Gemeente van de Here Jezus,
Lezen : HC, zondag 40 - HC, zondag 40 - Matteüs 5:17-26
1
Dat is nogal wat! Als dit waar is, wat de Here Jezus zegt, dan zitten hier heel wat moordenaars in de kerk vanmorgen. Dat is een ernstig bericht! Als ik aan moordenaars denk, zou ik die allereerst in de gevangenis zoeken. Dáár zitten mensen, die gepakt zijn voor bijvoorbeeld moord en hun straf moeten uitzitten. Daar heeft de rechter ze toe veroordeeld. Maar hier in de kerk? Zou u moordenaars in de kerk zoeken? 1.1 Zo dachten de farizeeën en schriftgeleerden ook. Die hebben denk ik daar instemmend met elkaar staan smoezelen, toen ze de Here Jezus die eerste woorden hoorden zeggen. Jezus zei: “Ik ben gekomen om de Wet en de Profeten – het OT – tot vervulling te brengen. En die hele wet blijft tot in de puntjes van kracht, zolang hemel en aarde bestaan. Onderhoud de geboden!” Ja, dat vonden die farizeeën en schriftgeleerden mooi. Dat had Jezus mooi gezegd. Als iedereen zich nou zo precies aan die wetten hield als hun, de farizeeën en schriftgeleerden, dan zouden er geen gevangenissen meer hoeven zijn. Want dan werd er niet meer gedood! Ze waren het roerend eens met de Here Jezus. Maar dan ineens trekken ze bleek weg. Want Jezus draait zich naar hen toe en zegt tegen de mensen: “Als jullie gerechtigheid niet gróter is dan die van de schriftgeleerden en farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.” Wat is dat nou?! Jezus slaat ineens om?! Hij doet alsof de gerechtigheid van de schriftgeleerden en farizeeën niks voorstelt?! Alsof dat helemaal niet het precies houden van de geboden is?! Wat is dat nou. De instemmende grijns is gelijk helemaal weg van hun gezicht. Wat bedoeld de Here Jezus dan met het onderhouden van de geboden? Kennelijk iets anders dan de farizeeën en schriftgeleerden altijd aan de mensen hadden geleerd. Dat pakt Jezus dan uitgebreider uit in de verzen erna. Eerst noemt hij het gebod zelf. Daarbij moet je even bedenken, dat de meeste mensen toen niet konden lezen. Ze hoorden de wet op de sabbat altijd voorgelezen in de synagoge. Daar verwijst Jezus naar als Hij zegt: “Jullie hebben gehoord…” Dat is wat de mensen hoorden van de schriftgeleerden en farizeeën. En de Here Jezus noemt daar dan zes voorbeelden van. - Vs. 21-26: “Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: ‘Pleeg geen moord’”. En daarna geeft Jezus zijn eigen uitleg. - Vs. 27-30: “Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: ‘Pleeg geen overspel.” En dan zijn eigen uitleg. - Vs. 31-32: “Er werd gezegd: ‘Wie zijn vrouw verstoot…’ En ik zeg jullie…” - Vs. 33-37: “Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: ‘Leg geen valse eed af…’ En ik zeg jullie…” - Vs. 38-42: “Jullie hebben gehoor dat gezegd werd: ‘een oog voor een oog en een tand voor een tand.’ En ik zeg jullie…” - Vs 43-47: “Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: ‘je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.’ En ik zeg jullie…” Allemaal voorbeelden waarin Jezus tegenover de farizeeën en schriftgeleerden gaat staan. En dan sluit Jezus al did voorbeelden af met: “Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader
HC, zondag 40
2
