Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
November 2004 Een product van GGD Zuidelijk Zuid Limburg & Verslavingspreventie Mondriaan Zorggroep
Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs Protocol met richtlijnen op het gebied van alcohol, roken, drugs, gokken en medicatie
November 2004 Een product van GGD Zuidelijk Zuid Limburg & Verslavingspreventie Mondriaan Zorggroep
Colofon Dit genotmiddelen protocol is tot stand gekomen op verzoek van het voortgezet onderwijs in de regio Maastricht-Mergelland. De ontwikkeling was in handen van GGD Zuidelijk Zuid Limburg en Verslavingspreventie Mondriaan Zorggroep. Het staat scholen vrij om mede op basis van dit protocol een eigen invulling te geven aan het op directieniveau vast te stellen schoolbeleid op het terrein van alcohol, roken, drugs, gokken en medicijngebruik.
Uitgave:
GGD Zuidelijk Zuid Limburg Verslavingspreventie Mondriaan Zorggroep
Tekst & eindredactie:
Nicole Boot, GGD Zuidelijk Zuid Limburg Marijke Bouts, Verslavingspreventie Mondriaan Zorggroep
Advies:
Werkgroep Veilige School Platform zorgcoördinatoren VO VSO 54.01 Politie regio Limburg-Zuid Ministerie van Justitie - kantor Maastricht Scholen voor Voortgezet Onderwijs regio Maastricht GGD Zuidelijk Zuid Limburg Verslavingspreventie Mondriaan Zorggroep
Huidige versie:
November 2004
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de Provincie Limburg GGD Zuidelijk Zuid Limburg, 2004, Maastricht. Met duidelijke bronvermelding mag vrij uit deze uitgave worden geciteerd en gekopieerd.
Inhoudsopgave 1. Inleiding
2.
2. Aanleiding
2.
3. Definitie bepaling 3.1 Wat zijn drugs? 3.2 Soorten drugs
4. Medicijnen 4.1 Epilepsie 4.2 Depressie 4.3 Astmatische aandoeningen 4.4 Diabetes Mellitus 4.5 ADHD 4.6 Paracetamol
5. Wetgeving 5.1 Wetten 5.2 Straffen en maatregelen
6. Schoolbeleid 6.1 Regels m.b.t. roken 6.2 Regels m.b.t. alcohol 6.3 Regels m.b.t. drugs 6.4 Regels m.b.t. dealen 6.5 Regels m.b.t. gokken/kansspelen 6.6 Regels m.b.t. medicijn gebruik 6.7 Regels tijdens reizen en excursies 6.8 Uitzonderingen
7. Opsporingsbeleid 8. Preventiebeleid 8.1 Preventief controleren 8.2 Signaleren en begeleiden 8.3 schoolSlag aanbod op gebied van genotmiddelen
9. Plan van aanpak 10. Geraadpleegde literatuur 10.1 Folders 10.2 websites
3. 3. 3.
4. 4. 4. 4. 5. 5. 6.
7. 7. 9.
12. 12. 13. 13. 14. 14. 14. 14. 15.
16. 18. 18. 19. 21.
23. 24. 24. 25.
Bijlagen A. B. C. D.
E. F. G. H.
Overzicht verschijnselen per genotmiddel Belangrijke samenwerkingspartners Overzicht taken en verantwoordelijkheden Voorbeeld brief voor ouders Beknopte beschrijving voor in schoolgids Overzicht belangrijke websites Overzicht opiumwet lijst I en II Folders genotmiddelen
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 1
1. Inleiding In dit protocol wordt een algemene beschrijving gegeven van alle relevante zaken rondom genotmiddelen in en rondom de scholen. Voor de totstandkoming van dit protocol zijn een aantal stappen doorlopen. Hieronder zal stapsgewijs worden ingegaan op de uit gevoerde stappen die hebben bijgedragen aan het realiseren van het protocol dat nu voor u ligt. 1. Inventarisatie van de reeds beschikbare informatie op het gebied van genotmiddelen, medicatie en beleid rondom genotmiddelen. Deskundigen op het gebied van genotmiddelen en medicatie vanuit de GGD ZZL, Mondriaan Zorggroep, Politie Limburg-Zuid, justitie en het Trimbos Instituut zijn hierbij intensief betrokken. 2. Globale opzet genotmiddelenprotocol is als discussiestuk ingebracht bij belanghebbenden: zorgcoördinatoren, werkgroep Veilige school en samenwerkingsverband/CLZ. 3. Via de zorgcoördinatoren, werkgroep Veilige school en samenwerkingsverband/CLZ is informatie opgevraagd over het schoolbeleid rondom genotmiddelen (schoolprotocollen / schoolgids). Van drie scholen is hierover informatie ontvangen en betrokken bij de ontwikkeling van voorliggend protocol. 4. De informatie afkomstig van de scholen, aangevuld met de huidige expertise op het terrein van genotmiddelenpreventie en bestaande wettelijke kaders hebben geleid tot voorliggend voorstel voor standaard schoolbeleid. 5. Het basisdocument is door afgevaardigden van de politie en justitie (beiden leden werkgroep Veilige School) medio juli 2004 getoetst aan bestaande wetgeving en opsporingsbeleid. Waar nodig is het document aangepast. 6. Het onderdeel gericht op medicijngebruik is medio september 2004 getoetst door een jeugdarts (tevens lid van de werkgroep Veilige School). Waar nodig is het document aangepast. Het is de bedoeling dat dit protocol dient als handleiding bij het uitstippelen van het beleid en het handelen rondom genotmiddelen op scholen. 2. Aanleiding In heel Limburg heeft 11% van de tweede klassers en 30% van de vierde klassers wel eens cannabis gebruikt. In vergelijking met 1996 is het percentage cannabis gebruikers onder de tweede klassers gelijk gebleven. Bij de vierde klassers is het percentage zelfs iets gedaald. Ook het XTC gebruik is in Limburg sinds 1996 afgenomen. In 1996 gaf nog ongeveer 9% van de jongens uit de vierde klas aan XTC te gebruiken terwijl dit in 2001 5% was (De Vreede et al., 2003). Ondanks dat het percentage drugsgebruik onder de jongeren af lijkt te nemen, begint de drugs problematiek binnen de scholen een steeds grotere vorm aan te nemen. Het is een probleem waarvan scholen aangeven nog onvoldoende vat op te krijgen. Op verzoek van het samenwerkingsverband VO VSO is besloten om een regionaal drugsprotocol te ontwikkelen.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 2
3. Definitie bepaling In dit hoofdstuk wordt een nadere toelichting gegeven van de definitie van genotmiddelen en de verschillende soorten. Met dit hoofdstuk hopen wij de wereld van de genotmiddelen wat overzichtelijker voor u te maken. 3.1 Wat zijn drugs ? Op de vraag: “Wat zijn drugs.” is geen eenduidig antwoord te geven. Soms wordt bij de definitie uitgegaan van de werking van het middel, en soms wordt gekeken naar wat er in de wet staat over het middel. Wanneer wordt gekeken naar de werking, dan is een middel een drug wanneer het de hersenen prikkelt en er daardoor geestelijk en lichamelijke effecten optreden. De effecten kunnen stimulerend, verdovend of bewustzijnsveranderend zijn. Het onderscheid naar werking is echter niet altijd scherp te maken. Sommige middelen hebben een gemengd effect. XTC is bijvoorbeeld oppeppend, maar verandert ook de waarneming en hasj en weed kunnen – afhankelijk van de dosis en situatie – behalve bewustzijnsveranderend ook versuffend werken. Wanneer wordt uitgegaan van de werking van middelen dan zijn alcohol, koffie en tabak ook drugs. Volgens de wet is dat niet zo (zie 5.1 Opiumwet). 3.2 Soorten drugs Er zijn verschillende soorten drugs in de handel verkrijgbaar. Globaal gezien worden alle drugs verdeeld in drie hoofdgroepen: 1. Verdovende middelen Hierbij komt de gebruiker in een slaperige roes. Door de kalmerende en ontspannende werking worden de scherpe kanten van het leven afgeslepen. Voorbeelden van verdovende middelen zijn: Heroïne en andere opiaten, alcohol, slaapmiddelen 2. Stimulerende middelen Bij deze middelen krijgt de gebruiker het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. Voorbeelden van stimulerende middelen zijn: Cocaïne, amfetamine (“speed”), tabak, koffie. 3. Bewustzijnsveranderende middelen De gebruiker van deze middelen gaat de wereld (heel) anders zien en beleven. Met name bij cannabis treedt een verandering in de zintuiglijke waarneming op. Bij paddo’s en LSD is er sprake van een hallucinerende werking. Voorbeelden van bewustzijnsveranderende middelen zijn: Hasj, weed, LSD, paddo’s In paragraaf 8.2 wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende signalen die waar te nemen zijn bij het gebruik van drugs. In bijlage A is een overzicht opgenomen met een reeks verschijnselen die specifiek bij een bepaald genotmiddel horen.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 3
4. Medicatie In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van een aantal medicijnen die door jongeren gebruikt worden. Het is helaas niet mogelijk om alle soorten medicatie hier uitgebreid te beschrijven. Voor een compleet overzicht verwijzen wij u naar het farmacotherapeutisch kompas op internet (http://www.fk.cvz.nl). Deze website bevat een database van alle soorten medicatie met bijbehorende werking, bijwerkingen, dosering enz. Wanneer u vragen heeft over individuele leerlingen kunt u altijd contact opnemen met uw schoolarts van de GGD te Maastricht (043-3821730). In de volgende paragrafen wordt een beschrijving gegeven van medicatie van vijf aandoening te weten: epilepsie, depressie, astmatische aandoeningen, diabetes en ADHD. Als aanvulling wordt kort ingegaan op paracetamol gebruik. 