‘Gemeenten bedingen buitensporige kortingen op zorg’ Verschil peuterspeelzaal en kinderopvang wordt kleiner Wat werkt bij werkhervatting? Bernhoven meest gastvrije ziekenhuis 2014 Nieuwe Omgevingswet eerste stap naar vereenvoudiging ruimtelijke ordening Eerste Kamer, zorg dat gemeenten Participatiewet toetsen aan VN-verdrag Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: beter beleid Subsidieregeling van € 400 miljoen voor energiebesparing sociale huursector 1 juli open. ‘Kinderen krijgen in 2015 niet op tijd hulp’ Geleidelijke besteding schoonmaak bij het Rijk Eigen regie zorg vraagt om persoonsvolgend budget Welke thema's wilt u terugzien in workshops over de Participatiewet? Winnaar Cliënt in Beeld-prijs vraagt uw hulp Mantelzorgers kunnen Wmo-loket niet vinden Eerste Kamer stemt in met wet kind regelingen: werken vanuit bijstand lonend Kamer geeft groen licht voor 'goedkopere' zorgpolis Minima krijgen beloofde 'extraatje' van kabinet Uitbreiding aanpak ouderenwerkloosheid Loonwaardebepaling helder én eenduidig door basissystematiek Taalcursus in bijstand: Wie de Nederlandse taal spreekt vergroot kans op werk Mantelzorgboete voorlopig nog niet van de baan Regeling inkomensondersteuning AOW vervangt MKOB Staatssecretaris Klijnsma: “Banenafspraak is niet vrijblijvend Topinkomens publieke sector verder verlaagd
‘Gemeenten bedingen buitensporige kortingen op zorg’
Gemeenten leggen kortingen van dertig procent en meer op bij de inkoop van zorg in de nieuwe Wmo. Staatssecretaris Van Rijn vindt dat gemeenten niet alleen naar de prijs moeten kijken, maar ook naar de deskundigheid en de arbeidsvoorwaarden van de professionals. ‘Gemeenten bedingen buitensporige kortingen op zorg’ Bij de aanbesteding van de overgehevelde zorgtaken in de nieuwe Wmo, blijken veel gemeenten hoge kortingen te bedingen op de prijs voor zorg en begeleiding. Gemeenten zeggen dat ze op deze manier de zorginstellingen willen uitdagen om een zo goed mogelijk zorgaanbod te doen. Maar staatssecretaris Van Rijn laat weten dat hij 'geen enkele aanleiding ziet om in 2015 buitensporige hoge tariefkortingen te bedingen'. Wmo Dat blijkt uit de antwoorden van de staatssecretaris op vragen van de Tweede Kamer. De VVD stelde de vragen naar aanleiding van signalen dat gemeenten bij aanbesteding van de inkoop van begeleiding in de Wmo hoge kortingen bedingen aan zorgaanbieders. Instellingen in de zorg doen bij de aanbesteding een zorgaanbod tegen een bepaalde prijs. Verschillende zorgaanbieders kunnen zo concurreren op prijs en kwaliteit van zorg. Dat is de bedoeling. De aanbesteding van de Wmo enkele jaren geleden leidde toen tot grote problemen in de huishoudelijk zorg en bij de zorgorganisaties. De procedure voor inkoop van individuele voorzieningen onder de nieuwe Wmo is begonnen. Wat betekent dat voor gemeenten? De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft een stappenplan gemaakt en waarschuwt: 'Stel scherpe prioriteiten.' Lees verder>> Deskundigheid Van Rijn schrijft dat hij signalen over hoge kortingen door de gemeenten heeft opgevangen en bij de gemeenten om opheldering heeft gevraagd. De staatssecretaris vindt dat gemeenten niet enkel op grond van het criterium "laagste prijs" de Wmo kunnen gunnen aan een zorgaanbieder. Volgens Van Rijn moet er een goede balans zijn tussen prijs en kwaliteit, rekening houdend met de deskundigheid van de professionals en met hun arbeidsvoorwaarden. Dat is zelfs wettelijk zo vastgelegd. Bezuiniging Van Rijn wijst gemeenten er op dat ook minder wordt bezuinigd dan oorspronkelijk de bedoeling was. De bezuiniging zou aanvankelijk 25 procent bedragen op het over te hevelen budget. Maar dat is voor 2015 teruggebracht naar 11 procent. Gemeenten krijgen 360 miljoen euro extra in 2015, zo is in het zorgakkoord van enkele maanden geleden overeengekomen. Wettelijk Gemeenten zijn wettelijk verplicht de inkoop van de Wmo uiterlijk 1 oktober 2014 af te ronden. Van Rijn kondigt aan dat hij gemeenten, die zich daar niet aan houden, zal aanspreken en zo nodig maatregelen zal treffen. 17-06-2014 bron zorgenwelzijn.nl
Verschil peuterspeelzaal en kinderopvang wordt kleiner Voortaan gelden voor medewerkers in de kinderopvang en peuterspeelzalen dezelfde regels. Zo moet vanaf 1 januari 2015 het aantal medewerkers op groepen met 2- en 3jarigen overal hetzelfde zijn. Dit aantal wordt gelijkgetrokken. Daarnaast gaat vanaf 1 juli volgend jaar het 'vierogenprincipe' ook gelden voor peuterspeelzalen. Dit betekent dat er altijd 2 medewerkers kunnen meekijken of meeluisteren met de groep. Nu geldt dit alleen nog voor organisaties in de kinderopvang. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap maken € 3 miljoen vrij onder meer om medewerkers beter op te leiden. Dat schrijven ze vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De nieuwe regels voor peuterspeelzalen en kinderopvang gaan een jaar eerder in dan eerder aangekondigd. Met deze maatregelen zet het kabinet een eerste stap om het verschil tussen de kinderopvang en peuterspeelzalen te verkleinen. De bewindspersonen vinden dat het voor de ontwikkeling van peuters niet uit moet maken of zij naar de kinderopvang of de peuterspeelzaal gaan. Daarbij moet de kwaliteit omhoog. Het kabinet kan de maatregelen sneller invoeren omdat er brede steun is voor de plannen van de VNG, de Brancheorganisatie in de kinderopvang en de Belangenvereniging van ouders in de Kinderopvang (BoinK). Veel gemeenten zijn bovendien al bezig de kwaliteit van peuterspeelzalen en kinderopvang gelijk te trekken. De nieuwe regels maken het voor gemeenten makkelijker om daar verder mee te gaan. Vanaf 1 januari volgend jaar gaan kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen medewerkers extra opleiden. Zo moeten zij alerter zijn op kinderen die een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen. Het gaat dan bijvoorbeeld om kinderen die slecht Nederlands spreken. 17-06-2014 bron rijksoverheid.nl
Wat werkt bij werkhervatting? Het is toe te juichen dat er aandacht is voor de methode Individuele Plaatsing en Steun om mensen met psychische beperkingen weer aan het werk te helpen, maar er is deskundigheid nodig voor toepassing van de methode. Verdere aandacht moet uitgaan naar onderlinge concurrentie op de arbeidsmarkt, kosten en baten bij verzuim en reintegratie plus de rol van de gemeente bij begeleiding van zieke werknemers. Dat stelt de Landelijke Cliëntenraad (LCR) in zijn brief over het onderzoeksrapport over effectieve interventies met het oog op werkhervatting voor zieke werknemers en arbeidsongeschikten. Het rapport wordt vandaag in de Tweede Kamer behandeld. Marktwerking De LCR heeft het rapport gelezen en vraagt de aandacht voor een aantal aanbevelingen. Daarnaast plaatst de LCR een aantal bevindingen en aanbevelingen in een breder verband. Zo is het nodig om goed te kijken naar marktwerking op de arbomarkt, omdat werkgevers (als klant) het kostenaspect als belangrijke speerpunt hebben. Dit kan resulteren in magere arbocontracten die effectieve dienstverlening in de weg staan. Andere punten zijn de lezen in de brief van de LCR.
