Gemeente Zoetermeer, Vestia, Vidomes en De Goede Woning Visie Wijkontwikkeling Buytenwegh
29 juni 2010
Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail
[email protected] Internet www.companen.nl
Projectnr. 637.100
Inhoud 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8. 9.
Inleiding 1.1. Waarom een WOP voor Buytenwegh 1.2. Aanpak opstellen Wijkontwikkelingsplan 1.3. Leeswijzer Korte Schets van Buytenwegh 2.1. Beeld van de wijk 2.2. SWOT analyse Visie en opgaven voor de wijk 3.1. Toekomstbeeld van Buytenwegh: een gewilde wijk 3.2. Ambities 3.3. De ontwikkeling van de wijk volgen Sociale opgaven krijgen prioriteit in Buytenwegh 4.1. Samen leven: vanzelfsprekend!? 4.2. Kansen bieden: aanpak van individuele problemen 4.3. Kansrijk opgroeien 4.4. Wijkgericht welzijnsbeleid Werken en leren: participatie start bij zingeving 5.1. Weer aan het (vrijwilligers)werk in de wijk 5.2. Leren en bevorderen sociale betrokkenheid jongeren 5.3. Bedrijvigheid in de wijk Woonopgaven vooral gericht op leefbaarheid 6.1. Plan van aanpak wonen in Buytenwegh 6.2. Aanpak dekwoningen en omgeving 6.3. Omgeving dijkwoningen: sociaal en fysiek beheer Fysieke kansen in de wijk 7.1. Veiligheid en „enge plekken‟ 7.2. Beheer nieuwe stijl: vraaggericht 7.3. Veilige en herkenbare routes door de wijk 7.4. Kansen met het groen Communicatie en participatie Agenda voor de Toekomst
4 5 6 7 9 9 10 11 11 12 12 14 14 15 17 19 21 21 22 23 25 25 29 31 32 32 33 35 36 38 40
1. Inleiding De gemeente Zoetermeer heeft de leefbaarheid van de wijken hoog in het vaandel staan. Zij betrekt haar burgers hierbij actief, onder meer door middel van een gerichte wijkaanpak. Zo kent onder meer elke wijk een wijkteam met daarin deelnemers van de gemeente en andere organisaties, die zich bezig houdt met sociaal en fysiek beheer van de wijk en de openbare ruimte. In wijkactieplannen tenslotte krijgen op uitvoering gerichte maatregelen en acties in onderlinge samenhang hun beslag. Er dienen zich echter steeds nadrukkelijker allerlei ontwikkelingen aan die minder makkelijk te vertalen zijn in een concrete en direct zichtbare aanpak. Die ontwikkelingen komen voort uit het gegeven dat de wijken, ontstaan vanuit de geplande groei van Zoetermeer, „klaar‟ zijn met groeien, dat de bewoners van het eerste uur vergrijzen en nieuwe bevolkingsgroepen zich aandienen. Daardoor ontstaan in de wijken nieuwe verbanden die leiden tot een ander evenwicht tussen bewoners en andere vragen vanuit de bevolking. Dit leidt ertoe dat de Stadsvisie 2030 negen opgaven schetst voor Zoetermeer om aantrekkelijk en levenskrachtig te zijn als stad om te wonen, te werken en te verblijven. Eén van die opgaven vormt de directe aanleiding voor het opstellen van Wijkontwikkelingsplannen (WOP‟s) voor de wijken van Zoetermeer, namelijk opgave 2: „Elke buurt toekomst bieden‟. Een belangrijk element daarin is het maken van wijkontwikkelingsplannen samen met buurtbewoners en organisaties. In het blauwe kader op de volgende pagina staat meer toelichting op deze opgave. Al met al reden voor de gemeente en andere partijen om proactief aan de slag te gaan met het benoemen van gewenste ontwikkelrichtingen voor de wijken van Zoetermeer in de vorm van integrale wijkontwikkelingsplannen. Het gaat om ontwikkeling in brede zin, gericht op prettig leefbare wijken nú en in de toekomst. Sociaal, fysiek, economisch… alle zaken die vallen onder de noemer leefbaarheid, zijn relevant. Uiteraard geeft de Stadsvisie 2030 op tal van fronten hieraan inhoudelijke input. Belangrijk is echter vooral, dat er geen ingekaderd denken aan ten grondslag ligt; juist het kijken naar de wijk in z‟n onderlinge samenhang leidt tot voorstellen waarin aspecten als wonen, welzijn, sociale componenten, zorg, voorzieningen, verkeer en groen in onderlinge samenhang een plek krijgen. Door tegelijkertijd in te gaan op fysieke én maatschappelijke aspecten, kunnen de juiste prioriteiten worden gesteld. Een nauwe betrokkenheid van bewoners en in de wijk werkzame organisaties, is hierbij belangrijk. Wezenlijk is het om juist vanuit de aandachtspunten van alledag, die voor bewoners altijd heel manifest is en hun vertrekpunt vormt voor „denken over de toekomst van hun wijk‟, te komen tot oplossingen en verbeteringen voor de langere termijn. De corporaties Vestia, De Goede Woning en Vidomes zijn vanuit deze betrokkenheid gevraagd mee te doen in het traject van wijkontwikkeling. Zij hebben hiermee van harte ingestemd. In beginsel streven gemeente en corporaties naar een wijkontwikkelingsplan voor elke wijk van Zoetermeer. Kijkend naar de huidige „stand van zaken‟ in de verschillende wijken zijn in eerste instantie Buytenwegh en vervolgens Meerzicht en Seghwaert aan de beurt.
-4-
Uit de Stadsvisie 2030: ‘Elke buurt toekomst bieden’ De tweede opgave die de stadsvisie 2030 de stad stelt, is het bieden van toekomst voor elke buurt. Deze opgave krijgt vorm door drie „subopgaven‟: 1. Van wijkbeheer en wijkactieplannen voor de korte termijn naar wijkontwikkeling voor de langere termijn Samen met buurtbewoners en organisaties wijkontwikkelingsplannen maken voor de vijftien buurten. Deze bevatten een analyse van sterke en zwakke punten en de potenties en een uitwerking hiervan. Sociale doelen en sociale programma‟s zijn de basis voor fysieke programma‟s. Het aanbod van organisaties en de inrichting van de openbare ruimte is maatwerk. Verder zijn kwetsbare buurten aangepakt, ook in fysieke zin. Dit betreft naast Palenstein ook Buytenwegh, Meerzicht Oost en Seghwaert Noordoost. 2. Expliciete aandacht voor behoud draagvlak voorzieningen. 3. Buurten hebben als kwaliteiten: Bewoners zijn actief, kennen elkaar en helpen elkaar, Er is veel sport, kunst en cultuur in de buurt, voor iedereen; werkend vanuit nieuwe concepten. Er is werk in de buurt, er zijn dagelijkse goederenwinkels op loopafstand. Er is flexibel welzijnswerk, pro-actief inspelend op maatschappelijke ontwikkelingen. Er zijn laagdrempelige diensten in de buurt inspelend op dagelijkse (zorg) behoeften: van eenvoudige vraag/haal-diensten tot outreachende en integrale zorgverlening. Buurten zijn schoon, heel en veilig. Er is diversiteit in woningen en inrichting openbare ruimte.
1.1.
Waarom een WOP voor Buytenwegh
Buytenwegh is één van de buurten van Zoetermeer. Het is onderdeel van de grotere wijk Buytenwegh-de Leyens en telt overwegend laagbouwwoningen. De wijk ligt op een steenworp afstand van het Stadshart met al zijn winkels, cultuur- en uitgaansvoorzieningen en is ingebed in veel groen: in het noordwesten grenst Buytenwegh aan de unieke Meerpolder, in het oosten aan het Binnenpark en in het westen aan het Buytenpark, het groene buitengebied waarin veel plek is voor onder andere watersport, recreatie en natuurbeleving. Het is een typische jaren ‟70 wijk met veel kronkelende straatjes en pleintjes. Deze kleinschaligheid is iets wat de bewoners nog steeds zeer waarderen; voor mensen die de buurt niet kennen, komt het onoverzichtelijk over („verdwaalwijk‟). In het „wijkbeeld‟ zijn de beschikbare gegevens over de wijk op een rij gezet. Dat document is als bijlage bij deze Visie Wijkontwikkeling Buytenwegh gevoegd. De laatste jaren kent Buytenwegh echter steeds meer leefbaarheidsproblemen. Bewoners, organisaties en gemeente merken dat de buurt langzaamaan achteruit gaat: de woonomgeving verloedert, mensen lijken zich steeds minder van elkaar aan te trekken, asociaal gedrag neemt op allerlei fronten toe, het gevoel van onveiligheid is relatief groot in de wijk… Aan de andere kant is het ook een wijk met veel sterke punten, met op een aantal plekken nog de nodige samenhang en met deels zeer betrokken bewoners. Kortom: zowel de bedreigingen als de kansen nopen tot een integrale wijkaanpak. Het lag daarom voor de hand om Buytenwegh aan te wijzen als pilotwijk voor het opstellen van de wijkontwikkelingsplannen. Deze bekijkt de gewenste ontwikkeling van Buytenwegh voor de komende 10 tot 15 jaar.
-5-
Afbeelding 1.1 Gemeente Zoetermeer. Begrenzing Buytenwegh -----
Wijkgrens Randstadrail Randstadrailh
alte Bushalte Winkelcentru m
Buytenpar k
Buytenweg h Rodenbuu rt Hovenbuu rt
Bron: Google maps, bewerking Companen
1.2.
Aanpak opstellen Wijkontwikkelingsplan
Dit WOP is opgesteld door de gemeente Zoetermeer en de woningcorporaties Vestia, Vidomes en De Goede Woning. Voortgang en aansturing kreeg vorm vanuit een project- en regiegroep. Bij dit WOP zijn vele bewoners betrokken en ook organisaties die in Buytenwegh actief zijn. Het wijkteam is hierbij betrokken geweest. Het proces om te komen tot het opstellen van het WOP laat zich grofweg in drie stappen opdelen. U treft ze hieronder aan. 1. Analyse van de wijk In deze stap is allereerst een analyse gemaakt van de huidige wijk, bestaande uit een: - feitelijke analyse (feitelijk beeld van de wijk op basis van beschikbare statistieken) - belevingsanalyse (beleving wijk door bewoners op basis van o.a. Leefbaarheids en Veiligheidsmonitor 2007, de Omnibusenquêtes en USP-onderzoek 2007). Deze stap resulteerde in een wijkbeeld, dat als bijlage bij dit WOP is gevoegd. 2. Thema’s en opgaven voor de wijk Het wijkbeeld uit fase 1 gaf betrokkenen een eerste gevoel bij de wijk. In de tweede fase hebben we dit beeld verder „ingekleurd‟ met de inbreng van de beleving van bewoners, organisaties en verenigingen die actief zijn in de wijk. Daartoe zijn gesprekken/interviews gevoerd met de verschillende organisaties in de wijk om erachter te komen wat er volgens hen allemaal speelt in Buytenwegh, waar het „goud van de wijk‟ ligt en welke zaken in de wijk zouden moeten veranderen. De gesprekken zijn heel open en breed ingestoken. Ook zijn er gesprekken gevoerd met willekeurige bewoners in de wijk: rond de zomer zijn gedurende een aantal dagen mensen in winkelcentrum Buytenwegh bevraagd over de wijk (wat gaat goed, wat kan beter). Tevens is op verschillende tijdstippen bij ca. 100 huizen verspreid in de wijk aangebeld om te vragen hoe de bewoners hun buurt ervaren. Ook tijdens een inloopavond konden bewoners hun bijdrage leveren. Verder is binnen de gemeente en corporaties veel informatie opgehaald van diverse afdelingen.
-6-
Al deze informatie samen gaf aan project- en regiegroep de input die nodig is om de koers, thema‟s en opgaven te kunnen bepalen voor de toekomst. Dit is verwoord in de voorliggende Visie Wijkontwikkeling Buytenwegh. Het concept visiedocument is gepresenteerd en besproken op een druk bezochte bewonersavond en in een wijkteam-bijeenkomst. Dit heeft geleid tot verdere aanscherping! Terwijl het proces verder gaat, wordt de Visie Wijkontwikkeling Buytenwegh tussentijds aangeboden aan de gemeenteraad.
