Gemeentelijke gebouwen Bladel Energieneutraal in 2025
Bijlagenboek De bijlagen in dit document behoren bij het onderzoeksrapport “Gemeentelijke gebouwen Bladel: energieneutraal in 2025”.
Auteur Studentnummer Opleiding Onderwijsinstelling
A.G. van Wijk 2162427 Vastgoed en Makelaardij Fontys Hogescholen
Bijlagenboek Vertrouwelijk Datum januari 2015
Bijlagen
Bijlage 1.
Verklarende woordenlijst............................................................................................ 3
Bijlage 2.
Tussentijdse doelen energiebesparing en duurzame energie Kempengemeenten..... 6
Bijlage 3.
De gemeentelijke gebouwen die zijn meegenomen in het onderzoek ........................ 7
Bijlage 4.
Voorbeeld EPA-U ...................................................................................................... 8
Bijlage 5.
De huidige staat van de gemeentelijke gebouwen ................................................... 26
Bijlage 6.
Overzicht EPA-U’s ................................................................................................... 41
Bijlage 7.
Voorbeeld energielabel ............................................................................................ 42
Bijlage 8.
Overzicht energielabels gemeentelijke gebouwen ................................................... 45
Bijlage 9.
Duurzame energie opwekking.................................................................................. 46
Bijlage 10.
Maatregelen, investeringen en besparingen ........................................................... 58
Bijlage 11.
Voor- en bovenaanzichten van de gemeentelijke gebouwen................................... 63
Bijlage 12.
Toepassing zonnepanelen op de daken van alle gebouwen ................................... 77
Bijlage 13.
Berekening investering, jaarlijkse besparing en rendement .................................... 78
Bijlage 14.
Uitgewerkte interviews medewerkers gemeente Bladel .......................................... 82
Bijlage 15.
Vragenlijst gebruikers gemeentelijke gebouwen ...................................................... 88
Bijlage 1. Verklarende woordenlijst Aardwarmte
Warmte op een diepte van 500 meter of meer, die wordt gebruikt om gebouwen of tapwater te verwarmen. Ook wel geothermie genoemd.
Besluit omgevingsrecht (Bor)
Inhoudelijke uitwerking van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Bio-energie
Energie die wordt opgewekt uit plantaardige materialen.
Bodemwarmte
Warmte die wordt onttrokken uit de bovenste aardlagen (tot 500 meter diepte). Deze warmte wordt gebruikt om gebouwen of tapwater te verwarmen.
Centrale verwarmingsketel (cvketel)
Een centrale verwarmingsketel is een ketel die werkt op aardgas of stookolie en is onderdeel van een centrale verwarmingsinstallatie waarmee de ruimten in een gebouw kunnen worden verwarmd. Is sprake van een combiketel, dan kan ook tapwater worden verwarmd. Ongeveer 70-80% van het aardgas wordt omgezet in warmte.
Design-Build-FinanceMaintenance-Operate (DBFMO)
Contractvorm, waarbij de opdrachtnemer alle onderdelen in de levenscyclus van een gebouw op zich neemt, ook de financiering.
Discounted Cash Flow (DCF-berekening)
Rekenmethode waarmee de kwaliteit van een potentiele investering kan worden bepaald. Voor de invloed van tijd wordt een correctie gedaan op de financiële waarde.
Energie Prestatie Advies – Utiliteit (EPA-U)
Maatwerkadvies dat inzicht geeft in bouwkundige en installatietechnische verbetermaatregelen.
Energie-index
Indicator van de energieprestatie van een gebouw.
Energielabel (E-label)
Op schriftelijke verklaring die betrekking heeft op een gebouw: 1. waarin het resultaat staat van de berekening van de energieprestatie; 2. waarin de waarden staan gemeld waarmee de energieprestatie kan worden beoordeeld en vergeleken, en 3. die aanbevelingen bevat voor een optimale verbetering van de energieprestatie, tenzij een dergelijke verbetering niet mogelijk is.
Energieprestatie Coëfficiënt (EPC)
Dit getal drukt de energiezuinigheid van een gebouw uit. Hoe lager het getal, hoe energiezuiniger het gebouw.
Energy Service Company (ESCo)
Een ESCo is een bedrijf die zorgt voor een combinatie van verschillende onderdelen in het bouwproces, namelijk het ontwerp, de bouw, de financiering, het onderhoud en de exploitatie van energie en energiebesparende maatregelen (Design-Build-Finance-MaintenanceOperate). Dit gebeurt op grond van een prestatiecontract.
Gebouwgebonden energieverbruik
Energie die wordt verbruikt voor het verwarmen, koelen, ventileren en verlichten van het gebouw en het verwarmen van tapwater.
Gebruiksgebonden energieverbruik
Energie die wordt verbruikt door onder meer het gebruik van huishoudelijke apparatuur en computers. 3
Geothermie
Warmte op een diepte van 500 meter of meer, die wordt gebruikt om gebouwen of tapwater te verwarmen. Ook wel aardwarmte genoemd.
Gigajoule (GJ)
Gigajoule is een veelvoud van joule. 1 GJ is gelijk aan 109 J, ofwel 1 000 000 000 joule.
Hoge temperatuur verwarming
Bij hoge temperatuur verwarming wordt een gebouw verwarmd met een aanvoerwatertemperatuur van 85°C of hoger. Deze warmte kan worden verspreid door middel van radiatoren.
Hoogrendementsketel (hrketel)
Een hoogrendementsketel is een ketel die werkt op aardgas en een hoger rendement heeft dan een conventionele ketel, door de condensatie van waterdamp in de rookgassen. Een hr-ketel heeft een rendement van meer dan 100%. Dat betekent dat meer dan 100% van de energie kan worden omgezet in warmte.
Houtpellets
Cilindervormige brokjes van samengeperste houtkrullen en zaagsel die worden verbrand om een gebouw te verwarmen.
HRe-ketel
Een hr-ketel die niet alleen warmte, maar ook elektriciteit produceert. Wordt ook wel micro-WKK genoemd.
Joule (J)
Eenheid van energie. 3.600.000 J is gelijk aan 1 kWh.
Kilowattuur (kWh)
Hoeveelheid elektrische energie. 1 kWh is gelijk aan 3.600.000 J.
Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s)
De meest belangrijke succesfactoren achter een totale prestatieverbetering.
Lage temperatuur verwarming (LTV)
Bij een Lage Temperatuur Verwarming wordt een gebouw verwarmd met een aanvoerwatertemperatuur van 55°C of lager. Dit kan door middel van vloer- of wandverwarming of speciale radiatoren voor LTV.
Materiaalgebonden energiegebruik
Energie die wordt verbruikt voor de winning, productie, transport en afvalverwerking van bouwmaterialen.
Meerjarenonderhoudsplan Rapport waarin staat beschreven wanneer welk onderhoud plaats (MOP) moet vinden bij een gebouw en wat hiervan de kosten zijn. Megajoule (MJ)
Megajoule is een veelvoud van joule. 1 MJ is gelijk aan 106 J, ofwel 1 000 000 joule.
Megawatt (MW)
Megawatt is een veelvoud van watt. 1 MW is gelijk aan 106 W, ofwel 1 000 000 W.
Micro warmtekrachtkoppeling (micro-WKK)
Een cv-ketel die niet alleen warmte, maar ook elektriciteit produceert. Wordt ook wel HRe-ketel genoemd.
Petajoule (PJ)
Petajoule is een veelvoud van joule. 1 PJ is gelijk aan 1015 J, ofwel 1 000 000 000 000 000 J.
Prestatiecontract
Contractvorm waarbij de opdrachtnemer verantwoordelijk is voor het onderhouden van een gebouw. De gebouwprestaties moet tijdens de looptijd van het contract aan de vooraf gestelde eisen voldoen.
4
Quick wins
Gebouwen waarop bij verduurzaming het snelst, het meest aan energiekosten kan worden bespaard.
Rc-waarde
De warmteweerstand van een constructie.
Revolving fund
Opbrengsten vloeien na een investering weer terug in een fonds en worden weer aangewend voor nieuwe investeringen.
Split incentive
Knelpunt bij het verduurzamen van verhuurde gebouwen. De verhuurder investeert in het gebouw en de huurder heeft baat bij deze investeringen, door lagere energiekosten.
Stimuleringsregeling Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK)
Regeling waarmee het Rijk financiële middelen beschikbaar heeft gesteld voor het terugbrengen van de uitstoot van broeikasgassen.
Thermosifon
Zonneboiler waarbij het voorraadvat hoger is geplaatst dan de zonneboiler zelf, waardoor het warme water vanzelf omhoog stijgt, zonder de hulp van een pomp.
Total Cost of Ownership (TCO)
Denkwijze die is gebaseerd op het volledig inzichtelijk maken van alle kosten die zijn gerelateerd aan de aanschaf en het gebruik gedurende de levenscyclus van een gebouw.
Trias Energetica
Een strategie voor het bereiken van een zo duurzaam mogelijke energievoorziening.
U-waarde
Warmtedoorgangscoëfficiënt. Hoeveelheid warmte die per m2, per seconde en per graad temperatuurverschil tussen de ene kant en de andere kant van de constructie wordt doorgelaten.
Verbeterd Rendement ketel (vr-ketel)
Een Verbeterd Rendement ketel is een ketel die werkt op aardgas en een hoger rendement heeft dan een conventionele ketel, maar een lager rendement dan een Hoogrendementsketel. Ongeveer 90% van het aardgas wordt omgezet in warmte.
Warmteterugwinning
Warmte die normaalgesproken verloren gaat bij douchen of ventilatie, wordt teruggewonnen.
Waterkrachtenergie
Energie die wordt opgewekt door een turbine die zich in het water bevindt. Deze turbine wordt in beweging gebracht door waterkracht.
Watt (W)
Eenheid van vermogen.
Wattpiek (Wp)
Meeteenheid om het vermogen van een zonnecel of zonnepaneel aan te duiden, gemeten onder standaardomstandigheden.
Windenergie
Energie die wordt opgewekt door een turbine die in beweging wordt gebracht door windkracht.
Zonneboiler
Installatie die zonlicht omzet in warmte.
Zonne-energie
Energie die wordt opgewekt uit zonlicht.
Zonnepanelen
Panelen die zonlicht omzetten in elektriciteit.
5
Bijlage 2. Tussentijdse doelen energiebesparing en duurzame energie Kempengemeenten Tabel 1. Tussentijdse doelen energiebesparing en duurzame energie Kempengemeenten (bepaald in 2007)
Jaar 2007 2012 2016 2020 2025
Energiegebruik (PJ) 11,7 10,5 8,8 6,4 4,8
Energiebesparing (% t.o.v. 2007) 0% 10% 25% 45% 59%
Duurzame Energie (PJ) 0,3 0,9 2,4 4,1 4,8
Duurzame Energie (% van energievraag) 3% 9% 27% 64% 100%
Bron: Klimaatvisie Kempengemeenten energieneutraal in 2025 1
Tabel 2. Resultaten van het energiegebruik en duurzame opwekking peiljaar 2009 en 2011
Jaar 2007 2009 2011 2013
Energiegebruik (PJ) 7,55 7,55 7,36 7,25
Energiebesparing (% t.o.v. 2007) 0% 0% 2,5% 4%
Duurzame Energie (PJ) 0,34 0,4 0,351 0,529
Duurzame Energie (% van energievraag) 3% 3,3% 4,8% 7,3%
Bron: Energiemonitor 2007-2009, Energiemonitor 2009-2011, Energiemonitor 2007-2013 (concept)
1
De cijfers van 2007 zijn tijdens de monitoring in 2011 met terugwerkende kracht bijgesteld, omdat deze monitoring is uitgevoerd conform het landelijke monitoringsprotocol, waarin afspraken zijn beschreven over de systeemgrenzen en de wijze van het bepalen van de cijfers.
6
Bijlage 3. De gemeentelijke gebouwen die zijn meegenomen in het onderzoek 0 Gebouw
Adres
Gebruiker Huurder / eigen exploitatie
Onderhuurder
Bladel 1 Brandweerkazerne Bladel
Isegrim 5
VRZOB
2 Gemeenschapshuis Den Herd
Emmaplein 2 - 4
Stichting bestuur Den Herd
KBO
3 Gemeentehuis
Markt 21
Eigen exploitatie
Politie, UWV, VVV
4 Sporthal X-sport
Lange Trekken 32
Pius X -college en div. sportverenigingen
Sportcafé Daniëls
5 Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie handbal / korfbal
Egyptischedijk 9 b, c en d
HV Saturnus, KV Bladella
6 Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie VLTB
Egyptischedijk 9 a
VLTB
7 Sportpark de Smagtenbocht: kleedlokalen VV Bladella
Egyptischedijk 11 b
VV Bladella
8 Voormalig Gemeentewerf Bladel
Bleijenhoek 57
Diverse verenigingen
Hapert Planetenlaan 1
VRZOB
10 Gemeentewerf Hapert
9 Brandweerkazerne Hapert
Planetenlaan 1
WVK, Pintewippers, Kringloop
11 Sporthal Eureka
Kerkstraat 23
Gemeente Bladel
12 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Postduivenvereniging De Witpen
Burgemeester Van Woenseldreef 23
PV De Witpen
13 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Het Snelle Wiel
Burgemeester Van Woenseldreef 37
TWC Het Snelle Wiel
14 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Jeugdvereniging Los Hoes
Burgemeester Van Woenseldreef 5
Jong Nederland
15 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging
Burgemeester Van Woenseldreef 21
KV VVO
16 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tennisvereniging de Hellekens
Burgemeester Van Woenseldreef 17
TV de Hellekens
17 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie VV Hapert (tribune-deel)
Burgemeester Van Woenseldreef 9
VV Hapert
18 Steunpunt De Kloostertuin
Kerkstraat 21
Stichting Steunpunt de Kloostertuin
19 Sportpark De Roetwijer: accommodatie VV Hoogeloon
Dominépad 2
VV Hoogeloon
20 Sportpark De Roetwijer: accommodatie KV De Klimroos
Dominépad 2
KV de Klimroos
21 Gemeenschapshuis D'n Anloôp
Maalderij 3
Stichting D'n Anloôp
22 Peuterspeelzaal de Kinderkeet
Hoofdstraat 20 a
PSZ de Kempen
Kerkstraat 33
Gemeente Bladel
Wagenbroeken 5
VV Casteren, KV NeCa
25 Sportpark De Groesbocht: kleedgebouwen VV Netersel en KV NeCa
Polderdijk 10
VV Netersel, KV NeCa
26 Gemeenschapshuis de Poel
De Hoeve 2
Stichting de Poel
Sportcafé de Puf
Hoogeloon
Kerkbestuur, Rabo
Casteren 23 Gemeenschapshuis Den Aord
2
24 Sportpark de Smeel: accommodatie VV Casteren en KV NeCa Netersel
2
2
Gemeenschapshuis Den Aord is niet in eigendom van de gemeente Bladel. Toch kan gemeente Bladel als huurder van het pand investeren in de nodige maatregelen voor een energieneutraal gebouw. Om die reden wordt ook dit gebouw in het onderzoek meegenomen.
7
Bijlage 4. Voorbeeld EPA-U
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
Bijlage 5. De huidige staat van de gemeentelijke gebouwen 1. Brandweerkazerne Bladel De brandweerkazerne in Bladel is in 1999 gebouwd en bestaat uit een remise, een werkplaats, een kleed- en wasruimte, een instructielokaal en een kantoor. De brandweerkazerne is vijf dagen in de week bemand.
Bouwkundige aspecten Zowel de gevels als het dak en de vloer zijn geïsoleerd. Het gebouw is voorzien van dubbele beglazing en houten kozijnen en deuren. Tevens is het gebouw voorzien van een tochtportaal en de kieren zijn gedicht.
Installatietechnische aspecten Het gebouw wordt verwarmd middels twee Nefit hr-ketels (bouwjaar 1999) met een vermogen van 43 kW per stuk. Voor de remise is een gasgestookte luchtverwarmer aanwezig welke ook een vermogen heeft van 43 kW. Het water voor de doucheruimte en overige tappunten werd volgens het EPA-U verwarmd door middel van een gasboiler van A.O. Smith (bouwjaar 1999). Deze had een vermogen van 16,6 kW en een inhoud van 160 liter. Inmiddels is deze gasboiler vervangen in een gasboiler van A.O. Smith met een vermogen 23,1 kW en 265 liter (bouwjaar 2008). De verlichting bestaat voornamelijk uit hoogfrequente TL-verlichting en PL-lampen. De buitenverlichting wordt geschakeld door middel van daglichtsensoren. In het EPA-U wordt de verdeling van de energiekosten in 2005 in beeld gebracht. Er is te zien dat 52% van de energiekosten bestaat uit gas en 48% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de ruimteverwarming en de grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting.
2. Gemeenschapshuis Den Herd In 1967 werd begonnen met de bouw van gemeenschapshuis Den Herd. Hiermee wilde men een wijkcentrum creëren. In de loop der jaren is het uitgegroeid tot een cultureel centrum. In 1980 is het gebouw uitgebreid met een foyer en theaterzaal en in 1997 zijn twee zalen bijgebouwd. Dankzij de flexibiliteit van het gebouw kunnen tal van verschillende activiteiten en aangelegenheden plaatsvinden.
Bouwkundige aspecten Het gebouw van gemeenschapshuis Den Herd is niet op alle plaatsen (voldoende) geïsoleerd. De spouwmuren van de bouwdelen van 1967 en 1980 zijn ongeïsoleerd (de gevelbeplating is wel geïsoleerd). De daken, zowel van de bouwdelen 1967 en 1980, zijn niet tot matig geïsoleerd. Ook de vloeren van deze twee bouwdelen zijn niet of matig geïsoleerd. De gevels, het dak, en de vloer van bouwdeel 1997 zijn wel geïsoleerd. Verder beschikt het gehele gebouw over houten en aluminium kozijnen met daarin dubbele beglazing. Een tochtportaal is aanwezig en er zijn kierdichtingen.
Installatietechnische aspecten De verwarming van het grootste gedeelte van het gebouw werd ten tijde van het onderzoek voor het EPA-U geregeld door twee in cascade geplaatste atmosferische Buderus verwarmingsketels met een vermogen van 192 kW (bouwjaar 1980). Na vervanging van deze ketels in 2007 geschiedt de verwarming van dit deel van het gebouw middels twee Remeha hr-ketels met een vermogen van 200 kW. De verwarming van de ruimte die in gebruik is door de KBO, bestaat uit een Nefit hr-ketel 26
(bouwjaar 1998) met een vermogen van 45 kW. Verder is er nog een ruimte in het gebouw die op dit moment niet wordt gebruikt. Deze ruimte wordt verwarmd door een Agpo ketel (bouwjaar onbekend). Het water in de keuken en in de douche onder het podium wordt verwarmd middels een elektrische boiler met een inhoud van 120 liter. Het warm water dat wordt gebruikt in het gedeelte van de KBO wordt verwarmd middels een elektrische close-in boiler van 10 liter. In het gebouw waren tijdens het onderzoek voor het EPA-U twee luchtbehandelingsinstallaties aanwezig (bouwjaar 1980), voor de Kempenzaal en Sniederszaal. In 2007 zijn deze luchtbehandelingsinstallaties vervangen door luchtbehandelingsinstallaties van Ned Air. De naar binnen te blazen lucht wordt verwarmd door middel van warmteterugwinning. Verdeeld over het gebouw zijn een aantal afzuigventilatoren geïnstalleerd. De binnenverlichting bestaat volgens het EPA-U voornamelijk uit conventionele TLverlichting en spots met gloeilampen. De verlichting boven de twee bars bestaat uit halogeenlampen. De energiekosten van 2005 konden als volgt worden verdeeld: 59% gas en 41% elektriciteit. De grootste gasverbruiker, zoals in het EPA-U van 23 augustus 2006 is beschreven, was de ruimteverwarming. In 2007 zijn de verwarmingsinstallaties vervangen. Hierdoor is het gasverbruik intussen afgenomen. De grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting.
