1
Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray
Samengesteld door: Sanne Bloemen in samenwerking met Milou Jeurissen
Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 september 2015
2
Inhoudsopgave Voorwoord .......................................................................................................................... 4 1
Inleiding ....................................................................................................................... 5
2
Kader ........................................................................................................................... 7
3
2.1
Visie..................................................................................................................... 7
2.2
De belangrijkste uitgangspunten.............................................................................. 7
Onze integrale en activerende aanpak van armoede ........................................................... 8 3.1
De samenwerking .................................................................................................. 8
3.2
Preventie .............................................................................................................. 9
3.3
Vroegsignalering ................................................................................................... 10
3.4
Gemeentelijke ondersteuning ................................................................................. 11
3.4.1
Ontwikkeling in de gemeentelijke ondersteuning ................................................... 11
3.4.2
Relatie tot activering en eigen verantwoordelijkheid .............................................. 11
3.4.3
Kanteling in de individuele bijzondere bijstand ...................................................... 12
3.4.4
Problematiek bewindvoering ............................................................................... 12
3.4.5
Vangnetregeling collectieve ziektekostenverzekering minima (CZM) ........................ 12
3.4.6
Van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening .............................................. 16
4
Communicatie .............................................................................................................. 18
5
Beoogde resultaten, monitoring en evaluatie .................................................................... 18
6
Uitvoeringsprogramma .................................................................................................. 19
7
Financieel uitvoeringsplan .............................................................................................. 20
3
Voorwoord De nota aanpak van armoede die voor u ligt bevat veel ambities. Om deze ambities waar te maken gaan wij snel aan de slag. Binnen het sociaal domein worden de eigen kracht en zelfredzaamheid steeds belangrijker. Dat geldt ook voor de aanpak van armoede. De laatste jaren heeft de focus binnen het minima- en schuldhulpverleningsbeleid gelegen op inkomensondersteuning en het oplossen van schulden. Deze focus verschuift steeds meer naar het bevorderen van financiële zelfredzaamheid en een actieve houding. Dit zodat inwoners met financiële problemen (op termijn) zo veel mogelijk (weer) op eigen benen staan. Wij spreken daarbij de inwoners aan op de eigen verantwoordelijkheid. Een actieve houding is onontbeerlijk, dus daar waar nodig stimuleren wij dit. Ieder moet een kans krijgen zich te kunnen ontwikkelen, zijn eigen mogelijkheden te ontdekken en volop mee te doen aan activiteiten in de buurt, als vrijwilliger en middels betaald werk. Niemand mag buiten de boot vallen of sociaal uitgesloten worden. De gemeente biedt dan ook een vangnet, evenals de voedsel- en kledingbank. De ambities pakken wij in gezamenlijkheid op. Wij gaan dit niet alleen doen. ‘Wij’ staat dus voor jij en ik, maar ook voor werkgevers, banken, maatschappelijke en sociale partners. Op 19 maart jl. heeft er een netwerkbijeenkomst plaatsgevonden over preventie en vroegsignalering, waarvoor diverse partners zijn uitgenodigd. Op die middag is kennis met elkaar gemaakt. De bijeenkomst was een ware kweekvijver van ontstane en uitgewisselde ideeën. Daar werd enthousiast gereageerd op de inzet van ervaringsdeskundigen in de aanpak van armoede. Ervaringsdeskundigen, die zich aan een armoedesituatie hebben ontworsteld of juist binnen die situatie zelfredzaam en actief zijn, kunnen echt van waarde zijn in de aanpak. Zij kunnen bij uitstek een inspiratiebron zijn. Deze netwerkbijeenkomst was nog maar het begin van de versterkte samenwerking met diverse partners. Daar blijft het niet bij, want gezamenlijk kunnen wij meer bereiken dan alleen. Zo is ook de samenwerking met werkgevers belangrijk om zo hen te stimuleren ondersteuning aan hun werknemers met financiële problemen te bieden. Deze nota dient als raamwerk voor de aanpak van armoede, waarin er nog genoeg te groeien en te ontwikkelen valt de komende jaren. Dit betekent dat wij ruimte nemen om in te spelen op landelijke en lokale ontwikkelingen en op de vragen die er zijn vanuit onze inwoners, ondernemers, maatschappelijke en sociale partners. Grote dank gaat uit naar alle partners en mensen die mee hebben gedacht. Zij die bereid zijn samen te werken en alles in het werk te stellen om armoede tegen te gaan en mensen aan te zetten tot een actieve houding. Met deze aanpak kunnen wij nog meer betekenen voor de gezinnen die leven in armoede.
Lucien Peeters Wethouder Leven
4
1
Inleiding
Deze kadernota voor een activerende en integrale aanpak van armoede is het tweede deel van de uitwerking van de opdracht sociaal huis. Het eerste deel van het sociaal huis was voornamelijk een schets van de huidige lokale inkomensproblematiek en de evaluatie van het huidige minima- en schuldhulpverleningsbeleid. In dit deel staat de vraag centraal “op welke wijze wil de gemeente Venray haar inwoners met een minimuminkomen en/of schulden ondersteuning bieden?”. Korte terugblik eerste deel nota sociaal huis Nu is het moment daar om het minima- en schuldhulpverleningsbeleid om te vormen tot een nieuwe integrale en activerende aanpak van armoede, want: •
In het sociaal domein geldt dat de eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid en inzet van het netwerk steeds belangrijker wordt. Dit willen we ook vertalen naar het armoedebeleid.
•
De kadernota minimabeleid 2014 – 2017 is op onderdelen niet meer houdbaar vanwege wettelijke wijzigingen. Het Rijk wil dat gemeenten gerichtere inkomensondersteuning (maatwerk) gaan bieden, zodat de middelen meer terecht komen bij de mensen die echt ondersteuning nodig hebben. Bovendien mogen wij daarbij steeds meer verwachten van de inwoner zelf.
•
Staatssecretaris Klijnsma kent sinds 2013 extra middelen toe aan de gemeenten ter versterking van de aanpak van armoede- en schuldenproblematiek.
•
Per 1 januari 2016 dienen wij een actueel beleidsplan voor schuldhulpverlening te hebben.
De gemeenteraad heeft in de raadsvergadering van 19 mei jl. ingestemd met de volgende aanbevelingen als raamwerk voor de kadernota “Aanpak van armoede”: •
De gemeente voert regie op de aanpak van armoede. De gemeente heeft een visie over de samenwerking in de aanpak van armoede.
•
De gemeente zet in op preventie, vroegsignalering en gedragsverandering.
