Jeremia 1 : 4-10 1
Jeremia’s bestemming Liturgie: Gez. 149 Wet Ps. 78 : 2 Jeremia 1 : 1‐19 Ps. 71 : 2, 3, 4 1 Timoteüs 4 : 11‐16 Ps. 148 : 4 Jeremia 1 : 4 ‐ 10 Gez. 141 Ps 139 : 6‐7 Collecte LvK 481 : 1‐3
De bestemming vanaf de moederschoot
Gemeente van onze Heer Christus, mijn broeder en mijn zuster, De bestemming
Ik lig op m’n rug in het gras en aanschouw de maan. Ik vraag haar of zij misschien weet waarom wij bestaan. Waarom we worden geboren en straks weer gaan. Maar ze zwijgt en kijkt me lachend aan. Laat me zien waar ik voor leef. Laat me voelen wat ik geef. Eén moment zodat ik weet dat alles niet voor niets is geweest. Moet ik dan blind geloven dat het zo z’n reden heeft? Dat geen mens mij kan vertellen waarom ik dit leven leef...? Marco Borsato.
De maan geeft geen antwoord. Geen mens kan het precies vertellen. God weet als geen ander waarom jij dit leven leeft. En waarvoor elk mens in de wieg is gelegd. Hij onthult het aan Jeremia. God alleen bepaalt je bestemming vanaf de moederschoot.
Geroepen Het overkomt Jeremia. Hij heeft het niet gezocht. Hij is ook niet in zijn binnenste afgedaald om een fluisterende stem te horen. Jeremia heeft er niet zelf voor gekozen. Het is hem gewoon overkomen. Hoe precies, in een visioen ja dan nee, dat is niet helemaal duidelijk. God sprak hem aan en zocht woordelijk contact. Hij moest Jeremia hebben. Zo gaat dat meestal bij God. Hij maakt een sprekend begin. De boodschap is onthullend. God heeft Jeremia al heel lang op het oog. Hij is al vanaf het eerste begin met hem bezig. In de moederschoot, ja zelfs voor zijn geboorte, voor zijn eerste hartenklop. Verbazingwekkend dat God Zich in zijn gedachten om je bekommert voordat je zelfs maar geboren bent! Dat je in de moederschoot door God gekend bent, is al bijzonder. Maar hoeveel te meer voordat je bestaat.
Jeremia 1 : 4-10 2
Het is een en al activiteit van God: vormen, kiezen (kennen), wijden, aanstellen. Vormen in de moederschoot, dat doet God. Zoals een kunstenaar boetseert en vormt naar het beeld dat hij voor ogen heeft, zo vormt God tot in de kleinste details in de moederschoot. Kiezen, in feite staat er kennen. God is vertrouwd met je allereerste begin, hij kent je vanbinnen en vanbuiten, en Hij is met je begaan en op je betrokken. Wijden, anders gezegd: heiligen. Het gaat erom dat je apart gezet wordt met een bijzonder doel en oogmerk. God betrekt jou op Zichzelf en reserveert jou voor Zich. Hij wil niet dat je nog los van Hem gedacht wordt. Aanstellen, een positie krijgen. Je ontvangt als het ware een dienstbetrekking. Je wordt vanaf het eerste begin in dienst genomen. Voor Jeremia betekent dat concreet dat God hem op het oog heeft als een profeet die namens Hem gaat spreken en optreden. Jeremia krijgt het direct te horen van God zelf: ‘Ik heb jou al heel lang op het oog als profeet. Ik heb een bijzondere bestemming voor je. En dat was ik al van plan, voordat je geboren werd.’ Jeremia, je bent in de wieg gelegd voor profeet. Dit geldt allemaal voor Jeremia, maar kun je dat ook van jezelf zeggen? Is onze Schepper zo intens betrokken op ons als schepselen, dat Hij zelf al voor onze geboorte zijn plan met ons heeft? En dat Hij vanaf de moederschoot al zo gericht met je bezig is? Of geldt dat alleen voor profeten zoals Jeremia en Johannes de Doper? Nee…! Jezus zei: ‘Er is geen profeet groter dan Johannes, maar de kleinste in het koninkrijk van God is groter dan hij’ (Mat. 11:7). Wij zijn Jeremia niet, de roeping is anders. Maar je kunt er wel uit afleiden dat God heel gericht met je bezig is en op je betrokken is. Hij is je Schepper en heeft je gevormd met een bedoeling. Hij wil je als zijn schepsel en mensenkind in dienst nemen, met jouw karakter en kwaliteiten. En dat in alle omstandigheden. Geroepen om voor God te leven, dat is je bestemming. Profetische missie Maar het lag helemaal niet voor de hand dat Jeremia profeet zou worden. Hij komt uit een priestergeslacht in het gebied van Benjamin. Dit geslacht was in de fout gegaan en door Salomo afgezet, het lag dus bepaald niet in de lijn van de verwachting dat Jeremia een profetische taak zou krijgen. Je zou eerder verwachten dat de ontsporing van zijn priesterlijk voorgeslacht hersteld werd: naast de ander staan, pleiten, voorbidden, dan profeet: tegenover de ander staan, aanspreken, tegenspreken. Daar komt nog eens bij: profeet voor alle volken! Dat is nogal wat. Dat is geen smalle opdracht voor een rompstaatje als Israël. Als je nagaat dat er heel veel gaande is op het terrein van de wereldpolitiek, met de nodige spanningen van dien. Assyrië is een grootmacht in verval, maar had veel Israëlieten weggevoerd. Breekt de lente door in Jeruzalem, komen ze los uit de greep van jarenlange overheersing? Er is sprake van verschuiving van machtsblokken. Egypte laat zich gelden als grootmacht en er is een nieuwe grootmacht in opkomst: Babel. God
Jeremia 1 : 4-10 3
bemoeit Zich niet alleen met zijn eigen volk. Hij heeft altijd alle volken in het oog. Niets ontgaat Hem. Hij heeft de regie op het terrein van de wereldpolitiek. Achter de coulissen is er maar Eén die het overzicht heeft en ook behoudt. Maar dat Jeremia, zo jong als hij is, hier een taak in krijgt. Profeet zijn, voordat je als zodanig wordt erkend. Wil je toch profetisch kunnen spreken… Daar is gezag voor nodig. Daar heb je inzicht voor nodig, ervaring, deskundigheid. En dan ook nog eens gericht op alle volken. Wie is Jeremia dat hij iets zou mogen roepen op het wereldtoneel? Is dat voor ons niet ver van ons bed? Geroepen als profeet, dat overkomt Jeremia in zijn tijd. Wij zijn Jeremia niet, dus is het ook niet voor ons weggelegd. En zeker niet gericht op alle volken… op ons wereldtoneel. Toch worden de discipelen geroepen om alle volken te onderwijzen. En op de pinksterdag worden jongeren en ouderen geroepen om te profeteren en over Christus te spreken. Dezelfde Petrus zal later in zijn brief schrijven: U bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden van God te verkondigen (2:9). Je wordt, ieder op zijn manier, wel degelijk geroepen als profeet. Grote profeten en kleine, je hebt ze in soorten en maten. De roeping is niet voor allemaal precies gelijk. God houdt rekening met karakters die Hij heeft gevormd. Maar het gaat om het spreken namens God, het openlijk uitkomen voor God, het verwijzen naar Christus; getuigen, verkondigen, hoe je het ook wilt noemen. Elke christen wordt geroepen als een profeet, in zijn of haar eigen situatie. Overruled Jeremia stribbelt tegen. Hij komt niet met smoesjes dat hij geen zin heeft. Hij roept ook niet: neem voor mij maar een ander, die meer