4.1 Epilepsie Er zijn verschillende soorten medicijnen mogelijk voor de behandeling van epilepsie. Antiepileptica onderdrukken de aanvallen die veroorzaakt worden door een overmatige ontlading van de zenuwcellen in de hersenschors. Elke aanval brengt een risico van een ongeval met zich mee. De behandeling van epilepsie is daarom gericht op het onderdrukken (preventie) van volgende aanvallen. De behandeling wordt per individu bepaald. Indien leerlingen op school medicatie toegediend krijgen is het aan te raden om uitvoerige instructies te vragen bij de ouders en hierover afspraken te maken. Voor meer informatie verwijzen we naar het naar de internetsite www.epilepsie.nl. 4.2 Depressie Depressie kan op verschillende manieren met medicijnen worden behandeld. Het belangrijkste kenmerk van antidepressiva is, dat ze de stemmingen en andere kenmerken van depressie zoals interesseverlies en schuldgevoel normaliseren. Kenmerkend aan antidepressiva is, dat de werking pas na twee tot vier weken merkbaar is. Bijwerkingen daarentegen kunnen al een paar uur na inname optreden. De dosering wordt per individu bepaald. Indien leerlingen op school medicatie toegediend krijgen is het aan te raden om uitvoerige instructies te vragen bij de ouders. Voor meer informatie verwijzen we naar het naar de internetsite www.depressiecentrum.nl. 4.3 Astmatische aandoeningen Astma wordt gekenmerkt door aanvallen van ademnood als gevolg van luchtwegblokkades in de vorm van ontstekingen. Kenmerkende symptomen van astma zijn: kortademigheid, piepende ademhaling, hoesten, sputumproductie. De luchtwegen hebben een hoge gevoeligheid voor: 1. Niet specifieke prikkels Waaronder lichamelijke inspanning, rook, mist, kou. 2. Allergische prikkels Huisstofmijt, gras, boompollen en huidschilfers van dieren. De behandeling is erop gericht om de ziekte zodanig onder controle te krijgen dat men zo min mogelijk wordt belemmerd bij de dagelijkse activiteiten. De medicatie wordt individueel afgestemd op basis van de ernst van de astma en de reeds gebruikte medicatie. Iedereen krijgt een behandeling voorgeschreven bestaande uit 4 stappen, oplopend van lichte astma tot ernstige astma. De belangrijkste medicijnen bij de behandeling van astma zijn luchtwegverwijders en ontstekingsremmers. Luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de luchtwegen bijna direct weer wijder worden, waardoor kortademigheid minder wordt. Deze middelen beschermen _______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 4
ook tegen inspanningsastma. Ontstekingsremmers bestrijden de ontsteking in de luchtwegen. Hierdoor worden de luchtwegen beschermd tegen prikkels. Bij inspanningsastma is het verstandig om vóór de inspanning te puffen.Sommige leerlingen schamen zich voor het gebruik van een pompje en gebruiken dit liever buiten het zicht van mede-leerlingen en docenten. Indien leerlingen op school medicatie toegediend krijgen is het aan te raden om uitvoerige instructies te vragen bij de ouders. Pompjes die overmatig gebruikt worden lieden tot een amfetamine affect. Op hangplekken wordt dit weleens gesignaleerd. Voor meer informatie verwijzen we naar het naar de internetsite www.astma.nl. 4.4 Diabetes mellitus Diabetes mellitus is een stoornis die wordt veroorzaakt door een relatief of absoluut tekort aan insuline. Hierdoor ontstaan belangrijke veranderingen in de koolhydraat-, eiwit- en vetstofwisseling. Het belangrijkste kenmerk is het hoge bloedglucose gehalte dat wordt bepaald door een wisselwerking tussen insuline en lichaamseigen stoffen die tegenovergesteld werken t.o.v insuline. Onder normale omstandigheden is het bloedglucose gehalte tussen de 4-8mmol/l. Bij diabetes mellitus is dit evenwicht verstoord. Er zijn twee vormen van diabetes mellitus te onderscheiden: 1. Type 1 Insuline afhankelijke diabetes. Er is sprake van een absoluut tekort aan insuline. Deze vorm begint vaak op jeugdige leeftijd. De oorzaak is onbekend. Voor de behandeling zijn insuline injecties noodzakelijk. 2. Type 2 Insuline onafhankelijke diabetes. Er is sprake van een relatief tekort aan insuline. Het wordt veroorzaakt door twee factoren: ongevoeligheid voor insuline in de doelorganen waardoor meer insuline nodig is om hetzelfde effect te kunnen bereiken. Daarnaast is er sprake van een langzame progressieve afname van de insuline productie. Deze vorm komt vaak voor bij mensen met overgewicht. Voor de behandeling is calorie beperking noodzakelijk. Als aanvulling kunnen bloedglucose verlagende middelen voorgeschreven worden. Indien leerlingen op school medicatie toegediend krijgen is het aan te raden om uitvoerige instructies te vragen bij de ouders. Voor meer informatie verwijzen we naar het naar de internetsite www.diabetes.nl. 4.5 ADHD ADHD staat voor aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis. ADHD heeft 3 belangrijke kenmerken: 1. Aandachtstekort Iemand heeft moeite om aandacht op te brengen voor bepaalde taken en bezigheden. Iemand is snel afgeleid en kan zich niet concentreren. 2. Hyperactiviteit Verwijst naar onrust en drukte. 3. Impulsief gedrag Spontane ideeën worden onmiddellijk uitgevoerd (eerst doen dan denken). Er zijn verschillende gradaties te onderscheiden van ADHD. Voor meer informatie over ADHD kunt u contact opnemen met uw schoolarts. _______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 5
Er zijn verschillende soorten medicijnen mogelijk voor de behandeling van ADHD (bijvoorbeeld Concerta en Ritalin). De medicijnen hebben een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel vergelijkbaar met gebruik van amfetaminen (stimulerende middelen). Door deze werking valt het preparaat onder de bepalingen van de Opiumwet. De dosering van medicijnen wordt individueel vastgesteld. Overdosering leidt tot overprikkeling van het CZS (centrale zenuwstelsel). Combinatie gebruik van genoemde medicatie en alcohol is af te raden. Alcohol kan de centrale bijwerkingen verergeren. Combinatie gebruik met stimulerende drugs kan leiden tot overstimulatie van het CZS doordat ze elkaars werking versterken. Gevolgen hiervan kunnen zijn: hartritmestoornissen, ademhalingsproblemen en een gevaarlijke hoge bloeddruk. Indien leerlingen op school medicatie toegediend krijgen is het aan te raden om uitvoerige instructies te vragen bij de ouders. Voor meer informatie verwijzen we naar het naar de internetsite www.adhd.nl. 4.6 Paracetamol Paracetamol is een medicijn met een koortsonderdrukkende en ontstekingsremmende werking. Kinderen slikken paracetamol bij klachten als hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid of koorts. Paracetamol lijkt een onschuldig, en is ook de veiligste en voldoende werkzame pijnstiller, maar ook hier zijn risico’s aan verbonden. Er zijn verschillende vormen van paracetamol in de handel. Let altijd goed op de omschrijving en toepassingsvormen die op de verpakking vermeld staan. De dosering is erg belangrijk. De werking van een paracetamol kan bij ieder individu verschillend zijn, dit afhankelijk van o.a. het gewicht. Een maximale veilige dosering voor volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar (vanaf 40 kg) is 4 gram per dag. Een dosis van 25 gram paracetamol wordt als dodelijk beschouwd. Bij een eenmalige dosis van 6 gram of meer treedt leverbeschadiging op. Belangrijke symptomen die kunnen optreden bij overdosering zijn: misselijkheid en braken. Neem in dit geval direct contact op met de huisarts of EHBO. Voor een compleet overzicht verwijzen we naar het farmacotherapeutisch kompas op internet (http://www.fk.cvz.nl). Voor meer informatie over de werking van geneesmiddelen in combinatie met drugs verwijzen we naar de website www.jellinek.nl.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 6
5. Wetgeving In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de verschillende wetten rondom genotmiddelen gebruik en de daarbij behorende maatregelen. 5.1 Wetten Hieronder volgt een overzicht van de verschillende wetten: a. Tabakswet De wet schrijft voor dat de werkgever verplicht is te zorgen voor een rookvrije werkplek. In de praktijk betekent dit dat roken in openbare gebouwen en scholen verboden is. Mogelijkheden tot roken behoren tot de uitzonderingen. Aan de werkgever is de keuze of er wel of geen rookruimte wordt ingericht voor de rokende werknemers. Deze ruimte mag dan enkel als rookruimte gebruikt worden en niet voor andere doeleinden. b. Drank- en horecawet Deze wet beschrijft onder welke voorwaarden alcohol verkocht mag worden vanuit ruimten zoals cafés en restaurants. De wet gaat in op situaties die te maken hebben met openbaar drankgebruik. Verkopen van alcoholhoudende dranken met een promillage lager dan 15% (bijvoorbeeld bier, wijn, port, sherry en vermouth) aan jongeren onder de 16 jaar is verboden. Voor sterke drank met een promillage hoger dan 15% geldt een leeftijdsgrens van 18 jaar. c. Opiumwet De belangrijkste bepalingen over drugs zijn vastgelegd in de Opiumwet. Die maakt sinds 1976 onderscheid tussen harddrugs en softdrugs. De middelen werden verdeeld over 2 lijsten: Lijst I (harddrugs) bevat middelen die volgens de overheid een onaanvaardbaar groot risico met zich meebrengen. Bekende illegale middelen uit deze groep zijn:heroïne, cocaïne, amfetamine, LSD en XTC. Lijst II (softdrugs) bevat middelen die volgens de overheid een minder groot risico opleveren voor de volksgezondheid. Op deze lijst staan de hennepproducten (hasj en weed) en slaap- en kalmeringsmiddelen (o.a.Valium en Seresta). Het gebruik van drugs is niet strafbaar. Bezit, handel, verkoop en productie zijn dat wel. Voor hasj en marihuana bestaat echter een gedoogbeleid. De verkoop van kleine hoeveelheden softdrugs in coffeeshops is strafbaar, maar wordt in de praktijk alleen vervolgd als de coffeeshop zich niet houdt aan de AHOJ-G criteria. AHOJ-G staat voor: geen Affichering (reclame, enz.) geen Harddrugs verkopen geen Overlast veroorzaken geen toegang tot coffeeshops voor Jeugdigen onder de 18 jaar geen verkoop van Grote hoeveelheden (meer dan 5 gram) per transactie De overheid wil hiermee voorkomen dat de cannabisgebruiker bij het kopen in aanraking komt met harddrugs en criminelen.
