1 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST
VERSLAG GEMEENTERAAD VERSLAG VAN ZITTING VAN vrijdag, 17 december 2010 STADHUIS DE VRIERESTRAAT - 18.30 UUR Aanwezig :
Afwezig :
Verontschuldigd :
Graaf L. Lippens, Burgemeester; M. Willems, I. Reubens, D. De Vlamynck, D. Lannoy, L. Lierman, P. Geerinckx, P. De Groote, Schepenen; J. Vandepitte, M. Rombout, K. van der Hooft, W. Deceuninck, A. Vervarcke-Pattyn, A. Vandenbussche, F. De Smet, F. Naert, L. De Waele, A. Van Hoof, K. Demeyere, P. Vlietinck, J. Verbouw, V. Engelrelst, J. Vansteenkiste, L. Sabbe, S. Devlieger, I. Goeminne, Raadsleden; M. Gobert, Wd. Secretaris Graaf L. Lippens, Burgemeester afwezig voor punten 25 en 26; M. Willems, Schepen afwezig voor punten 25 en 26.; K. Demeyere, Raadslid afwezig voor punten 1 en 2.; M. Gobert, Wd. Secretaris afwezig voor punt 26. A. Desutter, D. Despiegelaere, S. Obreno, A. Bosschaerts, M. Szechtman, Raadsleden
Openbaar Begroting en Uitgaven 1. 2.
Begroting en Uitgaven - OCMW Knokke-Heist - Budgetwijziging 2010 - Kennisname Begroting en Uitgaven - OCMW Knokke-Heist - Budget 2011 - Kennisname
Ontvangsten 3. 4. 5. 6.
Ontvangsten - Belasting op aanplakborden en geveldoeken. Ontvangsten - Gemeentebelasting, ook genoemd activeringsheffing, op niet-bebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling. Ontvangsten - Gemeentebelasting, ook genoemd activeringsheffing, op niet-bebouwde gronden gelegen in het woongebied van een door de koning vastgesteld plan van aanleg. Ontvangsten - Gemeentebelasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig, leegstaand of onafgewerkt.
Personeelszaken 7.
Personeelszaken - Samenwerkingsovereenkomst inzake werkervaring.
Personeelszaken - Loonsadministratie 8.
Personeelszaken - Loonsadministratie - Feestdagen, Compensatieverlof, dienstvrijstellingen en brugdagen 2011 - Voorstel.
Preventiedienst 9. 10. 11.
Preventiedienst - Algemeen Bestuur – Ontwerp Politieverordening op geluid – Hervaststelling. Preventiedienst - Algemeen Bestuur - Gemeentelijk reglement betreffende het toekennen van nummers aan huizen, gebouwen en appartementen - Goedkeuring. Preventiedienst - Algemeen Bestuur - Politieverordening betreffende het toekennen van nummers aan huizen, gebouwen en appartementen - Goedkeuring.
2 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Stadsadministratie - Secretarie 12. 13.
Stadsadministratie - Secretarie - Gemeenteraad - Huishoudelijk reglement. Stadsadministratie - Secretarie - Project commerciële innovatie vervolgproject – Ondernemerscentrum Kortrijk in samenwerking met Resoc – Samenwerkingsovereenkomst.
Stadsadministratie - Communicatie 14. 15.
Stadsadministratie - Communicatie - Benaming van openbare wegen en pleinen - Toegangsweg naar Duinenwater vanuit de Knokkestraat - Definitieve beslissing. Stadsadministratie - Communicatie - Overeenkomst Muziekevenement Vlaanderen-Goedkeuring.
Contractbeheer 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Contractbeheer - Verkoop van een aan de gemeente overgedragen voertuig. Contractbeheer - Reprobel - Overeenkomsten - goedkeuring. Contractbeheer - Huur en onderhoud van switches voor de brandweer - Voorwaarden en wijze van gunnen - Vaststelling. Contractbeheer - Ontwerp akte tot vestiging van erfdienstbaarheden in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst Duinenwater – Goedkeuring. Contractbeheer - Ontwerp akte tot de voorziene grondruil in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst Duinenwater – Goedkeuring. Contractbeheer - Ontwerp akte tot vestiging van een kortstondig recht van opstal in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst Duinenwater – Goedkeuring.
Ruimtelijke ordening 22.
Ruimtelijke ordening - Ontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Wijk Berkenlaan". Voorlopige vaststelling.
Waterbedrijf - Administratie 23.
Waterbedrijf - Administratie - Aankoop waterleidingsmateriaal in 2011 (stockaanbesteding) Voorwaarden en wijze van gunnen - Vaststelling.
Cultuur - Administratie en Logistiek 24.
Cultuur - Administratie en Logistiek - Vervanging afgevaardigde Cultuurraad in de Raad van Bestuur van Cultuurcentrum Knokke-Heist vzw.
Geheim Personeelszaken 25. 26.
Personeelszaken - Personeelslid - Preventieve schorsing - Verlenging Personeelszaken - Tijdelijke vervanging personeelslid
De voorzitter opent de vergadering om 18.30 uur. Bij aanvang van de zitting verontschuldigt de voorzitter de raadsleden Desutter, Despiegelaere, Obreno, Bosschaerts en Szechtman. Volgend punt wordt aan de dagorde toegevoegd ingevolge artikel 22 van het Gemeentedecreetop voorstel van : Raadslid Goeminne Interpellatie - Strooibeleid Knokke-Heist. Dit punt zal behandeld worden nà punt 24van de gewone dagorde. Er wordt overgegaan tot de behandeling ten gronde van punt 1.
3 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Gemeenteraad Openbaar
1.
Begroting en Uitgaven - OCMW Knokke-Heist - Budgetwijziging 2010 Kennisname De gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op het Gemeentedecreet, in het bijzonder op het artikel 42; Gelet op het Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008, in het bijzonder de artikelen 150,156 en 270 §1 1°; Gelet op het Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008, in het bijzonder het artikel 272 houdende de wijzigingsbepalingen betreffende de organieke wet van 8 juli 1976; Gelet op het Decreet van 5 juli 2002 houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat betreft de openbaarheid van de vergaderingen, in het bijzonder op het artikel 4; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2010 waarbij kennis wordt genomen van het Budget 2010 van het OCMW Knokke-Heist; Gelet op het uittreksel uit de notulen van de OCMW Raad van 18 november 2010 waarbij, na gunstig advies van het overlegcomité van 18 november 2010, de budgetwijziging 2010 als volgt wordt vastgesteld:
Budget 2010
Budgetwijziging 2010
Resultaat van het boekjaar
-5 219 087 EUR
-5 148 591 EUR
Gemeentelijke toelage
3 967 014 EUR
3 896 518 EUR
Gelet op het schrijven van het OCMW Knokke-Heist van 18 november 2010 waarbij men de budgetwijziging 2010 bezorgt; Overwegende dat volgens de budgetwijziging 2010 van het OCMW Knokke-Heist de gemeentelijke dotatie wijzigt van 3 967 014 EUR naar 3 896 518 EUR; Overwegende dat op de financiële nota van de budgetwijziging 2 2010 op het artikel 831/435-01 een krediet is voorzien van 3 967 014 EUR; BESLUIT: Artikel 1. Van de budgetwijziging 2010 van het OCMW Knokke-Heist wordt kennis genomen. De gemeentelijke dotatie 2010 wijzigt als volgt:
Gemeentelijke toelage
Budget 2010
Budgetwijziging 2010
3 967 014 EUR
3 896 518 EUR
Art. 2. Deze beslissing wordt aan het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor binnenlands bestuur, overgemaakt. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
4 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
2.
Begroting en Uitgaven - OCMW Knokke-Heist - Budget 2011 Kennisname
Voorzitter: Annie is een heel goede voorzitster. Ik bedank haar hiervoor.
2.
Begroting en Uitgaven - OCMW Knokke-Heist - Budget 2011 Kennisname De gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op het Gemeentedecreet, in het bijzonder op het artikel 42; Gelet op het Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008, in het bijzonder de artikelen 149, 150 en 270 §1, 1°; Gelet op het Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008, in het bijzonder het artikel 272 houdende de wijzigingsbepalingen betreffende de organieke wet van 8 juli 1976; Gelet op de beslissing van het OCMW van 18 november 2010 waarbij de Raad het budget 2011 als volgt goedkeurt:
Resultaat van het boekjaar Geraamde investeringen Gemeentelijke dotatie
Budget 2011 - 5902 093 EUR 415 000 EUR 4 412 344 EUR
Overwegende dat de gemeenteraad enkel bevoegd is om kennis te nemen van het budget 2011 gezien het budget binnen de grenzen van het meerjarenplan 2010-2013 blijft; BESLUIT: Artikel 1. Van het budget dienstjaar 2011 van het OCMW Knokke-Heist wordt kennis genomen. Het resultaat van het boekjaar wordt geraamd op - 5902 093 EUR ; De investeringen voor een bedrag van 415 000 EUR; De gemeentelijke toelage geraamd op 4 412 344 EUR voor de werking en de aflossingen. Art. 2. Deze beslissing wordt aan het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur, overgemaakt. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
3.
Ontvangsten - Belasting op aanplakborden en geveldoeken.
Raadslid Van Hoof: Is dat een wettelijk bepaald bedrag? Voorzitter: Neen, dat is het voorstel van de gemeente. Raadslid Van Hoof: Dat is niet duur. Soms is een werfomheining volgeplakt met reclame. Er zou meer controle moeten zijn, want er wordt misbruik van gemaakt. Voorzitter: Reclame op de werfafsluiting is in principe zelfs verboden. Raadslid Van Hoof: In dat geval is 500 euro eigenlijk maar een kleine boete voor zoveel reclame. Raadslid Naert: Ik zie dat deze belasting in 2008 12000 euro heeft opgebracht. Zouden we die belasting dan niet beter afschaffen? Of wat is de bedoeling van deze belasting? Voorzitter: Veel andere gemeenten belasten dit zwaarder. Wij willen vermijden dat we in de zomer ‘overdoekt’ zijn. De eigenaars van het pand vragen er zeer veel geld voor en uiteindelijk hebben wij er niks aan.
5 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Raadslid Naert: Wat is de bedoeling van de belasting? Tegengaan van het fenomeen of een inkomst genereren? Schepen Willems: De belasting moet in verhouding staan tot de overlast. Momenteel verhogen we deze al met factor 5. Raadslid Naert: Waarom verbieden we niet gewoon aanplakborden en geveldoeken? Voorzitter: Soms is dat wel mooi. 5 euro per vierkante meter is niks, daarom verhogen we de belasting nu met factor 5. De sommen die ervoor betaald worden om die geveldoeken voor een gebouw te hangen zijn gigantisch. Raadslid Van Hoof: Mag men de afbeelding op de affiche vrij kiezen? Voorzitter: Nee, dat moet door het college goedgekeurd worden.
3.
Ontvangsten - Belasting op aanplakborden en geveldoeken. De Gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op het Gemeentedecreet, in het bijzonder op de artikelen 42 §3, 43 §2,15° en 253§1,3°; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 20 november 2008 houdende de hervaststelling van een gemeentebelasting op de aanplakborden voor de dienstjaren 2009 tot en met 2013; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 19 februari 2009 houdende de intrekking van de administratieve geldboete in bovenvermeld besluit; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit d.d. 29.05.2008 houdende toetreding tot het lokaal pact met de Vlaamse Gemeenschap; Overwegende dat de gemeente zich heeft verbonden om in het kader van een bedrijfsvriendelijke en transparante fiscaliteit, nieuwe belastingen en verhogingen van bestaande belastingen ten laste van bedrijven minstens twaalf maanden voor de datum waarop zij van kracht worden te beslissen; Overwegende dat onderstaande bepalingen ten vroegste vanaf 01.01.2012 kunnen van kracht worden en dat de huidige fiscale bepalingen onverkort blijven gelden voor het aanslagjaar 2011; Overwegende dat het aangewezen is het reglement aan te vullen met specifieke bepalingen met betrekking tot geveldoeken en te actualiseren in functie van de nieuwe evoluties op vlak van reclamedragers; Overwegende dat de kwaliteit van het straatbeeld en de woonomgeving daalt door de sterk toenemende aanwezigheid van reclameborden en geveldoeken; Overwegende dat bovendien de verfraaiing en het herstel van gevels wordt afgeremd door het langdurig verbergen van gevels en muren achter reclameborden en geveldoeken; Overwegende dat de huidige fiscale tarieven niet in overeenstemming zijn met de markttarieven op vlak van reclame binnen onze gemeente om voldoende effectief te zijn in ons streven naar een kwalitatief straatbeeld en een goede woonomgeving die niet overstemd mag worden door reclame; Overwegende dat het aangewezen is om het huidig tarief te verhogen van 5 euro per m² naar 25 euro per m² in functie van ons beoogde beleidsdoel; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT :
6 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Artikel 1. § 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2012 tot en met 2013 een gemeentebelasting gevestigd op de aanplakborden, reclameborden en geveldoeken, geplaatst op het grondgebied van de gemeente langs de openbare weg of op een plaats in de open lucht, zichtbaar vanaf de openbare weg en bestemd voor het voeren van reclame. § 2. Het plaatsen, oprichten of aanbrengen van reclame is – in functie van de oppervlakte – afhankelijk van een voorafgaande vergunning van het gemeentebestuur Knokke-Heist, overeenkomstig de vigerende bepalingen ter zake. Art. 2. § 1. Onder aanplak- en reclamebord wordt verstaan: iedere constructie, ongeacht uit welk materiaal deze is vervaardigd, opgericht voor het aanbrengen van reclame, hetzij door beplakking of vasthechting op een andere wijze, hetzij door beschildering, hetzij door middel van neon, transparanten of lichtgevende teksten met een minimumoppervlakte van één vierkante meter. Worden gelijkgesteld met genoemde borden : de muren of gedeelten van muren, afsluitingen, die in huur of in gebruik worden opgenomen met het oog op het aanbrengen van reclame. Voor de muren of gedeelten van muren waarop de reclame wordt aangebracht, moet de bedekte totale oppervlakte worden beschouwd als één bord ook indien er verschillende reclame op voorkomen. § 2. Onder geveldoeken wordt verstaan: iedere constructie, in PVC, zeildoek of ongeacht uit welk materiaal deze is vervaardigd, aangebracht aan of tegen een gevel of een steiger, opgericht voor het aanbrengen van reclame, met een minimumoppervlakte van één vierkante meter. Onder gevel wordt verstaan: zowel de voorgevel, zijgevel als achtergevel voor zover zichtbaar vanaf de openbare weg. § 3. Geveldoeken die worden aangewend voor het voeren van publiciteit, die niet beantwoorden aan de bepalingen van §2, worden belast overeenkomstig de bepalingen van §1. Art. 3. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon, die de beschikking heeft over het aanplakbord, reclamebord of geveldoek. Is deze niet gekend, de eigenaar van de grond waarop het bord is geplaatst of de eigenaar van de muur, de steiger of de afsluiting waarop de reclame is aangebracht. Art. 4. De belasting wordt bepaald per bord en/of geveldoek en wordt vastgesteld op 25 EUR de vierkante meter. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volle vierkante meter. Art. 5. § 1. Voor een aanplak- of reclamebord wordt als belastbare oppervlakte, de nuttige oppervlakte in aanmerking genomen, zijnde de oppervlakte die voor aanplakking kan worden gebruikt, met uitzondering van de inlijsting. Voor muren en afsluitingen beperkt de belastbare oppervlakte zich tot het beschilderde of beplakte deel ervan of tot de oppervlakte die wordt bekomen door een rechthoek, waarbij de uiterste punten van een op een andere wijze vastgehechte reclame, de raakpunten vormen. Voor constructies waarvan beide zijden zichtbaar zijn, dient de oppervlakte van deze zijden samengeteld.
