Gemeente van onze Here Jezus Christus, Net als ieder jaar lazen we ook vanmorgen opnieuw het Pinksterverhaal met elkaar. Het ongelofelijke verhaal van de uitstorting van de Heilige Geest op de apostelen en een wijdere kring van volgelingen van Jezus. En wat mij deze keer nu het meest opviel, was dat je eigenlijk twee groepen kunt onderscheiden binnen dit verhaal. Aan de ene kant heb je de mensen die verbijsterd zijn en geheel van hun stuk gebracht door wat daar gebeurt op dat Pinksterfeest(vers12). Net als nu woonden er ook toen al Joden uit allerlei windstreken van de toenmalige bekende wereld. En Jeruzalem is hun stad. En zij vieren alle feesten mee die voorkomen op de Joodse kalender. Zo stel ik me dat wat voor. En ook het Pinksterfeest zouden ze gaan vieren. Net als ze dat alle andere jaren vieren: het Wekenfeest (Shewoeoth), een oogstfeest 50 dagen na het Pascha, waarbij een eerstelingsgave als offer door de priester in de tempel gebracht moest worden. Stond het Pascha in het teken van ernst en soberheid, het Wekenfeest was een veel vrolijker feest. Nadat de tempel in 70 na Christus verwoest is wordt het Pinksterfeest ook het feest waarop de wetgeving op de Sinaï herdacht wordt. En dat alles gebeurde op de gebruikelijke manier. En de genoemde mensen zijn met die gedachte ‟s morgens uit bed gestapt.” Vandaag is het Pinksteren” en eigenlijk wisten ze dan al precies hoe die dag er uit ging zien. Maar dan worden ze op een gegeven ogenblik opgeschrikt door een enorm geluid –hoe hard moet dat wel niet geweest zijn?!- en dan is hun hele dag anders. Ze treffen mannen in de stad aan die zó spreken dat elke aanwezige ze kan verstaan. Ze zijn stomverbaasd! Wat is dit wel niet? Wat moeten we hiermee? Ze zien het gebeuren, ze horen de mannen spreken. En ze zijn helemaal van slag! Waarom gebeurt dit nu notabene op Pinksteren? Onze feestdag en dan zo‟n vreemde toestand. Kunnen we niet overgaan tot de orde van de dag? Dat klinkt ook door in de woorden “Ze zullen wel dronken zijn”. Zo van, laat die kerels toch. Ze kramen dronkemanspraat uit. Laten wij feest gaan vieren! Zij zien het allemaal wel, maar het blijven nog toeschouwers.
Aan de andere kant heb je dus die andere groep: die volgelingen van Jezus die daar ineens midden in Jeruzalem staan te spreken in het openbaar. Hoe kom je erbij? Nou, ze doen het niet zomaar. Toen Jezus naar zijn hemelse Vader ging, had Hij hen gezegd dat ze bij elkaar moesten blijven en wachten tot de belofte van de Vader in vervulling zou gaan. Wat die belofte inhoudt vertelt Hij ook nog: Jullie zullen gedoopt worden met de Heilige Geest. En we weten dat ze inderdaad teruggegaan zijn naar Jeruzalem en dat ze daar samen zijn blijven wachten. Maar niet zomaar wachten, nee ze wijdden zich vurig en eensgezind aan het
gebed (1:14). De discipelen wisten helemaal niet wat ze moesten verwachten. En ze hadden ook geen idee van hoe lang ze moesten wachten. Maar ze wachtten wel in hoopvolle spanning en gericht op de Heer, eensgezind en vurig biddend. En Gods planning is fantastisch, want júist op het joodse Pinksterfeest komt de Geest. De Geest als eersteling van het Koninkrijk van God: Hij is het eerste dat de discipelen ontvangen, maar Hij is nog maar het begin, een voorproefje van wat eens zal komen in het Koninkrijk. En zoals God op de Sinaï de wet aan het volk Israël gaf d.m.v. zijn dienaar Mozes die de wet moest opschrijven op stenen tafelen. Zo komt juist nu de Geest als degene die de wet schrijft in de harten van mensen. Hijzelf leert hen hoe ze moeten leven voor Gods aangezicht en met hun medemensen. Zo wordt het Joodse Pinksterfeest verdiept en vervuld in de komst van deze Geest. En die Geestvervulde mannen, ze zijn laaiend enthousiast. Zij zijn geen toeschouwers, maar worden helemaal door de Geest vervuld en zo worden zij mensen die de geweldige Boodschap van het Evangelie doorgeven. Aanvankelijk