Georganiseerd overleg sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid
G.A. van Herpen-Bartlema Inlichtingen 070 - 376 57 79 telefoon
[email protected] e-mail
bijlage AP/14.00628 briefnummer G.1.03 zaaknummer 4 november 2014 datum
Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid van 28 oktober 2014 van 13.00 tot 15.20 uur in de Sophiezaal van het CAOP, Lange Voorhout 13, Den Haag.
Aanwezig: Van de zijde van Defensie: R. Kreeftmeijer (vz.), E. H. Dekker, R. Dirkzwager, F.R.H. van de Hoef, A. Nuijen, t.b.v. ap. 4: J.C. Bouwman-Zaaijer Van de zijde van de Centrales: J.H. van Hulsen, L. Schipper (AC), M. Manschot, R. Schilperoort, (ACOP), J.P. Arts, L.C. van der Hulst, J. Kropf, (CCOOP), R.W. Pieters (CMHF). Van de zijde van het secretariaat: G.A. van Herpen-Bartlema (CAOP)
Agenda (AP/14.00590.1) 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. Vaststelling verslag van de vergadering van 23 september 2014 (AP/14.00552). 3. Verhuizing dienstencentrum re-integratie (AP/14.00608). 4. Dedicated werken en 'hekken' bij reorganisaties (AP/12.00925, -/12.00886, -/12.00310, -/12.00291, /14.00484). 5. Artikel 2a BMD. 6. Plan van aanpak evaluatie BMD (AP/14.00499). 7. Klanttevredenheidsonderzoek SBK 2014 (AP/14.00583). 8. Uitzending Air Task Force Middle East (ATF ME). 9. Schuldenproblematiek. 10. Rondvraag en sluiting.
1/10
Postbus 556, 2501 CN Den Haag | Lange Voorhout 9, 2514 EA Den Haag | T 070 376 57 65 | F 070 345 75 28 |
[email protected] | www.caop.nl | KvK 41158878
Agendapunt 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda
De voorzitter opent de vergadering om 13.00 uur en heet iedereen welkom. Hij deelt mee dat enkele dagen geleden het onderwerp ‘Verhuizing dienstencentrum re-integratie’ aan de agenda is toegevoegd.
Agendapunt 2. Vaststelling en actiepunten van het verslag van de vergadering van de werkgroep AP van 23 september 2014 (AP/14.00552)
Redactioneel en inhoudelijk: e Blz. 2, mededelingen, 2 tekstblok. De heer Schipper stelt vast dat de stukken voor de IO REO’s nog steeds niet via de app worden bekend gesteld. Afgesproken wordt dat met ingang van heden het digitaal vergaderen ook voor de IO REO’s geldt. Blz. 3, verslag 2 september, n.a.v: De heer Schilperoort stelt vast dat de informatiebijeenkomst over de quick wins op 23 september jl. niet is doorgegaan. Spreker vraagt naar de voortgang. De heer Dirkzwager stelt voor om de centrales per brief te informeren en deze brief in de volgende werkgroep AP te bespreken (pm). Eventuele vragen die er daarna nog zijn kunnen door de OPCO’s in een technisch, dan wel informeel overleg worden beantwoord. In reactie op de opmerking van de heer Kropf dat partijen medio oktober zouden worden geïnformeerd over een ingangsdatum voor de quick wins, refereert de heer Dirkzwager aan de afspraak dat niet wordt geïmplementeerd alvorens er in de werkgroep AP een akkoord is. De heer Kropf stelt dat het in het veld anders wordt uitgelegd. De onderbouw kan niet solliciteren en maakt zich grote zorgen met het oog op de komende reorganisaties en het feit dat alles dicht zit. Dit zijn niet de signalen die de heer Dirkzwager heeft gehoord. Volgens hem is met de OPCO’s afgesproken dat gewacht wordt met de implementatie totdat het onderwerp in de werkgroep AP is afgerond. De voorzitter deelt mee dat hij het signaal van de heer Kropf intern zal meenemen (pm). e