7 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
§ 2. Voor een geveldoek wordt als belastbare oppervlakte, de nuttige oppervlakte in aanmerking genomen, zijnde de oppervlakte die voor reclamedoeleinden wordt gebruikt, met uitzondering van de inlijsting of de aanhechtingsconstructies. De belastbare oppervlakte beperkt zich tot de oppervlakte die wordt bekomen door een rechthoek, waarbij de uiterste punten van reclame, de raakpunten vormen. Art. 6. De belasting is verschuldigd voor gans het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het aanslagjaar waarop het betrokken bord wordt geplaatst, met uitzondering van hetgeen is bepaald in artikel 7 punt a. Art. 7. Zijn vrijgesteld van belasting : a) de borden en/of geveldoeken die worden geplaatst na 1 december van het aanslagjaar; b) de borden en/of geveldoeken geplaatst door de openbare besturen of openbare diensten, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd; c) de borden en/of geveldoeken die enkel en alleen worden gebruikt voor notariële aankondigingen; d) de borden, die enkel en alleen worden gebruikt ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen; e) de borden, alhoewel zichtbaar vanaf de openbare weg, geplaatst op sportterreinen, en gericht naar de plaats van de sportbeoefening. f) de borden en/of geveldoeken geplaatst door de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen; g) de borden en/of geveldoeken voor activiteiten die op cultureel, sportief of toeristisch gebied bijzonder belangrijk zijn en hetzij door, in opdracht of met medewerking van de gemeente worden ingericht. Deze vrijstelling wordt bij besluit van het college van burgemeester en schepenen toegestaan. Art. 8. De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen. Art. 9. De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Art. 10. De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk, of via een duurzame drager worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, dient dit uitdrukkelijk gevraagd te worden in het bezwaarschrift. Art. 11. Een overtreding van artikel 1 §2 van dit reglement geeft aanleiding tot volgende administratieve geldboetes: Het plaatsen van een reclamebord of geveldoek zonder de vereiste vergunning: 25 euro per m² met een maximum van 500 euro. Art. 12. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek van toepassing op deze belasting voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.
8 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Art. 13. Dit besluit treedt in werking met ingang van 01.01.2012. Het gemeenteraadsbesluit van 20 november 2008 houdende de gemeentebelasting op aanplakborden, wordt opgeheven vanaf 01.01.2012. Art. 14. Van dit besluit wordt binnen twintig dagen een kopie verzonden naar de provinciegouverneur. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
4.
Ontvangsten - Gemeentebelasting, ook genoemd activeringsheffing, op niet-bebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling. De Gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen, in het bijzonder op de bepalingen van artikel 42 § 3, artikel 43 §2,15° en artikel 253 §1,3°; Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2009 houdende vaststelling voor de dienstjaren 2010 tot en met 2013 van een belasting op de niet- bebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling; Gelet op het woonbeleidsplan van Knokke-Heist van april 2010, deel 3.4.1; Overwegende dat grondspeculatie dient tegengegaan en de verkoop van bebouwbare percelen dient gestimuleerd; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT : Artikel 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2011 tot en met 2013 een gemeentebelasting, ook genoemd activeringsheffing, gevestigd op de niet-bebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling. Art. 2. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, bezwaart het eigendom en is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar. Ingeval van recht van opstal of van recht van erfpacht is de belasting, ook genoemd activeringsheffing, verschuldigd door de opstalhouder of de erfpachthouder en subsidiair door de eigenaar. Ingeval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn wettelijke deel. Ingeval van overdracht van eigendom is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari die volgt op de datum waarop de overdracht van rechten onder de partijen heeft plaats gehad.
9 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Als datum van overdracht van rechten onder partijen wordt genomen de datum van het verlijden van de akte voor de notaris. Art. 3. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, wordt vastgesteld op 25 EUR per strekkende meter van het perceel palende aan de weg. Elk gedeelte van een meter wordt verwaarloosd.
Indien het perceel onbebouwd blijft, bedraagt de heffing : het tweede aanslagjaar : 35 EUR per strekkende meter van het perceel palende aan de weg de daaropvolgende aanslagjaren : 50 EUR per strekkende meter van het perceel palende aan de weg. De minimumbelasting, ook genoemd activeringsheffing, bedraagt 150 EUR per niet bebouwd perceel. Wanneer een grond aan één of meerdere wegen paalt is de langste zijde langs één van die wegen de grondslag voor de belastingberekening. Wanneer het een hoekperceel betreft is de belastbare lengte de langste zijde eventueel vermeerderd met de helft van de afgeronde of afgesneden hoek. Onder hoekperceel wordt verstaan het perceel waarvan de hoek gevormd door het snijpunt der rooilijnen minder dan 135° bedraagt. Art. 4. Met betrekking tot de percelen gelegen in verkavelingen waarvoor de eerste maal een verkavelingsvergunning werd of wordt afgegeven, is de houder van die vergunning van de belasting ontheven : a) de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning geen werken omvat, en dit gedurende het jaar volgend op het jaar waarin de verkavelingsvergunning werd toegekend; b) de houder van een in laatste administratieve aanleg verleende verkavelingsvergunning, en dit gedurende 5 jaren, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg, respectievelijk, wanneer de verkaveling werken omvat, vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van afgifte van het attest, vermeld in artikel 4.2.16 § 2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, desgevallend voor die fase van de verkavelingsvergunning waarvoor het attest verleend wordt. Wanneer de werken door de gemeente worden verricht, behoort het college van burgemeester en schepenen een besluit tot vaststelling van het einde der werken te nemen. Wanneer de verwezenlijking van de verkaveling in fasen wordt vergund, zijn de bepalingen van dit artikel "mutatis mutandis" op de delen van elke fase van toepassing. Art. 5. Uitsluitend de in dit reglement opgesomde vrijstellingen worden toegestaan. §1 Van de belasting, ook genoemd activeringsheffing, zijn ontheven : a 1) de natuurlijke- of rechtspersonen die eigenaar zijn van één enkel onbebouwde perceel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed in België of in het buitenland. a 2) de ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste. Deze ontheffingen gelden slechts gedurende de vijf kalenderjaren, die volgen op de verwerving van het onroerend goed. Ze gelden gedurende de vijf dienstjaren, die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds is verworven. Deze vrijstelling vervalt met ingang van 1 januari volgend op de verwerving van een tweede onroerend goed.
10 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Deze vrijstelling kan bekomen worden door het afleveren van een attest van het kantoor der Registratie en Domeinen van hun woongebied waarin wordt bevestigd dat de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar slechts eigenaar is van één enkel onbebouwde grond bij uitsluiting van enig ander onroerende goed, al dan niet bebouwd, in België of in het buitenland. b) de nationale, gewestelijke en plaatselijke maatschappijen voor volkswoningbouw. c) gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen en verenigingen hoofdstuk Xll OCMW d) de natuurlijke- en rechtspersonen die eigenaar zijn van percelen waarop bij overheidsbeslissing niet mag worden gebouwd. De grond wordt belastbaar op 1 januari volgend op de opheffing van het bouwverbod. e) de natuurlijke- en rechtspersonen die eigenaar zijn van percelen die, ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor het bouwen kunnen worden bestemd; deze vrijstelling betreft alleen deze percelen. Ze worden belastbaar op 1 januari volgend op de opheffing van het bouwverbod. f) de natuurlijke- en rechtspersonen die eigenaar zijn van percelen en die een bouwaanvraag hebben ingediend waarvoor, ingevolge de nog niet beëindigde verkavelingswerken, nog geen bouwvergunning werd afgeleverd. §2. Op aanvraag van de belanghebbende wordt er vrijstelling van de belasting, ook genoemd activeringsheffing, verleend wanneer de belastingschuldige kan aantonen dat hij op 1 januari van het dienstjaar zijn zakelijke rechten op zijn grond niet kan uitoefenen door toedoen van een ramp, overmacht, een lopende gerechtelijke of administratieve procedure of onderzoek of een nietafgehandelde procedure van erfenis. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, is opnieuw verschuldigd vanaf 1 januari van het aanslagjaar volgend op het jaar waarin de omstandigheden die het vrij genot van de grond belemmerden, wegvallen. Art. 6. Als niet-bebouwd perceel wordt beschouwd elk perceel, als zodanig vermeld in de verkavelingsvergunning, waarop de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar. Het optrekken van een gebouw dat niet strookt met de voor het hoofdgebouw voorgeschreven stedenbouwkundige voorschriften volstaat niet om het perceel als bebouwd te beschouwen. Samengevoegde percelen behouden ongeacht het tijdstip waarop ze in eigendom werden verkregen, elk hun eigen statuut van afzonderlijk perceel tot de bevoegde overheid toelating geeft om deze samen te voegen. Art. 7. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Art. 8. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Art. 9. De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting, ook genoemd activeringsheffing, indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk, of via een duurzame drager worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, dient dit uitdrukkelijk gevraagd te worden in het bezwaarschrift.
11 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Art. 10. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek van toepassing op deze belasting voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art. 11. Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2009 op de niet-bebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling, wordt opgeheven vanaf 1 januari 2011. Art. 12. Van dit besluit wordt binnen twintig dagen een kopie verzonden naar de provinciegouverneur. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
5.
Ontvangsten - Gemeentebelasting, ook genoemd activeringsheffing, op niet-bebouwde gronden gelegen in het woongebied van een door de koning vastgesteld plan van aanleg. De Gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen, in het bijzonder op de bepalingen van artikel 42 § 3, artikel 43 §2,15° en artikel 253 §1,3°; Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2009 houdende vaststelling voor de dienstjaren 2010 tot en met 2013 van een belasting op de niet- bebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling; Gelet op het woonbeleidsplan van Knokke-Heist van april 2010, deel 3.4.1; Overwegende dat grondspeculatie dient tegengegaan en de verkoop van bebouwbare percelen dient gestimuleerd; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT : Artikel 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2011 tot en met 2013 een gemeentebelasting, ook genoemd activeringsheffing, gevestigd op de niet-bebouwde gronden gelegen in het woongebied van het gewestplan Brugge-Oostkust vastgesteld bij koninklijk besluit van 7 april 1977, en palende aan een openbare weg die voldoende is uitgerust. Voor "voldoende uitgeruste weg" dienen als minimumvoorwaarden gesteld : een weg voorzien van een duurzame verharding, water- en elektriciteitsbedeling.
12 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Als "woongebieden" dienen aangezien : de woongebieden vastgesteld in het gewestplan Brugge-Oostkust zoals omschreven in het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, met uitzondering van de woonuitbreidingsgebieden. Art. 2. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, bezwaart het eigendom en is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar. Ingeval van recht van opstal of van recht van erfpacht is de belasting, ook genoemd activeringsheffing, verschuldigd door de opstalhouder of de erfpachthouder en subsidiair door de eigenaar. Ingeval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn wettelijke deel. Ingeval van overdracht van eigendom is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari die volgt op de datum waarop de overdracht van rechten onder de partijen heeft plaats gehad. Als datum van overdracht van rechten onder partijen wordt genomen de datum van het verlijden van de akte voor de notaris. Art. 3. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, wordt vastgesteld op 25 EUR per strekkende meter van de niet bebouwde grond palende aan de weg. Elk gedeelte van een meter wordt verwaarloosd. Indien de grond onbebouwd blijft, bedraagt de heffing : het tweede aanslagjaar : 35 EUR per strekkende meter van de niet- bebouwde grond palende aan de weg de daaropvolgende aanslagjaren : 50 EUR per strekkende meter van de niet-bebouwde grond palende aan de weg. De minimumbelasting, ook genoemd activeringsheffing, bedraagt 150 EUR per niet-bebouwde grond. Wanneer een grond aan één of meerdere wegen paalt is de langste zijde langs één van die wegen de grondslag van de belastingberekening. Wanneer het een hoekperceel betreft is de belastbare lengte de langste zijde, eventueel vermeerderd met de helft van de afgeronde of afgesneden hoek. Onder hoekperceel wordt verstaan het perceel waarvan de hoek gevormd door het snijpunt der rooilijnen minder dan 135° bedraagt. Art. 4. Uitsluitend de in dit reglement opgesomde vrijstellingen worden toegestaan. §1 Van de belasting, ook genoemd activeringsheffing, zijn ontheven : a 1) de natuurlijke- of rechtspersonen die eigenaar zijn van één enkel onbebouwde grond, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed in België of in het buitenland. a 2) de ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwde grond per kind ten laste. Deze ontheffingen gelden slechts gedurende de vijf kalenderjaren, die volgen op de verwerving van het onroerend goed. Ze gelden gedurende de vijf dienstjaren, die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds is verworven.
13 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Deze vrijstelling vervalt met ingang van 1 januari volgend op de verwerving van een tweede onroerend goed. Deze vrijstelling kan bekomen worden door het afleveren van een attest van het kantoor der Registratie en Domeinen van hun woongebied waarin wordt bevestigd dat de eigenaar op 1 januari van het dienstjaar slechts eigenaar is van één enkel onbebouwde grond bij uitsluiting van enig ander onroerende goed, al dan niet bebouwd, in België of in het buitenland. b) de nationale, gewestelijke en plaatselijke maatschappijen voor volkswoningbouw c) gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen en verenigingen hoofdstuk Xll OCMW d) de natuurlijke- en rechtspersonen die eigenaar zijn van gronden die, ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor het bouwen kunnen worden bestemd; deze vrijstelling betreft alleen deze gronden. Ze worden belastbaar op 1 januari volgend op de opheffing van het bouwverbod. e) de natuurlijke- en rechtspersonen die eigenaar zijn van gronden waarop bij overheidsbeslissing niet mag worden gebouwd. De grond wordt belastbaar op 1 januari volgend op de opheffing van het bouwverbod. f) de natuurlijke- en rechtspersonen die eigenaar zijn van land- en tuinbouwgronden, mits deze door de eigenaar of pachter voor zijn hoofd- of nevenberoep worden geëxploiteerd. De grond wordt belastbaar vanaf de eerste januari volgend op de stopzetting van de tuin- of landbouwexploitatie. § 2. Op aanvraag van de belanghebbende wordt er vrijstelling van de belasting, ook genoemd activeringsheffing, verleend wanneer de belastingschuldige kan aantonen dat hij op 1 januari van het aanslagjaar zijn zakelijke rechten op zijn grond niet kan uitoefenen door toedoen van een ramp, overmacht, een lopende gerechtelijke of administratieve procedure of onderzoek of een nietafgehandelde procedure van erfenis. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, is opnieuw verschuldigd vanaf 1 januari van het aanslagjaar volgend op het jaar waarin de omstandigheden die het vrij genot van de grond belemmerden, wegvallen. Art. 5. Als niet-bebouwde gronden worden beschouwd, de gronden waarop ingevolge een verleende bouwvergunning de oprichting van een voor woning bestemd hoofdgebouw niet is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar. Het optrekken van een gebouw dat niet strookt met de voor het hoofdgebouw voorgeschreven stedenbouwkundige voorschriften volstaat niet om die grond als bebouwd te beschouwen. Art. 6. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Art. 7. De belasting, ook genoemd activeringsheffing, moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Art. 8. De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting, ook genoemd activeringsheffing, indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk, of via een duurzame drager worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, dient dit uitdrukkelijk gevraagd te worden in het bezwaarschrift.
14 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Art. 9. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek van toepassing op deze belasting voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art. 10. Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2009 op de niet-bebouwde gronden gelegen in het woongebied van een door de koning vastgesteld plan van aanleg, wordt opgeheven vanaf 1 januari 2011. Art. 11. Van dit besluit wordt binnen twintig dagen een kopie verzonden naar de provinciegouverneur. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
6.
