Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid
G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen 070 - 376 57 79 telefoon
[email protected] e-mail
0 bijlage(n) AP/12.00535 briefnummer G1.03 zaaknummer 9 augustus 2012 datum
Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid van dinsdag 26-6- 2012, in de Sophie zaal van het CAOP, Lange Voorhout 13, Den Haag. Aanvang: 15.00 uur, einde: 18.00 uur.
Aanwezig: Van de zijde van Defensie: J.P. de Jong (voorzitter), E.H. Dekker, A.W. Spieseke, I. van Zijdenveld, J. van de Ruit (t.a.v. agendapunt 4). Van de zijde van de Centrales: J.H. van Hulsen (AC), mevr. M. Manschot, R. Schilperoort (ACOP), L.C. van der Hulst (CCOOP), R.E.W. Pieters (CMHF). Van de zijde van het secretariaat: G.A. van Herpen-Bartlema (CAOP).
Agenda: 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. Vaststelling van het verslag van de vergadering van de werkgroep AP van 29 mei 2012 (AP/12.00373). 3. Berekening deeltijdwerk (tool) (AP/12.00400). 4.
a) Arbocatalogus dieselmotorenemissie (DME) (AP/12.00274 en -320). b) Instellen technische werkgroep arbeidsomstandigheden en veiligheid (AP/12.00395).
5. Niveau medezeggenschapsoverleg (AP/11.00525 en AP/12.00227). 6. Besteding Staalgelden (AP/12.00355). 7. Openstaande punten vacaturebank (AP/12.00405). 8. Overgang defensiepersoneel van ADD naar ADR (AP/12.00068 en -327). 9. Mobiliteit burgerpersoneel (AP/11.00429; AP/12.00141 en -420). 10. Klachtenregeling gedragingen defensiepersoneel (AP/12.00404). 11. Numerus fixus (AP/12.00416). 12. Rondvraag en sluiting.
Agendapunt 1: Opening, mededelingen en vaststelling agenda. Opening De voorzitter opent de vergadering om 15.00 uur. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Mededelingen Regeling faciliteiten Turkse dienstplicht defensieambtenaren (RFTDD) 1 N.a.v. het besprokene in het SOD van 15 mei 2012 , deelt de voorzitter mee dat de minister voornemens is 2 een brief te schrijven aan de Tweede Kamer m.b.t. de motie Hernandez van 13 december 2011. Opleidingen veiligheid en vakmanschap De voorzitter deelt mee dat Defensie voornemens is om studenten uit met name de technische richtingen van de opleidingen veiligheid en vakmanschap, na afronding van hun mbo opleiding een tegemoetkoming te geven in de opleidingskosten van €1000 netto wanneer zij daadwerkelijk in dienst treden bij defensie. E.e.a. ter verbetering van de wervingsresultaten voor technische functies. De heer Van Hulsen onderkent het belang van het werven van technisch personeel voor de defensieorganisatie, maar heeft moeite met de introductie van een nieuwe toelage (of toelage met een nieuwe inhoud). Spreker heeft geen bezwaar tegen een aanstellingspremie voor een aantal specifieke categorieën, maar vindt het onjuist te spreken van een compensatie ter grootte van € 1000 van de opleidingskosten. Hij vindt het beter als het bestaande instrumentarium van de aanstellingspremie wordt gebruikt. De voorzitter neemt hiervan nota. Overigens ziet het voornemen alleen op technisch personeel dat een bepaalde kennis met zich brengt. Dat geldt ook voor burgerpersoneel. Inzet NL Militairen in Syrië (AP/12.00421) N.a.v. de brief van de CCOOP over de inzet in het kader van VN activiteiten, deelt de voorzitter mee dat de VN geen gebruik zal maken van Nederlandse inzet. Op basis daarvan is de gereedstellingsopdracht op 6 juni 2012 ingetrokken. Defensie zal een brief hierover toesturen (pm). Mochten zaken anders lopen, dan komt Defensie hierop vanzelfsprekend terug in overleg.
