Georgië 7-20 sept. 2013 Over Kaukasische ‘specialiteiten’ en het roofvogelspektakel aan de Zwarte Zee
Afgelopen september vertrokken wij voor de tweede keer naar Georgië, de voormalige Sovjet republiek aan de Zwarte Zee. Elk najaar trekken over de heuvels bij badplaats Batumi honderdduizenden roofvogels door op weg naar hun winterkwartieren in Afrika. De Batumi Raptor Count, een vrijwilligersorganisatie die in 2008 is opgezet door enkele jonge Vlaamse vogelaars, telt elk najaar van eind augustus tot half oktober de aantallen die hier passeren. De BRC zorgt niet alleen goed voor haar eigen vrijwilligers, maar biedt ook ‘homestays’ aan voor ecotoeristen die het trekspektakel graag willen aanschouwen, zonder zelf aan de telinspanningen te hoeven deelnemen (voor meer info: www.batumiraptorcount.org). Naast de roofvogeltrek bij Batumi is met name de Hoge Kaukasus voor vogelaars interessant. Hier komen enkele endemen voor die elders niet of nauwelijks te zien zijn. Het gaat om Kaukasisch Korhoen, Kaukasisch Berghoen en Grote Roodmus. Ook de zeldzame Witkruinroodstaart komt hier voor, een echte bergsoort die in de Kaukasus z’n meest westelijke verspreiding kent. Georgië is daarom de laatste jaren tot een populaire reisbestemming onder vogelaars uitgegroeid.
Ons reisschema: 7 sept: aankomst op luchthaven van Tbilisi; transfer naar Stephantsminda (Kazbegi). 8 sept: vogelen in Kazbegi en omgeving, Devdoraki vallei en Russische grens 9 sept: de bergen in…..vogelen op 2900-3000 m. 10 sept: ‘s ochtends Devdoraki vallei, ‘s middags vallei bij Sno 11 sept: transfer naar Akhaltsikhe, in namiddag vogels kijken in de heuvels vlakbij de stad. 12 sept: naar de Zekari pas 13 sept: transfer naar Vardzia, vogelen in de omgeving 14 sept: vogelen op de bergsteppen van Javakheti, bezoek aan meren 15 sept: transfer naar Batumi via de Goderdzi pas 16-20 sept: Saghalvasho, roofvogeltrek; Chorokhi delta. 20 sept: in namiddag vlucht Batumi-Istanbul-Amsterdam
7-10 september: de Hoge Kaukasus Op zes september vliegen wij ‘s nachts vanaf Schiphol naar Tbilisi, waar wij halverwege de ochtend arriveren en worden opgewacht door onze gids Levan. Over de Georgische Militaire Weg, een historische route dwars door de Kaukasus naar Rusland, rijden wij naar Stephantsminda, onze eerste uitvalsbasis aan de voet van Mount Kazbek (5047m.). Vanuit onze hotelkamer hebben we een prachtig uitzicht op deze berg, die we deels zullen moeten beklimmen om de ‘specialiteiten’ te kunnen zien! In de eerste twee dagen vogelen we echter vooral in de valleien ten noorden en ten zuiden van het dorp. En er is genoeg te zien: Vale Gieren & Lammergieren die langs de kliffen scheren, Roodvoorhoofdkanaries die op de grond hun kostje bij elkaar scharrelen, Kaukasische Tjiftjaf & Groene Fitis in de bosjes langs de rivier, doortrekkende Tapuiten, Paapjes, Ortolanen, etc.. En ‘overal’ het geluid van overvliegende Bijeneters, die tegen een strakblauwe lucht af en toe maar moeilijk te ontdekken zijn. … Spectaculair is ook de roofvogeltrek over de bergpassen, die ’s ochtend vroeg (rond 08.00u.) al begint met Steppekiekendieven en Bruine Kiekendieven en later wordt gevolgd door grote groepen Zwarte Wouwen, afgewisseld met Steppebuizerd, Wespendief, Dwergarend en zelfs enkele Steppearenden. ’s Ochtends vroeg wandelen we vanuit ons ‘hotel’, het Alpine Ecology Institute, nog voor zonsopkomst richting een dichtbijgelegen berghelling om met de telescoop het Kaukasisch Korhoen proberen te ontdekken. We hebben geluk: om 07.30u. komen enkele mannetjes uit hun schuilplaats tevoorschijn en laten zich, hoewel op flinke afstand, goed bekijken.