Ontvangsten - Gemeentebelasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig, leegstaand of onafgewerkt.
Raadslid Van Hoof: Het doet niet meteen ter zake bij dit punt, maar het pand naast de Pizza Hut is vuil, onbewoond en er zitten ratten. Kan daartegen niet opgetreden worden? Voorzitter: Dat is in de Elizabetlaan. We zijn ermee bezig. We moeten natuurlijk wel de wetgeving volgen op dat vlak.
6.
Ontvangsten - Gemeentebelasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig, leegstaand of onafgewerkt. De gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op het Gemeentedecreet, in het bijzonder op de bepaling van artikel 42 § 3, artikel 43 § 2, 15° en artikel 253 § 1, 3°; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna Decreet gronden pandenbeleid genoemd; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 november 2008 betreffende de gemeentebelasting op gebouwen die onbewoonbaar of als ongezond erkend zijn, de bouwvallige gebouwen, de gebouwen zonder bestendig gebruik en de onafgewerkte gebouwen; Gelet op het woonbeleidsplan van Knokke-Heist van april 2010, deel 3.4.25; Overwegende dat de langdurige leegstand en verkrotting van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden; Overwegende dat het wenselijk is dat op het grondgebied van Knokke-Heist beschikbare patrimonium voor wonen optimaal benut wordt;
15 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Overwegende dat het aangewezen is dat een eigendom gebruikt wordt in overeenstemming met de stedenbouwkundige vergunde toestand; Overwegende dat naast het fiscale hoofddoel van de belasting, het doel tevens is dat er zoveel mogelijk woningen van goede kwaliteit effectief voor wonen gebruikt worden; Overwegende dat alle maatregelen die een einde stellen aan de leegstand of verwaarlozing dienen aangemoedigd te worden; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT : Artikel 1 : definities De volgende definities worden gebruikt: 1. administratie: de gemeentelijke dienst die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van de inventarissen en het leegstandsregister bedoeld in art. 4; 2. besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister: besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en / of woningen, en latere wijzigingen; 3. beveiligde zending: een van de hiernavolgende betekeningwijzen, hetzij een aangetekend schrijven, hetzij een afgifte tegen ontvangstbewijs; 4. college: college van burgemeester en schepenen van de Knokke-Heist; 5. decreet grond- en pandenbeleid: decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen; 6. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder artikel 1.19 en niet valt onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 7. inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in de inventaris of in het leegstandsregister wordt opgenomen of, zolang het gebouw en/of de woning niet uit de inventaris of het leegstandsregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving; 8. kamer: woning waarvan één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC, bad of douche, kookgelegenheid, en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt; 9. leegstaand gebouw: een leegstaand gebouw zoals gedefinieerd in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten; 10. leegstaande woning: een leegstaande woning zoals gedefinieerd in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten; 11. leegstaande kamer: een leegstaande kamer zoals gedefinieerd in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten; 12. leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals bedoeld in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten; 13. onafgewerkte woning of gebouw: een woning of gebouw waarvan de werken zijn aangevat en die niet winddicht is binnen de drie jaar na de aanvang van de werken, waardoor de stedenbouwkundige vergunning ervan is komen te vervallen, in overeenstemming met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen. Een onafgewerkte woning en/of gebouw wordt beschouwd als een verwaarloosde woning en/of gebouw; 14. onbewoonbaar verklaarde woning: een woning die op grond van veiligheids- en / of gezondheidsaspecten niet meer mag bewoond worden en die door de bevoegde instantie als dusdanig onbewoonbaar werd verklaard conform artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet, of het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en latere wijzigingen en het decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van 22 december 1995 en latere wijzigingen; 15. ongeschikt verklaarde woning: een woning die niet beantwoordt aan de veiligheids-, gezondheids- of kwaliteitsnormen, opgelegd door het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en latere wijzigingen en het decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand
16 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
16. 17. 18.
19.
20.
en verkrotting van 22 december 1995 en latere wijzigingen, en die door de bevoegde instantie als dusdanig ongeschikt werd verklaard; ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in art. 3.1, en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, …; ruïne of restant van een woning en/of gebouw: gebouw of een woning waarvan niet alle gebouwelementen nog aanwezig zijn. Een ruïne of restant van een woning of gebouw wordt beschouwd als een verwaarloosde woning en / of gebouw; tweede verblijfplaats: een tweede verblijf is een private woongelegenheid die voor de eigenaar of de huurder of de gebruiker ervan niet tot hoofdverblijf dient, maar die op elk ogenblik door hen voor bewoning kan worden gebruikt. Dient niet tot hoofdverblijfplaats: een private woongelegenheid waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters van Knokke-Heist op 1 januari van het aanslagjaar. Ten aanzien van de gebruiker van het tweede verblijf wordt geen rekening gehouden met verdere onderverhuring, tijdelijke verhuring of gratis gebruiksverlening van het woonverblijf. De hoedanigheid van het tweede verblijf wordt beoordeeld op 1 januari van het aanslagjaar. In geval van leegstand op 1 januari dient dit vóór 1 januari schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen gemeld. Als tweede verblijfplaats wordt niet beschouwd een woongelegenheid die de voorbije 12 maanden niet effectief werd gebruikt overeenkomstig de functie tweede verblijf. verwaarloosde woning en/of gebouw: een woning en/of gebouw of een gedeelte van een gebouw met duidelijke tekenen van verval zoals bepaald in het technisch verslag en/of beschreven in artikel 8 en 9; woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, met inbegrip van kamers.
Art. 2 : Belastbare grondslag Er wordt vanaf 1 januari 2012 t.e.m. 31 december 2013 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op woningen en gebouwen die voorkomen op een van de gemeentelijke inventarissen of in het leegstandsregister zoals bedoeld in art.4; De belasting is voor de eerste maal verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen op één van de inventarissen of in het leegstandsregister zoals bedoeld in art. 4; Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit de desbetreffende inventaris of leegstandsregister, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt.
Art. 3 : Belastingplichtige 3.1 Als belastingplichtige wordt beschouwd de natuurlijke of rechtspersoon die houder is van een van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een gebouw en/of woning op de inventarisatiedatum met betrekking tot de in art. 4 bedoelde inventarissen of leegstandsregister: de volle eigendom; het recht van opstal of van erfpacht; het vruchtgebruik. 3.2 Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. 3.3 Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in 3.1, overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van het gebouw, de woning en/of het perceel in de inventaris of leegstandsregister. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte. 3.4 Degene die het zakelijk recht, zoals bedoeld in 3.1, overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per beveiligde zending aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;
17 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
-
nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3.1 als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
Art. 4 : De inventarissen 4.1 De administratie maakt een leegstandsregister op, samengesteld uit een inventaris leegstaande woningen en een inventaris leegstaande gebouwen, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 4.2 De administratie maakt een inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar’ op. 4.3 De administratie maakt een inventaris ‘verwaarlozing’ op. 4.4 De administratie is bevoegd om de leegstand van een woning en/of gebouw op te sporen en in een administratieve akte vast te stellen, in overeenstemming met de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 4.5 De administratie is bevoegd om de verwaarlozing van een woning en/of gebouw op te sporen en in een administratieve akte vast te stellen. 4.6 Onverminderd de toepassing van art. 89bis van het wetboek van strafvordering en overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, hebben de ambtenaren van de Gemeente Knokke-Heist, aangesteld door het College van Burgemeester en Schepenen, toegang tot de gebouwen en/of woningen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten wanneer het vermoeden bestaat dat een gebouw en/of woning verwaarloosd is of leeg staat.
Art. 5 : Opname in de inventaris van woningen die worden beschouwd als ongeschikt en/of onbewoonbaar 5.1 De inventarisatie van een ongeschikt- en/of onbewoonbaar verklaarde woning gebeurt op datum van het respectieve besluit van de burgemeester of van de bevoegde Vlaamse minister. 5.2 De administratie geeft de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in art. 3.1, bij beveiligde zending kennis van de inventarisatie.
Art. 6 : Betwistingen betreffende de opname op de inventarisatie “ongeschikt en/of onbewoonbaar” De opname op de inventaris ‘ongeschikt en/of onbewoonbaar’, kan niet in het kader van dit reglement inhoudelijk betwist worden, behoudens een fiscaal bezwaar bedoeld in artikel 22. De inhoudelijke betwisting is niet mogelijk aangezien de beroepsprocedure tegen een ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring wordt behandeld door de bevoegde Vlaamse minister of door de bevoegde rechtbank.
Art. 7 : Schrapping uit de inventaris van woningen die worden beschouwd als ongeschikt en/of onbewoonbaar De ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen worden geschrapt uit de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar’ op de datum van het Besluit van de Burgemeester tot opheffing van de onbewoonbaar- en/of ongeschiktverklaring.
Art. 8 : Opname in de inventaris van gebouwen en/of woningen die worden beschouwd als verwaarloosd
18 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
De administratie maakt een inventaris ‘verwaarlozing’ op voor: verwaarloosde woningen en / of gebouwen; ruïnes of restanten; onafgewerkte woningen en / of gebouwen.
Art. 9 : Beoordeling van de verwaarlozing 9.1 De verwaarlozing wordt beoordeeld aan de hand van het model van technisch verslag volgens het model opgenomen als bijlage 1 bij dit reglement. 9.2 Een woning en/of een gebouw vertoont ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval zoals bedoeld onder artikel 1.19 als het volgens dat verslag een eindscore behaalt van 18 punten en meer. 9.3 De ambtenaar die de gebreken of tekenen van verval vaststelt, geeft de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in art. 3.1, kennis van het verslag. De kennisgeving gebeurt bij beveiligde zending. Alle houders van een ander zakelijk recht dan vermeld in art. 3.1 ontvangen per beveiligde zending een afschrift van deze kennisgeving. 9.4 Het verslag vermeldt de naam van de bevoegde ambtenaar die het verslag heeft opgesteld, het adres van de afdeling of de gemeentelijke dienst en de datum en de plaats van de opmaak ervan.
Art. 10 : Betwisting betreffende beoordeling verwaarloosd De houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in art. 3.1, beschikt over een termijn van 6 maanden vanaf de datum van kennisgeving om de vastgestelde gebreken en tekenen van verval te herstellen. Om de juistheid van het verslag te weerleggen beschikt de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in art. 3.1, over een termijn van 1 maand vanaf de datum van kennisgeving. De houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in art. 3.1, die de juistheid van het verslag wenst te betwisten dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college en minimaal de volgende gegevens te bevatten: -
de identiteit en adres van de indiener; de aanwijzing van het verslag en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft; één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van dit reglement en van het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten;
Het college doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het bezwaar geacht te zijn aanvaard. Art. 11 : Vaststelling van de verwaarlozing De vaststelling van de verwaarlozing en/of de leegstand van een gebouw en/of woning gebeurt aan de hand van een technisch verslag zoals bedoeld onder artikel 9.1
Art. 12 : Opname in de inventaris “verwaarlozing” Indien de beslissing tot opname in de inventaris ‘verwaarlozing’ niet of niet tijdig betwist wordt, worden de verwaarloosde gebouwen en/of woningen opgenomen in de inventaris ‘verwaarlozing’ op de datum van vaststelling van de verwaarlozing.
Art. 13 : Schrapping uit de inventaris “verwaarlozing” 13.1 Het goed, waarvan “de verwaarlozing” onderwerp uitmaakt, wordt geschrapt uit de inventaris ‘verwaarlozing’ op de datum van de vaststelling door de administratie dat de voorwerpen van inventarisatie volgens de criteria van het technisch verslag niet meer als verwaarloosd of onafgewerkt of als ruïne of restant kan beschouwd worden. 13.2 Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige aan de administratie.
19 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Art. 14 : De inventaris van de woningen en/of gebouwen die worden beschouwd als leegstaand 14.1 De administratie maakt een leegstandsregister op, samengesteld uit een inventaris leegstaande woningen en een inventaris leegstaande gebouwen, in overeenstemming met de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 14.2 Een gebouw of woning dat voorkomt op de inventaris ‘leegstand’ kan eveneens geïnventariseerd worden op de inventaris ‘verwaarlozing’ en omgekeerd. 14.3 Woningen of gebouwen die voorkomen op de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar’, kunnen niet worden opgenomen in het leegstandsregister of op de inventaris ‘verwaarlozing’.
Art. 15 : Vaststelling van leegstand 15.1 Het vermoeden van leegstand van de geheel leegstaande woningen, de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen alsook de geheel leegstaande woningen in gebouwen gebeurt op basis van het technisch verslag van onderzoek naar leegstand (bijlage 2); 15.2 Een ander gebruik van een woning dan effectieve bewoning wordt niet aanvaard als zijnde gebruik van de woning, tenzij het gaat om een door een andere door de Vlaamse regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt, overeenkomstig de bepalingen van het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten. Als effectieve bewoning geldt zowel het effectief gebruik als hoofdverblijfplaats als het effectief gebruik als tweede verblijfplaats. 15.3 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om de leegstand van een gebouw en/of woning op te sporen en vast te stellen in een administratieve akte , overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 15.4 De houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in art. 3.1 wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van deze administratieve akte, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Art. 16 : Betwisting betreffende vaststelling leegstand 16.1 De houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in art 3.1, kan de administratieve akte van leegstand binnen 30 dagen ingaand de dag na deze van het ontvangen van de administratieve akte van leegstand betwisten en met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed, het bewijs leveren dat een leegstaand gebouw en/of de woning effectief gebruikt wordt, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 16.2 De houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in art. 3.1, die de inventarisatie wenst te betwisten dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister, dient het beroepschrift, dat ingediend wordt bij beveiligde zending, gedagtekend te zijn en minimaal de volgende gegevens te bevatten: -
de identiteit en adres van de indiener; de aanwijzing van de administratieve akte van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft; één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van dit reglement en van het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten.
16.3 De gegrondheid van een beroep kan worden nagegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
20 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
16.4 Het college doet uitspraak over het bezwaarschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt bij beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het beroep geacht te zijn aanvaard. Art. 17 : Opname in het leegstandsregister Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie het gebouw en/of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum vanaf de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister.
Art. 18 : Schrapping uit het leegstandsregister 18.1 Een woning wordt geschrapt uit het leegstandsregister als ze meer dan 6 maanden ononderbroken wordt aangewend in overeenstemming met de functie, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De datum van de schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 18.2 Een gebouw wordt geschrapt uit het leegstandsregister indien meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte van het gebouw, na de periode van leegstand, meer dan 6 opeenvolgende maanden effectief wordt gebruikt overeenkomstig de functie, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De datum van de schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 18.3 Een woning en/of gebouw, waarvoor een bestemmingswijziging werd aangevraagd en vergund, wordt geschrapt uit het leegstandsregister op datum van de opmaak van het verslag ter controle van de bestemmingswijziging, dat de wijziging bevestigt, op voorwaarde dat het gebruik in overeenstemming is met de nieuwe functie. De bestemmingswijziging moet door de belastingplichtige gemeld worden aan de administratie en gestaafd worden met een kopie van de stedenbouwkundige vergunning tot bestemmingswijziging. 18.4 Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige aan de administratie, op de wijze, vermeld in art. 15.3 van het reglement. De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek, overeenkomstig de bepalingen in het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. 18.5 De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing bij beveiligde zending.