Blz.4, 1 regel. ‘scholingstraject’ wijzigen in: conceptreglement. Blz. 4, actiepunten, punt 9. Ongezekerde werkzaamheden. De heer Schilperoort wil bevestigd zien, dat tussen de periode van de brief uit 2012 en de uitwerking ervan in de TWAV, voldoende is afgedekt dat ongevallen bij ongezekerde werkzaamheden (op grote hoogte) worden aangemerkt als beroepsincident, zodat men recht heeft op een volledige schadevergoeding. De heer Dirkzwager antwoordt dat de brief uit 2012 ziet op continuering van de bestaande situatie. Volgens de heer Schilperoort zat er in de brief wel een knelpunt dat te maken had met het groene dagenarrest. Als de brief niet datgene afdekt wat spreker net noemde, is hij het er niet mee eens dat in de TWAV verdere uitwerking plaatsvindt. Dit is een rechtspositioneel aspect dat in de TWAV niet behandeld kan worden. In reactie op de opmerking van de heer Dirkzwager dat het onderwerp na de TWAV weer terugkomt in de werkgroep AP, merkt de heer Schilperoort op dat er in de tussenliggende periode wel met een gat zit. Spreker wil dus geborgd hebben dat als het fout gaat, er niet weer met het zelfde arrest om de oren wordt geslagen en de mensen dus met lege handen staan. Aangezien het beroepsincident na 2012 werd geïntroduceerd stelt de heer Van Hulsen vast dat er een probleem kan ontstaan als de oorspronkelijke brief van 2012 van toepassing is. Hierop zegt de voorzitter toe dat een ongeval in het kader van ongezekerde werkzaamheden (op grote hoogte)
2/10
wordt aangemerkt als beroepsincident en men recht heeft op een volledige schadevergoeding. In de TWAV kan men dan de uitwerking voortzetten. Blz.4, actiepunt 19. Voedselverstrekking. Voordat de CDS aanwijzing van kracht was, werd de voeding gewoon verstrekt, aldus de heer Schilperoort. Dit moet volgens spreker ook zo doorgaan, omdat er een risico is voor mensen met een allergie als ze producten toegediend krijgen waarvoor ze allergisch zijn. Spreker is ook van mening dat het een P-aspect is en dat de CDS het dus niet eenzijdig mag veranderen Hij heeft geen behoefte aan een uiteenzetting over de aanwijzing. Volgens spreker zou op schrift worden gesteld hoe partijen er tegen aankeken. De voorzitter laat weten dat hij de strekking van discussie heeft bedoeld en niet de strekking van de aanwijzing. Blz. 5. Agendapunt 3. Bij de kop toevoegen: AP/13.00530. e Blz. 6. 3 tekstblok boven agendapunt 5. R. 2. ‘standplaats’ wijzigen in: locatie. Blz. 8. Agendapunt 6. Missie Mali. De heer Schilperoort maakt zich zorgen over het feit dat de TWAV pas in december bij elkaar komt, omdat een aantal zaken dienaangaande niet zolang kan wachten. Als voorbeeld noemt hij de pakken en de hygiëne. De heer Dirkzwager zegt toe te zullen zoeken naar een datum voor een extra TWAV. Daarnaast zullen de centrales schriftelijk worden geïnformeerd over de voortgang (pm). Blz. 9. POM wijzigen in PON. De heer Schilperoort meent gevraagd te hebben of defensie hetzelfde risico loopt bij de aanbesteding van voertuigen als de politie. Bij de politie moest de aanbesteding gestopt worden vanwege mogelijke integriteitsschendingen. Het antwoord dat de voorzitter in de vergadering van 23 september gaf, geldt ook nu. Er wordt door defensie een zorgvuldige procedure gehanteerd. Volgens spreker zal defensie geen gevolgen ondervinden van het feit dat PON betrokken is bij de aanbesteding.
