Gemeente Rhenen & Rhenense Woningstichting Visie op Wonen-welzijn-Zorg voor alle doelgroepen
20 december 2005
Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem
Projectnr. 5087.70
Telefoon Telefax
(026) 3512532 (026) 4458702
E-mail Internet
[email protected] www.companen.nl
Gemeente Rhenen & Rhenense Woningstichting Visie op Wonen-welzijn-Zorg voor alle doelgroepen 20 december 2005
Inhoud Samenvatting
1
1.
Inleiding 1.1. Waarom een visie op wonen-welzijn-zorg? 1.2. Verschillende initiatieven in één proces 1.3. De totstandkoming van de visie: betrokkenheid diverse partijen 1.4. Leeswijzer
7 7 7 8 9
2.
Analyse van Wonen-Welzijn-Zorg 2.1. De bevolking van Rhenen (vraagkant) 2.2. Wonen in Rhenen 2.3. Woonvormen met zorg (huisvesting van zorgvragers: aanbodkant) 2.4. Zorgvoorzieningen (aanbodkant) 2.5. Welzijnsvoorzieningen (aanbodkant) 2.6. Vraag naar diensten aan huis
11 11 13 16 18 21 24
3.
Visie op wonen, welzijn, zorg 3.1. Autonome groeiambitie, afgestemd op de lokale behoefte 3.2. Meer ruimte voor starters op de woningmarkt 3.3. Doelgroep zorgvragers (ouderen, gehandicapten, GGZ-cliënten) 3.4. Eerste spoor: Zelfstandig thuis blijven wonen 3.5. Tweede spoor: Clustering bij voorzieningen 3.6. Een samenhangend welzijnsbeleid en -veld
25 25 27 30 31 43 51
4.
Van visie naar uitvoering: de daad naar het woord! 4.1. Uitvoeringsproject preventief welzijn / voorkomen van vereenzaming 4.2. Uitvoeringsproject loket wonen-welzijn-zorg 4.3. Uitvoeringsproject ondersteuning informele zorg 4.4. Uitvoeringsproject Rankterrein / samenwerking SWO en Westpoort 4.5. Woonbeleid 4.6. Samenwerken op de Rhenense schaal
53 54 55 55 56 57 57
BIJLAGE 1: SAMENVATTING 2005
WONINGMARKTANALYSE COMPANEN, MEI 1
BIJLAGE 2: LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN
11
BIJLAGE 3: IMPRESSIE BEWONERSAVONDEN
14
Samenvatting Om enerzijds goed in te spelen op de vergaande vergrijzing en de behoeften van zorgvragers, en anderzijds een aantrekkelijk leefmilieu te creëren voor alle doelgroepen hebben de gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting het initiatief genomen om te komen tot een visie op wonen, welzijn en zorg voor alle doelgroepen. Samen met betrokken partijen (SWO Rhenen, CMD / De Rijswaarden, Verpleeghuis De Meent, Gezondheidscentrum Rhenen en Elst en diverse vertegenwoordigers van de vraagkant), hebben de gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting een integraal en interactief proces ingericht om te komen tot een gezamenlijke visie op wonen-welzijnzorg, met Companen als projectleider. In de visie staan vier beleidsambities centraal: 1. Autonome groeiambitie met betrekking tot het kwantitatief woningbouwprogramma. 2. Meer ruimte voor starters op de woningmarkt. 3. Inspelen op veranderende behoeftes van zorgvragers (ouderen, gehandicapten, GGZ-cliënten). Daarbij kiezen we voor twee sporen: • zorgvragers faciliteren om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen; • bij nieuwbouw optimaal inzetten op het ontwikkelen van woonvormen voor zorgvragers. 4. Een samenhangend welzijnsbeleid en -veld. Deze beleidsambities zijn uitgewerkt in hoofdstuk 3 van deze visie op wonen-welzijnzorg. De beleidsambities worden onderbouwd door de woningmarktanalyse (zie voor samenvatting bijlage bij de visie wonen-welzijn-zorg) en de daaropvolgende analyse van wonen, welzijn en zorg (hoofdstuk 2 van deze visie op wonen-welzijn-zorg). Eerste ambitie: Autonome groeiambitie met betrekking tot het kwantitatief woningbouwprogramma. Uit het woonwensenonderzoek blijkt dat inwoners van Rhenen over het algemeen erg tevreden zijn over hun woning en woonomgeving en daarmee over de leefbaarheid in de gemeente Rhenen. De rust, het groen, het water en de ‘Rhenense schaal’ worden als positief ervaren. Het is belangrijk deze woonkwaliteit te behouden. Deze wens tot behoud verhoudt zich niet met schaalvergroting en daarom is gekozen voor een autonome groeiambitie: dat wil zeggen een kwantitatief woningbouwprogramma dat is afgestemd op de huidige en in de toekomst te voorziene lokale behoefte. Uitgaande van de autonome groeiambitie moeten er tot 2015 490-506 woningen bij gebouwd worden. Dat wil zeggen gemiddeld 50-55 woningen per jaar. Met dit woningbouwprogramma kan voldaan worden aan de lokale, eigen behoefte. Qua soorten woningen wordt zo veel mogelijk aangesloten op de bestaande bebouwing. Afhankelijk van de locatie behoort zowel laagbouw als hoogbouw tot de mogelijkheden. Tweede ambitie: Meer ruimte voor starters op de woningmarkt Starters op de woningmarkt zijn vooral jongeren. Het uitgangspunt voor het beleid ten aanzien van starters op de woningmarkt is dat als starters in Rhenen willen wonen, dat mogelijk moet zijn met voldoende keuzemogelijkheden. Tegelijkertijd beseffen we terdege