Art. 19 : Berekening van de belasting 19.1 De belasting bedraagt: Voor een volledig gebouw of woning: * € 2500,00 per belastbare entiteit die werd opgenomen in de inventaris “ongeschikt en/of onbewoonbaar” * € 2500,00 per belastbare entiteit die werd opgenomen in de inventaris “verwaarlozing” en/of in het leegstandsregister
21 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
De belasting wordt vermeerderd met € 1000,00 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning op de inventaris staat, met een maximum van € 7500,00. Voor elke overige woongelegenheid (met inbegrip van kamers) : * € 1000,00 per belastbare entiteit die werd opgenomen in de inventaris “ongeschikt en/of onbewoonbaar” * € 1000,00 per belastbare entiteit die werd opgenomen in de inventaris “verwaarlozing” en/of in het leegstandsregister De belasting wordt vermeerderd met € 500,00 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat de woongelegenheid op de inventaris staat, met een maximum van € 4000,00. 19.2
Indien een woning of gebouw is opgenomen op verschillende inventarissen en/of het leegstandsregister zoals in artikel 4 is de voormelde belasting verschuldigd per afzonderlijke opname in een inventarislijst.
Art. 20 : vrijstellingen § 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld: 1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; 2° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; 3° de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. § 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning: 1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 3° Die opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, deze vrijstelling is geldig tot op de datum van definitieve opname op de lijst van beschermde monumenten; 4° Die opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, deze vrijstelling is geldig tot op de datum van definitieve opname op de lijst van beschermde stads- of dorpsgezicht of landschap; 5° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 6° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; 7° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van twee jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning; Het College
22 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
van Burgemeester en Schepenen kan deze periode van vrijstelling verlengen op uitdrukkelijke vraag van de belanghebbende, waarbij betrokkene dient aan te tonen dat de werken een verlenging van deze vrijstelling kan rechtvaardigen; 8° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode; 9° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode; 10° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met een gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente Knokke-Heist; 11° een nieuwe woning is waarvan de stedenbouwkundige vergunning geen 7 jaar oud is; §3 . Voormelde vrijstellingen worden toegekend op voorlegging van de vereiste bewijsstukken door de zakelijk gerechtigde.
Art. 21 : Inkohiering en betaling De belasting wordt door middel van kohieren ingevorderd overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen. De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk, of via een duurzame drager worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, dient dit uitdrukkelijk gevraagd te worden in het bezwaarschrift. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek van toepassing op deze belasting voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.
Art. 22 : Overgangsmaatregelen Woningen die werden geïnventariseerd als ‘ongeschikt-onbewoonbaar’ en woningen en/of gebouwen die werden geïnventariseerd als verwaarloosd of als ‘leegstaand’ in overeenstemming met de bepalingen van het belastingreglement op gebouwen die onbewoonbaar of als ongezond erkend zijn, de bouwvallige gebouwen, de gebouwen zonder bestendig gebruik en de onafgewerkte gebouwen aangenomen in de Gemeenteraad van 29/11/2007 en gewijzigd in zitting van 20/11/2008, en die op datum van inwerkingtreding van het besluit nog niet zijn geschrapt, blijven opgenomen op de inventarissen met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum.
Art. 23 : Opheffing en inwerkingtreding §1. Dit reglement treedt in werking op 01/01/2011. §2. Het gemeenteraadsbesluit van 20 november 2008 houdende de vaststelling een gemeentebelasting op de gebouwen die onbewoonbaar of als ongezond erkend zijn, de bouwvallige gebouwen, de gebouwen zonder bestendig gebruik en de onafgewerkte gebouwen, wordt opgeheven vanaf 01/01/2012;
23 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
§3. De bovenstaande bepalingen inzake fiscaliteit in het bijzonder de artikelen 2, 3, 19, 20 en 21 treden in werking op 01/01/2012. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
7.
Personeelszaken - Samenwerkingsovereenkomst inzake werkervaring. De gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op het Gemeentedecreet, en in het bijzonder op de artikels 42 en 43; Overwegende dat de VZW Kringloopcentrum Leefbaar Wonen in het kader van het brugproject deeltijds onderwijs leerplichtige, doch maatschappelijk kwetsbare jongeren een begeleide werkervaring wil laten opdoen op externe werkplaatsen en zij daarvoor een aanvraag richtten aan het gemeentebestuur Knokke-Heist; Overwegende dat er binnen de afdeling TUD / dienst Onderhoud een mogelijkheid tot het aanbieden van een externe werkplaats is; Overwegende de modaliteiten die uiteengezet worden in een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst, opgemaakt op 19 november 2010; BESLUIT: Enig artikel. Het gemeentebestuur Knokke-Heist gaat een samenwerkingsovereenkomst aan, zoals vermeld in bijlage, met de VZW Kringloopcentrum Leefbaar Wonen, gevestigd te Terluchtestraat 38, 8020 Ruddervoorde, die rechtsgeldig wordt vertegenwoordigd door de heer Joris De Brone, directeur. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
8.
Personeelszaken - Loonadministratie - Feestdagen, Compensatieverlof, dienstvrijstellingen en brugdagen 2011 - Voorstel. De gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op het Gemeentedecreet d.d. 15 juli 2005 en latere wijzigingen, in het bijzonder art. 105; Gelet op de Wet d.d. 3 juli 1978 en latere wijzigingen betreffende de arbeidsovereenkomsten; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit d.d. 27 augustus 2009, houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel Knokke-Heist; Gelet op het verslag van het overleg van het managementteam d.d. 3 december 2010; Overwegende dat artikel 245 van de rechtspositieregeling bepaalt dat de feestdagen die samenvallen met een zaterdag of zondag dienen vastgesteld te worden als vervangende feestdag of als compensatieverlof; Overwegende dat artikel 303 van de rechtspositieregeling bepaalt dat de dienstvrijstellingsdagen 16 augustus en 15 november dienen vastgelegd te worden als vaste dienstvrijstellingsdagen of als vrij op te nemen dienstvrijstellingsdagen; Gelet op het protocol van de vergadering van 26 november 2010 van het Bijzonder Onderhandelingscomité voor de personeelsleden van het Gemeentebestuur en het O.C.M.W. van KnokkeHeist, in uitvoering van het Koninklijk Besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de Wet van 19
24 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; BESLUIT: Artikel 1. De feestdagen die in 2011 op een zaterdag of zondag vallen worden aan de personeelsleden toegekend als vrij op te nemen compensatieverlof. Art. 2. De dienstvrijstellingsdagen 16 augustus en 15 november 2011 worden als vrije dienstvrijstellingsdagen toegekend aan het personeel. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
9.
Preventiedienst - Algemeen Bestuur – Politieverordening op geluid – Hervaststelling. De gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inz. art. 119, art. 119bis en art. 135§2; Gelet op het Gemeentedecreet, inz. art. 42§3; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 1999 houdende de Politieverordening tot bestrijding van de geluidshinder – wijziging en coördinatie; Overwegende dat de doelstellingen van de politieverordening op geluid zijn: ervoor zorgen dat alle maatregelen worden genomen om een zo veilig en rustig mogelijke omgeving te creëren en risico’s en hinder te beperken voor iedereen ervoor zorgen dat de openbare orde en de openbare veiligheid gewaarborgd blijven; Overwegende dat de gemeente tot taak heeft in te staan voor een goede politie over de openbare zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de openbare plaatsen, in het bijzonder op de openbare weg; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: Artikel 1: Voor de toepassing van deze politieverordening wordt verstaan onder: Openbare activiteit: elke activiteit en elk evenement die, al dan niet tegen betaling, voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang tot bepaalde categorieën van personen beperkt, bv. via een uitnodiging. Vergunning: de officiële toestemming van het gemeentebestuur die de organisator krijgt om een openbare of publicitaire activiteit te organiseren. De gemeentelijke vergunning bevat de voorwaarden waaronder de openbare of publicitaire activiteit kan plaatsvinden en waarop de gemeentelijke overheid en de politie controle kan uitoefenen. Openbaar domein van de overheid: de plaatsen die door de overheid beheerd worden en voor het publiek toegankelijk zijn zoals bijvoorbeeld de openbare weg, pleinen en parken, strand, gebouwen.
25 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Openbare weg: in de wetgeving wordt er geen definitie gegeven van het begrip ’openbare weg’. Vanaf het ogenblik dat een weg openstaat voor het verkeer, wanneer geen enkele aanduiding vermeldt dat het een private weg is en wanneer de weg gebruikt mag worden door iedereen, betreft het een openbare weg. Bevoegde personen en toezichthoudende ambtenaren: de personen die krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn om controles uit te voeren en eventuele inbreuken vast te stellen en maatregelen te nemen zoals voorzien in de wetgeving. Openbare inrichting: elke inrichting met de aanhorigheden die, al dan niet tegen betaling, voor het publiek toegankelijk is, ook al is de toegang tot bepaalde categorieën van personen beperkt (bv. via een uitnodiging), zoals bijvoorbeeld de horeca, de cafetaria van sport- en cultuurcentra, kampeerterreinen.
Art. 2. Deze politieverordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Knokke-Heist. Art.3. Het is dag en nacht verboden de rust van de omwonenden te storen door gezang, geroep, muziek, gebruik van motoren of enig ander middel dat lawaai maakt, zonder vergunning of zonder noodzaak en te wijten aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg. Het is verboden alarmseinen na te bootsen gebruikt door de politie, brandweer of andere hulpdiensten. Het is verboden om luidsprekers of enig ander geluidsversterkende apparatuur te gebruiken op het openbaar domein van de overheid zonder voorafgaandelijk toelating van het gemeentebestuur. Art. 4 Het gebruik van motoren en andere werktuigen is verboden: van 22 uur tot 8 uur op zondag en op wettelijke feestdagen met uitzondering van landbouwactiviteiten Art. 5. De aanwezige verantwoordelijke van een openbare inrichting zorgt ervoor dat de muziek zowel overdag als ’s nachts de rust van de omwonenden niet stoort. De aanwezige verantwoordelijke moet zijn volledige medewerking verlenen bij een controle van het geluidsniveau of de uitvoering van een onderzoek door bevoegde personen en toezichthoudende ambtenaren, en hen alle nuttige inlichtingen verstrekken. Art. 6. §1. Alle geluidsproducerende apparaten die opgesteld staan in of op roerende en onroerende goederen, kan een toezichthoudende ambtenaar of bevoegd persoon op ieder ogenblik verbieden wanneer het geluid de openbare rust verstoort, met uitzondering van alle tijdelijk vergunde activiteiten waarbij de voorwaarden worden nageleefd. §2. Private gebouwen Wanneer de eigenaar niet onmiddellijk kan worden aangetroffen en het apparaat (bv. alarm) niet kan worden uitgeschakeld, kan een toezichthoudende ambtenaar of bevoegd persoon ambtshalve en op risico en kosten van de eigenaar, zorgen voor het afzetten van het apparaat wanneer het zich aan de buitenkant van het gebouw bevindt. §3. Voertuigen Wanneer een bevoegd persoon de bestuurder van het voertuig niet onmiddellijk aantreft om het alarm uit te schakelen, dan kan de bevoegd persoon, zoals bepaald in artikel 3 van het Algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, ambtshalve en op risico en kosten van de bestuurder, de alarminstallatie afzetten of het voertuig overbrengen naar een veilige plaats, ter voorkoming van diefstal. Art.7. Het is verboden een activiteit waarbij geluid wordt geproduceerd en waarvoor een vergunning dient aangevraagd, te organiseren zonder schriftelijke vergunning van het gemeentebestuur. Voor welke activiteiten waarbij geluid kan geproduceerd worden dient een vergunning aangevraagd?
26 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
1. 2. 3. 4. 5.
Het afsteken van vuurwerk het gebruik van een alarmkanon naar aanleiding van feestelijkheden en als vogelschrik op het veld het organiseren van een openbare activiteit waarbij gebruik dient gemaakt van het openbaar domein van de overheid een evenement waarvoor de organisator een erkenning als bijzondere muziekactiviteit wenst het optreden van straatmuzikanten.
Hoe een vergunning aanvragen voor activiteiten uit §1, al dan niet in combinatie met een publicitaire activiteit? 1. Het aanvraagformulier ‘Aanvraagformulier voor feesten, fuiven, evenementen’ en de handleiding: a. vindt u op de gemeentelijke website: www.knokke-heist.be b. kunt u verkrijgen aan het onthaal van de diverse gemeentelijke centra c. of kunt u via E-Mail opvragen:
[email protected]. 2. Het ingevulde formulier bezorgt u terug via website, e-mail, fax of post. De referentiegegevens staan vermeld op het aanvraagformulier. 3. De dienst evenementen behandelt uw aanvraag. 4. Een goedkeuring of weigering van uw aanvraag ontvangt u binnen 4 weken. Weigering vergunning Het gemeentebestuur kan een aanvraag weigeren wanneer de openbare orde en openbare veiligheid niet gewaarborgd is of wanneer de aanvraag strijdig is met andere wetgeving. De gemeente motiveert de weigering en verwijst tevens naar de rechtsmiddelen betreffende beroep. Naleving voorwaarden vergunning Alle opgelegde voorwaarden in de vergunning dienen strikt nageleefd te worden. Art. 8. In geval van overtreding van deze politieverordening kunnen de politie en/of de toezichthoudende ambtenaar of de bevoegde persoon, elk voor hun bevoegdheid, maatregelen nemen zoals voorzien in de wetgeving. Art. 9. Bij inbreuken op de voorschriften van dit hoofdstuk kan de politie: de stopzetting van de muziek bevelen of de openbare plaatsen ontruimen om de openbare rust en orde te herstellen de muziekinstallaties of toestellen bedoeld voor de emissie van geluid, waarmee deze overtredingen gepleegd worden, in beslag nemen In dat geval worden ze, op verzoek van de bezitter of eigenaar, teruggegeven aan de bezitter of eigenaar na onderlinge afspraak. De inbeslagname gebeurt op kosten en risico van de overtreder. Art. 10. Bij niet-naleving van de voorwaarden kan het gemeentebestuur overwegen om aan de organisator een toekomstige vergunning te weigeren. Art. 11. Voorzover door of krachtens een wet of een decreet geen andere straffen of administratieve sancties worden bepaald voor dezelfde overtredingen, worden overtredingen van deze verordening gestraft met politiestraffen. Art. 12. Volgend reglement wordt opgeheven Het Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 1999 houdende de politieverordening tot bestrijding van de geluidshinder – wijziging en coördinatie. Art. 13. Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
27 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
10. Preventiedienst - Algemeen Bestuur - Gemeentelijk reglement betreffende het toekennen van nummers aan huizen, gebouwen en appartementen - Goedkeuring. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inz. art. 119, art. 119bis en art. 135§2; Gelet op het Gemeentedecreet, inz. art. 42§3; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 1993 betreffende de verordening nopens de appartementsnummering; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 26 augustus 1993 betreffende de verordening nopens de appartementsnummering – Wijziging; Overwegende dat de Politieverordening betreffende het toekennen van nummers aan huizen, gebouwen en appartementen in dezelfde zitting ter goedkeuring wordt voorgelegd; Overwegende dat de gemeente tot taak heeft in te staan voor een goede politie over de openbare zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de openbare plaatsen, in het bijzonder op de openbare weg; Overwegende dat dit gemeentelijk reglement, samen met de politieverordening, ervoor zorgt dat: het nummeren van alle gebouwen en appartementen op een gelijkvormige manier verloopt; de veiligheidsdiensten bij een interventie snel de locatie van de oproep terugvinden; de inschrijving van personen verloopt volgens de richtlijnen omtrent het bijhouden van het bevolkingsregister en dat de inschrijving gekoppeld kan worden aan een adres met een uniek huisnummer; duidelijke en correcte informatie kan worden gegeven aan het kadaster; de inning van de belastingen correct kan gebeuren; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: Hoofdstuk I - Algemene bepalingen Artikel 1. Definities Voor de toepassing van dit gemeentelijk reglement wordt verstaan onder: 1° gebouw: een overdekt bouwwerk, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, dat toegankelijk is voor mensen. Een gebouw kan één of meerdere functies hebben (commercieel, administratief, industrieel, woongelegenheid). Het betreft een bestaand gebouw of een gebouw in opbouw of heropbouw. 2° bijgebouw: een aanhorigheid van een (hoofd)gebouw zoals loodsen, schuren, stallen, werkplaatsen, garages of hangars, e.a. 3° appartement: elk aaneengesloten deel van een meergezinswoning dat afzonderlijk kan dienen als woongelegenheid, voor zover het niet beschikt over een afzonderlijke toegang tot de openbare weg; 4° appartementsnummer: het busnummer dat toegekend wordt aan een appartement in een meergezinswoning. 5° gelijkvloers: de bouwlaag van een gebouw waarop de hoofdingang zich bevindt; 6° voorgevel: de gevel waarin de hoofdingang van het gebouw zich bevindt;
28 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
7° hoofdingang: de deur of de ingang van een gebouw waarin, of in de onmiddellijke omgeving waarvan, de brievenbussen geplaatst zijn en die toegang geeft aan personen tot 1 of meerdere delen van het gebouw; 8° openbare weg: in de wetgeving wordt er geen definitie gegeven van het begrip ’openbare weg’. Vanaf het ogenblik dat een weg openstaat voor het verkeer, wanneer geen enkele aanduiding vermeldt dat het een private weg is en wanneer de weg gebruikt mag worden door eenieder, betreft het een openbare weg; 9° bouwlaag: een verdieping in een gebouw met één of meerdere woongelegenheden. Verdiepingen met dakappartementen worden ook als bouwlagen beschouwd. 10° bestemmingsplan: een plan betreffende de bestemming van een bepaald terrein, met de daarmee verband houdende voorschriften.
