059-005
GEMEENTE SINT-MICHIELSGESTEL
Welstandsnota 2013
februari 2013
Welstandsnota Sint-Michielsgestel
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Toelichting
7
Hoofdstuk 1
Raamwerknota
9
1.1
Inleiding
9
1.2
Welstandsadvisering
11
1.3
Besluitvorming en handhaving
14
1.4
Ambtelijke toetsing bouwvergunning
17
1.5
Toetsing omgevingsvergunning door de commissie
19
Hoofdstuk 2
Deelgebieden
21
2.1
Inleiding
21
2.2
Landelijk gebied
31
2.3
Gemonde
52
2.4
Middelrode
61
2.5
Sint-Michielsgestel
70
2.6
Den Dungen
91
2.7
Berlicum
110
2.8
Welstandscriteria voor reclame uitingen
133
Hoofdstuk 3
Sneltoetscriteria
135
3.1
Inleiding
135
3.2
Gebruik van de sneltoetscriteria
137
3.3
Toepassing
138
3.4
Criteria per plantype
140
Bijlagen Hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria
143
Bijlage 1
Stroomschema's
144
Bijlage 2
Trendsetters
149
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
2
Voorwoord
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
3
Welstandsnota gemeente Sint-Michielsgestel Voorwoord Voor u ligt de nieuwe welstandsnota voor de gemeente Sint-Michielsgestel. De nota is opgebouwd uit drie delen, die samen de welstandsnota vormen: Deel I: De Raamwerknota. In deze nota worden de procedurele aspecten van het - geactualiseerde - welstandsbeleid in de gemeente Sint-Michielsgestel toegelicht. Deel II: De Deelgebiedennota. In deze nota wordt eerst een beschrijving gegeven van de algemene welstandscriteria. Daarna wordt de gemeente – zowel de kernen als het landelijk gebied - verdeeld in samenhangende deelgebieden. Per deelgebied wordt een waarderende beschrijving gegeven, die uitmondt in specifieke architectonische kenmerken met daaruit voortvloeiende welstandscriteria. Verder bevat deze nota een overzicht van de aanwezige monumenten per kern, terwijl ook een overzicht wordt gegeven van die gebieden, waarvoor vastgestelde Beeldkwaliteitplannen gelden. Deel III: De Sneltoetscriteria. Dit deel bevat het toetsingsschema en de criteria aan de hand waarvan ambtelijk kan worden beoordeeld of een bouwplan zo kan worden afgedaan, of dat het moet worden voorgelegd aan de welstandscommissie. Ook bevat deze nota de zgn. “trendsetters”; voorbeelden van goede oplossingen die, als een bouwplan daarmee overeenstemt, zal leiden tot een positief welstandsoordeel. De geactualiseerde nota kenmerkt zich opnieuw door een inzichtelijke uitvoering van het welstandsbeleid. Uitgangspunt is dat eerst door de gemeente wordt gekeken of ontvankelijke, vergunningplichtige bouwaanvragen door de gemeente kunnen worden afgehandeld. In de eerste plaats wordt gekeken of het bouwplan is gelegen in een welstandsvrije situatie: aan de achterzijde in gebieden waar regulier welstandstoezicht van toepassing is. Daarna wordt gekeken of het bouwplan overeenkomt met een in de welstandsnota opgenomen “trendsetter”. Dit is een reeds eerder uitgevoerd en door welstand goedgekeurd, overeenkomstig bouwplan. Tenslotte kan de gemeente het plan afdoen als het bouwplan voldoet aan de in de welstandsnota opgenomen sneltoetscriteria: eenvoudige welstandscriteria voor kleinere bouwwerken. Pas als het geen van deze gevallen betreft, of in het geval dat de gemeente het plan moet afwijzen, wordt het voorgelegd aan de welstandscommissie. Ook de toetsing door de commissie is overzichtelijk gehouden: Een bouwplan komt pas in de welstandscommissie als het past binnen een door de gemeente geaccordeerd stedenbouwkundig kader. Dit betekent dat welstand zich geen oordeel behoeft te vormen over de stedenbouwkundige kwaliteit en de beoordeling kan beperken tot zuivere welstandsaspecten. Het aantal toetsingsniveaus is beperkt tot 2: bijzonder en regulier. Bijzonder wil zeggen dat een bouwplan een (positieve) bijdrage moet leveren aan de omgeving. Dit geldt voor gebieden die primair het “gezicht” van het betreffende dorp bepalen: in het algemeen de belangrijke (historische) routes door het dorp en bijvoorbeeld de centrumgebieden. De overige gebieden worden regulier getoetst: de bestaande kwaliteit van de omgeving is maatgevend. In deze gebieden is de achterzijde welstandsvrij.
Welstandsnota Sint Michielsgestel
voorwoord
Nijmegen, november 2012
1
Het buitengebied valt geheel onder reguliere toetsing. Uitgangspunt is dat getoetst wordt op hoofdlijnen. Door de vaak grote waarnemingsafstand is de detaillering minder van belang. Dit geldt uiteraard niet voor cultuurhistorisch waardevolle bebouwing (monumenten) en ensembles (landgoederen). Initiatieven in een dergelijke omgeving zullen altijd worden onderworpen aan een toets door erfgoed- en/of monumentenspecialisten.
Welstandsnota Sint Michielsgestel
voorwoord
Nijmegen, november 2012
2
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
6
Toelichting
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
7
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
8
Hoofdstuk 1 1.1
Raamwerknota
Inleiding
In navolging van de wijziging van de Woningwet per 1 januari 2003 heeft de gemeente Sint-Michielsgestel een welstandsnota opgesteld. Deze nota was gedateerd mei 2004. Na een aantal jaren gebruikt te zijn werd de welstandsnota in 2009 geactualiseerd. Op grond van deze nota heeft de gemeente een consequent en transparant welstandsbeleid gevoerd. Er is niet afgeweken van het welstandsadvies en excessen hebben zich niet voorgedaan. De welstandsadvisering staat dicht bij de burger. In 2013 is de welstandsnota opnieuw aangepast aan de laatste inzichten en voldoet zij weer aan de gestelde eisen. Er waren meerdere redenen om de welstandsnota te actualiseren: Wijzigingen in wet- en regelgeving, waaronder de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), waardoor de lichte bouwvergunning is komen te vervallen en de procedure voor de aanvraag van de vergunning is gewijzigd; Wijzigingen in de organisatie van de welstandstoetsing, zoals de vervanging van de gemeentelijke welstandscommissie; Ruimtelijke ontwikkelingen, die in de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden, moesten worden verwerkt in de nota. Vergroten van het aantal gevallen waarin geen welstandstoets nodig is. De welstandsnota bestaat uit 3 delen: De raamwerknota, de deelgebiedennota en de sneltoetscriteria. In de voorliggende raamwerknota worden de procedurele aspecten van het welstandsbeleid van de gemeente Sint-Michielsgestel uiteengezet. Het beleid behoudt daarbij als doel het zorgdragen voor het "wel staan" van een bouwwerk in de ruimtelijke omgeving. Elk bouwwerk maakt deel uit van de beleving van de openbare ruimte. Een aantrekkelijke goed verzorgde omgeving verhoogt de belevings- en economische waarden van het onroerend goed. De welstand moet hieraan in alle openheid een bijdrage leveren. 1.1.1 Welstand Plannen voor het bouwen, verbouwen en in sommige gevallen slopen van bouwwerken moeten voldoen aan redelijke eisen van welstand. Op grond van de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht oefent de gemeente toezicht uit op de aanvaardbaarheid van het uiterlijk van afzonderlijke bouwwerken vanuit: het streven naar ruimtelijke kwaliteit en samenhang; het reguleren en voorkomen van (potentiële) conflicten over bouwinitiatieven. Dit vindt plaats tijdens de behandeling van vergunningsaanvragen en is één van de criteria waarop aanvragen worden beoordeeld. De bestuurlijke verantwoording ligt bij het College van Burgemeester en Wethouders. De gemeente oefent soms ook welstandstoezicht achteraf uit in die gevallen waar omgevingsvergunningvrij is gebouwd en een beroep wordt gedaan op de excessenregeling.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
9
De verruiming van de mogelijkheden om vergunningsvrij te bouwen in het Besluit omgevingsrecht (bijlage 2), vergroot de kans op deze toetsing achteraf. 1.1.2 Uitgangspunten welstandstoezicht De voornaamste uitgangspunten voor het welstandstoezicht vanuit de Woningwet zijn: 1. de primaire verantwoordelijkheid voor het uiterlijk van een bouwwerk berust bij de burger (als opdrachtgever en ontwerper); 2. overheidsbemoeienis met dat uiterlijk is in beginsel gelegitimeerd, gegeven het belang van een goede ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde omgeving; 3. de overheidsbemoeienis dient primair stimulerend en voorwaardenscheppend te zijn, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van goede stedenbouwkundige plannen en door een goede inrichting en beheer van de openbare ruimte; 4. beperkende overheidsbemoeienis in de vorm van het wettelijk preventief of repressief welstandstoezicht heeft een vangnetfunctie met als doel het tegengaan van duidelijke strijd met redelijke eisen van welstand; 5. indien een gemeente hoge(re) architectonische ambities ten aanzien van het uiterlijk van bouwwerken heeft, moet zij dat met andere middelen nastreven (zoals voorlichting, het aanwijzen van monumenten, kennisoverdracht en het opstellen van beeldkwaliteitplannen). Eén van de onder punt -5- genoemde middelen betreft het in stand houden van het cultuurhistorisch erfgoed. De gemeente Sint Michielsgestel wordt op dit punt mede geadviseerd door de Stichting Advies & Ruimtelijke Kwaliteit Brabant en het hiermee samenwerkende adviesbureau Omgevingsadvies BV. Het welstandstoezicht dient aan de volgende kwaliteitseisen te voldoen: transparant, toetsbaar en openbaar; de burger dient bij het opstellen van een bouwplan vooraf zoveel mogelijk zekerheid te krijgen over de specifieke eisen waaraan dat bouwplan moet voldoen; het beleid dient op democratische wijze tot stand te komen; de burger dient niet meer beperkingen te ondervinden, waaronder mede worden begrepen de administratieve en financiële lasten, dan gegeven het doel van het welstandstoezicht strikt noodzakelijk is. Om aan deze uitgangspunten en kwaliteitseisen te kunnen voldoen, is het noodzakelijk dat elke gemeente een zogenaamde "Welstandsnota" opstelt. Met de voorliggende nota voldoet de gemeente Sint Michielsgestel aan deze verplichting. 1.1.3 Doel van de welstandsnota Het doel van de welstandsnota is om een bijdrage te geven aan het behouden en het versterken van de visuele aantrekkelijkheid van de gemeente Sint-Michielsgestel. Door het formuleren van het welstandsbeleid kan de gemeente een effectief, controleerbaar en klantvriendelijk welstandstoezicht inrichten. Het beleid wordt geconcretiseerd en geobjectiveerd door criteria, die zoveel mogelijk zijn toegesneden op categorieën bouwwerken en standplaatsen en de locatie daarvan. Er worden de volgende criteria onderscheiden: algemene welstandscriteria; gebiedsgerichte criteria;
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
10
objectgebonden criteria; criteria voor specifieke bouwwerken. De criteria moeten uitsluitsel geven over: of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk, waarop de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor het bouwen betrekking heeft in strijd zijn met redelijke eisen van welstand; of het uiterlijk van een bouwwerk zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, duidelijk in strijd zijn met redelijke eisen van welstand. Opdrachtgevers en ontwerpers worden aldus in een vroeg stadium geïnformeerd over de criteria, die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen. 1.1.4 Korte inhoudsbeschrijving raamwerknota In de voorliggende Raamwerknota wordt het welstandstoezicht gepresenteerd. De volgende aspecten aan de orde: in hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de organisatie van het welstandstoezicht; in hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de besluitvorming en handhaving van het welstandstoezicht; in hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het tot stand komen van het welstandsadvies; in hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de algemene criteria.
1.2
Welstandsadvisering
In dit hoofdstuk worden de organisatie en werkwijze van het welstandsbeleid in de gemeente Sint Michielsgestel uiteengezet. 1.2.1 Organisatie welstandszorg Sinds 1 januari 2012 is, naar aanleiding van een Raadsbesluit, de gemeentelijke welstandscommissie vervallen en wordt de welstandstoets van ingediende bouwaanvragen zelfstandig uitgevoerd door de ambtelijke dienst van de gemeente Sint-Michielsgestel. In incidentele gevallen, bij arbitraire beslissingen over welstand, waarbij een onafhankelijk advies of een second opinion gewenst is, wordt een dergelijk advies ingewonnen bij de Stichting Advisering & Ruimtelijke Kwaliteit Brabant en het daarmee samenwerkende adviesbureau Omgevingsadvies BV. Omdat de monumentenadviezen ook bij deze stichting worden verwerkt, ontstaat er tevens een goede afstemming. Waar in de welstandsnota de commissie, of voluit de welstands-commissie wordt genoemd, wordt hiermee gedoeld op de groep deskundigen, die de genoemde Stichting bij de welstandsadvisering kan inzetten. 1.2.2 Taken en verantwoordelijkheden Het toetsen van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is een wettelijke taak. Deze taak wordt primair uitgevoerd door de ambtelijke dienst van de gemeente en zo nodig, in tweede instantie door onafhankelijke, extern deskundigen; de welstandscommissie. De gemeente kan opdracht geven aan de commissie om onder regie van de gemeente en
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
11
op verzoek van de commissie, de gemeente of de aanvrager, het noodzakelijk geacht vooroverleg te voeren met betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen. De commissie zal desgevraagd adviseren in de volgende gevallen: a. bij excessen: buitensporigheden in het uiterlijk van bouwwerken die ook voor niet-deskundigen evident zijn; c. bij grote veranderingen/wijzigingen in de gemeente; d. bij de ontwikkeling van beeldkwaliteitplannen. c. bij de herziening van de welstandsnota; d. het desgevraagd adviseren op basis van welstandseisen op zienswijzen, bezwaarschriften etc. De commissie kan zich laten vertegenwoordigen door een of meer door haar aangewezen leden, die zij voor de desbetreffende vraag vakbekwaam acht. De aan de commissievergadering deelnemende, externe deskundigen geven vanuit hun ervaring en inzicht in het vakgebied een onafhankelijke visie op de adviesaanvragen. Wanneer een extern deskundige een zakelijke binding heeft met een plan waarvoor advies wordt gevraagd, dan laat hij zich voor de betreffende commissievergadering vervangen. De commissie komt in onafhankelijkheid tot een advies. Er bestaan geen bindingen of relaties op basis waarvan het advies over de welstands-aspecten wordt beïnvloed. In het geval de gemeente het advies inroept van de commissie, draagt zij zorg voor het verstrekken van de juiste informatie. De gemeente verzamelt de relevante informatie en bereidt de behandeling in de commissie voor. Zij voorziet de commissie van de benodigde bescheiden. Relevante informatie voor het beoordelen van plannen is/zijn: a. de gemeentelijke welstandsnota; b. de bestemmingsplanbepalingen; c. de beeldkwaliteitplannen (indien relevant); d. luchtfoto's (indien mogelijk); e. het stedenbouwkundig advies of advies ruimtelijke ontwikkeling; f. informatie over eerdere behandeling(en) van het plan; g. vergelijkbare aanvragen die door de commissie zijn beoordeeld. 1.2.3 Het welstandsadvies Het advies van de welstandscommissie aan Burgemeester en Wethouders wordt schriftelijk en/of digitaal uitgebracht. Met betrekking tot deze adviezen wordt het volgende opgemerkt: het advies geeft aan of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet is strijd is met redelijke eisen van welstand; deze beoordeling vindt plaats aan de hand van: 1. het door de gemeente bepaalde stedenbouwkundig kader en/of het beeldkwaliteitsplan; 2. de in de welstandsnota opgenomen criteria; positieve adviezen omvatten in principe alleen de conclusie. Op verzoek van Burgemeester en Wethouders wordt dit advies nader gemotiveerd; alle overige adviezen worden schriftelijk gemotiveerd;
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
12
het advies wordt door de secretaris van de commissie ondertekend en met de afgestempelde tekeningen retour gezonden naar de gemeente; de secretaris draagt zorg voor een snelle administratieve afhandeling van de adviezen; ontwerpers en planindieners worden door de secretaris voor de uitslag doorverwezen naar de afdeling; de ontwerper en/of planindiener kan/kunnen - indien praktisch mogelijk binnen de resterende vergunningstermijn - de welstandscommissie om een toelichting op een uitgebracht advies vragen. Na hoor en wederhoor kan de welstandscommissie het advies herzien. Deze herziening wordt in het advies gemotiveerd. 1.2.4 Monumentenbeleid De gemeente Sint Michielsgestel kent een groot aantal rijks- en gemeentelijke monumenten, evenals cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. De genoemde panden en objecten met monumentale waarde zijn onder een bijzonder welstandsregime geplaatst. Dit betekent, dat alle criteria ten aanzien van hoofd-, deel-, en detailaspecten van toepasssing zijn. Dit bijzondere welstandsregime houdt ook in, dat de samenhang van het object met de ruimtelijke omgeving mede onderwerp van de beoordeling is. Het gemeentebestuur wordt ten aanzien van deze monumenten geadviseerd door de monumentencommissie (artikel 15 lid 1 Monumentenwet), gevormd door de Stichting Advisering Monumenten & Ruimtelijke Kwaliteit Brabant i.s.m. Omgevingsadvies BV. In het advies van de commissie wordt mede ingegaan op de vormgevingaspecten. Omdat genoemde stichting tevens toeziet op het welstandsbeleid binnen de gemeente is de afstemming tussen monumentenbelang en welstand op voorhand geregeld. De Stichting brengt op verzoek van de gemeente een welstandsadvies uit voor plannen betrekking hebbend op de genoemde objecten. Bij rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten brengt zij naast het welstandsadvies tevens advies uit op grond van de Monumentenwet en de Erfgoedverordening, hetgeen inhoudt dat zij het college adviseert in hoeverre het voorliggende plan de monumentale waarden aan zowel binnenzijde als buitenzijde, zoals omschreven in de redengevende omschrijving, al dan niet aantast. Naast rijks- en gemeentelijke monumenten zijn er ook cultuurhistorisch waardevolle gebouwen welke als zodanig in het bestemmingsplan zijn aangewezen. Voor deze panden geldt dat in het kader van de welstandstoets de cultuurhistorische waarden zoals opgenomen in de redengevende omschrijving aan de buitenzijde van het pand/object niet mogen worden aangetast. 1.2.5 Openbaarheid De behandeling van plannen door de commissie is openbaar, tenzij de voorzitter, het college of de belanghebbende van oordeel is dat er op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur klemmende redenen aanwezig zijn voor geheimhouding. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen als voor het formuleren van de conclusie c.q. het advies. De agenda van de vergadering van de commissie wordt tijdig vóór die vergadering bekend gemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
13
huis-aan-huisblad dan wel op een andere, naar het oordeel van het college, geschikte wijze. De aanvrager of diens gemachtigde kan (al dan niet op verzoek van de commissie) in de vergadering van de commissie waarin het betreffende plan wordt behandeld, dit plan nader toelichten. Zij kunnen hiervoor contact opnemen met de behandelend ambtenaar van de gemeente (afdeling Vergunningen, Toezicht & Handhaving). De gemeente zorgt voor de uitnodigingen. Belangstellenden hebben vrij toegang tot de publieke tribune, doch hebben in principe geen spreekrecht. Burgemeester en Wethouders kunnen de gecombineerde monumenten-/welstandscommissie vragen om hen voorafgaand aan de planbeoordeling te horen.
1.3
Besluitvorming en handhaving
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze van besluitvorming. De welstandscommissie brengt advies uit aan het College van Burgemeester en Wethouders. De planindieners en belanghebbenden kunnen het niet eens zijn met dit advies. Hiervoor bestaat de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift of een beroepschrift, afhankelijk van de procedure welke op de omgevingsvergunning van toepassing is. Het College kan op grond hiervan of op grond van een eigen mening besluiten het welstandsadvies ter zijde te schuiven. Na afgifte van de vergunning worden de werkzaamheden uitgevoerd. Inspectie zal moeten plaatsvinden om na te gaan of conform de vergunning wordt gewerkt. Bij afwijkingen zal moeten worden opgetreden. Optreden is ook nodig als bouwwerken zonder benodigde vergunning zijn geplaatst en zich op die manier aan het welstandstoezicht hebben onttrokken. In het navolgende wordt nader ingegaan op de hiervoor geldende werkwijze. 1.3.1 Afwijken van welstandsadvies Burgemeester en wethouders volgen in hun oordeel in principe het advies van de welstandscommissie. Daarop zijn de volgende uitzonderingsmogelijkheden. 1.3.1.1 Afwijken van het advies op inhoudelijke grond Burgemeester en Wethouders kunnen op inhoudelijke grond afwijken van het advies van de welstandscommissie indien: 1. de welstandscommissie de van toepassing zijnde criteria niet juist heeft geïnterpreteerd; 2. de commissie niet de juiste criteria heeft toegepast. Indien Burgemeester en Wethouders op inhoudelijke grond tot een ander oordeel komen, dan vragen zij voordat het besluit op de vergunningaanvraag wordt genomen en binnen de geldige afhandelingtermijn, een second-opinion aan bij één andere adviescommissie, niet behorende tot de Stichting Advies & Ruimtelijke Kwaliteit Brabant. Indien het advies van de reguliere commissie en de second-opinion tegengesteld zijn en
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
14
Burgemeester en Wethouders op inhoudelijke grond afwijken van het advies van de welstandscommissie, wordt dit in de beslissing op de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen gemotiveerd. De welstandscommissie wordt hiervan op de hoogte gesteld. 1.3.1.2 Afwijken van het advies om andere redenen Burgemeester en Wethouders hebben volgens artikel 2.10 lid 1 sub d Wabo de mogelijkheid om bij het in strijd zijn van een bouwplan met redelijke eisen van welstand, toch de omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen indien zij van oordeel zijn dat daarvoor andere redenen zijn, bijvoorbeeld van economische of maatschappelijke aard. Deze afwijking wordt in de beslissing op de aanvraag van de omgevingsvergunning gemotiveerd. De welstandscommissie wordt hiervan op de hoogte gesteld. 1.3.1.3 Afwijken van de criteria Burgemeester en Wethouders kunnen - op advies van de welstandscommissie - afwijken van het welstandsbeleid zelf. Dit kan gebeuren op basis van een gemotiveerd positief welstandsadvies bij plannen die weliswaar niet voldoen aan enige gebiedsgerichte of objectgerichte welstandscriteria, maar wel aan redelijke eisen van welstand, dit te beoordelen aan de hand van de algemene welstandscriteria (zie hoofdstuk 6). Deze afwijking wordt in de beslissing op de aanvraag van de omgevingsvergunning gemotiveerd. Afwijkingen van het beleid vragen om bestuurlijk draagvlak. Wanneer de welstandscommissie voor een bepaald plan aanleiding ziet tot afwijken van het beleid, worden Burgemeester en Wethouders daarover schriftelijk geïnformeerd.
1.3.2 Procedure Door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 is het vergunningstelsel dat gold voor het bouwen van bouwwerken verplaatst van artikel 44 Woningwet naar artikel 2.10 van de Wabo. In plaats van de bouwvergunning wordt sindsdien gesproken over een 'omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen'. Het toetsingskader is echter hetzelfde gebleven, nog steeds dienen burgemeester en wethouders de bouwaanvraag te toetsen aan de bouwverordening, het bouwbesluit, het bestemmingsplan en welstand. Een belangrijk gevolg van de inwerkingtreding van de Wabo is dat waar voorheen voor één activiteit meerdere vergunningen aangevraagd moesten worden (zoals het verbouwen van een monument, waarvoor zowel een bouwvergunning als een monumentenvergunning voor diende te worden aangevraagd), nu slechts één vergunning wordt verleend, welke kan bestaan uit meerdere deelactiviteiten. Welke bezwaar of beroepsprocedure gevolgd dient te worden hangt af van de activiteiten waar een omgevingsvergunning voor wordt aangevraagd. Bestaat de activiteit slechts uit een omgevingsvergunning voor het bouwen, dan is de reguliere procedure uit afdeling 3.2. van de Wabo van toepassing. Dit houdt voor het
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
15
bezwaar in dat een belanghebbende een bezwaarschrift tegen de vergunning (en het welstandsadvies dat hiervan onderdeel uitmaakt) in kan dienen bij burgemeester en wethouders. Belanghebbenden (veelal de planindiener en omwonenden) kunnen binnen zes weken bezwaar indienen tegen de beslissing van Burgemeester en Wethouders op de aanvraag voor een vergunning. Burgemeester en Wethouders winnen advies in van de 'Commissie Bezwaar- en Beroepschriften' en belanghebbenden worden in dat geval uitgenodigd om tijdens een hoorzitting hun standpunten nader toe te lichten. Burgemeester en Wethouders nemen vervolgens een beslissing op het bezwaar. Een omgevingsvergunning voor het bouwen kan echter ook onderdeel uitmaken van een grotere activiteit, zoals een afwijking van het bestemmingsplan met een ruimtelijke onderbouwing (artikel 2.12 lid1a onder 3 Wabo). Omdat voor deze afwijking van het bestemmingsplan de uitgebreide procedure uit afdeling 3.3. Wabo van toepassing is, en de omgevingsvergunning voor het bouwen een onderdeel vormt van deze activiteit, dient deze uitgebreide procedure te worden gevolgd. Het voorgaande houdt in dat de zienswijzenprocedure uit afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, en belanghebbende dus een zienswijze dient in te dienen tegen de omgevingsvergunning. In de meeste gevallen zal echter de bezwaarprocedure doorlopen moeten worden bij het maken van bezwaar tegen een omgevingsvergunning voor het bouwen. Voor beide procedures geldt dat een belanghebbende bij een afwijzing van het bezwaar nog de mogelijkheid heeft om beroep in te stellen bij de rechtbank, en hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. 1.3.3 Jaarverslag en evaluatie Het college brengt jaarlijks, in de jaarrekening, verslag uit aan de gemeenteraad over de uitvoering van het welstandsbeleid. Tenminste één maal per jaar vindt een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het college en de Stichting Advisering Monumenten & Ruimtelijke kwaliteit Brabant en het daarmee samenwerkende adviesbureau Omgevingsadvies bv. De gemeenteraad beslist op grond van de evaluaties over eventuele aanvullingen en/of aanpassingen van de gemeentelijke welstandsnota. 1.3.4 Excessenregeling De gemeente Sint Michielsgestel zal zich inspannen om de regels van de voorliggende Welstandsnota na te leven. Om dit te bewerkstelligen zal de afdeling tijdens uitvoering van bouwwerkzaamheden inspecties uitvoeren. Bij deze inspecties wordt gecontroleerd of er gewerkt wordt conform de vergunning en de eventueel daarin gestelde voorwaarden. Bij bouwen in afwijking van de vergunning wordt de volgende procedure gevolgd: kleine wijzigingen gedurende het werk worden door de inspecteur op tekening aangegeven dan wel laat de inspecteur de afwijkingen door de vergunninghouder en/of uitvoerders op tekening zetten. Onder kleine aanpassingen worden verstaan aanpassingen, die ieder geval vanuit welstand bezien, vallen binnen de
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
16
welstandsrichtlijnen; legalisering van de afwijking van ondergeschikte betekenis door het indienen van gewijzigde tekeningen of het indienen van een gewijzigd bouwplan. Een gewijzigd bouwplan kan alleen worden ingediend als er nog geen gereedmelding heeft plaatsgevonden, na afgifte van de vergunning nog geen twee jaar is verstreken en de wijzigingen welstandelijk niet wezenlijk anders van uiterlijk zijn. Om dit vast te stellen kan advies worden gevraagd aan de welstandscommissie. Wanneer niet wordt voldaan aan de zojuist genoemde eisen, vraagt de aanvrager een nieuwe vergunning aan. Als deze omgevingsvergunning voor het bouwen wordt geweigerd vanwege een negatief welstandsadvies, moet de eigenaar de situatie veranderen; in alle andere gevallen, namelijk wanneer gedurende het werk het aanzien van het bouwwerk wezenlijk verandert dan vergund, wordt na een vooraanschrijving het handhavingstraject ingezet. Bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen hoeft te worden aangevraagd moeten in beginsel eveneens aan redelijke eisen van welstand voldoen. Indien het uiterlijk van een bouwwerk duidelijk in strijd is met redelijke eisen van welstand, kunnen Burgemeester en Wethouders de eigenaar van het bouwwerk verzoeken om binnen een door hen te bepalen termijn die strijdigheid op te heffen. Hiervan is sprake indien er een duidelijke strijdigheid bestaat met de in de voorliggende welstandsnota opgenomen criteria. Om dit te bepalen wordt advies ingewonnen bij de welstandscommissie.
1.4
Ambtelijke toetsing bouwvergunning
1.4.1 Algemeen Het streven van de gemeente is er op gericht om voor een reeks eenvoudige(r) plannen snel te kunnen komen tot een beslissing op de vergunningsaanvraag. De gemeente moet wettelijk gezien binnen 8 weken na indiening van de aanvraag een beslissing nemen, met de mogelijkheid om deze termijn met maximaal 6 weken te verlengen. Bij aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen wordt de aanvraag voor de toets aan redelijke eisen van welstand niet voorgelegd aan de welstandscommissie als deze voldoet aan de in de nota opgenomen sneltoetscriteria. Dit geldt voor alle aanvragen. Hiermee wordt tijd bespaard. De afdeling zal - bij de afhandeling van de vergunningaanvragen - uitgaan van de in de welstandsnota vastgelegde criteria. Hiermee worden de risico's van het achterwege laten van het toezicht door de welstandscommissie in voldoende mate beheerst. Overigens aniticipeert de gemeente Sint Michielsgestel hiermee op een binnenkort te verwachten wetswijziging, die moet gaan leiden tot verdere vereenvoudiging van het gemeentelijk welstandsbeleid. 1.4.2 Uitgangspunten ambtelijke toets Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten: De toets aan redelijke eisen van welstand wordt uitgevoerd door de behandelend
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
17
ambtenaar, die de aanvraag voor de omgevingsvergunning in behandeling heeft. De ambtenaren worden daartoe gemandateerd door Burgemeester en Wethouders; 1. de toets aan redelijke eisen van welstand vindt plaats op basis van een aanvraag, die ontvankelijk is verklaard op basis van de Regeling Omgevingsrecht; 2. de toets aan redelijke eisen van welstand wordt uitgevoerd aan de hand van sneltoetscriteria; 3. de sneltoetscriteria zijn gekoppeld aan de indeling van bouwwerken, als genoemd in bijlage 2 van het Besluit Omgevingsrecht (vergunningsvrij bouwen); 4. bij hantering van de sneltoetscriteria wordt gekeken naar het welstandsniveau van het gebied, waarin de aanvraag is gelegen. Hoe hoger het welstandsniveau van het gebied hoe smaller de marges zijn om de sneltoetscriteria toe te passen; 5. de sneltoetscriteria hebben alleen betrekking op het uiterlijk van bouwwerken; 6. de sneltoetscriteria zijn voor klanten en andere geïnteresseerden bij de balie en op de website van de afdeling kosteloos beschikbaar. Bij de informatievoorziening aan de balie wordt actief op deze criteria gewezen; 7. de verantwoordelijke afdeling houdt een register bij van de aanvragen voor een omgevingsvergunning die ambtelijk zijn getoetst, en de resultaten van de advisering. De gegevens in het register worden gebruikt als basismateriaal voor de jaarlijkse verantwoording van Burgemeester en Wethouders aan de gemeenteraad. 8. bij twijfel of "niet akkoord" wordt de aanvraag voorgelegd aan de welstandscommissie en, bij daarvoor in aanmerking komende panden, aan de gemeentelijke monumentencommissie; 9. de aanvrager ontvangt bij een negatief advies van de welstandscommissie een schriftelijke motivering, opgesteld in een voor een ieder begrijpbaar Nederlands. De gevraagde aanpassingen zijn eenduidig en helder geformuleerd. Indien aan de welstandscommissie een advies over een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gevraagd, wordt dit advies in de regel binnen twee weken na het verzoek van of namens Burgemeester en Wethouders uitgebracht. Hiervan kan afgeweken worden bijvoorbeeld in gevallen van rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en cultuurhistorisch waardevolle panden. Hiervoor geldt een langere procedure. 1.4.3 Sneltoetscriteria Ten aanzien van de welstandsbeoordeling op ambtelijk niveau zijn sneltoetscriteria nodig. Sneltoetscriteria hebben betrekking op het uiterlijk van bouwwerken. Er zijn voor de volgende groepen bouwwerken sneltoetscriteria opgesteld : 1. aan- en uitbouwen aan de voorkant; 2. aan- en uitbouwen aan de zijkant; 3. aan- en uitbouwen aan de achterkant' 4. aan- en uitbouw erker; 5. bijgebouwen en overkappingen; 6. kozijn- en gevelwijzigingen; 7. dakkapellen 8. erfafscheidingen; 9. rolhekken, luiken en rolluiken; 10. schotelantennes en zonnepanelen. Deze sneltoetscriteria zijn uitgewerkt in deel III van de welstandsnota: “Sneltoetscriteria”.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
18
1.4.4 Inzet externe deskundigheid; de commissie Vervolgens wordt aangegeven op welke wijze het welstandstoezicht plaatsvindt bij aanvragen voor omgevingsvergunningen voor het bouwen, die niet kunnen worden afgedaan door de ambtelijke dienst. Deze worden voorgelegd aan de welstandscommissie of – in geval van cultuurhistorische waarden – onderworpen aan een gecombineerde welstands- en monumententoets door de Stichting Advies & Ruimtelijke Kwaliteit Brabant, i.c. Omgevingsadvies BV.