Actiepunten: 1. Evaluatie/Toepassing FPS/ Quick Wins. Aanhouden (pm). De centrales worden schriftelijk geïnformeerd. 2. Vacaturebank. Aanhouden (pm). De heer Van Hulsen merkt op dat het onderwerp al heel lang speelt, zeker al vanaf 1 augustus. Het onderwerp heeft toch wel prioriteit. De voorzitter zegt toe dat de brief volgende week komt. 3. Regelgeving Bureau Uitzettingen KMar (AP/14.00055). Aanhouden (pm). 4. Evaluatie besluit medezeggenschap. Is geagendeerd voor vandaag. 5. Inschrijven militairen bij gemeente. Aanhouden (pm). 6. Verzamel AMvB (AP/14.00298).Aanhouden (pm). 7. Toepassing artikel 2a BMD. Is geagendeerd voor vandaag. 8. Dedicated werken. Is geagendeerd voor vandaag. 9. Nota rangsbepaling (uit 1983). Aanhouden. De brief van de centrales van 21 oktober 2014 (AP/14.00602) wordt meegenomen in de beantwoording (pm). De heer Van der Hulst zet uiteen dat het antwoord dat de centrales ter info hebben ontvangen niet ingaat op de beleidswijziging, maar alleen beschrijft hoe de SG ermee omgaat. Dat laatste was niet wat de centrales hebben gevraagd. 10. GOR. Aanhouden. In reactie op een opmerking van de heer Pieters zegt de voorzitter toe dat bij de behandeling van agendapunt 5 ook wordt ingegaan op de GOR. 11.Voedselverstrekking. Aanhouden (pm). Het actiepunt wordt in overeenstemming gebracht met hetgeen zojuist is besproken. 12. Personeelsparagraaf UCD (AP/14.00511). Schrappen. Het overleg is gepland op 30 oktober a.s. 13. Verklaring van geen bezwaar (VGB) (AP/14.00231). Mevrouw Nuijen meldt dat afgesproken is dat mensen die in aanmerking komen voor een maatwerkoplossing hierover een brief zullen krijgen. De voorzitter meldt dat de beloofde reactie/voorstel binnenkort kan worden verzonden (pm).
3/10
14.Ontberingstoelage/VVHO Missie Mali. De heer Van Hulsen meldt dat het een punt van zorg is. Deze zorg is ook geuit in een brief die onlangs aan defensie is gezonden. Spreker benadrukt dat veel voorkomen had kunnen worden als eerder iets gedaan was aan de omstandigheden waaronder de mensen moeten werken. Deze laatste opmerking kan worden opgevat als een teken om e.e.a. met voortvarendheid op te pakken. Het actiepunt kan worden geschrapt. 15. Nota ROC’s. De nota is toegezonden met nr. AP/14.00569. Het actiepunt kan worden geschrapt.
Agendapunt 3. Verhuizing dienstencentrum re-integratie (AP/14.00608). Volgens de voorzitter is het terecht dat dit onderwerp voor vandaag is geagendeerd, maar het feit dat het zover heeft moeten komen is beschamend. In de werkgroep AP zijn afspraken gemaakt over hoe om te gaan met de verhuizing van het DCR. Het blijkt dat defensie zich niet aan die afspraken heeft gehouden. Het geagendeerde stuk geeft enige achtergrondinformatie, maar dit voldoet nog steeds niet aan de afspraak die partijen in het AP hebben gemaakt. De afspraak was dat de DCR niet verhuist voordat over de noodzaak daartoe met de centrales is gesproken. Nu blijkt dat er vorige week toch verhuisbewegingen zijn gemaakt. Spreker vindt dit uitermate vervelend en meldt dat de verhuizingen inmiddels weer stil zijn gelegd.