3. Gemeentehuis Opnamedatum EPA-U: 15 augustus 2006 Het gemeentehuis van Bladel bestaat uit drie bouwlagen. In het gebouw is niet alleen gemeente Bladel gevestigd, maar ook het VVV kantoor, UWV en de politie. Het gemeentehuis is in 1970 / 1971 gebouwd en in het jaar 2000 uitgebreid.
Bouwtechnische aspecten De gevels en de vloer van het oudste gedeelte van het gemeentehuis zijn geïsoleerd, het plat dak is matig geïsoleerd. De kozijnen zijn van aluminium met dubbele beglazing. Het oude gedeelte van het gebouw is voorzien van tochtportalen, kierdichtingen en zonwering. De gevels, het dak en de vloer van het nieuwe gedeelte van het gemeentehuis zijn geïsoleerd. De houten en aluminium kozijnen zijn voorzien van dubbele HR++ beglazing. Bij de hoofdingang is een tochtportaal aanwezig. Ook is het nieuwe gedeelte van het gemeentehuis voorzien van kierdichtingen.
Installatietechnische aspecten Het gemeentehuis wordt verwarmd middels een hr-ketel (bouwjaar 2000) met een vermogen van 600-660 kW en deze ketel is voorzien van een hoog/laag geregelde gasventilatorbrander, eveneens van bouwjaar 2000. De hr-ketel wordt weersafhankelijk voorgeregeld en de transportpompen worden geschakeld middels het gebouwbeheersysteem. Naregeling bij de vier hoofdgroepen is mogelijk middels de thermostaatkranen. Het water wordt verwarmd middels een tweetal, over het gebouw verdeelde, close-in boilers van 10 liter, die continue op temperatuur worden gehouden.
27
Het gemeentehuis beschikt over vier luchtbehandelingsinstallaties. De temperatuur van de lucht wordt bepaald door de 3-wegmengklep voor de verwarmingsbatterij of koelbatterij te plaatsen. Dit gebeurt automatisch, afhankelijk van de buiten- en binnentemperatuur. De luchtvochtigheid van de lucht die naar binnen wordt geblazen wordt door een elektrische stoombevochtiger geregeld, welke door het gebouwbeheersysteem wordt aangestuurd. De keuken, het VVV kantoor, het sanitair in het oude en het nieuwe gedeelte, de reproruimte en de raadzaal worden op mechanische wijze geventileerd. De serverruimte van zowel het gemeentehuis als die van het UVW worden gekoeld middels 3 split-level units. Het gemeentehuis werd ten tijde van het opstellen van het EPA-U voornamelijk verlicht middels TL-verlichting. In de werkruimten werd deze handmatig geschakeld en in de algemene ruimten worden ze centraal handmatig geschakeld. De verlichting in de gangen, toiletten, raadzaal en centrale hal bestaat uit PL-armaturen. De verlichting in de centrale hal wordt gestuurd op basis van daglicht, nadat deze handmatig is ingeschakeld. De buitenverlichting wordt met behulp van een lichtsensor ingeschakeld. Deze verlichting is inmiddels vervangen in hoogfrequente TL- en PL-verlichting. Het archief is voorzien van led-verlichting. De energiekosten van 2005, bestaan voor 39% uit gas en voor 61% uit elektriciteit. De grootste elektriciteitsverbruikers zijn achtereenvolgend: de verlichting, koeling, luchtbehandeling en automatisering. De grootste gasverbruiker is de verwarming voor de oudbouw, gevolgd door de verwarming van de nieuwbouw.
4. Sporthal X-sport Gemeente Bladel beschikt niet over een EPA-U van Sporthal X-sport. Sporthal X-sport is in 2013 gebouwd en in augustus 2014 in gebruik genomen. De sporthal wordt gebruikt door diverse scholen en sportverenigingen. Het gebouw beschikt over drie sportzalen die kunnen worden vergroot tot één grote sportzaal. Tevens beschikt het gebouw over een tribune, horeca, 8 kleedlokalen, toiletruimten een ruimte voor EHBO en een ruimte voor de beheerders.
Bouwtechnische aspecten Zowel de gevels als het dak en de vloer van de sporthal zijn geïsoleerd volgens de huidige normen. De begane grondvloer heeft een Rc waarde van 3,6 m2K/W, de dichte geveldelen hebben een Rc waarde van 3,6 m2K/W en het dak heeft een Rc waarde van 3,59 m2K/W. De aluminium en houten kozijnen zijn voorzien van HR++ beglazing met een U-waarde van 1,2. Het gebouw is voorzien van tochtportalen en kierdichtingen. Het gebouw heeft een EPC van 0,72.
Installatietechnische aspecten Het gebouw wordt verwarmd middels twee in cascade geplaatste HR-107 ketels. Door middel van vloerverwarming, radiatoren en een klimaatplafond wordt het gebouw verwarmd. De verwarming van het douche- en tapwater vindt plaats door middel van een gasboiler met een inhoud van 300 liter. Het gebouw wordt doormiddel van mechanische ventilatie met een warmteterugwinunit geventileerd. Tevens is het gebouw voorzien van led-verlichting. Op het pand zijn 178 m2 zonnepanelen gelegd. Verwacht wordt dat deze zonnepanelen per jaar circa 24.000 kWh zullen opwekken. 28
5. Sportpark De Smagtenbocht: accommodaties hand- en korfbalvereniging Opnamedatum EPA-U: 20 oktober 2006 De drie accommodaties van de handbalvereniging Bladella en korfbalvereniging Saturnus bestaan uit diverse kleedlokalen, scheidsrechts- en verblijfsruimten. In eind jaren ’70 zijn de gebouwen gerealiseerd en in 2005 zijn ze verbouwd. Gedurende de winterperiode (van 1 november tot 1 maart) worden de gebouwen niet gebruikt.
Bouwtechnische aspecten De drie gebouwen beschikken over gevel- dak- en vloerisolatie. De houten kozijnen van twee gebouwen zijn voorzien van dubbele beglazing. Het gebouw van de handbalvereniging beschikt over houten kozijnen met deels enkele en deels dubbele beglazing. Elk gebouw is voorzien van kierdichtingen en een tochtportaal.
Installatietechnische aspecten De verwarming van het gebouw die door de hand- en korfbal samen wordt gebruikt (accommodatie 1) en de verwarming van het gebouw van de korfbalvereniging (accommodatie 2) worden verwarmd middels een Daalderop hr-ketel (combi), bouwjaar 2006. Het vermogen van deze cv-ketels bedraagt 25 kW. De verwarming van het gebouw van de handbalvereniging (accommodatie 3) wordt verwarmd middels twee gasgestookte gevelkachels (bouwjaar onbekend) met 10 kW. De warmwatervoorziening voor de douches van de kleedruimten van accommodaties 1 en 2 bestaat uit een indirect gestookte boiler die in de hr-ketel is gebouwd. De douches zijn voorzien van spaardouches. Accommodatie 3 beschikt niet over een warmwatertapvoorziening. De verlichting in de gebouwen bestaat uit diverse gloeilampen en TL-lampen. De velden worden verlicht door middel van vier natriumlampen, met elk een vermogen van 2000 Watt. De kleedruimten en toiletten van accommodatie 1 en 2 worden mechanisch afgezogen. De afzuiging van enkele ruimten van accommodatie 1 zijn gekoppeld aan de verlichting of wordt ingeschakeld door middel van aanwezigheidsschakelaars. De afzuiging van accommodatie 2 is gekoppeld aan de verlichting. In accommodatie 3 is geen mechanische afzuiging aanwezig. De verdeling van de energiekosten van 2005 kunnen als volgt worden verdeeld: 85% van de energiekosten bestaat uit gas en 15% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de verwarming van accommodatie 1. De grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting.
6. Sportpark De Smagtenbocht: accommodatie Tennisvereniging VLTB Opnamedatum EPA-U: 20 oktober 2006 De accommodatie van Tennisvereniging VLTB bestaat uit een kantine en kleedruimten. Eind jaren ’70 is het gebouwd en in 2005 is een EHBO-ruimte aangebouwd. In 2013 is de accommodatie gerenoveerd en wat uitgebreid. De accommodatie was vóór de laatste verbouwing slechts zeven maanden per jaar geopend. Een van de redenen waarom de accommodatie in 2013 is verbouwd, is ervoor te zorgen dat de accommodatie ook tijdens de wintermaanden kan worden gebruikt.
29
Bouwtechnische aspecten Zowel de gevels, als het dak en de vloer zijn geïsoleerd. Er wordt voldaan aan de isolatie-eisen die nu van kracht zijn. Tijdens de verbouwing in 2013 is de enkele en dubbele beglazing in de houten kozijnen vervangen door HR++ beglazing. Er zijn kierdichtingen en tochtportalen aanwezig.
Installatietechnische aspecten Het gebouw wordt verwarmd door middel van de Daalderop hr-ketel met een vermogen van circa 35 kW (bouwjaar 2006). Het water voor de douches en de keuken wordt verwarmd door middel van een indirect gestookte boiler met een inhoud van 100 liter. Deze is aangesloten op de hr-ketel. De kleedruimten, toiletten en de kantine worden mechanisch afgezogen. De afzuiging van de kleedruimten wordt geschakeld door middel van aanwezigheidsschakelaars. De afzuiging van de toiletten wordt geschakeld met de lichtschakelaar. De afzuiging van de kantine kan handmatig aan- en uit worden gezet. Ten tijde van het opstellen van het EPA-U bestond de verlichting van het gebouw uit TL- en PL- lampen en halogeenverlichting en gloeilampen. In de nieuwe aanbouw is nieuwe verlichting aangebracht. De verlichting in de oorspronkelijke ruimten is hetzelfde gebleven. De velden worden verlicht doormiddel van 16 natriumlampen met elk een vermogen van 2.000 Watt. In het EPA-U zijn de energiekosten van 2005 inzichtelijk gemaakt. Deze bestonden voor 36% uit gas en voor 64% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker was de ruimteverwarming en de grootste elektriciteitsverbruiker was de verlichting.
7. Sportpark De Smagtenbocht: accommodatie VV Bladella Opnamedatum EPA-U: 20 oktober 2006 Dit gebouw is gebouwd in 2004 en bestaat uit 10 kleedruimten, diverse vergaderruimten en een keuken.
Bouwtechnische aspecten Zowel de gevels als het dak en de vloer zijn geïsoleerd. Het gebouw beschikt over houten kozijnen met dubbele beglazing. Het gebouw beschikt tevens over kierdichtingen. Er zijn geen tochtportalen aanwezig.
Installatietechnische aspecten Het gebouw wordt verwarmd middels twee Remeha hr-ketels (bouwjaar 2005) met een vermogen 120 kW samen. Het water voor de douches van de kleedruimten wordt verwarmd door middel van een gasgestookte boiler van A.O. Smith, met een inhoud van 335 liter en een vermogen van 77,6 kW (bouwjaar 2005). Daarnaast is nog een extra voorraadvat van 400 liter aanwezig, die wordt gevoed door de gasboiler. De verlichting in de gebouwen bestaat voornamelijk uit TL-lampen en PL-verlichting en er zijn ook gloeilampen. De verlichting wordt voornamelijk handmatig geschakeld, behalve in de kleedruimten en toiletten. De buitenverlichting wordt geschakeld door middel van een daglichtschakelaar. De kleedruimten en toiletten worden mechanisch afgezogen. De afzuiging wordt door aanwezigheidsschakelaars in- en uitgeschakeld.
30
De energiekosten van 2005 bestonden voor 84% uit gas en voor 16% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker was de ruimteverwarming en de grootste elektriciteitsverbruiker was de verlichting.
8. Voormalig gemeentewerf Bladel Gemeente Bladel beschikt niet over een EPA-U of energielabel van de voormalige gemeentewerf in Bladel. Het voormalig gemeentewerf wordt gebruikt door Heemkundige kring Pladella Villa, Speel-o-theek Bladel, Teken- en Schilderclub De Blaalse school, Stichting Voedselbank Bladel en Koninklijke Harmonie L’Union. Tevens is er een loods die door verschillende gebruikers wordt gebruikt voor opslag.
Bouwtechnische aspecten Het bouwjaar van het voorste gedeelte van de voormalige gemeentewerf, waarin de Heemkundige kring Pladella Villa is gehuisvest, is niet bekend. Wel is bekend dat dit ooit een sigarenfabriek is geweest. Dit gedeelte van het gebouw is ongeïsoleerd. Het achterste gedeelte van het gebouw is gebouwd in 1983. De gevels en vloeren van dit gedeelte zijn ongeïsoleerd. Het plat dak is ooit bij het vervangen van het dak, na geïsoleerd. Verder beschikt het gebouw over stalen kozijnen met enkele beglazing. Het gebouw beschikt niet over kierdichtingen en tochtportalen.
Installatietechnische aspecten Het gedeelte van het gebouw waarin Heemkundige kring Pladella Villa is gevestigd wordt verwarmd middels een Nefit hr-ketel met een vermogen van 43 kW (bouwjaar 2008). De rest van het gebouw wordt verwarmd middels een tweetal Buderus vrketels van 75 kW per stuk (bouwjaar 1989). Tevens hangt in de loods nog een heater van het merk Winterwarm met een vermogen van 98,8 kW (bouwjaar 1990). Het water in Speel-o-theek Bladel wordt verwarmd middels een geiser van Vaillant met een inhoud van 350 liter en een vermogen van 24,4 kW (bouwjaar 1990).
9. Brandweerkazerne Hapert Opnamedatum EPA-U: 2 oktober 2006 De brandweerkazerne bestaat een remise, magazijn, kleed- en wasruimte, kantine en een kantoor. De brandweerkazerne is slechts twee ochtenden in de week bemand. Het bouwjaar van het gebouw is 1950, en in 1999 is het gebouw uitgebreid met het magazijn en de doucheruimten.
Bouwtechnische aspecten Het oude gedeelte van het gebouw beschikt niet over gevel- en vloerisolatie. Het dak van het oude gedeelte en de gevels, het dak en de vloer van het nieuwe gedeelte zijn wel geïsoleerd. De houten kozijnen van het gehele gebouw zijn voorzien van enkele en dubbele beglazing. Tevens is het gebouw voorzien van kierdichtingen. Er zijn geen tochtportalen aanwezig.
Installatietechnische aspecten Het gebouw werd ten tijde van het opstellen van het EPA-U verwarmd door middel van een Nefit hr-ketel met een vermogen van 60 kW (bouwjaar 1999). Deze is vervangen door een Nefit hr-ketel met een vermogen van 65 kW (bouwjaar 2008). Het water voor in de doucheruimte en andere tappunten werd volgens het EPA-U verwarmd door middel van een gasboiler van het merk A.O. Smith (bouwjaar 1999). Deze gasboiler had een inhoud van 144 liter en een vermogen van 9 kW. De
31
gasboiler is inmiddels vervangen in een A.O. Smith boiler met een inhoud van 265 liter en een vermogen van 22,7 kW (bouwjaar 2008). De verlichting in het gebouw bestaat hoofdzakelijk uit standaard TL-verlichting, maar ook enkele hoogfrequente TL-verlichting en PL-lampen. In diverse ruimten is mechanische afzuiging aanwezig, die handmatig kan worden aangezet. De energiekosten van 2005 bestonden voor 76% uit gas en voor 25% aan elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de verwarming met maar liefst 96% en de grootste elektriciteitsverbruiker was ten tijde van het opstellen van het EPA-U de verlichting.
10. Gemeentewerf Hapert Opnamedatum EPA-U: 16 oktober 2006 De gemeentewerf (bouwjaar 1980) bestaat uit diverse ruimten: een garage, een kantine en een kantoor.
Bouwtechnische aspecten Het pand voldoet aan de isolatie-eisen zoals deze in 1980 van kracht waren. De gevels, de vloer en het dak zijn geïsoleerd. De muur tussen de garage en de kantine is echter niet geïsoleerd, waardoor de warmte uit de kantine snel ontsnapt. Het gebouw beschikt over houten kozijnen met daarin zowel enkele als dubbele beglazing. Er zijn kierdichtingen toegepast en een tochtportaal is niet aanwezig.
Installatietechnische aspecten De gemeentewerf wordt verwarmd middels een Agpo vr-ketel met een vermogen van 25 kW (bouwjaar 2003). De warmte kan worden bediend middels een ruimtethermostaat in de kantine en in de garage. Het water in de garage wordt ook verwarmd door de Agpo vr-ketel. Voor het warmwatergebruik in de keuken en kantine is een elektrische close-in boiler (bouwjaar 2008) aanwezig van 10 liter inhoud. De verlichting bestaat hoofdzakelijk uit standaard TL-verlichting en een gloeilamp in het toilet. In elke ruimte wordt de verlichting handmatig geschakeld. De energiekosten van 2005 kunnen volgens het EPA-U worden verdeeld in 64% gas en 36% elektriciteit. De verwarming van het gebouw was de grootste gasverbruiker, op het moment dat het EPA-U werd opgesteld. De grootste elektriciteitsverbruiker was de verlichting.
11. Sporthal Eureka Opnamedatum EPA-U: 25 september 2006 Sporthal Eureka, gebouwd in 1995, wordt gebruikt door diverse scholen en verenigingen en bestaat uit een sportzaal, een kantine en kleed- en doucheruimten.
Bouwtechnische aspecten Zowel de gevels als het dak en de vloer van het gebouw zijn geïsoleerd. De houten kozijnen zijn voorzien van dubbele beglazing. Verder is het gebouw voorzien van kierdichtingen en een tochtportaal bij de entree van het gebouw.
Installatietechnische aspecten De verwarming van de sportzaal en kleedruimtes wordt verzorgd door een Remeha hr-ketel (bouwjaar 1995) en heeft een vermogen instelbaar tussen de 116 en 232 kW. 32
De kantine wordt verwarmd door een Nefit HR ketel (bouwjaar 1997) met een vermogen van 40 kW. Het water voor de douches wordt verwarmd middels een indirect gestookte boiler van het merk NIBE met een inhoud van 500 liter aangesloten op de hr-ketel van de sportzalen. De douches zijn voorzien van spaardouches. Het water in de kantine wordt apart verwarmd door een elektrische boiler met een inhoud van 50 liter. De verlichting in het gebouw bestaat voornamelijk uit TL-lampen. Tevens beschikt het gebouw over PL-lampen. De verlichting in de kantine bestaat voornamelijk uit gloeilampen en halogeenverlichting. De kleedruimten, toiletten en kantine worden mechanisch afgezogen. Deze afzuiging wordt automatisch in en uitgeschakeld. De energiekosten van 2005 zijn in het EPA-U in beeld gebracht. Deze bestaan voor 37% uit gas en voor 63% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de ruimteverwarming en de grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting.
12. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie De Witpen Opnamedatum EPA-U: 10 juli 2006 Het clubhuis van postduivenvereniging De Witpen is begin jaren ’70 gebouwd en bestaat uit een zaal, inkorfruimte en een in 1993 aangebouwde bestuurskamer.
Bouwtechnische aspecten De gevels van het clubhuis zijn opgetrokken met ongeïsoleerd steens muren en ook de betonvloer is ongeïsoleerd. Het dak is wel geïsoleerd. De houten kozijnen zijn voorzien van dubbele beglazing. Ook de deuren zijn van hout. Het clubhuis beschikt niet over een tochtportaal en de kieren zijn niet gedicht.