Agendapunt 2: Verslag vergadering 29 mei 2012 (AP/12.00373) Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. N.a.v. blz. 6, agpt. 4: desgevraagd door de heer Schilperoort antwoordt de voorzitter dat hij vanochtend een (piep)brief heeft ondertekend t.b.v. de werkgroep AP (AP/12.00456) waarin wordt bevestigd dat de uitzendleeftijd KMar per 1 mei 2013 wordt verhoogd naar 55 jaar maar dat deze verhoging niet geldt voor personen die op die datum 53 jaar of ouder zijn. Actiepuntenlijst 1. Strafvordering in uitzendgebieden. Aanhouden (pm). De problematiek ligt voor bij deskundigen van de CCOOP. 2. Defensie Conditieproef. Aanhouden (pm). Na 6 juli a.s. kan een conceptregeling worden toegezonden t.b.v. bespreking in het AP van augustus a.s. De heer Van Hulsen vindt het wat te snel om nu al over een 1 2
verslag, SOD/12.00356, agpt. 4 Kamerstuk 33 000-X, nr. 55
2/13
conceptregeling te spreken. Spreker kan zich niet herinneren dat er over dit onderwerp al in den brede is gesproken. Wel is afgesproken dat de pilot zou worden geëvalueerd. De voorzitter laat weten dat afgesproken was om de evaluatie van de pilot te bespreken. Aan de hand daarvan is men intern gaan nadenken over de maatregelen die daarbij passen. De strekking van het voorstel is om een grote mate van differentiatie, onduidelijkheid, grote verschillen tussen operationele commando’s zoveel mogelijk terug te dringen. 3. Mobiliteit Burgerpersoneel. Is geagendeerd voor heden. 4. Uitkomsten rapport Cie. Staal. Is geagendeerd voor heden. 5. Startdocument Pilot Loopbaanbeleid bij de KMar. Aanhouden (pm). Het evaluatierapport wordt toegestuurd en vervolgens geagendeerd voor het overleg van augustus 2012. 6. Bevorderingsprotocollen CZSK. Aanhouden (pm). Op 5 juli a.s. wordt in het IO REO CZSK gesproken over de precieze duiding van de vraag, maar dit betekent niet dat het overleg daarover daar ook wordt gevoerd. De voorzitter kan dan ook geen antwoord geven op de vraag van de heer Pieters of het CZSK de oude bevorderingsprotocollen toepast. 7. FLO-leeftijd. Schrappen. De voorzitter deelt mee dat de centrales een kopie wordt toegestuurd over de uitleg van de commandantenbrief. 8. Veteranennota 2010/11. Schrappen. Veteranennota 2012/ Evaluatierapport Trimbos. Aanhouden. De brief van CCOOP (AP/12.00381) wordt geagendeerd voor de werkgroep AP van 28 augustus 2012 (pm). 9. Accreditatie NLDA opleidingen. Schrappen. 10. Uitzendleeftijd KMar. Schrappen. 11. Aanwijzing SG inzake extern optreden. Aanhouden (pm). Aangepaste door SG getekende aanwijzing wordt binnenkort aan centrales toegestuurd. 12. Openstellingstijden DCHR. Schrappen. Via de nieuwsbrief van DCIOD en P&O flash zijn de medewerkers geïnformeerd over de terugbelregeling. De desbetreffende informatie wordt de centrales toegestuurd. Op voorstel van de heer Van Hulsen wordt deze informatie voortaan ook verstrekt aan medewerkers die naar de West wórden uitgezonden. Met het oog op aanstaande verhuizingen van en naar de West, verzoekt de heer Van der Hulst om spoedige agendering van zijn brief aan de werkgroep AFR m.b.t. bevoorschotting verhuiskostenvergoeding. De voorzitter zegt dat toe. 13. Examen middelbaar onderwijs kinderen Ned. Defensiepersoneel in de West. Aanhouden (pm). 14. Herziene CLAS-nota P-maatregelen 2012 e.v. Met het oog op de invoeringsdatum 1 januari 2013 zal de communicatie hierover binnen het CLAS na de zomer plaatshebben. De gewijzigde nota wordt ter informatie z.s.m. aan de centrales toegezonden, aldus de voorzitter. (pm). 15. Functiewaarderingsrapportage. Aanhouden (pm). De voorzitter streeft naar agendering voor de werkgroep AP van 28 augustus 2012. 16. Handleiding Rechtspositionele maatregelen. Schrappen. 17. E- portfolio. Aanhouden (pm).De voorzitter bericht dat de evaluatie hiervan bij de defensieonderdelen leidt tot het voorstel het gebruik van het E-portfolio onder de aandacht te brengen van belanghebbenden in combinatie met de start per 1 oktober 2012 van de bemiddelingsorganisatie. Nadere informatie aan de centrales volgt. 18. Digitale verzending. Aanhouden (pm). 19. Knelpuntcategorieën. Schrappen. Afgesproken is dat nieuwe categorieën in de werkgroep AP aan de orde worden gesteld. Probleem bij de Infanterieschool is opgelost. 20. Verbetermaatregelen Vacaturebank. Is heden geagendeerd. 21. Schietincidenten e.d. Schrappen. Dit komt aan de orde in de werkgroep Arbeidsomstandigheden. 22. Aanbesteding ondersteunende organisatie m.b.t. uitplaatsen van personeel. Schrappen. Op voorstel van de voorzitter wordt voor de werkgroep AP een demonstratie georganiseerd van het werkproces bij USG Restart rond de start op 1 oktober 2012 (pm). 23. Vergaderen tijdens zomerreces. Schrappen. 24. Uitvoering SBK Afspraken. Aanhouden (pm) 3/13
- Loket: De voorzitter stelt voor het hoofd van het Reorganisatie Ondersteuningsteam Defensie (ROND) hierover te benaderen. - CLAS-nota van 24 april 2012. De voorzitter deelt mee dat een Uitvoeringsrichtlijn voor de bedrijfsvoering SBK is opgesteld voor alle defensieonderdelen. Die richtlijn komt in de plaats van alle andere bedrijfsvoeringsrichtlijnen. De richtlijn wordt de centrales ter informatie toegestuurd. 24 Planvullingslijnen DCHR. Aanhouden (pm). Noot secretariaat: nummering zal in de nieuwe actiepuntenlijst worden gecorrigeerd. 25. Horizontale instroom militaire functies. Aanhouden (pm). Informatie over de visie van defensie wordt de centrales binnenkort toegezonden. 26. Verwijsbeleid militaire gezondheidszorg. Aanhouden (pm).De voorzitter deelt mee dat er een “algemene verwijskaart” komt voor het bezoek aan een contracttandarts zodat een verwijskaart voor elk afzonderlijk bezoek achterwege kan blijven. De heer Van der Hulst licht toe dat Univé i.t.t. de afspraken als uitvoeringsorganisatie zelfstandig besloot om van SZVK-deelnemers geld terug te verhalen omdat zij niet voldeden aan het verwijsbeleid. Maar er is in overleg besloten dat verhaal alleen kan plaatshebben als daarover afspraken tot stand komen tussen defensie en de centrales. De voorzitter zal het eventuele schadeverhaal door Univé nagaan en komt hierop terug. 27. Gehoorschade. Aanhouden (pm). De werkgroep wordt nu ingesteld met deelnemers van de defensieonderdelen en de centrales en zal na de zomer haar werkzaamheden starten. Ook komt er een medische werkgroep, de resultaten daarvan zullen t.z.t. in de Arbocatalogus komen. 28. Discussiepunten Arbeidsvoorwaardenakkoord. Schrappen. De resterende punten worden besproken in de werkgroep AFR.