•
Activering en de aanpak van armoede zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Definitie van armoede Armoede kent vele aspecten. Denk aan geen perspectief op betaald werk, schuldenproblematiek, gezondheidsproblemen etc. Iedereen heeft wel een beeld. Wij kiezen voor de volgende beschrijving van armoede: “Armoede is het niet mee kunnen doen door de financiële situatie”. Dit wil zeggen dat je misschien wel een dak boven je hoofd hebt en iedere dag iets te eten, maar dat je geen geld over hebt. Je kunt niet naar een sportclub gaan, geen contacten onderhouden, je hebt geen computer en medische zorg is moeilijk te betalen. Dit is ook het geval bij inwoners met een modaal of hoger inkomen die hun schulden niet het hoofd kunnen bieden. Het gevoel speelt daarbij ook een belangrijk rol, want het gaat lang niet altijd alleen om weinig geld hebben. Een doorkijk: trends en ontwikkelingen op de lange termijn Het antwoord op de vraag of de ontwikkeling van (langdurige) armoede een stabiel beeld laat zien is moeilijk te geven. De diverse onderzoeken zijn ook niet eenduidig. Wel zien wij een aantal ontwikkelingen: •
De discussie over het basisinkomen woedt volop in Nederland. Het basisinkomen is een maandelijks onvoorwaardelijk geldbedrag dat aan iedereen individueel wordt uitgekeerd, en ten minste hoog genoeg is om sober in je levensonderhoud te voorzien. Het basisinkomen verkleint
5
de rol van de overheid, en versimpelt de sociale zekerheid. Van links tot rechts schuiven de vooroordelen over tafel. Op dit moment wordt in enkele gemeenten onderzocht of het hanteren van een basisinkomen tot de mogelijkheden behoort in het kader van de experimenteerregeling van de Participatiewet (artikel 83). Branchevereniging Stimulansz is hierbij betrokken. We wachten de onderzoeken af. •
Wij verwachten dat op termijn de economie verder aantrekt en dat door de toenemende vergrijzing de beroepsbevolking meer mogelijkheden tot betaald werk krijgt.
•
Daartegenover staat het risico dat op de langere termijn het pensioenstelsel verder afbrokkelt.
•
Wij zien de ontwikkeling dat gezinnen in financiële problemen steeds meer worden ondersteund door particuliere (vrijwilligers) initiatieven, die aanvullend zijn op dat wat de gemeente biedt aan ondersteuning1. De gemeente zal in onze optiek wel altijd een vangnet blijven bieden.
Positionering aanpak van armoede binnen sociale domein De oorsprong van het armoedebeleid ligt gedeeltelijk in de participatiewet (bijv. wettelijke grondslag individuele inkomenstoeslag. Naast een financieel aspect heeft armoede ook een relatie met sociale participatie, opleiding, gezondheid, wonen, kwaliteit van leven en de omgeving. Problemen in die leefdomeinen dienen zoveel mogelijk al binnen die beleidsterreinen aangepakt te worden. Binnen die beleidsterreinen wordt al rekening gehouden met de gevolgen van beleidskeuzes voor minima. Het armoedebeleid vervangt de andere beleidsterreinen dus niet en probeert ook niet te komen tot een gescheiden aanpak van multi-problematiek voor mensen met een laag inkomen.
Opbouw aanpak van armoede & leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het kader geschetst. In hoofdstuk 3 wordt de gemeentelijke kijk op de samenwerking met (maatschappelijke) organisaties en initiatieven en de aanpak van armoede beschreven. Afsluitend is aandacht voor communicatie, de financiële onderbouwing en de uitvoering. Met ‘wij’ wordt de ene keer de samenleving bedoeld en de andere keer de gemeente. Iedere paragraaf in hoofdstuk 3 heeft dezelfde opbouw, waarin beschreven wordt wat wij doen en hoe wij dit gaan doen. Dan wordt er met ‘wij’ de gemeente bedoeld.
1
Bron: Verkenning armoede onder huurders van Wonen Limburg d.d. 18-04-2015.
6
2
Kader
De centrale doelstelling van ons armoedebeleid is het voorkomen en tegengaan van armoede en het stimuleren van financiële zelfredzaamheid en (arbeids)participatie van mensen, waarbij eigen verantwoordelijkheid voorop staat. Als financiële problemen een belemmering vormen om tot werken te komen danwel gewoon mee te doen, ondersteunen wij de inwoners. Daarbij kijken wij ook naar de oorzaak van de problemen in de financiële situatie (bijv. psychische problematiek).
2.1
Visie
Wij willen dat iedereen mee kan doen aan de maatschappij en zijn (financiële) zelfredzaamheid vergroot. Daar waar armoede en/of schulden het meedoen of het vergroten van de (financiële) zelfredzaamheid belemmert, ondersteunt en stimuleert de gemeente. Daaraan werkt de gemeente in gezamenlijkheid met (maatschappelijke) partners als werkgevers, woningcorporaties en vrijwilligersorganisaties. De gemeente heeft in de samenwerking de rol van regisseur. Wél ligt altijd de nadruk op wat de inwoner zelf kan, de eigen kracht van de inwoner.
