Lokaal vredesbeleid: ook in mijn stad/gemeente?
Jeugd & Vrede vzw, 2006 Kon. Astridlaan 160 • 2800 Mechelen T: 015 43 56 96 •
[email protected] • www.jeugdenvrede.be
Inhoud 0. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding. Lokaal vredesbeleid: ook in mijn stad/gemeente? Samenleven in vrede Kinderen aan het werk rond vrede Herinneringseducatie: oorlog herdenken, aan vrede werken Mijn gemeente en de wereld Gemeentelijke instrumenten voor vrede Cultuur, feest, sport, varia Bijlagen: partijprogramma, hoe politici warm maken, links
1 3 31 43 61 103 119 141
0. Inleiding. Lokaal vredesbeleid: ook in mijn stad/gemeente?
1
1. Samenleven in vrede 1.1 Pesten is kleine oorlog: vrede op school. Aalst, Steenokkerzeel 1.2 Agressie op school: bijscholing voor Mechels onderwijs 1.3 Scholen in Aalst: vorming over hoe geweld voorkómen 1.4 In oorlog met zichzelf en de omgeving: Arnica helpt jongeren zichzelf vinden. Hoogstraten 1.5 Oorlog in de sport: sportiviteit en respect. Diegem, Genk, Hardenberg 1.6 Hoogstraten en multiculturele problemen: Sociaal-artistiek project helpt samen leven. Hoogstraten 1.7 ‘Iedereen is van de gemeente. Geef nieuwkomers een kans’ 1.8 Vrede met asielzoekers: elkaar ontmoeten! Diksmuide, Broechem 1.9 Overlast met kinderen: Hoogstraten herstelt buurtvrede 1.10 Geweld in het gezin - als kind of jongere: waarheen? Antwerpen
3 4 7 9 12 16 19 21 23 26 29
2.
Kinderen aan het werk rond vrede 2.1 Alle scholen voor vrede en ontwikkeling! Nijlen 2.2 Kindergemeenteraad Almere: grote oorlog en kleine vrede 2.3 Een Vredesweek voor alle scholen. Tervuren 2.4 In de weer voor vrede: gedichten, fakkelloop, Vredesbrug. Willebroek
31 32 35 38 40
3.
Herinneringseducatie: oorlog herdenken, aan vrede werken 3.1 Ontsnapt uit Joods treintransport: Boortmeerbeek herdenkt 3.2 1945-2005: Leuvenaars naar Buchenwald. Toen… en nu opnieuw 3.3 Mortsels bombardement WO II: lessen uit de oorlogswaanzin 3.4 Uitwisseling jongeren: herinnering aan uitroeiing en bevrijding. Ruiselede 3.5 Loopgraven restaureren. Wijtschate 3.6 11 november vieren: voor vrede en verdraagzaamheid nú. Hamme
43 44 48 51 54 56 58
4.
Mijn gemeente en de wereld 4.1 En wat als het oorlog wordt? Mét je gemeente in actie! 4.2 Ieper ijvert voor vrede - ook in internationale conflicten 4.3 Mesen: oorlog toen, conflicten nu: jongeren op vredesschool
61 62 66 69
4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14
Vredesstad Ieper: jongeren kiezen laureaat Vredesprijs Vredesbeweging in actie: doet jouw gemeente mee? Vijf campagnes Eerlijke handel - goed voor vrede: Fair Trade gemeenten Over bankiers, wapens, mensenrechten en… jouw gemeente Handicap International: strijd tegen landmijnen. Sint-Katelijne-Waver Voettocht Ieper - Kleine Brogel tegen kernwapens: gemeentelijke steun Busreis naar vredesmanifestatie betaald. Malle Is jouw burgemeester al ‘Voor Vrede’? Het netwerk ‘Mayors for Peace’ Vlaamse Vredesweek: ook iets voor jouw gemeente! Is - of wordt - ook jouw gemeente een Vredesgemeente? Vredesgemeente concreet? Antwerpen: wedstrijd en vredesonderwijs
72 75 79 81 85 88 91 94 97 99 101
5.
Gemeentelijke instrumenten voor vrede 5.1 Ieper: vredesstad met een Vredesfonds en een vredesambtenaar 5.2 Een eigen Vredeshuis: van stad of vredesbeweging? Leuven, Aalst 5.3 Vredescentrum Antwerpen 5.4 Vredeshuis Gent
103 104 109 112 115
6.
Cultuur, feest, sport, varia 6.1 Feesten voor vrede. Hoeilaart, Sint-Truiden, Diksmuide, Temse 6.2 Cité in Vuur en Vlam voor Vrede en Verdraagzaamheid. Heusden-Zolder 6.3 Vredestraat: klinkt beter dan Adolf Hitlerstraat. Leuven 6.4 Oorlog is geen kunst – vrede wel! Kunstwerk Vredespoort. Beersel 6.5 Vrouwen in oorlog: aankoop videokunstwerk. Leuven 6.6 Beeld ‘Onbekende Oorlogsvrouw’: oorlog/vrede ànders bekeken. Hasselt 6.7 Sporten: een bijdrage voor vrede? Diksmuide, Ieper 6.8 Nog wat losse ideeën
119 120 123 125 127 130 132 135 138
7.
Bijlagen 7.1 Politiek programma: voorbeeldtekst. Ook nog nuttig nà de verkiezingen 7.2 Gemeentelijk vredesbeleid: hoe maak je de politici warm? 7.3 Nuttige adressen en links
141 142 144 147
0 Inleiding
Lokaal vredesbeleid: ook in mijn stad/gemeente?
2
Lokaal vredesbeleid: ook in mijn stad/gemeente? Vrede is niet alleen iets voor de regering of voor wereldleiders. Ook een gemeentebestuur kan aan vrede werken. Op wel honderd manieren, alleen moet je er de moed en de inspiratie voor hebben, als burgemeester of als schepencollege.
Moed? Die kunnen wij opkrikken, ‘aan-moedigen’: we geven onze politici een duwtje in de goede richting, we wakkeren het vuur aan hun schenen wat aan. Als we dat niet doen komt er misschien niks van. Inspiratie? Daarvoor zijn wij van Jeugd & Vrede eens rondgegaan in Vlaanderen en we hebben wel 50 goede ideeën genoteerd. Geslaagde voorbeelden uit de praktijk. Anderen hebben dat blijkbaar gekund, dus waarom zouden wij het ook eens niet proberen in onze eigen gemeente? Oktober 2006: gemeenteraadsverkiezingen, een politiek scharniermoment. Machtig grote kans om politici - of zij die dat willen worden - eens aan de tand te voelen over gemeentelijk vredesbeleid. Maar ook nà de verkiezingen blijven we op hun vingers kijken, zitten we ze achter de veren met onze dringende vredeswensen. Want daar zijn wij dik voorstander van: dat ze in onze school, onze wijk, onze gemeente vredesinitiatieven lanceren. Grote en kleine vrede, daar gaat het om. Grote vrede? Ja soms is het oorlog. Met moordende wapens – waar halen ze die? Kan je daar als gemeente iets tegen beginnen? Oorlog, of Vrede: dat beslissen zij ginder bovenaan, de ‘grote’ politici. Maar hun besluit is niets waard als de mensen onderaan het ànders willen: verzoening, of haat. Kunnen we dààr iets aan doen, van hier uit? Kleine vrede: ja soms vechten we, pesten we, zitten we vol vooroordelen. Kleine oorlog, soms met grote gevolgen. Ook daar kan de gemeente vrede vooruithelpen. Deze inventaris vol voorbeelden is vanaf nu jouw geweldloos wapenarsenaal, kies maar uit met welke goede vredesvoorstellen je de politici en de gemeentelijke diensten zal gaan bestoken. Helemaal achteraan krijg je tips mee hoe je dat best als jongere aanpakt. Niet op je eentje natuurlijk: je zoekt zoveel mogelijk bondgenoten. Tenslotte nog dit: eind april 2006 zijn we gestopt met de lijst, maar die had gerust nog veel langer kunnen worden. Als een goed gemeentelijk vredesidee er nog niet in staat, zijn wij benieuwd om het ook te leren kennen. Peter Jochems Samensteller
1 Samenleven in vrede
4
1.1 Pesten is kleine oorlog Werken aan vrede op school Ontelbare scholen hebben de ernst van het pestprobleem ingezien en voeren projecten uit om pestgedrag te bestrijden. Of om kinderen er beter weerbaar tegen te maken. De gemeente kan dat mee stimuleren. Twee voorbeelden: Aalst en Steenokkerzeel.
Pesten, drugs, seks? Aalst maakt kinderen weerbaar De dienst Preventie van Aalst komt naar alle basisscholen met een weerbaarheidpakket over seksuele weerbaarheid, pesten en drugpreventie. Leren neen zeggen, is zorgen voor kleine vrede in je jonge leven. In het vierde leerjaar wijst een lespakket ter voorkoming van seksueel misbruik de kinderen op bepaalde gevaren. Met voorbeelden leren ze dat je ook als kind neen mag zeggen, zelfs tegen bekenden. Ze krijgen tips om verdachte situaties te herkennen en leren over gevoelens praten. In het vijfde werkt de dienst Preventie rond pesten, met een toneelstuk in het cultuurcentrum De Werf. Het pestgedrag, de gevolgen en mogelijke oplossingen komen aan bod. Het toneelstuk wordt nabesproken in de klas. In het zesde helpt een politieinspecteur en een preventiewerker de kinderen weerbaarder maken tegen drugs en alcohol. Ze zoeken ook naar alternatieven voor druggebruik en leren op de juiste manier ’neen’ zeggen. De leerkracht krijgt lesmateriaal voor verdere bespreking in de klas. Preventieambtenaar Helga Monsieur: "De dienst Preventie doet dat in het kader van het veiligheids- en preventiecontract dat de stad jaarlijks afsluit met Binnenlandse Zaken. Naast andere preventieprojecten (zoals stadswachten, autocriminaliteit, gauw- en fietsdiefstal, inbraak) behoren ook die weerbaarheidsprojecten voor het lager onderwijs tot dat contract. Sinds 1999 nemen we daar ook 'pesten op school' in op. Want tijdens de sessies over seksueel misbruik hadden de kinderen het dikwijls ook over het pesten als probleem. Ook uit de contacten met leerkrachten, directies en ouders bleek de nood aan informatie over pesten." Hoe pakken jullie dat aan? "Wij willen pesten vooral bespreekbaar maken in de klas en binnen het gezin en de kinderen weerbaar maken tegen pestgedrag. Maar niet alleen de kinderen, ook hun ouders en leerkrachten moeten leren signalen herkennen en weten hoe ermee om te gaan. De kinderen krijgen elk jaar een toneelvoorstelling die op plezante wijze het pestprobleem behandelt. De brochure voor leerkrachten is goed om het thema verder te behandelen in de klas. Er is nu ook nog een brochure bijgekomen voor de leerlingen en voor de ouders." Vertel eens wat meer over dat theater? "Het stuk duurt één uur. Het is de toneelvoorstelling 'Pestkop' van het Educatief Theater Antwerpen, waar ook een werkmap bij hoort voor leer-
5
krachten. ’Pestkop’ is het verhaal van Lise, een meisje van 11, dat pas verhuisd is. Daardoor moet ze naar een nieuwe school waar ze niemand kent. Al op haar eerste schooldag begint Hans Lise te plagen. Onschuldige plagerijen worden al gauw verregaande pestpraktijken. Lise staat er helemaal alleen voor. Noch klasgenoten, lerares of ouders kunnen haar helpen. Ze hebben het te druk, zijn zelf bang voor de pestkop of onderschatten het probleem. Naar school gaan wordt een nachtmerrie..."
Tekst en regie: Ed Vanderweyden; acteurs: Annelies Harvent en zeven levensgrote poppen; doelgroep: 2e - 5e leerjaar basisonderwijs."Pestkop" is een tragikomedie die de verschillende facetten van het pestprobleem bespreekbaar maakt. Dit dankzij de speelse en fantasierijke combinatie van acteren, poppenspel en muziek. Zie http://www.educatieftheater-antwerpen.be/html/thema2.html
Content over de resultaten? Wordt er minder gepest? "Bij de evaluatie zeggen de scholen echt nood te hebben aan zo een project over pesten. Over de vorm, namelijk de toneelvoorstelling, gaan de meningen van gematigd positief tot uitstekend. Wij hopen dat we door de voorstelling een blijvende verandering van denken kunnen bekomen bij de doelgroep, de lagere schoolkinderen. Het toneelstuk laat hen de gevolgen voelen van pesten. Dat het probleem vanuit verschillende invalshoeken belicht wordt, kan kinderen helpen om de gevolgen van sociaal incorrect gedrag beter in te schatten."
i
Helga Monsieur, preventieambtenaar en Ann Van de Velde, preventiewerker; 053/73.27.81; e-mail
[email protected]
Pesten op school: project in Steenokkerzeel In Steenokkerzeel was het de schepen van onderwijs die begin 2006 aan de bel trok. De ‘Eerste Vlaamse Week tegen het Pesten’ was de aanleiding; nieuwsberichten over toenemend pestgedrag de stimulans; en dat pesten een slechte invloed heeft op de gezondheid van kinderen en aanleiding kan geven tot zelfdoding was een doorslaggevend argument. Steenokkerzeel koos voor twee toneelvoorstellingen van Jeugd en Vrede, een medeorganisator van die eerste ‘Vlaamse Week’. Het eerste, tweede en derde leerjaar van de basisscholen kregen ‘Kop en Ventje’ te zien, en het vierde, vijfde en zesde leerjaar de ‘Peaceshow’ (zie kader). Daarnaast ontving elke school het informatiepakket ‘Sociale Weerbaarheid’ van de organisatie ‘WEERBAAR.info’, die lesmateriaal ontwikkelt over dat thema. Daarin vonden de leerkrachten bijkomend materiaal om mee te werken in de klas: een Cd-rom, leesboekje, werkboekje, ‘diploma’, postkaartjes en stickers. Voor de ouders tenslotte was er een informatieavond rond pesten door medewerkers van het Centrum voor Leerlingen Begeleiding (CLB).Voor 2006 bedroeg het totale kostenplaatje van het project 2581 €. Als het van de schepen afhangt, blijft dit geen éénmalig project maar zal het elk jaar herhaald worden.
6
Twee producties van Jeugd & Vrede 5 tot 13 jaar: Peaceshow De Peaceshow is een speelse animatie, gekruid met zang en keyboardmuziek, quiz, vredespoëzie en kindercabaret. Edwin Toets kruipt in de huid van een stand-up comedian en schudt de ene grap na de andere uit zijn mouw. Daarbij confronteert hij het jonge publiek met de feestelijke voordelen van vrede zoals b.v. vriendschap, en anderzijds de fatale nadelen van oorlog zoals terrorisme en racisme. Een vrolijk spektakel met veel inbreng van het publiek!
5 tot 9 jaar: Kop en Ventje Via projecties op het scherm krijg je het verhaal van Kop en Ventje.Terwijl Kop een rasechte pestkop is met een heel arsenaal speelgoedsoldaatjes, is Ventje een rustig jongetje dat prachtig kan tekenen. Interactieve spelletjes aan de computer worden in de verhaallijn ingepast. De kinderen worden gedwongen om in de huid te kruipen van Ventje en ondervinden aan den lijve hoe het voelt om steeds het onderspit te moeten delven.
i
Jeugd & Vrede: www.jeugdenvrede.be WEERB AAR.info ontwikkelt lesmateriaal op het gebied van sociale weerbaarheid. zie website www.weerbaar.info/ Vlaamse week tegen het Pesten: http://users.skynet.be/vlopp/
Tips: Pestproblemen op school, in de jeugdbeweging? • Jeugd & Vrede (www.jeugdenvrede.be) heeft hier enorm veel materiaal rond: boeken, prentenboeken, brochures, cd/cd-rom, video, toneel, tentoonstelling, multimediaal project… • Ga op zoek naar subsidiemogelijkheden binnen de gemeente: via jeugdraad of jeugdconsulent, cultuur, schepen van jeugd of van onderwijs, schooldirecties, oudercomités… Ook Jeugd & Vrede kan je hierover tips geven! • Vrede begint in je eigen jeugdgroep, school, jeugdhuis. Doe iets aan de oorlog van het pesten! En overtuig je gemeentelijke instanties dat ze moeten helpen, er is meer dan materiaal genoeg te vinden!
7
1.2 Agressie op school: Bijscholing voor Mechels onderwijs Agressie en geweld: op school is het ook soms oorlog. Leerkrachten weten niet altijd hoe ze het beste omgaan met agressieve leerlingen, soms maakt hun reactie het nog erger. Daarom geeft Mechelen mensen uit het onderwijs de kans een professionele training te volgen.
Marina De Bie werkt al 20 jaar in het tweedekansonderwijs; daar volgen mensen van ouder dan 18 die hun diploma gemist hebben, opnieuw les op secundair niveau. Marina: "In Mechelen heeft het nieuwe bestuur na de verkiezingen in 2000 een merkwaardige stap gedaan: alle stadsscholen overhevelen naar het gemeenschapsonderwijs. Daardoor kan de stad nu voor alle scholen overkoepelend op gelijke wijze optreden, gemeenschaps-, provinciaal en vrij onderwijs. Er is geen apart beleid meer nodig voor de eigen stadsscholen want die zijn er niet meer. Die gelijke behandeling heeft veel voordelen. Zo richtte de stad een werkgroep op, ‘Overlegplatform Probleemgedrag op School’, om àlle jongeren te helpen die in Mechelen wonen en/of er school lopen. In die groep zitten niet alleen mensen uit onderwijskringen, maar ook specialisten van de diensten preventie, justitie, welzijnswerk enz. Die interdisciplinaire aanpak is heel nuttig. De voorzitster van de werkgroep is de schepen van onderwijs. Vanuit de scholen kwam de vraag hoe men best omgaat met agressieve leerlingen." …en dan kwam het voorstel van een professionele training op tafel? "De stad nam de trainers van SKAN Performance onder de arm en besliste alle leerkrachten en directies de kans te geven om gratis de training te volgen. De trainers van SKAN doen regelmatig dat soort cursussen voor bedrijven en openbare instellingen. Niet goedkoop: het kostte ongeveer 9000 € voor zes trainingen: drie voor leerkrachten, drie voor directies. Dat werd betaald vanuit het budget van het veiligheids- en preventiecontract van de stad Mechelen. De komende jaren zullen leerkrachten die er nu niet bij waren ook de kans krijgen. De deelnemers kwamen uit alle hoeken van het secundair onderwijs, BUSO, tweedekansonderwijs en ook de Centra voor Leerlingenbegeleiding." Wat doen jullie op zo’n training? "De training leerde ons via rollenspelen technieken aan om agressief gedrag van leerlingen op te vangen. We kregen dus oefeningen, maar er was ook tijd voor uitwisseling van goede en slechte ervaringen in onze eigen scholen; zo konden we elkaar nuttige tips geven en leerden we van elkaar. Op onze eigen school bijvoorbeeld zijn de leerlingen tijdens de middagpauze erg vrij. De refter staat open voor de leerlingen maar ook voor de leerkrachten: men ontmoet dus mekaar in een ongedwongen sfeer, er is een goed en spontaan contact onderling. In tegenstelling tot veel andere scholen waar de leerlingen moeten zwijgen en stil zitten; de stress van de lessen wordt daar tijdens de middagpauze gewoon voortgezet. Het is nog wat vroeg om nu al over de resultaten te kunnen oordelen, maar ik heb er een goed gevoel in. Natuurlijk is het de bedoeling
8
dat de deelnemers in hun eigen school aan de collega’s doorgeven wat ze hebben bijgeleerd. Dat ze wat ze geoefend hebben, in de praktijk omzetten. Dat bijvoorbeeld het schoolreglement ook eens kritisch wordt herbekeken. Duidelijke en consequent toegepaste richtlijnen zijn belangrijk."
Mechelen: ook een project tegen ‘Steaming’ (afpersing met geweld) (uit: Klasse voor Leerkrachten, 132, februari 2003) In Mechelen zette het project 'Afpersing is een misdrijf, doe er wat aan!' jongeren in alle scholen ertoe aan steaming niet langer te verzwijgen. "Spreek erover met een vertrouwenspersoon als ze je afpersen", adviseerden folders en affiches. De leerlingenbegeleider: "Het wijkondersteuningsteam van de lokale politie houdt een oogje in het zeil op alle vormen van antisociaal en delinquent gedrag in de buurt van de school: agressief rijden, dealen… Op de speelplaats hebben we onze eigen uitkijkposten. In de klassen en ateliers zijn de leerkrachten alert. Het begint soms met iets van iemand gebruiken en dat niet teruggeven. Of met het pesterig stelen van een boterham. Wie zich onveilig voelt, moet dat zo snel mogelijk uiten. Ook al zijn er geen tastbare feiten. Sommige daders zijn zo slim dat ze buiten schot blijven. Het komt er op aan snel in te grijpen. Als we een vermoeden hebben van pesterijen of steaming, nodigen we het slachtoffer met een administratieve smoes naar het secretariaat uit. Dat is het veiligst voor die leerlingen, die vaak uit zichzelf niet zo weerbaar zijn.We trachten dat te veranderen.We praten ook met leerlingen die door hun lichaamstaal bedreigend overkomen op anderen. We proberen ze zich daarvan bewust te maken. Bij een echte dader tonen we geen begrip voor zijn gedrag. Nochtans willen zij er vaak ook alleen maar bijhoren. Ze krijgen bijvoorbeeld geen zakgeld en persen dan maar anderen af om te kunnen consumeren als iedereen."
Idee: • met je schooldirectie en/of de schepen van onderwijs onderzoeken of zoiets ook niet in jouw gemeente of stad te overwegen valt. Vrede begint in eigen kring, thuis, met je vrienden, maar ook op school. En het is dikwijls heel moeilijk om te weten hoe je best met die problemen omgaat, professionele ondersteuning is dus meer dan nuttig. Het komt zowel de school als de leerlingen ten goede.
i
•
[email protected]; www.skan.be • Marina De Bie, cvo Tweedekansonderwijs vzw, O.L.Vrouwestraat 94, 2800 Mechelen;
[email protected]
De Vuurbloem Een organisatie die ook rond agressie en geweld werkt, maar die zich binnen de vredesbeweging situeert is De Vuurbloem, Centrum voor Geweldloosheid in Omgang en Conflicthantering. Zij bieden een hele waaier aan van trainingen, vormingen, weekends, lessenreeksen enz.. Het model dat De Vuurbloem gebruikt, werd ontwikkeld door Pat Patfoort en komt erop neer ‘Gelijkwaardigheid’ de plaats te laten innemen van de overal aanwezige ‘Meerdere-mindere’ houding. Ook goed bruikbaar, zoals hierboven, in scholen. Pat werkte bijvoorbeeld in 2002 en 2003 in Aalst rond geweldpreventie met schooldirecties, leerkrachten en CLB-medewerkers. Zie ook 1.3. www.devuurbloem.be;
[email protected] (inhoudelijk);
[email protected] (praktische afspraken, boeking…)
9
1.3 Scholen in Aalst: Geweld geweldloos voorkomen Zoals veel andere steden en gemeenten spant ook Aalst zich in om geweld op school te helpen voorkomen. De secundaire scholen mochten van de stad hun leerkrachten cursus laten volgen bij De Vuurbloem en bij het Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs.
Helga Monsieur van de dienst Preventie: "Met onze dienst vonden we hier inderdaad dat we rond het brandende thema geweld iets moesten organiseren. Als een school werk maakt van een positief klas- of schoolklimaat, komt dat trouwens automatisch ook ten goede aan het voorkómen van probleemgedrag in het algemeen. Na wat speurwerk hebben we twee organisaties ingeschakeld om te komen uiteenzetten hoe men als school kan omgaan met diverse vormen van geweld: pesten, agressie, conflicten,... en hoe een preventieve aanpak er kan uitzien. Dat waren De Vuurbloem (Centrum voor Geweldloosheid in Omgang en Conflicthantering) en het Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs uit Leuven. In dat laatste centrum vertrekken ze vanuit het model van de 'verbondenheid'. (zie ook 1.6, nvdr). De themanamiddag vond in november 2002 plaats in het stadhuis, en stond open voor de directies, leerkrachten en medewerkers van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) van de secundaire scholen uit Groot-Aalst. Deelname was gratis. Alles werd betaald via het veiligheids- en preventiecontract van de stad." Hoe is het overgekomen bij de deelnemers? "Van de 55 deelnemers stuurden er maar 17 hun evaluatieformulier in. 14 deelnemers vonden dat de vorming voor hun beroep als leerkracht een meerwaarde opleverde. Evenveel toonden grote interesse voor het opleidingsaanbod van de Vuurbloem. Algemeen kan je stellen dat de themanamiddag in de smaak viel. We onthouden ook dat het belangrijk is om zeer praktische, bruikbare tips te geven. Wegens de grote belangstelling deden we het nog eens over in 2003. Helaas daarna niet meer, omdat binnen het veiligheids- en preventiecontract geen budgetten meer voorzien werden voor projecten naar het onderwijs."
Hoe werkt De Vuurbloem? Vanessa Demeulemeester van De Vuurbloem: "Onze wereld zit vol geweld - steeds meer, steeds dichter bij ons, hebben we de indruk. Ook hebben we het gevoel dat meer en meer jongere mensen ermee te maken hebben. Velen zouden daar graag iets aan willen doen. Maar vaak weet je niet hoe, voel je jezelf machteloos. Uit onderzoek blijkt dat veel geweld voortvloeit uit gedrag dat we hebben meegekregen en aangenomen tijdens onze opvoeding. Gedrag dat erg moeilijk achteraf om te buigen is, of te vervangen door iets beters. Daarom is het zo belangrijk van jongs af aan kinderen en jongeren bewust te maken van de oorzaken en de mechanismen van het geweld, van óns geweld. Het is zeker ook van belang om kennis te maken met en
10
zelfs te oefenen in àndere houdingen, gedragingen en vaardigheden; andere dus dan deze die aan de basis liggen van het geweld. Wie kan de jongeren op dat andere spoor zetten? Ouders, begeleiders, leerkrachten, zijzelf, wijzelf… en daarvoor bieden wij van De Vuurbloem cursussen aan, vormingen, trainingen, boeken enz."
De Vuurbloem vzw heeft tot doel mee te bouwen aan ‘geweldloosheid’ als weg naar vrede door: 1. inzichten en stapstenen aan te reiken die bijdragen tot: • ‘gelijkwaardigheid’ in relaties • opbouwend omgaan met verschillen en conflicten • voorkómen van geweld • respect en liefde voor onszelf en voor anderen 2. het ondersteunen van geweldloosheid en weerbaarheid in denken, voelen, handelen en communiceren 3. het ontwikkelen van instrumenten en activiteiten die De Vuurbloem toelaten om haar doelen te verwezenlijken op micro-, meso- en macrovlak. Het model dat De Vuurbloem gebruikt, werd ontwikkeld door Pat Patfoort en komt erop neer ‘Gelijkwaardigheid’ de plaats te laten innemen van de overal aanwezige ‘Meerderemindere’ houding.
Hoe verloopt zo’n vorming of training? "Naargelang de doelgroep leggen we verschillende accenten en worden geweldloosheid en geweld uit een andere hoek bekeken. Wie in weinig tijd wil kennismaken met ons gedachtegoed kan kiezen voor een voordracht. Daar krijg je in een kort tijdsbestek inzicht in de basismechanismen. Met een stuk theorie en wat voorbeelden doe je al heel wat inspiratie op. Een tweede werkvorm is onze ‘basismodule’. Hoe komt het bijvoorbeeld dat communicatie en relaties niet altijd vlot verlopen? Via schema’s bieden we daarin inzicht. Aansluitend tonen we een model dat je kan proberen toe te passen in je samenleven met anderen, en waarin tegelijk je eigenheid én het respect voor elkaar zo goed mogelijk aan bod komen. We staan ook even stil bij de basisvaardigheden en middelen die daar bij nuttig zijn. Deze vorming is gericht op inzicht en herkenning in het eigen leven. Voortbouwend op die basismodule kunnen we ook op een praktijkgerichte manier een bepaald thema belichten: de ‘verdiepingsmodule’. De persoonlijke ervaringen vormen dan het vertrekpunt om inzichten te verwerven."
11
Theorie in de praktijk toegepast dus? "Ja, als deelnemer geven we ons eigen verhaal, onze eigen goede en slechte ervaringen een plaatsje in de theoretische schema’s over het ontstaan en de gevolgen van de geweldmechanismen. En gaan we ermee werken via luisteren, praten, situatiespelen, rollenspelen, vertrouwensspelen, vaardigheidsoefeningen, creatieve oefeningen. Zo kan je je eigen gedrag en zijn gevolgen bekijken, en kan je in je gedrag nagaan of de principes en de veronderstellingen van de schema’s voor jou kloppen. We doen dus oefeningen. We werken aan vaardigheden: onszelf beter leren kennen en aanvaarden. Ons inleven in de ander en hem/haar uitnodigen dit ook bij ons te doen. Duidelijk uitdrukken wat we willen, en openstaan voor reacties. Of ook: de kwaliteiten van anderen en van onszelf (h)erkennen en waar nodig versterken. Gewetensvol handelen en creativiteit vergroten. En nog veel meer."
Tip: • De Vuurbloem werkt vanuit een duidelijke visie op vrede en geweldloosheid met gezinnen, scholen, kleine of grote groepen, doet ook aan bemiddeling, begeleiding voor mensen die met een conflict of een probleem zitten, en heeft ook een praat- en oefenforum. In het eigen Vuurbloemhuis of overal elders. • Je zou dus met de jeugdraad iets kunnen organiseren voor de jeugdbewegingen, of met de schepen van onderwijs iets voor de leerkrachten, of voor de leerlingen zelf.
i
Generaal Lemanlaan 126, 8310 Brugge; 050/35.95.62; www.devuurbloem.be;
[email protected] (inhoudelijk);
[email protected], 015/43.56.96 (praktische afspraken, boeking…)
12
1.4 In oorlog met zichzelf en de omgeving: Arnica helpt jongeren zichzelf vinden Jonge vluchtelingen, probleemjongeren uit de Bijzondere Jeugdzorg, spijbelende allochtonen, kleine criminelen… de samenleving heeft het met hen niet gemakkelijk, en omgekeerd. En ze zijn ook met zichzelf in oorlog. In Hoogstraten doen ze er iets aan, met de projecten van de vzw Arnica.
In sociale woonwijken kan je moeilijkheden hebben met kinderen, met jongeren en met volwassenen. Voor een geslaagd project van Arnica met kinderen: zie 1.9. Over hun project - eveneens in Hoogstraten - met volwassenen: zie 1.6. Als het grotere jongeren zijn die in de knoop zitten met zichzelf of met hun omgeving, dan heeft Arnica de formule van ‘The House of Colours’. Hilde Stockman (coördinator Arnica): "Jongeren die ‘aan de rand van de criminaliteit’ zitten, dat is in feite onze doelgroep met The House of Colours. Gasten die balanceren tussen vallen en rechtop blijven. Wij werken aan een multiculturele samenleving en rond de preventie van criminaliteit vanuit het model van de verbondenheid. We doen dat in Hoogstraten al een tijdje met de groep van ‘The House of Colours’. Ons opzet is om hen hun eigen kracht te laten herontdekken en daar opnieuw mee aan de slag te laten gaan. Want ze horen zo dikwijls dat ze geen opleiding afgemaakt hebben, geen structuur kunnen aanvaarden, dat ze niets waard zijn… terwijl ze toch heel wat te bieden hebben, elk van die gasten! Ze worden dikwijls als vanzelf in de criminaliteit geduwd. Ze voelen zich alleen, ze vluchten in de ‘schijnverbondenheid’: drank, drugs,… Met onze activiteiten willen we juist vanuit hun eigen waarde, hun eigen kwaliteiten en kracht, hen helpen de knop om te draaien. Zodat ze niet meer vluchten voor de problemen, hoe moeilijk hun situatie ook is. Op een positieve manier hun leven terug oppakken. Natuurlijk zijn we geen ontwenningskliniek: voor zware problemen van drank en drugs zijn wij niet de oplossing. Wij concentreren ons op de sociale problemen daarrond." Je hebt hier dus een soort kerngroep opgericht, ‘The House of Colours’? "Dat is een interculturele vereniging met jongeren die actief gekozen hebben voor een multiculturele samenleving. Iedereen in de groep zet zich op zijn eigen manier in voor projecten, programma’s en evenementen rond multicultureel samenleven en herstel. Voor scholen hebben zij programma's waarin zij interactief met de leerlingen werken rond problemen waar ze zelf mee te maken hadden: kindsoldaten, mensenhandel, extreme armoede, drugs en alcohol, enz. The House of Colours is een huis van komen en gaan, van meeleven en meewerken, van rust en ontmoeting, van multicultureel samenleven. We werken vooral via sociale kunst: kunst is universeel, is in alle culturen verschillend en overstijgt taalbarrières. Met die groep gaan we dan aan de slag, bijvoorbeeld
13
samen met de jongeren van een wijk, een school, een jeugdvereniging. We maken samen schilderijen, sculpturen, juweeltjes, speelgoed, muziek (hiphop, RNB en culturele muziek), poëzie, drama. Het sociale is daarbij het belangrijkste, de kunst is daarvan de neerslag." Is er dan een soort vast programma dat jullie aanbieden? "Nee, het neemt allerlei vormen aan. Typisch is namelijk dat we niets op voorhand vastleggen, geen algemene toverformule die overal toe te passen is. We stellen vast wat de toestand is, wat de problemen zijn. En zoeken dan naar een oplossing. In de zomer van 2005 gingen we bijvoorbeeld nog eens met een aantal jongeren op kamp. Op ‘Arnikamp’. Zeventien verschillende nationaliteiten, waaronder ook Belgische jongeren. Het initiatief is vanuit de gasten zelf gekomen. Op voorhand was geen programma vastgelegd. We vertrokken zoals altijd vanuit henzelf: wie zijn jullie, en wat hebben jullie te bieden, wat is jullie eigen verhaal. Want ze hebben elk hun eigen levensgeschiedenis: het verhaal van de vlucht uit hun land, oorlog en mishandeling, het verhaal van hun eigen cultuur…"
Hoe komen die jongeren dan bij jullie terecht? "Ze komen vanzelf, ze weten ons wonen. Wij hebben al heel wat bekendheid in kringen van minderjarige vluchtelingen en ook bijvoorbeeld bij de Lokale Opvang Initiatieven die in veel gemeenten asielzoekers helpen. De asielcentra, de Bijzondere Jeugdzorg… ze beginnen ons goed te kennen. Als men bijvoorbeeld met een bepaalde gast in een leefgroep geen blijf meer weet, kan hij of zij een ‘time-out’ bij ons komen doen. Een tijdje uit zijn groep weggaan om stoom af te laten, en bijvoorbeeld een periode bij ons komen wonen. Of met onze begeleider naar de Ardennen gaan met de mobilhome. Of met ons op Arnikamp gaan."
14
Nog andere voorbeelden van activiteiten? "We kregen de vraag om mee te werken aan de Open Momumentendag: aan kunstenaars werd gevraagd een kunstwerk te maken rond... een doodskist! Met een vijftiental jongeren gingen we aan de slag rond ‘wat maakt mij kapot vanbinnen en wat geeft mij leven?’ Ze hebben de kist beschilderd met de methodiek van het sociaal schilderen: met zijn allen samen, met respect voor elkaar en elkaars inbreng, tot een harmonie proberen te komen, een kunstwerk waarin iedereen zich kan terugvinden. De binnenkant hebben ze bekleed met wat ze willen begraven, achter zich willen laten: pijn, verdriet, onrecht... Ze hebben er ook een heuse act bij gemaakt die ze graag brengen in het programma ‘jongeren voor een multiculturele samenleving’."
Hoe ziet dat programma er uit? "Dat kunnen we brengen in middelbare scholen in het kader van mundiale vorming. Ze werken dan met bijvoorbeeld één klas, die eerst met hen verhalen uitwisselt. En de rest van de dag een avondvullend programma uitwerkt met levensverhalen, muziek en poëzie, dat dan ’s avonds voor de andere klassen en de ouders gebracht wordt. De vluchtelingenjongere doet bijvoorbeeld zijn verhaal in zijn eigen taal, de blanke vertaalt voor het publiek. Zo vertelt een Afrikaans meisje over vrouwenbesnijdenis. Of dat lied uit Sierra Leone, dat de klas dan leert begeleiden op djembé voor de opvoering ‘s avonds. Of een dans. De jongeren uit de klas kunnen natuurlijk zelf aanvullen met hun eigen inbreng. Het programma is niet alleen voor scholen, het is ook geschikt voor bijvoorbeeld avonden van Broederlijk Delen, voor wijken met veel allochtonen; een Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking of een Wereldwinkel zou ons ook kunnen vragen…"
Uit de Nieuwsbrief van Arnica: ‘Jongeren voor een Multiculturele Samenleving’: Jongeren van over de hele wereld brengen samen poëzie, muziek, dans en spectaculaire acts. Zij geven u ook een blik van binnenuit op de problemen waar zij mee leven. Zij openen de ziel van het oorlogskind en van het kleine meisje in een verstikkende cultuur. Wil u deze voorstelling in uw vereniging of school laten doorgaan? Contacteer Arnica!
15
Doet The House of Colours nog meer? "Ze doen muziek en dans bij het verhaal dat Lucas vertelt. Lucas kwam op zijn 14 jaar als nietbegeleide minderjarige vluchteling naar hier. Hij was uit Burundi, toen 6 jaar oud, naar Kenia gevlucht, nadat hij zijn hele familie had verloren in de genocide. Daar overleefde hij op straat: tussen zakkenrollers, kindsoldaten, grafdieven, druggebruikers, drankverslaafden. Hij is nu 17 en geadopteerd door een Belgisch gezin. Het verhaal dat hij brengt gaat over Afrika en over kindsoldaten, maar het is geen ver-van-mijn-bed show. Hij grijpt ook zijn jong publiek bij de kraag, als hij getuigt uit zijn eigen levenservaring: over hoe je pijn kan ombuigen in kracht, over echte en schijnverbondenheid, over drugs, alcohol en andere valse genotsmiddelen in contrast met echt geluk. Over de wilskracht en de strijd om te overleven, om ‘iemand’ te zijn!. Lucas is dit jaar teruggegaan naar Kenia om daar van binnenuit in de slums een film te maken over het leven dat hij daar geleid heeft. Met die film kan hij zijn verhaal en zijn visie over de beste vorm van hulpverlening kracht mee bijzetten. En hij is daar ter plaatse tegelijk met een hulpproject begonnen: het soort project dat hij destijds als straatkind niet heeft mogen hebben om een treffelijk leven te kunnen opbouwen in eigen land. Lucas was hier in België trouwens ook de initiatiefnemer van heel The House of Colours. Als hij in een zaal zijn verhaal komt doen, gebeurt de randanimatie dus door jongeren van The House: met gymnastics, djembé, muziek, poëzie, dans…"
Tip: • de schepen en de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking warm maken voor een avond in je gemeente met Lucas • aan je schepen van onderwijs en/of je schooldirectie over het project ‘jongeren voor een multiculturele samenleving’ vertellen • met de schepen voor veiligheid, of de politiespecialist of ambtenaar voor preventie praten over het project House of Colours
i
Sint Janstraat 21 - 2323 Wortel tel. 03/297.67.84
[email protected] http://www.arnica.be/
16
1.5 Oorlog in de sport: Ideeën voor Sportiviteit en Respect Kleine oorlog heb je dikwijls op en naast het sportterrein: onsportief gedrag, scheldpartijen, racisme. Van spelers én supporters. Sportverenigingen krijgen gemeentelijke subsidies. Des te meer heeft de gemeente of stad niet alleen de plicht maar ook het recht om meer vrede te eisen op het sportterrein. Enkele ideeën.
Racism is not a game! Een goed model waar je eens met je schepen van sport over kan praten komt van sportstudent Robby Vanhamel van voetbalclub Diegem. Hij maakte als eindwerk een project tegen het racisme in zijn sport: ‘Racism is not a game!’. Veel van zijn ideeën zijn ook in jouw gemeente toepasbaar. Hij vroeg bijvoorbeeld aan 20 grote en kleinere voetbalclubs om zich als voorbeeldclub op te stellen tegen racisme. Ook jouw gemeente zou dat aan haar clubs kunnen voorleggen. Ze moeten dan: • hun intern reglement aanpassen en concreet invullen met actiepunten tegen racisme en dit reglement zichtbaar uithangen in hun (jeugd)kantines • een link maken op hun website naar dat reglement en ook naar het ‘Charter tegen Racisme’ van de Belgische Voetbalbond (zie http://www.footbel.be/nl/KBVB/projecten/fair_play/charter_racisme.html) • de slogan 'Racism is not a game' ophangen bij de inkom van hun jeugdterreinen en in hun kantines. Bij zijn eindwerk hoorde ook een nieuwe website, die je vindt op: http://www.kdiegemsport.be/nraf/acties.php. Daarop wil hij onder meer zoveel mogelijk reacties uit de voetbalwereld verzamelen. Dat wordt, naast de voorbeeldclubs, o.a. ook gevraagd aan alle bezoekers van de jeugdvelden en kantines waar de slogan ophangt. Met dat actiepunt vraagt hij hen het 'neen' tegen racisme in voetbal openlijk te onderschrijven. Een ander onderdeel van zijn eindwerk was de organisatie van een jeugdwedstrijd tegen racisme. Eén ploeg speelde in witte shirts met zwart opschrift en één ploeg in zwarte shirts met wit opschrift. Het opschrift was natuurlijk de slogan. Het doel was om een voorbeeldmatch te spelen in het kader van de actie tegen racisme en discriminatie. De deelnemers waren jongens en meisjes van verschillende huidskleur en verschillende herkomst.
Rode kaart tegen racisme en discriminatie De Koninklijke Belgische Voetbalbond werkt al jaren samen met het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. In 2002 bedachten die twee samen met de stad Genk, voetbalclub Racing Genk, en de Stichting Samen Kleurrijk Sporten een campagne die veel weerklank kreeg binnen het multiculturele Genk. Binnen de stad werd het uitgewerkt door de dienst integratie. Genk ging hiermee in
17
op een oproep van de Europese campagne Football against Racism. Naast posters werd een tienpuntenprogramma uitgewerkt, met onder meer mededelingen aan het publiek voor elke wedstrijd, geen abonnementen voor racistische supporters, verwijdering van racistische graffiti, verbod van verkoop van racistische lectuur, een gelijke kansenbeleid bij aanwerving van personeel door de club, maatregelen treffen tegen spelers die over de schreef gaan enz. In 2003 lanceerde de Voetbalbond een poster van de Nationale futsal Ploeg (futsal is zaalvoetbal) onder het motto ‘Samen Kleurrijk Sporten - Carte Rouge au Racisme’. De poster werd verspreid via alle Futsalclubs naar hun jonge supporters. Enkele andere initiatieven waar het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding aan meewerkte: • TV-spots tijdens het Europees kampioenschap en de Wereldcup • campagne ‘rode kaart tegen racisme’ • actieweek van FARE (Football Against Racism in Europe) • Actie ‘Rode Kaart tegen Racisme’ met Club Brugge, Moeskroen… • sensibilisatiecampagne tijdens België-Frankrijk (2004) • sensibilisatie van de clubs over de toegang tot stadions voor personen met een handicap • vorming voor veiligheidsverantwoordelijken van de clubs en opmaak van een vormings module voor de voetbalstewards Het laatste weekend van november 2005 riep de Bond samen met de Koning Boudewijnstichting op tot een nationale actie tegen racisme. Alle ploegen werd gevraagd voor de wedstrijd een witte en zwarte streep aan te brengen op hun gezicht als teken van solidariteit met de actie. Deelnemende clubs konden een foto van het elftal in witte en zwarte strepen opsturen. Uit de inzendingen werden 50 clubs geloot die als prijs vier Nikewedstrijdballen kregen. Dat kaderde in ‘Stand up speak up’, een campagne van Nike, de Koning Boudewijnstichting en de VRT (met de SAM actie). Het symbool van de campagne is de zwart-witte polsband. Spelers en fans dragen deze polsbanden om te laten zien dat ze de campagne van Thierry Henry en vele andere (al dan niet gekleurde) topvoetballers steunen en om hun afkeer te tonen tegen racistisch gedrag in stadions en tijdens het spel.