geschikt zal zijn. In zijn ogen heeft hij een goed argument: Ach (hoe vaak zal hij dat nog roepen), ik ben te jong; ik kan het woord niet voeren. Hoe oud Jeremia precies is geweest, is moeilijk te zeggen. Het woord ‘jongeman’ kan duiden op een leeftijd tussen de 15 en 25. Jeremia heeft alle reden om verzet te bieden. Je hebt ervaring nodig wil je als profeet kunnen optreden. Levenservaring sowieso, maar ook ervaring in het spreken: wat je zegt, hoe je het zegt, tegen wie je het zegt. Voordat je jezelf een profeet kunt noemen… Bovendien gold zeker in het oude Oosten: oud en wijs zijn. Naar jongeren werd niet snel geluisterd. Gezag moest je opbouwen en verwerven. En dan te bedenken dat Jeremia het woord zou moeten voeren tegenover grootmachten. Een jongen die net komt kijken. Dit is te hoog gegrepen voor hem, en blijkbaar te veel eer naar zijn smaak. Hij voelt zich eenvoudig te jong. Begrijpelijk verzet, nietwaar? Dat geldt niet voor God. Hij gaat niet in discussie met Jeremia, maar overrulet hem: zeg niet ‘ik ben te jong’. Dat is blijkbaar geen argument. Natuurlijk kunnen jeugd en onervarenheid een groot nadeel zijn. Je komt net kijken en hebt nog inzicht opgebouwd. Je bent nog groen en niet gerijpt. Maar voor God is dat niet
Jeremia 1 : 4-10 4
beslissend. Laat je niet leiden door leeftijd. Paulus zegt hetzelfde tegen Timoteüs: laat je niet geringschatten om je leeftijd. Al kom je net kijken en heb je niet veel ervaring, dat zegt niet alles. Beslissend is wat je zegt en of je God naspreekt en op zijn woorden afgaat. Dit is ook van belang in de gemeente van Christus. Laat jongeren respect en waardering opbrengen voor ouderen die ervaring hebben in de omgang met God. Maar laat het ook zo zijn dat ouderen naar jongeren luisteren, en ze niet de mond snoeren met het argument: je bent nog te jong om wat te zeggen. Jongeren kunnen scherp zijn in hun kritiek en kloppen op holle tradities. Luister of wat gezegd wordt, ook overeenkomt met de woorden van God. Ook als het niet mild is, maar radicaal… Dat hoort vaak bij jongeren. Bemoedigd Wat is het kenmerkende van een profeet? Dat hij zijn boodschap niet zelf hoeft te verzinnen. God is er heel duidelijk over: ‘Jeremia, je hoeft niet vol bravoure op te treden en met meeslepende taal te komen.’ Het enige wat hij moet doen, is doorgeven wat God hem heeft aangereikt. Jeremia is J&O (Jeugd met een opdracht). ‘Zeg wat ik je opdraag en zeg het tegen iedereen naar wie ik je zend.’ Een profeet heeft een Zender achter zich staan. Hij spreekt niet namens zichzelf. De woorden worden Jeremia in de mond gelegd. Hij hoeft het niet zelf uit te zoeken. Het enige wat hij moet doen, is naspreken wat God hem ingeeft en dat ook doorgeven. Dat betekent niet dat Jeremia een spraakmachine wordt, die zelf in zijn denken en voelen wordt uitgeschakeld. Heel het boek Jeremia is er een bewijs van hoe de Woorden van God botsen met wat hij zelf zou willen zeggen. Wat heeft Jeremia ermee geworsteld. Vooral ook als er profeten op het toneel komen die hem met gezag tegenspreken en de mensen naar de mond praten. De Heer onderkent ook de weerbarstigheid en voelt de schroom en angst van Jeremia aan. Als anderen – op zijn zachtst – niet kunnen waarderen wat je zegt. Of zich er fel tegen verzetten als je hen aanspreekt op hun gedrag. Als je