18-06-2014 bron landelijkeclientenraad.nl
Bernhoven meest gastvrije ziekenhuis 2014 Bernhoven in Uden mag zich een jaar lang het meest gastvrije ziekenhuis van Nederland noemen. Zorgcentrum Holdert in Emmen heeft in de categorie Verpleging & Verzorging de Gastvrijheidszorg Award gewonnen. De winnaars hebben de awards vorige week donderdag in ontvangst genomen, tijdens het Nationaal Congres Gastvrijheidszorg 2014 in het Beatrix Theater in Utrecht. Tevens is hier voor het eerst een publieksprijs uitgereikt voor het meest originele initiatief voor zorgverlening. Deze is gegaan naar Archipel van Zorggroep Almere, die kunst heeft verweven in de zorgverlening aan dementerenden. De zorginstelling heeft onder meer een zorgkunstenaar in dienst. Gastvrijheid Dit jaar deden ruim 230 zorgaanbieders mee aan Gastvrijheidszorg met Sterren. De deelnemers zijn beoordeeld op gastvrijheid en afhankelijk van hun score hebben ze sterren toebedeeld gekregen. Zeven zorglocaties hebben de maximale score van vijf sterren behaald. Dat zijn de ziekenhuizen Bernhoven, Gelderse Vallei (Ede) en St Jansdal (Harderwijk). De zorgcentra Holdert, De Vijverhof (Emmen), Voltawerk en De Pastorie (Volkel) kregen eveneens vijf sterren. Kwaliteit Het doel van Gastvrijheidszorg met Sterren is de kwaliteit van leven van cliënten en patiënten te verbeteren door het stimuleren van goede gastvrijheidszorg. Initiatiefnemers Initiatiefnemers van Gastvrijheidszorg met Sterren en het Nationaal Congres Gastvrijheidszorg zijn LOC Zeggenschap in zorg, Koksgilde en B+B Vakmedianet, uitgever van onder meer de zorgbladen Gastvrije Zorg en ZorgInstellingen. 18-06-2014 bron zorgvisie.nl
Nieuwe Omgevingswet eerste stap naar vereenvoudiging ruimtelijke ordening De nieuwe Omgevingswet vereenvoudigt en bundelt regels op het gebied van omgevingsrecht. De wet vormt daarmee een eerste stap op weg naar minder regels en meer ruimte voor maatwerk ontstaan. Zo moet het gemakkelijker worden om ruimtelijke projecten te starten. Of het straks daadwerkelijk aanzienlijk makkelijker wordt, hangt echter af van de verdere uitwerking en vooral van hoe Rijksoverheid en gemeenten de wet gaan uitvoeren. In zijn advies over de conceptwet ziet Actal niet alleen grote kansen maar ook enkele risico’s Te veel veranderingen, te snel na elkaar De nieuwe Omgevingswet is een eerste stap om het omgevingsrecht structureel te verbeteren. Veel regelgeving gaat hiervoor op de schop. Dit vraagt ook om een nieuwe
uitvoeringspraktijk. Actal waarschuwt dat een grote investering nodig is om de dienstverlening en het toezicht op het vereiste niveau te brengen, waarbij de burger en de ondernemer daadwerkelijk centraal staan. Collegevoorzitter Jan ten Hoopen: “Door de vele veranderingen in het omgevingsrecht verloopt de uitvoeringspraktijk nu al niet soepel. Mensen ervaren nog steeds veel problemen. Organisaties zijn niet klaar voor nóg een ingrijpende verandering; er is sprake van verandermoeheid. Het kabinet loopt daardoor het risico dat de Omgevingswet de regeldruk niet gaat verminderen. Burgers en ondernemers worden dan nog minder goed geholpen.” Geen zware regels voor lichte gevallen De Omgevingswet gaat over veel verschillende zaken. Voor veel eenvoudige activiteiten met een beperkt effect op de fysieke leefomgeving is het de vraag of regels überhaupt nodig zijn. Als er regels nodig zijn, ontwikkel dan ‘algemene regels’. Dat is voor de burger of ondernemer minder belastend dan een vergunning aanvragen. Rechtszekerheid versterken door vrijwillige beoordeling Deze algemene regels moeten begrijpelijk geformuleerd zijn. Burgers en ondernemers moeten snel kunnen achterhalen wat hun rechten en plichten zijn. Jan ten Hoopen: “Wie vooraf zeker wil weten of zijn activiteit toegestaan is, moet vrijwillig zijn plan kunnen laten beoordelen. De gemeente moet dan natuurlijk wel verplicht zijn om die beoordeling te geven. Dit is in het belang van de rechtszekerheid van burger en ondernemer.” Verminder de onderzoeksverplichtingen Naast het schrappen van onnodige onderzoekseisen zijn er andere manieren om de onderzoekslasten stevig te verminderen. Slim omgaan met eerder onderzoek kan nieuw onderzoek overbodig maken. Als er bijvoorbeeld voor een bestemmingsplan al onderzoek is gedaan, zou onderzoek op locaties binnen dit plan niet altijd meer nodig hoeven te zijn. Een milieuonderzoek voor een tankstation aan een snelweg kan worden hergebruikt voor een tankstation aan de overkant. Ook kan ‘professional judgement’ een alternatief voor onderzoek zijn; dit scheelt burgers en ondernemers veel tijd en geld. Maar … de watervergunning blijft bestaan? Jan ten Hoopen: “Het is een gemiste kans dat de watervergunning afzonderlijk blijft bestaan. Die had natuurlijk in de integrale omgevingsvergunning moeten opgaan. Gevolg is dat ondernemers straks nog steeds niet kunnen kiezen voor meer emissies naar bodem en minder naar lucht, of omgekeerd. Bovendien is de coördinatie van een omgevingsvergunning en een watervergunning ingewikkeld en tijdrovend.” Noot voor de redactie: Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de secretaris van het College, Rudy van Zijp, 06-4460 6491. Op 21 mei 2013 is het advies ‘Ex-ante toets voorstel Omgevingswet’ aangeboden aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. Na aanbieding van het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer zijn advies en persbericht gepubliceerd op www.actal.nl. Dit is een persbericht van Actal, het Adviescollege toetsing regeldruk. Actal adviseert de regering en Staten-Generaal om de regel¬druk zo laag mogelijk te maken voor bedrijven, burgers, en professionals in de zorg, onderwijs, veiligheid en sociale zekerheid. 18-06-2014 bron actal.nl
