Gemeentelijke aanpak van de circulaire stad
Bron: Week van de Stad
Prof. dr. Jacqueline Cramer, Utrecht Sustainability Institute, 9 mei 2014
Wat betekent een circulaire stad?
Uitgangspunt van een circulaire stad is dat alle grondstofstromen na gebruik weer teruggebracht worden in de kringloop en opnieuw worden gebruikt voor nieuwe producten en diensten. Dit betekent dat afval dan niet meer bestaat en grondstoffen efficiënt gebruikt worden. Wanneer recycling van grondstoffen hand in hand gaat met vermindering van grondstoffengebruik per eenheid product en per persoon, kunnen steden grondstoffenschaarste en negatieve effecten van grondstoffengebruik helpen voorkomen. Naast milieuwinst levert dit alles directe baten op door kostenbesparing en extra waardecreatie en indirecte baten in de vorm van werkgelegenheid, nieuwe bedrijvigheid en innovatie. In Nederland hebben steden al enige ervaring opgebouwd op het gebied van de circulaire stad. We lopen hierin internationaal relatief voorop (Planbureau voor de Leefomgeving, 2013). Verschillende afvalstromen, zoals papier en karton en glas, worden voor een aanzienlijk deel als grondstof opnieuw gebruikt. Ook groeit het aantal bedrijven dat hun product zo weet te ontwerpen dat deze na gebruik weer terug kan in de kringloop (Cradle to Cradle). Bovendien nemen burgers allerlei initiatieven om in hun wijk hergebruik- en reparatie van producten en leennetwerken te bevorderen. De kringloopgedachte begint geleidelijk steeds breder te leven in de samenleving.
Wat kunnen gemeenten doen om hun stad circulair te maken? Welke stappen kunnen zij zelf zetten in samenwerking met burgers en bedrijven? Onderstaande aanpak richt zich op beantwoording van deze vragen.
Rol van gemeenten
Het meest directe aangrijpingspunt voor gemeenten om de transitie naar een circulaire stad te bevorderen, is aan het eind van de keten: de afvalfase. De meeste gemeenten zamelen de afvalstromen van huishoudens en vaak ook van bedrijven zelf in. Vervolgens worden de ingezamelde stromen door uiteenlopende verwerkers gerecycled, verbrand en voor een klein percentage nog gestort. De nadruk bij gemeentelijk beleid ligt tot nu toe echter vooral op het managen van afvalstromen. De gemeente heeft in beeld hoeveel afval er wordt geproduceerd en hoeveel daarvan per afvalstroom wordt gerecycled, verbrand of gestort. Daarbij probeert men het percentage recycling geleidelijk te verhogen. De volgende stap is om afvalstromen te beschouwen als grondstofstromen en te streven naar het zo hoogwaardig mogelijk terugbrengen van afgedankte grondstoffen in de kringloop. Zo evolueren we van een lineaire naar een circulaire economie, waarin de aandacht verschuift van het managen van afvalstromen naar het herontwerpen van product- en materiaalketens die in de kringloop blijven. Dus van ontwerpfase tot en met de gebruik- en afdankfase van producten. Dit vergt samenwerking met productketens om tot herontwerp van hun keten en de ontwikkeling van nieuwe ketens te komen. Daarbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen de biologische, vernieuwbare kringlopen en de technische, niet vernieuwbare kringlopen (zie onderstaand schema van de Ellen MacArthur Foundation).
Naast recycling van grondstoffen dient ook reductie van grondstoffengebruik en producthergebruik een onderdeel van de circulaire strategie te zijn. In dit licht is de gemeentelijke ondersteuning van kringloopwinkels en burgerinitiatieven op het gebied van lenen en repareren van belang. Een ander aangrijpingspunt voor gemeenten om de circulaire stad te bevorderen is hun eigen aanbestedingsbeleid te richten op circulair inkopen. Door in de aanbesteding van producten en diensten eisen op te nemen over Cradle to Cradle, kunnen gemeenten innovatieve bedrijven op dit gebied stimuleren. Een enkele gemeente heeft hiermee reeds een begin gemaakt. Tenslotte kunnen gemeenten proactieve bedrijven die Cradle to Cradle producten en diensten leveren of duurzame innovaties op afvalgebied op de markt brengen, faciliteren via de ruimtelijke ordening of het wegnemen van belemmeringen (bijvoorbeeld door het aanwijzen van een regelluwe zone). Ook hierin zetten sommige gemeenten gerichte stappen. Er zijn dus al kiemen gelegd om tot een circulaire stad te komen. Maar hoe kan een gemeente stapsgewijs verder komen en op integrale wijze samen met burgers en bedrijven de circulaire stad realiseren? Het onderzoeksnetwerk van het Utrecht Sustainability Institute (USI) heeft de deskundigheid in huis om de uitgangspunten van de circulaire stad te vertalen in praktisch handelen. Het netwerk beschikt over de benodigde academische kennis bij de Universiteit Utrecht en toepassingsgerichte kennis bij de andere 5 aangesloten kennisinstellingen (TNO, Deltares, KNMI, Ecofys en Hogeschool Utrecht). Waar nodig wordt ook kennis van derden gemobiliseerd. Daarnaast organiseert het USI zogenaamde Circular Economy Labs, waarin stakeholders van een specifieke productketen met elkaar in dialoog gaan hoe zij hun eigen keten circulair kunnen maken.