De maximale handelsvoorraad van een coffeeshop is 500 gram, maar gemeenten kunnen een lager maximum vaststellen. _______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 7
In de drugsnota van 1995 stelt het kabinet dat het niet wenselijk is om coffeeshops in de nabijheid van scholen te vestigen. Is dit wel het geval, dan kan de school de gemeente hierop aanspreken. Gemeenten hebben sinds 1 oktober 1996 de mogelijkheid een eigen coffeeshopbeleid op te stellen want toen zijn de ‘Richtlijnen voor het opsporings- en strafvorderingsbeleid inzake strafbare feiten van de opiumwet’ aangepast. d. Wet op kansspelen Deze wet reguleert onder andere het aanbod en de deelname aan kansspelen. Kenmerken van kansspelen zijn dat er geld en goederen mee gewonnen kunnen worden en dat de uitkomst van het spel voor een belangrijk deel van het toeval afhankelijk is. Kansspelen zijn in het beginsel verboden, tenzij er een vergunning voor verleend is. De gemeente of het Ministerie van Justitie kunnen deze vergunning enkel verlenen als de opbrengst voor het kansspel voor een goed doel is. Vaak zie je op scholen dat leerlingen in de pauzes of tussendoor op school of op het schoolterrein kaarten of dobbelen om geld of goederen. Dit valt buiten de wet op kansspelen en is toegestaan omdat de deelnemer overwegend invloed heeft op de uitkomst van het spel. e. Algemeen plaatselijke verordeningen Behalve de rijksoverheid heeft ook de gemeente mogelijkheden om door middel van wetgeving het gebruik van genotmiddelen te reguleren. Middels de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) kan de gemeente zaken zoals sluitingstijden en vergunningen regelen. Scholen kunnen hier in relatieve zin in sturen.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 8
5.2 Straffen en maatregelen Volgens de richtlijnen opsporings- en strafvorderingsbeleid strafbare feiten Opiumwet is het opzettelijk hebben, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en vervaardigen van alle drugs strafbaar. Een uitzondering geldt voor medische, veterinaire, instructieve en wetenschappelijke doeleinden. Hiervoor moet dan echter wel door het Ministerie van Justitie toestemming zijn verleend. Gebruik van drugs is niet strafbaar (niet van softdrugs zoals hasj en ook niet voor een harddrugs zoals cocaïne). “Bezit van” en “handel in” is dat wel. Het is daarom dan ook belangrijk om vast te stellen wat onder een gebruikershoeveelheid verstaan wordt. Tabel 1 geeft hiervan een overzicht. Voor een compleet overzicht van de verschillende middelen staat in bijlage F. Tabel 1:Overzicht gebruikershoeveelheden Lijst Gebruiker Lijst 1 harddrugs Een gebruikers hoeveelheid: (heroïne, cocaïne, Één bolletje, wikkel. Pil, dosis in amfetamine, LSD, ieder geval groter dan halve XTC) gram. Lijst 2 softdrugs Een hoeveelheid van maximaal (Hasj, weed, slaap en 30 gram
Dealer Hoeveelheden die boven gebruikershoeveelheden liggen
Een hoeveelheid van meer dan 30 gram
kalmeringsmiddelen)
Dealen: Vanaf een hoeveelheid van 30 gram spreekt men van dealen. Dealen is het in het bezit hebben van meer dan een gebruikershoeveelheid drugs en het al dan niet gratis verstrekken, verkopen, vervoeren en afleveren (koerieren) van alle drugs (soft- en harddrugs). Dat wil zeggen dat de politie, indien een leerling meer dan 30 gram softdrugs bij zich heeft, er automatisch vanuit gaat dat deze bedoeld zijn voor de verkoop. De leerling wordt in dat geval als dealer aangemerkt. Bij herhaling binnen vijf jaar wordt, voor zover het maximum nog niet is bereikt, de straf met een kwart verhoogd. De school kan ervoor kiezen om strengere regels te hanteren dan de wet voorschrijft. Ze moeten er dan wel voor zorgen dat alles zwart op wit staat. Strafmaat en drugs jonger dan 12 jaar Personen die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit jonger zijn dan 12 jaar, worden niet strafrechtelijk vervolgd. Zij krijgen geen strafblad. Wel kunnen er andere maatregelen worden genomen bijvoorbeeld de STOP actie, een opvoedkundige maatregel. Deze jongeren mogen geen werkzaamheden verrichten. 12-17 jaar Deze jongeren vallen onder het jeugdrecht, zij kunnen een strafblad krijgen afhankelijk van de ernst van de overtreding. Bij een licht vergrijp kan een alternatief voor een rechtelijke vervolging aangeboden worden: de HALT-maatregel. De jongere komt dan niet voor de rechter en krijgt geen strafblad. Wanneer de jongere echter in gebreke blijft wordt hij of zij alsnog voorgeleid aan de rechter en is een strafblad het gevolg. Bij dealen komen de jongeren niet in aanmerking voor de HALT-maatregel maar worden ze meteen voorgeleid aan de rechter. Het strafblad vervalt op het moment dat zij 18 jaar worden met twee uitzonderingen: Als de jongere een geldboete vlak voor zijn 18e verjaardag krijgt opgelegd. In dat geval vervalt het strafblad na twee jaar (vlak voor de 20e verjaardag). Bij toekenning van jeugddetentie geldt een termijn van vier jaar na het begaan van het delict. _______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 9
16-17 jaar Deze categorie valt onder het jeugdrecht, maar kan ook veroordeeld worden via het volwassenenrecht indien daartoe grond bestaat op basis van de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan. 18 jaar of ouder Deze categorie wordt berecht via het volwassen recht. Echter, personen die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit jonger zijn dan 21 jaar, kunnen veroordeeld worden via het jeugdrecht als de aard van het delict daar aanleiding toe geeft. Er wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen een overtreding en een misdrijf: Overtreding Wetsdelict; minder ernstig strafbaar feit - in tegenstelling tot een misdrijf – in de regel slechts strafbaar met hechtenis en/of geldboete en in beginsel in eerst aanleg berecht door de kantonrechter. Misdrijf Rechtsdelict; ernstig strafbaar feit – in tegenstelling tot overtreding – waarop, in de regel, als hoofdstraf gevangenisstraf is gesteld en waarvan de berechting in eerste instantie aan de arrondissementsrechtbanken is opgedragen. Bij de straffen die jongeren krijgen wordt ook rekening gehouden met dit onderscheid. Alternatieve sancties: 1. het verrichten van onbetaalde arbeid voor algemeen nut 2. het verrichten van arbeid tot herstel van de aangerichte schade 3. het volgen van een leerproject Prioriteitstelling Dealen valt onder het kopje misdrijf. Het wordt echter niet altijd even zwaar bestraft. Er zijn verschillende mogelijkheden te onderscheiden: harddrugs hebben een zwaardere strafmaat dan softdrugs. Binnen de wet wordt onderscheid gemaakt tussen een overtreding en een misdrijf. Voor Lijst I geldt: - Het onopzettelijk handelen in strijd met een verbod gegeven m.b.t. een middel vermeld op lijst I is een overtreding. - Het opzettelijk handelen in strijd met een verbod gegeven m.b.t. een middel vermeld op lijst I is een misdrijf. Voor Lijst II geldt: - Het onopzettelijk handelen in strijd met een verbod gegeven m.b.t. een middel vermeld op Lijst II is een overtreding. - Het opzettelijk handelen in strijd met een verbod gegeven m.b.t. een middel vermeld op Lijst II is een misdrijf. Uitzondering: Het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, voorhanden hebben en vervaardigen van minder dan 30 gram van een stof voorkomend op Lijst II onder hennep is een overtreding.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 10
De prioriteit wordt mede bepaald door de categorie dader. 1. Handelaren (georganiseerde criminaliteit) 2. Koeriers die geen handelaren zijn 3. Klein handelaren 4. Gebruikers Strafcategorieën Bij het toepassen van strafcategorieën gelden een aantal zaken: Delicten worden zwaarder bestraft als er harddrugs en niet softdrugs in het spel zijn. Bezit voor de handel wordt zwaarder beoordeeld dan bezit voor eigen gebruik. Het Openbaar Ministerie heeft prioriteiten vastgesteld voor opsporing en vervolging, het zogenaamde opportuniteitsbeginsel. Dit betekent dat het OM kan afzien van vervolging van strafbare feiten als hiermee het algemeen maatschappelijk belang is gediend. De richtlijnen voor opsporing en vervolging van de Opiumwet-delicten noemen de volgende prioriteiten: Grootschalige handel en productie van harddrugs heeft de hoogste prioriteit. Daarna volgen strafbare feiten met betrekking tot softdrugs, behalve gebruik. Opsporing en vervolging van het bezit van harddrugs voor eigen gebruik (in het algemeen 0,5 gram) en ten hoogste 5 gram softdrugs hebben de laagste prioriteit. Als coffeeshops zich houden aan de AHOJ-G criteria ( zie 4.1 Opiumwet), wordt de verkoop van maximaal 5 gram hasj of marihuana per transactie niet gericht opgespoord. Tabel 2 geeft een overzicht van de maximale straffen bij overtredingen. Tabel 2: Overzicht maximale straffen bij overtredingen Strafbare feiten en maximale straffen Maximum straffen Middelen op lijst I Opiumwet (harddrugs) Invoer / uitvoer 12 jaar vrijheidsstraf en / of ∈45000 boete Verkoop, vervoer, vervaardiging 8 jaar vrijheidsstraf en / of ∈45000 boete voorgenomen in- / uitvoer, verkoop, 6 jaar vrijheidsstraf en / of ∈45000 boete vervoer, vervaardiging voorbereiding van misdrijven witwassen van zwart geld vervaardigen en in de handel brengen van precursoren Bezit 4 jaar vrijheidsstraf en / of ∈45000 boete Bezit voor eigen gebruik 1 jaar vrijheidsstraf en / of ∈11250 boete Maximumstraffen Middelen op lijst II Opiumwet (softdrugs) invoer / uitvoer 4 jaar vrijheidsstraf en / of ∈45000 boete verkoop, vervoer, vervaardiging voor handelsdoeleinden Verkoop, vervoer, vervaardiging, bezit van meer 2 jaar vrijheidsstraf en / of ∈11250 boete dan 30 gram Verkoop, vervaardiging, bezit tot 30 gram 1 maand vrijheidsstraf en / of ∈2250 boete
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 11