2.2
De belangrijkste uitgangspunten
1. Betaald werk is de beste basis om armoede te voorkomen of op te lossen. Door, daar waar mogelijk, een actieve rol te hebben of mee te doen aan activiteiten in de eigen omgeving wordt de zelfredzaamheid vergroot. 2. Wij stimuleren de inwoners hun eigen kracht te benutten en hun verantwoordelijkheid te dragen. Wij zetten in op preventie, want wij willen financiële problemen zo veel mogelijk voorkomen. Wanneer er wel schulden ontstaan, is het vroegtijdig handelen belangrijk om erger te voorkomen. Wij werken niet alleen aan het financiële probleem, maar daar waar kan vooral ook aan houding, gedrag en inzicht van de inwoner. 3. Wij realiseren een integrale armoedeaanpak ter ondersteuning van mensen met een laag inkomen en/of een schuldenproblematiek. De gemeente pakt actief de samenwerking op met sociale en maatschappelijke partners en werkgevers. De gemeente is de regisseur, waarbij in de samenwerking aandacht is voor preventie, vroegsignalering, gedragsverandering en activering. De gemeente ondersteunt maatschappelijke initiatieven die op een activerende wijze erop gericht zijn om armoede en schulden te voorkomen. Gemeentelijk armoedebeleid is slechts een schakel in de keten van de armoedeaanpak. Er zijn steeds meer organisaties en initiatieven actief. Samenwerking betekent leren van elkaar, elkaar vertrouwen en gebruik maken van elkaar expertise. Betaald werk is de beste basis om armoede aan te pakken of te voorkomen. Werk zorgt voor economische zelfstandigheid, je sociale leven is uitgebreider en je voelt je gezonder en gelukkiger. In het Werkplein Venray zetten wij zo veel mogelijk in op het begeleiden van mensen naar betaald werk. Mensen die niet meer of nog niet in staat zijn om betaald werk te verrichten worden door de participatiecoaches gestimuleerd om op een andere manier een actieve rol in de samenleving te spelen (vrijwilligerswerk doen, (arbeidsmatige) dagbesteding of deelnemen aan activiteiten in wijken buurtcentra). Betaald werk, vrijwilligerswerk of wat voor een ander doen heeft een meerwaarde. 7
Je vormt een sociaal netwerk. Sociale vaardigheden worden gestimuleerd. Je krijgt waardering en dus meer zelfvertrouwen. Wij investeren in de aanpak van armoede en daarom vragen wij ook wat terug: een actieve houding. Inwoners die de gemeente ondersteuning biedt bij hun financiële situatie zijn verplicht binnen hun mogelijkheden er alles aan te doen om een hoger inkomen te krijgen uit werk, actief deel te nemen en wat aan hun situatie te doen. Wij spreken inwoners daarbij aan op hun eigen verantwoordelijkheid. Een ieder wordt gestimuleerd om zijn of haar situatie van armoede en/of schulden te doorbreken. Het is een utopie te denken dat uiteindelijk iedereen schuldenvrij zal zijn. Wel willen wij dat de schulden hanteerbaar zijn en het gezin een weg heeft gevonden om met hun financiële situatie om te gaan. Dit vraagt ook wat van de coaches en consulenten. Omdat een minimum inkomen of financiële problemen bijna nooit op zichzelf staan, vragen wij hen meer dan nu uit hun ‘comfort zone’ te komen, andere leefgebieden mee te nemen in het gesprek met de inwoner en hun creativiteit daarbij te gebruiken. Dat vraagt om maatwerk. Niet meer het beoordelen van de aanvraag van de inwoner, de regelingen en voorzieningen staan centraal, maar het gezamenlijk op zoek gaan naar de mogelijkheden van de persoon en zijn omgeving. Investeren in preventie zien wij als een belangrijke pijler om duurzaam effect te bewerkstelligen. Daarbij ziet de gemeente kansen voor samenwerking, met onder andere het onderwijs, werkgevers en maatschappelijke partners. Ook het vroegtijdig signaleren van schulden in een gezin kan beter vormgegeven worden door de samenwerking met partners die mensen met een risico op armoede en/of schulden in het vizier hebben.
3
Onze integrale en activerende aanpak van armoede
Niemand mag door armoede of schulden buiten de boot vallen of sociaal uitgesloten worden. Inwoners moeten zich kunnen ontplooien, hun eigen mogelijkheden ontdekken en ontwikkelen en volop mee kunnen doen. Om aansluiting te blijven houden is het vaak belangrijk dat de basis op orde is, dus een sluitende administratie en ten minste een minimum inkomen. Maar alleen de basis op orde is niet voldoende, daar is meer voor nodig.
3.1
De samenwerking
De gemeente is niet de enige organisatie die werk maakt van armoede. Gelukkig kan de gemeente rekenen op verschillende organisaties en initiatieven. Vele van deze organisaties staan dicht bij de inwoner en kunnen een rol spelen, zoals Platform Lage Inkomens Venray of de Voedselbank. Willen wij gezamenlijk de relatief nieuwe doelgroep werkenden, ZZP’ers en mensen met een eigen woning bereiken, dan hebben wij ook een samenwerking met bijvoorbeeld werkgevers, UWV en banken nodig. Integrale samenwerking waarbij iedere organisatie doet waar hij goed in is, heeft een positief effect, omdat: •
wij zo gezamenlijk een laagdrempelige en efficiënte dienstverlening bevorderen, waarmee wij een groter deel van de doelgroep bereiken. Ook mensen die buiten de formele toekenningskaders van de gemeente vallen;
•
talloze vrijwilligers, ervaringsdeskundigen en intermediairs meer in hun kracht worden gezet.
8
•
ten betere samenwerking eventuele overlap in dienstverlening of aanbod van diverse organisaties kan voorkomen, zodat middelen efficiënter worden ingezet;
•
de inbreng van particuliere financiële middelen uit het bedrijfsleven, private fondsen en donateurs wordt bevorderd;
•
dit de effectiviteit van de gemeentelijke dienstverlening ten goede komt. Wij willen een balans tussen uitvoeringskosten en effectieve en doelmatige inzet;
•
zo het gebruik van duurdere maatwerkvoorzieningen, zoals bijzondere bijstand voor bewindvoering of schuldhulpverlening, op termijn zal verminderen.
Als regisseur legt de gemeente de nadruk op de speerpunten van de aanpak van armoede. De gemeente ziet initiatieven in relatie tot deze speerpunten als een welkome aanvulling op de aanpak van armoede. Wij benadrukken daarbij dat iedereen een rol in het signaleren, doorverwijzen en oplossen van problemen kan hebben, zowel de wijkteams, de coaches en consulenten, de medewerkers van het schakelplein als externe partners zoals werkgevers, scholen, zorginstellingen en zelfs vrijwilligersorganisaties. En laten wij daarbij de inwoner zelf niet vergeten! Wat gaan wij doen? De aanpak in de samenwerking is als volgt samen te vatten: •
Het versterken van de (onderlinge) samenwerking en het netwerk. Kennisuitwisseling en tijdige en juiste doorverwijzing bevordert een integrale aanpak. Daarmee wordt beter aan de hulpvraag van de inwoner gewerkt. Anderzijds worden de mogelijke ‘witte vlekken’ sneller zichtbaar zodat daarop ingesprongen kan worden.
•
Het stimuleren en ondersteunen van initiatieven passend binnen onze visie. De gemeente wil organisaties en inwoners stimuleren activiteiten of initiatieven te ontplooien ook voor mensen met een laag inkomen. Er gebeurt veel door de inwoners zelf. Er zijn ook initiatieven waar wij als gemeente niet bij betrokken zijn. De gemeente wil ondersteuning bieden, wanneer noodzakelijk in financiële zin.