De heer Van der Hulst vindt het ook uitermate vervelend. Er zijn volgens hem meerdere malen afspraken gemaakt. In de vorige vergadering heeft spreker aangegeven dat er signalen waren dat die verhuizing sowieso zou doorgaan, terwijl de afspraak was dat er helemaal geen verhuizing zou plaatsvinden, totdat de evaluatie van de DCR in de werkgroep AP wordt gesproken. In voornoemde vergadering heeft spreker ook verzocht de afspraken intern te communiceren. Refererend aan het rapport van de commissie De Veer, dat onder meer tot doel had de vertrouwensbasis te verstevigen, moet spreker nu constateren dat defensie zich niet aan de afspraken houdt. In de brief die (nogal laat) ter behandeling is aangeboden wordt vermeld waarom toch verhuisd zou moeten worden. Dit is echter in tegenspraak met de afspraken en spreker vraagt zich af waarom de ondertekenaar van de brief, de commandant divisie personeel en organisatie, de afspraken met de minister naast zich neerlegt. De reden die voor de verhuizing wordt gegeven is absoluut niet toereikend. De vraag is waarom het belang van de staf van het Marine etablissement belangrijker zijn dan de afspraken met de minister en de dienstbaarheid en bereikbaarheid van het DCR. Ondanks de verontschuldigingen van de voorzitter stelt spreker vast dat er kennelijk geen afspraken kunnen worden gemaakt. Daarom overweegt hij het overleg stil te leggen, totdat dit vertrouwen, eventueel via een nieuw Rapport De Veer, weer overtuigend is hersteld. Spreker tekent daarbij aan dat het rapport De Veer nog geëvalueerd moet worden. Hij verzoekt vervolgens om een korte schorsing voor onderling beraad van de centrales. Hierop schorst de voorzitter de vergadering. Na heropening deelt de heer Van der Hulst mee dat de centrales afhankelijk van het antwoord van de voorzitter, zich zullen beraden of het overleg wordt opgeschort of niet. Na een korte schorsing voor onderling ambtelijk beraad, deelt de voorzitter mee dat de centrales in de WG AP met de minister spreken en dat hij daarom nog richting partijen die met de verhuizing te maken hebben (CDC DPOD) het e.e.a. te doen heeft wat betreft de communicatie en het nakomen van afspraken. Daarnaast wil spreker met de centrales afspreken dat er niets wordt verhuisd totdat partijen in het overleg gesproken hebben over de evaluatie van de re integratieketen. hebben gesproken. Spreker erkent dat dit al eerder is afgesproken en zegt toe dat voornoemde afspraak van hoog tot laag binnen defensieorganisatie zal worden gecommuniceerd.
4/10
De heer Van der Hulst merkt op dat de voorzitter niet is ingegaan op de opmerking over hoe hij het vertrouwen van de centrales denkt terug te winnen c.q. te verhogen. Spreker verzoekt vervolgens weer om een schorsing. Na de heropening stellen de centrales dat zij zich hebben beraden op het antwoord van de voorzitter, waarbij is aangegeven dat hij zal spreken met het CDC DPOD. Bij de opheffing van de AP-DO hebben de centrales gepleit voor een vertegenwoordiger van de DPOPD in de werkgroep AP. Het zou goed zijn als de centrales erop kunnen vertrouwen dat hun verzoek wordt gecommuniceerd binnen de organisatie. Kennelijk spelen hierbij andere factoren een rol en spreker verwijst in dit kader naar het rapport De Veer waarin is aangegeven dat de HDP-organisatie versterking behoeft. Hoewel de centrales vinden dat de vertrouwensband op dit moment niet heel groot is en het opschorten van het overleg een krachtig signaal zou zijn richting defensie, zullen zij het overleg niet opschorten. Op dit moment vinden de centrales het namelijk van groot belang het arbeidsvoorwaardenoverleg te starten. Zij schorten het overleg dus niet op, in het vertrouwen dat de afspraken die aan deze tafel worden gemaakt ook worden nagekomen. De voorzitter herhaalt zijn toezegging dat hij binnen de organisatie, de rol, de positie en het nakomen van afspraken onder de aandacht zal brengen. Voorts geldt de afspraak dat er niet wordt verhuisd totdat er overleg heeft plaatsgevonden over de evaluatie.