Sportiviteit & Respect Ook vanuit Nederland komt een goed voorbeeld. In 2004 heeft Hardenberg samen met zes andere gemeenten uit de provincie Overijssel een verklaring ondertekend. Daarin beloven ze om zich de komende jaren in te zetten voor sportiviteit en respect binnen de sport in hun gemeente.
De sportraad van de provincie Overijssel en de gemeente Zwolle liepen al een aantal jaren voorop in hun beleid voor sportiviteit en respect. In Zwolle had de campagne een 'smoel' gekregen door de mascotte ‘Joep’ en de slogan 'Fair Play scoort'. Joep is sportliefhebber van het type 'ruwe bolster, blanke pit'. Hij houdt van een stevig spelletje sport, maar wel volgens de regels van het spel. Dat laat hij zien door het opsteken van zijn duim. Dat heeft zijn waarde in Zwolle bewezen, want Joep heeft er gezorgd voor herkenning en identificatie met het project. Daarom wordt Joep nu de provincie ingestuurd, om ook in gemeenten zoals Hardenberg overal zijn gezicht te laten zien.
18
Daar heeft Joep niet stilgezeten. In het kader van het project ‘Kies je Sport’ konden de basisscholen zich inschrijven voor een gastles Fair Play. 26 basisscholen haakten op het aanbod in. De gastlessen besteden zowel in theorie als praktijk aandacht aan drie facetten van Fair Play: omgaan met regels, omgaan met elkaar, en gelijke kansen. Het doel van de les is dat kinderen inzien hoe je op een sportieve en respectvolle manier omgaat met elkaar, de trainer, de scheidsrechter en de regels zodat ze zich een mening gaan vormen over de waarden en normen die in de sport gelden. Als vervolg op de gastles behandelt de leerkracht in de klas het lespakket ‘Doe je mee…?’. En het moet niet altijd voetbal zijn…: de jeugdcommissie van de tennisvereniging Slagharen uit datzelfde Hardenberg ging bijvoorbeeld ook al aan de slag met het thema Sportiviteit & Respect binnen hun jeugdafdeling. Niet dat het zo hard nodig was, maar de jeugdcommissie wil uitstralen dat sport vooral leuk moet zijn en leuk moet blijven. Daarom willen ze de jeugdleden het belang in laten zien van het sportief, respectvol en eerlijk omgaan met elkaar.
i
[email protected]; http://www.hardenberg.nl/smartsite17939.htm
Ideeën •
• • •
Doe je zelf ook aan sport? Met de verantwoordelijken van je club kan je naar de schepen van sport stappen om ook in jouw gemeente aan sportiviteit en respect te werken. Je gemeente laten meedoen aan campagnes zoals die van de Voetbalbond en van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Dat kan extra in de verf gezet worden met een speciale actie, zoals bijvoorbeeld de antiracisme wedstrijd hierboven. Of misschien kan je een bekende speler, trainer, ex-speler… uit jouw geliefde sporttak strikken voor een door de gemeente ingericht debat over deze thema’s? Of voor de aftrap van een wedstrijd in het kader van sportiviteit en respect?
19
1.6 Hoogstraten en multiculturele problemen: Sociaal-artistiek project helpt samen leven Hoogstraten zat met een probleem in een sociale woonbuurt. Te veel nationaliteiten die mekaar niet verstonden, onderlinge wrijvingen en misverstanden, racisme... In de deelgemeente Wortel zetelt de vzw Arnica, die o.a. sleutelt aan onderling begrip in een multiculturele samenleving. Zij werkten een project uit.
Verbondenheid Arnica onderzoekt hoe een multicultureel probleem op een bepaalde plaats in mekaar zit, en probeert ‘op maat’ een oplossing te zoeken. In Hoogstraten lukte dat via de taal van de verfborstel. Kernidee van waaruit Arnica telkens opnieuw vertrekt is ‘verbondenheid’. Dat concept hebben ze van Anouk Depuydt en Johan Deklerck, beiden criminoloog aan de K.U. Leuven. Die deden wetenschappelijk onderzoek naar het ontstaan van wat ze de-link-wentie noemen, en ze ontwikkelden als antwoord daarop het concept ‘verbondenheid’. Als men preventief of herstelgericht wil werken naar criminaliteit toe, komt het erop aan om op vijf niveau’s aan verbondenheid te werken. Arnica past dat concept in heel haar werking toe, ook in het bevorderen van een multiculturele samenleving. Die vijf niveau’s zijn: • de band met zichzelf • de band met de ander • de band met de materialen • de band met de maatschappij • de band met het levensgeheel. Hilde Stockman (coördinator Arnica): "Voor dat project was het de gemeente Hoogstraten die in mei 2004 bij ons was komen aankloppen. In de Mouterijstraat waren het niet alleen de jongere kinderen die voor overlast zorgden.(voor het project met de kinderen: zie 1.9 - nvdr). Ze leven daar met erg veel nationaliteiten en verschillende culturen samen en dat is niet altijd even gemakkelijk. Wij hebben daar het sociaal-artistieke ‘crossing paths’ project gedaan."
20
Crossing paths: wegen die kruisen? Hoe pakten jullie het aan? "We trokken een paar dagen na mekaar naar het pleintje en zetten ons aan een tafel met papier en penselen. Iedereen die passeerde nodigden we uit om mee te tekenen en te schilderen. Sommigen deden direct mee, anderen kwamen er eens bij zitten en keken toe. De kleurrijke schilderwerken lokten nog meer bewoners. Met zijn vieren werkten we aan zo’n ‘sociaal schilderij’. Heelder verhalen groeiden zo op dat papier. Een mengelmoes van hun persoonlijke levenservaringen eigenlijk." En zo groeide het onderling begrip? "Letterlijk! De taal van de verfborstel oversteeg het probleem van de verschillende gesproken talen. Aan de hand van hun tekening proberen ze dan – dikwijls met gebaren – hun levensverhaal aan mekaar uit te leggen. De ene spreekt wat Engels, een ander Duits, nog een ander Russisch. Sommige Afrikanen verstonden elkaar dan weer onderling. Enkelen spraken twee talen, en die vertaalden dan weer voor de anderen… Elke keer kwamen we met een nieuw blad af. Een luchtige aanpak, niet op voorhand geprogrammeerd… En zo groeide op die tien weken tijd het contact en ontstond er verbondenheid tussen de bewoners onderling. We namen foto’s van de kunstwerken en van de deelnemers; en de buurtbewoners organiseerden een opendeurdag met de foto’s voor de rest van de gemeente. Met feest, muziek en dans, uiteraard."
Tip: • problemen van multicultureel samenleven in jouw gemeente? Arnica helpt met projecten op maat • een goed idee dus om eens te signaleren aan iemand van je OCMW-raad, of de schepen van sociale zaken… • Arnica helpt je met de weg te zoeken naar subsidiemogelijkheden.
i
Sint Janstraat 21 - 2323 Wortel tel. 03/297.67.84
[email protected] http://www.arnica.be/
21
1.7 Campagne: ‘Iedereen is van de gemeente. Geef nieuwkomers een kans’ Ben jij ook verontwaardigd over de vaak moeilijke situatie van vluchtelingen, nieuwkomers, mensen zonder papieren? Vraag jij je ook af wat er kan gebeuren in je eigen gemeente? Wil je mee de handen uit de mouwen steken? Dat kan: doe mee met de Gemeentelijke campagne nieuwkomers (2006).
Samen met lokale vluchtelingenorganisaties en tal van sympathisanten willen Vaka/Hand in Hand en Vluchtelingenwerk Vlaanderen hierover in zoveel mogelijk gemeenten actie voeren. Jeugdorganisaties en jongeren worden van harte uitgenodigd om hieraan mee te werken. Via een eenvoudige vragenlijst zoeken we eerst per gemeente op wat het gemeentebestuur doet voor nieuwkomers en wat eventueel beter kan. Als je b.v. vindt dat kinderen en jongeren van vluchtelingen en nieuwkomers problemen hebben in jouw gemeente, neem dan contact op met het lokale actiecomité dat de campagne voert in jouw gemeente, of met Vluchtelingenwerk of Vaka/Hand in Hand, zie adresgegevens onderaan. Het lokale comité maakt een overzicht van alle problemen en bekijkt of de gemeente hieraan kan verhelpen. Wil je ook ‘politiek’ iets doen? Trek dan samen met de mensen van het lokale actiecomité naar de politici die in jouw gemeente opkomen voor de gemeenteraadsverkiezingen – of na de verkiezingen: naar de nieuwe verkozenen. Vraag hen om meer aandacht voor de belangen van minderjarige vluchtelingen en nieuwkomers in jouw gemeente en bezorg hen jullie voorstellen om het beter te doen. Wil je liever in je eigen jeugdorganisatie iets doen? Dat kan zeker. De campagne hoopt zoveel mogelijk mensen ervan te overtuigen dat nieuwkomers op een goede manier moeten opgevangen worden. Ontmoetingen tussen leden van verenigingen en nieuwkomers is hiervoor een eerste stap. Een lokale jeugdbeweging kan b.v. vluchtelingenjongeren uitnodigen op een eigen activiteit of samen met een lokale vluchtelingenorganisatie iets opzetten. Je kan ook een bezoek brengen aan het lokale opvanginitiatief of aan een asielcentrum in de buurt. (zie 1.8) In de campagnebrochure en op de website vind je nog een hele reeks mogelijkheden (een rally, interessante spelmethodieken, films over vluchtelingen, etc.). Ongetwijfeld kan je zelf nog een hele reeks leuke en eenvoudige activiteiten bedenken die je samen met nieuwkomers kan doen, een gezamenlijke voetbalwedstrijd bijvoorbeeld. Je kan tenslotte ook meewerken aan grotere activiteiten die door een vluchtelingencomité worden georganiseerd in jouw gemeente (een festival, een solidariteitsfeest, een vluchtelingentraject,…).
22
Misschien was jij er ook wel bij op de HOP-manifestatie in Antwerpen (15 februari 2006): ‘Hoop Op Papieren’…
i
Wil je meer uitleg hierover, wil je de campagnebrochure boordevol tips bestellen of zit je nog met vragen, geef dan een seintje aan: • Vluchtelingenwerk Vlaanderen: Gaucheretstraat 164, 1030 Brussel; 02/274.00.20;
[email protected], www.vluchtelingenwerk.be • Vaka/Hand in Hand: Breughelstraat 31, 2018 Antwerpen; 03/281.15.05;
[email protected]; www.vaka-handinhand.org
23
1.8 Vrede met asielzoekers: Door elkaar te ontmoeten! Soms wonen ze in asielcentra, soms apart, of met een aantal samen in Lokale Opvang Initiatieven. Om de vrede met de nieuwe inwoners te bewaren of te verbeteren kan een gemeente veel doen. Een paar voorbeelden inspireren je om bij jouw gemeente aan te kloppen: "Waarom doen wij dat hier ook niet?" (zie ook 1.7).
Diksmuide: eerst zingen en dan op bezoek In Diksmuide, bij de IJzertoren, vindt elk jaar het vredesfestival Ten Vrede plaats (zie http://www.tenvrede.be/). Een onderdeel daarvan is ‘Wij zingen een dak op de wereld’. WIJ ZINGEN EEN DAK OP DE WERELD: IJzertoren, Diksmuide, 11 mei 2006 Zanghappening voor Vrede, Verdraagzaamheid en Solidariteit 3000 kinderen 4de, 5de en 6de leerjaar en 1ste graad secundair zingen in een nokvolle tent voor een onderwijsproject in een sloppenwijk in ZuidAmerika. Alle deelnemende scholen krijgen een Peace-vlag en een Vredesboom om bij de IJzertoren te planten. Samen met de Vlaamse Vredesweek (zie 4.12) is het de bedoeling om zo in heel Vlaanderen 32.000 Vredesbomen te planten, hetzelfde getal als het aantal kernwapens in de wereld. Zo tonen ook de kinderen dat zij de 32.000 kernwapens de wereld uit willen. De stad Diksmuide maakt dankbaar gebruik van de aanwezigheid van al die kinderen die komen zingen, voor nog een ander vredesdoel: kennismaken met de vluchtelingen in de stad, de bewoners van het Lokaal Opvang Initiatief, zeg maar de vluchtelingenopvang van de stad. De deelnemers aan ‘Wij zingen een Dak op de Wereld’ die willen, gaan daar dan in groepjes op bezoek. Binnen in het gebouw is op voorhand een werelddorp gebouwd: elke kamer een ander werelddeel. Zo maken de bezoekers kennis met de verschillende culturen van de bewoners. Heel actief: met spelletjes, hapjes, drankjes, plaatsen van tattoo’s, het schrijven van je naam in Arabische lettertekens, dans en muziek, enz. Door het vlotte contact met de bewoners valt vanzelf de drempelvrees weg om kennis te maken met andere culturen en zo merk je dat die bijlange zo slecht nog niet zijn. Men krijgt de jonge bezoekers soms bijna niet meer de deur uit, dat zegt genoeg! Tip: •
misschien is er in jullie wijde omgeving ook zo een plek waar elk jaar veel (school)-kinderen voor een happening of bijvoorbeeld een sportgebeuren bijeen komen? Doe dan zoals Diksmuide, en probeer dit te koppelen aan een ontmoeting met asielzoekers
24
•
doe dit bijvoorbeeld samen met jeugdraad, cultuurraad, en zeker ook met de gemeentelijke diensten die zich met de asielzoekers bezig houden: sociale dienst, OCMW, schepen van sociale zaken…
i
Cindy Bakeland, Stad Diksmuide,
[email protected]
Asielcentrum Broechem: vrede door openheid Het asielcentrum in Broechem (deelgemeente van Ranst) heeft een 300-tal bewoners van 50 nationaliteiten. Gemiddeld blijven ze een drietal maanden. Dankzij de goede samenwerking met de gemeente zijn er geen problemen met de Ranstenaars. Via het gemeenteblad vernemen die hoe ze zelfs kunnen helpen met kleren, meubels, muziekinstrumenten, taalcursussen… De gemeente helpt natuurlijk ook met podiums, geluidsinstallatie, materiaal enz. als er weer een opendeurdag, een gezamenlijke sportdag of andere feesten op til staan waardoor bewoners en inwoners elkaar beter leren kennen.
Het opvangcentrum werkt nauw samen met de gemeentelijke jeugddienst. Zo staan de activiteiten van grabbelpas en swappas ook voor de kinderen van het opvangcentrum open. Een aantal daarvan gebeurt trouwens in het centrum zelf. Elke zomer doen er ook wel een tiental kinderen uit het centrum mee in de gemeentelijke speelpleinwerking. Maar eerst is er, eind juni, de jaarlijkse Roefeldag: de kleinste Ranstenaars komen dan kennis maken met het leven achter de schermen van het asielcentrum. Hoe wonen hun vriendjes, waar wast hun mama de kleren, hoe maken ze daar eten? Onder begeleiding in kleine groepen gaan de kinderen rond in het centrum. Maar die rondleidingen kunnen evengoed op andere dagen, in schoolverband - ook scholen van buiten de gemeente zijn trouwens welkom. De kinderen maken dan kennis met de verschillende diensten, de vele lokalen en ze mogen even achter de schermen komen kijken. Bij het vertrek krijgen ze een draagtas mee met informatie, onder meer de kinderbrochure 'Zo woont Mo'.
25
Af en toe is er een opendeurdag, in 2003 kwamen wel 3000 bezoekers een kijkje nemen! Dat grote succes dankte men aan de goede samenwerking tussen de gemeente, de GROS (Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking) en Wereldsolidariteit, dat toen de grote trekker was van het Global Fiesta-project in verschillende gemeenten. Het opvangcentrum organiseerde in 2004 een grote sportdag samen met de gemeentelijke sportdienst en sportraad. Bezoekers namen samen met de bewoners deel aan sporten aangeboden door plaatselijke verenigingen: • basketinitiatie en demonstratiewedstrijd • hiphopdemonstratie, toestelturnen, capoeira en ropeskipping • karatetechnieken • petanque • de wandelclub organiseerde wandelingen en de Fietstoeristenclub een fietstocht. Daarrond was het een echt familiegebeuren, met kinderanimatie, volksspelen, speleobox, hindernissenparcours, muziek, minigolf... Bezoekers maakten kennis met de werking van een opvangcentrum tijdens rondleidingen en bij informatiestandjes. Een tof uitvloeisel is dat acht sportverenigingen sinds die dag hun deuren ook hebben openstaan voor asielzoekers. Dat is niet altijd simpel, want de asielzoekers zijn hier slechts enkele maanden, ze verdwijnen dikwijls juist als ze goed in een ploeg zijn ingepast. Net als met de sportverenigingen kwam in 2005 ook een samenwerking met de Broechemse jeugdverenigingen tot stand. De jeugddienst van de gemeente heeft dat mee in gang geholpen. Nu kunnen de kinderen tussen 6 en 18 jaar elke week meedoen met de Chiro, KSA en VKSJ. Vooraf hadden die jeugdbewegingen samen met het opvangcentrum een informatieavond ingericht voor de ouders. En op de ‘multicultidag’ van de drie jeugdbewegingen en het opvangcentrum, maakten de kinderen kennis met spelletjes van over de hele wereld.
i
Veerle Van den Bosch, Opvangcentrum Broechem, Van den Nestlaan 64b, Broechem; tel: 03/727.12.67, e-mail
[email protected]
Wat we onthouden uit deze verhalen uit Diksmuide en Broechem-Ranst: • je hoeft niet in de gemeente te wonen van het asielcentrum: je kan ook van verderop met jouw gemeente, jeugdraad, school of jeugdbeweging mogelijke samenwerking onderzoeken en ontmoetingen organiseren • op http://www.fedasil.be/home/index kan je een venster openen met alle Belgische asielcentra • een asielcentrum is groot, maar er zijn ook talrijke kleinere Lokale Opvang Initiatieven (LOI). Hoe vind je die? Dat is een lang verhaal…: op www.desocialekaart.be kies je bovenaan je provincie, op de volgende webpagina klik je op ‘gestructureerd zoeken op vestigingsplaats’, vervolgens op ‘zoeken’, kies dan je gemeente (of een gemeente in de buurt) en opnieuw op ‘zoeken’, vervolgens kies je als rubriek onderaan ‘14.04.01 Vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren’ en nog eens op ‘zoeken’: je krijgt dan onder andere de Lokale Opvang Initiatieven – althans diegene die zich op deze socialekaart-website hebben ingeschreven!
26
1.9 Overlast met kinderen: Hoogstraten herstelt buurtvrede Arnica is een vzw die projecten uitvoert om crimineel gedrag te helpen voorkomen. De gemeente Hoogstraten deed met succes een beroep op hen om vandalisme, racisme en ruzie tussen de kinderen in een sociale woonwijk en de omliggende wijken te doen stoppen.
Hilde Stockman (coördinator van Arnica): "De Mouterijstraat is een sociale woonbuurt met mensen van allerlei nationaliteiten. Er worden veel asielzoekers gehuisvest. Mensen met en zonder kinderen, alleenstaanden… Het probleem was dat de kinderen tijdens de vakantie zonder toezicht kliekjes gingen vormen. Je kunt het je al voorstellen: rondhangen op speelpleintjes in de andere buurten van Hoogstraten, kleine vandalenstreken uithalen, ruzie maken… Wat natuurlijk geleid heeft tot uitsluiting en racistische uitlatingen door de mensen uit de omgeving. Die gingen ook klagen bij het gemeentebestuur." En die hebben Arnica dan ingeschakeld… "Het was de buurtwerkster die door het OCMW was aangesteld voor deze wijk, die namens de gemeente bij ons kwam aankloppen. Omdat men wist dat wij met criminaliteitspreventie bezig zijn. Wij hebben dan eerst gekeken naar wat er in het verleden al aan gedaan was. De gemeente had al eens geprobeerd om met een begeleider activiteiten te organiseren, maar die kinderen zijn niet ‘te pakken’, ze laten zich niet ‘organiseren’, kortom ze kwamen er niet naar toe. De drempel naar de georganiseerde kinderopvang bleek te hoog, grabbelpas en zo is niet gratis, je moet op voorhand inschrijven. Dus daar gingen ze ook niet naar toe. Daarom zochten wij een nieuw middel om de kinderen positief bezig te houden, en ze tegelijk te helpen integreren. We wilden ze ook respect laten krijgen voor materialen, zodat ze die niet binnen de kortste keren terug zouden vernielen." Hoe hebben jullie dat dan aangepakt? "Het bindmiddel werd een fietskot dat ze van de gemeente kregen. Daar mochten ze een ruimte van maken waar ze ook bij slecht weer in konden spelen. Maar hoe gingen we ze er naar toe krijgen? We moesten ze aantrekken met iets waar ze vanzelf naar toe zouden komen. Dat middel werd ook gevonden: een striptekenaar. Die is gewoon op straat krijttekeningen van stripfiguren beginnen tekenen. En daar kwamen ze al afgezakt, nieuwsgierig. Ze kregen zelf ook krijtjes om te tekenen of om te helpen inkleuren. Dat begingroepje kwam de volgende dag natuurlijk fier terug en ze mochten dan de figuren op een blad tekenen. En weer een dag later op T-shirts. We hadden panelen van de gemeente gekregen om van het fietskot een lokaaltje te maken. Eens die vastgemaakt waren, werden ze samen met de striptekenaar mooi volgeschilderd." Het lijkt wel het ei van Colombus. Maar er zit een visie achter, neem ik aan. "Natuurlijk. Door ze zelf iets te laten maken werkten we aan de kern van ons model: eerst rustig worden van binnen, en dan verbondenheid krijgen. Verbondenheid met het materiaal waar ze aan gewerkt hadden, ver-
27
bondenheid ook met de omgeving. Want ook van buiten de wijk kwamen al snel kinderen nieuwsgierig een kijkje nemen. Diezelfde (vooral Belgische) kinderen waar het vroeger ruzie mee was, kwamen nu meedoen met de activiteiten. Jongeren brachten muziek mee, moeders begonnen pannenkoeken te bakken… Zo raakte de hele wijk van de Mouterijstraat stilaan betrokken bij het project. Kinderen van 3 jaar deden mee, evengoed als pubertjes. Zelfs die van 14 jaar vonden het echt tof. Een andere sociale woonwijk is Venhoef, waar ook veel asielzoekers heentrekken eens ze hun papieren hebben gekregen. Ook daar begonnen we met activiteiten. We hebben een bakfiets voor hen gekocht. Een feest in een tent… het groeide en het groeide... Een modeshow met zelf gemaakte kleren, knutselen,..."
"De sleutel tot het succes zat hem in het niet-organiseren: alles gebeurde nu zónder dat ze zich moesten inschrijven. Louter door de kracht van het aantrekken dus. Ze zien of horen dat er daar of daar iets te doen is… hop, de fiets op en ernaartoe! Ze doen mee, en als het gedaan is zijn ze weer weg. Dus we proberen nooit de kinderen ‘vast te houden’. Wij zijn tussen haakjes ook niet verantwoordelijk voor wat ze uitspoken: dat blijven hun ouders. Maar wij zorgen dat er ‘iets te doen is’ waar ze aan kunnen meedoen." Wie betaalde voor het project? En is dat op termijn wel betaalbaar, moet het niet elke vakantie opnieuw herhaald worden? “Arnica, onze vzw, had het project uitgedacht en aan de gemeente voorgesteld, en er onze kostprijs op geplakt. Want wij hebben dus de kunstenaar aangetrokken en aan het werk gezet. De gemeente betaalde vanuit het budget voor cultuurparticipatie. We voerden ons project uit in de paasvakantie en daarna nog eens in de zomer van 2004. Er was gedacht aan een herhaling in de zomer van 2005, maar… het was niet meer nodig: de rust in de wijk bleef vanzelf bewaard! Een bewijs dat het niet zomaar een tijdelijke noodoplossing was om kinderen in vakantietijd bezig te houden, maar dat er blijvend resultaat was geboekt. Je zou het kunnen zien als een kramptoestand waar de wijk in vastzat, en wij hebben die er kunnen af halen. We hebben onszelf overbodig gemaakt. Later hebben we er wel nog op voortgewerkt in overleg met de jeugddienst om te proberen de grabbelpasactiviteiten toegankelijker te maken voor deze kinderen. De buurtwerkster pakt dat nu verder op."
28
Kunnen gemeenten met gelijkaardige wijkproblemen ook zo’n project van Arnica aanvragen? En wat kost het? "Ze kunnen bij ons terecht, maar een prijs kunnen we er niet op voorhand op plakken. De vraag verschilt dikwijls van buurt tot buurt. Probleem van veel gemeentelijke speelpleintjes is bijvoorbeeld dat ze een plaats worden voor drugsdealers. Laat daar je kind dan maar spelen zonder toezicht! Wij werken rond preventie van criminaliteit. We kijken wat het probleem is: kansarmoede, drugs, multiculturele conflicten…? Ook met jongeren kunnen we aan de slag: samen met de jongeren van een wijk, een school, een jeugdvereniging." (Daar vind je een voorbeeld van op 1.4)
Tip: • met de schepen voor sociale zaken, of de politiespecialist of ambtenaar voor preventie, of de buurtwerker van het OCMW… praten over de mogelijkheden die Arnica biedt om problemen met kinderen in een multiculturele wijk op te lossen
i
Sint Janstraat 21 - 2323 Wortel tel. 03/297.67.84
[email protected] http://www.arnica.be/
29
1.10 Geweld in het gezin: als kind of jongere… waarheen? Bij wie kan je terecht als je als kind of jonge mens slachtoffer bent van geweld binnen je eigen gezin? Of wat raad je vrienden/vriendinnen aan die daarin verzeild zijn? Een website wijst de weg. Maar blijft die prachtige wegwijzer nog bestaan?
"Geweld hoort niet thuis in huis", schreef Tine Van Doninck bovenaan haar website www.stopgeweld.be. In tien jaar tijd verdubbelde het aantal meldingen van misbruik, geweld en verwaarlozing van kinderen, waarvan 80 % binnen het gezin. Daarom bokste ze voor haar eindwerk als studente aan het Rits een preventiecampagne in elkaar, met als sluitstuk de website. Aangepast aan verschillende leeftijden, met pakkende voorbeeldverhaaltjes, verwijst de site door naar hulpkanalen. Tine: "Ik koos als verhaalbasis het sprookje Hans en Grietje, omdat dit zowel bij autochtone als bij allochtone jongeren gekend is. Het gaat over de angst om alleen achter te blijven, en de moeilijke weg die een kind gaat naar het volwassen worden. Hans en Grietje worden door hun
30
ouders in de steek gelaten, en zijn zo gedwongen met vallen en opstaan zelfstandig te worden. Ook geweld in het gezin dwingt kinderen door omstandigheden snel ‘groot en volwassen te worden’. Ook in het sprookje komen vormen van geweld in het gezin aan bod: verwaarlozing - ze worden achter gelaten in het bos - en fysiek geweld: in het huisje van de heks."
Helaas: na verloop van tijd zou de website opgedoekt worden, aldus een krantenartikel uit begin 2006. En hier komen we bij ons eigen verhaal: deze Jeugd & Vrede-inventaris van gemeentelijke vredesinitiatieven. Want het helpen bij gezinsgeweld is ook werken aan de (kleine) vrede. En het was het Antwerpse gemeenteraadslid en fractieleidster Tanja Smit die het idee lanceerde dat de stad de website kon overnemen voor het te laat was. Hallo Tanja, wat heeft een stad daar mee te maken? Tanja Smit: "Geweld binnen het gezin pak je op heel wat manieren aan: daders bestraffen (repressief), het geweld voorkómen (preventief), therapie (daders helpen minder gewelddadig worden), en natuurlijk: zorg en begeleiding van de slachtoffers. De overheid doet dat op federaal (heel België) en Vlaams niveau, maar ook een grootstad als Antwerpen ziet veel gezinsgeweld gebeuren. Als stad ga je dit probleem best te lijf met een hele resem maatregelen, van onderwijs over jeugdbeleid tot huisvesting - b.v. voorrang voor het krijgen van een sociale woning." En deze website past in dat plaatje? "Heel wat kinderen die met huiselijk geweld te maken krijgen, hebben nood aan iets of iemand die zegt waar ze naartoe kunnen. Vergeet ook niet dat een kind dat thuis geweld ziet of ondergaat, riskeert om zich later aan hetzelfde gedrag schuldig te maken. Met goede hulp en met preventie kunnen we dus heel wat miserie op lange termijn voorkomen. De stad zou de website perfect zelf kunnen overnemen, herwerken op maat van de stad, en er eventueel een interactief luik aan toevoegen. Het is een erg goedkoop middel, en vlot bereikbaar voor veel kinderen en jongeren. Die raadplegen nu al heel veel de DMA – Digitale Metropool Antwerpen - voor andere info die hen interesseert. We zouden de site daarin kunnen onderbrengen. En uiteraard wijd en zijd bekendmaken: o.a. via de scholen, via het tijdschrift Klasse. De schepen van veiligheid antwoordde mij de zaak genegen te zijn, en hij zal onderzoeken hoe het in een bredere beleidsnota voor een volledige veiligheidsaanpak kan passen. Afwachten…"
i
Meer info en stand van zaken (hamvraag: blijft de website bestaan?): •
[email protected] •
[email protected] (auteur van de website) • www.stopgeweld.be; de website was ook terug te vinden via http://politie.antwerpen.be/intrafamiliaal/links.htm, onder rubriek Hulp voor kinderen
Voel je jezelf om een of andere reden betrokken bij deze problematiek van geweld en (kleine) vrede, dan kan je in je eigen gemeente kanalen zoeken om te verwijzen naar deze website. Spreek eens met de preventieambtenaar van de politie, of de schepen van veiligheid, of welzijn, of sociale zaken, of het OCMW…
2 Kinderen aan het werk rond vrede
32
2.1 Nijlen, april 2005: Alle scholen voor vrede en ontwikkeling! Elk jaar slaan gemeente, jeugddienst en het Nijlens Comité voor Ontwikkelingssamenwerking (N.C.O.S.) de handen in elkaar samen met alle scholen. Voor Nijlense derdewereldprojecten halen ze geld op en doen ze aan bewustmaking. Elke keer kiezen ze één centraal thema. In 2005 was het: vrede.
De kinderen weten het: elk jaar voor de paasvakantie komt Hilde Frateur van Mens Milieu Muziek (http://www.amazonemmm.be) met een gitarist een dag naar de school. Ze schrijft vooraf mooie liederen over het thema en in een plezante workshop leren de kinderen ze aan. Hilde: "In groepen van max. 70 zingen en praten we over het thema – in 2005 dus: vrede. Bij het voorzingen wordt er goed geluisterd. Daarna zullen ze graag vertellen waarover het lied ging. Kort raken we even de essentie aan, zonder de les te spellen. Allemaal doen ze daarna enthousiast mee: door de micro’s zingen, uit onze koffer een muziekinstrumentje kiezen, mee kloppen en springen op het ritme … Belangrijk is ook wàt we zingen, en wat we voelen: verbondenheid met andere mensen. Door in verschillende talen te zingen strekken we onze armen uit naar de grote wereld. Een speelse manier om zich in een thema als vrede te verdiepen is b.v. het bal- en vragenspel waarbij de bal de wereldbol is. Vredesvlaggen zwaaien heen en weer tijdens het zingen… In enkele scholen kon ik met alle kinderen een vredesdans aanleren. Dat is pas de max! En achteraf maken ze dan tekeningen over het thema. Die geven ze me fier af op de slotdag, om in een mooie tentoonstelling in het gemeentehuis een beeld te geven aan heel Nijlen."
33
Zingen is dus de thematische ingangspoort? "In bijvoorbeeld ‘De Kleine Boot’ zit meer dan genoeg stof: oorlog, vrede, oorzaken van geweld; hoe milieuproblemen tot oorlog leiden; of over kleine oorlog en burenruzies, over verdraagzaamheid, over in de Kleine Boot plaats maken voor zwakkeren, enz… Op onze nieuwe CD staan nog meer liederen voor het vredesthema: o.a. het ‘Vredeslied’, met in zes talen telkens dezelfde vredesboodschap. Per klas kiezen ze dan één taal uit om aan te leren."
DE KLEINE BOOT We leven op een grote bol En draaien allen mee De kleine boot is overvol Wie valt er in de zee Ahoi ahoi ahoi ahoi Kan iedereen nog wel mee? Wie kan er verder leven, als water niet meer stroomt Als vissen kunnen zwemmen, zijn mensen al tevree Het harde leven op het land, in zand van de woestijn Waar eindigen de schepen die varen op de zee? Wie ziet er nog zijn vrienden, als lucht niet zuiver is De sterren aan de hemel, de vogels in hun nest De zon zou niet meer schijnen, 't zou altijd donker zijn De wolken en de gassen, van rook en groot venijn Met zovele mensen, soms dichtbij mekaar In hutten of in huizen, in kamers naast elkaar Weg met de oorlog, om vrede roepen wij Alle mensen zingen, de bom hoort er niet bij! Je kan hier alles kopen, in ons kleine land Bananen uit de tropen, horloges van de band Kom op, ik ga op reis, met een vriend aan m'n zij Ik zie de wereld anders en voel me vogelvrij!
Het slotmoment is met alle Nijlense schoolkinderen samen? "Dan komen we bijeen: per fiets, te voet, per bus, sommigen per sponsorvoettocht … allemaal naar het grote plein. Daar bezoeken ze standjes van derdewereldorganisaties voor korte workshops. Aan mijn tentje is het dan weer zingen geblazen! Om 12 uur zingen we tot slot met 1000 kinderen samen de favoriete liederen, en gaat de financiële opbrengst onder het goedkeurend oog van het gemeentebestuur naar de derdewereldorganisaties." Wat is de inbreng van de gemeente in die jaarlijkse veertiendaagse? "De administratie doet de jeugddienst. Omdat de zangworkshops gesubsidieerd worden door Kleur Bekennen (provincie Antwerpen), verzamelt de jeugddienst alle aanvragen van de scholen in één dossier. De hele coördinatie ligt bij het N.C.O.S, de gemeentelijke derde wereldraad. Andere budgetten komen van de gemeente: van cultuur en jeugd. De gemeente levert podium en geluidsinstallatie. Brandweer en Rode Kruis zijn ook steeds paraat."
34
Jij kan dat programma natuurlijk ook elders brengen. Heb je goeie raad voor wie voor zo’n vredesdagen ook aan zijn/haar gemeente medewerking wil vragen? "Vermits er vooraf veel voorbereiding nodig is, raad ik aan: • Een kern mensen voor één doel: alle handen in elkaar voor vrede • Bespreek het precieze thema • Kies een vaste periode die elk jaar terugkeert, met een geschikte datum voor het slotfeest, om een goede locatie te reserveren • Denk een jaar op voorhand, vergader tijdig met alle betrokkenen, met de instanties… In samenwerking met derdewereldorganisaties van een gemeente is dit een waardevol project waarbij de kinderen zelf hun inbreng hebben. Doordat zo alle scholen samenwerken rond vrede, voel je de vredeskaars echt wel branden, zeker als je duizend kinderen uit volle borst hoort zingen: ‘Weg met de oorlog, om vrede roepen wij!’"
i
(Hilde Frateur)
[email protected]; www.amazonemmm.be 0476/60.05.74 Els Goossens, voorzitter Nijlens Comité Ontwikkelingssamenwerking en Walter Caethoven:
[email protected];
[email protected]
35
2.2 Kindergemeenteraad Almere: Grote oorlog en kleine vrede ‘Roefelraad’, zo heet de kindergemeenteraad in Almere (Nederland). Die doet heel veel verschillende knappe activiteiten. Een ervan draait rond grote vrede (de oorlog), een andere rond kleine vrede (iets liefs doen voor een ander), nog een andere gaat over antidiscriminatie.
De kinderen in de kindergemeenteraad van Almere komen uit de hoogste klassen van de meer dan 75 basisscholen. Elke school mag één leerling afvaardigen. Daarmee vertegenwoordigen ze alle kinderen in Almere. De raad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan bijvoorbeeld de gemeente of andere volwassenen over dingen die de raad belangrijk vindt. De Roefelraad heeft heel wat aanzien en wordt echt serieus genomen door de politiek. De raad is in 1995 opgericht en heeft al heel veel adviezen en activiteiten op zijn actief, dat lees je op hun website. Een daarvan is de kinderherdenking op 4 mei. Daarover maakte ene ‘Sonny’ een prachtige videoreportage die je kunt bekijken en beluisteren op http://proto5.thinkquest.nl/~bge0024/sonny.php. Sonny zelf aan het woord: "De kindergemeenteraad in Almere: toen ik 12 was heb ik er ook in gezeten. Elk jaar organiseert de Roefelraad een speciale kinderherdenking op 4 mei. De kinderen leiden dan groepjes andere kinderen en hun ouders rond in het ‘Bos der Onverzettelijken’." De Roefelraad geeft zelf meer uitleg: "De Roefelraadsleden van het schooljaar 2000-2001 wilden graag aandacht besteden aan de herdenking op een manier die kinderen zou aanspreken. Wel met respect, maar toch een beetje speels. Ze wilden alle kinderen die slachtoffer zijn van een oorlog herdenken. Want nog steeds is er in verschillende landen oorlog. Ook vonden ze het jammer dat eigenlijk maar heel weinig mensen wisten dat het Bos der Onverzettelijken bestaat en wat het betekent. Daarom bedachten ze een rondleiding door het bos, door kinderen voor kinderen. Ze hebben alle teksten in het Bos der Onverzettelijken vertaald in zinnen die te begrijpen zijn voor kinderen. Met een map met deze teksten en foto's leiden ze kinderen en hun ouders of verzorgers op 4 mei rond door het bos. Dat begint om 19 uur zodat ze op tijd terug zijn bij het monument om mee te doen aan de twee minuten stilte om 20 u. Leden van de Roefelraad dragen dan een gedicht voor, of vertellen een tekst. Soms spelen er kinderen op een dwarsfluit of een saxofoon. Als we met elkaar twee minuten stil zijn, dan is het ook altijd heel stil. Iedereen denkt na over oorlog en geweld en luistert naar de vogels die dan heel goed te horen zijn. Na de twee minuten stilte mogen alle kinderen een bloem op het monument leggen. En elk jaar komen er steeds meer kinderen met hun ouders, verzorgers, grote broer of zus, opa of oma. Dus elk jaar wordt de berg bloemen groter."
36
En wat is dan dat ‘Bos der Onverzettelijken’? Dat vonden we op de website van Almere: "In het Bos der Onverzettelijken worden alle Nederlanders herdacht die in de periode 1940–1945 vanwege hun verzetswerk zijn gefusilleerd. Het Bos betuigt eer aan allen die in het verzet gingen tegen tirannie en onderdrukking en zich inzetten voor vrijheid en democratie. Zorg om de toekomst en de bereidheid om daarvoor in actie te komen, er zelfs voor te sterven, dreef de verzetsmensen. Het Bos draagt de boodschap uit dat voor vrijheid, democratie en mensenrechten moet worden gestreden en spoort de jongere generaties aan tot strijdbare waakzaamheid. Het is een blijvende herinnering die beoogt een band te vormen tussen verleden en toekomst. Op wegwijzers staan namen van en teksten over de facetten van het verzet in Nederland en het voormalig Nederlands-Indië. Toegangsborden verwijzen naar de betekenis van het Bos." En inderdaad: dat kan je zien op de videoreportage van Sonny. Daarop geven de kinderen uitleg bij die informatieborden, o.a. over de stakingen tegen de bezetter, het kerkelijk verzet, het verzet bij de artsen, het vervalsen van papieren enz. Ze interviewen ook andere kinderen over het belang om ook vandaag nog het verzet tegen de bezetter te herdenken. Een tweede video van Sonny brengt het antidiscriminatielied dat de Roefelraad in 2003 heeft opgenomen. Spelende en zingende kinderen, leuke tekst. Ook sterk de moeite van een bezoekje waard! Wat we hieruit meenemen: • In een aantal Vlaamse steden en gemeenten bestaan ook reeds kinderraden: bij jou ook? • Dan doe je op deze websites inspiratie op, als je over grote of kleine vrede of discriminatie wil werken met de kinderraad
37
• Nog geen kinderraad? Het voorbeeld Almere doet je vingers jeuken om daar propaganda voor te gaan maken bij de politici die zich met jeugd zeggen bezig te houden!
i
De videoreportages vind je op http://proto5.thinkquest.nl/~bge0024/sonny.php Info over de Roefelraad Almere op http://www.roefelraad.nl/index.htm De Schoor, Kinderopbouwwerk Haven, Postbus 1220, 1300 BE Almere (Nederland)
Nog een tof idee van de Roefelraad: Aardig zijn (gaat) voor... geef het door… Deze ketting-(re)-actie is in 2005 in Almere gestart door de Roefelraad. Als je/U deze kaart ontvangt, dan heeft iemand iets aardigs voor jou/U gedaan zonder dat hij of zij er iets voor terug hoeft. Het enige dat de gever van je/U vraagt is dat je/U op een dag ook weer iets aardigs doet voor een ander, (niet voor de gever van de kaart maar echt voor een ander) zonder dat je/U er zelf iets voor terug hoeft. Daarbij wordt deze kaart weer doorgegeven en vraag je/U aan de ontvanger om ook iets aardigs te doen voor een ander… waarbij weer deze kaart wordt doorgegeven… Enzovoort, enzovoort, enzovoort.
38
2.3 Een Vredesweek voor alle scholen: Tervuren, oktober 2005 In Tervuren is het al een traditie. De gemeente coördineert netoverschrijdend en helpt waar nodig. Bedoeling was dat iedereen er even bij stilstond dat het niet zo evident is dat wij al meer dan 60 jaar vrede kennen. Dat er nog heel veel landen zijn waar er oorlog is. Dat voor vrede iedereen zijn best moet doen. Ook kinderen: zij kunnen leren in vrede te spelen en niemand uit te sluiten.
Ingrediënten: (indien niet als dusdanig in voorraad: ga op zoek en schaf aan of schaaf bij wat je in de kast aantreft!) • enthousiaste schepen van onderwijs (en/of cultuur, ontwikkelingssamenwerking…) die stuurt, schooldirecties bijeenroept, faciliteiten verleent en gemeentepersoneel vrijmaakt (lokalen, politiebegeleiding, podium grote markt…) • medewerking van de gemeentelijke diensten: secretariaat, logistieke steun, politie…. • geëngageerde schooldirecties en enkele leerkrachten die de zaak trekken • overkoepelend thema - in Tervuren: "Spel en Vrede – geen uitsluiting – niet pesten"; en een daarmee verbonden project: speelgoed voor de straatkinderen in Lubumbashi. (Meester Jeroen gaat daar elke zomer helpen en zorgt dat de volle kar speelgoed goed terecht komt) • sprekers voor de infoactiviteiten. In Tervuren: Kindsoldaten in Noord-Uganda – het project van Els De Temmerman (http://www.childsoldiers.net/) Recept (Tervuren 2005): • Mix de oudste leerjaren secundair over de netten heen voor een uiteenzetting door spreker Patrick Beeken (Katholieke Hogeschool van Limburg) over wat het betekent om als ontvoerd kind gedwongen te worden tot moorden en plunderen; Els de Temmerman en zuster Rachele proberen deze kinderen nu een kans te geven op een ander leven. Enkele klassen zullen daar later nog op doorwerken. • De basisscholen werkten ook aan het thema. • Hoogtepunt was kleurige optocht vanuit elke school met eigen vredeswens-spandoeken, zoals ‘Met pesten geraak je in nesten’ en ‘Geen geweren maar knuffelberen’. • En dan: samen rond het grote podium op de markt, voor een kleurrijk muzikaal vredesfeest met o.a. een optreden van de Djembé band ‘Slagroom tegen de verzuring’. Uit elke school zongen enkele vredeszangers ingestudeerde liedjes over het thema, waarna iedereen enthousiast het slotlied meezong. Lokale ‘B.V.’ Sven De Leyer zorgde dat iedereen vrolijk meezong en dat de grote bal die de wereldbol voorstelde van school naar school werd doorgegeven. Onder het publiek ook de burgemeester, enkele gemeenteraadsleden en de Oudstrijders van Tervuren… • Dessert: de gemeente huurde de interactieve tentoonstelling ‘Pesten op School’ (info: www.jeugdenvrede.be). In het lokale Gemeenschapscentrum konden alle scholen op bezoek, onder deskundige begeleiding van de cultuurfunctionaris!