Installatietechnische aspecten Ten tijde van de opname voor het EPA-U was het clubhuis voorzien van drie gasgevelkachels van het merk Dru (bouwjaar 1975). De vermogens van de kachels lagen tussen de 4 en 10 kW. Deze gasgevelkachels zijn inmiddels vervangen door drie nieuwe gasgevelkachels (bouwjaar 2007). Twee van deze kachels hebben een vermogen van 9,5 kW en een kachel heeft een vermogen van 5,4 kW. Het water voor afwasgebruik werd verwarmd door middel van een keukengeiser van het merk Vaillant met een vermogen van 9 kW. Het bouwjaar van deze keukengeiser was 1975. Ook deze geiser is vervangen door een nieuwe geiser van het merk Fasto (bouwjaar 2005). De nieuwe geiser heeft een vermogen van 9,4 kW. Het clubhuis wordt verlicht door middel van TL-verlichting en gloeilampen. De energiekosten van 2005 bestaan volgens het EPA-U voor 39% uit gas en voor 61% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de verwarming van het clubhuis en de grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting met 52%.
33
13. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tour- en wielerclub Het Snelle Wiel Gemeente Bladel beschikt niet over een EPA-U van het gebouw waarin Het Snelle Wiel is gehuisvest. In de accommodatie van wielerclub Het Snelle Wiel bevinden zich heren- en dameskleedkamers, een berging, technieklokaal, EHBO-ruimte, bestuurskamer en een ontmoetingsruimte met een bar en keuken.
Bouwtechnische aspecten Het gebouw waarin het Snelle Wiel is gehuisvest is in 2011 in gebruik genomen. Zowel de gevels, als het dak en de vloer zijn volledig geïsoleerd en daarmee voldoet het gebouw aan de isolatie-eisen van 2011.
Installatietechnische aspecten Het gebouw wordt verwarmd middels vloerverwarming en radiatoren en een Atag hr-ketel met een vermogen tussen 8,8 en 44,7 kW (bouwjaar 2011). Het water wordt verwarmd middels een indirect gestookte boiler met een inhoud van 200 liter. Het mechanische ventilatiesysteem met warmteterugwinning zorgt ervoor dat de ruimten in het gebouw worden geventileerd.
14. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Jeugdvereniging Los Hoes Gemeente Bladel beschikt niet over een EPA-U van het gebouw waarin Jeugdvereniging Los Hoes is gehuisvest.
Bouwtechnische aspecten Het gebouw waarin Jeugdvereniging Los Hoes is gehuisvest, is gebouwd in 2009 en begin 2010 in gebruik genomen. Het gebouw voldoet aan de isolatie-eisen die destijds golden.
Installatietechnische aspecten Het gebouw wordt verwarmd door middel van een Nefit hr-ketel met een vermogen van 43 kW (bouwjaar 2009). Het tapwater wordt verwarmd middels een indirect gestookte boiler.
15. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging VVO Hapert Opnamedatum EPA-U: 10 juli 2006 De accommodatie waarin de korfbalvereniging van Hapert in is gevestigd, was voorheen tevens de accommodatie voor de tennis- en biljartvereniging. Het EPA-U had betrekking op alle drie de verenigingen. De accommodatie is in 1975 gebouwd en uitgebreid in 1990 en 2005. Het gebouw bestond ten tijde van het EPA-U uit diverse ruimten zoals kleedlokalen, doucheruimten en kantines. Intussen is de biljartvereniging niet langer gehuisvest in hetzelfde gebouw, dit gedeelte van het gebouw is nu gesloopt. Het gedeelte van de tennisvereniging is gerenoveerd.
Bouwtechnische aspecten De gevels van de accommodatie hebben een spouwmuur die deels is geïsoleerd, evenals de betonnen vloer. Het dak is volledig geïsoleerd. De houten kozijnen zijn voorzien van enkele en dubbele beglazing. Het gebouw is tevens voorzien van een tochtportaal en kierdichtingen.
34
Installatietechnische aspecten Het totale gebouw werd ten tijde van het onderzoek voor het EPA-U verwarmd door middel van drie Agpo hr-ketels met een vermogen van 30,6 kW per ketel (bouwjaar 1997). Nu wordt het separate deel van het gebouw voor de korfbalvereniging verwarmd door middel van één bestaande hr-ketel. Het douche- en tapwater wordt verwarmd door middel van een indirect gestookte boiler met een inhoud van 160 liter. Daarnaast beschikt de korfbalvereniging nog over een gasboiler van het merk A.O. Smith, met een inhoud van 265 liter en vermogen van 22,6 kW (bouwjaar 2006). De verlichting in het gebouw bestaat ten tijde van het opstellen van het EPA-U uit TLverlichting, halogeenverlichting en gloeilampen. De buitenverlichting bestaat uit spaarlampen die door middel van een daglichtsensor worden geschakeld. De verlichting van de korfbalvelden bestaat uit 4 masten met hogedruk natriumlampen. De energiekosten van 2005 bestaan volgens het EPA-U voor 51% uit gas en voor 49% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker was destijds de verwarming van het gebouw. De grootste elektriciteitsverbruiker was de verlichting, met 81%.
16. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tennisvereniging de Hellekens Opnamedatum EPA-U: 10 juli 2006 De accommodatie waarin Tennisvereniging de Hellekens is gevestigd, was voorheen tevens de accommodatie voor de korfbal- en biljartvereniging. Het EPA-U had betrekking op alle drie de verenigingen. De accommodatie bestond destijds uit diverse ruimten zoals kleedlokalen, doucheruimten en kantines. Intussen is de biljartvereniging niet langer gehuisvest in hetzelfde gebouw, dit gedeelte van het gebouw is nu gesloopt. Het gedeelte waarin de tennisvereniging is gehuisvest, is in 2013 compleet gerenoveerd.
Bouwtechnische aspecten De gevels van het oudste gedeelte van de accommodatie hebben een spouwmuur die deels is geïsoleerd, evenals de betonnen vloer. Het dak is volledig geïsoleerd. Nu de accommodatie van de tennisvereniging is gerenoveerd is het voorzien van nieuwe vloerisolatie en zijn enkele delen van de gevel opnieuw geïsoleerd. De houten kozijnen zijn voorzien van enkele en dubbele beglazing. Daarnaast is het gebouw voorzien van een tochtportaal en kierdichtingen.
Installatietechnische aspecten De accommodatie van de tennisvereniging werd vóór de renovatie verwarmd door middel van een Agpo hr-ketel met een vermogen van 30,6 kW (bouwjaar 1997). Het douche- en tapwater werd verwarmd door middel van een indirect gestookte boiler met een inhoud van 160 liter. Nu wordt het gebouw verwarmd middels een Nefit hrketel (bouwjaar 2013). Het water wordt nu verwarmd met een direct gestookte boiler van A.O. Smith en heeft een inhoud van 300 liter. De verlichting in het gebouw is vervangen door zuinigere verlichting. Daarnaast beschikt de tennisvereniging over 14 masten met hogedruk natriumlampen.
17. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie VV Hapert Opnamedatum EPA-U: 10 juli 2006 De accommodatie van VV Hapert bestaat uit een tribune met kleedlokalen en een later aangebouwde kantine. Het bouwjaar is 1978 en de kantine is aangebouwd in 1996.
35
Bouwtechnische aspecten Zowel de gevels als het dak en de vloer zijn deels geïsoleerd. De houten kozijnen zijn voorzien van enkele en dubbele beglazing. Kieren zijn deels gedicht en er zijn tochtportalen aanwezig.
Installatietechnische aspecten De kleedruimten en de kantine worden beiden verwarmd door middel van een verbeterd rendement Radson cv-ketel met een vermogen van 39 kW (bouwjaar 1997) en een verbeterd rendement Radson cv-ketel met een vermogen van 28 kW (bouwjaar 1992). Deze laatste ketel is vervangen door een Remeha hr-ketel met een vermogen van 35 kW (bouwjaar 2011). Het water voor de douchruimten wordt volgens het EPA-U verwarmd door middel van twee direct gasgestookte boilers van A.O. Smith met een inhoud van 355 liter en een vermogen van 22,9 kW (bouwjaar 1997). Hier is in 2008 een derde direct gasgestookte boiler van A.O. Smith bijgekomen met een inhoud van 368 liter. Daarnaast is er nog een indirect gestookte boiler met een inhoud van 350 liter (bouwjaar 1992). Het water in de kantine wordt verwarmd middels een elektrische boiler met een inhoud van 30 liter. De verlichting in de kantine bestaat uit gloeilampen, TL-verlichting en halogeenspotjes. De verlichting in de kleedlokalen bestaat hoofzakelijk uit TLverlichting met enkele gloeilampen. De verlichting van de velden bestaat uit 12 masten met hogedruk natriumlampen. Uit het EPA-U is af te lezen dat 71% van het gasverbruik voor de verwarming en 29% voor het warm tapwater wordt gebruikt. De grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting met 59%. De energiekosten in 2005 bestonden voor 67% uit gas en 33% uit elektriciteit.
18. Steunpunt de Kloostertuin Opnamedatum EPA-U 24 juli 2006 Het gebouw waarin Steunpunt de Kloostertuin in is gehuisvest, bestaat uit een recreatiezaal, Wit-Gele Kruisruimte, bloedprikruimte en een vergaderruimte.
Bouwtechnische aspecten Het pand is in 1997 gebouwd en geïsoleerd volgens de toen geldende normen. Enkele jaren voordat het EPA-U is opgesteld is een geïsoleerde glazen serre aangebouwd. Zowel de gevels als het dak en de vloer zijn geïsoleerd. De houten kozijnen zijn voorzien van dubbele beglazing. Verder beschikt het gebouw over een tochtportaal en kierdichtingen.
Installatietechnische aspecten De verwarming van de openbare ruimten in het gebouw bestaat uit een Atag hr-ketel met een vermogen van circa 52 kW (bouwjaar 1999). Het water wordt verwarmd door de hr-ketel. De ruimten worden continue mechanisch afgezogen. De verlichting bestaat grotendeels uit TL-verlichting, PL-verlichting en diverse gloeilampen. De energiekosten van 2005 bestaan volgens het EPA-U voor 39% uit gas en voor 61% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de ruimteverwarming voor maar liefst 94% en de grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting voor 30%, gevolgd door de biljarttafels met 28%. 36
19. Sportpark De Roetweijer: accommodatie VV Hoogeloon Opnamedatum EPA-U: 1 september 2006 Het gebouw waarin VV Hoogeloon is gehuisvest, is in 1978 gebouwd en uitgebreid in 2001. De accommodatie bestaat uit vijf kleedlokalen en een kantine. In 2012 is het gebouw weer aanzienlijk vergroot en daarmee zijn de kleedlokalen uitgebreid.
Bouwtechnische aspecten Het pand voldoet aan de isolatie-eisen zoals die in 1978 van kracht waren. Van het oorspronkelijke gedeelte van het gebouw zijn de spouwmuur en de begane grondvloer niet geïsoleerd. Het dak en de complete aanbouw zijn wel geïsoleerd. De houten kozijnen zijn voorzien van dubbele beglazing. Ook zijn kierdichtingen en tochtportalen in het gebouw aanwezig.
Installatietechnische aspecten Het gebouw wordt verwarmd door middel van een Nefit hr-ketel, met een vermogen van 60 kW (bouwjaar 1999). Het water voor de douches wordt verwarmd door middel van twee direct gasgestookte boilers van A.O. Smith, met een inhoud van 355 liter en een vermogen van 22,9 kW (bouwjaar 2003). De verlichting van het gebouw bestaat uit TL- en PL-verlichting, gloeilampen en halogeenverlichting. De buitenverlichting bestaat uit spaarlampen. Tevens staan er 20 masten met hogedruk natriumlampen voor de verlichting van de velden. De energiekosten van 2005 bestaan volgens het EPA-U voor 49% uit gas en voor 51% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de ruimteverwarming en de grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting.
20. Sportpark De Roetweijer: accommodatie KV De Klimroos Gemeente Bladel beschikt niet over een EPA-U van korfbalvereniging De Klimroos. Het gebouw bestaat uit kleedlokalen, een kantine en een berging.
Bouwtechnische aspecten Het gebouw is in 1994 gebouwd. Hiermee kan er vanuit worden gegaan dat zowel het dak, als de vloer en de gevels zijn geïsoleerd. Het gebouw wordt gemiddeld 12 uur per week gebruikt.
Installatietechnische aspecten Het gebouw waarin Korfbalvereniging De Klimroos is gehuisvest, wordt verwarmd door een Nefit hr-ketel met een vermogen van 44,9 kW (bouwjaar 2008). Het doucheen tapwater wordt verwarmd middels een boiler van het merk Sentry. Deze boiler met een inhoud van 360 liter heeft een vermogen van 21,1 kW (bouwjaar 2008).
21. Gemeenschapshuis D’n Anloôp Opnamedatum EPA-U: 5 november 2008 Het gebouw waarin gemeenschapshuis D’n Anloôp is gehuisvest, is in 2008 in gebruik genomen. De hoofdfuncties van het gebouw zijn een gemeenschapshuis en een binnensportaccommodatie.
37
Bouwtechnische aspecten Zowel de gevels als het dak en de vloer zijn geïsoleerd. De gevels hebben een Rcwaarde van 3,33 m2 K/W, het dak heeft een Rc-waarde van 3,25 en de vloer heeft een Rc-waarde van 3,45. De houten kozijnen zijn voorzien van dubbele beglazing. Tevens zijn er tochtportalen en kierdichtingen aanwezig. Het gebouw beschikt niet over zonwering.
Installatietechnische aspecten Het gebouw wordt verwarmd middels een hoog rendement Remeha gaswandketel met een vermogen van 107 kW (bouwjaar 2007). Het water van de douches wordt verwarmd door middel van een indirect gestookte boiler met een inhoud van 200 liter. Het water in de keuken en in de twee repetitieruimten worden verwarmd middels een drietal elektrische close-in boilers van 10 liter. Er zijn drie luchtbehandelingskasten in het gebouw aanwezig. Deze zijn voorzien van een luchttoevoer, een afzuigventilator en een warmteterugwinunit. De verlichting van het gebouw bestaat voornamelijk uit TL-verlichting. Daarnaast beschikt het gebouw over PL- en halogeenverlichting. De toiletruimten is voorzien van energiezuinige PL-verlichting. De spots op het podium zijn uitgevoerd in ledverlichting. De energiekosten van het jaar 2008 bestonden voor 46% uit gas en voor 54% uit elektriciteit. De grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting en de grootste gasverbruiker is de ruimteverwarming.
22. Peuterspeelzaal de Kinderkeet Opnamedatum EPA-U: 26 november 2006 In de peuterspeelzaal worden kinderen tot 4 jaar opgevangen. Het gebouw is in 1992 gebouwd.
Bouwtechnische aspecten Zowel de spouwmuur als de vloer en het dak van de peuterspeelzaal is geïsoleerd en het gebouw is voorzien van kierdichtingen. De houten kozijnen zijn voorzien van dubbele beglazing. Er is geen tochtportaal in het gebouw aanwezig.
Installatietechnische aspecten Ten tijde van het onderzoek voor het EPA-U werd de peuterspeelzaal verwarmd door middel van een hr-ketel van het merk Ferroli met een vermogen instelbaar tussen 8,3 en 24,2 kW (bouwjaar 1992). Inmiddels is deze ketel vervangen door een HR Ketel van het merk Remeha met een vermogen van 28 kW (bouwjaar 2008). Het water wordt tevens verwarmd door middel van de hr-ketel. De energiekosten van 2005 bestaan voor 79% uit gas en voor 21% elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de verwarming van het gebouw. De grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting.
23. Gemeenschapshuis Den Aord Gemeenschapshuis Den Aord is niet in eigendom van de gemeente Bladel. Toch kan gemeente Bladel als huurder van dit pand investeren in de nodige maatregelen voor een energieneutraal gebouw. Om die reden wordt ook dit gebouw in het onderzoek meegenomen. Gemeente Bladel beschikt echter niet over een energielabel of een EPA-U van dit gebouw. 38
Bouwtechnische aspecten Het gebouw van gemeenschapshuis Den Aord is in 1993 gebouwd en volgens de toen geldende isolatie eisen geïsoleerd. Het gebouw beschikt over houten kozijnen met dubbele beglazing, kierdichtingen en tochtportalen.
Installatietechnische aspecten Over welke installaties het gebouw beschikt, is niet bekend.
24. Sportpark De Smeel: accommodatie VV Casteren en KV NeCa De accommodatie van VV Casteren en KV NeCa bestaat uit kleedruimten en een kantine en is in 1980 gebouwd.
Bouwtechnische aspecten De gevels, het dak en de vloer zijn geïsoleerd. De houten kozijnen zijn voorzien van enkele beglazing. Het gebouw beschikt niet over kierdichtingen en tochtportalen.
Installatietechnische aspecten De verwarming van de kleedruimten van de voetbalvereniging en de kantine bestaat uit een Agpo cv-ketel met een vermogen van 32 kW (bouwjaar 1999). De verwarming van de kleedruimten van de korfbalvereniging bestaat tevens uit een Agpo cv-ketel met een vermogen van 23 kW (bouwjaar 1999). Het water van de kleedruimten van zowel de voetbal- als de korfbalvereniging wordt verwarmd door middel van twee direct gasgestookte boilers van A.O. Smith, met een inhoud van 355 liter en een vermogen van 23,1 kW (bouwjaar 1999) De verlichting in het gebouw bestaat uit TL-verlichting, gloeilampen en halogeenspotjes. De buitenverlichting bestaat uit spaarlampen. Tevens staan er 14 masten met hogedruk natriumlamepen om de velden te verlichten. De energiekosten van 2005 bestaan voor 49% uit gas en voor 51% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de ruimteverwarming van de voetbalvereniging en de grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting.
25. Sportpark De Groesbocht: Kleedaccommodatie VV Netersel en KV NeCa Opnamedatum EPA-U: 1 september 2006 De kleedgebouwen van de voetbal- en korfbalvereniging zijn identiek. De kleedgebouwen zijn in 1965 gebouwd.
Bouwtechnische aspecten De gevels, het dak en de vloer van beide kleedgebouwen zijn niet geïsoleerd. De houten kozijnen zijn voorzien van enkel glas. De kieren zijn niet gedicht. Wel is er een tochtportaal.
Installatietechnische aspecten De verwarming van de kleedgebouwen gebeurt middels een Vaillant hr-ketel met een vermogen van 25 kW (bouwjaar 2003) voor elk gebouw. Het water in de doucheruimten wordt verwarmd door middel van twee direct gasgestookte boilers met een vermogen van 22,6 kW per boiler (bouwjaar 2003) en een inhoud van 265 liter.
39
De kleedgebouwen zijn voorzien van TL-verlichting en gloeilampen die handmatig worden geschakeld. Per veld staan twee masten met hogedruk natriumlampen. De velden worden in de zomer beregend met grondwater middels een pomp die handmatig wordt geschakeld. De energiekosten van 2005 bestaan voor 79% uit gas en voor 21% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de ruimteverwarming en de grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting.
26. Gemeenschapshuis De Poel Opnamedatum EPA-U: 18 oktober 2006 Het pand waarin gemeenschapshuis De Poel is gehuisvest, is vroeger gebouwd voor een school. In 1980 is het gebouw verbouwd en heeft het de bestemming van gemeentelijke gymzaal gekregen. Eind 2005, begin 2006 is het pand volledig gerenoveerd. De gymzaal is omgebouwd tot multifunctionele ruimte en er zijn ruimten bijgebouwd, zoals de huiskamer, vergaderzalen, podium, bergingen en een kantoor.