Art. 2. Bijgebouwen Bijgebouwen krijgen geen nummer. Art. 3. Nummers op bouwplan meergezinswoning Het is verplicht om de toegekende nummers van het gebouw en de appartementen aan te brengen op het bouwplan van een meergezinswoning (nieuwbouw of verbouwing). Hoofdstuk II.
Het nummeren van gebouwen en appartementen
Art. 4. Algemene principes omtrent het nummeren van gebouwen In een straat starten de nummerreeksen vanaf een bepaald centraal punt in de deelgemeente, zoals bijvoorbeeld een hoofdstraat of een gemeentehuis. In een straat met twee huizenrijen begint het nummeren met de rug naar het centraal punt en krijgt de rechtse huizenrij even nummers en de linkse huizenrij oneven nummers. Een doorlopende nummerreeks, van afwisselend even en oneven nummers, kan toegepast worden in een woonerf, een verkaveling met eenzelfde naam, openbare pleinen, doodlopende straten of straten met één huizenrij waarbij het niet mogelijk is om een tweede huizenrij op te richten. Wanneer er een uitbreiding komt van een verkaveling of doodlopende straat, kan ervoor geopteerd worden om de rechtse huizenrij even en de linkse huizenrij oneven te nummeren. Art. 5. Het toekennen van een huisnummer aan huizen, gebouwen en onbebouwde percelen §1 Elk gebouw krijgt een huisnummer toegekend. De ligging van de hoofdingang van het gebouw is bepalend voor de straat waarin het gebouw genummerd wordt. Indien het gebouw meerdere hoofdingangen heeft, dan krijgt elke hoofdingang een afzonderlijk huisnummer. Voor onbebouwde percelen kunnen één of meerdere huisnummers voorbehouden worden. Wanneer een gebouw in het bestemmingsplan aangeduid staat als eengezinswoning, dan krijgt het gebouw slechts één huisnummer. Een woongelegenheid of handelszaak die in het gebouw over een afzonderlijke hoofdingang beschikt, krijgt een afzonderlijk huisnummer en wordt dus niet als een appartement beschouwd. Wanneer op het gelijkvloers van een gebouw meerdere handelszaken gevestigd zijn die bereikbaar zijn via dezelfde hoofdingang, dan krijgt elke handelszaak een afzonderlijk huisnummer. §2 Het creëren van een nieuw huisnummer Wanneer een huisnummer ontbreekt voor het nummeren van een gebouw of een onbebouwd perceel, wordt een nieuw huisnummer gecreëerd door aan het onmiddellijk voorafgaande huisnummer een hoofdletter toe te voegen. §3 Het aanbrengen van het huisnummer aan het gebouw
29 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Het toegekend huisnummer dient aangebracht naast de hoofdingang van een gebouw op een hoogte van minimaal 0,70 m en maximaal 2 m. Wanneer het huisnummer niet leesbaar is vanaf de openbare weg, wordt het huisnummer zichtbaar aangebracht ter hoogte van de openbare weg, op een hoogte van minimaal 0,70 m en maximaal 2 m. Een tweede ingang van een gebouw dient niet genummerd te worden. De eigenaar of de gebouwverantwoordelijke neemt zelf het initiatief tot het aanbrengen van een huisnummer. Bij verzuim kan het gemeentebestuur zelf een huisnummer aanbrengen en kunnen de kosten aangerekend worden.
Art. 6. Het toekennen en het aanbrengen van een appartementsnummer §1 Elk appartement in een meergezinswoning, bereikbaar vanaf eenzelfde hoofdingang, krijgt een appartementsnummer toegekend. §2 Het appartementsnummer bestaat uit maximaal 3 cijfers. Het appartementsnummer wordt voorafgegaan door een minteken wanneer het appartement gelegen is op een bouwlaag onder het gelijkvloers. Het eerste cijfer van het appartementsnummer duidt de bouwlaag aan. o Bij 10 of meer bouwlagen duiden de twee eerste cijfers de bouwlaag of de verdieping aan. o Een appartement gelegen op het gelijkvloers krijgt als eerste cijfer een O. Het volgend cijfer duidt het appartement op een bepaalde verdieping aan. o Meerdere appartementen op één verdieping worden in volgorde genummerd, te beginnen met het cijfer 1, naar de voorgevel toekijkend, van links naar rechts, en vervolgens die welke niet op de voorgevel uitgeven tegen de klok in. §3 Duplexappartement Een duplexappartement wordt alleen meegeteld op de verdieping waar de individuele toegangsdeur zich bevindt. §4 Het aanbrengen van het toegekende appartementsnummer Het appartementsnummer dient aangebracht naast elke particuliere toegangsdeur op de bouwlaag, en naast elke bel en op elke brievenbus in de hoofdingang van het gebouw. De numerieke volgorde van de bellen en de brievenbussen dient gerespecteerd. De eigenaar of de gebouwverantwoordelijke neemt hiertoe zelf het initiatief. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
11. Preventiedienst - Algemeen Bestuur - Politieverordening betreffende het toekennen van nummers aan huizen, gebouwen en appartementen Goedkeuring. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inz. art . 119, art. 119bis en art. 135 §2; Gelet op het Gemeentedecreet, inz. art. 42§3; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 1993 betreffende de verordening nopens de appartementsnummering; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 26 augustus 1993 betreffende de verordening nopens de appartementsnummering - Wijziging;
30 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Overwegende dat het ontwerp van Gemeentereglement betreffende het toekennen van nummers aan huizen, gebouwen en appartementen in dezelfde zitting ter goedkeuring is voorgelegd; Overwegende dat de gemeente tot taak heeft in te staan voor een goede politie over de openbare zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de openbare plaatsen, in het bijzonder op de openbare weg; Overwegende dat deze politieverordening samen met een gemeentelijk reglement ervoor zorgt dat: het nummeren van alle gebouwen en appartementen op een gelijkvormige manier verloopt; de veiligheidsdiensten bij een interventie snel de locatie van de oproep terugvinden; de inschrijving van personen verloopt volgens de richtlijnen omtrent het bijhouden van het bevolkingsregister en dat de inschrijving gekoppeld kan worden aan een adres met een uniek huisnummer en eventueel appartementsnummer; duidelijke en correcte informatie kan worden gegeven aan het kadaster; de inning van de belastingen correct kan gebeuren; Overwegende dat de politieverordeningen van 24 juni 1993 en 26 augustus 1993 worden opgeheven bij inwerkingtreding van dit besluit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: Hoofdstuk I - Algemene bepalingen Artikel 1. Definities Voor de toepassing van deze politieverordening wordt verstaan onder: 1° gebouw: een overdekt bouwwerk, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, dat toegankelijk is voor mensen. Een gebouw kan één of meerdere functies hebben (commercieel, administratief, industrieel, woongelegenheid). Het betreft een bestaand gebouw of een gebouw in opbouw of heropbouw; 2° bijgebouw: een aanhorigheid van een (hoofd)gebouw zoals loodsen, schuren, stallen, werkplaatsen, garages, garagecomplexen of hangars e.a.; 3° appartement: elk aaneengesloten deel van een meergezinswoning dat afzonderlijk kan dienen als woongelegenheid, voor zover het niet beschikt over een afzonderlijke toegang tot de openbare weg; 4° appartementsnummer: het busnummer dat toegekend wordt aan een appartement; 5° gelijkvloers: de bouwlaag van een gebouw waar de hoofdingang zich bevindt; 6° voorgevel: de gevel waarin de hoofdingang van het gebouw zich bevindt; 7° hoofdingang: de deur of de ingang van een gebouw waarin, of in de onmiddellijke omgeving waarvan, de brievenbussen geplaatst zijn en die toegang geeft aan personen tot 1 of meerdere delen van het gebouw; 8° openbare weg: in de wetgeving wordt er geen definitie gegeven van het begrip ’openbare weg’. Vanaf het ogenblik dat een weg openstaat voor het verkeer, wanneer geen enkele aanduiding vermeldt dat het een private weg is en wanneer de weg gebruikt mag worden door eenieder, betreft het een openbare weg; 9° bouwlaag: een verdieping in een gebouw met één of meerdere woongelegenheden. Verdiepingen met dakappartementen worden ook als bouwlagen beschouwd.
Hoofdstuk II. Het nummeren van gebouwen en appartementen Art. 2. Het toekennen van een huisnummer aan huizen, gebouwen en onbebouwde percelen
31 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
§1 Het gemeentebestuur kent aan elke woning of gebouw een huisnummer toe en beslist over de wijzigingen overeenkomstig het Gemeentereglement betreffende het toekennen van nummers aan huizen, gebouwen en appartementen. Bijgebouwen krijgen geen nummer. §2 Het is verboden om eigenmachtig een huisnummer toe te kennen, te wijzigen of te verwijderen. §3 Het is verplicht om het toegekende huisnummer zichtbaar aan te brengen aan de buitenkant van het gebouw. Een huisnummer dient aangebracht naast de hoofdingang van een gebouw, op een hoogte van minimaal 0.70 m en maximaal 2 m. Bij wijziging van het huisnummer is het verplicht het nieuwe huisnummer aan te brengen en het oude te verwijderen. Wanneer het huisnummer niet leesbaar is vanaf de openbare weg, dan is het verplicht om het huisnummer zichtbaar aan te brengen ter hoogte van de openbare weg, op een hoogte van minimaal 0,70 m en maximaal 2 m. De eigenaar of de gebouwverantwoordelijke neemt hiertoe zelf het initiatief. Bij verzuim kan het gemeentebestuur zelf het huisnummer aanbrengen en kunnen de kosten aangerekend worden. Bij het betrekken van een gebouw dient het huisnummer aangebracht. Art. 3 Het toekennen en het aanbrengen van een appartementsnummer §1 Het gemeentebestuur kent aan elk appartement een appartementsnummer toe en beslist over de wijzigingen overeenkomstig het Gemeentereglement betreffende het toekennen van nummers aan huizen, gebouwen en appartementen. §2 Het is verboden om eigenmachtig een appartementsnummer toe te kennen, te wijzigen of te verwijderen. §3 Het is verplicht om het toegekende appartementsnummer zichtbaar aan te brengen naast elke individuele toegangsdeur op de bouwlaag en naast elke bel en op elke brievenbus in de hoofdingang van het gebouw. Bij wijziging van het appartementsnummer is het verplicht het nieuwe appartementsnummer aan te brengen en het oude te verwijderen. De numerieke volgorde van de bellen en de brievenbussen dient gerespecteerd. De eigenaar of de gebouwverantwoordelijke neemt hiertoe zelf het initiatief. Bij verzuim kan het gemeentebestuur zelf het appartementsnummer aanbrengen en kunnen de kosten aangerekend worden. §4 De eigenaar/beheerder en/of huurder/gebruiker vermeldt dit appartementsnummer bij alle contacten met het gemeentebestuur betreffende de appartementen.
Hoofdstuk III. Slotbepalingen Art. 4. Voor zover door of krachtens een wet of een decreet geen andere straffen of administratieve sancties worden bepaald voor dezelfde overtredingen, worden overtredingen van deze verordening gestraft met politiestraffen. Art. 5. Volgende politieverordeningen worden opgeheven Het Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 1993 betreffende de verordening nopens de appartementsnummering Het Gemeenteraadsbesluit van 26 augustus 1993 betreffende de verordening nopens de appartementsnummering - Wijziging Art. 6. Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet.
32 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Art. 7. Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd aan: de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen; de procureur des Konings bevoegd in politiezaken te Brugge; de griffier van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge; de korpschef van de lokale politie Damme/Knokke-Heist. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
12. Stadsadministratie - Secretarie - Gemeenteraad - Huishoudelijk reglement. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid op de artikels 21, 40, 51, 182 §5, 190 §27 en 204; Gelet op het Hersteldecreet van 23 januari 2009; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2009 houdende de vaststelling van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; Overwegende dat verschillende artikelen van het huishoudelijk reglement dienen aangepast aan de nieuwe reglementering terzake; Overwegende dat het gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2009 houdende de vaststelling van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt opgeheven en vervangen door dit besluit; Na beraadslaging in openbare zitting; BESLUIT: 1. BIJEENROEPING. Art. 1. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar. Art. 2. De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld. Op verzoek van een derde van de zittinghebbende leden of van het college van burgemeester en schepenen is de voorzitter verplicht de gemeenteraad bijeen te roepen op de aangewezen dag en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda. Behalve in spoedeisende gevallen en behalve in het geval er bezwaar werd ingediend tegen de verkiezing, wordt de oproeping ten minste acht dagen vóór de dag van de vergadering aan het raadslid bezorgd. Ingeval bezwaar werd ingediend tegen de verkiezing en als die vervolgens toch geldig werd verklaard, worden de nieuw verkozen raadsleden door de uittredende voorzitter van de gemeenteraad bijeengeroepen op de installatievergadering binnen tien dagen na de dag waarop de uitslag van de verkiezing definitief is.
33 (Gemeenteraad van 17 december 2010) Als bezwaar werd ingediend tegen de verkiezing en als die verkiezing vervolgens ongeldig werd verklaard en er een nieuwe verkiezing gehouden moet worden, worden de nieuw verkozen raadsleden door de uittredende voorzitter van de gemeenteraad bijeengeroepen op de installatievergadering binnen tien dagen na de dag waarop de uitslag van de nieuwe verkiezing definitief is. Als de nieuw verkozen raadsleden niet binnen tien dagen zijn bijeengeroepen door de uittredende voorzitter, gebeurt de bijeenroeping door een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen in volgorde van rang, waarbij de burgemeester wordt geacht een hogere rang in te nemen dan een schepen.
