Herma van Kranenburg, Johan de Heer en Henk Eertink
Mobiele communicatie wordt net zo vanzelfsprekend in ons dagelijks leven als gas, licht en water. De technologie stelt ons in staat om een keur aan communicatiediensten te leveren en te ontvangen. Gepersonaliseerd en aangepast aan de veranderende omgevingsfactoren. Dit artikel gaat in op het nieuwe paradigma voor mobiele diensten en
GEPERSONALISEERDE DIENSTEN IN EEN MOBIELE OMGEVING
Het zal niet lang meer duren voordat ons leven zich afspeelt in een omgeving waarbij informatie- en communicatietechnologie overal en op elk gewenst tijdstip voor handen is. Op initiatief van het ministerie van Economische Zaken kwam onlangs het Vrijband rapport uit, waarin een beeld wordt geschetst hoe in 2010 de burger overal en altijd kan beschikken over alle informatie en communicatie die hij of zij wenst. De consument of zakelijk gebruiker van de toekomst heeft overal en altijd verbinding met een communicatienetwerk, van welke aard dan ook, waarin de telecommunicatie- en internetwereld integreren. Dienstspecifieke netwerken (denk bijvoorbeeld aan televisie via de kabel en tele-
48
licht de sleutelbegrippen, personalisatie en context awareness, nader toe. Er wordt een visie gepresenteerd omtrent interessante én noodzakelijke onderzoeksissues die opgelost moeten worden.
foon via het vaste telefonienetwerk) zullen evolueren tot zogeheten ontbundelde netwerken met een software-infrastructuur tussen diensten en netwerken (figuur 1). Het toegangsnetwerk is gebaseerd op IP1-connectiviteit. Communicatiediensten en informatievoorziening vanuit verschillende technologieën en verschillende administratieve domeinen worden gefaciliteerd, deze hebben tevens als bijzondere eigenschappen dat ze zijn toegesneden op de wensen, voorkeuren en behoeftes van individuele gebruikers (personalisatie) en op de veranderende omgevingsfactoren (context awareness). De sleutelbegrippen in de realisatie van overal en altijd beschikbare mobiele diensten liggen hier-
MANAGEMENT & INFORMATIE 2002/2
GEPERSONALISEERDE DIENSTEN
Figuur 1. Architecturen in communicatie: huidige situatie met dienstspecifieke netwerken en toekomstige situatie met ontbundelde netwerken (naar voorbeeld van Ericsson Telecommunicatie bv, 2001). in besloten en zijn personalisatie en context awareness waarmee de dienst dynamisch aangepast kan worden op de veranderende situatie van de mobiele gebruiker. Communicatie als dienst wordt handelswaar (commodity) en zal net zo vanzelfsprekend aanwezig zijn in ons dagelijkse leven als gas, water, en licht. Dat wij als gebruikers mobiel zijn spreekt voor zich, evenals het feit dat alle technische voorzieningen om dit te faciliteren zich buiten ons gezichtsveld bevinden (‘zich onder water bevinden’ of ‘achter het behang zitten’). Met de komst van pakketgeschakelde mobiele diensten (GPRS2, EDGE3, UMTS4, en verder) komen compleet nieuwe functionaliteiten binnen handbereik, zowel voor zakelijk als privé gebruik. Voorbeelden zijn communicatiediensten verrijkt met video’s, directe routeassistentie en achtergrondinformatie diensten, op afstand toegankelijke zakelijke informatie, maar ook verrijking van onderwijskundig aanbod (zowel op afstand beschikbaar zijn als verrijking met multimedia content).