Zo wordt het thema aanpak van armoede meer integraal opgepakt, breed gedragen en een gedeelde verantwoordelijkheid. Hoe gaan wij dit doen? Wij delen kennis en expertise en verstrekken informatie met/aan onderwijsinstellingen, werkgevers, maatschappelijk en sociale partners, vrijwilligersorganisaties. Wij stimuleren vroegsignalering en benadrukken daarbij dat een actieve houding een pre is. Wij bevorderen o.a. onder de (vrijwilligers)organisaties, maatschappelijke partners en werkgevers deskundigheid van de aanpak van armoede. Wij gaan o.a. in gesprek met (vrijwilligers)organisaties, maatschappelijke partners, UWV, bewindvoerders en werkgevers over wat we (gezamenlijk) kunnen doen aan gedragsverandering en het stimuleren van zelfredzaamheid en een actieve houding. Wij stellen jaarlijks subsidie van in totaal maximaal € 45.000 ter beschikking voor (vrijwilligers)organisaties voor het ontwikkelen van nieuwe activiteiten en initiatieven, passend binnen de visie en aanvullend op bestaande initiatieven.
3.2
Preventie
Mensen willen en moeten financieel zoveel mogelijk op eigen benen staan, eigen verantwoordelijkheid hebben en ook kunnen dragen. Wij gaan daar gezamenlijk meer aandacht aan besteden. Doel van preventie is het verstrekken van informatie en advies aan inwoners, 9
intermediairs, sociale en maatschappelijke partners en werkgevers zodat financiële problemen bij inwoners voorkomen kunnen worden. De basis voor preventie ligt niet bij de gemeente, maar juist in de gemeenschap. Sportverenigingen, wijk- en buurthuizen, culturele verenigingen, bewonersinitiatieven, scholen, werkgevers etc. zijn allemaal voorbeelden van voorzieningen en partners die een rol kunnen spelen bij preventie en vanuit die rol dus (in)direct bijdragen aan het bevorderen van financiële zelfredzaamheid. Wat gaan we doen? Met doelgroepgerichte preventie willen wij financiële problemen zoveel mogelijk voorkomen door bij activiteiten aandacht te hebben voor zowel de materiële kant (voldoende inkomen) als de immateriële kant (aanleren van gedrag en vaardigheden). Tegelijkertijd gaan wij eraan werken om de kracht van het netwerk ook in te zetten om de financiële zelfredzaamheid te bevorderen. Hoe gaan we dat doen? De wijze waarop wij dit vormgeven kan jaarlijks verschillen. De volgende zaken worden op dit moment al structureel geboden:
➢ De basis op orde is een belangrijke voorwaarde om te kunnen participeren, want dan kun je de kosten die je maakt om te leven betalen. Platform Lage Inkomens Venray (PLIV) en de Papierkroam zijn daarbij belangrijk. Zij ondersteunen inwoners bij de administratie, bij het invullen van formulieren, of het aanvragen van toeslagen etc. Dit draagt bij aan het voorkomen van financiële problemen.
➢ Het aanbieden van een open en gratis cursus omgaan met geld in samenwerking met het PLIV en de Papierkroam van Synthese.
➢ Het aanbieden van mijn budget onderwijs voor alle eerstejaarsleerlingen van Gilde Onderwijs. In ontwikkeling is de inzet van ervaringsdeskundigheid (bijv. bijstandsgerechtigden) als maatje, als inspiratie en/of in het initiatief budgetkring. In budgetkringen leren inwoners met elkaar én van elkaar weer grip te krijgen op hun budget. De deelnemer leert goed met zijn/haar geld om te gaan en tegelijker tijd is aandacht voor het emotionele aspect. Het zijn doe-groepen ter stimulering van actie.
3.3
Vroegsignalering
Een kleine portemonnee betekent niet perse dat iemand in armoede leeft. Wanneer inkomsten teruglopen is het belangrijk om het uitgavenpatroon aan te passen. Mensen zijn hier zelf verantwoordelijk voor. Financiële problemen kunnen echter snel groter worden en uit de hand lopen. Het tijdig herkennen van financiële problemen is belangrijk, zodat men in actiestand kan komen. Er ligt een kans tussen het moment van het ontstaan van de schulden en het moment dat de schuldsituatie echt problematisch is. Wij zijn er het liefste vroeg bij. De inwoner dient zich wel zelf te melden, dat is zijn verantwoordelijkheid. Helaas meldt de schuldenaar zich vaak te laat. Signalen zijn er genoeg, onder andere bij Wonen Limburg, hypotheekverstrekkers en zorgverzekeraars. Maar ook in de directe omgeving op school of in het verenigingsleven, werkgevers, in wijk- en dorpscentra of in de wijkteams. Met elkaar zijn wij verantwoordelijk om actie te ondernemen. Het is belangrijk dat betrokken partijen elkaar snel vinden. Wij erkennen dat vroegsignalering in de kinderschoenen staat, dus wij gaan hier stapsgewijs mee aan de slag om zo gezamenlijk met alle betrokkenen een modus en passend evenwicht te vinden.
10
Wat gaan we doen? Wij houden vast aan het principe van eigen verantwoordelijkheid, dus wij gaan niet allerlei signalen verzamelen en er zelf actief op af. Wij investeren in de contacten met het sociaal netwerk, maatschappelijke partners, werkgevers, UWV en dergelijke om: •
de dienstverlening en het proces kenbaar te maken en
•
te bevorderen dat tijdens natuurlijke contactmomenten de financiële problemen worden aangekaart en de juiste weg wordt gewezen (bijvoorbeeld tijdens verzoek om voorschot op
•
salaris). Wij verwijzen naar websites als het NIBUD, waar bijvoorbeeld tips voor hoe te bezuinigen zijn te vinden.
Hoe gaan we dat doen?
➢ Wij delen kennis en expertise en verstrekken informatie met/aan onderwijsinstellingen, werkgevers, maatschappelijk en sociale partners, vrijwilligersorganisaties.
➢ Wij ontwikkelen een cursus voor geïnteresseerden van vrijwilligersorganisaties, maatschappelijke partners en werkgevers. Denk in de eerste plaats over het herkennen van signalen van armoede of financiële problemen en hoe dan vervolgens daarover in gesprek te gaan en de persoon te stimuleren tot actie over te gaan.
3.4
Gemeentelijke ondersteuning
In het sociale domein zijn er verschillende soorten voorzieningen: •
Algemene voorzieningen zijn voorzieningen die zonder voorafgaande indicatie of toestemming van de gemeente open staan. Mensen kunnen dit veelal zelf regelen zonder tussenkomst van de gemeente.