zullen ze ook niet geweten hebben wat hen overkwam, maar ik denk dat de Geest zelf hen duidelijk heeft gemaakt :”Dit is waar Jezus het over had. Dit is de belofte van de Vader. Dit is de Heilige Geest zelf die in ons is gekomen!” En ze zijn de straat opgegaan. Het bovenvertrek werd ze te benauwd met zoveel power in hun leven. Twee groepen mensen: De ene groep die door de Geest gegrepen en ingeschakeld wordt. En de andere groep die toeschouwer is en wel verbaasd en verbijsterd is, maar de Geest niet herkent. Ja, zo werkt dat, want Paulus schrijft later in zijn brief aan de Korinthiërs dat er een verschil is tussen de geest van de wereld en de Geest van God. En alleen de Geest van God stelt ons in staat om God te kennen. Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid (2:14). Die groep Joden, het waren vrome godsdienstige mensen, en tóch herkenden ze het werk van God niet in de apostelen, omdat zij de Geest van God (nog) niet hadden ontvangen. Twee groepen mensen: misschien ook wel onder ons vanmorgen. Misschien zijn er onder ons die warm worden van het Pinksterverhaal. Die blij en enthousiast worden als ze lezen van de Geest. En die verlangen naar die tijd van de apostelen, toen de Geest zich zo aanschouwelijk manifesteerde en de mensen op zo‟n wonderlijke wijze gebruikte. Die zelf misschien ook het werk van de Geest in hun eigen leven kennen en dit verhaal ook herkennen als werkelijk werk van God zelf. Maar misschien bent u ook wel naar de kerk gekomen en kent u het Pinksterverhaal, maar kunt u er eigenlijk niks mee. Het is zo‟n vreemd verhaal. Dat gebeurde misschien in die tijd, maar wat kun je daar in onze tijd nu mee? Ik snap niets van de Heilige Geest. Een vaag gebeuren, alleen voor zwevers en hoogvliegers. Het Pinksterfeest hoort nu eenmaal thuis in
het kerkelijk jaar, maar geef mij maar Kerst of Pasen. Misschien voelt u zich ook wel toeschouwer….. En dat laatste is zo jammer, wanneer je de werkelijke betekenis van Pinksteren niet kent en wanneer de Heilige Geest (nog altijd) een vreemde voor je is. Want Pinksteren is eigenlijk bedoeld om laaiend enthousiast van te worden! Want de komst van de Geest in je leven is een grandioos feest waard! Maar wat doet die Geest dan in je leven, dat je daar enthousiast van zou worden? Er is veel te noemen maar ik wil er een paar dingen over zeggen: -als eerste noem ik het feit dat je je bewust wordt van de grote daden van God. De Joden zeiden dat ook : “Wij allen horen hen…..spreken over Gods grote daden”. De Geest brengt je de geweldige dingen die God heeft gedaan en doet te binnen. En maakt ook dat je ze als grote daden ziet! Je kunt wel van alles wéten, van de Bijbel, van over hoe die en die over God spreekt. Maar het wordt een heel ander verhaal wanneer de Geest zelf je de ogen opent voor het geweldige dat God doet en heeft gedaan. Paulus zegt het zo in 1 Korinthiërs 2: Wij hebben de Geest die van God komt ontvangen “opdat we zouden weten wat God ons in zijn goedheid heeft geschonken”. -als tweede laat de Geest je de kracht van het bevrijdende werk van Jezus Christus zien. We lezen dat ook verder in Hand.2 waar we de toespraak van Petrus tegenkomen. Wie staat daar vooral centraal in zijn hele verhaal? Jezus Christus en die gekruisigd en opgestaan. Als je de Geest in je leven ontvangt, dan kan het niet anders dan dat Jezus nog belangrijker voor je wordt. Dat de betekenis van Zijn leven en sterven en opstanding steeds duidelijker voor je wordt. Het geloof omvat vele dingen, de één belangrijker dan de ander. En over verschillende dingen kun je als gelovigen ook onderling verschillen zonder dat het geloof onderuit gehaald wordt. Maar aan de kern van het Evangelie mogen we nooit komen: Jezus Christus en die gekruisigd. Jezus zei zelf al in het evangelie naar Johannes dat de Geest van de waarheid zou komen en dat die over Hem zou getuigen (15:26) en dat Hij alles wat