Gemeente van onze Here Jezus Christus, Soms zijn de wegen van God onbegrijpelijk. Soms is het leven met God onnavolgbaar. Er wordt wel eens gedacht dat als je eenmaal gelooft dat alles dan van een leien dakje gaat. En je hoopt misschien ook wel dat je de trouw van God elke dag aan den lijve ervaart. De Bijbel geeft ook allemaal van die prachtige beloften, waar je je aan vast kunt houden en waarmee wij elkaar kunnen bemoedigen. “Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld”. “De Heer behoedt je voor alle kwaad”.”Wentel uw weg op de Heer en vertrouw op Hem, en Hij zal het maken”. Maar de praktijk is soms zo anders en we ervaren het soms ook zo anders. En in de praktijk zijn er vaak genoeg vragen over God en zijn bedoelingen met de dingen die in het leven ons pad kruisen. We lazen vandaag ook zo’n verhaal die vragen bij ons kunnen oproepen. We krijgen te maken met het optreden van de profeet Elia. Zijn naam betekent “God (alleen) is de Here”. Eigenlijk duikt hij zo ineens uit het niets op in hoofdstuk 17. We kennen Elia denk ik vooral als de krachtige profeet die het op de berg Karmel in zijn eentje durft op te nemen tegen honderden profeten van de afgod Baäl. Dat was natuurlijk ook een heel indrukwekkend gebeuren. Maar al vóór die manifestatie van Gods grootheid heeft God hem gebruikt in zijn strijd tegen Baäl. Deze afgod Baäl heeft via Izebel, de vrouw van koning Achab, voet aan wal gekregen onder het volk Israël. Er is een tempel gebouwd, er wordt een altaar voor deze god gemaakt. Ook andere heidense goden krijgen een plek in het geheel (Asjera). Langzamerhand dringt de verering van Baäl door onder het volk Israël en zo raakt het volk steeds verder weg van hun eigenlijke God, de God van hun voorvaderen Abraham, Izaäk en Jakob. Baäl was de godheid die werd gezien als degene die zorgde voor de regen en die rijke oogsten bracht. Elia’s eerste optreden hangt dan ook hiermee samen als hij namens God een periode van droogte voorspelt. Niet Baäl is degene die zorgt voor het juiste weer. Jahwe is de Schepper van hemel en aarde en Hij heeft het laatste woord in Zijn schepping!! God weet dat dat een heftige reactie zal oproepen bij Achab en Izebel en daarom sommeert hij Elia de wijk te nemen, ver weg naar het oosten. Gods woorden vallen niet altijd goed. Ze zijn soms moeilijk te verteren bij de mensen. Dat is nog altijd zo. Daarin is er niets veranderd. Niet altijd is de reactie zodanig dat je er voor op de vlucht moet. Maar misschien is uw/jouw ervaring ook wel dat niet iedereen zit te wachten op wat de Bijbel zegt over bepaalde dingen. Zeker niet als je aan datgene komt waar mensen hun heil in zoeken, bij onze eigentijdse Baäls. Dan kunnen de reacties soms heel fel zijn. Elia ziet zichzelf als een dienstknecht van God. Iemand die dienstbaar is aan God en gehoorzaam moet zijn aan Hem. Dat zal niet altijd gemakkelijk geweest zijn, want God
vraagt geen alledaagse dingen van Hem. Het zal op zich geen pretje geweest zijn om ergens ver weg in een wadi te moeten verblijven. Normaliter had een profeet toch een bepaalde positie in Israël en een profeet moest onderhouden worden door de gewone mensen. Maar nu dan? Hoe moet Elia zich hier redden, in zo’n rotskloof, waar water is zolang er water van de bergen komt, maar waar nauwelijks eten te vinden valt? God zorgt op zijn eigen wonderlijke manier voor hem. Water heeft hij inderdaad binnen handbereik en brood en vlees wordt hem gebracht door raven. Dat waren in die tijd en die samenleving onreine dieren. Maar God zet juist die in om zijn eigen dienstknecht in leven te houden. God bereidt vaker mensen voor op hun werk ver weg van het gewone alledaagse leven in de stilte, in de woestenij. Zou Elia hebben moeten leren dat God hem helpt onder alle omstandigheden en in elke mogelijke omgeving? Want zodra de beek niet meer gevoed wordt met water uit de bergen stuurt God Elia naar het heidense Fenicië (in het huidige Syrië)met de belofte dat hij daar een weduwe zal treffen die zorg voor hem zal dragen. Ook weer zo’n onlogisch iets in onze ogen: een weduwe