Agendapunt 4. Dedicated werken en 'hekken' bij reorganisaties (AP/12.00925, -/12.00886, -/12.00310, /12.00291, -/14.00484). De voorzitter geeft aan dat er twee discussiestukken zijn opgesteld: ‘Dedicated werk’ en ‘Hekken’. Bezien moet worden of er overeenstemming mogelijk is over het probleem en over een oplossingsrichting. De heer Pieters merkt op dat hij alleen beschikt over de aanbiedingsbrief en dat hij de bijbehorende notitie niet heeft ontvangen. Er is kennelijk iets mis gegaan bij de toevoeging van stukken in de vergaderapp. Per mail zijn de stukken wel verzonden en ontvangen. De heer Van Hulsen vraagt zich af of het begrip dedicated werken afdoende is gedefinieerd. Spreker gaat ervan uit dat de definitie voor 85% van de gevallen voldoet. Er blijft echter altijd een grijs gebied, zoals het geval van de vier mensen bij Algemene Zaken, of de ene persoon bij de politie. In die gevallen is eerder sprake van detachering bij een andere overheidsinstantie. De ‘mainstream’ echter voldoet. De heer Kropf zegt de notitie heel anders te hebben gelezen. Eerst wordt bepaald of sprake is van dedicated werk, maar er wordt nog geen keuze gemaakt of iemand ‘geraakt’ wordt. Het zou beter zijn geweest een notitie op te stellen waaruit duidelijk wordt wat de gang van zaken is bij dedicated werk. De heer Schipper merkt op dat de notitie duidelijk aangeeft dat er een verschil is tussen ‘inscope’ en ‘outscope’. Iemand die ‘outscope’ is geplaatst valt in geval van een reorganisatie onder het afspiegelingsbeginsel. Voor wat betreft de keuzes die worden gemaakt voor de drie scenario’s, meent spreker dat het onjuist is die tijdens een studiefase te maken. Er kan pas sprake zijn van een keuze als er een reorganisatieplan is. Een beleidsvoornemen is immers niet onomkeerbaar, omdat er nog overleg over moet plaatsvinden. Spreker zegt overigens dat hij 4 scenario’s onderscheidt: Vanuit de moederorganisatie worden drie scenario’s beschreven. De situatie waarin als gevolg van een reorganisatie dedicated werk vervalt, beschouwt hij als een vierde scenario. Volgens spreker is het nog steeds niet duidelijk wat er gebeurt als iemand ‘dedicated’ wordt geplaatst. Spreker onderschrijft de opvatting van de heer Kropf dat het beter is als het bij dedicated werk tevoren duidelijk is wat de gevolgen zijn. De heer Kropf stelt, anders dan de heer Schipper, maar drie scenario’s te onderscheiden. Het vierde scenario dat de heer Schipper heeft benoemd, wordt toegepast bij de keuze 1, 2 of 3. Daarnaast merkt hij op dat deze notitie is geschreven voor burgers, terwijl dedicated werk zich ook kan voordoen bij militairen. Volgens de heer
5/10
Van de Hoef is dit bedoeld voor de O, en moet nog worden bezien hoe dat op de P kan worden toegepast, zoals dat ook bij het Rijksvastgoedbedrijf is gebeurd. Dit kan dus ook van toepassing zijn op militairen. De heer Kropf stelt dat de invulling van de keuze niet in de notitie hoort. Over 2-min zijn immers al afspraken gemaakt. De voorzitter geeft de heer Kropf hierin gelijk. De heer Schilperoort onderschrijft de opvatting van de heer Van Hulsen dat alleen dedicated werk binnen defensieorganisatie moet worden ingevuld. Functies buiten Defensie zouden anders gekwalificeerd moeten worden, mensen zouden dan bijvoorbeeld gedetacheerd worden. Spreker zet vraagtekens bij het gedeelte over ‘reorganisatie moederorganisatie’, waar sprake is van dedicated onderdelen. Nu lijkt het dat het organisatieonderdelen zijn en dat is niet zo. Dit veroorzaakt verwarring. Voorts moet onderscheid gemaakt worden tussen dedicated werk enerzijds en de ‘hekken’ anderzijds. De heer Pieters sluit zich aan bij de vorige sprekers. Dat geldt met name voor de opmerking van de heer Kropf dat aan het begin duidelijkheid is gewenst voor de functionaris in kwestie. De heer Van Hulsen wijst op de taakverdeling die is afgesproken; de medezeggenschap speelt namelijk ook een rol bij de besluitvorming. Teveel op voorhand vastleggen is niet wenselijk. Dat maakt dat de