hen in het hart raakt en zij protesteren. Wees dan niet bang voor hun reacties, want Ik zal je terzijde staan en je redden! God verzekert Jeremia van zijn steun. Zijn Zender staat achter hem en naast hem, en zal als het nodig is, hem redden. Dat laat ook zien dat er blijkbaar moeilijke situaties zullen ontstaan waaruit Jeremia gered moet worden. God belooft hem geen makkelijk leven, maar zijn nabijheid. Met God ben je altijd in de meerderheid. Dit sluit naadloos aan bij wat de Heer Jezus verzekert aan de apostelen die Hij op weg stuurt. Als je niet weet wat je zeggen moet, wanneer je wordt aangevallen, mijn Geest zal het je te binnen brengen. Hij belooft je de woorden in de mond te leggen. Hij zal je bijstaan als spot en hoon over je wordt uitgeroepen. En kijk eens hoe ver God tegemoetkomt? Hij volstaat niet met een woord. Hij
Jeremia 1 : 4-10 5
zorgt ook voor een aanraking. ‘Hiermee leg Ik mijn woorden in jouw mond.’ Het wordt helemaal tastbaar gemaakt voor Jeremia. Hij kan de aanraking voelen op zijn lippen. Als een levende herinnering mag het houvast geven in heel zijn optreden. Als een antwoord op zijn bede: maak o Heer, mijn lippen rein, dat zij uw getuigen zijn. Je merkt hoezeer God aan ons verlangen naar voelbaarheid tegemoetkomt. Hij maakt zijn woorden tastbaar. Dat doet Hij bijvoorbeeld ook in de doop. Gods veelbelovende woorden ‘je bent van Mij, Ik ben met je’, worden zichtbaar gemaakt. Met handen te tasten, voelbaar op het voorhoofd. Maar evenzeer: als je niet met Mij gaat, ben ik tegen je. Afbreken en opbouwen Weet je wel hoe radicaal die Jeremia is! Wat een negatieveling, een zwartkijker, criticaster. Als je heel dat profetisch boek op je laat inwerken, word je meestal niet vrolijk. Dat is waar. Vergeet alleen nooit hoe Jeremia er zelf mee geworsteld heeft om zo radicaal te zijn. Hij kon de woorden niet inhouden en moest wel spreken. De profeet Jeremia moet laten zien dat God ook tegensprekers nodig heeft, mensen die op zijn tijd radicaal durven te zijn. Die het kwaad durven te benoemen. Die de ander niet naar de mond praten. En die al helemaal niet het zwijgen ertoe doen, alsof ieder alles zelf maar moet uitmaken. Waarom zo radicaal? Dat leer je van de grootste profeet Jezus, die ook heel radicaal kon zijn. Van wie Jeremia ook iets voorafbeeldde. Dat radicale moet soms wel, als het kwaad heel diep zit. God kan het bij volken heel radicaal aanpakken om duidelijk te maken dat er kwaad zit. God kan veel uitrukken en afbreken, maar nooit zomaar uit blinde woede. Altijd met de bedoeling om het kwaad uit te roeien, om dan weer op te bouwen en te planten. Weliswaar is Jeremia een radicale profeet geweest. Naar verhouding is het meer afbreken (bouw) en uitrukken (landbouw) (vers 10 geeft wel vier uitdrukkingen) dan opbouwen en planten. Maar dat heeft ook te maken met de periode waarin hij profeet was. Er waren al zo veel profeten aan voorafgegaan, die het nodige hadden geroepen tot inkeer. Hij komt later en grijpt dan ook dieper. Omdat de mensen zo hardleers en onverbeterlijk zijn. Wil de boodschap goed aankomen, dan moet dat soms heel radicaal gezegd worden. Maar uiteindelijk is het God te doen om op te bouwen en te herstellen. Dat geldt niet alleen voor Israël, maar evenzeer voor alle volken die op het toneel zijn. Dat is vandaag niet