moet voor Elia zorgen. In die tijd had je als weduwe amper bronnen van inkomsten. Er was geen man meer om voor je te zorgen. En juist zij moet haar hebben en houden delen met Elia? En daarbij komt dat zij in in Sarefat woont, een plaats buiten Israël, in de streek waar notabene koningin Izebel vandaan kwam! In onze ogen doet God dingen die niet te volgen zijn. Maar juist hier, buiten de grenzen van Israël, zal Elia geloof aantreffen. Daar waar je het zou verwachten, binnen Israël, daar laten de mensen het oude vertrouwde geloof los. En daar waar het niet vanzelfsprekend is, daar vindt juist iemand het geloof in die God van Israël! Hoe bekend deze weduwe met de God van Israël was, kunnen we niet zeggen. Maar God had haar op de één of andere manier wel op de hoogte gesteld van Elia’s komst. De meesten van ons weten waarschijnlijk wel hoe het verhaal verder gaat. Ook in Sarefat waren blijkbaar de gevolgen te merken van Elia’s uitspraak dat er voorlopig geen regen zou vallen. De vrouw moet haar laatste restje olie en meel gebruiken om Elia en zichzelf en haar zoon eten te kunnen voorzetten en dan is het gebeurd! Maar hij, die nu al twee keer geluisterd heeft naar Gods stem, mag ook zelf nu namens God gehoorzaamheid van deze weduwe vragen. Als zij doet wat hij vraagt zal ze, totdat er regen valt, geen gebrek aan voedsel hebben. En zo gebeurt het ook. Er is altijd olie in de kruik en elke dag zit er weer meel in de pot. Een geweldig verhaal! En we zien hierin hoe God diegene helpt die op Hem vertrouwt. Eerst was het Elia. Wel een bijzondere man natuurlijk. Niet zomaar Jan met de pet. Maar toch, God vroeg gehoorzaamheid van hem en zorgt vervolgens voor hem. En nu zien we het ook bij deze niet-Israëlitische vrouw. God had al op een bepaalde manier een plek in haar leven, maar nu wordt ze in de persoon van Elia wel heel concreet met Hem geconfronteerd. En blijkbaar gelooft ze Elia en ze gehoorzaamt en God zegent haar.
Dat is wat wij graag lezen en dat is wat ons ook bemoedigt. Zie je wel, zoek de Heer en Hij zal het goed maken. Zie je wel, vraag en God zal antwoorden. En zeker is dit een geweldig getuigenis van hoe God met mensen omgaat, ongeacht hun status of achtergrond, sekse of nationaliteit. God is een God van hoop, God is een Helper in de nood. En ik hoop van harte dat we dat zelf ook zo ervaren of wel eens ervaren hebben. Dat God je nabij is in je nood. Dat je er niet alleen voor staat. Dat Hij wegen wijst waar wij geen weg meer zien. Maar het verhaal heeft een vervolg met een ongelooflijke wending. Moeder en kind hoeven niet bang (meer) te zijn dat ze verhongeren, maar dan lezen we dat de jongen ziek wordt en wel zo ernstig, dat hij er aan sterft. Het is eigenlijk niet te beschrijven. Moet deze vrouw eerst haar man verliezen en daarmee haar steun en bescherming en haar hulp in het dagelijkse levensonderhoud. Nu moet ze haar zoon verliezen, haar levensverzekering als het ware omdat hij degene zou zijn die in de toekomst voor haar zou zorgen, als ze daar zelf niet meer toe in staat zou zijn. En dan wordt haar geloof op de proef gesteld. En ze stelt een vraag waarin ook haar heidense achtergrond naar voren komt “Wat heb ik misdaan? Bent u misschien naar mij toegekomen om mijn zonden aan het licht te brengen?” Daarin klinkt het idee door dat de godheid je beloont of straft al naar gelang naar wat je gedaan hebt. Heb je het goed gedaan, dan word je beloond met het goede in het leven. Heb je slechte dingen gedaan, dan moet je daarvoor boeten. En dat heidense denken is ons minder vreemd dan wij misschien wel zouden willen. Hoe vaak reageren ook wij mensen niet als iemand iets ergs overkomt met “Waarom moet dat nu juist haar/hem treffen, zij/hij was altijd zo’n goed mens!” Alsof het daar mee te maken heeft!!! Alsof ziekte en moeiten, verdriet en dood te maken zouden hebben met hoe goed of slecht wij het doen in het leven. Dat is denken in heidense termen: wij moeten de godheid wel tevreden houden met ons gedrag, onze inzet, onze gaven, anders treffen ons slechte dingen! Dat is pertinent on-Bijbels! In