Bouwtechnische aspecten De gevels, het plat dak en de vloer van het nieuwbouwgedeelte zijn geïsoleerd. Het schuine dak en de vloer van de oudbouw zijn niet geïsoleerd. Wel is het verlaagd plafond onder het schuine dak goed geïsoleerd. De aluminium kozijnen zijn voorzien van geluidsisolerend dubbele beglazing.
Installatietechnische aspecten Het gebouw wordt verwarmd middels een Remeha hr-ketel met een vermogen van 65 kW (bouwjaar 2005). Het water in de kleed- en doucheruimten wordt verwarmd door middel van een direct gasgestookte boiler van A.O. Smith, met een vermogen van 22,6 kW (bouwjaar 2002). Voor de verwarming van het water in de keuken, de huiskamer en de berging bij het podium zijn 10 liter close-in boilers geplaatst. De afzuiging in de multifunctionele ruimte en vergaderzalen gebeurt middels een ventilatiesysteem met een warmteterugwinunit. De kleed- en doucheruimten worden geventileerd middels een afzuigventilator, die continue in bedrijf is. De huiskamer, beheerderruimte en toiletten zijn ieder afzonderlijk voorzien van mechanische afzuiging. De keuken is voorzien van twee afzuigkappen.
De verlichting in het gebouw bestaat uit (hoogfrequente) TL- verlichting, PL-verlichting en halogeenverlichting. De energiekosten van 2005 bestaan voor 46% uit gas en voor 54% uit elektriciteit. De grootste gasverbruiker is de ruimteverwarming en de grootste elektriciteitsverbruiker is de verlichting in het gebouw.
40
Bijlage 6. Overzicht EPA-U’s Gebouw
EPA-U's Datum
Oppervlakte in m
2
3
Gas in m 3
Elektriciteit in kWh
Kosten gas en elektriciteit
Bladel 1 Brandw eerkazerne Bladel
2-10-2006
490,0
11.500,0
7.800,0
€
5.149,00
2 Gemeenschapshuis Den Herd
23-8-2006
2.850,0
145.567,0
54.034,0
€
33.468,00
332.611,0
42.131,0
€
43.260,00
3 Gemeentehuis
15-8-2006
6.082,0
EPA-U ontbreekt
0,0
5 Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie handbal / korfbal
20-10-2006
290,0
1.075,0
6 Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie VLTB
20-10-2006
332,0
7 Sportpark de Smagtenbocht: kleedlokalen VV Bladella
20-10-2006
680,0
EPA-U ontbreekt
1.938,0
4 Sporthal X-sport
8 Voormalig gemeentew erf Bladel Hapert 9 Brandw eerkazerne Hapert 10 Gemeentew erf Hapert 11 Sporthal Eureka
€
Niet bekend Niet bekend
-
3.000,0
€
1.374,00
16.060,0
3.954,0
€
4.272,00
4.309,0
10.410,0
€
4.940,00
2.261,00
0
0
0
0
2-10-2006
350,0
2.900,0
4.500,0
€
0
16-10-2006
230,0
3.800,0
3.309,0
€
1.979,00
25-9-2006
1.640,0
65.000,0
12.800,0
€
13.314,00
800,0
472,0
10-7-2006
168,0
€
295,00
13 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Het Snelle Wiel
EPA-U ontbreekt
0,0
Niet bekend Niet bekend
€
-
14 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Jeugdvereniging Los Hoes
EPA-U ontbreekt
0,0
Niet bekend Niet bekend
€
15 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging VVO Hapert
10-7-2006
595,0
32.500,0
16 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tennisvereniging de Hellekens
10-7-2006
595,0
17 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie VV Hapert (tribune-deel)
10-7-2006
640,0
18 Steunpunt De Kloostertuin
24-7-2006
12 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Postduivenvereniging De Witpen
€
6.670,00
32.500,0
9.000,0
€
6.670,00
23.000,0
12.197,0
€
6.935,00
550,0
23.282,0
4.266,0
€
4.979,00
0
0
0
0
1-9-2006
430,0
26.574,0
7.471,0
€
6.497,00
Hoogeloon 19 Sportpark De Roetw ijer: accommodatie VV Hoogeloon 20 Sportpark De Roetw ijer: accommodatie KV De Klimroos 21 Gemeenschapshuis D'n Anloôp 22 Peuterspeelzaal de Kinderkeet
24 Sportpark de Smeel: accommodatie VV Casteren en KV NeCa
26 Gemeenschapshuis de Poel
€
0,0
5-11-2008
2.029,0
67.000,0
11.000,0
€
20.980,00
26-11-2006
92,0
583,0
838,0
€
453,00
0
0
0
0
Niet bekend Niet bekend
-
4-7-2006
300,0
15.000,0
5.000,0
0
0
0
0
1-9-2006
70,0
2.000,0
18-10-2006
936,0
26.500,0
0
EPA-U ontbreekt
Netersel 25 Sportpark De Groesbocht: kleedgebouw en VV Netersel en KV NeCa
0
EPA-U ontbreekt
Casteren 23 Gemeenschapshuis Den Aord
-
9.000,0
€
4.240,00
2.300,0
€
1.249,00
11.103,0
€
8.821,00
0
3
3
Alle cijfers zijn prijspeil 2005. De bedragen zijn inclusief energiebelasting en exclusief BTW.
41
Bijlage 7. Voorbeeld energielabel
42
43
44
Bijlage 8. Overzicht energielabels gemeentelijke gebouwen Gebouw
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
Bladel Brandw eerkazerne Bladel Gemeenschapshuis Den Herd Gemeentehuis Sporthal X-sport 4 Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie handbal / korfbal Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie VLTB Sportpark de Smagtenbocht: kleedlokalen VV Bladella Voormalig Gemeentew erf Bladel Hapert Brandw eerkazerne Hapert Gemeentew erf Hapert Sporthal Eureka Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Postduivenvereniging De Witpen Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tour- en w ielerclub Het Snelle Wiel Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Jeugdvereniging Los Hoes Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging VVO Hapert Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tennisvereniging de Hellekens Sportpark de Lemelvelden: accommodatie VV Hapert (tribune-deel) Steunpunt De Kloostertuin Hoogeloon Sportpark De Roetw ijer: accommodatie VV Hoogeloon Sportpark De Roetw ijer: accommodatie KV De Klimroos Gemeenschapshuis D'n Anloôp Peuterspeelzaal de Kinderkeet Casteren Gemeenschapshuis Den Aord Sportpark de Smeel: accommodatie VV Casteren en KV NeCa Netersel Sportpark De Groesbocht: kleedgebouw en VV Netersel en KV NeCa Gemeenschapshuis de Poel Totaal
Opnam edatum
5
2-10-2006 23-8-2006 15-8-2006 oktober 2014 20-10-2007 20-10-2006 / 27-5-2014 20-10-2006 E-label ontbreekt 0 2-10-2006 16-10-2006 25-9-2007 10-7-2007 9-9-2011 10-10-2006 / 31-3-2010 10-7-2006 10-7-2006 / 15-7-2013 10-7-2007 24-7-2006 1-9-2007 / 15-7-2013 1-9-2006 5-11-2008 26-11-2006 0 E-label ontbreekt 4-7-2007 0 1-9-2006 18-10-2006
Gebruiksopp. in m2
Energie in MJ/m2
490,0 594 2200,0 1.725 6082,0 837 3156,0 310 148,0 609 332 / 442,9 448 / 408,0 682,0 401
350,0 1.048 230,0 1.555 1640 479 168,0 2.499 300,0 858 205,0 / 348,5 1.833 / 852 595,0 1.324 595,0 / 260,1 1.324 / 945 640,0 847 500,0 584 428,0 / 505,0 598 / 1.006 175,0 593 2029,0 726 91,5 1.552
300,0
531
71,0 936,0
2.010 1.100
Elektriciteit Gas Warm te Energiekosten in kWh/m2 in m3/m2 in GJ/m2 o.b.v. e-labels
A++ < 0,50
A+ 0,51-0,70
A B C D E F 0,71-1,05 1,06-1,15 1,16-1,30 1,31-1,45 1,46-1,60 1,61-1,75
G > 1,75
0,55 1,70 1,29 21
4
0
€
24.193,00
13
8
0
€
3.742,00
X 0,72 0,62 / 0,54 0,51
0,98 1,35 0,69 2,21 25 37 8
18 14 25
0 0 0
€ € €
5.188,00 6.255,00
0,93 1,04
4.747,00
1.70 1,56 1,56
0,89 1,04 0,56
22
23
0
€
10.327,00
0,75 / 1,03 0,70 0,83 1,60
0,65 2,16 0
7
1,02 10
0
1
1
2
1
2
45
4
Omdat de sporthal X-sport recent is opgeleverd is er nog geen energielabel aanwezig. De gegevens in de tabel zijn afkomstig van GRP Gebouw, die in oktober is gemaakt. Bij een gebouw dat beschikt over twee energielabels, zijn de gegevens van het oude energielabel met een rode kleur weergegeven en de gegevens van het nieuwe energielabel met een groene kleur. 5
45
Bijlage 9. Duurzame energie opwekking Zonne-energie Zonne-energie is hernieuwbaar en is dus duurzaam. Zonlicht kan op twee manieren worden toegepast als duurzame energiebron: voor elektriciteit en warmte. Elektriciteit Zonlicht wordt omgevormd naar elektriciteit, die vervolgens kan worden gebruikt om elektrische apparaten en verlichting te laten werken. De elektriciteit wordt opgewekt door middel van zonnepanelen, ook wel PV-panelen genoemd. PV is een afkorting van de Engelse benaming 'Photo Voltaic'. Een zonnepaneel bestaat uit meerdere zonnecellen die elektrisch met elkaar in verbinding staan. De zonnecellen vangen zonlicht op en zetten dit om in elektriciteit. Vervolgens zorgt de omvormer ervoor dat van de elektrische energie 230 volt wisselspanning wordt gemaakt. De elektriciteit wordt toegevoegd aan het elektriciteitsnetwerk van het gebouw, zodat de elektrische apparaten en verlichting door middel van de elektriciteit kunnen werken. Is er geen of niet voldoende vraag, omdat apparaten en verlichting in het gebouw uitgeschakeld zijn, dan wordt de teveel opgewekte elektriciteit aan het openbare elektriciteitsnet terug geleverd. Zo kan de energie die wordt opgewekt overdag worden gebruikt of worden terug geleverd en ’s nachts als de zon onder is, kan de elektriciteit van het net worden gebruikt. De opgewekte energie kan tevens worden opgeslagen in accu’s, maar deze worden nog niet grootschalig gebruikt om energie op te slaan. Dit komt omdat de opslag van energie in een accu nog erg duur is. De opbrengst van de zonnepanelen hangt af van het vermogen dat een zonnepaneel heeft. Het maximale vermogen van een zonnepaneel (onder ideale weersomstandigheden) wordt uitgedrukt in Wattpiek (Wp). Omdat in Nederland deze ideale omstandigheden nauwelijks voorkomen, wordt het Wp vermogen gecorrigeerd met een factor 0,7 tot 0,9. Een factor van 0,85 is het meest reëel. Dat maakt inzichtelijk hoeveel kilowattuur elektriciteit een zonnepaneel kan opwekken: 1 Wp is gelijk aan 0,85 kWh (hoe-koop-ik.nl, z.d.). Zonnepanelen worden meestal op het dak van een gebouw geplaatst. Dit is mogelijk op een schuin dak, maar ook op een plat dak met behulp van een constructie waarmee de zonnepanelen toch in de geschikte schuinte kunnen worden geplaatst. De zonnepanelen op een schuin dak kunnen ook in de dakbedekking worden verwerkt, zodat de panelen op een gelijke hoogte liggen met de dakbedekking. Bij beide soorten daken is het van belang dat de zonnepanelen zo worden geplaatst dat ze het meeste zonlicht op kunnen vangen. De zonnepanelen kunnen dan het best in zuidelijke richting worden geplaatst, omdat het zuiden de meeste zonuren kent. Is dat niet mogelijk, dan kunnen zonnepanelen eventueel ook in zuidwestelijke of zuidoostelijke richting worden geplaatst. Er zal in dat geval echter niet het optimale rendement worden behaald, omdat de zon in het oosten opkomt en in het westen ondergaat. Is plaatsing op het dak niet mogelijk, dan kunnen zonnepanelen ook verticaal aan de gevels van een gebouw worden gemonteerd of op de grond worden geplaatst. Voor het plaatsen van zonnepanelen hoeft in principe geen omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Hierop zijn echter wel uitzonderingen. Als deze installaties worden geplaatst op andere bouwdelen dan het dak van een gebouw, op een terrein, op een monument of een op beschermd stads- en dorpsgezicht, moet wel een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Dit is opgenomen in artikel 2, lid 6 en artikel 4a, lid 1 en 2 in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor).
46
Tabel 1. Voor- en nadelen zonnepanelen
Voordelen
Nadelen
Duurzame vorm van energieopwekking. Minder CO2-uitstoot. Eigen energieopwekking en daardoor een lagere energierekening. Minder afhankelijk van stijgende energieprijzen. Binnen tien jaar kan de investering worden terugverdiend. Slimme investering met een hoog rendement. Zonnepanelen zijn geruisloos. Doorgaans geen omgevingsvergunning nodig. Energie die niet wordt gebruikt, kan worden terug geleverd. Neemt, bij plaatsing op het dak, nauwelijks ruimte in beslag.
Zonnepanelen maken een gebouw minder esthetisch. Goede ligging van de zonnepanelen is noodzakelijk voor het beste rendement. Variabele productie. Bij plaatsing op het dak is een stevige dakconstructie noodzakelijk. Energieopslag is nu alleen nog mogelijk door de aanschaf van een dure energieaccu. Zonnepanelen moeten vrij blijven van schaduw, sneeuw en vuil. De premie van de opstalverzekering zal opnieuw moeten worden bepaald. Deze wordt doorgaans hoger. Het rendement van de zonnepanelen kan in de loop der jaren met twintig procent dalen. Vaak is een extra groep in de meterkast nodig. Het is niet zeker dat de energieprijzen blijven stijgen. Het dakvlak moet voldoende groot zijn voor het gewenste aantal zonnepanelen.
Voor het opwekken van elektriciteit in de gemeentelijke gebouwen zijn zonnepanelen goed toepasbaar. Als de zonnepanelen op het dak kunnen worden geplaatst hoeft geen vergunning worden aangevraagd en nemen de zonnepanelen ook geen kostbare ruimte in beslag. Wel moet worden nagegaan of de daken constructief geschikt zijn voor zonnepanelen en of er genoeg ruimte is op het dak voor de gewenste hoeveelheid energieopwekking. Daarnaast moet een omvormer worden geplaatst in het gebouw en zijn mogelijk enkele aanpassingen nodig in de meterkast, zoals een extra groep.
Figuur 1. Zonnepanelen
Warmte Naast het opwekken van energie kunnen zonnestralen ook verwarmen. Een zonnecollector, ook wel een zonneboiler genoemd, gebruikt deze warmte om water te verwarmen. Er bestaan vier typen zonneboilers. Van deze vier verschillende zonneboilers verwarmen er drie alleen het tapwater dat wordt gebruikt in de keuken of douche bijvoorbeeld. Een vierde type zonneboiler verwarmt naast het tapwater ook ruimten in een gebouw. Voor wat betreft de vergunningsplicht gelden dezelfde regels als voor zonnepanelen.
Standaard zonneboiler Een standaard zonneboiler is alleen bedoeld voor de verwarming van tapwater en heeft een collectoroppervlakte van 2,5 tot 3,5 vierkante meter. Wordt het water niet voldoende verwarmd, dan kan een verwarmingsketel het water naverwarmen. Een standaard zonneboiler is voorzien van een los voorraadvat met een volume van tachtig tot 47
tweehonderd liter en kan staand, hangend of liggend worden geplaatst. Wordt het vat hoger geplaatst dan de collector, dan is er sprake van een thermosifon systeem.
Compacte zonneboiler Ook de compacte zonneboiler verwarmt alleen het tapwater, maar dit type heeft geen los voorraadvat. De watervoorraad bevindt zich in de collector zelf. Deze collector heeft een inhoud van zeventig tot honderdzeventig liter en moet extra goed geïsoleerd zijn. Als de compacte zonneboiler zich op het dak bevindt, is een stevige dakconstructie vereist. Ook bij dit systeem kan er worden naverwarmd door middel van een verwarmingsketel.
CV-zonneboiler De cv-zonneboiler, bedoeld voor de verwarming van het tapwater, heeft een los voorraadvat van honderd tot driehonderd liter. De leiding van de verwarmingsketel loopt door het voorraadvat van de zonneboiler, en warmt zo het water bij. Een andere variant is de elektrische zonneboiler, waarbij niet de verwarmingsketel, maar een elektrisch verwarmingselement het water in het voorraadvat bijverwarmt.
Zonneboilercombi Deze zonnecollector wordt niet alleen gebruikt om het tapwater te verwarmen, maar ook voor het verwarmen van de ruimten in een gebouw. Dit systeem werkt het meest optimaal als de warmte in een gebouw wordt verspreid door middel van lage temperatuur verwarming (LTV) via vloer- of wandverwarming of door middel van speciale LTV radiatoren. Ruimten worden bij een LTV verwarmd met een watertemperatuur van maximaal 55 graden (Milieu Centraal, z.d.).
Tabel 2. Voor- en nadelen zonneboiler
Voordelen
Nadelen
Duurzame vorm van energieopwekking. Minder CO2-uitstoot. Lagere energiekosten. Slimme investering met een hoog rendement. Onderhoudsvriendelijk. Zonnecollectoren zijn te gebruiken naast de huidige verwarmingsbron. Doorgaans geen omgevingsvergunning nodig.
Investering noodzakelijk bij aanvang. Zonnecollectoren maken een gebouw minder esthetisch. Zonnecollectoren kunnen niet de huidige verwarmingsbron vervangen. Bij plaatsing op het dak is een stevige dakconstructie noodzakelijk. Er moet voldoende dakvlak zijn voor het aantal gewenste zonnecollectoren.
Voor de verwarming van het tapwater in de gemeentelijke gebouwen is plaatsing van een zonneboiler een zeer geschikte optie. Voornamelijk in de gemeentelijke gebouwen zoals sportaccommodaties waar veel tapwater moet worden verwarmd, is de toepassing van zonnecollectoren interessant, om energiekosten te reduceren. Voor de verwarming van de gemeentelijke gebouwen is een zonneboilercombi pas goed toepasbaar als de huidige radiatoren worden vervangen door speciale LTV radiatoren.
Figuur 2. Zonneboilers
48
Windenergie Nederland is een vlak land waar het vaak waait. Dat maakt Nederland zeer geschikt voor windenergie. Door de aandrijving van wind kan een windturbine energie opwekken. Windturbines zijn er in verschillende typen: groot of klein, met een horizontale as of met een verticale as. Windturbine met een horizontale as Windturbines met een horizontale as komen het meest voor en worden vaak geplaatst in windmolenparken. Een dergelijke windturbine bestaat grofweg uit drie onderdelen: een draaiende rotor met rotorbladen, een gondel en een mast. De rotorbladen zijn naar de wind gericht en worden door de wind omhoog geduwd, waardoor een roterende beweging ontstaat. Bij nieuwe windturbines kunnen de rotorbladen verschillende posities worden gezet, voor een optimale draaisnelheid. De gondel is het gedeelte bovenop de mast, waar de rotor en de rotorbladen aan zijn bevestigd. Hierin zijn de aandrijfas en de generator gesitueerd. De as, die door de rotorbladen wordt aangedreven, loopt via tandwielen naar de generator waar de stroom wordt opgewekt. Tabel 3. Voor- en nadelen windturbine met horizontale as
Voordelen Duurzame vorm van energieopwekking. Minder CO2-uitstoot. Nederland is een vlak land, waardoor het veel waait. Dat maakt het gebruik van windenergie interessant. Een windturbine met horizontale as heeft veel ruimte nodig, maar de omgeving rondom een windturbine blijft beschikbaar voor bijvoorbeeld landbouw. De nieuwste windturbines kunnen de rotorbladen draaien, voor een optimale draaisnelheid.