3. Uitvoeringsprogramma: In de volgende stap zullen de thema‟s en opgaven (visie) worden vertaald naar een uitvoeringsprogramma. Voor zover mogelijk staat hierin hoe de opgaven concreet worden uitgevoerd: wie gaat wat doen, hoe, wanneer, waar komt eventuele financiële dekking vandaan. Enkele acties kunnen meteen worden doorvertaald naar het bestaande Wijkactieplan (afdeling Wijkmanagement), de rest is van andere orde en/of richt zich op de verdere toekomst. Samen met het wijkbeeld uit de eerste fase en het Visiedocument voor de wijk uit de tweede fase, is het WOP voor Buytenwegh dan compleet. Dit zal in het najaar 2010 zijn.
1.3.
Leeswijzer
De opzet van dit WOP is gebaseerd op de opdrachtformulering van de Raad:
Voor wie is dit WOP geschreven? Dit document vormt het beleidskader voor de wijk Buytenwegh. Het geeft de ontwikkelingsrichting aan en biedt focus voor iedereen die werkt met en in de wijk.
“Het maken van wijkontwikkelingsplannen […] waarbij sociale doelen en sociale programma’s de basis zijn voor fysieke programma’s. Sociale, woon-, economische en fysieke programma’s maken in onderlinge samenhang onderdeel van het WOP”.
-7-
De genoemde thema‟s houden we aan in de hoofdstukindeling: Hoofdstuk 2 geeft een korte schets van de wijk. Hoofdstuk 3 beschrijft de overkoepelende visie voor de wijk: waar willen we heen de komende jaren en wat zijn de doelstellingen? Hoofdstuk 4 bekijkt de wijk in sociale zin: individuele problematiek, sociaal isolement, samen leven, opvoeding en opgroeien van kinderen en jongeren. Hoofdstuk 5 kijkt naar werken, leren en wijkeconomie: zowel de situatie van de bewoners als de (gewenste) bedrijvigheid in de wijk komen aan bod. Hoofdstuk 6 behandelt het onderwerp wonen: gewenst woonbeleid op wijkniveau, wat te doen met de woningen in de wijk, welke relaties liggen hier met leefbaarheid. Hoofdstuk 7 gaat vooral over de fysieke kant van de openbare ruimte: groen, straten, stoepen en fietspaden. Maar ook de structuur van de stad en het (huidige gebrek aan) structuur en herkenbaarheid van de wijk krijgt een belangrijke plek. Hoofdstuk 8 gaat in op de benodigde communicatie en participatie met bewoners. Hoofdstuk 9 vat de opgaven en maatregelen samen in een “Agenda voor de Toekomst” voor Buytenwegh.
-8-
2. Korte Schets van Buytenwegh
2.1.
Beeld van de wijk (1-1-2009)
75 + 65 - 74 jaar 55 - 64 jaar 40 - 54 jaar 25 - 39 jaar 18 - 24 jaar 12 - 17 jaar 4 - 11jaar 0 - 3 jaar 0%
5%
10%
B uytenwegh
15%
20%
25%
Zo etermeer
Stedenbouwkundige opzet: Wijk uit de jaren „70 Stedenbouwkundige uitgangspunten: kleinschaligheid, variatie en functievermenging met veel aandacht voor ecologie en landschap Grofweg opgedeeld in Rodenbuurt en Hovenbuurt, gescheiden door de RandstadRail Goede bereikbaarheid (Randstadrail)
Voorzieningen Winkelcentrum met winkels voor dagelijkse voorzieningen Basis- en speciaal onderwijs, Leerwerkcentrum Wijkoverschrijdende voorzieningen: Boerderij, Locomotion Sportieve voorzieningen in Buytenpark Speelplekken door de hele wijk Zorgvoorzieningen: eerstelijns Welzijnsvoorzieningen: buurtverenigingen, jongerencentrum, Piëzocentrum, Resto VanHarte, Reakt
Bewoners: 9.893 inwoners 4.570 huishoudens Laag inkomen: 51% (Zoetermeer 35%) Niet werkend werkzoekend /wijk: 5,5 % (Zoetermeer 3,5%) relatief wat meer eenpersoonshuishoudens en wat minder huishoudens met kinderen, in vergelijking met Zoetermeer als totaal. Niet-westers allochtoon: 20, westers allochtoon: 12% (Zoetermeer 17% resp. 11%) Wonen 4.559 woningen De gemiddelde woonduur op het huidige adres is van de Buytenweghers is iets groter (11 jaar) dan die van de gemiddelde Zoetermeerder (10 jaar). Veel huurwoningen (63%, ten opzichte van 48% voor Zoetermeer als totaal), Aan de randen ook dure koopwoningen Veel eengezinswoningen, geen hoogbouw Woningwaarde lager dan gemiddeld voor Zoetermeer Typerende woningtypen: woondekken en dijkwoningen Mening bewoners uit peilingen gemeente: Minder tevreden over woonomgeving o bekladding, verloedering, rommel op straat o (speel)plekken voor jongeren/kinderen o kwaliteit en onderhoud groen o ontsluiting wijk o dienstverlening ouderen Tevreden over: o winkels, onderwijsvoorzieningen o openbaar vervoer, parkeren o hoeveelheid groen, recreatie- en sportmogelijkheden in de omgeving Onveiligheidsgevoelens hoger dan Zoetermeer, maar wel verbeterd
-9-
2.2.
SWOT analyse
Sterke punten Gunstige ligging ten opzichte van stadshart en buitengebied Goede bereikbaarheid Geen hoogbouw Groene wijk Veel mensen wonen er al lang Voldoende voorzieningen voor dagelijkse behoeften (winkels, scholen)
Zwakke punten Sociaal-economisch zwakkere bewoners (werkloosheid, lage opleiding, laag inkomen) Kwaliteit van het groen Relatief veel gezinnen met meervoudige problematiek Overlast van (uitgaande) jeugd Onveiligheidsgevoel onder bewoners, vooral bij parkeergebieden dekwoningen Weinig afstemming tussen maatschappelijke organisaties in de wijk „Botsingen‟ tussen buurtbewoners: oude en nieuwe bewoners, verschillende culturen, verschillende leeftijdsgroepen
Bedreigingen Slechter wordend imago door: – snelle verandering bewonerssamenstelling – staat van openbare ruimte / groen – locaties zoals bijv. de dekwoningen en welzijnsgebouw César Franckrode het goedkope deel van de woningvoorraad is aantrekkelijk voor kansarme woningzoekenden Jongeren voelen minder binding met de wijk Vergrijzende bevolking heeft onvoldoende voorzieningen in de wijk
Kansen (Groot)onderhoud van het groen in Buytenwegh Corporaties gaan dekwoningen aanpakken Door strategieën corporaties verandert samenstelling bevolking (uitponden woningen, leefstijlwonen, labelen woningen) Nieuwe initiatieven welzijnsorganisaties: bijv. komst Piëzocentrum, Resto VanHarte, FMO project de Jutters (Jeugd ggz) i.s.m. Mooi Interesse bij bewoners in participatie in de wijk: adoptiegroen, buurtpanels Ontwikkellocaties
- 10 -
3. Visie en opgaven voor de wijk Buytenwegh is een wijk vol kansen: een wijk met weinig hoogbouw, variatie in woningen en openbare ruimte, veel kruip-door-sluip-door hoekjes, vlakbij het centrum gelegen met desondanks toch nog een eigen volwaardig winkelcentrum, veel groen en volop mogelijkheden voor natuurbeleving in twee nabijgelegen parken. Het is ook een wijk die aandacht nodig heeft: relatief veel bewoners zitten in sociaal economisch zwakke situaties, de saamhorigheid in de wijk neemt af, situaties van vervuiling en overlast nemen toe, en het aandeel senioren vanaf 75 jaar zal snel toenemen.
3.1.
Toekomstbeeld van Buytenwegh: een gewilde wijk
Uit alle gesprekken die zijn gevoerd met bewoners en organisaties, blijkt dat eigenlijk alle partijen hetzelfde beeld hebben bij de toekomst van Buytenwegh: een „gewilde wijk‟ waar mensen graag willen (blijven) wonen, waar een sfeer ademt van licht, kleur en gezelligheid. Waar mensen kansen krijgen om vooruit te komen in hun persoonlijke en maatschappelijke situatie en mee te doen aan de samenleving. Een wijk waarin alle mensen zich veilig voelen, prettig kunnen wonen, activiteiten kunnen ontplooien, de deur bij elkaar echt niet plat hoeven te lopen maar wél zorg voor elkaar hebben en ernaar streven anderen op voorhand geen last te bezorgen. Iedereen wil een gevarieerde wijk met plek voor jong en oud, arm en rijk(er), autochtoon en allochtoon. Een wijk waar bedrijvigheid en leven is, waar organisaties op een adequate manier met elkaar en met bewoners samenwerken, waar iedereen zich betrokken voelt bij de eigen woonomgeving en (weer) meedoet aan het maatschappelijk leven, of hij nou werk heeft of niet.
We moeten ons realiseren dat dit beeld wellicht utopisch is, maar het is goed om het ideaalbeeld op het netvlies te hebben en te blijven werken aan die onderdelen, die een bijdrage kunnen leveren aan verandering en verbetering. Deze “Visie Wijkontwikkeling Buytenwegh” geeft daartoe belangrijke aanzetten.
- 11 -
3.2.
Ambities
Het geschetste toekomstbeeld voor Buytenwegh, „een gewilde wijk‟, laat zich nader uitkristalliseren in een aantal ambities: Buytenwegh is schoon, heel, en veilig: dit is een basisvoorwaarde en is dus op orde. o Zowel het sociale als fysieke beheer krijgt wijkgericht vorm. Trefwoorden zijn vraaggericht, flexibel, snel. Mensen in de buurt of straat hebben begrip en respect voor elkaar. Er is veel ruimte voor onderlinge ontmoeting. Bewoners hebben kansen en doen mee: individuele problemen wordt vroegtijdig gesignaleerd en opgepakt, ondersteuning is erop gericht dat mensen (weer) zelf het heft in handen nemen voor zich zelf, voor anderen en hun directe leefomgeving, o Organisaties leveren hun inzet op wat Buytenwegh nodig heeft en bieden maatwerk op straatniveau, vanuit de beleving en behoefte van bewoners. o Organisaties bieden een samenhangend pakket aan individuele en algemene ondersteuning in Buytenwegh. Voor bewoners is een wooncarrière in Buytenwegh mogelijk: er is keuzemogelijkheid c.q. differentiatie in woningen. De stedenbouwkundige structuur is waar mogelijk aangepast en gericht op meer openheid, herkenbaarheid, veiligheid en verbinding met de omgeving van Buytenwegh. Het groen in Buytenwegh is meer geconcentreerd en is verbonden met het groen in de omgeving. Financiering / subsidiëring wordt waar mogelijk van het stedelijke niveau doorvertaald naar het niveau van de wijk Buytenwegh.
3.3.
De ontwikkeling van de wijk volgen
In de volgende hoofdstukken staan de opgaven aangegeven die een bijdrage leveren om de ambities voor “Buytenwegh, een gewilde wijk” te realiseren. Om de ontwikkeling te kunnen volgen is voor de ambities een aantal indicatoren en streefcijfers benoemd. Hierbij wordt vooral ambitieus ingezet op beheer en participatie. Als referentie voor de toekomst is een nulmeting voor Zoetermeer en voor Buytenwegh opgenomen.
- 12 -
Ambitie
indicator
Z’meer
B’wegh
Gewilde wijk
kengetal evaluatie
2007
2007
van de buurt
7,6
6,7
ontwikkeling buurt:
2007
2007
* vooruit
8%
8%
13%
20%
* achteruit
25%
42%
30%
20%
Schoon, heel en
rapportcijfer
2008
2008
veilig
onderhoud directe
6,5
6,1
rapportcijfer
2008
2008
veiligheidsgevoel
7,3
6,8
Sociaal en fysiek
rapportcijfer wijkpost
2008
2008
beheer
contact
wijkgericht:
* tijd afhandeling
6,0
6,4
7,0
7,3
flexibel en snel
* resultaat
5,9
6,7
7,0
7,3
Wooncarrière
differentiatie
2008
2008
2015
2020
bron 2007: L&V
7,2
7,7
2010: Veiligheidsmonitor 2007: L&V 2010: Veiligheidsmonitor
Omnibus Openbare 6,6
7
ruimte
woonomgeving
% nww‟ers
kansen en doen
als aandeel van:
mee
7,0
7,4
2010 Veiligheidsmonitor Omnibus wijkmanagement
woningvoorraad Bewoners hebben
2008 Omnibus Veiligheid
-50 1-1-09
1-1-09
* potentiële ber.bev.