39
Vredesprojecten: een traditie Tervuren was met die vredesweek niet aan zijn proefstuk. In het kader van 50 jaar Mensenrechten hielden de scholen van alle netten al in 1998 een gezamenlijke projectdag, met optocht naar de markt. Elke school bracht een lied, gedicht of getuigenis (b.v. van jonge vluchteling). Bekende Vlaming van dienst was toen inwoner Rob van Audenhoven. Scholieren roffelden op olievaten, en samen zong iedereen het ‘vredeslied’ - door leerlingen geschreven en per school ingeoefend. Ballonnen en vredesduiven werden opgelaten. Leerlingen vormden een ‘redactieploeg’ met journalisten, fotografen en een ‘drukploeg’ voor een themakrant, nadien te koop in de scholen (interviews, foto’s, verslagen, enz…). Er werd een kunstwerk van leerlingen uit de drie scholen onthuld, dat 50 dagen in het centrum stond. Ook per school vonden boeiende dingen plaats: een politiek debat rond ‘asielzoekers en mensenrechten’ tussen politici. Workshops, films… Later deden de scholen samen mee aan de V-dagen, een (nu niet meer bestaand) initiatief van het ministerie van Onderwijs dat overal in Vlaanderen educatieve vredesactiviteiten bundelde in de periode rond 8 mei (bevrijding Tweede Wereldoorlog). Gui Deboutte (voortrekker in Tervuren): "De scholen namen elk een deel taken op zich, en de gemeente zorgde voor het podium op de slotdag, de muziekinstallatie, het vervoer van de leerlingen,… Op een van die V-dagen hadden we, voorafgaand aan een tentoonstelling, een wandelparcours uitgestippeld langs plaatsen in onze gemeente die iets met vrede te maken hebben. Zoals de begraafplaats voor die Afrikanen die op de wereldtentoonstelling in Tervuren gestorven waren; ze moesten toen ‘te kijk staan’ in een nagebouwd Afrikaans dorp. Het ging ook langs de Wereldwinkel; en het monument van de gesneuvelden… Onderweg werden allerlei opdrachtjes uitgevoerd. Ook toen maakten de scholen een kunstwerk. Voor de oudste leerlingen was er een themafilm, voorbereid en nabesproken in de klas. Het huren van de film werd gedekt door de gemeente." Tips: • inlichtingen bij Rein Vermeulen (in 2005 + 2006: schepen van onderwijs, ontwikkelingssamenwerking en cultuur :
[email protected], 02/ 767.15.70 • en bij het secretariaat van de gemeente Tervuren: 02/769.20.21 • Rein Vermeulen: "Probeer er ook andere groepen bij te betrekken: b.v. de oudstrijdersverenigingen. In ons project van 2005 stonden zij een beetje in de kou. Maar zij hebben heel wat te vertellen aan onze jongeren: oorlog – dat nooit meer!"
40
2.4 Willebroekse school in de weer voor vrede: Gedichtenbundel, fakkelloop, Vredesbrug Het Koninklijk Atheneum Vaartland doet elk jaar mee aan de fakkelloop van Breendonk naar Brussel, en doopte de brug over de vaart definitief om tot ‘Vredesbrug’.
Op 11 november 2005 was het al de 21ste keer: vanuit Fort Breendonk vertrokken weer de deelnemers van de Fakkelloop, ter herdenking van Wapenstilstandsdag en van de slachtoffers van de twee wereldoorlogen. De jeugddienst van de gemeente staat in voor voorbereiding, organisatie en coördinatie van deze estafetteloop. Leerlingen van de Willebroekse scholen en van de jeugdraad brengen de vredesfakkel van het Fort van Breendonk tot aan de Congreskolom in Brussel, waar de traditionele herdenkingsplechtigheid plaatsvindt. Elk jaar doen veel leerlingen van Koninklijk Atheneum Vaartland mee.
Is de fakkelloop er voor het sportieve, of doen de lopers het echt voor de vredesgedachte? Kathleen Couscheir (KA Vaartland): "Wij doen niet mee voor de sport, wel als uiting van de bekommernis van onze school voor vrede en democratie. De fakkelloop is een samenwerking van de gemeente, de jeugdbewegingen van Willebroek en onze school. Voor de deelnemers zijn er geen kosten, die worden gedragen door de gemeente. We krijgen ook politiebegeleiding. Na de samenkomst in het Fort luisteren we eerst naar enkele toespraken. Dan vertrekken we naar Kapelle-op-den-Bos, waar we ontvangen worden door de burgemeester, enkele schepenen en vertegenwoordigers van oudstrijdersbewegingen. Vervolgens gaat het richting Brussel, naar het graf van de Onbekende Soldaat aan de Congreskolom, waar we deelnemen aan de nationale viering. Achteraf bezoeken onze deelnemers het federaal parlement, waar ze een rondleiding krijgen: een les democratie op de plaats van het gebeuren."
41
Jullie hebben er ook voor gezorgd dat de aloude ‘brug der zuchten’ over de vaart Willebroek nu overal gekend is als de ‘Vredesbrug’? "Dat dateert al van toen onze school meedeed aan de V-dag in 1994 (V-dag: een nu niet meer bestaand project van het ministerie van Onderwijs; begin mei, bij de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog, werden overal in Vlaanderen educatieve vredesprojecten gecoördineerd – nvdr). We stuurden een gedichten- en tekstenbundel in met de titel ‘Vrede, Verdraagzaamheid en Vooruitgang’. Het werk werd bekroond, en op 6 mei mochten onze leerlingen één volledige pagina in Gazet van Antwerpen ontwerpen. Maar naast dat schriftelijk project wilden onze leerlingen ook een boodschap aan de bevolking brengen. Zo ontstond het idee van een vredesboodschap aan de Brug van Willebroek. De reden: op 2 km van die brug ligt het Fort van Breendonk, de beruchte gevangenis van de Gestapo tijdens de Tweede Wereldoorlog. De leerlingen zagen de brug als symbool van de verbinding tussen mensen. Toen het idee ontstond, was er net heel wat te doen rond die verwoeste brug tussen twee bevolkingsdelen in Mostar, een stad in Bosnië – toen woedde de oorlog in het toenmalige Joegoslavië. Dat sterkte hen nog meer om van onze brug een brug van de vrede te maken." Hoe hebben ze daar een vredesbrug van gemaakt? "Kunstenaars hebben ons geholpen bij de keuze van de winnaars van een tekenwedstrijd in de officiële scholen van Willebroek. Wel 400 tekeningen liepen binnen! Daaruit werden er 25 uitgekozen en 13 kregen een plaats op de brug. Leerlingen van ons atheneum brachten die tekeningen daartoe over op aluminium panelen. In totaal werd 36 m 2 panelen aan de brug bevestigd. Ze zijn er van november tot december blijven hangen. Het vroeg heel wat organisatie: zoals contacten leggen met de gemeentescholen via de schepen en met de Middenschool; ook de NV Zeekanaal, Monumenten en Landschappen en de brandweer moesten in de zaak betrokken worden. Op 11 november 1994 vond de uitreiking plaats van de prijzen en de inhuldiging van de panelen aan de brug in aanwezigheid van minister Van den Bossche, gevolgd door de traditionele fakkelloop. Of dit iets teweegbracht bij de jeugd hier? De invloed ervan op de jongeren in Willebroek is groot. Het thema verdraagzaamheid is in de scholen een belangrijk item geworden en gebleven."
i
KA Vaartland, Ed. Anseelestraat z/n, 2830 Willebroek, 03/860.98.98 http://schoolweb.rago.be/ka/vaartland/
Tip: • Als er in je gemeente een vredesproject (b.v. vredesweek in de scholen) plaatsvindt, zou je het idee om een brug, poort, park… om te dopen tot vredesbrug, vredespoort vredespark kunnen toevoegen • Een fakkelloop voor vrede tussen twee monumenten die met oorlog en vrede te maken hebben • Partners die je kan betrekken: jeugdraad, scholen, jeugdbewegingen, schepen van cultuur, van onderwijs, cultuurraad…
3 Herinneringseducatie: oorlog herdenken, aan vrede werken
44
3.1 Ontsnapt uit Joods treintransport: Boortmeerbeek herdenkt In 1943 stoppen drie studenten een trein vol joden op weg naar het concentratiekamp. Vijf mensen ontsnappen meteen, anderen verderop het traject. Boortmeerbeek stelt de herinnering aan dat ‘20ste konvooi’ in het teken van vrede, solidariteit en respect voor elke medemens.
Op 19 april 1943 is het 20ste konvooi, met 1631 Joodse mensen aan boord, op weg naar Polen. Gewapend met één revolver, een stormlamp en rood papier doen drie studenten uit Ukkel de trein stoppen, even voorbij Boortmeerbeek. Ondanks de bewaking kunnen ze één wagon openen. Vijf mensen durven wegvluchten. Terwijl de trein verder rijdt kunnen nog anderen ontsnappen uit andere wagons, in totaal 231 personen. 90 van hen worden opgepakt en op een volgend transport gezet, 26 gedood en 115 slagen in hun ontsnapping. Op 22 april komt de trein aan in Auschwitz, slechts 150 zullen de oorlog overleven. Patrick Vissers, coördinator gemeente Boortmeerbeek: "In onze gemeente herdenken we natuurlijk zoals overal op 11 november het einde van de Eerste Wereldoorlog: een plechtigheid aan het oorlogsmonument met toespraken, oudstrijders die getuigenis afleggen enz. Maar nu betrekken we daar elk jaar per beurtrol ook onze lagere scholen bij. Wat zij dan doen varieert, ze kiezen het zelf: teksten, muziek… Zinvol, hoor ik vanuit de scholen, omdat ze dan in de klas toch iets rond vrede doen - dat past trouwens in het lespakket. Maar veel belangrijker, voor heel Boortmeerbeek, is de jaarlijkse herdenking in april, van het 20ste Konvooi." Hoe ziet die herdenking er uit? "De plechtigheid vindt plaats aan dat andere monument, dat van het 20ste Konvooi. Het staat bij het station, goed zichtbaar in het centrum van het dorp – dus niet ver weg tussen de velden, hoewel de actie om de trein te doen stoppen inderdaad wat verder richting Haacht is gebeurd. De gewaagde bevrijdingsactie is heel lang in de vergetelheid blijven sudderen, maar sinds een tiental jaar is alles opnieuw in de aandacht gebracht door onze heemkundige kring. Die hebben contact genomen met de Joodse gemeenschap en met de laatste overlevenden van het transport. De nog levende treinstoppers van toen worden er nu ook bij betrokken. De gemeente is de zaak mee op zich gaan nemen. Jaarlijks koppelen we er een apart thema aan vast, zodat het geen verplichte herhaling wordt. In 2006 is het thema bijvoorbeeld: de Kinderen van het Konvooi. Je moet weten dat er bij die deportatie ook 262 kinderen zaten. Zo belichten we die gebeurtenis elke keer vanuit een andere hoek; ook de toespraken en de getuigenissen haken dan op dat jaarthema in. In 2006 is iemand van het Joods Museum van Deportatie en Verzet van de partij, die een werk heeft gemaakt over de kinderen van de Dossinkazerne. Dat was de plaats waar de Joden verzameld werden voor hun deportatie."
45
Komt Simon Gronowsky ook? "Hij zal er ook dit jaar weer bij zijn. Simon Gronowski was met zijn 11 jaar de jongste van heel het transport, hij was een van de mensen die hier is kunnen ontsnappen. Hij heeft er een stripverhaal over gemaakt, dat in scholen wordt gebruikt als hij daar gaat vertellen. Beelden uit die strip zullen we tijdens de herdenking projecteren op schermen. Ook de scouts van Hever gaan meedoen: ze brengen verhalen over kindsoldaten en over kinderen die op de vlucht zijn voor oorlog. Aansluitend op de herdenking voorzien we een tiendaagse tentoonstelling rond Kinderen in de Oorlog in het gemeentehuis, met als accenten: • kinderen in de Tweede Wereldoorlog • kinderen van het Konvooi – we hebben foto’s, en sommigen leven nog • kinderen in de oorlogen van nu: kindsoldaten, kinderen als slachtoffer enz. Er komt ook een brochure over het thema. Na de traditionele herdenking in 2005 was er trouwens ook al een fototentoonstelling, in oude treinwagons." Beperkt het zich tot de herdenking en de tentoonstelling? "Nee. Ook met de jaarlijkse Week van de Amateurkunsten, toevallig in dezelfde periode, richten we ons op het 20ste Konvooi. Met de kinderen maakten we in 2005 knutselwerkjes, en de werkmannen van de gemeente maakten een honderdtal houten kruisen, davidsterren en vrijzinnige tekens, als symbool van de weggevoerden. De kinderen hadden eerder dat jaar in de scholen samengewerkt met de vzw Jeugd en Poëzie. Ze schreven gedichten die op het thema voortbouwen. Een paar van die werkjes werden dan door kinderen voorgelezen op de herdenking. En in Hever hingen de kinderen gedichtjes op aan die kruisen en andere symbolen. Een mooi beeld, dat veel aandacht trok van de voorbijgangers. De tekens stonden opgesteld in deelgemeente Hever, in de tuin rond het cultureel centrum. De tekstjes kwamen in een gedichtenbundel, uitgegeven door de gemeente, die verspreid werd bij de bezoekers van de Week van de Amateurkunsten, in de scholen, enz."
Oorlog (Ine Vandenwyngaert 12 jaar) Ooit was ik niet alleen op de wereld We gierden samen in het paradijs Tot een leren laars binnendrong Je zat achter slot en grendel en leren laarzen vlogen daarna met jou weg
46
Ik zie hier in de hall van het gemeentehuis ook lange spandoeken hangen met vredesteksten en tekeningen? "Die teksten zijn fragmentjes uit de Junior Journalist-wedstrijd, die het gemeentebestuur in 2004 organiseerde samen met het Davidsfonds. Het thema van die literatuurwedstrijd was: ‘Vriend of vijand? - Liefde of haat?’. Daarop zie je hoe we dat hier in Boortmeerbeek vanuit ons vertrekpunt, het 20ste Konvooi, breed opentrekken: naar vluchtelingenproblemen, de kleine oorlog van het pesten van vriendjes, de oorlog in Irak enz. Wij moeten dat in ons dorp niet forceren, die aandacht voor de waanzin van de oorlog en de deportatie: het is iets dat echt leeft hier. De medewerking en de belangstelling komt vanzelf. Er is ook ruime steun voor onze inspanningen als gemeentebestuur voor de herdenking en de acties, zowel vanuit de politiek als vanuit de bevolking. Aan het station is het ook permanent zichtbaar aanwezig, in de vorm van het nieuwe standbeeld in staal. Dat staat vlak naast het oude gedenkteken: een verticaal opgericht stukje spoorlijn. De monumenten staan op terrein van de spoorwegen, de gemeente zorgt voor het onderhoud en voor de wegwijzers. Ook voor de hele organisatie rond de herdenking levert de gemeente een flinke inspanning: drukwerk, geluidsinstallatie, personeel dat wordt ingezet…"
47
Een oorlogstrein tegenhouden: ook in de 21ste eeuw! (tekst over de Irak-oorlog, website Forum voor Vredesactie): "Vandaag worden per trein Amerikaanse oorlogsladingen vanuit Duitsland aangevoerd om hier te worden verscheept. Zestig jaar geleden reden er ook oorlogstreinen door ons land, in omgekeerde richting. Ook toen leek daar niets aan te doen. Maar op 19 april 1943 werd de 20ste deportatietrein door drie jongemannen tot staan gebracht. In een bocht van het spoor plaatsten zij een met rood papier beplakte stormlamp tussen de rails. Zij konden een wagon openen en een aantal mensen laten ontsnappen. (…) Tien dagen geleden werd in Duitsland een legertransport op weg naar de haven waar het zou worden verscheept naar de Golf, meer dan een uur geblokkeerd door een paar tientallen mensen. In Schotland weigerden twee treinbestuurders een vrachttrein te besturen, beladen met munitie voor de Britse troepen op weg naar de Golf. Het is mogelijk. De treinladingen oorlogsmaterieel die hier nog moeten toekomen, kunnen wij blokkeren. Een met rood papier beplakte stormlamp kan ons een baken zijn. Hier in de stad aan de stroom kunnen wij tegen de stroom in roeien. Laat dit voor onze politici een uitnodiging zijn om ons te vervoegen, om de kant te kiezen van de rede en niet alles in het werk te stellen om van op de rede, gevrijwaard door de politie, toe te kijken hoe alweer een schip vol oorlogsmateriaal uit onze haven vertrekt." Enkele dagen later blokkeerden vredesactivisten, ondersteund door het Forum voor Vredesactie, een trein met Amerikaans militair materieel in de Antwerpse haven. Met deze actie verzetten ze zich tegen de toen nog nakende oorlog in Irak en de stilzwijgende steun die de Belgische regering leverde door de transporten niet te verbieden. Later zouden nog acties volgen. De ‘treinstoppers’ moesten voor de rechter verschijnen.
Tips • Misschien hebben zich in jouw gemeente ook merkwaardige oorlogsfeiten afgespeeld? • Misschien zijn er zelfs nog overlevenden die je kan uitnodigen voor een herdenking in samenwerking met het gemeentebestuur, of voor een inforonde in de scholen, of voor… • Neem eens contact met de heemkundige kring of de dienst cultuur. Zij vertellen je meer over het lokale oorlogsverleden, en over het verhaal dat de oorlogsmonumenten in je gemeente uitbeelden. • Als je aan de hand daarvan iets nieuws bedenkt, is het belangrijk de link te leggen vanuit het herdenken naar de actualiteit van nu. • Tip van Patrick Vissers: koppel zoiets aan andere, bestaande initiatieven, zoals in Boortmeerbeek: de Week van de Amateurkunsten. Dan nemen die jouw vredesthema op en zo verrijken de verschillende initiatieven elkaar wederzijds.
i
• Patrick Vissers, coördinator gemeente Boortmeerbeek 015/51.11.45,
[email protected] • Herdenking 20ste konvooi: http://users.pandora.be/holocaust.bmb/ • Over de treinstoppers ten tijde van de oorlog tegen Irak: www.vredesactie.be – klik op ‘trainstopping’
48
3.2 1945-2005: Leuvenaars naar Buchenwald Toen,… en nu opnieuw Als burgemeester Tobback zich vastbijt, laat hij niet gauw los. Omgekeerd is hij zelf gebeten van een microbe die niet los laat: het oorlogsverleden van Leuven, en de noodzakelijke link naar het heden. Daarom wil hij alle jongeren op studiereis zien gaan naar het concentratiekamp Buchenwald.
Al jarenlang blaast het stadsbestuur onder zijn impuls de traditionele 8 mei en 11 november oorlogsherdenkingen op allerlei manieren nieuw leven in, ze krijgen een moderner kleedje aangepast. Want ook mensen die de oorlog niet zelf hebben meegemaakt moeten er iets nuttigs van meedragen, zeker de jeugd: iedereen moet beseffen dat oorlog geen verschijnsel is van lang geleden, dat het nog altijd bikkelharde realiteit is. En dat aan vrede moet en kan gewerkt worden, want de oorzaken van oorlog, geweld en conflict liggen breed gezaaid. Ook dichtbij huis, denk maar aan racisme en extreemrechts. Het concentratiekamp Buchenwald neemt in Leuven een speciale plaats in: mensen die in Leuven door de nazi’s waren opgepakt werden bijna allemaal naar dàt kamp gevoerd – velen om er nooit meer van terug te keren. Daarom opende op 9 mei 2006 een tentoonstelling van George Despaux met portrettekeningen van medegevangenen, gemaakt in ’44 en ’45 in Buchenwald. Er staat ook nog een historisch onderzoek op de agenda over de Leuvense gedeporteerden. Als pedagogisch luik is er nu het nieuw initiatief om alle laatstejaars secundair de kans te bieden om mee te gaan op studiereis naar Buchenwald. Netoverschrijdend: dus alle scholen mogen meedoen, of ze van het vrij onderwijs of van de stad zijn maakt niet uit. De stad zal instaan voor alle vervoerskosten. Maar eerst wilde men eens op kleine schaal uitproberen hoe dit idee zou uitdraaien. De studenten van
49
6 Handel van het Miniemeninstituut mochten als ‘proefkonijn’ de spits afbijten, op bezoek naar Buchenwald en naar de bekende cultuurstad Weimar die vlakbij ligt.
(uit het reisverslag "6 Handel reist naar Weimar en Buchenwald" door Karen Cumps - zie website www.miniemeninstituut.be) "Koud, stil, donker en kil. Dit zijn maar enkele woorden om onze eerste indruk in het kamp te beschrijven. Na het middagmaal kregen we de kans om het kamp individueel met camera’s en fototoestellen te ontdekken. Met deze beelden kregen we de opdracht om in de volgende drie dagen een videofilm te monteren en een fotoreportage en PowerPoint-voorstelling te maken. Er werd hard aan gewerkt, maar het resultaat mag er zijn! Buchenwald heeft niet alleen herinneringen binnen het kamp maar ook erbuiten. We vertrokken te voet naar de enorme herdenkingstoren en het massagraf. Wel 1800 lijken in één graf, het zet een mens aan het denken!"
Uit het reisverslag blijkt dat het zeker niet de bedoeling was er een plezierig schoolreisje van te maken. De studenten kregen dus opdrachten die achteraf nuttig waren om wat ze hadden geleerd over oorlog en vrede door te geven aan anderen. De komende jaren plant Leuven om telkens 200 laatstejaars deze studiereis te laten maken, in groepen van twee keer 100. Meer is niet mogelijk door de beperkingen van verblijf en bezoek. Dus is een selectie nodig, want er zullen wel meer kandidaten zijn. Daartoe is er vooraf een voorbereidende infodag, en peilt men naar de motivatie van de kandidaten en naar hun mogelijkheden om wat ze hebben opgestoken goed door te geven aan medeleerlingen die thuis blijven. Ook voor de begeleidende leerkrachten is er een workshop om ze te helpen bij de voorbereiding en de naverwerking in de klas. Het programma in Buchenwald en Weimar wordt uitgewerkt door de pedagogische dienst van Buchenwald en het Europees Jongerencentrum te Weimar. Zij staan tevens in voor de begeleiding ter plaatse. Wie dat allemaal organiseert vanuit de stad? Enthousiaste mensen van de dienst onderwijs samen met culturele zaken. Door de personeelsinzet kost het de stad dus meer dan alleen de vervoersonkosten van de leerlingen.
i
Fernande Stas, dienst cultuur stad Leuven
[email protected]
Ideeën: • met jouw schepen van onderwijs of met de schooldirecties gaan praten om ook zoiets te overwegen in jouw gemeente • het warm water moet niet elke keer opnieuw uitgevonden worden: je kan zeker goede tips krijgen van gemeenten of steden die reizen organiseren voor hun inwoners of hun scholieren naar voormalige concentratiekampen, om daar bewust te worden van de waanzin van oorlog – zie ook het voorbeeld van Ruiselede in deze inventaris (3.4) • bijkomend argument: ginder contacten voorzien met de lokale jongeren; elkaar beter leren kennen en internationale vriendschapsbanden aanknopen helpt altijd en overal om conflicten te voorkomen en de vrede vooruit te helpen • je hoeft het ook niet in het buitenland te zoeken: er is de Dossinkazerne te Mechelen (http://www.cicb.be/nl/start_dutch.htm), die het verzamelkamp was voor
50
te deporteren Joden, en het Fort Breendonk (www.breendonk.be), dat tijdens de oorlog een beruchte gevangenis van de SS was • de Auschwitz Stichting biedt een reizende tentoonstelling aan voor culturele centra, verenigingen en onderwijsinstellingen; voordrachten door overlevenden van de naziconcentratie- en vernietigingskampen of door haar wetenschappelijke medewerkers; jaarlijks een vijfdaagse studiereis naar Auschwitz en Birkenau voor leerkrachten, vormingswerkers en culturele animatoren. Huidevettersstraat 65, 1000 Brussel Tel.: 02/512.79.98.
[email protected] – geen website
51
3.3 Mortsels bombardement WO II Lessen uit de oorlogswaanzin De stad Mortsel herdenkt elk jaar de zware oorlogstragedie die zich in 1943 voordeed. In 2003 was het 60 jaar geleden, daarom nam het stadsbestuur toen enkele nieuwe initiatieven.
Oorlog is altijd zinloos, maar dit was de waanzin ten top: op 5 april 1943 vallen bijna 1000 burgerslachtoffers onder een bommentapijt van de geallieerden dat op fabrieken bedoeld was waar de Duitsers gevechtsvliegtuigen herstelden. Onder hen heel veel schoolkinderen. Een tram, een kerk, verschillende scholen, het gemeentehuis,… de verwoesting was gigantisch. 1943 Het Amerikaans bombardement van 5 april ’s middags rond halfvier duurde nauwelijks acht minuten. Mijn vader was veertig jaar oud, ik tien jaar, drie maanden en één week. Twee uren wroetten wij samen in het puin van de gemeenteschool, waar Greta in de zevende klas zat. Toen wij haar vonden lag zij met één hand voor haar ogen, ongeschonden, slechts drie blauwe vlekjes door de vingertoppen in haar voorhoofd gedrukt. Daarom was het zo moeilijk te geloven dat ze net zo dood was als al de meisjes die wij voor haar vonden. Mijn vader was veertig jaar oud, ik even oud als hij. Clem Schouwenaers Leda of het herleven -1970 Het groot jaargetijdenboek In Sint-Vincentius, het huidige OLVE-College (Edegemsestraat) hadden bominslagen de plaats waar eens een paviljoen stond herschapen in een enorme bomkrater waarin alle zesjarigen stierven. 103 van de 360 leerlingen en 3 leraressen vonden de dood. Ook de Sint-Lutgardis meisjesschool (Mechelsesteenweg) lag in puin. 63 meisjes en 5 zusters verloren het leven. Op het Gemeenteplein stond een uitgebrande en totaal vernielde autobus. Van de meer dan dertig inzittenden is niets meer teruggevonden. In de jongensschool Guido Gezelle (Eggestraat,
52
de huidige Academie voor Muziek, Woord en Dans) viel juist op de plaats waar leerlingen beschutting hadden gezocht een bom. Voor 23 jongens kwam alle hulp te laat. Onder hen de zoon van de directeur, die de raad van zijn vader had opgevolgd en dekking had gezocht onder de trap. Elk jaar wordt die tragedie herdacht. In april 2003 was het 60 jaar geleden en daarom organiseerde het schepencollege extra activiteiten. De dienst cultuur en het Cultureel Centrum werden ingeschakeld om alles te coördineren en te organiseren. Reuzengrote foto’s (20 vierkante meter) van de verwoestingen werden op de getroffen plaatsen (plein, school, kerk…) opgehangen in metalen stellingen – iets wat sindsdien elk jaar opnieuw gedaan wordt. Folders met uitleg liggen dan ter beschikking op verschillende plaatsen in de gemeente.
De foto hangt op de plaats van het gebeuren, het Gemeenteplein. Het gemeentehuis is zwaar gehavend. Reddingswerkers zijn bezig puin te ruimen. Een tramrijtuig is vlak voor de woning van dokter Verdonck tot stilstand gekomen. 14 inzittenden overleefden de bommenregen niet.
Iedereen kon gratis een videovoorstelling van de VRT-documentaire over het drama bijwonen, er was een herdenkingsavond met muziek, zang en poëzie, een herdenkingswandeling langs de getroffen plaatsen, een mis, en plechtigheden op de begraafplaats en aan het monument op het Gemeenteplein. Mensen die het zelf nog hadden meegemaakt trokken met pakkende getuigenissen naar de stadsscholen. De kinderen waren serieus onder de indruk van deze levensles over de waanzin van oorlog. Vredesballons werden opgelaten. Dat daar iets van blijft hangen bij de kinderen staat vast, zeggen de organisatoren. Mortsel werkt in 2006 een nieuw stuk cultuurbeleidsplan uit over ‘erfgoed’. Erfgoed is een heel breed begrip: dat kunnen bijvoorbeeld oude gebouwen zijn, landschappen, vroegere gebruiken,… maar ook een triest stuk verleden zoals dit tragisch bombardement. In dat kader plant de cultuurdienst met de nieuw opgerichte werkgroep ‘erfgoed’ een educatief pakket voor jongeren over het thema. Bedoeling is de link naar het heden te leggen: de oorlogswaanzin is niet voorbij. Denk maar aan de actualiteit in Irak, Afrika, de kernwapens… Wat dat laatste betreft, is Mortsel niet de eerste de beste: burgemeester Ingrid Pira is altijd
53
een erg bedrijvig lid geweest van de Mayors for Peace, burgemeesters die wereldwijd ijveren voor het verdwijnen van de atoombom – zie 4.11. Tips: • misschien zijn er ook in jouw gemeente nog overlevenden van gelijkaardige oorlogsdrama’s? En kan je hen – bijvoorbeeld samen met de scholen of de jeugdbewegingen – overhalen om hun verhaal te komen doen? • omdat mensen niet eeuwig blijven leven, kan je de cultuurdienst voorstellen om deze getuigenissen op video vast te leggen, zodat ook latere ‘generaties’ in jouw school, jeugdhuis of jeugdbeweging de les van de oorlogswaanzin kunnen blijven ervaren • belangrijk blijft het leggen van de link van het oorlogsverleden naar de actualiteit van nu • en stel dat je bij leerkrachten en/of binnen de jeugddienst of cultuurdienst van je gemeente de interesse kan losweken om ook een educatief pakket samen te stellen…: waarom spreek je daar de huidige schepen van jeugd of van cultuur niet eens over aan, of zij die zich profileren als kandidaat in die beleidsdomeinen voor het volgende bestuur?
54
3.4 Zustersteden wisselen jongeren uit: Herinnering aan bevrijding én uitroeiing Veel Vlaamse dorpen en steden hebben zusterbanden met gemeenten in verre landen. Soms heeft dat ook met een gemeenschappelijk oorlogsverleden te maken. In Ruiselede heeft het tot een uitwisseling met Poolse jongeren geleid. Of hoe het verwerken van een oorlog tot internationaal begrip en vriendschap kan leiden…
(Uit De Gentenaar 26/03/2005:) Van Imschoot schenkt kunstwerk aan gemeente RUISELEDE - In het gemeentehuis prijkt een kunstwerk van Jan Van Imschoot, dat op het Poolse concentratiekamp Majdanek geïnspireer is. Zijn bezoek aan Majdanek, waar 360.000 mensen stierven, dateert al van 25 jaar geleden, maar de herinnering is nog heel levendig: "Wij gingen op schooluitstap als een jolige bende zeventienjarigen. Tot wij dat concentratiekamp binnenstapten. (…) Het is onmogelijk om je in te beelden wat die oorlogsgevangenen daar moeten meegemaakt hebben. Wat mij vooral verbijsterde, is tot wat een mens in staat is." Toen Van Imschoot exposeerde in Ruiselede, kwam de relatie tussen Ruiselede en de Poolse zusterstad Krasnik ter sprake. Het concentratiekamp ligt in de omgeving van Krasnik en toen de kunstenaar vertelde over zijn beklijvende bezoek van destijds, vond het gemeentebestuur dat het schilderij wel zou thuishoren in het gemeentehuis. Van Imschoot besloot om het tweeluik, met een waarde van 10.000 euro, gratis weg te schenken. "Het hangt hier op zijn plaats. Het gemeentebestuur doet een inspanning door de uitwisseling tussen Belgische en Poolse jongeren te organiseren. Aan de gruwel van een concentratiekamp wil ik niets verdienen", redeneert hij.
55
Kathy Vanbruwaene (onthaal/toerisme, en administratie stedenband Krasnik): "Krasnik is de stad van de Poolse pantserdivisie die Ruiselede in 1944 bevrijdde van het nazisme. De herinnering daaraan leeft nog steeds, en veel mensen uit Krasnik hebben een band met onze streek omdat zijzelf, hun vader of grootvader meevochten in het Poolse leger dat ons de vrijheid teruggaf. Op vraag van Krasnik knoopte Ruiselede enkele jaren terug vriendschapsbanden aan. Het gemeentebestuur wou deze verbroedering ook toespitsen op de jeugd en daarom hebben we alle jeugdverenigingen - leeftijd tussen 15 en 22 jaar - aangeschreven. Zo zijn we in 2002 met zestien jongeren en vier begeleiders naar Polen vertrokken. Ze bezochten daar naast Krasnik, ook het concentratiekamp Majdanek, en de cultuurstad Krakau." Later werd het ook een tweerichtingsverkeer? "Om de drie jaar houden we ‘Molenfeesten’ in onze gemeente. Ideaal om juist dan jongeren uit Krasnik uit te nodigen, dachten we. Zo kwam de dansgroep ‘Fantan’ optreden tijdens de feesten en die brachten ook achttien jongeren uit Krasnik mee. Met hen en natuurlijk samen met de jongeren die in 2002 in Polen op bezoek waren, trokken we naar enkele steden. We leerden het multiculturele Brussel kennen, Antwerpen (met aandacht voor het gevaar xenofobie en racisme), Gent, Brugge, Blankenberge en niet te vergeten Ieper, met zijn oorlogsverleden en zijn vredesmuseum. In en rond Ruiselede bezochten we met de mensen uit Krasnik ook gedenktekens voor de Poolse bevrijding. Ter herdenking daarvan heeft de gemeente een plein naar hen genoemd: het Polenplein, met een bevrijdingsmonument. In de Aalterstraat kwam na de oorlog een kleine ‘vredeskapel’. Na bijna 60 jaar konden we de klein- of achterkleinkinderen van onze Poolse bevrijders het andere Vlaanderen laten zien, hersteld van een pijnlijke oorlog. En in 2005 waren dan opnieuw onze jongeren aan de beurt om af te reizen..." Het persoonlijke contact over de grenzen heen is natuurlijk superwaardevol. Hoe zit dat voor de andere mensen in Ruiselede? "Na het eerste bezoek liet de gemeente door de deelnemers een diavoorstelling geven over hun reis. Zo kreeg onze bevolking een beter beeld over onze zusterstad Krasnik, het concentratiekamp en Polen. Als ze dan hoorden dat in 2003 studenten en een dansgroep uit Krasnik op bezoek gingen komen, groeide de belangstelling om mee te werken. Velen waren nieuwsgierig naar wat een uitwisselingsprogramma eigenlijk inhield. Wel, bij de voorbereiding houden we rekening met de wensen van de bezoekers: bezoek aan welke steden of musea, sport, ontspanning… De voorbereidingsgroep kwam een achttal keren samen, met daarin zowel de begeleiders als de studenten die zelf op reis waren geweest. Om die een eigen rol te geven speelden zij zelf als gids, in een beurtrol over de te bezoeken plaatsen. De jongeren zelf worden er dus zeer actief bij betrokken. Zij zochten naar de beste manier om bezienswaardigheden te gidsen."
i
Kathy Vanbruwaene, Gemeentebestuur Ruiselede; Markt 1, 8755 Ruiselede; 051/68.80.63
[email protected]
Idee: • Ook jouw stad of gemeente heeft wellicht verbroederingsbanden in een ver land: weet je met welk dorp of stad? Welke uitwisselingen doet jouw gemeentebestuur daar al rond? Ook met jongeren? • Zijn er geen ‘ingangspoorten’ te vinden, ginder en/of hier, om de problemen van oorlog en vrede binnen te smokkelen of nog beter aan bod te laten komen bij zo’n uitwisseling? • Misschien haal je uit het verhaal van Ruiselede inspiratie?
56
3.5 Wijtschate: Loopgraven restaureren In 2004 hielpen scholieren mee aan het restaureren van oude loopgraven. Wijtschate is een deelgemeente van Heuvelland, een streek die erg te lijden had tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Stefaan Decrock (cultuurbeleidscoördinator van de gemeente): "Het gaat hier om de Duitse site ‘Bayernwald’ uit de Eerste Wereldoorlog, waar vier bunkers, twee mijnschachten en 320 meter loopgraven werden gerestaureerd met het oog op ontsluiting voor het publiek. Duits, inderdaad. In heel Vlaanderen is dit het enige in zijn soort, het is belangrijk dat ook het Duitse verhaal niet ontbreekt bij de vele monumenten die de huidige generaties herinneren aan de ellende van oorlog. We konden bij de restauratie een beroep doen op de hulp van veel vrijwilligers, en ook op de leerlingen van het VTI uit Ieper. De 60 leerlingen deden mee aan het leggen van zandzakjes ter afwerking van de site. Om hen inhoudelijk te betrekken bij wat ze daar in feite aan het doen waren, hebben ze van mij een infosessie met powerpoint gekregen over de Eerste Wereldoorlog: de aanleiding, de gevolgen, in grote lijnen de feiten... Of de oorlogssite bezoekers over de vloer krijgt? Nog geen klein beetje: vorig jaar telden we 20.000 bezoekers!" Doet de gemeente nog op andere manieren aan vredesbeleid? "We zijn van plan een parttime kracht rond ‘erfgoed educatie’ aan te stellen. Hier in de streek ligt heel wat interessant historisch erfgoed. Hij of zij zal o.a. werken rond het erfgoed van de Kelten, de Geuzen, de overblijfselen van de twee wereldoorlogen en de Koude Oorlog. Het is zeker mijn bedoeling dat die persoon de link probeert te leggen met de hedendaagse problematiek van oorlog en vrede - maar dat zal niet gemakkelijk zijn."
57
Uit het Nieuwsblad, 26/03/2004: "Het is de belangrijkste Duitse site van de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek. Bayernwald werd in 1971 bij toeval ontdekt. De oorlogssite bevat een aantal bunkers, een loopgravenstelsel en een ondergronds gangencomplex, toegankelijk via een mijnenschacht. In de periode 1972-1986 werd de site door de eigenaar al uitgebaat voor toeristen. Na zijn overlijden raakte de site in verval tot de gemeente Heuvelland in 1998 dacht aan restauratie. Die is nu volop aan de gang. Met medewerking van het VTI in Ieper worden de oorspronkelijke Duitse loopgraven hersteld. ‘We laten onze leerlingen graag meehelpen aan de restauratie van deze loopgraven. (…) Het lijkt ons zinvol dat leerlingen aan den lijve en op de oorlogsvelden van de Eerste Wereldoorlog eens ondervinden wat jongeren 90 jaar geleden moesten uitvoeren’, aldus Marc Desender van het VTI. In het derde trimester zal er voor de leerlingen ook een projectweek worden uitgewerkt omtrent de site en het thema oorlog, verzoening en duurzame vrede."
i
• Bezoek aan de site: groepen reserveren via Toeristische dienst, Reningelststraat 11, 8950 Heuvelland Kemmel; 057/45.04.55;
[email protected] • Over de site Bayernwald: op http://www.heuvelland.be/ WO I aanklikken
Tip • zijn er in jullie gemeente ook oude overblijfselen van de Eerste of de Tweede Wereldoorlog? Steek je licht op bij de cultuurdienst, of de heemkundige kring… • misschien komt daar ook een of ander in aanmerking voor restauratie – met medewerking van de scholen? • Nuttig is bij al wie meewerkt een link te leggen met de oorlogen van nu, met vrede en verdraagzaamheid in onze huidige samenleving. Jeugd & Vrede heeft interactieve reizende tentoonstellingen over die thema’s.
58
3.6 Hamme: 11 november vieren Voor vrede en verdraagzaamheid De 11 november herdenking (Wapenstilstand) vertalen naar de problemen van nu: dat is wat ze in Hamme doen. Het begon in 2004 met 14 dagen ‘Anne Frank’ en de link van het toenmalige antisemitisme naar onverdraagzaamheid vandaag. Een geestdriftige groep werkt elk jaar met en voor jongeren aan nieuwe projecten voor vrede en een verdraagzame wereld.
Hoe zijn jullie gekomen tot die link tussen Anne Frank, het zo bekende slachtoffer van de nazi’s, en de hedendaagse problematiek van verdraagzaamheid en vrede? Paul Engelbeen (cultuurambtenaar en coördinator Werkgroep Vrede en Verdraagzaamheid): "In 2002 vroeg het gemeentebestuur ons 'iets nieuws' te organiseren rond 11 november, de traditionele viering van de Wapenstilstand van de Eerste Wereldoorlog. En dat vooral naar de scholen toe, want uit een bevraging bleek dat onze scholieren niet veel wisten over 11 november. Onze dienst cultuur maakte voor het lager onderwijs een brochure rond de Eerste Wereldoorlog, en een gids van ‘In Flanders Fields’ - het museum in Ieper over die oorlog - kwam in de klassen spreken. Het jaar nadien brachten we een tentoonstelling voor lager en secundair onderwijs over 'Kindsoldaten', uit het aanbod van Jeugd & Vrede. Nieuw was dat we de voorbereiding deden met àlle Hamse schooldirecties. Ook dat project was een succes." En dan kwam wat jij het 'doorbreekjaar' noemt: het herdenkingsjaar rond Anne Frank? "Dan waren we inderdaad pas echt gelanceerd! Reeds eind 2003 begon de voorbereiding. In 2004 was het 60 jaar geleden dat Anne Frank en de andere onderduikers uit het Achterhuis werden weggehaald, en had ze nog geleefd dan zou ze in 2004 75 jaar worden. Daarom wilden we via haar verhaal het verband leggen met vrede, verdraagzaamheid, maar ook racisme en nieuw antisemitisme de dag van vandaag. Mijn medeorganisator Erik Vermeire en ikzelf trokken naar het Anne Frankhuis en de Stichting in Amsterdam, en we kregen daar enthousiaste medewerking. We legden onze ideeën voor aan het gemeentebestuur en daar waren ze al even geestdriftig: we konden beschikken over een budget van 5000 €!"