Eerste Kamer, zorg dat gemeenten Participatiewet toetsen aan VN-verdrag Komende week, dinsdag 24 juni, behandelt de Eerste Kamer de Invoeringswet Participatiewet en de Wet ‘Maatregelen’. De Landelijke Cliëntenraad (LCR) dringt er bij de Eerste Kamer op aan om de regering te toezegging te laten doen dat zij gemeenten sommeert de Participatiewet in te voeren in lijn met het VN-verdrag. Daarnaast pleit de LCR voor handhaving van een centrale no-riskpolis en een landelijk minimum pakket van inpassingsinstrumenten. Want alleen als werkgevers banen aanbieden, kan de doelstelling van de Participatiewet misschien ooit nog worden gehaald. Definitie doelgroep De LCR geeft in de brief aan de Eerste Kamer ook aan dat de huidige definitie van de doelgroep voor de quotumwet verschillende mensen met een beperking op een grotere achterstand zet. Het risico bestaat ook dat mensen zonder structurele medische beperkingen wél tot de doelgroep worden gerekend. Dit betekent dat nog altijd de groep die ondersteuning het hardste nodig heeft niet aan het werk wordt geholpen. Jobcarving bestraft? Ander punt van aandacht betreft jobcarving. Dit is een uitstekend instrument om meer mensen aan het werk te helpen waardoor geen loonkostensubsidie (LKS) nodig is. Keerzijde is dat deze mensen met een beperking niet meetellen voor het quotum, zodat de werkgevers worden gestraft. Het houdt in dat de doelgroep voor de quotumregeling moet worden bepaald op grond van het criterium: het hebben van een structureel functionele beperking. Pijlers De LCR signaleert dat de Participatiewet een stevige inbreuk maakt op de pijlers van ons sociale zekerheidsstelsel. Het lijkt erop dat de mensen die werken met LKS geen rechten hebben in het kader van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Dat vindt de LCR onacceptabel en dit is dan ook aangekaart bij de Eerste Kamer. 20-06-2014 bron landelijkeclientenraad.nl
Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: beter beleid Gerrit van der Meer, voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad, schrijft elke maand een column waarin hij reflecteert op actuele gebeurtenissen. Dit keer gaat het over beter beleid. Over dat beleid beter wordt als de doelgroep erbij wordt betrokken. Twee citaten uit Binnenlands Bestuur. De eerste: ‘Op het gebied van armoedebeleid hebben we een tijd geleden al ingezet op het betrekken van de doelgroep bij het maken van dat beleid. Dat heeft veel opgeleverd.’ En de tweede: ‘Wij willen af van de benadering dat mensen niet willen werken en dat wij ze daartoe gaan verplichten. Vaak willen mensen natuurlijk wel aan de slag, maar willen wij ze vanuit de regels in een traject stoppen. Dat moet anders’.
Aan het woord is wethouder Mattias Gijsbertsen van Groningen. Wat mij betreft, Mattias, hartelijk welkom in je nieuwe functie! Zulke uitspraken zijn heel goed voor mijn humeur. Volgens de site van Groen Links werkt Mattias vanuit het principe ‘het hoofd koel, maar het hart warm’. Houd ik ook wel van. Al jaren houden wij beleidsmakers voor, dat zij hun beleid beter kunnen maken door de doelgroep van het beleid bij de beleidsbeslissingen te betrekken. Cliëntenraden beschikken over ervaringsdeskundigheid, die nergens anders te halen is en waar bestuurders hun voordeel mee kunnen doen, omdat hun beleid er beter van wordt. Cliëntenparticipatie en -zeggenschap is dus niet alleen een belang van cliënten, maar ook van beleidsmakers. Sterker nog: hoe kun je nou beleid maken zonder te begrijpen welke gevolgen dat voor de doelgroep heeft? Ons pleidooi voor meer en betere cliëntenparticipatie wordt meestal positief ontvangen. Het is immers een onderwerp waar niemand iets op tegen kan hebben. Dus als wij aan een nieuwe wethouder – daar zijn er nu heel veel van – vragen of hij de cliëntenraad (WWB) bij zijn bestuurlijk werk wil betrekken, reageert hij altijd met: ‘Natuurlijk!’ Dan is het des te vreemder, dat er in de sociale zekerheid nu een heel nieuwe bestuurslaag wordt opgetuigd en dat over alles wordt nagedacht, behalve (in de meeste regio’s) over de cliëntenparticipatie. Vele discussies worden gevoerd over hoe het Werkbedrijf op het niveau van de arbeidsmarktregio moet worden ingericht. Maar hoe we de cliëntenparticipatie op datzelfde niveau gaan inrichten, daar hoor je nog bijna niemand over. Niet over de structuur: getrapte vertegenwoordiging vanuit gemeentelijke cliëntenraden, samenwerking met UWV cliëntenraden? En niet over de inhoud: waar worden regionale cliëntenraden bij betrokken, wie doet wat met hun inbreng? Ik zie het al voor me: tegen het eind van dit jaar hebben gemeentebestuurders in een regio het allemaal met elkaar afgesproken. Het Werkbedrijf staat fier overeind, wel of niet in virtuele vorm op een mooie en aandachttrekkende site. De bestuurlijke en politieke kaders zijn in de raden van de samenwerkende gemeenten keurig vastgesteld en raadsleden en wethouders roepen om het hardst: “Zie je nou wel, de gemeenten kunnen het wel goed!” En dan steekt iemand een hand op, bij voorbeeld een gemeenteraadslid dat een lid van de WWB raad kent. Moeten we niet ook nog iets regelen voor de cliëntenparticipatie?’ En pas dan gaat iedereen achter de oren krabben. Dan komen uitspraken als het tweede citaat bovenaan dit stukje als mosterd na de maaltijd. Vast niet in Groningen, want daar zit een wakkere wethouder die de uitspraak al gedaan heeft en die, terwijl ik dit schrijf, bezig is met de uitvoering. Maar in de rest van Nederland? Ik hoop dat het goed komt, maar daar krijg ik no nog geen signalen over. Wij hebben daarom vorige week een brief aan de Werkkamer geschreven over cliëntenparticipatie in het Werkbedrijf. We verzoeken daarin om overleg, om te komen tot duidelijke contouren voor cliëntenparticipatie en -zeggenschap op het niveau van de regionale arbeidsmarkt. Cliëntenparticipatie kent geen of nauwelijks tegenstanders. Maar dat wil nog niet zeggen dat het automatisch tot stand komt. Daar zal van alle kanten tijd en energie in moeten worden gestoken. Door beleidsmakers, bestuurders en zeker ook door cliënten zelf. Als in de regio straks – en straks is veel eerder dan in december – een cliëntenraad zit, die stevig wordt gevoed met signalen uit de achterban en dus uit de gemeentelijke én UWV cliëntenraden, dan pas wordt de cliënt echt gehoord en kan mijn humeur helemaal niet meer stuk. 20-06-2014 bron landelijkeclientenraad.nl