Agendapunt 3: Berekening deeltijdwerk (tool) (AP/12.00400). De voorzitter geeft desgevraagd aan dat de realisering van de berekeningstool op schema ligt. Momenteel is via internet de algemene tool te gebruiken.
Agendapunt 4a: Arbocatalogus dieselmotorenemissie (DME) (AP/12.00274 en -320). De voorzitter licht toe dat de arbocatalogus is besproken in de TWAV. De heer Van Hulsen merkt op dat de arbocatalogus weliswaar is besproken in de TWAV, maar vastgesteld dient te worden in formeel overleg. Dat geldt temeer daar in deze arbocatalogus een nieuwe norm wordt geïntroduceerd; Na het schrijven van de AC-brief is er een WHO-rapport verschenen over dieselmotorenemissie. Daaruit blijken sterke vermoedens over toxische (ook kankerverwekkende) risico’s. Dat leidt tot de volgende vragen: 1) wat zijn hiervan de gevolgen van de nieuwe defensienorm? 2) in hoeverre is de altijd aanwezige achtergrondemissiewaarde meegenomen in de nieuwe norm? De heer Van de Ruit antwoordt dat de nieuwe bedrijfsnorm 8 microgram elementair koolstof per kubieke meter is, inclusief de achtergrondconcentratie. Dat geldt ook ten aanzien van de norm voor schepen die op een latere datum wordt ingevoerd. Het behalen van de norm op het helikopterdek van LCF’n vergt een investering van € 4 miljoen. Er worden nu testen uitgevoerd. Indien deze effectief blijken, wordt elk jaar een van de vier desbetreffende schepen tijdens onderhoud voorzien van een installatie. In 2016 is de nieuwe norm dan ook op de schepen een feit.
4/13
In de arbocatalogus wordt ingegaan op de kankerverwekkende eigenschappen van de dieselmotorenemissie. De recent gepubliceerde documenten leiden niet tot andere conclusies op dit punt en evenmin tot een andere urgentie. De heer Van der Hulst vraagt hoe men tot de norm is gekomen. De heer Van de Ruit antwoordt dat metingen zijn uitgevoerd om te zien welk niveau voor defensie nu haalbaar is. De bedrijfsnorm is op 8 microgram gesteld maar het streven is in beginsel 0 microgram (hetgeen onhaalbaar is gezien de achtergrondconcentratie). De verbodswaarde is nu 50 microgram, de BOVAG gaat van momenteel 10 microgram naar 7 microgram. De resultaten bij defensie zullen geëvalueerd worden. Zowel de werkgever als de centrales zullen periodiek moeten bekijken of de norm naar beneden toe kan worden bijgesteld. Spreker gaat kort in op de verschillende opties die de arbocatalogus biedt om resultaat te boeken. Refererend aan zijn eerdere e-mail, vraagt de heer Schilperoort of het correct is dat er continu wordt geëvalueerd en dat daar niet tot 2014 mee wordt gewacht zoals in het rapport staat. Volgens de heer Van de Ruit moet in 2014, 100% zijn geëvalueerd. Dit betekent echter niet dat nieuwe ontwikkelingen niet kunnen leiden tot herziening. De heer Van Hulsen vindt dat zowel Defensie als de centrales gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor zowel de norm als deze arbocatalogus. Daar er ook een bepaalde gelaagdheid moet zijn, vindt spreker dat de afdoening van dit stuk derhalve niet moet worden overgelaten aan de TWAV. De heer Schilperoort vraagt of de testen die uitgevoerd worden met betrekking tot de LCF’n de enige maatregelen zijn die worden genomen om te bezien of de norm kan worden verlaagd. Volgens de heer Van de Ruit is er veel op schepen gemeten en zijn hierover diverse rapporten geschreven. Gezien de goede eerste resultaten van deze test is ook gekozen voor 2016 als ingangsdatum. Volgens spreker zou het personeel in het ergste geval wellicht een volgelaatsmasker moeten dragen. De heer Schilperoort