59
Schotelden jullie het project op een schaaltje voor aan het doelpubliek, of rekenden jullie ook op de inzet in de scholen zelf? "We wilden niet over de hoofden heen werken. Belangrijk én nieuw was dat we een speciale werkgroep vormden met 15 leerlingen derde graad secundair en een vijftal leerkrachten, uit àlle onderwijsnetten. Met zijn allen trokken we een heel weekend naar Amsterdam om er in het Anne Frankhuis een zeer uitgebreid geleid bezoek te krijgen en twee dagen intens cursus te volgen. Doel was namelijk om tijdens een tentoonstelling over Anne Frank in Hamme onze studenten de klassen zélf rond te laten leiden. Dat weekend zijn we een (h)echte groep geworden én gebleven! De week nadien bezochten we het fort van Breendonk, eveneens als voorbereiding (nazi gevangenis; zie www.breendonk.be – nvdr). Iemand van de groep ging zelfs vakantiewerk verrichten in de Dossinkazerne in Mechelen (waar de Joden werden verzameld voor deportatie; zie http://www.cicb.be – nvdr). Onze jonge mensen waren supergemotiveerd." En dan, eindelijk: de opening van de tentoonstelling. Kreeg je veel volk over de vloer? "In november 2004, in de feestzaal van het gemeentehuis, kwam de directeur van de Anne Frankstichting zelf de opening doen van de reizende tentoonstelling ‘Anne Frank, een geschiedenis voor vandaag’. Studenten van onze werkgroep lazen fragmenten voor uit haar dagboek en zorgden voor muziek. Tegelijk was er in de 'Winterkapel' op de Markt een tweede tentoonstelling rond de verschrikkingen in Auschwitz, van de Auschwitz Stichting België. Een derde tentoonstelling, in de gemeentelijke bibliotheek, toonde alle mogelijke literatuur rond Anne Frank en de concentratiekampen. Heel november waren alle boeken over Anne Frank constant uitgeleend, een bewijs dat we iets hadden losgeweekt in Hamme! Alles bijeen telden we 5000 bezoekers op de drie locaties, vooral vanuit onze doelgroep, het onderwijs. Ook scholen van buiten Hamme waren welkom, elke dag zat eivol. Een wereldprimeur was dat iedere bezoeker op de Anne Frank tentoonstelling eerst, net zoals in het Achterhuis waar zij zich schuilhield, een boekenkast moest opzij schuiven om binnen te geraken, en dan in haar nagebouwde kamertje terecht kwam. Daar kreeg je eerst een korte video te zien over Anne Frank, om pas dan, in de juiste gemoedstoestand, aan de eigenlijke tentoonstelling te beginnen." En de link naar de problemen van nu: racisme, onverdraagzaamheid? "De tentoonstelling was de start. Aansluitend organiseerden enkele leerlingen op 2 januari 2005 een concert voor een uitverkochte zaal rond de Holocaust en de gevaren van racisme. De Hamse jeugdtheatergroep 'Aksiedent' verzorgde – op hun eigen voorstel - in februari de slotavond van een poëziewedstrijd voor de scholen. Die ging onder de benaming ‘Vogels vliegen vrij, waarom dan gekleurde vogels vogelvrij?’. Die avond droegen de jonge acteurs de bekroonde gedichten voor. Weer een geslaagde avond rond hetzelfde thema. Belangrijk is dat we met dat alles steeds opnieuw de link legden naar vandaag: vrede, rechtvaardigheid, opkomen tegen racisme en vreemdelingenhaat. We willen vooral de jonge mensen laten nadenken en doordenken. Vroeger was het 'Joden buiten’, nu de vreemdelingen; vroeger waren er concentratiekampen, en nu: in hoeveel landen worden er geen gevangenen gefolterd en vermoord?" Je kan een knap project hebben, maar zonder goede bekendmaking zou er geen kat gekomen zijn! "Klopt natuurlijk. Wij hebben voor ons eerste grote project vrede en verdraagzaamheid bewust uitgepakt met een figuur die de meesten toch wel kennen: Anne Frank. Wij lieten in de handelszaken haar foto hangen met een dagboekfragment. Zo speelden we met dit boegbeeld een beetje op veilig, om vanaf het eerste jaar een schot in de roos te hebben; we hoopten op dat succes voort te kunnen bouwen om later rond elke 11 november verder te werken aan vrede en verdraagzaamheid. Dat is blijkbaar gelukt! Voor de bekendmaking zelf hebben we alle registers open getrokken: aandacht in het gemeenteblad, in de lokale en nationale pers en op de lokale televisie 'Kanaal 3'. Speciale affiches, door een leerkracht ontworpen; uitnodigingen o.a. via de scholen; etalage-acties bij de middenstand; flyers in de bibliotheek en op plaatsen waar veel publiek komt, enz."
60
En de latere 11 november vieringen: ook over vrede en verdraagzaamheid? "In november 2005 stelden we een tentoonstelling samen rond ‘Vluchten kan niet meer’, opnieuw met de medewerking van 'Jeugd en Vrede'. Die hebben we aangevuld met tentoonstellingsonderdelen van de '11-novemberwerkgroep' uit het stadje Mesen, en met infostands van het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen en VLOS (Vluchtelingen Opvangcentrum St.-Niklaas). Zoals steeds waren jonge mensen uit het onderwijs en de jeugdbewegingen ons belangrijkste doelpubliek, en opnieuw telden we een 2.500-tal bezoekers. Weer dankzij de medewerking van de werkgroep en de scholen. Voor 2006 voorzien we twee tentoonstellingen. Voor het lager onderwijs rond pesten, en voor het secundair rond ‘60 jaar vrede’, telkens met medewerking van Jeugd & Vrede. Ondertussen werken we met de werkgroep verder om met een delegatie van de Hamse scholen een bezoek te brengen aan Auschwitz." Blijft er bij de jongeren iets van hangen denk je, als je hen rond 11 november laat werken rond vrede en verdraagzaamheid? "We beweren zeker niet dat daarmee alle problemen opgelost zijn, verre van. Maar samen met het onderwijs, met de verenigingen, met de talrijke jonge en gemotiveerde mensen die meedoen hopen we op de ingeslagen weg voort te gaan, enthousiast en gedreven, met vallen en opstaan, om - al was het maar bij een redelijk aantal mensen – de herinnering levend te houden aan wat destijds is gebeurd. En bij hen het besef aan te wakkeren dat we ook nu moeten opletten voor onverdraagzaamheid, racisme en conflicten die in oorlog en geweld kunnen ontaarden. Als we dat bij een deel mensen bereiken, is het vele werk zeker nuttig geweest, met blijvend resultaat! Vooral jonge mensen hiervoor motiveren, ook al is het niet de massa, is een dankbare opdracht. En de samenwerking onder alle scholen, over de netten en ideologische grenzen heen, is nooit zo goed geweest. Ook dat is een grote stimulans om verder te doen!" Heb je nog goede raad voor wie, samen met zijn of haar gemeente, rond de 11 november herdenkingen de schijnwerper wil richten op vrede en verdraagzaamheid, zoals jullie? "Eerste boodschap: praten! Geen enkel gemeentebestuur kan een gesprek afwijzen dat bedoeld is om meer vrede en verdraagzaamheid te brengen. Belangrijk - althans hier bij ons – was om met schooldirecties en leerkrachten te praten: vooraf de bedoeling uitleggen en hun mening vragen. Vervolgens je eigen voorstel (tentoonstelling en mogelijke acties, die je ondertussen reeds voorbereid hebt) uiteenzetten, maar daar onmiddellijk hun eigen mening rond vragen, en suggesties laten doen. Om daarna, met de steun van een brede 'achterban' in de rug, naar een schepen of het schepencollege te stappen met je voorstellen. Tracht er ook de lokale cultuurraad, jeugdraad,... bij te betrekken. En nog een nuttige tip: steden en gemeenten die een cultuurbeleidscoördinator hebben, beschikken in het kader van het 'lokale cultuurbeleid' over speciale kredieten voor 'vernieuwende initiatieven'. Die coördinator moet je dus ook raadplegen of inschakelen."
i
• Engelbeen Paul (cultuurambtenaar en coördinator Werkgroep Vrede en Verdraagzaamheid); e-mail:
[email protected] • De tentoonstelling 'Anne Frank - een geschiedenis voor vandaag' richt zich vooral op jongeren. Lokale gidsen doen de rondleidingen. http://www.annefrank.org/content.asp?PID=252&LID=1
Te onthouden: • draagvlak creëren: praten met doelgroepen, ‘partners’ (cultuurraad, jeugdraad…) en dan naar de politici stappen met je voorstel • goede bekendmaking via zoveel mogelijk kanalen; de middenstand (de winkels) is er zo een van, die soms vergeten wordt bij dergelijke acties • een goede start het eerste jaar… en het wordt des te vlotter een traditie • de werkgroep: andere jongeren betrekken en ‘vasthouden’ in de jaren die volgen
4 Mijn gemeente en de wereld
62
4.1 En wat als het oorlog wordt? Mét je gemeente in actie! Soms dreigt een nieuwe oorlog, soms ís het oorlog. Vredelievende mensen en organisaties voeren dan actie om de vrede bewaren of te herstellen. Maar ook gemeenten kunnen veel meer doen dan je denkt.
Op 19 maart 2003 blokkeren vredesactivisten de toegang tot het militair kwartier Westakkers in Sint-Niklaas. Burgemeester Willockx gaf toestemming voor deze manifestatie. De Belgische regering stelt Westakkers ter beschikking aan een transporteenheid van het Amerikaanse leger. De eenheid is verantwoordelijk voor de verscheping van militair materiaal vanuit België naar de Golf.
Oorlogsvoorbereidingen: hulp weigeren Het Forum voor Vredesactie stond mee achter die actie. In een persmededeling schreeuwden ze het uit: “En wat doet het Antwerpse stadsbestuur? Burgemeester Willockx van Sint-Niklaas heeft geweigerd gemeentepolitie in te zetten om de Amerikaanse soldaten op zijn grondgebied extra te beschermen. Hij laat zien dat een gemeente dit soort operaties wel degelijk haar medewerking kan ontzeggen. Het Antwerpse stadsbestuur is niet verplicht politie in te zetten bij geweldloze acties tegen de militaire oorlogstransporten. Het kan die zelfs ondersteunen en de politie vragen ze niet te hinderen. Het stadsbestuur kan haar werknemers en die van het havenbedrijf toestaan om te weigeren mee te werken aan militaire transporten als ze daar gewetensbezwaren rond hebben. De stad kan de informatie die ze bezit over de oorlogstransporten bekendmaken, en elke vraag tot medewerking (b.v. politieondersteuning) weigeren. Ze kan de milieu- en veiligheidsvoorschriften strikt laten naleven en grondig controleren. Het stadsbestuur kan veel. Door de oorlogstransporten toe te laten, nemen onze regering en het stadsbestuur de politieke beslissing om het oorlogsbeleid van Blair en Bush te steunen. Het kan nochtans anders. Overheden, waar is uw moed?” Dit voorbeeld toont duidelijk aan dat gemeenten de ogen niet moeten sluiten als de oorlog over hun grondgebied ‘passeert’, per trein, vrachtwagen of schip.
Clusterbommen In 2006 kwamen de militaire transporten via Antwerpen opnieuw in de kijker. Dit keer dankzij een lezersbrief van Erik De Bruyn (SP.A Rood) in de krant: “Sinds begin 2003 is het stil rond de Amerikaanse wapentransporten. Maar ze vinden nog steeds plaats. En precies nu, (…), verliest de Belgische regering in deze zaak haar laatste greintje fatsoen: onder druk van premier Verhofstadt moest de SP.A haar wetsvoorstel voor een ‘historisch’ verbod op clusterbommen sterk afzwakken.
63
(clusterbommen zijn een van de ergste wapens, vooral burgers zijn het slachtoffer. Het parlement had net een totaal verbod goedgekeurd op productie en transport, nvdr). Eén van de argumenten voor de uitholling van dit verbod is een verwijzing naar de wapentransporten via Antwerpen. ‘Het verbod is een hinderpaal voor de Amerikanen om nog langer militaire transporten langs ons land te sturen. Dat zou een belangrijk economisch verlies voor de haven van Antwerpen betekenen. Vergeet niet dat bijvoorbeeld driekwart van al het legermateriaal dat vanuit Duitsland naar Irak is verscheept, via Antwerpen is gegaan', klinkt het in regeringskringen. Met andere woorden: we verschepen nu geen oorlogsmateriaal meer omdat we dat moéten doen, maar omdat we dat zo graag willen. En om deze lucratieve contracten toch maar te kunnen behouden, zijn we zelfs bereid om verder clusterbommen te blijven produceren. Zijn er dan geen parlementsleden met lef genoeg om een paar vragen te stellen?” Of, voegen wij daaraan toe: en geen schepenen of gemeenteraadsleden in de plaatsen waar die spoorwegtransporten passeren, in de eerste plaats de stad Antwerpen, die opkomen voor een totaal verbod, dus ook van transport over hun grondgebied?
Vredesacties tegen de oorlog in Irak Een gemeente kan protestacties en vredesmanifestaties op zijn minst dulden. Nog beter is: ze zelf organiseren. Enkele voorbeelden daarvan: • De vredesambtenaar van Ieper riep de scholen op massaal mee te doen aan de protestactie die enkele scholen hadden gepland ingeval de lang verwachte oorlog tegen Irak zou uitbreken • In veel andere steden en gemeenten waren het de jeugdraden die opriepen tot actie • In Mechelen voorzag de politieke SP.A jongerenpartij Animo een rouwregister bij het stadhuis, mocht het stadsbestuur dat zelf niet doen. In Aalst had Groen! gemeenteraadslid Els Keytsman hetzelfde idee. Het register lag in de inkomhal van het stadhuis ter ondertekening door de inwoners • Soms was het een gemeentebestuur zelf dat opriep voor protestacties of een van de diensten, elders waren het gemeenteraadsleden. In Gooik bijvoorbeeld riepen de jeugdraad en de schepen voor jeugd op voor een protestactie met witte ballonnen • Veel jeugdraden en kindergemeenteraden hielden op hun vergadering een minuut stilte, en riepen scholen en jeugdbewegingen op dat ook te doen. Of riepen het gemeentebestuur op een vredesmars te houden…
Trommels voor Vrede Uit een krant van 22 maart 2003: “Djembés, speelgoedtrommels, plastic flessen, potten en pannen: een paar honderd kinderen van de scholen in Elsene hebben gistermiddag kabaal gemaakt voor tien keer honderd. Ze deden dat in naam van de vrede, tegen de oorlog in Irak. Leerlingen van het vijfde en zesde dragen een witte vredesduif van papier. Ze hebben tekeningen gemaakt en er een tekst op geschreven. (…) Na de optocht beklimmen kinderen het podium om een zelfgeschreven gedicht tegen de oorlog voor te lezen. De schepen voor Nederlandstalige aangelegenheden Pascal Dufour glundert: wat tot vorig jaar een Franstalig initiatief was, heeft hij tot een tweetalige happening helpen omvormen.” Diezelfde Pascal Dufour vertelt ons: “Dat jaar was het toegespitst op de oorlog in Irak, maar we doen dat hier elk jaar, trommelen voor vrede met de scholen. Niet alleen de gemeentescholen, alle netten doen nu mee. Pas onlangs kon ik als schepen ook de Nederlandstalige scholen er bij betrekken, ‘Trommels voor Vrede’ is nog meestal een Franstalig vredesinitiatief.
64
Het gaat als project in op de plechtige oproep van de Verenigde Naties die 2000-2010 uitriep tot ‘Internationaal Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid, voor de kinderen over de hele wereld’ (ook de campagne van de Vredesgemeenten kadert in die oproep – zie 4.13 - nvdr). Het idee grijpt terug naar de aloude trommelaars die in de legers opmarcheerden met de soldaten: laat ons ook eens met kinderen trommelen, maar dan voor vrede! Ik ben blij dat het toch iets meer betekent dan een leuke namiddag: ze hebben er in de klas rond gewerkt en per school lezen ze een tekst voor op het podium. Trommels voor Vrede groeit nog altijd: in 2005 deden in België wel 50.000 kinderen mee!”
Ook in jouw gemeente iets organiseren in het kader ‘Trommels voor Vrede’? Info achteraan dit artikel.
Een recenter voorbeeld: burgemeesters tekenen oproep Begin 2006 begonnen meer en meer mensen te vrezen dat de VS na Irak in 2003 nu ook Iran gingen aanvallen. Dat land zou namelijk uranium verrijken, niet voor kernenergie, maar voor een eigen atoombom. Gelezen op www.moederaarde.be: “Brussel, 7 februari 2006 – Na een oproep van Voor Moeder Aarde vzw vragen een twintigtal parlementsleden en evenveel Vlaamse burgemeesters een vreedzame oplossing voor het probleem met het nucleaire programma van Iran. In een gezamenlijke brief met tientallen collega’s uit het buitenland dringen ze er op aan bij de politieke leiders in Iran, Israël en de VS om de crisis via diplomatieke weg op te lossen. (…) De oproep kadert in de doorverwijzing van Iran naar de Veiligheidsraad en de toenemende geruchten over een militaire aanval op Iran.”
Dus… Komen er in de toekomst nog dergelijke oproepen, dan kan jij ook jouw burgemeeste er proberen bij te betrekken!
Een oud voorbeeld van onder het stof gehaald Gemeenten kunnen meedoen aan boycotacties. Destijds was er de wereldwijde boycot van Zuid-Afrikaanse producten, die er kwam op vraag van de zwarte bevolking. De zwarten hadden erg te lijden onder het onderdrukkende en gewelddadige Apartheidsregime. Veel gemeentelijke raden voor ontwikkelingssamenwerking konden hun gemeentebestuur toen overtuigen om mee te doen en geen wijn of fruit meer te kopen uit Zuid-Afrika voor hun recepties of personeelsfeesten.
65
Maar helpt het? Onrecht, oorlog, geweld… Je moèt toch iets doen, voelen velen. Helpt het? De jarenlange boycotacties tegen de Apartheid waren toch een belangrijk element om de strijd uiteindelijk te winnen, bewijst de geschiedenis. Alleen al massaal protest is een teken van solidariteit voor de getroffenen, dat hen sterkt in hun overtuiging en hun strijd tegen het onrecht. En ook als zelfs massaal protest en solidariteitsacties niet direct een oorlog kunnen stoppen of tegenhouden, dan leidt het misschien op termijn wel tot een sneller herstel van de vrede,… hopen we. Een ander voorbeeld van resultaat-op-termijn. Bij de Irak-oorlog wilde onze regering de treinen met Amerikaanse wapens niet verbieden: mocht niet zei ze, wegens geheime overeenkomsten binnen de NAVO. Maar veel gemeentebesturen waren solidair met de acties van de vredesbeweging. En die vele acties en protesten hebben dan toch wèl die fameuze stiekeme verdragen boven water gehaald, de pers pikte daar gretig op in en… de regering beloofde die contracten later kritisch tegen het licht te houden. Dus een volgende keer zal het niet meer zo makkelijk gaan om als klein doorvoerlandje medeplichtig te ‘moeten’ zijn aan een oorlog van de groten. Nu nog de regering met haar neus op die belofte blijven drukken; steun van gemeenten en steden kan daar alleen maar bij helpen! Besluit • bij oorlogsdreiging: acties organiseren; overleg met de verenigingen, de scholen, maar ook met de jeugdraad, de schepen, de burgemeester… • laat je niet afschepen als je te horen krijgt dat een gemeente ‘daar toch niets aan kan of mag doen’… je hebt hierboven voorbeelden genoeg • hou de campagnes van de vredesbeweging in het oog; abonneer je op hun gratis nieuwsbrieven – zie 4.5 • er zijn ook campagnes die regelmatig op dezelfde datum terugkeren. Doen jullie scholen al mee met Trommels voor Vrede? En zo zijn er nog meer jaarlijkse gelegenheden om met jouw gemeente op in te haken…
i www.drumsforpeace.org; mail:
[email protected] over de militaire treintransporten tijdens de Irak oorlog en de geweldloze treinstop-acties: zie www.vredesactie.be
66
4.2 Ieper ijvert voor vrede Ook in internationale conflicten Ieper heeft, vanuit haar oorlogsverleden, de taak op zich genomen om intens aan vrede te werken. De stad stelde speciaal daarvoor een vredesambtenaar aan – zie 5.1. Hij houdt zich onder andere bezig met internationale uitwisselingen. Met jongeren uit conflictgebieden bijvoorbeeld, maar ook via een project in zusterstad Gjilan in Kosovo.
Vredesambtenaar Filip Deheegher: “Ieper heeft een Vredesfonds met twee taken. De eerste is de organisatie van de 3-jaarlijkse Ieperse Vredesprijs (zie 4.4 - nvdr). De tweede is de ondersteuning, materieel en financieel, van lokale vredesinitiatieven rond vrede, verdraagzaamheid, multicultureel samenleven enz. Daar heeft al een hele waaier van uiteenlopende projecten van kunnen profiteren. Een voorbeeld is het herinneringsproject aan het unieke kerstbestand tussen de Duitsers en de Britten, dat hier ergens in de buurt tot stand gekomen was. Op een kerstdag tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn de soldaten toen uit de loopgraven gekomen, ze schudden handen en speelden zelfs een voetbalmatch onder elkaar! Een school van Ieper had samen met een Britse en een Duitse school het idee om die korte verzoening hier opnieuw ‘na te spelen’. Het werd een inlevingsmoment van een merkwaardige verbroedering, exact op de plaats waar het destijds gebeurd was. Een internationale uitwisseling met scholen uit de drie betrokken staten dus: België, Groot-Brittannië en Duitsland.” Maar ik neem aan dat het Vredesfonds zich niet beperkt tot ‘herinneringsprojecten’ over de oorlogsgeschiedenis. “Natuurlijk niet. Ook uitwisselingen in het kader van actuele conflicten ondersteunen we. Al zeven keer organiseerden we in Ieper een tiendaags seminarie met jongeren uit Noord-Ierland en Ierland (katholieken en protestanten), Israël en Palestina, en Vlamingen en Walen. 35 à 40 man in één groep. Natuurlijk komen ze niet sàmen naar hier, de spanningen zitten op voorhand ingebakken in de samenstelling van de deelnemers. Eerst werken we dan aan de groepsvorming: van de zes of zeven groepen één groep maken. Met bijvoorbeeld rondleidingen over het oorlogsverleden van Ieper, een bezoek aan het In Flanders Fields Museum… Stilaan dringt het bij hen door: waar conflicten toe leiden, wat oorlog betekent… ze worden er wat stil van. Naar het einde toe, als er genoeg onderling vertrouwen is gegroeid, gaan we naar de kern van de uitwisseling: we snijden de lokale conflicten aan waar zij thuis volop in zitten. Voor zo’n uitwisseling spreken we gespecialiseerde begeleiders aan. Die jongeren – leeftijd 18 tot 25 jaar – zitten thuis meestal zelf in een jeugdbeweging, en zullen dus hopelijk iets van wat ze hier hebben meegekregen verder uitdragen. Meermaals kwamen gasten die hadden deelgenomen, bij een latere uitwisseling terug, dit keer als begeleider met hun groep.” Je werkt internationaal dus veel met jongerenuitwisselingen. Blijft het daartoe beperkt? “Lang niet. We hebben bijvoorbeeld een zusterband met de stad Gjilan in Kosovo. Daar plannen we initiatieven waarvan het eerste nu al af is. Bedoeling is de Servische en de Albanese mensen, via de kinderen,
67
dichter bij elkaar te brengen. Je weet dat het in Kosovo burgeroorlog is geweest tussen die bevolkingsgroepen. Zoals overal in ex-Joegoslavië, verloopt het vredesproces heel moeilijk, er is nog veel haat en onbegrip. Maar er is nog een ander probleem. In die Servische provincie werd vroeger alles gedomineerd door de Serviërs, de bevolkingsgroep van de Albanezen werd weggedrukt. Er was geen onderwijs in hun taal, Albanese dokters werden uit de gezondheidszorg geweerd, leerkrachten weggestuurd van de scholen… Als dan na het einde van het gewelddadige conflict, door verkiezingen Albanese mensen in 2000 aan de macht kwamen, hadden die geen enkele ervaring om een gemeente te besturen, ze hadden dat nooit gedaan. Daar konden wij juist een handje toesteken, vanuit onze kennis en bestuurservaring.” Wat hebben jullie dan concreet gedaan? “We zijn met onze dienst ruimtelijke ordening gaan samenzitten met hun dienst urbanisatie voor een nieuw wijkproject. We hadden een enquête laten doen waaruit bleek dat het in de stad zeer slecht gesteld was met het veiligheidsgevoel en het sociaal contact. Prioriteit was dus opnieuw van die buurt een echte wijk te maken, met een hersteld gemeenschapsgevoel. Wat hebben we tot nu toe al gedaan? We hebben geholpen om een prachtig speelpleintje neer te poten. Vanuit de stad Ieper hebben we een beetje financieel geholpen, maar onze inbreng was vooral dat we voor de beleidsmensen ginder op organisatorisch vlak coach speelden. Want ze wisten absoluut niet hoe ze eraan moesten beginnen. Nu weten ze hoe ze dat voortaan zelf moeten aanpakken in andere wijken. Concreet hebben we daarvoor ambtenaren uit Ieper naar Gjilan gestuurd en mensen van ginder naar hier gehaald. Die konden bij ons dan met eigen ogen vaststellen hoe speelpleintjes er kunnen uitzien en welke rol die in het wijkleven kunnen spelen. Niet alleen onze dienst ruimtelijke ordening, maar ook de speelpleinwerking en de groendienst deden mee op die vergaderingen. Uit die vergaderingen ontstond een eerste ontwerp, dat ginder verder is uitgewerkt.”
Het speelplein in Gjilan - foto Vredesfonds Ieper
68
Hoe staat het intussen met dat project? “Voor de plechtige opening zijn we naar ginder getrokken met o.a. onze burgemeester. Wat toen meteen opviel: er was zogezegd geen sociaal leven in de wijk, maar wat zie je? Een speelplein met direct 400 kinderen op de speeltuigen. Mama’s van de beide bevolkingsgroepen op de banken. Kinderwagens. Grootouders die met mekaar kletsen. Ik ben er zeker van dat het sociaal gevoel snel zal groeien. De volgende stap wordt: rond dat speelplein van alles organiseren. De jongeren werden in onze enquête bestempeld als nietsnutten die alleen maar op café zitten, dat was een van de pijnpunten in de wijk. Dat komt natuurlijk ook door de jeugdwerkloosheid van 70 à 80 %. Als we die jongeren bij de werking op het speelplein kunnen betrekken, dan zal hun negatief beeld bij de bevolking hopelijk bijgesteld geraken. Dan zal men inzien dat ze wèl iets in hun mars hebben. We hopen ze te kunnen helpen dat stapje te zetten door wat verantwoordelijkheid in de wijk op zich te nemen. Dat duwtje hebben ze nodig, want zelforganisatie bestond niet onder het communistische regime, ze moeten dat nog leren. Het plein moet, mét die jongeren, het hart van de wijk worden.”
Idee: • Ook jouw stad of gemeente heeft misschien verbroederingsbanden in een ver land dat door vroegere conflicten verscheurd is: weet je met welk dorp of stad? • Welke uitwisselingen doet jouw gemeentebestuur daar al rond? • Helpt het gemeentebestuur om ginder het vredesproces te bevorderen? • Nog geen uitwisseling met jongeren? Dan is dat een goed idee om eens met de jeugdconsulent te bespreken. • Kunnen ook nog nasmeulende conflicten aan bod komen bij zo’n uitwisseling? • Misschien haal je uit het verhaal van Ieper inspiratie?
i
Dienst vrede en ontwikkeling stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper Tel: +32 (57) 239 214
[email protected]
69
4.3 Mesen: oorlog toen, conflicten nu: Met jongeren naar de vredesschool Het kleine West-Vlaamse Mesen noemt zich terecht een echte vredesstad. Een goed voorbeeld van hoe je ook in andere gemeenten vanuit het historisch verleden de link kan leggen naar vredeswerk in onze huidige tijd.
Zoveel Vlaamse gemeenten herbergen op hun grondgebied nog stukjes oorlogsgeschiedenis: oude forten, soldatenkerkhoven, monumenten… Ga er thuis eens naar op zoek, en luister naar de les van Mesen…
(Uit De Standaard 11/9/2003) “Er komt een toeristisch wandelpad in Mesen dat alle belangrijke monumenten en sites van ‘de Groote Oorlog’ én de bestaande wandelroutes met elkaar verbindt. Langs het pad komen infoborden en toeristische infrastructuur zoals picknicktafels. Mesen wil zich nog meer profileren als vredesstad. Behalve de diverse oorlogsmonumenten is er de Ierse vredestoren en het vredespark, de vredesbeiaard in de Sint-Niklaaskerk, de Japanse vredespaal. Cursisten die les volgen aan de internationale vredesschool kunnen straks voor logies terecht in het jeugdhotel."
Waarom noemt Mesen zich vredesstad? Steven Reynaert (bibliothecaris en cultuurbeleidscoördinator): “Ten eerste: door de trieste geschiedenis. Mesen ligt vol monumenten over de zinloze en wrede Wereldoorlog I. De meeste zijn militair, maar we hebben twee monumenten die getuigen van vredeswerk. De bekende Vredespaal van de Japanse kunstenares Mié Tabé, pleit voor vrede en solidariteit. Net als enkele andere steden zoals Ieper en Poperinge kreeg Mesen zo een Vredespaal van de Japanse vredesbeweging, wegens ons oorlogsverleden. De kunstenares, een overlevende van Hiroshima, huldigde in 1989 het monument mee in. In het Japans, Engels, Nederlands en Frans lees je op de paal: "Moge vrede heersen op aarde". Belangrijker voor onze vredesactiviteiten is echter ‘The Island of Ireland Peace Park and Tower’ (Vredespark en Vredestoren van het Ierse eiland - zie kader nvdr). Dat monument staat symbolisch centraal in ons vredesbeleid. Want rondom dat symbool is de vredesschool gegroeid. Samen met Noord-Ierse en Ierse partners werd de ‘International School for Peace Studies’ opgericht. De bedoeling van dat project is jongeren uit conflictgebieden samen aan tafel te zetten.”
70
Hoe werkt jullie vredesschool? “De nadruk ligt nu nog altijd op het NoordIerse conflict. We krijgen om de twee maanden gemengde groepen van protestantse en katholieke jongeren, die hier dan minimum één week rond conflictoplossing en sociale vaardigheden werken. Maar ook een Cypriotische gemengde groep met Turkse en Griekse jongeren volgde reeds de ‘opleiding’. We willen de werking nog uitbreiden naar andere conflictgebieden: dat Balkan, Palestina/Israël,... Hoofddoel is dat jongeren in een ongedwongen sfeer hun vermeende erfvijanden beter leren kennen en ze laten inzien dat het water niet zo diep hoeft te zijn, ondanks hun verschillende levensvisies of standpunten. We werken samen aan conflictoplossing en zaaien kiemen voor samenwerking, later, eens terug thuis. Dat kan daar dan vertrekken van heel banale dingen, zoals een overkoepelend buurtfeest, of een gezamenlijk historisch projectje... De begeleiding is in handen van ervaren trainers die gerekruteerd worden door de (Noord-)Ierse partners.” Hoe is Mesen zelf als stad betrokken? “Stad Mesen steunt dit initiatief praktisch, organisatorisch en inhoudelijk. We helpen activiteiten organiseren en stellen ruimten ter beschikking om in te werken. We willen ook onze plaatselijke jongeren er in de toekomst nog meer bij betrekken. Nu al zijn er veel contacten met hen tijdens de vrije tijd en sommige activiteiten. Het is ook de bedoeling om ooit met een groep jongeren uit Mesen een uitwisseling met Noord-Ierland te starten. Naast de Noord-Ierse groepen - meestal maatschappelijk kwetsbare en achtergestelde jongeren (16 -24 jaar) - probeert de vredesschool ook scholen te bereiken op het Ierse Eiland (nvdr: Ierland is onafhankelijk; NoordIerland behoort tot Groot-Brittannië) en hen tijdens speciale projectweken in Mesen te confronteren met de gruwel en de zinloosheid van oorlog. Stilaan groeit er ook al enige samenwerking met Vlaamse scholen. Het hele project is bedoeld om te leren van elkaar, elkaar te respecteren en te leren samenwerken. Het is niet de bedoeling hier politieke en diplomatieke oplossingen voor te stellen...” Een knap vredesinitiatief, voor zo’n klein stadje! “Dat alles is natuurlijk niet een project van Mesen alleen, maar steunt op intense samenwerking met Ierse en Noord-Ierse partners, waarbij we samen het project dragen en een gezamenlijk doel nastreven. De Vlaamse Gemeenschap gelooft in het project, want via Toerisme Vlaanderen is de bouw van een jeugdhotel gestart. Daar zullen grote groepen voor een korte periode kunnen verblijven, maar ook kleine groepen voor een langere periode. Dat laatste is heel belangrijk voor jongeren die een sleutelpositie in hun gemeenschap bekleden, b.v. de leiders van paramilitaire of criminele jeugdbendes, die hier voor een langere periode blijven – en dan bedoel ik minimum 4 weken - en zo de kans krijgen om een vak aan te leren via een stage in het jeugdhotel.”
71
Kunnen jongeren, jeugdorganisaties of scholen die nu via onze website in jullie vredesschool geïnteresseerd raken, zich kandidaat stellen om mee te doen aan zo’n internationale vorming? “We zouden niets liever willen. Samen met onze partners werken we dan iets uit op maat van die school of beweging. In eerste instantie denken we aan gemengde groepen. Bijvoorbeeld Ierse katholieke en protestantse, plus Vlaamse en Waalse jongeren, die dan samen een projectweek volgen rond vrede en conflictresolutie. Het elkaar leren begrijpen, en daarmee bedoelen we niet alleen de taal, staat centraal in dergelijke weken. We kunnen ook groepen helpen een uitwisseling te organiseren met een Ierse partner door hen de weg te wijzen naar de juiste contacten en instellingen... Zo zijn studenten van de Hogeschool Gent (Sint.-Anna, opleiding maatschappelijk werker) al een paar keer op bezoek geweest in Londonderry.”
Dus weer een nuttige tip: • Met de scholendirecties en de schepen van onderwijs van je gemeente de mogelijkheden aftasten! Een concreter model om tussen jongeren internationaal aan vrede te werken, kunnen we ons moeilijk inbeelden. • En misschien wil jouw gemeente jullie deelname wel mee mogelijk maken…
i
Meer info: Steven Reynaert (Cultuurbeleidscoördinator en bibliothecaris Mesen); Markt 1, 8957 Mesen; 057.44.50.41;
[email protected]
Het Ierse Vredespark met de ‘round tower’ is een project van de Ierse organisatie ‘A Journey of Reconciliation’ (letterlijk: een tocht van verzoening). Deze organisatie, met leden in Noord-Ierland én in de Ierse Republiek, wil het tussen katholieken en protestanten zo verdeelde Ierse volk verzoenen rond plaatsen in Vlaanderen en aan de Somme waar katholieken en protestanten sàmen hebben gevochten. Omdat tijdens de slag om Mesen in juni 1917 duizenden Noord-Ierse protestanten en ZuidIerse katholieken zij aan zij in dezelfde loopgraven hebben gevochten, werd Mesen als de geschikte plaats voor een monument uitgekozen. Het Ierse Vredespark werd aangelegd in 1998 door jongeren uit NoordIerland én uit de Ierse Republiek, als een symbool van vrede en verzoening. Het opvallendste monument van het park is de ronde toren, gebouwd naar het voorbeeld van vroegmiddeleeuwse vluchttorens, waarvan er in Ierland nog enkele tientallen bestaan. De ronde toren staat symbool voor vrede, verzoening en de waanzin van een oorlog. Ierse arduinplaten met opschriften verwijzen naar de drie divisies die samen hebben gestreden of tonen gedichten en dagboekfragmenten van Ierse soldaten.
72
4.4 Vredesstad Ieper: Jongeren kiezen laureaat Vredesprijs Ieper is de enige Vlaamse stad met een vredesambtenaar (zie 5.1). Een van zijn taken betreft het Vredesfonds. Dat ondersteunt lokale vredesinitiatieven, en organiseert de driejaarlijkse Ieperse Vredesprijs. De laureaat wordt door jongeren gekozen door een stemming op de website van de prijs.
Vredesambtenaar Filip Deheegher: “De eerste Vredesprijs was in 2002, de tweede in 2005. Het is niet louter een prijs uitreiken: er gaat twee jaar werk aan vooraf. Eerst is er de samenstelling van de internationale jury met mensen die thuis zijn in de vredesthematiek. De jury komt samen en bekijkt de lijst van 30 kandidaten die het Vredesfonds haar voorlegt. Op basis van criteria die de stad bepaalt moet die jury er vijf ‘genomineerden’ uit kiezen. Over die vijf vredesprojecten schrijf ik dan een educatief pakket voor het secundair onderwijs. Scholen die willen meedoen werken dan intensief in de klas rond die projecten. Nadat ze zo de genomineerden hebben leren kennen, zijn het uiteindelijk de jongeren die een stem uitbrengen, via de speciale website. Jongeren uit scholen van Ieper, maar ook van daarbuiten. Na de telling maakt een jongere het resultaat bekend op de gemeenteraad, die bekrachtigt: de laureaat ligt dan officieel vast. Het zijn dus de jongeren die beslissen! We werken via de scholen omdat dat de beste weg is om zoveel mogelijk jongeren te betrekken. En omdat een klas met een gemotiveerde leerkracht toch een meer geschikte omgeving is om de vijf genomineerden min of meer grondig te bekijken, dan bijvoorbeeld een namiddagvergadering in een jeugdbeweging.” Krijgen ze ook de genomineerden zelf te zien? “Voor de prijs van 2005 hebben we die alle vijf naar Ieper kunnen halen. Ze zijn dan in een beurtrolsysteem telkens 20 minuten uitleg gaan geven aan deelnemende Ieperse scholen. 600 scholieren maakten zo met hun vredesprojecten kennis. Ze hebben nu toch minstens een idee van het land waar hij of zij aan vrede werkt, van het lokale conflict, van de problemen. Voor een volgende editie willen we toch nog meer naar buiten Ieper werken. We hebben het wel bekend gemaakt via verschillende kanalen, alle Vlaamse secundaire scholen waren op de hoogte, o.m. via het tijdschrift Klasse… Maar van buiten Ieper deden slechts twintig scholen mee.” Hoe gebeurt de toekenning van de prijs? “De bekendmaking van de genomineerden gebeurt op 11 november het jaar voor de uitreiking. Vanaf dan tot april wordt er gewerkt in de scholen. En dan komt het tweede weekend van mei: dat is in Ieper een vast feestweekend. Met een stoet, vestingfeesten, enz. Om de drie jaar koppelen we daar nu ook de bekendmaking van de laureaat van de Vredesprijs aan vast, met de nodige feestelijke omkadering. In 2005 brachten we 100 muzikanten van harmonie en fanfare en 150 zangers
73
bijeen. Met hen hebben we de ‘Negende’ van Beethoven gebracht: daarin zit het bekende vredesthema ‘Alle Menschen werden Brüder’. Gebracht dit keer door amateurzangers en –muzikanten uit de streek, die normaal niet eens stilstaan bij de vredesproblematiek, maar die we zo ook weer tot nadenken over het vredesthema hebben kunnen brengen. Van mei tot november hebben we dan nog de tijd om de laureaat uit te nodigen, want dat zijn meestal zo’n druk bezette mensen dat je ze lang genoeg op voorhand moet uitnodigen.” Wie heeft de prijs gekregen? “De eerste Vredesprijs ging naar ‘War Child’, dat zich inzet voor kinderen in oorlogsgebied. In 2005 waren de vijf genomindeerden: • Advocaten zonder grenzen • Balkanactie • ‘De vijf Israëlische gewetensbezwaarden’ • Helen Prejean • The Jammu & Kashmir Coalition of Civil Society. De prijs van 25.000 € ging naar de Amerikaanse katholieke non Helen Prejean, die wereldwijd ageert tegen de doodstraf. Ze heeft daar een boek over geschreven dat later verfilmd is als ‘Dead man walking’”.
Helen Prejean, Vredesprijs 2005 – foto Tijl Capoen
Tip: • Zelf als gemeente een internationale vredesprijs toekennen is zeer hoog gegrepen. Natuurlijk kan het op lokaal niveau wel een idee zijn dat je b.v. met de schepen van cultuur kan bekijken: een prijs voor het beste project uit de streek of de provincie dat werkt rond vrede, interculturele samenleving, tolerantie e.d.
74
• In Aalst bijvoorbeeld reikt het Vredeshuis (dat niets met de gemeente te maken heeft – zie 5.2 ) jaarlijks een vredesprijs uit aan mensen die zich als vrijwilliger inzetten voor hun medeburgers; op de uitreiking zijn dan wel meestal enkele mensen van het gemeentebestuur om hun sympathie uit te drukken • Dan koppelt men daar best een educatief luik aan vast voor de scholen, de jeugdverenigingen, de sociaal-culturele verenigingen • En zeker haalbaar is: bij de schooldirecties en/of via de schepen van onderwijs aandacht vragen voor de Vredesprijs van Ieper: elke drie jaar nodigt Ieper immers àlle secundaire scholen uit om mee te doen aan de verkiezing. Op voorwaarde dat de school er educatief rond werkt
i
Dienst vrede en ontwikkeling stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper 057/23.92.14
[email protected]
75
4.5 Campagnes van de vredesbeweging: Doet ook jouw gemeente mee? De vredesbeweging roept dikwijls de bevolking maar ook de politici op om rond actuele thema’s solidariteit en steun te betuigen. Hou dus hun (elektronische en papieren) berichten en nieuwsbrieven in de gaten. Voor petities of acties kan je dan tijdig medewerking vragen aan de politici uit jouw gemeente, zo help je het gewicht van die vredescampagnes sterk vergroten. Enkele voorbeelden.
Palestina en Israël In 2004 sprak het Internationaal Gerechtshof zich uit tegen de bouw van de gigantische ‘Muur’ die Israël bouwt op en rond Palestijns grondgebied, omdat dit indruist tegen het internationaal humanitair recht. Het Actieplatform Palestina (APP) voerde met een ‘foto-petitie’ een opgemerkte campagne tegen de Israëlische bezetting en de bouw van de Muur. 23.000 mensen lieten zich fotograferen of bezorgden hun portretfoto om hun protest uit te drukken in deze actie ‘Gebruik je hoofd tegen de Muur’. Onder hen ook veel politici. Zie http://www.jehoofdtegendemuur.be/. Maar die actie is afgerond. In maart 2006 startte de nieuwe APPcampagne ‘Wanneer trekt onze regering de kaart van Palestina?’. Iedereen wordt gevraagd een briefkaart aan minister van Buitenlandse Zaken De Gucht te ondertekenen met de politieke eisen van het APP over de bezetting en de Muur. Op heel veel platsen zullen ondertekeningsacties volgen. De briefkaart (ook digitaal) en veel actietips vind je op http://www.actieplatformpalestina.be/content/campagne/campagne_doemee.php Een voorbeeld hoe je die campagne naar je gemeente toe vertaalt, komt uit Gent. Het Gents Actieplatform Palestina, begeleid door de fanfare en majorettes van ‘Vooruit met de Kuit’, vroeg aan de Gentse gemeenteraadsleden bij het begin van de gemeenteraad om hun handtekening. Daarmee verklaren zij zich niet alleen solidair met de Palestijnse dorpen die kampen met de gevolgen van de bezetting, maar engageren ze zich ook om Palestina hoger op de politieke agenda te krijgen. 15 gemeenteraadsleden, schepenen en de stadssecretaris tekenden meteen! Een verslag met foto’s: zie http://www.vrede.be/nieuw_view.php?id=710
76
Voettocht & handtekeningen voor nucleaire uitstap Voor Moeder Aarde vzw organiseerde in april 2006 een voettocht die kadert in de Europese petitiecampagne die 1 miljoen handtekeningen verzamelt tegen kernenergie en voor meer investeringen in schone energie. Kernenergie is niet alleen een ramp voor het milieu, maar er loert ook een ander groot gevaar: dat de fabrieken en de grondstof voor atoomwapens gebruikt worden. Denk maar aan Iran! De stappers kwamen op 26 april 2006 aan bij de kerncentrale van Doel. Precies 20 jaar na de kernramp in Tsjernobyl hielden ze er een nachtelijke geweldloze blokkadeactie. Eind 2006 worden de petities afgegeven bij de Europese Unie. De petitie kan on-line getekend worden: www.motherearth.org/tour/petitie_nl.php.
'Iedereen Bomspotter': klacht tegen kernwapens Vele honderden trokken op 27 november 2004 in vijftig gemeenten naar hun politiekantoor. Overal hadden lokale vredesactivisten of -groepen de burgers en politici er warm voor gemaakt: officieel klacht indienen tegen de illegale kernwapens en zich meteen opgeven als ‘medeplichtige’ aan de bomspotting campagne. Illegaal? Inderdaad: het Internationaal Gerechtshof van Den Haag had in 1996 verklaard dat “de dreiging met of het gebruik van atoomwapens in het algemeen strijdig zijn met de internationale rechtsregels vervat in het oorlogsrecht”. Dus is de defensiepolitiek van de NAVO (en van NAVO-lid België) tegen de regels: illegaal. Het was al de tweede maal dat er zo massaal klacht werd neergelegd. De afgelopen jaren waren er trouwens al duizenden klachten ingediend.
Ook verschillende burgemeesters dienden klacht in
77
In Geel was burgemeester Peeters de eerste klachtindiener. In Houthalen-Helchteren opende de politie speciaal op zaterdag het kantoor. Ook burgemeester Verfaille van Veurne, gemeenteraadsleden uit Borsbeek, Houthalen-Helchteren, Mol, districtschepen Lauwers uit Borgerhout, …: allemaal dienden ze die dag klacht in. Ook in Aalst stapten tientallen naar de politie, waaronder enkele gemeenteraadsleden. Daar had Els Keytsman vooraf als gemeenteraadslid aangedrongen op een vlotte medewerking van de politie. Els: “Want als tientallen mensen klacht indienen betekent dat veel werk voor de politie. Twee agenten zijn naar de infovergadering gekomen, en op de dag zelf is alles heel vlot verlopen. Alle klachten werden netjes genoteerd.” Medewerking vragen van de politie, zoals hier in Aalst
Zo zie je dat je zélf iets kan doen, maar dat je daarenboven ook je lokale politici kan inschakelen. Haalde het iets uit? Op termijn zeker wel: de actie is maar één onderdeel in de grote bomspotting campagne van het Forum voor Vredesactie (www.vredesactie.be) en Bomspotting vzw (www.bomspotting.be). Vóór die campagne wist geen kat dat er ook in het Limburgse Kleine Brogel Amerikaanse kernwapens waren! Nu zit de campagne al jarenlang de verantwoordelijke politici aan hun vel. Mét de steun dus van meer en meer lokale politici!