1.5
Toetsing omgevingsvergunning door de commissie
In dit hoofdstuk wordt aangegeven op welke wijze het welstandstoezicht plaatsvindt bij aanvragen voor omgevingsvergunningen die niet kunnen worden afgedaan met een ambtelijke toets. Deze worden voorgelegd aan de de Stichting Advies & Ruimtelijke Kwaliteit Brabant, i.c. Omgevingsadvies BV. Dit adviesbureau ziet zowel toe op de welstandsaspecten, als – ingeval dit aan de orde is – op de cultuurhistorische aspecten. 1.5.1 Schetsplanfase Ten aanzien van het welstandstoezicht biedt de gemeente ontwerpers en planindieners via het schetsplan de mogelijkheid om, voorafgaand aan de formele vergunningaanvraag, vooroverleg te plegen met de ambtelijke dienst, dan wel de welstandscommissie, over de interpretatie van de welstandscriteria in het concrete geval van hun bouwplan. Het vooroverleg met de welstandscommissie kan pas starten nadat duidelijkheid bestaat over de planologische aanvaardbaarheid van het plan. Omdat het vooroverleg diep kan ingrijpen in de planontwikkeling moet het met de nodige waarborgen worden omgeven. Van het vooroverleg wordt middels een gespreksnotitie verslag gemaakt. De gespreksnotitie wordt op de gebruikelijke wijze aan het College van Burgemeester en Wethouders ter kennisname gebracht. In deze gespreksnotitie zullen eventuele bezwaren of waarderingen een rol spelen. Indien in het vooroverleg een plan ter sprake komt, dat afwijkt van de gebiedsgerichte criteria, maar niettemin voldoet aan de redelijke eisen van welstand volgens de algemene criteria, dan zal dit expliciet in de gespreksnotitie worden vermeld, zodat het college zich daar tijdig een zelfstandig oordeel over kan vormen. Op verzoek van de opdrachtgever kan dit overleg achter gesloten deuren plaatsvinden. De opdrachtgever dient deze wens bij het Bouwtoezicht kenbaar te maken. Bij een schetsplan is sprake van een niet wettelijk product. Schetsplannen worden bij de gemeente voorafgaand aan een officiële aanvraag ingediend om de haalbaarheid op planologische en welstandelijke gronden te onderzoeken. Bij een positief advies op het schetsplan kan de verdere uitwerking van het plan plaatsvinden. Het schetsplan is dus een product, waarbij klant en gemeente met elkaar in overleg treden om zonder druk van fatale termijnen het plan vooral op ruimtelijke merites te beoordelen. De aanvrager kan tussentijdse aanpassingen doorvoeren en opnieuw aan de gemeente voorleggen. 1.5.2 Aanvraag omgevingsvergunning voor het wijzigen van een monument Voor verbouw- en restauratieplannen van rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en cultuurhistorisch waardevolle gebouwen is een advies van de Stichting Advies & Ruimtelijke Kwaliteit Brabant, i.c. Omgevingsadvies BV vereist.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
19
De als beschermd monument geregistreerde panden zijn steeds vermeld op de lijsten, die zijn opgenomen in Deel ll Deelgebiedennota. De cultuurhistorisch waardevolle panden zijn als zodanig aangegeven in de desbetreffende bestemmingsplannen. 1.5.3 Ontwikkeling van welstandsniveaus De beoordeling op redelijke eisen van welstand wordt afhankelijk gesteld van de locatie van een bouwwerk. Vergunningsaanvragen worden met behulp van een beschreven gebiedskarakteristiek of de beeldkwaliteitseisen en op basis van het bij een gebied vastgesteld welstandsniveau beoordeeld. Dit is uitgewerkt in deel II van de welstandsnota: de “nota deelgebieden”.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
20
Hoofdstuk 2 2.1
Deelgebieden
Inleiding
2.1.1 Leeswijzer Hoofdstuk 2, of Deel II van de welstandsnota bestaat uit drie delen: paragraaf 2.1 bevat de uitleg van de beoordeling van bouwplannen, de algemene welstandscriteria en een overzicht van de verschillende soorten criteria. Paragraven 2.2 t/m 2.7 bevatten de beschrijvingen van de deelgebieden. De gemeente is ingedeeld in een aantal handzame bruikbare gebieden (zoals kernen en landelijk gebied). Elk gebied is onderverdeeld in deelgebieden. Elk deelgebied bevat een concrete beschrijving van de locatie, en de kenmerken van de bouwsteen, waartoe het betreffende gebied behoort. Op basis van deze kenmerken is per bouwsteen een toetsingskader voor welstand geformuleerd. Paragraaf 2.8 bevat de beschrijving van gebouwen. In deze gemeente zijn alleen monumenten als categorie gebouwen onderscheiden. De nota is op twee manieren te gebruiken: 1. Als beleidsstuk, dat als één geheel gelezen kan worden. Daarbij zijn de bijbehorende kaarten een goed hulpmiddel om in de materie thuis te raken. De kaarten behoren bij deel 2. 2. Als naslagwerk, waarin opgezocht kan worden welke criteria voor één adres gelden. Een adres behoort altijd bij een deelgebied. De daar vermelde teksten bevatten de alle gegevens voor de aanvrager en voor de toetser betreffende de welstandsaspecten. 2.1.2
Algemeen
2.1.2.1 Herziening van de nota In 2004 stelde de gemeenteraad van Sint Michielsgestel de eerste versie van de gemeentelijke welstandsnota vast. In 2009 werd de nota geactualiseerd. Daarbij werd de structuur van de nota aanzienlijk vereenvoudigd en gebruikersvriendelijker ingericht. In 2013 is de nota opnieuw geactualiseerd en bovendien optimaal raadpleegbaar gemaakt via internet. De nota is ontsloten via de gemeentelijke website. 2.1.2.2 Doel van de nota De nota bevat de welstandscriteria die gelden bij de beoordeling van bouwplannen. Dit beleidsinstrument is erop gericht én de gemeenteraad én de burger te betrekken bij het welstandsbeleid, zodat dit beleid voor eenieder inzichtelijk wordt. De nieuwe nota is met name toegesneden op de beoordeling van de welstandsaspecten door de gemeente zelf. Pas bij twijfel of om welke andere reden dan ook, vraagt de gemeente de welstandscommissie om haar oordeel. De beoordeling zelf is niet veranderd en die betreft: 'de aanvaardbaarheid van het bouwwerk in zijn omgeving, van het bouwwerk op zichzelf en van de toegepaste details,
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
21
materialen en kleuren'. Typerend voor de welstandsnota is de gebiedsgerichte benadering van de criteria voor de beoordeling. Voor een belangrijk deel bestaat de nota uit beschrijvingen van de deelgebieden met hun kenmerken. Samen leveren die de criteria voor het welstandsoordeel. De formulering luidt immers, dat de plannen moeten voldoen 'aan redelijke eisen van welstand'. Wat 'redelijk' is voor welstand, hangt dus af van het kader waarbinnen de plannen worden getoetst. De voorliggende nota brengt samenhang in die toetsingskaders en de daarbij behorende en presenteert deze overzichtelijk. 2.1.2.3 Positie van welstand Welstandsbeleid ligt in het verlengde van het ruimtelijk beleid, met name van structuurvisies, bestemmingsplannen en andere ruimtelijke beleidsstukken. Zo is er het structuurplan voor bepaling van de grote lijnen en nieuwe ontwikkelingen, het bestemmingsplan als een meer gedetailleerde uitwerking daarvan en het daaraan gekoppelde beeldkwaliteitplan voor de uiterlijke verschijningsvorm. Dan is er het monumentenbeleid van het rijk, de provincie en de gemeente voor de historische aspecten. Het welstandsbeleid vormt daarop een aanvulling en heeft meer de trekken van beheersinstrument voor bestaande gebieden. Toch is welstandsbeleid ook een instrument voor vernieuwing en verbetering van met name bestaande gebieden. 2.1.3
Toetsingskader
2.1.3.1 Aanpak toetsingskader Volgens de woningwet moet het plan voldoen aan redelijke eisen van welstand, aan algemene welstandscriteria. Deze eisen betreffen: Het bouwwerk in zijn sociaal – culturele context, het bouwwerk in zijn omgeving, het bouwwerk op zichzelf, en de details, de materialen en kleuren. Overigens gelden deze beoordelingscriteria uitsluitend nog voor de, volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), vergunningplichtige bouwwerken. Een welstandsbeoordeling vindt altijd plaats in het kader van een (omgevings-)vergunningsaanvraag Bouwen. Vergunningvrije bouwwerken worden niet onderworpen aan een welstandstoets. Aan de beoordeling zitten twee kanten namelijk: Wat wordt beoordeeld? Waarnaar kijkt de commissie bij de beoordeling: de criteria. En hoe wordt er beoordeeld? Met welke ogen kijkt de commissie: waarop is de beoordeling gericht, op behoud, op verbetering: het beoordelingsniveau.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
22
Waarnaar de commissie kijkt, hangt behalve van het plan zelf, af van de omgeving van het plan. Betreft het een bestaande omgeving, dan wordt het toetsingskader daaraan ontleend. Is het een nieuwe ontwikkeling, dan wordt het kader ontleend aan de (stedenbouwkundige) randvoorwaarden, of het beeldkwaliteitplan. Deze nota gaat in op het toetsingskader voor de bestaande bebouwde omgeving. De nieuwe plannen en geldende beeldkwaliteitplannen van gebieden in wording worden in de nota van toepassing verklaard. 2.1.3.2 Samenhang criteria De herziene woningwet maakt onderscheid in vier soorten criteria: de algemene welstandscriteria, de gebiedsgerichte criteria, de criteria voor bepaalde typen bouwwerken en de objectcriteria. De algemene welstandscriteria gelden voor alle bouwwerken en zijn gebaseerd op de algemene kenmerken van gebouwen. De gebiedsgerichte welstandscriteria gelden voor bepaalde gebieden en zijn gebaseerd op de kenmerken van die gebieden. De criteria voor bepaalde typen bouwwerken zijn op de specifieke kenmerken van die bouwwerken gebaseerd en gelden voor die typen. De objectcriteria tenslotte betreffen welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken [objecten], waarvan de criteria vooral berusten op de objectkenmerken. Om samenhang te brengen in de criteria is het nodig om ordening aan te brengen in de kenmerken van de gebieden, de bouwwerken en de objecten. Daarnaast is het nodig de toetsing in een vaste volgorde te laten verlopen. 2.1.3.3 Ordening kenmerken Het grondgebied van de gemeente wordt verdeeld in deelgebieden. Die deelgebieden behoren tot één gebiedstype, dat wil zeggen gebieden die de dezelfde kenmerken dragen. Voorbeelden zijn: historische dorpslinten, tuindorpverkavelingen e.d. Van elk deelgebied wordt een beschrijving gemaakt, en worden de kenmerken van het gebiedstype vermeld, en er wordt een waardering van gegeven. Sommige gebieden kennen al zo'n waardering. Het zijn de Beschermde stads- en dorpsgezichten en de Beschermde Buitenplaatsen. De redengevende omschrijvingen worden in de nota van toepassing verklaard ook voor de welstandstoets. Voor de gebieden in ontwikkeling bestaan veelal reeds randvoorwaarden in de vorm van een beeldkwaliteitplan. De betreffende plannen worden in de nota van toepassing verklaard. Er zijn gebouwen (of ensembles van gebouwen) die zich niet laten vangen in een gebiedsbeschrijving. Vormen deze een apart type, dan worden daar aparte omschrijvingen voor gemaakt en een bijbehorende waardering. Hetzelfde geldt voor ensembles van gebouwen. Er zijn ook groepen bouwwerken die een aparte waardering kennen. Dat zijn de monumentenlijsten van rijk en gemeente. De bijbehorende 'redengevende omschrijving' wordt in de nota van toepassing verklaard en op een lijst aan de nota toegevoegd. Tenslotte zijn er objecten die zich lenen voor aparte toetsing. Welke dat zijn is wettelijk
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
23
geregeld. Voorbeelden daarvan zijn: dakkapellen aanbouwen, en schotelantennes e.d. Voor de toetsingscriteria is voor deze groep bouwwerken een voorzet door de gezamenlijke welstandsfederaties gemaakt: de zogenaamde sneltoetscriteria, omdat deze zoveel mogelijk snel afgedaan moeten kunnen worden. 2.1.3.4 Toetsingniveau Hoe er naar de plannen gekeken wordt hangt af van de waarde die aan het gebied, gebouw of object wordt gehecht. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft voor de algemene indeling van deze waarderingsniveaus een voorzet gedaan met een indicatie over wat voor soort gebieden het gaat. De gemeente Sint Michielsgestel kiest voor twee niveaus: Niveau 1 : bijzondere toetsing Niveau 2 : reguliere toetsing Niveau 1 bijzondere toetsing. Deze toetsing houdt in dat de gemeente de bijzondere kwaliteiten van het betreffende gebied wil behouden en/of verbeteren, ofwel een gebied met bijzondere kwaliteiten wil realiseren. Dat betekent voor nieuwe plannen, wijzigingen en toevoegingen dat deze een bijdrage dienen te leveren aan het gestelde doel. Het zijn de gebieden die van cruciale betekenis voor het totaalbeeld van de gemeente (bijvoorbeeld het centrumgebied), of gebieden met een hoge cultuurhistorische waarde (bijvoorbeeld een landgoed). In de gemeente Sint Michielsgestel gaat het om de Historische dorpsgebieden, Historische bebouwingslinten, Gemengde bebouwing, Tuinwijken, en Buitenplaatsen en landgoederen. Niveau 2 reguliere toetsing. Deze toetsing beoogt handhaving en continuering van de huidige kwaliteit van een gebied. Dat betek ent voor nieuwe plannen, wijzigingen en toevoegingen dat deze moeten passen in de omgeving. Het zijn met name gebieden met een planmatig karakter (bijvoorbeeld bestaande woonen werkgebieden). In de gemeente Sint Michielsgestel gaat het dan om de overige deelgebieden, incl. het landelijk gebied.
2.1.3.5 Toetsingstraject Om de verschillende soorten criteria goed te kunnen hanteren is het nodig de toetsing in een vaste volgorde te laten verlopen. Eerst wordt gekeken of het plan vergunningvrij is. Is dat het geval dan wordt het plan niet preventief getoetst. Op verzoek van de aanvrager kan het plan wél getoetst worden. Is het plan niet vergunningvrij, dan wordt gekeken of het plan voldoet aan de sneltoetscriteria. (objectcriteria). Voor deze criteria is een standaardtekst beschikbaar, die de gemeente van toepassing verklaart. Voldoet het plan daaraan dan is het akkoord. Voldoet het er niet aan, dan gaat het plan naar de commissie. Deze bekijkt of het plan voldoet aan de gebiedsgerichte
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
24
criteria of criteria voor bepaalde typen bouwwerken. Voldoet het plan daaraan, dan is het alsnog akkoord. Voldoet het daar ook niet aan, dan is het plan niet akkoord. 2.1.3.6 Hardheidsclausule Bij vergunningplichtige bouwwerken kan het bij de beoordeling voorkomen dat een plan niet voldoet aan de gebieds-, gebouwtype- of objectcriteria. Toch kan de commissie oordelen, dat het plan op grond van meer dan gewone eigen kwaliteiten, een bijdrage levert aan de betreffende omgeving. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een plan met gevels van een afwijkend materiaal dat wel perfect past in de maat en schaal van de omgeving. Daarbij beroept zij zich op de algemene welstandscriteria die altijd aan de basis stonden van de andere welstandscriteria. De commissie adviseert dan B&W, voorzien van goede argumenten, toch met het plan akkoord te gaan. 2.1.3.7 Excessenregeling Tenslotte kunnen excessen alsnog achteraf worden onderworpen aan een beoordeling. Het moet dan gaan om bouwwerken, of standplaatsen waarvan de negatieve invloed op de omgeving breed gedragen wordt. Vaak heeft dit betrekking op een ondeugdelijke uitvoering van bouwwerken met een storende uitwerking op de omgeving door slecht materiaalgebruik, sterk afwijkend of contrasterend kleurgebruik of te zeer opvallende of ondoelmatige reclame-uitingen etc. Deze excessenregeling voorziet dan achteraf in het ongedaan maken of herstellen van de schadelijke gevolgen van het betreffende bouwwerk. De criteria voor de 'achteraf' beoordeling zijn dezelfde als die bij de gewone indiening van een bouwplan. Burgemeester en wethouders kunnen, nadat advies is ingewonnen bij de commissie, de eigenaar aanschrijven en het bouwwerk laten verwijderen of aanpassen. Om te voorkomen dat men achteraf geconfronteerd wordt met de excessenregeling, kan de eigenaar van een te bouwen vergunningvrij bouwwerk het plan toch laten toetsen door welstand, de vrijwillige welstandstoets. 2.1.3.8 Beeldkwaliteitplannen Voor gebieden waar op korte termijn ontwikkelingen zijn voorzien, worden veelal gedetailleerde beeldkwaliteitplannen opgesteld. Deze gebieden worden als “Ontwikkelingsgebied” in de welstandsnota en op kaart aangegeven met (indien van toepassing) een verwijzing naar het desbetreffende beeldkwaliteitplan. Indien een ontwikkelingsgebied eenmaal is gerealiseerd, wordt het gebiedstype van toepassing, dat het best bij de bebouwing in kwestie past.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
25
2.1.4
Algemene welstandscriteria
2.1.4.1 Inleiding De algemene welstandscriteria worden ontleend aan het vakmanschap van het architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp, alsmede aan algemeen aanvaarde normen van fatsoen. Deze criteria laten zich niet beperken tot hetgeen bouwvergunningplichtig is, maar hebben betrekking op de hele gebouwde omgeving met inbegrip van de inrichting van het private en publieke domein. Deze algemene criteria liggen ten grondslag aan elke planbeoordeling en vormen dus ook de onderlegger voor gebiedsgerichte en objectgerichte welstandscriteria, zoals verder in de nota uitgewerkt. De algemene welstandscriteria laten zich als volgt onderverdelen: Het bouwwerk sociaal – cultureel. Het bouwwerk en omgeving. Het bouwwerk op zich. 2.1.4.2 Bouwwerk sociaal cultureel Een bouwwerk voldoet aan redelijke eisen van welstand als verwijzingen en associaties zorgvuldig zijn gebruikt en uitgewerkt. Vormen van of aan gebouwen die regelmatig worden herhaald of geciteerd, krijgen een zelfstandige betekenis: zuilen doen denken aan een klassieke omgeving, een gevel van staal en glas aan de moderne tijd. Daardoor kunnen ze zich geheel los maken van de andere uitgangspunten bij de vormgeving van een gebouw of de omgeving, maar ook van de actuele culturele context waarin ze tot stand komen. Aan een raadhuis stelt men andere eisen dan aan een boeren schuur! Bij restauratie is sprake van herstel van elementen uit het verleden, maar bij verbouw of nieuwbouw in een monumentale omgeving dient duidelijk te zijn wat is hersteld en wat is geïnterpreteerd. Een door een bepaalde stijlperiode geïnspireerd ontwerp is dan ook iets anders dan het kopiëren van oude vormen. Bij geregistreerde monumenten is de beoordeling van de historische aspecten onderscheiden van de welstandsaspecten. Deze worden in één commissie en in één advies verwoord. Met andere woorden, de commissie toetst het plan zowel aan de monumentenwet, of het plan de omschreven historische waarden respecteert, alsook aan welstandseisen, dus of de voorgestelde wijziging en/of toevoeging op zichzelf een goed totaalbeeld oplevert, dat past in de omgeving. 2.1.4.3 Bouwwerk en omgeving Van alle welstandscriteria zijn de 'omgevingscriteria' het best te objectiveren. Immers de bestaande of te projecteren kenmerken kunnen worden geformuleerd, zonder veel subjectieve invloed. Het gebouw of de wijziging aan het gebouw voldoet aan redelijke eisen van welstand als het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van die omgeving en er de juiste houding in aanneemt. Daarbij worden hogere eisen gesteld naarmate de betekenis van het bouwwerk of van de
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
26
omgeving groter is: m.a.w. de sociaal-culturele context waarin het bouwwerk geplaatst wordt speelt daarbij een rol. Hoe die omgeving beoordeeld wordt en op welk niveau, dat wordt aangegeven in het hoofdstuk gebiedsgerichte criteria. 2.1.4.4 Bouwwerk op zich Een bouwwerk voldoet aan redelijke eisen van welstand, als het toont 'wat het is', hoe het gemaakt is en hoe het is samengesteld, en als het tegelijk beantwoordt aan eigen compositieregels van de architectuur. Het welstandstoezicht is gericht op het uiterlijk van het bouwwerk, maar bij de beoordeling daarvan zijn onderliggende relaties tussen constructie of structuur en vorm, en relaties tussen gebruik en vorm mede bepalend. Tot het eigen domein van de architectuur behoren beheersing van maat en schaal en daarmee samenhangend eenvoud of complexiteit; voorts de vorm van het gebouw, en het gebaar dat een gebouw maakt naar de omgeving. Het uiterlijk van een gebouw wordt mede bepaald door de toegepaste materialen en kleuren. Deze dienen de andere genoemde aspecten van het gebouw te ondersteunen en te versterken, zodat een afleesbare samenhang tot stand komt van alle aspecten. 2.1.4.5 Aspecten van de welstandscriteria Maat en schaal Doorgaans geeft het bestemmingsplan al minimum en maximum maten voor de bouwwerken; Voorzover dat niet het geval is, beoordeelt de commissie of het bouwwerk 'op maat' is, dus niet te groot of te klein. Schaal is een typisch welstandscriterium; het gaat om de onderverdeling van een bouwwerk in kleinere eenheden; dat kunnen volumes zijn of gevelverdelingen of zelfs kleinere dingen als stenen, pannen of kozijnstijlen. Het bepaalt de eenvoud / complexiteit van een bouwwerk. Maat en schaal vormen een onafscheidelijk duo, dat altijd bij een welstandsbeoordeling betrokken wordt. Vorm en gebaar Vorm heeft te maken met recht schuin of rond, dus met kap of plat, vlak of plastisch, en dergelijke. Het gebaar of de 'houding' van een gebouw wordt bepaald door allerlei aspecten samen, zoals de positie van een gebouw, de entree en het gezicht, symmetrie of asymmetrie en dynamiek. Vorm en gebaar spelen vaak samen een rol en dragen vaak bij aan de betekenis van een gebouw. Stijl en detail Beeldbepalende details bepalen juist als bij alle andere producten, de 'stijl'. Hierdoor verraadt het bouwwerk zijn leeftijd, het beschikbare materiaal en de bouwwijze. Naast details die de stijl bepalen zijn er ondergeschikte details aan een bouwwerk te onderscheiden; deze zijn vooral belangrijk als er hoge eisen aan een bouwwerk gesteld worden; het zijn bijvoorbeeld materiaalovergangen, ontmoetingen van materialen op de hoek. Materiaal en kleur Het toegepaste materiaal bepaalt het karakter van een bouwwerk; de
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
27
wijze waarop het wordt toegepast, bepaalt de kwaliteit (ook letterlijk: weerbestendigheid). De kleur is een laatste maar erg belangrijk beoordelingsaspect: namelijk licht of donker, en de kleursoort als rood, geel, blauw, e.d. kan praktisch nooit buiten beschouwing worden gelaten. Ook op grote afstand kan juist een kleur invloed hebben op de omgeving.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
28
2.1.5
Criteria deelgebieden (bouwstenen)
2.1.5.1 Werkwijze De bebouwing die in de gemeente voorkomt, wordt op twee wijzen ingedeeld: op gangbare wijze in buitengebied en kernen, en in gebieden onderscheiden op grond van kenmerken (gebiedstypen). Typering van de bebouwing op grond van kenmerken leidt tot een indeling in gebieden, waarbinnen het type verkaveling, de vorm en het uiterlijk van de bebouwing en (soms ook) de toegepaste materialen en kleuren overeenkomen. Voor deze gebiedstypen (of bouwstenen) is een bestaande systematiek voorhanden. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten maakte er een voorstel voor. Hiervan wordt in de nota uitgegaan en op de gemeente toegepast. Deze tweede indeling is een onderverdeling van het buitengebied en de vijf kernen in deelgebieden. De deelgebieden zijn in deze nota dezelfde gebieden als de gebiedstypen. Hierbij behoren de deelgebiedenkaarten. 2.1.5.2 Deelgebieden buitengebied Beekdallandschap. Landgoederenlandschap. Kleinschalig agrarisch cultuurlandschap. Bosgebieden. Recreatiegebieden. Agrarisch productielandschap met oude relicten. 2.1.5.3 Deelgebieden kernen Historische dorpsgebieden. Historische bebouwingslinten. Gemengde bebouwing. Woonerven. Tuinwijk/tuindorp. Traditionele blokverkaveling. Nieuwe Bouwen. Individuele woningbouw. Bedrijventerreinen. Scholen, instituten, bijzondere bebouwing. Parken, groengebieden, sportterreinen. Thematische uitbreidingen. Buitenplaatsen en landgoederen. Ontwikkelingsgebieden. 2.1.5.4 Kenmerken en waarden Van elk deelgebied worden de specifieke kenmerken beschreven, en kenmerken op grond van hun type. Per deelgebied wordt aangegeven welke kenmerken voor het beeld van belang zijn. Tevens wordt een gemotiveerde waardering toegekend aan het gebiedstype.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
29
2.1.5.5 Toetsingsniveau en toetsingscriteria Bij de gebiedstypen behoort een algemeen toetsingsniveau. Dit wordt gemotiveerd, en eventuele uitzonderingen vermeld. Bij het toetsingsniveau behoort een welstandsniveaukaart, waarop de niveaus middels kleuren zijn aangegeven, eveneens volgens de standaard kleurenset van het VNG. Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Zij vormen het toetsingskader voor het betreffende gebied: naar welke zaken de gemeente kijkt. Het toetsingsniveau kleurt de criteria in: hoe de gemeente kijkt. Tenslotte wordt aangegeven waar de criteria van toepassing zijn (bijvoorbeeld verschil in voorkant / achterkant) samengevat in een matrix: 2.1.5.6 Matrix toetsingskader Toetsingsniveau Bijzonder of regulier Toetsingscriteria omgeving Onderscheid voor - achter Aandachtspunten maat en schaal 'Overeenkomstig' bij bijzonder toezicht... 'Passend' bij regulier toezicht... waarna de uit de kenmerken volgende aandachtspunten volgen. vorm en gebaar stijl en detail materiaal en kleur De gebiedscriteria vormen aldus het beoordelingskader voor bouwwerken in het betreffende gebied. Het houdt geenszins in, dat die criteria klakkeloos moeten worden overgenomen – een goed ontwerp is meer dan kijken naar de omgeving – maar er dient rekening mee gehouden te worden in die mate die voor het gebied in kwestie geldt. 2.1.6 Criteria gebouwen Het onderscheiden van gebieden leidt niet voor alle bouwvormen tot voldoende nauwkeurige criteria. In Sint Michielsgestel zijn alleen monumenten als aparte categorie onderscheiden. 2.1.6.1 Kenmerken en waarden Monumenten vallen onder de monumentenwet en krijgen bescherming in verband met hun schoonheid, hun architectonische waarde en/of met de geschiedenis. In de redengevende omschrijving worden de kenmerken en waarden opgesomd. Deze van toepassing naast de gebiedsgerichte criteria. 2.1.6.2 Toetsingsniveau en toetsingscriteria Het toetsingsniveau voor alle monumenten is het niveau 1 bijzondere toetsing. Toetsingscriteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken vermeld in de redengevende omschrijving. De omgevingscriteria van het betreffende deelgebied zijn eveneens van toepassing, maar nemen bij de beoordeling een tweede plaats in. Het toetsingsniveau kleurt de criteria in:
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
30
hoe de commissie kijkt. 2.1.6.3 Matrix toetsingskader Toetsingsniveau Bijzonder Toetsingscriteria omgeving Aandachtspunten deelgebied maat en schaal overeenkomstig' bij bijzonder toezicht waarna de aandachtspunten volgen uit de redengevende omschrijving. vorm en gebaar stijl en detail materiaal en kleur De criteria per gebouwtype vormen aldus het beoordelingskader voor bouwwerken met betrekking tot het betreffende type. Het houdt geenszins in, dat die klakkeloos moeten worden overgenomen – een goed ontwerp is meer dan kijken naar dat gebouwtype – maar er dient rekening mee gehouden te worden in die mate die voor het gebouwtype in kwestie geldt.
2.2
Landelijk gebied
2.2.1
Algemeen
2.2.1.1 Kenmerken algemeen Het grondgebied van de gemeente Sint Michielsgestel is gelegen op dekzandruggen, die worden doorsneden door natuurlijke en kunstmatige waterlopen: de Dommel, de Essche Stroom, de Aa, de Zuid-Willemsvaart en de Groote Wetering op de noordelijke grens van de gemeente. Van oudsher maakt de gemeente onderdeel uit van de verdediging van 's Hertogenbosch, de zogenaamde inundatieterreinen. De kernen in de gemeente zijn ontstaan op natuurlijke hoogtes in het landschap: oeverwallen en dekzandruggen. Het grootste deel van de gemeente is in gebruik als agrarisch productiegebied. In de beekdalen hoofdzakelijk weilanden en op de hoger gelegen gronden akkerbouw. De hogere gronden zijn ook deels begroeid met bossen, met name gemengd bos rond het beekdal van de Dommel. In het noorden gemengde en naaldbossen op de Hooge Heide en rond het landgoed Wamberg. In het zuiden van de gemeente is een deel van het gemengde bos Geelders gelegen. 2.2.1.2 Indeling in bouwstenen Op grond van de landschappelijke en bebouwingskenmerken binnen het gemeentelijke grondgebied is een voor het welstandsbeleid relevante indeling in bouwstenen te maken. Voor de welstandnota zijn daarvan die componenten van belang, die samenhangen met de aard en ordening van de bebouwing. Het gaat daarbij om het gebruik van de grond, de daarbij behorende gebouwen en de ruimtelijke kenmerken van het landschap, waarin die gebouwen staan. Met name de volgende aspecten zijn hierbij van belang: De ruimtelijke openheid, die bepalend is voor de visuele invloed die de bebouwing op haar omgeving heeft.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
31
De wijze waarop de bebouwing in de ruimte is geordend, bijvoorbeeld solitair, in linten, geclusterd, etc.. De aan het desbetreffende landschap toegekende waarde, bijvoorbeeld cultuurhistorische of beeldwaarde. Indien sprake is van ruimtelijke of visuele samenhang: de onderlinge verwantschap van de bebouwing in stijl, detaillering, materiaalgebruik, etc.. De waarde die aan de bebouwing is toegekend, bijvoorbeeld als monument, of als beeldbepalend en vervolgens individueel, of als een beschermd gezicht. Voor het landelijk gebied van de gemeente Sint Michielsgestel leidt dat tot de volgende bouwstenen: beekdallandschap; landgoederen landschap; kleinschalig cultuurlandschap; agrarisch productielandschap met oude relicten; bosgebieden; recreatiegebieden. 2.2.2
Beekdallandschap
2.2.2.1 Beschrijving beekdallandschap Tot het gebied van de beekdalen behoren strikt genomen de gronden die in de dalen en zijdalen van de Aa, de Dommel en de Essche Stroom liggen. Echter het landschap rond de Dommel en de Essche Stroom wordt bepaald door de landgoederen en buitenplaatsen en maakt integraal onderdeel uit van een landgoederenzone. Derhalve is alleen het beekdal van de Aa als beekdallandschap aangemerkt. Het gebied heeft een half open karakter, waarbij vaak sprake is van grote zichtlengten. Het landschap heeft een zacht golvend karakter. Beekdalen zijn grotendeels ontbost – op enkele plaatsen komen nog (kunstmatige) bosschages zoals broekbosjes voor – en zijn tegenwoordig in gebruik als weidegronden. Het beekdal is gelegen tussen Middelrode en Den Dungen. Het is een bijzondere combinatie van verschillende oude Aa-meanders afgewisseld met beemdgronden, relicten van oude (voor 1900) dijken en broekbosjes en de in circa 1940 tussen kaden aangelegde genormaliseerde Aa. Het geheel grenst in het zuiden aan de in de periode 1822-1826 aangelegde Zuid-Willemsvaart. Aan de linkeroever van de genormaliseerde Aa is het voormalige landgoed Seldensate gelegen. In het gebied is ook de oude hoevenederzetting Middelrode / Assendelft gelegen.