verzoekt de arbocatalogus Agressie en Geweld meer onder de aandacht te brengen van het personeel, nu dit nog veel onbekendheid geniet. Volgens de heer Van de Ruit zijn zowel de arbocatalogus DME als de arbocatalogus Agressie en Geweld nog concepten. Nadat een concept is vastgelegd in de TWAV en behandeld in de WG AP, wordt het informeel aangeboden aan de arbeidsinspectie. Pas als er goedkeuring is ontvangen, wordt het stuk aangeboden voor ondertekening en gepubliceerd. Er is inmiddels goedkeuring van de Inspectie SZW ontvangen voor de arbocatalogus Agressie en Geweld en deze zal nu officieel worden afgebakend. Spreker vertelt dat het stuk een goede beoordeling heeft gekregen en nu zelfs als voorbeeld wordt gebruikt. De voorzitter concludeert het volgende: - De arbocatalogus DME is met deze discussie behandeld in de WG AP en deze zal na ontvangst van goedkeuring van de Inspectie SZW, formeel worden vastgesteld. - In ogenschouw moet worden gehouden dat deze arbocatalogus de huidige stand der techniek weergeeft. Nu normen zich kunnen ontwikkelen, kan dit onderwerp opnieuw worden geagendeerd als hiertoe aanleiding is. - Inhoudelijke vragen zijn beantwoord, waarbij is geconstateerd dat de communicatie richting het personeel nog enige aandacht behoeft. Mogelijke oplossingen zijn het uitbrengen van een algemene folder of het geven van voorlichting.
5/13
Agendapunt 4b: Instellen technische werkgroep arbeidsomstandigheden en veiligheid (AP/12.00395). De voorzitter memoreert dat de CCOOP in een brief heeft verzocht om formele instelling van de TWAV. De heer Van der Hulst legt uit dat de TWAM, de voorloper van de TWAV, was geformaliseerd op grond van een instellingsbeschikking. Onderwerpen die gerelateerd zijn aan arbeidsomstandigheden en veiligheid horen in principe thuis in de CMC, maar nu er toch behoefte is om in de WG AP hierover te spreken moet de TWAV volgens spreker ook worden geformaliseerd. De heer Van Hulsen vindt dat het merendeel van de onderwerpen die te maken hebben met arbeidsomstandigheden, veiligheid en milieu op het terrein van de medezeggenschap liggen. Bepaalde weten regelgeving kennen echter een expliciete rol toe aan de Sociale Partners. In casu is het SOD het bevoegd gezag inzake de arbocatalogi. Spreker wil de rol van de Sociale Partners dan ook beperken tot de uit wet- en regelgeving voortvloeiende mate. De voorzitter concludeert dat het een goede gedachte is om de TWAV een formele status te geven. Spreker zegt toe een instellingsbeschikking aan te leveren, waarin tevens de reikwijdte van deze technische werkgroep is bepaald (pm). De heer Van de Ruit zou graag duidelijk willen hebben welke onderwerpen in de WG AP worden behandeld en welke in de TWAV, zodat dezelfde discussie niet in beide fora behoeft te worden gevoerd. De heer Van der Hulst legt uit dat het TWAV werkt als zijnde een voorportaal van de WG AP. Stukken waarover in de TWAV overeenstemming is bereikt, kunnen als hamerstuk worden geagendeerd voor de WG AP. Spreker wijst erop dat wanneer de TWAV niet wordt geformaliseerd, alle onderwerp formeel moeten worden besproken in de WG AP. De voorzitter vat samen dat eventuele onderwerpen die in de WG AP moeten worden besproken, door de TWAV worden aangeboden. Overige onderwerpen zullen echter zoveel mogelijk door de TWAV worden afgehandeld. Desgevraagd door mevrouw Manschot, antwoordt de voorzitter dat de bezetting zal worden vastgesteld wanneer er een instellingsbeschikking is. Spreker neemt aan dat er momenteel geen aanleiding is om de huidige bezetting te wijzigen.