Op grond van deze expertise heeft het USI een stappenplan ontwikkeld.
Stappenplan
Welke stappen kan een gemeente zetten om toe te groeien naar een circulaire stad? Stap 1: Selecteer de meest kansrijke grondstofstromen Stap 1 is om met die grondstofstromen te beginnen die een hoge milieudruk veroorzaken, grote volumes vertegenwoordigen en economische waarde kunnen opleveren. Daarna kunnen successievelijk de overige stromen op dezelfde manier worden aangepakt.
Maak een analyse van de geselecteerde grondstofstromen in kwantitatieve en kwalitatieve zin, d.w.z. de hoeveelheid grondstof die de stad in komt, gebruikt wordt en de stad weer uit gaat (input-throughput-output) en de kwaliteit van deze grondstof. Zo’n ‘grondstoffen-kompas’ kan gebaseerd worden op overzichten van afvalstromen en hun herkomst, en een inschatting van de totale hoeveelheid die in de stad circuleert.
Stap 2: Analyseer met stakeholders de opties voor kringloop-sluiting Analyseer per grondstofstroom samen met marktpartijen uit de gehele product- of materiaalketen, vernieuwers in de markt en kennispartijen welke korte- en lange termijn mogelijkheden er bestaan om de kringloop te sluiten. Betrek hierbij ook de kringloopketengedachte en vernieuwing van de bestaande productketen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van reeds ontwikkelde methoden om stakeholders actief te betrekken en hun kennis en ervaring optimaal te gebruiken, zoals bestaande stakeholdermodellen en de Circular Economy Labs die het Utrecht Sustainability Institute organiseert (www.usi.nl).
Stap 3: Formuleer scenario’s voor kringloopsluiting Maak op grond van stap 2 een gedegen analyse van de mogelijke combinaties van incrementele en radicale verbeteringen per product- of materiaalketen, inclusief de te behalen milieuwinst, MKBA (Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse), te realiseren banen en potentiële, innovatieve bedrijvigheid. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van reeds ontwikkelde analysetechnieken en modellering van interventiemogelijkheden. Stel op grond van deze analyse een aantal scenario’s op die zich mogelijk kunnen voltrekken. Om de robuustheid van de verschillende opties binnen de scenario’s te toetsen, kan gebruik gemaakt worden van de door het Planbureau voor de Leefomgeving ontwikkelde methodiek.
Stap 4: Stel een korte- en langetermijnstrategie op Bepaal op grond van dergelijke scenario’s in een stakeholder proces welke combinatie van opties het meest kansrijk is om de betreffende product- of materiaalketen in een gesloten kringloop te krijgen en welke korte- en langetermijnstrategie en doelen hieruit kunnen worden afgeleid. Stel op grond daarvan kansrijke business cases op.
Stap 5: Definieer verantwoordelijkheden en rollen tussen stakeholders Het is van belang om gezamenlijk rollen en verantwoordelijkheden te bepalen om de gestelde doelen te realiseren. Aangezien veel activiteiten in handen van de markt zullen liggen, treedt de gemeente per productof materiaalketen vooral op als regisseur, facilitator, initiator en soms als regulator. Ook kan de gemeente een belangrijke sturende rol spelen door haar aanbestedingsproces af te stemmen op de geformuleerde korte- en lange termijn doelen. In de aanbestedingseisen kunnen gerichte voorwaarden worden opgenomen die de ambities van een circulaire stad dichterbij brengen. Daarnaast kan de gemeente in haar ruimtelijke ordeningsbeleid zorg dragen voor goede vestigingsmogelijkheden van nieuwe bedrijvigheid rond de circulaire stad. Bij het bepalen van de korte- en langetermijnstrategie is het van belang om goed in te schatten op welk schaalniveau de afgedankte grondstofstromen zullen worden verwerkt tot nieuw te gebruiken grondstoffen. Sommige meer gespecialiseerde recycling processen zullen plaatsvinden op regionaal, bovenregionaal of zelfs Europees niveau, terwijl andere processen meer lokaal zullen gaan plaatsvinden. Welke processen een gemeente in haar regio wil faciliteren, kan via het vestigingsbeleid gericht gestimuleerd worden.