6. Schoolbeleid Dit hoofdstuk betreft enkel een voorbeeld van schoolbeleid t.a.v. genotmiddelen. Iedere school is vrij om hier een eigen invulling aan te geven. Onze school wil bijdragen aan het welzijn van de leerlingen en medewerkers. Dat kan alleen wanneer de regels die we hebben opgesteld voor iedereen gelden. En wanneer iedereen zich eraan houdt: leerlingen en medewerkers. Ook voor het gebruik van genotmiddelen gelden regels. Ze zijn bedoeld om: bij te dragen aan ieders gezondheid te voorkomen dat iemand onnodig last heeft van anderen ervoor te zorgen dat de school haar belangrijkste functie (het geven en volgen van onderwijs) zo goed mogelijk kan uitvoeren. De genoemde regels gelden voor de dagelijkse gang van zaken op school. Een aantal regels geldt alleen voor speciale gelegenheden zoals feesten, werkweken en schoolreisjes. Wanneer er buiten school onder verantwoordelijkheid of in naam van de school (feestelijke) bijeenkomsten plaatsvinden, beschouwt de school het als haar verantwoordelijkheid om met organisatoren en exploitanten afspraken te maken over genotmiddelen gebruik en gokken. Zowel voor leerlingen als medewerkers kunnen explicietere sancties worden geformuleerd bij het niet naleven van de regels van de school. In de tekst zijn een aantal sancties opgenomen zoals momenteel worden toegepast. In de volgende paragrafen zullen de regels per onderdeel nader worden toegelicht. 6.1 Regels m.b.t. roken In school wordt niet gerookt. De wet stelt, dat de werkgever moet zorgen voor een rookvrije werkplek. Roken is alleen toegestaan op plekken die daar speciaal voor zijn aangewezen en die alleen voor rookdoeleinden worden gebruikt. De medemens mag geen hinder ondervinden van de rookoverlast. Vanuit de voorbeeldfunctie die medewerkers vervullen t.o.v. de leerlingen, is het strikt verboden voor medewerkers om in het zicht van leerlingen te roken. Dit geldt ook voor het schoolplein. Tijdens vergaderingen, werkbijeenkomsten en andere overleg situaties wordt niet gerookt. De aanwezigen bepalen of er gedurende de bijeenkomst een rookpauze wordt gehouden. In voorkomende gevallen wordt gebruik gemaakt van de door de vestigingsdirecteur aangewezen ruimten bedoeld onder het vorige punt. Voor iedereen geldt, dat hij of zij ophoudt met roken zodra derden daar hinder van ondervinden. Passief roken is immers schadelijk voor de gezondheid. Tijdens personeelsfeesten die een gezelligheidskarakter dragen, klassenavonden en andere (leerling)activiteiten voor de derde of hogere klassen die buiten de lesuren worden gehouden geldt dat de organisatoren – zo nodig in overleg met de directie - van tevoren met elkaar afspreken of, en zo ja waar er mag worden gerookt. Daarbij zijn de vorige punten van toepassing. In gevallen die niet in de voorgaande regels worden genoemd beslist de directie. Wanneer leerlingen de regels over roken overtreedt, wordt hij hierop aangesproken. Bij herhaling volgt een gesprek en kan de leerling bestraft wordt met nablijven na schooltijd en het maken van extra opdrachten. Medewerkers die de regels overtreden worden hierop aangesproken door de schoolleiding/teamleider.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 12
6.2 Regels m.b.t. alcohol Op school is het, tijdens lesdagen en op tijden waarop werk ten behoeve van het onderwijs wordt verricht, niet toegestaan onder invloed van alcohol te zijn. Wanneer iemand onder invloed van alcohol verkeert kan hij/zij niet goed werken of leren. Op klassenavonden, feesten, werkweken en andere bijeenkomsten van de drie laagste klassen worden voor geen van de aanwezigen alcoholhoudende dranken geschonken. Volgens de wet is het verboden om alcohol te verkopen aan personen onder de 16 jaar. Bovendien wil de school voorkomen, dat automatische koppeling ontstaat tussen alcohol en feestelijkheid: als het feestelijk moet worden, dan kan dat ook zonder alcohol. Op klassenavonden, feesten, werkweken en andere bijeenkomsten van klas vier en hoger kunnen op verzoek van leerlingen, ouders en docenten in beperkte mate alcoholhoudende dranken worden geschonken. De organisatoren zorgen altijd voor een aantrekkelijk aanbod van alcoholvrije dranken. Wanneer alcohol wordt geschonken, maken de organisatoren afspraken over toezicht en vervoer naar huis. Het is verboden om op school, klassenavonden, feesten, werkweken en andere onder de verantwoordelijkheid van de school georganiseerde bijeenkomsten, alcoholhoudende drank bij zich te dragen. Tijdens personeelsbijeenkomsten die een gezelligheidskarakter dragen, kan alcohol worden geschonken. Hierbij streeft de schoolleiding naar matigheid. Indien leerlingen aanwezig zijn of openlijk kunnen waarnemen wat er zich op deze bijeenkomsten afspeelt, dan speelt het voorbeeld gedrag van docenten een grote rol. Het niet schenken van alcohol heeft dan de voorkeur. In alle gevallen buiten de hierboven genoemde activiteiten (jubilea, afscheidsbijeenkomsten, diploma-uitreikingen, congressen en dergelijke) beslist de schoolleiding na overleg met de organisatoren over het schenken van alcohol. Alcoholvrij is in principe de norm, bij bijzondere gelegenheden kan daarvan worden afgeweken. De organisatoren zorgen altijd voor een aantrekkelijk aanbod van alcoholvrije dranken. Wanneer leerlingen de alcoholregels overtreedt volgt een gesprek. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij herhaling volgt schorsing voor maximaal twee dagen. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt, volgt bovendien uitsluiting van de activiteit of van de eerstvolgende activiteit. Medewerkers die de regels overtreden worden hierop aangesproken door de schoolleiding/teamleider. 6.3 Regels m.b.t. drugs Het is volgens de wet verboden drugs in bezit te hebben of te verhandelen (=dealen). Op school is bezit van en handel in (=dealen) drugs dus ook verboden. Op school is men niet onder invloed van drugs. Het gebruik is dus verboden. Wanneer iemand drugs heeft gebruikt, kan hij niet goed leren of werken. Op klassenavonden, feesten, werkweken, schoolreizen en andere feestelijke bijeenkomsten verkeert men niet onder invloed van drugs. Wanneer iemand de regels van drugs overtreedt of een vermoeden van drugsgebruik bestaat volgt een gesprek met een door de school aangewezen medewerker, bijvoorbeeld de mentor. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij herhaling volgt _______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 13
schorsing van maximaal twee dagen. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt, volgt uitsluiting van die activiteit of van een eerstvolgende activiteit. Wanneer er sprake is van handel (dealen) in drugs schakelt de schoolleiding de politie in. Dit kan door contact op te nemen met de schoolagent. 6.4 Regels m.b.t. dealen Dealen is niet toegestaan in en rond de school. Dealen is niet toegestaan tijdens buitenschoolse activiteiten zoals schoolfeest of werkweek. Onder dealen wordt verstaan het al dan niet gratis verstrekken, verkopen, kopen, vervoeren en afleveren van alle drugs (soft- en harddrugs). Wanneer aangetoond is dat iemand deze regel overtreedt kan de politie worden ingeschakeld. Afhankelijk van de ernst van de overtreding (hoeveelheid en soort drugs) en van de leeftijd van de leerling volgt schorsing of verwijdering van de school. Een school kan er ook voor kiezen om een gesprek met de leerling aan te gaan en te voldoen met een waarschuwing. Het is echter aan de school om hierin een keuze te maken. 6.5 Regels m.b.t. gokken / kansspelen Gokken / kansspelen mogen alleen worden uitgevoerd met een vergunning. Gokken om geld of goederen in welke vorm dan ook (kaartspelen, dobbelen, enz.), is verboden in de school en op het schoolterrein. Gokken op bijeenkomsten die onder verantwoordelijkheid van de school worden georganiseerd, is in principe verboden. De directie kan een uitzondering maken voor het organiseren van kansspelen waarvan de opbrengst ten goede komt aan een goed doel. Een vergunning is hiervoor noodzakelijk. Wanneer iemand de regels overtreedt, volgt een gesprek. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij herhaling volgt schorsing van maximaal twee dagen. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt, volgt bovendien uitsluiting van die activiteit of van een eerstvolgende activiteit. 6.6 Regels m.b.t. medicijngebruik Paracetamol wordt maximaal twee maal per dag aan dezelfde leerling uitgereikt. Paracetamol worden enkel door de docent van de desbetreffende klas op het betreffende moment uitgereikt. De leerling neemt de paracetamol in, in bij zijn van de verstrekker. In het klassenboek wordt per leerling een registratie van medicijngebruik bijgehouden. Voor overige medicijnen dient de verstrekker zich te houden aan de afspraken die met ouders gemaakt zijn. Registratie wordt bijgehouden in het klassenboek. Bij frequent paracetamol gebruik, ouders informeren zodat zij met hun kind een arts kunnen raadplegen. Bij scholen is het ook mogelijk dat de conciërge de paracetamol verstrekt. Het is wel aan te raden een registratie hierover bij te houden. 6.7 Regels tijdens reizen en excursies Roken in openbare gebouwen, in de bus en op de slaapkamers is verboden. Roken in gastgezinnen is alleen toegestaan na uitdrukkelijke toestemming van de gastouders. _______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 14
Het is absoluut verboden alcoholische dranken mee te nemen en tijdens de reis te nuttigen. Overdadig gebruik van en/of misbruik van alcoholische dranken is verboden. De reisleiding kan besluiten tot het uitvoeren van sancties. Dit op basis van vooraf door de school opgestelde richtlijnen en straffen. Gokken om geld is altijd verboden. Bezit van, handel in en/of gebruik van drugs is ten strengste verboden. Indien bezit van, handel in en/of gebruik van drugs wordt geconstateerd, zal de deelnemer onmiddellijk van verdere deelname aan de reis worden uitgesloten. Vervoer naar huis zal plaatsvinden op kosten van de ouders, dan wel, bij meerderjarigheid van de deelnemer, op eigen kosten. Indien de deelnemer tengevolge van bezit van en/of handel in drugs in aanraking komt met justitiële autoriteiten, in Nederland dan wel in het buitenland, zal de reisleiding onmiddellijk diens ouders in kennis stellen. Deze zullen dan voor verdere afhandeling zorg dienen te dragen. Bij meerderjarigheid van de deelnemer wordt deze geacht zelf de consequenties van zijn/haar handelen te dragen. Bij buitenlandse reizen en internationale uitwisselingen zullen ouders en leerlingen bovenstaande regels voor gezien en akkoord ondertekenen. Medewerkers die reizen begeleiden zullen niet in aanwezigheid van leerlingen roken. Medewerkers mogen bij gelegenheid maximaal twee alcoholische dranken nuttigen, mits minimaal twee begeleiders volledig sober blijven. Evenals bij leerlingen, is het gebruik van of dealen in drugs te allen tijde ten strengste verboden. Voor leerlingen die tijdens reis/kampweken geneesmiddelen moeten gebruiken, is het raadzaam afspraken te maken met ouders.
6.8 Uitzonderingen In bepaalde gevallen kan de schoolleiding besluiten van de hierboven genoemde afspraken af te wijken of afspraken aan te vullen. Als leerlingen vragen hebben over deze regels, kunnen ze daarvoor terecht bij hun mentor of klassenleraar. De school zal zich echter wel moeten houden aan bepaalde beperkingen zoals deze door de wet zijn opgelegd. Hieronder worden een aantal regels genoemd die van belang zijn voor de school.