Hij de volgelingen van Jezus zal bekend maken, dat Hij dat van Jezus heeft. En zo eert de Geest Jezus en zal Hem altijd centraal stellen! Toen Petrus zijn verhaal had gedaan toen werden ook van de omstanders duizenden in hun hart geraakt door dit Woord en de Geest opende hun ogen en ze vroegen wat ze moesten doen om behouden te worden! - als derde noem ik het feit dat de Geest onze ogen opent voor onze identiteit. Paulus schrijft in de Romeinenbrief het volgende over de Geest: “u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met “Abba, Vader”. Dezelfde Geest verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn (Rom.8:15,16). Dat is iets geweldigs! Hoeveel mensen worstelen niet met de vraag wie ze zijn. En wat de betekenis van hun leven is. Zoveel mensen zijn ontworteld en ontheemd en hebben een onrustige geest. Als de Geest van God in je leven komt dan laat Hij je zien waar je roots liggen. In het Vaderhuis! En wanneer de
Geest in je gaat werken dan kun je steeds meer worden wie je bent: een geliefd kind van je hemelse Vader. Door de Geest mogen we Hem ook aanroepen met “Papa, Abba”. Ons leven komt tot zijn doel wanneer we ons daar diep van bewust zijn. Dan maakt het niet uit wat een ander over je zegt of ooit gezegd heeft. Dan kan het leven je raken met pijn en verdriet, maar je identiteit ligt vast. In God. De Geest “hamert” daar als het ware net zo lang op in je innerlijk, totdat niemand je die zekerheid meer kan afpakken. Dit zijn zomaar een aantal dingen. De Geest doet nog zoveel meer, maar om dat allemaal te noemen, daar is één preek te kort voor. Maar dit zijn denk ik hele wezenlijke dingen, want wanneer de Geest ons dit alleen al duidelijk maakt, dan kunnen we niet anders dan laaiend enthousiast worden! Alles wat we misschien verstandelijk wel weten licht als het ware op door de werking van de Geest. De Geest wil onze ogen en ons hart en onze mond openen, om de grootheid van God en zijn Zoon Jezus te zien, te ervaren en te verkondigen. En nu weet ik wel, enthousiasme kan soms ook wegvloeien. Doordat we heel wat kritiek en andere meningen om onze oren krijgen. Doordat ons leven zich langzamerhand gaat vullen met andere zaken. Doordat teleurstellingen ons deel zijn, teleurstelling om onszelf, anderen of zelfs de kerk. Dan zegt Paulus “Laat je enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer”! Het probleem zit „em vaak in onszelf. Doordat wij de Geest minder ruimte geven kan al het bovengenoemde ook sneller vat op ons krijgen. Ons enthousiasme kan alleen maar blijven, wanneer we,net als de apostelen deden, elke dag weer bidden om de kracht en de nabijheid van de Heilige Geest. Als we het enthousiasme niet diep uit onszelf proberen op te diepen, maar het van Hem verwachten. En als we onze focus goed gericht houden: niet op ons eigen innerlijk, niet op de mensen om ons heen met hun oordelen en meningen, niet op een kerk waarin ook maar gewone mensen hun best doen, niet op de wereld om ons heen. Maar onze focus moet gericht blijven op Jezus. Zoals de Hebreeënbrief ook zegt: houd je oog gericht op Jezus, dan alleen kun je de wedloop tot het eind toe lopen. En onze focus mag dan ook zijn: het dienen van God. Zolang je je laat leiden door de Geest en je inzet voor het Koninkrijk in afhankelijkheid van Hem dan mag je mooie dingen verwachten. En als je die meemaakt dan wordt je weer enthousiast en bemoedigd. Maar zodra je het werk voor de Heer wel welletjes vindt en andere dingen gaat doen, dan zakt het enthousiasme snel af. Dat is met alles zo. Zodra je je niet meer inzet voor de school, de voetbal, de tafeltennisclub of de kerk, dan zakt het enthousiasme heel snel. Dus, dien de Heer, in de kracht van de Geest, aangevuurd door de Geest. En zo kun je laaiend enthousiast blijven (soms door diepe dalen heen trouwens) en zo wil de Geest je ook inschakelen om anderen laaiend enthousiast te maken!
Amen