Nadelen Landschapsvervuiling. Geluidsoverlast door de rotorbladen en generator. Overlast door slagschaduw en schittering. Vogelsterfte. Variabele productie door veranderende windkracht.
Figuur 3. Windturbines met horizontale as
Windturbine met een verticale as Bij een windturbine met een verticale as wordt de wind opgevangen door de rotorbladen die in een cirkel rondom de verticale as draaien. Ook bestaan er windturbines met een verticale as in de vorm van een zogenoemde “wokkel”. Een windturbine met verticale as kan bij elke windrichting wind vangen. Nog een voordeel van een windturbine met verticale as is dat de dynamo op de grond kan worden geplaatst en dat maakt het onderhoud eenvoudig. Zijn er plaatsen waar windturbines met een horizontale as moeilijk kunnen worden geplaatst, door te weinig wind uit een bepaalde richting bijvoorbeeld, dan zijn windturbines met een verticale as vaak een goed alternatief. Omdat in een bebouwde omgeving doorgaans wind komt uit verschillende windrichtingen, worden windturbines met een verticale as hier het meest toegepast.
49
Tabel 4. Voor- en nadelen windturbine met verticale as
Voordelen Duurzame vorm van energieopwekking. Minder CO2-uitstoot. Nederland is een vlak land, waardoor het er veel waait. Omdat de rotorbladen rondom de as zijn geplaatst, kunnen de rotorbladen bij elke windrichting in beweging worden gebracht. Minder geluidsoverlast dan windturbines met horizontale as. Vogelvriendelijker dan windturbines met horizontale as. Een windturbine met verticale as is doorgaans compacter dan een windturbine met een horizontale as en kunnen dus gemakkelijker op het dak van een gebouw of naast het gebouw worden geplaatst.
Nadelen Landschapsvervuiling. Variabele productie door veranderende windkracht. Voor een goed rendement moet er een krachtige wind staan. Overlast door slagschaduw en schittering.
Figuur 4. Windturbines met verticale as
Grote windturbine De grote windturbines zijn vaak met meerdere turbines bij elkaar in een windturbinepark geplaatst en worden gebruikt voor grootschalige energieopwekking. Deze windturbines zijn veelal in eigendom van een energiemaatschappij, zoals Nuon, Essent of E.ON. De energie die door middel van deze windturbines worden opgewekt, gaat naar het elektriciteitsnet. Er kan daarom voor het energieneutraal maken van een gemeentelijk gebouw, geen gebruik worden gemaakt van deze ingekochte groene stroom. Wel kan binnen een straal van tien kilometer een grote collectieve windturbine worden geplaatst, die specifiek elektriciteit opwekt voor een bepaald deel van de gemeente of voor bepaalde gebouwen. Kleine windturbine Wat de opwekking van windenergie ook mogelijk maakt voor particulieren, bedrijven of overheidsorganisaties zoals een gemeente, is de kleine windturbine, ook wel de urban windturbine genoemd. Kleine windturbines kunnen op het dak van een gebouw of naast een gebouw worden geplaatst. Ook kleine windturbines zijn uitgevoerd met een horizontale as of verticale as. Wel hangt het voordeel uit energieopwekking sterk af van het model van de windturbine en de plek waar de kleine windturbine is geplaatst. Alleen op plaatsen waar het voldoende waait, levert een kleine windturbine genoeg rendement op. In een open omgeving kan een kleine windturbine worden geplaatst op laagbouw, die niet is omringt met bomen. In de bebouwde omgeving moet ervoor worden gezorgd dat een windturbine boven de bebouwde omgeving uitsteekt, bijvoorbeeld op een dak van flatgebouw. Het gebouw moet dan een hoogte hebben van minimaal twintig meter of minstens dubbel zo hoog zijn als de gebouwen en bomen in de omgeving. Een kleine windturbine is rendabel vanaf windkracht drie. Bij de aanschaf van een kleine windturbine komt veel kijken: er moet een studie worden gedaan naar het windaanbod, er moet een bouwtechnisch onderzoek naar de dakconstructie worden gedaan van het gebouw in het geval de windturbine op het dak wordt geplaatst. Ook moet er een 50
keuze worden gemaakt voor het model en er moet mogelijk een omgevingsvergunning worden aangevraagd bij de gemeente. De aanschafkosten voor een kleine windturbine lopen sterk uiteen. Dit kan variëren van zeshonderd tot duizenden euro’s. De investering verdient zich meestal niet terug binnen de technische levensduur van twintig jaar (Hier Opgewekt, 2014). Tabel 5. Voor- en nadelen kleine windturbine
Voordelen Duurzame vorm van energieopwekking. Lagere energiekosten. Minder afhankelijk van stijgende energieprijzen. Minder CO2-uitstoot.
Nadelen Hoge investeringskosten. Levert betrekkelijk weinig energie. Niet overal is genoeg windaanbod voor een kleine windturbine Lange terugverdientijd. Overlast door slagschaduw en schittering. Er moet mogelijk een vergunning worden aangevraagd. Bij plaatsing op het dak moet is een stevige dakconstructie noodzakelijk.
Door de aanschaf van een kleine windturbine kan elektriciteit worden opgewekt voor gemeentelijke gebouwen. Wel moet er op worden gelet dat de dakconstructie stevig genoeg is voor het plaatsen van een windturbine op het dak en er moet worden nagegaan of er voldoende wind staat, voor een optimaal rendement. De aanschaf van een kleine windmolen zou door de grote investering voornamelijk uit milieuoverwegingen worden gedaan, niet vanuit een economisch oogpunt.
Aard- en bodemwarmte Warmte die wordt onttrokken uit de aarde of uit de bodem (de bovenste aardlagen) is ook een vorm van duurzame energie. Wanneer sprake is van aardwarmte of van bodemwarmte, is afhankelijk van de diepte waar de warmte wordt gewonnen. Ook waar die warmte ontstaat die wordt onttrokken, is afhankelijk van de diepte. In de bovenste paar meter van de aardkorst wordt de temperatuur van de bodem nog sterk beïnvloed door de temperatuur van de buitenlucht. Er heerst een constante temperatuur van ongeveer tien graden Celsius op een diepte van ongeveer tien meter. Bij elke honderd meter dieper in de aarde zal de temperatuur met gemiddeld 3 graden Celsius stijgen (Schylger Energie Maatschappij, z.d.). Aardwarmte (geothermie) Bij aardwarmte wordt warm water van minimaal vijfhonderd meter opgepompt. Deze warmte ontstaat in de kern van de aarde. De warmte van dit water is afhankelijk van de diepte waarvan het water wordt onttrokken. Om aardwarmte te onttrekken worden twee putten geboord in de aarde. Eén put dient om warm water omhoog te pompen en de andere put zorgt ervoor dat het afgekoelde water weer terug in de aarde wordt gebracht. Op deze manier kan het warme water uit de aarde worden gebruikt voor het verwarmen van gebouwen. Voor een succesvolle installatie is allereerst een boring nodig, om te kijken de ondergrond geschikt is. In Nederland wordt sinds 2007 warmte gewonnen uit de aarde (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, z.d.). De overheid stimuleert het gebruik van aardwarmte. De overheid heeft namelijk de doelstelling dat voor 2020 de aardwarmte 11 petajoule warmte per jaar levert (Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, 2011). Voor de eerste boring naar aardwarmte is een opsporingsvergunning nodig. Deze vergunning moet worden aangevraagd bij het ministerie van Economische Zaken. Als deze boring voldoende productief blijkt, dan moet een winningvergunning worden aangevraagd. Daarnaast is een mijnbouwmilieuvergunning nodig en een lokale vergunning: de omgevingsvergunning (Platform Geothermie, z.d.).
51
Verwarming van gemeentelijke gebouwen door middel van aardwarmte is in principe mogelijk, maar is niet interessant, vanwege de forse investering die moet worden gedaan voor de boringen en het aanleggen van een warmtenet. Het aanleggen van een warmtenet is een ingrijpend project wat niet snel is gerealiseerd. Omdat het warmtenet moet worden aangelegd in een bestaande bebouwde omgeving moet rekening worden gehouden met wegen, water en bebouwing. Van de voordelen en nadelen van een aardwarmtepomp is daarom geen overzicht opgenomen. Bodemwarmte Warmte kan ook worden onttrokken uit de bovenste aardlagen. We spreken dan over de bodem. Dit gebeurt op een diepte tot vijfhonderd meter. De bodem wordt verwarmd door de zon. Bodemwarmte wordt in Nederland op twee manieren gebruikt, in een gesloten buizensysteem en in een open systeem.
In een gesloten buizensysteem, dat horizontaal of verticaal door de bodem loopt, wordt vloeistof rondgepompt door middel van de warmtepomp. Dit water wordt opgewarmd in de grond en door de warmtepomp op een bruikbaar temperatuurniveau gebracht. De verwarming van de ruimten in een gebouw gebeurt meestal met lage temperatuurverwarming (LTV). Ruimten worden in dat geval verwarmd door middel van vloer- of wandverwarming of lage temperatuur radiatoren. Deze radiatoren zijn groter, omdat deze een lagere temperatuur moeten verspreiden dan radiatoren bij een hoge temperatuur verwarming. Er worden nu ook warmtepompen ontwikkeld die op elk warmteafgiftesysteem kunnen worden aangesloten; ook op hoge temperatuurverwarming (HTV). De warmtewisselaar zorgt ervoor dat gebouwen kunnen worden verwarmd in de koude periode en worden gekoeld in de warme periode. Voor een gesloten systeem is tot een vermogen van 70 kW geen omgevingsvergunning vereist. Door particulieren moet het worden gemeld bij de gemeente. Dit gebeurt via het omgevingsloket. Bedrijven moeten een gesloten systeem melden bij Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) (Rijkswaterstaat, 2013).
Tabel 6. Voor- en nadelen warmtepomp met gesloten buizensysteem
Voordelen Minder CO2-uitstoot. Bodemwarmte raakt niet op. Bodemwarmte is hernieuwbaar. Kan verwarmen en koelen. Geen gasaansluiting nodig. Onderhoudsvrij. Is tegenwoordig mogelijk in combinatie van alle afgiftesystemen.
Nadelen Grote investering. Neemt vaak meer ruimte in beslag dan een cv-ketel. Verbruikt geen gas, maar wel veel elektriciteit.
Figuur 5. Warmtepompen met gesloten buizensysteem
De bodem kan tevens dienen voor de opslag van verwarmd of gekoeld water (warmtekoudeopslag). Het grondwater dat in de koude periode in de bodem wordt gekoeld, kan middels een open systeem naar het gebouw worden geleid om het gebouw te koelen in de warme periode. Andersom kan ook het water dat in de warme periode wordt verwarmd, in de bodem worden opgeslagen tot behoefte is aan verwarming van het gebouw (Rijksoverheid, z.d.). Hiervoor moet een watervergunning worden aangevraagd, tenzij de onttrekking kleiner
52
is dan 10 m3 per uur, niet dieper is dan 30 meter en niet in een beschermd gebied voor waterhuishouding ligt (Provincie Noord-Brabant, z.d.). Tabel 7. Voor- en nadelen warmtepomp met open systeem
Voordelen Minder CO2-uitstoot. Bodemwarmte raakt niet op. Bodemwarmte is hernieuwbaar. Kan verwarmen en koelen. Geen gasaansluiting nodig. Efficiënt doordat warmte of koude kan worden opgeslagen totdat het gebruikt kan worden.
Nadelen Grote investering. Verwarming middels lage temperatuur verwarming vereist. Opwarming verloopt door de lage temperatuurverwarming trager. Vereist bij bestaande bouw een flinke verbouwing. Goede isolatie is vereist, vanwege de lage temperatuur verwarming. Mogelijk vergunningsaanvraag vereist. Neemt vaak meer ruimte in beslag dan een cv-ketel. Verbruikt geen gas, maar wel veel elektriciteit.
Figuur 6. Warmtepompen met open systeem
Het aanleggen van een systeem voor de winning van bodemwarmte de gemeentelijke gebouwen is mogelijk, maar daarvoor moet wel een lage temperatuur verwarmingssysteem worden aangelegd of er moet een warmtepomp worden toegepast die ook op een hoog temperatuurverwarmingssysteem kan worden aangesloten, omdat momenteel geen enkel gemeentelijk gebouw volledig wordt verwarmd middels LTV.
Waterkracht Bij deze vorm van duurzame energie opwekking wordt energie opgewekt door de stroomsnelheid van het water (stromend water), of door hoogteverschil (vallend water). Water wil naar beneden door de zwaartekracht. Hoe sneller water stroomt, hoe meer energie er uit kan worden gehaald. Dat is in Nederland minder eenvoudig dan in landen met veel gebergte. Omdat Nederland een vlak land is, kan in een waterkrachtcentrale in Nederland alleen energie uit stromend water worden gewonnen, die ontstaat door getijdenstroming. Door het drukverschil dat zich bevindt vóór en achter de turbine, komt de turbine in beweging. Deze draaibeweging wordt door een generator omgezet in elektriciteit. Nederland heeft slechts vijf waterkrachtcentrales. Deze hebben samen en maximaal vermogen van 37 megawatt. Waterkracht is de kleinste duurzame energiebron in Nederland. In Europa wordt meer dan tien procent van alle elektriciteit door waterkracht opgewekt. Over de hele wereld bekeken komt zelfs meer dan de helft van de totale duurzame energie uit waterkracht. Het opwekken van energie uit waterkracht heeft enkele nadelen. Een waterkrachtcentrale heeft een grote impact op de omgeving. Een dam beperkt de verplaatsingsruimten voor vissen dat leidt tot vissterfte (energievergelijken.nl, z.d.). Energie uit waterkracht wordt in Nederland opgewekt door waterkrachtcentrales. De opgewekte elektriciteit gaat naar het elektriciteitsnet. Op deze manier kan door energieleveranciers groene 53
stroom worden geleverd aan consumenten. Alleen als de installatie specifiek is bedoeld voor bepaalde gebouwen en binnen een straal van tien kilometer ligt, kan de elektriciteit worden meegerekend bij de berekening van de EPC. Aangezien er geen mogelijkheid is voor het opwekken van energie uit waterkracht binnen een straal van tien kilometer, kan dit niet bijdragen aan het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen.
Bio-energie Het grootste gedeelte van alle duurzame energie is afkomstig uit biomassa. Door verbranding, vergassing of vergisting van materialen zoals hout, groente-, fruit- en tuinafval, rioolslib of mest komt warmte vrij. Dit wordt restwarmte genoemd, afkomstig uit industriële processen. Deze warmte wordt gebruikt voor eigen verwarming van het verwerkingsbedrijf of huishoudens van nabijgelegen woonwijken door het opzetten van een warmtenet (stadsverwarming). Deze warmte kan ook worden omgezet in elektriciteit. Dit is een voorbeeld van gebiedsgebonden maatregelen. De verbranding, vergassing of vergisting van materialen gebeurt in afvalverbrandingsinstallaties, kolen- en gascentrales voor meestook, bio-energiecentrales, rioolzuiveringsinstallaties en vergistingsinstallaties op boerderijen. Er is discussie over de vraag of bio-energie wel of niet duurzaam is. Dit komt voornamelijk omdat er veel verschillende vormen zijn van energieopwekking uit biomassa, met daarbij ook verschillende effecten, zoals de uitstoot van rookgassen (Milieu Centraal, z.d.). Ook op gebouwgerichte schaal, bijvoorbeeld in een woning of utiliteitsgebouw kan gebruik worden gemaakt van biomassa, voor het verwarmen van de ruimten. Dit kan door het verbranden van houtsnippers of -pellets in een biomassakachel. Deze snippers of pellets worden vanuit de voorraadbak automatisch naar het stookgedeelte van de kachel gebracht. Dit is een verschil met de traditionele houtkachel. Een houtkachel moet regelmatig met hout bijgevuld worden, om de ruimte warm te houden. Een biomassakachel kan één ruimte verwarmen, maar ook een compleet gebouw. Dit kan door de kachel aan te sluiten op het cv-systeem. Deze warmte wordt getransporteerd naar de radiatoren van het cv-systeem. Er kan ook worden gekozen voor een biomassakachel waarmee tevens voor warm tapwater kan worden gezorgd (biokachels, z.d.). Het grootste nadeel van het gebruik van een biomassakachel is dat rookgassen vrijkomen bij de verbranding van houtpellets. Tabel 8. Voor- en nadelen biomassakachel
Voordelen De CO2-uitstoot van houtsnippers of -pellets is kleiner dan van fossiele brandstoffen. Hout is hernieuwbaar. Houtafval en zaagsel kunnen nog nuttig worden gemaakt. Een biomassakachel kan een volledig gebouw verwarmen, door de aansluiting op het cv-systeem. De snippers of pellets worden automatisch getransporteerd naar het stookgedeelte van de pelletkachel. Een biomassakachel kan bij afwezigheid blijven branden.
Nadelen Grote investering. Er komen rookgassen vrij bij de verbranding van houtsnippers en -pellets. Zakken met houtsnippers of -pellets moeten worden geleverd en opgeslagen. Een biomassakachel heeft stroom nodig. Een biomassakachel heeft veel onderhoud nodig.
Een biomassakachel die al dan niet is aangesloten op een cv-systeem kan goed worden toegepast in de gemeentelijke gebouwen om de gebouwen en eventueel het tapwater te verwarmen. Het voordeel hiervan is, is dat niets hoeft te worden veranderd aan het bestaande cv-systeem, omdat een gebouw gewoon kan worden verwarmd middels hoge temperatuur verwarming. Het gebruik van restwarmte afkomstig van industriële processen, die via een warmtenet wordt vervoerd naar nabijgelegen woonwijken is in principe mogelijk, maar daarvoor moet een warmtenet worden 54
aangelegd, wat een groot project is dat niet snel is gerealiseerd en een grote investering met zich meebrengt.
Figuur 7. Biomassakachels
Overige duurzame opwekking Warmtekrachtkoppeling Een warmtekrachtkoppeling (WKK) is een installatie waarmee tegelijkertijd warmte en elektriciteit wordt opgewekt. Grootschalige WKK wordt vaak toegepast in elektriciteitscentrales. Restwarmte kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld stadsverwarming, in plaats van het te lozen in de rivier. Zo blijft veel opgewekte energie niet ongebruikt. Er zijn ook kleinere uitvoeringen, namelijk de mircoWKK voor woningen, de mini-WKK voor utiliteitsbouw (beiden ook wel HRe-ketel genoemd), en de WKK voor tuinbouw en ziekenhuizen. Behalve dat er verschillende uitvoeringen zijn in grootte, bestaan er ook meerdere technieken voor de opwekking van warmte en elektriciteit door WKK installatie. De meest voorkomende technieken zijn de stirlingmotor en de brandstofcel (Ik leef groen, z.d.).