DE MENS CENTRAAL De toekomstige informatie- en communicatiediensten zijn toegesneden op de behoeften en
MANAGEMENT & INFORMATIE 2002/2
Figuur 2. De individuele communicatieruimte (WWRF 2001; Popescu et al, 2002) omstandigheden van een individuele eindgebruiker. Gebruikers hebben een gelimiteerde communicatieruimte: ik ken niet iedereen, ik ben niet in alles geïnteresseerd, ik bezit niet alle communicatieapparaten. Kortom op een gegeven moment heb ik mijn eigen communicatieruimte waarin ik de voor mij interessante objecten en interacties uitkies met de mij daartoe ter beschikking staande middelen (terminals, netwerk abonnementen, etc.). Eindgebruikers willen communiceren met de omgeving waarin zij zich bevinden. Figuur 2 illustreert dat een eindgebruiker interacties kan aangaan met objecten in zijn communicatieruimte binnen een bepaalde context. Hiermee worden issues uit zijn dagelijkse leven opgelost (praten met en ontmoeten van mensen, eten kopen en bereiden voor een maaltijd, geld en bankzaken beheren, etc.). De context en de gerelateerde objecten bepalen samen de communicatiecocon van de gebruiker. De causale verbanden en interactie tussen de objecten vormt de context van de gebruiker. De context kan dus gezien worden als een soort universum van communicatie en conversatie.
PERSONALISATIE
Informatie- en communicatie systemen zullen kennis moeten hebben van de interesses, behoeften, voorkeuren van de potentiële gebruiker en van zijn context om gepersonaliseerde diensten te leveren. Gepersonaliseerde diensten zijn toegesneden op, en geoptimaliseerd voor de gebruiker in zijn momentele communicatieruimte. Personalisatie voorziet in het modelle-
49
ren van elk individu door het vastleggen van gebruikersvoorkeuren, zijn locatie en omgeving, zijn netwerk en terminaleigenschappen in een zogeheten informatieruimte. De mechanismen om mobiele diensten zo optimaal mogelijk van personalisatie gebruik te laten maken zijn onderwerp van onderzoek bij alle gerenommeerde onderzoeksinstellingen en bedrijven die actief zijn op dit gebied.
Het gebruik van contextuele informatie is belangrijk in een steeds veranderende mobiele omgeving Personalisatie is momenteel een van de belangrijke trends in onze huidige informatie en communicatie maatschappij, zowel bij mobiele diensten als bij diensten over vaste verbindingen. Boekverkoop via internet was een van de eerste voorbeelden waar het koop- en interessegedrag van gebruikers werd bijgehouden en vergeleken met dat van andere gebruikers, waarmee ook suggesties voor andere interessante boeken gedaan konden worden. Personalisatie wordt gezien als een van de belangrijke sleutelbegrippen die het succes of falen van een mobiele dienst bepaalt. Het belangrijkste doel van gepersonaliseerde diensten is om het gebruik van deze diensten simpel en plezierig te maken, en uit de overvloed aan beschikbare informatie alleen de bij die persoon gewenste en passende informatie te selecteren. Een hieraan gerelateerd commercieel doel is de waargenomen waarde van aangeboden diensten te verhogen.