duidelijkheid die op voorhand gewenst is niet in alle gevallen gegeven kan worden, gezien de rol van de medezeggenschap. Tevoren zou er één keuze moeten zijn en in het traject kan dan vervolgens blijken of die keuze de juiste is of dat hiervan moet worden afgeweken, aldus de heer Pieters. Het gaat hem te ver om van te voren te stellen dat er drie keuzes zijn. Desgevraagd door voorzitter, bevestigen de centrales hun wens om de drie keuzes vooraf, terug te brengen tot één keuze. Waarbij er wel ruimte is voor andere keuzes. Keuze 1 is dan het vertrekpunt van handelen. De borging van het traject zou aan de TRMC gelaten kunnen worden. De voorzitter vraagt of dit betekent dat, als de mainstream aan de voorkant is vastgelegd, het URD voldoende mogelijkheden biedt om voor een variatie op de mainstream te kiezen. Volgens de heer Van Hulsen is ook het moment van keuze van belang. Als het zo was dat de medezeggenschap altijd volledig in de studiefase zou worden betrokken, dan kan het moment in de studiefase liggen. Aangezien dit lang niet altijd overal het geval is, is het wellicht beter om een later moment dan de studiefase te nemen. Volgens de heer Kropf kan er alleen maar sprake zijn van één keuze. Indien er meer opties zouden zijn dan is namelijk sprake van een parallel lopend reorganisatietraject met een ander startpunt. De voorzitter begrijpt dit. Volgens de heer Pieters is er inderdaad één keuze waarvan het TRMC met hele goede argumenten, al dan niet samen met de HDE, kan afwijken. Spreker licht dit toe aan de hand van het volgende voorbeeld: P&O wordt gereorganiseerd. Er lopen tegelijkertijd reorganisaties waarbij twee P&O-ers die dedicated werk doen betrokken zijn. Dit zou een uitzonderingsgeval kunnen zijn waarbij wordt afgeweken van keuze 1. Omdat P&O al wordt gereorganiseerd zouden deze twee dedicated werkers bij die reorganisatie kunnen worden betrokken in de scope. Het is wel zaak dat aan het begin van het URD-traject de afweging al wordt gemaakt. De heer Schipper merkt op dat het ook voorkomt dat iemand dedicated wordt geplaatst op meerdere onderdelen. Dat kan aanleiding zijn tot een discussie over wie er de meeste rechten heeft. Door de heer Van de Hoef wordt opgemerkt dat de discussie nu nog vanuit de O wordt gevoerd. Zodra het Pelement erbij betrokken wordt, gaat het ook om de manier waarop wordt omgegaan met de medewerkers. De voorzitter stelt dat er een oplossing moet worden gevonden voor het gesignaleerde probleem. Volgens de heer Kropf biedt het voorstel dat voorligt in ieder geval duidelijkheid. Als er een stoel betrokken wordt gaat het om een groep van gelijksoortige functies en wordt binnen die groep een keuze gemaakt. De voorzitter concludeert dat de centrales zich kunnen vinden in de hoofdlijnen van de notitie, maar dat een aantal aandachtspunten nog moet worden aangepast. De heer Schilperoort merkt op dat in het geval een eenheid reorganiseert met inbegrip van de P&O functies,
6/10
die functies daarbij betrokken raken. Als dat niet het geval is dan moet de moederorganisatie voor een oplossing zorgen. De heer Van de Hoef is van mening dat dit de meest logische lijn is. De heer Kropf merkt op dat in het geval er 800 medewerkers wegmoeten en daardoor is er voor 4 P&O-ers geen werk meer, deze de 4 P&O-ers geen voorkeurspositie hebben gehad, als een half jaar later de moederorganisatie wordt gereorganiseerd. Het getuigt van goed werkgeverschap als wordt gereorganiseerd op basis van zuivere uitgangspunten. In het voorbeeld moeten de 4 P&O-ers daarom worden betrokken bij de eerste organisatie. De voorzitter zegt, naar aanleiding van de bespreking, een aangepast voorstel toe (pm). Het voorstel moet een oplossing bieden voor de problematiek. Notitie reorganisatiebereik (‘Hekken’) De voorzitter vraagt de centrales om een reactie. De heer Pieters geeft aan dat hij zich in eerste instantie kon vinden in de notitie. Behalve waar het gaat om het bepalen van het reorganisatiebereik, aangezien daar wordt gebroken met de eerder