Agendapunt 5: Niveau medezeggenschapsoverleg (AP/11.00525 en AP/12.00227). Na een korte toelichting door de heer Schilperoort, geeft de voorzitter aan dat de volgende thema’s moeten worden onderscheiden: 1. verantwoordelijkheid van en aansprakelijkheid voor veiligheid en daaraan gerelateerd de arbeidsomstandigheden en –veiligheid; 2. de zwaarte van medezeggenschap. Ten aanzien van veiligheid, weet spreker dat er in het verleden sprake was van een ‘doorgezakt mandaat’. Gezien hun plek in de organisatie, kunnen veel verantwoordelijke functionarissen nu eenmaal niet overal overzicht op hebben en daardoor konden zij ook geen leiderschap tonen. Dit was voor defensie aanleiding om de verantwoordelijkheid op een bepaald/hoger niveau te stimuleren, maar het was niet de bedoeling om de invloed van de medezeggenschap te verminderen. Volgens spreker staat dit echter los van de constatering dat medezeggenschap thuishoort op het laagst mogelijke niveau, waar personeel direct het belang van medezeggenschap ervaart. Tegelijkertijd moeten zeggenschap en medezeggenschap volgens spreker zoveel mogelijk bij elkaar liggen. 6/13
Binnen defensie is een ontwikkeling gaande ten aanzien van het beleggen van verantwoordelijkheden op andere niveaus en het is goed dat dit door de medezeggenschap gevolgd wordt en er dus op andere niveaus ook medezeggenschap is. Dit betekent volgens spreker echter niet dat alles naar het hoogste niveau moet worden getild. Hiermee wordt het onaantrekkelijk om de bedrijfsvoering normaal te laten functioneren en mist de medezeggenschap ook zijn rol. De heer Schilperoort constateert dat er een neiging is om lastige zaken naar een hoger niveau te verplaatsen. Ten aanzien van het onderwerp veiligheid gaat het volgens de voorzitter niet om het wegnemen van bevoegdheden van betrokken commandanten. De verantwoordelijkheid voor veiligheid weegt zwaar, want er zijn grote risico’s. De verantwoordelijkheid hiervoor mag volgens spreker dus niet te versnipperd in de organisatie worden aangetroffen. Voorkomen moet worden dat functionarissen op hoger niveau het overzicht verliezen. Spreker herhaalt dat dit los staat van de constatering dat het zwaartepunt van medezeggenschap thuishoort op het laagste niveau in de organisatie. De opmerkingen van de ACOP zal spreker ter harte nemen. Spreker memoreert dat door de minister is aangegeven dat de basismedezeggenschapsorganen in hun waarde worden gelaten. De heer Van Hulsen wijst erop dat uit het BMD voortvloeit dat de medezeggenschap op het laagst mogelijke niveau behoort te worden belegd. Wanneer een commandant niet bevoegd is ten aanzien van een bepaald onderwerp, blijft hij overlegpartner van de betrokken MC ook wanneer hij eerst terug moet naar degene die wel bevoegd is. De voorzitter vindt dit een goede aanvulling. Volgens spreker gaat het BMD er niet vanuit dat de zeggenschap en medezeggenschap altijd bij elkaar moeten zijn. Wel moet de positie van de medezeggenschap dusdanig zijn georganiseerd dat zijn inbreng in een zo vroeg mogelijk stadium bij de besluitvorming kan worden betrokken. Dit kan op verschillende manieren. De beste manier is dat de bevoegde functionaris in direct contact staat met de medezeggenschap. Een andere manier is dat aan de gesprekspartner van de medezeggenschap de opdracht kan worden gegeven om de bevoegde functionaris in te lichten. Volgens spreker zou dit laatste zo mogelijk moeten worden voorkomen. In reactie op de opmerking van de voorzitter dat bepaalde onderwerpen zowel in de CMC als in de basis-MC kunnen worden besproken, merkt de heer Van Hulsen op dat dit, gezien de breedte van het onderwerp, ook geldt voor ‘veiligheid’. Spreker vindt dan ook dat de CMC zich juist moet bezighouden met de algemene veiligheid. Meer specifieke onderwerpen die gerelateerd zijn aan de veiligheid, horen volgens spreker op het lage niveau thuis. Spreker geeft het voorbeeld van een defecte deurdranger, wat een ook belemmering kan zijn voor de veiligheid. Hij neemt aan dat de betrokken commandant in dat geval wel weet hoe dit kan worden verholpen. De heer Schilperoort vult aan dat deze commandant hiervoor ook de middelen zou moet hebben en dat soortgelijke dingen niet naar een hoger niveau moeten worden getild. De voorzitter antwoordt dat commandanten in deze gevallen ook procedures kunnen starten die leiden tot toewijzing van de benodigde middelen. Afrondend zegt de voorzitter de opmerkingen van de centrales mee te zullen nemen. Spreker vindt dat op het gebied van veiligheid, de verantwoordelijkheid eenduidiger moet worden belegd. De heer Van Hulsen oppert om dit ook in het scholingstraject mee te nemen. De voorzitter vindt dit een goede suggestie. Dit zou kunnen helpen met de gewenning aan een gelaagde medezeggenschap.
7/13
De heer Schilperoort refereert aan de voorlaatste alinea van zijn brief en benadrukt dat een advies van een foutief medezeggenschapsorgaan niet mag leiden tot onomkeerbare besluiten. De voorzitter concludeert dat het BMD moet worden toegepast.
Agendapunt 6: Besteding Staalgelden (AP/12.00355). De voorzitter memoreert dat de centrales geïnformeerd wilden worden over de besteding van de Staalgelden en de doorgevoerde versoberingmaatregelen. Spreker verwijst hiervoor naar de brief van 30 mei jl. Volgens hem zal vanaf 2012 het budget structureel 10 miljoen euro per jaar bedragen. De heer Schilperoort wijst er op dat het overzicht geen beeld geeft van specifieke uitgaven. De voorzitter vindt dat dit een thema is dat in de medezeggenschap kan worden besproken. Desgevraagd door de heer Van Hulsen, beaamt de voorzitter dat over de besteding van de Staalgelden door het desbetreffende krijgsmachtdeel, moet worden overlegd door het DMC, de operationeel commandant en de HDE. Spreker wijst erop dat er in het begrotingsproces bij de toedeling van de Staalgelden rekening wordt gehouden met ingebrachte behoeftestelling van de defensieonderdelen. De invulling en realisatie blijven echter de verantwoordelijkheid van het hoofd van dat defensieonderdeel.