CONTEXT AWARENESS
Een gepersonaliseerde dienst is afgestemd op de gebruiker (actor), objecten in zijn communicatieruimte (inclusief andere personen), en zijn context. Dit alles op een bepaald moment in tijd. Dit is echter geen statische situatie. De mobiele gebruiker verandert zijn locatie, hij kan in het bereik van een ander netwerk komen (bijvoorbeeld buiten een GPRS-netwerk tot zijn beschikking hebben, en binnen in zijn werkomge-
50
ving een draadloos LAN5), etc. De geleverde dienst moet, zonder tussenkomst van de gebruiker en zonder dat deze het merkt, aangepast worden op de verandering van de situationele omgeving. Typisch voor mobiele diensten is het voorbeeld van verandering van netwerk door het verplaatsen van de mobiele gebruiker. We spreken dan over roaming. De aanpassing aan de veranderende situatie dient optimaal in realtime te gebeuren. De dienst dient zich dus dynamisch aan te passen. Adaptatie zal niet alleen reactief maar ook pro-actief moeten zijn (denk bijvoorbeeld aan een mobiele terminal waarvan de batterij binnenkort leeg zal raken). Het kunnen onderscheiden of gebruikersgedrag voorspelbaar is of niet wordt daarmee belangrijk. Mensen zijn prima in staat om situationele informatie te gebruiken en te interpreteren. Wanneer twee personen met elkaar in discussie zijn dan zullen zij automatisch en moeiteloos zowel non-verbaal gedrag (lichaamstaal) als verbaal gedrag (spraak) van elkaar oppikken, om vervolgens adequaat op elkaar te reageren. Computers daarentegen zijn hier niet erg goed in. Zij kunnen alleen overweg met expliciet aangeleverde informatie, duidelijk geparametriseerde variabelen. Een computationele oplossing voor het ogenschijnlijke eenvoudig menselijk interpretatiegedrag is daarom een belangrijk onderwerp voor onderzoek. Het dynamisch aanpassen op de veranderende context van de menselijke gebruiker dient immers bij voorkeur met zo min mogelijk menselijke tussenkomst te gebeuren, liefst door machines en technische mechanismen en methodieken. Elke keer als mijn situatie zich wijzigt, wil ik niet allerlei vragen hoeven te beantwoorden. Hetzelfde geldt overigens voor het aanvangsmoment van een aan mij geleverde dienst. Ook dan wil ik minimaal gegevens hoeven te verstrekken. De dienst moet dus vanuit gebruikersvriendelijkheid zogenaamd context aware zijn. We spreken over het context aware zijn van een dienst wanneer de dienst gebruik maakt van de voorhanden zijnde gegevens uit de context van de gebruiker. Dit hangt dus zeer nauw samen met personalisatie. Door een automatische adaptatie van de dienst wordt de consument of zakelijk gebruiker niet meer lastig gevallen met technische beperkingen en onvolmaaktheden maar wordt voorzien van een optimale gebruikerser-
MANAGEMENT & INFORMATIE 2002/2
GEPERSONALISEERDE DIENSTEN
varing waardoor hij de dienst voor hem als toevoegend in waarde zal ervaren.
RELEVANTE INFORMATIE Voor personalisatie kan veel informatie relevant zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Identiteit, spatiële informatie (locatie, oriëntatie, snelheid, acceleratie), temporele informatie (tijdstip van de dag, datum, seizoen), omgevingsinformatie (temperatuur, luchtkwaliteit, licht en geluidsniveau), sociale situaties (met wie ben je, welke personen zijn in de buurt), voorzieningen (toegang tot apparaten, netwerk, bandbreedte, display, batterij), fysiologische indicatoren (bloeddruk, hartslag, spieractiviteit), activiteit (praten, lezen, lopen, rennen), agenda’s, de rollen, actoren en relaties in de waardeketen waarmee de gebruiker te maken heeft, zijn eerdere handelen (usage history). De complexiteit van het correct interpreteren van contextindicatoren blijkt uit simpele voorbeelden: Een systeem kan vrij eenvoudig bepalen dat een gebruiker zich in het buitenland bevindt, maar kan niet ‘weten’ of dit een recreatief of zakelijk bezoek betreft. Het leveren van onjuiste informatie kan het gevolg zijn wat weer resulteert in onjuist gepersonaliseerde diensten en ontevreden gebruikers. Extraheren van additionele informatie is dus noodzakelijk. Bijvoorbeeld uit een bezoek aan een conferentie over locatiegebonden diensten zal het systeem moeten afleiden dat de eindgebruiker interesse heeft in dergelijke informatieonderwerpen. Het is evenwel mogelijk dat de eindgebruiker waarbij het systeem zojuist het interesse profiel heeft vastgesteld de metgezel(in) is van de geïnteresseerde partner en zelf totaal geen belangstelling heeft voor alles wat met locatie gebonden diensten te maken heeft. Het vaststellen van de gebruikers huidige activiteit en complexe sociale context is hierbij noodzakelijk maar niet eenvoudig. Systemen dienen in staat te zijn om kennis te gebruiken over de fysieke, sociale en mogelijk ook de emotionele toestand van de eindgebruiker. Er vindt momenteel onderzoek plaats naar computationele perceptietechnieken
MANAGEMENT & INFORMATIE 2002/2
om gezicht en gelaatsuitdrukkingen gepaard te laten gaan met een voorgedefinieerde uitdrukking, die de emotionele staat van de gebruiker beschrijven (lachen, fronzen, verbazing, verontwaardiging, etc). Ook huidig onderzoek naar bio-elektrische signalen en de koppeling naar emotie- en cognitietheorieën zijn hierbij relevant. Informatie- en communicatiediensten kunnen worden aangeboden passend bij de context. Bijvoorbeeld waar is de dichtstbijzijnde bank, museum of hotel. Diensten kunnen ook automatisch worden aangeleverd gegeven de context. Bijvoorbeeld, bij het binnenlopen van een kantoorruimte worden uw belangrijke e-mails op de dichtstbijzijnde PC getoond.