Warmtekrachtkoppeling met stirlingmotor Bij een WKK installatie die wordt aangedreven met een stirlingmotor, produceert warmte en als restproduct elektriciteit. Als warmtevraag optreedt, slaat de ketel aan. Op dat moment wordt ook de wisselstroomgenerator aangedreven, die de mechanische energie in elektriciteit omzet. Hoe meer een gebouw dus wordt verwarmd, hoe meer elektriciteit wordt opgewekt. Dat betekent dat een WKK installatie, met stirlingmotor eigenlijk niet interessant is in goed geïsoleerde gebouwen.
Warmtekrachtkoppeling met brandstofcel Een WKK installatie die is gebaseerd op brandstofcellen werkt andersom. Deze produceert elektriciteit en daarnaast warmte. Deze variant is vooral geschikt voor goed geïsoleerde gebouwen, waar de vraag naar warmte minder groot is dan de vraag naar elektriciteit. Een brandstofcel zet chemische energie om in elektriciteit.
Door middel van een WKK installatie wordt efficiënt energie geproduceerd, maar er wordt nog wel gebruik gemaakt van fossiele brandstoffen, zoals gas (Milieu Centraal, z.d.). Tabel 9. Voor- en nadelen warmtekrachtkoppeling (WKK)
Voordelen Eigen energieopwekking. Lagere energiekosten. Mogelijk zonder grote bouwkundige aanpassingen. Efficiënte productie van warmte en elektriciteit door één installatie. Minder CO2-uitstoot door eigen energieopwekking. Te combineren met andere energie opwekkende installaties.
Nadelen Grote investering. Het gebruik van fossiele brandstoffen blijft.
55
In principe is de warmtekrachtkoppeling goed toepasbaar voor de verwarming en energieopwekking in gemeentelijke gebouwen. Welk type interessant is voor de gemeentelijke gebouwen is afhankelijk van de isolatie in een gebouw en het gas- en elektriciteitsverbruik. Wel wordt door beide typen gewoon een fossiele brandstof gebruikt, namelijk aardgas. Hierdoor kan een warmtekrachtkoppeling niet bijdragen aan het energieneutraal maken van een gebouw, tenzij de warmtekrachtkoppeling alleen wordt gebruikt in winterperioden om extra bij te verwarmen indien nodig, naast een duurzamer alternatief die geen aardgas gebruikt, zoals een warmtepomp of een zonneboilercombi. Een warmtekrachtkoppeling wordt dan niet zoveel gebruikt, dus zal ook niet zoveel elektriciteit of warmte worden opgewekt naast de hoofdfunctie die de warmtekrachtkoppeling heeft.
Figuur 8. Warmtekrachtkoppeling (WKK)
Warmte uit lucht en oppervlaktewater Naast aard- en bodemwarmte die hiervoor al aan bod zijn gekomen, zijn er ook warmtepompen die warmte uit andere bronnen kunnen onttrekken, zoals lucht en oppervlaktewater. Ook hiervan zijn al typen die kunnen worden aangesloten op alle warmteafgiftesystemen, ongeacht of het gaat om hoge of lage temperatuurverwarming.
Buitenlucht Door middel van warmte uit de buitenlucht kunnen ruimten en het tapwater worden verwarmd. Ook kan worden gekoeld in de warme perioden. Het voordeel van onttrekking van warmte of koelte uit buitenlucht is dat het relatief goedkoop is. Het nadeel is echter dat de temperatuur vrij laag is, zeker in tijden dat er een grote warmtebehoefte is. De warmtepomp moet er dan nog voor zorgen dat het gebouw en het tapwater tot een aangename temperatuur kan worden verwarmd.
Tabel 10. Voor- en nadelen warmtepomp voor warmte uit buitenlucht
Voordelen Minder CO2-uitstoot. Relatief goedkoop. Goed te gebruiken voor individuele systemen. Zowel verwarming en koeling mogelijk. Lagere investering dan voor een warmtepomp voor warmte uit de bodem. Er zijn ook typen die kunnen worden aangesloten op alle warmteafgiftesystemen.
Nadelen Temperatuur is vrij laag, vooral bij grotere warmtebehoefte in de koudere perioden.
Figuur 9. Warmtepomp voor warmte uit buitenlucht
56
Ventilatielucht Als de lucht in een gebouw mechanisch wordt afgezogen, maar er geen luchttoevoer kanalen in het gebouw zijn, is een ventilatiewarmtepomp interessant. Met de warmte uit ventilatielucht kan water worden verwarmd die wordt gebruikt om ruimten te verwarmen of als tapwater. Dit systeem is vooral interessant voor een bestaand gebouw, die geen luchttoevoerkanalen heeft. Bij nieuwbouw kan ook gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning toegepast. In dat geval wordt verse lucht verwarmd door de lucht die naar buiten wordt afgevoerd.
Tabel 11. Voor- en nadelen warmtepomp voor warmte uit ventilatielucht
Voordelen Minder CO2-uitstoot. Relatief goedkoop. Goed te gebruiken voor individuele systemen. Interessant voor bestaande gebouwen, als er geen luchttoevoer kanalen aanwezig zijn. Temperatuur van de ventilatielucht vrijwel altijd rond de 20 graden Celsius.
Nadelen Niet geschikt voor ruimteverwarming of koeling. Alleen geschikt voor het verwarmen van tapwater. Dit systeem kan niet de huidige verwarmingsbron vervangen.
Figuur 10. Warmtepomp voor warmte uit ventilatielucht
Oppervlaktewater Warmte uit oppervlaktewater wordt meestal in collectieve systemen gebruikt, omdat het systeem vrij duur is om toe te passen op een individueel gebouw. Daarnaast is het nadeel dat er niet standaard oppervlaktewater in de omgeving aanwezig is.
Het toepassen van warmte uit buitenlucht en ventilatielucht is mogelijk in de gemeentelijke gebouwen, want dit is als individuele systeem te gebruiken en is toe te passen op zowel hoge als lage temperatuurverwarming. Warmte uit oppervlaktewater is niet geschikt voor de gemeentelijke gebouwen omdat er niet direct oppervlaktewater naast de gemeentelijke gebouwen is gelegen. Het is wel mogelijk om warmte uit oppervlaktewater te winnen, maar daarvoor moet een warmtenet worden aangelegd van het oppervlaktewater naar onder meer de gemeentelijke gebouwen.
57
Bijlage 10. Maatregelen, investeringen en besparingen In deze bijlage worden de maatregelen weergegeven, die voor het energieneutraal renoveren van vier verschillende gemeentelijke gebouwen nodig zijn. Er is gekozen voor verschillende accommodaties en ook voor verschillen in de staat van de gebouwen. Tevens is voor deze gebouwen de benodigde investering geraamd. De gebouwen die in deze bijlage zijn uitgewerkt, zijn: gemeenschapshuis Den Herd, Sporthal X-sport, de accommodatie van Tour- en wielerclub Het Snelle Wiel en de accommodatie van Korfbalvereniging VVO Hapert. Onderlinge invloed van de maatregelen De toepassing van verschillende maatregelen tegelijkertijd kan invloed hebben op de hoogte van de te realiseren energiebesparingen. De absolute besparing zal namelijk lager zijn als er zonnepanelen worden geplaatst en bijvoorbeeld tegelijkertijd ook de huidige verlichting wordt vervangen door ledverlichting, dan wanneer de besparing van de afzonderlijke maatregelen bij elkaar worden opgeteld. In de tabellen 1, 2, 3 en 4 is geen rekening gehouden met deze onderlinge invloed van de maatregelen.
1. Gemeenschapshuis Den Herd Gemeenschapshuis Den Herd is in 1967 gebouwd en is in 1980 en 1997 twee keer verder uitgebreid. In 2006 is een EPA-U en energielabel van het gebouw opgesteld. Het gebouw had destijds een energie-index van 1,70 en kreeg daarom het label F toegekend. De reden dat dit gebouw maar een label F kreeg toegekend kwam door meer andere de volgende oorzaken:
Het gebouw is niet overal (voldoende) geïsoleerd; Het gebouw werd verwarmd middels twee verwarmingsketels (bouwjaar 1980); Het gebouw beschikte over twee luchtbehandelingsinstallaties (bouwjaar 1980); en De ruimten worden verlicht middels conventionele TL-verlichting, gloeilampen en halogeenverlichting.
Sinds het opstellen van het energielabel zijn al wel enkele maatregelen genomen, om het energieverbruik terug te dringen. Zo zijn de verwarmingsketels in 2007 vervangen door twee hrketels en ook de twee luchtbehandelingsinstallaties zijn in datzelfde jaar vervangen door twee nieuwe luchtbehandelingsinstallaties met een warmteterugwinunit. Om ervoor te zorgen dat dit gebouw energieneutraal kan worden, moet nog het een en ander aan dit gebouw worden aangepakt. De ongeïsoleerde spouwmuren van het gebouw moeten worden voorzien van spouwmuurisolatie. Dit kan door de ongeïsoleerde spouwmuren vol te spuiten met bijvoorbeeld isolatiekorreltjes. Wel moet er op worden gelet dat het gebouw nog voldoende wordt geventileerd, om vochtproblemen aan de binnenzijde van de muren te voorkomen. Het dak van het oudste bouwdeel is matig geïsoleerd en dat van bouwdeel 1980 is ongeïsoleerd. Omdat hierdoor veel warmte verloren gaat, moeten deze delen (extra) worden geïsoleerd. Dit kan het best aan de buitenzijde worden gedaan, als ook de dakbedekking aan vervanging toe is. Het dak kan dan worden nageïsoleerd tot de minimale warmteweerstand volgens het bouwbesluit of hoger. Het gebouw is voorzien van dubbele beglazing, maar voor een energieneutraal gebouw is een maximale U-waarde van 1,5 W/m2K gewenst. Met HR++ beglazing kan daar aan worden voldaan. Deze beglazing kan geplaatst worden in de huidige kozijnen. De verlichting in het gebouw bestaat uit conventionele TL-verlichting, gloeilampen en halogeenlampen. Verlichting is volgens het EPA-U de grootste elektriciteitsverbruiker, met maar
58
liefst 36%. Door de huidige verlichting te vervangen door led-verlichting kan veel elektriciteit worden bespaard. In de ruimten van het gebouw waar niet continue iemand aanwezig is, kan de verlichting worden geschakeld met aanwezigheidsschakeling. Zo wordt voorkomen dat de verlichting in deze ruimten onnodig brandt. Geschikte ruimten hiervoor zijn gangen, keukens, toiletten en kleedruimten. Om te voorkomen dat sommige apparaten voortdurend ingeschakeld zijn, kunnen deze apparaten worden voorzien van schakelklokken. Een schakelklok is nodig bij de afzuiging van enkele ruimten, de drie elektrische boilers en de twee biljarttafels. Voor de opwekking van elektriciteit kan 642 m2 aan zonnepanelen worden geplaatst. Dit is echter niet genoeg om de hoeveelheid verbruikte energie zelf op te wekken. Gekeken naar het elektriciteitsverbruik in 2013, zijn 957 zonnepanelen nodig om evenveel elektriciteit op te wekken dan wat nodig is. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de invloed van de resterende maatregelen die moeten worden genomen. Om ervoor te zorgen dat de ruimten in het gebouw op een duurzame manier worden verwarmd, kan worden gedacht aan een zonneboilercombi, warmtepomp of biomassakachel. Er wordt gekozen voor een warmtepomp die warmte onttrekt uit buitenlucht. Deze warmtepomp kan een gebouw niet alleen met een lage temperatuur verwarming, maar ook met een hoge temperatuur verwarming verwarmen, waardoor niets hoeft worden aangepast aan de huidige verwarmingsinstallatie. De investering is minder hoog dan voor een warmtepomp die warmte onttrekt uit de bodem. Het behouden van een van de huidige hr-ketels is mogelijk nog nodig voor het extra bij verwarmen in de winterperioden. Tabel 1. Overzicht maatregelen en bijbehorende investeringen en besparingen van gemeenschapshuis Den Herd Maatregel
Hoeveelheden
Indicatief Extra gevelisolatie oudste 1.300 m2 bouwdelen (buitenzijde) Extra dakisolatie aan de buitenzijde van de oudste 1.950 m2 bouwdelen Dubbele beglazing vervangen door HR++ ± 200 m2 beglazing De conventionele TLverlichting, gloeilampen en ± 470 armaturen halogeenlampen vervangen door led-verlichting Toepassen van aanwezigheidsdetectie 40 stuks (gerekend met ledverlichting) Afzuiging diverse ruimten, elektrische boilers en biljart verwarming voorzien van schakelklokken Plaatsen van zonnepanelen Warmtepomp voor warmte uit buitenlucht (geschikt voor hoge temperatuur verwarming) Totaal te investeren
Energiebesparing gas en elektriciteit per jaar Indicatief
Energiebesparing in euro's per jaar Indicatief 3
Investering inclusief installatiekosten* Indicatief
Terugverdientijd Indicatief
€
6.500 €
29.000
5 jaar
12.000 m3 €
7.800 €
90.000
12 jaar
4600 m3 €
2.990 €
30.000
10 jaar
35.600 kWh €
8.544 €
23.500
3 jaar
5.000 kWh €
1.200 €
2.400
2 jaar
13 stuks
11.750 kWh en 5.000 m3 €
6.070 €
650
1 jaar
642 m2
86.104 kWh €
20.665 €
123.000
6 jaar
1 stuk
37.250 m3 €
24.213 €
12.000
1 jaar
€
71.482 €
281.550
10.000 m
* Investering is exclusief BTW
59
2. Sporthal X-sport De sporthal X-sport is in 2013 gebouwd en is sinds de zomer van 2014 in gebruik. Er is nog geen energielabel opgesteld voor de sporthal, maar volgens GPR gebouw heeft de sporthal een energielabel A. Het gebouw scoort voor wat betreft energiezuinigheid hoger dan de eisen die op dit moment gelden volgens het bouwbesluit. De sporthal heeft een EPC van 0,72 en de maximale eis volgens het bouwbesluit ligt voor een sportfunctie op 1,8. Daarmee is het gebouw echter niet direct energieneutraal. Het gebouw wordt namelijk momenteel verwarmd door middel van een tweetal hrketels, waarvoor aardgas wordt gebruikt. De benodigde elektriciteit wordt deels door zonnepanelen opgewekt en nog deels afgenomen van het elektriciteitsnet. Op het dak van de sporthal ligt momenteel al 178 m2 aan zonnepanelen. Verwacht wordt dat deze zonnepanelen jaarlijks circa 24.000 kWh kunnen opwekken. Tevens wordt verwacht dat ongeveer 67.000 kWh aan elektriciteit zal worden gebruikt in een jaar. Dat betekent dat er nog niet genoeg zonnepanelen op het dak van de sporthal liggen om ervoor te zorgen dat de gebruikte elektriciteit volledig duurzaam kan worden opgewekt. Er moeten daarom nog zonnepanelen bij worden geplaatst. Het gebouw wordt op dit moment verwarmd middels twee in cascade geplaatste HR-107 ketels. Via vloerverwarming en radiatoren wordt de warmte aan de ruimten afgegeven. De warmwaterbereiding voor de doucheruimten en de keuken gebeurt op dit moment middels een gasboiler. Er wordt met beide installaties dus nog gas verbruikt. Om warmte op te wekken uit duurzame middelen moet er een ander alternatief komen voor de verwarming. Een zonneboiler is vanwege het grote dakoppervlak een goed alternatief. Wel moeten de radiatoren dan worden vervangen door radiatoren voor lage temperatuurverwarming. Het verstandigst is om deze installaties pas te vervangen op een natuurlijk moment, als deze installaties aan vervanging toe zijn. Tabel 2. Overzicht maatregelen en bijbehorende investeringen en besparingen van Sporthal X-sport Maatregel
Hoeveelheden Indicatief
Plaatsen van extra zonnepanelen Plaatsen van een zonneboilercombi met 500 liter inhoud en 5 collectoren Totaal te investeren
Energiebesparing gas en elektriciteit per jaar Indicatief
Energiebesparing in euro's per jaar Indicatief
Investering inclusief installatiekosten* Indicatief
Terugverdientijd Indicatief
315 m2
42.800 kWh €
10.272 €
60.709
6 jaar
1 stuk
14.000 m3 €
9.100 €
8.000
1 jaar
€
19.372 €
68.709
* Investering is exclusief BTW
60
3. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tour- en wielerclub Het Snelle Wiel De accommodatie van Het Snelle Wiel is in 2011 in gebruik genomen. In dat jaar is ook een energielabel opgesteld, waarin het gebouw het label A kreeg toegekend en een energie-index van 0,93. De accommodatie is volgens de destijds geldende regels van het bouwbesluit gebouwd. Over welk soort verlichting de accommodatie van Het Snelle Wiel beschikt is bij de gemeente Bladel niet bekend. Er wordt vanuit gegaan dat niet de complete verlichting uitgevoerd is in led-verlichting. Om die reden is ook het vervangen van de huidige verlichting in led-verlichting opgenomen in het overzicht met te nemen maatregelen. Om te voorkomen dat verlichting onnodig brandt, is ook plaatsing van aanwezigheidsdetectie gewenst. Dit zorgt ervoor dat de verlichting na een bepaalde tijd uitgeschakeld wordt, als niemand meer in die ruimte aanwezig is. Deze verlichting kan worden toegepast in de portalen, kleedruimten, toiletten, keuken en bergingen. Voor het opwekken van elektriciteit kunnen zonnepanelen worden geplaatst. Ook het sedumdak waarover het gebouw beschikt, is geschikt voor het plaatsen van zonnepanelen. Het heeft zelfs voordelen. Bij een omgevingstemperatuur van 25 graden hebben zonnepanelen het hoogste rendement. Deze temperatuur kan echter hoog oplopen op een ondergrond van bijvoorbeeld bitumen. De temperatuur van een sedumdak blijft onder de 30 graden, waardoor een hoger rendement kan worden behaald6. Ook kan hierdoor de omvormer tot wel twee keer zo lang mee gaan (Rieken Groendaken, z.d.). Op dit moment worden de ruimten verwarmd door een hr-ketel. De warmte wordt middels vloerverwarming en radiatoren aan de ruimten afgeleverd. Voor het duurzaam verwarmen van het tapwater en de ruimten in het gebouw kan een zonneboilercombi worden geplaatst. De huidige radiatoren moeten worden vervangen door radiatoren die geschikt zijn voor lage temperatuurverwarming. Tabel 3. Overzicht maatregelen en bijbehorende investeringen en besparingen van accommodatie Het Snelle Wiel Maatregel
Hoeveelheden Indicatief
Huidige verlichting vervangen door ledverlichting Toepassen van aanwezigheidsdetectie voor verlichting Plaatsen van zonnepanelen Plaatsen van een zonneboilercombi met 400 liter inhoud en 4 collectoren Totaal te investeren
Energiebesparing gas en elektriciteit per jaar Indicatief
Energiebesparing in euro's per jaar Indicatief
Investering inclusief installatiekosten* Indicatief
Terugverdientijd Indicatief
± 50 armaturen
4.000 kWh €
960 €
2.550
3 jaar
12 stuks
1.500 kWh €
360 €
720
2 jaar
57 m2
7.574 kWh €
1.666 €
11.576
7 jaar
1 stuk
2.983 kWh €
716 €
7.000
10 jaar
€
3.702 €
21.846
* Investering is exclusief BTW
6
Bij de berekening in tabel 3 is geen rekening gehouden met dit hoger rendement.