Het merendeel van de percelen in het beekdal is vrij klein en de percelen worden door
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
32
sloten, greppels en of door bomen, heggen en houtwallen begrensd; dit met uitzondering van de percelen nabij de genormaliseerde Aa, die ten tijde van de aanleg zijn herverkaveld. De kenmerkende kleinschaligheid is als gevolg hiervan aangetast. Plaatselijk liggen boomgaarden met fruitbomen in het vruchtbare beekdal. Het bebouwingspatroon is uiterst dun en solitair gelegen op de 'hogere gronden' in het landschap. De beperkte bebouwing is veelal agrarisch van oorsprong met hier en daar cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. De agrarische bijgebouwen liggen geconcentreerd achter of naast het hoofdgebouw. De bebouwing is overwegend in één bouwlaag met een zadeldak van pannen, in sommige gevallen afgewerkt met wolfseinden. De bebouwing is eenvoudig van vormgeving, kenmerkend zijn de met zorg vormgegeven raampartijen. In het beekdal zijn een tweetal bijzondere ensembles gelegen – de restanten van het landgoed Seldensate en de hoevenederzetting Middelrode / Assendelft.
Landgoed Seldensate. Het landgoed gaat terug tot 1490 en is in 1893 tot landhuis verbouwd. Afgezien van één gebouw dat dienst deed als duiventoren / poortgebouw / brouwerij / gastenverblijf / stal / poort / wachterswoning, zijn alle gebouwen herleid tot ruïne. Kenmerkend voor het poortgebouw is de gotisch poort en de combinatie van materialen – bakstenen en natuurstenen, dakpannen en leien. Van de tuin resteren enkel de bospercelen, een aantal monumentale bomen, enkele lanen en het grachtenstelsel. Middelrode / Assendelft; een oorspronkelijke hoevenederzetting welke zich door gunstige ligging ter hoogte van doorwaadbare plaats in de Aa ('t Gewat), vanaf circa 1350 met brug, ontwikkelde als voorde-nederzetting met kleinschalige concentratie van bebouwing op kruispunt van wegen (Brugstraat-Kapelstraat-Assendelftseweg), met onder andere herbergen, en in nabijheid van hoeve die zich later hebben ontwikkeld tot kastelen van Assendelft (nu verdwenen) en Seldensate (aanwezig als ruïne). Na aanleg van Zuid-Willemsvaart (vanaf 1822) verviel belangrijke verkeersfunctie. De nederzetting betrof voorheen de kern Middelrode, die zich echter heeft verplaatst naar de Driezeeg.
Middelrode/Assendelft
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
Poort, hoeve van kasteel Assendelft
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
33
In zijn structuur nog goed herkenbare nederzetting met ten dele nog gave bebouwing waaronder krukboerderij (circa 1800). De nederzetting omvat de Assendelftseweg en aansluitend de Laan van Seldensate en Het Gewat met karakteristieke klinkerbestrating en beplanting, en wordt in beeld bepaald door met erven omgeven, deels monumentale agrarische bebouwing: waaronder Hoeve Assendelft (kasteelhoeve, 1716). Deze hoeve kenmerkt zich door een verfijnde roedeverdeling met luiken en de wolfseinden. Landgoed De Rietwiel (in ontwikkeling). Zuidoostelijk van de kern Middelrode wordt binnenkort een nieuw landgoed gerealiseerd, dat naast de bouw van enkele woonhuizen, ook zal leiden tot de rehabilitatie van de specifieke ruimtelijke structuur van dit deel van het beekdallandschap. Beeldkwalitatieve eisen en beoordelingscriteria maken (nog) geen deel uit van de plannen. De Planbeschrijving Landgoed De Rietwiel (Grontmij, september 2009) geeft een globaal beeld van opzet en ambitieniveau. 2.2.2.2 Waarden, niveaus en criteria beekdallandschap Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor het beekdallandschap. De waarde van de beekdallandschappen schuilt met name in het kleinschalige, halfopen karakter. Het landschap is nog altijd in beweging en derhalve slechts sporadisch bebouwd. De waarde van de bebouwing wordt hoofdzakelijk bepaald door de detaillering. De bebouwing behorende tot het landgoed Seldensate en de hoevenederzetting Middelrode / Assendelft zijn van cultuurhistorische betekenis voor het gebied. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.2.2.3 Matrix toetsingskader beekdallandschap Toetsingsniveau Bijzonder Toetsingscriteria omgeving Beekdallandschap Individuele architectuur maat en schaal Passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
34
stijl en detail materiaal en kleur
2.2.3
Nieuwbouw in één stijl Wijzigingen passend bij het betreffende bouwdeel Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving.
Landgoederenlandschap
2.2.3.1 Beschrijving landgoederenlandschap Het gebied ten westen van de kernen Sint Michielsgestel en Gemonde wordt getypeerd als een landgoederen landschap of -zone. In dit beekdal van de Dommel en de Essche Stroom is een groot aantal (cultuur)historisch waardevolle buitenplaatsen, landgoederen, kastelen en overige bebouwing gelegen, die het beeld van dit landschap bepalen.
Het gebied ten westen van Sint Michielsgestel is gevarieerd landschap. Het geheel bestaat uit een aaneengesloten complex van verschillende landgoederen, enkele kastelen, beemdgronden, hoger gelegen graslanden, akkergronden en bosopstanden van loof- of naaldhout met verspreid op terpen of tegen dijklichamen gelegen hoeven. Het gebied wordt doorsneden door diverse oude, deels middeleeuwse dijklichamen, al dan niet voorzien van groenopstanden, en oude lanen. Een aantal dijken had buiten een waterkerende functie ook een militaire functie in het realiseren van de inundatieterreinen rond 's-Hertogenbosch. In het westelijk deel is de beekdal van de Dommel een dominerend element. In dit landschap komen een groot aantal beeldbepalende bijzondere ensembles voor: Landgoed de Pettelaar; in het noordoosten, is een op een donk gelegen boerderij uit de periode 1800-1900, nabij de locatie waar een oude hoeve van het fraterhuis te 's-Hertogenbosch heeft gestaan. Een verhoogd gelegen rode beukenlaan vormt de oprijlaan. De percelen in het kleinschalige gras- en akkerland worden begrensd door bomenrijen, houtkanten en lanen. Meer naar het westen liggen verscheidene donken, enkele bosopstanden van loof- en naaldhout, hakhout en enkele oude dijken. Een groot deel van het landgoed is daarnaast gelegen in het schootsveld – een zogenaamde Verboden Kring– van de lunet Pettelaar, gelegen ten noorden van de A2. Het bestemmingsplan beperkt de bouwmogelijkheden binnen deze Verboden Kringen.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
35
In de oksel van de A2 ligt, aan de rechteroever van de Dommel, op een donk het landgoed Sterrenbosch, bestaande uit een landhuis uit 1820-1830, een boerderij en enkele schuren. Het landhuis is een classicistisch bouwwerk met gepleisterde lijstgevels, zuilen, kapitelen en kroonlijsten. Markant is de kruisvormige lanenstructuur; in het westen liggen de door houtwallen, dijken en bomenrijen begrensde beemden en in het oosten bevinden zich enkele bosopstanden op hoger gelegen gronden.
Iets ten zuiden hiervan ligt de hoeve Oud Herlaer, een langgevelboerderij uit circa 1850, opgetrokken uit en gebouwd op de funderingen van het rond 1800 afgebrande kasteel. Oud Herlaer wordt voor het eerst vernoemd in 1076. Er zijn resten van grachten en fundamenten. Aan de Dommel ter hoogte van het lunet 8 als onderdeel van de stelling van Vught met bijbehorende Verboden Kring, is het oude veerhuis 't Vaantje gelegen. Het veer deed dienst als verbinding tussen kasteel Maurik en kasteel Haanwijk. Kenmerkend is de vierkante hoofdmassa met schilddak en de kloosterkozijnen met kleine roedenverdeling.
Het centraal gelegen landgoed Haanwijk is een voormalig jachtslot met een landhuis, waarvan de kern uit 1649 dateert. Het werd verbouwd in 1834, diverse woningen en verspreide boerderijen en het voormalig veerhuis 't Vaantje (rijksmonument) uit de periode 1600-1900. Gelegen aan een oude meander van de Dommel en omringd door diverse met opgaand groen beplante oude dijklichamen. Rond het landhuis ligt een parkachtig gebied in Engelse landschapsstijl met een tuinmuur, berceau en vijver, graslanden en een oud akkercomplex, meer naar het westen liggen loofbossen. De verhoogd gelegen oprijlaan is voorzien van laanbeplanting van esdoorns.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
36
In het zuiden bevindt zich op de rechteroever van de Dommel, nabij een oude dijk tegenover het gehucht Halder, het voormalige kasteel en klooster Nieuw-Herlaer. Het oorspronkelijke gebouw dateert van 1400 , maar werd op de achtkantige traptoren uit 1544 na in 1791-1799 vervangen door een als seminarie ingerichte gebouw. Achter het kasteel bevindt zich een voormalig kloosterkerkhof met twee grafmonumenten uit 1920-1930. Bij samenkomst van Essche Stroom en Dommel, direct ten zuiden van Nieuw-Herlaer ligt de nederzetting Halder. Het gehucht heeft een compacte, in plattegrond schildvormige nederzetting, die vanwege structuur refereert aan terpnederzetting. Geïsoleerde ligging op enigszins steile hoogte van waaruit enkele dijken over akkercomplexen uitgaan. Hoewel nagenoeg alle bebouwing is vernieuwd, is karakter van eenvoudige woonhuizen in één bouwlaag op rand van de verhoging nog aanwezig, de gevels zijn gericht naar de eveneens over de rand lopende 'rondweg'.
Direct ten noorden van de kern Sint Michielsgestel ligt het landhuis Hemelrijk, in Eclecticistische stijl uit de tweede helft van de 19e eeuw. De bebouwing kenmerkt zich door een combinatie van klassieke stijlen. Kenmerkend zijn de twee markante hoektorens en het balkon met gietijzeren sierhekwerk. De omvang van de buitenplaats is beperkt, maar wordt wel opgesierd door enkele monumentale bomen.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
37
Ten zuiden van de kern Sint Michielsgestel is het landgoed Zegenwerp gelegen op de grens van beemdgronden en drogere zandgronden, bevindt zich het landgoed Zegenwerp, eertijds ontstaan uit een Frankische nederzetting. Het is een landgoed in Engelse landschapsstijl met classicistisch landhuis. Kenmerkend is het fronton in de voorgevel en klassieke raampartijen. De bebouwing wordt verbijzonderd door een klokkentorentje in de nok. Op het landgoed bevinden nog enkele andere panden van eind 19e eeuw, een woonhuis en een portierswoning. Karakteristiek zijn de witte gevels en de windeveren aan de dakranden. Het park in Engelse landschapstijl bestaat uit enkele vijvers, waarvan één is ontstaan uit een oude dommelmeander, gazons, slingerpaden, lanen en oude bomen. Het noordelijke deel is regelmatiger van structuur, het noordwestelijk deel is thans gedeeltelijk in gebruik als golfterrein.
Ten zuiden van de kern Sint Michielsgestel ligt de beltkorenmolen – De Genenberg – uit het midden van de 19e eeuw. Het is een ronde korenmolen van wit geschilderde baksteen met een dakleren kap. De molen is niet beschermd middels een molenbiotoop, maar is wel beeldbepalend in het landschap.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
38
2.2.3.2 Waarden, niveaus en criteria landgoederenlandschap Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor het landgoederenlandschap. Het landgoederen landschap is een uitgestrekt en waardevol besloten landschap. De waarde van de buitenplaatsen, landgoederen en andere bebouwing is vooral cultuurhistorisch en architectuurhistorisch bepaald en complementeren het karakteristieke beeld. Zij vormen de relicten van de ontstaansgeschiedenis van het gebied en tonen de diverse vormen van bouwstijlen, grondgebruik en stijlen van tuinen en parken. In het algemeen zijn deze functies sterk verankerd in de omgeving en wordt het terrein, veelal met beplanting van zijn omgeving afgeschermd. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.2.3.3 Matrix toetsingskader landelijk gebied Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Landgoederenlandschap Individuele architectuur maat en schaal passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
39
2.2.4
Kleinschalig agrarisch cultuurlandschap
2.2.4.1 Beschrijving agrarisch cultuurlandschap Het landschap vertoont kenmerken van het beekdallandschap, het heeft echter een meer gesloten karakter. Kleinschalige agrarisch kavelpatroon met kleine landschapselementen als boom- en houtsingels, kleine bosjes en poelen zorgen voor een meer gesloten landschap. De structuur kenmerkt zich daarnaast door oude kavelpatronen en een aantal onverharde wegen in het agrarisch gebied, welke bijdragen aan de kleinschalige, intieme sfeer. Met name de zogenaamde oude 'hoge' akkerbodems zijn cultuurhistorisch waardevol door het microreliëf en oude zandpaden.
In de gemeente zijn een tweetal gebieden aan te merken als agrarisch cultuurlandschap het gebied tussen de ringdijk en Den Dungen en het buitengebied rond Gemonde. Het buitengebied ten noorden van Den Dungen – tussen de kern en de ringdijk – wordt als kleinschalig cultuurlandschap aangemerkt. Het landschap kenmerkt zich door een zeer kleinschalige blokverkaveling met perceelsrandbeplanting in de vorm van struweel of houtwallen. Sommige percelen zijn volledig besloten door beplanting. Veel percelen zijn in gebruik door boomkwekers. Daarnaast komen diverse poelen – wielen – en kleinere bossages voor, met name tegen de dijk aan.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
40
De ringdijk met aanliggende bebouwing vormt een bijzonder ensemble in dit gebied. De ringdijk is een in een boog gesitueerde gevarieerd groen dijklint van circa 4 kilometer, aangelegd in de 17e eeuw. Het is een geheel van vrijwel ononderbroken in elkaars verlengde gelegen dijken. Het geheel begint ten oosten, in de nabijheid van Hoek, en voert via Poeldonk in het noorden naar het zuidwesten om te eindigen nabij 't Huys Krakestein en de Bossche Baan. Het tracé heeft een slingerend verloop, de dijklichamen zijn smal, veelal laag en plaatselijk steil. De dijken zijn gedeeltelijk in gebruik als verkeersweg en voorzien van een begeleidende beplanting van oude notelaars; plaatselijk is de dijk voorzien van een smal en onverhard pad en beplant met opgaande bomen en hakhout. Langs het gehele dijktracé liggen verscheidene wielen. De beeldkwaliteit van het lint wordt versterkt door een groot aantal aanliggende monumentale boerderijen. Diverse typen – langgevel-, kortgevel-, hoekgevel- en kurkboerderijen – boerderijen uit verschillende perioden komen voor, diverse bouwstijlen, kleur en materiaalgebruik zijn dan ook toegepast. Kenmerkend is echter wel het gebruik van schilddaken met deels een rieten kap en kleine roedeverdeling in de raampartijen. Een ander bijzonder ensemble wordt gevormd door de nederzetting Horzik. De geïsoleerd gelegen akkernederzetting bestaat uit enkele dicht bijeen gelegen boerderijen in voormalige Polder aan de Dungensche Kant. De structuur nog gaaf bewaard ondanks wijzigingen aan de bebouwing, die voornamelijk bestaat uit kortgevelboerderijen met bijgebouwen. Dwars door deze nederzetting loopt een cultuurhistorisch waardevolle zichtrelatie tussen de kerk van Den Dungen en de ringdijk.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
41
Het grootste gebied van dit landschapstype is gelegen rondom Gemonde. Het betreft een oud agrarisch complex van oude akkercomplexen, graslanden, verspreid liggende boerderijen en afgewisseld met kleinere loofhoutbosjes en microreliëf. Het landgebruik gaat terug tot de middeleeuwen. De perceelsstructuur is slechts plaatselijk onderhevig geweest aan schaalvergroting. Ondanks de aanwezigheid van een behoorlijk aantal relicten van perceelsrandbeplanting – bijzonder veel houtsingels en laanbeplanting – heeft het geheel lokaal een opener karakter gekregen. Naar het zuiden toe worden de gras- en akkerlanden afgewisseld met naald- en loofhoutbossen, nabij de Schijndelse dijk – gemeentegrens – nemen de bosopstanden de overhand en sluiten ze aan op de bossen van De Geelders . Het hele gebied is rijk zandpaden waarvan het merendeel voorzien is van begeleidende beplanting.
Het grote aantal monumentale boerderijen versterkt de authentieke uitstraling van het gebied, zoals aan de Tielse Hoeve en de Sint Lambertusweg. De boerderijen stammen hoofdzakelijk uit de tweede helft van de 19e eeuw en zijn van het type langgevel. De bebouwing heeft een duidelijke vorm overeenkomst. Na genoeg alle boerderijen zijn in één bouwlaag met een zadeldak met wolfseinden, al dan niet deels riet. En de raampartijen hebben zesruits roedeverdeling met luiken. Bijzondere bebouwing in dit gebied zijn het landgoed Gasthuiskamp, dat grotendeels in gemeente Boxtel is gelegen, en een achtkantige molenromp aan de Sint Lambertusweg, beschermd middels een molenbiotoop. Ten westen van de kern Gemonde is de begraafplaats Den Hogert – de voormalige kerkplaats – met een kapel gelegen.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
42
Naast deze cultuurhistorisch waardevolle boerderijen in de verschillende gebieden is er ook modernere (agrarische) bebouwing in het buitengebied aanwezig. Het betreft meestal eenvoudige bebouwing van het type landhuis, met een sobere en ingetogen architectuur, die qua maat, schaal en compositie verwantschap heeft met de oudere boerderijen. De bedrijfsbebouwing zoals stallen zijn uitgevoerd in baksteen of damwandprofiel met golfplaten en zijn geclusterd rond de woonbebouwing. 2.2.4.2 Waarden, niveaus en criteria agrarisch cultuurlandschap Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor het agrarisch cultuurlandschap. De kleinschalige en intieme sfeer met de oude verkavelingpatronen, boerenerven en bebouwing maken deze gebieden tot cultuurhistorische waardevolle landschappen. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.2.4.3 Matrix toetsingskader landelijk gebied Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Agrarisch cultuurlandschap Individuele architectuur maat en schaal passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
43
2.2.5
Agrarisch productielandschap met oude relicten
2.2.5.1 Beschrijving agrarisch productielandschap Dit landschapstype is gelegen op de komgronden van de Aa en de Dommel. In de gemeente Sint Michielsgestel zijn de gebieden ten westen en zuiden van Den Dungen en ten oosten van Berlicum als zodanig gekwalificeerd. De verkaveling is ruimer en opener. Het huidige landschapsbeeld is een combinatie van oude – (heide)ontginningen – en jonge – ruilverkavelingen – menselijke ingrepen in het landschap. De oude agrarische relicten betreffen kleine bospercelen, kronkelende wegen en percellering met oude perceelsrandbeplanting of houtwallen en sporadisch een besloten perceel. Met name langs de oude structuren zijn authentieke bebouwing, verkavelingspatronen met bijbehorende beplanting en wegenstructuren terug te vinden. Echter kenmerkend is de overwegend orthogonale structuur in verkaveling met een wisselende maatvoering. De wegen worden veelal begeleid door hoogopgaande bomen, perceelsrandbeplanting en bosschages komen slechts beperkt voor. In de gebieden, waar ruilverkaveling heeft plaatsgevonden, komen langere rechtstanden en een ruimere maatvoering voor. Perceelsrandbeplanting en houtwallen komen hier sporadisch voor. De (agrarische) bebouwing in dit gebied is gesitueerd als bebouwingsclusters aan de wegen door het gebied. De lintstructuur is open, waardoor het landschap vanaf de linten te ervaren is. Aan de oudere wegen zijn nog enkele authentieke boerderijen – kortgevel-, langgevel- en kurkboerderijen – gelegen uit de tweede helft van de 19e eeuw. Kenmerkend is de eenvoudige opbouw in één bouwlaag met een zadelkap, deels in riet uitgevoerd. De detaillering blijft vaak beperkt tot bescheiden ornamentiek en een verbijzondering van de raampartijen, zoals de roedeverdeling en het toepassen van luiken. Eventuele bijgebouwen zijn in een overeenkomstige stijl, echter zonder detaillering. De overige bebouwing in het landschap is overwegend modern van aard en gebouwd in de tweede helft van de twintigste eeuw. Het betreft meestal eenvoudige bebouwing van het type landhuis – één laag met een kap – of een vrijstaande woning in twee bouwlagen met kap, met een sobere en ingetogen architectuur, die qua maat, schaal en compositie verwantschap heeft met de oudere boerderijen. De bedrijfsbebouwing zoals stallen zijn uitgevoerd in baksteen of damwandprofiel met golfplaten en zijn geclusterd rond de woonbebouwing. Langs de nieuwere linten, zoals Broek, komen zeer grootschalige boerencomplexen voor van intensieve veehouderijen.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
44
In dit gebied zijn drie bijzondere ensembles gelegen – het landgoed Wamberg, de buitenplaats Huis Veebeek aan de Veedijk en de oude veennederzetting De Loofaert – allen ten noorden van Berlicum gelegen. Het gebied rond Landgoed Wamberg maakt in groter verband onderdeel uit van een soort landgoederenzone ten zuiden van Rosmalen. Op het landgoed staan diverse boerderijen, oude parkbossen aangelegd in landschapsstijl, productiebossen, weilanden, diverse vijvers en is doorsneden door majestueuze eiken- en beukenlanen. De Wambergse Beek stroomt van oost naar west over het landgoed en de Hasseltse Dijk, waarvan het tracé plaatselijk werd aangepast, deelt het landgoed op in twee helften.
Kenmerkend voor verschillende weilanden zijn de in groepjes geplaatste eikenbomen en de zachte overgangen van bos naar weiland. De datering gaat terug tot 1200, het centraal gelegen omgrachte landhuis – met trapgeveltjes, achtkantig traptorentje en ramen met kleine roedenverdeling en luiken – dateert van rond 1560 en is diverse malen verbouwd en uitgebreid verder zijn er nog een tuinmanswoning uit 1899, een waterput en een hek met hardstenen pijlers. In de omgeving staan diverse boerderijen, waaronder de kortgevelboerderij Eikenlust uit circa 1350 met opvallende zeskantige duiventoren en een Kempische langgevelboerderij uit de tweede helft van de 19e eeuw. Kenmerkend zijn de overeenkomstige beschildering van de luiken in overeenstemming met de kleuren van het landhuis Wamberg. De perceelsstructuur is weinig veranderd in de loop der jaren, een aantal gras- en akkerlanden zijn omgezet in loofhout.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
45
Het landhuis – Huis Veebeek – is veel kleinschaliger van karakter en ligt terug van de weg in de huidige situatie op een relatief beperkt perceel en is duidelijk zichtbaar in het open landschap. Het pand is in het midden van de 19e eeuw in een Neo-Classistische stijl verbouwd tot herenhuis. Het gebouw vindt haar oorsprong in de 17de eeuw als kasteel met gracht en neerhuizing. Kenmerkend zijn de gepleisterde lijstgevels en de formele entreepartij met bovenlicht en geprofileerde kroonlijst.
Een ander bijzonder ensemble vormt de oude nederzetting De Loofaert. Het gehucht is ontstaan als veennederzetting en later sterk uitgedund. Hierdoor is het huidige karakter van een enigszins geïsoleerd, onregelmatig en verspreid gelegen wegnederzetting. Langs een bochtig tracé met laanbeplanting staan kort-, hoek- en krukboerderijen uit de 18e en 19e eeuw. De bebouwing heeft een sterke verwantschap. De gevels zijn wit geschilderd al dan niet gepleisterd, de wolfsdaken zijn van riet en de raampartijen hebben een kleine roedenverdeling met luiken.
2.2.5.2 Waarden, niveaus en criteria agrarisch productielandschap Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor het agrarisch productielandschap. In historische relicten zijn oude materialen en kleuren van belang zoals De Loofaert
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
46
met zijn witte gevels en rieten daken. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.2.5.3 Matrix toetsingskader landelijk gebied Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Agrarisch productielandschap met oude relicten Individuele architectuur maat en schaal passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving. 2.2.6
Bosgebieden
2.2.6.1 Beschrijving bosgebieden Dit deelgebied komt voornamelijk voor op de hogere en droge gronden welke van oudsher weinig waarde hadden voor de landbouw en zijn ingeplant met voornamelijk naaldhout. Deze bosgebieden komen met name aan de rand van de gemeente voor en maken onderdeel uit van grotere bosgebieden, die de gemeente grens overschrijden. Het grootste complex de Hooge Heide is gelegen in het noorden van de gemeente. Het naaldbos is voorheen hoofdzakelijk een productiebos geweest en heeft een aantal kleinere heidevelden en vennen. Aan de overwegend orthogonale wegenstructuur zijn slechts sporadisch enkele panden gelegen zonder cultuurhistorische waarde. Het betreft modernere bebouwing – hoofdzakelijk in één bouwlaag met een kap – teruggelegen van de doorgaande weg. Het boscomplex ten oosten van Middelaar behoort tot Heeswijksche Bosschen. In het naaldbos komt geen bebouwing voor wel enkele kleine vennen en heidegronden. Het boscomplex ten noorden van de Esscheweg – grenzend aan het landgoed Zegenwerp – is een gemengd bos. De bosopstanden ten noorden van de Eekhoorn zijn onderdeel van het buitengemeentelijke natuurgebied De Geelders. Het zijn bosrelicten die reeds voor 1850 en gedeeltelijk al in 1419 aanwezig waren. In de periode 1700-1900 werden de bossen aangeplant met eik, hierdoor ontstonden grote hakhoutcomplexen ten behoeve
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
47
van de winning van looistoffen, middenbos en opgaand bos. In het gebied komt geen bebouwing voor. 2.2.6.2 Waarden, niveaus en criteria bosgebieden Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de bosgebieden. De bebouwing in deze gebieden is beperkt tot enkele (volledig) aan het zicht onttrokken woningen. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.2.6.3 Matrix toetsingskader landelijk gebied Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Bosgebieden Individuele architectuur maat en schaal passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving. 2.2.7 Recreatiegebieden Het gaat hierbij om terreinen van sportcomplexen of andere recreatieve voorzieningen in het buitengebied. In Sint Michielsgestel betreft het een viertal recreatiegebieden; camping de Hooghei in het bosgebied de Hooge Heide, groepsaccommodatie de Zonnewende en het golfterrein Zegenwerp ten westen van de kern Sint Michielsgestel en het sportpark De laat ten zuiden van Gemonde. De bebouwing in deze gebieden is ondergeschikt aan het groen en de open ruimte. Het betreft veelal kleinschalige bebouwing ten behoeve van de sportactiviteiten en faciliterende voorzieningen. Eén bouwlaag met platdak of flauwe kap met zakelijke architectuur, voorzien van weinig detaillering. De functionaliteit gaat boven de beeldkwaliteit. De bebouwing is dikwijls gerealiseerd met beperkte middelen, waardoor het kleur- en materiaalgebruik vaak sober en ingetogen is. De clubkleuren spelen vaak een belangrijk
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
48
rol in verfwerk. Ondanks de ligging van de recreatiegebieden in het landschap zijn de functies sterk naar binnen gekeerd en wordt het terrein, veelal met behulp van hoogopgaande bomen en struweelbeplanting van zijn omgeving afgeschermd. Soms ook is deze afscherming van matige kwaliteit of de werking ervan schiet met name buiten het seizoen tekort. Hierdoor kan sprake zijn van ongewenste visuele invloed c.q. negatieve uitstralingseffecten op de omgeving. De gebieden zijn echter in het bos of in besloten agrarische cultuurlandschap gelegen, waardoor het minder op de voorgrond zal treden dan in een open landschap. Ondanks de bijzondere waarden in de gebieden zal de verstoring van de gewenste beeldkwaliteit slechts beperkt zijn. Een bijzonder ensemble vormt het de groepsaccommodatie Zonnewende ten noorden van de Esscheweg. De bebouwing en voorzieningen zijn vanaf de openbare weg niet zichtbaar. De centrale bebouwing is in passende chaletstijl in diverse kleuren.
De verblijfsaccommodatie bestaat uit geschakelde wooneenheden met glazen gevels en tentdaken, die chaletachtig aandoen. Op het terrein zijn diverse voorzieningen gelegen behorende bij de accommodatie, zoals diverse sportvelden en een zwembad.
2.2.7.1 Waarden, niveaus en criteria recreatiegebieden Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de recreatiegebieden. Vanwege de ruim bemeten groenvoorzieningen rond deze gebieden, ligt het accent bij de beoordeling vooral op de zichtbaarheid vanaf de openbare weg.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
49
Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.2.7.2 Matrix toetsingskader landelijk gebied Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Recreatiegebieden Individuele architectuur maat en schaal passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving. 2.2.8 Monumenten landelijk gebied De volgende gebouwen zijn als Rijksmonument aangemerkt en zijn derhalve beschermd middels de Monumentenwet. Gemeentelijke monumenten en overige waardevolle panden De gebouwen en/of bouwwerken die zijn aangemerkt als gemeentelijk monument binnen en buiten de bebouwde kom zijn beschreven per kern. Ten aanzien van de cultuurhistorisch waardevolle panden, zowel voor het buitengebied als voor de kernen afzonderlijk, wordt verwezen naar de betreffende MIP-rapporten en/of de vigerende bestemmingsplannen. Adres Genenberg 6 Haanwijk 1 Haanwijk 5 Haanwijk 9 Halder 4 Halderse Akkers 4-4a Hemelrijkstraat 1 Hemelrijkstraat 6-8
Nabij kern Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel
Hemelrijkstraat 33a Pleinse Dijk 1-1a
Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
Object molen “De Genenberg” Huis “Haanwijk” Boerderij veerhuis 't Vaantje kasteel “Nieuw Herlaer” boerderij landhuis “Marienberg” landhuis + koetshuis + hekwerk “Hemelrijk” boerderij boerderij
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
50
Zegenwerg 5
Sint Michielsgestel
Assendelftseweg 4-6 Assendelftseweg 10
Middelrode Middelrode
Laan van Seldensate 4 Loofaert 1 Loofaert 25 Loofaert 27 Loofaert 47 Veedijk 41 Wamberg 8 Wamberg 10 Wamberg 12 Wamberg 14 Wamberg 16a Hooidonk 2
Middelrode Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Den Dungen
Hooidonksestraat 3a – 3b Poeldonksedijk 2 Rijndonksestraat 8 Beek 10
Den Dungen Den Dungen Den Dungen Gemonde
De Kaatse Hoeve 2
Gemonde
landhuis “Zegenwerp” + boerderij boerderij inrijpoort van Hoeve “Assendelft” ruïne “Seldensate” boerderij “Eikenlust” boerderij boerderij boerderij Huis “Veebeek” tuinmanswoning kasteelhoeve koetshuis Huis “De Wamberg” boerderij glazen kas + schoorsteen borderij boerderij boerderij boerderij / daglonershuisje boerderij
2.2.8.1 Waarden, niveaus en criteria monumenten Monumenten vallen onder de monumentenwet en krijgen bescherming in verband met hun schoonheid, hun architectonische waarde en/of met de geschiedenis. In de redengevende omschrijving worden de kenmerken en waarden opgesomd. Deze gelden ook als criteria bij beoordeling voor welstand. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar historische kenmerken, het hoofdgebouw en de omgeving. Voor deze gebouwen geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Daarbij gaat het om alle zijden van het gebouw(en). Ook aan de achterzijde is de toetsing bijzonder. 2.2.8.2 Matrix toetsingskader monumenten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: bijzonder Toetsingscriteria omgeving Zie betreffend deelgebied. maat en schaal In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving vorm en gebaar In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving stijl en detail In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
51
materiaal en kleur
In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving
2.2.9 Beeldkwaliteitplannen Voor het buitengebied gelden geen specifieke beeldkwaliteitplannen.
2.3
Gemonde
2.3.1
Algemeen
2.3.1.1 Beschrijving Gemonde Gemonde ligt op een oeverwal van de Dommel. De structuur van het dorp is in belangrijke mate gebaseerd op de oorspronkelijke landschappelijke structuren en elementen. De kern is ontstaan als een lintdorp, dat ook in de huidige verschijningsvorm nog dominant aanwezig is. De Dorpsstraat en de Sint Lambertusweg vormen de hoofdas (“het lint”). De oudste, geconcentreerde bebouwing bevindt zich rond de muziektent op en nabij de driesprong “Kerkeind – Dorpsstraat – Sint Lambertusweg”. Deze bebouwing vormt het “centrum” en was reeds halverwege de 19e eeuw aanwezig. Vanuit deze hoofdas waaieren diverse ontsluitingswegen uit naar het buitengebied, waardoor een spinachtige structuur is ontstaan. De landschappelijke elementen dringen diep tot in de kern. Tot aan het einde van de jaren zestig volgden de uitbreidingen voornamelijk deze wegen. Hiermee ontstond een patroon van bebouwingslinten. De laatste uitbreidingen (jaren '60 tot heden) vonden hoofdzakelijk plaats buiten deze wegen (met uitzondering van een incidentele verdichting van de bebouwingslinten). Het stedenbouwkundig patroon van deze uitbreidingen is ten opzichte van het onderliggend landschap meer “willekeurig”. 2.3.1.2 Deelgebieden Op nevenstaande afbeelding is de opbouw van de kern Gemonde weergegeven. Binnen Gemonde komen de volgende deelgebieden voor: historische dorpsgebieden; historische bebouwingslinten; gemengde bebouwing; traditionele blokverkaveling; individuele woningbouw; Park/groengebieden/sportterrein. Buitenplaatsen, landgoederen, bijzondere bebouwing Deze deelgebieden worden in de navolgende paragrafen besproken. Hierbij wordt opgemerkt, dat het landgoed Twijnmeer (buitenplaats) en de school beide tot het historisch dorpsgebied gerekend en in de desbetreffende paragraaf besproken.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
52
2.3.2
Historische dorpsgebieden en bebouwingslinten
2.3.2.1 Beschrijving historische dorpsgebieden Het historische bebouwingsbeeld wordt gekenmerkt door een diversiteit aan stijlen, kleuren en materialen door een ontwikkeling over een lange periode. Kenmerkend is de relatief open, kleinschalige bebouwing met een grote variatie aan bouwvormen en stijlen, doorgaans in één tot twee bouwlagen met kap. De bebouwing is in de regel direct met een rabatstrook aan de weg geplaatst, met naar de weg gekeerde gevels. Deze hebben een representatieve vormgeving, terwijl de zij- en achtergevels minder bewerkt zijn. 2.3.2.2 Beschrijving historische bebouwingslinten In Gemonde behoren de Dorpsstraat, het westelijk deel van het Twijnmeer en delen van de Sint Lambertusweg tot de historische bebouwingslinten.