3,5%
5,5%
* feitelijke ber.bev.
5,2 %*2)
% bijstandsgerecht.
1-1-09
1-1-09
maatschappelijk
20%
28%
2009
2009
19%
20%
2009
2009
22%
24 %
Leefbaarometer -45
-40*1)
ntb
ntb
CW I/ O&S UWV
30% *3
35%
WZI
actief % vrijwilligerswerk
% actief voor buurt
Wmo Omnibus 22%
25% Wmo Omnibus
29%
35%
6,0
6,3
Mensen kennen
Kengetal sociale
2009
2009
elkaar, hebben
kwaliteit
6,2
5,7
Wmo Omnibus
respect
woonomgeving
Organisaties in de
Tevredenheid
Nieuw in Wmo Omnibus
wijk bieden
bewoners
2010
Het groen in de
rapportcijfer
Nieuw in omnibus OR
wijk
kwaliteit groen
maatwerk
*1)
minder negatieve score op aspect differentiatie; minder eenzijdig woningbestand
*2)
werkloosheidcijfer voor Zoetermeer is inmiddels gestegen naar ruim 6,8 % (UWV, 2010)
*3)
betreft voorlopige ambitie voor Buytenwegh
- 13 -
4. Sociale opgaven krijgen prioriteit in Buytenwegh Uit alle gesprekken die zijn gevoerd met bewoners, organisaties en gemeente blijkt dat in Buytenwegh „het sociale‟ erg veel aandacht behoeft. Verstoord samen leven, verloedering, individuele problematiek e.d. komt in Buytenwegh in grotere mate voor dan gemiddeld in Zoetermeer. Algemeen leeft bij betrokken organisaties en bewoners het gevoel dat er nu wel iets moet gebeuren. Het betreft volgens hen een opgave waaraan iedereen, die iets met de buurt van doen heeft, mee moet werken: professionals in de wijk en daarbuiten, maar zeker ook de bewoners zelf. Het is een opgave die vele invalshoeken kent en vanuit vele disciplines kan en moet worden aangevlogen. In dit hoofdstuk schetsen we in onderlinge samenhang de belangrijkste onderdelen: het samenleven in de wijk in zijn algemeenheid individuele problematiek kansrijk opgroeien in de wijk (noodzaak tot) wijkgericht welzijnsbeleid
4.1.
Samen leven: vanzelfsprekend!?
Het prettig samenleven in Buytenwegh is niet altijd vanzelfsprekend. Het wordt regelmatig verstoord door botsingen tussen (groepen) mensen. Dit heeft vaak te maken met onbegrip, en onwetendheid. Botsingen ontstaan tussen bewoners met verschillende culturen, oude en nieuwe bewoners, verschillende leeftijdsgroepen, door gebrek aan buurtparticipatie en door onverschilligheid naar elkaar en elkaars leefwijze. Dit uit zich grofweg op twee manieren: Enerzijds een relatief grote groep die zich steeds meer afsluit van de samenleving, en vereenzaamt c.q. in een sociaal isolement zit. Mede hierdoor ontstaat ook veel anonimiteit in de wijk. Anderzijds uit zich dit in een minder prettige manier van met elkaar omgaan en ervaren velen de mentaliteit van hun buurtgenoten (maar nooit die van henzelf) als asociaal: weinig betrokkenheid bij de eigen leefomgeving, veel rotzooi op straat (“iedereen gooit alles maar zo neer”) en weinig denken aan anderen. Veel aspecten die te maken hebben met plezierig samenleven in een wijk, komen in het hele WOP weer terug. Veel zaken dragen bij aan een prettige verblijfsplek.
- 14 -
Het WOP wil zich richten op een betere relatie tussen de bewoners: dat men elkaar kent, er begrip komt voor de onderlinge verschillen en dat er respect en verantwoordelijkheid is voor de leefomgeving en de medebewoners. Begeleiding op wijk- en straatniveau Dit zijn helaas geen zaken die zomaar opgelegd kunnen worden. Het is een mentaliteitsverandering die langzaam vorm kan krijgen in de wijk, maar die deels ook afhankelijk is van maatschappelijke trends. Desalniettemin ligt er ook op wijkniveau een taak: Ondersteuning die naar de mensen toegaat en weet wat er speelt op de verschillende plekken in de wijk; Intensievere begeleiding op verschillende terreinen, zowel op wijk- als op straatniveau; dit betekent een andere invulling van het welzijnswerk waarin nadrukkelijk wordt samengewerkt. Waar nodig repressieve aanpak (zo heeft Vestia voor 2010 een stevige aanpak gepland voor burenoverlast waarbij een advocaat al in stelling wordt gebracht na het niet reageren op brieven/telefoontjes van Vestia). Activiteiten die levendigheid en kleur in de wijk brengen en uitnodigen tot ontmoeting. We denken hierbij met name aan sport, kunst en cultuur in en om de wijk. Het mag duidelijk zijn dat het overgrote deel van de acties die in dit WOP naar voren komen, bijdragen aan een prettige samenleving in de wijk.
4.2.
Kansen bieden: aanpak van individuele problemen
In enkele delen van de wijk Buytenwegh (met name in de gebieden met dekwoningen en dijkwoningen, zie hiervoor specifiek hoofdstuk 7) speelt individuele problematiek die soms wel, soms (nog) niet zichtbaar is: problemen achter de voordeur. Individuele problemen beginnen veelal bij de „onzichtbare‟ maar wel vaak meervoudige problematiek: verslaving (drank, gokken, drugs), schulden, opvoedproblemen, relatieproblemen, psychische problemen, werkloosheid, eenzaamheid en sociale isolatie. Deze problemen vertalen zich vaak in weinig betrokkenheid bij en zorg voor de woonomgeving, en/of in onplezierig gedrag richting andere bewoners. Er is moeilijk grip op te krijgen, en mensen vinden het moeilijk om hulp te vragen. Ook speelt vaak meer dan wat er in beeld is: hulpverleners hebben geen zicht op de „andere hulpvragen‟ en/of weten onvoldoende van elkaar dat ze in hetzelfde gezin aan het werk zijn. Soms escaleert een situatie en is acuut ingrijpen noodzakelijk; bijvoorbeeld omdat een gezin er aan onderdoor gaat of omdat het overlast en onrust veroorzaakt bij andere buurtbewoners. In dat laatste geval is repressief optreden noodzakelijk, maar primair is iedereen gebaat bij een goede preventieve aanpak, die voorkomt dat zaken uit de hand lopen en liefst ook voorkomt dat problemen überhaupt ontstaan/groot worden. Dit WOP zoekt enkele concrete oplossingen in: versteviging van de „achter-de-voordeur‟ aanpak tegengaan eenzaamheid door stimuleren van onderlinge ontmoeting In deze paragraaf gaan we hierop nader in. Integrale (zorg)netwerken en achter de voordeur aanpak Veel organisaties houden zich bezig met begeleiding van allerlei vormen van individuele problematiek. Vaak zien zij allemaal afzonderlijk knelpunten bij een en hetzelfde gezin, en dan is het heel belangrijk dat partijen dit delen met andere partijen (“wat zijn jullie ervaringen met dit gezin en wat is nodig om problemen beheersbaar te houden”). Ook landelijk speelt deze
- 15 -
discussie. Om te voorkomen dat hulpverleners als eilandjes opereren en integrale problemen verkokerd worden aangepakt, is in Zoetermeer op stedelijk niveau al verschillende netwerken ingericht met een belangrijke rol voor melding, casusbespreking en aanpak. Dat zijn thans: OGGZ-netwerk (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg), Signaleringsoverleg Meldpunt Bezorgd (SMB), ZAT (Zorgadviesteam) voor scholen. Deze netwerken bestaan, maar betrokken partijen constateren toch dat ze in de praktijk gezamenlijk nog geen sluitend „vangnet‟ kunnen bieden. Wat ontbreekt in de wijk, is een integrale aanpak met vroegtijdige signalering, het bieden van kansen en een vinger aan de pols voor langere tijd. Daarom wordt de Buytenweghcoach geïntroduceerd (naar voorbeeld van de Palensteincoach) die in de gemeentelijke begroting voor 2010 al is voorzien. Deze coach inventariseert allereerst de bestaande netwerken in de wijk en bekijkt of deze voldoende zijn. Er wordt aangekoerst op een wijkzorgnetwerk. Dit is een slagvaardig netwerk waaraan o.a. de wijkmanager, corporaties, politie en jeugdzorg deelnemen. Het is een groepje dat ook direct klaarstaat in een crisissituatie: als dingen uit de hand zijn gelopen of dreigen te lopen. Eenzaamheid: ontmoeting stimuleren en faciliteren Ook in Buytenwegh wonen steeds meer mensen die eenzaam zijn en zelfs in een sociaal isolement verkeren. Het aandeel mensen in Buytenwegh dat aangeeft voldoende sociale contacten te hebben, ligt lager dan gemiddeld in Zoetermeer (Wmo omnibus 2009). Deels gaat het om dezelfde groepen als genoemd in paragraaf 4.1, maar deels ook niet. Soms ontstaat eenzaamheid door afnemende mobiliteit en/of verlies aan kennissen en vrienden om zaken mee te ondernemen (bijv. ouderen), maar soms vooral omdat mensen nergens meer aangesloten zijn bij de samenleving (bijv. langdurig werklozen). Hoe zwaarder mensen in dit sociaal isolement zitten, hoe moeilijker het is om hen „uit hun huis te krijgen‟. Deze mensen krijg je niet zomaar weer even naar een activiteit, zelfs al is het iets wat zij in beginsel leuk (kunnen) vinden. Zij moeten echt volledig bij de hand worden genomen en heel voorzichtig, stapje voor stapje, worden „meegenomen‟ naar bij hen passende activiteiten of werkzaamheden. In dit kader gebeurt al wel het nodige, zoals activiteiten door buurtverenigingen, van HarteResto en preventief huisbezoek aan 55-plussers door Vierstroom en Piëzo. Ook de in de vorige paragraaf genoemde Buytenweghcoach kan hier een rol in vervullen.
- 16 -
Naast eenzaamheid blijkt uit onderzoek (Wmo-omnibus, ouderenonderzoek GGD) dat de behoefte aan meer (buren)contact en behoefte aan hulp bij gewone dagelijkse dingen vrij veel voorkomt. Onduidelijk is de aard en omvang van de hulpvragen en waar die zit. (Vrijwilligers)organisaties en kerken bieden al hulp aan mensen met een ondersteuningsbehoefte. Er zijn mensen die best zo nu en dan willen helpen. Mensen die een uitkering hebben en willen participeren kunnen uitstekend mensen en organisaties helpen die een extra handje kunnen gebruiken. Een scholier zou zijn maatschappelijke stage kunnen inzetten voor een groep mensen met een beperking. De vraag is hoe vindt men elkaar? Hoe kun je het “sociaal weefsel” rondom mensen versterken? En hoe organiseer je het dicht bij de bewoners zelf? Een antwoord hierop is het oprichten van een sociaal activeringscentrum. Hierover wordt meer verteld in paragraaf 5.1.
4.3.
Kansrijk opgroeien
Met veel kinderen in de wijk gaat het goed. Toch ervaren veel bewoners en organisaties in de wijk dat er in toenemende mate mensen zijn die moeite hebben met het opvoeden van hun kinderen. Dit hangt vaak samen met individuele problematiek zoals geschetst in de vorige paragraaf, waardoor mensen meer bezig zijn met „overleven‟ dan met „richting geven‟. Dat uit zich op allerlei manieren: ouders die niet naar ouderavonden komen en weinig interesse in hun kinderen lijken te hebben, kinderen die een groot deel van de dag op straat zwerven (hangjongeren), kinderen die zonder ontbijt op school komen, kinderen die te maken hebben met huiselijk geweld en misbruik, etc. En hoewel bewoners zien dat je niet alle hangjongeren over één kam kunt scheren (gewoon bij elkaar zitten en chillen hoort er ook bij op die leeftijd), zorgt een deel van de jongeren voor overlast, laat zwerfvuil achter en geeft andere buurtbewoners een onveilig gevoel. Uit diverse onderzoeken blijkt dat jongeren in Buytenwegh bijzonder weinig binding met de wijk hebben. Ze vinden hun buurt niet leuk en zouden er graag uit verhuizen. Ze ervaren weinig mogelijkheden voor positieve betrokkenheid bij de wijk en activiteiten die een zinnige vrijetijdsinvulling geven. Dit WOP wil dat alle bewoners in de buurt kansen krijgen om zich te ontwikkelen, dus ook kinderen en jongeren. Het WOP richt zich daarom op verschillende invalshoeken voor een gerichte inzet op kinderen en jongeren: spelen en hangen brede school wijkaanpak jongeren Centrum voor Jeugd en Gezin. Deze onderdelen worden uitgewerkt in deze paragraaf.