De school moet zich ervan bewust zijn dat het schoolbeleid alleen geldig is binnen de schoolpoorten. Buiten de schoolpoorten is men gebonden aan de burger bevoegdheden. Men kan dan slechts tot corrigerend optreden. De politie kan worden ingeschakeld om repressief op te treden. Fouilleren is aan de burger niet toegestaan! Dit mag alleen de politie. Iedereen is bevoegd de verdachte aan te houden in geval van ontdekking op heterdaad. Het is echter verstandig om in zo’n geval de politie te waarschuwen zodat de verdachte zo snel mogelijk overgedragen kan worden. (bron: Art. 53 van het wetboek van strafvordering)
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 15
7. Opsporingsbeleid Dit hoofdstuk geeft een uitgebreide beschrijving van de mogelijkheden en beperkingen rondom het opsporingsbeleid van genotmiddelen op de school. Houd bij de beschreven maatregelen wel rekening met de regels die gelden bij het controleren van persoonlijke bezittingen. Het schoolgebouw en het bijbehorende terrein vormen privé-terrein. Om deze reden kan de schoolleiding personen die er niets te zoeken hebben verwijderen uit de gebouwen en de bijbehorende terreinen. Desnoods kan dit worden afgedwongen door de politie in te schakelen. De schoolregels mogen niet in strijd zijn met het algemeen geldende recht. Procedure bij het in beslag nemen van drugs door de school: Zorg ervoor dat de overhandiging of de inbeslagneming gebeurt in het bijzijn van een meerderjarige getuige. Het maakt in juridische zin niet uit wie dat is. In beslagneming mag alleen maar bij aanhouding op heterdaad van spullen die de verdachte bij zich heeft. Dit is geen toestemming om te fouilleren. Geef de leerling na het overhandigen of in beslag nemen een ontvangstbewijs met de naam van de school, de naam en functie van de ontvanger, datum, soort en hoeveelheid drugs. De ontvanger ondertekent en bewaart een kopie. De directie (school) is verplicht om de drugs zo spoedig mogelijk te overhandigen aan de politie. De school mag de drugs nooit vernietigen. De school mag een leerling nooit fouilleren of de persoonlijke bagage laten onderzoeken. Dit is alleen voorbehouden aan hen die uit hoofde van hun beroep onder bepaalde voorwaarden bevoegd zijn. Het openen van kluisjes van leerlingen op school is toegestaan. Het kluisje is tijdelijk ter beschikking gesteld van de leerling maar blijft eigendom van de school. De inhoud van het kluisje is eigendom van de leerling. Let op: er gelden wel twee voorwaarden: 1. het moet in het reglement zijn opgenomen dat de kluisjes mogen worden geopend door de schoolleiding of leerkracht, in principe, in het bijzijn van de leerling. De inhoud van het kluisje is immers eigendom van de leerling. 2. de spullen in het kluisje (tassen, jassen) mogen slechts doorzocht worden met toestemming van de leerling. De inhoud van het kluisje is immers eigendom van de leerling. Het is aan te raden de leerling zelf de tassen te laten leegmaken. Wanneer een leerling verdacht wordt van bezit van of handel in drugs wordt er allereerst een gesprek gevoerd door een of meer functionarissen van de school die vooraf zijn aangewezen (zie bijlage C). Het verdient aanbeveling dit gesprek met minimaal twee personen te voeren. Wanneer er sprake is van een strafrechtelijke overtreding en de politie gaat over tot een nader onderzoek kunnen schoolfunctionarissen namelijk gevraagd worden om als getuige op te treden. De politie zal de leerling nader ondervragen. Bij het betrappen op gebruik van softdrugs kan de school mogelijk zelf maatregelen nemen. Bij de handel in drugs (dealen) en bezit van andere drugs is er echter sprake van een strafbaar feit en is het raadzaam de politie in te schakelen. Toezien op naleving van beleid kan worden uitgevoerd op o.a.: 1. schoolgebouw: kluisjes, garderobes, toilet ruimten, stille hoekjes en trappenhuizen. _______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 16
2. school terrein: fietsenhok, fietsenkelder, stille hoekjes, parkeerterrein, bos en struikgewas 3. school omgeving: omliggende straten, steegjes, plekken waar jongeren samenkomen, bos en struikgewas. Denk er bij controles in de omgeving van de school wel aan dat het school reglement hier niet van toepassing is. Bovengenoemd toezicht kan op verschillende manieren worden uitgevoerd: School als privaat terrein. Het schoolgebouw en het bijbehorende terrein is privé-terrein. Dit biedt de mogelijkheid om personen van het terrein te verwijderen. Desnoods kan dit worden afgedwongen door de politie in te schakelen. De school kan regels opstellen (die niet in strijd zijn met het algemeen geldende recht) waaraan gebruikers van het gebouw en de bijbehorende terreinen zich dienen te houden. Fouilleren en doorzoeken persoonlijke bezittingen. (zie bij procedure) Doorzoeken kluisjes. (zie bij procedure) Er bestaat een mogelijkheid om bepaalde mensen op voorhand de toegang tot het terrein en/of de gebouwen te weigeren. Informatie hierover kunt u inwinnen bij de politie of uw schoolagent.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 17
8. Preventiebeleid Het preventiebeleid voor genotmiddelen gebruik kan op een aantal manieren tot uiting komen op scholen. In dit hoofdstuk worden een aantal mogelijkheden besproken. 8.1 Preventief controleren Ter preventie van genotmiddelen gebruik kan ervoor gekozen worden om preventief te controleren. Er zijn verschillende mogelijkheden voor de uitvoering van preventief controleren: 1. Dagelijks en incidenteel controleren 2. Structureel controleren 3. Aangekondigd of onaangekondigd controleren 4. Pleinwacht Belangrijke aandachtspunten voor de pleinwacht (docent) zijn: Let op verdachte auto’s en scooters. Voertuigen die vaak op hetzelfde tijdstip (tijdens pauzes) op een parkeerplaats of rond school staan. Vaak is het zo dat groepen scholieren zich ophouden rondom het voertuig. Let op verdachte personen. Personen waarvan bekend is dat zij geen deel uitmaken van de schoolpopulatie, maar die zich toch met regelmaat bij de school ophouden. Als het om dealers gaat zal het opvallen dat scholieren zich ophouden bij deze persoon. Professioneel toezicht. Bij sommige scholen wordt de pleinwacht opgevangen door professionele toezichthouders of bewakingsdiensten. Hier hangt wel een prijskaartje aan. Een voordeel is dat een of meerdere personen zich volledig kunnen richten op de veiligheid op en rond de school in de breedste zin van het woord. Het is in dit geval wel belangrijk dat er goede afspraken zijn gemaakt over de terugkoppeling van informatie. De school blijft immers verantwoordelijk voor de veiligheid. Camera toezicht. Camera toezicht kan preventief werken tegen allerlei overtredingen zoals diefstal, vandalisme, intimidatie en dealen op school. Het kan incidenten voorkomen of helpen bij het opsporen van daders. Dit is echter alleen toegestaan door politie. De wet en andere maatschappelijke spelregels zorgen voor beperkingen. Camera toezicht is alleen toegestaan als duidelijk is aangegeven op de verschillende plekken in en rond de school dat er opnames worden gemaakt. De school moet volgens de wet ook kunnen aantonen dat zij een redelijk belang heeft bij de aanleg van het camerasysteem, dan wel dat zij dit voor de uitvoering van haar taken nodig heeft (zorg dragen voor de veiligheid van de school en omgeving). Het is dan ook van belang om duidelijk onderscheid te maken tussen de taken van de politie en de taken van de school op het gebied van veiligheid.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 18
8.2 Signaleren en begeleiden Er zijn verschillende signalen waar te nemen die op het gebruik van drugs kunnen duiden. Problemen met genotmiddelen zijn niet makkelijk te signaleren. Veelal zijn de signalen algemeen en a-specifiek en is het gedrag voor velerlei uitleg vatbaar. Dus wees voorzichtig met voorbarige conclusies, ga eerst met de betreffende leerling in gesprek. Hieronder volgt een overzicht van een aantal algemene verschijnselen. In bijlage A is een overzicht opgenomen van verschijnselen die specifiek bij een bepaald genotmiddel horen. Algemene verschijnselen: Concentratieproblemen Relatieproblemen Sociaal isolement Schoolverzuim Verlies van vrienden, verandering van vriendenkring Nalatigheid met afspraken Geen interesse in de omgeving Veelvuldig praten over middelen en gebruik of over gokken en geld Sterk afwijkend gedrag Tijdens de les vaak naar het toilet willen Regelmatig vragen naar een hoofdpijn pilletje Vele ongelukjes Dalende prestaties Maandagmorgen-verzuim Bij signaleren kunnen de volgende stappen worden onderscheiden: Waarnemen Er valt iets op bij een leerling. Herkennen Het gedrag is niet normaal voor de betreffende leerling. Interpreteren Men denkt dat de leerling een probleem heeft mogelijk gerelateerd aan het gebruik van genotmiddelen. Toetsen Interpretatie aftasten bij collega’s. Een gesprek Komt de waarneming overeen met wat de leerling vindt? Analyseren Wat is er aan de hand? Is er een probleem? Voor wie is het een probleem? Kanttekeningen bij signaleren: één signaal zegt nog niet veel. Pas wanneer een signaal zich in hevige mate en in combinatie met andere signalen voordoet kan het worden opgevat als indicatie voor gebruik van genotmiddelen een signaal kan meerdere oorzaken hebben en hoeft niet van genotmiddelen gebruik afkomstig te zijn. (verliefdheid, alcohol gebruik kan voor een euforische stemming zorgen, hooikoorts voor rode ogen) Kanttekeningen bij het gesprek: Het is belangrijk om voorafgaand aan het gesprek een aantal zaken op een rijtje te zetten. Belangrijke zaken hierbij zijn: wat wil ik bereiken, ben ik bekend met de achtergrond van de leerling, wat zijn de regels van de _______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 19
school en wat wordt er op de school gedaan op het gebied van genotmiddelen gebruik. Realiseer je altijd dat wat jij als probleem ziet, door de leerling (nog) helemaal niet als probleem hoeft te worden gezien. In het eerste gesprek dienen de volgende punten aan bod te komen: 1. Hoe gaat het met je, op school en daarbuiten? 2. Wat is er aan de hand? 3. Klopt het wat ik heb gemerkt? Wat merk je bij jezelf? 4. Heeft het te maken met genotmiddelen? 5. Wil je iets aan de situatie veranderen? Vermijd in het gesprek zoveel mogelijk de volgende rollen: 1. rechercheur: ondervragen 2. dominee: preken en moraliseren 3. aanklager: beschuldigen 4. heerser: waarschuwen en dreigen 5. commandant:”bevelen en voorschrijven 6. expert: adviseren
Hulpmogelijkheden van buiten de school Dit is noodzakelijk wanneer het gaat om ernstige problemen of wanneer de leerling geen hulp van de school wil. Voorbeelden van organisaties zijn: Algemeen Maatschappelijk werk, Riagg, instelling voor jeugdhulpverlening, Mondriaan Zorggroep divisie verslavingszorg Een uitgebreid overzicht van hulpinstanties is opgenomen in bijlage B
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 20
8.3 schoolSlag-aanbod op gebied van genotmiddelen Er zijn verschillende programma’s beschikbaar ter ondersteuning van het schoolbeleid rondom genotmiddelen. Hier onder volgt een overzicht. 1. Gezonde school en genotmiddelen Een zeer uitgebreid project met als doel het voorkomen van riskant experimenteer gedrag van jongeren omtrent drugs, alcohol en gokken. Het lespakket leert leerlingen beter de risico’s in te schatten van drugs- en alcoholgebruik. Daarnaast geeft het programma handvatten voor de ontwikkeling van een beleid ten aanzien van genotmiddelen gebruik. 2. Gezonde school en genotmiddelen voor risicogroepen Dit project richt zich op het ontwikkelen en in stand houden van een schoolgezondheidsbeleid rondom genotmiddelen. Het programma bestaat uit de volgende onderdelen: • Cursus voor docenten gericht op signaleren, begeleiden en verwijzen van leerlingen met problemen. • Middelenvoorlichting voor docenten. • Ouderparticipatie in de vorm van ouderavonden en de cursus ‘Alcohol, drugs en opvoedingsondersteuning’. • Lesmaterialen. 3. Verhalend ontwerpen Hier wordt (alcohol)preventie in de vorm van een verhalend ontwerp uitgevoerd. Jongeren ontwerpen aan de hand van de methodiek een eigen alcohol informatiepunt. De methodiek van verhalend ontwerpen roept grote betrokkenheid op bij de jongeren en brengt verdieping in het onderwerp teweeg. Daarnaast betrekt deze methode de ouders bij het thema door onder andere een ouderavond waarop het product dat de leerlingen gemaakt hebben wordt gepresenteerd. Verhalend ontwerpen vormt een onderdeel van het project ‘De Gezonde school en genotmiddelen’, maar kan ook zelfstandig uitgevoerd worden. Deze methodiek is met name geschikt voor het VSO en VMBO. 4. No deal Deze handleiding stelt scholen in staat om een duidelijke aanpak te formuleren en op te treden wanneer er in en rond de school drugs wordt verhandeld. 5. De rookvrije school Een project van Stivoro dat scholen de mogelijkheid bied om op een effectieve manier om te kunnen gaan met een beleid tegen roken. De school kan hiermee een predikaat rookvrije school ontvangen. 6. Actie tegengif Een Europese niet roken wedstrijd met als doel het voorkomen dat jongeren gaan roken en rokende jongeren motiveren hier niet mee door te gaan. 7. No way / Be free Lespakket voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs gericht op het voorkomen van roken door jongeren. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het oefenen van sociale vaardigheden. _______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 21
8. Opvoedingsondersteuning De cursus ‘Alcohol, drugs en opvoedingsondersteuning’ wordt uitgevoerd door Verslavingspreventie Mondriaan Zorggroep. Ouders worden getraind om in gesprek te gaan en te blijven over het gebruik van genotmiddelen met hun kinderen. Vergaren van kennis en het aanleren van vaardigheden staan in de cursus centraal. De cursus is bestemd voor ouders van nog niet gebruikende of experimenterende jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Meer informatie over deze projecten is te verkrijgen via de schoolSlag-adviseur en het jaarlijks geactualiseerde overzicht “schoolSlag-aanbod”. Meer informatie over landelijk beschikbare projecten en activiteiten is te vinden op www.gezondeschool.nl. Via de digitale schoolSlag nieuwsflits houden de schoolSlag-partners het onderwijs graag op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op dit terrein.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 22
9. Plan van aanpak In onderstaand schema wordt kort weergegeven hoe gehandeld kan worden bij overtredingen. Bij de invoering van onderstaand schema in de praktijk is het belangrijk dat de taken en verantwoordelijkheden binnen school goed verdeeld zijn. Bijlage C is een hulpmiddel om dit binnen uw school goed af te kunnen stemmen.