Op maandag 9 september trekken we de bergen in. We klimmen met de auto naar de beroemde Gergeti Trinity Church op 2170m. hoogte, maar hierna is het te voet verder naar ruim 2900m.. Op deze hoogte moeten we het Kaukasisch Berghoen, Witkruinroodstaart en Grote Roodmus zien te ontdekken. Het weer zit echter niet zo mee als de eerste twee dagen; de zon heeft plaatsgemaakt voor laaghangende bewolking en er is neerslag voorspeld. We zijn vroeg vertrokken uit ons hotel en tijdens de autorit naar boven horen en zien we Kaukasische Tjiftjaffen en een Groene Fitis in de bosjes langs de weg. Om 07.15u beginnen we aan onze klim. Na een uurtje zijn we al op 2500m. en zien we de eerste Steppekiekendieven ( 2m.+ 1 vr.) & Bruine Kiekendieven al weer overtrekken. Ook drie Lammergieren laten zich goed zien, evenals Vale Gier, Torenvalk en Waterpiepers. Bij een plateau met dwergrhodondendron vliegen opeens 5 Kaukasische Korhoenders vlak over onze hoofden heen! Na twee uur en twintig minuten zijn we bij een kapelletje gearriveerd en zitten nu op 2900m. hoogte. Het is bewolkt en er staat een flinke wind.
Uitzicht op de Gergeti Trinity Church (2170 m.) aan het begin van onze klim.
We zoeken de puinhellingen met de telescoop af op zoek naar de berghoenders en hebben zowaar kortstondig 7 vliegende beesten in beeld, maar eenmaal geland gaan ze op in het grijze landschap en kunnen we ze niet meer terugvinden. ..Shit! We lopen verder en krijgen een eerste hagelbui over ons heen. Dat voorspelt niet veel goeds. Onze gids wordt lichtelijk nerveus en loopt een paar honderd meter voor ons uit. Met moeite kunnen we een paar Zwarte Roodstaarten en Tapuiten ontdekken, nou niet echt de soorten waar we onze kliminspanning voor hebben verricht…
We steken een bergriviertje over en zitten inmiddels op 3000 meter. Bij een kampement van bergwandelaars scharrelen halftamme Alpenheggenmussen rond, die zich tegoed doen aan de achtergelaten broodkruimels. Ons hoogste punt bereiken we op 3044 meter; we zitten dan nog een flink eind van de gletsjer (4000m.), maar het weer nodigt niet uit en we willen nog een keer terug om de berghoenders te proberen…. Van kortbij zien we een Wezel tussen en onder de rotsblokken en spleten jagen. Dan worden we koortsig gewenkt door onze gids en we hollen naar hem toe. Hij heeft een mannetje Witkruinroodstaart ontdekt! Zodra we hem bereiken lijkt het beestje gevlogen, maar na ca. tien ongeduldige minuten herontdekken we hem van dichtbij op een rots. Het is een prachtig beestje en een echte topwaarneming! Levan wil ons ook nog de berghoenders laten zien en hij tuurt een uur lang door de telescoop naar de puinhelling, zonder succes….. Dan horen we opeens de karakteristieke “Wulp”roep komend vanaf een helling ernaast. Ik neem de telescoop weer over en heb binnen 5 minuten succes: 6 Kaukasische Berghoenders lopen op de berghelling naar boven en poseren mooi op de toprichel. Een zojuist gearriveerde groep van de BRC profiteert mooi nog even mee van deze gelukstreffer!
Vogelen op 3000 meter hoogte met een mannetje Witkruinroodstaart als beloning!