ONDERZOEKSVRAGEN De voorgaande paragrafen maken duidelijk dat het automatisch aanpassen van mobiele diensten en applicaties op veranderende omstandigheden als noodzakelijk beschouwd kan worden voor potentieel succesvolle diensten. De sleutelbegrippen heten in dit onderzoeksveld personalisatie en context awareness. Rondom deze onderwerpen dient er conceptueel nog veel opgelost te worden alvorens er sprake is van succesvolle toepassing in mobiele diensten die door de massa van de gebruikers als toevoegend in waarde beschouwd worden. In deze paragraaf daarom een verzameling van onderzoeksvragen die momenteel spelen. Het gebruik van contextuele informatie is met name belangrijk in een steeds veranderende mobiele omgeving. De (technische) uitdagingen zijn daar ook het grootst. Onderzoeksissues zijn te groeperen rondom: – Het verzamelen en opslaan van contextinformatie. Op te lossen onderzoeksvragen zijn bijvoorbeeld: Hoe verkrijg je contextindicatoren. Hoe sla je ze op in een uitwisselbaar en uitbreidbaar formaat. Waar sla je ze op (netwerk, terminal, verspreid over meerdere landen). Hoe ga je om met gedistribueerde opslag. Hoe update je ze. Hoe kan je ze opvragen. Hoe corrigeer je door anderen ingevoerde contextindicatoren.
51
Hoe ga je om met het nooit volledig zijn van je informatie (ervan uitgaande dat deze informatie opgeslagen wordt in zogeheten profielen: hoe ga je om met onvolledige profieldata). Welke sensoren zijn beschikbaar om relevante informatie te geven (van positie sensoren tot aan camera’s). – Het correct interpreteren van de contextinformatie en het verkrijgen van de meest optimale combinatie van contextindicatoren. Bijvoorbeeld: Welke contextuele informatie is relevant voor een gegeven situatie. Hoe zijn contextindicatoren te gebruiken in relatie tot de perceptie van de gebruiker (hoe geef je het juiste gewicht aan de diverse indicatoren). Hoe interpreteer je de (door sensoren geleverde) informatie op een correcte manier. Hoe combineer je op een zinvolle (en betaalbare) manier locatie-informatie vanuit diverse wide area en short-range technologieën, zowel buiten als in gebouwen. – Het uitwisselen van context informatie: Welke technische mogelijkheden (protocollen, standaarden wereldwijd, ontologieën6, encryptietechnieken) zijn er om een dienst (dit kan informatie, content en communicatie betreffen) dynamisch aan te passen aan de relevante veranderingen in de context en om contextindicatoren uit te wisselen. Hoe kennen alle componenten van een systeem dezelfde betekenis toe aan de opgeslagen informatie, met andere woorden hoe verkrijg je een gelijke semantische interpretatie bij wisselende datastructuren (hiertoe heb je ontologieën nodig). – Issues rondom privacygevoelige informatie: Hoe bescherm je privacygevoelige informatie. Hoe krijg je voldoende vertrouwen zodat de gebruiker bereid is om persoonlijke informatie beschikbaar te stellen (aan derden, aan diensten, ...). Welke stakeholders hebben welke rechten met betrekking tot de persoonlijke informatie (lezen, gebruiken, verhandelen, ...). Welke privacywetten gelden voor een mobiele dienst die aan een gebruiker geleverd wordt die zich in Nederland bevindt, inwoner is van een niet-EU land, maar waarvan de inhoud direct vanuit de V.S. komt. Om de volgende generatie mobiele diensten te realiseren waarbij die door de gebruiker gezien worden als diensten met een meerwaarde, zullen al deze onderzoeksissues opgelost moe-
52
ten worden. De vragen geven dan ook input voor benodigde onderzoeksonderwerpen rondom het verkrijgen, toepassen, beheren, opslaan, interpreteren, uitwisselen en beschermen van contextuele informatie.