Subsidieregeling van € 400 miljoen voor energiebesparing sociale huursector 1 juli open Verhuurders van huurwoningen in de sociale huursector kunnen vanaf 1 juli 2014 subsidie aanvragen voor het nemen energiebesparende maatregelen. Er is € 400 miljoen subsidie beschikbaar om huurwoningen energiezuiniger te maken. Het is een van de afspraken die werden gemaakt in het Energieakkoord. De regeling en voorwaarden zijn vandaag in de Staatscourant gepubliceerd. Energielabel op een flat De subsidie voor energiebesparende maatregelen is zowel beschikbaar voor woningcorporaties als overige verhuurders van woningen met een huurprijs tot € 700 per maand. De aanvragen kunnen worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die deze regeling namens minister Stef Blok (Wonen en Rijksdienst) zal uitvoeren. Verbeteren energielabel huurwoningen De huurwoningen moeten ten minste 3 energielabelstappen worden verbeterd en uitkomen op energielabel B voor woningcorporaties en label C voor overige verhuurders. Hoe meer labelstappen er worden gemaakt, hoe hoger het subsidiebedrag zal zijn tot een maximum van € 4.500 per woning en € 7,5 miljoen per verhuurder. Deze regeling is in nauw overleg met de huursector tot stand gekomen. Goed voor huurders en bouwsector De huurder heeft na de renovatie een energiezuinigere woning met een hoger wooncomfort. Door de energiebesparende maatregelen gaan de woonlasten omlaag en het woongenot van de huurder omhoog. De regeling geeft door de aanpassingen van de woningen ook een impuls aan de werkgelegenheid in de bouwsector. Energiebespaarfonds later dit jaar In het najaar van 2014 start ook een revolverend energiebespaarfonds beschikbaar voor de gehele huursector (zowel sociale als vrije sector huurwoningen). Dit fonds is een onderdeel uit het Woonakkoord dat in februari 2013 werd gesloten en later werd opgenomen in het Energieakkoord. Verhuurders van sociale huurwoningen mogen de subsidie en het energiebespaarfonds combineren indien voldaan wordt aan de voorwaarde van beide regelingen. 20-06-2014 bron rijksoverheid
‘Kinderen krijgen in 2015 niet op tijd hulp’ Kinderen die jeugdzorg nodig hebben, zullen bij de transitie in een ‘vacuüm’ terecht komen. Uit het rapport van de Transitiecommissie Stelselwijziging Jeugd blijkt dat de problemen van jeugdzorgorganisaties zich opstapelen. De Kinderombudsman luidt de noodklok.
'Ik bereid me er op voor dat wij vanaf januari 2015 klachten zullen krijgen van ouders van wie het kind niet de zorg krijgt die het nodig heeft, doordat de gemeente in gebreke blijft.' Dat zegt Kinderombudsman Marc Dullaert. De "eindspurt" van gemeenten om jeugdzorgarrangementen rond te krijgen en contracten met aanbieders op te stellen, is niet gelukt. Uit een enquête onder jeugdhulpaanbieders blijkt dat voor 86 procent van de gespecialiseerde jeugdzorginstellingen de inkoopafspraken met gemeenten nog net zo onduidelijk zijn als een jaar geleden. Een kwart van vooral de bovenregionale aanbieders verwacht betalingsproblemen, de helft denkt niet zelfstandig verder te kunnen, blijkt uit de enquête. Niet op orde Dullaert reageert op het rapport van de Transitiecommissie Stelselwijziging Jeugd (TSJ). Daaruit blijkt dat gemeenten de toeleiding naar de jeugdzorg, de inkoop van zorg en de informatievoorziening nog steeds niet op orde hebben. De Transitiecommissie kan 'geen geruststellend oordeel vellen over de voorbereiding van de transitie Jeugd,' schrijft de TSJ. De stekker eruit trekken is volgens de commissie geen optie. De gevolgen van uitstel zijn 'onduidelijk' en 'waarschijnlijk desastreus' voor de continuïteit van zorg. Tussen wal en schip Dullaert zegt te verwachten dat ook professionals vanaf 1 januari zich zullen melden 'omdat ze een kind om bureaucratische redenen niet kunnen doorverwijzen naar een echte specialist. Het lijkt erop dat er kinderen tussen wal en schip gaan vallen in de eerste fase van de decentralisatie.' De Kinderombudsman zal vanaf 1 januari 2015 de ontwikkelingen nauwkeurig monitoren en zo nodig aan de bel trekken bij gemeenten en Rijk. Dullaert: 'Het Rijk blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de borging van de kinderrechten en dus voor de jeugdhulp. Daar zal ik het Kabinet ook na 2015 op blijven aanspreken.' 20-06-2014 bron zorgenwelzijn.nl
Geleidelijke inbesteding schoonmaak bij het Rijk Het kabinet kiest voor een geleidelijke inbesteding van schoonmaakwerkzaamheden bij een nog op te richten organisatie. Schoonmaakmedewerkers komen in dienst van de Rijksoverheid en het schoonmaken wordt in eigen beheer gedaan. Met de inbesteding wil het kabinet schoonmaakmedewerkers weer als gewone collega’s deel uit laten maken van de overheid als organisatie. Daarmee voert het kabinet de afspraak uit in het regeerakkoord om de positie van werknemers in de facilitaire dienstverlening te verbeteren. Dat schrijft minister Stef Blok (Wonen en Rijksdienst) mede namens minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) maandag in een brief aan de Tweede Kamer. Het kabinet wil de inbesteding van schoonmaakwerkzaamheden zorgvuldig voorbereiden. Daarbij rekening houden met de huidige bestaande contracten, de afname van het aantal vierkante meters schoon te maken vloeroppervlak in rijkspanden en een goede prijs/kwaliteitsverhouding.