Voldaan lopen we de berg af. Onderweg zien we nog een fraai mannetje Kaukasisch Korhoen op een rots zitten en twee Kortteenleeuweriken in het hoge gras. In Gergeti zit een juveniele Scharrelaar in een boom. Om 18.00u zijn we terug in het hotel, waar we er een extra biertje op pakken! Ook dag vier besteden we nog in de omgeving van Stephantsminda. We kijken eerst in de bosjes langs de weg naar het dorp. Hier staan veel duindoornstruiken (Hippophae) die met name ‘s winters
erg in trek zijn bij o.a. Grote Roodmus en Witkruinroodstaart. Maar nu is het nog te vroeg in het jaar en we zien weinig bijzonders. Wel vinden we een dode kat langs de weg, niet ver van de rivier; Levan determineert deze als Moeraskat (Felix chaus), die( volgens Wikipedia) in de Kaukasus vooral op lagere hoogte wordt aangetroffen. Een bijzondere vondst! Voor een foto zie www.observado.org Hierna doen we Devdoraki Lake aan, vlak bij de Russische grens. Bij het meer pleisteren vier Purperreigers en in de vallei zitten twee onvolwassen Steenarenden op een rots. Roodvoorhoofdkanaries fladderen rond en onder de trekkers bevinden zich Witte Kwik, Gele Kwik, Waterpieper, Ortolaan, Tapuit, Paap, e.d.. Verschillende Vale Gieren en 3 Lammergieren cirkelen boven de vallei. De roofvogeltrek boven de vallei is spectaculair met in twee uur tijd drie soorten kiekendieven (Grauwe, Steppe- en Bruine), 500+ Zwarte Wouwen, diverse groepen Balkansperwer, 10-tallen Steppebuizerd, enkele Wespendieven, 3 Dwergarenden (lichte fase), 20 Schreeuwarenden, 10 Steppearenden en een Zwarte Ooievaar.
Devdoraki valley: speuren naar roofvogels in een erg fraaie omgeving!
’s Middags vogelen we in de vallei bij Sno. Langs de rivier zitten verschillende Waterspreeuwen en bij de forellenfarm hebben we onze eerste variegatus Roodborsttapuit. Op een grazig stuk vinden we 5 Kortteenleeuweriken en op een telegraafpaal een juveniele Scharrelaar. Het aantal vogels is verder beperkt, maar het fraaie landschap vergoedt veel. In het hotel pakken we onze koffer. Morgenvroeg vertrekken we naar Akhaltsikhe in centraalGeorgië.
11-12 sept.: Akhaltsikhe & Zekari pas Woensdag 11 september tegen het begin van de middag komen we vanuit Kazbegi aan bij ons hotel in Akhaltsikhe, waar we de lunch gebruiken. In de namiddag besluiten we te gaan vogelen in de heuvels bij de stad. Het is warm en zonnig weer en we genieten een wijds uitzicht. We ontdekken 3 adulte Aasgieren, 2 Schreeuwarenden, een Slangenarend, een lichte fase Dwergarend, een 10-tal Steppebuizerd, een Arendbuizerd, mannetje Balkansperwer en een vrouw Bruine Kiek. Er trekken tientallen Boerenzwaluwen door, een groep van ca. 50 Bijeneters en zelfs 6 Groene Bijeneters! Raven, Grauwe Gorzen, Grauwe Klauwier en Rotszwaluwen houden zich ter plaatse op. Een Vos jaagt door het terrein. Op 12 september vertrekken we naar de Zekari pas in de Lage Kaukasus, een gekende plek voor het Kaspisch Berghoen. Deze pas ligt op 2200m. hoogte en is slechts te bereiken via een hobbelig bergpad door het Borjomi-Kharagauli Nationaal Park. Als we door het bos omhoogrijden wordt onze Toyota RAV4 flink op de proef gesteld. We horen en zien o.a. overvliegende Kruisbekken en Zwarte mezen en een territoriale Turkse Boomklever reageert op het afgespeelde geluid van onze gids. Als we na twee uur klimmen de boomgrens zijn gepasseerd worden we beloond met een bijzonder fraai uitzicht op de Hoge Kaukasus.
Zekari pas (2200m) met een prachtig uitzicht op de Hoge Kaukasus.
Door de pas trekken Wespendieven, 2 adulte mannetjes Steppekiekendief, Bruine Kiekendief, Steppebuizerd en Dwergarend. Omdat we onderweg een kleine schade aan de auto hebben opgelopen wil onze gids snel weer naar beneden, maar niet voordat we het Kaspisch Berghoen hebben gezien, natuurlijk! En we hebben geluk: op een rotsrichel kunnen we twee exemplaren van deze fraaie soort goed door de telescoop waarnemen. Missie geslaagd!