61
4. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging VVO Hapert De accommodatie van Korfbalvereniging VVO Hapert is gebouwd in 1975 en uitgebreid in 1990 en 2005. In 2006 is een EPA-U en een energielabel opgesteld. Het gebouw heeft een energielabel F en een energie-index van 1,56. Waarom het gebouw een energielabel F kreeg heeft te maken met onder meer de volgende zaken:
Deels ongeïsoleerde gevels Deels enkele beglazing gebruik van conventionele verlichting
Doordat de gevels van de accommodatie slechts deels zijn geïsoleerd, gaat veel warmte binnen het gebouw verloren. Om die reden moeten deze spouwmuren worden nageïsoleerd. Dit kan bijvoorbeeld door de spouw te vullen met isolatiekorreltjes die via kleine gaatjes in de spouw worden aangebracht. Momenteel beschikt het gebouw over enkele en dubbele beglazing. Deze beglazing moet vervangen worden door HR++ beglazing. Er is in tabel 4 geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat ook de kozijnen moeten worden vervangen. Omdat de verlichting de grootste elektriciteitsverbruiker is binnen dit gebouw, is het raadzaam om de huidige verlichting te vervangen door led-verlichting. Het gaat om 51 armaturen, waaronder ook de veldverlichting. Om, de elektriciteit die wordt verbruikt duurzaam op te wekken, moeten zonnepanelen op het dak van de accommodatie worden geplaatst. Het tapwater kan op een duurzame wijze worden verwarmd door middel van een zonneboiler. De ruimten in de accommodatie worden verwarmd door middel van hoge temperatuur verwarming. Het op een duurzame manier verwarmen van de ruimten kan met een biomassakachel. Hierdoor hoeft de hoge temperatuurverwarming niet gewijzigd te worden in een lage temperatuur verwarming, waardoor veel kosten kunnen worden bespaard. Tabel 4. Overzicht maatregelen en bijbehorende investeringen en besparingen van de accommodatie van korfbalvereniging VVO Hapert Maatregel
Energiebesparing gas en elektriciteit per jaar Indicatief
Hoeveelheden Indicatief
Aanbrengen van gevelisolatie Enkele en dubbele belgazing vervangen door HR++ beglazing Huidige verlichting vervangen door ledverlichting Plaatsen van zonnepanelen Plaatsen van zonneboiler met een inhoud van 300 liter en 3 collectoren plaatsen van een biomassakachel met cvaansluiting voor ruimteverwarming Totaal te investeren
Energiebesparing in euro's per jaar Indicatief
Terugverdientijd Indicatief
2
1.000 m €
650 €
6.600
10 jaar
± 12 m2
280 m3 €
182 €
1.800
10 jaar
51 armaturen
4.000 kWh €
960 €
2.550
3 jaar
82 m2
10.833 kWh €
2.600 €
16.337
7 jaar
1 stuk
700 m3 €
455 €
6.000
14 jaar
1 stuk
2.500 m3 €
455 €
6.000
14 jaar
€
5.302 €
39.287
300 m
3
Investering inclusief installatiekosten* Indicatief
* Investering is exclusief BTW
62
Bijlage 11.
Voor- en bovenaanzichten van de gemeentelijke gebouwen
Hieronder worden de gemeentelijke gebouwen op een drietal foto’s weergegeven. De eerste foto toont het vooraanzicht van de gebouwen. De middelste foto geeft het bovenaanzicht weer van de gebouwen. Op deze foto is noord boven, zuid beneden, oost rechts en west links. De derde foto is tevens een bovenaanzicht die vanuit dezelfde richting is genomen. Bij dit bovenaanzicht wordt met kleuren de geschiktheid van het dak weergegeven voor zonneenergie. Heeft (een deel van) het dak een gele, oranje of rode kleur, dan is (dat deel van) het dak zeer geschikt voor het opwekken van zonne-energie. Is de kleur van (een deel van) het dak groen, blauw of zwart, dan is (dat deel van) het dak niet geschikt voor het opwekken van zonne-energie. Niet voor elk gebouw is deze foto beschikbaar, omdat deze gebouwen kortgeleden zijn gebouwd.
Figuur 1. Brandweerkazerne Bladel
63
Figuur 2. Gemeenschapshuis Den Herd
Figuur 3. Gemeentehuis
64
Figuur 4. Sporthal X-sport (afbeelding geschiktheid van het dak voor zonnepanelen is niet beschikbaar)
Figuur 5. Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie handbal / korfbal
65
Figuur 6. Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie tennisvereniging VLTB
Figuur
7.
Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie VV Bladella
66
Figuur 8. Voormalig gemeentewerf
Figuur 9. Brandweerkazerne Hapert
67
Figuur 10. Gemeentewerf Hapert
Figuur 11. Sporthal Eureka
68
Figuur 12. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Postduivenvereniging De Witpen
Figuur 13. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tour- en wielerclub Het Snelle Wiel (afbeelding geschiktheid van het dak voor zonnepanelen is niet beschikbaar)
69
Figuur 14. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Jeugdvereniging Los Hoes (afbeelding geschiktheid van het dak voor zonnepanelen is niet beschikbaar)
Figuur 15. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging
70
Figuur 16. Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tennisvereniging De Hellekens
Figuur 17. Tribune VV Hapert
71
Figuur 18. Steunpunt De Kloostertuin
Figuur 19. Sportpark De Roetwijer: accommodatie VV Hoogeloon
72
Figuur 20. Sportpark De Roetwijer: accommodatie KV De Klimroos
Figuur 21. Gemeenschapshuis D'n Anloôp
73
Figuur 22. Peuterspeelzaal De Kinderkeet
Figuur 23. Gemeenschapshuis Den Aord
74
Figuur 24. Sportpark De Smeel: accommodatie VV Casteren en KV NeCa
Figuur 25. Sportpark De Groesbocht: kleedgebouwen VV Netersel en KV NeCa
75
Figuur 26. Gemeenschapshuis De Poel
76
Bijlage 12.
Toepassing zonnepanelen op de daken van alle gebouwen
Gebouw
Zonnepanelen 2
Beschikbare m dakoppervlakte Benodigde m
2
2 Genoeg m dakoppervlakte? Geschatte aanschafkosten Jaarlijkse besparing
Terugverdientijd in jaren
Bladel 1 Brandweerkazerne Bladel
125
145
Nee
€
24.526,00
€
3.591,00
7
2 Gemeenschapshuis Den Herd
642
957
Nee
€
122.983,00
€
18.943,00
6
3 Gemeentehuis
506
3638
Nee
€
97.083,00
€
15.107,00
6
4 Sporthal X-sport
2125
315
Ja
€
60.709,00
€
9.416,00
6
5 Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie handbal / korfbal
126
19
Ja
€
4.339,00
€
361,00
12
93
78
Ja
€
15.575,00
€
1.267,00
12
7 Sportpark de Smagtenbocht: kleedlokalen VV Bladella
227
31
Ja
€
6.624,00
€
946,00
7
8 Voormalig Gemeentewerf Bladel
581
103
Ja
€
29.667,00
€
4.524,00
7
257
66
Ja
€
13.290,00
€
1.776,00
7
± 438
499
Nee
€
86.228,00
€
13.406,00
6
44
8
Ja
€
2.244,00
€
176,00
13
6 Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie VLTB
Hapert 9 Brandweerkazerne Hapert 10 Gemeentewerf Hapert 11 Sporthal Eureka 12 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Postduivenvereniging De Witpen
± 150
57
Ja
€
11.576,00
€
1.666,00
7
14 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Jeugdvereniging Los Hoes
± 50
123
Nee
€
10.243,00
€
1.144,00
9
15 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging
± 86
82
Ja
€
16.337,00
€
2.383,00
7
16 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tennisvereniging de Hellekens
± 117
15
Ja
€
3.577,00
€
458,00
8
17 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie VV Hapert (tribune-deel)
± 180
170
Ja
€
33.095,00
€
5.060,00
7
± 80
210
Nee
€
15.956,00
€
2.398,00
7
13 Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Het Snelle Wiel
18 Steunpunt De Kloostertuin Hoogeloon
± 250
405
Nee
€
48.331,00
€
7.216,00
7
20 Sportpark De Roetwijer: accommodatie KV De Klimroos
± 75
36
Ja
€
7.576,00
€
912,00
8
21 Gemeenschapshuis D'n Anloôp
539
431
Ja
€
82.800,00
€
12.669,00
7
22 Peuterspeelzaal de Kinderkeet
27
5
Ja
€
1.673,00
€
158,00
11
23 Gemeenschapshuis Den Aord
253
322
Nee
€
48.902,00
€
6.863,00
7
24 Sportpark de Smeel: accommodatie VV Casteren en KV NeCa
127
155
Nee
€
24.906,00
€
3.652,00
7
64
125
Nee
€
12.909,00
€
1.507,00
9
224
236
Nee
€
43.379,00
€
5.525,00
8
19 Sportpark De Roetwijer: accommodatie VV Hoogeloon
Casteren
Netersel 25 Sportpark De Groesbocht: kleedgebouwen VV Netersel en KV NeCa 26 Gemeenschapshuis de Poel
7
7
Indien een gebouw niet over genoeg dakoppervlakte beschikt, zijn de geschatte aanschafkosten gebaseerd op het beschikbare aantal vierkante meter dakoppervlakte.
77
Bijlage 13.
Berekening investering, jaarlijkse besparing en rendement
Tabel 1. Indicatie investeringskosten per vierkante meter gebruiksoppervlakte en energielabel
Label
Bouwkostenkerngetal (indicatief)
Label A, A+, A++
€
100
per m2
Label B
€
110
per m2
Label C
€
120
per m2
Label D
€
130
per m2
Label E
€
140
per m2
Label F
€
150
per m2
Label G
€
160
per m2
Tabel 2. Indicatie jaarlijkse besparing per vierkante meter gebruiksoppervlakte en energielabel Label
Reëel
Optimistisch
Pessimistisch
Label A, A+, A++
€
12 €
18 €
9
Label B
€
15 €
21 €
11
Label C
€
16 €
24 €
12
Label D
€
18 €
27 €
13
Label E
€
20 €
30 €
15
Label F
€
22 €
33 €
17
Label G
€
24 €
36 €
18
78
Tabel 3. Indicatie totale investeringskosten en jaarlijkse besparing (pessimistisch) Gebouw
Energielabel
Gebruiksoppervlak
Investeringskosten Jaarlijkse energiebesparing (indicatief) (pessimistisch)
in m2
per m2
per m2
Bladel
1 2 3 4 5 6 7
Brandweerkazerne Bladel Gemeenschapshuis Den Herd Gemeentehuis Sporthal X-sport Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie handbal / korfbal Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie VLTB Sportpark de Smagtenbocht: kleedlokalen VV Bladella
8 Voormalig gemeentewerf Bladel 7
68.200
€ € € € € € €
4.410 37.400 72.984 25.616 1.332 3.986 6.138
290.700
€
32.946
350 €
35.000
230 €
29.900
A+
1.640 €
164.000
G
168 €
26.880
A
300 €
30.000
A
349 €
34.850
E
175 €
24.500
A
260 €
26.010
A
640 €
64.000
A+
500 €
50.000
€ € € € € € € € € €
3.150 2.990 14.760 3.024 2.700 3.137 2.625 3.902 9.600 7.500
€ € € €
7.575 2.625 30.435 1.373
€ €
12.600 2.700
€ €
1.278 8.424
€ € €
305.208 154.620 150.589
A+
490 €
49.000
F
2.200 €
330.000
C
6.082 €
729.840
A
2.846 €
284.620
A
148 €
14.800
A+
443 €
44.290
A+
682 €
F
1.938 €
A D
Hapert
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Brandweerkazerne Hapert Gemeentewerf Hapert Sporthal Eureka Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Postduivenvereniging De Witpen Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tour- en wielerclub Het Snelle Wiel Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Jeugdvereniging Los Hoes Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging VVO Hapert Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tennisvereniging de Hellekens Sportpark de Lemelvelden: accommodatie VV Hapert (tribune-deel) Steunpunt De Kloostertuin Hoogeloon
19 20 21 22
Sportpark De Roetwijer: accommodatie VV Hoogeloon Sportpark De Roetwijer: accommodatie KV De Klimroos Gemeenschapshuis D'n Anloôp Peuterspeelzaal de Kinderkeet
A
505 €
50.500
A+
175 €
17.500
A
2.029 €
202.900
E
92 €
12.810
A
1.400 €
140.000
A+
300 €
30.000
G
71 €
11.360
A
936 €
93.600
Casteren
23 Gemeenschapshuis Den Aord 7 24 Sportpark de Smeel: accommodatie VV Casteren en KV NeCa Netersel
25 Sportpark De Groesbocht: kleedgebouwen VV Netersel en KV NeCa 26 Gemeenschapshuis de Poel Totaal Totaal gebruiksoppervlakte, investeringskosten en jaarlijkse besparing Totaal investeringskosten en jaarlijkse besparing quick wins Totaal investeringskosten en jaarlijkse besparing overige gebouwen 8
24.948
€
2.855.260
€ €
1.455.990 1.399.270
Tabel 4. Discounted Cash Flow (pessimistisch) Gegevens Totale investering Investering 'quick wins' Investering overige gebouwen
€ € €
2.855.260 1.455.990 1.399.270
Totale jaarlijkse besparing Jaarlijkse besparing 'quick wins' Jaarlijkgse besparing overige gebouwen
€ € €
305.208 154.620 150.589
Inflatie Rendement
1,00% 5,65%
Jaartal
DCF-berekening Investeringskosten
Jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
0 € 1 2 3 4 5 6 7 8 € 9 10 11 12 13 14 15
Besparingen
1.455.990 € € € € € € € € 1.515.209 € € € € € € € €
156.166 157.727 159.305 160.898 162.507 164.132 165.773 167.431 169.105 333.802 337.140 340.511 343.916 347.356 350.829 354.337
Cashflow € € € € € € € € € € € € € € € €
-1.299.824 157.727 159.305 160.898 162.507 164.132 165.773 167.431 -1.346.104 333.802 337.140 340.511 343.916 347.356 350.829 354.337
Netto contante waarde @ 5,65% € € € € € € € € € € € € € € € €
Som contante waarde cashflow:
8
-1.299.824 149.297 142.731 136.454 130.452 124.715 119.230 113.986 -867.441 203.608 194.654 186.092 177.908 170.083 162.603 155.452 €0
De energielabels van de voormalige gemeentewerf in Bladel en van gemeenschapshuis Den Aord zijn indicatief.
79
Tabel 5. Indicatie totale investeringskosten en jaarlijkse besparing (reëel) Gebouw
Energielabel
Gebruiksoppervlak
Investeringskosten Jaarlijkse energiebesparing (indicatief) (pessimistisch)
in m2
per m2
per m2
Bladel
1 2 3 4 5 6 7 8
Brandweerkazerne Bladel Gemeenschapshuis Den Herd Gemeentehuis Sporthal X-sport Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie handbal / korfbal Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie VLTB Sportpark de Smagtenbocht: kleedlokalen VV Bladella
A+
490 €
49.000
F
2.200 €
330.000
C
6.082 €
729.840
A
2.846 €
284.620
A
148 €
14.800
A+
443 €
44.290
A+
682 €
68.200
F
1.938 €
290.700
A
350 €
35.000
D
230 €
29.900
A+
1.640 €
164.000
G
168 €
26.880
A
300 €
30.000
A
349 €
34.850
E
175 €
24.500
A
260 €
26.010
A
640 €
64.000
A+
500 €
50.000
Voormalig gemeentewerf Bladel 7
€ € € € € € € €
5.880 48.400 97.312 34.154 1.776 5.315 8.184 42.636
€ € € € € € € € € €
4.200 4.140 19.680 4.032 3.600 4.182 3.500 5.202 12.800 10.000
€ € € €
10.100 3.500 40.580 1.830
€ €
16.800 3.600
€ €
1.704 11.232
€ € €
404.339 203.554 200.785
Hapert
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Brandweerkazerne Hapert Gemeentewerf Hapert Sporthal Eureka Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Postduivenvereniging De Witpen Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tour- en wielerclub Het Snelle Wiel Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Jeugdvereniging Los Hoes Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging VVO Hapert Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tennisvereniging de Hellekens Sportpark de Lemelvelden: accommodatie VV Hapert (tribune-deel) Steunpunt De Kloostertuin Hoogeloon
19 20 21 22
Sportpark De Roetwijer: accommodatie VV Hoogeloon Sportpark De Roetwijer: accommodatie KV De Klimroos Gemeenschapshuis D'n Anloôp Peuterspeelzaal de Kinderkeet
A
505 €
50.500
A+
175 €
17.500
A
2.029 €
202.900
E
92 €
12.810
A
1.400 €
140.000
A+
300 €
30.000
G
71 €
11.360
A
936 €
93.600
Casteren
23 Gemeenschapshuis Den Aord 7 24 Sportpark de Smeel: accommodatie VV Casteren en KV NeCa Netersel
25 Sportpark De Groesbocht: kleedgebouwen VV Netersel en KV NeCa 26 Gemeenschapshuis de Poel Totaal Totaal gebruiksoppervlakte, investeringskosten en jaarlijkse besparing Totaal investeringskosten en jaarlijkse besparing quick wins Totaal investeringskosten en jaarlijkse besparing overige gebouwen
24.948
€
2.855.260
€ €
1.455.990 1.399.270
Tabel 6. Discounted Cash Flow (reëel) Gegevens Totale investering Investering 'quick wins' Investering overige gebouwen
€ € €
2.855.260 1.455.990 1.399.270
Totale jaarlijkse besparing Jaarlijkse besparing 'quick wins' Jaarlijkgse besparing overige gebouwen
€ € €
404.339 203.554 200.785
Inflatie Rendement
1,00% 12,46%
Jaartal
DCF-berekening Investeringskosten
Jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
0 € 1 2 3 4 5 6 7 8 € 9 10 11 12 13 14 15
Besparingen
1.455.990 € € € € € € € € 1.515.209 € € € € € € € €
205.590 207.645 209.722 211.819 213.937 216.077 218.237 220.420 222.624 442.220 446.642 451.108 455.620 460.176 464.777 469.425
Cashflow € € € € € € € € € € € € € € € €
-1.250.400 207.645 209.722 211.819 213.937 216.077 218.237 220.420 -1.292.585 442.220 446.642 451.108 455.620 460.176 464.777 469.425
Som contante waarde cashflow:
Netto contante waarde @ 12,46% € € € € € € € € € € € € € € € €
-1.250.400 184.642 165.829 148.933 133.758 120.129 107.889 96.897 -505.272 153.714 138.052 123.986 111.353 100.007 89.818 80.666 €0
80
Tabel 7. Indicatie totale investeringskosten en jaarlijkse besparing (optimistisch) Gebouw
Energielabel
Gebruiksoppervlak
Investeringskosten Jaarlijkse energiebesparing (indicatief) (pessimistisch)
in m2
per m2
per m2
Bladel
1 2 3 4 5 6 7
Brandweerkazerne Bladel Gemeenschapshuis Den Herd Gemeentehuis Sporthal X-sport Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie handbal / korfbal Sportpark de Smagtenbocht: accommodatie VLTB Sportpark de Smagtenbocht: kleedlokalen VV Bladella
8 Voormalig gemeentewerf Bladel
7
68.200
€ € € € € € €
8.820 72.600 145.968 51.232 2.664 7.972 12.276
290.700
€
63.954
350 €
35.000
230 €
29.900
A+
1.640 €
164.000
G
168 €
26.880
A
300 €
30.000
A
349 €
34.850
E
175 €
24.500
A
260 €
26.010
A
640 €
64.000
A+
500 €
50.000
€ € € € € € € € € €
6.300 6.210 29.520 6.048 5.400 6.273 5.250 7.803 19.200 15.000
A
505 €
50.500
A+
175 €
17.500
A
2.029 €
202.900
E
92 €
12.810
€ € € €
15.150 5.250 60.870 2.745
A
1.400 €
140.000
300 €
30.000
€ €
25.200 5.400
G
71 €
11.360
A
936 €
93.600
€ €
2.556 16.848
€ € €
606.509 305.331 301.178
490 €
49.000
F
2.200 €
330.000
C
6.082 €
729.840
A
2.846 €
284.620
A
148 €
14.800
A+
443 €
44.290
A+
682 €
F
1.938 €
A D
A+
Hapert
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Brandweerkazerne Hapert Gemeentewerf Hapert Sporthal Eureka Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Postduivenvereniging De Witpen Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tour- en wielerclub Het Snelle Wiel Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Jeugdvereniging Los Hoes Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Korfbalvereniging VVO Hapert Sportpark de Lemelvelden: accommodatie Tennisvereniging de Hellekens Sportpark de Lemelvelden: accommodatie VV Hapert (tribune-deel) Steunpunt De Kloostertuin Hoogeloon
19 20 21 22
Sportpark De Roetwijer: accommodatie VV Hoogeloon Sportpark De Roetwijer: accommodatie KV De Klimroos Gemeenschapshuis D'n Anloôp Peuterspeelzaal de Kinderkeet Casteren 7
23 Gemeenschapshuis Den Aord 24 Sportpark de Smeel: accommodatie VV Casteren en KV NeCa
A+
Netersel
25 Sportpark De Groesbocht: kleedgebouwen VV Netersel en KV NeCa 26 Gemeenschapshuis de Poel Totaal Totaal gebruiksoppervlakte, investeringskosten en jaarlijkse besparing Totaal investeringskosten en jaarlijkse besparing quick wins Totaal investeringskosten en jaarlijkse besparing overige gebouwen
24.948
€
2.855.260
€ €
1.455.990 1.399.270
Tabel 5. Discounted Cash Flow (optimistisch) Gegevens Totale investering Investering 'quick wins' Investering overige gebouwen
€ € €
2.855.260 1.455.990 1.399.270
Totale jaarlijkse besparing Jaarlijkse besparing 'quick wins' Jaarlijkgse besparing overige gebouwen
€ € €
606.509 305.331 301.178
Inflatie Rendement
1,00% 25,44%
Jaartal
DCF-berekening Investeringskosten
Jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
0 € 1 2 3 4 5 6 7 8 € 9 10 11 12 13 14 15
Besparingen
1.455.990 € € € € € € € € 1.515.209 € € € € € € € €
308.384 311.468 314.583 317.729 320.906 324.115 327.356 330.630 333.936 663.330 669.963 676.663 683.429 690.264 697.166 704.138
Cashflow € € € € € € € € € € € € € € € €
-1.147.606 311.468 314.583 317.729 320.906 324.115 327.356 330.630 -1.181.273 663.330 669.963 676.663 683.429 690.264 697.166 704.138
Som contante waarde cashflow:
Netto contante waarde @ 25,44% € € € € € € € € € € € € € € € €
-1.147.606 248.294 199.912 160.958 129.595 104.343 84.011 67.641 -192.650 86.239 69.434 55.905 45.011 36.241 29.179 23.493 €0
81
Bijlage 14.