VOORBEELDEN VAN CONTEXT AWARENESS DIENSTEN In het nu volgende overzicht worden een 6tal typen applicaties beschreven waarbij context awareness een essentieel onderdeel vormt (Brown et al. 2000). – Proactieve applicaties nemen kennis van de gebruikerscontext en komen op het relevante moment in actie door de gebruiker te voorzien van informatie die alleen zinvol is in bepaalde omstandigheden. Bijvoorbeeld, persoon X is ook op deze conferentie aanwezig: spreek hem eens aan om te praten over jullie gemeenschappelijke interesses. De applicatie kan ook uitzoeken welke eerdere contexten passen bij de huidige context waarin de gebruiker zich nu bevindt. Bijvoorbeeld, de laatste keer dat u van dit apparaat gebruik maakte, had u deze instellingen.
Systemen moeten kennis kunnen gebruiken over de fysieke, sociale en emotionele toestand van de eindgebruiker – Streamlining interaction applicaties zijn machine-machine interacties ter ondersteuning van mens-mens interacties. Voorbeeld: u praat met persoon X over onderwerp Y en u heeft een PDA tot uw beschikking. Dit type applicatie zorgt er bijvoorbeeld voor dat u naast verbale taaluitwisseling ook documenten kunt uitwisselen. Het gaat om het gebruik maken van de contextuele mogelijkheden. Door op een ‘service’button op uw PDA te drukken krijgt u de locatie van de dichtstbijzijnde printer in beeld waar het document naar kan worden toegestuurd om geprint te worden.
MANAGEMENT & INFORMATIE 2002/2
GEPERSONALISEERDE DIENSTEN
– Herinnering aan het verleden. Bij dit type van applicaties denken we aan de context van gebeurtenissen, bijvoorbeeld tijdens een vergadering op het werk. De gehele context wordt door sensoren opgeslagen: de vergaderzaal, de aanwezigen, de getoonde presentaties, het weer, de gemaakte notities, etc. Deze contextuele informatie wordt vervolgens gebruikt om de gebeurtenis weer ‘op te halen’ uit ons geheugen. Een gebruiker kan bijvoorbeeld zeggen: ‘Zoek me de presentaties van de vergadering van vorig jaar. Ik weet nog dat het regende en dat Jan en Piet beide aanwezig waren’. – Herinnering aan de toekomst. Bij dit type applicatie is er een van tevoren gedefinieerde context nodig. Voorbeelden zijn: wanneer ik X ontmoet, vertel hem Y of wanneer ik in winkel A ben koop dan product B. Dit type applicatie lijkt enigszins op het eerste type (proactieve filtering) maar onderscheidt zich door de context die vereist is om de applicatie adequaat te laten reageren. – Er zijn ook applicaties die zich richten op het optimaliseren van gedragspatronen. De contextuele informatie wordt voor een deel automatisch opgeslagen via sensoren (locatie informatie, tijd en temperatuur, etc) en voor een gedeelte door de gebruiker. Dit type applicatie gaat verder dan het analyseren van het gebruikersgedrag. Een voorbeeld is: ‘U neemt doorgaans eerst tram 12 en stapt vervolgens over op tram 7. Wist u dat tram 14 u zonder overstappen naar de plaats van bestemming kan vervoeren?’ of ‘Gaat u nu naar expositiezaal X, het is dichtbij en vrij rustig’. – Ook zijn er applicaties die gericht zijn op het genereren van gemeenschappelijke ervaringen door en voor verschillende gebruikers. Bijvoorbeeld, neem nu het ‘clicken’ door een serie van URL’s op het World Wide Web om een productbestelling te doen. Het opslaan van deze contextuele informatie – de serie URL’s – kan uitgewisseld worden met een andere gebruiker of gebruikers. Uiteraard speelt bij dit type van applicaties waarbij contextuele informatie dient te worden uitgewisseld standaardisatie een belangrijke rol. Zeker als het gaat om de representatie van contextuele informatie.