•
Bij collectieve voorzieningen speelt de indicatie maar een beperkte rol. Er is derhalve meer sprake van een gestandaardiseerd arrangement dan van individueel maatwerk. Collectieve voorzieningen staan ook voor een ieder open met een inkomen tot een bepaalde grens van het sociaal minimum. Deelname is hierbij ook veelal zelf te regelen door de inwoners.
•
Waar (dreigende) financiële problemen ontstaan die niet in de preventieve sfeer of bij de algemene of collectieve voorzieningen opgelost kunnen worden, bieden de maatwerkvoorzieningen een uitkomst.
3.4.1 Ontwikkeling in de gemeentelijke ondersteuning Wij voorzien dat de gemeentelijke maatwerkvoorzieningen zich de komende jaren verder ontwikkelen. Al dan niet onder invloed van Rijksbeleid. Activering en eigen verantwoordelijkheid zullen daarbij belangrijke pijlers blijven. Wij verwachten dat het Rijkskader voor een deel van deze maatwerkvoorzieningen op termijn strenger zal worden, waardoor bepaalde regelingen of verdwijnen danwel dat particulier (vrijwilligers) initiatief hierop inspringt. De gemeente zal wel altijd een vangnet blijven bieden in de inkomensondersteuning.
3.4.2 Relatie tot activering en eigen verantwoordelijkheid Omdat de gemeentelijke regelingen onlosmakelijk met activering zijn verbonden, gaan wij het volgende doen: •
De gemeentelijke regelingen en voorzieningen zijn gericht op het stimuleren van een actieve houding. Er wordt gezocht naar de mogelijkheid om het gebruik van deze regelingen te
11
koppelen aan de inzet van de inwoner zelf. Bij het verstrekken van de individuele inkomenstoeslag en het meedoenbudget kan de coach een wederprestatie verlangen gericht op het bevorderen van een actieve houding. Dus een bepaalde inzet van de klant. Denk aan het deelnemen aan de cursus omgaan met geld (op grond van artikel 55 van de participatiewet). •
Wij zetten ervaringsdeskundigen in die stimuleren tot actie. Een team bestaande uit (ex-) bijstandsgerechtigden/minima die gezinnen met een minimuminkomen of financiële problematiek sociaal activeren en ondersteunen (tijdens een schulddienstverleningstraject). Deelname aan dergelijke projecten is op vrijwillige basis, aangezien de motivatie van de klant hierbij onontbeerlijk is. Projecten in dit kader zijn nog volop in ontwikkeling.
•
Wij stellen een jaarlijks budget ter beschikking voor inzet op activering ter hoogte van € 35.000 per jaar.
3.4.3 Kanteling in de individuele bijzondere bijstand Tot op heden wordt bijzondere bijstand vaak als een recht gezien. De bijzondere bijstand zien wij echter steeds meer dan voorheen als een vangnet. Bedoeld om kosten op te vangen die door iemand echt gemaakt moeten worden en die hij/zij niet zelf kan betalen uit het inkomen, uit het vermogen of een andere regeling. Daarbij wordt meer dan voorheen het gesprek op voorhand aangegaan, dus voordat er al kosten zijn gemaakt, zodat in gezamenlijkheid gekeken kan worden naar andere mogelijkheden dan bijzondere bijstand (inzet vanuit de algemene voorzieningen of in het netwerk).
3.4.4 Problematiek bewindvoering Door een toenemende schuldenproblematiek neemt de vraag naar bewindvoering al enkele jaren fors toe. Voor een groot deel ligt de groei van de uitgaven voor bewindvoering buiten de invloedssfeer van de gemeente. Bewindvoering wordt toegekend door de kantonrechter en leidt tot een forse groei van de uitgaven aangezien voor de kosten van de bewindvoerder bijzondere bijstand kan worden aangevraagd. Om toch grip te krijgen op het aantal mensen dat ondersteuning krijgt via bewindvoering en dus op de uitgaven voor bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering, stellen wij de volgende maatregelen in:
➢ Wij zoeken de samenwerking op met bewindvoerders en het kantongerecht om eenduidige afspraken te maken over het bevorderen van zelfredzaamheid van de cliënten, deelname aan voorzieningen, processen en de werkwijze van de gemeentelijke schulddienstverlening.
➢ Wij maken gerichte afspraken met een geselecteerde afvaardiging van de bewindvoerders. Wij onderzoeken daarvoor of aanbesteding van bewindvoering tot de mogelijkheden behoort.
➢ Wij investeren in het financieel zelfredzaam maken van de inwoner door coaching te combineren met budgetbeheer op maat. Door deze aanpak kunnen onnodige doorverwijzingen naar bewindvoering via de schuldhulpverlening vermeden worden.
➢ Bij vragen om bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering sturen wij meer op de financiële zelfredzaamheid van de persoon. Wij vragen een plan van aanpak van de bewindvoerder waarin aandacht is voor de financiële zelfredzaamheid.
3.4.5 Vangnetregeling collectieve ziektekostenverzekering minima (CZM) Op dit moment is het voor mensen met een (behoorlijke) achterstand in de premie niet mogelijk om aanvullend verzekerd te zijn. Ontwikkelingen op dit punt houden we scherp in de gaten, omdat we zien dat een deel van de doelgroep niet terecht kan in de aanvullende verzekering. Voor hen bieden wij een vangnet. De vangnetregeling bestaat uit een individuele beoordeling door de coach
12
en/of consulent voor (leen)bijstand voor de achterstand in de premie en/of het eigen risico. Zo kan de inwoner alsnog deelnemen aan de CZM of de CZM Plus. De belangrijkste voorwaarde is de motivatie van de inwoner om wat aan de situatie te doen en de bereidheid om actief deel te nemen aan een plan of een traject. Nadere uitwerking volgt in de beleidsregel en/of werkinstructie.
13
Naam* Papierkroam
Toelichting
Aard voorziening
Een vrijwillige formulierenbrigade ondersteund door Synthese
Algemene voorziening
voor het op orde brengen van administratie. Het initiatief
Criteria Geen inkomensgrens. Tijdelijk behoefte aan
Bestaand of nieuw? Bestaand
ondersteuning bij administratie.
wordt gesubsidieerd. Cursus omgaan met geld
Een open en gratis cursus omgaan met geld voor iedere
Algemene voorziening
N.v.t.
Bestaand, wel vernieuwd.
Collectieve voorziening
Inkomen tot 120% van het sociaal minimum.