23-06-2014 bron rijksoverheid.nl
Eigen regie zorg vraagt om persoonsvolgend budget De persoonsvolgende bekostiging geeft de cliënt de regie over zijn zorg en leidt tot een besparingen van twintig procent op het budget. De Wet langdurige zorg moet daarom worden aangepast, schrijven verschillende cliëntorganisaties en brancheorganisatie ActiZ in een brief aan de Tweede Kamer. 'Wij vrezen dat de Wet langdurige zorg de zorgpuzzel van mensen met complexe zorg moeilijker maakt in plaats van makkelijker', zegt directeur Illya Soffer van cliëntenkoepelorganisatie Ieder(in). De cliëntorganisaties en branchevereniging ActiZ vragen in de brief aan de Tweede Kamer 'nu echt te kiezen voor eigen regie van de cliënt in de zorg'. Om dat voor elkaar te krijgen, is het nodig dat mensen een budget krijgen waarmee hun persoonlijke zorgplan kan worden uitgevoerd. Een onafhankelijke en individuele indicatie ligt ten grondslag aan het zorgplan, dat met de cliënt zelf, de familie en mantelzorgers tot stand komt. Vraaggericht De persoonsvolgende bekostiging verschilt van het persoonsgebonden budget in de zorginkoop. Met een pgb kan de cliënt het budget aan elke vorm van zorg en ondersteuning besteden. Bij de persoonsgebonden bekostiging kan de cliënt zelf de zorg in natura inkopen bij zorgaanbieders. Volgens Soffer is juist die vrijheid om voor je eigen zorgaanbieder te kiezen, belangrijk als mensen zelf de regie krijgen over hun zorg. 'Dan moet je niet, zoals nu in de Wlz, de zorgkantoren in onderhandeling met de zorgaanbieders laten bepalen wat het zorgaanbod wordt. Dat is niet vraaggericht werken, de cliënt heeft hier geen stem in. Met het persoonsgebonden budget (pgb) kunnen cliënten zelf hun zorg regelen die ze nodig hebben. Ze bepalen zelf welke professionals ze voor welke zorgtaak inhuren. Het pgb ligt wel onder vuur. Deze manier van budgetteren zou fraudegevoelig zijn, brengt administratieve rompslomp met zich mee, en rijst qua kosten de pan uit. Lees meer in het Dossier pgb>> Besparing Het persoonsvolgend budget kan een besparing van twintig procent opleveren, volgens de cliëntorganisaties en ActiZ. Die besparing zit vooral in de op de persoon toegesneden zorg. Zo wordt volgens de organisaties veel overbodige – en ondoelmatig zorg weggesneden. Ook het wegwerken van bureaucratie zal leiden tot minder kosten. Het gaat dan om opheffing van onnodige loketten, onnodig papierwerk en onnodige procedures. De administratie van de zorg, een zware taak voor veel pgb'ers, hoeft in de persoonsvolgende bekostiging niet door de cliënt zelf gedaan te worden, aldus de directeur van Ieder(in). 'Je kunt het budget en de administratie ook bij de zorginstelling neerleggen, die voor de cliënt de totale zorg regelt.' Betere kwaliteit Ook de zorgaanbieders zien meer heil in een persoonsvolgend budget. Ook al kunnen cliënten die ontevreden zijn besluiten over te stappen naar een andere zorgverlener.
'Maar zorgaanbieders worden nu door zorgkantoren in een financieel keurslijf gedwongen', zegt Soffer. 'Instellingen willen zelf ook vraaggericht werken en betere kwaliteit bieden. En met cliënten mee kunnen bewegen als de zorg toeneemt of afneemt. Nu wordt het aanbod bepaald door afspraken met zorgkantoren.' 23-06-2014 bron zorgenwelzijn.nl Welke thema's wilt u terugzien in workshops over de Participatiewet? Wilt u meer weten over het arbeidsmarktbeleid op het niveau van de regionale arbeidsmarkt? Of wilt u weten hoe u met andere medezeggenschapsraden een integraal advies uitbrengt? Of... wilt u informatie krijgen over hoe u kunt toetsen of het beleid in uw gemeente VN-verdragproof is? Deze vragen krijgt u voorgelegd in de online vragenlijst over thema's voor workshops. Beeld De LCR heeft de vragenlijst opgesteld om een beeld te krijgen van de behoefte die bij cliëntenraden leeft. Naast zeven thema's die de LCR al heeft geformuleerd, kunnen cliëntenraden ook zelf suggesties doen. Vanaf september kunt u zich dan inschrijven voor de workshops die het meest zijn gekozen. Thema's Thema's die u kunt kiezen zijn: 1. Werkbedrijf en vrijwillig quotum 2. Arbeidsmarktbeleid, wat moet de cliëntenraad doen? 3. Tegenprestatie en werken met behoud van uitkering 4. Samenhang en samenspel bij cliëntenparticipatie 5. Instrumenten 6. Beschut werken, Wsw en arbeidsmatige dagbesteding 7. VN-verdrag en de rol van gemeenten Een toelichting op de thema's kunt u lezen op de online vragenlijst (klik). Of klik hier om naar de pagina met uitleg over de vragenlijst te gaan. De vragenlijst blijft ongeveer twee weken online staan. Deelname gratis Deelname aan de workshops is gratis. Reiskosten worden niet vergoed door de LCR. Veelal declareren deelnemers aan onze bijeenkomsten deze bij hun eigen raad/organisatie. 23-06-2014 bron landelijkeclientenraad.nl
Winnaar Cliënt in Beeld-prijs vraagt uw hulp
De winnaar van de Publieksprijs Cliënt in Beeld-prijs gaat het prijzengeld besteden aan het maken van een animatiefilm. Daarin komt naar voren wat het betekent om een (arbeids)beperking te hebben en hoe dit het beste kan worden overgebracht op gemeenten en/of werkgevers. Uw input is hierbij erg belangrijk! Er is een poll opgezet, het wordt erg gewaardeerd als u deze invult en/of een reactie achterlaat. U kunt dit doen via http://www.t-ik.nl/doe-met-ons-mee Daar treft u ook meer informatie aan. Alvast heel hartelijk dank namens de Klantenkamer Wsw Waalwijk, Heusden en Loon op Zand & Cliëntenraad Wsw Venlo, Beesel en Bergen 24-06-2014 Bron landelijkeclientenraad.nl
Mantelzorgers kunnen Wmo-loket niet vinden Gemeentes worden komend jaar verantwoordelijk voor hun ondersteuning, maar veel mantelzorgers weten de weg naar het gemeentelijke Wmo-loket nog niet te vinden. De belasting van mantelzorgers is tussen 2011 en 2013 onveranderd, zo in 2013 nog even hoog als in 2011, zo blijkt uit de Dementiemonitor Mantelzorg van Alzheimer Nederland en het NIVEL. Lees hier verder 24-06-2014 bron gemeente.nu
Eerste Kamer stemt in met wet kindregelingen: werken vanuit bijstand lonend Het woud aan regelingen voor ouders met kinderen wordt teruggebracht van 10 nu, naar 4 in 2015. Door deze vereenvoudiging worden de regelingen effectiever en werken vanuit de bijstand lonend. De kindregelingen worden ook versoberd. Ouders met kinderen op een glijbaan in een speeltuin In totaal kosten alle kindregelingen nu zo'n € 10 miljard. Met het terugbrengen van het aantal regelingen, wordt € 0,5 miljard bespaard. De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met deze wet kindregelingen. Vanaf 1 januari 2015 ontvangen alle alleenstaande ouders met een minimuminkomen dezelfde financiële ondersteuning. Hierdoor gaan alleenstaande ouders met kinderen er financieel op vooruit als ze gaan werken voor het minimumloon. Nu leveren deze ouders juist in als ze gaan werken. Het wordt bovendien duidelijker voor ouders wat een wijziging in hun situatie betekent voor de overheidsbijdrage die ze ontvangen. Ouders die de financiële bijdrage het hardst nodig hebben, worden zoveel mogelijk ontzien.