- 17 -
Spelen is noodzakelijk en ‘hangen’ in de wijk moet ook kunnen Kinderen hebben speelruimte nodig in de openbare ruimte om zich goed te ontwikkelen. Veel speelplekken in de wijk hebben echter een vernieuwingsslag nodig. Waar het gevaarlijk is, worden toestellen dan ook weggehaald. Bewoners (zeker als zij kinderen hebben) ervaren veilige en prettige speelplekken en méér speelruimte en toestellen, ook voor de oudere jeugd, als belangrijk aandachtspunten in de wijk. Het vigerende „stedelijk beleidkader spelen 2005-2015” speelt hier onvoldoende op in. Hierin zijn uitgangspunten voor aard, aantal en type speel/hangvoorzieningen per wijk opgenomen. Vervanging of herinrichting van een plek komt in beeld wanneer de voorziening is afgeschreven. Het Speelbeleid zal worden aangepast. In het kader van dit WOP zal een samenhangend plan wordt gerealiseerd van voorzieningen én het aanbod van (begeleid) sporten en spelen. De mogelijkheden worden in kaart gebracht voor het benutten en zo nodig aanpassen van veldjes en pleinen in de wijk voor ontmoeting, sport en spel, waar nodig het actualiseren van de huidige speel- en hangvoorzieningen, en een programmatische samenwerking van diverse organisaties die een gevarieerd aanbod bieden verspreid in de wijk (welzijns- en sportorganisaties, zoethout, vtc, wijktuin, stadsboerderij etc.). Hier ligt ook een nauwe relatie met de brede school en wijkaanpak voor jongeren. Brede school is voor iedereen Een aantal basisscholen in de buurt vormt samen met welzijnsorganisaties een netwerk dat een aanbod voor jeugd tot 12 jaar verzorgt (het brede school principe). Dit heeft geen fysieke implicaties, maar is gericht op naschoolse activiteiten die in Buytenwegh vooral liggen in de sfeer van kunst, cultuur en andere bezigheden. Deelname van kinderen hangt af van het gegeven of ouders hun kind ervoor opgeven. De kinderen van ouders die zich hier niet mee bezighouden (lees: de kinderen die de naschoolse activiteiten het hardst nodig hebben omdat ze in een problematische gezinssituatie verkeren of omdat ze anders op straat rotzooien), blijven daarmee uitgesloten van deelname. Scholen gaan heel gericht de deelname stevig promoten. Pas dan bereikt het ook de kinderen in de zwakste situaties en kan het van groot belang zijn van de ontwikkeling van kinderen. Hier ligt ook een relatie met activiteiten in de sfeer van voorschoolse educatie en integratie. Het aanbod van de Brede school wordt verbreed in de sfeer van sport en spel. Wijkaanpak jongeren intensiveren: jongerenhonken en verkleinen overlast Eerder werd al genoemd dat jongeren vinden dat er weinig te doen is in Buytenwegh. Dit is een aansporing om samen met jongeren in de wijk uit te vinden waar zij behoefte aan hebben. Dit
- 18 -
onderzoek zal de eerste activiteit worden van het recent gestarte project Jongerenambassadeurs. In Buytenwegh staat aan de César Franckrode jongerenhonk De Keet. De bezetting, openingstijden en het programma zijn toe aan herijking. Het jongerenwerk krijgt een andere invulling: de methodiek wordt meer gericht op activering, talentontwikkeling, zelf doen, en betrokkenheid bij de wijk. In samenspraak met de vaste wijkpartners komt er een meerjarenplan voor de wijk. Om overlast van jongeren te voorkomen is er een stedelijk mobiel jongerenteam waarvan het nut voor de wijk Buytenwegh zich bewezen heeft. Mede omdat aan de rand van de wijk uitgaansfaciliteiten zijn, is er ook „s nachts overlast. Inmiddels is er een proef met een nachtteam van een beveiligingsorganisatie: het wijkpreventieteam.
CJG Meerpunt In Zoetermeer wordt in 2010 een Centrum voor Jeugd en Gezin geopend. Hier kunnen ouders terecht met vragen over alles wat met hun kinderen te maken heeft: opvoeding, scholing, maar ook medisch (consultatiebureau). De dichtstbijzijnde inlooppunt van CJG Meerpunt komt mogelijk in Meerzicht. In samenhang met wat in de vorige paragraaf is gezegd over de aanpak van individuele en/of gezinsproblematiek, wordt onderzocht of het CJG Meerpunt een eigen gezicht zal krijgen in Buytenwegh.
4.4.
Wijkgericht welzijnsbeleid
Voor het ondersteunen en betrekken van allerlei groepen mensen bij de wijk en hun deelname aan de samenleving, blijkt er bij partijen behoefte te zijn aan een vertaling van het stedelijk welzijnsbeleid in een visie op „welzijn in Buytenwegh‟. In samenwerking gaan partijen vorm geven aan wijkgericht welzijn Buytenwegh. Men gaat antwoord geven op vragen als: Welke doelgroepen hebben (op de langere termijn) behoefte aan meer voorzieningen of aandacht in Buytenwegh? Hoe pakken we dat aan? Welke partijen worden daarbij betrokken en wie gaat wat doen? Hoe borgen we een integrale aanpak? En, ook heel belangrijk: hoe gaan we daarbij om met de bestaande accommodaties in de wijk en de activiteiten, organisaties en verenigingen die daarin een plek krijgen?
- 19 -
In dit kader wordt ook een methodiek ontwikkeld voor wijkgericht subsidiëren, waarbij Buytenwegh als pilot dient. 1 Het vormt de opmaat voor Welzijn Nieuwe Stijl in Buytenwegh. Wijkaccommodaties beter benutten Tegen de achtergrond van zo‟n wijkgericht welzijnsbeleid is het belangrijk te weten, dat er nu verschillende accommodaties zijn waarin organisaties sociaal-culturele activiteiten en ander welzijnswerk aanbieden. De indruk bestaat dat hier veel goede dingen gebeuren, maar dat de onderlinge samenwerking tussen verenigingen en organisaties met een „eigen‟ fysieke locatie gering is. En dat terwijl de meeste van deze accommodaties niet de hele dag geopend zijn en dus uren „over‟ hebben waarop andere activiteiten kunnen worden aangeboden. Door samenwerking en accommodaties beter te benutten kunnen meer groepen bewoners worden bereikt en kunnen meer mensen deelnemen aan activiteiten. Ook kan zo meer samenhang in het wijkaanbod ontstaan. Dat zal een belangrijke bijdrage leveren aan het (weer) betrekken van mensen bij datgene wat er in hun eigen wijk te doen is.
1
Welzijn Nieuwe Stijl is het verbeterprogramma voor de uitvoering van de Wmo van het ministerie van VWS. Kernkwaliteiten daarbij zijn mensen met elkaar in verbinding brengen en direct er op af. Zoetermeer werkt dit programma momenteel uit met de nadruk op resultaat gericht werken, direct er op af, ondernemingsgezind, met creativiteit en lef en wijkgericht werken.
- 20 -
5. Werken en leren: participatie start bij zingeving In Buytenwegh wonen relatief veel mensen zonder werk en met een (bijstands)uitkering. De afstand tot de arbeidsmarkt is voor velen groot. Veel problemen op wijkniveau komen mede voort uit werkloosheid: mensen missen zingeving en een dagstructuur, raken in een sociaal isolement en/of reageren hun eventuele onvrede af op de omgeving, gaan soms drinken of anderszins „gebruiken‟ en glijden steeds verder af. Deze problemen zijn in hoofdstuk 4 reeds aan bod gekomen. Het is dus van belang om mensen aan het werk te houden/te krijgen en te zorgen dat ze weer gaan/blijven meedoen in de samenleving. Dat mag gaan om betaald werk, maar vrijwilligerswerk heeft nagenoeg dezelfde functie. Tevens leveren bedrijven een belangrijke bijdrage aan de fysieke en sociale leefbaarheid en hebben ze een belangrijke rol in het toekomstperspectief van de wijk en de bewoners. Dit hoofdstuk gaat hier nader op in.
5.1.
Weer aan het (vrijwilligers)werk in de wijk
Bedrijvigheid en mogelijkheden tot opleiding in de wijk zijn erg belangrijk om sociaal afglijden van (langdurig) werklozen te voorkomen. Hoewel veel zaken die te maken hebben met werktoeleiding en re-integratie thuishoren bij het stedelijk beleid, kunnen projecten die op wijkniveau worden georganiseerd daaraan veel bijdragen. Dit vraagt om een gerichte benadering van (langdurig) werklozen, liefst vanuit het gemeentelijke werklozenbestand. In feite gaat het hier om individuele trajectbegeleiding. In Buytenwegh bestaat al een aantal initiatieven dat mensen onder begeleiding (weer) aan het werk kan helpen in de wijk. Het is zinvol om te bekijken welke mogelijkheden er nog meer zijn om op het niveau van Buytenwegh (langdurig) werklozen gericht te activeren voor (vrijwilligers)werk in de eigen wijk. Een centrum, waar vraag en aanbod voor (vrijwilligers)werk in de wijk bij elkaar worden gebracht, gaat hierin een belangrijke rol spelen. We zoeken „Nieuwe Combinaties‟ die inspelen op de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning (bijvoorbeeld bij klusjes in en om het huis, boodschappen doen), meer contacten en ontmoeting, eenzaamheid tegengaan en dagbesteding. Een nieuw Zoetermeers model, dat niet concurrerend is aan bestaande voorzieningen, maar juist de verbindingen legt en een brug slaat tussen bewoners, corporaties, gemeente, partijen en organisaties die elkaar tot nu toe niet hebben gevonden.
- 21 -
Als start wordt een Sociaal Activeringscentrum in Buytenwegh opgezet, voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zij gaan aan de slag voor klussen in de wijk. Het uiteindelijke doel is om dit centrum uit te bouwen tot een centrum waar vraag en aanbod van allerlei vormen van informele hulp bij elkaar komen en worden gematcht.
5.2.
Leren en bevorderen sociale betrokkenheid jongeren
Bij veel jongeren maakt het gebrek aan opleiding dat ze moeilijk op de arbeidsmarkt instromen. Een leerwerktraject kan voor hen de manier zijn om straks beter toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt, om vaardigheden op te doen en zeker ook om sociale contacten te leggen. Er is een aantal belangrijke initiatieven genomen om hierin iets te kunnen betekenen voor de wijk. Het WOP wil niet op voorhand actief op zoek gaan naar meer initiatieven (wel prima als die door organisaties zouden worden geïnitieerd), maar wil de gezamenlijke inzet primair richten op ondersteuning van deze kansrijke bestaande initiatieven om ze duurzaam in de wijk te „verankeren‟. Het gaat om stageplekken voor jongeren in winkelcentrum en leerwerkplekken bij Resto Van Harte. Hiermee heeft de wijk „pareltjes‟ die het koesteren waard zijn! Nieuwe initiatieven zijn: - Maatschappelijke stages in de wijk door leerlingen van het Alfrinkcollege - Leerwerk-project Watch-Out (Vestia)
Leer-werkplekken voor jongeren in winkelcentrum Ondernemer „Tico‟ (schoenmaker winkelcentrum Buytenwegh) heeft overlastgevende hangjongeren de gelegenheid geboden om in zijn winkel kennis te maken met het vak van schoenmaker. De jongeren reageerden hier heel positief op. Ze leren zo een ambacht, ze leren ook dat het goed kan voelen om „aan het werk te zijn‟ en als mooie bijkomstigheid leveren ze op die momenten in elk geval geen overlast in de wijk. Dit initiatief was aanleiding voor een nieuw op te zetten project. Hieraan nemen 8 winkels deel gebaseerd op beleidingscapaciteit en het product van de ondernemers. Zij vormen het Opleidingswinkelcentrum Buytenwegh, werken samen met het ID College / Leerwerkcentrum en het Atrium (Leerwegondersteunend onderwijs) en bieden 8 jongeren een intensief traject richting de detailhandel.