Uitgewerkte interviews medewerkers gemeente Bladel
Interview de heer P. Ansems, Coördinator team Financiën en Control Plaats en datum: Bladel, 3 december 2014 1. Zijn er financiële middelen beschikbaar binnen de gemeente Bladel voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen, en zo ja hoeveel en waar komen deze financiële middelen vandaan? Er zijn momenteel geen financiële middelen beschikbaar binnen de gemeente Bladel om de gemeentelijke gebouwen energieneutraal te maken. 2. Indien niet genoeg financiële middelen beschikbaar zijn, zijn er dan andere mogelijkheden om toch de gemeentelijke gebouwen energieneutraal te maken? Zo ja, welke mogelijkheden zijn er? Het is in principe mogelijk om het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen uit te besteden aan een ESCo. Een ESCo zorgt dan voor één of meerdere onderdelen in de levenscyclus van een gebouw, inclusief de investeringen. Dit is dus voornamelijk interessant als de gemeente geen financiële middelen heeft. Dat betekent niet dat het uitbesteden van het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen niets voor de gemeente kost. Het geld dat door de gemeente wordt bespaard door de lagere energiekosten, wordt gebruikt om de ESCo te betalen voor de genomen maatregelen. Daarnaast is het mogelijk om de realisatie in eigen beheer te doen. Hiervoor kan geld worden geleend bij de BNG bank, een bank speciaal voor overheden. De benodigde hoeveelheid geld kan worden geleend om de gemeentelijke gebouwen energieneutraal te maken, mits de gemeente bekwaam is om de kapitaallasten te betalen. Dit geleende geld gaat in een speciaal fonds. Het is de bedoeling dat dit geldt geïnvesteerd gaat worden in de maatregelen die nodig zijn voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen. Die investeringen leiden tot lasten die uiteindelijk worden terugverdiend. Het geld dat wordt terugverdiend moet weer in dit fonds terecht komen, om volgende maatregelen te kunnen nemen. Op die manier ontstaat er een vliegwiel: door te investeren in duurzame maatregelen, kan geld worden bespaard en daarmee kan weer worden geïnvesteerd in nieuwe maatregelen. 3. Welke mogelijkheid raadt u aan om de gemeentelijke gebouwen toch energieneutraal te kunnen maken? Ik raad aan om het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen niet uit te besteden aan een externe ESCo, maar binnen de gemeente te houden, of bij een gemeentelijke ESCo. Het geld dat nodig is voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen kan dan worden geleend bij de BNG bank. Het voordeel hiervan, tegenover het uitbesteden aan een externe ESCo, is dat het extra geld dat de gemeente moet betalen voor de uitbesteding aan een externe ESCo nu niet kwijt is, zodat dat kan worden uitgegeven aan de energiebesparing. 4. Wat heeft dat voor gevolgen voor de gemeente Bladel? Er moet, door het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen ten minste evenveel worden terugverdiend dan dat geïnvesteerd wordt. Daarnaast is het uiteindelijk de bedoeling dat de visie wordt nageleefd: energieneutraal gemeentelijke gebouwen. 5. Door de investeringen die de gemeente Bladel doet om een gemeentelijk gebouw energieneutraal te maken, ontstaat een split incentive. Welke mogelijkheden heeft de gemeente Bladel om ervoor te zorgen dat het voordeel niet alleen terecht komt bij de gebruikers? Om te voorkomen dat alleen de gebruikers voordelen halen uit het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen waarin de gemeente Bladel investeert, kan de huur worden verhoogd of de subsidies die de gebruikers ontvangen, worden verlaagd. Zo kan het financiële voordeel toch terugvloeien naar de gemeente Bladel. Hiermee kunnen weer nieuwe energiebesparingsmaatregelen worden genomen, zonder dat de gebruiker er financieel op achteruit gaat. 82
Interview de heer B. Smits, bouwkundig medewerker Plaats en datum:
Bladel, 4 december 2014
1. Voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen is bestuurlijk draagvlak nodig. Om welke redenen is volgens u bestuurlijk draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Het belangrijkste is om budgetten te genereren vanuit de visie die er ligt voor de energieneutraliteit die in 2025 moet komen. 2. Op welke manier(en) kan volgens u het best bestuurlijk draagvlak worden gecreëerd? Door voorstellen te doen, aan te geven hoeveel er ongeveer voor geïnvesteerd moet worden en wat er mee wordt bereikt. Door politieke druk. De gemeenteraad moet het bestuur opdracht geven om dit verder op te pakken. Het gebeurt ook wel eens dat milieuactivisten bestuurlijk impulsen geven om de energieneutraliteit te gaan oppakken. 3. Voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen is niet alleen bestuurlijk draagvlak nodig, maar ook ambtelijk draagvlak. Om welke redenen is volgens u ambtelijk draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Ambtenaren krijgen taken opgelegd van bovenuit. Dus ambtelijk draagvlak is eigenlijk niet nodig. 4. Bij welke teams en/of medewerkers is volgens u draagvlak nodig voor het creëren van ambtelijk draagvlak voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen en waarom? Iedereen die bezig is met het exploiteren van de gemeentelijke gebouwen. 5. Op welke manier(en) kan volgens u het best ambtelijk draagvlak worden gecreëerd? Door goede voorstellen te maken. 6. Ook extern draagvlak is nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen. Bij welke partijen is volgens u extern draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen en waarom? Dit is nodig omdat je anders de gebouwen nooit energieneutraal kan maken. 7. Om welke redenen is volgens u extern draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? De gebruiker moet uiteindelijk een ‘go’ geven en akkoord gaan met de plannen van de gemeente. 8. Op welke manier(en) kan volgens u het best extern draagvlak worden gecreëerd? Bij de gebruikers kan draagvlak worden gecreëerd: door ervoor te zorgen dat de gebruiker er financieel niet op achteruit gaat of er zelfs misschien wel financieel op vooruit gaat; door de gebruikers een bewustzijn te geven en ze bij het proces te betrekken; en Door te zorgen dat je als gemeente adviezen klaar hebt, om de gebruikers te ontzorgen. Laten zien wat de resultaten zijn bij bepaalde maatregelen. Je kunt ook de vereniging de ruimte geven het zelf te doen. Op projectmatige basis kun je ook extern draagvlak creëren. Extern draagvlak bij de marktpartijen komt vanzelf. Marktpartijen zijn blij als ze hun werk kunnen doen.
83
Interview Mevrouw I. Michels, afdelingshoofd Ontwikkeling Plaats en datum: Bladel, 8 december 2014 1. Voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen is bestuurlijk draagvlak nodig. Om welke redenen is volgens u bestuurlijk draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Als het bestuur geen belang heeft bij duurzaamheid, kan het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen nooit gerealiseerd worden. Het is dus erg van belang dat draagvlak wordt gecreëerd bij het gemeentebestuur. 2. Op welke manier(en) kan volgens u het best bestuurlijk draagvlak worden gecreëerd? Er kan draagvlak worden gecreëerd bij het gemeente bestuur door de belangen van het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen inzichtelijk te maken. Daarnaast kan eventueel ook de pers ingeschakeld worden. Een gemeentebestuur wordt maar verkozen voor vier jaar. Zoek daarom ook naar een manier waarop het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen ook voor hen zelf een belang wordt. 3. Voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen is niet alleen bestuurlijk draagvlak nodig, maar ook ambtelijk draagvlak. Om welke redenen is volgens u ambtelijk draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Ambtelijk draagvlak is misschien wel het belangrijkst, omdat als het proces niet door ambtenaren in gang wordt gezet, er niets gebeurd. Dit komt niet vanuit gemeentebestuur zelf. Het is ook belangrijk dat een ambtenaar er daadwerkelijk werk van maakt, om het proces in gang te zetten. Alleen ambtelijk draagvlak is niet genoeg. 4. Bij welke teams en/of medewerkers is volgens u draagvlak nodig voor het creëren van ambtelijk draagvlak voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen en waarom? Bij de hele afdeling Ontwikkeling, omdat het iedereen op een of andere manier raakt. Daarnaast moet er draagvlak zijn bij team Financiën en Control, omdat dit team zal adviseren. 5. Op welke manier(en) kan volgens u het best ambtelijk draagvlak worden gecreëerd? Ambtelijk draagvlak is niet makkelijk te creëren. Het moet er zijn en als het er niet is, wordt het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen ook niet opgepakt. 6. Ook extern draagvlak is nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen. Bij welke partijen is volgens u extern draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen en waarom? Bij de verenigingen en stichtingen die gebruik maken van de gemeentelijke gebouwen. 7. Om welke redenen is volgens u extern draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Als er geen draagvlak is bij de verenigingen en stichtingen die zijn gevestigd in de gemeentelijke gebouwen, dan kunnen deze gebouwen niet energieneutraal worden gemaakt. 8. Op welke manier(en) kan volgens u het best extern draagvlak worden gecreëerd? Bij de gebruikers kan draagvlak worden gecreëerd door het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen niet te veel te laten kosten. Bij marktpartijen die de renovatie moeten gaan realiseren hoeft geen draagvlak te worden gecreëerd, want die is er waarschijnlijk vanzelf. Wel zou ervoor kunnen worden gezorgd dat de lokale partijen de realisatie mogen gaan doen en dat voor deze lokale partijen ook reclame wordt gemaakt, door het plaatsen van reclameborden bij de gemeentelijke gebouwen die zijn gerenoveerd. 9. Wilt u nog iets opmerken wat in mijn interview nog niet aan bod is gekomen? Ja, er moet ook draagvlak worden gecreëerd in de rest van de Kempengemeenten, maar ook landelijk, om tot een beter milieu te komen. 84
Interview de heer A. van de Ven, beleidsmedewerker Welzijn Plaats en datum: Bladel, 15 december 2014 1. Voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen is bestuurlijk draagvlak nodig. Om welke redenen is volgens u bestuurlijk draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Bij het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen gaan de kosten uit voor de baten. Het duurt jaren voordat de investering wordt terugverdiend. Een gemeenteraad wordt maar voor vier jaar verkozen. Daarom moet het belang van het energieneutraal maken erg duidelijk worden gemaakt. 2. Op welke manier(en) kan volgens u het best bestuurlijk draagvlak worden gecreëerd? Dit kan door het te behalen rendement inzichtelijk te maken en door het onderwerp zo op de agenda te krijgen dat het politiek ook scoort. 3. Voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen is niet alleen bestuurlijk draagvlak nodig, maar ook ambtelijk draagvlak. Om welke redenen is volgens u ambtelijk draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Ambtenaren merken in hun eigen portemonnee niets, als de gemeente Bladel haar gebouwen energieneutrale maakt. Daarom is het te behalen rendement voor een ambtenaar niet zo belangrijk. Wel moet het belang van duurzaamheid inzichtelijk worden gemaakt. Als ambtenaren duurzaam denken kunnen de gemeentelijke gebouwen energieneutraal worden gemaakt. 4. Bij welke teams en/of medewerkers is volgens u draagvlak nodig voor het creëren van ambtelijk draagvlak voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen en waarom? Draagvlak is nodig bij de teams die contact hebben met de gebruikers van de gemeentelijke gebouwen. 5. Op welke manier(en) kan volgens u het best ambtelijk draagvlak worden gecreëerd? Door ook voor de ambtenaren de voor- en nadelen inzichtelijk te maken. Als de nadelen niet opwegen tegen de voordelen, kan makkelijker ambtelijk draagvlak worden gecreëerd. 6. Ook extern draagvlak is nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen. Bij welke partijen is volgens u extern draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen en waarom? Alle partijen waar de gemeente Bladel een relatie mee heeft, zoals inwoners, ondernemers en verenigingen. 7. Om welke redenen is volgens u extern draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Als geld wordt gestopt in het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen, kan dat geld niet aan andere dingen worden besteed. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat ook de inwoners van de gemeente Bladel achter de plannen staan om de gemeentelijke gebouwen energieneutraal te maken. Als de inwoners van de gemeente Bladel tegen de plannen zijn, kan dit ook het bestuurlijk draagvlak beïnvloeden. 8. Op welke manier(en) kan volgens u het best extern draagvlak worden gecreëerd? Ook voor deze partijen geldt dat de voor- en nadelen op korte en lange termijn goed moeten worden gecommuniceerd.
85
Interview mevrouw D. van Sambeeck - van Deursen, coördinator energiebeleid Plaats en datum: Bladel, 16 december 2014 1. Voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen is bestuurlijk draagvlak nodig. Om welke redenen is volgens u bestuurlijk draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Bewustwording is belangrijk bij het gemeentebestuur, omdat het gemeentebestuur het belang van het energieneutraal inzetten van de gemeentelijke gebouwen ook naar buiten moet uitdragen. Tevens worden er, indien er bestuurlijk draagvlak is, ook andere, meer duurzame politieke keuzes gemaakt. Daarnaast moet het bestuur zorgen dat financiële middelen beschikbaar worden gesteld. 2. Op welke manier(en) kan volgens u het best bestuurlijk draagvlak worden gecreëerd? Bestuurlijk draagvlak kan worden gecreëerd door een heldere informatieoverdracht, het voorleggen van plannen waar nog kansen liggen om resultaten te behalen en ook te communiceren over de behaalde resultaten. 3. Voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen is niet alleen bestuurlijk draagvlak nodig, maar ook ambtelijk draagvlak. Om welke redenen is volgens u ambtelijk draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Niet alleen de energiebeleidscoördinator, maar alle ambtenaren binnen het gemeentehuis moeten zich bewust worden van het nut van duurzaamheid. Als alle ambtenaren het belang inzien van duurzaamheid, worden ook meer duurzame initiatieven opgepakt. 4. Bij welke teams en/of medewerkers is volgens u draagvlak nodig voor het creëren van ambtelijk draagvlak voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen en waarom? Bij alle medewerkers binnen de gemeente is het belangrijk dat zij inzien wat het belang is van duurzaamheid. 5. Op welke manier(en) kan volgens u het best ambtelijk draagvlak worden gecreëerd? Er kan ambtelijk draagvlak worden gecreëerd door ook met ambtenaren te blijven communiceren over duurzaamheid. Laat ook aan ambtenaren zien wat is bereikt en spreek collega’s ook aan op hun gedrag, al gaat het maar om kleine dingen, zoals het de verlichting uitdoen wanneer deze niet nodig is. 6. Ook extern draagvlak is nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen. Bij welke partijen is volgens u extern draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen en waarom? Extern draagvlak moet worden gecreëerd bij ondernemers en inwoners binnen de gemeente Bladel, bij ondernemers die duurzame energie als core business hebben en bij de gebruikers van de gemeentelijke gebouwen. 7. Om welke redenen is volgens u extern draagvlak nodig voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen? Het is belangrijk dat draagvlak wordt gecreëerd bij de gebruikers van de gemeentelijke gebouwen, omdat zij direct invloed hebben op de energienota en op het feit dat een gemeentelijk gebouw wel of niet duurzaam wordt gebruikt. Een gebouw kan wel energieneutraal worden gemaakt, maar als de gebruikers het gebouw niet op een duurzame manier gebruiken, is het nut van een energieneutraal gebouw weg. Als draagvlak is bij de bedrijven die een onderneming hebben in duurzame energie, dan kunnen deze bedrijven ervoor zorgen dat hun producten worden gebruikt voor het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen. 8. Op welke manier(en) kan volgens u het best extern draagvlak worden gecreëerd? Ook hier is communicatie erg belangrijk. Externe partijen moeten worden overtuigd van het nut en de noodzaak van het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen.
86
9. Wat kunt u als coördinator energiebeleid betekenen in het project om de gemeentelijke gebouwen energieneutraal te maken? Als het project uitgevoerd gaat worden zal mijn rol liggen bij de communicatie en verbindingen leggen tussen de verschillende partijen. De uitvoering van het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen zal bij de gebouwbeheerder liggen, die een bouwkundige achtergrond heeft.
87
Bijlage 15.
Vragenlijst gebruikers gemeentelijke gebouwen
Om inzichtelijk te maken wat het energieverbruik is in de gemeentelijke gebouwen en wat daarvan de verbruikskosten zijn, is onder meer gebruik gemaakt van de resultaten uit onderstaande vragenlijst. Tevens is met behulp van deze vragenlijst de gebruikers gevraagd naar het huidige energiegedrag, de bereidheid om energie te besparen en op welke manier draagvlak kan worden gecreëerd bij de gebruikers met betrekking tot het energieneutraal maken van de gemeentelijke gebouwen.
88
89
90
91
92
93
94