Bestaand
Collectieve voorziening
Gezinnen met kinderen met een inkomen tot
Bestaand, gewijzigd van 21
geïnteresseerde, die enkele keren per jaar wordt geboden. Informatie wordt gegeven over budgetteren, belastingen, regelingen en wat zelf aan de situatie te doen. Platform Lage Inkomens
Een vrijwillige formulierenbrigade voor bijvoorbeeld
Venray (PLIV)
het invullen van formulieren en het opstellen van eenvoudige bezwaarschriften. Het initiatief wordt gesubsidieerd.
Jeugdsportfonds en
Fondsen die zich inzetten voor gezinnen met kinderen, zodat
Jeugdcultuurfonds
ook deze kinderen kunnen sporten of kunnen deelnemen aan
120% van het sociaal minimum. Kinderen tot 18 naar 18 jaar.
culturele activiteiten.
jaar.
Stichting Leergeld
Een stichting die zich inzet voor gezinnen met kinderen, op in
Collectieve voorziening
Vergoeding tot maximaal € 250,- per kind per
eerste instantie educatie. Betreft groeimodel, naar mogelijk
jaar voor gezinnen met kinderen tot 18 jaar.
gehele ondersteuning van gezinnen met kinderen. Zodat het
Inkomen tot 120% van het sociaal minimum.
Nieuw
Meedoenbudget voor kinderen wordt overgenomen. Collectieve
De gemeente biedt in samenwerking met een verzekeraar een
ziektekostenverzekering en
collectieve ziektekostenverzekering voor mensen met een
inkomenspercentage van 120% van het sociaal 2015.
de PLUS variant
minimum inkomen en een PLUS variant voor mensen met een
minimum. Wij verstrekken bijzondere bijstand
minimum inkomen en een extra zorgbehoefte als gevolg van
van € 20,00 per persoon per maand voor de
een chronische ziekte, beperking en/of handicap.
PLUS variant.
Individuele inkomenstoeslag
De individuele inkomenstoeslag is een geldelijke vergoeding
Collectieve voorziening
Maatwerkvoorziening
Voor de CZM en de CZM Plus geldt een
Bestaand, sinds 1 januari
Inkomensgrens is vastgesteld op 110% van het Bestaand, wel vernieuwd
zonder kosten, en is er alleen voor de personen die geen
sociaal minimum. Ter stimulering kan er aan het sinds 1 januari 2015.
uitzicht hebben op inkomensverbetering.
verstrekken van de individuele inkomenstoeslag
14
voorwaarden worden gesteld. Bijvoorbeeld door hen te verplichten deel te nemen aan de cursus omgaan met geld. Meedoen budget
Het meedoenbudget is bedoeld voor de bekostiging van
Maatwerkvoorziening
educatie, culturele en sportieve activiteiten, aanvullend op
Dit staat open voor inwoners met een inkomen
Bestaand, nieuwe naam en
tot 110% van het sociaal minimum.
meer mogelijkheden tot een
fondsen of andere initiatieven. Het Persoonsgebonden
wederprestatie (bepaalde
meedoenbudget bestaat uit een declaratieregeling voor
inzet van klant om situatie te
volwassenen met een maximum tot € 150,00 per kalenderjaar
verbeteren).
en een declaratieregeling voor kinderen tot 18 jaar met een maximum tot € 150,00 per kalenderjaar. Individuele bijzondere
Inwoners met een laag inkomen kunnen in aanmerking komen
bijstand
Maatwerkvoorziening
Afhankelijk van o.a. aard van de kosten en
Bestaand, maar aanpak is
voor bijzondere bijstand voor bijzondere noodzakelijke kosten,
draagkracht. Bijvoorbeeld voor de kosten van
vernieuwd. Meer vangnet,
wanneer die persoon niet voldoende draagkracht heeft (bijv.
bewindvoering geldt een inkomensgrens tot
dan een recht.
100% van het sociaal minimum.
rechtsbijstand en kosten bewindvoering). De inkomensgrens is per kostensoort bepaald. Individuele studietoeslag
Een toeslag voor studenten met een beperking, zodat zij hun
Maatwerkvoorziening
studie succesvol kunnen afronden.
Gemeentelijke
Kwijtschelding van gemeentelijke heffingen. Dit wordt zo ruim
kwijtschelding
mogelijk toegepast.
Maatwerkvoorziening
Onder andere dat de student niet in staat is tot
Bestaand, sinds 1 januari
voltijdse arbeid.
2015.
Het normbedrag voor levensonderhoud is
Bestaand
vastgesteld op 100% van het sociaal minimum. Het normbedrag is het maximale bedrag dat gemeenten mogen hanteren.
Voedselbank en
De voedselbank en kledingbank zijn de externe
Maatwerkvoorziening
De voedselbank hanteert landelijke richtlijnen en Bestaand
kledingbank
vangnetregelingen binnen de gemeente Venray. Zij bieden
(extern)
criteria. De kledingbank is afhankelijk van de
een eerste levensbehoefte van voeding en kleding. Wij
doorverwijzingen.
verstrekken subsidie aan beiden sociale banken. *Bovenstaande voorzieningen zijn of door de gemeente geïnitieerd, ingekocht of gesubsidieerd. Daarnaast bestaan er ongetwijfeld inwonersinitiatieven die vallen onder de term algemene voorziening.
15
3.4.6 Van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening Geldzorgen vormen een belemmering voor participatie en deelname aan de arbeidsmarkt. Wij bieden integrale schulddienstverlening aan, de noodzakelijke ondersteuning op het gebied van preventie, schuldbemiddeling en nazorg om zo het voor de inwoner maximaal haalbare aan (financiële) zelfredzaamheid te bereiken. Het gaat daarbij niet alleen om het oplossen (of hanteerbaar maken) van de schulden, maar vooral ook het meer financieel zelfredzaam maken van inwoners. Er is sprake van het bieden van dienstverlening, waarbij ook de achterliggende oorzaak van de schulden wordt meegenomen. Daarbij houden wij in het oog dat het maximaal haalbare geen belemmering vormt voor participatie en gaan wij uit van de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner. Daarom wordt schuldhulpverlening per direct schulddienstverlening. Doelgroep Alle inwoners van de gemeente Venray van 18 jaar of ouder, zijnde een natuurlijk persoon, kunnen een beroep doen op de schulddienstverlening. Doelen Kerndoel van schulddienstverlening is het vergroten van de duurzame (financiële en sociale) zelfredzaamheid en participatie van de inwoners en, indien dit niet mogelijk is, het bieden van adequate hulp om de schulden beheersbaar te houden en maatschappelijke uitval te voorkomen. De ondersteuning is gericht op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de inwoner. De gemeente faciliteert en ondersteunt waar nodig. Schuldenvrij is niet altijd het eindresultaat, dat kan ook stabilisatie van de schulden zijn. Wij willen de schulddienstverlening flexibel houden, zodat wij snel kunnen inspringen op ontwikkelingen. Resultaten Wij willen bereiken dat: •
De wachttijd maximaal 2 weken bedraagt nadat de inwoner zich gemeld heeft.