Reglement genotmiddelen in de schoolpraktijk Uitgangspunt: regels moeten op een positieve manier bijdragen aan een goede sfeer en een gezond leefklimaat en moeten bekend zijn bij de leerlingen. Gesprek met leerlingbegeleider is op elk moment mogelijk.
Constateren van gebruik
Vermoeden van gebruik Schoolpersoneel
Gesprek met de schoolleiding
Ouders / verzorgers worden ingelicht. Leerling wordt opgehaald
Gesprek met mentor het reglement wordt duidelijk gemaakt
Gesprek met de schoolleiding
Gebruik stopt
Probleem opgelost
Leerling wordt opnieuw betrapt
Ouders / verzorgers worden ingelicht schorsing volgt
Geconstateerd dealen
Gesprek met schoolleiding. Ouders, politie en leerplicht-amtenaar worden ingelicht
Gebruik stopt
Vermoeden bestaat nog steeds
Gesprek met leerling begeleider over hulpaanbod
Leerling krijgt hulp volgens protocol
Beoordeling functioneren
Gesprek met schoolleiding / mentor over vermoeden en eventueel een gesprek met ouders / verzorgers
Leerling slaat aanbod af. Ouders worden ingelicht.
Probleem opgelost
Verwijdering Dr. Kuno van Dijk Stichting
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 23
10. Geraadpleegde literatuur 10.1 Folders Bessems, K, Leurs, M. (2004). SchoolSlag-aanbod 2004-2005. NIGZ, Woerden & GGD Zuidelijk Zuid Limburg, Maastricht. De Vreede, J., Rademaker, C.W., Gras, A., & Leurs, M.T.W. (2003) Jongerenonderzoek 2001. Resultaten scholierenonderzoek Regio Zuidelijk Zuid-Limburg.Maastricht: GGD. Dr. Kuno van Dijk Stichting (2003). Het reglement in de schoolpraktijk Genotmiddelen. Friesland: Dr. Kuno van Dijk Stichting, verslavingszorg. Trimbos-instituut (2001) Cocaïne de antwoorden. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (2002) Doping de antwoorden. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (2001) Ecodrugs, smartproducts en smartdrugs de antwoorden. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (2002) Hasj en weed de antwoorden. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (2002) Heroïne de antwoorden. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (1998) Handboek De Gezonde School en Genotmiddelen voortgezet onderwijs. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (2000) Handleiding Leerlingen, school en genotmiddelen. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (2001) No deal!! Handboek voor de aanpak van dealen op school. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (2002) Paddo’s de antwoorden. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (1997) Reglementeren en genotmiddelen. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (1996) Signaleren, begeleiden en genotmiddelen. Utrecht:Trimbosinstituut. Trimbos-instituut (2001) Slaap- en kalmeringsmiddelen de antwoorden. Utrecht:Trimbosinstituut. Trimbos-instituut (2002) Speed de antwoorden. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (2002) Tripmiddelen de antwoorden. Utrecht:Trimbos-instituut. Trimbos-instituut (2002) XTC de antwoorden. Utrecht:Trimbos-instituut.
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 24
10.2 Internetsites Een beschrijving van de betreffende internetsites en overige interessante websites zijn opgenomen in bijlage F www.alcoholinfo.nl www.drugsinfo.nl www.trimbos.nl www.jellinek.nl www.sidv.nl www.stivoro.nl www.minjust.nl www.vetverkeerd.nl www.openbaarministerie.nl http://www.fk.cvz.nl www.gezondeschool.nl
_______________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs 25
Bijlagen I. J. K. L.
M. N. O. P.
Overzicht verschijnselen per genotmiddel Belangrijke samenwerkingspartners Overzicht taken en verantwoordelijkheden Voorbeeld brief voor ouders Beknopte beschrijving voor in schoolgids Overzicht belangrijke websites Overzicht opiumwet lijst I en II Folders genotmiddelen
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Bijlage A. Verschijnselen per genotmiddel In deze bijalge wordt een overzicht gegeven van de verschillende verschijnselen per genotmiddel ingedeeld per groep. 1. Verdovend Alcohol (bier, wijn) Psychisch erg vrolijke of depressieve stemming slagvaardig en luidruchtig, meer durven, verlegenheid verdwijnt lichte stoornissen in oordeel en kritiek licht te ontroeren, snel sentimenteel roes verschilt per persoon: stil bekvechten, zich verontschuldigen, agressief, seksueel ontremd
Lichamelijk hoofdpijn duf adem ruikt naar alcohol wat opgezwollen, rood gezicht spraakstoornissen motorische stoornissen transpiratie braken
Benzodiazepinen (slaap- en kalmeringsmiddelen) Lichamelijk Psychisch prikkelbaar verwaarlozing van uiterlijk en werk vechtlustig de neiging om in de namiddag te geen controle over emoties struikelen of te vallen onverschillig sufheid vermindering van angsten en traag spanningen verminderd concentratie en reactie vermogen Heroïne Psychisch kortdurende euforie verminderde angstgevoelens emotionele vervlakking
2. Stimulerend Nicotine (tabak) Psychisch Opwekkend
Lichamelijk vermindering van pijn gevoel dempen van hoestprikkels verstopping risico op ondervoeding en verwaarlozing
Lichamelijk hoesten irritaties aan ogen en neus kleding ruikt naar rook versnellen hartslag trillende handen koude vingers en tenen bruine vingers
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
XTC (extacy) Psychisch sociaal ontspannen lichte roes energiek oververmoeidheid (na afloop) Cocaïne Psychisch oppeppend hongergevoel en vermoeidheid verdwijnen euforie oververmoeidheid (bij stoppen) slapeloosheid geprikkeld angsten
Amfetaminen (speed, pep) Psychisch slapeloosheid toenemende helderheid en geestelijke activiteit zelfkritiek neemt af prikkelbaar
3. Bewustzijnsveranderend Cannabis (hasj en weed) Psychisch eufore stemming “high”: alles is “te gek” versterking zintuiglijke prikkels: bijvoorbeeld muziek klinkt mooier introvert gedrag vergeetachtig bij het praten onverschillig honger: “vreetkick” lach- en giechelbuien: “lachkick” onderschatting van de lichamelijke prestaties lancunes in korte-termijn-geheugen passief, desinteresse
Lichamelijk wijde pupillen bewegen moeilijk te coördineren misselijk droge keel en mond Lichamelijk versnelling van ademhaling verlaging of verhoging van de hartslag een tijdelijke toename van de spierkracht en uithoudingsvermogen licht stijging van de lichaamstemperatuur droge slijmvliezen frequent urineren gewichtsverlies uitputting van het lichaam Lichamelijk rusteloze indruk beweeglijk aan één stuk door praten schrikachtig en snel geprikkeld rillerig, bleek minder moe geringe eetlust gewichtsverlies
Lichamelijk draaierig, licht duizelig, oor suizen zware benen en armen: “stoned” rillerig, beverig, koude neuspunt en vingers droge mond en keel, pijn in de borst, dorst rode ogen, trillen van handen of tong hartkloppingen lichtschuw, echter geen pupilverwijding
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Tripmiddelen (LSD, Psilocybine, mescaline) Lichamelijk Psychisch in zichzelf gekeerd pupilverwijding hallucinaties transpiratie polsversnelling misselijk droge mond wazig zien moe duizelig 4. Overige Gokken Psychisch zenuwachtig spanningen slapeloosheid verminderd concentratievermogen
Lichamelijk verwaarlozen gezondheid Andere verschijnselen financiële problemen regelmatig geld lenen
Snuifmiddelen (lijm, benzine, ether, tri) Psychisch Lichamelijk euforie lach- en giechelbuien stoornissen in fijnere bewegingen desoriëntatie in tijd en ruimte lancunes in het korte-termijn geheugen
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Bijlage B. Belangrijke samenwerkingspartners Belangrijke adressen in de regio: Verslavingspreventie Mondriaan Zorggroep Wilhelminasingel 68 A 6221 BK Maastricht 043-3254081 Contactpersoon: Marijke Bouts,
[email protected] GGD Zuidelijk Zuid Limburg Postbus 3973 6202 NZ Maastricht 043-3821887 Contactpersoon: Nicole Boot
[email protected] Riagg Maastricht Afdeling peventie Parallelweg 45-47 6221 BD Maastricht 043-3299699 Contact persoon: Truus Gelissen
[email protected] Regiopolitie Limburg-Zuid District Maastricht Postbus 1230 6201 BE Maastricht 0900-8844 Justitie Rechtbank Maastricht Sector Misdrijfzaken Sint Annadal 1 Postbus 1989 6201 BZ Maastricht 043-3465465
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Belangrijke adressen in het land:
Trimbos-instituut Afdeling preventie Postbus 725 3500 AS Utrecht 030-2971100 Contact persoon: Aukje Sannen
[email protected] Nederlandse Vereniging voor Leerlingbegeleiders (NVL) Postbus 239 2180 AE Hillegom 0252-523033 NIGZ steunpunt Gezonde School Postbus 500 3440 AM Woerden 0348-437600 Contact persoon: Goof Buijs
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Bijlage C. Overzicht taken en verantwoordelijkheden Wie doet wat bij overtredingen met drugs. Op basis van onderstaande situatie beschrijvingen kan per school een overzicht worden gemaakt van de verantwoordelijke personen. Situatie 1 Er wordt drugs gevonden op school • Bij wie binnen school doet het personeelslid dat drugs heeft gevonden melding? …………………………………………………………………………………. • Wie beslist of en onderneemt dat er contact opgenomen wordt met de politie? ………………………………………………………………………………….. • Wie onderzoekt wie verantwoordelijk is voor de drugs op school? ………………………………………………………………………………….. • Doet de school melding of aangifte? In welke situatie melding en welke aangifte? ………………………………………………………………………………….. • Hoe verloopt de communicatie richting personeel, leerlingen en ouders? ………………………………………………………………………………….. Situatie 2 Er wordt een leerling betrapt op dealen • Bij wie binnen de school doet het personeelslid dat het dealen heeft geconstateerd melding? ………………………………………………………………………………….. • Wie gaat/gaan met de leerling in gesprek? ………………………………………………………………………………….. • Wie beslist of en onderneemt dat er contact opgenomen wordt met de politie? ………………………………………………………………………………….. • Doet de school in zo’n geval melding of aangifte? In welke situatie melding en in welke aangifte? ………………………………………………………………………………….. • Hoe worden ouders/verzorgers geïnformeerd en wie gaat dat doen? ………………………………………………………………………………….. • Welke maatregel neemt de school zelf naar de leerling toe? Wordt deze bijvoorbeeld geschorst? Zo ja, voor hoe lang? ………………………………………………………………………………….. • Hoe verloopt de communicatie richting personeel, en medeleerlingen? ………………………………………………………………………………….. Situatie 3 School wordt geconfronteerd met een dealer van buiten school • Bij wie binnen de school doet het personeelslid dat het dealen heeft geconstateerd melding? ………………………………………………………………………………….. • Wie neemt contact op met de politie? ………………………………………………………………………………….. • Doet de school melding of aangifte? In welke situatie melding en in welke aangifte? ………………………………………………………………………………….. • Onderneemt de school zelf actie richting dealer? Wat? En in welke situatie wel/niet? ………………………………………………………………………………….. • Hoe verloopt de communicatie met personeel, leerlingen, ouders? ………………………………………………………………………………….. • Wie onderhoudt contact met de politie over het verloop van het onderzoek? …………………………………………………………………………………..