Er blijven 4 regelingen bestaan voor inkomensondersteuning van ouders: de kinderbijslag, het kindgebonden budget, de combinatiekorting en de kinderopvangtoeslag. De andere 6 regelingen verdwijnen. Op verzoek van de Tweede en Eerste en Kamer krijgen alleenstaande ouders in de bijstand die volgens de Belastingdienst wel en volgens de gemeente geen partner hebben volgend jaar niet met de nieuwe regels te maken. Het overgangsjaar wordt gebruikt om te onderzoeken of gemeenten voldoende geld hebben om deze groep waar nodig te ondersteunen. 24-06-2014 bron rijksoverheid.nl
Kamer geeft groen licht voor 'goedkopere' zorgpolis Zorgverzekeraars kunnen vanaf 2016 een polis aanbieden waarin ze alleen behandelingen hoeven te vergoeden door bijvoorbeeld medisch specialisten of psychologen met wie ze een contract hebben. Deze waarschijnlijk goedkopere polis komt naast de twee bestaande polissen. Keuze Mensen kunnen ook in deze nieuwe polis wel zelf hun de huisarts, wijkverpleegkundige, apotheek, verloskundige, fysiotherapeut, tandarts, spreekleraar of diëtist blijven kiezen. Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft dinsdag ingestemd met het kabinetsplan hiervoor. 'Lek' Verzekeraars moeten nu nog een groot deel van de kosten vergoeden voor een behandeling door een hulpverlener met wie zij geen contract hebben. Minister Edith Schippers (Volksgezondheid) wil af van ,,dat lek in het systeem’’. VVD, PvdA, D66, ChristenUnie en SGP steunen haar hierin. 'Vrije artsenkeuze wordt beperkt' Tegenstanders vinden dat hierdoor de vrije artsenkeuze wordt beperkt. Volgens de voorstanders blijft de bestaande keuzevrijheid echter overeind en komt er voor wie dat wil een goedkopere polisvorm bij. Voordeel van de nieuwe opzet is volgens Schippers dat mensen kunnen zien waar ze voor kiezen. Bijvoorbeeld of het ziekenhuis waar ze onder behandeling zijn in het pakket van een bepaalde zorgverzekeraar zit. 24-06-2014 bron kassa.nl
Minima krijgen beloofde 'extraatje' van kabinet Alle minima ontvangen dit jaar het beloofde ‘extraatje’ van het kabinet. Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde daar gisteravond mee in. Liane den Haan, directeur van ANBO: “Fijn dat het kabinet haar belofte nakomt. En fijn dat dit voor iedereen met een kleine portemonnee geldt.” Het bedrag is bedoeld om huishoudens met een inkomen tot 110 procent van het sociaal minimum om een koopkrachtverlies te compenseren. Het kabinet heeft hiervoor 70 miljoen gereserveerd.
Echtparen krijgen eenmalig 100 euro, een alleenstaande ouder 90 euro en een alleenstaande zonder kinderen 70 euro. Het wetsvoorstel van Klijnsma van Sociale Zaken wordt in de herfst in de Eerste Kamer besproken. Als die akkoord is kan het bedrag voor de Kerst door gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank uitgekeerd worden. 25-06-2014 bron anbo.nl
Uitbreiding aanpak ouderenwerkloosheid Voortaan komen niet alleen werkloze 55-plussers, maar ook werkzoekenden vanaf 50 jaar in aanmerking voor bijvoorbeeld een sollicitatietraining of geld voor scholing. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt € 34 miljoen extra vrij om de kansen op werk voor ouderen te vergroten, zo schrijft hij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Vrouw van middelbare leeftijd bekijkt een bord met vacatures. Het kabinet stelde vorig jaar al € 67 miljoen beschikbaar aan UWV voor de aanpak van de werkloosheid onder 55-plussers. Door het 'Actieplan 55-plus werkt' kan een oudere werkzoekende met een WW-uitkering netwerk- en sollicitatietrainingen krijgen, geld ontvangen voor scholing of inspiratiedagen bezoeken waar werkzoekenden en werkgevers aan elkaar gekoppeld worden. Ook ontvangt een uitzendbureau een bonus als het een oudere werkzoekende aan een baan helpt. Omdat de arbeidsmarktpositie van 50-plussers niet veel afwijkt van de groep 55-plussers, breidt de minister de regeling nu uit voor deze leeftijdsgroep. In zijn brief aan de Tweede Kamer schrijft Asscher verder dat het Actieplan van UWV effect heeft, maar dat het gebruik op enkele onderdelen nog achterblijft. UWV en MKBNederland starten op 30 juni de gezamenlijk campagne 'Open voor kansen, open voor 50-plus'. Doel van de campagne is om de kansen op een baan voor oudere werkzoekenden te vergroten, onder meer door werkgevers te wijzen op de toegevoegde waarde van een oudere werknemer. Het aantal werkzoekende 50-plussers met een WW-uitkering stijgt nog altijd. Op dit moment hebben ruim 188.000 50-plussers in ons land een werkloosheidsuitkering, bijna een kwart meer dan een jaar geleden. 26-06-2014 bron rijksoverheid.nl
Loonwaardebepaling helder én eenduidig door basissystematiek Hoeveel verdient een werknemer die door een arbeidsbeperking een lagere productiviteit heeft? Voor het bepalen van deze loonwaarde bepleit de Landelijke Cliëntenraad (LCR) al jaren het gebruik van een eenduidige systematiek. Vandaag is daarvoor een belangrijke stap in de goede richting gezet. Het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) heeft een valideringsonderzoek bij drie bestaande methodieken gepresenteerd. Monique Klompé (voorzitter van de Nederlandse Vereniging Van Arbeidsdeskundigen) bood het eerste exemplaar aan LCR-voorzitter Gerrit van der Meer aan. Conclusie is: met een goede basissystematiek , leidt elke methodiek tot een eenduidige en bruikbare loonwaardebepaling.