De terugtocht naar het dal verloopt voorspoedig en aan het begin van de middag zijn we weer in Akhaltsikhe, waar onze gids een garage opzoekt. Wij bezoeken het centrum. In de namiddag gaan we opnieuw in de heuvels bij de stad vogels kijken, maar hebben nu wat minder succes dan de dag ervoor. Wel zien we opnieuw Aasgier (nu een onvolwassen ex.), lichte en donkere fase Dwergarend, Gele Kwikken, Duinpieper en opnieuw kleine groepjes overtrekkende Bijeneters.
Eén van de twee Kaspische Berghoenders die we zagen op de Zekari pas.
13-14 sept.: Vardzia kloof en Javakheti Op vrijdagochtend 13 sept. vertrekken we richting Vardzia waar we al rond negenen arriveren bij Valodia’s Cottage. Dit verblijf ligt vlak langs de rivier en de eigenaar wijst ons op de overvloedige bloementuin met gerbera’s uit Holland. Het is een prachtige plek met een rustieke uitstraling. Na het achterlaten van onze bagage trekken we vlug de heuvels in. Hadden we onderweg al uitbundig roepende Rotsklevers; hier zien we ze overal. In de struikjes op de berghelling zitten Tuinfluiters, Zwartkoppen en Braamsluipers. Ook (Oostelijke) Blonde Tapuit, een familie Grijze Gors, een juv. Blauwe Rotslijster, Tapuit en Roodborsttapuit (nominaat) laten zich zien. Een Roodkeelpieper en de gebruikelijke Bijeneters vliegen over. De gewenste Grote Rotsklever, die hier enkele malen eerder is waargenomen laat het helaas afweten. Enkele Steppebuizerden, Zwarte Wouwen en Bruine Kiekendieven trekken over de bergen naar het zuiden. Een subadulte Steenarend en een mannetje Balkansperwer jagen boven een kloof. In de middaghitte (30 C) lunchen we lekker bij de rivier tussen Waterspreeuw, Witte Kwikken en Kaukasische Tjiftjaf. In de bloementuin vliegen Keizersmantel, Kardinaalsmantel, Kommavlinder (bij ons toch een heidesoort?) en een nader/niet te determineren Blauwtje rond. Daarna natuurlijk het verplichte ‘culturele’ bezoek aan de grotten van Vardzia; een monnikencomplex dat in de 12de eeuw n.Chr. uit de rotsen is gehakt op last van Koningin Tamar van Georgië.
Het is de meest oostelijk gelegen Christelijke nederzetting uit die tijd en hield stand tot het in 1551 door de Perziërs werd veroverd. De Rotszwaluwen vliegen hier voor onze neus langs.
Zicht op de Mtkvari rivier vanaf de grotten van Vardzia.
In de namiddag rijden we nog even de bergen in voorbij Valodia’s Cottage, maar verder dan een paartje Steenarend, ad. Havik en 4 Raven komen we niet. Rond de schemer komen enkele Pipistrellus spec. uit de rotsspleten tevoorschijn. Zaterdag 14 sept. vertrekken we bijtijds naar de bergmeren en steppen van Javakheti. Het Javakheti bergplateau ligt op 2000 mtr. hoogte en herbergt enkele grote meren langs de grens met Turkije en Armenië, die rijk zijn aan watervogels. Zo kan men er in de broedtijd twee soorten pelikanen aantreffen en zijn de daken in de dorpen zijn allemaal bezet met ooievaarsnesten. In de trektijd kan men er veel roofvogels aantreffen. Wij rijden vanuit Vardzia via Akhalkalaki naar Ninotsminda (65 km.), vanwaar we doorrijden naar de Georgisch-Armeense grens. Langs de weg zitten veel roofvogels, met name Steppebuizerd en Arendbuizerd. Een mannetje Steppekiekendief jaagt boven de akkers. Ongeveer 8 kilometer na Ninotsminda bij een wegwijzer richting Spasovka trapt onze gids met alle kracht op de rem. Hij heeft een lichte roofvogel op de electriciteitskabel gezien…. Het is een Grijze Wouw! Paniek in de auto: waar is mijn fototoestel..? Levan schreeuwt: Wat is dit? (dat weet ie natuurlijk wel, maar hij wil bevestiging). Ik kan niet zo vlug op de Engelse naam komen, dus roep: ‘Elanio azul’. Dat zou heel aardig geweest zijn als we in Spanje waren, maar nu schept het alleen
maar meer verwarring. Gelukkig houdt de vogel het hoofd wél koel en blijft netjes zitten, tot wij alle foto’s (enkele 10-tallen) genomen hebben. Levan belt uitgelaten vrienden en collega’s op en verneemt dat wij de eerste Grijze Wouw voor Georgië hebben gezien! Maar wij vragen ons af: waar komt dit beest vandaan…. Afrika, Midden-Oosteni?