Gewetensbezwaren tegen belasting Een deel van de opbrengst van onze belasting gebruikt de regering voor militaire doeleinden: een leger in stand houden, wapens kopen. Sommige mensen voelen dat soort gebruik van hun belastingsgeld aan als een smet op hun geweten. Vrede kan volgens hen beter met andere middelen bewaard of hersteld worden dan met militair geweld. In België ijvert de vredesorganisatie VRAK voor een wet die aan hun gewetensbezwaar tegemoet komt. Het deel belasting dat naar het militaire gaat, zou dan mogen dienen voor een vredesfonds. In België hebben de gemeentebesturen zich daar nog nooit in gemoeid. Het goede voorbeeld komt dit keer uit de Verenigde Staten. In oktober 2005 keurde het stadsbestuur van Providence (Rhode Island) een motie goed dat het wetsvoorstel steunt van de National Campaign for a Peace Tax Fund. Die vredesorganisatie streeft in de VS hetzelfde na, als VRAK bij ons. Het stadsbestuur stemde unaniem voor de resolutie, die verwijst naar de noodzaak van godsdienstvrijheid en de hoge prijs van oorlog.
Steunt jouw gemeente de Mensenrechten? Amnesty International mag je eigenlijk geen ‘vredesorganisatie’ noemen, maar ze houden zich bezig met de mensenrechten, dat verdient hier toch ook een plaatsje. Voor hun jaarlijkse ‘Week van de Mensenrechten’ roept Amnesty International de gemeenten op om een spandoek te hangen en te helpen bij de kaarsenverkoop. Wijnegem is een van de vele tientallen gemeenten die daar op ingaan. Schepen Gerda Roeykens: “Elk jaar krijgt die ‘Week van de Mensenrechten’ aandacht in het informatieblad van de gemeente. Ik vermeld in die tekst ook altijd dat er kaarsen van Amnesty International te koop zijn in de Wereldwinkel. De kaars brandt die hele week in ’t Gasthuis, waar veel volk langs komt voor het Cultureel Centrum, de vergaderzalen en de bibliotheek. De tekst van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de thematekst van dat jaar hangen daar dan ook te lezen.” Hoe gemeenten kunnen meewerken, vind je op de website: http://www.aivl.be/index.cfm?PageID=2633.
78
Een voorbeeld uit Italië Het verbieden van wapens met verarmd uranium is weer een andere campagne van de vredesbeweging; daar vind je meer over op www.moederaarde.be. Het goede gemeentelijke voorbeeld komt uit Italië. Op 25 juli 2005 besliste de gemeenteraad van Villaputzu op Sardinië tot een verbod op “het transport, de opslag en het gebruik van alle types van munitie en wapens die verarmd uranium bevatten met het oog op proefnemingen en voor militaire en civiele trainingsoefeningen.” Wat is hièr aan de hand, vraag je je dan af. Wel, in Villaputzu ligt de militaire basis van Salto di Quirra die door het ministerie van Defensie zou kunnen worden uitgekozen als terrein voor proefnemingen met verarmd uranium. Sinds de jaren 80 is er een sterke toename van kankergevallen in dat gebied, zonder dat de gezondheidsdiensten controles rond de basis hebben uitgevoerd. Er is nog geen absoluut bewijs voor of tegen de effecten van verarmd uranium op de gezondheid, daarom wil het ministerie van defensie verder onderzoek op de basis. Het gemeentebestuur wil dat voorkomen, te meer daar er geen noodplannen bestaan voor de bescherming van de volksgezondheid en het milieu tegen de gevaren van verarmd uranium.
Tip: gemeentelijke medewerking kan je proberen losweken: • voor voettochten – Voor Moeder Aarde organiseert zoiets wel meer, o.a. ook tegen de kernwapens. Dan is het altijd zoeken naar de nodige lokalen voor overnachting, vergaderingen. Gemeenten waar de tocht langskomt kunnen daar bij helpen, als jij ze ervan overtuigt! • voor mee organiseren van acties, zoals de klacht tegen het kernwapenbeleid, de Week van de Mensenrechten… • voor handtekeningen van lokale politici voor vredespetities, solidariteitsverklaringen enz. Algemene tip: blijf op de hoogte, dan kan je sneller je gemeente en je lokale politici warm beginnen maken voor nieuwe initiatieven. Websites waar je meestal tevens jezelf kan abonneren op gratis nieuwsbrieven: http://www.moederaarde.be/ : Voor Moeder Aarde vzw http://www.11.be : de Vlaamse Noord-Zuid Beweging http://www.vrede.be/ : Vrede vzw http://www.vredesactie.be/ : het Forum voor Vredesactie http://www.bomspotting.be/ : de campagne Bomspotting http://www.paxchristi.be/ : Pax Christi Vlaanderen http://www.actieplatformpalestina.be/ : het Actieplatform Palestina http://www.netwerkvlaanderen.be/ : Netwerk Vlaanderen vzw http://www.aivl.be/ : Amnesty International Vlaanderen http://vaka-handinhand.org/ns/ : VAKA/Hand in Hand
79
4.6 Eerlijke handel, voor vrede: Fair Trade gemeenten Armoede en honger leiden in de derde wereld dikwijls tot conflict, geweld, oorlog. Armoede en honger wortelen vaak in oneerlijke handelsverhoudingen. Daar kunnen wij van hieruit meer aan doen dan je denkt. En jouw gemeente kan het voorbeeld geven, als Fair Trade Gemeente. Aan jullie om ze daarvoor warm te maken!
‘FairTradeGemeenten’ is een onderdeel van de campagne ‘Ik ben verkocht’ van Max Havelaar, Oxfam-Wereldwinkels en Vredeseilanden. Zij roepen iedereen op zich te ‘outen’ als voorstander van een rechtvaardig inkomen voor boeren overal in de wereld. Iedereen… dus ook: een hele gemeente! Het idee van de ‘FairTradeGemeente’ komt van de inwoners van Garstang, in GrootBrittannië. Dat dorp was de eerste gemeente ter wereld die de titel behaalde, in 2001. Daarvoor moet je als gemeente voldoen aan zes voorwaarden (zie verder). Ondertussen zijn er al meer dan 130 Britse FairTradeGemeenten en nog 200 andere zijn over het Kanaal bezig met het behalen van de titel. Het succes kent ook navolging in o.a. Ierland, Canada, Italië, Frankrijk, …. En nu dus ook in België. Maar hoe word je dan een FairTradeGemeente? Het is een titel die aangeeft dat de gemeente én haar inwoners eerlijke handel een warm hart toedragen en er ook echt werk van maken. Het gaat dus niet over een gemeentebestuur of gemeenteraad die plechtig verklaart “eerlijke handel (fair trade) belangrijk te vinden”. Het is wel degelijk de hele gemeentelijke gemeenschap die zich er achter schaart en dat met concrete maatregelen waar maakt. Zie kader: de criteria.
De 6 criteria 1. Het gemeentebestuur keurt een resolutie goed die fairtrade steunt en kiest voor koffie en nog minstens één ander product gecertificeerd door Max Havelaar voor vergaderingen, op kantoor en in de cafetaria's. En het zal fairtrade promoten via eigen informatiekanalen en via lokale media. 2. Winkels en Horeca: minstens twee fairtradeproducten in de winkels. Fairtradeproducten in de plaatselijke horeca. 3. Bedrijven en organisaties (scholen, verenigingen, kerken, enz): fairtradeproducten gebruiken en educatieve campagnes voeren. 4.Media-aandacht opwekken (evenement organiseren) telkens een nieuw criterium bereikt is. 5. Er is een lokale trekkersgroep actief die ook nà de titel zorgt voor de voortzetting en een jaarlijkse beoordeling van de zes criteria. 6. Initiatief lanceren dat duurzaam consumeren en produceren aanmoedigt - thuis, op de werkvloer en op openbare plaatsen.
80
Aan het werk, in jouw gemeente, mét jouw gemeente! In maart 2006 waren er in België reeds tien gemeenten die de titel behaald hebben: Gent, Hoogstraten, Voeren, Zwijndrecht, Kortrijk, Lichtervelde, Herent, Heusden-Zolder, Leuven en Herk-de-Stad. Daarnaast waren er 77 goed op weg naar de titel. Een bijgewerkt overzicht vind je op www.ikbenverkocht.be. Elke gemeente heeft daar ook een persoonlijke pagina waarop je de (eventuele!) vorderingen van je gemeente op de voet kunt opvolgen. Het model van de FairTradeGemeenten biedt eindeloos veel mogelijkheden om in je gemeente naar buiten te komen, mensen aan te spreken en te overtuigen van het belang van duurzame landbouw en eerlijke handel en ervoor te zorgen dat jouw gemeente ‘verkocht’ geraakt en dus de titel ‘FairTradeGemeente’ in de wacht sleept. Op de website (zie onderaan) vind je de stand van zaken in jouw gemeente; vele gemeenten hebben nog geen contactpersoon of trekkersgroep om de boel op te starten: iets voor jou? Je vindt er ook een praktische gids hoe je eraan begint en welke opeenvolgende stappen je kan zetten. Check dus eerst eens of jouw gemeente misschien reeds een ‘FairTradeGemeente’ is, of ernaar onderweg is. Zo ja: ga dan na zorgvuldig in hoeverre ze in haar concreet beleid die titel waardig is, en wat er nog kan verbeteren, neem contact met de verantwoordelijke van de trekkersgroep. Zo neen: hoog tijd om er in te vliegen. Jullie als jongeren kunnen het goeie voorbeeld geven en politici aan de mouw trekken! Waarom zou je hier je kostbare tijd in steken? Omdat het hièr begint: bewustmaking. Door de campagne zullen meer mensen namelijk het verhaal achter eerlijke handel begrijpen. Zullen ze de producten makkelijker vinden en kopen. Meer bedrijven, organisaties, verenigingen en ook de gemeentelijke overheid zullen elk vanuit hun eigen rol bijdragen aan de groei van eerlijke handel, met als doel: duurzame ontwikkeling voor kleine boeren en arbeiders in het Zuiden. Dus ook…: minder armoede, één van de venijnigste oorzaken van geweld, conflict en oorlog. En daar is het ons toch om te doen? Tussen haakjes: hier hebben we het slechts gehad over het onderdeel FairTradeGemeente – maar natuurlijk kan je ook als individu, als vereniging, als jeugdbeweging… FairTrade worden, verkocht zijn! Voor eerlijker handel, voor meer vrede in de wereld.
i
Allemaal te vinden op: www.ikbenverkocht.be Meer info en tips: Tom De Laet e-mail
[email protected] tel. 02/500.10.70
81
4.7 Over bankiers, wapens, mensenrechten… …en jouw gemeente Geld op spaar- of zichtrekeningen gebruiken banken voor investeringen en leningen aan bedrijven. Geld van jouw rekening, maar ook die van de gemeente. Doen die bedrijven daar dan geen dingen mee waar wij niet mee akkoord gaan?
‘Goudkoorts’ was een ludieke rondgang langs de banken in Gent (november 2005), met de onthulling van het beeld ‘Het Gouden Kalf’ van de Deense kunstenaar Jens Galschiot. Het beeld bleef nog een maand op het plein De Kouter staan, als symbool van de blinde verering van geld. *‘Goudkoorts’ zet de eisen kracht bij van de mensenrechtencampagne van Netwerk Vlaanderen: de banken moeten bedrijven die de mensenrechten schenden uit hun investeringen weren. Meer info – en video van het gebeuren: http://www.netwerkvlaanderen.be/nl/index.php?option=com_content&task=view&id=234&Itemid=64
Duurzaam beleggen Banken laten weinig of geen externe controle toe op wat zij met het hun toevertrouwde geld doen. Maar geld op z.g. ‘duurzame’ spaarrekeningen wordt alvast nièt gebruikt voor bedrijven die de mensenrechten schenden of wapens maken. Dat wordt gecontroleerd door onafhankelijke diensten zoals Ethibel. De beste garantie ligt echter in het feit dat dit spaargeld herbelegd wordt in sectoren als sociale economie, milieu, duurzame energie… Duurzame spaarrekeningen verdienen dan ook een Spaarrekening
Bank
Krekelsparen
Fortis
Solidariteits- en wereldsparen
VDK
Spaar- en termijnrekeningen
Triodos
Overige spaarrekeningen
Andere Banken
i
Score
Meer info: duurzame spaarrekeningen: http://www.netwerkvlaanderen.be/nl/index.php?option=com_content&task=view&id=50&Itemid=191 Het rapport ‘Waar ligt de grens?, een onderzoek naar de financiële links tussen vijf bankgroepen en bedrijven die mensenrechten schenden’: http://www.netwerkvlaanderen.be/nl/index.php?option=com_content&task=view&id=117&Itemid=36
82
Een voorbeeld uit Ranst. Bij het aantreden van de nieuwe bestuursploeg in 2000 stelde Dirk van Nimwegen, schepen van financiën en van duurzaamheid, voor om een deel gemeentegeld ethisch te beleggen. Dirk: “Het ganse college ging akkoord. We beleggen sinds 2001, als gemeente, € 125.000 bij Triodos - toen nog de enige bank met een werkelijk ethische portefeuille. We hebben dat in de beslissing dubbel gemotiveerd: het was financieel gezond, en het gaf aan dat de gemeente begaan was met duurzaamheid. Om dat extra te benadrukken gaan de opbrengsten naar een structureel ontwikkelingsproject. Het is trouwens een van onze best renderende beleggingen. Toekomstperspectieven? Het lijkt mij aangewezen dat een eventuele nieuwe ploeg dit na de verkiezingen overneemt en uitbreidt. Ook gewone banken bieden nu 'ethische beleggingen' aan, maar een doorgedreven analyse doet hier en daar toch wat twijfelen. Ons OCMW denkt intussen ook aan eenzelfde belegging, bij dezelfde bank.” Ranst is lang niet de enige. Gent bijvoorbeeld heeft in 2004 beslist om het pensioenfonds van de stad en het OCMW duurzaam te beleggen. Gent koos voor een ‘dakfonds’ bij Dexia dat voldoet aan de duurzaamheidscriteria van de ‘ethische controleur’ Ethibel.
Tip: informeer bij de secretaris van jouw gemeente of zij net als Ranst al aan ethisch beleggen bij Triodos of andere banken gedacht hebben!
Banken, gemeenten en mensenrechten Netwerk Vlaanderen en de vredesbeweging vragen dat de banken al hun investeringen stopzetten in ondernemingen die in opspraak komen voor schending van de mensenrechten. In haar rapport beschrijft Netwerk bedrijven die samenwerken met dictatoriale regimes, de arbeidsrechten overtreden en de rechten van lokale bevolking niet respecteren. De banken moeten ook duidelijk uitleggen aan hun spaarders en beleggers waar het geld naar toe gaat en of ze daarbij oog hebben voor schendingen van de mensenrechten. Niet alleen wijzelf als klant bij een bank, ook onze gemeente mag wel eens een kritische blik richten op hoe haar gewone ‘huisbankier’ gelden herbelegt. Een voorbeeld is Birma, berucht voor de schendingen van de mensenrechten. Begin 2006 lanceerde Netwerk Vlaanderen een campagne rond bankinvesteringen in dat land, met specifiek ook een oproep aan de gemeenten.
83
Democratische bewegingen uit Birma hadden de Belgische banken opgeroepen om niet te investeren in bedrijven met activiteiten in hun land. Buitenlandse investeringen helpen immers een leger van 400.000 man in stand houden, leger dat berucht is voor martelingen, dwingen van burgers tot dwangarbeid, verkrachtingen en massale inzet van kindsoldaten. De leidster van de democratische oppositie, Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi, vroeg ons: "Gebruik jullie vrijheid om de onze te bevorderen". Niet alleen bedrijven en banken moeten hun verantwoordelijkheid opnemen, ook overheden kunnen iets doen. Daarom startten Netwerk Vlaanderen, Réseau Financement Alternatif en Actions Birmanie de campagne ‘Gemeentes voor Birma’. De Birmese democraat Aung Maw Zin overhandigde in maart 2006 op een persconferentie de ‘Oproep aan gemeentebesturen’ aan Bruno de Lille, schepen van internationale solidariteit van Brussel. De organisatoren vragen aan Brussel en alle andere Belgische gemeentes om ‘Gemeente voor Birma’ te worden. ‘Gemeente voor Birma’ kan ook JOUW gemeente worden, door: • Aung San Suu Kyi uit te roepen tot ereburger van de gemeente • een motie te stemmen waarbij de gemeente zich engageert om geen producten te kopen van bedrijven met belangrijke activiteiten in Birma en om de gemeentegelden niet in deze bedrijven te investeren. • druk uit te oefenen op haar bank om investeringen in bedrijven die in Birma actief zijn, stop te zetten. Omdat de oliefirma Total sterk in Birma aanwezig is, vraagt de campagne - ook aan gemeentebesturen – om niet meer te tanken bij die firma. Op www.netwerkvlaanderen.be is een petitie aan de gemeenten te vinden. Waar wachten we op om rechtstreeks – b.v. samen met de hele jeugdraad, of met alle jeugdbewegingen van de gemeente… - deze problematiek te bespreken met de politici van onze eigen gemeente? Of met diegenen die opkomen bij de verkiezingen? Voor tips of informatie kan je contact opnemen met Inez Louwagie, tel 02/201.07.70 of
[email protected]
Gemeenten, banken, wapens Het standpunt van Netwerk Vlaanderen, Forum voor Vredesactie en Vrede vzw laat geen twijfel bestaan: een investering in de wapenindustrie kan niet bijdragen tot een duurzame samenleving. Dat geld moet op een positieve manier worden aangewend, ten voordele van mens en milieu. Daarom eisen ze van de banken dat zij de beleggingen in wapenbedrijven stopzetten. Daartoe moeten de banken richtlijnen of gedragscodes opstellen die financiering van de militaire industrie aan banden leggen. De klant van een bank moet ook volledige duidelijkheid krijgen over haar financieringen en beleggingen. De gemeenten die als klant duurzame beleggingen eisen van hun bank of kritische vragen stellen, passen ook goed in dit plaatje. Halen zulke campagnes iets uit? Een aantal banken heeft al positief gereageerd, in elk geval waar het beleggingen in erg betwistbare wapens gaat - kernwapens in de eerste plaats. En net in die campagne speelden de gemeenten ook een eigen rol, met het wereldwijd netwerk van ‘Mayors For Peace’ (Vredesburgemeesters) die zich uitspreken tegen kernwapens. Ook in ons land zijn er al een 250 burgemeesters lid van de Mayors for Peace - zie 4.11 Verondersteld mag worden dat al die ‘burgemeesters-tegen-kernwapens’ niet willen dat hun gemeenten - via wat hun bank uitspookt – ongewild mee helpen bij de productie daarvan. Daarom riep Netwerk Vlaanderen hen op om hierover vragen te stellen aan hun bankier.
84
De ‘Mayors’ kregen een brief die wijst op de mogelijke banden tussen hun ‘huisbankier’ en kernwapens, en die vraagt om in de gemeenteraad een motie te stemmen tegen de financiering van de productie van kernwapens. Naast het voorstel van motie kregen ze ook een voorbeeldbrief aan de bank, en een wegwijzer op de markt van ethisch sparen en beleggen. De eerste reacties liepen snel binnen. Wuustwezel, Zottegem, Keerbergen, Ciney en Chatelet gaven een sterk signaal aan hun bank door een motie die niet-ethische spaar- en beleggingsproducten uitsluit. Mortsel legde niet enkel de motie voor aan de gemeenteraad, maar richtte zich ook tot de voorzitters van de politieke partijen om initiatieven te ondernemen. Nazareth schreef aan Dexia dat ze voor spaar- en beleggingsproducten de garantie eist dat geen financiering van kernwapenproducenten plaatsvindt. Schelle eiste dat hun bank zich ertoe verbindt controversiële wapensystemen op geen enkele wijze nog te financieren. Als jouw burgermeester Mayor for Peace is, kan je hem eens aan de tand voelen, wat zijn/haar reactie was op de vraag rond de investeringen in kernwapens!
i
Meer info: http://www.netwerkvlaanderen.be/nl/index.php?option=com_content&task=view&id=64 &Itemid=59
85
4.8 Handicap International De strijd tegen landmijnen Handicap International helpt mensen met een handicap in verre landen, maar probeert ook preventief iets te doen aan de oorzaken. De landmijnen bijvoorbeeld, die nog lang na een oorlog slachtoffers blijven maken. Gemeenten kunnen die strijd helpen bekend maken en ook financieel steunen.
Handicap International helpt mensen die blijvend invalide zijn, om hun zelfstandigheid en hun plaats in de samenleving terug te vinden, vooral in landen met moeilijke leefomstandigheden. De Belgische afdeling heeft wel 60 projecten in 17 landen, waaronder Afghanistan, Angola, Cambodja, Colombia en Kongo. Niet toevallig veel landen waar het oorlog is of oorlog geweest is. Oorlog doodt, maar heel veel andere slachtoffers zijn blijvend invalide geworden. Landmijnen en niet-ontplofte clusterbommen vormen een extra gevaar: nog lang na de oorlog doden of verminken ze veel mensen voor levenslang.
Handicap International helpt niet alleen mensen met een handicap maar wil ook iets doen aan de oorzaken, bijvoorbeeld ongevallen in het verkeer voorkomen, of verborgen landmijnen waar je op trapt. Handicap International is zelfs medewinnaar van de Nobelprijs voor de Vrede van 1997 geworden voor haar leidende rol in de strijd tegen antipersoonsmijnen. Haar Belgische afdeling speelde een zeer actieve rol in de campagne om de productie en het gebruik van mijnen te verbieden. Eerst in de campagne voor een wereldwijd verdrag daarover, en later voor het doen respecteren en het laten ondertekenen door zoveel mogelijk landen van dat ‘Verdrag van Ottawa’. Naast het voorkómen van handicaps zijn de twee andere luiken in de werking: readaptatie (herstel van gewonden, kunstbenen bezorgen enz.) en reïntegratie (mensen opnieuw inschakelen in hun sociaal milieu). Hun programma’s tegen antipersoonsmijnen en andere niet-ontplofte oorlogstuigen nemen diverse vormen aan: het afbakenen van de
86
gevaarzones (mijnenvelden), ontmijning van die zones, campagnes voor de bewustmaking bij de inwoners van de gevaren enz. Wij vroegen Luc Ameloot van Handicap International België of ook gemeenten soms bijdragen leveren voor het werk van zijn organisatie. Luc: “Ik denk bijvoorbeeld aan het literaire project ‘In koeien van woorden’, dat het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver in 2003 organiseerde. Het was een cultureel project over creatief omgaan met woorden, maar wij werden daar als partner bijgehaald. De organisatoren konden zo profiteren van de publiciteit die wij voor hen betekenden, en omgekeerd. Wij brachten namelijk drie bekende Vlamingen mee als onze ‘ambassadeurs’ van Handicap International. Jan De Smet – bekend van De Nieuwe Snaar - zong o.a. het ontroerende lied Waltzing Matilda. Dat is een ballade over een Australische zwerver die naar de Eerste Wereldoorlog gestuurd wordt en zonder benen terugkomt. Waltzing Matilda is zijn trouwe slaapmat, die hij vroeger - toen hij nog kon lopen - meenam op al zijn zwerftochten. Acteur Michaël Pas las een tekst voor over Cambodja, een van die landen waar nog honderd jaar lang nieuwe doden en gewonden zullen vallen door de landmijnen op de velden. Als een van onze ambassadeurs is hij naar dat land geweest, hij wilde met eigen ogen zien hoe wij het verschil maken. Hij bezocht daar enkele van onze projecten. Christel Doom, actrice in ‘Thuis’, bracht een tekst waarin een medewerkster van Handicap International haar gevoelens beschrijft bij het zien van een landmijnenslachtoffer. Onze aanwezigheid op dit literaire gebeuren leverde weer wat meer bekendheid op in het hele dorp voor onze landmijnencampagne. Het organisatiecomité verkocht onze bekende ‘blauwe veters’ ten voordele van onze werking, en alle medewerkers droegen die veters als teken van solidariteit. Dat deden ook de gemeentelijke politici.”
Uit de voorgelezen tekst (door een hulpverlener van Handicap International geschreven) Eén bijkomend slachtoffer van antipersoonsmijnen. Vlees en benen. Enkele noodzorgen, maar voor mij was het geen routine, geen sleur, ik dacht zelfs dat ik dit schouwspel niet zou overleven. Het enige waartoe ik in staat was, was braken, plots en voor iedereen, voor de deur van de jonge monnik die gewond was. Dit beeld van de blanke buitenlandse vrijwilligster die haar ontbijt uitkotst heeft misschien nog meer indruk gemaakt in het dorp dan het ongeluk zelf. (…) Wij stonden daar te kijken als idioten, verlamd, ziek, vervuld van afschuw. Er stak 12 cm wit been uit de wonde. Daarboven één massa donkerrood verbrand vlees, gemarteld, slechts heel kort aan de lucht blootgesteld maar toch reeds gruwelijk om te zien.
Nog andere voorbeelden van hoe gemeenten meewerken aan jullie campagne? “In 2006 organiseerde de stad Leuven een dag over ons werk. In de zaal van de Predikherenkerk brachten we workshops voor de scholen, er was ook een film over het thema mijnen, en op de grond lag onze interactief ‘mijnentapijt’ waar de bezoekers doorheen moeten geraken zonder kleerscheuren. Verder was er ook een spektakel door onze circusartiesten: plezant jongleren maar tegelijk ook inhoudelijk inspelen op de problemen van het gehandicapt zijn. In Roeselare kwamen in 2004 tijdens de ‘Week van de Blauwe Veter’ de scholen op bezoek in het Noord-Zuid Centrum, waar we stonden met ons educatief materiaal. De stedelijke Academie maakte kunstwerken over het thema die in de winkelstraten werden geplaatst, plus een tentoonstelling met cartoons in het gemeentehuis. In andere steden vonden dan weer sportwedstrijden plaats waarbij de sportlui de blauwe veters droegen.”
87
Uittreksels uit Waltzing Matilda (vrij vertaald) Ik walste overal met mijn Matilda Maar in 1915 zei mijn land: “Zoon, Nu geen dolen meer, er is werk aan de winkel.” En ze gaven me een blikken hoed en een geweer En lieten mij opmarcheren naar de oorlog. (…) dat sommige zaken erger zijn dan de dood wist ik niet. Ik zal nooit meer met mijn Matilda walsen In het verre groene woud. Want om met tent en ransel rond te trekken Heeft een man twee benen nodig. (…) En als ons schip aanmeerde in Circular Bay Keek ik naar waar normaal mijn benen zitten. En dankte god dat niemand mij opwachtte Om met mij te treuren, te wenen of te klagen. Maar de band speelde Waltzing Matilda Terwijl ze ons de brug afdroegen, En niemand juichte, ze stonden daar maar en staarden En wendden hun blik af.
tip • Handicap International heeft ook veel prachtig materiaal om in scholen of jeugdbewegingen of jeugdhuizen mee te werken. Iets voor jullie schepen van onderwijs? Of de kindergemeenteraad, de jeugdraad? • Te bespreken met de Gemeentelijke Raad en de schepen voor Ontwikkelingssamenwerking: een actie, een infodag of -week?
i
Handicap International, Spastraat 67, 1000 Brussel, 02/280.16.01 www.handicapinternational.be
88
4.9 Van Ieper naar Kleine Brogel tegen kernwapens: Gemeentelijke steun tijdens voettocht Op 26 juli 2005 vertrokken in Ieper de vredesstappers voor hun voettocht naar Kleine Brogel. Daar kwamen ze aan op 6 augustus, de 60ste verjaardag van de bom op Hiroshima. De actie kreeg de volle steun van vele gemeentebestuurders. Bij een volgende tocht: ook van jullie burgemeester, schepenen, raadsleden?
Het organiserende ‘Voor Moeder Aarde’ vraagt met die voettocht dat de kernmachten en de NAVO werk maken van een verdrag voor een wereldwijd verbod op kernwapens, zoals trouwens al lang was beloofd in het Non-Proliferatieverdrag (Verdrag tegen de Verspreiding van Kernwapens). Startpunt Ieper noemt men soms het Hiroshima van de Eerste Wereldoorlog. In 1915 werd hier voor het eerst massaal gifgas ingezet. Vandaag zijn chemische wapens verboden, ook kernwapens moeten via een wereldwijd verdrag verboden worden. De deelnemers aan de tocht kwamen uit Argentinië, Australië, België, Chili, Duitsland, Engeland, Estland, Finland, Frankrijk, Ierland, Japan, Martinique, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Schotland, Spanje en de Verenigde Staten. Ze eisten de stopzetting van de NAVO-kernwapenstrategie. Op de luchtmachtbasis van Kleine Brogel liggen waarschijnlijk 10 of zelfs 20 Amerikaanse B61 kernbommen die 140 à 280 maal de bom op Hiroshima overtreffen. In 1945 stierven door die ene bom 140.000 mensen. Enkele maanden voor de tocht had de Senaat een resolutie goedgekeurd die de geleidelijke terugtrekking van de Amerikaanse kernwapens uit Europa vraagt. Dat was het resultaat van jarenlang actievoeren. Denk maar aan de regelmatige ‘burgerinspecties’ van Bomspotting (zie 4.10) en de succesrijke campagne van de Mayors for Peace: de nu al meer dan 250 Burgemeesters voor Vrede (zie 4.11) die de noodoproep van de burgemeesters van Hiroshima en Nagasaki onderschrijven. Belangrijkste punt van die oproep is de afschaffing van alle kernwapens tegen 2020. De voettocht had nu juist als bedoeling die druk verder op te voeren. Langs de route zouden de stappers alle burgemeesters om actieve steun vragen voor de oproep. Na de Hiroshima herdenking op 6 augustus, volgde meteen na de tocht een vredeskamp tot 9 augustus, de dag waarop het Nagasaki atoombombardement wordt herdacht. Onderweg hadden de stappers ontmoetingen met de twintig burgemeesters van gemeenten op de route en moedigden ze hen aan om – als ze dat nog niet waren - lid te worden van het netwerk van Burgemeesters voor Vrede. Op het stadhuis van Wetteren kregen de stappers rozen van de burgemeester en vijf schepenen steunden door hun aanwezigheid de boodschap van vrede. Enkele burgemeesters
89
plaatsten zelfs niet alleen vraagtekens bij de nucleaire maar ook bij de gewone, ‘conventionele’ wapens, en pleitten voor een wereld zonder oorlog. Die van Deinze sloeg de nagel op de kop door te pleiten voor de afbouw van het machtige militair-industrieel complex en de omschakeling van de wapenindustrie naar civiele productie.
Persberichten tonen de betrokkenheid van de gemeenten Roeselare: tentoonstelling “Sinds enkele maanden maakt Roeselare deel uit van de 'Mayors for Peace'. Ongeveer 100 stappers deden de stad op 26 juli aan tijdens hun voettocht. Op het stadhuis werden ze officieel onthaald, inclusief receptie, en ze konden overnachten op een stadslocatie. In het kader van de tocht werd de tentoonstelling 'The A-bomb and Humanity' naar de foyer van het stadhuis gehaald door de welzijnsdienst (waar ook ontwikkelingssamenwerking toe behoort) en schepen voor ontwikkelingssamenwerking Marc Deseyn. De opening van de tentoonstelling was een succes, met ongeveer 100 bezoekers. De eerste schepen Francis Werbrouck verwelkomde de bezoekers. De getuigenis van de heer Sato, die het bombardement heeft overleefd, had een grote emotionele waarde die de mensen niet onberoerd liet.” Aalst: burgemeester sluit aan “Els Keytsman zal morgen mee stappen van Aalst naar Brussel. Het groene raadslid roept burgemeester De Maght op zich aan te sluiten bij het netwerk 'Mayors for Peace': ‘Burgemeester De Maght heeft zich eerder al positief uitgesproken over gelijkaardige acties. Elke burgemeester van de gemeente waarlangs de vredestocht passeert, heeft zich aangesloten. Enkel onze burgemeester niet!’ weet het groene raadslid.” Of het dankzij die oproep was of niet…: De Maght bevestigde haar lidmaatschap tijdens de ontvangst van de vredesstappers, waardoor de teller op 239 Belgische burgemeesters kwam te staan.
90
Brussel: schepen stapt mee “Na de officiële ontvangst bij hun aankomst in Brussel op zaterdagavond, en een rustdag vandaag, stappen Sato (de overlevende van Hiroshima), samen met Brussels schepen Bruno De Lille en de stappers van Voor Moeder Aarde op 1 augustus samen naar het NAVO- hoofdkwartier. Daar plannen ze een symbolische actie. Om 11u is er een onderhoud met een woordvoerder van het nucleaire NAVO-bondgenootschap.”
Overlevende van Hiroshima Yoshio Sato (74), een overlevende van het bombardement op Hiroshima, reisde met de stappers mee, waarbij hij tijdens de ontmoetingen en op de officiële recepties overal getuigde over de gruwel van een nucleaire aanval. Vele journalisten noteerden zijn verhaal. Indrukwekkend was de ontroerende Hiroshima ceremonie in de kerk te Peer. Voor die herdenking hadden de Mayors for Peace Theo Kelchtermans (Peer), Anne-Marie Lizin (Huy), Bruno De Lille (waarnemend voor Brussel), Frank Beke (Gent), Ingrid Pira (Mortsel), Jean-Luc Dehaene (Vilvoorde), Luc Dehaene (Ieper) en Patrik Vankrunkelsven (Laakdal) een uitnodiging gestuurd naar alle 589 Belgische burgemeesters. Sato uit Hiroshima, tientallen burgemeesters en de vredesstappers vormden een kleurrijk gezelschap. Na de ceremonie vertrok men naar de luchtmachtbasis van Kleine Brogel, een deelgemeente van Peer. Daar schonken ze aan de militairen een Ginkgo biloba, een vredesboom. De boom is net als Yoshio Sato een ‘Hibakusha’, een overlever van de atoombom: de boom begon in de lente van 1946 opnieuw bloeien in het centrum van Hiroshima. Besluit: Er zullen nog wel meer van die vredesvoettochten komen! Hierboven vond je enkele voorbeelden van hoe een stad of gemeente zich openlijk bij zo een vredesinitiatief kan aansluiten: • door lid te worden, • of door onderdak te verzorgen, • een officiële verwelkoming en ontvangst • een aanvullende tentoonstelling huren (deze is te ontlenen bij Voor Moeder Aarde) Abonneer je op de gratis elektronische nieuwsbrieven van de vredesbeweging: dan weet je hun plannen op tijd zodat je het gemeentebestuur onder de arm kunt nemen en goede ideeën influisteren (zie 4.5) ‘Specialist’ van de voettochten voor vredesthema’s in ons land is Voor Moeder Aarde; in april 2006 organiseerden ze bijvoorbeeld ook de tocht van Tihange naar Doel in het kader van 20 jaar Tsjernobyl – zie 4.5. Hun website is www.moederaarde.be
91
4.10 Betaalde busreis Naar een vredesmanifestatie Elk jaar vinden er grote vredesmanifestaties plaats: b.v. rond antiracisme, de Irak-oorlog, de illegalen (Hoop Op Papieren HOP), bomspotting (kernwapens NAVO en Kleine Brogel)… Waarom zou de gemeente de deelname van haar burgers niet helpen bevorderen? Roel en de jeugdclub pakten het in Malle als volgt aan…
Bomspotting: burgerinspecties Bomspotting is de campagne van het Forum voor Vredesactie en Bomspotting vzw tegen de kernwapens in Kleine Brogel (Limburg) en tegen de kernwapenstrategie van de NAVO, waar België medeplichtig aan is. Kernwapens zijn in 1996 door het hoogste gerechtshof ter wereld (Internationaal Gerechtshof) illegaal verklaard. Dat was een superbelangrijke uitspraak. Maar er is meer, en dat geldt voor ons allemaal. De rechters die na de Tweede Wereldoorlog in Nürnberg oordeelden over de oorlogsmisdaden van de nazi’s, hebben namelijk gezegd dat iedereen die weet had van oorlogsmisdaden, had moeten helpen om die te voorkomen. Niets doen is dus: medeplichtig zijn! Wel, wij hébben weet van een oorlogsmisdaad, nú: het hebben van en dreigen met atoomwapens. Officiële klachten bij de procureur door de vredesbeweging, met duizenden tegelijk, haalden niets uit: de overheid doet of naar neus bloedt. Dus hebben wij volgens Nürnberg de plicht om er zélf iets aan te doen. Zo zijn de ‘burgerinspecties’ geboren. Dan trekken tientallen, soms duizenden mensen naar Kleine Brogel of andere ‘plaatsen der misdaad’. Een aantal kruipt over de draad om de misdaad ter plaatse, als ‘burgerinspecteurs’, vast te stellen. Natuurlijk geraken ze niet ver: al snel worden ze bij de kraag gevat. Maar meteen is pers, publieke opinie en dus ook de politiek nog eens met de neus op de feiten gedrukt! Andere vredesmanifestanten gaan niet mee over de draad maar steunen van buiten de militaire basis hun vrienden die binnen gaan. Zie www.vredesactie.be en www.bomspotting.be. Daar vind je ook de plannen voor 2006: op 8 juli, en ook hele maand november, vooral op 25 november, staan weer acties op de agenda!
92
Roel, hoe zijn jullie bij het Bomspotting-verhaal betrokken geraakt? Roel Stijnen: “We zijn er een beetje toevallig in gerold. Een vader van een vriend had al eerder aan acties in Kleine Brogel deelgenomen en nam ons mee naar een nieuwe burgerinspectie, dat was in oktober 2000. Zelf zijn we toen nog niet over de draad geklommen, we zijn aan de ‘legale’ kant van de omheining gebleven, maar we waren erg onder de indruk. De sfeer onder de actievoerders, de vastberadenheid, de solidariteit... De manier ook waarop de actie was opgezet: iedereen wist goed wat hij/zij daar kwam doen en waarom, dat stond in het deelnemerspakket dat je meekreeg. Knap vonden we dat. Er werd na afloop opgeroepen voor een nieuwe, grote Bomspotting op paasmaandag 2001. Nog op weg naar huis zijn we beginnen plannen om er onze jeugdclub in Malle bij te betrekken.” Hoe werd dat idee in de jeugdclub onthaald? “We waren toen al enkele jaren bezig een jeugdclubwerking op te zetten. Vanaf het begin zat daar meer achter dan aan de toog hangen en plezier maken. Niet dat we een linkse club waren, al kregen we dat verwijt wel eens te horen, maar we probeerden toch hier en daar een engagement op te nemen en mensen aan het denken te zetten. Geen coca-cola bijvoorbeeld, samenwerking met de Wereldwinkel, benefiets,... De mensen van het bestuur hadden daar dus wel oren naar. We zetten binnen de jeugdclub een werkgroepje Bomspotting op. Vanaf het begin kregen we de steun van de Bomspotting-coördinatie en het Forum voor Vredesactie. Deelnemen aan een actie van burgerlijke ongehoorzaamheid – want dat is het toch in feite? - dat was toch nog iets anders dan meestappen in een betoging. Mensen voor zo'n actie warm maken werkt nog het beste als je hen persoonlijk aanspreekt. Kernwapens spraken in die tijd nog niet onmiddellijk tot de verbeelding. De laatste jaren is dat gekanteld, maar vijf, zes jaar geleden wist bijna niemand dat er kernwapens liggen in België. We merkten dat het toch wat losmaakte, dat veel meer mensen dan we dachten mee wilden. Kleine Brogel is Brussel niet, het is niet zo vlot bereikbaar met het openbaar vervoer. De volgende stap was dus het vervoer organiseren.” En zo kwam er een speciale Bomspotting-bus vanuit Malle? “We hadden in de jeugdclub het geld niet voor een bus. We waren ook niet zeker of die wel vol zou raken. En tenslotte mag je de bustickets ook weer niet te duur maken. We wilden niet dat de jeugdclub er een financiële kater aan zou overhouden, en gingen dus naar andere kanalen op zoek. De gemeente? Nu ligt het niet zomaar voor de hand dat een gemeentebestuur een actie financiert waarbij je de wet overtreedt...”
93
Waar precies ben je gaan aankloppen? “Het leek ons het beste om bij de Mondiale Raad van onze gemeente te beginnen. Die verenigt alle groeperingen van Malle die zich met ontwikkelingssamenwerking bezig houden. We hadden eerder voor andere initiatieven al projectsubsidie gekregen van de Jeugdraad. De jeugdconsulent begeleidde toen ook de Mondiale Raad. Maar voor veel mensen in de Mondiale Raad ligt de kernwapenproblematiek toch ver van af van hun eigen kerntaken: de Noord-Zuid-verhoudingen en ontwikkelingssamenwerking. En dan nog voor een actie van burgerlijke ongehoorzaamheid... Dat vroeg dus een doordachte aanpak. De jeugdconsulent zette onze aanvraag op de agenda van de Mondiale Raad. We hadden een mooi dossiertje voorbereid waarin we de kernwapenproblematiek uit de doeken deden, de opzet van Bomspotting uitlegden en onze plannen toelichtten. Hier en daar werden wenkbrauwen gefronst. Tegen kernwapens, tot daar aan toe. Maar over de omheining van een militaire basis kruipen... Dat ging voor sommigen toch wat ver. Op dat moment is het belangrijk dat je de ideeën van geweldloze directe actie in de verf weet te zetten. Ik legde de link naar de geweldloze campagnes van Martin Luther King en Gandhi, en dat werkte wel bij dit publiek... Ik had onze plannen vooraf ook al met enkele leden van de Mondiale Raad apart doorgepraat, en ze sprongen me bij. Dat trok ook de anderen over de streep.” Dus je kreeg je subsidie? “De Mondiale Raad stemde in met een zogenaamde ‘verliessubsidie’: ze zouden voor ons het verlies bijpassen als de kosten niet gedekt werden door de ticketverkoop. We konden de tickets dus goedkoop houden zonder dat de jeugdclub zelf het financiële risico moest dragen. Een hele geruststelling. We zetten ons dus terug aan onze promotiecampagne. Uiteindelijk moesten we zelfs nog mensen weigeren: bus uitverkocht! Op paasmaandag vertrokken we met een volle bus naar Kleine Brogel. Iedereen was laaiend enthousiast over de actie. De mensen die mee de draad over gingen werden in groep opgepakt. We zaten samen spelletjes te spelen en lol te trappen in afwachting van onze vrijlating. Ook voor de Bomspotting-acties de jaren daarop wisten we nog volk op de been te brengen. Bij de laatste actie viel de opkomst tegen. Maar het belangrijkste lijkt me dat we via deze acties, en met financiële steun van de gemeente, een grote groep mensen hebben laten kennismaken met geweldloze directe actie, een publiek dat we anders heel moeilijk bereiken.”
Tips uit het verhaal van Roel: • Bomspotting is maar een voorbeeld. Er zijn gelegenheden genoeg om je gemeente warm te maken voor het mee betalen van een busreis naar een vredesmanifestatie • een draagvlak creëren: vooraf gaan praten met gelijkgezinden • voor en na de actie: artikels in eigen tijdschriftje, website; of in de pers proberen te versieren • nationale campagnes van de vredesbeweging kunnen maar lukken als in vele gemeenten de lokale mensen – de jongeren – er zich achter zetten! • surf eens naar de bovenaan vermelde websites: reeds in 2006 volgen er nieuwe bomspottingacties, en ook na 2006 zal het nog niet gedaan zijn – vrezen we!
i
[email protected]
94
4.11 Is jouw burgemeester er een ‘Voor Vrede’? Het netwerk ‘Mayors for Peace’ In 1982 stichtte burgemeester Takeshi Araki van Hiroshima een netwerk tussen steden dat pleit voor de afschaffing van alle kernwapens. In België waren in april 2006 al 250 burgemeester aangesloten. De jouwe ook? Zo ja: doèt je gemeente daar iets mee? Zo neen: weer een goede tip om bij je gemeentebestuur langs te gaan. Voor én na de verkiezingen!
