De Entree van de Stad
Onderzoek naar Connectoren op hogere schaalniveaus in de Deltametropool
Werkplan Afstudeeronderzoek J.H. (Dick) van Veen 12 februari 2004
de Entree van de Stad
Werkplan
Voorwoor d Dit werkplan is gerealiseerd in het kader van het afstudeeronderzoek voor de faculteit Civiele Techniek van de technische universiteit te Delft. Dit onderzoek wordt als stage uitgevoerd bij de Vereniging Deltametropool te Delft. Het werkplan geeft een eerste indruk van, alsmede het plan van aanpak voor het onderzoek naar de Entree van de Stad. Mijn dank gaat uit naar prof. em. ir. D.H. Frieling en ir. J.W. Kooijmans voor hun hulp en adviezen. Delft, 12 februari 2004.
Dick van Veen
i
de Entree van de Stad
Werkplan
Inhoudsopgave
Voorwoord ................................................................................................................. i 1.
Inleiding.............................................................................................................. 1
2.
Onderzoeksvraag................................................................................................ 5
3.
Plan van Aanpak................................................................................................. 6 3.1. Het onderzoeksproces ................................................................................... 6 3.2. Inhoudsopgave en tijdsplanning ..................................................................... 7
4.
Referentie Projecten........................................................................................... 8 4.1. Ministerie van V&W; project Transferia ........................................................... 8 4.2. San Francisco Bay Area ................................................................................ 8 4.3. Hamburg....................................................................................................... 8
Literatuurlijst ............................................................................................................ 9 Bijlage: Organisatorische aspecten........................................................................ 10
ii
de Entree van de Stad
Werkplan
Hoofdstuk 1: Inleiding In een globaliserende wereld en een steeds hechter samengroeiend Europa is het belang van de natie als eenheid tanende. Steeds meer zullen de zich uitbreidende en samenklonterende steden als stedelijk netwerk concurreren met andere regio’s. Afzonderlijk zullen de grote Nederlandse steden het niet redden, door de onstuimige groei van omliggende stedelijke netwerken is de positie van de Randstad bedreigd op het mondiale speelveld. (Vrienden van de DMP, 2004). Dat is waarom in 1998 de wethouders Ruimtelijke Ordening van de vier grote steden de Verklaring Deltametropool hebben opgesteld. In deze verklaring wordt gesteld dat ‘de Europese rol van Nederland in belangrijke mate zal worden bepaald door ons vermogen om hier een stedelijk complex van internationaal formaat, een Europese metropool, tot ontwikkeling te brengen.’ (Stadig e.a., 1999). In dit Europese perspectief zal de Deltametropool slechts als eenheid kunnen opereren wanneer er sprake is van een goede bereikbaarheid. Infrastructuur speelt dus een belangrijke rol. Snelle verbindingen tussen de stedelijke agglomeraties in de Randstad versterken de samenhang van het gebied, en creëren nieuwe ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden op bestaande en nieuwe locaties (Egeter e.a., 2001). Hiertoe is door de Vereniging Deltametropool, opgericht in 2000 om de belangen van het idee Deltametropool te behartigen, een vervoersconcept ontwikkeld, Deltanet. Om de bereikbaarheid te vergroten gaat Deltanet uit van een verbeterde wisselwerking tussen de veelheid en de diversiteit van de centra. Deze centra worden zo als het ware verbonden, onderling en met centra elders, zodat de Deltametropool als één geheel naar buiten toe kan treden. (Vereniging Deltametropool, 2003) Deltanet gaat hiervoor in op vier verschillende onderdelen: •
Een netwerk van autowegen en spoorwegen
•
Een configuratie van connectoren in dit netwerk
•
Een indicatief aanbod van vervoersdiensten op dit netwerk
•
Een samenstel van vervoersautoriteiten, die Deltanet reguleren.
De Deltametropool, het gebied door dat Deltanet intern wordt verbonden en extern wordt ontsloten, omvat verschillende typen van centra. Deze centra zijn bovendien in te delen in verschillende schalen, het internationale, nationale en regionale schaalniveau. Toegang tot de centra via het netwerk is mogelijk door de knopen, of connectoren. Dit zijn overstappunten, waar overstappen tussen de vervoersvormen plaatsvinden en waar vervoersvormen efficiënt met elkaar verbonden worden (v.d. Spek, 2002). Uitgangspunt bij de theorie over de netwerken en de connectoren is, dat het netwerk via de connectoren de centra van hetzelfde schaalniveau onderling verbindt, als ook met de centra op een hoger schaalniveau.