- 22 -
Van Harte Resto Het van Harte Resto is het leerwerktraject van het Leerwerkcentrum van het ID College aan de César Frankrode. Hier krijgen werklozen een kans om werkervaring op te doen en kunnen buurtbewoners voor een klein bedrag een maaltijd nuttigen. Een dubbele wijkfunctie dus: opleiding en ontmoeting. Maatschappelijke stages in de wijk door leerlingen Alfrinkcollege De middelbare scholen in Zoetermeer willen voor het uitvoeren van de maatschappelijke stages van hun leerlingen graag elk een wijk „adopteren‟. De maatschappelijke stages die de leerlingen volgen kunnen daarmee in het teken komen te staan van de wijk. Het Alfrinkcollege wil graag de wijk Buytenwegh- de Leyens adopteren. Dit biedt kansen leerlingen en voor diverse organisaties en activiteiten in de wijk. Project Watch Out Vestia wil graag het Project Watch Out initiëren waarbij jongeren zonder werk of opleiding de kans krijgen via een leerwerkplek een opleiding te volgen, betaald werkervaring op te doen en aansluitend werk te vinden in de beveiliging. De mogelijkheden worden in het kader van de Sociaal Economische Agenda verder verkend.
5.3.
Bedrijvigheid in de wijk
Bedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan leefbaarheid van de wijk. De bedrijven bieden werkgelegenheid aan mensen in de wijk, investeren in hun pand (en dus ook in de wijk) en leveren voorzieningen aan de mensen die er wonen. Bedrijven zijn dus belangrijk voor de sociale leefbaarheid van de wijk. In de woonwijken manifesteert zich een nieuwe manier van werken; gedacht moet worden aan het starten van een bedrijf aan huis, een groei van het aantal ZZP-ers en wellicht mensen die een tweede (zelfstandige) baan naast een vast dienstverband elders hebben. Bij groei zullen deze mensen doorstartbehoeften hebben die ze vooral in de directe woonomgeving zoeken (rapport Kracht van Zoetermeer). Wellicht hebben ze nu al behoefte aan bepaalde huisvesting/ vergaderfaciliteiten in de wijk. Ook kunnen bepaalde nieuwe woonvormen werken aan huis in de toekomst makkelijker maken. Een onderzoek in Buytenwegh met als vraag of huisvesting en faciliteiten in de wijk invloed hebben op de wijkeconomie, zoals uitgevoerd in Oosterheem, zal ook in Buytenwegh worden ingezet. Winkelcentrum borgt goed voorzieningenniveau Het winkelcentrum is enkele jaren geleden flink opgeknapt en heeft een goed aanbod aan winkels. Bewoners zijn daarmee erg blij, maar geven aan dat de verblijfswaarde van het winkelcentrum nog wel wat vergroot mag worden: 2gezelliger en fleuriger.
- 23 -
Bedrijvigheid en ondernemerschap Indien het eerder genoemde werkgelegenheidsonderzoek in Buytenwegh hiertoe aanleiding geeft, wordt in het kader van het startersbeleid de bedrijvigheid en het ondernemerschap (vooral ZZPers) gestimuleerd en het vestigingsklimaat in de wijk verbeterd. Daarbij valt te denken aan een starterscafé of mogelijkheden voor een bedrijfsverzamelgebouw.
- 24 -
6. Woonopgaven vooral gericht op leefbaarheid Over het wonen in Buytenwegh zijn bewoners over het algemeen tevreden. Vooral de eigen woning en de groene en ruim opgezette woonomgeving, die dicht bij het centrum én bij het buitengebied ligt, stemmen tot tevredenheid. In dit hoofdstuk bekijken we het „wonen‟ in Buytenwegh. Het gaat dan met name om de fysieke kant, de woningen en directe omgeving zelf. De relatie tussen fysiek en sociaal komt ook in dit hoofdstuk weer duidelijk naar voren: waar problemen in de fysieke omgeving zich voordoen, is vaak sociaal ook wat aan de hand. Twee typen woningen in het bijzonder zijn zeer kenmerkend voor Buytenwegh: de dekwoningen en de dijkwoningen. Dit betreffen concepten die indertijd juist bedoeld waren om de leefbaarheid te vergroten, maar die veertig jaar later toch met de nodige leefbaarheidsproblemen kampen. Voor een deel van de woningvoorraad van dit type is ingrijpen nodig, veelal op sociaal én fysiek gebied. In dit hoofdstuk gaan we in op: vertalen stedelijke woonvisie naar wijkniveau aanpak dekwoningen en omgeving aanpak omgeving dijkwoningen Hiermee geeft dit WOP een aantal belangrijke accenten, waarin de betrokken corporaties en de gemeente nadrukkelijk samen willen optrekken. Daarnaast hebben de afzonderlijke corporaties (Vidomes, Vestia en De Goede Woning) alle drie ook hun eigen visie op de eigen voorraad geformuleerd, die zij vertalen in een eigen aanpak. Deze sluit aan op hetgeen we stellen in dit WOP.
6.1.
Plan van aanpak wonen in Buytenwegh
De woningvoorraad in Buytenwegh biedt veel mogelijkheden. De corporaties stellen plannen op voor het verbeteren van de dek- en dijkwoningen en andere corporatiewoningen zijn ondertussen gerenoveerd of worden dat nog. In Buytenwegh zijn geen plannen voor grootschalige sloop/nieuwbouw of andere grote ingrepen. Met de mogelijkheden die de huidige woningvoorraad biedt, is dat ook niet nodig. We gaan hier in op de mogelijkheden voor jongeren, starters en senioren, op de woningvoorraad en woningdifferentiatie, en op de invulling van ontwikkellocaties. Om meer zich te krijgen op reden voor vertrek uit en vestiging in Buytenwegh, zal een marktonderzoek worden gehouden. Jongeren en starters: Buytenwegh heeft voldoende geschikte woningen Het Plan van Aanpak Jongeren op de Zoetermeerse woningmarkt (2009) zet in op het realiseren van enkele honderden jongerenwoningen, vooral in en rond het centrum. Het ligt om een aantal redenen niet voor de hand om in Buytenwegh meer jongerenwoningen te realiseren: de woningvoorraad bevat relatief veel goedkope(re) huur, waardoor jongeren al goed in Buytenwegh terecht kunnen. Voor de woningdifferentiatie is het beter als er (iets) duurdere woningen worden toegevoegd. Het gebied rond de halte Voorweg van de Randstadrail is in „Bouwen aan Zoetermeer‟ aangewezen als potentiële ontwikkellocatie. Deze locatie is door de ligging (bij een halte van
- 25 -
Randstadrail en doorgaande wegen) echter wel geschikt voor jongeren, vooral voor koopwoningen voor starters, gecombineerd met ruimte voor startende bedrijven. Senioren: geschikte woningen en zorg in de buurt Uit het Plan van Aanpak Senioren op de Zoetermeerse Woningmarkt (2009) blijkt dat er in Zoetermeer kwantitatief gezien voldoende voor senioren geschikte woningen zijn. Omdat de woonwensen van senioren de afgelopen decennia zijn veranderd, voldoet een deel van deze woningen echter niet meer aan de eisen die senioren nu vaak aan een woning stellen. Ook in Buytenwegh staan woningen die wel voor senioren bestemd zijn, maar niet meer aan de hedendaagse kwaliteitseisen voldoen. Er wordt een inventarisatie gemaakt van de verbetermogelijkheden van deze woningen, zodat een verbeteragenda kan worden opgesteld. Als woningen niet voldoende kunnen worden verbeterd of verbetering is financieel niet haalbaar, dan is er een aantal opties. Zo kunnen de woningen worden bestemd voor een andere doelgroep, terwijl elders in de wijk geschikte woningen worden toegevoegd (evt. door renovatie/verbetering). Vervangen van de woningen is ook een van de mogelijkheden. De uitvoering van de verbeteragenda kan over een lange periode worden uitgesmeerd.
Buytenwegh maakt deel uit van de woonservicezone Buytenwegh- De Leyens. De concentratie van voorzieningen ligt aan de Grondelkade, en dat blijkt voor Buytenwegh eigenlijk te ver te zijn. Daarom worden de mogelijkheden bekeken om in Buytenwegh een sateliet-woonservicezone te realiseren. De belangrijkste ontbrekende voorziening is op dit moment een steunpunt. De meest geschikte locatie hiervoor is in of rond het centrumgebied. Als onderdeel van dit steunpunt kan een dagbehandeling worden gerealiseerd, waar mensen met een beginnende vorm van dementie worden getraind in het behouden van hun vaardigheden. Voor verzorgd wonen zijn voldoende geschikte woningen in de wijk aanwezig. Er is op stedelijk niveau een tekort aan verpleeghuiscapaciteit, vooral psychogeriatrisch. Het beleid is om in 2020 in iedere wijk een kleinschalige woonvoorziening te realiseren zoals Domus aan de Bijdorplaan. Het gebied rond het winkelcentrum is hiervoor het meest geschikt. Onderzocht wordt of voor vijf groepen van zeven bewoners ruimte gevonden kan worden. Dit kan het snelste worden gerealiseerd door het vrijmaken en aanpassen van bestaande woningen. Als dit technisch of om een andere reden niet haalbaar blijkt, kan het programma in nieuwbouw worden gerealiseerd. Dit is mogelijk vanaf 2020.
- 26 -
Woningvoorraad en woningdifferentiatie Woningtoewijzing is nooit (sec) de oorzaak van leefbaarheidproblemen, en is dus ook nooit dé oplossing. De oorzaak van leefbaarheidproblemen zit vaak in het woningaanbod: een concentratie van bepaalde woningtypen (gestapeld) en prijsklasse (goedkoop). In het hele pakket maatregelen om de leefbaarheid in en om een complex te verbeteren, zijn het aanpassen van het complex (waardoor het complex aantrekkelijker wordt om te wonen) gecombineerd met andere toewijzingscriteria wel instrumenten die op langere termijn een goede uitwerking op de leefbaarheid kunnen hebben. Het gaat niet snel: bij een mutatiegraad van 10% komt ieder jaar één op de tien woningen leeg. Het aantrekkelijker maken van woningen gaat niet alleen over de woning zelf, ook de (semi-) openbare ruimte speelt hierin een grote rol. Aan de sturing op instroom door toewijzingscriteria zitten beperkingen. De mogelijkheden om te sturen zijn: Inkomen: de maximuminkomenseisen kunnen worden verruimd, zodat ook huishoudens met een hoger inkomen in Buytenwegh kunnen komen wonen. Huishoudengrootte: voor grotere woningen kan de minimum huishoudengrootte worden verruimd, zodat ook kleinere huishoudens in een grotere woning kunnen wonen. De kansen voor grotere huishoudens mogen hier niet (veel) onder lijden. Leefstijl: omdat het sturen op leefstijl geen woningzoekenden uitsluit, is dit instrument in Buytenwegh goed toepasbaar. Vestia is van plan om dekwoningen naar leefstijl te toe te wijzen. Prijsdifferentiatie: door een deel van de woningen bij mutatie naar een ander huursegment te tillen (van bereikbaar naar niet-bereikbaar) wordt een andere groep woningzoekenden aangetrokken. Bij huurverhoging moet de prijs-kwaliteitverhouding wel kloppen: een kwaliteitsverbetering van de woning is in een aantal gevallen nodig om de huurverhoging te rechtvaardigen. In de nieuwe Regionale Huisvestingsverordening wordt gestreefd naar het opnemen van aanvullende voorwaarden bij woningtoewijzing als er op straat- of blokniveau overlast is door slechte leefbaarheid of de leefbaarheid aantoonbaar onder druk staat. De nieuwe verordening wordt naar verwachting in 2011 van kracht. In de nota Duurzaam Bouwen is opgenomen dat iedere corporatie minimaal een renovatieproject extra duurzaam uitvoert. Het ambitieniveau gaat hierbij verder dan gebruikelijk bij renovatie. Corporaties onderzoeken samen met de gemeente of één van deze projecten in Buytenwegh kan worden gerealiseerd. Onder duurzaam wordt hierbij niet alleen energiezuinig bedoeld, maar ook levensloopbestendig en technologisch bij de tijd (domotica). Ontwikkellocaties In het bestemmingsplan Buytenwegh is voor een locatie aan de Mendelssohnrode en de locatie van het tankstation aan de Muzieklaan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, met als nieuwe bestemming woningbouw. Daarnaast staan in het bestemmingsplan een aantal locaties die voor herontwikkeling in aanmerking komen, maar dan vanaf 2020. Het gaat hierbij om het onderwijsen welzijnscluster aan de César Franckrode, het winkelcentrum en omgeving en een stukje bij de Vortiusrode. Een aantal nieuwbouwprojecten staat thans op stapel in Buytenwegh.