Agendapunt 7: Openstaande punten vacaturebank (AP/12.00405). De voorzitter memoreert dat de discussie onder andere ging over de zogenoemde labeling. Hieraan is verbreding gegeven door dit vooral te richten op de O-kant in plaats van op de P-kant. Volgens spreker heeft dit consequenties, omdat labeling aan de O-kant macro kan worden bewaakt. Doordat niet meer één op één wordt gekoppeld aan de P-kant, kan als dat nodig is van zogenaamde trekkingsrechten worden afgeweken. Beheerders moeten zich nu op de O-kant richten om hun trekkingsrecht gerealiseerd te krijgen. De heer Schilperoort vindt dat hetgeen staat onder punt 3e afwijkt van de gemaakte afspraken, nu daaruit blijkt dat er bij selectie alleen wordt gekeken naar geschikte kandidaten uit het desbetreffende OPCO. Volgens spreker is echter afgesproken dat in eerste instantie naar alle kandidaten wordt gekeken. Pas als blijkt dat de meeste geschikte kandidaat niet uit dat OPCO komt, moet worden bezien of deze persoon van pak moet wisselen of dat er aan de O-zijde moet worden geruild. De voorzitter antwoordt dat hierover intern discussie heeft plaatsgevonden. Met name bij de paarse onderdelen bestaat echter de behoefte om gedurende de reorganisaties enig houvast te hebben aan het quotum voor te vullen functies. Wanneer dit geheel wordt losgelaten, kunnen deze onderdelen qua functietoewijzing en planning namelijk in de knel komen. In de eerste plaats is het uitgangspunt: de juiste persoon op de juiste plaats. De planningdoelstelling moet echter wel kunnen worden gerealiseerd. Volgens de heer Van der Hulst hebben de centrales in het kader van deze reorganisatieperiode daar begrip voor. Ook omdat de numerus fixus op 1 januari 2016 in orde moet zijn. De CCOOP kan in de overgangsperiode leven met deze tekst, nu het recht om te solliciteren niet onmogelijk gemaakt wordt. Wel moet worden aangegeven dat punt 3e slechts tijdelijk is. De reorganisaties moeten in juni 2014 zijn afgerond, waarna er nog een uitloopperiode volgt uit het SBK. Na deze periode moet het reguliere proces weer worden gevolgd. De voorzitter kan zich vinden in dit voorstel. Het voorstel zou deze aanwijzing SG ertoe kunnen verplichten om die eindigheid te hebben en de centrales kunnen deze voor die tijd evalueren, zodat de stap kan worden gezet naar de definitieve gewenste eindtoestand. De heer Van der Hulst wijst erop dat de discussie die nog moet worden gevoerd over de numerus fixus, hier moet worden buitengesloten.
8/13
Op verzoek van de heer Van Hulsen volgt er een schorsing.
Na heropening stelt de voorzitter voor om onder onderdeel c, een passage op te nemen over de hekken. Bovendien wordt toegevoegd onderdeel d. waarin wordt uitgelegd wat het einddoel is (de juiste mensen op de juiste plaats, ongeacht het label). Nadat het einddoel is geformuleerd wordt een tweetal uitzonderingen opgenomen, 1) De uitzondering zoals die verwoord staat onder d. t.w. “de OPCO-labeling voor militaire functies in de formatie blijft gedurende de reorganisatieperiode bestaan; 2) De uitzondering t.a.v. de P-procedure zoals verwoord onder e) over de tijdelijkheid. Wat spreker betreft worden die tijdelijkheden voorzien van een concrete einddatum, namelijk 1 januari 2016.Tegelijkertijd wordt toegevoegd dat voor 1 januari 2015 een evaluatie beschikbaar is aan de hand waarvan zal worden bezien of er aanleiding is de beide uitzonderingen eerder in te trekken. In ieder gaval vervallen ze op 1-1-2016. Defensie is bereid de tekst in het huidige onderdeel e. naar voren te halen, maar stelt dan wel voor om het woord ´ontwikkelperspectief´te veranderen in loopbaanontwikkeling. Spreker meldt vervolgens dat de CMC van mening is dat de 9 vacatures in onderdeel g. een merkwaardige beperking opleveren. Alles afwegende is toegezegd dat deze beperking wordt ingetrokken. T.a.v. de datum van inwerkingtreding van de aanwijzing SG stelt spreker 1 augustus of 1 september 2012 voor. Aangezien spreker zich over deze voorstellen nog intern moet beraden, verzoekt hij de centrales in te stemmen met het voorstel om dit onderwerp a.s. dinsdag af te ronden en dan ook de resterende punten van de agenda te behandelen. De heer Schilperoort merkt t.a.v. vraag 2 van bijlage 2 op het antwoord onbevredigend te vinden. Volgens spreker wordt onder