1
de Entree van de Stad
Werkplan
figuur 1: Deltacentra
figuur 2: Deltaconnectoren
2
de Entree van de Stad
Werkplan
Het totale Deltanet kan worden opgedeeld in twee hoofdlagen, de ‘top’-laag en de ‘Deltametropool’laag. De connectors die op de beide lagen gesitueerd zijn, zijn de primaire en de secundaire connectors. De ‘top’-laag, bestaande uit het intercontinentale, het continentale, het subcontinentale en het euregionale netwerk, de (primaire) connectors en de centra op deze schalen, verbindt de belangrijkste centra en connectors in de Deltametropool met elkaar en met de rest van het land en Europa. De ‘Deltametropool’-laag bestaat uit het metropolitane, het regionale, het agglomeratieve en het lokale netwerk, deze (secundaire) connectors en deze centra. Deze laag sluit aan op de ‘daily urban systems’ en vormt de voeding tot de ‘top’-laag. (Vereniging Deltametropool, 2003) Voor een grafisch overzicht, zie de figuren 3 en 4.
'deltametropool'-laag Lokaal
1
2
Agglomeratief
3
6
Regionaal
10
20
Metropolitaan
30
60
'top'-laag Euregionaal
100
Subcontinentaal Continentaal Intercontinentaal
200 300
600
1000
2000 3000
6000
afstand (log/km)
figuur 3: Schaalniveaus (Bron: Bewerking van Van der Spek, 2002)
figuur 4: Netwerken, Connectors en Centra per Schaalniveau. (Bron: DMP, 2003)
3
de Entree van de Stad
Werkplan
Op de lagere schaalniveaus is het mogelijk om een duidelijke fysieke voorstelling te maken van het begrip connector. De secundaire connectoren op deze niveaus zijn halteplaatsen en stations, naast toe- en afritten en kruisingen. Op de hogere schaalniveaus, in de ‘top’-laag, is het moeilijker een voorstelling te maken. Voor collectieve vervoerstypen is dit nog wel mogelijk (HSL-station, Luchthaven) maar voor het individuele vervoer is dit moeizaam voor te stellen. Een centrum op euregionaal niveau of hoger is in de praktijk niet rechtstreeks op één enkele HWN+-toerit gekoppeld. Dit maakt ook het berekenen en toetsen van een dergelijke connector moeilijk. Op dit punt schiet het concept Deltanet, in de ontwikkelingsfase waarin zij zich nu bevindt, nog te kort.
Hoofdspoornet. (HSL nog niet aanwezig) Connector: Rotterdam Centraal Station
Hoofdwegennet. (A4 nog niet aanwezig) Connector: Momenteel bestaande uit vele afritten
Euregionaal Centrum Rotterdam Geen duidelijk aanwijsbare connector
4
de Entree van de Stad
Werkplan
Hoofdstuk 2: Onder zoeksvraag In dit onderzoek zal de connector voor individueel vervoer op de hogere schalen worden onderzocht. Deze connector zal een brug moeten slaan tussen het daadwerkelijke stadscentrum en het hoofdwegennet plus (HWN+) langs de periferie. In ruimtelijke termen leidt dit traject de individuele (auto)gebruiker door een stedelijk gebied waar het openbaar vervoer de primaat heeft. Bovendien zijn de netwerken in dit stedelijk gebied van een hiërarchisch lagere orde. (metropolitaan, regionaal, agglomeratief). Oplossingen zijn gezocht en geprobeerd om deze centra en connectoren te ‘matchen.’ Onder andere het ministerie van V&W heeft tussen 1995 en 2002 in het project ‘Transferia’ door middel van pilottransferia getracht dit concept te promoten. Veel van deze proeftransferia functioneren slecht tot matig (ministerie van V&W). Onjuiste locaties en onvoldoende programma lijken hieraan baat te dragen. Toch is het idee achter de overstapmachines actueel. Een nader onderzoek naar ‘subconnectoren aan de rand’ lijkt raadzaam. Deze situatie en achtergrond leidt tot de volgende onderzoeksvraag:
F Is het mogelijk om een model op te stellen voor een connector, die onderverdeeld kan zijn in subconnectoren, als verschillende typen ‘entrees’ van de stad? En zo ja, is het dan mogelijk om met dit nieuw verkregen inzicht verbeteringen aan te brengen in de subconnectoren, die zowel de mate van bereikbaarheid als de mate van stedelijkheid van de connector als geheel zouden verbeteren? Dit roept een aantal deelvragen op:
F Hoe zouden de subconnectoren samen als connector op hoger schaalniveau kunnen functioneren?
F Wat is het karakter van de verkeersstromen rondom en naar het centrum in kwantitatieve en ruimtelijke zin? (Onderzoek naar de bereikbaarheid van locaties).