Doelwit van kernwapens in een eventuele kernoorlog zijn niet alleen militaire installaties, maar ook steden. Burgemeesters staan in voor de veiligheid van hun burgers. Ze hebben dus een speciale verantwoordelijkheid in het afwenden van een mogelijke kernoorlog. In 1945 herleidden atoombommen Hiroshima en Nagasaki in één seconde tot puin. Honderdduizenden levens gingen verloren. Zestig jaar later lijden nog duizenden onder de nawerkingen van de straling en de emotionele pijn. Om een herhaling te vermijden vertellen de twee getroffen steden aan de wereld elke keer opnieuw over het leed en dringen ze zonder aflaten aan op de vernietiging van de kernwapens. In 1982 stelde burgemeester Takeshi Araki van Hiroshima een nieuw programma voor om de solidariteit tussen steden wereldwijd te bevorderen met het oog op de volledige afschaffing van alle kernwapens. Dit voorstel geeft steden en gemeenten de mogelijkheid de nationale grenzen te overstijgen om samen te werken voor nucleaire ontwapening. Sindsdien doen de burgemeesters van Hiroshima en Nagasaki wereldwijd een beroep op burgemeesters om dit idee te steunen. De burgemeester van Laakdal Patrik Vankrunkelsven is vicepresident van dat netwerk ‘Mayors for Peace’.
Burgemeester Akiba van Hiroshima, in Brussel op zoek naar steun voor de campagne tegen de kernwapens (19 januari 2005)
Het netwerk pleit voor ‘Vision for 2020’, een spoedcampagne voorgesteld door de burgemeester van Hiroshima. Doel ervan is een verdrag dat alle kernwapens totaal verbiedt, om zo te komen tot een wereld vrij van kernwapens in 2020. ‘Mayors for Peace’ verbindt
95
burgemeesters over de hele wereld die dat programma uitdrukkelijk steunen. In 2005 waren er zo al 1036 steden in 112 landen. Op 12 januari 2006 klopte een delegatie parlementsleden, burgemeesters die lid zijn van het netwerk en organisaties aan bij Verhofstadt. Die zou de week daarop namelijk George Bush bezoeken. Ze brachten Belgische pralines mee voor Bush en de Belgische regering. Met op de doos de boodschap: “Say it with chocolates to President Bush: Nukes out of Europe – with love from Belgium”. De Standaard meldde dat de pralines, in de vorm van kernbommen, gemaakt waren door de kinderen van burgemeester Van Krunkelsven, internationaal ondervoorzitter van de Mayors for Peace. Op de foto o.a. Eloi Glorieux (Vlaams parlementslid) en Mortsels burgemeester Ingrid Pira. Voor Moeder Aarde heeft een leidende rol gespeeld in het ronselen van Belgische burgemeesters voor het netwerk. In België waren er in april 2006 al 250: de helft van het totale aantal. Jij kan dat aantal helpen vermeerderen door een brief te sturen naar je burge-
meester. Of indien die al lid is, kan je suggereren dat hij/zij het niet bij een papieren handtekening laat, maar ook daadwerkelijk in actie komt. De website van Voor Moeder Aarde geeft vele voorbeelden hoe de ‘Burgemeesters voor Vrede’ hun handtekening in daden omzetten. We vatten samen: • Gemeenteraad resolutie laten stemmen als steun in de rug van de ‘Mayor’. O.a. Merelbeke en Luik deden dat. Die tekst naar voorzitters van partijen en minister Buitenlandse Zaken sturen • Vóór de ‘Toetsingsconferentie’ van het Non-Proliferatieverdrag (NPT) ging een delegatie burgemeesters op Buitenlandse Zaken vragen naar actiever en zelfstandiger Belgisch beleid • Bruno De Lille (als waarnemend burgemeester Brussel), Ingrid Pira (Mortsel) en Patrik Vankrunkelsven (Laakdal) gingen naar die NPT-toetsingsconferentie in New York. Deden er mee aan debatten en aan samenkomst van de ‘Mayors’ – waar VN-baas Kofi Annan gastspreker was. Volgende ‘Toetsingsconferentie’: mei 2007 • Verschillenden deden al mee aan burgerinspecties naar kernwapens in Kleine Brogel: de Bomspotting-acties (zie 4.10) • Samen standpunten innemen. Veel Duitse burgemeesters tekenden verklaring voor terugtrekking Amerikaanse kernwapens. (Nog) niet in België. Hier ondertekenden wel 78 van onze ‘Mayors’ mee een pers-opiniestuk van burgemeester van Hiroshima • Stedelijke medewerker aanstellen als vredesambtenaar om in gemeente rond vredesproblematiek te werken – zie voorbeeld Ieper (5.1).
96
• Veel gemeenten hebben internationale banden, o.a. in de Derde Wereld. Burgemeester kan zijn collega ginder oproepen ook lid te worden • Vredesvoettochten: Ieper – Kleine Brogel is voorbij, zie 4.9. Ook bij toekomstige voettochten kunnen gemeenten stappers officieel ontvangen mét persmensen erbij, lokaal en onderdak voorzien, de oproep steunen, tentoonstelling plaatsen enz. • Hiroshima en Nagasaki herdenkingen organiseren of er naar toe gaan • Aandacht voor jaarlijkse Vlaamse Vredesweek. In 2005 hebben veel burgemeesters dat gedaan, o.m. door bomen te planten. Doel: evenveel bomen als de 32.000 kernkoppen in de wereld. Ook in de toekomst: vredesbomen, vredesbossen planten – zie 4.13. • Kritische houding t.o. huisbankier van gemeente. Sommige grote banken hebben investeringen in producenten kernwapens! Gemeente kan kiezen voor duurzame spaar- en beleggingsproducten. Meer nog: kernwapenvrij investeringsbeleid bij huisbankier bepleiten. Zie 4.7. • Vredeszuil: een stenen paal met info over de Mayors for Peace en de atoombom, op centrale plaats in gemeente om oproep bekend te maken. Voor Moeder Aarde werkt voorstel van zuil uit voor alle gemeenten • Straatnaamgeving: b.v. Gent zou het Wilsonplein tijdens een ceremonie omdopen tot "Hiroshima plein". Kan elders ook, zeker in nieuwe wijken • Een permanent monument ligt als voorstel in Ieper en Gent op tafel. Iets voor een kunstenaar ook in jouw gemeente? • ‘The A-Bomb and Humanity’ in je gemeente tentoonstellen. Ieper, Leuven, Peer, Gent en Roeselare deden dat reeds. Info: Voor Moeder Aarde. Die tentoonstelling werd gemaakt door Japanse overlevenden atoombom • Educatief pakket voor scholen • Jeugdraad kan samen met gemeente jongeren afvaardigen naar Hiroshima en Nagasaki, voor herdenkingen elk jaar op 6 en 9 augustus • Op website van gemeente link zetten naar de campagne en de stand van zaken. In gemeentelijk infoblad: informatie over de Mayors For Peace Tot daar de samengevatte suggesties op de website van Voor Moeder Aarde. Elders in onze inventaris over gemeentelijk vredesbeleid vind je natuurlijk nog tal van voorbeelden waar je jouw gemeentebestuur of je vredesburgemeester mee kan inspireren! Wat staat ons te doen? • Op de website www.moederaarde.be vind je meer uitleg, o.a. de lijst van aangesloten burgemeesters. Is de jouwe er al bij? • De lijst met actiepunten waar die burgemeesters zich voor kunnen inzetten: bespreken met je gemeentebestuur. Ook nà de verkiezingen! • Op de website vind je ook een modelbrief die je aan je burgemeester kan sturen – liefst ondertekend door zoveel mogelijk mensen en (jeugd?)-organisaties, de hele jeugdraad bijvoorbeeld. Maar helaas… Helaas blijkt de handtekening van een burgemeester als ‘Mayor for Peace’ soms een vodje papier te zijn. Samengeraapt uit enkele krantenberichten, begin juli 2005: “Een motie van Jan Roegiers (Spirit) overleefde een stemming in het Vlaams Parlement niet. Die vroeg de Vlaamse regering er bij de federale regering op aan te dringen om binnen de NAVO te pleiten voor de terugtrekking van alle kernwapens uit Vlaanderen. De motie verwees naar de Mayors for Peace, op dat moment ondertekend door 170 burgemeesters uit Vlaanderen. Verschillende ‘Mayors for Peace’ die lokaal dus tegen kernwapens ageren, stemden met hun ander petje als Vlaams parlementslid tégen de motie. Een daaropvolgende motie van Eloi Glorieux (Groen!) over hetzelfde onderwerp werd evengoed weggestemd. Enkel Groen! stemde voor en zes ‘pacifisten’ uit de meerderheid hebben zich als excuus-truus onthouden.”
97
4.12 Vlaamse Vredesweek: Meer en meer gemeenten doen mee! Elk jaar einde september – begin oktober vindt de Vlaamse Vredesweek plaats. Vredesorganisaties werken dan overal in Vlaanderen samen rond één bepaald thema. Gemeenten kunnen een zeer grote inbreng hebben.
De Vlaamse Vredesweek wordt georganiseerd door de meeste vredesorganisaties plus de Nederlandstalige Vrouwenraad en Vredesstad Ieper. Elk jaar betekent dat een week lang actievoeren rond één centraal vredesthema. De bedoeling is de publieke opinie over dat thema wakker te schudden via pers en onderwijs. Daarnaast vraagt de Vredesweek ook aan de politici om de politieke eisen rond dat thema om te zetten in maatregelen en wetten. Het thema is elk jaar anders: zo werd er al gewerkt rond kernwapens, landmijnen, kindsoldaten, vrouwen als kracht voor vrede, Europa, enz. In 2006 staan jongeren in conflictgebieden op de agenda.
Vredesweek 2005: Liever bomen dan bommen – alle kernwapens de wereld uit! Dat was de slogan waar tienduizenden zich achter schaarden in de vredesweek 2005. De slotmanifestatie in Sint-Truiden was de eindhalte van vredeskaravanen langs een aantal Vlaamse Vredesgemeenten. Van Ieper via Diksmuide, Hooglede naar Brugge, van Gent naar Aalst en Mechelen, van Antwerpen naar Leuven en Brussel, van Genk naar Kleine Brogel (Peer) om te eindigen in Sint-Truiden. Zowel op educatief vlak als politiek werd het probleem van de kernwapens met nadruk zichtbaar gemaakt. Ook letterlijk visueel: naast het afwijzen van de nucleaire strategie wilde de Vlaamse Vredesweek een duurzaam kattebelletje achterlaten na deze campagne; voor elk kernwapen in de wereld zou een vredesboom geplant worden. 32 000 vredesbomen dus! Zo droegen de deelnemers meteen ook een steentje bij tot het milieu. De lijst vredesbossen zwelt intussen verder aan, de kritiek op de kernwapens ook. Heel wat gemeenten beloofden tijdens de Vredesweek 2005 later nog plaats te zullen maken voor nieuwe vredesbossen. Enkele voorbeelden: in november nodigde vredesstad Vilvoorde iedere Vredesweek-sympathisant uit om mee het vredesbos in Houtem aan te planten: 10 000 vredesbomen!
98
In maart was het de beurt aan Gingelom en Sint-Truiden om 10 000 vredesbomen aan te planten. Verder zouden er vredesbossen komen in Rumst, Ieper en Wuustwezel. Damme en Ieper leggen dan weer een laan met vredesbomen aan. Gent en Brussel plantten tijdens de vredesweek een vredesboom op een symbolische plek. Dat deed ook staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling Els Van Weert en het ACW-bestuur van Mechelen. De teller van de Vredesbomen blijft lopen: zie website www.vredesweek.be. Als de vredesbomen in 2020 volwassen zijn, zouden volgens internationale verdragen alle kernwapens de wereld uit moeten zijn.
Vlaamse Vredesweek 2006 Van 22 september tot 1 oktober 2006 zal de Vredesweek zich toespitsen op de jongeren in de vele conflictgebieden. Veel kinderen en jongeren zijn gevlucht voor het geweld, anderen blijven verlaten en getraumatiseerd achter. De geweldmachine van de oorlog ontziet niemand, ook niet jongeren. En wanneer het conflict voorbij is zijn zij het die zware inspanningen moeten leveren om hun stukgeschoten land en samenleving weer op te bouwen. Daarom roept de Vlaamse Vredesweek in 2006 alle hens aan dek voor dit schrijnende probleem.
i
Info: www.vredesweek.be
Tip: bekijk de actiemogelijkheden en het beschikbare materiaal op de website onderzoek hoe je met de scholen en de gemeente kan meewerken
99
4.13 Is - of wordt - ook jouw gemeente Een Vredesgemeente? Meer dan 70 Vlaamse gemeenten ondertekenden plechtig een belofte dat ze werk zullen maken van vrede: ze werden ‘Vredesgemeente’. Sommige doen daar veel voor, andere weinig of niets. En hoe zit dat na de verkiezingen, met misschien andere mensen in het bestuur?
Zo is het allemaal begonnen: in 1997 lanceerden 26 winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede een oproep aan alle staatshoofden van de Verenigde Naties (VN): maak van de eerste tien jaar vanaf het symbolische jaar 2000 het ‘Decennium voor een Cultuur van Geweldloosheid’. Want, aldus hun oproep: “Samen kunnen we een nieuwe cultuur van geweldloosheid opbouwen die hoop biedt aan alle mensen en in het bijzonder de kinderen.” De Algemene Vergadering van de VN, waar alle landen in zitten, reageerde positief: 2000 werd het ‘Internationaal jaar voor een Cultuur van Vrede’ en de jaren 2001-2010 werden uitgeroepen tot het ‘Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid voor de kinderen van de wereld’. Dat gebeurde in een verklaring met de naam ‘resolutie 53/25’, sindsdien een beetje een magisch cijfer voor de vredesbeweging en de mensen die vrede en geweldloosheid nastreven! Het bleef gelukkig niet bij een mooie verklaring en moeilijke woorden. Het jaar 2000 begon met een geschreven belofte, ‘Afspraak 2000’, die ondertekend werd door 6.000.000 mensen in de wereld - 60.000 in Vlaanderen - en waarin je belooft dat je jezelf daar persoonlijk voor zal inzetten, voor die cultuur van vrede. Wie tekent, belooft: • alle leven te eerbiedigen • geweld te verwerpen • met anderen te delen • te luisteren om te begrijpen • zorg te dragen voor de planeet • solidariteit te herontdekken. En dan belanden we bij ons onderwerp hier: de steden en gemeenten. Want ook zij moeten volgens de campagne werken aan die cultuur van vrede. Aan gemeentebesturen wordt daarom gevraagd óók zo een plechtige belofte te tekenen om zich daar op plaatselijk vlak voor in te zetten. Meer dan 70 Vlaamse gemeenten deden dat al, en zijn sindsdien ‘Vredesgemeente’. Soms tekende alleen het schepencollege en de burgemeester, soms de hele gemeenteraad. Als vredesgemeente kan je op veel manieren die belofte waarmaken. Een brochure van Pax Christi Vlaanderen geeft voorbeelden: • geweldvrije zones uitroepen: vergaderzaal, school, jeugdhuis, fuif, voetbalveld • verbroederen met gemeenten in een conflictgebied • kritische behandeling van bedrijven die producten maken met militaire toepassingen • acties naar aanleiding van de actualiteit • informatie, vorming, opvoeding inzake vrede
100
• multiculturele samenleving bevorderen • inspraak van de inwoners verbeteren • het sociale samenleven stimuleren. In die brochure staat ook een voorbeeldtekst voor die plechtige belofte waarin een gemeente verklaart voortaan een vredesgemeente te zijn.
Vredestips: • Op http://www.paxchristi.be/website/wordpress/?page_id=27 vind je de lijst vredesgemeenten. Vind je jouw gemeente daar niet in terug? Dan kan je via Pax Christi Vlaanderen de brochure bestellen die je aan je gemeentebestuur kan voorleggen. (Opgelet: eerst bij hen checken of de lijst op hun website wel volledig is! Want er komen af en toe nog gemeenten bij). • Staat ze er wél op? Des te beter. Maar ga dan eens na wat ze als Vredesgemeente sinds hun handtekening concreet voor de vrede hebben gedaan. Ja, er zijn besturen en burgemeesters die zich echt inzetten. Maar er zijn er andere, waar het er eerder op lijkt dat ze hun handtekening snelsnel op papier hebben gezet en dan zijn overgegaan ‘tot de orde van de dag’. • Dan vind je meer dan genoeg tips in deze inventaris om mee naar de gemeenteraadsleden te trekken: want de handtekening hield een echte belofte in om er werk van te maken! Ook in die brochure van Pax Christi vind je meer uitleg over de hierboven opgesomde maatregelen om als vredesgemeente aan vrede te werken. • Dikwijls duikt er vanuit de actualiteit iets op waar de gemeente een standpunt zou kunnen innemen: een campagne van de vredesbeweging, een petitie, een oproep… Als je dan in een ‘Vredesgemeente’ woont heb je des te meer argumenten om van je gemeenteraad of je gemeentebestuur te eisen daaraan mee te doen! • Misschien is het na de verkiezingen van oktober 2006 een andere burgemeester, zijn het andere partijen die aan het bestuur staan van je gemeente. Dan kan je hen polsen wat ze van het antwoord van hun voorgangers vinden op de oproep om vredesgemeente te worden: m.a.w. blijft - of wordt - de gemeente een vredesgemeente?
101
4.14 Vredesgemeente concreet? Antwerpen: wedstrijd en vredesonderwijs Er zijn al 70 Vlaamse ‘Vredesgemeenten’, die officieel hebben beloofd om te gaan werken aan vrede. Ze gingen in op de bekende VN-verklaring die de jaren 2001 tot 2010 uitroept tot het ‘Internationaal Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid’ (4.13). Maar welke gemeente doet er écht iets aan? Antwerpen probeerde het alvast, met een wedstrijd voor de scholen.
Antwerpen plant nog veel meer rond vrede, in de scholen van alle netten: het idee voor een echte ‘Commissie Vredesonderwijs’ ligt op tafel. Maar in een grote stad moet men met zoveel mensen en procedures rekening houden dat het soms lang duurt. De verantwoordelijken bleven niet wachten en pakten in 2006 uit met een wedstrijd in het kader van dat fameuze ‘decennium’ (d.w.z.: een periode van tien jaar) waarin aan vrede en geweldloosheid zou gewerkt worden. Alle lagere en secundaire scholen op Antwerps grondgebied mogen meedoen. De bedoeling is dat de scholen aan de hand van ‘eTwinning’ (zie verder) met een andere Europese school samenwerken aan één van de thema's van de VN-resolutie. Daarvoor kunnen ze zich steunen op enkele basisteksten die op een website kunnen afgehaald worden.
Europese uitwisseling Maar wat is eTwinning dan? De Europese Commissie heeft beslist dat iedereen die 18 jaar is, al minstens éénmaal in zijn/haar leven - al was het alleen maar via het internet - een Europese uitwisseling moet meegemaakt hebben. Scholen moeten de kans krijgen samen met en van elkaar te leren, ideeën uit te wisselen en vrienden te maken. Daarom werd de eTwinning-actie bedacht: alles gaat per e-mail en via het internet. Geen papier, geen zware dossiers. eTwinning biedt een eenvoudig gebruiksvriendelijk digitaal platform aan. Scholen binnen de Europese Unie kunnen hiervan gebruik maken om met elkaar te communiceren. Het is een goede basis om internationale contacten te leggen. Via het eTwinning portaal zoek je een Europese partnerschool waarmee je samen een project uitwerkt. Dat kan rond van alles gaan, maar hier hebben we het over die Antwerpse wedstrijd voor Antwerpse scholen. Dus moet het ‘gezamenlijk project’ gaan over één of meer thema’s uit die fameuze VN-resolutie over het decennium voor vrede en geweldloosheid; dat zijn: mensenrechten, ontwikkeling, democratie, geweldloosheid, verdraagzaamheid en milieu. Die thema’s leunen trouwens aan bij de eindtermen burgerzin en milieueducatie. Elk idee, concept, product, spel, lessenreeks, uitwisseling… die voortkomt uit de uitwisseling met de Europese partner komt in aanmerking voor de wedstrijd. Wat heb je dus enkel nodig? Een computer, internet, goede ideeën, een klas vol enthousiaste leerlingen...
102
De jury van de wedstrijd bestaat uit vertegenwoordigers van educatieve vredesorganisaties en vertegenwoordigers uit de onderwijssector. Zij kijken onder andere naar de samenwerking, de betrokkenheid van de leerlingen, het thema, en vakoverschrijdende elementen. Er zijn prijzen voor het basis- en voor het secundair onderwijs, anderzijds voor het gewoon en voor het buitengewoon onderwijs. De eerste prijs kan rekenen op 500 euro, de tweede op 250 euro, de derde op 100 euro.
i
over eTwinning: http://www.etwinning.be/ over de wedstrijd in Antwerpen: http://onderwijs.antwerpen.be/MIDA/ (doorklikken naar eTwinningwedstrijd)
Naast die wedstrijd heeft de stad ook bij de scholen het project Hopendeuren helpen bekendmaken. Hopendeuren wil deuren naar verschillende culturen openen. Onder andere ook letterlijk: door een actieve workshop met deuren in het Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen. Die ‘Deur’ is een symbool. Want wij hebben muren opgetrokken. Muren die ons omringen, beschermen, afscheiden, insluiten, enz… . Het antwoord is: een opening in de muur. Gesloten mist de deur haar oorspronkelijke doel. Op een kier prikkelt ze de nieuwsgierigheid. Halfopen roept ze vragen op. Helemaal open biedt ze onvermoede mogelijkheden en kan ze leiden tot dialoog, laat ze een frisse wind waaien. Dit project brengt kinderen en jongeren van verschillende religieuze, sociale en culturele achtergronden bij elkaar om samen creatief bezig te zijn. Het wil zo bijdragen tot de opbouw van een cultuur van dialoog en vrede. Het project richt zich tot de Antwerpse scholen van alle onderwijsnetten, maar ook jeugdgroeperingen, buurthuizen enz. kunnen meedoen. Dit project liep al zeker tot juni 2006. Het is dus misschien afgelopen als jij dit leest, maar het blijft een goede bron van inspiratie. Meer info op: http://www.wcrp.be/100-portes-deuren-doors/antw-proj.htm
Tip: • dit is uiteraard geen oproep voor scholen buiten het Antwerpse om aan die wedstrijd mee te doen. Als jij dit leest is de wedstrijd trouwens al voorbij! • het is hier wél bedoeld als goed voorbeeld om zelf eens mee te gaan leuren bij jouw eigen gemeentebestuur: een wedstrijd rond schoolwerk voor vrede en geweldloosheid • zeker als jouw gemeente zich reeds als ‘Vredesgemeente’ heeft uitgeroepen door de tekst daarover te ondertekenen (zie 4.13) • maar waarom ook niet voor andere gemeenten die (nog) geen Vredesgemeente zijn? Het is toch prima als een stad of gemeente haar scholen aanmoedigt om ook eens te werken rond het ‘‘Internationaal Decennium voor een cultuur van Vrede en Geweldloosheid, of niet soms?
5 Gemeentelijke instrumenten voor vrede
104
5.1 Ieper: Vredesstad Met een Vredesfonds en een vredesambtenaar Ieper werd in de Eerste Wereldoorlog compleet verwoest. Geïnspireerd door haar verleden heeft de stad een roeping op zich genomen als vredesstad. Andere gemeenten vinden in wat Ieper doet inspiratie voor een eigen vredesbeleid, maar ze kunnen met hun eigen scholen en inwoners ook in Ieper zelf terecht.
Ieper is voorlopig de enige Belgische stad met een vredesambtenaar. Filip Deheegher: "Ieper geeft haar beleid als vredesstad gestalte in vier actiedomeinen: • als stad zelf vredesinitiatieven nemen • lokale vredesacties ondersteunen: financieel, organisatorisch, materieel… • andere steden en gemeenten aansporen tot een concreet vredesbeleid, ze ‘meenemen’ in vredesinitiatieven • …en niet altijd zelf ‘het warm water willen uitvinden’. Wij nemen de vredesorganisaties onder de arm. We werken met hen samen, en geven zo aan hun campagnes een meerwaarde. Als een burgemeester – in dit geval van Ieper – zijn collega’s warm maakt voor een campagne van de vredesbeweging, dan heeft dat veel meer invloed dan wanneer er een brief vertrekt vanuit een in politieke kringen niet zo bekende vredesorganisatie."
105
Je bent voorlopig als vredesambtenaar een uniek exemplaar. Waarom en wanneer heeft de stad die post geschapen? "Ik leidde de jeugddienst. Wij hadden toen met zes-zeven vrijwilligers in de schoot van de jeugdraad een werkgroepje ‘internationaal’, want we wilden meer doen dan het pure jeugdwerk. Vanaf ongeveer 1985 was Ieper zich gaan opstellen als ‘vredesstad’. In het begin stond dat wel mooi op het briefpapier, op de vlaggen… maar verder bleef vooral het bij plannen. Vanuit de jeugdraad met dat werkgroepje begonnen we intussen al internationale uitwisselingen te doen met jongeren uit conflictgebieden (zie 4.2 - nvdr). In 2000 vroeg het stadsbestuur mij om over te stappen naar een nieuwe dienst, specifiek voor de vredesthematiek. Als eerste en nog altijd enige vredesambtenaar in Vlaanderen werd mijn nieuwe taak: een concrete invulling geven aan de vredesthematiek. Als mensen het over Ieper hadden, dachten ze alleen aan de Eerste Wereldoorlog. De bedoeling was dat te veranderen. Ieper wilde ook bekend of herkend worden als vredesstad door concrete vredesacties in de samenleving van nu." Vandaar bijvoorbeeld jullie trekkende rol in het netwerk van de ‘Mayors for Peace’ – samen met Voor Moeder Aarde? "De burgemeester van Hiroshima Akiba had opgeroepen tot de vorming van een wereldwijd netwerk van burgemeesters voor vrede: de Mayors for Peace, in het vooruitzicht van de 60ste verjaardag van de atoombom op zijn stad. En met uiteraard als doelstelling de afschaffing van de kernwapens (zie 4.11 - nvdr). Onze burgemeester werd een van de eerste Vlaamse ‘burgemeesters voor vrede’. Op zijn vraag begon ik in dat kader acties naar buiten toe te ondernemen. In de eerste plaats: andere burgemeesters warm maken voor het netwerk. We zitten nu al aan 250 Belgische leden! Net nu is de brochure klaar, die we samen met Voor Moeder Aarde uitwerkten. Ze reikt de gemeenten twintig concrete modellen aan om van hun lidmaatschap meer te maken dan een papieren handtekening. Een andere actie in dat kader zijn de twintig vredeszuilen die we in Ieper gezet hebben, met informatie over de waanzin van kernwapens: smalle vierkante blokken van 2 1/2 meter hoog. Intussen bevatten een aantal zuilen ook informatie over de vijf genomineerden van de Ieperse Vredesprijs (Zie 4.4 - nvdr). Want het is goed dat niet alleen de scholieren die daar in hun school rond werken, informatie over de vredesprojecten van die mensen krijgen, maar ook de inwoners en de bezoekers van de stad." Hoe zit dat met gemeenten of steden waarvan de burgemeester, Mayor for Peace, bij de verkiezingen van 2006 niet herverkozen is? "We plannen in het najaar van 2006 een campagne om in januari 2007, op de allereerste gemeenteraad van de nieuwe besturen, het engagement van de gemeente voor de Mayors for Peace opnieuw op de agenda te krijgen. Dat onderwerp moet in elk geval zeer snel op de lokale politieke agenda komen van de nieuwe gemeenteraden of gemeentebesturen."
106
En vóór de verkiezingen? Kan je niet bij alle kandidaten vooraf polsen naar hun engagement voor vrede - in dit geval het netwerk van de Mayors for Peace? Om ze later, eens verkozen, hun toezeggingen nog eens voor te leggen? "Dat is een andere invalshoek. Maar dan moeten we overal lokale mensen hebben om zich daar achter te zetten, dat kan ik niet van hieruit doen." Ik schrijf het onderaan mijn artikel als tip! Wat doet de vredesstad nog meer? "In 1998 heeft de stad een Vredesfonds opgericht. Ik doe als vredesambtenaar het secretariaat, ik bereid de vergaderingen voor enz. De opdracht is dubbel: de 3-jaarlijkse Vredesprijs van de stad organiseren, en anderzijds alle mogelijke lokale initiatieven steunen rond vrede, multicultureel samenleven, tolerantie enz. In het bestuur van het fonds zitten individuen, vertegenwoordigers van enkele raden en mensen van het gemeentebestuur zelf. Maar in wat ze steunen is hun keuze objectief en pluralistisch, het gebeurt niet op basis van partijpolitiek. Het enige wat telt is de waarde van een project." Een voorbeeld? "Een voorbeeld is de jaarlijkse Vredesloop (zie 6.7 - nvdr): het Käthe Kollwitz Initiatief dat de loop inricht krijgt een financiële toelage en praktische steun. Het cultureel centrum wordt ervoor gebruikt, en mijn collega en ik helpen er aan mee. Een ander project dat we zullen steunen komt van de leerlingenraad van een technische en beroepsschool. Zij hadden een bezoek gebracht aan het Fort van Breendonk, de gevangenis van de Gestapo tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat heeft bij hen grote indruk gemaakt. Nu willen ze met een groep op reis naar Polen, voor een bezoek aan het concentratiekamp van Auschwitz Birkenau. Om met eigen ogen te gaan vaststellen wat daar 60 jaar geleden gebeurd is. Het project betreft niet alleen de reis, maar op school komen er ook inlevingsmomenten en ze plannen een tentoonstelling. Het project wil ook de link met Polen benadrukken: Ieper is namelijk destijds door de Polen bevrijd. Een waardevol initiatief dus, met een goed dossier. Het Vredesfonds zal een financiële toelage geven, en de stad zal helpen met de praktische kant van de tentoonstelling." En wat doet Ieper nog meer als vredesstad? "Ik weet niet waar beginnen, we doen zoveel! Ook kunstprojecten. Bijvoorbeeld: iedereen die wilde kon een vredeskunstwerkje opsturen, met als enige richtlijn: het moest in een briefomslag passen. Vele honderden brieven hebben we ontvangen, prachtige tekeningen, gedichten, kunstwerkjes… daar hebben we een tentoonstelling mee ingericht. Weer zoveel mensen die een keer vanuit hun eigen inspiratie hebben nagedacht over vrede en oorlog." En dan dat mooie project met de klaprozen? "Je weet dat de klaproos hèt symbool is van de Eerste Wereldoorlog. De kunstenares Anita Huybens kwam in 2005 met het voorstel om 1000 keramieken klaprozen te maken. Die zouden op 11 november, Wapenstilstandsdag, verkocht worden ten voordele van Apopo. Die organisatie werkt in Afrika met getrainde ratten om landmijnen op te sporen voor ontmijning. Voor dat project heb ik alle culturele verenigingen aangeschreven, de regelmatige bezoekers van het Multicultureel Café aangesproken, en de keramisten uit de streek... Zo hebben we met 100 mensen daaraan gewerkt, mensen die anders nooit met vrede bezig zijn. Terwijl ze met hun handen in de klei zitten, spreken we dan over de waanzin van de mijnen. Dat veld met 1000 klaprozen stond dan als tijdelijk vredessymbool bij het overbekende vredesmonument Menenpoort. Anita, een zeer gedreven persoon, zou graag datzelfde herhalen in elke Vlaamse provincie, om uiteindelijk genoeg geld bijeen te halen voor een gepantserd voertuig. Dat kost € 200.000. Ondertussen ging eenzelfde klaprozenproject al door in Leuven, en in september 2006 is Alden Biezen aan de beurt."
107
1000 klaprozen – foto Tijl Capoen
"Nog een ander voorstel dat onlangs ook zo ‘op ons afkwam’: een kunstproject over ‘mensen als drager van mensenrechten’, met bodypainting en dergelijke. Resultaat: op 10 december 2006 zullen we in Ieper een soort performance daarover brengen. Wat het concreet wordt moet nog uitgewerkt worden." En dan is Ieper natuurlijk ook bekend van zijn ‘In Flanders Fields’ museum! "Daar moet ik mij als vredesambtenaar niet mee bezighouden. Maar het brengt een zeer waardevolle hedendaagse boodschap. Het museum is een initiatief van de stad. Ieper wou haar oude klassieke museum vol wapens, afbeeldingen van het slagveld enz. herinrichten tot een hedendaags actueel en interactief geheel. De zakelijke leiding is bij de dienst voor toerisme, inhoudelijk is een aparte vzw verantwoordelijk. In feite is het geen ‘museum’ meer. Eerder een doolhof van belevingen en ervaringen, met beelden en klank die de bezoekers verder sturen van hier naar daar."
Tips • De misschien in je gemeente al bestaande ambtenaar voor ontwikkelingssamenwerking: zijn taak aanvullen met een luik vrede. B.v. vredeseducatie in de scholen, reizen naar In Flanders Fields organiseren en financieel steunen, tentoonstellingen… Nog zo geen aparte ambtenaar? Dan wordt het tijd! • Elke school zou vredestentoonstellingen of andere projecten van Jeugd & Vrede kunnen inhuren, maar dat is niet goedkoop: een drempel, weet Filip ons te zeggen. Een gemeentelijke medewerker (hoeft daarom nog niet een echte vredesambtenaar te zijn: kan ook iemand van cultuur b.v. zijn) kan dat met de hele stad voor alle deelgemeenten tegelijk doen, elke school kan dan op bezoek komen. • Anita Huybens en haar klaprozenproject door de gemeente financieel laten steunen;
108
of waarom niet met gemeenten uit de regio samenwerken om nog eens 1000 klaprozen te maken en te verkopen? Anita tipt ons dat je dat best koppelt aan een bestaande festiviteit die veel volk lokt. Je moet dat wel organisatorisch zelf in mekaar boksen, zij neemt alleen de artistieke leiding op zich. Info: zie onderaan.
i
• Dienst vrede en ontwikkeling stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper 057/23.92.14;
[email protected] • Anita Huybens (klaprozenproject): Wauwerdries 23, 3210 Lubbeek, 016/63.52.75;
[email protected]; het landmijnenproject in Tanzanië met getrainde ratten: www.apopo.org • Museum In Flanders Fields: www.inflandersfields.be
109
5.2 Een eigen Vredeshuis: Van de stad of van de vredesbeweging De stad Antwerpen heeft haar eigen Vredescentrum, Gent zijn Vredeshuis,…(5.3 en 5.4 ) en in Aalst is het Vredeshuis niét van de stad. Ook in Leuven wint de idee terrein van een door iedereen gekende vaste stek voor de brede derde wereld- en vredesbeweging en tegelijk ook voor de officiële diensten voor integratie en internationale solidariteit.
Ook in Leuven een vredeshuis? Een verkennend voorstel werd in 2005 zelfs al eens in de gemeenteraad op tafel gebracht, en zowel meerderheid als oppositie stonden er positief tegenover. Maar het is nog lang niet zover. Volgens het voorstel zou het Vredeshuis Leuven een stadsdienst worden die ook open staat voor de Leuvense verenigingen, de scholen, de organisaties. Al wie naar vrede streeft, naar verdraagzaamheid en rechtvaardigheid, zou er kunnen samenwerken met de groepen, diensten en organisaties die actief zijn in de sfeer van de ontwikkelingssamenwerking, vredeseducatie en integratiebeleid - ongeacht filosofische, politieke, of religieuze overtuiging. De voorstanders redeneren als volgt: "Aan vrede moet worden gewerkt. Vrede is niet alleen de afwezigheid van oorlog, maar ook verdraagzaamheid en sociale rechtvaardigheid. In die zin staan ook ontwikkeling en internationale solidariteit centraal. De stad moet meewerken door een laagdrempelige plaats ter beschikking te stellen van initiatieven, groepen en diensten die zich bezighouden met vrede in de brede zin, dus ook duurzame ontwikkeling, mensenrechten en rechtvaardigheid. Een Vredeshuis!"
Waar het gonst van vredesactiviteiten… Integratie, vredesopvoeding en wereldoriëntatie moeten de drie pijlers worden. Het Vredeshuis zou zélf activiteiten organiseren: conferenties, tentoonstellingen, educatieve activiteiten voor scholen en verenigingen enz. Maar ook – letterlijk –open staan voor alle initiatieven die over vrede gaan: als onthaalruimte moet het huis gratis ter beschikking staan voor vergaderingen, persconferenties, tentoonstellingen enz. Inzake integratie brengt het Vredeshuis de allochtonen en de bevolking dichter bij elkaar. In het Vredeshuis zou daarom zeker ook de integratiedienst moeten komen, die nu vrij onzichtbaar achter het station verborgen ligt. Activiteiten rond integratie krijgen er onderdak. Inzake vredeseducatie krijgen de scholen er programma’s, aangepast aan doelgroep en leeftijd. Het Vredeshuis wordt ook een huis van herinnering aan de wereldoorlogen en hun vele slachtoffers. Een vaste tentoonstelling met Leuvense herinneringen aan het oorlogsverleden zou daar in passen. Het Vredeshuis kan lespakketten aanbieden voor leerkrachten geschiedenis.
110
Wereldoriëntatie tenslotte krijgt gestalte door de stedelijke dienst NoordZuidsamenwerking er onder te brengen, door samenwerking met de Derde Wereldraad en de Integratiedienst, en door plaats te scheppen voor interreligieuze dialoog. Naast informatiecentrum moet het Vredeshuis dus ook een motor van bewustmaking worden. Daarom moet er een zaal zijn die zowel kan dienen voor conferenties als tentoonstellingen, optredens, fuiven, workshops, films en vergaderingen. Voortdurend moet het er gonzen van activiteiten en initiatieven,… ook buiten de kantooruren! Het Vredeshuis zou ook de jaarlijkse plechtigheden van 8 mei (einde Tweede Wereldoorlog) en 11 november (Wapenstilstand Eerste Wereldoorlog) moeten helpen organiseren.
Van wie wordt dat Leuvense Vredeshuis? Het Vredeshuis zou in de eerste plaats een stadsdienst zijn en enkele personeelsleden van de stad krijgen voor de werking, plus ook inhoudelijke en financiële steun van de provincie, de Vlaamse en de Belgische regering - b.v. de ministeries voor Ontwikkelingssamenwerking en Onderwijs. Maar het bestuur zou daarnaast ook best financieel gedragen worden door schenkers en inhoudelijk door de groepen die in het huis hun plek vinden: organisaties voor ontwikkelingssamenwerking, vredesopvoeding en integratie, zoals Unicef, 11.11.11., Oxfam Wereldwinkels, Artsen Zonder Grenzen, de Liga voor de Mensenrechten, Amnesty International, Pax Christi, de vredesbeweging Vrouwen in het Zwart enz. Qua behuizing zou volgens sommigen de St.-Jacobskerk na restauratie als Vredeshuis kunnen dienen. Ze wordt niet meer gebruikt en is door de stad in erfpacht genomen. In Nederland zijn er veel voorbeelden van kerken met een nieuwe bestemming, zelfs met een multicultureel karakter waaraan ook moslims deelnemen. Ook in Vlaanderen zijn er voorbeelden, zoals de Heilige Magdalenakerk in Brugge. Als de St.-Jacobskerk niet mogelijk of wenselijk zou blijken, dan moet een andere geschikte plaats worden gezocht. Hoe dan ook moet men in afwachting van de restauratie van de kerk, tijdelijk een andere locatie zoeken.
i
Contactadres: Katlijn Malfiet,
[email protected]
Vredeshuis Aalst Het Vredeshuis Aalst is een pluralistische vzw gedragen door een brede kerngroep, noemt zich ‘Centrum voor Conflictbeheersing en Vredescultuur’, en heeft het bevorderen van de vredesidee tot doel. Ook mensen van ver buiten Aalst waarderen en steunen de werking. Het Huis organiseert debatten, lezingen, tentoonstellingen, kunstvoorstellingen, vredesacties… ze hebben ook een tijdschrift en reiken jaarlijks een Vredesprijs uit. We gingen op bezoek bij de bezielers Rita Mol en Jef De Loof – ook gekend van de ‘Artsen voor Vrede’. Jef: "Ons Vredeshuis wil een ontmoetingsplaats zijn voor al wie begaan is met vrede. Grote en kleine vrede. Oorlog is nooit een oplossing. Een oorlog met wapens uitvechten kan trouwens niet meer: met de huidige wapens en legers vallen er veel te veel onschuldige slachtoffers. Misverstanden en meningsverschillen moeten we vreedzaam uitpraten. Dat vraagt luisterbereidheid, openheid en respect. Zich geweldloos maar toch weerbaar kunnen opstellen. Samenwerken in plaats van vechten. Aan die cultuur van vrede proberen wij met ons Vredeshuis een bijdrage te leveren."
111
Rita: "Of wij met het Vredeshuis worden gesteund door de stad? Financieel krijgen we geen steun, wel hebben we hun sympathie en medewerking door b.v. voor grote activiteiten een zaal gratis ter beschikking te stellen. Of politiebegeleiding te voorzien bij de fakkeltocht voor vrede. Dat we geen subsidies van de stad hebben heeft zijn voordelen: als vredesorganisatie, als vredeshuis, zijn we totaal onafhankelijk, zodat we volkomen vrij onze eigen accenten in de werking kunnen bepalen." Jef: "De keerzijde is misschien dat in Aalst het stadsbestuur een gemakkelijkheidshouding zou kunnen aannemen: een vredesthema? Dat zal het Vredeshuis hier wel op zich nemen, die doen dat goed."
Het Vredeshuis moet dan ook zichzelf financieel bedruipen en doet dat met etentjes, giften, verkoop van kunstwerken en vredesmateriaal enz. Het Vredeshuis Aalst bevindt zich tegenwoordig samen met een hoop andere organisaties in de Nieuwbeekstraat 35. Contactadres is Jef en Rita Deloof–Mol, Karel Van de Woestijnestraat 18, 9300 Aalst.
[email protected] en
[email protected]; 053/78.44.26.
Tips: • Vooral voor de grotere steden: is er al zo’n centraal huis waar al dit soort organisaties en diensten kunnen samenwerken? Indien niet… werk aan de winkel! • Eerst praten met bijvoorbeeld mensen van de Wereldwinkel, de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking, lokale groepen van de vredesbeweging (zoals Pax Christi): wat zijn de behoeften en mogelijkheden? • In Leuven schaart de derde wereldraad zich achter de idee, maar ook de eventuele steun van de jeugdraad zou een duit in het zakje kunnen doen. De idee is gelanceerd, nu is het daar de zaak om een breed draagvlak in de verenigingswereld te krijgen, zodat die mee het idee kunnen bepleiten • Heeft je stad een ambtenaar voor internationale samenwerking (ontwikkelingssamenwerking)? Ook hij/zij zal weten wat er leeft • Een hergebruik van een vroegere kerk is een mooi idee van zinvolle ‘recyclage’, maar bij sommigen uit niet-religieuze hoek kan zoiets delicaat liggen, dus tast voorzichtig de gevoeligheden af.
Tot voor kort organiseerde het Vredeshuis Aalst jaarlijks een fakkeltocht voor vrede, ter vervanging van de traditionele 11 november vieringen.
112
5.3 Vredescentrum Antwerpen Het Vredescentrum van de Provincie en de Stad Antwerpen wil een cultuur van vrede en geweldloosheid bevorderen op hun grondgebied. Vredesactiviteiten? Het centrum organiseert er zelf, maar heeft ook zalen voor vredesinitiatieven van andere organisaties.