Deze straten vormen van oudsher de verbinding naar omliggende plaatsen. Het profiel is smal en wordt veelal begeleid door volgroeide, hoogopgaande bomen. De bebouwing is overwegend historisch van karakter en divers qua stijl, kleur en materiaal. Het betreft hoofdzakelijk vrijstaande woningen in één of twee bouwlagen met kap met variërende kavelmaten. In Gemonde behoren de basisschool en de gymzaal tot de bouwsteen scholen en instituten. Het gebouw De school en gymzaal vormen beeldbepalende elementen langs het historische lint. De gymzaal is van een meer recente datum. Echter qua stijl, kleur en materiaal is aansluiting gezocht bij de basisschool en de omgeving. De bebouwing is ondanks de afwijkende maat zorgvuldig ingepast door een nauwkeurige situering en het toepassen van een kapvorm. De panden zijn omgeven met volgroeid (openbaar) groen, die het zicht op de bebouwing niet ontneemt. is een karakteristieke dorpsschool (één bouwlaag met kap) en presenteert zich naar de openbare weg. 2.3.2.3 Waarden, niveaus en criteria historische dorpsgebieden en linten Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de historische dorpsgebieden. Het historisch dorpsgebied vormt een waardevol element in het huidige beeld van Gemonde en heeft een hoge belevingswaarde. Het vormt de context van veel objecten van cultuurhistorische waarden, is een belangrijke schakel binnen het wegennetwerk
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
53
en ondersteunt de oriëntatie binnen de gemeente. De oorspronkelijke bebouwingslinten zijn waardevolle, beeldbepalende elementen en hebben een hoge belevingswaarde. Aan het beeld is de ontstaansgeschiedenis binnen de oorspronkelijke landschappelijke omgeving te herkennen. Dit komt tot uitdrukking in het oorspronkelijke karakter, functie en bebouwing. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel overeen te stemmen met de historische kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gegroeid en gevarieerd. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.3.2.4 Matrix toetsingskader historische dorpsgebieden en linten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving aandachtspunten maat en schaal Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken. 2.3.3
Gemengde bebouwing
2.3.3.1 Beschrijving gemengde bebouwing Aansluitend op de historische structuren is in de 20e eeuw een uitbreiding gerealiseerd. Deze heeft plaatsgevonden over een langere periode. Dit blijkt onder meer uit de uiteenlopende stedenbouwkundige en architectonische principes. Deze gemengde bebouwing is in Gemonde terug te vinden aan de Boomstraat en een gedeelte van de Kruisstraat. De bebouwing stamt uit diverse perioden en kent diverse stijlen, kleuren en materialen. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit vrijstaande woningen of twee-onder-één kappers op ruime kavels. De wegen hebben een smal profiel en worden veelal begeleid door inmiddels volgroeide bomen. De combinatie van voortuin en openbaar groen leidt tot een groene uitstraling.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
54
2.3.3.2 Waarden, niveaus en criteria gemengde bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de gemengde bebouwing. De kwaliteit van deze gebieden loopt sterk uiteen. Voor de ruimtelijke beleving van Gemonde zijn ook deze straten bepalend. Zij dragen onder meer bij tot een soepele overgang naar het landschap. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gevarieerd. Gelet op de samenhang met de historische linten geldt voor dit gebied eveneens een bijzonder toetsingsniveau, gericht op behoud en zo mogelijk versterking van bestaande kwaliteiten. Daarbij gaat het vooral om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde geldt alleen de excessenregeling. 2.3.3.3 Matrix toetsingskader gemengde bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving aandachtspunten maat en schaal Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken. 2.3.4
Traditionele blokverkaveling
2.3.4.1 Beschrijving traditionele blokverkaveling Gedurende de 20e eeuw zijn in diverse perioden plannen gerealiseerd met een patroon van rechte straten met een symmetrisch straatprofiel, voortuinen en bomen op de trottoirs. In Gemonde zijn diverse buurten overeenkomstig de “traditionele blokverkaveling” opgezet: de Akkerstraat en Pastoor van Kesselhof; een deel van de Laan van Habraken, Lariestraat, Sint Lambertusweg; enkele straten in het binnengebied van de uitbreidingswijk “Slothoef”. De uitstraling en opbouw van de gebieden komen niet volledig met elkaar overeen, doordat deze in verschillende perioden zijn gebouwd. De vorm en stijl komen sterk overeen, kleur en materiaalgebruik zijn verschillend. De ingetogen bebouwing, hoofdzakelijk twee-onder-één kappers, bestaat uit twee bouwlagen met een langskap op gemiddelde
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
55
kavels. Slothoef heeft in afwijking tot de overige gebieden een smal profiel met weinig groen. 2.3.4.2 Waarden, niveaus en criteria traditionele blokverkaveling Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor traditionele blokverkavelingen. Deze woongebieden hebben een overzichtelijk, rustig en relatief groen karakter en worden in het algemeen goed gewaardeerd. De aanwezige complexen zijn in hun oorspronkelijke opzet architectonisch en stedenbouwkundig met zorg ontworpen, echter niet van een bijzondere waarde. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen bij de planmatige kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.3.4.3 Matrix toetsingskader traditionele blokverkaveling Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier; achterzijde: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt vorm en gebaar Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw passend bij de planmatige architectuur Wijzingen passend bij de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren passend in omgeving Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvlakken 2.3.5
Individuele woningbouw
2.3.5.1 Beschrijving individuele woningbouw In Gemonde bestaat een groot deel van de bebouwde kom uit individuele woningbouw. Het karakter van de individuele woningbouw verschilt per gebied. De gebieden zijn hoofdzakelijk individueel verkaveld en bebouwd. Dit levert in stijl, kleur en materiaal een divers beeld op. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit één bouwlaag met kap, veelal van het type landhuis, herenhuis of bungalow.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
56
Op basis van de verhouding tussen kavelmaat en bebouwing is een drietal subgebieden aan te wijzen: de westzijde van de Laan ten Habraken en 't Hof aan de oostzijde kenmerken zich door riante kavels omgeven met royaal groen. De bebouwing (architectuur) is op de achtergrond aanwezig, mede door de situering, en bepaald in zeer beperkte mate het straatbeeld; de vrijstaande woningen aan de buitenrand van de uitbreiding “Slothoef” hebben een tegengestelde uitstraling. De maatvoering van de kavel is beperkt in verhouding tot de omvang van de bebouwing. Door de beperkte ruimte voor groen en de situering op de kavel is de architectonische expressie bepalend voor straatbeeld; de bebouwing in de Gasthuisstraat, de Lariestraat, delen van de Sint Lambertusweg, het oostelijk deel van Twijnmeer en het Kerkeind nemen een tussenpositie in. De verhouding tussen de kavel en de bebouwing is evenwichtig. De straten hebben voldoende groen in een normaal profiel. De architectuur is mede bepalend in het straatbeeld. 2.3.5.2 Waarden, niveaus en criteria individuele bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de individuele bebouwing. De kwaliteit is sterk afhankelijk van de verhouding tussen de maat van het kavel en de bebouwing. Ruimere woongebieden zijn minder kwetsbaar voor verstoringen dan compactere woongebieden. Op erg ruime kavels waar het groen overheerst, is de architectuur vaak nauwelijks zichtbaar. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de gevarieerde omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.3.5.3 Matrix toetsingskader individuele bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: Welstansvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Individuele architectuur maat en schaal Passend bij de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het hoofdgebouw
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
57
materiaal en kleur
2.3.6
Passende materialen en overwegend gedekte kleuren Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken
Park/Groengebieden/Sportterrein
2.3.6.1 Beschrijving park/groengebieden/sportterrein Aan de oostkant van Gemonde liggen twee grootschalige, aaneengesloten groengebieden ter weerszijden van de Rietstok. Het gebied ligt aan de noordoostrand van Gemonde en wordt grotendeels omgeven door bebouwing. In het gebied en aan de ontsluitingsweg door het gebied (de Rietstok) is nagenoeg geen bebouwing aanwezig. Het gebied is hoofdzakelijk agrarisch productiegebied, afgewisseld perceelsrandbeplanting. De Rietstok bestaat uit twaalf seniorenwoningen rond een hof, in één bouwlaag met platdak. Het andere gebied ligt in het zuidoosten van Gemonde, in het verlengde van de uitbreiding Slothoef tot aan de Koudenbergstraat. In het gebied komt geen bebouwing voor en het heeft een agrarische functie. 2.3.6.2 Waarden, niveaus en criteria park/groengebieden/sportterrein Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor groengebieden en sportvelden. De inrichting van de terreinen bepaalt hoofdzakelijk de waarde van het gebied. De waarde van de oudere beplanting gaat vaak uit boven de waarde en de levensduur van de bebouwing. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.3.6.3 Matrix toetsingskader park/groengebieden/sportterrein Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Groen park of sport Individuele architectuur maat en schaal passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
58
stijl en detail materiaal en kleur
2.3.7
Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving
Buitenplaatsen/Landgoederen/Bijzondere bebouwing
2.3.7.1 Beschrijving buitenplaatsen/landgoederen/bijzondere bebouwing
Bijzondere bebouwingselementen zijn de kerk, muziekkiosk, het Landhuis Twijnmeer en enkele cultuurhistorisch waardevolle panden. De openbare ruimte is historiserend van karakter met volgroeide bomen, sierbestrating en passend straatmeubilair in een smal profiel. Het landgoed Twijnmeer – rijksmonument – is volledig ingesloten bebouwing. Het gebied heeft een parkachtige inrichting met hoogopgaand groen. Het landgoed is een waardevol element in de historische structuur van Gemonde. Echter, de beleving van de bijzondere kwaliteit van het gebied is beperkt door de volledige insluiting door bebouwing en niet openbaar toegankelijk is. 2.3.7.2 Waarden, niveau's en criteria buitenplaatsen/landgoederen/bijzondere bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor buitenplaatsen, landgoederen, bijzondere bebouwing. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen overeen te stemmen met de kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gegroeid en gevarieerd. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
59
2.3.7.3 Matrix toetsingskader buitenplaatsen/landgoederen/bijzondere bebouwing Toetsingsniveau Toetsingscriteria omgeving maat en schaal vorm en gebaar
stijl en detail materiaal en kleur
Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier aandachtspunten Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken.
2.3.8 Monumenten Gemonde De volgende gebouwen zijn als Rijksmonument aangemerkt en zijn derhalve beschermd middels de Monumentenwet. Adres Twijnmeer 10 Sint Lambertusweg 122
Kern Gemonde Gemonde
Sint Lambertusweg 33-33A Mon Plaisir 17 Sint. Lambertusweg ong.
Gemonde Gemonde Gemonde
Object landhuis De klok en het orgel van de R.K Kerk molen grenspaal
De volgende gebouwen en/of bouwwerken zijn als gemeentelijke monument aangemerkt en zijn derhalve beschermd middels de gemeentelijke monumentenverordening. Adres Besselaar 3 Bodem van Elde 4 Boomstraat 29 Broekstraat 2 Het kerkhof aan de Dorpsstraat De kiosk aan de Dorpsstraat Dorpsstraat 23 Dorpsstraat 24 't Hof 1 De Lambertuskapel aan de Hogert De Kaatse Hoeve 3 Koudenberg 1 Kruisstraat 18 Het beeld aan de Sint Lambertusweg (staat sinds medio 2009 op het kerkhof Dorpsstr/. Twijm) Sint Lambertusweg 19 Twijnmeer 4 Twijnmeer 6-8 Twijnmeer 10
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
60
Twijnmeer 52 2.3.8.1 Waarden, niveaus en criteria monumenten Monumenten vallen onder de monumentenwet en krijgen bescherming in verband met hun schoonheid, hun architectonische waarde en/of met de geschiedenis. In de redengevende omschrijving worden de kenmerken en waarden opgesomd. Deze gelden ook als criteria bij beoordeling voor welstand. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar historische kenmerken, het hoofdgebouw en de omgeving. Voor deze gebouwen geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Daarbij gaat het om alle zijden van het gebouw(en). Ook aan de achterzijde is de toetsing bijzonder. 2.3.8.2 Matrix toetsingskader monumenten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: bijzonder Toetsingscriteria omgeving Zie betreffend deelgebied. maat en schaal In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving vorm en gebaar In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving stijl en detail In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving materiaal en kleur In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving 2.3.9 Beeldkwaliteitsplannen Voor de kern Gemonde zijn geen beeldkwaliteitplannen vastgesteld.
2.4
Middelrode
2.4.1
Algemeen
2.4.1.1 Beschrijving Middelrode Middelrode is ontstaan omstreeks 1200 in het Woud aan de zuidzijde van de Aa. Op de overgang van droog (akkergronden) naar nat (weidegronden) is een lintvormig dorp ontstaan. Door de aanleg van de Zuid-Willemsvaart heeft de kern zich na 1825 geleidelijk verplaatst naar de Driezeeg. Middelrode is inmiddels ruimtelijk nagenoeg aaneengegroeid met Berlicum. Het sportpark ten noorden van Middelrode vormt een belangrijke groene functie in de geledingszone tussen de twee kernen, waardoor beide kernen toch een ruimtelijk zelfstandig karakter hebben.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
61
De lintstructuur – Milrooijseweg, Julianastraat, Driezeeg, Hafferstestraat – is dominant in het ruimtelijk patroon herkenbaar. Langs het historische lint zijn enkele fraaie historische panden te vinden, opgesierd met hoogopgaand groen. Ingeklemd tussen het historische lint en de verbindingsweg naar Schijndel ligt het centrum bestaande uit een kerk, buurthuis en basisschool. De latere uitbreidingen – hoofdzakelijk gerealiseerd in de naoorlogse periode liggen: ten noorden van het historische lint aan en tussen de diverse wegen naar het buitengebied. Deze ondergeschikte wegen staan haaks op de lintstructuur; ten zuiden van het historische lint ligt het waardevol beeklandschap en enkele kleine uitbreidingen. De uitbreidingen hebben weinig relatie met de historische bebouwings- en/of landschappelijke structuren. 2.4.1.2 Deelgebieden Middelrode historische bebouwingslinten; tuindorpen en tuinwijken; traditionele blokverkaveling diverse perioden; individuele bebouwing; parken, groengebieden en sportcomplexen. 2.4.2
Historische bebouwingslinten
2.4.2.1 Beschrijving historische bebouwingslinten De kern Middelrode is ontstaan op een oeverwal langs de verbindingsweg tussen Berlicum en Heeswijk-Dinther. Het historische bebouwingspatroon heeft als gevolg daarvan een langgerekte vorm. In het huidige Middelrode vormt het gehele centrale bebouwingslint, die binnen de bebouwde kom drie maal van naam wijzigt (Milrooijseweg, Julianastraat, Driezeeg, Hafferstestraat), een historisch bebouwingslint. Het profiel van de weg is breed met aan weerszijden een ventweg. De hoofdrijbaan wordt begeleid met hagen en hoogopgaande bomen. De bebouwing is overwegend historisch met uitzondering van de latere verdichtingen Het betreft hoofdzakelijk vrijstaande woningen in één bouwlaag met een kap op overwegend ruime kavels. Daarnaast zijn enkele voorzieningen, detailhandelsfuncties en bedrijvigheid gevestigd aan het bebouwingslint. De bebouwing is derhalve divers qua stijl, kleur en materiaal. De basisschool en het buurthuis behoren tot de bouwsteen scholen en instituten, als onderdeel van historische lint. Het gebouw is een karakteristieke dorpsschool (één bouwlaag met kap) en presenteert zich zowel naar de Pastoor Verlindenstraat als naar de Brugstraat( richting historisch lint). De school vormt daardoor een beeldbepalende element. Het buurthuis is van een meer recente datum en openbaart zich naar de pleinvormige ruimte aan het historische lint. Met uitzondering van de maat en schaal van de bebouwing is qua stijl, kleur en materiaal weinig aansluiting gezocht bij de historiserende omgeving. De bebouwing wordt voldoende omgeven met volgroeid
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
62
(openbaar) groen, die het zicht op de bebouwing deels ontneemt.
Het historische lint in Middelrode met een zeer ruim profiel.
2.4.2.2 Waarden, niveaus en criteria historische bebouwingslinten Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de historische dorpsgebieden. De oorspronkelijke bebouwingslinten zijn waardevolle elementen in de huidige kern en hebben een hoge belevingswaarde. Aan het beeld van deze routes is de ontstaansgeschiedenis van het dorp binnen de landschappelijke omgeving te herkennen. De waarde van het historische lint wordt mede bepaald door de mate waarin het oorspronkelijk karakter, functie en bebouwing is behouden. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel overeen te stemmen met de historische kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gegroeid en gevarieerd. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.4.2.3 Matrix toetsingskader historische bebouwingslinten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving aandachtspunten maat en schaal Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
63
vorm en gebaar
stijl en detail materiaal en kleur
2.4.3
Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken.
Tuinwijk/tuindorp
2.4.3.1 Beschrijving tuindorpen In Middelrode is de bouwsteen “Tuindorp” terug te vinden aan de zuidkant van de Papagaaiweg: een kleine cluster van halfvrijstaande woningen. Het cluster is zichtbaar vanaf het historische lint en maakt daar indirect onderdeel van uit. In de bebouwing, één laag met een kap, zijn de stijlkenmerken van de architectuur uit de jaren twintig en dertig duidelijk aanwezig, ondanks dat de bebouwing van een meer recente datum is – na 1950. De woningen zijn gesitueerd op gemiddelde kavels. Aangezien het hier een cluster betreft van een aantal woningen zijn de stedenbouwkundige kenmerken niet of nauwelijks herkenbaar in het profiel.
2.4.3.2 Waarden, niveaus en criteria tuindorpen Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de tuindorpen. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel overeen te stemmen met de planmatige historische kenmerken van de omgeving. In Middelrode hebben de woningen in de loop der jaren hun authentieke karakter weten te behouden. De specifieke kwaliteiten van de architectuur en de indirecte relatie met het historische lint zijn waardevol. Het volgroeide groen, de kleinschaligheid en de onderscheidende architectuur maken deze gebieden en woningen tot geliefde en gewaardeerde woonomgeving.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
64
Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.4.3.3 Matrix toetsingskader tuindorpen Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt, planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt vorm en gebaar Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in overeenstemming met de planmatige architectuur Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken. 2.4.4
Traditionele blokverkaveling
2.4.4.1 Beschrijving traditionele blokverkaveling Gedurende de 20e eeuw zijn in diverse perioden plannen gerealiseerd met een patroon van rechte straten met een symmetrisch straatprofiel, voortuinen en bomen op de trottoirs. In Middelrode zijn diverse buurten overeenkomstig de traditionele blokverkaveling opgezet: Kennedystraat, Europaplein, Oranjeplein, Bernardstraat, Margrietstraat en de 1e en 2e Vijverstraat; een deel van de Joannes XXIII-straat, Wilhelminastraat, Beatrixstraat en Christinastraat; een aantal bouwblokken zoals de verdichtingen aan het historische lint, de Burgstraat, Pastoor Verlindenstraat en het Diepven. De uitstraling en opbouw van de gebieden komen niet volledig overeen, doordat de gebieden in verschillende decennia zijn gebouwd, vaak met andere bouwmethoden. De vorm en stijl komen sterk overeen, kleur en materiaalgebruik zijn verschillend. De ingetogen bebouwing, hoofdzakelijk twee-onder-één kappers en een aantal korte rijen, bestaat uit twee bouwlagen met een eenvoudige langskap op kleine tot gemiddelde kavels. De bebouwing aan de Christinastraat onderscheid zich door de ruime kavels en plaatsing halverwege het kavel.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
65
Ruime geschakelde woningen in de Beatrixstraat.
In de jaren '60 en '70 wordt een groot aantal woongebieden gerealiseerd die geïnspireerd zijn op de ideeën van het Nieuwe Bouwen, de moderne stedenbouw. In Middelrode behoren een tweetal gebieden: Irenestraat e.o. en Churchillstraat – tot de bouwsteen van het Nieuwe Bouwen. Beide gebieden zijn kleinschalig en omvatten alleen laagbouw. In het gebied Irenestraat e.o. betreft het een aantal rijenwoningen – twee bouwlagen met plat dak – die zijn ingepast in de traditionele blokverkaveling. De architectuur is sober met weinig bijzondere details. Het gebied aan de Churchillaan is aan hofjes gesitueerd met ruimte voor parkeervoorzieningen en groen. De bebouwing is geclusterd in twee- en drietallen en bestaat uit één bouwlaag met een plat dak. De architectuur is sober, echter de witte omlijstingen geeft de bebouwing samenhang en karakter. Het ruime (openbaar) groen in de hofjes draagt bij aan een rustige en groene uitstraling.
2.4.4.2 Waarden, niveaus en criteria traditionele blokverkaveling Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor traditionele blokverkavelingen. De 'traditionele blokverkavelingen' hebben een overzichtelijk, rustig en relatief groen karakter en worden in het algemeen goed gewaardeerd. De aanwezige complexen zijn in hun oorspronkelijke opzet architectonisch en stedenbouwkundig met zorg ontworpen. De waarde van de 'Nieuwe Bouwen' gebieden schuilt met name in de
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
66
stedenbouwkundige opzet; de ruime, groene aanleg en compositie van bouwmassa's in de doorlopende open ruimte. In Middelrode is de samenhang en de oorspronkelijke staat van de bebouwing nog intact. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen bij de planmatige kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.4.4.3 Matrix toetsingskader traditionele blokverkaveling Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier; achterzijde: welstandsvrij (excessenregeling). Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt vorm en gebaar Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw passend bij de planmatige architectuur Wijzingen passend bij de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren passend in omgeving Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvlakken. 2.4.5
Individuele woningbouw
2.4.5.1 Beschrijving individuele bebouwing In Middelrode behoort een groot deel van de bebouwde kom tot de bouwsteen “individuele bebouwing”. Deze gebieden zijn in de loop der jaren veelal individueel verkaveld en bebouwd. Diepven en de Haasekker e.o. zijn echter projectmatig verkaveld. De bebouwing is wel individueel ontworpen. Als gevolg van het individueel ontwerpen en de grootte tijdsverschillen tussen de realisering van deze panden is een divers beeld ontstaan. Verschillende stijlen, kleur en materialen zijn naast elkaar gebruikt. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit één bouwlaag met kap, veelal van het type landhuis, herenhuis of bungalow. Op basis van de verhouding tussen de kavelmaat en bebouwing is een drietal subgebieden aan te wijzen: de Haasekker e.o. kenmerkt zich door riante kavels omgeven met royaal groen. De bebouwing (architectuur) is op de achtergrond aanwezig, mede door de situering, en bepaald in zeer beperkte mate het straatbeeld. De individuele bebouwing, gelegen rond het sportcomplex De Brand, is in de loop der jaren binnen de bebouwde kom komen te liggen. De bebouwing ligt meer in het zicht,
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
67
echter door de enorme kavelmaat en de onderlinge afstand wordt het straatbeeld slechts in beperkte mate bepaald door de bebouwing. de vrijstaande woningen aan het Diepven hebben een tegengestelde uitstraling. De maatvoering van de kavel is beperkter in verhouding tot de omvang van de bebouwing. Door de beperkte ruimte voor groen en de situering op de kavel is de architectonische expressie bepalend in straatbeeld.
De individuele woningbouw aan de Haasekker wordt door het riante groen aan het straatbeeld onttrokken.
De overige individuele bebouwing – Pastoor Verlindenstraat, Zandstraat, Beatrixstraat, Molenstraat, Einsteinstraat en een deel van de Christinastraat, Kennedystraat en Joannes XXIII-straat - nemen een tussenpositie in. De verhouding tussen de kavel en de bebouwing is normaal en omgeven door voldoende groen in een normaal profiel. De architectuur is mede bepalend in het straatbeeld. Waarden, niveaus en criteria individuele bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de individuele bebouwing. De kwaliteit is sterk afhankelijk van de verhouding tussen de maat van het kavel en de bebouwing. Ruimere woongebieden zijn minder kwetsbaar voor verstoringen dan compactere woongebieden. Op erg ruime kavels waar het groen overheerst, is de architectuur vaak nauwelijks zichtbaar. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de gevarieerde omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
68
2.4.5.2 Matrix toetsingskader individuele bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Individuele architectuur maat en schaal Passend bij de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het hoofdgebouw materiaal en kleur Passende materialen en overwegend gedekte kleuren Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken 2.4.6
Park/Groengebieden/Sportterrein
2.4.6.1 Beschrijving park/groengebieden/sportterrein Ten noorden van de kern Middelrode ligt het gemeentelijk sportcomplex De Brand. Het sportcomplex maakt onderdeel uit van de groene geldingszone tussen Middelrode en Berlicum. Het complex is bijna volledig omsloten met middelhoog tot hoogopgaand groen en daardoor aan het zicht onttrokken. De aanwezige bebouwing staat in dienst van de exploitatie van het gebied als sportcomplex. Waarden, niveaus en criteria. De inrichting van het de terreinen bepaalt hoofdzakelijk de waarde van het gebied. De bebouwing is in het algemeen ondergeschikte, die verder van de weg liggen of door het groen volledig aan het zicht worden onttrokken. Het gebruik en inrichting van het terrein bepalen in hoofdzaak of de bebouwing in kwestie er iets of veel toe doet. In het geval van een sportcomplex is met name de functionaliteit van het gebouw van belang. Waarden, niveaus en criteria groengebieden en sportvelden Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor groengebieden en sportvelden. De bebouwing is hier bijna geheel aan het gezicht onttrokken. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
69
2.4.6.2 Matrix toetsingskader park/groengebieden/sportterrein Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Groen park of sport Individuele architectuur maat en schaal passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving 2.4.7 Monumenten Middelrode In de kern van Middelrode zijn geen gemeentelijke monumenten gelegen. 2.4.8 Beeldkwaliteitplannen Voor de kern Middelrode zijn geen beeldkwaliteitplannen vastgesteld.
2.5
Sint-Michielsgestel
2.5.1
Algemeen
2.5.1.1 Beschrijving Sint-Michielsgestel De ontstaansbasis voor de kern Sint Michielsgestel wordt gevormd door de rivier de Dommel. De Dommel heeft zich diep in de bodem uitgesleten. De hoge oevers zijn een belangrijke voorwaarde geweest voor de vestiging van nederzettingen, waaronder Sint Michielsgestel. De schildvormige kern kan nog herinneren aan de vroeg middeleeuwse domeinstructuur. Buiten de kern liggen hoeven, die later tot gehuchten zijn uitgegroeid. De stedelijke ontwikkeling van Sint Michielsgestel werd versterkt door de nabijheid van 's Hertogenbosch. Mede als gevolg hiervan ontwikkelde zich de infrastructuur, villa's en internaten. De oorspronkelijke kern rond het Petrus Dondersplein en de buurtschap Stokhoek zijn geleidelijk aan elkaar gebouwd. Door de kanalisatie van de Dommel is de relatie met de bebouwing minder duidelijk. De schildvormige structuur van de Petrus Dondersstraat met de voormalige – nu deels afgegraven kerkterp – is nog herkenbaar. Langs en aansluitend op de oorspronkelijke en later aangelegde structuurwegen zijn de woonbuurten ontwikkeld. Aan de oostkant van de kern hebben deze een relatief bescheiden omvang: aan de westzijde van de Dommel is één grote uitbreiding ontstaan: Theereheide. 2.5.1.2 Deelgebieden Sint Michielsgestel historische dorpsgebieden; historische bebouwingslinten; gemengde bebouwing;
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
70
woonerven; tuindorpen; traditionele blokverkavelingen; individuele woningbouw; bedrijventerrein; scholen/instituten/bijzondere bebouwing; park/groengebieden/sportterrein. Kleinere deelgebieden zoals 'gemengde bebouwing' of 'nieuwe bouwen' worden in ruimer – wijk – verband of in de deelgebieden, waar zij onlosmakelijk onderdeel van uitmaken, beschreven. 2.5.2
Historische dorpsgebieden en bebouwingslinten
2.5.2.1 Beschrijving historische dorpsgebieden In Sint Michielsgestel behoort het centrum rond de Torenstaat en het Petrus Dondersplein tot het historische dorpsgebied: Het bebouwingsbeeld wordt gekenmerkt door een diversiteit aan stijlen, kleuren en materialen door een ontwikkeling over een lange periode. Kenmerkend is de relatief open, kleinschalige bebouwing met een grote variatie aan bouwvormen en stijlen, doorgaans in één tot twee bouwlagen met kap. De bebouwing is in de regel direct aan een rabatstrook aan de weg geplaatst, met naar de weg gekeerde gevels. Deze hebben een representatieve vormgeving, terwijl de zij- en achtergevels minder bewerkt zijn. Bijzondere bebouwingselementen zijn de toren, het gemeentehuis en enkele cultuurhistorisch waardevolle panden in met name de noordwand van de Torenstraat. De openbare ruimte heeft een hard, open karakter. De oorspronkelijke samenhang tussen de historische bebouwing en de openbare ruimten is grotendeels verdwenen. Dit is met name veroorzaakt door het deels afgraven van de kerkterp en de sloop van het St. Adrianusklooster. Stokhoek vormt een buurtschap en wordt eveneens als historisch dorpsgebied aangemerkt. Dit is een aantal geclusterde panden (hoofdzakelijk voormalige boerderijen en landarbeiderswoningen) in de overgangszone tussen het buitengebied en de woonkern. De buurtschap bestaan uit afwisselend oorspronkelijke bebouwing en nieuwbouw woningen. Deze laatste zijn wel in de stijl van oude bebouwing gebouwd. 2.5.2.2 Beschrijving historische bebouwingslinten In Sint Michielsgestel behoren de volgende straten tot de historische bebouwingslinten: de Nieuwstraat - Ruwenbergstraat; de Sint-Michielstraat - Hoogstraat; de Schijndelseweg; de Theerestraat; de Esscheweg.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
71
Deze straten vormen van oudsher de verbinding naar omliggende plaatsen. Het profiel is gevarieerd. Smalle wegvakken worden afgewisseld door bredere ruimten. Een belangrijk deel van de bebouwing heeft een historisch karakter. Op diverse locaties heeft nieuwbouw plaatsgevonden. Hierdoor is een grote diversiteit ontstaan wat betreft stijl, kleur en materiaal. In deze linten komen enkele ensembles voor met nog een hoge mate van oorspronkelijk karakter. Het betreft onder meer: Nieuwstraat (wegvak Oude Schoolstraat Sint Michielsstraat); Ruwenbergstraat met diverse villa's en het landhuis Marienberg; Sint Michielsstraat; het westelijk deel van de Schijndelseweg; het deel van de Theerestraat ten oosten van de Anemoonstraat.