vacaturemanagement verstaan dat te allen tijden overleg met de MC moet worden gevoerd en dat het niet het karakter mag hebben van het voorbestemmen van functies voor personen die via het normale functietoewijzingsproces een functie krijgen toegewezen. De voorzitter deelt mee dat vacaturemanagement slaat op het niet vervullen van functies. Dit is een zaak van de medezeggenschap. Er moeten zuivere gronden zijn, en dat heeft te maken met de beschikbaarheid van middelen of het even aanhouden van functies waarvan men weet dat deze op enig moment zullen vervallen. Voorts merkt de heer Schilperoort op het met de antwoorden 3 en 4 eens te zijn, maar dat er wel twijfels zijn over de uitvoering. Sprekers´ centrale zal dit dan ook nauwlettend in de gaten houden. De heer Van Hulsen merkt op dat hij met betrekking tot de vorige editie een opmerking heeft gemaakt over de rol van de centrales bij de BCO. Spreker heeft het gevoel dat dit element met deze aanwijzing is verdwenen, maar hij wil daarover nog steeds een keer spreken. De voorzitter geeft aan dat hij hierover snel wil praten en dat hij daarom naar het voorstel inz. het URD van de centrales zal bekijken. De voorzitter concludeert als volgt: - gewijzigde tekst van de aanwijzing inz. de vacaturebank zal aan de centrales worden voorgelegd; - de overige agendapunten worden doorgeschoven naar volgende week; - toegevoegd wordt een ‘bespreekversie URD’ (pm)
9/13
Agendapunt 8: Overgang defensiepersoneel van ADD naar ADR (AP/12.00068 en -327). Agendapunt 9: Mobiliteit burgerpersoneel (AP/11.00429; AP/12.00141 en -420). Agendapunt 10: Klachtenregeling gedragingen defensiepersoneel (AP/12.00404). Agendapunt 11: Numerus fixus (AP/12.00416). Bovenstaande agendapunten worden doorgeschoven naar de volgende vergadering. Agendapunt 12: Rondvraag en sluiting. Functiegebouw Defensie. De heer Van Hulsen heeft het volgende uit de standaardisatiecommissie Rijk teruggekoppeld gekregen: ‘Het departementaal beraad van Defensie heeft besloten tot de start en de ontwikkeling en bouw van één functiegebouw Defensie met het FGR als referentiemodel. De bestuurlijke functies zijn bijna één op één over te nemen van het FGR. Operationele functies zijn vergelijkbaar met de specifieke DJI functies. Daarvoor moeten aparte profielen worden gemaakt. Grove planning: bouw ontwikkeling eind 2014 gereed. De voorbereiding (op de implementatie) 2014-2017.’ Spreker meent dat vrij heldere standpunten zijn ingenomen over het functiehuis en nu hoort hij dat in het departementaal beraad tot een implementatie is besloten. Spreker is daar niet erg blij mee. Hij verzoekt de voorzitter intern na te gaan of dit nu wel of niet in deze aard en omvang is besloten. De voorzitter laat weten dat het voornemen het functiegebouw defensie tot stand te brengen, wel kan kloppen, maar het is niet zo stellig als de heer Van Hulsen zojuist heeft geciteerd. De heer Van Hulsen meent dat hierover nu allerlei beelden gaan ontstaan en het mag niet gebeuren dat men op basis van beelden uiteindelijk in een ongewenst proces terecht komt. De voorzitter deelt mee dat wat vandaag met elkaar is gewisseld de stand van zaken is en ook het perspectief zoals het Departementaal beraad over het functiegebouw heeft gesproken. De intenties, wensen en doelstellingen zijn helder, maar de over uitkomst en de weg er naar toe worden hier afspraken gemaakt. Bevoorschotting schoolkosten. De heer Van der Hulst betoogt dat mensen die met hun gezin in het buitenland zijn geplaatst, soms meer dan zes weken moeten wachten totdat zij het voorgeschoten geld (soms € 1500) voor schoolboeken terugontvangen. De voorzitter zal bezien of er een praktische oplossing kan worden gevonden, bijvoorbeeld door mensen geld voor te schieten (pm). De heer Van der Hulst wijst er op dat in de werkgroep AFR al een probleem t.a.v. de bevoorschotting is aangekaart.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 18.00 uur.
10/13
Actiepuntenlijst behorende bij het AP-overleg d.d. 26 juni 2012: Nr Onderwerp (en evt. vindplaats) Korte omschrijving van te nemen actie
Voortgang van zaken
1.
Inzet NL Militairen in Syrië (AP/12.00421) Verslag 26-6-12 (AP/12.00535), ap.1
Brief aan centrales sturen dat militairen niet worden ingezet.
Gereedstelllings opdracht is ingetrokken
2.