Het centrum vormt samen met het Infopunt Europa een – prachtig gelegen - open huis waar je tijdens de kantooruren kunt binnenlopen. Je vindt er actuele brochures en folders en men helpt je graag verder op je zoektocht naar informatie. Het Vredescentrum richt zelf activiteiten in en stelt ook zalen ter beschikking voor studiedagen, debatten en andere bijeenkomsten van vredesorganisaties en -initiatieven. In de indrukwekkende vroegere provincieraadzaal is plaats voor 100 personen, in de kleinere vergaderzaal voor een 25-tal.
Het Vredescentrum van Antwerpen heeft in het districtshuis van Deurne al een ‘eerste leven’ achter de rug. Dat begon in 1987, als vredesmuseum met een tentoonstellingsruimte en een fors werkingsbudget van de stad. Maar sinds het later werd ondergebracht in het Open Onderwijshuis, miste het een stuk zichtbaarheid en vooral ook uitstraling naar de volwassenen en het ruime publiek. De hergeboorte werd ingeleid met een subsidie van de provincie, die in 2004 € 50.000 gaf voor nieuwe publiekswerking; sinds dan heet het dan ook voluit Vredescentrum van de Provincie en de Stad Antwerpen. Later volgde de verhuis naar de gebouwen van het Infopunt Europa, in hartje Antwerpen. De provincie staat in voor huisvesting en personeelskosten (een voltijdse en een directeur, halftijds gedeeld met Infopunt Europa), plus € 50.000 werkingssubsidie. De stad betaalt € 25.000 werkingssubsidie en € 30.000 voor projecten van vredesopvoeding.
113
De website geeft uitleg over de uitgangspunten en de initiatieven van het Vredescentrum. Vrede is, zo luidt het, meer dan een toestand zonder oorlog of geweld. Vrede is ook respect voor de mensenrechten, burgerzin en verdraagzaamheid. Het centrum wil wel een bescheiden bijdrage leveren om de vrede in de samenleving in de eigen provincie en stad te bevorderen. Het centrum plaatst de vrede daarbij in een breed perspectief door het verleden en het heden met elkaar te verzoenen en ook oog te hebben voor de multiculturaliteit in onze samenleving. De tentoonstellingen zijn gratis te bezoeken en met seminaries, debatten, cursussen, lunchgesprekken enz. bevordert het Vredescentrum de discussie en de dialoog over vrede en aanverwante thema's.
Realisaties van het Vredescentrum In het voorjaar van 2005 pakte het Vredescentrum uit met de tentoonstelling '60 jaar vrede?' Deze biedt een kritische terugblik op 60 jaar 'naoorlogse' wereldgeschiedenis vanuit het thema oorlog en vrede. In oktober 2005 was er een lunchgesprek met Professor Jan Wouters naar aanleiding van '60 jaar Verenigde Naties’. Van juli tot september 2005 kon je de tentoonstelling over Kamp Dora bezoeken. In 1943 bracht Hitler de productie van de V-bommen over naar de ondergrondse fabrieken van Dora. Duizenden politieke gevangenen en weerstanders moesten in onmenselijke omstandigheden tunnels graven en werken in de fabriek. Leopold Claessen (81), overlevende van kamp Dora, deed aan 25 groepen die de tentoonstelling bezochten zijn verhaal. In september dat jaar organiseerde het Vredescentrum voor vier secundaire scholen een fietstocht van het kamp van Breendonk naar de Dossinkazerne (Joods Museum voor Deportatie en Verzet) in Mechelen. De leerlingen (16 tot 18 jaar) kregen een beeld van de gruwel waartoe oorlogen leiden. Uit De Standaard: "‘We hebben zeker twee uur gefietst, maar klagen doe ik niet na al die beelden die ik in het Fort van Breendonk gezien heb’, zegt leerling Roggemans. ‘Tijdens de oorlog konden ze er niet eens normaal slapen. Een kleine kamer met zes stapelbedden werd door 48 mensen bewoond.’ ’Bij mij is de folterkamer van het Fort op mijn netvliezen gebrand’, zegt Mohandiz. ‘Enkel de folterinstrumenten hingen er nog, maar je kon je de gruwelheden zó inbeelden.’" In september 2006 wordt het fietsproject herhaald. Naar aanleiding van de vijfde verjaardag van de aanslagen op 11 september 2001, zal de fietstocht nu extra aandacht schenken aan hedendaagse conflicten en hoe de lessen uit het verleden hierop kunnen toegepast worden. Van januari tot maart 2006 was er de ‘Vredestentoonstelling Wereld op Drift’, met monumentale schilderijen van zanger en schilder Rufijn De Decker. Op 24 februari 2006 kon je ‘Gedichten en liederen bij Wereld op drift’ bijwonen: een avondvullend programma bij de schilderijen. Nog in februari gaf de Auschwitz Stichting een voordracht over het negationisme (het ontkennen van de holocaust). Diezelfde avond vond het debat ‘GEWELD-ig’ plaats, in het kader van een congres met onderwijsinstellingen uit alle netten, hogescholen en universiteiten. Doel was een verkenning rond 'geweld op school en in de maatschappij'. In september en oktober 2006 komt hier een vervolg op, met tentoonstellingen over jongeren en geweld en lezingen. Het Vredescentrum zou in 2006 ook een label "geweldIGE" school uitwerken, voor scholen uit alle netten op het Antwerpse grondgebied. Het is de bedoeling om inspanningen van scholen rond geweldloosheid aan te moedigen en belonen.
114
In de voetsporen van… 35 Antwerpse leerlingen maakten in mei 2006 een 85 km lange voettocht uit NoordFrankrijk naar Gembloux, ‘in de voetsporen’ van de Marokkaanse soldaten die in 1940 de Duitse legers probeerden te stoppen. Weinigen kennen de rol van soldaten uit de toenmalige kolonies van West-Europa. Veel Marokkanen hebben West-Europa toen verdedigd ten koste van hun leven; ze hadden ook een belangrijke rol in de bevrijding. Door de geschiedenis al stappend te herbeleven, zetten de jongeren een vergeten stuk geschiedenis in de kijker. Het project wil het beeld van de allochtone jongeren in onze samenleving verbeteren, door mensen bewust te maken van dat stuk gemeenschappelijke geschiedenis. Als coördinator van de tocht legde het Vredescentrum bussen in om vrienden en sympathisanten de kans te geven de aankomst in Gembloux bij te wonen. Daar werd op dat ogenblik de jaarlijkse herdenkingsplechtigheid gehouden voor de gesneuvelde Marokkanen.
i
Vredescentrum Antwerpen, p/a Infopunt Europa van de Provincie Antwerpen Lombardenvest 23, 2000 Antwerpen; 03/202.42.92 www.vredescentrum.be ;
[email protected]
Tip: • hou de programmatie van het Vredescentrum in het oog: misschien komen er activiteiten op waar jij vanuit de gemeente met een groep naar toe wil. Je gemeente kan dan mee organiseren en financieel bijspringen • misschien heb je zelf ideeën voor vredesinitiatieven waar het Vredescentrum je bij kan helpen? • als je in een grote stad woont die (nog) geen vredeshuis of –centrum heeft, zou je dat idee kunnen lanceren. In het interview over Vredeshuis Gent (5.4) geven Philippe en Marc goede raad voor wie daar aan denkt
115
5.4 Vredeshuis Gent Via vredeseducatie wil het Vredeshuis een brug bouwen tussen mensen die streven naar vrede, verdraagzaamheid en rechtvaardigheid. Kortom, naar een wereld waarin mensenrechten centraal staan.
Samengevat uit de inleiding op hun website (www.vredeshuis.be): "Het Vredeshuis is een huis vol bruisende activiteit waar spelcircuits, tentoonstellingen, wandelingen en educatieve projecten zorgen voor een gevarieerd aanbod. Scholen en verenigingen krijgen een vakkundige begeleiding. Tijdens weekends en de Gentse feesten staan praattafels en concerten borg voor een culturele noot. Een open huis voor iedereen die de doelstellingen van het Vredeshuis uitdraagt. Groepen en organisaties kunnen gratis terecht voor hun studiedagen, concerten, vergaderingen, herdenkingsmomenten, debatten, persconferenties, workshops en sensibiliserende initiatieven. Het is ook een herinneringshuis dat blijvend aandacht vraagt voor het oorlogsverleden, om de gruwelen van vandaag te begrijpen en te leren vermijden." De vaste educatieve en door de stad betaalde krachten Marc en Philippe leiden ons rond en geven om beurt uitleg. "Het idee van een Vredeshuis is in 1994 gekomen vanuit de Gentse verzetsbeweging, die per jaar een tweetal tentoonstellingen wilde programmeren over de Tweede Wereldoorlog. Toenmalig burgemeester Temmerman ging op hun voorstel in. Later, met Beke als nieuwe burgemeester, hebben we de werking gevoelig uitgebreid. De stad betaalt de personeelskosten, stelt het gebouw ter beschikking (een prachtige eeuwenoude ‘stadsvilla’, nvdr), betaalt de verwarming enz. Er is ook een budget voor als we freelance gidsen inhuren. Het Vredeshuis dient nu als gratis ruimte voor alle organisaties die werken rond vrede, derde wereld, milieu enz. - uit Gent evengoed als van daarbuiten. Wel 30 à 40 keer per maand doen ze hier vergaderingen, persconferenties, workshops enz. Ten tweede zijn we het accent beginnen leggen op vredesopvoeding voor kinderen en jongeren. We haalden al verschillende educatieve tentoonstellingen van Jeugd & Vrede naar hier, waar de scholen dan gratis naar toe komen." Alleen scholen, of kunnen kinderen ook individueel iets komen opsteken? "Het is in de praktijk zo gegroeid dat we alleen scholen ontvangen. Kinderen en jongeren van heel klein – ‘Losbol’ is voor het 1ste tot het 4de leerjaar - tot en met hogeschoolstudenten – dan denken we aan de pingpong dialoog in theatervorm tussen José Bové en Romano Prodi. Ook voor de leerkrachten hebben we wat in petto: naast de verwerkingsbrochures bij de vaste programma’s organiseren we soms een leerkrachtenopleiding. Over leerkrachten gesproken… je merkt al direct bij het binnenkomen wat soort vlees je in de kuip krijgt. Sommigen doen enthousiast
116
mee, anderen zitten achteraan wat te babbelen, maar die zetten we dan wel snel op hun nummer, daar hebben we weinig compassie mee." Verlenen jullie ook actief steun aan vredesorganisaties? En richten jullie misschien ook zélf vredesacties in, bijvoorbeeld bij een dreigende oorlog zoals Irak, of recenter Iran? "Dat is niet onze opdracht. We hebben ons gebouw dat gratis mag gebruikt worden, maar voor geld of om iets zelf naar buiten toe te organiseren kan de vredesbeweging niet bij ons terecht. Wij doen dat niet in hun plaats, en voor subsidies moeten ze naar de politiek stappen. Ze hebben hier ook niet hun zetel, hun officieel thuisadres, dat zou teveel verwikkelingen meebrengen. Wij zijn het Vredeshuis, wij zijn onafhankelijk van alle aparte organisaties en dat is goed zo." In Antwerpen is er ook een vernieuwd Vredescentrum, in Leuven denken ze aan een Vredeshuis (zie 5.3 en 5. 2). Heb je nuttige tips voor mensen die in hun stad bij het bestuur willen pleiten om ook zo’n vredeshuis op te richten? "Eerst nagaan: wat is er lokaal aanwezig qua mogelijk geïnteresseerde mensen en organisaties? Contact opnemen met de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking, plaatselijke vredesgroepen, jeugdhuizen, Wereldwinkels, leerkrachten… Ook de oudstrijders of de verzetsbeweging niet vergeten; die hebben zeker ideeën maar vooral ook: die kennen goed de weg naar subsidies. Ook de eventuele Noord-Zuid ambtenaar raadplegen. Met al die mensen overleggen, en dan naar de schepen stappen. En dan nog een goeie tip: in veel steden ligt een geschikt gebouw maar voor het grijpen, nieuwbouw is niet nodig. Ik denk aan niet meer gebruikte scholen of kerken…"
Conclusies: • een Vredeshuis in je stad? Betrek bij je onderzoek naar de mogelijkheden de lokale sociale bewegingen en de diensten die met vrede en met nauw aanleunende thema’s bezig zijn • kijk uit naar bestaande gebouwen die leeg staan of waar al verenigingen zitten die in diezelfde sfeer bezig zijn • streef je naar een model dat gratis ruimte ter beschikking stelt, en/of aan vredesopvoeding doet, of naar een cel die zelf acties organiseert, en/of de vredesbeweging financieel steunt?
Tijdens het schooljaar 2005-2006 bracht het Vredeshuis vijf programma’s Bij het begin van het programma ‘Mijn Bol’ krijgen de kinderen (doelgroep 6-10 jaar), verdeeld in drie groepen, elk hun paspoort en dan vertrekken ze op reis naar El Salvador, India of Senegal. In het nagebootst vliegtuig wordt het spel uitgelegd. Na de reis gaan ze binnen in een van de drie lokalen die zijn omgetoverd tot een stukje leefwereld van ‘hun’ land. Via een audiovisuele presentatie vertelt een vriendje van ginder leuke dingen, minder leuke gebeurtenissen, legt een probleem voor en vraagt hulp. Daarvoor dient de spelwand. Die hangt vol middelen om het vriendje te helpen. De douane controleert of de juiste voorwerpen gekozen werden. In het vliegtuig op terugreis gebeurt de nabespreking. Op een wand staan dan weer dingen die verwijzen naar de vriendjes, en verhalen van de bezochte continenten. Nu is er ook tijd om verhalen uit te wisselen en even naar de andere bestemmingen te gaan kijken. ‘Recht door de stad’ is een interactieve stadswandeling met puzzelelement (doelgroep 10-15 jaar). Tijdens de wandeling krijgen de kinderen hun eerste juridische onderricht. Tien plaatsen in de buurt rond het Gravensteen vormen aanknopingspunten om de kinderrechten uit de doeken te doen. Het verleden komt aan bod, maar ook wordt benadrukt dat vele kinderrechten die bij ons normaal lijken, in het Zuiden helemaal niet vanzelfsprekend zijn. Dat dit
117
juridische onderricht niet saai hoeft te zijn, bewijst het puzzelspel ‘Recht’ door de Stad. Een virtuele versie daarvan wordt intussen klaargestoomd die ook binnenshuis kan gevolgd worden. Zeker bij erg slecht weer kan de geplande wandeling vervangen worden door die versie.
‘Europa voorbij’ is een interactief docudrama rond globalisering (doelgroep 15 jaar tot hogeschoolstudenten). In dit stuk brengen twee acteurs een dialoog tussen Romano Prodi, exvoorzitter van de Europese Commissie, en José Bové, de bekende Frans anti-globalist. Ze hebben het over de besluitvorming in Europa, de werking van de Europese instellingen, de invloed van Europese beslissingen op ons bestaan en de rol die Europa zou kunnen spelen in een meer evenwichtige verdeling van de rijkdom. Kan Europa de grenzen sluiten of is het juist Europa dat moet ijveren voor eerlijke handel, sociale correcties op de globalisering en een menswaardige aanpak van migraties? ‘Kundabufi’s schatkamer’ (doelgroep 3 -10 jaar) gaat over een man die als enige van het dorp de wereld al gezien heeft. Van zijn reizen bracht Kundabufi schatten mee. Maar nu is hij moe. Zijn schatkamer ligt er rommelig en stoffig bij. Waarom zou hij de rommel opruimen? Heel soms komt er iemand van een verre wereld. Dan gaan zijn ogen glanzen zoals weleer en komen de oude verhalen terug, alsof ze gisteren beleefd werden. ‘Kundabuffi’s schatkamer’ vormt een muzikaal wereldverhaal aan de hand van instrumenten en gebruiksvoorwerpen. Thema’s zijn de rijkdom van culturele en muzikale verschillen, de eenheid in verscheidenheid en het belang van de aarde. ‘Losbol’ is een interactief estafettespel in het Vredeshuis rond duurzaam omspringen met water, energie en afval. Losbol is een jonge snater, zoals de kinderen van de doelgroep (6-10 jaar), die al eens slordig omspringt met water, die blikjes bij het restafval gooit of snoeppapiertjes op de composthoop, die lichten laat branden of de deur open laat terwijl de verwarming aanstaat. Hij kan wat hulp gebruiken om te verbeteren. Daarvoor nodigt hij de kinderen uit. Via opdrachten in een estafettespel leren ze spelenderwijs aan Losbol (en aan zichzelf) hoe om te springen met water, energie en afval. Alle activiteiten zijn gratis: telefonisch vragen naar Marc of Philippe.
i
Vredeshuis, Sint-Margrietstraat 9, 9000 Gent; 09/233.42.95;
[email protected] ; www.vredeshuis.be
6 Cultuur, feest, sport, varia
120
6.1 Feesten en spelen Voor vrede en verdraagzaamheid Van druivenfeesten tot kerstmarkten...: jaarlijks terugkerende feestelijke activiteiten zou een organiserende gemeente of stad ook in het teken kunnen stellen van vrede, verdraagzaamheid, respect. Elk jaar opnieuw, of één bepaald jaar speciaal dat thema nemen als invalshoek. Enkele voorbeelden.
Hoeilaart: Druivenfestival Elk jaar viert Hoeilaart tijdens het derde weekend van september het bekende 'Druivenfestival'. Rond het thema van het jaar worden dan tal van activiteiten aangeboden. In 2002 koos men voor ‘Oorlog en Vrede’. Nu is er dan telkens ook een stoet met praalwagens die dat thema visueel uitbeelden, en de knapste deelnemers krijgen een prijs. Schepen Jean-Pierre Maeyens vreesde dat enkel ‘oorlog’ daarin aan bod zou komen. Daarom zorgde hij voor meer evenwicht door een stevig luik vrede toe te voegen: in een zaal van de gemeente organiseerde hij een infomarkt. Daar konden de vele bezoekers van het Druivenfestival infostands bezoeken van alle mogelijke organisaties die rond vrede werken: mensenrechten, vredesorganisaties, de derde wereldbeweging enz.
Sint-Truiden: Fiesta Tropical (Uit De Standaard, 16 juli 2005) SINT-TRUIDEN – ‘Fiesta Tropical’ is zondag in Sint-Truiden het startsein van de zomercampagne rond het vreemdelingenbeleid. Stadswachten en asielzoekers gaan weer de hele zomer samen op pad. Omdat een gemeentelijk beleid wel degelijk iets kan doen aan het samenleven van vreemdelingen en Vlamingen. (…) …het was de bedoeling dat de stadswachten, die de folders uitdeelden, met de Truienaars een gesprek begonnen over vreemdelingen. "Ik ben twee jaar geleden met een Iraniër op pad geweest, hij sprak al redelijk Nederlands", vertelt stadswachter Marleen Paesmans. "We hadden van tevoren kennis gemaakt. Hij zag er verzorgd en sympathiek uit, dat helpt om aanvaard te worden. Dankzij die campagne kreeg de vreemdeling een gezicht." (…) De campagne start tijdens Fiesta Tropical, een wereldfeest op de markt van Sint-Truiden, om de burgers met andere culturen te confronteren. "Het asielcentrum houdt opendeurdagen, kooknamiddagen, maar wie gaat daar naartoe", vraagt burgemeester Vandenhove zich af. "De overtuigden. Terwijl we net degenen moeten bereiken die nog te overtuigen zijn. Daarom is Fiesta Tropical van veel meer belang."
Diksmuide: Ten Vrede De drievoudige boodschap van de IJzertoren is Vrede, Vrijheid, Verdraagzaamheid. Om die boodschap naar een zo breed mogelijk publiek uit te dragen organiseert het IJzerbedevaartcomité jaarlijks
121
het vredesfestival Ten Vrede, als aanklacht tegen alle vormen van oorlog, geweld en onderdrukking, overal ter wereld. Op 12-13 mei 2006 gebeurde dit voor de vijfde keer. Het thema was dit keer: massavernietigingswapens. De stad Diksmuide verleent het festival alle mogelijke praktische steun. Uit een perscommentaar: "Ten Vrede op de IJzertorensite komt tegemoet aan de symbolische waarde van dit oorlogsmonument. Wat de laatste jaren een ontmoetingsplaats voor allerlei nationalistische manifestaties was, wordt zo ook een multiculturele ontmoetingsplaats. Jong en oud, blank en zwart wordt verzameld met hetzelfde doel: samen genieten van kunst en cultuur in een sfeer van verdraagzaamheid."
Temse: Fakkels voor vrede en verdraagzaamheid Op 20 oktober 2003 organiseerden het integratiecentrum Pico Mozaïek en WWS Temse (Wereld Wijde Samenwerking: de plaatselijke Noord-Zuidbeweging), met medewerking van het gemeentebestuur opnieuw een fakkeltocht. Een vijfhonderdtal allochtone en autochtone Temsenaars stapten naast elkaar op tijdens een serene wandeling voor meer vrede, vrijheid, veiligheid en verdraagzaamheid. De mensen die mee stapten waren overtuigd van het nut. Een deelnemer: "Daar is in Temse wel nood aan. Als wij door mee te gaan in deze fakkeltocht daar een steentje aan kunnen bijdragen, dan zullen wij dat zeker niet laten." De indruk onder de deelnemers was dat de optocht een gevoel van samenhorigheid tot stand bracht. Na de fakkeltocht hielden Deken Julien Schreyen, de Turkse imam en de burgemeester een toespraak. Op de Markt traden het solidariteitskoor Weerbots uit Waasmunster en de Turkse muziekgroep Gurbetciler op. Aan de fakkeltocht was een handtekeningenactie verbonden: streefdoel was 5000 mensen die zich akkoord verklaarden met de visietekst over vrede, veiligheid, verdraagzaamheid en vrijheid.
122
Nog multicultureel nieuws uit Temse In 2004 organiseerde de Integratiedienst een kleur-, teken- en fotowedstrijd onder de naam ‘Temse is van Overal’. Doel: beter leren samenleven in diversiteit. In dat kader werd ook de pret-camionette opgestart. Dat is een mobiel speelplein dat tijdens de vakantieperiodes stopt op de verschillende pleintjes en in de wijken van Temse. De plaatsen zijn zo gekozen dat er in de buurt voornamelijk allochtone en/of kansarme kinderen wonen die niet deelnemen aan het gewone jeugdwerk. Met de pret-camionette leren ze samenspelen, leren ze elkaar kennen en maken ze kennis met het speelpleingebeuren. De MultiCulti week in april 2005 was een project voor de lagere scholen. De eerste graad kreeg een dagje Afrika, de tweede graad kon in het Cultureel Centrum gaan kijken naar Kundabuffi's Klanksprookjes en de derde graad leerde over de Roma (zigeuners). De bedoeling was opnieuw de kinderen kennis te laten maken met 'de andere' en zo hun vooroordelen en angsten voor andere culturen te verkleinen.
Tip: • Ook met jouw gemeente wordt elk jaar wellicht wel een of ander lokaal traditioneel feest gevierd. Valt het met de organisatoren te overwegen om dat eens een keer in het teken van vrede en verdraagzaamheid te zetten? • Zelf met de jeugdraad in samenwerking met de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking een fakkeltocht doen voor vrede en verdraagzaamheid? • Zie ook 6.2 • Het voorbeeld van Temse met een mobiel speelpleintje voor multiculturele en/of kansarme buurten: een agendapunt voor je kindergemeenteraad of jeugdraad.
i
Info:
[email protected]
123
6.2 Cité in vuur & vlam: Voor vrede en verdraagzaamheid De bloedige aanslag op de Twin Towers in New York deed op veel plaatsen de argwaan nog groeien jegens islamitische medeburgers. In Heusden-Zolder grepen ze dat juist aan om mensen opnieuw dichter bijeen te brengen. Hoe? Dat lees je in dit interview met Thierry Dekkers, die op de gemeente werkt.
Thierry: "Limburg mag fier zijn op zijn gastvrijheid en openheid, maar toch leidt omgaan met andere leefwijzen vaak ook tot misverstanden, onbegrip en vijandigheid. Door de vroegere gastarbeid in de mijnen wonen hier nu nog altijd veel mensen van buitenlandse afkomst. Zij hebben meegewerkt aan onze welvaart en bouwden hier een nieuw leven op. Heusden-Zolder kent enkele concentratiewijken: ‘Mommeplas’ en ‘Onder de Poort’ worden voor 99% bevolkt door Turkse mensen. Daartussen ligt de Koolmijnlaan, een levendige handelsstraat met zowel Turkse als Belgische handelaars. Rechtstreeks contact tussen mensen van verschillende culturen is van groot belang. Zeker vandaag voelen we de nood aan nieuwe initiatieven om de kloof te helpen dichten." Kloof die nog breder werd door de aanslag in New York in 2001? "De gevolgen voelden we ook hier. De onbekendheid en onverschilligheid werd omgezet in onverdraagzaamheid en in een afstandelijke en angstige houding ten aanzien van moslims. Daarom hebben we na die aanslag een vredesevenement uitgewerkt. Het idee kwam van Stebo vzw, een steunpunt voor buurtopbouwwerk, samen met het team integratie van de gemeente. Cultuurcentrum Muze werd een derde partner. Stebo maakte ook de Belgische en Turkse handelaarsverenigingen warm. En na een oproep aan verenigingen en buurtbewoners kregen we mensen mee van de seniorenraad, het gemeentelijk feestcomité, asielzoekers via het OCMW, enz. Die groep mensen werkte dan het concept uit van ‘Cité in vuur & vlam’. Ook andere gemeentelijke diensten, o a sport- en jeugddienst, en verenigingen zoals winkelcentrum Cité doen mee, iedereen binnen zijn domein: het team integratie coördineert, het cultuurcentrum zorgt voor de artistieke animatie, vzw Stebo biedt ondersteuning, de handelaars leveren eten en drank, vrijwilligers steken waar nodig de handen uit de mouwen… Traditioneel vindt ‘Cité in vuur & vlam’ plaats in de donkere decembermaand, wanneer het einde van de vastenperiode voor de moslims en de start van de kerstperiode voor de christenen elkaar aflossen."
124
Er is blijkbaar heel wat goede wil! Hopelijk levert dat inhoudelijk iets méér op dan een gezellige optocht langs eetkramen en drankterrasjes? "We willen een positief signaal geven aan de samenleving en onze inwoners tonen dat we onderling meer gemeenschappelijke waarden hebben dan dat er verschillen zijn. Door de jaarlijkse fakkeltocht rond vrede en verdraagzaamheid en met de vele mensen die meestappen, brengen we de multiculturele samenleving positief naar buiten. De tocht gaat langs het handelscentrum en door die twee concentratiewijken." Maar beperkt die vredesboodschap zich dan tot één dag? "Nee hoor. Er ging al enkele keren een vredesloop aan vooraf, langs alle kerkdorpen en langs de moskeeën. Ook andere activiteiten in het teken van vrede en verdraagzaamheid bereiden de fakkeltocht voor. De dienst schoolopbouwwerk laat bijvoorbeeld op een gezinsactiviteit ouders en kinderen iets maken rond het thema: lichtbokalen, spandoeken met vredesboodschappen, slingers,… En uit de kleur- en tekenwedstrijd via de scholen, worden de mooiste tekeningen gekozen om op wenskaarten te drukken voor het jaar daarop. Om de jongeren uit de wijken te betrekken was er een workshop vuurspuwen: ze mochten dan optreden tijdens het eindfeest. In 2004 is met de jongeren na het olievaten- en vuurspuwproject de groep H.A.F.F.I. (Houston Attic Freedom Fighters) ontstaan, met later optredens op de mijnhappening in Beringen, in het cultuurcentrum Berchem en op nog andere activiteiten in Heusden-Zolder." Krijgen jullie op de dag zelf veel volk op de been voor vrede en verdraagzaamheid? "Het is de bedoeling dat de inwoners van Heusden-Zolder actief meedoen: dat zij mee op straat komen met een boodschap van vrede en verdraagzaamheid. De voorbije drie jaar stapten telkens ongeveer 2000 mensen mee en zij konden genieten van het cultureel eindfeest op het Brilonplein. Daar staan kraampjes met multiculturele gerechten en verschillende soorten muziek. Dat komt het contact tussen mensen van andere nationaliteiten ten goede." Doel bereikt, dus? Of komt er sleet op het succes? "Het gaat hier om verschillende soorten inwoners van éénzelfde gemeente, die dankzij fakkeltocht en feest makkelijker de stap zetten tot onderling contact - terwijl zij de rest van het jaar misschien nààst mekaar leven. Sommigen stapten door hun deelname zelfs voor het eerst door een concentratiewijk! 2005 was al de vijfde editie van Cité in vuur & vlam. Wij zijn nog steeds gemotiveerd om er een spektakel van te maken. En dat vooral door de goede reacties van de aanwezigen. In de loop van het jaar kijken ze in de wijken en in het handelscentrum echt al uit naar een nieuwe editie!"
i
Voor meer info en tips: Thierry Dekkers (verantwoordelijke afdeling welzijn en lokale economie gemeente Heusden-Zolder), Heldenplein 1, 3550 Heusden-Zolder;
[email protected]
Een vaste deelnemer geeft ons nog wat vredestips mee, mocht je zoiets in jullie gemeente willen bespreken met het gemeentebestuur: "De tocht eindigt met vuurwerk en drank- en eetstandjes. Maar natuurlijk gaat het om veel meer dan een ‘braderie’. Men wordt met een duidelijke boodschap uitgenodigd om deel te nemen. Voor de tocht krijgt men op een groot scherm boodschappen voor vrede en verdraagzaamheid van verschillende BV's. Allochtonenverenigingen en de bewoners van de twee concentratiewijken worden sterk bij het gebeuren betrokken."
125
6.3 Vredestraat: klinkt beter dan Adolf Hitlerstraat Een heel simpel idee: nieuwe straten krijgen vredevolle namen. Bijvoorbeeld van Nobelprijswinnaars voor de Vrede. En vervangen we niet beter straatnamen van oude dictators of oorlogs-’helden’? Woon je niet liever in een Gandhistraat dan op het Saddam Hoesseinplein?
Veel straatnamen verwijzen naar lang geleden gestorven historische figuren, we staan niet stil bij hun betekenis. In Leuven doet burgemeester Louis Tobback dat wel. (uit een krantenartikel, begin 2006:) "Leuven wil na de geplande herinrichting van het Fochplein een andere naam voor het plein. Het stadsbestuur ziet het niet meer zitten om een plein te noemen naar een man die tijdens de Eerste Wereldoorlog ‘miljoenen doden op zijn geweten heeft’, zei burgemeester Tobback tijdens de gemeenteraad. ‘Foch was een van de bevelhebbers die miljoenen mensen heeft doen sneuvelen aan de Somme of de IJzer, in Verdun of in Passendale, door hen van de ene loopgraaf naar de andere te doen lopen in de hoop enkele meters winst te boeken’, aldus Tobback. ‘Vandaag sturen we vanuit Leuven jongeren naar Weimar om hen zaken te vertellen over de hoogstaande Duitse cultuur én over de barbarij van de wereldoorlogen. Hoe kan je vervolgens diezelfde jongeren over een plein laten lopen dat genoemd is naar een van de slagers van '14-'18?’"
Voorlopig ligt een eventuele naamswijziging in de ijskast, dat is voor na de verkiezingen. Maar mochten jullie in eigen gemeente ook twijfelachtige ‘oorlogshelden’ in het vizier nemen, kijk dan uit om niemand ongewild te kwetsen, soms ligt het nog delicaat. Zie volgend krantenartikel. "28/1/2006 Oudstrijdersverenigingen zijn niet opgezet met de plannen van de stad om de naam van het Fochplein te veranderen. (…) Georges Vanlangendonck (81) was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief bij het verzet. Vandaag is hij voorzitter van het Partizanenleger regio Leuven. ‘Iedereen die oorlog heeft gevoerd, heeft bloed aan zijn handen. Dat is nu eenmaal zo. Als Duitsland de Tweede Wereldoorlog had gewonnen, was Churchill een oorlogsmisdadiger. Foch stond aan onze kant. Voor mij mag die naam blijven.’ (…) De Leuvense historicus Paul Reekmans heeft begrip voor de visie van Tobback, maar ook hij is geen voorstander van een naamswijziging. ‘Foch heeft inderdaad veel doden op zijn geweten, maar de redenering
126
van Tobback gaat wel ver’, vindt de voorzitter van het Leuvens Historisch Genootschap. ‘Het is niet zo dat we een Hitlerplein in de stad hebben, hé. Foch heeft tenslotte ook de keizerlijke Duitse troepen tegengehouden. En wat doe je dan met het Montgomeryplein in Brussel? Die generaal uit de Tweede Wereldoorlog heeft ook veel doden op zijn geweten. En het Leuvense Kardinaal Mercierplein? Mercier was een Vlamingenhater. Van mij hoeft een naamsverandering niet.’ " Natuurlijk ligt het eenvoudiger om het thema vrede binnen te loodsen in splinternieuwe straten of wijken. Een gemeenteraadslid uit Leuven hoorde van ons idee om straten te benoemen naar de Nobelprijswinnaars voor de vrede: "Ik vind het een prachtig voorstel. In Leuven is het een speciaal aangeduide commissie met deskundigen (geen politici) die straatnamen voorstelt en de gemeenteraad bevestigt dat, maar komt niet tussen. Wij zullen uw voorstel alleszins overmaken aan deze commissie zodat zij zich hierover verder kunnen bezinnen. Dat hebben wij ook al gedaan voor het gebruiken van belangrijke vrouwennamen voor straten en pleinen. En dat heeft wel zijn vruchten afgeworpen, al mocht het voor ons soms nog iets meer zijn."
Tips: • Ga eens na bij de cultuurfunctionaris of de secretaris van jouw gemeente hoe de naamgeving van nieuwe straten bij jullie gebeurt. Misschien kan je links en rechts wel mensen onder de arm nemen om invloed uit te oefenen! • En overloop de lijst met bestaande straten en pleinen: misschien zitten er toch ‘twijfelgevallen’ tussen. Al lukt het niet direct om de naam officieel te laten wijzigen, je kunt toch wat bewustmaking losweken indien je er een visuele (protest)actie rond voert, b.v. tijdelijk eigen naamplaten bovenop de verguisde naam bevestigt, of een tijdelijk zelf gemaakt vredesmonumentje… en natuurlijk de lokale pers erin betrekken! • Je moet het breder spelen dan de naam alleen: een artikel (b.v. in het gemeenteblad), lezersbrief of actie moet de inhoudelijk educatieve meerwaarde leveren. De lezers of voorbijgangers (pamfletten bij een plaatselijke actie) kunnen dan vernemen waarom die naam niet, en die naam wel: wat hebben die mensen al dan niet gedaan voor vrede en tegen geweld? Waarom is dat belangrijk? Kan je de jeugdbewegingen, jeugdhuizen of scholen er niet educatief bij betrekken? • Veel gemeenten voegen onder de persoonsnaam op het straatnaambord enkele woordjes uitleg bij. Bijvoorbeeld: Nobelprijswinnaar voor de Vrede, 2005.
127
6.4 Oorlog is geen kunst – vrede wel! Beersel huldigt kunstwerk Vredespoort in In het kader van een cultureel project – én met de recente oorlog in Irak in het achterhoofd – liet de gemeente een kunstwerk maken. Tijdens een plechtige vredeswake werd het onthuld, met grote inbreng van de jeugd. De Vredespoort.
Het was burgemeester Hugo Casaer die het idee lanceerde van een cultureel meerjarenproject ‘kunst in de straat’. In dat kader kwamen er een aantal nieuwe beelden op pleinen en in parken. Een daarvan werd de ‘Vredespoort’, een groot metalen monument, gemaakt door de Beerselse kunstenares Hilde Van Sumere. In de uitnodiging van het gemeentebestuur voor de inhuldiging lezen we waarom het een Vredespoort is geworden. Toen zij in 2001 gevraagd werd een ontwerp te maken voor een nieuw beeldhouwwerk, kwam bij haar eerst de idee op van een ‘poort’: “In vroegere tijden kwam je grote steden en gemeenten binnen langs stadspoorten. Beersel is een grote gemeente waar veel mensen binnen- en buitengaan, een plaats waar vele wegen, vele mensen, vele ideeën elkaar vreedzaam kruisen. Maar op plaatsen van ontmoeting ontstaan ook spanningsvelden: sociaal, cultureel, ideologisch, communautair… waardoor de uitbreiding van de basisidee poort naar het concept ‘Vredespoort’ eigenlijk voor de hand lag." Met de oorlog in Irak heeft het project ‘Vredespoort’ er uiteraard een belangrijke, bijzonder actuele dimensie bij gekregen, zegt de aankondiging verder. "De symbolische kracht van de installatie wordt hier des te groter door. Onder het motto ‘Oorlog is geen kunst -Vrede wel’ schaart het Beerselse gemeentebestuur zich achter alle mensen die in heel de wereld bang toekijken naar dit nieuwe conflict en de hoop uitspreken dat dankzij gezond verstand er snel een einde komt aan dit beschamend geweld."
128
Inhuldiging: vredeswake Als in april 2004 de inhuldiging naderde, besliste men om er meteen een vredeswake aan te koppelen, met grote inbreng van de jeugd. Na de toespraak van de burgemeester bracht de jonge ‘kinderburgemeester’ een vredesboodschap namens de hele kindergemeenteraad, gevolgd door de voorzitter van de jeugdraad – die zijn toespraak eindigde met de voorlezing van een ontroerend vredesgedicht, geschreven vanuit het oogpunt van een kind. Dan was het de beurt aan de gastspreker, de bekende VRT-journalist Walter Zinzen, altijd goed als je een pakkende aanklacht tegen oorlog en geweld wil horen. Tijdens het spelen van de vredeshymne uit de Negende van Beethoven legden de prominenten een bloemenkrans neer en lieten de kinderen van de kindergemeenteraad 500 witte ballonnen op. Onder klokkengelui plaatsten de 400 toeschouwers vredeskaarsjes rond het monument. Gevolgd door een receptie met producten uit de Wereldwinkel. De kosten voor dit kunstwerk bedroegen € 24.790 en ook de diensten groen en openbare werken hadden hun steentje bijgedragen voor de omgevingswerken (sokkel, aanplantingen, enz...). Op te merken valt dat menige automobilist bij de eerste ontmoeting op het rondpunt nog eens extra rondrijdt om het beeld in al zijn aspecten te kunnen bekijken, aldus onze zegsman ter plaatse!
Uit de toespraak van de voorzitter van de jeugdraad: De laatste weken is duidelijk gebleken dat jongeren niet onverschillig staan tegenover het conflict in Irak. Duizenden scholieren en studenten kwamen in heel België op straat om hun ongenoegen te uiten over de politieke beslissingen van de Verenigde Staten. (…) Het is dit bewustzijn dat we ook binnen onze eigen gemeente terugvinden. Ook in Beersel zijn er jongeren die zich engageren in humanitaire projecten. Zo vertrekt een groepje in juli naar Bosnië om er, samen met de plaatselijke jeugd, een project rond speelpleinwerking op touw te zetten. Meer dan 10 jaar na de oorlog zijn de gevolgen van de bombardementen er immers nog steeds zichtbaar en voelbaar. (…) Telkens we het monument passeren, zullen we even stilstaan bij het onrecht in de wereld en beseffen dat de eerste stap naar vrede bij onszelf begint.
Uit de tekst van Walter Zinzen: "De Europese Unie is ontstaan uit het verlangen om het ‘nooit meer oorlog’ eindelijk in daden om te zetten. Met groot succes. Velen klagen er over dat deze Unie nog altijd geen eigen defensiemacht heeft. Moeten we ons, naïeve pacifisten die we zijn, daar niet veeleer over verheugen? Trouwens, ‘defensie’: is ook dat geen bedrieglijke term? Vroeger heette de minister van Defensie gewoon minister van Oorlog. Dat was tenminste duidelijk. (…) De vredespoort hier heeft een heel andere boodschap. Het is een poort die open staat: open voor DE vreemde en HET vreemde; open voor ideeën, open voor mensen. Open voor discussie, open voor respect. Maar gesloten voor onbegrip en wantrouwen. Gesloten voor haat en onverdraagzaamheid. En dus gesloten voor geweld. Gesloten voor de oorlog in de harten en de geesten. In die zin sluit de vredespoort bijzonder goed aan bij de boodschap van Bertold Brecht: als wij niet meedoen aan die oorlog, dan zal hij ook niet plaats vinden. Op die manier maken we ook het motto waar van vanavond: oorlog is geen kunst, vrede wel."
129
Conclusie: • Ook in jouw gemeente zijn er af en toe culturele projecten, al dan niet in het kader van grote campagnes zoals monumentendag of erfgoeddag • Met de cultuurraad of de schepen van cultuur overleggen of daar geen verlengstuk ‘vrede’ aan gebreid kan worden?
130
6.5 Leuven en Vrouwen in oorlog: Aankoop videokunstwerk De stad Leuven kocht onlangs het videokunstwerk ‘I Am Milica Tomic’ van de Servische kunstenares Milica Tomic. Hiermee wil de stad de positie en de rol van vrouwen in oorlog en vrede onder de aandacht brengen.
(uit een bericht over de 11 november wake in 2005:) "Een tiental personen hebben aan het vredesmonument op het Martelarenplein een wake gehouden voor de ‘onbekende oorlogsvrouw’. De actie wordt sinds de Vrouwendag van 2002 jaarlijks op 11 november georganiseerd door verenigingen als Women in Black, Pax Christi, KVLV, en Zij-Kant, en heeft de steun van de stad. De organisatoren wezen er op dat tijdens oorlogen de vrouwen thuis vaak heldendaden verrichten. Zo springen ze in de bres voor gezin en buurt, leveren werkkracht voor fabrieken en boerderijen en zijn soms ook actief in het verzet. Tijdens de wake getuigden vrouwen uit Albanië en Rwanda dat ook vandaag nog in belangrijke delen van de wereld miljoenen vrouwen gebukt gaan onder oorlogsgeweld."
Videokunstwerk voor onbekende oorlogsvrouw Elke stad heeft wel een monument voor de onbekende soldaat of voor gesneuvelde strijders. In Leuven toont het monument aan het station ook de Leuvense burgerslachtoffers: mannen, vrouwen en kinderen… In 2002 was Leuven de gaststad voor de nationale Vrouwendag met als thema Internationaal en Intrafamiliaal (= binnen het gezin) Geweld. Voor de eerste keer werd toen aan het monument hulde gebracht aan de Onbekende Oorlogsvrouw, samen met vrouwen uit Palestina, Israël, de Balkan, de gebieden van de Grote Meren. Die getuigden over hun leven en hun overlevingsstrijd in conflictgebieden. Ook nu nog zijn dagelijks miljoenen vrouwen op de vlucht en leven ze onder de dreiging van oorlogsgeweld, verkrachting, angst voor hun kinderen. Naast die pijn verbeeldt de Onbekende Oorlogsvrouw ook de kracht en de solidariteit van vrouwen om mee te werken aan een veiliger bestaan, aan vrede. Sindsdien wordt er elk jaar op 11 november hulde gebracht aan de Onbekende Oorlogsvrouw, met getuigenissen van vrouwen die gevlucht zijn uit hun land, hun omgeving, omwille van geweld en die nu hier bij ons een nieuw leven trachten op te bouwen.
Van monument naar kunstwerk Op vraag van Leuvense vredes- en vrouwengroeperingen, ging de stad op zoek naar een nieuw kunstwerk dat dit onderwerp symboliseert. Op advies van de ‘commissie kunst in de publieke ruimte’ koos men voor het videokunstwerk van Milica Tomic. In haar kunstprojecten verbindt deze kunstenares de huidige maatschappij met de
131
recente sociale en politieke geschiedenis. Ze is één van de weinige Servische kunstenaars die zich kritisch opstelt tegenover de politieke situatie in Kosovo en Servië. De video ‘I Am Milica Tomic’ toont het belang van een nationale identiteit en stelt het bestaan ervan in vraag. Gekleed in een witte jurk, draait de kunstenares rond en herhaalt ze telkens dezelfde zin in verschillende talen: ‘Ich bin Milica Tomic, Ich bin Deutsch. Je suis Milica Tomic, Je suis française. Jaz sem Milica Tomic, Jaz sem Slovenka’. Ondanks de wonden die haar op een miraculeuze wijze worden toegebracht, blijft ze kalm de zin reciteren - tot haar bebloed lichaam opnieuw in de oorspronkelijke staat verschijnt. Deze video toont niet alleen de gewelddadige en onverwoestbare aard van de ‘politieke staat’, maar ook de ontwrichting van het lichaam, opinie, waarneming en realiteit. Het werk zal niet eenmalig worden opgesteld. De stad wil de video tonen op herdenkingsmomenten en zal de video uitlenen aan andere organisaties die het willen opnemen in projecten of tentoonstellingen.