gevolgde lijn. In eerste instantie wordt gesteld dat er geen ‘hekken’ zijn, maar bij landelijk opererende operaties kan het aspect van regionalisering aan de orde zijn. In de P-uitvoering acht spreker dat voorstelbaar, maar dat is in de notitie niet vermeld. Wel wordt gesteld dat de keuze die wordt gemaakt zijn weerslag zal hebben in het beleidsvoornemen en het verdere URD-traject. Regionalisering heeft echter consequenties voor het personeel. Het zijn de centrales die gaan over de algemene personele effecten van reorganisaties. Zij zijn echter niet betrokken bij het beleidsvoornemen. De heer Van Hulsen geeft er de voorkeur aan dat er eerder in het traject de gewenste duidelijkheid wordt geboden. Het is overigens aan de centrales om al eerder een oordeel te geven over het beleidsvoornemen, als daar aanleiding voor is. De keuze zou in overleg met de centrales moeten worden gemaakt en niet alleen door de HDE, aldus de heer Pieters. De heer Schipper merkt op dat een beleidsvoornemen, waarin wordt bepaald of er ‘hekken’ worden geplaatst, geen onomkeerbaar document is. Daarna komt het terecht in het cVRP en oordelen de centrales over de algemene personele aspecten. Het plaatsen van de ‘hekken’ ligt in eerste instantie op het niveau van de medezeggenschap/HDE en in het kader van de algemene personele aspecten bepalen de centrales of dit inderdaad zo moet gaan. Volgens de voorzitter zou er standaard geen hek moeten zijn. Ergens in het traject wordt pas duidelijk of het om P-technische redenen zinvol is wel een hek te plaatsen. In hoofdstuk 7 van het CVRP komen de overwegingen ter sprake en kunnen de centrales hierover en over de effecten ervan oordelen. De heer Kropf geeft aan dat als op voorhand helder is dat en waarom er hekken worden geplaatst, naderhand geen discussie meer volgt op het moment dat iedereen zit te wachten op een uitkomst van een proces. De voorzitter stelt vast dat de overweging om een hek te plaatsen op een eerder moment moet worden meegedeeld, zodat het getoetst kan worden door de centrales. Spreker concludeert dat het van belang is dat alle beleidsvoornemens tijdig aan de centrales worden toegestuurd en dat er ruimte is om er op te reageren. Als het beleidsvoornemen iets over ‘hekken’ bevat, dan moet het beleidsvoornemen niet ter informatie, maar ter behandeling worden aangeboden aan de werkgroep REO. Defensie zal een notitie opstellen op basis van bovenstaande bespreking, die zal aan de centrales worden aangeboden (pm). Gezien de tijd stelt de voorzitter voor nu de rondvraag te behandelen. De centrales hebben hiervoor begrip, maar verzoeken toch op korte termijn de overige agendapunten te behandelen.
Agendapunt 9. Rondvraag en sluiting Medisch gezondheidscentrum Soesterberg: Volgens de heer Kropf zou er sprake zijn van sluiting van het medisch gezondheidscentrum Soesterberg, vooruitlopend op de komende reorganisatie. De voorzitter zegt toe terug te komen op dit punt (pm). Vergaderagenda 2015:Het secretariaat meldt desgevraagd dat de vergaderagenda een dezer dagen wordt
7/10
verstuurd (pm). Missie Afghanistan: De heer Schilperoort maakt melding van een noodkreet vanuit Afghanistan. Nu de missie is omgezet in ‘resolute support’ is de beschikbaarheid van materiaal een knelpunt. Zo zijn er onvoldoende telefoons en computers, waardoor de communicatie onmogelijk is. De signalen zal hij, gedepersonaliseerd, doorsturen aan Defensie (pm). Sluiting Dash-shops: De heer Van Hulsen vraagt naar de stand van zaken. Defensie zegt toe dit te zullen nagaan (pm). Reservistennota: De centrales uiten hun verbazing over het feit dat de Reservistennota al aan de Tweede Kamer is aangeboden. In de nota zou sprake zijn van een visie op arbeidsvoorwaardelijke kwesties die met de centrales moeten worden besproken. De voorzitter zegt toe de CDS te zullen uitnodigen voor een overleg met de centrales over dit onderwerp (pm). Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 15.20 uur.
8/10
Actiepunten vergadering 28 oktober 2014 Nr.