Stap 6: Zet vanaf het begin een communicatiestrategie op die burgers en bedrijven betrekt en bottom-up initiatieven ondersteunt Zet een communicatiestrategie op die burgers en bedrijven in de stad uitnodigt deel te nemen. Zorg ervoor dat zij al vanaf het begin van het proces betrokken zijn en mede vorm kunnen geven aan de te formuleren aanpak voor de circulaire stad. Ondersteun bottom-up initiatieven van burgers die passen binnen de strategie en geef deze initiatieven zoveel mogelijk ruimte om zelf aan de slag te gaan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan lokale leen- en reparatienetwerken, producthergebruik via kringloopwinkels en nieuwe vormen van dienstverlening. Laat naast de geselecteerde grondstofstromen ook bottom-up initiatieven uit de markt tot wasdom komen. Ondersteun daarom initiatieven van koplopers uit de markt die specifieke grondstofstromen in de kringloop willen brengen en daarin nieuwe bedrijvigheid en diensten willen ontwikkelen. Bied als gemeente voor deze groep koplopers een aantal maatgerichte faciliteiten en neem mogelijke belemmeringen (bijvoorbeeld op het gebied van regelgeving) voor hen weg.
Stap 7: Monitor en evalueer bereikte resultaten Zet een systeem van monitoring, rapportage en evaluatie op welke vanaf het begin onderdeel uitmaakt van het proces. Meet de resultaten wat betreft milieuverbetering, economische meerwaarde en sociaal rendement. Analyseer gedurende het proces de succes- en faalfactoren en de mogelijkheden om initiatieven te kopiëren. Deze informatie biedt inzicht in verdere opschaling en/of maatgerichte ondersteuning. Op deze wijze wordt het werken aan een circulaire stad een ‘living lab’, waarin geleerd en geëxperimenteerd kan worden.
Stap 8: Zet een circulair inkoopbeleid op Parallel aan een beleid om grondstofstromen terug te brengen in de kringloop kan een gemeente een circulair inkoopbeleid opzetten. Hiermee stimuleert een gemeente ondernemers die Cradle to Cradle producten of diensten op de markt willen brengen, alleen of in een consortium van bedrijven. Ook hier is het verstandig om te beginnen met een beperkt aantal initiatieven. Door eerst daarmee ervaring op te doen, wordt kennis opgebouwd om tot opschaling te komen. Er zijn al methoden voor handen om duurzaam inkopen vorm en inhoud te geven, maar deze zijn nog niet toegespitst op circulair inkopen. In die kennisleemte kan echter wel worden voorzien.
Utrecht Sustainability Institute Met meer dan 1200 aangesloten onderzoekers is het Utrecht Sustainability Institute (USI) een toonaangevende netwerkorganisatie op het gebied van duurzaamheid in Nederland. Juist in de Utrechtse regio zijn veel kennisinstellingen en ingenieursbureaus op het gebied van duurzaamheid gevestigd. Door het bundelen van deze kennis kunnen we complexe vraagstukken op een integrale wijze helpen oplossen. Dit doen we in nauwe samenwerking met overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Gezamenlijk willen we positieve antwoorden formuleren op het groeiend aantal duurzaamheidsvraagstukken zoals klimaatverandering, energieafhankelijkheid, grondstoffen- en waterschaarste, explosieve urbanisatie en hiermee samenhangende sociale en economische spanningen. De kern van onze missie is het bijdragen aan de transitie naar duurzame urbane regio’s, zowel nationaal als internationaal. Daarbij ligt de nadruk op het verbinden van onderzoek, innovatie en bedrijvigheid.
Contact: Heidelberglaan 2 Jan Zonneveldvleugel, kamer 1.20 3584 CS Utrecht T. +31(0) 30 253 7206 E.
[email protected] I. www.usi.nl