De ‘première’ Op 8 maart 2006, Internationale Vrouwendag, werd de video aan het publiek voorgesteld in het bijzijn van de kunstenares zelf. Ook andere vredesinitiatieven vonden in de marge plaats, o.m. de prachtige fototentoonstelling ‘Vrouwen en Geweld’ van de fotografen Lieve Snellings en Marianne van de Goorberg (van de vrouwenvredesbeweging Vrouwen in ’t Zwart Leuven: http://snellings.telenet.be/womeninblackleuven ). Iemand die bij de inhuldiging van de video aanwezig was vertelt: "Het kunstwerk heeft een enorme indruk gemaakt op ons allemaal. Het is van een enorme kracht, het werkt diep in en je weet in het begin niet wat het allemaal met je doet. De bespreking achteraf, in aanwezigheid van Milica Tomic, een intrigerende en boeiende vrouw, heeft veel verduidelijkt. Zij was heel blij dat Leuven het kunstwerk heeft aangekocht, en ook met de bestemming: hulde brengen aan de onbekende oorlogsvrouw, dit gaf haar een heel nieuwe energie. Ze heeft het kunstwerk in 1998 natuurlijk gemaakt vanuit haar achtergrond in de Balkan, met name Servië, maar de betekenis die wij er nu aan koppelen, geeft er een heel nieuwe dimensie aan. Ze is daar heel verheugd over." Als jij je eigen gemeentebestuur ook zou willen warm maken voor een vredeskunstwerk… zoek dan eerst zoveel mogelijk gelijkgezinden. Marianne van de Goorberg getuigt hoe het in Leuven gegroeid is: "Het initiatief voor een eigen kunstwerk voor de onbekende oorlogsvrouw is uitgewerkt in een ‘werkgroep onbekende oorlogsvrouw’, met o.a. de schepen van Cultuur, het Integratiecentrum en de gelijke kansenambtenaar, ook mensen van Pax Christi, KVLV, , Katlijn Malfliet (gemeenteraadslid) en ikzelf voor Vrouwen in ’t Zwart. Deze groep heeft aan de Commissie Kunst van de stad geadviseerd om dit kunstwerk van Milica Tomic aan te kopen."
i
Contact en informatie: Denise Vandevoort, schepen van cultuur,
[email protected], 016/21.17.41
132
6.6 Beeld ‘De Onbekende Oorlogsvrouw’: Oorlog en vrede ànders bekeken
11 november 1998: Pax Christi Vlaanderen onthult in Hasselt het ‘Monument voor de Onbekende Oorlogsvrouw. Met de volle steun van de stad. Een voorbeeld dat navolging verdient: zowel wat betreft de aandacht voor de rol van vrouwen in een oorlog en hun strijd voor vrede, als voor de waanzin van het oorlogsgeweld. Dergelijke monumenten zijn een inspiratiebron en een trefpunt voor vredesacties.
133
Hoe is het beeld er gekomen? Lizette Stiers (Pax Christi Vlaanderen): "Op 11 november 1998 werd het op de hoek van de Maastrichterstraat en de Guffenslaan onthuld, het is een werk van Jan Calmeyn. In 1997 had Pax Christi Vlaanderen via de pers een vraag gericht aan de Vlaamse en Brusselse gemeenten om een standbeeld te plaatsen voor ‘De Onbekende Oorlogsvrouw’. Daar kwamen enkele reacties op. Er waren wel een aantal voorwaarden: het beeld moest aangekocht worden; plaatsing en onderhoud was voor de gemeente; de vraag was ook om het op een openbare plaats te zetten waar veel publiek langs liep; en jaarlijks zou bij het monument een plechtigheid voor 11 november moeten plaatsvinden in samenwerking met het gemeentebestuur. Uiteindelijk voldeed Hasselt aan al die voorwaarden en was de stad zeer enthousiast. Zij hebben het beeld betaald, een sokkel laten maken en het beeld geplaatst op grond die eigendom is van de stad." Wat is de boodschap die dit monument uitdraagt? "Het stelt een mummie voor die vanuit haar dode bestaan met een strakke vinger vol afschuw waarschuwt voor de wreedheid van oorlog. Het beeld neemt afstand van de ‘heldhaftige’ rol van mannen en vrouwen in een oorlog. Tegelijk vraagt het aandacht voor de moedige en creatieve wijze waarop vrouwen oorlogstijden moeten doorworstelen. De vrouwelijke helft van de bevolking bezit een typische eigen kracht om te werken aan conflictpreventie en duurzame vrede. Tenslotte vertolkt het ook de vredeswens van de vredesbeweging." Een soort afstand nemen van de traditionele 11 november herdenkingen? "Elk jaar opnieuw herdenkt men inderdaad overal in ons land de soldaten die gevochten hebben tijdens de twee wereldoorlogen. Wij stellen ons vragen bij het feit dat ons land alleen de militaire kant van de medaille huldigt en zo vooral de mannen eert. Want er is ook de bijdrage van die ontelbare vrouwen die in de bres springen voor gezin en samenleving én voor hun land, terwijl hun echtgenoten, zonen en broers moeten sterven in het onbekende. Zelden heeft de vrouw daar enige vorm van publieke erkenning voor gekregen. Dat is volgens ons niet toevallig. Het hangt samen met het feit dat men in onze westerse maatschappij, wanneer het gaat over het zogezegde staatsbelang, als vanzelfsprekend denkt aan daden in de grote openbaarheid. En niet aan even belangrijke daden in de privésfeer: de zorgen voor het gezin, het thuisfront. Die tegenstelling is al wel eerder ingezien, maar nu eist De Onbekende Oorlogsvrouw ook aandacht op voor die problematiek in een situatie van oorlog." Het gaat toch om méér dan louter gelijkwaardige erkenning man-vrouw? "Natuurlijk, De Onbekende Oorlogsvrouw staat voor veel meer. Zij vraagt ook aandacht voor de kracht en de creativiteit van vrouwen in oorlogssituaties - waar ook ter wereld. Het is heel terecht om een standbeeld op te richten voor de vele vrouwen die als onschuldige slachtoffers zijn gestorven, en ook voor zij die vaders, echtgenoten en zonen hebben moeten prijsgeven. Hiermee willen wij hulde brengen aan de moed van de vrouwen die met hun kinderen een oorlog hebben moeten doorspartelen. Maar zeker ook voor die vele vrouwen die zich dikwijls solidair hebben opgesteld met de andere noodlijdenden in die oorlogen." En de boodschap is zeker niet alleen naar het verleden gericht: want ook nu is het op vele plaatsen oorlog! "Vrouwen hebben meer dan ooit een specifieke boodschap over het zinloos geweld van een oorlog. Dat geldt zeker nu de meeste conflicten niet meer gaan tussen staten, maar eerder tussen mensen van verschillende volkeren of stammen (interetnisch) of tussen verschillende culturen. Daarom heeft het beeld van De Onbekende Oorlogsvrouw een sterke boodschap van internationale solidariteit. Overal zijn er vrouwen die zonder wapens vechten tegen het geweld, die ijveren voor vrede. De ‘Vrouwen in het Zwart’ (http://snellings.telenet.be/womeninblackleuven/ - nvdr)
134
protesteerden met klem tegen de oorlog in ex-Joegoslavië, daarna die in Irak; Afrikaanse vrouwen willen op hun eigen wijze de oorlog stoppen; vrouwen in Libanon staan temidden van de religieuze spanningen met hun eigen streven voor vrede. Juist voor die vrouwen en zovele anderen overal ter wereld, wil het standbeeld een teken van solidariteit zijn. Naast de pijn van de oorlogservaring, toont het beeld van De Onbekende Oorlogsvrouw ook die kracht en solidariteit van vrouwen om mee te werken aan een veiliger bestaan. Die solidariteit kan nog verder groeien: in de tijd – ik bedoel tussen opeenvolgend generaties, én in de ruimte: over de grenzen heen. Vrouwen bezitten een typische eigen creativiteit om op een heel eigen wijze, samen met mannen aan vrede te werken." En nu is het beeld een trefpunt voor vredesacties? "Vooral staat het symbool voor de kracht van vrouwen om vrede te bewerken. Vrouwen uit verre conflictgebieden komen bij onze jaarlijkse 11 november vredeswake aan het beeld getuigen. Dan klinken er strijd- en vredesliederen, de burgemeester legt een krans neer namens de stad, en wij: brood en bloemen. Waarom brood en bloemen? Na de Tweede Wereldoorlog werd er een lied gezongen ‘Brood en Rozen’, met als refrein: ‘Geef ons brood maar geef ons voortaan ook eens rozen’. Dat lied wordt dan ook elke keer gezongen door een of ander geëngageerd zangkoor, ook de witte wimpels horen erbij. Na de plechtigheid is er de kans voor een gesprekje met de getuigen, bij een drankje en verdere muzikale omlijsting door de groep die aan het beeld de liederen bracht. Heel wat manifestaties in Hasselt vertrekken of arriveren nu bij het monument. Vredestochten, de viering van de Nationale Vrouwendag in 2004, een optocht op Vluchtelingendag enz…"
i
Lizette Stiers (Pax Christi Vlaanderen)
[email protected]
Tips: • help mee nadenken in je gemeente – met de Oudstrijdersvereniging, de schepen en de cultuurraad of wie dan ook die plaatselijk de traditionele 11 november herdenking organiseert - of er geen moderner kleedje kan bedacht worden voor de plechtigheid • eventueel, zoals Hasselt: bij een nieuw monument, dat ook visueel de boodschap uitstraalt voor vrede, en/of verwijst naar de vele oorlogen die ook vandaag nog plaatsgrijpen • iets voor de dames onder ons, om daarbij de rol van de vrouw in het licht te stellen? Neem eens een kijkje op de website van de Vrouwen in het Zwart. Zij houden in verschillende steden wekelijks stille vredeswakes, in België en in vele andere landen: http://snellings.telenet.be/womeninblackleuven/ • ook Pax Christi Vlaanderen besteedt specifieke aandacht aan de rol van vrouwen in conflict en in de strijd voor vrede: zie http://paxchristi.be/website/wordpress/?cat=19 • helemaal tof zou het zijn als je voor zo’n vrouwelijke vredesactie of vredesmonument ook de vrouwelijke lokale politici kunt meekrijgen! • het initiatief voor een nieuw vredesmonument hoeft niet altijd van de stad of gemeente zelf te komen. In Aalst zorgde het Vredeshuis (dat niets met de stad te maken heeft) voor het Monument van de Onbekende Vrijwilliger: om in plaats van oorlogshelden nu ook eens mensen te eren die zich voor anderen inzetten. De stad zorgde dan wel voor een plaatsje en voor de sokkel.
135
6.7 Sporten…: Een bijdrage voor vrede? Voetballen, lopen, fietsen,… ‘voor vrede’: je krijgt vlot volk op de been als je de handen in elkaar slaat met je sportdienst, jeugddienst, lokale (jeugd)organisaties… Heeft een vredesloop, buiten het sportieve, ook echt zin voor vrede? We bekijken enkele voorbeelden.
Diksmuide ‘De Wereld rond voor Vrede’ is een initiatief van het stadsbestuur, de schepen voor Toerisme en Evenementen, de lokale atletiekclub en de organisatoren van het Ten Vrede-festival (zie http://www.tenvrede.be/ (en zie 6.1) Cindy Bakelant (Dienst Evenementen en Toerisme): "Door het historisch verleden van onze stad – volledig verwoest tijdens WO I - is de roep om wereldvrede hier bij ons heel groot. Diksmuide wil zich profileren als vredesstad en ook als fietsstad, dit evenement koppelt de twee. Medewerkers van de diensten Evenementen, Toerisme en Cultuur, de Grafische en de Technische dienst van de stad leiden alles mee in goede banen. Met het (kleine) inschrijvingsgeld betalen we de animatie, extra technische benodigdheden, enz... Aan het sportieve koppelen we uiteraard het educatieve: het ‘Werelddorp’ op de Grote Markt brengt multiculturele animatie en heel wat organisaties voor wereldvrede of ontwikkelingssamenwerking hebben er een stand. Zo hopen we het publiek te sensibiliseren. In 2005 organiseerden we deze wandel-, jogging- en loophappening voor het eerst, toen al met 2000 deelnemers. Dit jaar wordt er meer ruchtbaarheid aan gegeven en hopen we (als de weergoden ons gunstig gezind zijn) op 4000 fietsers en 1000 lopers."
7 mei 2006, Diksmuide: familiefiets- en loophappening voor de Vrede. Meteen ook de ideale gelegenheid om de nieuwe ‘Nooit-meer-Oorlogfietstocht’ voor te stellen. Deze route van ongeveer 30 km lang komt langs de belangrijkste sites uit WO I op Diksmuids grondgebied (IJzertoren, Dodengang, Duitse Militaire Begraafplaats, enz.). De doelstelling van dit fietsevenement is om een aantal keer de omtrek van de aarde in km bij elkaar te fietsen. Even afzien voor sommigen, maar er hangt ook een beloning aan vast: elke deelnemer krijgt een gratis ticket voor het Ten Vrede festival. In het kader van ‘Ten Vrede’ is er vooraf, van 3 tot 7 mei, ook de vredesfietstocht Verdun-Diksmuide, als symbolische verbinding tussen twee steden die enorm geleden hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze tocht staat ook in het teken van ‘vrouwen voor vrede’, omdat alleen vrouwen mee fietsen. Onderweg bezoeken zij talrijke sites die verband houden met de vele zinloze oorlogen die de streek teisterden.
136
Käthe Kollwitz Vredesloop te Ieper Het Käthe Kollwitz Collectief organiseert elk jaar een Vredesloop. Waarom in Ieper? Wegens de geschiedenis van de Westhoek, die het toneel was van Wereldoorlog I; en wegens de vele zichtbare getuigen daarvan: de militaire begraafplaatsen en de littekens in het landschap; en uiteraard ook ‘Het treurende ouderpaar’ – het bekende beeld van de Duitse Käthe Kollwitz aan de militaire begraafplaats te Vladslo. Het beeld is een aanklacht tegen de waanzinnige oorlog en staat symbool voor de vredesgedachte van de Vredesloop. In 2005 voorzag het Vredesfonds van de stad Ieper een bedrag van € 750 als financiële steun. Vorig jaar was er een opkomst van een 600 mensen. Buiten de loopnummers kan het publiek kiezen voor een geleide wandeling met gids, een uitgestippelde motortocht of een begeleide fietstocht langs symbolische plaatsen in de streek. Naast de oproep om onder het universele karakter van de sport mee te doen, willen de organisatoren de deelnemers informeren en bewustmaken met debatten, infospots, getuigenissen en een cultureel programma – telkens rond het vredesthema van het jaar. In 2000 was het thema: 100 miljard voor defensie - neen!, n.a.v. de oorlog tegen Joegoslavië en Irak. In 2001: Yperiet W.O. I – Verarmd Uranium in Golf en Balkan. In 2002: – Geen oorlog tegen Irak – Solidariteit met het Palestijnse volk. 2003: Geen geld voor oorlog – Engagementen voor Vrede. 2004: Steun Iraakse Oorlogsslachtoffers. 2005: Neen aan de niet-conventionele wapens. Voor elk thema komen speciale gasten getuigenissen afleggen. In 2006 vindt de Käthe Kollwitz Vredesloop plaats op 21 oktober. Speciale aandacht gaat naar de migrantengemeenschap, in W.O.I vaak ingezet als koloniale regimenten voor de Franse of Engelse strijdmacht. Een extra inspanning moet de schoolgaande jeugd betrekken van de secundaire scholen in Ieper en de provincie. Bedoeling is om de scholieren vooraf interactief te laten werken rond de figuur Käthe Kollwitz en het Vredesloop-project.
i
Meer info: Coördinator Geert vanlangendonck, G. De Stuersstraat 4, 8900 Ieper.
[email protected] ; www.vredesloop.be
Te onthouden uit deze voorbeelden, te bespreken dus met jullie lokale gemeentelijke organen en politici: • bewustmaking: het sportieve koppelen aan een multiculturele infomarkt en animatie; of aan elk jaar een actueel thema, met debat en getuigen • systeem uitdokteren om de sportievelingen ook dààr naartoe te krijgen! • muziekfestival eventueel eraan koppelen, dat lokt weer andere deelnemers naar ons thema: vrede!
137
• Diksmuide gooit er grote middelen tegenaan en heeft de traditie van het Ten Vrede festival (5de keer reeds). In jouw gemeente: als er nog niets bestaat, moet je bescheiden beginnen. En van jaar tot jaar groeien! • de stad Ieper subsidieert de Vredesloop Käthe Kollwitz en stadsmensen zitten mee in het organiserend ‘Collectief’ • zijn er ook bij jou historische plaatsen die aan oorlog herinneren (forten, begraafplaatsen, monumenten, gebombardeerde sites…), dan kan de route er langs gaan – en zelfs een permanente fiets- of wandelroute worden • nog een voorbeeld: de UNICEF-loop; zie kader.
Organiseer een UNICEF Loop voor de kids in Burundi! Erica van Ketnet aan het woord op de website van UNICEF (www.unicefkids.be) "Wij moeten de hele wereld laten weten dat er nog veel te veel oorlogen en conflicten aan de gang zijn op onze aardbol en dat vooral onschuldige kinderen daar het slachtoffer van zijn. En het zijn die kinderen die op ons rekenen! Organiseer een sponsorloop bij jou op school, in je sportclub, je jeugdbeweging,… Loop, fiets, wandel,… en laat je sponsoren ten voordele van UNICEF en de oorlogskinderen! (…) Vraag aan je juf, meester, leider of leidster bij de jeugdbeweging… om samen een UNICEF Loop te organiseren." Of, voegen wij er in het kader van onze inventaris lokaal vredesbeleid aan toe:… vraag het aan de jeugdraad van je gemeente, of aan de schepen van sport of van jeugd!
138
6.8 Nog wat losse ideeën… Sommige ideetjes hieronder worden wellicht al door enkele gemeenten uitgevoerd – wij hebben er geen concreet voorbeeld van; andere nog niet - voor zover wij weten. Laat je het ons weten, als jouw gemeente iets hiervan doet of dat van plan is? Of als je nog andere knappe gemeentelijke vredesinitiatieven ziet die niet in onze lijst staan?
Wapenbedrijven Conflicten tussen mensen, groepen en landen zijn er altijd. Het gevaar dat ze in geweld ontaarden is groter als er wapens in het spel zijn. Wapens zijn de brandstof voor geweld en oorlog. Campagnes van de vredesbeweging willen daarom wapenproductie en wapenhandel aan banden leggen of afbouwen. Ook in Vlaanderen zijn er meer bedrijven bij betrokken dan je denkt. Het is ook niet eenvoudig: wat de ene viseert als een computerscherm voor gevechtsvliegtuigen, daar is de andere – de producent - net heel fier op. Of producten zijn bruikbaar voor gewone doeleinden én voor militaire… Het Forum voor Vredesactie stelde een lijst bedrijven op die volgens hen betrokken zijn bij militaire productie of handel, en die vind je op http://www.wapenproductie.be/. Daar zou je eens op kunnen nagaan of er van die bedrijven gevestigd zijn in jouw gemeente.
Idee: • er zijn wellicht huidige of nog geplande nieuwe bedrijventerreinen in jouw gemeente. Dan zou je aan de gemeentelijke politici kunnen vragen of ze vinden dat daar ook bedrijven hun activiteiten op mogen ontplooien die te maken hebben met wapendoorvoer, -handel of –productie. Je zal heel verschillende antwoorden krijgen. Sommige partijen willen misschien wel kritische vragen op de gemeenteraad daarover stellen. • Nog een idee: op sommige bedrijventerreinen (niet overal) kan de gemeente voorwaarden stellen over wie ze al dan niet toelaat of de voorkeur geeft. Hier kan het criterium ‘geen producten met militaire doeleinden’ in een reglement overwogen worden: onderdelen, wapensystemen...
Laat je niet afschepen met het argument ‘tewerkstelling’: wapens produceren levert heel weinig arbeid op. En dan nog: van prostitutie en drugshandel leven óók mensen, maar die activiteiten zal je als gemeente toch niet met open armen ontvangen! Tewerkstelling op zich ís dus geen argument - zeker als het gaat over een product dat dient om mensen te verwonden of te doden. In ieder geval: je kan de mensen en de politiek daar eens over aan het nadenken zetten, als je bijvoorbeeld een optocht of een actie naar de poort van een wapenfabriek in je gemeente op touw zet!
139
Grabbelpas en swap Ook in jouw gemeente organiseert de jeugddienst waarschijnlijk elk jaar grabbelpas- en swap-acties (= vanaf 12 jaar) of andere activiteiten voor kinderen en jongeren, al dan niet tijdens de vakantie. Overleg eens met de jeugdconsulent of met de voorzitter van de jeugdraad, of er geen goede ideeën te vinden zijn die met vrede te maken hebben? In onze inventaris vind je voorbeelden genoeg! Veel jeugddiensten stellen het grabbel- of swapprogramma samen met inbreng van de kinderen en jongeren zelf, maak daar dus gebruik van!
Bibliotheken Veel gemeentelijke bibliotheken bevatten heel weinig of geen tijdschriften van de vredesbeweging. Jammer. Pax Christi Vlaanderen en Jeugd & Vrede hebben bovendien ook veel materiaal over vredesopvoeding. Heel nuttig voor scholen, jeugdhuizen, jeugdbewegingen. Ga eens kijken wat ze hebben in jullie bib, en spreek of schrijf de schepen van cultuur en/of de bibliothecaris er over aan. Vraag zelf in een bib langs je neus weg naar bepaalde vredestijdschriften of boeken die ze blijkbaar (nog) niet hebben. Raadpleeg de websites van de vredesorganisaties over wat ze qua tijdschriften en ander materiaal te bieden hebben. (zie 4.5)
Op studiebezoek Elders in deze inventaris vind je enkele voorbeelden van gemeenten die educatief schoolbezoek organiseren of stimuleren aan vredesmuseums, historische sites van de beide wereldoorlogen, Fort Breendonk en de Dossinkazerne (Mechelen), In Flanders Fields (Ieper) en het Vredesmuseum in de IJzertoren in Diksmuide… Website www.wo1.be geeft je een schat aan informatie over te bezoeken plaatsen uit de Eerste Wereldoorlog, en over herdenkingen, vieringen, wandelingen, vredesinitiatieven… zoals b.v. scholieren die een monument helpen oprichten, een klaprozenveld inzaaien enz. – klik de rubriek ‘jij was erbij’ eens aan! Ook naar Lommel in Limburg kan je op studiebezoek. In het Steunpunt Vredeseducatie Limburg ervaar je daar de waanzin van oorlog en geweld. Je staat stil bij de lotgevallen van de gesneuvelden. Het oorlogsgraf staat daarbij centraal. Samen nadenken rond ‘oorlog en geweld’ en rond ‘verzoening over de graven heen’ eventueel te combineren met onderhoudswerken op de Duitse begraafplaats. Info: http://www.ijlommel.org/ 96 schoolkinderen uit Pepingen mochten van het gemeentebestuur op studiereis naar de oorlogsmuseums in Ieper en Raversijde. Interessant is de reden waarom het schepencollege dat doet – meteen een goed idee om ook in je eigen gemeente daarvoor te pleiten: (uit Het Nieuwsblad) "4/11/2004 - Pepingen telt nog wel enkele oorlogsveteranen maar hun gezondheid laat niet toe dat zij op 11 november de festiviteiten bijwonen in de kerk en in de vredestuin. Omdat
140
Pepingen wil vermijden dat de aandacht voor het oorlogsleed uitdooft, besliste de gemeente om voortaan de kinderen een grotere rol toe te kennen in de 11-novemberviering - die trouwens evolueert naar een moderner vredesfeest. Om de vredesgedachte bij hen levendig te houden, voorziet de gemeente om de twee jaar in een budget van 1.700 euro. Daarmee kunnen leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar op daguitstap naar de Westhoek, waar de sporen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog nog nadrukkelijk aanwezig zijn. Op 11 november worden tekeningen en teksten van de kinderen over vrede tentoongesteld in de kerk en de vredestuin. Pepingen hoopt op die manier kinderen bewust te maken van de verschrikkingen van oorlog."
Tip: • Info over studiebezoek aan Lommel, of aan de sites in West-Vlaanderen: ook bij Jeugd & Vrede
7 Bijlagen
142
7.1 Een politiek programma: Voorbeeldtekst Hier een voorbeeld van hoe het deel ‘vredesbeleid’ er kan uitzien in het programma van een partij die meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen. Kan je eens met de partijen in jouw gemeente samen bekijken! Opgelet: met al die punten kan je ook nog nà de verkiezingen naar de politici stappen om aan hun mouw te sleuren voor ‘meer vrede’!
Vooraf: hieronder staat niets over de multiculturele samenleving en hoe de gemeente antwoordt op problemen van asielzoekers, spanningen tussen Belgen en allochtonen enz. Daar vind je voorbeelden genoeg van bij de gespecialiseerde organisaties. Zie ook, in deze inventaris: de campagne van Hand in Hand en Vluchtelingenwerk Vlaanderen (1.7); en zie ook: Feesten voor Vrede en Verdraagzaamheid (6.1 en 6.2) Ons is het hieronder vooral te doen over vredesinitiatieven en vredesbeleid in engere zin. Want daarover vind je doorgaans hèèl weinig terug bij de oude verkiezingsprogramma’s uit 2000, én helaas ook in de nieuwe.
Uitgangspunten Werken aan vrede, zowel de ‘kleine’ vrede (binnen de gemeente: gezin, school, verenigingen…) als de ‘grote’ (nationaal en mondiaal niveau), verdient ook invulling in het gemeentelijk beleid, parallel met dat voor Noord-Zuid. Beide zijn nauw verwant, omdat veel problemen in het Zuiden wortelen in geweld dat hiér zijn oorsprong vindt. Naast natuurrampen ligt heel dikwijls ‘politiek’ aan de basis: schending van mensenrechten, bewapening, oorlog, geweld, economische verhoudingen, wapenhandel, militarisme en dictatuur. Politieke oorzaken vereisen politieke oplossingen. Daarom ligt de eerste taak van een gemeentelijk beleid van vrede en ontwikkelingssamenwerking in informatie en bewustmaking van de bevolking, die daardoor met betere kennis van zaken ervoor kan kiezen om druk uit te oefenen op haar verkozenen op nationaal en Europees vlak. De gemeente zelf kan zich ook zelf actief aansluiten bij bestaande campagnes van de vredesbeweging én voor haar inwoners de persoonlijke deelname eraan bevorderen. Vredesopvoeding is daarenboven ook nuttig en nodig op persoonlijk vlak: technieken en modellen van geweldloze weerbaarheid, geweldloze opvoeding, geweldloze conflictoplossing e.d. kunnen een meer doelmatige en aangenamere uitweg bieden voor problemen van pesten, burenof gezinsruzies, racisme, onveiligheidsgevoel in de wijk…
143
Voorstellen Aan het bestaande beleid voor Noord-Zuid het luik vredeseducatie en vredesactie toevoegen: • Educatief aanbod: lessenreeksen, educatief materiaal, infoavonden, toneel, reizende tentoonstellingen, boeken en tijdschriften in de bibliotheek, bezoek aan educatieve activiteiten buiten de gemeentegrenzen... Dat alles voor individuele inwoners en voor scholen, jeugdverenigingen, sociaal-culturele en sportverenigingen. Inhoud: verdraagzaamheid, geweldloze weerbaarheid, geweldloze conflictoplossing (grote en kleine vrede), geweldloze opvoeding, speelgoedwapens, fair-play, de zinloosheid van oorlog en geweld, historiek enz. • In de gemeente bepaalde plaatsen uitroepen tot ‘geweldvrije zones‘. Voorbeelden: Geweldvrije Vergaderzaal: waar afspraken worden gemaakt om verbaal geweld te weren en te luisteren om te begrijpen; Geweldvrije School: waar leerlingen, leerkrachten, directie en ouders samen bouwen aan een cultuur van vrede en geweldloosheid; Geweldvrij Jeugdhuis: waar jongeren, verantwoordelijken en omwonenden afspraken maken en initiatieven nemen om jeugdhuis en omgeving geweldvrij te houden; Geweldvrije Fuif: waarbij initiatiefnemers, omwonenden, jeugdconsulent, jongeren en politie afspraken maken rond geweldvrij fuiven. Geweldvrij Voetbalveld: waarbij de plaatselijke ploeg ook de bezoekende ploeg en de supporters hierop op attent maakt. • Op die educatie sluit een luik actie aan: b.v. deelname aan jaarlijkse Vlaamse Vredesweek, ‘Vredesgemeente’ worden, aansluiten bij vredesinitiatieven zoals Mayors for Peace (kernwapens), vervoer organiseren naar vredesmanifestaties, actuele gemeenteraadsmoties op voorstel van vredesorganisaties, als gemeente mét de bevolking reageren op belangrijke politieke crisismomenten (zoals uitbreken of dreiging van een nieuwe oorlog). • Verbroedering met een gemeente uit een conflictgebied, in samenwerking met vredesorganisaties en organisaties voor ontwikkelingssamenwerking, maar ook met scholen, sociaal-culturele organisaties en jeugdbewegingen. • Dit vredesbeleid consequent doortrekken naar het economisch en financieel beleid. Bedrijven die wapens produceren, wapensystemen of producten gericht op militaire toepassingen, zijn niet (meer) welkom op de gemeentelijke KMO- of industriezones: onderzoeken of die er reeds zijn, en of kan verhinderd worden dat ze uitbreiden of dat er ooit (nieuwe) komen. Minstens aan dergelijke bedrijven geen extra faciliteiten verlenen. Ook met de bankier(s) van de gemeente een kritische dialoog starten over hun eventuele investeringen in mensenrechten schendende bedrijven en in wapenproductie – zeker wat betreft ‘smerige’ wapens: kernwapens, clusterbommen, wapens met verarmd uranium, landmijnen. • Ook doortrekken in het cultuurbeleid: traditionele jaarlijkse lokale feesten (aardbei, druiven,…) ook eens in teken van vrede zetten; vredesmonument; 11-november-herdenking naar de huidige tijd ‘her-denken’; nieuwe wijken: straatnaamgeving met Nobelprijswinnaars Vrede; bestaande straatnamen van oorlogs-’helden’ vervangen. • Gemeentelijk apparaat hiervoor aanpassen: een vredesambtenaar (evt. deeltijds of te combineren met cultuur- of Noord-Zuid ambtenaar); grotere steden: een vredeshuis met personeel dat dit vredesbeleid in al zijn aspecten coördineert; een apart budget vredesbeleid, parallel met dat voor ontwikkelingssamenwerking. Ook aandacht voor dit dubbele (grote-kleine) vredesluik in de gemeentelijke publicaties.
144
7.2 Gemeentelijk vredesbeleid: Hoe maak je de politici warm? Jij vond in deze inventaris goede vredesideeën en wil die ook door jouw stad of gemeente laten overwegen? Dan moet je de lokale politici aanspreken. En liefst ook mensen rond je idee verzamelen: een draagvlak creëren. Hieronder een hele hoop tips. Niet allemaal even geschikt voor élke lokale situatie of voor élk vredesidee: kies eruit wat het beste past.
Lobbywerk Politici of hun medewerkers benaderen om ze van jouw idee te overtuigen noemt men ‘lobbyen’. Dikwijls halen je lobby-inspanningen op het eerste gezicht niets uit, je haalt je slag niet thuis, je idee valt in dovemansoren. Niet treuren: het was wèl zinvol, zelfs als je niet direct iets schijnt te bereiken, want: • je maakte misschien op termijn wèl iets wakker, je effent nu al een beetje het terrein. Geduld! • andere dan de door jou aangesproken politici, ambtenaren, of gemeentelijke diensten horen óók van je lobbywerk, die kunnen later misschien op jouw geopperd idee terugkomen… je zaaide op dorre grond, maar een deel zaad viel zonder dat je het wist daarnaast, op vruchtbaarder terrein. Politici zijn gevoeliger voor goede ideeën als die door des te meer mensen gedragen worden. Wie kan je dus mee onder de arm nemen? Verenigingen of personen die bezig zijn met aan vrede verwante activiteiten, of die behoren tot het doelpubliek van jouw vredesproject. En ook: gemeentelijke adviesraden of individuele leden ervan. Namen en adressen vind je gewoonlijk wel op de website van je gemeente of stad; of in haar infobrochure. Dikwijls kan je er bijvoorbeeld bij betrekken: • Jeugdverenigingen: via jeugdraad en/of rechtstreeks • Directies van scholen, of enkele leerkrachten die er meer vatbaar voor zijn • Partijsecretarissen, voorzitters: welke partijen zijn het meest vatbaar? • Huidige schepen, bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking / onderwijs / jeugd / cultuur /… en/of zij die zich al voor de verkiezingen ‘geroepen’ voelen voor die beleidsdomeinen • Voorzitters (of invloedrijke leden) van gemeentelijke adviesraden: kunnen in hun raad een advies over je voorstel op de agenda zetten en er een goed woordje voor doen • Ambtenaar ontwikkelingssamenwerking, jeugdconsulent, cultuurbeleidscoördinator… • Integratiecentrum of –dienst • Sociaal-culturele verenigingen Op http://www.steunpuntjeugd.be/lokaal/gemeenteraadsverkiezingen/ vind je tientallen goede actie-ideeën om als jongeren te werken voor (en, vinden wij: ook nà) de gemeenteraadsverkiezingen: hoe trek je andere jongeren mee, hoe breng je jouw ideeën in de kijker, hoe verzamel je mensen en ideeën?
145
Tips voor persoonlijk contact met politici • Naar partijen toe kan je op verschillende tijdstippen verschillende personaliteiten binnen één partij benaderen: zodat het idee daar vanuit verschillende hoeken binnensijpelt • De politicus: schepenen hebben soms vaste zitdagen, velen kan je ook thuis vinden. Op de website van de gemeente vind je adres, telefoon en e-mail van schepenen en gemeenteraadsleden. Spreek een datum voor een gesprek af • Ga er dan met enkelen naar toe - maar ook niet te veel volk • Spreek vanuit jezelf: hoe voel jij het probleem aan, wat wil jij bereiken? Door welke ervaringen ben je hiertoe gekomen? • Vermijd de valkuil van een algemene en vage discussie door zélf zo concreet en persoonlijk mogelijk te zijn • Vraag ook of ze zelf aan nog andere vredesideeën denken (+ noteren) • Durf gerust ‘doorvragen’: ‘OK, ik begrijp nu het partijstandpunt, maar wat vindt u er persoonlijk van?’ • Laat iedereen in zijn waarde: niet iedereen hoeft het met je eens te zijn. Blijf ook oprecht: als men ingaat op je voorstel betekent dit niet dat je belooft om voor die partij te stemmen • Vraag, indien het gesprek positief eindigt, of je op hem/haar kan rekenen • Geef je gesprekspartner een vooraf opgemaakte nota mee over je project • Vraag concreet engagement: b.v. tegen wanneer antwoord te verwachten? Hoeveel is mogelijk in de begroting? In welk jaar (maand) zou dit tot realisatie kunnen komen? • Neem na één maand nog eens contact op, vraag naar de resultaten. Desnoods herhalen. Politici worden dikwijls zodanig overmand door hun agenda dat alleen wie aanhoudt, weer bovenaan komt liggen.
Draagvlak vergroten Via debatavond of infoavond: • Algemeen: b.v. Vrede in gemeentelijk beleid. Ofwel rond één concreet thema of initiatief: b.v. Mayors for Peace, of bankbeleggingen in verwerpelijke bedrijfssectoren (kernwapens…), of vredesopvoeding in het onderwijs, of pesten op school, of… • Om volk te krijgen op je debat, organiseer je het best samen met andere verenigingen. B.v. met de partij-jongerenafdelingen of met de jeugdraad of met Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking. Of nog: met de Gezinsbond, of het Davidsfonds, de Wereldwinkel… dan heb je gegarandeerd al een minimumpubliek • Met eventueel spreker van vredesbeweging of andere organisatie in panel • Werk naar besluiten toe: gaat panel (en zaal) akkoord met gemeentelijke voorzieningen voor voorstel X in de volgende begroting? Of via een actie: • Je zou ook een geweldloos actiemoment kunnen uitdenken, al dan niet gekoppeld aan je lobbywerk. Of aan de actualiteit • Voorbeeld: onthulling van een geïmproviseerd vredesmonument • Of een petitie. Van deur tot deur, ofwel op festiviteiten of gelegenheden een standje met visueel beeld dat je bedoeling duidelijk maakt, en dan de voorbijgangers aanspreken • Aan de grensborden op de invalswegen een tijdelijk bord onthullen met een afbeelding over een bepaalde campagne. Met pers erbij, foto’s, notabelen, eventueel gevolgd door:
146
• Fakkeltocht of fietstocht langs symbolische plaatsen • Betoging met een symbool, b.v. een ‘lijkentapijt’ aan de toegangspoort als de gemeente een bedrijf toelaat op de industriezone dat producten met militaire toepassing maakt • Tijdelijke blokkering van de ingangspoort van dat bedrijf. Geweldloos! • Koppel het debat of de actie eventueel aan een aantrekkelijk animatiemoment. B.v. fanfare, of een strijdkoor of solidariteitskoor, met specifiek enkele vredesliederen in het programma inschakelen • Altijd vooraf absolute geweldloosheid eisen van iedereen • Vooraf contact opnemen met politie en uitleg over de actie geven. Toestemming vragen voor elke manifestatie, tocht enz.
Perswerking Werk zeker ook via de pers: dààr hechten de politici (en de man in de straat) veel belang aan. • Verzamel de adressen van de lokale correspondenten van kranten en evt. reclameblaadjes die ook teksten opnemen – vraag na bij de kranten of op de infodienst op het gemeentehuis. Zeer invloedrijk zijn lokale radio’s en regionale TV-zenders • Schrijf een persmededeling over jullie initiatief. E-mail, liefst rechtstreeks aan de correspondent die speciaal met die materie bezig is • Op http://users.skynet.be/fa208082/ethicom-sitemap.htm staan erg nuttige tips voor een goed persbericht. Klik daarvoor ‘sitemap’ aan, en dan: ‘tips voor goede mediarelaties’ • Daar vind je ook tips voor een goed voorbereid interview • Spreek vooraf goed af wie je persspreker wordt: anderen laten zich dus nièt zomaar interviewen als het om méér dan je indruk als deelnemer gaat. Daarvoor dient de goed voorbereide persspreker en niemand anders. • Zelf ook een tekst aan de pers bezorgen achteraf, eventueel met foto, over het debat of de actie die je hebt ingericht • Nodig zeker pers uit bij de onthulling van een monument of bij een andere vredesactie: persconferentie met een knabbeltje + KORTE tekst + meer info in een dossiertje. Week vooraf uitnodigen, daags voordien telefonisch nog eens afchecken • Als je de pers op een actie uitnodigt, is een visuele act aangewezen: iets dat aantrekkelijk is om te fotograferen of te filmen. Een foto met goede ondertekst geeft soms meer bekendheid aan je actie dan een artikel!
147
7.3 Nuttige adressen en links Elders op de website van Jeugd & Vrede, namelijk op http://www.jeugdenvrede.be/m eer/links.php, vind je al een aantal interessante links. Hieronder gaan we nog even in op enkele andere organisaties.
Foto Wereldmediatheek: Het Cambodja van vandaag wordt nog steeds geconfronteerd met de restanten van oorlogen, zoals landmijnen.
Wereldmediatheek is een audiovisuele dienst waar je als groep of organisatie bij terecht kunt voor hulp bij het aanmaken van video, dvd, multimediaprogramma's, tentoonstellingen,... Je kunt er ook apparatuur huren, zoals een multimediaprojector, schermen,... En vooral ontleent Wereldmediatheek video's en diamontages rond vrede, Noord-Zuid verhoudingen, milieu en sociale thema's,... Wereldmediatheek vzw, Italiëlei 98 A, 2000 Antwerpen; 03/225.03.67 http://www.wereldmediatheek.be Jeugd en Civisme wil jongeren de waarden van burgerzin laten ontdekken, ze tot medeverdedigers van de mensenrechten helpen groeien, hen waarschuwen voor dictatoriale stromingen, en ze helpen vormen tot vrije mensen met eerbied voor de vrijheden en de rechten van onze medemensen. Scholen die daar rond werken kunnen een prijs krijgen voor hun inzet en engagement. www.jeugdencivisme.be Kom uit uw Kot is een unieke campagne van de ‘Verenigde Verenigingen’, een samenwerkingsverband van honderden verenigingen in Vlaanderen. Deze campagne wil de sociale samenhang in de samenleving bevorderen en het deelnemen van zoveel mogelijk mensen aan het sociale leven op lokaal vlak stimuleren. Middel daarvoor zijn alle mogelijke acties en activiteiten. Niets is zo laagdrempelig als
148
‘uit uw kot te komen’. Deze slagzin mag je letterlijk interpreteren: kom uit je zetel, neem deel aan de activiteiten. Maar natuurlijk ook figuurlijk: breek uit je kop, zeg je gedacht! Op www.komuituwkot.be/ vind je alles: de agenda, telkens een andere organisatie in de kijker, een korf boordevol goede ideeën, nieuwtjes, en natuurlijk ook: hoe je kan meedoen! Het Knooppunt Democratie biedt dagprogramma’s om leerlingen van 10 tot 18 jaar wegwijs te maken in de democratische instellingen van België en van de Europese Unie. De animatoren van het Knooppunt vertrekken steeds vanuit de actualiteit en vanuit de vragen van de jongeren. Op die manier proberen ze hen te motiveren voor de uitdagingen van de democratie. De dagprogramma’s bestaan uit twee delen. Het eerste is thematisch en vertrekt vanuit de leefwereld van kinderen en jongeren; dat gebeurt in verschillende interactieve programma’s aangepast aan de leeftijd (democracity-spel, demoquiz, reporters voor democratie, enz.) ’s Namiddags is er een bezoek aan één van de parlementen die Brussel rijk is. Op die manier wordt het eerste deel in de namiddag aan de werkelijkheid getoetst. Op de website ook veel uitleg over hoe onze democratie werkt: www.knooppuntdemocratie.be; 070/23.30.65 ;
[email protected]
Toemeka is een sociaal-culturele beweging die opkomt voor een verstaanbare samenleving. Eenvoudiger taal en laagdrempelig werken zijn daarbij belangrijk. Toemeka maakt werk van taal die mensen samen brengt en 'samen leven' mogelijk maakt. Zo worden democratie, cultuur, het lokale gemeenschapsleven, openbare dienstverlening,… een gemeenschappelijke plek voor mensen met veel en weinig kansen. Met campagnes, bewustmakingsacties, samenwerking met beleidsverantwoordelijken en sociale organisaties, publicaties, vormingswerk en opleidingen,… wil Toemeka het 'samen leven' bevorderen. Speciaal voor de gemeenteraadsverkiezingen is er de campagne Kies-Keurig. www.toemeka.be; Toemeka vzw,- Waversebaan 352/2 , 3001 Heverlee; 016/40.69.61 ;
[email protected]
Vredesbewegingen en aanverwanten: http://www.moederaarde.be/ : Voor Moeder Aarde vzw http://www.11.be : de Vlaamse Noord-Zuid Beweging http://www.vrede.be/ : Vrede vzw http://www.vredesactie.be/ : Forum voor Vredesactie http://www.bomspotting.be/ : de campagne Bomspotting http://www.paxchristi.be/ : Pax Christi Vlaanderen http://www.actieplatformpalestina.be/ : Actieplatform Palestina http://www.netwerkvlaanderen.be/ : Netwerk Vlaanderen vzw http://www.aivl.be/: Amnesty International Vlaanderen www.vluchtelingenwerk.be : Vluchtelingenwerk Vlaanderen www.vaka-handinhand.org : Vaka/Hand in Hand