Strafvordering in uitzendgebieden (SOD/09.00566/610)(AP/10.00594, /10.00608) Verslag AP 15-12-09, Ag.pt. 2 Verslag AP 13-10-10, Ag.pt. 2 Defensie Conditieproef - DCP(AP/10.00125/AP/10.00195) Verslag AP 06-04-10, Ag.pt. 6 Verslag AP 20-04-10, Ag.pt. 2 Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Verslag AP 06-03-12, Ag.pt.2 Verslag 26-6-12 (AP/12.00535), ap.2 Startdocument Pilot Loopbaanbeleid bij de KMar (AP/10.00435) Verslag AP 13-10-10, Ag.pt.3 Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Verslag 2606-12 (AP/12.00535), ap.2
*Bezien opmerkingen centrales m.b.t. tappen telefoonlijnen *Afdoening in brief
CCOOP komt op korte termijn met een reactie
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Bevorderingsprotocollen CZSK (AP/10.00584) Verslag AP 18-11-10, Ag.pt. 5 Verslag AP 07-02-12, Ag.pt. 2 Verslag AP 01-05-12,Ag.pt. 2 -Veteranennota 2012 Verslag 26-06-12 (AP/12.00535), Ap. 2 -Evaluatierapport Trimbos (AP/11.00166) Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 Verslag AP 15-05-2012 (ap.2) (AP/12.00336) Aanwijzing SG inzake extern optreden (AP/11.00213) Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 Verslag AP 01-05-2012, Ag.pt.2 Examen middelbaar onderwijs kinderen Ned. Defensiepersoneel in de West Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 5 Verslag AP 01-05-2012, Ag.pt.2 Verslag 08-05-2012 (AP/12.00315), ap.5
*Bezien opmerkingen centrales in APoverleg van 06-04-2010 Uitkomsten Pilot uiterlijk 1 maart 2012 aanbieden *Uitzoeken of bij de KL eisen DCP eminente rol spelen bij functietoewijzing - Agenderen AP augustus 2012. Aanbieden uitkomsten van de Evaluatie.
Evaluatierapport agenderen e.v. vergadering. Bilateraal overleg tussen CZSK-CMHF
In IOREOCZSK van 5/7 wordt probleem geduid.
- Brief CCOOP agenderen voor 28-8-12 - Rapportage monitor belasting en zorg aanbieden aan centrales.
Aangepaste versie aanwijzing SG + Rijksbrede aanwijzing aan centrales sturen Voorgestelde regeling na evaluatie in overleg met CZSM omzetten in een structurele regeling.
11/13
9.
Herziene CLAS-nota P-maatregelen 2012 e.v. (AP/12.001-011 en AP/12.00020) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 3 Verslag AP 01-05-2012, Ag.pt.4 Verslag 26-06-12 (AP/12.00535), ap. 2 Functiewaarderingsrapportage (AP/11.00080) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 7
Nota CLAS inz. Oplossing problematiek voorzien van oplegnota aanbieden aan centrales
11.
E- portfolio Verslag AP 08-05-2012, ap.2 (AP/12.00315)
- medewerkers wijzen op belang en gebruik E-portfolio: - BBO verzoeken wegwijzer op hun website te plaatsen; - succesverhalen vermelden: - centrales dragen namen aan van medewerkers die herhaaldelijk gevraagd zijn naar gegevens.
12.
Digitale verzending Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 1
N.a.v. uitleg CAOP aan defensie beziet defensie wat nodig is voor digitale verzending
13.
Werkproces USG Restart Verslag 26-06-2012 (AP/12.00535), ap.2.
Demonstratie in wg. AP volgt.
14.
Uitvoering SBK Afspraken (AP/12.00237 en AP-DO/12.00234) Verslag AP 08-05-2012, Ag.pt.3 (AP/12.00315) Verslag 26-06-2012 (AP/12.00535), Ap. 2
-
15.
Planvullingslijnen DCHR (AP/12.00052) Verslag 08-05-2012, ap.4 (AP/12.00315)
16.
Horizontale instroom militaire functies Verslag AP 29-05-12, ap.2 (AP/12.00373) Verslag 26-06-12 (AP/12.00535), Ap. 2
17.
Verwijsbeleid militaire gezondheidszorg (AP/12.00235) Verslag AP 29-05-12,ap.toegevoegd (AP/12.00373). Gehoorschade (AP/11.00591, -/12.00174) Verslag AP 29-05-12, ap. 5 (AP/12.00373).
10.
18.
19.
Instellingsbeschikking TWAV (AP/12.00395) Verslag 26-6-2012, (AP/12.00535), ap.4b
Bezien of rapportage 2011 m.b.t. 2010 geleverd kan worden conform rapportage 2010 m.b.t. 2009
Streven is agendering voor AP-overleg 28-08
ROND benaderen voor loket waar centrales evidente foute besluiten kunnen melden. - Uitvoeringsrichtlijn voor de Bedrijfsvoering SBK ter info naar centrales. Brief SCO beantwoorden zodra duidelijk is hoe vulling in de praktijk zijn beslag krijgt. -Nagaan wat het AMAR zegt over instroom op een militaire functie. - Informatie over de visie van Defensie wordt toegestuurd -Univé en SZVK confronteren met het niet vergoeden van (tandarts) kosten - Brief centrales in overleg bespreken
.
Schadeverhaal wordt uitgezocht.
In een volgende vergadering terugkomen op voorstel periodiek gehooronderzoek Instellingsbeschikking aan centrales sturen.
12/13
20.
Openstaande punten vacaturebank (AP/12.00405). Verslag 26-6-2012, ap. 7
Gewijzigde tekst aanwijzing vacaturebank aan centrales zenden
21.
Bevoorschotting schoolkosten Verslag AP 26-6-2012, ap.12 (AP/12.00535)
Zoeken naar praktische oplossing
22.
Actualisering URD Verslag 26-6-2012 (AP/12.00535) ap. 7
Rol centrales BCO
13/13