anders. Als God toch bezig is met al die volken: Pakistan, China, India… Wat wordt er veel uitgerukt en ontworteld in aardverschuivingen en overstromingen. Pakistan, het land van Talibanbescherming, oorlogszucht en kernwapendreiging, het land waarin christenen worden vervolgd en afgeschoten. China, het land waar steeds meer christenen zijn, maar ook nog steeds het land van terreur en onderdrukking, met een gigantische kloof van welvaart en armoede. Hoe hangt alles met elkaar samen? Daar is profetisch inzicht voor nodig, dat Christus, de Heer van de volken, alleen geven kan. En je vraagt je wel eens af:
Jeremia 1 : 4-10 6
hoe zal het in dit land verdergaan? Het land dat zo veel welvaart heeft opgebouwd en dat alles koste wat het kost wil behouden. Het land waarin steeds meer helder christelijk geluid verloren gaat en godsdienstvrijheid op het spel staat. Het zal ons geopenbaard worden. Er wordt democratisch gekozen, dat wel. Christenen worden meer en meer een minderheid. Maar je hebt als christen een bestemming: profeet zijn. Wie met God gaat, is altijd in de meerderheid. Waakzaam: het teken van de amandelbloesem Een twijgje met amandelbloesem, wat heeft dat te betekenen? Van alle bomen is de amandel in de lente de eerste. Een prachtig gezicht die wit‐roze bloesem. De amandelboom is al ontwaakt terwijl alle andere bomen nog in winterslaap zijn, en laat al van zich spreken. Het woord voor waken in het Bijbels Hebreeuws (sjoqed) lijkt veel op het woord voor amandel (sjaqed). Zoals de amandel het eerste wakker is, zo waakt God over zijn Woord. Opnieuw een bevestiging en een teken voor Jeremia dat God woord houdt. Het is een teken voor hem, want als hij woorden spreekt, kan het effect niente lijken. Of het lijkt erop dat men aan de woorden van andere profeten meer waarde hecht. Het kan zijn dat de woorden van dreiging in de lucht worden geslagen of weggehoond. Maar God neemt het opstapelen van rijkdom en onrecht niet. En de amandel is een teken dat God de wacht betrekt bij zijn woorden. Hij blijft wakker en op zijn qui‐vive. Zijn woorden keren nooit leeg terug. Hij zegt nooit zomaar wat. Geen loze woorden bij God. Hij blijft bij wat Hij heeft gezegd en neemt zijn woorden nooit terug. Dat geldt voor zijn veelbelovende woorden, het geldt evenzeer voor zijn dreiging als je afhaakt en God de rug toekeert. Zo waakt God bij de woorden die Hij sprak bij de doop. Al lijkt er niets van terecht te komen, Hij blijft waakzaam. Zo waakt God bij de bestemming die Hij je geeft als mensenkind. Al kun je als mens zo veel onbestemde gevoelens in je leven oplopen, in moeite en ziekte. Waar is dat nu goed voor? Je kunt zelfs het gevoel hebben dat alles voor niets is. Zodat je je kunt afvragen: slaapt God niet? Houdt Hij nog wel de wacht? Wat je ook gebeurt en wat je ook overkomt, Hij neemt je in dienst, al vanaf de moederschoot. Daar waakt God zelf voor. Let op de amandelbloesem. Waarom we geboren worden en ook weer gaan? Wie kan mij verzekeren dat het allemaal niet voor niets is geweest? De maan zwijgt en kijkt je lachend aan. Geen mens kan je vertellen waarom je leeft, behalve Gods Zoon. Hij spreekt, Hij kent je vanaf de moederschoot. Hij neemt je in dienst en geeft je bestemming aan. Hij geeft je alle reden van bestaan. Want Hij is helemaal voor jou gegaan. Amen.