De Klokstraat is onderdeel van de verbinding met Vught. en heeft 18e en 19e eeuwse, eenlaagse huizen. Het karakteristieke complex van het Instituut voor Doven is dominerend.
2.5.2.3 Waarden, niveaus en criteria historische dorpsgebieden en linten Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de historische dorpsgebieden. De historische dorpsgebieden vormen een waardevol element in het huidige beeld van
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
72
Sint Michielsgestel en heeft een hoge belevingswaarde. Het vormt de context van veel objecten van cultuurhistorische waarden, is een belangrijke schakel tussen het oostelijk en westelijk deel van het dorp. In de linten komen vijf met name genoemde waardevolle ensembles voor. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel overeen te stemmen met de historische kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gegroeid en gevarieerd. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.5.2.4 Matrix toetsingskader historische dorpsgebieden en linten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving Cultuurhistorische waarden aandachtspunten maat en schaal Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzigingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvlakken.
2.5.3
Gemengde bebouwing
2.5.3.1 Beschrijving gemengde bebouwing Aansluitend op de historische structuren is in de 20e eeuw een uitbreiding gerealiseerd. Deze heeft plaatsgevonden over een langere periode. Dit blijkt onder meer uit de uiteenlopende stedenbouwkundige en architectonische principes. Deze gemengde bebouwing is in Sint Michielsgestel terug te vinden rond de Heesakkerstraat, Korenstraat en Victoriastraat. De bebouwing stamt uit diverse perioden en kent diverse stijlen, kleuren en materialen. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit vrijstaande woningen of twee-onder-één kappers op ruime kavels. De wegen hebben een smal profiel en worden veelal begeleid door inmiddels volgroeide bomen. De combinatie van voortuin en openbaar groen leidt tot een groene uitstraling.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
73
2.5.3.2 Waarden, niveaus en criteria gemengde bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de gemengde bebouwing. De kwaliteit van deze gebieden loopt sterk uiteen. Voor de ruimtelijke beleving van Sint Michielsgestel zijn ook deze straten bepalend. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gevarieerd. Gelet op de samenhang met de historische linten geldt voor dit gebied eveneens een bijzonder toetsingsniveau, gericht op behoud en zo mogelijk versterking van bestaande kwaliteiten. Daarbij gaat het vooral om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde geldt alleen de excessenregeling. 2.5.3.3 Matrix toetsingskader gemengde bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving aandachtspunten maat en schaal Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken. 2.5.4
Woonerven
2.5.4.1 Beschrijving woonerven Op enkele plekken in Sint Michielsgestel komen typische woonerven voor. Het gaat daarbij om een buurtje aan de Mgr. Hermuslaan en de clusters aan de Bierweg en de Wiekslag. Bij de woongebieden uit deze periode liggen de woningen geclusterd rond woonerven, waarbij het onderscheid tussen privé en openbaar vervaagt, evenals de scheiding tussen voor- en achterzijden. Veel tuinen grenzen aan openbaar, of collectief groen, hetgeen veel informele erfafscheidingen tot gevolg heeft. Typerend zijn ook de garages, of bergingen die een belangrijke plaats (soms voor de woning) hebben. De architectuur uit deze periode is vaak sober, de woningen zijn veelal voorzien van grote gelede dakvlakken, die eindigen met lage goten aan de erfzijde. Het is moeilijk om uitbreidingen aan deze vaak identieke woningen te realiseren als deze niet aan een pad of erf grenzen. Rustige kleuren en
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
74
materialen overheersen. Ook komen verkavelingen in strokenbouw voor, waarbij de erven de karakteristiek van een woonpad aannemen. Het wonen in deze gebieden wordt gewaardeerd om zijn kleinschalige en knusse karakter. 2.5.4.2 Waarden, niveau's en criteria woonerven Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de woonerven. Door het naar binnen gekeerde karakter van deze woonclusters is ook het belang van ingrepen beperkt tot de eigen omgeving. Toch zijn wijzigingen aan de woningen in het algemeen moeilijker inpasbaar en vooral aan de tuinzijde kunnen deze ongewild op de voorgrond treden. Ondergeschikte ingrepen als erfafscheidingen, verhardingen, carports en schuurtjes hebben veel invloed op het straatbeeld. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen bij de planmatige kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.5.4.3 Matrix toetsingskader woonerven Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier; achterzijde: welstandsvrij (excessenregeling). Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt vorm en gebaar Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straat(erf)gerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw passend bij de planmatige architectuur Wijzingen passend bij de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren passend in omgeving Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvlakken.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
75
2.5.5
Tuindorpen
2.5.5.1 Beschrijving Tuindorpen De tuindorpen richtten zich op de ontwikkeling van sociale woningbouw. In de kern Sint Michielsgestel heeft een geconcentreerde ontwikkeling plaatsgevonden in de zone direct ten oosten van de Nieuwstraat. Langs onder meer de Spijt, de Heesakkerstraat, Hondsklauw, Beekgraaf, Molenbergstraat zijn deze woningen terug te vinden. Het betreffen typische arbeiderswoningen. Deze bebouwing bestaat uit kleine rijtjes, veelal in twee bouwlagen met kap (zadeldak). De verkaveling is ruim. Vooral aan de achterzijde van de woningen komen diepe achtertuinen voor. Deze vervulden vroeger en ten dele ook nu de functie van moestuin. De detaillering van de gevels is eenvoudig. De gevels hebben een overwegend gesloten karakter, gemetselde muren en bestaan uit bakstenen en dakpannen. De in deze periode gerealiseerde vrijstaande woningen binnen deze zone tonen een zekere vormovereenkomst met de geschakelde woningen. Binnen deze zone heeft een incidentele vernieuwing c.q. afronding van de bebouwing plaatsgevonden. Deze bebouwing is in de jaren zeventig en tachtig gerealiseerd. Met name langs de Oude Schoolstraat en de Van de Kerkhoffstraat bevinden zich enkele moderne, grote eengezinswoningen. Deze contrasteren sterk met het eenvoudig sfeerbeeld van dit tuindorp. Het noordelijk deel van de woonbuurt Theereheide – eind negentiger jaren – is gebouwd in een tuindorpachtige stijl. Aansluitend op de Theerestraat is tot aan de Ericastraat-Campanulastraat eveneens een op deze leest geschoeide uitbreiding gerealiseerd. Ook deze woonbuurt bestaat overwegend uit vooroorlogse arbeiderswoningen. Deze woonbuurt maakt - mede door de krappe verkaveling - een meer intensief bebouwde indruk. Op een deel van de binnenterreinen heeft in de tachtiger jaren nieuwbouw plaatsgevonden. Deze bebouwing komt wat betreft omvang overeen met de oorspronkelijke bebouwing. Door de ligging op het binnenterrein zijn vormcontrasten niet storend. 2.5.5.2 Waarden, niveaus en criteria tuindorpen Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de tuindorpen. De waarden van deze woonbuurten kan als hoog worden gekwalificeerd. De eenduidige sfeer en de sfeerbepalende details, die bij de architectuur een belangrijke rol spelen, dienen behouden te blijven. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel overeen te stemmen met de planmatige historische kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
76
om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.5.5.3 Matrix toetsingskader tuindorpen Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt, planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt vorm en gebaar Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in overeenstemming met de planmatige architectuur Wijzigingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken 2.5.6
Traditionele blokverkaveling
2.5.6.1 Beschrijving traditionele blokverkaveling Het merendeel van de bebouwde kom is opgezet volgens het principe van de 'blokverkaveling'. De ontwikkelde woonbuurten hebben echter onderling een verschillend karakter. Dit wordt met name bepaald door de tijdsperiode van realisering en de in die periode gehanteerde vormprincipes ten aanzien van stedenbouw en architectuur. In deze paragaaf worden deze woonbuurten beschreven. Theereheide is in verschillende tijdsperioden gerealiseerd. Het merendeel van de bebouwing is in de zestiger jaren gebouwd. In deze periode werd een scheiding aangebracht tussen geschakelde woningen en individueel gebouwde woningen. Deze laatste woningen bevinden zich voornamelijk in de zuid- en oostrand van deze woonbuurt. Centraal in Theereheide en in het westelijk deel langs de Kamperfoeliestraat bevinden zich de overwegend geschakelde woningen. Deze woningen zijn ordelijk verkaveld. Het principe van blokverkaveling is hier in een zeer strakke opbouw terug te vinden met accentverschillen: het gebied ten westen van de Cypressenlaan heeft een meer besloten profiel. Deze woningen zijn volgens de stroming van het “Nieuwe bouwen” gerealiseerd; aan de westkant van de wijk (gebied tussen de Cypressenlaan en de Kamperfoeliestraat heeft een open, strakke opbouw. Deze komt sterk overeen met de periode van de traditionele blokverkaveling uit de jaren 50.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
77
Door de ordelijke opbouw hebben eventuele uitbreidingen van de woningen een relatief beperkt effect op de ruimtelijke omgeving. Wel geldt, dat aan de voorzijde een zekere eenvormigheid gewenst is. Immers, een kenmerk van deze traditionele opbouw is de gelijke vormgeving van het openbaar gebied en van de aangrenzende bebouwing. In dit deel van Theereheide komen enkele bebouwingsaccenten voor. Het betreft de basisschool aan de Papaverstraat. Deze school is gesitueerd in de overgang tussen de traditionele blokverkaveling en de zone met de individuele bebouwing. De basisschool heeft mede daardoor een grote ruimtewerking en vormt binnen deze wijk een duidelijk ruimtelijk accent. De woonbuurt Venkant is grotendeels in de zeventiger jaren gerealiseerd. In deze woonbuurt werd een ruimtelijke scheiding gemaakt tussen het deel met geschakelde en het deel met individuele bebouwing. Dit principe werd, zoals gezegd, ook in Theereheide toegepast. Vooral de geschakelde eengezinswoningen behoren tot het principe van de "blokverkaveling". In overeenstemming met het tijdsbeeld van deze periode werd een meer kleinschalige structuur nagestreefd. De woningen zijn volgens een meer gevarieerd verkavelingspatroon ontwikkeld. Het openbaar gebied is als woonerf ingericht. Het ruimtegebruik in deze buurt is intensief. Dit geldt zowel voor de grootte van de kavels als de omvang van het openbaar gebied. De uitbreidingsmogelijkheden van de woningen zijn beperkt. De uitbreiding heeft - zowel aan de voor- en achterzijde een relatief groot effect op de ruimtelijke omgeving. Dit betekent, dat een zorgvuldige benadering van deze uitbreidingen noodzakelijk is. De woonbuurt Beekvliet is in de tweede helft van de tachtiger jaren en de eerste helft van de negentiger jaren ontwikkeld. Beekvliet volgt de kenmerken van een woonervenplan. Er is gestreefd naar korte rechtstanden, teneinde de rijsnelheden van het autoverkeer te beperken. Tevens is een zo gevarieerd mogelijk woonmilieu nagestreefd. Deze woonmilieus zijn gerelateerd aan de landschappelijke onderlegger van het vroegere seminariecomplex. Dit komt onder meer tot uitdrukking in diverse lanen. De woningen volgen deze lanen en dragen duidelijk bij aan de beeldvorming van het geheel. Binnen Beekvliet vallen twee gebouwen op:
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
78
het vroegere hoofdgebouw van het seminariecomplex (nu wooncomplex); het nieuwe, aangrenzend gerealiseerde verzorgings-tehuis Nieuw Beekvliet. Door de gevarieerde opbouw van het gebied en de verspringende verkaveling is het straatbeeld gevoelig voor verbouwingen en uitbreidingen van de woningen. Deze kunnen het straatbeeld maken en breken. Bijzonder aandacht is gewenst voor de vormgeving van erfafscheidingen op plaatsen waar de achtertuinen grenzen aan het openbaar gebied. Deze bouwkundige elementen kunnen mede het straatbeeld bepalen. De woonbuurt Hazenakkers sluit aan op de wijk Theereheide en is in de negentiger jaren ontwikkeld. Ook deze woonbuurt heeft een duidelijke blokverkaveling. Overeenkomstig de tijdsgeest is de sterk gevarieerde opbouw van de zogenaamde woonervenplannen uit de tachtiger jaren enigszins verlaten. Er is gekozen voor een meer strakke verkavelingstructuur. Bij de ontwikkeling van deze woonbuurt is ingespeeld op de vroeger aanwezige landbouwwegen en de Theerestraat. Met name de bebouwing langs deze straat en de haaks daarop staande Kamperfoeliestraat zijn beeldbepalend voor de ruimtelijke entree van Sint Michielsgestel en de beleving van de overgang tussen Theereheide en Hazenakkers. De duidelijke opbouw van het plan komt tot uitdrukking in een heldere begeleiding van de woonstraten door de voorzijden van de bebouwing. De privé buitenruimten bevinden zich volledig op de binnenterreinen. Dit maakt deze woonbuurt - evenals het aangrenzend deel van Theereheide - minder gevoelig voor de individuele uitbreidingen van de woningen. Echter, de intensieve verkaveling maakt ook op dit punt zorg noodzakelijk. Met name de opbouw van de bebouwingsstructuren mag niet worden verstoord.
De woonbuurt Parkhagen, gelegen langs de Schijndelseweg, nabij de aansluiting met de Beekvlietstraat, is onlangs in ontwikkeling genomen. Ze bepaalt straks de zuidoostelijke entree van Sint Michielsgestel en is grotendeels projectmatig ontwikkeld. De verkaveling vertoont met name aan de buitenzijde een traditioneel beeld waarbij de bebouwing begeleiding geeft aan de bestaande wegen. De kernzone wordt gevormd door een meanderende bebouwingswand die een groenelement omsluit. Een appartementengebouw sluit deze groene binnenruimte af. De beoogde beeldkwaliteit is destijds vastgelegd in een beeldkwaliteitplan. 2.5.6.2 Waarden, niveaus en criteria traditionele blokverkaveling Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de traditionele blokverkavelingen.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
79
Door het naar binnen gekeerde karakter van deze woonclusters is ook het belang van ingrepen beperkt tot de eigen omgeving. Toch zijn wijzigingen aan de woningen in het algemeen moeilijker inpasbaar en vooral aan de tuinzijde kunnen deze ongewild op de voorgrond treden. Ondergeschikte ingrepen als erfafscheidingen, verhardingen, carports en schuurtjes hebben veel invloed op het straatbeeld. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen bij de planmatige kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.5.6.3 Matrix toetsingskader traditionele blokverkaveling Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier; achterzijde: welstandsvrij (excessenregeling). Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt vorm en gebaar Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw passend bij de planmatige architectuur Wijzingen passend bij de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren passend in omgeving Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvlakken. 2.5.7
Individuele woningbouw
2.5.7.1 Beschrijving individuele bebouwing Een belangrijk deel van de bebouwde kom van Sint Michielsgestel bestaat uit individuele woningbouw. Het karakter van de individuele woningbouw verschilt per buurt. Dit levert in stijl, kleur en materiaal een divers beeld op. In de kern Sint Michielsgestel komen enkele relatief omvangrijke zones voor met voornamelijk individuele bebouwing. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit één bouwlaag met kap, veelal van het type landhuis, herenhuis of bungalow. Deze woonbuurten zijn in verschillende tijdsperioden gerealiseerd en worden gevormd door: Ceintuurweg-Dommelstraat; direct ten noorden van het historisch centrum is langs de Ceintuurweg en de Dommelstraat een woonbuurt met individuele bebouwing op ruime kavels gerealiseerd. Deze woonbuurt heeft een open structuur. Dat wil zeggen, dat er een zekere visueel-ruimtelijke relatie bestaat met de rivier de Dommel. De hoofdmassa's komen sterk met elkaar overeen. De vormgeving van de bebouwing heeft daarentegen een
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
80
individueel karakter. Door deze opbouw en de aanwezige groenvoorzieningen is toch een harmonieus opgebouwde woonbuurt ontstaan. Beekvliet; de individuele woningbouw van midden jaren tachtig is verweven in de woonervenstructuur van de wijk Beekvliet. In een kleinschalige structuur zijn voldoende ruime kavels in een groen setting gerealiseerd. Het profiel is besloten en de verkaveling kenmerkt zich door een slingerende structuur. De vrijstaande woningen in beekvliet zijn als gevolg hiervan overeenkomstig de overige bebouwing in Beekvliet gevoelig voor ongewenste uitbreidingen of vernieuwingen. Door het smalle profiele kunnen deze ongewenst op de voorgrond treden in het straatbeeld. Beekkant is min of meer in samenhang met Venkant ontwikkeld. In Beekkant zijn de vrijstaande en halfvrijstaande woningen geconcentreerd. De gehele woonbuurt heeft evenals Venkant - een duidelijk blokverkaveling. De woningen zijn naar grootte en kavelomvang geclusterd gerealiseerd. De gehele woonbuurt maakt hierdoor een ordelijke indruk. De verschillen in vorm en omvang van de bebouwing worden als passend bij deze woonbuurt beoordeeld. Er is een gevarieerd woonmilieu gerealiseerd; Mgr. Hermesstraat-Esscheweg; één van de eerste uitbreidingen binnen Theereheide werd gevormd door de vrijstaande woningen in de zone tussen beide genoemde straten. Het stedenbouwkundig patroon is gebaseerd op de lichtgebogen noordzuid-lopende lanen en enkele dwarsstraten tussen deze lanen. De opbouw van het openbaar gebied is ruim. In het openbaar gebied komt veel groen voor (zowel gazons als bomen). Dit groen loopt over in de privé kavels. Kenmerkend voor deze woonbuurt is, dat naast individueel vormgegeven en gebouwde woningen ook diverse projectmatig gerealiseerde vrijstaande woningen voorkomen. Deze laatste geven aan deze uitbreiding een geordend beeld en typeren ook deze woningbouw uit de zestiger jaren. Het behoud van deze gelijkmatige opbouw vormt een essentiële factor voor het welstandsbeleid;
Papaverstraat-Eikenlaan. Het zuidelijke deel van Theereheide kent een strakke verkaveling. Er is een drietal langgerekte lanen gerealiseerd met diverse korte dwarsverbindingen. Langs deze lanen zijn ruime tot zeer ruime kavels uitgegeven. Deze hebben een bosachtige uitstraling. In dit groene decor is de individueel vormgegeven bebouwing geplaatst. De hoogte en omvang van deze bebouwing komen redelijk met
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
81
elkaar overeen. De vormgeving en materialisering verschillen sterk van elkaar. Dit wordt – mede door de open structuur – als positief, kenmerkend voor een dergelijke woonbuurt ervaren.
2.5.7.2 Waarden, niveaus en criteria individuele bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de individuele bebouwing. De kwaliteit is sterk afhankelijk van de verhouding tussen de maat van het kavel en de bebouwing. Ruimere woongebieden zijn minder kwetsbaar voor verstoringen dan compactere woongebieden. Op erg ruime kavels waar het groen overheerst, is de architectuur vaak nauwelijks zichtbaar. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de gevarieerde omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
82
De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.5.7.3 Matrix toetsingskader individuele bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Individuele architectuur maat en schaal Passend bij de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het hoofdgebouw materiaal en kleur Passende materialen en overwegend gedekte kleuren Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken 2.5.8
Bedrijventerrein (Venkant)
2.5.8.1 Beschrijving Bedrijventerrein Venkant Het bedrijventerrein 'Venkant' is het enige bedrijventerrein van de kern Sint Michielsgestel. Er is een grote variëteit aan bedrijven, zowel detailhandel als groothandel. De panden op het bedrijventerrein zijn meestal maximaal 6 meter hoog. De openbare ruimte bestaat voornamelijk uit straten. Er is weinig openbaar groen. Aan de randen en op de privé-terreinen is meer groene ruimte opgenomen. Langs het bedrijventerrein lopen enkele gebiedsontsluitings-wegen van de aangrenzende woongebieden. Langs deze wegen is het wenselijk, dat de bebouwing aan hoge eisen van welstand voldoet. Aan de oostkant grenst het bedrijventerrein aan op de provinciale weg (Bosschebaan). Het bedrijventerrein vormt als het ware een zichtlocatie. In de huidige situatie is deze zichtlocatie niet bewust ontwikkeld. Er is geen sprake van een eenduidige opbouw van de bebouwing als van de inrichting van de buitenruimten. Deze rand is gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. De bebouwing beïnvloedt immers niet alleen het wegbeeld, maar ook het aangrenzend open landschap. Rond de entree van het dorp is sprake van een ontwikkelingslocatie. 2.5.8.2 Waarden, niveaus en criteria Bedrijventerrein Venkant Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de bedrijventerreinen. Vooral hoofdkleur, materiaal en geleding in hoofdzaak zijn van belang, evenals reclames, afrasteringen en de inrichting van voorterreinen. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de gevarieerde omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende bouwdeel als criterium, in tweede instantie het complex en in derde instantie de directe omgeving.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
83
Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.5.8.3 Matrix toetsingskader bedrijventerreinen Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Entree van het dorp, zicht vanaf randweg Individuele architectuur maat en schaal Passend bij de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel Straatgerichte gevels stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende materialen en overwegend gedekte kleuren passend in de nabije omgeving 2.5.9
Scholen/Instituten/Bijzondere bebouwing
2.5.9.1 Beschrijving scholen/ instituten/bijzondere bebouwing In de landschappelijke omgeving van de kern Sint Michielsgestel zijn in het verleden diverse instituten gerealiseerd. Deze zijn ook nu nog dominant in het stedenbouwkundig beeld aanwezig. De functie en omvang van de bebouwing is veelal aan de veranderende eisen aangepast. Een belangrijk deel van deze bebouwing heeft een oorspronkelijk karakter behouden. Het meest omvangrijk is instituut Viataal, een instituut voor doven, aan de Theerestraat. De monumentale voorbouw heeft – tezamen met de grote groene voorruimte - een sterk beeldbouwende functie. Het geheel vormt een beschermingswaardig dorpsgezicht en bepaald in grote mate het karakter van de historische lintbebouwing langs deze straat. Aan de noordkant van het monumentale gebouw heeft in de loop der tijden een sterke uitbreiding plaatsgevonden. Er zijn diverse paviljoens gebouwd in een landschappelijke setting. De vormstijlen van deze gebouwen is zeer divers en niet gerelateerd aan het hoofdgebouw. Het instituut zal op redelijke termijn een ingrijpende herontwikkeling ondergaan.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
84
De hoofdbouw van het voormalig seminariecomplex Beekvliet is volledig gehandhaafd. Het gebouw is in de tachtiger jaren ingrijpend gerenoveerd en aangepast aan de nieuwe woonfunctie. De uitwendige vormgeving is daarbij nagenoeg onaangetast gebleven. De landschappelijke omgeving van het complex is door de noodzakelijke woningbouw sterk veranderd. Dit betekent, dat het gebouw sterk op zich zelf staat. Het welstandsbeleid dient een streng niveau te hebben op alle aspecten, bijzondere welstandstoets van het eerste niveau. In Sint Michielsgestel is ook in de zeventiger jaren een moderne instelling gerealiseerd: het gymnasium Nieuw Beekvliet aan de Beekvlietstraat. Het complex bestaat overwegend uit laagbouw en is vormgegeven volgens de voor die periode kenmerkende stijl ten aanzien van schoolgebouwen. Het gebouw is relatief ruim in de omgeving geplaatst. Mede hierdoor is de uitstraling op de omgeving relatief beperkt. 2.5.9.2 Waarden, niveaus en criteria scholen/ instituten/bijzondere bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor scholen, instituten, bijzondere bebouwing. Instituten met hun ruime groene setting vormen een belangrijke kwaliteit voor de wijde omgeving. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de eigen omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
85
2.5.9.3 Matrix toetsingskader scholen/ instituten/bijzondere bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Eigen erfindeling Individuele architectuur maat en schaal passend in eigen omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende materialen en overwegend gedekte kleuren passend in eigen omgeving 2.5.10 Park/Groengebieden/Sportterrein 2.5.10.1 Beschrijving park/groengebieden/sportterrein In de kern Sint Michielsgestel komt een aaneengesloten zone voor met een parkachtig landschap langs de rivier de Dommel overlopend in het boscomplex langs de Esscheweg. In het gemeentelijk beleid kan in deze gehele zone niet of slechts ondergeschikt worden gebouwd. Alleen op het sportcomplex kunnen de gebruikelijke gebouwen en voorzieningen worden gerealiseerd. Door de omgrenzende beplanting zijn de eventuele visueel-ruimtelijke effecten op de omgeving beperkt. Echter dit sportcomplex maakt als landgoed Zegenwerp onderdeel uit van de landgoederenzone ten noorden en zuiden van Sint Michielsgestel. Het gebied en bijbehorende bebouwing valt derhalve onder het regime van het buitengebied. 2.5.10.2 Waarden, niveaus en criteria park/groengebieden/sportterrein Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor groengebieden en sportvelden. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.5.10.3 Matrix toetsingskader park/groengebieden/sportterrein Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling)
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
86
Toetsingscriteria omgeving maat en schaal vorm en gebaar stijl en detail materiaal en kleur
Groen park of sport Individuele architectuur passend in weidse omgeving Architectonische eenheid per gebouwonderdeel Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving
2.5.11 Buitenplaatsen en landgoederen 2.5.11.1 Beschrijving buitenplaatsen en landgoederen De (Grote) Ruwenberg is gelegen aan een voormalige meander van de Dommel. De kern ervan bevat nog elementen van een kasteel, dat in de 14e eeuw is gesticht. Het complex heeft nu de functie van conferentieoord, waarbij de oude voorbouw is vervangen door een modern, zakelijk gebouw. Een kleine kapel verwijst nog naar de oorspronkelijke bebouwing. Dit gebouw staat als een ruimtelijk, zelfstandig element in de groenzone langs de Dommel. In zekere zin kan de Ruwenberg als een modern landgoed worden gekwalificeerd. De historische kenmerken zijn zorgvuldig verweven met de moderne uitbreidingen, derhalve wordt een bijzondere welstandstoets van het eerste niveau voorgeschreven. Op alle aspecten moet streng worden getoetst om de verkregen verweving te behouden. De Kleine Ruwenberg was oorspronkelijk een klein slot, dat omstreeks 1435 gebouwd is ten zuiden van de Grote Ruwenberg. Het vormde een leengoed van de heerlijkheid Herlaar. In 1842 brandde het kasteeltje af, waarna het tegenwoordig nog bestaande landhuis werd gebouwd. Dit is een huis met twee bouwlagen onder een schilddak, opgebouwd met de stenen van het voormalige kasteel. Na verscheidene keren door vererving van eigenaar te zijn gewisseld, werd het huis in 1992 gekocht door de huidige eigenaar, die een grondige (herstel)verbouwing doorvoerde in het op dat moment erg vervallen landhuis. De hal met de in 1845 "tijdelijk" geplaatste trap (omdat de toenmalige aannemer die vergeten was te plaatsen) werd weer een trappenhuis. Verder werd het zeer oude fornuis volledig gerestaureerd en verkreeg ook de oude kasteeltuin zijn oude luister weer. In 2008 kregen huis en bijgebouwen de status van Rijksmonument. 2.5.11.2 Waarden, niveau's en criteria buitenplaatsen en landgoederen Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor buitenplaatsen en landgoederen. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen overeen te stemmen met de kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
87
hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gegroeid en gevarieerd. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.5.11.3 Matrix toetsingskader buitenplaatsen en landgoederen Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving aandachtspunten maat en schaal Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken. 2.5.12 Monumenten Sint-Michielsgestel De volgende gebouwen zijn als Rijksmonument aangemerkt en zijn derhalve beschermd middels de Monumentenwet. Adres Kern Object Beekvliet 16/51 Sint Michielsgestel voormalig seminarium Nieuwstraat Sint Michielsgestel grafheuvel Nieuwstraat 34 Sint Michielsgestel R.K. Kerk “St. Michael” Nieuwstraat 70 Sint Michielsgestel landhuis “Haesi-Ager” Petrus Donderplein 13 Sint Michielsgestel N.H. pastorie Petrus Donderplein 18 Sint Michielsgestel toren Ruwenbergstraat 4 Sint Michielsgestel villa + koetshuis + prieel Ruwenbergstraat 7 Sint Michielsgestel Huis “De Grote Ruwenberg” Schijndelseweg 1 Sint Michielsgestel N.H. Kerk Ruwenbergstraat 1 Sint Michielsgestel Landhuis, onderdeel van “De kleine Ruwenberg”+ gietijzeren spijlenwerk Oud Herlaer 1 Sint Michielsgestel Schildershof 2 Sint Michielsgestel boerderij Sterrenbos 2-3 Sint Michielsgestel Theerestraat 42 Sint Michielsgestel Instituut voor Doven Torenstraat 4 Sint Michielsgestel woonhuis Venstraat 2 Sint Michielsgestel De volgende gebouwen en/of bouwwerken zijn als gemeentelijke monument aangemerkt en zijn derhalve beschermd middels de gemeentelijke monumentenverordening. Adres Duifhuisstraat 3
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
88
Gemondseweg 14 Gildestraat 31-33 Halderse akkers 3 Hectometerpalen aan de Hemelrijkstraat De begraafplaats aan de Nieuwstraat Het hekwerk aan de Nieuwstraat en Molenbergstraat Nieuwstraat 28 Nieuwstraat 36 Nieuwstraat 66 Petrus Dondersplein 1 Petrus Dondersplein 23, 21, 22, 22A, 23A, 24 Petrus Dondersplein 25 Pleinse Dijk 4 Ruwenbergstraat 26 Ruwenbergstraat 38-39A Schildershof 3-6 Schijndelseweg 39 Theerestraat 10 Theerestraat 42 Theerestraat 59-61 Theerestraat 63-65 Theerestraat 84 Het dijksluisje aan de Venstraat Venstraat 12 Ruwenbergstraat 32-341 2.5.12.1 Waarden, niveaus en criteria monumenten Monumenten vallen onder de monumentenwet en krijgen bescherming in verband met hun schoonheid, hun architectonische waarde en/of met de geschiedenis. In de redengevende omschrijving worden de kenmerken en waarden opgesomd. Deze gelden ook als criteria bij beoordeling voor welstand. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar historische kenmerken, het hoofdgebouw en de omgeving. Voor deze gebouwen geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Daarbij gaat het om alle zijden van het gebouw(en). Ook aan de achterzijde is de toetsing bijzonder. 2.5.12.2 Matrix toetsingskader monumenten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: bijzonder Toetsingscriteria omgeving Zie betreffend deelgebied. maat en schaal In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving vorm en gebaar In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving stijl en detail In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
89
materiaal en kleur
In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving
2.5.13 Ontwikkelingsgebied Het centrumgebied van Sint-Michielsgestel is aangegeven als ontwikkelingsgebied. Voor dit gebied zijn integrale (her) ontwikkelingsplannen in voorbereiding. Een recent vastgesteld bestemmingsplan biedt de planologische mogelijkheden. Een daarmee in samenhang opgesteld beeldkwaliteitplan geeft de kaders voor de beeldregie aan. Een tweede ontwikkelingsgebied ligt aan de noordelijke entree van het dorp, nabij het bedrijventerrein Venkant. Beoogd doel is om de dorpsentree hier de gewenste ruimtelijke kwaliteit te geven. Een structuurvisie, aangevuld met een beeldkwaliteitsparagraaf geeft richting aan deze kwaliteitsslag. 2.5.14 Beeldkwaliteitplannen Voor de kern Sint Michielsgestel zijn de volgende beeldkwaliteitplannen vastgesteld, en te beschouwen als aanvulling op het reguliere welstandsbeleid. Beeldkwaliteitplan Centrum Sint Michielsgestel, vastgesteld 25-02-2010. Beeldkwaliteitplan Herontwikkeling Hoogstraat 30b, vastgesteld 24-05-2-12. Zie bijgaande afbeelding voor de exacte ligging en begrenzing van de gebieden waarvoor de beeldkwaliteitplannen gelden.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
90
2.6
Den Dungen
2.6.1
Algemeen
2.6.1.1 Beschrijving Den Dungen De kern Den Dungen is ontstaan op een donk en zandrug op de akkerbodems direct ten zuiden van ringvormige keerdijk. Den Dungen is een typisch krans-esdorp, de woningen (boerderijcomplexen) liggen van oudsher niet bijeen, maar zijn rondom de es gerangschikt. De latere ontginners wilden ook dicht bij hun bouwland wonen. De boerderijcomplexen van latere tijden zijn veelal op de van het dorp uitgaande wegen georiënteerd. Aldus verkreeg de plattegrond van het Brabantse esdorp als regel een spinnenwebachtige structuur. Vanuit het huidige centrum lopen diverse oude wegen over de akkers naar de omliggende kernen. Karakteristiek voor Den Dungen is, dat de historische bebouwing langs de oude veldwegen nog goed bewaard is gebleven. Deze oude (voormalig) agrarische bebouwing – boerderijen en landarbeiderswoningen - aan oude veldwegen bepalen in hoge mate het beeld en de structuur van de kern. Door de langgerekte bebouwingslinten en de latere verdichtingen komt het landschap tot dichtbij de bebouwing. Een 'open' structuur is dan
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
91
ook kenmerkend. Een ander bijzonder kenmerk van Den Dungen is de ligging van het centrum aan de rand van de kern. De bestuurlijke begrenzing van de voormalige gemeente Den Dungen liep direct aan de westelijke rand van de kern en deels door de kern. Uitbreidingen in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn daardoor gesitueerd aan de oostzijde van Den Dungen tussen de oude, radiale landwegen. De zuidelijke punt van Den Dungen - het vroegere gehucht Maaskantje – was voorheen onderdeel van de voormalige gemeente Sint Michielsgestel. In de huidige situatie is Maaskantje volledig verweven met de kern Den Dungen. 2.6.1.2 Bouwstenen historische dorpsgebieden;historische bebouwingslinten; gemende bebouwing; tuindorpen; traditionele blokverkaveling; individuele woningbouw; bedrijventerrein; scholen/instituten/bijzondere bebouwing; park, groen en sportterrein. 2.6.2
Historische dorpsgebieden en bebouwingslinten
2.6.2.1 Beschrijving historische dorpsgebieden In Den Dungen behoort het gebied ten noorden en zuiden van het Heilige Hartplein tot het historische dorpsgebied. Het bebouwingsbeeld wordt gekenmerkt door een diversiteit aan stijlen, kleuren en materialen door een ontwikkeling van over een lange periode. Kenmerkend is de relatief open bebouwing (naar het centrum dikwijls dichter op elkaar) en afwisseling in maat en schaal, met een grote variatie in vormentaal en stijl. Doorgaans in één tot twee bouwlagen met een kap. De bebouwing is in de regel direct aan een rabatstrook aan de weg geplaatst Deze hebben een representatieve vormgeving terwijl de zij- en achtergevels minder bewerkt zijn. Bijzonder bebouwingselementen zijn de Jacobuskerk met bijbehorende pastorie, het voormalige raadhuis en het sociaal-cultureel centrum De Blauwe Scholk en enkele cultureel waardevolle woningen en (voormalige) boerderijen aan aangrenzende straten. Het openbare gebied is verzorgd vormgeven. De leilinden versterken het authentieke karakter, de verharding daarentegen is modern uitgevoerd. De oorspronkelijke samenhang tussen de historische bebouwing en de openbare ruimte is grotendeels bewaard gebleven evenals de oorspronkelijk stedenbouwkundige structuur. Het uitwaaierende patroon van oude landwegen is nog duidelijk waarneembaar.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
92
Gemeenschapshuis de Blauwe Scholk heeft bouwkundig en sociaal-historisch van belang.