Primeur voor Georgië: Grijze Wouw en wel van de oostelijke ondersoort ‘vociferus’ (Levan Ninua).
i
Een week later is de vogel inmiddels door verschillende groepen gezien. Op 20 sept. wordt de vogel door een Nederlandse groep o.l.v. Giorgi Darchiashvili geidentificeerd als een Oostelijke Grijze Wouw (ondersoort vociferus), op grond van de grijze armpennen op de ondervleugel (die bij de nominaat caeruleus wit zijn). Verschillende foto’s worden gepubliceerd op www.observado.org. Deze ondersoort schijnt sinds 2011 met enkele paren in Israël te broeden. Navraag bij roofvogelexpert Dick Forsman leert dat het een eerstekalenderjaar vogel is, gebaseerd op enkele -nog niet geruide- juveniele handpennen en handpendekveren met lichte toppen. Hieraan kan worden toegevoegd dat ook de oranjerode kleur van de iris (fel dieprood bij adulte vogels) wijst op een eerste kj.. Grijze Wouwen kennen gewoonlijk een complete postjuveniele rui, die ervoor zorgt dat 1e kj. vogels al vrij snel een ‘volwassen’ uiterlijk krijgen. In Israël zijn de eerste jonge vogels begin mei al vliegvlug (Internet blog Yoav Perlman).
Opgewonden door deze vondst rijden we door naar Madatapa Lake op de grens met Armenië. Hier zien we 3 onvolwassen Witvleugelsterns, kleine groepjes Zwarte Ruiter (3,8), Kemphanen (8,18) en Kieviten (20+). Op het meer hebben we Pijlstaarten, Slobeenden, Krakeenden, Wilde Eenden, Meerkoeten, etc.. Op de oevers foerageert een Grote Zilverreiger en een Blauwe Reiger. Arendbuizerd, Steppebuizerd, Bruine Kiekendief en Schreeuwarend vormen de verzameling van roofpieten. Als we weer terugrijden richting Ninotsminda stoppen we bij een bos niet ver van de weg. Ondanks de middaghitte vinden we hier veel Kleine Vliegenvangers, Kaukasische Tjiftjaffen, Putters, Kneu, Tapuit en een onvolwassen Steppearend. Bijeneters vliegen over onze hoofden. We lunchen in de schaduw.
Het prachtige landschap van het Javakheti bergplateau, bij Sameba (P. v.Ommen)
Onze volgende stop zijn de oevers van het Khanchali Meer. Het waterpeil is hier erg laag en meer dan de helft van het meer staat droog. We parkeren op veilige afstand en lopen richting de oever. Hier zien we twee adulte en een juveniele Kraanvogel, die volgens Levan tot een eigen Kaukasische ondersoort behoren en te herkennen zijn aan het ontbreken van het gebruikelijke rood op het achterhoofd. We zijn echter te ver verwijderd en de lucht trilt teveel van de warmte om dit kenmerk (van de lokale broedvogels) te kunnen vaststellen. Ook aanwezig zijn enkele tientallen Ooievaars, 50+ Blauwe Reigers, 20+ Kemphanen, 3 Kleine Zilverreigers, Grote Zilverreiger en diverse eenden en meerkoeten op het water. Een moerasstern vliegt te ver voor een sluitende determinatie.