Eerlijk inkomen Een goede methodiek voor loonwaardebepaling is van belang om ervoor te zorgen dat mensen een eerlijk inkomen kunnen verwerven. Dit is vooral van belang bij het bepalen van de hoogte van de loonkostensubsidie. Daarbij bieden werkgevers aan werknemers een marktconform loon, terwijl een werknemer mogelijk een lagere productiviteit haalt. Het verschil tussen de productiviteit van een andere werknemer en de werknemer met de beperking krijgt de werkgever via loonkostensubsidie terug. De werknemer krijgt een loon volgens de CAO en de werkgever weet dat hij betaalt voor wat er wordt geleverd. Werkgevers UWV hanteert voor Wajongers nog altijd het instrument loondispendatie. Zij maken ook gebruik van een methodiek voor de loonwaardebepaling. Gerrit van der Meer: bij de presentatie van het onderzoeksrapport: ‘Ik verwacht dat het draagvlak bij werkgevers (ook) groot is als er een betrouwbare en goed uit te leggen systematiek is om de loonwaarde te meten. Dat blijkt uit reacties van werkgevers. Hun bereidheid om mensen in dienst te nemen die echt niet in staat zijn om het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen, neemt zo alleen maar toe.’ Cliëntenraden: wijs gemeenten op gevalideerde instrumenten De LCR pleit ervoor en vraagt lokale cliëntenraden dit pleidooi over te nemen, zodat gemeenten bij de keuze voor een methode voor loonwaardebepaling kiezen uit instrumenten die gevalideerd zijn. Als de gemeente een nog niet gevalideerd systeem wil gebruiken, vraag dan om dit instrument te valideren. Het kan en mag niet zo zijn dat er nog met ongevalideerde instrumenten wordt gewerkt waardoor de loonwaardebepaling bij gebruik van verschillende instrumenten verschillende uitkomsten oplevert. De drie gevalideerde instrumenten zijn: Dariuz, de methode van UWV en VTA/DWI. 26-06-2014 bron landelijkeclientenraad.nl
Taalcursus in bijstand: Wie de Nederlandse taal spreekt vergroot kans op werk Het kabinet stelt voorwaarden aan de taalvaardigheid van mensen in de bijstand om de kans op betaald werk te vergroten. Deze maatregel is in het regeerakkoord al aangekondigd. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met toezending van het wetsvoorstel Taaleis WWB aan de Tweede Kamer. 'Het gaat erom dat je je kunt uitdrukken en verstaanbaar kunt maken op het werk en in het dagelijks leven', aldus staatssecretaris Klijnsma. Wanneer bij iemand die recht heeft op bijstand sprake is van een heel beperkte taalbeheersing die een uitstroom uit de bijstand naar werk vrijwel onmogelijk maakt, zal de gemeente deze persoon verplichten zich het Nederlands binnen een redelijke termijn machtig te maken. Het gaat dan om een taalniveau dat aansluit bij de eisen die nu gelden op grond van de Wet inburgering. Niemand wordt vooraf van bijstand uitgesloten. Net als bij andere verplichtingen die de gemeenten in de bijstand aan iemand kunnen opleggen, kan het niet nakomen daarvan
gevolgen hebben voor de uitkering. Als iemand aantoonbaar en verwijtbaar geen inspanningen levert om het gewenste taalniveau te bereiken, volgt net als bij andere verplichtingen in de bijstand een verlaging van de uitkering of uiteindelijk zelfs het stopzetten daarvan. Uiteraard houdt de gemeente hierbij rekening met de persoonlijke omstandigheden van de bijstandsgerechtigde. 27-06-2014 bron rijksoverheid.nl
Mantelzorgboete voorlopig nog niet van de baan Een ruime meerderheid in de Eerste Kamer steunt de Participatiewet. Klijnsma beloofde een onderzoek naar de gevolgen van de omstreden "mantelzorgboete" . Met die belofte wist Klijnsma de senaat voor haar plannen te winnen. De plannen om AOW'ers die met hun kinderen samenwonen een "mantelzorgboete" te laten betalen zijn hiermee dus nog niet van tafel. Klijnsma beloofde een breed onderzoek naar de gevolgen van de omstreden maatregel. Afstel? Of de resultaten van het onderzoek ook tot afstel van de mantelzorgboete zou kunnen leiden liet staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) in het midden. Het parlement zou in ieder geval wel alle mogelijkheden krijgen om mee te praten over de uitkomst. Moestuin Eerder adviseerde Klijnsma gehandicapten en senioren nog om een moestuintje aan te leggen. Ze wilde daarmee naar eigen zeggen mensen motiveren na te denken over een eigen oudedagsvoorziening. Steun senaat Met deze toezeggingen wist Klijnsma een ruime meerderheid van de Senaat voor haar plannen te winnen. De Participatiewet kan daarmee op voldoende steun in de Eerste Kamer rekenen. Het kabinet heeft daarmee een bezuiniging van in totaal 2 miljard euro veiliggesteld. 30-06-2014 hetlsr.nl
Regeling inkomensondersteuning AOW vervangt MKOB Ouderen krijgen vanaf 1 januari 2015 een inkomensondersteuning boven op hun AOW die afhankelijk is van het aantal jaren dat men in Nederland heeft gewoond. De inkomensondersteuning wordt daarmee gekoppeld aan de in Nederland opgebouwde AOW. Hiervoor wordt de nu bestaande MKOB-regeling vervangen door een nieuwe regeling. Mensen met een volledige AOW-opbouw gaan er door deze nieuwe regeling niet op voor- of achteruit (dat geldt voor circa 90% van de ouderen). Dit heeft staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens minister Asscher, de Tweede Kamer vandaag laten weten. De maatregel vloeit
deels voort uit het niet uitvoeren van de huishoudentoeslag. De dekking van het niet doorgaan van de huishoudentoeslag wordt in de Miljoenennota meegenomen. Vooruitlopend hierop worden twee maatregelen genomen. Inkomensondersteuning AOW Er komt een nieuwe inkomensondersteuning voor AOW-gerechtigden. Deze wordt gekoppeld aan de opbouw van de AOW. De nieuwe regeling is mede ingegeven door het feit dat het niet meer vanzelfsprekend is dat mensen die naar Nederland komen, om hier te werken, zich hier ook blijvend vestigen. En ook mensen die in Nederland geboren zijn blijven hier niet altijd wonen. In de periode dat men in Nederland woont, bouwt men AOW op. In de jaren dat mensen niet in Nederland wonen bouwen zij vaak elders pensioen op. Extra inkomensondersteuning vanuit Nederland kan zich daarom beperken tot de naar rato in Nederland opgebouwde AOW. MKOB Nu krijgen ouderen nog extra inkomensondersteuning via de zogenoemde MKOB (Wet Mogelijkheid Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen). Deze koopkrachttegemoetkoming wordt, zoals eerder reeds aangekondigd, per 1 januari 2015 afgeschaft, net zoals het geval zou zijn als de huishoudentoeslag per 1 januari zou zijn ingevoerd. De MKOB had als doel oudere belastingplichtigen te compenseren voor koopkrachtverlies door beleidsmaatregelen in de fiscale sfeer. Hoogte AIO-uitkering (bijstand ouderen) De hoogte van de bijstand voor ouderen (aio) wordt voortaan op een zelfde manier vastgesteld als de overige minimumuitkeringen. Deze harmonisatie van de systematiek levert ouderen met een aanvulling vanuit de AIO een financieel voordeel op van circa 300 Euro per jaar. Dit geldt voor zowel alleenstaanden als paren. Partnertoeslag Het voornemen om de partnertoeslag in de AOW voor hogere inkomens te beëindigen, gaat niet door. Het wetsvoorstel dat dit zou regelen en dat in de Eerste Kamer lag, wordt ingetrokken. De nieuwe regeling inkomensondersteuning AOW treedt op 1 januari 2015 in werking. Per ministeriële regeling, die rond 1 juli wordt gepubliceerd, wordt een tijdelijke regeling inkomensondersteuning AOW geregeld. Later dit jaar volgt het wetsvoorstel. 30-06-2014 bron rijksoverheid.nl
Staatsseccretaris Klijnsma: “Banenafspraak is niet vrijblijvend” Akkoord over extra banen voor werknemers met een beperking wettelijk vastgelegd. Met de aanbieding van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten aan de Tweede Kamer voegt het kabinet een belangrijke bouwsteen toe aan de uitvoering van de Participatiewet en de banenafspraak uit het sociaal akkoord. Dit leidt tot een beter perspectief voor mensen met een arbeidsbeperking op een reguliere baan.
Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid): “We willen ook deze mensen in staat stellen zoveel mogelijk zelfstandig mee te doen in de samenleving. Participatie, bij voorkeur via werk, is essentieel. Het zorgt voor sociale, economische en financiële zelfstandigheid”. In de nieuwe wet is de door het kabinet en sociale partners gemaakte banenafspraak vastgelegd en is de mogelijkheid opgenomen om een quotumregeling te activeren als de gemaakte afspraken niet worden gerealiseerd. Nulmeting Hoewel veel bedrijven al bezig zijn met de inrichting van werkplekken voor mensen met een beperking, staat het onderwerp nog niet bij alle ondernemers op de kaart. In het sociaal akkoord is vastgelegd dat er tussen nu en het jaar 2026 in de marktsector 100.000 extra banen komen voor mensen met een arbeidsbeperking. In de overheidssector moeten er de komende tien jaar 25.000 banen voor dezelfde doelgroep bijkomen. Om dit te kunnen vaststellen wordt nog dit jaar een nulmeting uitgevoerd, waarbij 1 januari 2013 als ijkpunt is gekozen om de groei van het aantal nieuwe banen te kunnen berekenen. Werkgevers kunnen bij het aanbieden van banen aan deze groep ondersteuning krijgen met voorzieningen als loonkostensubsidie, no-risk polissen, jobcoaches en werkplekaanpassingen. Doelgroep voor de extra banen zijn mensen die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Het UWV beoordeelt op verzoek van gemeenten of iemand tot de doelgroep behoort. Sociale partners en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben afgesproken dat de eerste jaren Wajongers en Wsw’ers die op de wachtlijst staan als eerste voor deze extra banen in aanmerking komen. Quotumregeling In 2016 controleert het kabinet voor het eerst of de afgesproken aantallen extra banen over het jaar 2015 zijn gehaald. Als dat niet zo is, treedt de quotumregeling na overleg met de sociale partners en de VNG in werking. In dat geval bedraagt de heffing 5.000 euro per niet ingevulde arbeidsplaats. In het regeerakkoord is afgesproken dat het quotum niet geldt voor kleinere bedrijven met minder dan 25 werknemers. De quotumheffing wordt op zijn vroegst per 1 januari 2017 geactiveerd. De administratieve lasten voor werkgevers en werknemers blijven beperkt omdat een eventuele quotumheffing wordt berekend aan de hand van gegevens die al bij de overheid bekend zijn. De berekening van een eventuele heffing wordt uitgevoerd door het UWV en de uitkomst hiervan wordt via een beschikking van de Belastingdienst aan de werkgever bekend gemaakt. Inlenen Er is een breed gedragen wens bij zowel de sociale partners, de uitzendbranche, de Wsw-sector en de politiek om werknemers met een beperking die werken via een zogeheten ‘inleenconstructie’ mee te laten tellen voor de extra banen. Met de genoemde
partijen is afgesproken om dit mogelijk te maken. Dit is in de wet vastgelegd en zal nog verder worden uitgewerkt. Staatssecretaris Klijnsma : “Ik heb er vertrouwen in dat de gemaakte afspraken met werkgevers en werknemers worden nageleefd en dat die banen er komen. Deze groep, die net als iedereen dolgraag een baan wil, heeft te lang aan de zijkant gestaan. Eerlijk gezegd hoop ik het quotum nooit nodig te hebben. Deze wet schept duidelijkheid over de banenafspraak en er moet een stok achter de deur zijn als die extra banen er onverhoopt niet in voldoende mate komen”. 01-07-2014 Bron rijksoverheid.nl
Topinkomens publieke sector verder verlaagd De regering heeft het wetsvoorstel voor verlaging van de norm voor topinkomens in de publieke en semipublieke sector naar 100% van het ministerssalaris ingediend bij de Tweede Kamer. Nu mogen de topfunctionarissen nog 130% van een ministerssalaris verdienen. De wet moet op 1 januari 2015 ingevoerd worden. De ministerraad stemde hiermee in op voorstel van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Groep mensen in pak staat bij een lift. Met de aanpassing van de norm naar het salaris van een minister wil de regering de bezoldiging van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector naar een maatschappelijk meer aanvaardbaar, evenwichtiger en verantwoord niveau brengen. Dat betekent dat vanaf volgend jaar het maximum salaris (inclusief vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering) € 144.108 bedraagt. Plus onkosten en pensioenbijdrage komt dat neer op € 169.425 per jaar. Overgangsregeling Nieuwe topfunctionarissen zullen na de inwerktreding van de wet direct onder de nieuwe norm van 100% vallen. Zittende functionarissen die de norm overschrijden kunnen een beroep doen op overgangsrecht. Zij houden 4 jaar lang de salarisafspraken die zij hadden nadat de wet in werking treedt. Daarna gaat hun salaris in 3 jaar stapsgewijs omlaag naar de norm van de wet