De pastorie van Den Dungen met aangebouwd koetshuis is een rijksmonument.
2.6.2.2 Beschrijving historische bebouwingslinten In Den Dungen is een aantal historische bebouwingslinten of delen daarvan duidelijk herkenbaar in de structuur; Een deel van de Paterstraat met enige gave lang- en kortgevelboerderijen die aan de zuidzijde nog een waardevolle relatie hebben met het landschap. De Grinsel kenmerkt zich door verspreide boerderijen en enige villa's in een open structuur, die nog een beperkte relatie hebben met het landschap. De Bosscheweg kenmerkt zich door diverse historische boerderijtypen, kort- en langgevelboerderijen, kurkboerderijen en hoekgevelboerderijen., omgeven door hoogopgaand groen en ruime erven. De weg Maaskantje kenmerkt zich door met name cultureel waardevolle woonhuizen (eind 19e eeuw en begin 20e eeuw), een enkele kortgevelboerderij en de stenen bergkorenmolen op de hoek Maaskantje - Hoogstraat. Deze voormalige landwegen vormen reeds van oudsher de verbinding naar omliggende plaatsen. Het profiel is wisselend van structuur, evenals de huidige vormgeving. Met name de wegen, die de verbindende functie hebben behouden, hebben een breder profiel, zoals Maaskantje. De overige straten daarentegen hebben een groter voorerf, een smal profielen een belgeleiding door oude boomlinten. Door de verschillende typen boerderijen en de ruime tijdsperiode worden de linten gekenmerkt door een diversiteit aan stijlen, vormen,
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
93
kleuren en materiaalgebruik. De toegevoegde nieuwbouw is van ondergeschikt belang. In deze linten komen enkele ensembles voor met nog een hoge mate van het oorspronkelijk karakter. Het betreft het zuidelijke deel van de Bosscheweg tegen het historische dorpsgebied aan, het noordelijke deel van de Grinsel eveneens tegen het historische dorpsgebied aan én het zuidelijke deel van de Paterstraat.
Authentieke langgevelboerderij aan de Paterstraat.
De overige linten in Den Dungen hebben in de loop der tijd hun authentieke karakter deels verloren door verdichting en/of nieuwbouw op de open ruimtes tussen de boerderijen. Deze linten zijn ondanks de enkele individuele historische boerderijen getypeerd als gemengde bebouwing en worden in paragraaf 8.4 beschreven.
Autenthieke kortgevelboerderij aan het bebouwingslint de Grinsel.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
94
De molen en directe omgeving (molenbiotoop) verdienen extra aandacht bij de welstandstoetsing.
2.6.2.3 Waarden, niveaus en criteria historische dorpsgebieden en linten Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de historische dorpsgebieden. Het historische dorpsgebied vormt een waardevol element in het huidige beeld van de kern Den Dungen en heeft een hoge belevingswaarde. Het vormt de context van veel objecten van cultuurhistorische waarden en vormt de oorsprong van de waardevolle historische bebouwingslinten. De oorspronkelijke bebouwingslinten zijn waardevolle, beeldbepalende elementen en hebben een hoge belevingswaarde. Aan het beeld is de ontstaansgeschiedenis binnen de oorspronkelijke landschappelijke omgeving te herkennen. Dit komt tot uitdrukking in het oorspronkelijke karakter, functie en bebouwing. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel overeen te stemmen met de historische kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gegroeid en gevarieerd. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.6.2.4 Matrix toetsingskader historische dorpsgebieden en linten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving Aandachtspunten Dorpskern en met name genoemde linten
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
95
maat en schaal vorm en gebaar
stijl en detail materiaal en kleur
2.6.3
Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken.
Gemengde bebouwing
2.6.3.1 Beschrijving gemengde bebouwing Aansluitend op de historische structuren zijn in latere perioden, met name begin 20e eeuw, enkele secundaire verbindingswegen in een geleidelijk tempo bebouwd. Dit blijkt onder meer uit de diversiteit aan stedenbouwkundige en architectonische principes. Dikwijls zijn deze linten in laatste decennia nog eens verdicht op vrijkomend erf van opgeheven boerderijcomplexen. De gemengde bebouwingslinten worden gevormd door: de driehoek Verlengde Hoogstraat, Woudseweg, Zandstraat in het zuiden van Den Dungen; de Hoogstraat in het verlengde van het historische lint Maaskantje; de Litserstraat, wegvak Bramerslandstraat tot aan de Hooidonk (grens buitengebied). Daarnaast hebben enkele bebouwingslinten in de loop der tijd hun authentieke karakter deels verloren door sterk afwijkende verdichting en/of nieuwbouw op de open ruimtes tussen de historische boerderijcomplexen. Dit betreffen: de Spurkstraat, wegvak Kuipertjeswal tot aan Hoek (grens buitengebied); het overige deel van de Paterstraat ten oosten en westen van het historische gedeelte. De bebouwing stamt uit verschillende perioden met als gevolg een diversiteit aan stijlen, kleuren en materialen. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit vrijstaande woningen of twee-onder-één kappers op ruime kavels. Kenmerkend voor deze gebieden zijn de maat, schaal en vormverschillen. Goothoogtes, nokrichting en bouwlagen zijn per gebouw verschillend. Maar ook op deel en detailniveau springen de verschillen in het oog, zoals gevelindeling en stijlelementen. De wegen hebben een smal profiel en worden begeleid door volgroeide bomen. De combinatie van een ruime voortuin en openbaar groen leidt tot een groene uitstraling.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
96
Bovenstaand fotofragment van de Spurkstraat toont het contrast binnen de typering 'gemengde bebouwing'. Materialisering, kleur, vorm en tijdsperiode van de drie panden zijn duidelijk verschillend. Toch is er sprake van een eenduidige massa gebouw.
2.6.3.2 Waarden, niveaus en criteria gemengde bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de gemengde bebouwing. Voor de ruimtelijke beleving van Den Dungen zijn de 'gemengde' linten bepalend. Zij dragen bij tot een geleidelijke overgang naar het omliggende landschap en vormen de entree tot de kern. Het gebied ten zuiden van de Verlengde Hoogstraat en de Spurkstraat hebben een beperktere kwaliteit dan de overige linten en zijn minder bepalend voor de uitstraling. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gevarieerd. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau omdat deze straten sterk bepalend zijn voor de beleving van het dorp. Doel is versterking en beheer van bestaande kwaliteiten. Daarbij gaat het vooral om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde geldt reguliere toetsing. 2.6.3.3 Matrix toetsingskader gemengde bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving aandachtspunten genoemde 'gemengde' linten maat en schaal Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
97
vorm en gebaar
stijl en detail materiaal en kleur
2.6.4
Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken.
Tuinwijk/tuindorp
2.6.4.1 Beschrijving tuindorpen De tuindorpen richtten zich op de ontwikkeling van sociale woningbouw. In Den Dungen heeft een geconcentreerde ontwikkeling plaatsgevonden aan de Hoogstraat en aan de westzijde van de Jonkheer van Rijckevorselstraat. Het betreffen typische arbeiderswoningen. Deze bebouwing bestaat uit kleine rijtjes of twee-onder-één kappers, veelal in twee bouwlagen met kap (zadeldak). De verkaveling is ruim. Vooral aan de achterzijde van de woningen komen diepe achtertuinen voor. Deze vervulden vroeger en ten dele ook nu de functie van moestuin. De detaillering van de gevels is eenvoudig. De gevels hebben een overwegend gesloten karakter, gemetselde muren, en bestaan uit baksteen en dakpannen in een overwegend rood/oranje tint. De in deze periode gerealiseerde vrijstaande woningen binnen deze zone tonen een zekere vormovereenkomst met de geschakelde woningen. Aan de Hoogstraat betreft het een aantal rijen van drie tot vier blokken twee-onder-één kapwoningen. Deze woningen zijn gerealiseerd als verdichting aan het lint van gemengde bebouwing. Door het incidentele karakter komt het volledige sfeerbeeld van het tuindorp niet tot haar recht. Het architectuurbeeld is echter dermate sterk en afwijkend dat het afzonderlijk dient te worden getypeerd. De strook bebouwing aan de westzijde van de Jonkheer van Rijckevorselstraat bestaat hoofdzakelijk uit twee-onder-één kapwoningen en een aantal vrijstaande woningen. De kenmerkende diepe achtertuinen ontbreken en de verkaveling is in de loop der jaren opgenomen in de aangrenzende sobere blokverkaveling uit latere perioden. Ook hier geldt, dat de door een beperkte omvang aan één zijde van de straat het sfeerbeeld niet volledig tot haar recht komt. Echter het architectuurbeeld is dermate sterk en afwijkend dat het afzonderlijk dient te worden getypeerd. 2.6.4.2 Waarden, niveaus en criteria tuindorpen Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de tuindorpen. Het eenduidige architectuurbeeld en sfeerbepalende details van de erven, die een belangrijke rol spelen voor het beeld, dienen behouden te blijven. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel overeen te stemmen met de planmatige historische kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
98
hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.6.4.3 Matrix toetsingskader tuindorpen Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt, planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt vorm en gebaar Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in overeenstemming met de planmatige architectuur Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken. 2.6.5
Traditionele blokverkaveling
2.6.5.1 Beschrijving traditionele blokverkaveling Het merendeel van de uitbreidingen is opgezet volgen het principe van de “blokverkaveling”. De ontwikkelde buurten hebben echter onderling een verschillend karakter. Dit wordt met name bepaald door de tijdsperiode van realisering en de in die periode gehanteerde vormprincipe ten aanzien van stedenbouw en architectuur. In deze paragraaf worden de vier te onderscheiden gebieden –Tuinstraat e.o., Heesterveld e.o., Griensven e.o., Pastorijakker e.o. –beschreven. De buurt Tuinstraat e.o. (exacte begrenzing zie deelgebiedenkaart) is gerealiseerd in verschillende tijdsperioden, van de zestiger jaren tot eind zeventiger jaren. De buurt is gebouwd in de open ruimte tussen twee oude bebouwingslinten, de Listerstraat en de Paterstraat. De buurt is geleidelijk ontstaan vanaf de oude kern naar het buitengebied. Het tijdsverloop is duidelijk waarneembaar in deze richting. De woningentypen zijn door elkaar heen gebouwd, mede als gevolg van een langere ontwikkelingsperiode. In het gebied Tuinstraat e.o. zijn accentverschillen in opbouw en architectuur terug te vinden: De menging van de geschakelde en vrijstaande woningen is met name te vinden ten zuiden van de Tuinstraat. Het gebied is ordelijk en ruim verkaveld. De bebouwingstypen – vrijstaande, twee-onder-één kappers en rijenwoningen – zijn ogenschijnlijk willekeurig naast elkaar geplaatst. Het profiel is ruim van opzet. Op enkele plaatsen is het profiel verruimd om groene plekken in de wijk te creëren. In het gebied komt één bebouwingsaccent voor, het betreft de basisschool Sint Jozef. De school vormt een duidelijk ruimtelijk accent,
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
99
door afwijking in bebouwing en de groene situering. In het gebied ten noorden van de Tuinstraat zijn hoofdzakelijk geschakelde woningen in korte rijen gerealiseerd. Het principe van de blokverkaveling is hier minder strak toegepast en de verkaveling is minder ruim. Lange rechtsstanden zijn beperkt en binnenpleinen maken onderdeel uit van de verkaveling. Het profiel heeft een meer besloten karakter. Door de ordelijke opbouw hebben eventuele uitbreidingen van de woningen een relatief beperkt effect op de ruimtelijke omgeving. Wel geldt dat aan de voorzijde een zekere eenvormigheid gewenst is. Immers, een kenmerk van deze traditionele opbouw is de overeenkomstige vormgeving van het openbaar gebied en van de aangrenzende bebouwing.
De woonbuurt Heesterveld e.o. (exacte begrenzing zie deelgebiedenkaart) is grotendeels gerealiseerd in de zeventiger jaren. De zuidrand is gerealiseerd in de jaren negentig. De buurt is gebouwd tussen drie oude linten – Grinsel, Maaskantje en de Verlengde Hoogstraat – met vrijstaande, geschakelde en rijenwoningen. Ook in deze buurt is een beperkte scheiding tussen geschakelde en vrijstaande woningen terug te vinden. In overeenstemming met het tijdsbeeld van deze periode werd een meer kleinschalige structuur nagestreefd. Korte rechtstanden, gebogen straten en een besloten profiel kenmerken de verkaveling. Het openbaar gebied is een sober woonerf.
Het ruimtegebruik is intensief. Dit geldt zowel voor de beperkte omvang van de kavels als het openbare gebied. De uitbreidingsmogelijkheden van de woningen zijn derhalve beperkt. De uitbreiding heeft zowel aan de voor- als achterzijde een relatief groot effect op
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
100
de ruimtelijke omgeving. Het (openbaar) groen is op relatief beperkte schaal aanwezig en mist voldoende kracht om eventuele uitbreidingen te relativeren. Dit betekent dat een zorgvuldige benadering van deze uitbreidingen en/of vernieuwingen noodzakelijk is. De buurt Griensven e.o. (exacte begrenzing zie deelgebiedenkaart) is gerealiseerd tussen twee uitwaaierende oude bebouwingslinten – Paterstraat en Grinsel – eind zeventiger en begin tachtiger jaren. In het gebied zijn met name geschakelde en rijenwoningen gebouwd afgewisseld met een enkele vrijstaande woning. De opzet volgt de kenmerken van een woonervenplan. Er is gestreefd naar korte rechtstanden, teneinde de rijsnelheden van het autoverkeer te beperken. De openbare ruimte heeft een besloten karakter echter met ruim groen. Door het kleinschalige karakter van het gebied en de verspringende verkaveling is het straatbeeld gevoelig voor verbouwingen en uitbreidingen van de woningen. Deze kunnen het straatbeeld maken en breken. Bijzonder aandacht is gewenst voor de vormgeving van erfafscheidingen op plaatsen waar de zij- en achtertuinen grenzen aan het openbaar gebied. Deze bouwkundige elementen kunnen mede het straatbeeld bepalen. Het gebied Pastorijakker e.o. (exacte begrenzing zie deelgebiedenkaart) is evenals de gebieden Tuinstraat en Griensven gebouwd tussen twee oude linten – Listerstraat en de Bramerslandstraat – in de periode eind zeventiger begin tachtiger jaren. Ook in deze buurt heeft een meer kleinschalige structuur het uitgangspunt voor de verkaveling gevormd, conform het tijdsbeeld. Het besloten karakter en profiel en de inrichting van de openbare ruimte in combinatie met de korte rechtstanden zijn nauw verwant aan de kenmerken van het deelgebied 'woonerven'. Het architectuurbeeld is echter overeenkomstig het rustige en sobere karakter van de traditionele blokverkaveling. In de Pastorijakker e.o. zijn slechts geschakelde woningen gebouwd van het type twee-onder-één kap. Het ruimtegebruik is intensief. Dit geldt zowel voor de grootte van de kavels als de omvang van het openbaar gebied. De uitbreidingsmogelijkheden van de woningen zijn derhalve beperkt. De uitbreiding heeft zowel aan de voor- als achterzijde een relatief groot effect op de ruimtelijke omgeving. Dit betekent dat een zorgvuldige benadering van deze uitbreidingen en/of vernieuwingen noodzakelijk is. 2.6.5.2 Waarden, niveaus en criteria traditionele blokverkaveling Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor traditionele blokverkavelingen. Toch zijn wijzigingen aan de woningen in het algemeen moeilijker inpasbaar en vooral aan de tuinzijde kunnen deze ongewild op de voorgrond treden. Zelfs ondergeschikte ingrepen als erfafscheidingen, verhardingen, carports en schuurtjes kunnen het beeld snel verstoren als er niet zorgvuldig mee wordt omgegaan. Goede voorlichting en vooral goede standaardoplossingen zijn zeer aan te bevelen. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen bij de planmatige kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
101
planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.6.5.3 Matrix toetsingskader traditionele blokverkaveling Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier; achterzijde: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt vorm en gebaar Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw passend bij de planmatige architectuur Wijzingen passend bij de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren passend in omgeving Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvlakken. 2.6.6
Individuele woningbouw
2.6.6.1 Beschrijving individuele woningbouw Slechts een beperkt deel van Den Dungen wordt getypeerd als individuele woningbouw. Het merendeel van vrijstaande woningen is gerealiseerd in de gemengde bebouwingslinten. In Den Dungen is een drietal straten als zodanig te kwalificeren. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit één bouwlaag met kap, veelal van het type landhuis, herenhuis of bungalow. Deze gebieden zijn in verschillende tijdsperioden gerealiseerd. Het bebouwingsbeeld van de verschillende straten is overeenkomstig de aangrenzende buurt. De vrijstaande woningen aan de Veldstraat e.o. zijn gebouwd in de stijl van de aangrenzende buurt Tuinstraat. Een belangrijk deel van deze straat en een beperkt deel van Groot Grinsel en de Jonkheer van Rijckevorselstraat bestaat overwegend uit vrijstaande bebouwing op vaak ruime kavels in een open structuur. De stijl, kleur en materialisering sluiten goed aan bij het omliggende bebouwingsbeeld. Door de strakke verkaveling is - ondanks de vormverschillen - toch een herkenbare, duidelijke bebouwingsstructuur gerealiseerd; De vrijstaande bebouwing aan het Kampsveld is gebouwd in de sfeer van de buurt Pastorijakker, slingerende en gebogen wegen gesitueerd in een kleinschalige structuur. De kavels zijn ruim, maar door het bosachtige groen tot op de kavels heeft het gebied een besloten karakter. Het openbaar gebied is besloten en ingericht als woonerf. De stijl, kleur en materialisering van deze bebouwing sluiten goed aan bij het omliggende bebouwingsbeeld; Het Tennispad is gerealiseerd in de jaren negentig los van de achterliggende buurt Tuinstraat. In de bebouwing is aansluiting gezocht bij het aangrenzende buitengebied. Op ruime kavels zijn zorgvuldig vormgegeven landhuizen gerealiseerd, met architectonische detailverwijzingen naar architectuurstijlen van weleer. Het
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
102
bebouwingsbeeld is ordelijk en past zich zonder moeite in de omgeving ondanks de beperkte omvang.
2.6.6.2 Waarden, niveaus en criteria individuele bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de individuele bebouwing. De gebieden in Den Dungen zijn alle voldoende ruim of in een ruime groene setting geplaatst dus minder kwetsbaar. Ook de aansluiting bij de direct omgeving is van belang. De gebieden vormen er een geheel mee een aangename doorbreking van het eenvormige bebouwingsbeeld. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de gevarieerde omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.6.6.3 Matrix toetsingskader individuele bebouwing Toetsingsniveau Toetsingscriteria omgeving maat en schaal vorm en gebaar
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
Zichtzijde: regulier; achterzijde: welstandsvrij (excessenregeling) Planmatige buurt Individuele architectuur Passend bij de gevarieerde maat en schaal Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
103
stijl en detail materiaal en kleur
2.6.7
Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij de stijl van het hoofdgebouw Passende materialen en overwegend gedekte kleuren Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvlakken.
Bedrijventerrein Het Schild
2.6.7.1 Beschrijving bedrijventerrein Het Schild “Het Schild” is een kleinschalig bedrijventerrein aan de rand van de kern. Het gebied is gesitueerd uit het zicht van de doorgaande wegen en het landschap. Het gebied heeft een open karakter tegen een groen decor van houtwallen en er is een grote variëteit aan bedrijvigheid. De panden zijn maximaal circa 6 meter hoog in een blokvormige architectuur. De panden hebben veelal een beperkte architectonische kwaliteit. Het kleuren en materialen zijn divers, waardoor een zeer gevarieerd beeld is ontstaan. De openbare ruimte bestaat voornamelijk uit straten en verharding. Er is weinig openbaar groen. Aan de randen en op privé-terreinen – aan de zijde Litserstraat – is hoger opgaand groen als erfafscheiding opgenomen. Een bedrijventerrein geeft al snel een rommelige indruk door diverse afrasteringen, buitenopslag en niet altijd even subtiele reclame-uitingen. De bebouwing verspringt over het algemeen sterk en de diversiteit in kleur en materiaal hebben meer invloed op het straatbeeld dan bijvoorbeeld de gevelindeling. 2.6.7.2 Waarden, niveaus en criteria bedrijventerreinen Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de bedrijventerreinen. Vooral hoofdkleur, materiaal en geleding in hoofdzaak zijn van belang, evenals reclames, afrasteringen en de inrichting van voorterreinen. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de gevarieerde omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende bouwdeel als criterium, in tweede instantie het complex en in derde instantie de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.6.7.3 Matrix toetsingskader bedrijventerreinen Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Individuele architectuur
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
104
maat en schaal vorm en gebaar stijl en detail materiaal en kleur
2.6.8
Passend bij de gevarieerde maat en schaal Architectonische eenheid per gebouwonderdeel Straatgerichte gevels Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel Passende materialen en overwegend gedekte kleuren passend in de nabije omgeving
Scholen/Instituten/Bijzondere bebouwing
2.6.8.1 Beschrijving scholen/instituten/bijzondere bebouwing Aan de rand van het historische dorpsgebied ligt het zorgcentrum De Donk aan de Litserstraat. Het complex omvat een hoofdgebouw, een aantal bijgebouwen en een zestiental aanleunwoningen. Het hoofdgebouw, drie lagen met een platdak, is eind zestiger jaren gerealiseerd. Geheel in de stijl van die tijdsperiode heeft de bebouwing een moderne, sobere uitstraling. Een orthogonale vormentaal en het ontbreken van aansluiting bij de historische omgeving kenmerken de tijdsgeest. De overige bebouwing sluit zich aan het architectuurbeeld van het hoofdgebouw en vormt in die zin een samenhangend geheel, dat op zichzelf staat.
Het onbebouwde gebied is nagenoeg volledig verhard met weinig groen. Daardoor is de confrontatie met de historische omgeving en kleinschalige structuur hard. Er zijn concrete plannen om het gebouw te vervangen. 2.6.8.2 Waarden, niveaus en criteria scholen/instituten/bijzondere bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor scholen, instituten, bijzondere bebouwing. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de eigen omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
105
2.6.8.3 Matrix toetsingskader scholen/instituten/bijzondere bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Eigen erfindeling Individuele architectuur maat en schaal passend in eigen omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende materialen en overwegend gedekte kleuren passend in eigen omgeving 2.6.9
Park/Groengebieden/Sportterrein
2.6.9.1 Beschrijving park/groengebieden/sportterrein Aan de randen van de kern bevinden zich een tweetal sportcomplexen en een begraafplaats. In de meeste gevallen is de bebouwing ondergeschikt aan het groen en de open ruimte. Het betreft veelal kleinschalige bebouwing ten behoeve van de sportactiviteiten en facilitaire voorzieningen. Eén bouwlaag met platdak of flauwe kap omgeven door groen hebben weinig of geen invloed op de uitstraling van het gebied.
2.6.9.2 Waarden, niveaus en criteria groengebieden en sportvelden Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor groengebieden en sportvelden. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
106
publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.6.9.3 Matrix toetsingskader groengebieden en sportvelden Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Groen park of sport Individuele architectuur maat en schaal passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving 2.6.10 Monumenten Den Dungen De volgende gebouwen zijn als Rijksmonument aangemerkt en zijn derhalve beschermd middels de Monumentenwet. Adres Kern Object Bosscheweg 20 Den Dungen boerderij Bosscheweg 24 Den Dungen boerderij Bosscheweg 30 Den Dungen boerderij Flaas 2 Den Dungen boerderij Grinsel 1 Den Dungen R.K. pastorie Grinsel 3 Den Dungen dorpswoning Grinsel 71 Den Dungen boerderij Grinsel 77 Den Dungen boerderij Grinsel 83 Den Dungen boerderij Grinsel 84-86 Den Dungen woonhuis Heilig Hartplein 1 Den Dungen R.K. Kerk Jacobus de Meerdere Hoogstraat 91a Den Dungen molen “De Pelikaan” St. Jacobusstraat 7 Den Dungen boerderij Maaskantje 14 Den Dungen woonhuis + koetshuis Paterstraat 38-40 Den Dungen boerderij Paterstraat 39 Den Dungen boerderij Paterstraat 63 Den Dungen boerderij Spurkstraat 49 Den Dungen boerderij Spurkstraat 60/62/62a Den Dungen boerderij Spurkstraat 68 / Den Dungen boerderij Waterstraat 1 Spurkstraat 70 Den Dungen boerderij Spurkstraat 76 Den Dungen boerderij Spurkstraat 78a Den Dungen boerderij Beemdweg 1 afgebroken boerderij De volgende gebouwen en/of bouwwerken zijn als gemeentelijke monument aangemerkt en zijn derhalve beschermd middels de gemeentelijke monumentenverordening. Adres De kapel aan de Bosscheweg De schutskooi aan de Bosscheweg
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
107
Bosscheweg 1 Bosscheweg 2 Bosscheweg 39-39A Bosscheweg 60-60A Bramerslandstraat 1-3 Bramerslandstraat 5 Bramerslandstraat 27 Donksestraat 19 Flaas 3 Flaas 5 Flaas 7 Mgr. Godschalkstraat 2 / Grinsel 15-17 Bramerslandstraat 176-19 De begraafplaats aan de Grinsel Grinsel 19-23 Grinsel 58 Grinsel 60 Het beeld op het Heilig Hartplein Hoogstraat 78-80 Hooidonk 6 Hooidonk 8-10 Hooidonk 13 Litserstraat 12-14/ Jhr. Van Rijckevorselstraat 1 Litserstraat 13 Maaskantje 1 Maaskantje 40 Maaskantje 57 Maaskantje 70 Moerschot 76 Nieuwlandweg 2 Het dijksluisje aan de Poeldonksedijk Spekstraat 3 Spurkstraat 52 Spurkstraat 64A-64B Woudseweg 31 Zandstraat 2-4 2.6.10.1 Waarden, niveaus en criteria monumenten Monumenten vallen onder de monumentenwet en krijgen bescherming in verband met hun schoonheid, hun architectonische waarde en/of met de geschiedenis. In de redengevende omschrijving worden de kenmerken en waarden opgesomd. Deze gelden ook als criteria bij beoordeling voor welstand. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar historische kenmerken, het hoofdgebouw en de omgeving. Voor deze gebouwen geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Daarbij gaat het om alle zijden van het gebouw(en). Ook aan de achterzijde is de toetsing bijzonder.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
108
2.6.10.2 Matrix toetsingskader monumenten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: bijzonder Toetsingscriteria omgeving Zie betreffend deelgebied. maat en schaal In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving vorm en gebaar In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving stijl en detail In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving materiaal en kleur In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving 2.6.11 Ontwikkelingsgebied Aan de noordzijde van de kern ligt een gebied waar zich nog enkele ontwikkelingen zullen voordoen. Achter de bebouwing aan de Litserstraat wordt een gebied ontwikkeld met een aantal vrijstaande woningen. Een recent opgesteld bestemmingsplan en een beeldkwaliteitplan stellen hierbij de kaders. Aansluitend wordt rond het voormalige sportcomplex Jacobskamp eveneens een woongebied ontwikkeld. Een bestemmings- en beeldkwaliteitplan zijn hiertoe inmiddels vastgesteld. 2.6.12 Beeldkwaliteitplannen Voor de kern Den Dungen zijn de volgende beeldkwaliteitplannen vastgesteld, en te beschouwen als aanvulling op het reguliere welstandsbeleid. Beeldkwaliteitplan Grinsel Triestpad lll, vastgesteld 10-04-2008. Beeldkwaliteitplan Jacobskamp, vastgesteld 09-07-2011 Beeldkwaliteitplan Hooidonk, vastgesteld 17-03-2011 Zie bijgaande afbeelding voor de exacte ligging en begrenzing van de gebieden, waarvoor de beeldkwaliteitplannen gelden.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
109
2.7
Berlicum
2.7.1
Algemeen
2.7.1.1 Beschrijving Berlicum De huidige structuur van de kern Berlicum is ontstaan op de droge hooggelegen rivierduinen aan de oostoever van het beekdal van de Aa, een beekdalnederzetting. Oorspronkelijk is Berlicum een akkerdorp, ontstaan op een donk rond een driehoekig plein. Op de overgang van droge akkergronden en natte weidegronden groeiden langzamerhand een lintvormig dorp. De huidige lintvormige structuur van de Hoogstraat is pas ontstaan vanaf de 19de eeuw, voorheen liep het belangrijkste lint in meer oostelijke richting over onder meer het Braakven. In de huidige situatie is het echter niet langer herkenbaar. De boerderijcomplexen liggen van oudsher aan het lint. Haaks op deze lintstructuur staan wegen die naar de natte weidegronden en het naar het Aa-dal voeren. Hierdoor ontstaat een soort ruggengraatstructuur, die tot op heden nog herkenbaar in Berlicum is. Rondom de kerk, centraal gelegen aan het huidige Raadhuisplein – op het voormalige gemeenschappelijke plein – ontwikkelde zich een buurt met boerderijen en
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
110
ambachtsbedrijven met daarom heen een gehuchtenkrans van kleine agrarische nederzettingen. De langgerekte bewoning ontwikkelde zich vanuit het Raadhuisplein in beide richtingen uit, door onderwaterzetting verdween echter de bebouwing in noordelijke richting. Hierdoor is het historische centrum aan de noordzijde van de huidige kern gelegen. Na de tweede wereldoorlog heeft men op grote schaal gewerkt aan een nieuw dorpscentrum, centraal gelegen binnen de huidige kern. De woninguitbreiding zijn in de afgelopen decennia evenwichtig rond dit nieuwe centrum gerealiseerd aan beide zijden van de oude linten. 2.7.1.2 Deelgebieden historische bebouwingslinten; gemengde bebouwing; tuinwijk/tuindorp; traditionele blokverkaveling; thematisch bebouwing; individuele woningbouw; bedrijventerrein; centrumgebied; scholen/instituten/bijzondere bebouwing; park/groengebieden/sportterrein. 2.7.2 Historische bebouwingslinten In Berlicum is een aantal bebouwingslinten of delen daarvan duidelijk herkenbaar in de structuur. De Hoogstraat (overgaand in het Raadhuisplein) is een authentiek historisch lint, waar kern zich vanaf het begin van de 19de eeuw langs ontwikkeld heeft. En vormt ook nu nog de centrale as van Berlicum. De bebouwing is bestaat nagenoeg volledig is historische bebouwing – woonhuizen (met bedrijfsruimten), notarishuis, raadshuis, kerkelijke gebouwen en voormalige langgevelboerderijen en landarbeiderswoningen. Het openbaar gebied is ruim en authentiek en wordt begeleid door hoogopgaande bomen. Ter hoogte van het raadhuis is een driehoekige pleinvormige ruimte gelegen, die de historische oorsprong van Berlicum vormt.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
111
Het waardevolle historische centrum van Berlicum aan het centrale lint.