Art. 3. De oproeping geschiedt per e-mail en vermeldt de plaats, de dag, het tijdstip en de plaats waar de documenten die betrekking hebben op de zitting, ter beschikking worden gesteld. Art. 4. Als het college van burgemeester en schepenen dit wenst kan het de fractieleiders bijeenroepen om te beraadslagen over dringende zaken. 2. OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING Art. 5. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als: 1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering. 2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid. De vergaderingen over het organogram, de personeelsformatie, de rechtspositieregeling, het meerjarenplan en de aanpassingen ervan, het budget, een budgetwijziging of de jaarrekening zijn in elk geval openbaar. De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken. 3. AANVULLENDE AGENDAPUNTEN Art. 6. Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun voorstel van beslissing, vergezeld van een toelichtende nota, aan de gemeentesecretaris, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. Van deze mogelijkheid kan geen gebruik gemaakt worden door een lid van het college van burgemeester en schepenen. De gemeentesecretaris deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad, samen met de bijbehorende voorstellen en de toelichtende nota's onverwijld mee aan de gemeenteraadsleden. Art. 7. Het aldus gedane voorstel wordt - voorzover het niet klaarblijkelijk buiten de bevoegdheid van de gemeenteraad valt -, in chronologische volgorde van indienen aan de agenda toegevoegd. 4. INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK Art. 8. Plaats, dag, tijdstip en agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad worden uiterlijk acht dagen voor de vergadering openbaar gemaakt door aanplakking op de gemeentehuizen, zodat het publiek er te allen tijde kennis van kan nemen. Als agendapunten aan de agenda worden toegevoegd wordt de aangepaste agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze openbaar gemaakt.
34 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Art. 9. De agenda wordt tevens bezorgd aan de lokale perscorrespondenten, aan de erkende gemeentelijke raden voor cultuurbeleid en bovendien aan alle geïnteresseerde inwoners die erom verzoeken. Art. 10. Eenieder die de raadszitting bijwoont, krijgt bij het binnenkomen de agenda overhandigd. Art. 11. Binnen een termijn van twintig dagen na de gemeenteraadszitting wordt een lijst met een beknopte omschrijving van de beslissingen van de gemeenteraad ter inzage gelegd van het publiek in de gemeentelijke openbare bibliotheek en in de dienst secretarie van het gemeentebestuur. Deze inzagemogelijkheid wordt door aanplakking bekendgemaakt in de gemeentehuizen. Aan de beslissingen van de gemeenteraad wordt verder de nodige bekendheid gegeven door ze beknopt, zo nodig met toelichting, te publiceren in de stadskrant en op de website. Art. 12. De gemeenteraadsleden krijgen een pc met breedband-internetaansluiting ter beschikking van het gemeentebestuur. Via deze pc is digitaal ter beschikking vanaf de verzending van de oproeping: de agenda van de vergadering; een toelichtende nota bij elk agendapunt; de voorstellen van beslissing bij elk agendapunt. Art. 13. Vanaf de verzending van de oproeping wordt, voor elk agendapunt, het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden op het gemeentehuis Alfred Verweeplein, tijdens de kantooruren (de dag van de vergadering zelf tot 16 uur en ook op zaterdagmorgen - van 9 tot 12 uur). Art. 14. De gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaren verstrekken aan de gemeenteraadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen over stukken die in het dossier voorkomen. Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure. Art. 15. Het ontwerp van budget en het ontwerp van de jaarrekening wordt op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het wordt besproken aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd. Art. 16. Elk lid heeft het recht bij elk onderwerp amendementen of subamendementen in te dienen. Die moeten schriftelijk aan de voorzitter worden overhandigd. Art. 17. § 1 - De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van de gemeente betreffen volgens de modaliteiten hieronder bepaald. De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. § 2 - Zonder voorafgaande aanvraag kunnen worden ingezien tijdens de dagen en uren dat de volgende diensten geopend zijn: a. de afdeling Financiën:
de budgetten van vorige dienstjaren van de gemeente; de begrotingen van vorige dienstjaren van de gemeentelijke vzw's; de rekeningen van vorige dienstjaren van de gemeente en de gemeentelijke vzw's; belasting- en retributiereglementen,
b. de afdeling Stadsadministratie:
de goedgekeurde notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad;
35 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
de goedgekeurde notulen van de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen; algemene politieverordeningen; het register van de inkomende en uitgaande stukken; het tijdschrift van de VVSG "LOKAAL", c. het Gemeentelijk Waterbedrijf:
de begrotingen en rekeningen van vorige dienstjaren van het Gemeentelijk Waterbedrijf,
d.de bevoegde dienst:
de adviezen uitgebracht door gemeentelijke adviesraden; de gemeentelijke toelagereglementen.
§ 3 - Voor de andere documenten en dossiers moet een voorafgaande aanvraag gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen. Om het college van burgemeester en schepenen in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de gemeenteraadsleden schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen en waarvan zij een afschrift wensen te bekomen. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de dagen en uren waarop de gemeenteraadsleden deze documenten kunnen raadplegen. De gemotiveerde beslissing van het college van burgemeester en schepenen tot weigering moet uiterlijk tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag aan het betrokken raadslid worden meegedeeld. Aan de gemeenteraadsleden wordt uiterlijk binnen tien werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld wanneer de stukken kunnen worden ingezien. Het gemeenteraadslid dat deze bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage. Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek. Art. 18. De gemeenteraadsleden mogen alle inrichtingen en diensten bezoeken die de gemeente opricht en beheert. Om het college van burgemeester en schepenen in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de gemeenteraadsleden minstens tien werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke datum en tijd. Tijdens het bezoek van gemeentelijke gebouwen en instellingen moeten de raadsleden passief optreden. Art. 19. De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Op mondelinge en schriftelijke vragen van raadsleden wordt zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen een maand schriftelijk geantwoord of wordt minstens een stand van zaken meegedeeld. 5. QUORUM Art. 20. Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. Bij het einde van de vergadering wordt deze lijst door de voorzitter getekend en afgesloten. De namen van de leden die deze lijst getekend hebben, worden in de notulen vermeld. Art. 21. De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende gemeenteraadsleden aanwezig is.
36 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
De raad kan echter, als hij tweemaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een derde oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de derde maal op de agenda voorkomen. De termijn voor deze tweede en derde oproeping wordt teruggebracht tot twee dagen. In deze oproepingen wordt vermeld dat het om een tweede of derde oproeping gaat. In de derde oproeping worden de bepalingen van dit artikel overgenomen. 6. WIJZE VAN VERGADEREN Art. 22. De voorzitter van de gemeenteraad of zijn gewettigde plaatsvervanger zit de raad voor. De vergadering wordt door de voorzitter geopend en gesloten. Art. 23. Op de voor de vergadering vastgestelde datum en tijd en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.Art. 24. De notulen van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris opgesteld. De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat werd gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Art. 25. Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. Deze notulen worden gepubliceerd op de website van de gemeente en liggen ter inzage bij de gemeenteraadsdossiers. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris ondertekend. Er wordt geen lezing gedaan van de notulen van de vorige vergadering. Art. 26. De vergadering vat de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de gemeenteraad er anders over beslist. Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen, wanneer het geringste uitstel gevaar zou kunnen opleveren. Tot spoedbehandeling kan niet worden besloten dan door minstens twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden worden in de notulen vermeld. De voorzitter geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen. Art. 27. Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel. De voorzitter verleent het woord in volgorde van de aanvragen, en in geval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden. Indien de raad deskundigen wenst te horen of als de voorzitter van het OCMW toelichting moet geven, bepaalt de voorzitter van de gemeenteraad wanneer ze aan het woord komen. De voorzitter kan aan de gemeentesecretaris vragen om toelichting te geven. Art. 28.
37 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
De amendementen worden vóór de hoofdvraag, en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd. Art. 29. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering. Art. 30. Tijdens de vergadering van de gemeenteraad mag er, behalve eventueel voor het opmaken van notulen, geen gebruik gemaakt worden van registreerapparaten, zoals geluidsbanden. Het is evenmin toegelaten gebruik te maken van film- en fototoestellen, tenzij met voorafgaande toelating van de voorzitter. Art. 31. De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, terstond uit de aan het publiek voorbehouden plaats iedere persoon doen verwijderen, die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt. Hij kan bovendien proces-verbaal opmaken tegen de overtreder met het oog op zijn verwijzing naar de politierechtbank, onverminderd andere vervolgingen, indien het feit daartoe grond oplevert. Art. 32. § 1- Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken. § 2 - De besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Onder volstrekte meerderheid van stemmen wordt verstaan, meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen, onthoudingen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. § 3 - De gemeenteraad stemt over het budget in zijn geheel. Elk gemeenteraadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen van het budget die hij aanwijst. In dat geval mag over het geheel pas gestemd worden na de stemming over een of meer onderdelen die aldus zijn aangewezen. De stemming over het geheel heeft dan betrekking op de onderdelen waarover geen enkel gemeenteraadslid afzonderlijk wil stemmen, en op de onderdelen die al bij een afzonderlijke stemming zijn aangenomen. Deze bepaling is ook van toepassing op de jaarrekening. 7. WIJZE VAN STEMMEN. Art. 33. § 1 - De stemmingen in de gemeenteraad zijn openbaar, behalve in de gevallen bedoeld in paragraaf 2. § 2 - Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd: 1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen; 2° het aanwijzen van de leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen; 3° individuele personeelszaken. Art. 34. De openbare stemming gebeurt via elektronisch uitgebrachte naamstemming. Bij het falen van het systeem wordt gestemd bij naamafroeping door de secretaris. Eerst worden de namen van de schepenen afgeroepen volgens hun rangorde, daarna worden de namen van de raadsleden afgeroepen in de orde waarop zij op de voorrangslijst ingeschreven zijn. De voorzitter stemt het laatst. De leden die aan de stemming deelnemen, brengen hun stem mondeling uit door 'ja', 'neen' of 'onthouding'. Elke andere uiting wordt met onthouding gelijkgesteld. De stemmen worden door de voorzitter geteld, die tevens de uitslag van de stemming bekend maakt.
38 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Art. 35. De geheime stemming gebeurt via het elektronisch stemsysteem dat de geheime stemming waarborgt. Bij het falen van dit systeem of indien dit systeem in een bepaald geval geen geheime stemming mogelijk maakt, gebeurt de geheime stemming met briefjes. De stemming door middel van stembriefjes gebeurt als volgt. De stembriefjes worden vooraf klaargemaakt, en op die wijze dat de uitgebrachte stemmen niet voor identificatie vatbaar zijn. De leden brengen hun stem uit bij middel van het ter beschikking gesteld schrijfgerei. De raadsleden stemmen ja, neen of onthouden zich. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blanco stembriefje. Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de twee jongste raadsleden (één uit de meerderheidsfracties en één uit de minderheidsfracties). Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan. Indien bij de stemopneming wordt vastgesteld dat het aantal stemmen niet overeenkomt met het aantal raadsleden die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd om opnieuw te stemmen. Art. 36. Bij benoemingen van vertegenwoordigers van de gemeenteraad in de intercommunales en in de andere rechtspersonen waarvan de gemeente lid is, wordt in de oproeping voor de gemeenteraad gevraagd om ingeval van interesse zich schriftelijk kandidaat te stellen uiterlijk de dag vóór de gemeenteraad om 12 uur. Art. 37. Indien bij de benoeming of bij de voordracht van kandidaten de volstrekte meerderheid niet is verkregen bij de eerste stemming, heeft herstemming plaats over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. Indien hierbij twee of meer kandidaten een gelijk aantal stemmen hebben behaald, komt (komen) de jongste(n) onder hen in aanmerking voor herstemming. De benoeming of de voordracht bij herstemming gebeurt bij gewone meerderheid van stemmen. Indien bij de herstemming de stemmen staken, krijgt de jongste kandidaat de voorkeur. De stembriefjes worden gedurende vier maanden bewaard in de gemeentelijke administratie. 8. RAADSCOMMISSIES. Art. 38. De raadscommissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen. Art. 39. Er wordt een verenigde raadcommissie opgericht, samengesteld uit alle gemeenteraadsleden. Art. 40. De voorzitter van de verenigde raadscommissie wordt gekozen uit en door de gemeenteraadsleden op voordracht van een kandidaat. Deze voordrachtakte moet ondertekend zijn door de meerderheid van de
39 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
leden van de fractie waarvan de kandidaat-voorzitter deel uitmaakt. Indien de fractie van de kandidaatvoorzitter slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen. De verkiezing gebeurt op de eerste vergadering van de verenigde raadscommissie. De voordrachtakte moet ingediend worden uiterlijk de dag vóór de vergadering van de verenigde raadscommissie om 12 uur. Het ambt van secretaris van de verenigde raadscommissie wordt waargenomen door de gemeentesecretaris. Art. 41. De oproeping voor een raadscommissie geschiedt door de voorzitter van deze commissie, ten minste acht dagen vóór de dag van de vergadering. De oproeping geschiedt per e-mail en vermeldt de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda en wordt verstuurd aan alle leden van de raadscommissie. Art. 42. De bepalingen inzake openbare of besloten vergadering, quorum, wijze van stemmen en presentiegeld in dit huishoudelijk reglement zijn eveneens van toepassing op de vergadering van de raadscommissie. Art. 43. De notulen van de raadscommissie worden opgemaakt door de respectievelijke secretaris van deze commissie. De notulen van de raadscommissie worden bijgehouden op het gemeentesecretariaat. 9. BIJZONDERE RAADSCOMMISSIE VOOR DE EVALUATIE VAN DE DECRETALE GRADEN. Art. 44. Overeenkomstig artikel 115 van het gemeentedecreet wordt een bijzondere gemeenteraadscommissie ingesteld voor de evaluatie van de secretaris en de financieel beheerder. De bijzondere raadscommissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad die er van rechtswege lid van is. Art. 40 is niet toepasselijk op de bijzondere raadscommissie belast met de evaluatie van de decretale graden. Er wordt voor deze zitting in hun midden een secretaris aangeduid. Artikel 42 en artikel 43 zijn van overeenkomstige toepassing op de bijzondere raadscommissie, met behoud van de bepaling in art. 115 in fine van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 dat stelt dat – ingeval van staking van stemmen – het betrokken personeelslid geacht wordt te voldoen. Art. 45. In afwijking op artikel 38 van onderhavig reglement, worden voor de resterende duur van de legislatuur 2007 – 2012 de mandaten in de bijzondere raadscommissie, verdeeld over de fracties à rato van één mandaat per begonnen schijf van vier verkozen gemeenteraadsleden. De -
toepassing van dit principe geeft volgende verdeling: Fractie GBL : 6 mandaten. Fractie Open VLD: 2 mandaten. Fractie Vlaams Belang : 1 mandaat
De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de voorzitter van de bijzondere raadscommissie, is in het aantal van de aan iedere fractie toegekende aantal mandaten begrepen. De verhouding tussen de leden van de fracties dient te allen tijde te worden behouden. Art. 46. Over de periodieke evaluatie spreekt de raadscommissie zich uit uiterlijk binnen de drie maanden na de afgesloten evaluatieperiode op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het personeelsbeleid, en op basis van een verslag van het college van burgemeester en schepenen.
40 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Over de eindevaluatie tijdens de proeftijd spreekt de raadscommissie zich uit uiterlijk één maand vóór het eind van de proeftijd, op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het personeelsbeleid, en op basis van een verslag van het college van burgemeester en schepenen.
10. VERZOEKSCHRIFTEN AAN DE GEMEENTERAAD. Art. 47. §1. - Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de gemeenteraad in te dienen. §2. - De verzoekschriften worden aan de gemeenteraad gericht. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn. §3. - Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als: 1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd; 2° het loutere mening is en geen concreet verzoek; 3° als de vraag anoniem, zonder vermelding van naam en voornaam en adres, werd ingediend; 4° het taalgebruik beledigend is. De voorzitter van de gemeenteraad doet deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen zodat het wel geagendeerd kan worden op de gemeenteraad. Art. 48. §1. - De voorzitter van de gemeenteraad plaatst het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het verzoekschrift minstens 14 dagen voor de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend dan komt het op de agenda van de volgende vergadering. §2. - De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken. §3. - De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door de gemeenteraad of een gemeenteraadscommissie. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. §4. - De gemeenteraad verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift. 11. PRESENTIEGELD. Art. 49. Aan de raadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn: 1° de gemeenteraad; 2° de gemeenteraadscommissies; 3° de vergadering waarvoor men in principe recht op presentiegeld heeft maar waarvoor het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt; 4° de vergaderingen die slechts gedeeltelijk werden bijgewoond; 5° de vergaderingen die werden hervat. Art. 50. Het presentiegeld bedraagt 124,98 euro gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit. 12. KOSTENVERGOEDINGEN. Art. 51.
