiding van het wegvallen van de gaswinning, van 4 mei ’15, van de heren Knegt en Van der Weg is daarvan een heldere analyse. “Wie dit speelveld overziet, kan moeilijk anders concluderen dan dat een nationaal urgentieprogramma voor de energievoorziening noodzakelijk is. Een tweede Nationaal Energieakkoord, waarbij de overheid niet alleen een voorwaardenscheppende rol speelt, maar zelf acties onderneemt en maatregelen afdwingt bij de eindgebruikers.” Groningen kan hierin als gebied, via een gebiedsgerichte aanpak met kennis van de aanwezige instanties en lokale ondernemers een bijdrage leveren aan dit urgentieprogramma. Het realiseren van aardbeving bestendige woningen en gebouwen bij voorbeeld met een “metselwerk-uiterlijk” is realiseerbaar en ondernemers in Noord- Nederland staan klaar om dit aan te pakken. De inzet van nieuwe bouwtechnologie, ontwikkeld op regionale schaal kan bijdragen aan het herstel van het vertrouwen. De werkgelegenheid en de integrale benadering met grote thema’s als Krimp, Leefbaarheid en ruimtelijke Ontwikkeling bieden een kans aan de provincie Groningen. De inwoners krijgen een herstelde woning terug zonder energielasten. Het vereist lef en inzet van bestuurders en politici in Groningen en Nederland om hier in de vereiste stappen te zetten. Gezien het grote aantal woningen die het betreft variërend van 33.000 tot 170.000 geeft een substantiële bouwstroom waarin kennis, kunde, ervaring en regionale kwaliteiten optimaal tot haar recht kunnen komen.
8
Tot slot Het citaat van Augustinus (354-430) “Als dus de gerechtigheid terzijde is geschoven, wat zijn koninkrijken dan anders dan grote roversbenden?”. Wie op Twitter de verschillende tweets ten aanzien van de gaswinning leest zal kunnen constateren dat Augustinus ook op dit social medium nog regelmatig wordt aangehaald, al dan niet bewust door de opstellers. Het is aan ons als CDA om samen met betrokkenen en de actoren het vertrouwen terugwinnen. De nieuwe bestuursperiode van de provincie Groningen geeft met het Coalitieprogramma een goede start. Het is aan ons als bestuurders en politici, de rug te rechten en Groningen te geven waar ze recht op heeft. Een stevige provincie waar het goed wonen, werken en recreëren is. Een gevleugelde uitspraak is in Groningen is: “eerst zain en din geleuven” maar als je het hebt gezien is het geen geloof meer én daar moeten we weer naar toe werken!
9
Informatiebronnen: Interview met:
De heer Patrick Brouns, voorzitter van de CDA-fractie in de Staten van Groningen, 7 april 2015 De heer Pier Prins, wethouder in de gemeente Loppersum, 9 april 2015 De heer Marc Jager, zelfstandig ondernemer in Groningen, 13 april 2015 De heer Elco Brinkman, voorzitter van de CDA-fractie in de Eerste Kamer, 14 april 2015 De heer Rolf Koops, regiomanager Bouwend Nederland Regio Noord, 30 april 2015
CDA Wetenschappelijk Instituut-publicatie: “Waardevast: over de uitgangspunten van het CDA”, 2011 H.E. S. Woldring, “Politieke filosofie van de christendemocratie”, 2003 Nieuwsblad van het Noorden:
24 december 1987 “Aardbevingen in de winter? Dat is geen toeval…”
Dagblad van het Noorden:
28 februari 2015 “Ramp kan kans worden” 2 maart 2015 “CVW bedolven onder de schademeldingen” 5 maart 2015 : Nieuwsanalyse Gaswinning 11 maart 2015: “Rijk moet schuld aan het Noorden aflossen” 22 april 2015 “Bouwsector springt om antwoorden” 28 april 2015 “Opinie: Bevingbestendig bouwen”, Rene Wubs
Trouw:
27 februari ‘15 “Tussen de klippen energie vinden” 4 mei ’15 “Hans Alders moet de Groningers het vertrouwen teruggeven”
10