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Bijlage D. Voorbeeld brief voor ouders Plaats,………………….. Datum,………………….. Geachte ouders / verzorgers,
Uw zoon / dochter maakt deel uit van onze schoolgemeenschap waarin leerlingen, docenten, onderwijsondersteunend personeel en directieleden met elkaar leven en werken. Met het oog op een aangenaam leef- en werkklimaat besteden wij op onze school aandacht aan omgaan met elkaar en het voorkomen van problemen rond allerlei onderwerpen zoals pesten, criminaliteit, agressie en gebruik van genotmiddelen. Over dit laatste onderwerp gaat deze brief. Bij opgroeien hoort keuzes maken. Ouders en school kunnen jongeren daarbij helpen, maar uiteindelijk zijn de jongeren zelf verantwoordelijk voor hun gedrag. Een deel van de jongeren zal experimenteren met genotmiddelen, en sommigen zullen hun grenzen aftasten. Het betreft dan meestal roken, het drinken van alcohol en het gebruik van hasj of wiet. Echter aan het gebruik van deze middelen zijn risico’s verbonden en goede voorlichting is dan ook van belang. Daarom is de school al enige tijd bezig met het geven van voorlichting aan de leerlingen over dit onderwerp. Op dit moment hebben wij er als school voor gekozen om extra aandacht te besteden aan genotmiddelen. Niet omdat er enige reden is tot ongerustheid op onze school, maar omdat de maatschappelijke ontwikkelingen zodanig zijn dat we menen dat we onze leerlingen moeten voorbereiden op het moment dat zij daarmee in aanraking komen. Om de leerlingen op een effectieve manier te kunnen begeleiden is er op school een protocol opgesteld gericht op de regels en sancties rondom genotmiddelen op en rondom de school. De opvatting van de school is dat we samen met ouders een taak hebben om de gezondheid van onze jongeren te bewaken en te bevorderen. Om deze redenen informeren wij u over onze activiteiten. Een van de dingen die daarbij kunnen helpen is het voeren van een gesprek met uw kind over het gebruik van genotmiddelen. U kunt altijd contact met de school opnemen als u zelf ideeën hebt over hoe ouders en de school kunnen samenwerken of als u meer informatie wilt hebben over de aanpak van de school. We hopen u met deze brief van dienst te zijn geweest. Met vriendelijke groeten, ……………………..
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Bijlage E. Beknopte beschrijving voor in schoolgids Onze school wil bijdragen aan het welzijn van leerlingen en medewerkers. Dat kan alleen wanneer de regels die we hebben opgesteld voor iedereen gelden. En wanneer iedereen zich eraan houdt: leerlingen en personeel. Ook voor het gebruik van genotmiddelen gelden regels. Ze zijn bedoeld om: Bij te dragen aan ieders gezondheid. Te voorkomen dat iemand onnodig last heeft van anderen. Ervoor te zorgen dat de school haar belangrijkste functie (het geven en volgen van onderwijs) zo goed mogelijk kan uitvoeren. Regels m.b.t. roken In school wordt niet gerookt. Tijdens personeelsfeesten die een gezelligheidskarakter dragen, klassenavonden en andere (leerling)activiteiten voor de derde of hogere klassen die buiten de lesuren worden gehouden geldt dat de organisatoren –zo nodig in overleg met de directie--van tevoren met elkaar afspreken of, en zo ja waar er mag worden gerookt. De voorkeur gaat uit naar een rookvrij feest. Regels m.b.t. alcohol Op school is het niet toegestaan onder invloed van alcohol te zijn. Op klassenavonden, feesten, werkweken en andere bijeenkomsten van de drie laagste klassen worden voor geen van de aanwezigen alcoholhoudende dranken geschonken. Op klassenavonden, feesten, werkweken en andere bijeenkomsten van klas vier en hoger kunnen op verzoek van leerlingen, ouders en docenten in beperkte mate alcoholhoudende dranken worden geschonken. Het is verboden om op school, klassenavonden, feesten en werkweken alcoholhoudende drank bij zich te dragen. Tijdens personeelsbijeenkomsten die een gezelligheidskarakter dragen, kan alcohol worden geschonken. Hierbij streeft de schoolleiding naar matigheid. Regels m.b.t. drugs Het is op school verboden drugs in bezit te hebben of te verhandelen. Het gebruik van drugs op school is verboden. Op klassenavonden, feesten, werkweken, schoolreizen en andere feestelijke bijeenkomsten verkeert men niet onder invloed van drugs. Regels m.b.t. dealen Dealen is niet toegestaan. Dealen is niet toegestaan tijdens buitenschoolse activiteiten zoals schoolfeest of werkweek. Onder dealen wordt verstaan het al dan niet gratis verstrekken, verkopen, kopen, vervoeren en afleveren van alle drugs (soft- en harddrugs). Regels m.b.t. gokken Gokken om geld of goederen in welke vorm dan ook (kaartspelen, dobbelen, enz.), is verboden in de school en op het schoolterrein. Gokken op bijeenkomsten die onder verantwoordelijkheid van de school worden georganiseerd, is in principe verboden. De directie kan een uitzondering maken voor het organiseren van kansspelen waarvan de opbrengst ten goede komt aan een goed doel.
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Regels m.b.t. medicijngebruik Paracetamol wordt maximaal twee maal per dag aan dezelfde leerling uitgereikt. In het klassenboek wordt per leerling een registratie van medicijngebruik bijgehouden. Voor overige medicijnen dient de verstrekker zich te houden aan de afspraken die met ouders gemaakt zijn. Registratie wordt bijgehouden in het klassenboek. De verstrekking van medicatie kan ook via de conciërge worden geregeld. Ouders informeren bij overmatog paracetamol gebruik. Regels m.b.t. reizen en excursies Roken in openbare gebouwen, bus of slaapkamer is verboden. Roken in gastgezinnen is alleen toegestaan na nadrukkelijke toestemming van het gastgezin. Het nuttigen en meenemen van alcohol houdende dranken tijdens de reis is verboden. Bezit van en handel in drugs is ten strengste verboden. Gokken voor geld is verboden. Duidelijke afspraken maken met ouders over de verstrekking van medicijnen. Als leerlingen vragen hebben over deze regels, kunnen ze daarvoor terecht bij hun mentor of klassenleraar. Binnen de school is een uitgebreid genotmiddelenprotocol beschikbaar.
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Bijlage F. Overzicht belangrijke websites Een overzicht van handige websites gericht op genotmiddelen en medicatie. www.alcoholvoorlichting.nl Website van het NIGZ. Deze site is een portaal voor de websites: alcoholinfo.nl, drinktest.nl en dekaterkomtlater.nl. www.alcoholinfo.nl Website van het NIGZ. Deze site is een alcoholvraagbaak voor het publiek. Het bevat alles over alcohol, drinkadviezen, omgaan met drinkers, adressen etc. www.drinktest.nl Website van het NIGZ. Deze site bevat een test voor regelmatige alcoholdrinkers die hun drink gedrag willen analyseren. www.dekaterkomtlater.nl Website van het NIGZ. site met informatie over alcohol voor jongeren en studenten. www.alcoholenopvoeding.nl Website van STAP. Site over alcohol en opvoeding voor ouders en kinderen van 10 tot 15 jaar. De website is onderdeel van het project Alcohol en Jongeren, dat als doel heeft het alcohol gebruik van jongeren te doen verminderen. www.alcoholpreventie.nl Website van STAP. Site gericht op alcoholpreventie voor ouders en jongeren. www.jellinek.nl Website van Jellinek. Deze site bevat informatie over alcohol, gokken en drugs. Binnen de site kan een keuze worden gemaakt tussen hulp, informatie en advies. www.drugsinfo.nl Website van het Trimbos Instituut. Deze site bevat algemene informatie over drugs en over verschillende soorten drugs. Er is een onderverdeling gemaakt tussen specifieke informatie voor ouders, school en vrije tijd. www.trimbos.nl Website van het Trimbos Instituut. Site met informatie over drugs, persberichten, factsheets over drugs, nationale drugsmonitor (recente cijfers), drugsinfolijn. www.dgsg.nl Website van het trimbos instituut. Deze site bevat een overzicht van de ondersteuningsmogelijkheden vanuit het programma “De gezonde school en genotmiddelen” voor basis en voortgezet onderwijs. www.sidv.nl Website van het Steun- en informatiepunt Drugs en Veiligheid. Deze site bevat informatie en geeft ondersteuning bij het ontwikkelen en uitvoeren van drugsbeleid op lokaal niveau.
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
www.stivoro.nl Website van Stivoro. De site bevat informatie over Stivoro, roken, de tabakswet, stoppen met roken en rookpreventie. www.rokeninfo.nl Website van Stivoro. Dit is de startpagina voor alle jongerensites van Stivoro. www.stoppeneffectief.nl Website van Stivoro. Deze site bevat informatie over hulpmiddelen en –methoden voor het stoppen met roken die de kans op succes flink verhogen. www.minjust.nl Website van het Ministerie van Justitie gericht op straffen, wet en regelgeving. www.vetverkeerd.nl Jeugdsite van het openbaar ministerie met informatie over straffen, wet en regelgeving. www.openbaarministerie.nl Website van het openbaar ministerie gericht op wet en regelgeving. http://www.fk.cvz.nl Website van het College voor zorgverzekeraars. Deze site bevat een database van alle soorten medicatie met bijbehorende werking, bijwerkingen en dosering. www.gezondeschool.nl Website van het landelijk steunpunt Gezonde School.