Later op de middag weten we Levan, met enige moeite, over te halen nog één keer terug te rijden naar Madatapa Lake, waar we ons een slaapplaats van Steppekiekendieven herinneren van vorig jaar. We posteren ons aan de rand van Sameba en lopen een stukje het moeras in. Twintig Watersnippen vliegen voor onze neus op en redden zo hun vege lijf als tien minuten later een groepje jagers langswandelt. Op de akkers zitten verspreid Steppebuizerden en Arendbuizerden. Verschillende Steppekiekendieven (6-10 ex., waarvan min. 2 adulte mannetjes) en 1 mannetje Grauwe Kiekendief vliegen en jagen hier rond, maar we kunnen helaas niet tot donker blijven. Een uurtje later begrijpen we waarom….Op de terugweg lopen overal koeien op de weg die in het donker pas laat in de koplampen van de auto worden opgemerkt. En met alle haarspeldbochten in het parcours zijn we blij als we rond acht uur ’s avonds weer veilig ons verblijf in Vardzia hebben bereikt. 15 september: naar Batumi via de Goderdzi pas We nemen afscheid van Valodia en vertrekken om 08.30u. richting Batumi. Via de Goderdzi pas (2030mtr) is dit een 250 kilometer lange rit. Onderweg houden we de vaart erin, maar zien nog Bonte Kraaien, Raven, een Koekoek, Putters en Roodvoorhoofdkanaries op de pas. We genieten van het fraaie landschap van de Lage Kaukasus.
Goderdzi pass, Lesser Caucasus (2000m.) 15-9-2013
Om 14.00 u. arriveren we in Saghalvasho-Batumi met bewolkt en regenachtig weer. We laten onze bagage achter op ons logeeradres en wandelen de berg op naar de telpost.
Hoewel het weer er niet beter op wordt is er nog steeds enige trek van Wespendief, Zwarte Wouw, Dwergarend, Bijeneter, etc.. We zien ook nog een Boomvalk, twee Gierzwaluwen en een Bosruiter voorbijvliegen. Om 15.00u. nemen we afscheid van Levan, die terug naar zijn gezin in Tbilisi reist. Om 16.30u. besluiten we naar ons gasthuis terug te keren om onze spullen uit te pakken. 16-20 september: Saghalvasho, roofvogelspektakel & Chorokhi delta Maandagochtend zijn we om 08.40u. op het eerste plateau van de berg met fraai uitzicht naar het noorden. Hoewel het officiële telpunt wat hoger op de berg ligt, besluiten we hier te blijven. En we hebben goede trek! Volgens de tellingen passeren vandaag meer dan 3000 Wespendieven, bijna 1000 Zwarte Wouwen, ca. 500 Steppebuizerden en meer dan 400 Dwergarenden (www.trektellen.nl)! Krenten in de pap zijn onder meer Aasgier, verschillende Visarenden, een onvolwassen Zeearend, 20+ Balkansperwers, Roodpootvalk, Kleine Torenvalk en drie Aziatische Wespendieven. Helaas missen wij de laatste soort…. toevallig een tukkie gedaan op het verkeerde moment? We verlaten onze post om 15.30u. en brengen een bezoek aan Batumi.
Uitzicht vanaf het ‘eerste’ plateau in Saghalvasho (P.v.Ommen)
Dinsdag 17 september is een warme en benauwde dag. De trek valt na 14.00u.grotendeels stil. Meest opvallend is de trek van bijna 3000 Zwarte Wouwen, maar ook Wespendief (1020), Bruine Kiekendief (119), Steppebuizerd (101) en Dwergarend (100) zijn goed vertegenwoordigd. Verschillende Steppekiekendieven, Schreeuwarenden, Zwarte Ooievaars, Balkansperwers en een onvolwassen Steppearend laten zich goed zien. Ook een vrij groot aantal Scharrelaars (81) passeert de heuvels. In totaal worden vier Aziatische Wespendieven gezien, de meeste op grote afstand. Om 14.30u. gaan we weer naar Batumi.