- 27 -
Bellahove Op het oude kantoorterrein van het horeca Branche Instituut aan de Jacobus Bellamyhove ontwikkelt Vidomes samen met een marktpartij woningbouw. Het gaat om 30 sociale huurappartementen en 18 vrije sector huurwoningen (beide van Vidomes) met een oppervlakte van 75m tot 110 m2. De woningen hebben allemaal minimaal 3 kamers. In het project zitten ook 25 koopwoningen van de projectontwikkelaar. De beoogde oplevering van het project is eind 2010. Kurt Weillrode Aan de Kurt Weillrode, grenzend aan het dekkenplan, is een locatie waar twee scholen zijn gesloopt en waar nieuwbouw gepleegd mag worden. Hiervoor zijn Vestia, AM Wonen en Weboma geselecteerd. Naar verwachting wordt in 2010 het definitief ontwerp afgerond. De bouwopgave voor Vestia bestaat uit 25 koopwoningen.
Om meer differentiatie te kunnen realiseren in de woningvoorraad in Buytenwegh, is het goed om op de ontwikkellocaties woningen te realiseren die nog niet in de wijk staan, en waarmee ook andere groepen bewoners worden getrokken. Daarnaast beginnen in Buytenwegh relatief veel mensen een eigen bedrijf aan huis. Om deze mensen bij de groei van hun bedrijf een plek in de wijk te kunnen bieden, zijn woningen met atelier-, bedrijfs- of kantoorruimte, lofts (vrij indeelbare woningen), studio‟s, een goede aanvulling. Als dit in collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) wordt gerealiseerd, wordt een optimale aansluiting bij de vraag gerealiseerd. Doorstroming is een bijproduct van een meer gedifferentieerde woningvoorraad. Omdat doorstroming van kansrijkere huishoudens ten koste kan gaan van de draagkracht van hun huidige woonomgeving, is het in Buytenwegh geen doel op zich. Wel moet de woningdifferentiatie wooncarrière in de wijk mogelijk maken. Dit betekent dat op ontwikkellocaties vooral woningen worden toegevoegd van een type en/of prijsklasse dat in de wijk niet (veel) voorkomt, maar dat wel aansluit bij de vraag vanuit de wijk.
- 28 -
6.2.
Aanpak dekwoningen en omgeving
Er zijn 1.100 dekwoningen in Buytenwegh, een type woning waarbij over het algemeen de eerste woonlaag niet op straatniveau ligt, maar een niveau hoger. Op straatniveau liggen vooral parkeerruimten, slechts op sommige plaatsen zijn er woningen. De dekwoningen zijn erg gevarieerd: klein en groot, sociale huur, particuliere huur en koop. De dekwoningen lijden momenteel onder een negatief imago. Vestia wil nadrukkelijk inzetten op imagoverbetering en op het herstellen van het vertrouwen van de bewoners. Er moet weer een positief gevoel bij de dekbewoners gaan groeien. De problemen bij de dekwoningen variëren ook; niet alleen in aard, maar zeker ook per gedeelte en per eigendomssituatie. Het vraagstuk van de dekwoningen heeft te maken met de bewoners zelf, de woningen, de parkeerruimten onder de dekken en de directe omgeving. Deze punten behandelen we in deze paragraaf. De aanpak van de gebieden van de dekwoningen zal zich kenmerken door een integrale benadering vanuit de invalshoeken: sociaal, fysiek en veiligheid. Dit vraagt om een nauwe samenwerking tussen de corporaties, gemeente, Buytenweghcoach, welzijnswerk en andere partners. Relatief veel problemen achter voordeuren dekwoningen De dekwoningen in het sociale huursegment zijn over het algemeen goed betaalbaar voor mensen met een minimum inkomen. Deze concentratie van mensen met een kwetsbare achtergrond zorgt ervoor dat in de dekwoningcomplexen relatief veel mensen wonen die kampen met vormen van individuele problematiek. De fysieke aanpak van een complex is aanleiding om met bewoners (thuis) in gesprek te komen. Indien blijkt dat zij een steuntje in de rug of hulp nodig hebben, dan kan de Buytenwegh coach worden ingeschakeld.
Labelen en/of differentiatie dekwoningen? In de dekwoningen is een concentratie te vinden van mensen die potentieel kwetsbaar zijn. Verschillende ingrepen in toewijzingsbeleid van corporaties kunnen ervoor zorgen dat deze concentratie kleiner wordt, of dat op een andere manier deze wankele situatie wordt doorbroken. Anderzijds: differentiatie leidt wel weer tot afname van woningen in de meest betaalbare categorie. Elke corporatie kijkt hier op z‟n eigen manier naar. Vidomes wil deze woningen meer differentiëren om te zorgen voor meer menging in inkomensgroepen op de dekken. Het grootste deel van de woningen blijft bereikbaar voor de doelgroep met een laag inkomen, maar her en der worden woningen zo gelabeld dat die makkelijk toegankelijk worden voor (ook) mensen met een hoger inkomen, of kleinere huishoudens. De Goede Woning denkt er ook over om een deel van de woningen anders te labelen om zo meer differentiatie te krijgen. Zo overweegt men de invoering van een minimuminkomen voor de dekwoningen. Vestia houdt in beginsel deze woningen allemaal gelabeld in het segment sociaal bereikbaar. Niemand wordt uitgesloten, maar Vestia wil deze kwetsbare huishoudens wel op andere manieren ondersteunen. Daarnaast wil Vestia het leefstijlwonen gaan invoeren. Verschillende delen van de dekken gaan zich in fysieke maar ook sociale aanpak onderscheiden van andere dekdelen. Waar de ene leefstijl meer behoefte heeft aan ontmoeting op het dek, hebben andere leefstijlen meer behoefte aan privacy. Hier kun je de dekken op aanpassen. Zo verklein je de kans op conflicten tussen dekbewoners.
Gezamenlijke aanpak dekwoningen door corporaties (en mogelijk VvE’s) Gemeente en corporaties zijn het er hartgrondig over eens dat de woningen in zijn algemeenheid aandacht nodig hebben. Het gaat om zowel de dekken zelf, de woningen en de parkeergedeeltes eronder. De aanpak van de dekwoningen verschilt per corporatie; in het kader treft u een overzicht aan van de huidige beoogde aanpak. Nadrukkelijk is echter in dit WOPproces afgesproken om de verdere aanpak in samenspraak op te stellen en uit te voeren.
- 29 -
Beoogde aanpak dekwoningen: wie doet nu wat? De Goede Woning heeft de dekwoningen en dekken reeds grondig gerenoveerd. Wel ziet zij in dat er een aanpak moet komen voor de parkeerplaatsen, maar wel in afstemming met de twee andere corporaties, de gemeente en de VvE‟s. Vestia heeft renovatie uitgevoerd in 1995 en is plannen aan het ontwikkelen om de dekken (opnieuw) aan te pakken. Vestia heeft een onderzoek naar leefstijlen laten uitvoeren en wil het „leefstijlwonen‟ graag invoeren op de dekken. Concreet gaat Vestia in 2010 beginnen met het opknappen van de buitenkant van de woningen. De woonomgeving en een onderzoek naar mogelijkheden met de garages. In 2011 begint Vestia met verbetering van het dek zelf en de entrees. Vidomes heeft in 1998 een renovatie uitgevoerd. Net als Vestia bereidt zij nu een nieuwe renovatie voor. In 2010 stelt Vidomes een plan van aanpak voor de buitenkant van de woningen, de woonomgeving (voornamelijk de infrastructuur) en de garages op, de uitvoering is nog niet gepland. Enkele stukken van de dekwoningen zijn in particulier eigendom. Het is voor corporaties en gemeente moeilijk om deze eigenaren (deels verenigd in een VvE) mee te krijgen in een opknapproces van alle dekken. De gemeente wil zich inzetten om de VvE‟s waar nodig te ondersteunen bij het actief opzetten van een onderhoudsplan en door ze mee te nemen in het proces dat de corporaties en de gemeente hieromtrent opzetten.
Onderhoud en beheer openbare ruimte dekken De looproutes langs de dekken zijn vrij toegankelijk. Lastig bij onderhoud en beheer van deze delen is dat deze routes eigendom zijn van verschillende partijen. Zowel gemeente, de corporaties als de VvE‟s hebben stukken en onderdelen in bezit, maar het is niet voor iedereen altijd duidelijk waar de grenzen liggen, en welk onderhoud en beheer bij welke partij ligt. Er is reeds een afspraak gemaakt waarbij gesteld wordt dat de corporaties in beginsel verantwoordelijk zijn voor de fysieke leefbaarheid op de dekken, maar een aantal aandachtspunten moeten corporaties en gemeente in dit verband integraal oppakken en eenduidige afspraken maken. Onder meer over: handhaving aansluiting van de dekken op de openbare ruimte (maaiveld-niveau) eigendomsverhoudingen in relatie tot goed beheer van eigendom ophalen grofvuil.
Aanpak en beheer parkeerruimten onder de dekken Onder de dekwoningen bevinden zich op straatniveau parkeerruimten. Deze zijn vrij toegankelijk en in eigendom van zowel gemeente (rijgedeelten) als corporaties (parkeervakken). Zowel bewoners van de dekken als omwonenden maken gebruik van de parkeervoorziening. Hier ervaren veel mensen onveiligheid (vuil, inbraak, hangjongeren, etc.). Corporaties en gemeente onderkennen deze situatie en willen zich inzetten voor een sociaal veiliger situatie. De eigendom- en parkeersituatie maken het echter lastig om de parkeerdekken
- 30 -
af te sluiten voor de buurt. Gemeente en corporaties willen dit vraagstuk integraal meenemen in een aanpak voor de dekken. Ook VvE‟s worden hierin betrokken. Een goede aanpak zal wel enorme investeringen vragen, van corporaties maar zeker ook van de gemeente. In sommige parkeerdekken is overigens al enige verbetering aangebracht: meer verlichting en vernieuwing van het schilderwerk.
6.3.
Omgeving dijkwoningen: sociaal en fysiek beheer
Dijkwoningen zijn gebouwd aan weerszijden van een kunstmatig verhoogd voetpad, een dijkje. De woningen zijn onderverdeeld in onder- en bovenwoningen. Het zijn woningen die in particulier bezit zijn en in bezit van corporatie Vidomes. De dijkwoningen, voornamelijk gelegen aan de Coornherthove, Anna Blamanhove, Bordewijkhove en de Boutenshove, hebben te maken met een meervoudige problematiek: sociale problemen die hier relatief veel voorkomen en problemen rondom het beheer en onderhoud van de dijkwoningen en de omgeving. Net als bij de dekwoningen, stelt dit WOP een integrale aanpak voor de dijkwoningen voor. Sociale problematiek Net als op de dekwoningen, wonen in de dijkwoningen veel mensen met een sociaaleconomisch zwakkere achtergrond. Mede hierdoor kennen bewoners van delen van de dijkwoningen relatief meer individuele problematiek. In een bepaald gedeelte staan bijvoorbeeld opvallend veel kinderen onder toezicht; ook dit is een aanleiding om meer in te zetten op het „achter de voordeur‟ komen en wijkactiviteiten te organiseren. Gezamenlijke aanpak omgeving dijkwoningen De dijkwoningen kennen een complexe beheersituatie, waardoor het beheer van (voornamelijk) de openbare ruimte te wensen over laat. Daarom starten gemeente en Vidomes samen met het buurtpanel hier een pilot waarin zij gezamenlijk het beheer in dit gebied vormgeven. Het gaat met name om onderdelen als trappen, bestrating en verlichting. De overlast van uitgaande jongeren wordt hierin meegenomen. Slagkracht, mandaat en verstand van uitvoering zijn de trefwoorden voor de betrokken medewerkers die de pilot gaan vormgeven. Bij de gemeente gaat het om bijdragen vanuit welzijn, groen en „grijs‟, waarbij één persoon nadrukkelijk projectleider/verantwoordelijk moet zijn. Ruimte voor jeugd In paragraaf 4.3. refereerde dit WOP onder meer aan de noodzaak om fysiek ruimte te creëren voor jeugd. Daarvoor liggen enkele kansen in de omgeving van de dijkwoningen: het plein van het scholencomplex bij de sporthal aan de Brabanderhove kan beter benut worden voor vrijetijdsbesteding van kinderen (nu alleen activiteiten van de scholen zelf) aanpak van overlast door (hang)jongeren: de dijkwoningen liggen bij de route van en naar uitgaansgelegenheden en koffieshop.