MANAGEMENT & INFORMATIE 2002/2
DE REALITEIT VAN VANDAAG De huidige mobiele diensten zijn bij lange na nog niet context aware. De meeste context aware mobiele diensten zijn beperkt tot locatie-informatie (locatiegebonden diensten). Daarin zijn de volgende categorieën te onderscheiden (Wapworld forum): – Locatiegebonden pull diensten. In deze categorie vallen verkeersinformatie en routebeschrijvingsdiensten. De huidige navigatiesystemen zijn meestal gebaseerd op GPS7 en houden geen rekening met actuele verkeers- en weersinformatie (bijvoorbeeld een brug op de route kan afgesloten zijn voor verkeer door zware windstoten). UMTS zal de mogelijkheden hiertoe sterk verruimen. Ook vragen als ‘wat is de kortste weg naar...’ of ‘geef mij alle Chinese restaurants binnen en straal van 400 meter’ kunnen beantwoord worden. Ook applicaties voor de toeristenmarkt, zoals een persoonlijke stadsgids in de eigen taal worden mogelijk. – Locatiegebonden push diensten. De introductie van locatiegebonden diensten zal ook voor adverteerders een scala aan nieuwe mogelijkheden bieden. Voorbeelden zijn: aanbiedingen aan weggebruikers van naburige restaurants (nu extra airmiles!), of via een koppeling met de informatie van de benzinemeter en het rijgedrag (veel acceleratie, laat schakelen), het eerstvolgende of nog uiterst te bereiken benzinetankstation. Dit soort push-diensten kan ook de vorm hebben van locatie gebonden tarieven (gereduceerde tarieven als je vanuit een bepaalde locatie belt). – Mobiele hulpdiensten. In deze categorie horen bijvoorbeeld het 112 alarmnummer en de wegenwacht. Het direct bekend zijn van de locatie van de beller bespoedigt het snel ter plekke zijn van de hulpdiensten. In de V.S. is plaatsbepaling (binnen een straal van 125 meter) binnen mobiele netwerken voor dit gebruik in 1996 bij de wet vastgelegd. – Tracing en tracking diensten. In deze categorie vallen diensten die betrekking hebben op het bewaken en traceren van objecten en personen. Dit kan de vorm hebben van een bewakingssysteem van een gebouw, mobiele detentie van gevangenen, fleet management van transportbedrijven of leasing firma’s of zogenaamde buddy lists waarbij je kunt zien of iemand uit je vrien-
53
denkring in de buurt is om een biertje te gaan drinken. Ofschoon de meerderheid van de huidige mobiele applicaties niet of nauwelijks locatie- en tijdinformatie gebruiken (bijvoorbeeld, e-mail) tekenen de eerste ontwikkelingen zich af. De migratie naar locatiespecifieke diensten (locatiegebonden push diensten) en naar tijdkritische diensten (911 in de V.S.) resulteren in tracing en tracking diensten waarbij tijd en locatie worden gekoppeld.
van Middleware en toekomstige mobiele diensten. De term Middleware duidt hierbij op de categorie gedistribueerde, applicatie-onafhankelijke componenten en diensten, waarmee het mogelijk is om aanzienlijk sneller, flexibeler en eenvoudiger geavanceerde eindgebruikerapplicaties te realiseren.