volmaakt is.” In vers 21-26 pakt de Here Jezus dus dat zesde gebod op: “Pleeg geen moord.” Daar kijken we vanmorgen naar. 1.2 Het was nog geen eens zo gek wat de Farizeeën en schriftgeleerden dachten. Ze hadden groot gelijk: als je een moord pleegt, moet je daar de straf voor dragen. Moordenaars vind je vooral in de gevangenis. “Wie moord, zals zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” Daar gaat de rechter over. Zo heeft Mozes in Deuteronomium ook het zesde gebod uitgewerkt. In de hoofdstukken 19-21 van Deuteronomium zou u dat na kunnen gaan. Mozes stelt regels op voor - wanneer je per ongeluk iemand gedood hebt. Hij noemt het voorbeeld van dat je een boom staat om te hakken en dat het blad van de steel er af schiet en de ander dodelijk treft. Daar geeft Mozes regels voor. Ook om te voorkomen, dat iemand anders zomaar wraak gaat nemen en dat er een geweldsspiraal komt. - Ook geeft Mozes regels voor iemand die een ander uit haat en met voorbedachten rade doodt. - Regels voor de rechtspraak met geldige getuigen. Ten minste twee getuigen. Dat die getuigen niet mogen liegen, dat daar ook weer sancties voor gelden. - Regels voor oorlogvoering - Regels voor wat te doen, als je een lichaam vindt, maar de dader is niet meer te achterhalen. Zo een heel rechtssysteem wat Mozes tekent rond dat gebod: “Pleeg geen moord.” Het betekent dat je niet zomaar het recht in eigen hand mag nemen. Door eerlijke rechtspraak kon wel de doodstraf gegeven worden, maar je mag niet zomaar zelf iemand doden. Daarover gaf Mozes dus gezonde regels, namens God. Het is, zoals de catechismus zegt: “De overheid draagt het zwaard om de doodslag te weren.” Dus moordenaars moeten opgepakt worden, berecht en de gevangenis in. Dáár vind je moordenaars. Daar hadden de farizeeën en schriftgeleerden helemaal gelijk in. Dát hielden ze het volk voor. Dát hoorde het volk elke keer weer klinken: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.”
2.1 Maar dan de Here Jezus. “Ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” Dat is eigenlijk wel komisch. Volgens mij begonnen de mensen weer te gniffelen, toen Jezus dit zei. Ok, als je iemand verwond of zelfs dood, ja, logisch dat je dan voor de rechter moet komen. Maar als je boos bent op een ander en je begint te schelden… dan ook voor de rechter? Nou, dan krijgen die rechters het nog druk! Voor een scheldpartijtje berecht moeten worden. Dit werkt wel een beetje op je lachspieren, wat Jezus zegt. Ook als Hij doorgaat: “Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin.” Het Sanhedrin, dat is het hoogste gerechtshof in Israël?! Als je ‘nietsnut’ zegt, ‘domoor’, ‘sufferd’, of zoiets… zegt Jezus, moet je je verantwoorden voor het hoogste gerechtshof?! Zie je het al voor je?! Een beetje absurd klinkt dat wel, toch? Maar dan de schok, die Jezus geeft: “Wie ‘dwaas!’ zegt, zal voor het vuur van de hel komen te staan.” Dit is even heel wat anders. Wie woorden als ‘dwaas’ zegt, komt voor de hemelse Rechter te staan?! Neemt God dat soort scheldwoorden zó ernstig?! Ineens weer die dreun door Jezus woorden. Verbijstering! Is het zó ernstig voor God?! Ja, zegt Jezus. Als jij iemand voor weet ik wat al niet uitmaakt, dan is dat voor God heel ernstig. Dat is zondigen tegen het zesde gebod. Dat is níet het zesde gebod onderhouden. Dit gaat
HC, zondag 40
3
veel dieper, dan de farizeeën en schriftgeleerden altijd hadden uitgelegd?! “Gróter dan de gerechtigheid van de farizeeën en schriftgeleerden.” 2.2 En waarom dan? Waarom neemt God dit zo hoog op?! Dat heeft te maken met dat elk mens gemaakt is ‘naar Gods beeld’. Ieder mens heeft een kostbare waarde, omdat je geschapen bent naar Gods beeld. Alle planten en dieren zijn ook door God gemaakt, maar van de mens alleen zegt God dat hij geschapen is naar ‘zijn beeld’. Zelfs na de zondeval, als de zonde mensen helemaal aantasten, is dat ‘beeld van God’ niet weg. Vlak na de zondvloed heeft God het daarover tegen Noach. In Genesis 9 staat: “Van iedereen die zijn medemens doodt, eis ik genoegdoening. Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt.” De mens is naar Gods beeld gemaakt en daar heb je dus zorgvuldig mee om te gaan. Die mag je niet doden. En dat is duidelijk dat dat allereerst om moord gaat. Iemand van zijn leven beroven. Maar dat gaat veel verder. Dat betreft ook het gebruik van onze tong. Jakobus schrijft daarover in Jakobus 3. Onze tong, die we maar niet kunnen temmen. De mens heeft alle mogelijke soorten dieren weten te temmen, wilde dieren, vogels, kruipende dieren en zeedieren, maar er is geen mens die de ton kan temmen, dat onberekenbare kwaad, vol dodelijk venijn. Met onze tong zegenen we onze Heer en Vader, en we vervloeken er mensen mee die God heeft geschapen als zijn evenbeeld. Onze tong, vol dodelijk venijn, waarmee we mensen die geschapen zijn als Gods evenbeeld vervloeken. Daarmee die mensen beschadigen. Daarmee Gods werk aantasten. Het gaat maar niet om de woorden die je zegt. Het gaat erom wát je daarmee van de ander zegt. Met je woorden laat je een houding tegenover de ander zien. Als je iemand in woede uitscheldt voor ‘dwaas’, verneder je de ander… beeld van God! Daarom dat Johannes het zelfs zó scherp durft te zeggen in 1 Johannes 3: “Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft.”Toe maar… Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar… Dat is nogal wat?! 2.3 Dus… als dat zo is… dan vind je niet alleen moordenaars in de gevangenis. Maar ook hier in de kerk?! Dat is een ernstige boodschap?! Wie is er dan eigenlijk géén moordenaar hier… Wie heeft een ander nog nooit voor iets lelijks uitgemaakt? Met woorden. Of misschien alleen maar in gedachten. “O, daar heb je die weer…” Of hoe praat je óver iemand anders. Over je broeders of zusters. Waar praat u straks thuis over. Hoe u zich kon storen aan die ene broeder of zuster? “Wie zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar…” Hoe praat je over klasgenoten? Hoe praat je over collega’s. Over die ene, die niet goed mee kan komen en een beetje anders is? Wat zeg je daarmee over die ander als ‘beeld van God’. Pesten op school. Door schelden of treiteren. Dan maak je de ander kapot. Dat is zonde tegen het zesde gebod. Roddels zijn zo lekker smullen. Maar is dat zorgvuldig omgaan met de ander? Dringt het tot ons door, wat Jezus zei: “Wie ‘Dwaas!’ zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.” De hemelse Rechter zal je ter verantwoording roeping voor je taal, die je tegen een ander uit!
HC, zondag 40
4
Broeders en zusters, ik denk nog even door. Kijk ’s even naar tv-programma’s. ‘Idols’ bijvoorbeeld. Zie je jongeren daar op auditie komen, hopen dat ze door mogen. Het is smullen als de jury op ze reageert. Als je goed zingt, waarderen ze je. Maar als je niet goed zingt? Wordt je afgebrand. Juist dat maakt het programma voor een deel zo succesvol. Genieten van hoe de jury die zingende stakkers de grond in stampt. En daar hebben ze nu dan een goeie bij gehaald in de jury in de persoon van Gordon. Ieder mens een beeld van God. Daar staan ze op de stip en worden afgebrand. Is dat goed om daar van te genieten, als je deze woorden van Jezus ’s even op je in laat werken?! Ok, jij scheldt niet, maar je geniet van de reacties van de jury en je kan je er vaak ook nog in vinden. Genieten van het vernederen van een ander. … Een beeld van God. Of neem een ander veelbesproken programma: “De gouden kooi.” Daar ben je continue getuige van hoe ze elkaar afmaken en vernederen, achter elkaars rug om complotjes tegen elkaar smeden en de ander pesten. Eerst vriendjes worden en dan de ander als een baksteen laten vallen. Geen respect voor de ander te vinden. Jaap en Lieke en Huub en al die anderen: ‘beeld van God’. Ok, ook behoorlijk door de zonde aangetast. Maar als mens zijn ze dat wel! Is dat goed dat ze elkaar zo vernederen? Is het goed om daarvan te genieten, hoe ze elkaar vernederen? Ook dat past niet bij het zesde gebod. “Wie ‘Dwaas!’ zeg, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.”