•
De intake binnen 4 weken plaatsvindt na het meldingsgesprek waarin de hulpvraag is vastgesteld.
•
Het aantal klanten in financieel beheer, budgetbeheer en budgetcoaching toeneemt.
•
Inwoners die ondersteund zijn door budgetbeheer in combinatie met budgetcoaching stappen hebben gezet op de zelfredzaamheidsladder.
•
Het aantal doorverwijzingen naar bewindvoering afneemt.
•
Ten minste 10% van de aanvragen voortkomt uit inzet op preventie en vroegsignalering.
Wat gaan we doen? De gemeente biedt ondersteuning op het financiële vlak aan inwoners die zonder ondersteuning hun schuldsituatie niet kunnen oplossen of erger in de problemen komen. Wij stellen de klantvraag centraal, waarbij wij waar mogelijk inzetten op gedragsverandering. Wij doen dit integraal, dus wij nemen alle leefdomein mee in het beoordelen wat de mogelijkheden van de inwoner zijn. De combinatie van de verschillende leefdomeinen kan ervoor zorgen dat er structureel iets verbetert aan de financiële huishouding. Daarbij moet ook worden gedacht aan de situatie waarin oplossingen binnen de eigen kring tot de mogelijkheden behoren. De dienstverlening is een juiste wisselwerking tussen collectieve voorzieningen en maatwerk.
16
Hoe gaan we dat doen?
➢ Wij zijn lid van de vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK) en werken volgens deze modules en gedragscodes. Dit waarborgt de kwaliteit van de schulddienstverlening. We zijn in 2014 gecertifieerd volgens de NVVK.
➢ Schulddienstverlening is maatwerk. Wanneer een schuldregeling niet mogelijk is of geen reëel perspectief biedt, wordt gekeken naar alternatieve manieren om de klant te ondersteunen bij het beheersbaar krijgen van zijn financiële situatie. Daarbij wordt uitdrukkelijk gekeken naar de gezinssituatie, dus of er kinderen tot het gezin behoren. De koppeling naar de diverse kindregelingen wordt daarin meegenomen.
➢ Afhankelijk van de situatie bieden wij de volgende producten (al dan niet in combinatie) aan. Standaard volgens NVVK
Aanvullend
Informatie en advies
Financieel beheer
Stabilisatie
Budgetbeheer
Schuldbemiddeling
Budgetcoaching
Schuldregeling
Fiscaal advies
Crisisinterventie Herfinanciering Nazorg Regelbare schuldenaren coachen wij in het aanleren van nieuwe vaardigheden of aanpassingen in het gedrag. Wij breiden de budgetcoaching uit om de financiële zelfredzaamheid te bevorderen door het aanleren van vaardigheden of door het gedrag te veranderen. Budgetbeheer en budgetcoaching zien wij als voorliggende voorzieningen voor beschermingsbewind voor klanten die met een minder zwaar instrument geholpen kunnen worden.
➢ Wij bieden nazorg afhankelijk van de situatie van de inwoner. Bij de ene inwoner betekent dit dat de nazorg bestaat uit budgetcoaching. Bij de ander bestaat dit uit het bieden van een cursus omgaan met geld of een aflopende periodieke afspraak. In ontwikkeling is een maatjesproject.
➢ Wij vragen vergoedingen voor de dienstverlening, zodat onze dienstverlening up-to-date blijft en wij snel kunnen acteren op ontwikkelingen. o
Er geldt er een eigen bijdrage voor inwoners die gebruik maken van de diensten financieel beheer en budgetbeheer. Op deze manier ondersteunt de gemeente de inwoners die dat nodig hebben, terwijl zij tegelijkertijd worden aangesproken op eigen kracht en verantwoordelijkheid.
o
Conform de regeling van de NVVK vragen wij een bemiddelingsvergoeding voor de schulddienstverlening tijdens de lopende schuldregeling van 9% van het aflossingsbedrag, met een maximum van € 50,- per maand. Deze bijdrage komt ten laste van de schuldeisers (vanuit het gereserveerde bedrag), aangezien er minder aflossingscapaciteit resteert. De bemiddelingsvergoeding voor de
schulddienstverlening komt dus niet ten laste van de cliënt. ➢ De keerzijde van maatwerk betekent dat wij niet alle inwoners kunnen en willen helpen. Wij sluiten niemand op voorhand uit. Na een individuele afweging wordt beoordeeld wat de meerwaarde van de schulddienstverlening is.
➢ Wij hebben een samenwerking met hypotheekverstrekkers via Schakel! van de NVVK. ➢ Wij zetten ervaringsdeskundigen in (als maatje) gedurende het traject (in ontwikkeling). 17
4
Communicatie
De communicatie in de aanpak van armoede is gericht op: •
de inwoners met een laag inkomen en/of een schuldenproblematiek. De kernboodschap in de communicatie met inwoners heeft alles te maken met vroegtijdig in actie komen in combinatie met de eigen verantwoordelijkheid. Ook willen we onze laagdrempelige regelingen en dienstverlening meer onder de aandacht brengen. Hierbij maken wij onder andere gebruik van een infographic en een filmpje, zodat de inwoner beeldend inzicht krijgt in de mogelijkheden.
•
de diverse partners in de aanpak van armoede. Ook hiervoor gebruik wij de infographic, maar ook nieuwsbrieven. De kernboodschap in de communicatie met partners heeft alles te maken met de samenwerking die wij beogen.
5
Beoogde resultaten, monitoring en evaluatie
Om te kunnen bepalen of we de doelen van het armoedebeleid daadwerkelijk bereiken, is het van belang om de effecten van het armoedebeleid periodiek te meten. Hiervoor maken wij gebruik van indicatoren, die worden opgenomen in de brede monitoring van het sociaal domein. De uitkomsten kunnen aanleiding zijn om het beleid en de uitvoering bij te stellen. In 2019 starten wij met de evaluatie van de kadernota. Doel
Bevorderen van participatie
Beoogde effecten
•
Inwoners met een laag inkomen doen mee en hebben toegang tot
•
Een optimaal gebruik van inkomensondersteunende regelingen door
activiteiten die bijdragen aan participatie de doelgroep •
Afname van de armoedeval
Doel
Bevorderen van financiële zelfredzaamheid
Beoogde effecten
•
Inwoners zijn beter in staat zelfstandig een financiële huishouding te voeren en kunnen duurzaam zonder financiële problemen leven.