Onderwerp:
Actie:
Evaluatie/Toepassing FPS/ Quick Wins (AP/14.00228, -/14.00275, -/14.00313) Verslag 1-4-2014 (AP/14.00199), ap 1 Verslag 22-4-2014 (AP/14.00258) Verslag 22-5-2014 (AP/14.00307), ap.2 Verslag 24-6-2014 (AP/14.00414), ap. 3 Verslag 2-9-2014 (AP/14.00497), ap. 1 Verslag 23-9-2014 (AP/14.00552), ap.2 Verslag 28-10-2014 (AP/14.00628), ap.2 Vacaturebank Verslag 21-1-2013 (AP/14.00061) ap.8 Verslag 24-6-2014 (AP/14.00414) ap. 2
Invoeringsdatum aanpassen. Centrales schriftelijk informeren + agendering AP november. Signaal centrales dat alles dichtzit, intern nagaan.
Regelgeving Bureau Uitzettingen KMar (AP/14.00055) Verslag 25-2-2014 (AP/14.00138), ap.7 Verslag 1-4-2014 (AP/14.00199), ap. 2 Verslag 24-6-2014 (AP/14.00414), ap 2 Evaluatie besluit medezeggenschap (AP/14.00102, -/14.00499) Verslag 1-4-2014 (AP/14.00199), ap 6. Verslag 2-9-2014 (AP/14.00497), ap.1
Problematiek breder trekken dan alleen KMar en agenderen voor een wg. AP.
5.
Inschrijven militairen bij gemeente Verslag 27-5-2014 (AP/14.00317) Verslag 24-6-2014 (AP/14.00414), ap.2
6.
Verzamel AMvB (AP/14.00298). Verslag 24-6-2014 (AP/14.00414),ap. 5
Nagaan waarom inschrijven bij Breda niet mogelijk is voor KMA studenten/bewoners. Centrales worden op basis van brief van BZK nader geïnformeerd. Bespreken a.d.h. van schriftelijke reactie centrales. Def gaat na of er nieuw beleid in de verzamel AMvB is opgenomen.
7.
Toepassing artikel 2a BMD Verslag 24-6-2014 (AP/14.00414),ap.4 Verslag 15-7-2014 (ap/14.00446) ap.2
Agenderen voor de AP van 28-10-2014
8.
Dedicated werken (AP/12.00925, /12.00310, -/12.00291, 14.00484). Verslag 15-7-2014 (ap/14.00446) ap.4 Verslag 28-10-2014 (AP/14.00628), ap.4 Nota rangsbepaling (uit 1983) Verslag 15-7-2014 (ap/14.00446) ap.6 GOR Verslag 15-7-2014 (ap/14.00446) ap.8
Nota’s over dedicated werken en hekken aanpassen n.a.v. discussie 28-10.
11.
Voedselverstrekking Verslag 15-7-2014 (ap/14.00446) ap.8
Centrales schriftelijk informeren over strekking discussie over aanwijzing A700.
12.
Verklaring van geen bezwaar (VGB) (AP/14.00231) Verslag 23-9-2014 (AP/14.00552), ap.5 Verslag 28-10-2014 (AP/14.00628), ap.2
Brief sturen aan mensen die in aanmerking komen voor maatwerkoplossing. + Voorstel binnenkort voorleggen aan centrales
13.
Missie Mali Verslag 28-10-2014 (AP/14.00628) ap.2
Extra TWAV beleggen. Centrales schriftelijk informeren.
14.
Medisch gezondheidscentrum Soesterberg Verslag 28-10-2014 (AP/14.00628) ap.9 Vergaderschema Verslag 28-10-2014 (AP/14.00628), ap.9
Centrales informeren over eventuele sluiting.
1
2
3
4.
9. 10.
15.
Opmerkingen:
Voor 1-8 a.s. analyse en oplossingsrichting naar centrales sturen.
Plan van aanpak agenderen voor 28-10-2014.
28-10 niet besproken. Geagendeerd voor extra AP 11-11.
28-10 niet besproken. Geagendeerd voor extra AP 11-11.
Beleidswijziging agenderen voor een AP. Presentatie over GOR in een AP
Eén dezer dagen versturen.
9/10
16.
Missie Afghanistan Verslag 28-10-2014 (AP/14.00628), ap.9
De heer Schilperoort stuurt informatie inzake beschikbaarheid van materiaal.
17.
Dash shops Verslag 28-10-2014 (AP/14.00628), ap.9
Stand van zaken nagaan.
18.
Reservistennota Verslag 28-10-2014 (AP/14.00628), ap.9
CDS uitnodigen voor overleg met centrales.
10/10