3.1 De woorden van de Here Jezus zijn behoorlijk schokkend. Ook voor onze tijd. “Als jullie gerechtigheid niet groter is dan dei van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.” Die Farizeeën hadden op zich gelijk en ze hielden zich trouw aan de buítenkant van de wet. Maar Jezus steekt de diepte af. “Je bent niet klaar met mijn geboden, als je je aan de buitenkant van de wet houdt. Je houding is al bepalend. Je kan zelfs met gedachten of woorden iemand doden. Dáár zit de titel en de jota, de puntjes van Gods wet.” Hoe dan wel? Daar geeft Jezus twee voorbeelden van. Die gaan over je ‘verzoenen met de ander’. De eerste over wanneer je je offergave naar het altaar brengt. Dat deden de Joden in Jeruzalem, in de tempel. Je offergave naar het altaar brengen. Waarschijnlijk vertelt Jezus dit in het hoge noorden, in Galilea. Dus wanneer iemand die daar bij Jezus is, helemaal uit Galilea naar Jeruzalem is gegaan, zo’n honderd kilometer. En die dan daar herinnert dat er een conflict is met een broerder of zuster… laat je gave dan bij het altaar achter en ga je eerst met die ander verzoenen. Dus je offer daar in Jeruzalem achter laten en dan die hele reis terug naar Galilea, misschien wel een reis van een week, weer maken om het eerst weer met z’n broeder of zuster goed te maken. Zó ernstig nemen. Zó wil God dat wij verzoening zoeken in onze relaties. Laat het kwaad niet sudderen! Dat is ook de toon van het tweede voorbeeld, op weg naar de rechtbank. “Leg een geschil snel bij!” Want als de rechter er aan te pas komt, is het definitief. Daarin klinkt ook die hemelse Rechter door… 3.2 Het is helder hoe Jezus de diepte ingaat met de wet. De buitenkant is belangrijk, maar het gaat verder. Het gaat om je totale houding. Om je hart. Je hart in de stijl van Gods koninkrijk. Dat Rijk wat gericht is op het redden van leven. Niet op het kapot maken. Daar is Jezus zelf de grote Redder van. En de stijl van dat koninkrijk pakt Hij hier uit in de Bergrede.
HC, zondag 40
5
Laten we tot slot samen de catechismus ’s doorlezen. Die heeft dat wel raak verwoord hoor! Het spreekt denk ik voor zich, na deze preek. - Lezen zondag 40
3.3 Moordenaars in de kerk, Laten we onze blik richten op dat ene tafereel. Op een berg. Drie palen steken af tegen de horizon. In het midden hangt Hij, de onschuldige. Met zijn armen wijd naar de wereld uitgespreid hangt Hij aan het kruis geslagen. Links en rechts van Hem twee echte moordenaars, die hun straf moesten dragen. De ene moordenaar begon Hem te bespotten en te schelden. Hij stapelde zo nog meer aanklachten op zich voor de heilige Rechter. De ander erkende zijn verdiende straf. Hij keek naar Jezus en zei: “Jezus, denk aan mij wanneer u in uw koninrijk komt.” En Jezus, hangend aan de kruis, antwoordde: “Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.” Laten we die tweede moordenaar volgen… Amen