•
Afname van (problematische) schuldenproblematiek.
•
Afname van recidive bij schuldenproblematiek.
Doel
Intensiveren preventie en vroegsignalering
Beoogde effecten
•
Inwoners met financiële problemen hebben we zo vroeg mogelijk in beeld, mede dankzij voorspellende signalen van samenwerkingspartners.
•
We hebben een groter bereik van moeilijk bereikbare doelgroepen (jongeren, zzp-ers, woningbezitters).
•
Doel
Afname van (problematische) schuldenproblematiek
Een kwalitatief goede, effectieve en laagdrempelige 18
schulddienstverlening Beoogde effecten
•
Meer mensen in financiële problemen weten de weg naar schulddienstverlening te vinden.
•
Vermindering van maatschappelijke problemen en kosten als gevolg van schuldenproblematiek (huisuitzetting, afsluiting van energie en belemmering van re-integratie).
•
Verminderen van uitval tijdens het schuldentraject.
Doel
Intensiveren samenwerking met netwerkpartners
Beoogde effecten
•
Het tot stand brengen en onderhouden van een sluitend professioneel netwerk ten behoeve van een meer integrale aanpak van armoede en schuldenproblematiek.
6
Uitvoeringsprogramma
Wat?
Hoe?
Nieuw?
Wanneer?
Algemeen
•
Infographic, filmpje ontwikkelen en website updaten
Nieuw
Najaar 2015
•
Herijken van verordening en beleidsregels w.o. bemiddelingsvergoeding, budgetcoaching, vangnetregeling CZM, meedoenbudget.
•
Informeren inwoners en partners nieuw beleid
Bevorderen van
•
Faciliteren opstart stichting Leergeld
Nieuw
Najaar 2015
participatie
•
Onderzoek deelname aan collectieve verzekering CZ
Nieuw
Najaar 2015
•
Ontwikkelen alternatief voor het Meedoenbudget
Nieuw
1 januari 2017
•
Publicaties over de maatwerkvoorzieningen en gebruik
Jaarlijks min. 3x
social media •
Instellen budget voor activeringsdoeleinden
Nieuw
Structureel
•
Ontwikkelen (maatjes)project ervaringsdeskundigheid
Nieuw
2016
Bevorderen van
•
Structurele inzet Budgetcoach/Budgetbeheer
financiële
• Cursus omgaan met geld
Jaarlijks 3x
zelfredzaamheid
• Budgetonderwijs op ROC Gilde
Jaarlijks
2016 e.v.
• Faciliteren opstart project Budgetkring
Nieuw
Najaar 2015
• Onderzoek opstart maatjesproject
Nieuw
Voorjaar 2016
Intensiveren
• Pilot werkgeversbenadering bij schulddienstverlening
Nieuw
Voorjaar 2016
preventie en
• Trainingen/Deskundigheidsbevordering voor
Nieuw
vroegsignalering
vrijwilligersorganisaties, onderwijs en
Jaarlijks 2x m.i.v.
maatschappelijke partners over herkennen en
2016
signaleren van financiële problemen • Jaarlijks beoordelen inzet activiteiten op gebied
Jaarlijks
preventie. Een kwalitatief
•
Werken volgens modules en gedragscode NVVK
goede, effectieve en laagdrempelige schulddienstverlening
19
Structureel
Intensiveren
• Uitwerken subsidievoorwaarden
Nieuw
Begin 2016
samenwerking met
• Afspraken met afvaardiging bewindvoerders/kanton &
Nieuw
Begin 2016
Nieuw
1x per jaar m.i.v.
onderzoek aanbesteding
netwerkpartners
• Jaarlijkse netwerkbijeenkomst met actueel thema voor Venrayse armoedecoalitie
7
2015
Financieel uitvoeringsplan
Vastgesteld moet worden dat de inkomensondersteunende regelingen allemaal een open-einde karakter hebben. Ieder jaar kijken wij op de geijkte momenten hoe het budget zich tot de inzet verhoudt en zal het beleid zo nodig bijgesteld worden. We ontvangen structureel extra rijksbudget (de zgn. Klijnsma gelden) om de aanpak van armoede en schuldenproblematiek te intensiveren. Deze middelen zetten we als volgt in: •
om het toenemende beroep op bijzondere bijstand op te vangen.
•
om schuldhulpdienstverlening te intensiveren, zodat we meer kunnen inzetten op preventie, vroegsignalering en gedragsverandering.
•
om initiatieven te ondersteunen.
•
om activering te stimuleren.
Hieronder vindt u in een financieel overzicht met de verwachte invulling. Voorgesteld wordt om de middelen binnen het armoedebeleid niet te oormerken, zodat wij flexibel zijn met de inzet. Middelen die binnen een bepaalde regeling niet worden uitgegeven kunnen dan op een andere manier ten behoeve van de doelgroep worden ingezet. 2016 (€)
2017 (€)
2018 (€ )
2019 (€)
1.479.786
1.486.984
1.498.652
1.502.539
Baten aanpak armoede
72.909
72.909
72.909
72.909
Baten schulddienstverlening
20.000
20.000
20.000
20.000
Totaal middelen aanpak armoede
1.572.695
1.579.803
1.591.561
1.595.448
Inkomensondersteunende regelingen
957.695
964.803
976.561
980.448
250.000
250.000
250.000
250.000
140.000
140.000
140.000
140.000
45.000
45.000
45.000
45.000
7.500
7.500
7.500
7.500
50.000
50.000
50.000
50.000
Middelen aanpak armoede
•
Bijzondere bijstand
•
Meedoenbudget
•
Individuele inkomenstoeslag
•
Individuele studietoeslag
Maatwerkvoorziening chronisch zieken/gehandicapten (CZM) Fondsen (kindregelingen) •
Jeugdsportfonds
•
Jeugdcultuurfonds
•
Stichting Leergeld
Subsidie maatschappelijke initiatieven Publiciteit en voorlichting Budgetbeheer en budgetcoaching
20
Structurele kosten + extra inzet
70.000
70.000
70.000
70.000
15.000
15.000
15.000
15.000
2.500
2.500
2.500
2.500
35.000
35.000
35.000
35.000
1.572.695
1.579.803
1.591.561
1.595.448
schulddienstverlening Activiteiten preventie en vroegsignalering Activiteiten regisseur in samenwerking Activiteiten bevorderen activering Totaal uitgaven
21