Langgevelboerderij aan het historische lint Kerkwijk
Kerkwijk(overgaand in De Ploeg) is van oudsher een uitloper van de Hoogstraat. Ondanks enkele vernieuwingen en inbreidingen in latere perioden heeft het lint nog een sterk historisch karakter. Het lint heeft nog enkele zijwegen - Torenstraat, Beekstraat en de Oude Ploeg – die de verbinding met de landbouwgronden vormden (ribben van de ruggengraatstructuur). Aan de Oude Ploeg is nog een herkenbare driehoekige plaatse uit de 13de eeuw gelegen. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit historische woonhuizen en langgevelboerderijen, landarbeiderswoningen en enkele bijzondere, authentieke panden – de kerk met pastorie, een basisschool en het gemeenschapshuis. Het lint Westakkers vormt een uitloper van het lint Kerkwijk naar het voormalig landgoed Seldensate. Aan het lint zijn enkele historische boerderijen gelegen met ruime erven. Het lint heeft een smal profiel en de bebouwing wordt afgewisseld met (voormalige) landbouwgrond. Recent zijn enkele nieuwe woningen aan het lint toegevoegd, welke in stijl zorgvuldig in het lint zijn ingepast. Het oprukkende bedrijventerrein de Ploeg vormt echter een bedreiging voor de kleinschalige structuur van het lint. Een oostzijde van het lint Braakven, dat parallel aan de Hoogstraat heeft het historische karakter weten te behouden. Enkele langgevelboerderijen worden afgewisseld met agrarische bouwlanden. Het lint heeft een open structuur en heeft nog een duidelijke relatie met het landschap.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
112
2.7.2.1 Waarden, niveaus en criteria historische bebouwingslingen Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de historische bebouwingslinten. De oorspronkelijke bebouwingslinten van Berlicum zijn waardevolle, beeldbepalende elementen en hebben een hoge belevingswaarde. Aan het beeld is de ontstaansgeschiedenis binnen de oorspronkelijke landschappelijke omgeving te herkennen. Dit komt tot uitdrukking in het oorspronkelijke karakter, functie en bebouwing. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel overeen te stemmen met de historische kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gegroeid en gevarieerd. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.7.2.2 Matrix toetsingskader historische bebouwingslinten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving Aandachtspunten maat en schaal Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken. 2.7.3
Gemengde bebouwing
2.7.3.1 Beschrijving gemengde bebouwing Aansluitend op de historische structuren is men in latere perioden, met name begin 20e eeuw, enkele verbindingswegen naar het achterland (akkerland of weidegronden) lopen, in een geleidelijk tempo gaan bebouwen. Dit blijkt onder meer uit de diversiteit aan stedenbouwkundige en architectonische principes. Dikwijls zijn deze linten in laatste decennia nog eens verdicht op vrijkomend erf van opgeheven boerderijcomplexen. De gemengde bebouwingslinten worden betreffen: Het Burgemeester Godschlaxplein overgaand in de Beekveld tot aan de Runweg aan
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
113
de westzijde van Berlicum; De Werststeeg en het aangrenzende gebied rond de Braakven met de straten Doornhoek, Jupiterstraat en een deel van de Oude Pastorieweg. Dit gebied aan de oostzijde van de kern is een bonte verzameling van stijlen en typologieën in een 'losse' structuur. Met name dit gebied aan rond het Braakven is als een verdichting tussen het lint van de Hoogstraat en het voormalige lint Braakven in de richting van het buitengebied, ontstaan. In latere perioden is het gebied omsloten door nieuwe uitbreidingen. Daarnaast heeft een enkel bebouwingslint in de loop der tijd haar authentieke historische karakter deels verloren door sterk afwijkende verdichting in de open ruimtes en/of nieuwbouw ter vervanging van historische panden. Het betreft: de Milrooijseweg vanaf de Ploeg tot aan de groene geledingszone tussen Berlicum en Middelrode. Met name door de ontwikkeling van het bedrijventerrein De Ploeg heeft het lint veel van haar karakter verloren, echter ook functieverandering in historische panden heeft geleid tot een minder historische uitstraling.
Gemengd bebouwd gebied rond het Braakven.
De bebouwing stamt uit verschillende perioden met als gevolg een diversiteit aan stijlen, kleuren en materialen. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit vrijstaande woningen of twee-onder-één kappers op ruime kavels. Kenmerkend voor deze gebieden zijn de maat, schaal en vormverschillen. Goothoogtes, nokrichting en bouwlagen zijn per gebouw verschillend. Maar ook op deel en detailniveau springen de verschillen in het oog, zoals gevelindeling en stijlelementen. De wegen hebben een smal profiel en worden begeleid door volgroeide bomen. De combinatie van een ruime voortuin en openbaar groen leidt tot een groene uitstraling. 2.7.3.2 Waarden, niveaus en criteria gemengde bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de gemengde bebouwing. Voor de ruimtelijke beleving van Berlicum zijn de gemengde bebouwingslinten mede bepalend. Zij dragen bij tot een geleidelijke overgang naar het omliggende landschap
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
114
en vormen de entree tot de kern. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving is immers ook gevarieerd. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, gericht op versterking en beheer van bestaande kwaliteiten. Daarbij gaat het vooral om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde geldt alleen de excessenregeling. 2.7.3.3 Matrix toetsingskader gemengde bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving Aandachtspunten maat en schaal Overeenkomstig de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken. 2.7.4
Tuinwijk/tuindorp
2.7.4.1 Beschrijving tuinwijk/tuindorp De tuindorpen richtten zich op de ontwikkeling van sociale woningbouw. In Berlicum heeft een geconcentreerde ontwikkeling plaatsgevonden op de hoek Veedijk en Nederhof en op de hoek Oegstgeestestraat Sassenheimseweg. Het betreffen typische arbeiderswoningen. Deze bebouwing bestaat uit kleine rijtjes of twee-onder-één kappers, veelal in één bouwlaag met kap (zadeldak). De verkaveling is ruim. Vooral aan de achterzijde van de woningen komen diepe achtertuinen voor. Deze vervulden vroeger en ten dele ook nu de functie van moestuin. De detaillering van de gevels is eenvoudig. De gevels hebben een overwegend gesloten karakter, gemetselde muren, en bestaan uit baksteen en dakpannen in een overwegend rood/oranje tint. Het ensemble aan de Veedijk en Nederhof zijn in samenhang ontwikkeld met een binnen hof en toegangspoort.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
115
Het tuindorp-ensemble aan de Nederhof met het poortgebouw halverwege de rij.
Door het incidentele karakter komt het volledige sfeerbeeld van het tuindorp niet tot haar recht. Echter het karakter van het openbare gebied is sterk overeenkomstig de inrichting van de openbare ruimte in tuinwijken. Daarnaast is het architectuurbeeld is dermate sterk en afwijkend dat het afzonderlijk dient te worden getypeerd. 2.7.4.2 Waarden, niveaus en criteria tuinwijk/tuindorp Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de tuindorpen. De waarde wordt als hoog gekwalificeerd. Het eenduidige architectuurbeeld en sfeerbepalende details ook van bijgebouwen, schuttingen e.d. spelen een belangrijke rol voor het beeld. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel overeen te stemmen met de planmatige historische kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Vooral bij wijzigingen aan bestaande gebouwen met historische kenmerken wordt daarop gelet. Daarbij gaat het om de in het zicht komende zijden. Aan de achterzijde vindt reguliere toetsing plaats. 2.7.4.3 Matrix toetsingskader tuinwijk/tuindorp Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: regulier Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt, planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
116
vorm en gebaar
stijl en detail materiaal en kleur
2.7.5
Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling Nieuwbouw in overeenstemming met de planmatige architectuur Wijzingen overeenkomstig de stijl van het hoofdgebouw Materialen en kleuren als baksteen, keramische pan, of hout in gedekte of traditionele tinten. Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken.
Traditionele blokverkaveling
2.7.5.1 Beschrijving traditionele blokverkaveling Het merendeel van de uitbreidingen is opgezet volgens het principe van de “blokverkaveling”. De ontwikkelde buurten hebben echter onderling een verschillend karakter. Dit wordt met name bepaald door de tijdsperiode van realisering en de in die periode gehanteerde vormprincipe ten aanzien van stedenbouw en architectuur. In deze paragraaf worden de vier te onderscheiden gebieden – Pastoor van den Boomstraat e.o., Diananstraat-Neptunusstraat, Beekveld, Westakkers –beschreven. De buurt Pastoor van den Boomstraat e.o. (exacte begrenzing zie deelgebiedenkaart) is gerealiseerd in verschillende tijdsperioden, begin zestiger jaren tot begin zeventiger jaren. De buurt is gebouwd achter het historische lint Kerkwijk tussen de twee verbindingswegen Werststeeg en de Beekstraat. De buurt is geleidelijk ontstaan vanaf het lint naar het buitengebied Het tijdsverloop is duidelijk waarneembaar in deze richting. Het gebied heeft een open en orthogonale structuur. De woningtypen zijn door elkaar heen gebouwd, mede als gevolg van een langere ontwikkelingsperiode. In het gebied Pastoor van den Boomstraat e.o. zijn accentverschillen in opbouw en architectuur terug te vinden: Ten zuiden van en aan de Pastoor van den Boomstraat komen hoofdzakelijk rijenwoningen (in rode tinten) afgewisseld met enkele geschakelde en vrijstaande woningen. Het gebied is ordelijk verkaveld met kleine percelen. Het profiel daarentegen is ruim van opzet. Op enkele plaatsen is het profiel verruimd om groene plekken in de wijk te creëren, indien het aangrenzende lint hiertoe mogelijkheden biedt.
In het gebied ten noorden van de Pastoor van den Boomstraat zijn hoofdzakelijk geschakelde woningen in korte rijen gerealiseerd (in zandkleurige tinten). Daarnaast zijn
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
117
aan de koppen van de rijen, nabij het buitengebied enkele vrijstaande woningen gesitueerd en aan midden in de wijk enkele bejaardenwoningen in één laag met kap. Beide overeenkomstig de stijl van de wijk. Het principe van de blokverkaveling is hier strak toegepast en de verkaveling is ruim. De structuur is ordelijk en orthogonaal lange rechtsstanden worden voorkomen door kleine verspringingen in de verkaveling. Het profiel heeft een ruim en open karakter.
In het gebied komt één bebouwingsaccent voor, het betreft een kinderopvang. De school vormt een duidelijk ruimtelijk accent, door afwijking in bebouwing en de groene situering. De kinderopvang vormt het bebouwingsaccent in de wijk. Door de ordelijke opbouw hebben eventuele uitbreidingen van de woningen een relatief beperkt effect op de ruimtelijke omgeving. Wel geldt dat aan de voorzijde een zekere eenvormigheid gewenst is. Immers, een kenmerk van deze traditionele opbouw is de overeenkomstige vormgeving van het openbaar gebied en van de aangrenzende bebouwing. De woonbuurt Dianastraat Neptunusstraat. (exacte begrenzing zie deelgebiedenkaart) is grotendeels gerealiseerd in de zeventiger jaren. Met uitzondering van de bebouwing aan de Oude Pastorie, welke gerealiseerd is in het begin van de jaren tachtig, en enkele panden aan het Braakven van eind jaren zestig. De buurt is gebouwd tussen het historische lint Hoogstraat en het voormalige lint Braakven. In overeenstemming met het tijdsbeeld van deze periode werd een meer kleinschalige structuur nagestreefd. Korte rechtstanden, gebogen straten en een besloten profiel kenmerken de verkaveling. Het openbaar gebied is een sober woonerf.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
118
Het ruimtegebruik is intensiever, door de beperktere omvang van de kavels en het openbare gebied. De uitbreidingsmogelijkheden van de woningen zijn derhalve beperkt. De uitbreiding heeft zowel aan de voor- als achterzijde een relatief groot effect op de ruimtelijke omgeving. Het (openbaar) groen is op relatief beperkte schaal aanwezig en mist voldoende kracht om eventuele uitbreidingen te relativeren. Dit betekent dat een zorgvuldige benadering van deze uitbreidingen en/of vernieuwingen noodzakelijk is. De buurt Beekveld (exacte begrenzing zie deelgebiedenkaart) is gerealiseerd tussen twee uitwaaierende oude bebouwingslinten – Hoogstraat en Beekveld – en de Runweg, gerealiseerd eind zeventiger en begin tachtiger jaren. In het gebied zijn met name geschakelde en vrijstaande woningen gebouwd afgewisseld met een enkele korte rijen. De opzet volgt de kenmerken van een woonervenplan. Er is gestreefd naar korte rechtstanden, teneinde de rijsnelheden van het autoverkeer te beperken. De openbare ruimte heeft een besloten karakter echter met ruim groen.
Door het kleinschalige karakter van het gebied en de verspringende verkaveling is het straatbeeld gevoelig voor verbouwingen en uitbreidingen van de woningen. Deze kunnen het straatbeeld maken en breken. Bijzonder aandacht is gewenst voor de vormgeving van erfafscheidingen op plaatsen waar de zij- en achtertuinen grenzen aan het openbaar gebied. Deze bouwkundige elementen kunnen mede het straatbeeld bepalen. Het gebied Westakker (exacte begrenzing zie deelgebiedenkaart) is gebouwd tussen het oude lint – Sassenheimseweg – en het beekdal van de Aa. Het gebied is deels ontwikkeld in de periode eind zeventiger begin tachtiger jaren (ten zuiden van de
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
119
begraafplaats) en een deel in de negentiger jaren (ten noorden van de begraafplaats). Het gebied ten zuiden van de begraafplaats heeft een kleinschalige structuur het uitgangspunt voor de verkaveling gevormd, conform het tijdsbeeld. Het besloten karakter en profiel en de inrichting van de openbare ruimte in combinatie met de korte rechtstanden zijn nauw verwant aan de kenmerken van het deelgebied 'woonerven'. Het architectuurbeeld is echter overeenkomstig het rustige en sobere karakter van de traditionele blokverkaveling. Voor- en achterkant confrontaties worden voorkomen middels het vernuftig inpassen van driehoekige groene pleintjes. Geschakelde woningen worden afgewisseld met korte rijen en enkele vrijstaande woningen. Het gebied ten noorden van de begraafplaats heeft eveneens een kleinschalige structuur. Door het inpassen van diverse natuurlijke lijnen en vele doodlopende wegen is de structuur nauw verwant aan de woonervenstructuur. Het architectuurbeeld is overeenkomstig blokverkavelingswijken uit de jaren negentig. Voor en achterkantconfrontaties worden voorkomen door een zorgvuldige verkaveling. De (projectmatige) vrijstaande woningen worden afgewisseld door met projectmatige ontwikkelde blokken geschakelde woningen en korte rijen.
In beide gebieden is het ruimtegebruik is intensief. Dit geldt zowel voor de grootte van de kavels als de omvang van het openbaar gebied. De uitbreidingsmogelijkheden van de woningen zijn derhalve beperkt. De uitbreiding heeft zowel aan de voor- als achterzijde een relatief groot effect op de ruimtelijke omgeving. Dit betekent dat een zorgvuldige benadering van deze uitbreidingen en/of vernieuwingen noodzakelijk is. 2.7.5.2 Waarden, niveaus en criteria traditionele blokverkaveling Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor traditionele blokverkavelingen. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen bij de planmatige kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
120
hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.7.5.3 Matrix toetsingskader traditionele blokverkaveling Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier; achterzijde: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Planmatige architectuur maat en schaal Overeenkomstig maat en schaal van de buurt vorm en gebaar Architectonische eenheid in vorm en gebaar Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels met eenvoudige basisindeling stijl en detail Nieuwbouw passend bij de planmatige architectuur Wijzingen passend bij de stijl van het hoofdgebouw materiaal en kleur Materialen en kleuren passend in omgeving Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvlakken. 2.7.6
Individuele woningbouw
2.7.6.1 Beschrijving individuele woningbouw Een aantal gebieden in de kern van Berlicum zijn te typeren als individuele woningbouw. Daarnaast zijn er nog een aantal stroken vrijstaande woningen die in vormentaal en architectonische expressie sterk afwijken van aangrenzende gebieden. Het karakter van de individuele woningbouw verschilt per buurt. Dit levert in stijl, kleur en materiaal een divers beeld op. In Berlicum komen een tweetal buurten met hoofdzakelijk individuele woningbouw voor – Kasteel ter Aalaan e.o. en de Sportlaan e.o.. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit één bouwlaag met kap, veelal van het type landhuis, herenhuis of bungalow met plat dak. Deze woonbuurten zijn verschillende tijdsperioden gerealiseerd. Het gebied Kasteel ter Aalaan e.o. kenmerkt zich door riante kavels omgeven door royaal groen in een bosachtige sfeer. De bebouwing (architectuur) is op de achtergrond aanwezig, mede door de situering. Het straatbeeld wordt derhalve in beperkte mate bepaald door de bebouwing. Het architectuurbeeld in deze buurt is ingetogen en sober, overeenkomstig de ontwikkelingsperiode van begin jaren zeventig. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit bungalows met een platdak met weinig architectonische expressie. Het openbare gebied heeft een informeel en besloten karakter. Een bijzonder ensemble – oude boerderij en en pastorie – vormen de restanten van een landbouw voorbeeldbedrijf aan de Bleijendaalseweg, die haar oorsprong vindt in de 11de eeuw. Bijzonder aandacht in geval van ver(nieuw)bouw is noodzakelijke en wordt afgedwongen middels de gemeentelijke monumentenverordening.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
121
Het gebied Kasteel ter Aalaan heeft een besloten, maar ruim en groen karakter.
De individuele woningbouw aan de Sportlaan e.o. heeft in de loop der tijd vertakt door de wijk Westakkers en Beekveld. De bungalows aan de Sportlaan hebben qua architectonische expressie en stedenbouwkundig beeld hetzelfde karakter als de Kasteel ter Aalaan. Met uitzondering van de bosrijke omgeving, echter wel royaal in het groen. Het gebied heeft zich langzaam aan vertakt langs de Westerbroek en de Egge e.o., de Clarissen- en bevershoeve, de Kelwis e.o. en in de jaren negentig langs de Toge en de Kremer (voor exacte begrenzing zie deelgebiedenkaart). Deze vertakkingen kenmerken zich door een kleinschalige structuur van slingerende en gebogen wegen. De kavels zijn minder ruim en de bebouwing is meer divers. Verschil in vormentaal, hoogte, kleur en materialisering bepalen het straatbeeld van het gebied, hier en daar genuanceerd met ruim groen. De inrichting van het openbaar gebied als woonerf geeft het een besloten karakter. Een aantal stroken bebouwing aan het Braakven en de Beekstraat-Groeskant hebben een afwijkend karakter ten opzichte van de aangrenzende buurten en worden getypeerd als individuele woningbouw. Aan het Braakven – tussen de Apollostraat en de Veedijk betreft het een strook aan de zuidzijde van de straat. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit bungalows in één bouwlaag met een kap, van het type landhuis. De woningen zijn gerealiseerd in de jaren zeventig en hebben en sobere en degelijk uitstraling. De straten Groeskant en Beekstraat zijn gerealiseerd in de jaren zeventig en tachtig. De woningen hebben veelal een afwijkende uitstraling en vormgeving op ruime kavels. Verschillen in bouwhoogte, kapvorm, bouwstijl, kleur en materialisering resulteren in een divers straatbeeld.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
122
2.7.6.2 Waarden, niveaus en criteria individuele woningbouw Als er voldoende ruimte tussen de panden aanwezig is, wordt de afwisseling in kleur- en materialisering of vormentaal als prettig ervaren. Het groen is in ruime maat aanwezig en relativeert verschillen in architectuur. Het gebied Kasteel ter Aalaan en de bebouwing aan de Sportlaan zijn als zodanig te kwalificeren. Indien de kavels aan de krappe kant zijn en de ruimten tussen de woningen minimaal, werkt de diversiteit in het bebouwingsbeeld eerder negatief. En kan een verrommeling van het straatbeeld ontstaan. De bebouwing in Westakkers uit de jaren negentig neigt sterk deze kant op. De overige gebieden bevinden zich in het ruime tussengebied. De gebieden zijn voldoende ruim of in een ruime groen setting geplaatst. 2.7.6.3 Waarden, niveaus en criteria individuele bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de individuele bebouwing. De kwaliteit is sterk afhankelijk van de verhouding tussen de maat van de kavel en de bebouwing. Ruime groene gebieden zijn dan ook minder kwetsbaar dan compactere gebieden. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de gevarieerde omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.7.6.4 Matrix toetsingskader individuele bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Individuele architectuur maat en schaal Passend bij de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per pand Kappen vergelijkbaar met omgeving Straatgerichte gevels stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het hoofdgebouw materiaal en kleur Passende materialen en overwegend gedekte kleuren Geen grote spiegelende of fel gekleurde gevelvakken
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
123
2.7.7
Thematische bebouwing
2.7.7.1 Beschrijving thematische bebouwing In Berlicum zijn in het afgelopen decennia een tweetal inbreidingslocaties gerealiseerd aan het lint Kerkwijk en aan de Runweg. Daarnaast wordt aan de noordoostzijde van de kern een uitbreidingslocatie ontwikkeld (tussen het Schuurkerkpad, de Koolhof en de Wambergsebeek. Inbreidingslocaties worden ontwikkeld op stukken grond die vrijkomen door verlies van functie. De bebouwing aan het historische lint Kerkwijk is gerealiseerd op de locatie van het oude parochiehuis. De bebouwing is marktconform en krijgt een duidelijk imago mee, dat ondermeer naar voren komt in een uitgesproken architectonische en stedenbouwkundige uitstraling. In kleinere kernen betreft het vaak de realisatie van één of enkele appartementencomplexen in drie tot vijf bouwlagen. In reactie op de monotone en sobere architectuur van de afgelopen decennia, heeft de nieuwe bebouwing een frisse en gevarieerde uitstraling. In Berlicum betreft het beide appartementencomplexen. Het complex, drie bouwlagen met plat dak, aan de Kerkwijk is gebouwd in het historische lint en is zorgvuldig in deze structuur ingepast. In de directe omgeving staan enkele andere gebouwen die qua maat en schaal overeenkomen. De kleurstelling en vormgeving zijn ingetogen met een passende expressie. Het gebouw vormt derhalve geen dissonant in haar omgeving. Het complex aan de Runweg is tegen het meest recente deel van de wijk Westakkers aangebouwd. De bebouwing - in vier bouwlagen met een flauwe kap – is in een groene setting gepositioneerd met een kleurrijke en frisse uitstraling. Het complex is goed gesitueerd als begeleiding van één van de belangrijkste toegangswegen naar het centrum van Berlicum.
Zorgvuldig vormgegeven inbreidingslocaties aan het historische lint Kerkwijk.
Uitbreidingslocaties vanaf de jaren negentig zijn met een andere insteek dan voorheen gerealiseerd. De woningnood is grotendeels achter de rug en men gaat meer marktconform bouwen. Evenals in het geval van inbreidingslocaties vormt een duidelijk imago in combinatie met een uitgesproken architectuurbeeld het uitgangspunt. De architectuurthema's verschillen vaak per straat of blok, zoals in Berlicum. In de verkavelingsopzet wordt in tegenstelling tot de wijken uit de jaren zeventig en tachtig weer
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
124
een heldere structuur en de scheiding van openbaar en privé nagestreefd. De grote lijnen in de verkaveling grijpen vaak terug op de landschappelijke onderlegger of cultuurhistorische waarden. De uitbreidingswijk van Berlicum is echter nog volop in ontwikkeling en is derhalve deels aangemerkt als ontwikkelingslocatie.
Verschillende architectuurthema's worden naast elkaar gebouwd.
2.7.7.2 Waarden, niveaus en criteria thematische bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor thematische bebouwing. De samenhang in de architectuur en de openbare ruimte alsmede de uitgesproken architectuurthema's vormen een bijzondere kwaliteit. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen bij de planmatige kenmerken van de omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar het hoofdgebouw en de omgeving. Het planmatige karakter van de omgeving dient hierbij wel als toetsingskader. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang.De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
125
2.7.8
Bedrijventerreinen
2.7.8.1 Beschrijving bedrijventerreinen In Berlicum zijn twee kleinschalige bedrijventerreinen gelegen, beide aan de rand van de kern. De terreinen zijn gesitueerd aan de zuidelijke en de westelijke toegangswegen tot de kern. Het gebied Beekveld aan de Runweg en De Ploeg aan de Milrooijseweg en Sassenheimseweg. Beide locaties liggen in het zicht en grenzen direct aan het open landschap. De opzet van beide gebieden is desondanks besloten door de groene randen, die de gebieden omzomen. Beekveld kent een open en heldere structuur, het gebied De Ploeg daarentegen heeft ook intern een meer besloten karakter als gevolg van de verweving met woonbebouwing. Op beide terreinen is een grote diversiteit aan bedrijvigheid gevestigd.
Bedrijventerrein De Ploeg aan de zuidrand van Berlicum.
De panden zijn maximaal circa 6 meter hoog in een blokvormige architectuur, met plat dak of een flauwe helling. De panden hebben voor het merendeel een beperkte architectonische kwaliteit. Het kleurgebruik en de materialisering zijn divers, waardoor een zeer gevarieerd beeld is ontstaan. Dit geldt met name voor Beekveld met haar open interne structuur. De openbare ruimte bestaat voornamelijk uit straten en verharding. Er is weinig openbaar groen. Aan de randen en op de privé-terreinen, met name tegen het lint Beekveld en het lint De Ploeg, is hoger opgaand groen als erfafscheiding gebruikt. Dit maakt de overgang naar hert landschap minder hard. Een bedrijventerrein geeft al snel een rommelige indruk door het gebruik van diverse, hoge afrasteringen, buitenopslag en niet altijd even subtiele reclame-uitingen. De bebouwing verspringt over het algemeen sterk en de diversiteit in kleur en materialisering bepaalt in grotere mate het straatbeeld dan bijvoorbeeld de gevelindeling. 2.7.8.2 Waarden, niveaus en criteria bedrijventerreinen Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de bedrijventerreinen. De bedrijventerreinen gelegen langs hoofdtoegangswegen springen direct in het oog. Met name de kleur van de hoofdmassa en de geleding van de bebouwing zijn van belang evenals de reclame-uitingen, afrasteringen en de inrichting van de voorerven.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
126
Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de gevarieerde omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende bouwdeel als criterium, in tweede instantie het complex en in derde instantie de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.7.8.3 Matrix toetsingskader bedrijventerreinen Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Individuele architectuur maat en schaal Passend bij de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel Straatgerichte gevels stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende materialen en overwegend gedekte kleuren passend in de nabije omgeving 2.7.9
Centrumgebieden
2.7.9.1 Beschrijving centrumgebieden In Berlicum is rondom het Mercuriusplein in de jaren zeventig een nieuw dorpscentrum voor de kern gecreëerd, los van historische centrumgebied rond het Raadhuisplein. Het gebied omvat een winkelcentrum, een aantal grote appartementengebouwen, verzorgingshuis Berlerode, een historische kerk, onderwijsvoorzieningen en sportvoorzieningen. Deels net buiten het centrumgebied en in de deelgebiedenkaart aan gemerkt als bijzondere bebouwing.
Het Mercuriusplein vormt het huidige centrum van de kern.
Het gebied, met name aan het Mercuriusplein, vormt een dissonant aan het historische lint. De bebouwing, in drie tot vier lagen met een kap, kent een moderne en sobere
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
127
uitstraling conform het tijdsbeeld. De opzet is ruim en open van karakter. De inrichting van de openbare ruimte – volledig verharde parkeerplaats met weinig groen – kan deze ingetogen en ietwat saaie uitstraling niet ondervangen. Het gebied ten zuiden van het Mercuriusplein heeft een meer besloten karakter en past zich qua maat, schaal en vormentaal beter in, in de historische omgeving. De cultuurhistorisch waardevolle kerk, basisschool en pastorie bepalen het straatbeeld van dit gebied. 2.7.9.2 Waarden, niveaus en criteria centrumgebieden Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor de centrumgebieden. De kwaliteit van het Mercuriusplein bepaalt in grote mate de uitstraling van de kern. Reclame-uitingen en eventuele vernieuwingen aan de gevels van de appartementencomplexen zijn belangrijk voor het beeld. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de gevarieerde omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende bouwdeel als criterium, in tweede instantie het complex en in derde instantie de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.7.9.3 Matrix toetsingskader centrumgebieden Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Planmatige buurt Architectuur per project maat en schaal Passend bij de gevarieerde maat en schaal vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel Straatgerichte gevels stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende materialen en overwegend gedekte kleuren passend in de nabije omgeving
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
128
2.7.10 Scholen/instituten/bijzondere bebouwing 2.7.10.1 Beschrijving scholen/instituten/bijzondere bebouwing Centraal in het dorp, tegenover de begraafplaats aan de Hoogstraat, is gestart met de realisatie van een verzorgingshuis, c.q. huisvesting voor ouderen met een zorgvraag. Het complex draagt qua maat en schaal bij aan het centrummilieu van Berlicum en aan de Hoogstraat als de ruggengraat van het dorp. De kerk blijft als ruimtelijk hoofdmoment de bindende factor in de bebouwingsopzet. 2.7.10.2 Waarden, niveaus en criteria scholen/instituten/bijzondere bebouwing Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor scholen, instituten, bijzondere bebouwing. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de eigen omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang. De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.7.10.3 Matrix toetsingskader scholen/instituten/bijzondere bebouwing Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Eigen erfindeling Individuele architectuur maat en schaal passend in eigen omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende materialen en overwegend gedekte kleuren passend in eigen omgeving
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
129
2.7.11 Park/groengebieden/sportterrein 2.7.11.1 Beschrijving park/groengebieden/sportterrein Het gebied ten westen van de Hoogstraat heeft echter wel een cultuurhistorisch belang door de samenhang met de aangrenzende historische boerderijen. Het gebied ten oosten van de Hoogstraat is de samenhang met de omgeving reeds verloren gegaan. Op de begraafplaats aan de Sassenheimseweg is het beperkt tot faciliterende voorzieningen. De begraafplaats is gelegen aan de doorgaande weg nabij het historische lint.