F Hoe staat het met het activiteitenniveau van het stedelijk veld (Onderzoek naar de activiteiten bij de locaties).
F Hoe ziet de Entree er zelf uit? Welke voorzieningen zijn onontbeerlijk en met welke kan flexibeler worden omgesprongen?
F Hoe ziet een model er uit dat de optimale locaties van de Entrees weergeeft? F Hoe ziet een model er uit dat de optimale voorzieningen van de Entrees weergeeft? F Wat voor vormaspecten zijn er te noemen? F Is dit geheel uit te werken in een praktijkvoorbeeld?
5
de Entree van de Stad
Werkplan
Hoofdstuk 3: Plan van Aanpak Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van het plan van aanpak. Allereerst is het onderzoeksproces schematisch weergegeven. Daarna zal dit vertolkt worden in de inhoudsopgave, welke weer het uitgangspunt vormt voor de tijdsplanning. Deze laatste twee punten zijn geïntegreerd in paragraaf 2.
3.1 Het onderzoeksproces. Dit onderzoek zal in een aantal stappen worden uitgevoerd. Dit is weergegeven in figuur 5. 1. Inpassing van het onderzoek in het Deltanet
Achtergrond va n de Deltametropool Inpasbaarheid in Deltanet Onderzoeksvraag Subconnectoren als Entrees Inpasbaarheid in andere projecten, zoals Stedenbaan, Regionet, enz.
2. Connectoren en Subconnectoren
Theorie van het opdelen van de connectoren in Subconnectoren Referentieprojecten in het buitenland Modelmatige aanpak voor connectoren
3. Analyse voor het euregionale centrum Rotterdam
Afbakening studie- en plan-gebied. Analyse van de interne verkeersstructuur Analyse van de externe verkeersstructuur Inventaris van de huidige voorzieningen
4. Locatie van de Entrees Opstellen Model Toepassing Model Keuze
5. Programma van de Entrees Opstellen Model Toepassing Model Keuze
6. Vorm van de Entrees Opstellen Model Toepassing Model Keuze
7. De connector Rotterdam
Overzicht Rotterdam met Entrees Uiteindelijk Herontwerp van de Entrees. Berekening Connectorwaarde Rotterdam Figuur 5: Stroomschema onderzoeksopzet.
6
de Entree van de Stad
Werkplan
3.2 Inhoudsopgave en Tijdsplanning Dit stroomproces vormt ook de basis voor de inhoudsopgave, alhoewel deze laatste uiteraard lineair van vorm is. Gekoppeld aan de inhoudsopgave is de tijdsplanning. Gezamenlijk zullen deze twee de ‘geleider’ vormen van het onderzoek. Figuur 6 hieronder laat de inhoudsopgave en de tijdsplanning zien. Inhoudsopgave
Maand: Week:
Februari 8 9
Maart 10 11
12
13
April 14 15
16
17
18
19
Mei 20
21
22
Juni 23 24
25
26
Juli 27 28
29
30
Augustus 31 32 33
34
35
September 36
1 Inleiding 1.1 De Deltametropool 1.2 Deltanet 1.3 Het onderzoek 1.4 Inpasbaarheid in andere projecten 2 Connectoren en Subconnectoren 2.1 Schaalniveaus in de Deltametropool 2.2 Referentieprojecten 2.3 Modelmatige aanpak voor connectoren 2.4 Opdeling van de connector in subconnectoren 3 Situatie van de Case Study 3.1 Afbakening van het studie- en het plangebied 3.2 Analyse van de interne verkeersstructuur 3.3 Analyse van de externe verkeersstructuur 3.4 Inventaris van de aanwezige voorzieningen 4 De locatie van de Entrees 4.1 Model 4.2 Toepassing 4.3 Keuze 5. Het programma van de Entrees 5.1 Model 5.2 Toepassing 5.3 Keuze 6. De vorm van de Entrees 6.1 Model 6.2 Toepassing 6.3 Keuze 7. De Euregionale connector Rotterdam 7.1 Overzicht 7.2 De entree’s 7.3 Berekening Totale Connectorwaarde Figuur 6: Inhoudsopgave, tijdsplanning
7
de Entree van de Stad
Werkplan
Hoofdstuk 4: Project refer enties In dit hoofdstuk worden een aantal referenties gepresenteerd. Elk van de referenties heeft een of meer bijzondere aspecten, welke dit onderzoek ten goede zouden kunnen komen, of die als idee zouden kunnen dienen voor een bepaald onderdeel van dit onderzoek. De Nederlandse transferium proef wordt bekeken, naast buitenlandse voorbeelden als de San Francisco Bay Area en Hamburg.