- 31 -
7.
Fysieke kansen in de wijk
Sociale problemen uiten zich ook vaak in fysieke symptomen: zwerfvuil, rommel, verpaupering met als gevolg sociale onveiligheid en verloedering. In hun aanpak en oplossing is zowel inzet vanuit de fysieke als vanuit de sociale hoek noodzakelijk en elkaar versterkend. Ook in Buytenwegh gaan mensen de laatste jaren minder zorgvuldig om met „hun‟ openbare ruimte. De overmaat aan zwerfvuil, vandalisme, hondenpoep, etc. zijn zaken waar veel mensen zich aan ergeren. Daarnaast vraagt ook de groen- en gebouwde structuur in de wijk hier en daar om aandacht. De jaren „70 kronkeling zorgt voor veel onoverzichtelijke situaties. En hoewel veel bewoners al dat „kruip door sluip door‟ ook wel weer erg waarderen, maakt dit de openbare ruimte in Buytenwegh niet gemakkelijk om te onderhouden. De opbouw van de wijk en de destijds aangeplante hoeveelheden en soorten groen leveren veel werk op. In dit hoofdstuk gaan we in op de mogelijkheden om vanuit fysieke invalshoek de leefomgeving te verbeteren: veiligheid, beheer, en de stedenbouwkundige structuur: wegen, fietspaden en het groen.
7.1.
Veiligheid en ‘enge plekken’
Veel onderdelen van dit WOP gaan feitelijk over sociale veiligheid: hoe veilig voelen mensen zich in hun wijk. Denk bijvoorbeeld aan de parkeerdekken in paragraaf 6.2. Het streven is dat elke bewoner zich veilig voelt in z‟n eigen wijk. Elke buurt kent op die manier zijn eigen „enge plekken‟; mede door de stedenbouwkundige opbouw en de groenstructuur is dit een punt dat in Buytenwegh aandacht behoeft.
Elk jaar maakt de gemeente een inventarisatie van enge plekken, op basis van signalen van bewoners. De gemeente maakt een selectie van de plekken die in reguliere aanpak worden meegenomen en plekken die een aparte aanpak nodig hebben.
Naast “enge plekken” zijn er vanuit de wijk nog een aantal locaties naar voren gekomen die aandacht vragen: Plekken in de wijk waar mensen zich niet prettig en onveilig voelen: de uitgaansroute de wijk in vanuit De Boerderij en Locomotion, de fietstunnels en de situatie bij station Voorweg. Plekken waar bewoners de verkeersveiligheid niet in orde vinden, zoals aan de Muzieklaan en de Zwaardslootseweg, waar de oversteekplaatsen door te hard rijden soms als gevaarlijk worden ervaren.
- 32 -
Het parkeren bij de scholen (ouders en busjes die kinderen naar school brengen en halen) is voor velen een ergernis. Onder het motto “Veiligheid maak je zelf” wordt in Zoetermeer een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van bewoners. In Buytenwegh zal dit o.a. vorm krijgen door het project Wijk en Agent Samen (WAS) te stimuleren. Dit is een project van bewoners en politie samen.
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen werkt preventief tegen woninginbraak, overlast, vandalisme en criminaliteit op straat. Hoe? Door eisen te stellen aan het ontwerp van de woonomgeving (wijk en buurt), het wooncomplex en de individuele woning. Het keurmerk stelt ook andere eisen, gericht op voorzieningen (bijvoorbeeld verlichting en begroeiing) of een beheerplan. Door het nemen van bepaalde preventieve maatregelen kunnen bewoners ook veel zelf doen om inbraak te voorkomen. Denk aan de deuren 's nachts op slot doen, zorgvuldig met sleutels omgaan, ramen dichtdoen tijdens het slapen, afspraken met buren maken, etc.
Tot slot kan het hanteren van de criteria van het Politiekeurmerk Veilig Wonen bijdragen aan de sociale veiligheid in en rond woningen, wooncomplexen, in buurten en de wijk.
7.2.
Beheer nieuwe stijl: vraaggericht
De wensen en eisen voor onderhoud en beheer verschillen per plek in de wijk. Veel bewoners zijn tevreden over de meldmogelijkheid in de wijkpost, maar er blijft ook de nodige ontevredenheid bestaan. Die betreft zowel het reguliere onderhoud en beheer als de opvolging en afhandeling van meldingen. Voor alle partijen is duidelijk, dat het belangrijk is dat het beheer snel en flexibel moet kunnen opereren. Het huidige wijkbeheer heeft daarin zeker al slagen gemaakt, maar uiteraard kan het nog beter en moeten ook de uitvoerende onderhoudsdiensten daar nadrukkelijk bij worden betrokken. Vraaggericht beheer Het is de insteek van dit WOP om het beheer nog nadrukkelijker flexibel in te kunnen zetten, en (daardoor) vraaggericht te kunnen opereren. Het niveau van het onderhoud wordt als onvoldoende ervaren. Waar onderhoud, herstel of aanpassing noodzakelijk is, moet dit snel kunnen worden uitgevoerd, los van planmatig onderhoud uit de reguliere jaarcycli. Een gedachte die nader wordt uitgewerkt is om het reguliere gemeentelijke onderhoud te beperken tot een basisniveau, waardoor er financiële ruimte en tijd ontstaat om vraaggericht te werken. Dit vergt echter wel samenspraak en (financiële) betrokkenheid van andere partijen. Op deze manier kan de gemeente in samenwerking met anderen tegemoet komen aan de wensen van de inwoners van de wijk. In het verlengde hiervan wordt tevens een methodiek ontwikkeld voor een wijkgericht (onderhouds)budget waarbij bewoners meer zeggenschap hebben voor de inzet van de middelen.
- 33 -
Onderlinge afstemming Gemeente en corporaties met hun verschillende onderhoudsafdelingen die zich bezighouden met melding en afhandeling van verschillende soorten beheervraagstukken, kiezen ervoor om niet alleen vraaggericht maar ook onderling beter afgestemd te werk gaan. Vaak speelt dit een rol in vraagstukken waarbij verschillende disciplines samen moeten werken, of in een gebied waarvan verschillende partijen eigenaar zijn. Het bestaande wijkactieplan (WAP) is hiervoor een goed handvat. Integraal Beheer Zoals hiervoor al naar voren is gekomen is op sommige locaties de eigendomsverhouding zó verweven dat het beheer erg complex is. Dan rest nog maar één oplossing: integraal beheer van de openbare ruimte, samen met organisaties en (private) bewoners. Muzieklaan en omgeving Een ander specifiek gebied dat aandacht nodig heeft, is de omgeving van de Muzieklaan. Hier spelen zaken als door bewoners ervaren te hoge verkeerssnelheid en de erfafscheidingen aan de achterkant van de huizen, die een rommelige en soms verloederde indruk geven. We gaan verkennen welke aanpak van de erfafscheidingen die vanaf de weg zichtbaar zijn, wenselijk en mogelijk is. Maar ook het terrein rondom het welzijnscomplex César Franckrode waar nu o.a. gevestigd zijn het ID-college, Resto van Harte en de buurtvereniging Buytenrode biedt een verloederde aanblik, terwijl men juist buurtbewoners en jongeren graag op fatsoenlijke wijze wil ontvangen. In samenspraak met de verschillende gebruikers, kerk en school wordt het gebied ter hand genomen. Vanuit de wijk is de suggestie naar voren gebracht om op deze locatie een multifunctioneel centrum te realiseren. In het kader van wijkgericht welzijnsbeleid en ontwikkelocaties Buytenwegh zal deze suggestie nader worden onderzocht. Handhaving op zaken als graffiti, hondenpoep, verloederde tuinen en zwerfvuil Zaken als zwerfvuil, hondenpoep en graffiti, wordt door professionals soms een beetje afgedaan als „triviale zaken‟, maar zijn voor veel bewoners een grote ergernis. Handhaving is nodig. Mensen moeten (weer) leren dat het echt niet kan om de woonomgeving te vernielen en te vervuilen. Dan is het ook belangrijk dat aan de randvoorwaarden voor goed gedrag (zoals voldoende afvalbakken voor hondenpoep) is voldaan.
Wat betreft onderhoud van de eigen tuinen, ook een ergernis van veel bewoners maar wel één die zich feitelijk afspeelt in het private domein, is een strenge aanpak gewenst. Vestia geeft hier invulling aan door bij huurders die hun verloederde tuin na aanschrijving niet aanpakken, op
- 34 -
kosten van de huurder een onderhoudsvrije tuin aan te leggen. Ook valt te denken aan een lichtere, preventieve vorm waarbij per straat de bewoners gezamenlijk de tuinen opknappen met steun van corporaties en gemeente. Onder de noemers van bewonersparticipatie en „lik op stuk beleid‟ zullen activiteiten worden geïnitieerd.
Beheer door bewoners: adopteren van groen, speelplek of afvalbakken Een bekend fenomeen in Buytenwegh is het adoptiegroen. Buurtbewoners „adopteren‟ dan zelf een plantsoen of openbaar stuk groen, planten dat zelf aan en zorgen ook voor onderhoud ervan. Het is niet overal even succesvol, en succes hangt vaak af van de inzet van één of enkele betrokken bewoners met „hart voor het groen‟. Maar waar het werkt, levert het wel mooie (en daarmee vaak rommelloze) stukken buurtgroen op. Dit is een kansrijk concept, waaruit nog meer winst valt te halen. Het zelfde geldt voor bewoners die zich betrokken en verantwoordelijk voelen voor het beheer van speelplekken en opgeruimde plekjes in de wijk.
7.3.
Veilige en herkenbare routes door de wijk
Met betrekking tot de gebouwde omgeving worden knelpunten gesignaleerd, die terug te voeren zijn op de stedenbouwkundige opbouw van de wijk. Het gaat dan om de routing in de wijk en om de groenstructuur. Het WOP richt zich er op om de verbindingen, herkenbaarheid en veiligheid van wegen en fietsroutes in de wijk te vergroten. De dwaalwijk ontsluiten en verbinden Buytenwegh is een „dwaalwijk‟, voor zowel autoverkeer als voor langzaam verkeer. Bepaalde buurten zijn een doolhof voor iedereen die er niet goed bekend is. Onduidelijk is welke straten doodlopen, en welke straten en fietspaden uiteindelijk weer uitkomen op de wijkontsluitingsweg. Autoverkeer Buytenwegh wordt door het spoor van Randstadrail verdeeld in twee buurten. Voor het autoverkeer is hiertussen geen verbinding. De enige duidelijke wijkontsluitingsweg in heel
- 35 -
Buytenwegh is de Muzieklaan, die iedereen kent, begrijpt, en die in het geheugen blijft hangen. Deze bedient echter alleen het westelijke wijkdeel. Oost kent een veel onduidelijker ontsluiting. Oostelijk Buytenwegh valt uiteen in drie voor de auto nagenoeg gescheiden stukken, die hun eigen hoofdontsluiting hebben: een wijkdeel Noord, een wijkdeel Zuid, en een wijkdeel Oost. De structuur van de buurtontsluiting, ook in de westelijke Rodenbuurt, is niet duidelijk herkenbaar, doordat niet goed zichtbaar is welke straatjes doodlopen en wat de doorgaande route naar de Muzieklaan is. Langzaam verkeer Voor fietsers en langzaam verkeer in het algemeen (voetgangers, fietsers, brommers etc.) zijn routes aangelegd, maar de routes zijn niet altijd duidelijk of houden ineens op. Zo lossen de verbindingen die vanuit de parken de wijk ingaan, in het niets op en verdwijnt de verbinding voor het langzaam verkeer vanuit het Stadshart nabij het wijkwinkelcentrum. Ook de route vanaf de RanstadRail halte Voorweg langs de spoorlijn (Symfoniepad) stopt bij het wijkwinkelcentrum. Er zal een breder onderzoek worden uitgevoerd naar knelpunten in de verkeerscirculatie en het parkeren in de wijk. Op basis hiervan wordt een Verkeersplan opgesteld om deze knelpunten te verhelpen.