de Bijbel treffen we wel vaker zulke gedachten aan. B.v. bij de vrienden van Job die ook bij Job aankomen met het verhaal dat hij wel verkeerde dingen in zijn leven gedaan zal hebben omdat hem al dat onheil getroffen heeft. En in Joh.9 lezen we over de blindgeborene en dat zelfs Jezus’ leerlingen Hem vragen wie er gezondigd heeft, hij zelf of zijn ouders, omdat hij blindgeboren is……. Ook uit de betreffende verhalen blijkt dat het daar helemaal niet om gaat! En wat is Elia’s antwoord? Eigenlijk geeft hij geen antwoord. Hij draagt de vrouw alleen maar op om hem haar zoon mee te geven. En dan neemt hij het kind mee naar zijn eigen vertrek. En daar zien we wat deze gebeurtenis ook met hem doet. “Heer, mijn God, waarom treft u juist deze weduwe, die mij gastvrijheid verleent, door haar zoon te doden?” Ook bij de man Gods, die toch zoveel vertrouwen in God heeft getoond, komt een “Waarom?” over de lippen. Soms hebben wij als mensen die meeleven met anderen die met lijden geconfronteerd worden geen andere woorden dan “Waarom?” Maar het “Waarom” staat
niet op zichzelf. Elia begint wel met “Heer, mijn God”. De vraag wordt gesteld aan de God met wie Elia een band heeft. De God die Hij durft te bevragen, de God die Hij heeft leren kennen als Iemand die helpt, als Iemand die alles in handen heeft. De God tot wie hij juist ook op dit moment bidt uit de grond van zijn hart. Waarom overkomt mensen bepaalde onbegrijpelijke dingen, terwijl je juist dacht dat alles goed was? Dat weten wij niet. Maar het dwingt ons mensen wel tot gebed. Daarin ligt ook de kracht van Elia. In heel zijn optreden speelt het gebed telkens weer een rol. In deze geschiedenis grijpt God opnieuw wonderlijk in. Het kind komt weer tot leven en daarmee heeft de moeder weer hoop voor de toekomst. En dit gebeuren brengt deze weduwe weer dichter tot God. Deze geschiedenis uit het leven van Elia leert ons dat, zelfs als God een wonder in ons leven heeft gedaan, dat wij nog steeds problemen kunnen krijgen. Wij blijven ons hele leven afhankelijk van God bij elke nieuwe beproeving die op onze weg komt. In dit geval grijpt God nog eens wonderbaarlijk in, maar het had ook definitief gebeurd kunnen zijn met de jongen en dan? Hoe zou de vrouw dan gereageerd hebben? Deze geschiedenis laat ons ook zien dat wij veel van God mogen verwachten. Dat Hij gebeden wil zijn. Maar mag ons ook doen realiseren dat er niet altijd een wonder van dit kaliber zal plaatsvinden zoals hier in de geschiedenis van Elia. Dit is het enige opstandingswonder waarover gesproken wordt in het Oude Testament. In het Nieuwe Testament komen we nog een aantal tegen, waarvan die van Jezus natuurlijk de meest indrukwekkende is en met de meest verstrekkende gevolgen. Jezus zelf riep aan het kruis “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?” (wel weer “Mijn God”) Pas achteraf, na Zijn opstanding, werd duidelijk wat Gods bedoeling was. En dat geldt ook voor ons, dat wij misschien in bepaalde situaties achteraf kunnen zeggen waar het goed voor was. Maar misschien zullen we dat ook nooit te weten komen. Het is een wonder wanneer we dit ene in het leven vasthouden, nl. dat God een levende God is, die wegen met ons gaat die wij lang niet altijd begriipen, maar waarvan we wel mogen geloven dat het ons uiteindelijk dáár brengt waar God ons wil hebben. Dicht bij Hem. De wegen van God zijn onnavolgbaar. En het op pad gaan met Hem is ook een waagstuk. Het vraagt overgave van ons. Het vraagt gehoorzaamheid van ons. Maar we zien in de Bijbel dat God overgave en gehoorzaamheid altijd beantwoordt met zijn nabijheid. Misschien overkomen ons dan nog steeds dingen waardoor wij ons afvragen “Waarom? “ Gods leiding en nabijheid zijn niet altijd zomaar in één keer duidelijk voor ons. Maar het is dan wel een “Waarom, Heer, mijn God”. Ondanks de omstandigheden kan God in ons bewerken dat ons vertrouwen in Hem blijft groeien. Het rotsvaste vertrouwen waarover Paulus zegt “Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen
scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer”. Amen