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Bijlage G. Overzicht lijst I en II van de Opiumwet Lijst I International Non-proprietary Name (INN)1
andere benamingen
nadere omschrijving
Acetorfine
–
–
acetyl-alfa-methylfentanyl
N-[1-(alfa-methylfenethyl)-4piperidyl]-acetanilide
–
acetyldihydrocodeïne
4,5-epoxy-3-methoxy-Nmethylmorfinan-6-yl-acetaat
acetylmethadol
–
alfacetylmethadol
–
alfameprodine
–
alfamethadol
– alfa-methylfentanyl
N-[1(alfa-methylfenethyl)-4piperidyl]propionanilide
alfa-methylthiofentanyl
N-[1-[1-methyl-2-(2thienyl)ethyl]-4piperidyl]propionanilide
alfaprodine
–
alfentanil
–
allylprodine
–
amfetamine
–
anileridine
–
benzethidine
–
–
benzylmorfine
betacetylmethadol
–
–
beta-hydroxy-3-methylfentanyl
N-[1-(beta-hydroxyfenethyl)3-methyl-4piperidyl]propionanilide
–
beta-hydroxyfentanyl
N-[1-(beta-hydroxyfenethyl)4-piperidyl]-propionanilide
betameprodine
–
betamethadol
–
betaprodine
–
bezitramide
–
–
bolkaf
brolamfetamine
–
cathinon
– 2C-B
clonitazeen
3-benzoyloxy-4,5-epoxy-Nmethyl-7-morfineen-6-ol
alle delen van de plant Papaver somniferum L. na het oogsten, met uitzondering van het zaad
4-bromo-2,5dimethoxyfenetylamine
–
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
International Non-proprietary Name (INN)1
andere benamingen
nadere omschrijving
–
cocablad
bladeren van planten van het geslacht Erythroxylon
–
cocaïne
(-)-3-betabenzoyloxytropaan-2-betacarbonzure methylester
–
codeïne
4,5-epoxy-3-methoxy-Nmethyl-7-morfineen-6-ol
codoxim
–
–
concentraat van bolkaf
desomorfine
–
dexamfetamine
–
dextromoramide
–
dextropropoxyfeen
–
diampromide
–
diëthylthiambuteen
–
–
N,N-diëthyltryptamine, DET
difenoxine
–
difenoxylaat
–
dihydrocodeïne
–
–
dihydroethorfine
7,8-dihydro-7-alfa-[1-(R)hydroxy- 1-methylbutyl]6,14-endo-ethanotetrahydro-oripavine
–
dihydromorfine
4,5-epoxy-Nmethylmorfinan-3,6-diol
dimefeptanol
–
dimenoxadol
–
–
2,5-dimethoxyamfetamine, DMA (±)-2,5-dimethoxy-alfamethylfenethylamine
–
2,5-dimethoxy-4ethylamfetamine, DOET
(±)-4-ethyl-2,5-dimethoxyalfa-methylfenethylamine
–
2,5-dimethoxy-4methamfetamine, STP, DOM
2,5-dimethoxy-alfa,4dimethylfenethylamine
dimethylthiambuteen
–
–
N,N-dimethyltryptamine, DMT
dioxafetylbutiraat
–
dipipanon
–
–
DMHP
het materiaal dat wordt verkregen door bolkaf te onderwerpen aan een behandeling ter concentratie van zijn alkaloïden
3-[2(diethylamino)ethyl]indol
3-[2(dimethylamino)ethyl]indol
3-(1,2-dimethylheptyl)7,8,9,10-tetrahydro-6,6,9-
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
International Non-proprietary Name (INN)1
andere benamingen
nadere omschrijving trimethyl-6Hdibenzo[b,d]pyran-1-ol
drotebanol
–
–
ecgonine
3-hydroxy-2tropaancarbonzuur
–
N-ethyl-3,4-methyleendioxyamfetamine, N-ethyl-MDA
(±)-N-ethyl-alfa-methyl-3,4(methyleendioxy)fenethylamine
ethylmethylthiambuteen
–
–
ethylmorfine
eticyclidine
–
etonitazeen
–
etorfine
–
etoxeridine
–
etryptamine
–
fenadoxon
–
fenampromide
–
fenazocine
–
fencyclidine
–
fenetylline
–
fenmetrazine
–
fenomorfan
–
fenoperidine
–
fentanyl
–
folcodine
–
–
furethidine
1-(2tetrahydrofurfuryloxyethyl)-4fenyl-piperidine-4carbonzure ethylester
–
hennepolie
concentraat van planten van het geslacht Cannabis (hennep) verkregen door extractie van hennep of hasjiesj, al dan niet vermengd met olie
–
heroïne, diamorfine
4,5-epoxy-17methylmorfinan-3,6-diyldiacetaat
hydrocodon
–
hydromorfinol
–
hydromorfon
–
–
N-hydroxymethyleen-dioxyamfetamine, N-hydroxyMDA
4,5-epoxy-3-ethoxy-Nmethyl-7-morfineen-6-ol
(±)-N-[alfa-methyl-3,4(methyleendioxy)-
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
International Non-proprietary Name (INN)1
andere benamingen
nadere omschrijving fenethyl]hydroxylamine
hydroxypethidine
–
isomethadon
–
ketobemidon
–
levamfetamine
–
levofenacylmorfan
–
–
levomethamfetamine
levomethorfan
–
levomoramide
–
levorfanol
–
(-)-N,alfadimethylfenethylamine
lysergide mecloqualon
–
–
mescaline
metamfetamine
–
metamfetamine racemaat
–
metazocine
–
methadon
–
–
methadon-tussenproduct
methaqualon
–
–
methcathinon
(2-methylamino)-1fenylpropaan-1-on
–
2-methoxy-4,5methyleendioxyamfetamine, MMDA
2-methoxy-alfa-methyl-4,5(methyleendioxy)fenethylamine
–
4-methylaminorex
(±)-cis-2-amino-4-methyl-5fenyl-2-oxazoline
methyldesorfine
–
methyldihydromorfine
–
–
(±)-N,alfa-dimethyl-3,43,4methyleendioxymethamfetamine, (methyleendioxy)MDMA fenethylamine
methylfenidaat
–
–
3-methylfentanyl
N-(3-methyl-1-fenethyl-4piperidyl)propion-anilide
–
MPPP
1-methyl-4-fenyl-4piperidinol propionaat (ester)
–
4-methylthioamfetamine, 4-MTA 4-methylthio-alfamethylfenethylamine
–
3-methylthiofentanyl
3,4,5trimethoxyfenethylamine
4-cyano-2-dimethylamino4,4-difenylbutaan
N-[3-methyl-1-[2-(2thienyl)ethyl]-4piperidyl]propionanilide
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
International Non-proprietary Name (INN)1
andere benamingen
nadere omschrijving
metopon
–
–
moramide-tussenproduct
morferidine
–
–
morfine
4,5-epoxy-N-methyl-7morfineen-3,6-diol
–
morfine-methobromide
4,5-epoxy-N-methyl-7morfineen-3,6-diol methylbromide
–
morfine-N-oxide
4,5-epoxy-3,6-dihydroxy-Nmethyl-7-morfine
myrofine
–
nicocodine
–
nicodicodine
–
nicomorfine
–
noracymethadol
–
norcodeïne
–
norlevorfanol
–
normethadon
–
normorfine
–
norpipanon
–
–
opium
oxycodon
–
oxymorfon
–
–
para-fluorfentanyl
4'-fluoro-N-(1-fenethyl-4piperidyl)propion-anilide
–
parahexyl
3-hexyl-7,8,9,10-tetrahydro6,6,9-trimethyl-6Hdibenzo[b,d]pyran-1-ol
–
para-methoxyamfetamine, PMA
p-methoxy-alfamethylfenethylamine
para-methoxymethamfetamine, PMMA
N-methyl-1-(4methoxyfenyl)-2aminopropaan
PEPAP
1-fenethyl-4-fenyl-4piperidinolacetaat (ester)
2-methyl-3-morfolino-1,1difenylpropaan-carbonzuur
het gestremde melksap, verkregen van de plant Papaver somniferum L.
pethidine
–
–
pethidine-tussenproduct A
4-cyano-1-methyl-4phenylpiperidine
–
pethidine-tussenproduct B
4-fenylpiperidine-4carbonzure ethylester
–
pethidine-tussenproduct C
1-methyl-4-fenylpiperidine-4-
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
International Non-proprietary Name (INN)1
andere benamingen
nadere omschrijving carbonzuur
piminodine
–
piritramide
–
proheptazine
–
properidine
–
propiram
–
–
psilocine
psilocybine
–
racemethorfan
–
racemoramide
–
racemorfan
–
remifentanil
–
rolicyclidine
–
secobarbital
–
sufentanil
–
tenamfetamine
–
tenocyclidine
–
–
tetrahydrocannabinol
thebacon
–
–
thebaïne
4,5-epoxy-3,6-dimethoxy-Nmethyl-6,8-morfine
–
thiofentanyl
N-[1-[2-(2-thienyl)ethyl]-4piperidyl]propion- anilide
tilidine
–
trimeperidine
–
–
3,4,5-trimethoxyamfetamine, TMA
zipeprol
–
3-[2(dimethylamino)ethyl]indol4-ol
(6aR,10aR)-6a,7,8,10atetrahydro-6,6,9-trimethyl-3pentyl-6Hdibenzo[b,d]pyran-1-ol
(±)-3,4,5-trimethoxy-alfamethylfenethylamine
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
Lijst II International Non-proprietary Name (INN)
andere nadere omschrijving benamingen
allobarbital
–
alprazolam
–
amobarbital
–
amfepramon
–
aminorex
–
barbital
–
benzfetamine
–
bromazepam
–
brotizolam
–
buprenorfine
–
butalbital
–
–
butobarbital
camazepam
–
cathine
–
chlordiazepoxide
–
clobazam
–
clonazepam
–
clorazepaat
–
clotiazepam
–
cloxazolam
–
cyclobarbital
–
delorazepam
–
diazepam
–
estazolam
–
ethchlorvynol
–
ethinamaat
–
ethylloflazepaat
–
ethylamfetamine
–
fencamfamine
–
fendimetrazine
–
fenobarbital
–
fenproporex
–
fentermine
–
fludiazepam
–
flunitrazepam
–
flurazepam
–
gluthethimide
–
halazepam
–
2-bromo-4-(o-chlorofenyl)-9-methyl-6Hthieno[3,2-f]-s-triazolo[ 4,3-a][1,4]diazepine
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs
International Non-proprietary Name (INN)
andere nadere omschrijving benamingen
haloxazolam
–
–
hasjiesj
een gebruikelijk vast mengsel van de afgescheiden hars verkregen van planten van het geslacht Cannabis (hennep), met plantaardige elementen van deze planten
–
hennep
elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden 4-hydroxyboterzuur
ketazolam
–
lefetamine
–
loprazolam
–
lorazepam
–
lormetazepam
–
mazindol
–
medazepam
–
mefenorex
–
meprobamaat
–
mesocarb
–
methylfenobarbital
–
methyprylon
–
midazolam
–
nimetazepam
–
nitrazepam
–
nordazepam
–
oxazepam
–
oxazolam
–
pemoline
–
pentazocine
–
pentobarbital
–
pinazepam
–
pipradrol
–
prazepam
–
pyrovaleron
–
secbutabarbital
–
temazepam
–
tetrazepam
–
triazolam
–
vinylbital
–
zolpidem
–
__________________________________________________________________________ Genotmiddelen Protocol Voortgezet Onderwijs