Met name de omheining en Calvarieberg – onderstaande afbeelding hebben een waardevol en authentiek karakter. De begraafplaats kan niet los worden gezien van het groengebied aan de overzijde van de Sassenheimseweg met de waardevolle Mariakapel. 2.7.11.2 Waarden, niveaus en criteria park/groengebieden/sportterrein Criteria worden altijd gehanteerd in combinatie met de beschreven kenmerken. Die kenmerken worden beschreven die van waarde worden geacht. Deze vormen het toetsingskader voor groengebieden en sportvelden. Bij nieuwbouw gelden de eigen stijlkenmerken als criterium. Deze dienen wel te passen in de groene omgeving. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het betreffende hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de directe omgeving. Als omgevingscriterium geldt speciaal de kleur van grote vlakken die in een groene omgeving dienen te passen. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar gebouw en de omgeving. De bestaande omgeving kent immers ook gevarieerde architectuur. Voor dit gebied geldt een regulier toetsingsniveau, voldoende voor het behoud en beheer van bestaande kwaliteiten. Bij wijzigingen aan bestaande gebouwen is de zichtzijde van publiek belang.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
130
De achterzijde is welstandsvrij. Hier geldt alleen de excessenregeling. 2.7.11.3 Matrix toetsingskader park/groengebieden/sportterrein Toetsingsniveau Zichtzijde: regulier, achter: welstandsvrij (excessenregeling) Toetsingscriteria omgeving Groen park of sport Individuele architectuur maat en schaal passend in weidse omgeving vorm en gebaar Architectonische eenheid per gebouwonderdeel stijl en detail Nieuwbouw in één stijl Wijzingen passend bij het betreffende bouwdeel materiaal en kleur Passende natuurlijke materialen en overwegend gedekte kleuren passend in weidse omgeving 2.7.12 Monumenten Berlicum De volgende gebouwen zijn als Rijksmonument aangemerkt en zijn derhalve beschermd middels de Monumentenwet. Adres Beekveld 11 Hoogstraat 51-51a Hoogstraat 99 Raadhuisplein 4 Raadhuisplein 8 Raadhuisplein 18 Plein 15
Kern Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum Berlicum
Object woonhuis villa villa N.H. Kerk raadhuis woonhuis
De volgende gebouwen en/of bouwwerken zijn als gemeentelijke monument aangemerkt en zijn derhalve beschermd middels de gemeentelijke monumentenverordening. Adres Assendelftseweg 22-24 Beekveld 26 Bleijendaalseweg 7 Driezeeg 18 Het Christusbeeld aan de Groenstraat Hasseltsedijk 30 Heikantsehoeve 35 Hooghei 61 Hoogstraat 1-1A Hoogstraat 6, 6A, 6B Hoogstraat 30-32 Hoogstraat 51 Hoogstraat 64 Hoogstraat 74 Hoogstraat 103 Hoogstraat 106 Hoogstraat 114 Hoogstraat 158 Julianastraat 16 Kerkwijk 25-29
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
131
Kerkwijk 34 / Schoolstraat 1 Kerkwijk 44-44A Kerkwijk 82 Kerkwijk 101-101A Laan van Seldensate 6 Loofaert 1 Julianastraat 43 Loofaert 14 Loofaert 15 Nederhof 22-36 / Veedijk 7-13 Nieuwe Laar 25 Pastoor van de Boomstraat 102 Raadhuisplein 11 Torenstraat 3-5-7-9 Veedijk 1 Wamberg 5 Hoogstraat 129 Spurkstraat 90 2.7.12.1 Waarden, niveaus en criteria monumenten Monumenten vallen onder de monumentenwet en krijgen bescherming in verband met hun schoonheid, hun architectonische waarde en/of met de geschiedenis. In de redengevende omschrijving worden de kenmerken en waarden opgesomd. Deze gelden ook als criteria bij beoordeling voor welstand. Voor wijzigingen en toevoegingen geldt het hoofdgebouw als criterium en in tweede instantie de bebouwing in de directe omgeving. Dit houdt geenszins in dat nieuwe ingrepen van enige omvang geen eigen gezicht mogen hebben. Een goed ontwerp is meer dan kijken naar historische kenmerken, het hoofdgebouw en de omgeving. Voor deze gebouwen geldt een bijzonder toetsingsniveau, omdat hier de historische kenmerken om speciale aandacht vragen. Daarbij gaat het om alle zijden van het gebouw(en). Ook aan de achterzijde is de toetsing bijzonder. 2.7.12.2 Matrix toetsingskader monumenten Toetsingsniveau Zichtzijde: bijzonder, achter: bijzonder Toetsingscriteria omgeving Zie betreffend deelgebied. maat en schaal In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving vorm en gebaar In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving stijl en detail In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving materiaal en kleur In overeenstemming met beschreven historische kenmerken en de redengevende omschrijving
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
132
2.7.13 Ontwikkelingsgebied Centraal in het dorp, even ten noorden van de kerk met de geherstructureerde ouderenhuisvesting ligt een ontwikkelingsgebied waarvoor herstructureringsplannen in ontwikkeling zijn. Hiervoor zal te zijner tijd een apart beeldkwaliteitplan worden opgesteld. Verder is een ontwikkelingsgebied aangegeven in het westelijk deel van het dorp. Hier, ingeklemd tussen de bebouwingslinten van Hoogstraat en Beekveld zijn voorbereidingen getroffen voor een toekomstige inbreiding. Hiertoe is de opstelling van een bestemmingsplan met beeldkwaliteitplan in voorbereiding genomen. 2.7.14 Beeldkwaliteitplannen Voor de kern Berlicum zijn op dit moment geen beeldkwaliteitplannen vastgesteld.
2.8
Welstandscriteria voor reclame uitingen
In de welstandsnota worden ook welstandscriteria opgenomen voor reclame-uitingen. Waar reclame wordt toegestaan en binnen welke grenzen, is onderdeel van de gemeentewet. De hierna volgende criteria dienen dan ook in samenhang met de betreffende verordening te worden toegepast en hebben dus alleen betrekking op de daartoe aangewezen gebieden. buiten die gebieden is reclame in principe niet toegestaan, dan alleen na toetsing door de commissie. Aan monumenten is reclame in beginsel niet toegestaan: bij uitzondering toegestane reclame dient het monument niet te beschadigen. Goede reclame kan in sommige gebieden een belangrijke bijdrage leveren aan een levendig en gezellig straatbeeld en informatief zijn voor het (winkelende e.d) publiek. De navolgende criteria dienen dan ook zó gelezen te worden. Naast andere afwegingen kan de indeling van de nota worden gevolgd voor wat betreft het toetsingsniveau. In bijzondere welstandsgebieden alleen op de reclame-zone. In reguliere gebieden passende reclame-uitingen. In overige gebieden niet storende reclame-uitingen. Verband tussen de activiteit en de reclameboodschap. Alleen reclame aanbrengen daar waar de betreffende activiteit wordt uitgeoefend: Bij of boven de entree, bij of boven étalage(s). Verband tussen de tekstpositie en leesbaarheid van de reclame-uiting. De reclame dient op een zichtbare en leesbare wijze aangebracht te worden. Niet te groot en niet te klein, niet te uitvoerig. Verband tussen reclame en het straatbeeld: De reclame dient het straatbeeld niet onevenredig te verstoren. Met name uitsteekreclame kan een onevenredig deel van het gevelbeeld afdekken.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
133
Verband tussen de architectuur en de reclame-uiting: De reclame dient de architectuur van het gebouw of gevel(wand) te ondersteunen en niet te verstoren. Reclames dus aanbrengen in de reclame-zone: d.w.z. aan de voorgevel (op de hoek voorgevels) boven de begane grond deuren en ramen en onder de onderdorpels van de ramen op de eerste verdieping of onder het dak c.q. lijst bij eenlaagse bebouwing. Verband tussen de plaats van de reclame en de structuur van het gebouw: De reclame dient bij voorkeur bij of boven de entree of etalage aangebracht te worden. Onderling verband reclame-uitingen: Reclames dienen elkaar niet te overschreeuwen. Één reclame-uiting van één type per pand op afstand ten opzichte van de buren, tenzij er sprake is van een gemeenschappelijk bouwkundig element als een luifel of pui e.d Bij aan elkaar grenzende winkels e.d. wordt de omgeving bij de beoordeling betrokken. (één type reclame: één uitsteekbord en één bord vlak tegen de gevel) Uitvoering van de reclame-uitingen: Goed houdbare en reinigbare materialen toepassen. Geen permanente reclames uitvoeren met een tijdelijk karakter in de vorm van vanen, vlaggen en zonweringen. Verlichting en kleur van reclame-uitingen: Reclames in historische omgeving bij voorkeur aanlichten; neon en lichtbakken beoordelen op lichtsterkte en kleur. In historische omgeving terughoudende kleur en helderheid. Knipperende of heftig bewegende reclame is in een landelijke omgeving niet toegestaan. Aanbeveling: reclame in het buitengebied in principe niet toestaan; in uitzonderlijke gevallen, niet dan na toetsing door de commissie. In gevallen waarbij naar belangrijke publieke zaken moet worden verwezen, biedt een goede (standaard) bewijzering uitkomst.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
134
Hoofdstuk 3 3.1
Sneltoetscriteria
Inleiding
3.1.1 Vooraf Dit deel van de welstandsnota betreft de welstandscriteria voor vergunningplichtige bouwwerken kortweg sneltoetscriteria. De criteria zijn toegesneden op de systematiek van de gemeentelijke welstandsnota, waarvan het aantal toetsingsniveau's is beperkt tot twee: bijzonder en regulier. 3.1.2 Doelstelling De gemeente handelt zoveel mogelijk zelf de vergunningplichtige plannen af, door de aanvragen eerst aan de sneltoetscriteria te toetsen. Pas als een plan daar niet aan voldoet, wordt het aan de welstandscommissie (i.c. Stichting Advisering Monumenten & Ruimtelijke kwaliteit Brabant en het daarmee samenwerkende adviesbureau Omgevingsadvies bv.) voorgelegd. Dit zullen in het algemeen de grotere plannen zijn, maar ook de minder gebruikelijke oplossingen voor kleinere plannen. Zulke plannen kunnen wel degelijk voldoen aan redelijke eisen van welstand, maar zij voldoen dan niet automatisch aan deze eisen! Deze doelstelling wordt bereikt door: Een formulering van de criteria toegespitst op afhandeling door de gemeente. Eenieder die tekeningen kan lezen moet de criteria kunnen begrijpen en hanteren. De criteria te beperken tot het betreffende erf en hoofdgebouw. Bij de bouwplannen waar het hier om gaat, kan alleen eenduidigheid in de beoordeling ontstaan door te kijken naar de directe omgeving te weten: het hoofdgebouw en/of het erf. Alleen als het hoofdgebouw en/of het erf duidelijk afwijken van de omgeving, komen de gebiedscriteria aan bod. De criteria te beperken tot typische welstandscriteria. Er wordt vanuit gegaan, dat alle maatbeperkingen in het bestemmingsplan staan. De criteria gaan vooral over stijl, details, materialen en kleuren. Voor typen waar het bestemmingsplan geen maten geeft wordt wel maatvoering opgenomen (bv. dakkapellen). Duidelijke omschrijvingen van het type bouwplan. Waar mogelijk worden per deelgebied goede voorbeelden (trendsetters) opgenomen. 3.1.3 Toepassing sneltoetscriteria De criteria kunnen op drie manieren worden gehanteerd: Bij preventieve toetsing: vooraf, bij vergunningplichtige bouwplannen. Bij repressieve toetsing: achteraf bij zonder vergunning uitgevoerde bouwplannen (toepassen excessenregeling). Bij vrijwillige toetsing door de burger: vooraf bij vergunningvrije bouwplannen. Bij preventieve toetsing wordt in volgorde getoetst aan: Het bestemmingsplan.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
135
De bouwverordening. Het bouwbesluit. Redelijke eisen van welstand (niet bij welstandsvrij). Er wordt getoetst door de gemeente zelf: Als het plan voldoet aan de sneltoetscriteria. Of overeenkomt met een trendsetter. Er wordt getoetst door de commissie (Stichting Advisering Monumenten en Ruimtelijke kwaliteit Brabant, c.q. Omgevingsadvies bv) als het plan: Ligt in een gebied met bijzondere toetsing en zichtbaar is vanaf de openbare weg. Een monument of streekgebonden bouwwerk betreft. Volgens de gemeente niet voldoet aan de sneltoetscriteria. Op grond van de criteria van de welstandsnota kan het plan alsnog voldoen. Bij repressieve toetsing c.q. als er sprake is van een exces gelden altijd dezelfde toetsingscriteria als bij de andere gevallen van toetsing. Dit geldt voor zonder vergunning gerealiseerde bouwwerken en het geldt ook voor vergunningvrije bouwwerken en voor plannen in welstandsvrije gebieden. Het plan gaat voor toetsing dán altijd naar de welstandscommissie. Bij vrijwillige toetsing gelden eveneens dezelfde criteria. Ze dienen dan als adviserend kader. De gang van zaken is dezelfde als bij een preventieve toets. 3.1.4 Trendsetters In bestaande dorpsgebieden zijn in de loop dar jaren goede voorbeelden van kleine , veel voorkomende bouwwerken te vinden. Met name in projectmatig gerealiseerde woongebieden, die vallen onder een regulier toetsingsniveau, is sprake van een herhalingseffect van bepaalde oplossingen voor dakkapellen, aanbouwen, luifels etc. Door het goedkeuren van bepaalde oplossingen is een bepaalde trend ontstaan. Aanvragen van identieke oplossingen in vergelijkbare situaties kunnen zondermeer op goedkeuring van de gemeente rekenen. De gemeente wil het gebruik van dergelijke trendsetters stimuleren op twee manieren: Mensen kunnen zelf voor hun bouwplan een voorbeeld aandragen van een bouwplan, gerealiseerd in een vergelijkbare situatie in hun omgeving. Als dat een eerder goedgekeurd bouwwerk is zal de gemeente zondermeer medewerking verlenen. Het is dan de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer om een identiek bouwwerk te realiseren. De gemeente kan eventueel achteraf corrigerend optreden via de excessenregeling. De gemeente zal zelf per deelgebied een archief aanleggen van goedgekeurde bouwplannen voor veel voorkomende bouwwerken. De kwaliteit wordt daarbij bepaald door wat in het verleden is toegestaan. Het doel in gebieden met een regulier toetsingsniveau is immers behoud van het bestaande kwaliteitsniveau. Burgers kunnen desgewenst van de gemeente advies krijgen over een mogelijke toepassing van een bestaand bouwplan. Als bijlage bij deze nota zijn enkele voorbeelden opgenomen van trendsetters voor bepaalde deelgebieden in de gemeente. Een volledig archief van trendsetters voor alle
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
136
deelgebieden (en soms onderdelen daarvan) zal in de loop der jaren worden opgebouwd. Dit zal overigens met name gelden voor gebieden met reguliere toetsing. In gebieden met bijzondere toetsing gaat het veelal om individuele gebouwen met telkens ook specifieke oplossingen voor de kleinere toevoegingen als dakkapellen, erkers en overkappingen.
3.2
Gebruik van de sneltoetscriteria
3.2.1 Schema planbeoordeling De structuur van de toetsing is aangegeven in Bijlage 1 Stroomschema's. Stap1 Eerst wordt gekeken of het plan voldoet aan de bepalingen van het bestemmingsplan. Daarin staan behalve de bestemmingen ook de begrenzingen en maten waarbinnen het plan moet vallen. Stap 2 Is het gelegen in een welstandsvrij gebied? Zo ja, dan vindt geen welstandsbeoordeling plaats. De excessenregeling blijft wel van toepassing. Stap 3 Heeft het plan betrekking op een monument, of valt het binnen een beschermd stads- en dorpsgezicht, dan wordt het beoordeeld door de gecombineerde monumentencommissie/welstandscommissie, volgens de criteria uit de welstandsnota. Stap 4 Is het plan eerder ingediend bijvoorbeeld als optie bij een nieuwbouwplan, is het plan overeenkomstig een trendsetter, bijvoorbeeld een in de omgeving goedgekeurde dakkapel, of is het plan een herhaling van een bouwwerk dat in de omgeving thuishoort, bijvoorbeeld een gangbare mee- ontworpen erfafscheiding, dan doet de gemeente het plan af zonder welstandsadvies. Stap 5 Vervolgens wordt gekeken in welk gebiedsniveau het plan thuishoort. 1. Valt het plan binnen een gebied met “bijzondere” toetsing, en is het zichtbaar vanaf de openbare weg (= voor en opzij), dan wordt het beoordeeld volgens de criteria uit de welstandsnota; in eerste instantie door de ambtelijke dienst en eventueel door de commissie. 2. Valt het plan gelegen in een gebied met “reguliere” toetsing (zichtbaar vanaf de openbare weg) of in een gebied met bijzondere toetsing, maar is het niet zichtbaar vanaf de openbare weg (= achter), dan bepaalt de ambtelijke dienst of het voldoet aan de sneltoetscriteria. Voldoet het plan daaraan, dan is het akkoord. Voldoet het er niet aan, dan gaat het naar de welstandscommissie, die het plan toetst aan de criteria uit de welstandsnota. 3. Valt het plan in een regulier toetsingsgebied en is het niet zichtbaar vanaf de openbare weg (achter), dan is het welstandsvrij. Stap 6 Toetsing van het plan aan de sneltoetscriteria: voor alle plannen'de stijlregel' en per plantype de 'vormregel'. Voldoet het plan aan beide regels, dan is het akkoord. Voldoet het niet aan één van beiden, dan gaat het alsnog naar de welstandscommissie voor toetsing aan de criteria van de welstandsnota.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
137
3.2.2 Criteria voor alle plannen: de “stijlregel” In de welstandsnota wordt onderscheid gemaakt in 8 aspecten van de welstandscriteria. Het zijn maat en schaal, vorm en gebaar, stijl en detail, materiaal en kleur. Voor kleinere plannen zijn vooral de laatste 4 criteria van belang. Stijl, detail, materiaal en kleur betreffen het uiterlijk van het bouwwerk en niet zijn maat en zijn hoofdvorm. Op deze 4 aspecten wordt het plan getoetst aan zijn directe omgeving. Dat kan zijn: het hoofdgebouw, een bijgebouw, en/of het erf. In de praktijk is het erg belangrijk, dat foto's van de omgeving van het bouwwerk meegeleverd worden en dat verder voldoende uit de gegevens die geleverd worden is op te maken, in welke stijl, detail, materiaal en kleur het bouwplan wordt uitgevoerd. In geval van bijzondere toetsing dienen alle vier de aspecten overeen te komen met de directe omgeving. Bij reguliere toetsing alleen materiaal en kleur. 3.2.3 Criteria per plantype: de “vormregel” Een tweede categorie criteria betreft de relatie met de directe omgeving. Deze zijn gegroepeerd per plantype. Deze groepering per plantype houdt rekening met de categorieën bouwwerken, maar maakt nader onderscheid tussen plannen die letterlijk dienen overeen te komen met het hoofdgebouw, en plannen die erbij dienen te 'passen'. Een serre bijvoorbeeld is een 'aanbouw', maar die kan – vaak zelfs bij voorkeur – een uiterlijk hebben dat afwijkt van het hoofdgebouw. Die is bijvoorbeeld gemaakt van aluminium en glas en het hoofdgebouw bijvoorbeeld van baksteen. Bovendien wordt er gelet op de plaats van het bouwwerk, waar het bouwwerk zich bevindt. Deze groepering van plantypen maakt het mogelijk de relatie met die directe omgeving te benoemen. De criteria fungeren als een aandachtspuntenlijst, om na te gaan of het plan is afgestemd op zijn directe omgeving. Uiteraard wordt daarbij van een gangbare situatie uitgegaan. In bijzondere gevallen is het toch de welstandscommissie die moet meekijken. Als plantypen worden onderscheiden: Aan- en uitbouwen: vóór, opzij, achter. Bijgebouwen en overkappingen: opzij, achter. Erf- en perceelsafscheidingen: vóór-opzij en opzij-achter. Kozijn- en gevelwijzigingen: idem. Dakkapellen: andere wijze van meten (ruimer dan sneltoets!). Dakramen: idem. Zonnecollectoren en zonnepanelen: idem. Schotelantennes.
3.3
Toepassing
3.3.1 Doelstellingen Sneltoetscriteria zijn bedoeld voor afhandeling door de gemeente zelf. Het gaat om plannen die niet van doorslaggevend belang zijn voor het beeld aan de openbare weg, dus om plannen die te klein zijn, niet zichtbaar zijn, of om plannen die
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
138
voortborduren op wat er al is. Het zijn criteria die met een bouwkundig oog kunnen worden beoordeeld. Als er staat 'afstemmen op' dan betekent dat, dat het betreffende object er bouwkundig fatsoenlijk aanzit, met andere woorden: 'dat het te maken is, zoals het getekend is'. De criteria zijn niet esthetisch bedoeld; als een esthetisch oordeel van belang is, dient de commissie er naar te kijken. De criteria hebben uitsluitend betrekking op de directe omgeving: het betreffende erf en het hoofdgebouw. Bouwplannen die invloed hebben op het beeld in wijdere omgeving dienen getoetst te worden aan de welstandsnota. Het blijft dus belangrijk om te controleren waar het plan ligt. Een dakkapel aan het einde van een straat bijvoorbeeld kan van invloed zijn op het hele straatbeeld. De criteria zijn uitsluitend welstandscriteria. Er wordt van uitgegaan dat maatbeperkingen in het bestemmingsplan staan. Als bij een woning een te grote aanbouw gerealiseerd kan worden, dient het bestemmingsplan te worden aangepast en dient deze niet via een welstandsoordeel onmogelijk gemaakt te worden. Duidelijke omschrijvingen van het type bouwplan. Onderscheid wordt gemaakt tussen kleine plannen die letterlijk voortborduren op het hoofdgebouw, die bijvoorbeeld ook uitgevoerd zijn in baksteen met houten kozijnen, en plannen die daarvan 'passend' afwijken: bijvoorbeeld een in hout uitgevoerde erker bij een woning in baksteen met houten kozijnen. 3.3.2 Toepassing criteria Voorafgaand aan de welstandstoetsing wordt het plan eerst op andere criteria beoordeeld. Bij de opstelling van deze sneltoetscriteria is ervan uitgegaan, dat het plan eerst aan alle andere eisen is getoetst en dat het dus voldoet aan het bestemmingplan, vergunningplichtig is enz. De sneltoetscriteria zijn zo opgesteld dat zij gehanteerd kunnen worden door iemand met een bouwkundige (niet ontwerp) opleiding. Voor monumenten, beschermde gezichten en bijzondere toetsingsgebieden (mits zichtbaar vanaf de openbare weg) blijft de welstandsen/of monumentencommissie de toetsende instantie. 3.3.3
Planbeoordeling volgens schema's
In het 1e schema is te vinden wie wanneer beoordeelt. In een aantal gevallen gaat het plan naar de commissie, te weten: het is gelegen aan de zichtzijde in een bijzonder toetsingsgebied; het plan betreft een monument; het betreft een streekgebonden bouwwerk. Is er sprake van een welstandsvrije situatie (bij vergunningvrije bouwwerken of bij regulier achter), dan vindt geen welstandstoetsing plaats. In de overige gevallen wordt het plan beoordeeld door de gemeente.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
139
Is het plan akkoord, dan werkt de gemeente het plan af zonder tussenkomst van de commissie. Is het plan niet akkoord, dan gaat het plan alsnog naar de commissie. In de volgende schema's is te vinden aan welke criteria het plan moet voldoen. Het plan kan door de gemeente afgedaan worden als het aan beide schema's voldoet. In het 1e schema staan de criteria voor alle plannen (de “stijlregel”). In het geval van een bijzonder toetsingsniveau – achter doet de gemeente het plan zelf af als het plan met hoofdgebouw overeenkomt op alle aspecten. In het geval van een regulier toetsingsniveau – voor en opzij doet de gemeente het plan zelf af als het plan overeenkomt op de aspecten materiaal en kleur. Bij reguliere toetsing een de achterzijde is het plan welstandsvrij. In het 2e schema staan de criteria per plantype (de “vormregel”). Als het plan aan de betreffende criteria voldoet, dan is het plan akkoord en doet de gemeente het plan zelf af. Voldoet het plan er niet aan, dan gaat het naar de commissie die bekijkt of het plan al dan niet voldoet aan de criteria van de welstandsnota. Een uitzondering vormt het plantype dakkapel. Of een dakkapel via sneltoets aanvaardbaar is, hangt af van de betreffende kap. Is er sprake van een volwaardige bouwlaag, of gaat het slechts om een vliering? Om dat uit te maken, wordt er uitgegaan van een kap met een nok op minimaal 2,50 meter+ zoldervloer en een dakhelling van minimaal 30 graden. Er is een maatschema toegevoegd met maximum maten van een dakkapel ten opzichte van de zoldervloer. Daarnaast kan de gemeente gebieden aanwijzen waar het plaatsen van een dakkapel aan de voorzijde niet is toegestaan.
3.4
Criteria per plantype
In dit hoofdstuk worden de in het 2e schema aangegeven criteria per plantype nader omschreven en geïllustreerd. Voor de duidelijkheid, deze toetsing vooraf is niet nodig als het plan overeenkomt met een trendsetter (zie Bijlage 2 Trendsetters), die geldt voor de betreffende buurt. Ook wordt uiteraard in welstandsvrije situaties (regulier achter) niet vooraf getoetst. Wel kan dan achteraf nog toetsing plaatsvinden in het kader van de excessenverordening. Welstandsvrij betekent immers vrij van toetsing door welstand, maar niet dat een plan niet aan redelijke eisen van welstand behoeft te voldoen! 3.4.1 Bouwen in de vorm van erkers en balkons, voor en opzij Maximaal 1 aanbouw per gevel. Geen aanbouw aan een (bestaande) aanbouw. Breedte kleiner of gelijk aan de helft van het gevelvlak. Diepte kleiner of gelijk aan 1,50 meter. Situering in de gevel afstemmen op bestaande gevelelementen. Open, transparant karakter: glaspui, eventueel op lage borstwering.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
140
Erkers hebben platte afdekking. 3.4.2 Aanbouw in de vorm van garage of woonruimte, opzij Slechts aan 1 zijde van het hoofdgebouw. Geen aanbouw aan een (bestaande) aanbouw. Afstemmen op de indeling van de betreffende zijgevel. Tenminste 1 meter achter het voorgevelvlak. Platte afdekking. 3.4.3 Luifels en carports, opzij Slechts aan 1 zijde van het hoofdgebouw. Maximaal een object per gevel. Afstemmen op de indeling van de betreffende zijgevel. Tenminste gelijk met het voorgevelvlak of teruliggend. 3.4.4 Serres en veranda's, achter Maximaal 1 object aan de achtergevel. Geen object aan een (bestaand) object. Afstemmen op de indeling van de achtergevel. Open, transparant karakter. 3.4.5 Uitbouwen tuinkamers, achter Maximaal 1 aanbouw aan de achtergevel. Maximaal 1 aanbouw aan de achtergevel. Geen aanbouw aan een aanbouw (vergroten van bestaande aanbouw mag, mits het resultaat oogt als 1 aanbouw). Afstemmen op gevelindeling van de achtergevel. 3.4.6 Vrijstaande schuren en tuinhuizen, op achter- en zijerf Maximaal 3 gebouwen op het achtererf en 2 gebouwen op het zijerf toegestaan. Geen object aan een object: vergroten van een tuinhuis of schuur kan, mits het resultaat oogt als 1 object. Niet in zijtuinen aan de openbare weg: niet voor de zijgevel. 3.4.7 Erfscheidingen, voor en opzij Eenduidige verschijningsvorm qua materialen, constructie en hoogte. Verzorgd uiterlijk met duurzame uitstraling. Hoogte 1 meter of minder. 3.4.8 Erfscheidingen, achter en opzij (achter de achtergevel van het hoofdgebouw) Eenduidige verschijningsvorm qua materialen, constructie en hoogte. Verzorgd uiterlijk met duurzame uitstraling. Hoogte maximaal 2,50 meter.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
141
3.4.9 Dakkapellen (voor- en zijgevel) in vrij gebied (waar toegestaan) Meerdere objecten toegestaan mits 1. in regelmatige rij; 2. identiek uitgevoerd; 3. niet boven elkaar. Afstemmen op dakvlak en goot(lijst). Dit betekent: 1. De breedte van de dakkapel(len) mag (tezamen) niet meer 2. bedragen dan de helft van de breedte van het dakvlak; 3. De dakkapel(len) dient (dienen) duidelijk in het dakvlak te liggen en niet tegen de rand; 4. Dakkapellen zijn uitsluitend toegestaan op daken waarvan de nok ligt op tenminste 2,75 meter boven de zoldervloer; 5. Het onderkant van het raam van de dakkapel ligt op tenminste 0.75 meter boven de zoldervloer en de bovenkant van de dakkapel zit maximaal 2,25 meter boven de zoldervloer (zie bijgaand schema). 6. De dakkapel mag in totaal niet hoger zijn dan 1,50 meter. Kleuren: zijwangen bij voorkeur conform dakvlak (donker) of transparant; kozijnen conform kozijnen woning. Detaillering: dakrand niet te zwaar. 3.4.10 Dakramen Meerdere objecten toegestaan mits gelijkvormig en op een regelmatige rij. Gezamenlijk niet breder dan de helft van de breedte van het dakvlak. Duidelijk gelegen in het dakvlak en niet tegen de rand. 3.4.11 Zonnepanelen en – collectoren Uit het zicht vanaf de openbare weg. Uniforme uitvoering. 3.4.12 Spriet- en schotelantennes Uit het zicht vanaf de openbare weg. Maximaal 1 per gevel. De afmetingen van de schotel mag maximaal 1.20 meter bedragen. 3.4.13 Gevelwijzigingen, voor en opzij Bij meerdere objecten: 1 uitvoering. In lijn met andere (bestaande) openingen/indelingen van de gevel.
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
142
Bijlagen Hoofdstuk 3 Sneltoetscriteria
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
143
Bijlage 1
Stroomschema's
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
144
BIJLAGE 1: STROOMSCHEMA’S
PLAN
voldoet aan BP, of met afwijking Omgevingsvergunning bouwen nodig
monument
eerder goedgekeurd
In beschermd gezicht streekgebonden cultuurhistorisch
bijzondere toetsing in het zicht
WELST
regulier,voor,opz bijzonder - achter
BWT akk Niet akk >
regulier- achter welstandsvrij
W
trendsetter
WELST
BWT akk
Criteria voor alle plannen
stijl detail materiaal kleur komen overeen
materiaal kleur komen overeen, stijl detail komen niet overeen
1111
bijzondere toetsing achter akk BWT regulier - voor en opzij akk BWT
Welstandsnota Sint-Michielsgestel, Sneltoetscriteria deel III
059-001
november 2012
1
BIJLAGE 1: STROOMSCHEMA’S
criteria per plantype
voor, opzij ERKERS BALCONS
opzij: GARAGES WOONRUIMTE
opzij: LUIFELS CARPORTS
achter: SERRES VERANDA’S
1 per gevel; géén aanbouw aan aanbouw platte afdekking
1x opzij; géén aanbouw aan aanbouw;
1x opzij géén object aan object;
1x achter; géén object aan object;
afstemmen op: gevel[elementen] transparant beeld br ≤ 50% gvl diepte ≤ 1.50 m
afstemmen op: zijgevel[elementen]
afstemmen op: zijgevel[elementen]
platte afdekking
Gelijk of achter vgvl
≥ 1m achter vgvl
afstemmen op: achtergevel[elm]
open/transparant karakter
1 per gevel
achter: UITBOUWEN TUINKAMERS 1x achter; géén uitbouw aan uitbouw;
afstemmen op: gevel[elementen]
vrijstaande: SCHUREN TUINHUIZEN
max. 2x opzij en 3x achter; géén object aan object;
voor opzij: ERFSCHEIDING
opzij achter: ERF SCHEIDING
1 element; eenduidig, verzorgd, duurzaam
1 element;
≤ 1.00 m hoog
≤ 3.00 m hoog
niet in voortuinen. Niet voor zijgevel aan openbare weg.
2222
Welstandsnota Sint-Michielsgestel, Sneltoetscriteria deel III
059-001
november 2012
2
BIJLAGE 1: STROOMSCHEMA’S
criteria per plantype
DAK KAPELLEN in vrij gebied
meer objecten: op 1 rij. 1 uitvoering. niet boven elkaar.
DAK RAMEN
meer objecten: op rij en 1 uitvoering. in het dakvlak. ≤ ½ dakvlak.
ZONNE PANELEN COLLECTOR’N
uit het zicht. meer objecten: 1 uitvoering.
afstemmen op: dakvlak goot[lijst]
Uit het zicht. 1 per gevel; schotel ≤ 1.2 m
voor opzij: GEVEL WIJZIGINGEN
nok ≥ 2.75 m +zoldervloer ≤ samen ½ breedte Dakvlak
Meer objecten: 1 uitvoering
raam: ≥ 0.75 en ≤ 2.25 m +zoldervloer goot[lijst]
In lijn met andere openingen / indelingen
hoogte dakkapel < 1.50 m
3333
SPRIET SCHOTEL ANTENNES
Welstandsnota Sint-Michielsgestel, Sneltoetscriteria deel III
059-001
november 2012
3
BIJLAGE 1: STROOMSCHEMA’S
dakkapellen
nok 2.75+ b.k 2.25+
o.k 0.75+
gootlijst
zoldervloer
4444
Welstandsnota Sint-Michielsgestel, Sneltoetscriteria deel III
059-001
november 2012
4
Bijlage 2
Trendsetters
WelstandsnotaSint-Michielsgestel
NL.IMRO.0845.Welstandsnota-0000 concept6
149
BIJLAGE 2: TRENDSETTERS Goede voorbeelden zijdelingse aanbouw
Kleur en materiaal goed
Kleur, materiaal goed en stijl en detail goed
1111
Welstandsnota Sint-Michielsgestel, Sneltoetscriteria deel III
059-001
november 2012
1
BIJLAGE 2: TRENDSETTERS Goede voorbeelden erkers
2222
Welstandsnota Sint-Michielsgestel, Sneltoetscriteria deel III
059-001
november 2012
2
BIJLAGE 2: TRENDSETTERS
Goede voorbeelden dakkapellen
3333
Welstandsnota Sint-Michielsgestel, Sneltoetscriteria deel III
059-001
november 2012
3