41 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Er worden kostenvergoedingen toegekend volgens de modaliteiten en voorwaarden van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009. 1° aan de leden van het college van burgemeester en schepenen voor het volgende: gebruik voor dienstzaken van hun GSM gebruik voor dienstzaken van een vast telefoontoestel thuis gebruik eigen vervoermiddel binnen en buiten de gemeente 2° aan de gemeenteraadsleden voor het volgende: verplaatsing en verblijfskosten voor de vergaderingen in opdracht van het gemeentebestuur, in het geval er geen zitpenningen of verplaatsingskosten worden verleend Art. 52. Het gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2009, waarin het huishoudelijk reglement werd vastgesteld, wordt opgeheven. Art. 53. Dit reglement is van kracht voor de legislatuur 2007-2012. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
13. Stadsadministratie - Secretarie - Project commerciële innovatie vervolgproject – Ondernemerscentrum Kortrijk in samenwerking met Resoc – Samenwerkingsovereenkomst. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op het Gemeentedecreet, in het bijzonder op artikel 42 en artikel 43; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 17 december 2010 om deel te nemen aan het project; Gelet op de voorstel van het college van burgemeester en schepenen op 3 december 2010 om deel te nemen aan het vervolgproject; Gelet op de voorgestelde samenwerkingsovereenkomst met de vzw Kortrijks Ondernemerscentrum in functie van het project EFRO-dossier “Commerciële Innovatie”; Gelet op het voorziene bedrag in het budget 2011 nl. 4.000 EUR op artikel 520/322-01 voor deelname aan gelijkaardige projecten; Overwegende dat de deelname aan dit project zowel een meerwaarde biedt voor de gevestigde handelaars als voor de gemeente, de gemeente geeft op die manier een teken van ondersteuning naar de handelaars en de verstandhouding wordt op die manier gestimuleerd; BESLUIT: Artikel 1. De gemeente Knokke-Heist keurt de samenwerkingsovereenkomst met de vzw Kortrijks Ondernemerscentrum in functie van het project EFRO-dossier “Commerciële Innovatie” projectperiode 2010-2012 goed zoals vastgesteld in bijlage van dit besluit. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
14. Stadsadministratie - Communicatie - Benaming van openbare wegen en pleinen - Toegangsweg naar Duinenwater vanuit de Knokkestraat Definitieve beslissing.
42 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op het Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, zoals gewijzigd bij Decreet van 1 september 1987, 4 februari 1997 en 29 november 2002; Gelet op de Onderrichtingen van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen van 21 mei 1979 en 23 juli 1998 betreffende de namen van openbare wegen en pleinen; Gelet op het Raadsbesluit van 30 september 2010 houdende de principiële beslissing om de toegangsweg naar Duinenwater vanuit de Knokkestraat te noemen: Duinenwater; Gelet op het Proces-verbaal van afsluiting van onderzoek van 8 november 2010, waarin wordt vastgesteld dat die principiële beslissing geen aanleiding gaf tot bezwaren of aanmerkingen, en er binnen de termijn geen advies van de Cultuurraad is binnengekomen; Gelet op het facultatieve karakter van een vraag om advies bij de Koninklijke Vlaamse Commissie voor Advies voor Plaatsnaamgeving sinds de wijziging van het Decreet op 29 november 2002, en overwegende dat het bij deze plaatsnaamgeving ook niet nodig is om bij die commissie advies in te winnen; BESLUIT: Artikel 1. Er wordt een definitieve beslissing genomen om de toegangsweg naar Duinenwater vanuit de Knokkestraat te noemen: Duinenwater. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
15. Stadsadministratie - Communicatie - Overeenkomst Muziekevenement Vlaanderen-Goedkeuring. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op het Gemeentedecreet, in het bijzonder op art. 42; Overwegende dat de nieuwjaarsreceptie van het gemeentebestuur plaats vindt op 15 januari 2011; Overwegende dat er jaarlijks wordt geopteerd voor een muzikale omlijsting en dat dit jaar een gastoptreden daarvoor instaat; Overwegende dat daarvoor een overeenkomst dient te worden afgesloten met Muziekevenement Vlaanderen; Overwegende dat er op het budget 61 950 EUR voorzien is op artikel 763/123-16 en het geraamd bedrag 2097,60EUR is; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: Enig artikel De overeenkomst, zoals goedgekeurd in bijlage, tussen Muziekevenement Vlaanderen en het gemeentebestuur wordt goedgekeurd. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
43 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
16. Contractbeheer - Verkoop van een aan de gemeente overgedragen voertuig. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de Wet van 30 december 1975, inzonderheid artikel 2 en 4, betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatste goederen ten uitvoering van vonnissen tot uitzetting; Gelet op de lijsten met opgave van de gevonden, buiten gebruik gesteld of op de openbare weg gelaten goederen; Overwegende dat in toepassing van voornoemde wet, inzonderheid artikel 2, alle voorwerpen in voornoemde detaillijsten binnen de voorziene termijn hun eigenaar of dienstrechtverkrijgenden niet werden opgeëist en aldus eigendom worden van de gemeente; Overwegende dat om reden van plaatsgebrek en esthetisch uitzicht in onze bergplaatsen het noodzakelijk is om stelselmatig het gebruik gestelde materiaal te verkopen; Gelet dat de opbrengst van verkoop van de goederen dient geboekt op het begrotingsartikel FFF/161-02; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: Artikel 1. Het volgende voertuig wordt onderhands verkocht : Merk en type : Scania T413 + trailer Nummerplaat : N910ULS Aard voertuig : trekker + oplegger Art. 2. Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere schikkingen die zullen moeten getroffen worden met het oog op de uitvoering van onderhavige beslissing. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
17. Contractbeheer - Reprobel - Overeenkomsten - goedkeuring. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten en latere wijzigingen; Gelet op het Koninklijk Besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of soortgelijke dragers zijn vastgelegd; Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 oktober 1997 tot het belasten van reprobel met de inning en de verdeling van de vergoeding voor het kopiëren van werken die op grafische of soortgelijke wijze zijn vastgesteld; Overwegende dat het nodig is een opdracht te gunnen met als voorwerp de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of soortgelijke dragers zijn vastgelegd ; Gelet op de daartoe door de firma BCVBA Reprobel opgemaakte overeenkomsten; Overwegende dat de prijs van de opdracht geraamd wordt op (op basis van de tarieven van toepassing schooljaar 2009-2010):
44 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
- onderwijs : 2.515 EUR - bibliotheek: 846 EUR - administratie : 695 EUR Overwegende dat deze tarieven elk jaar geïndexeerd worden in toepassing van artikel 25 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 en latere wijzigingen, volgens de volgende formule: Basistarief x nieuwe gezondheidsindex (september) Beginindex (november 2001) Overwegende dat de gepaste kredieten daartoe voorzien zijn op de financiële nota van het budget 2010, gewone dienst, onder artikel FFF/122-04; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT: Artikel 1. De overeenkomsten tussen de gemeente Knokke-Heist en de BCVBA Reprobel met als voorwerp het totaal aantal kopieën van auteursrechterlijk beschermde werken gerealiseerd op reproductieapparaten onder controle, toezicht en leiding van de gemeente voor de scholen van het gemeentelijk onderwijs, gemeentelijke bibliotheek en de gemeentelijke administraties in overleg te ramen en voor onbepaalde duur, goed te keuren. Art. 2. Het college van burgemeester en schepenen, wordt belast met de uitvoering van het besluit. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
18. Contractbeheer - Huur en onderhoud van switches voor de brandweer Voorwaarden en wijze van gunnen - Vaststelling. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op artikel 43 § 2, 11° van het gemeentedecreet houdende de bevoegdheid aan de gemeenteraad inzake het vaststellen van de voorwaarden en de keuze van procedure inzake overheidsopdrachten; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 17, par. 2, 1°, a; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken inzonderheid artikel 120, eerste lid, artikel 121 en artikel 122; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Overwegende dat het nodig is een opdracht te gunnen met als voorwerp de huur en onderhoud van switches voor de brandweer; Gelet op het bestek opgemaakt door ICT voor “huur en onderhoud van switches voor de brandweer”; Gelet dat de opdracht wordt afgesloten voor 3 jaar, niet jaarlijks opzegbaar vanaf de betekening van de goedgekeurde offerte; Overwegende dat de prijs van de opdracht geraamd wordt op (21 % btw inbegrepen): - maandelijks huur en onderhoud: 216,90 € of 7 808,57 € voor 3 jaar - éénmalige installatiekost: 555,12 € Overwegende dat in de financiële nota van het budget 2011 en volgende jaren op het begrotingsartikel 351/123-13 de nodige kredieten voorzien zijn;
45 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: Artikel 1. Over te gaan tot de huur en onderhoud van switches voor de brandweer, geraamd op 8 363,69 €, 21 % btw inbegrepen voor drie jaar, door middel van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking die tot stand komt op grond van de kennisgeving aan de aannemer van de goedkeuring van zijn offerte, zoals zij eventueel gewijzigd werd na onderhandeling tussen de partijen. Art. 2. Het bestek “Huur en onderhoud van switches voor de brandweer” wordt vastgesteld. Art. 3. De opdracht wordt afgesloten voor 3 jaar, niet jaarlijks opzegbaar en start vanaf de kennisgeving aan de aannemer van de goedkeuring van zijn offerte. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
19. Contractbeheer - Ontwerp akte tot vestiging van erfdienstbaarheden in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst Duinenwater – Goedkeuring. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de artikelen 42 en 43 van het Gemeentedecreet; Gelet op het Besluit van de Vlaamse minister, bevoegd voor ruimtelijke ordening van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het bijzonder plan van aanleg K-31 “Duinenwater” met bijhorend onteigeningsplan, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 maart 2004; Gelet op het verzoek dat de N.V. FINANCIAL R.J.D.C., met zetel te 1050 Brussel, Franklin Rooseveltlaan, 11 en de onverdeelden DE CLOEDT Jean, Géry, Marinette en Benjamine op 16 juni 2004 tot de gemeente hebben gericht om overeenkomstig art 69, § 2, van het ruimtelijk ordeningsdecreet van 18 mei 1999 te worden belast met de uitvoering van de voor de ordening vereiste werken en met de herverkavelings- en ruilverkavelingsverrichtingen; Gelet op het raadsbesluit van 30 juni 2005 tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst voor de realisatie van het project Duinenwater waarbij aan de vraag van de meerderheidseigenaars van 16 juni 2004 werd ingewilligd en zij belast werden met de uitvoering van de voor de ordening van het plangebied vereiste werken en met de herverkavelings- en ruilverkavelingsverrichtingen; Gelet op het raadsbesluit van 23 juni 2010 waarbij het addendum nr. 1 tot wijziging van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Knokke-Heist en de meerderheidseigenaar voor de realisatie van het project Duinenwater wordt goedgekeurd; Overwegende dat alle gronden van het projectgebied thans eigendom zijn van de gemeente Knokke-Heist en van de meerderheidseigenaar zodat uitvoering kan gegeven worden aan artikel II.1.2. van de samenwerkingsovereenkomst dat voorziet in een grondenruil met opleg in de vorm van den cascozwembadcomplex ten belope van 12.139.826,00 €, inclusief BTW; Overwegende dat overeenkomstig de in het kader van de onteigeningsprocedure gevoerde onderhandelingen een recht van doorgang zal worden gevestigd ten voordele van de eigenaars van de aanpalende gronden; Overwegende dat hiertoe een ontwerp van notariële akte werd opgesteld;
46 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Gelet op het raadsbesluit van 23 juni 2010 waarbij 1. Het ontwerp notariële akte tot de voorziene grondruil opgesteld door meester Thomas Dusselier, in uitvoering van de in artikel II.1.2. van de samenwerkingsovereenkomst, werd goedgekeurd; 2. Het ontwerp notariële akte tot de vestiging van erfdienstbaarheden opgesteld door meester Thomas Dusselier, werd goedgekeurd. Overwegende dat het ontwerp notariële akte tot de vestiging van erfdienstbaarheden op een aantal punten diende te worden aangevuld en aangepast; BESLUIT: Enig artikel. Het ontwerp notariële akte, zoals vastgesteld in bijlage van dit besluit, tot de vestiging van erfdienstbaarheden opgesteld door meester Thomas Dusselier, wordt goedgekeurd. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
20. Contractbeheer - Ontwerp akte tot de voorziene grondruil in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst Duinenwater – Goedkeuring. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de artikelen 42 en 43 van het Gemeentedecreet; Gelet op het Besluit van de Vlaamse minister, bevoegd voor ruimtelijke ordening van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het bijzonder plan van aanleg K-31 “Duinenwater” met bijhorend onteigeningsplan, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 maart 2004; Gelet op het verzoek dat de N.V. FINANCIAL R.J.D.C., met zetel te 1050 Brussel, Franklin Rooseveltlaan, 11 en de onverdeelden DE CLOEDT Jean, Géry, Marinette en Benjamine op 16 juni 2004 tot de gemeente hebben gericht om overeenkomstig art 69, § 2, van het ruimtelijk ordeningsdecreet van 18 mei 1999 te worden belast met de uitvoering van de voor de ordening vereiste werken en met de herverkavelings- en ruilverkavelingsverrichtingen; Gelet op het raadsbesluit van 30 juni 2005 tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst voor de realisatie van het project Duinenwater waarbij aan de vraag van de meerderheidseigenaars van 16 juni 2004 werd ingewilligd en zij belast werden met de uitvoering van de voor de ordening van het plangebied vereiste werken en met de herverkavelings- en ruilverkavelingsverrichtingen; Gelet op het raadsbesluit van 23 juni 2010 waarbij het addendum nr. 1 tot wijziging van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Knokke-Heist en de meerderheidseigenaar voor de realisatie van het project Duinenwater wordt goedgekeurd; Overwegende dat alle gronden van het projectgebied thans eigendom zijn van de gemeente Knokke-Heist en van de meerderheidseigenaar zodat uitvoering kan gegeven worden aan artikel II.1.2. van de samenwerkingsovereenkomst dat voorziet in een grondenruil met opleg in de vorm van den cascozwembadcomplex ten belope van 12.139.826,00 €, inclusief BTW; Overwegende dat overeenkomstig de in het kader van de onteigeningsprocedure gevoerde onderhandelingen een recht van doorgang zal worden gevestigd ten voordele van de eigenaars van de aanpalende gronden; Overwegende dat hiertoe een ontwerp van notariële akte werd opgesteld; Overwegende dat het casco-zwembadcomplex door de meerderheidseigenaar zal worden gebouwd op gronden die na het effectueren van de grondruil eigendom van de gemeente worden:
47 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
1. 2. 3.