Noten 1. IP = Internet Protocol; dit is het belangrijkste protocol uit de Internet-wereld 2. GPRS = General Packet Radio Service 3. EDGE = Enhanced Data rate for Global Evolution 4. UMTS = Universal Mobile Telecommunications System 5. LAN = Local Area Network; WLAN = Wireless Local Area Network
CONCLUSIES
6. Een ontologie definieert de semantiek van begrippen in een dynamisch veranderende structuur, waardoor aan zowel waarden als structuren die in een profiel zijn opgeslagen dezelfde betekenis
Toekomstige mobiele diensten (zowel informatie, content als communicatiediensten) maken gebruik van verschillende, ontbundelde netwerken. Toegang is gebaseerd op zogenoemde IP-connectiviteit en sluit aan op verschillende technologieën en verschillende administratieve domeinen (onzichtbaar voor de gebruiker). Om mobiele diensten potentieel succesvol te maken is het een vereiste dat ze zijn toegesneden op de wensen, voorkeuren en behoeftes van individuele gebruikers en op de veranderende omgevingsfactoren. Personalisatie en context awareness zijn hierbij van doorslaggevende betekenis. Dienstaanbieders maken gebruik van geavanceerde serviceplatformen die gegevens leveren die nodig zijn voor personalisatie, zoals locatie, eigenschappen van de terminal maar ook bijvoorbeeld gebruikersinformatie voor accounting en billing. De succesvolle dienst zal zich verder dynamisch moeten aanpassen op de veranderende situatie van de mobiele gebruiker. Deze adaptatie zal zoveel mogelijk zonder tussenkomst van de gebruiker moeten plaatsvinden. Uiteindelijk bepaalt de eindgebruiker of een dienst voor hem een toegevoegde waarde heeft. Een mens-gecentreerde benadering van de onderzoeksvraagstukken van de (volgende generatie) mobiele diensten is daarmee gerechtvaardigd.
wordt toegekend door alle componenten van een systeem. 7. GPS = Global Positioning System 8. www.telin.nl/
Literatuurlijst Peter Brown, Winslow Burleson, Mik Lamming, Odd-Wiking Rahlff, Guy Romano, Jean Scholz, and Dave Snowdon (2000). Context-awareness: some compelling applications. www.dcs.ex.ac.uk/~pjbrown/papers/acm.html Radu Popescu Zeletin, Stefan Abanowski, Ioannis Fikouras, Giovanni Gasbarrone, Marting Gebler, Sanneck Henning, Herma van Kranenburg, Hans Portschy, Erwin Postmann, Kimmo Raatikainen (2002). ‘Service architectures for the wireless world’, submitted to IEEE Communication Magazine. Scenarios for Ambient Intelligence in 2010, visiedocument van de IST Advisory Group (ISTAG), Seville, februari 2001. www.cordis.lu/ist/istag.htm Vrijband: een breedbandvisie voor Nederland, een gezamenlijke publicatie van het Ministerie van Economische Zaken, de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven, de Universiteit Twente, het Telematica Instituut en Stratix Consulting Group, Den Haag, augustus 2001. Wapworld. www.wapworld.nl/UMTS/umts_locatie_diensten.htm WWRF, Wireless World Research Forum (2001). Book of Visions
Over de auteurs
2001. Version 1.0 [www.wireless-world-research.org/]
De auteurs zijn als wetenschappelijk onderzoekers verbonden aan het Telematica Instituut8 en betrokken bij projecten op het gebied
54
MANAGEMENT & INFORMATIE 2002/2