7.4.
Kansen met het groen
Los van het reguliere en incidentele beheer, zien bewoners het groen en de nabijheid van de Meerpolder en parken als een van de beste dingen van de wijk. Over de mooiste plek in de wijk zijn de bewoners het dan ook wel eens: het Buytenpark. Toch is er een aantal kanttekeningen te plaatsen bij het groen, die terug te voeren zijn op de stedenbouwkundige opbouw en de leeftijd van de wijk. Het WOP richt zich er op om de verbindingen en kenbaarheid van het groen in de wijk, en de doorkijk op het wijkomringende groen te vergroten. Versnipperde groenvoorzieningen met elkaar verbinden Buytenwegh heeft versnipperde groenvoorzieningen met weinig onderlinge samenhang. De plekken waar groen is, zijn slecht ontsloten en slecht zichtbaar. Het wordt als een gemis ervaren dat er weinig doorkijkjes zijn op mooie plekjes in de wijk en dat vanuit het openbaar gebied in de wijk elk zicht ontbreekt op het Groene Hart en de parken. Verbindingen daarmee liggen onlogisch of ontbreken geheel. Daarom wordt een plan gemaakt die de verbindingen tussen het groen in en om de wijk mogelijk maakt. Bijvoorbeeld via bruggetjes, aanpassen van het groen in de wijk, het doortrekken van het wijkgroen naar entrees van de wijk en bij herstructurering van bepaalde gebieden.
Vernieuwing en verjonging huidig (te) groot groen Partijen en bewoners ervaren problemen met het groen omdat dit op veel plekken in de wijk te groot wordt (komt door de soorten die indertijd zijn aangeplant, zou men nu anders doen). De gebruikswaarde van het aanwezige groen is hierdoor op sommige plekken minimaal. Daarnaast zijn sommige groenvoorzieningen rommelig, deels door slecht onderhoud, deels door de toestand van aangrenzende privétuinen. Er is een kwaliteitsslag in het groen nodig.
- 36 -
Het regulier groenonderhoud kan niet alles oplossen: wortels worden te groot en tasten de weg aan, zon wordt weggehouden, het is onverzorgd in uitstraling, het creëert donkere en verscholen plekken waar mensen zich niet prettig voelen. Verwijderen van dit groen maakt de buurt overzichtelijker, hoewel de meningen bij bewoners hierover ook wel weer verdeeld zijn. De vernieuwing van het groen is een proces dat eigenlijk al is gestart: waar thans het groen gevaarlijke of zeer overlastgevende situaties oplevert, wordt het meteen aangepakt en langzaamaan vindt vernieuwing van het groen plaats.
De aanpak en vervanging van bomen die te groot zijn geworden, is een ingrijpende en dure aangelegenheid. Zo mogelijk maakt het onderdeel uit van het op te stellen „groenplan‟ voor de wijk.
- 37 -
8. Communicatie en participatie Partijen realiseren zich dat het uitermate belangrijk is dat bewoners betrokken zijn bij hun wijk. Want hoe meer bewoners op een constructieve manier „bezig zijn‟ met hun wijk, hoe meer zij daarover onderling praten en er aan werken, des te breder wordt de verantwoordelijkheid voor allerlei onderdelen gedeeld. Het Wijk aan Zet budget (vijf euro per inwoner) draagt daar toe bij. Primair is belangrijk dat bewoners zich door de uitvoerende instanties erkend voelen. In Buytenwegh liggen enkele aanknopingspunten om de betrokkenheid te stimuleren door middel van communicatie en participatie. Dit WOP gaat hieraan verder handen en voeten geven. Informeren Voor het organiseren van betrokkenheid is het informeren van wijkbewoners een essentieel startpunt. Het doel van informeren is om bewoners: - regelmatig te informeren over activiteiten en zaken die in de wijk spelen; - deel te laten nemen aan activiteiten (ook in relatie tot eenzaamheidsbestrijding), - zichzelf meer in te zetten voor hun buurt of stad (vrijwilligers)werk. Belangrijke middelen om activiteiten en wijkgerelateerde informatie richting wijkbewoners te communiceren zijn de wijkpost, de gemeentelijke website, de wijknieuwsbrief en het Zoetermeer Magazine. De informatie over wat er in de wijk speelt en te doen is wordt samen met de wijkorganisaties opgepakt. Ook de corporaties informeren hun bewoners. Als het gaat om algemene onderwerpen dan loopt dat via het eigen bewonersblad, de website en folders. Voor specifieke vragen kunnen bewoners terecht bij de woonservice. Wanneer het gaat om informatie over een complex (bijvoorbeeld bij groot onderhoud) dan worden bewoners met complexbrieven en/of individuele brieven op de hoogte gebracht. In het kader van WOP spreken gemeente en corporaties af om hun activiteiten en informatie voor bewoners aan elkaar uitwisselen.
Raadplegen Het regelmatig vragen naar de mening van de gebruikers van de wijk Buytenwegh heeft hiervoor een systeem van buurtpanels en bewonerscommissies, vereniging van eigenaren. Wanneer gebruik gaat worden van hedendaagse communicatiemiddelen via internet, kan een veel grotere groep bewoners worden bereikt voor het raadplegen en meedenken. Dit vraagt wel extra inzet. Een aantal vertegenwoordigers uit de buurt denkt mee over allerhande zaken die de buurt aangaan en houdt wijkschouwen, met als doel de buurt te verbeteren. De overleggen worden geïnitieerd vanuit verschillende partijen (corporaties of gemeente). Zij dragen elk zorg over de coördinatie van hun overleg. In de buurtpanels ligt als het ware een anker om per buurt eventuele gewenste acties aan op te hangen. De beheerpilot in de omgeving van de dijkwoningen is hiervan een voorbeeld. Op die manier kan (nog) beter gebruik worden gemaakt van deze gremia. Vanuit de ankers van buurtpanels, bewonerscommissies en VvE‟s kan mogelijk een bewonersplatform vorm krijgen dat als gesprekspartner fungeert voor wijkorganisaties, corporaties en gemeente.
- 38 -
Samenwerken Tijdens de bijeenkomst op 5 november 2009 gaven diverse bewoners aan iets voor de wijk willen betekenen en zich willen inspannen op diverse thema’s. Naast de reeds ‘bekende’ betrokken wijkbewoners vormen zij een belangrijk potentieel om nieuw elan te geven aan bewonersbetrokkenheid en meer/nieuwe bewoners te betrekken bij hun sociale en fysieke leefomgeving. Het wijkmanagement zal meer investeren in buurtpanels en bestaande bewoners-structuren om zo het draagvlak voor ontwikkelingen in de wijk te verbreden en tot gezamenlijke verantwoordelijkheden te komen. Daarbij valt ook te denken aan een vorm van een bewonersplatform. Daarnaast hebben ook maatschappelijke organisaties een taak om mensen te stimuleren en faciliteren om de verantwoordelijkheid voor hun leefomgeving te nemen en ernaar te handelen. Communicatieplan Gemeente en corporaties stellen een gezamenlijk communicatieplan op waarin het bovenstaande een plek krijgt om zo een nog effectievere communicatie en participatie van bewoners te realiseren.
- 39 -
9. Agenda voor de Toekomst Deze Visie Wijkontwikkeling Buytenwegh beslaat een periode 10 á 15 jaar. Om de ambities te kunnen bereiken vanuit de huidige situatie, wordt een ontwikkelingsprogramma voorgesteld als een Agenda voor de Toekomst. Beoogd is om een antwoord te bieden op datgene wat bewoners en organisaties als belangrijk en nodig vinden om Buytenwegh op termijn in ieder geval leefbaar te houden. Nog mooier is als Buytenwegh een wijk wordt waar mensen heel graag willen (gaan) wonen! In de hiervoor gaande hoofdstukken zijn intenties en acties genoemd, waarvan sommige in 2010 al worden ingezet, terwijl andere een langere weg hebben te gaan via onderzoek, planvorming e.d. De start van het merendeel van de programma-onderdelen is overigens in de jaren 2011-2014. In dit hoofdstuk zetten we de programma-onderdelen op een rijtje. Het gaat om projecten waarvan we verwachten dat ze een bijdrage leveren aan het doel van het programma: Buytenwegh, een gewilde wijk! Hiermee zetten we een ontwikkelingsproces in gang dat regelmatig zal worden geëvalueerd. Een handig moment is elk najaar zodat activiteiten voor het volgende jaar kunnen worden opgenomen in het jaarlijkse Wijkactieplan. De wereld staat niet stil en ook een wijkontwikkelingsplan zal zich moeten aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Elke vier jaar wordt het WOP geactualiseerd om zo tijdig te kunnen inspelen op de lange termijn doelen.
- 40 -
Het Wijkontwikkelingsprogamma Buytenwegh zoals opgenomen op de volgende bladzijde, krijgt nog een vertaling in een uitvoeringsprogramma. Hierin staat beschreven wie verantwoordelijk is voor het betreffende project, welke projectdoelen nagestreefd worden en welke middelen naar verwachting nodig zijn voor de realisatie. In de loop van het proces worden de projecten concreet beschreven en financieel onderbouwd. Om alvast een beeld te geven van de verwachte beschikbaarheid van financiële middelen, is in het programma-overzicht dit voor de verschillende programma-onderdelen aangegeven. Oók als de financiële dekking nog niet duidelijk is. Daarbij is de volgende legenda gehanteerd: X =
= onderzoek uitvoeren of plan opstellen = realisatie met financiële dekking vanuit beschikbaar gemeentelijk budget = voor realisatie is extra gemeentelijk budget noodzakelijk, er is geen dekking = of voor realisatie extra gemeentelijk budget nodig is, is nog niet zeker = realisatie met financiële dekking door corporaties of andere partijen = onderzoek zal uitsluitsel geven of realisatie wenselijk / haalbaar is.
- 41 -
Wijkontwikkelingsprogramma Buytenwegh
Programma-onderdeel
start in de loop van
2010
2011-2014
≥ 2015
Samen Leven Welzijnswerk afgestemd op behoefte wijk en opbouwwerk meer op complex- en straatniveau
X
Kansen bieden Buytenweghcoach Wijkzorgnetwerk
X
Aanpak eenzaamheid
X
Kansrijk Opgroeien Eventueel inlooppunt CJG
X
Voorzieningen en samenhangend aanbod spelen, hangen, sporten en cultuur
X
Verbreding brede school 12- in combi met VVE en / of integratie
X
Advies door Jongerenambassadeurs
X
Wijkaanpak jongeren 12+
X
Wijkgerichte Welzijnsvisie Buytenwegh Samenhangend toekomstgericht welzijn: wie doet (samen) wat voor wie, en welke accommodaties Methodiek wijkgerichte subsidie
X X
(Vrijwilligers) Werk en leren Sociaal activeringscentrum
X
Watch Out ; maatschappelijke stages Alfrinkcollege
X
Stimuleren wijkeconomie
X
Verblijfswaarde winkelcentrum verhogen
X
Wijkgerichte woonvisie Buytenwegh Geschiktheid seniorenwoningen
X
Woonservice Steunpunt
X
Zeer duurzame renovatie
X
Nieuwbouw Bellahove
X
Nieuwbouw Kurt Weillrode
X
Planontwikkeling nieuwbouwlocaties
X
- 42 -
X
Programma-onderdeel
start in de loop van
2010
2011-2014
≥ 2015
Aanpak dekwoningen en omgeving Onderhoud woningen
X
Aanpassing complexen
X
Aanpassing garages + directe woonomgeving
X
Beheerplan woonomgeving
X
Sociaal beheer
X
Labeling / leefstijlen
X
Aanpak omgeving dijkwoningen Integraal beheerplan woonomgeving (met buurtpanel)
X
Gebiedsgericht plan openbare ruimte
X
Sociaal beheer
X
Beheer nieuwe stijl Wijk en Agent Samen
X
Methodiek vraaggericht beheer
X
Wijkonderhoudsbudget (bewoners zeggenschap)
X
Intensiveren aanpak verloederde tuinen; adopteren groen, speelplekken, afvalbakken, etc.
X
Aanpak gebied welzijnscomplex César Franckrode
X
Mogelijkheid multifunctioneel centrum
X
Aanpak erfafscheidingen Muzieklaan
X
Veilige en herkenbare routes Verkeersplan
X
Kansen met groen Groenplan
X
Communicatie en participatie Communicatieplan, nieuwe media
X
Organiseren bewonersplatform
X
- 43 -