gronden D&W : 4.794.250 euro gronden gemeente : 16.934.076 euro opleg verschuldigd door D&W : 12.139.826 euro (te vereffenen door het bouwen van een cascozwembad);
Gelet op het raadsbesluit van 23 juni 2010 waarbij 1. Het ontwerp notariële akte tot de voorziene grondruil opgesteld door meester Thomas Dusselier, in uitvoering van de in artikel II.1.2. van de samenwerkingsovereenkomst, werd goedgekeurd; 2. Het ontwerp notariële akte tot de vestiging van erfdienstbaarheden opgesteld door meester Thomas Dusselier, werd goedgekeurd. Overwegende dat het ontwerp notariële akte tot de voorziene grondruil op een aantal punten diende te worden aangevuld en aangepast; Overwegende dat de volgende kredieten voorzien zijn op de financiële nota’s van de budgetten 2010 en 2011: o 4.794.250 euro op artikel 7601/711-54 – aankoop gronden o 12.139.826 euro op artikel 7642/712-54 – aankoop casco-zwembad o 16.934.076 euro op artikel 124/761-52 – verkoop gronden; BESLUIT: Enig artikel. Het ontwerp notariële akte, zoals vastgesteld in bijlage van dit besluit, tot de voorziene grondruil opgesteld door meester Thomas Dusselier, in uitvoering van de in artikel II.1.2. van de samenwerkingsovereenkomst, wordt goedgekeurd. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
21. Contractbeheer - Ontwerp akte tot vestiging van een kortstondig recht van opstal in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst Duinenwater – Goedkeuring. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de artikelen 42 en 43 van het Gemeentedecreet; Gelet op het Besluit van de Vlaamse minister, bevoegd voor ruimtelijke ordening van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het bijzonder plan van aanleg K-31 “Duinenwater” met bijhorend onteigeningsplan, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 maart 2004; Gelet op het verzoek dat de N.V. FINANCIAL R.J.D.C., met zetel te 1050 Brussel, Franklin Rooseveltlaan, 11 en de onverdeelden DE CLOEDT Jean, Géry, Marinette en Benjamine op 16 juni 2004 tot de gemeente hebben gericht om overeenkomstig art 69, § 2, van het ruimtelijk ordeningsdecreet van 18 mei 1999 te worden belast met de uitvoering van de voor de ordening vereiste werken en met de herverkavelings- en ruilverkavelingsverrichtingen; Gelet op het raadsbesluit van 30 juni 2005 tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst voor de realisatie van het project Duinenwater waarbij aan de vraag van de meerderheidseigenaars van 16 juni 2004 werd ingewilligd en zij belast werden met de uitvoering van de voor de ordening van het plangebied vereiste werken en met de herverkavelings- en ruilverkavelingsverrichtingen ; Gelet op het raadsbesluit van 23 juni 2010 waarbij het addendum nr. 1 tot wijziging van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Knokke-Heist en de meerderheidseigenaar voor de realisatie van het project Duinenwater wordt goedgekeurd;
48 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Overwegende dat alle gronden van het projectgebied thans eigendom zijn van de gemeente Knokke-Heist en van de meerderheidseigenaar zodat uitvoering kan gegeven worden aan artikel II.1.2. van de samenwerkingsovereenkomst dat voorziet in een grondenruil met opleg in de vorm van den cascozwembadcomplex ten belope van 12.139.826,00 €, inclusief BTW; Overwegende dat het casco-zwembadcomplex door de meerderheidseigenaar zal worden gebouwd op gronden die na het effectueren van de grondruil eigendom van de gemeente worden; Overwegende dat hiervoor een tijdelijke opstalrecht moet verleend worden aan de meerderheidseigenaar, beperkt tot de bouwfase van het casco-zwembadcomplex; Overwegende dat hiertoe een ontwerp van notariële akte werd opgesteld; Gelet op het raadsbesluit van 23 juni 2010 waarbij de ontwerp notariële akte tot vestiging van een kortstondig recht van opstal ten voordele van de meerderheidseigenaars, thans verenigd in de nv Duin en Water, opgesteld door meester Thomas Dusselier, in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst, werd goedgekeurd; Overwegende dat het ontwerp notariële akte tot de voorziene grondruil op een aantal punten diende te worden aangevuld en aangepast; BESLUIT: Enig artikel. Het ontwerp notariële akte, zoals vastgesteld in bijlage van dit besluit, tot vestiging van een kortstondig recht van opstal ten voordele van de meerderheidseigenaars, thans verenigd in de nv Duin en Water, opgesteld door meester Thomas Dusselier, in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst, wordt goedgekeurd. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
22. Ruimtelijke ordening - Ontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Wijk Berkenlaan". - Voorlopige vaststelling. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op het Gemeentedecreet, in het bijzonder art. 43 §2, 10°; Gelet op de Vlaamse Codex in het bijzonder art. 2.2.14; Overwegende dat op 5 mei 2010 een plenaire vergadering werd georganiseerd zoals omschreven in art. 2.2.13 § 1 van de Vlaamse Codex Gelet op het verslag van de plenaire vergadering; Gelet op het ontwerp RUP “Wijk Berkenlaan” opgemaakt door het gemeentebestuur; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: Artikel 1. Het ontwerp RUP “Wijk Berkenlaan”, opgemaakt door het gemeentebestuur, voorlopig vast te stellen. Art. 2. Het onder artikel 1 vermeld ontwerp RUP voor advies voor te leggen aan de bestendige deputatie en aan de Vlaamse regering.
49 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Art. 3. Voorgenoemde plannen met bijhorende bescheiden aan het openbaar onderzoek zoals voorgeschreven bij het decreet, tot organisatie van de ruimtelijke ordening, te onderwerpen. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
23. Waterbedrijf - Administratie - Aankoop waterleidingsmateriaal in 2011 (stockaanbesteding) - Voorwaarden en wijze van gunnen - Vaststelling. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de artikelen 43, § 2, 11° van het gemeentedecreet; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid op het artikel 39, §2, 1°, a); Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en telecommunicatie, inzonderheid op het artikel 108; Gelet op de lastenboeken met inschrijvingsbiljet voor de aankoop van waterleidingsmateriaal (stockaanbesteding) tijdens het kalenderjaar 2011; Overwegende dat het gemeentelijk waterbedrijf Knokke-Heist lid is van het Intercommunaal Samenwerkingscomité van Waterbedrijven, cvba (afgekort ISWa); Overwegende dat het ISWa in naam van haar leden wenst over te gaan tot een prijsaanvraag voor de aankoop van volgend waterleidingsmateriaal, geraamd op (alle bedragen exclusief BTW): - PVC-buizen en PE-buizen: 96 723,75 euro - Koudwatermeters en gecombineerde koudwatermeters: 106 543,97 euro - Metersteunen, kranen en straatpotten: 120 994,06 euro - Gietijzeren buizen, hydranten en hulpstukken, hulpstukken met vaste en losse flenzen, herstelstukken in RVS: 109 887,35 euro - Afsluiters, combi-T-stukken en trekvaste flenzen: 117 558,50 euro - Huisaansluitingsmateriaal: 130 726,60 euro Overwegende dat dit materiaal zal dienen voor verkavelingen, uitbreidingen, huisaansluitingen en als reserve voor het magazijn; dat dus ook waterleidingsmateriaal ten laste van de buitengewone dienst zal worden aangekocht; Overwegende dat door het bundelen van de behoeften van de verschillende watermaatschappijen die tot het ISWa behoren betere eenheidsprijzen kunnen bedongen worden; Overwegende dat enkel het materiaal wordt gekocht dat in de loop van het jaar 2011 door het waterbedrijf bij de gegunde leveranciers zal worden afgeroepen; Overwegende dat voor elke deelnemer het bestuursorgaan dat bevoegd is om de voorwaarden en de wijze van gunnen te bepalen, toestemming dient te verlenen vooraleer deze overheidsopdracht kan worden gegund; Overwegende dat op de begroting van het gemeentelijk waterbedrijf, dienstjaar 2011 de nodige kredieten zijn voorzien op de volgende omschrijvingen: - Volgnr. 104/604000, Aankoop materiaal magazijn: 250 000 euro - Volgnr. 105/604300, Aankoop watermeters en wisselstukken: 110 000 euro - Volgnr. 301/221000, Aanpassing en vernieuwing gebouwen: 650 000 euro - Volgnr. 306/230200, Waterleidingswerken in diverse straten: 500 000 euro
50 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT: Artikel 1. In 2011 samen met het ISWa over te gaan tot de aankoop volgens afroep van PVC-buizen en PE-buizen, uitgave geraamd op 96 723,75 euro, exclusief BTW, door middel van de onderhandelingsprocedure. Art. 2. In 2011 samen met de ISWa over te gaan tot de aankoop volgens afroep van koudwatermeters en gecombineerde koudwatermeters, uitgave geraamd op 106 543,97 euro, exclusief BTW, door middel van de onderhandelingsprocedure. Art. 3. In 2011 samen met de ISWa over te gaan tot de aankoop volgens afroep van metersteunen, kranen en straatpotten, uitgave geraamd op 120 994,06 euro, exclusief BTW, door middel van de onderhandelingsprocedure. Art. 4. In 2011 samen met de ISWa over te gaan tot de aankoop volgens afroep van gietijzeren buizen, hydranten en hulpstukken, hulpstukken met vaste en losse flenzen, uitgave geraamd op 109 887,35 euro, exclusief BTW, door middel van de onderhandelingsprocedure. Art. 5. In 2010 samen met de ISWa over te gaan tot de aankoop volgens afroep van afsluiters, combi-T-stukken en trekvaste flenzen, uitgave geraamd op 117 558,50 euro, exclusief BTW, door middel van de onderhandelingsprocedure. Art. 6. In 2011 samen met de ISWa over te gaan tot de aankoop volgens afroep van huisaansluitingsmateriaal, uitgave geraamd op 130 726,60 euro, exclusief BTW, door middel van de onderhandelingsprocedure. Art. 7. De bijgevoegde ontwerpen van schriftelijke verbintenis en inschrijvingbiljet goed te keuren. Art. 8. Delegatie te verlenen aan het Intercommunaal Samenwerkingscomité van Waterbedrijven, cvba om deze onderhandelingsprocedures uit te schrijven en om de opdrachten te gunnen. Art. 9. Deze uitgave te bestrijden door de volgende kredieten voorzien op de begroting van het gemeentelijk waterbedrijf, dienstjaar 2011: - Volgnr. 104/604000, Aankoop materiaal magazijn: 250 000 euro - Volgnr. 105/604300, Aankoop watermeters en wisselstukken: 110 000 euro - Volgnr. 301/221000, Aanpassing en vernieuwing gebouwen: 650 000 euro - Volgnr. 306/230200, Waterleidingswerken in diverse straten: 500 000 euro Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
24. Cultuur - Administratie en Logistiek - Vervanging afgevaardigde Cultuurraad in de Raad van Bestuur van Cultuurcentrum Knokke-Heist vzw. De gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op het Gemeentedecreet, in het bijzonder op art. 35 en 42;
51 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Gelet op de Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen; Gelet op het Decreet d.d. 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2008 houdende de aanduiding van de vertegenwoordigers door de fracties in de gemeenteraad op de Raad van Bestuur van cultuurcentrum Knokke-Heist vzw; Gelet op de brief van de Cultuurraad van 21 november 2010 waarin vermeld wordt dat Dominiek Segaert verkozen werd als nieuwe afgevaardigde om de Cultuurraad te vertegenwoordigen in de Raad van Bestuur van Cultuurcentrum Knokke-Heist vzw ter vervanging van Jacqueline Vermael; BESLUIT: Enig artikel. De vervanging van Jacqueline Vermail door Dominiek Segaert als afgevaardigde om de Cultuurraad te vertegenwoordigen in de Raad van Bestuur van Cultuurcentrum Knokke-Heist vzw, wordt goedgekeurd. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.
24/ 1.Stadsadministratie - Secretarie - Interpellatie - Strooibeleid KnokkeHeist. Raadslid Goeminne: Het is eigenlijk een heel actuele vraag. Hoe zit het met het strooibeleid in KnokkeHeist, wie bepaalt en coördineert dit ? Waarom had men de indruk dat hier maar weinig werd gestrooid? Burgemeester: De technisch uitvoerende dienst (TUD) doet de coördinatie van het strooibeleid o.l.v. dhr. Ivan Verbouw. Ik wens de diensten ook te feliciteren voor hun inzet bij het bestrijden van dit winterweer. In andere landen nemen ze soms de optie om niet meer te strooien bij hevige sneeuwval (vb. in Canada of in skigebieden). We strooien waar absoluut noodzakelijk. Strooien is immers niet zinvol bij weinig verkeer, dat zorgt immers voor een tegengesteld effect omdat het dan smelt en weer aanvriest. Zo is het nog gevaarlijker. Al dat zout is ook slecht voor het milieu. Idem voor de gestrooide voetpaden. Soms zijn ze gladder dan niet gestrooide. Zand strooien is ook een mogelijke oplossing, alhoewel dat dan weer slecht is voor de rioleringen. Wij hebben er ook meer last van dan andere gemeenten. Raadslid Goeminne: De fietspaden waren bij de eerste sneeuwval ook niet gestrooid. Schepen Willems: Vorige keer hebben ze heel veel volk moeten optrommelen om sneeuw te ruimen in het weekend. De eerste sneeuw viel pas de vrijdag waardoor alles maar kon geruimd worden op volle mankracht op maandag en dinsdag. Nu zijn ze daar constant mee bezig en op voorzien. Burgemeester: We doen al het mogelijke. Er zijn veel mensen die helpen. Men is zelfs wettelijk verplicht voetpaden vrij te maken. De zijstraten zijn natuurlijk een probleem, omdat die minder toegankelijk zijn en minder bereden worden. Raadslid Goeminne: De zeedijk was ook niet gestrooid. Burgemeester: De zeedijk is geen prioriteit. Soms ligt een maand na de vrieskou nog ijs op de zeedijk. In het verlof is het belangrijker dat de zeedijk gestrooid is, maar anders is dat geen prioriteit. Raadslid Van der Hooft: Voor handelaars op de zeedijk is dat wel nefast. Burgemeester: Voetpaden voor de winkels moeten ook geruimd worden door de handelaars zelf, maar dat gebeurt ook te weinig. Raadslid De Waele: Het is maar een voorstel, maar kunnen we de bevolking hierbij niet betrekken? Bijvoorbeeld in wijken als Heulebrug en het Kijkdorp? Op enkele vaste plaatsen zouden we dan zout kunnen verdelen. Misschien een straatverantwoordelijke aanstellen? Burgemeester: De schade die zout toebrengt is onvoorstelbaar. Zowel aan wagens, riolering als de rijbanen. Mocht het nu nog meer blijven sneeuwen zouden we niet meer strooien. Raadslid De Waele: De opritten kunnen toch gestrooid worden.
52 (Gemeenteraad van 17 december 2010)
Raadslid Van Hoof: Dat heeft geen zin, bij smelten zal dat gewoon weer vastvriezen en zullen opritten nog gladder zijn. Burgemeester: We zullen nog een oproep doen om zelf sneeuw te ruimen. Raadslid Van Hoof: Mensen weten niet dat ze hier zelf verantwoordelijk voor zijn. Raadslid De Smet: Is er nog strooizout genoeg op voorraad? Burgemeester: De winter moet eigenlijk nog beginnen en we hebben al heel wat zout moeten gebruiken. Indien de winter zich zo doorzet kan het zijn dat we geen zout genoeg zullen hebben. Tijdens de zitting van de gemeenteraad van 24 november 2010 vroeg raadslid Frank De Smet om een lijst te krijgen van aankopen. De aankopen kunnen door de raadsleden gezien worden in de beslissingen van het college die ze via Cobra kunnen inkijken.
De dagorde uitgeput zijnde, wordt vastgesteld dat het verslag van de vorige gemeenteraadszitting d.d. 24 november 2010 geen aanleiding gaf tot opmerkingen of bezwaren. Het verslag wordt overeenkomstig artikel 33 van het Gemeentedecreet en artikel 25 van het huishoudelijk reglement als goedgekeurd beschouwd en ondertekend door de voorzitter en de secretaris. De voorzitter sluit de vergadering om 19.45uur. Wd. secretaris,
De voorzitter,