een groepje Wespendieven boven de telpost (Huub Don)
passerende juveniele Zwarte Wouw (Huub Don)
Roofvogeljacht is nog een algemene praktijk in de heuvels rond Batumi: deze kerel heeft zojuist achter ons een wespendief uit de lucht geschoten. (P.v. Ommen)
Woendagochtend 18 september vertrekken we om 08.00u. richting Chorokhi delta met een lokale gids. Chorokhi delta is ‘beroemd’ om zijn oostelijke steltlopers die hier doortrekken, zoals Terekruiter en Breedbekstrandloper. Maar ook zeldzaamheden als Steppevorkstaartplevier, Steppekievit en Witstaartkievit zijn hier vastgesteld. In de delta tref je allerlei soorten biotopen aan van droog struikgewas tot natte graslanden, riviermonding met slikbanken tot zeekust met schelpenstrand. Het gebied is echter ook populair bij jagers, wat de vogelrijkdom natuurlijk geen goed doet. Onze ‘vogellijst’ hier omvat: Grote Zilverreiger (1), Kleine Zilverreiger (2), Ralreiger (4), Blauwe reiger, Purperreiger (1 juv.), IJsvogel, Steppe/Grauwe Kiekendief (1), Bruine Kiekendief (1), Steppebuizerd, Sperwer, Bonte Kraai, Kievit, Bosruiter, Kemphaan, Bontbekplevier, Kleine Plevier, Kleine Strandloper, Drieteenstrandloper (1 wk), Bonte Strandloper, Duinpieper (3), Gele & Witte Kwikstaarten. Aan het strand vliegen 12 Grote Sterns, enkele Dwergmeeuwen en enkele Kuifaalscholvers. De middag spenderen we in de stad.
Batumi met zijn ‘modernistische’ architectuur (P. v. Ommen)
Donderdag 18 september: deze ochtend gaan we helemaal naar boven naar het officiële telstation. Het is zonnig en warm en de trek valt een beetje tegen, hoewel de aantallen in de middag weer oplopen. Ruim 1200 Zwarte Wouwen worden geteld, samen met bijna 200 Wespendieven, 100+ Bruine kiekendieven, 100 Steppebuizerden en 50+ Dwergarenden. Verschillende Steppekiekendieven worden goed gezien en vooral de vrouwtjes/onvolwassen exemplaren leveren leerzame discussiestof op. Een Aasgier, verschillende Boomvalken, Sperwers, Schreeuwarenden, Torenvalk, Zwarte Ooievaars en Bijeneters completeren een verder rustige ochtend. Een claim van een Izabeltapuit ter plaatse wordt snel ontkracht en blijkt een gewone Tapuit. Tientallen gewone dolfijnen zwemmen in zee voor de kust en zijn door de telescoop goed te zien. Onze laatste ochtend spenderen we weer op het telstation van Saghalvasho. Voor 25 euro retour kun je je ook naar het tweede station Shuamta wat verder in het binnenland laten brengen. Dit kan vooral voor de trek van grote arenden gunstig zijn, zoals wij in 2012 ondervonden. Maar omdat wij ‘s middags het vliegtuig moeten halen, laten we Shuamta dit jaar zitten. Helaas is ook deze morgen de trek maar mager. Zwarte wouwen zijn opnieuw het meest algemeen, gevolgd door Wespendief en Bruine Kiekendief. Verschillende Dwergarenden en enkele Schreeuwarenden passeren. Een groep van 14 Zwarte Ooievaars passeren de vallei. Maar nu is er ook tijd voor een praatje met de tellers of andere bezoekers van de post of een kleine inspectie van de aanwezige nieuwe telescoopmodellen. Om 15.00u nemen we afscheid van Batumi en ons gastgezin en vertrekken naar de luchthaven. We kijken terug op een succesvolle trip!
Eén van de favoriete vogeltjes van onze trip: Roodvoorhoofdkanaries, Devdoraki Valley 10-9-2013 (Huub Don)
Dankwoord: Onze speciale dank gaat uit naar onze gids Levan Ninua van Ecotours Georgië die zich grote inspanning getroostte om ons alle bijzondere soorten te laten zien.
Nov, 2013
Huub Don & Pauline van Ommen Oude Bogerd 17, Breda 076-5650092 Info: h.j.donATtele2.nl