4.1 San Francisco Bay Area De San Francisco Bay Area is vergelijkbaar met de Deltametropool qua oppervlak, terrein typologie, populatie en economie. Daarom is het ook interessant om de transportsituatie aldaar te analyseren, en te zoeken naar bruikbare elementen. Bronnen hiervoor zijn: -
Stichting Vrienden van de Deltametropool (2004), Deltawerk .
-
Susteren, W.C. van (2003), Deltamainport, Rijnmetropool, Delft.
-
Bay Area Census, http://www.bayareacensus.ca.gov
-
Metropolitan Transportation Commision, http://www.mtc.ca.gov
4.2 Ministerie van Verkeer & Waterstaat, Project Transferia
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat startte in 1993 met de ontwikkeling van het concept Transferium. Om erachter te komen of transferia zouden kunnen bijdragen aan minder autogebruik en verbetering van de bereikbaarheid zijn er sinds 1995 pilot -transferia gebouwd, waarvan het gebruik en het functioneren ongeveer vijf jaar gevolgd en geëvalueerd is. In het jaar 2002 is deze proef officieel beëindigd. Overzichten van de pilot-transferia laten zien dat deze niet allen (of misschien allen niet?) naar wens gewerkt hebben. Bronnen hiervoor zijn: -
Rijkswaterstaat (2002), Transferia, Een handreiking bij de voorbereiding en realisatie.
-
Ministerie van Verkeer&Waterstaat, www.transferia.nl
4.3 Hamburg Hamburg is een Duitse stad waar veel ‘traditionele’ overstappunten aanwezig zijn. Er zijn ca. 79 overstappunten aan de rand van de stad, met in totaal zo’n 13000 plaatsen. Daarnaast is er één grote parkeervoorziening met 1000 plaatsen, direct aan de snelweg. Dit grote aantal kleine voorzieningen laat dus een andere aanpak zien, en is zo interessant voor dit onderzoek. Bronnen hiervoor zijn: -
Verkeersadviesbureau Diepens en Okkema (2000), Voorbereidingsfase Evaluatie Buitenlandse Overstappunten, Eindrapport Quick Scan, Delft. 8
de Entree van de Stad
Werkplan
Liter atuur lijst
Bakel. M. van, Stedelijke ontwikkeling van knooppunten in de Deltametropool – Afstudeerscriptie, Universiteit Utrecht, nov. 2001. Egeter e.a., Zweven door de Deltametropool?, in: Verkeerskunde februari 2001, p 22-26. Groenemeijer, drs. L.M.G. en Bakel, M. van, Naar een ontwerp voor de Deltametropool, Delft, nov. 2001. Smulders, ir. M. en Groenemeijer, drs. L.M.G., Interne Bereikbaarheid Deltametropool, Delft, febr. 2003. Spek, dr.ir. S.C. van der, Connectors - The Way beyond Transferring, DUP Science, Delft, 2002. Stadig, e.a., Verklaring Deltametropool, Amsterdam, 1998. Stichting Vrienden van de Deltametropool, Deltawerk , Rotterdam, 2004. Vereniging Deltametropool, Publicatie Werkweek Deltanet, Delft, 2003. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, http://www.transferia.nl
9
de Entree van de Stad
Werkplan
Bijlage: Or ganisator ische gegevens. Deze bijlage gaat in op de organisatorische aspecten rondom het afstudeeronderzoek. Als eerste zullen enkele naam- en adresgegeven aan de orde komen (tabel 1). Tabel 2 vervolgt met de (voorlopige) samenstelling van de afstudeercommissie. De laatste tabel vertelt de adresgegevens van het stage-bedrijf, de Vereniging Deltametropool. Adresgegevens afstudeerder: Naam
J.H. (Dick) van Veen
Adres
Simonsstraat 48 2628 TJ Delft
Telefoon
06-24220828
Email
[email protected] [email protected]
Opleiding
Technische Universiteit Delft Faculteit Civiele Techniek Sectie Infrastructuurplanning
Jaar van Aanvang
1999
Tabel 1: adresgegevens
Begeleiders Afstudeercoördinator
Drs. E. de Boer
Afstudeerhoogleraar
Prof. ir. F.M. Sanders
Afstudeerbegeleider
Prof. em. ir. D.H. Frieling.
Tabel 2: begeleiders
Adresgegevens Stagebedrijf Naam
Vereniging Deltametropool
Adres
Oostblok 1 2612 PB Delft
Telefoon
015-2153011
Fax
015-2153018
Internet
www.deltametropool.nl
Email
[email protected]
Tabel 3: adresgegevens stagebedrijf
10