-1-
dat bepaalde groepen jongeren de gemeente zullen verlaten om hun heil elders te zoeken, of er nu geschikte woningen zijn of niet. Waar het in het beleid om gaat, is het bieden van keuzemogelijkheden voor jongeren die in Rhenen willen blijven wonen. Om de knelpunten op de woningmarkt voor starters tegen te gaan, volgen we drie sporen: - Kwalitatieve nieuwbouw in de huursector: Uit de praktijk blijkt dat er niet zo zeer behoefte is aan goedkope meergezinswoningen zonder lift (die zijn moeilijker verhuurbaar), maar aan kwalitatief goede woningen in de meergezins- èn eengezinssector. Door te investeren in de kwaliteit van de sociale huursector, komt ook de doorstroming op gang waardoor er ruimte voor starters op de huurwoningmarkt wordt gecreëerd. - Bevorderen doorstroming: Als gevolg van doorstroming op de woningmarkt, kunnen er woningen vrij komen die geschikt zijn voor starters. De doorstroming kan in Rhenen op gang worden gebracht door met name te investeren in levensloopbestendige woningen geschikt voor ouderen (multifunctionele woningbouw). De ouderen die nu in de eengezinswoningen wonen, zullen dan verhuizen naar die woningen waardoor er een verhuisketen op gang zal komen waarvan uiteindelijk ook de starter profijt zal hebben. - Bereikbaar maken van de koopsector: Onder starters is er veel behoefte aan betaalbare eengezinswoningen onder € 200.000. Om de koopwoningmarkt toch bereikbaar te houden voor starters zijn er in den lande verschillende initiatieven genomen. De gemeente Rhenen wil deze ontwikkelingen volgen. Derde ambitie: inspelen op veranderende behoeftes van zorgvragers (ouderen, gehandicapten, GGZ-cliënten) Daarbij kiezen we voor twee sporen: a. Zorgvragers faciliteren om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen. b. Bij nieuwbouw optimaal inzetten op het ontwikkelen van woonvormen voor zorgvragers. a. Zorgvragers faciliteren om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen Als we kijken naar de grootste groep zorgvragers, de ouderen, blijkt dat maar liefst 92% van de 55-plussers aangeeft zo lang mogelijk zelfstandig te wonen, zelfs als de eigen gezondheid of die van de partner achteruitgaat (woonwensenonderzoek 2005). Om ouderen en zorgvragers te faciliteren om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, zijn een aantal zaken van belang. We maken daarbij onderscheid tussen haal- en brengdiensten. Beide diensten zijn essentieel voor ouderen / zorgvragers die zelfstandig thuis wonen. Veel haal- en brengdiensten zijn reeds goed georganiseerd in Rhenen. De komende jaren besteden we aandacht aan: - Realisatie van informele ontmoetingsplekken. - Preventief welzijn / voorkomen van vereenzaming. Naast een voldoende aanbod van welzijns- en zorgvoorzieningen, is het even zo belangrijk om bekendheid te geven aan bestaande diensten. Mensen in de gemeente Rhenen hebben behoefte aan één informatiepunt waar zij terecht kunnen met al hun vragen in de sfeer van wonen, welzijn, zorg en dienstverlening (een loket wonen-welzijn-zorg). In het
-2-
kader van het uitvoeringsprogramma van deze visie richten we een projectgroep op met betrokken partijen van het loket. Deze projectgroep krijgt de opdracht om het loket wonen-welzijn-zorg te implementeren op basis van het programma van eisen zoals deze in paragraaf 3.4.1. van deze visie zijn verwoord. Informele zorg (mantelzorg en vrijwilligers), is naast de professionele zorg en begeleiding die wordt geboden, essentieel. Immers, hulp van familie, vrienden en vrijwilligers stelt mensen in staat om langer zelfstandig te blijven wonen. Wij vinden dat deze informele zorg op een adequate wijze moet worden ondersteund. Dit doen wij door; - De reeds bestaande vrijwilligerscentrale in te zetten voor de ondersteuning van vrijwilligers. - De SWO in te zetten voor de mantelzorgondersteuning. - In woning(aanpas)programma’s rekening te houden met de mogelijkheden om mantelzorg te faciliteren. Ons woonbeleid en de regelgeving omtrent bouwvergunningen willen wij dusdanig toepassen dat het ondersteunend werkt voor het verlenen van mantelzorg. Er is binnen de gemeente Rhenen al beleid geformuleerd dat ruimte hiervoor biedt. Daarnaast biedt het uitgevoerde onderzoek van bureau Schakels ons aanknopingspunten om enerzijds de informele zorg meer bij elkaar te brengen, en anderzijds te zorgen voor een betere afstemming en samenwerking tussen de beroepsmatige en informele zorg. b. Bij nieuwbouw optimaal inzetten op het ontwikkelen van woonvormen voor zorgvragers Bij te realiseren woonvormen voor zorgvragers (nieuwbouw) kiezen we als uitgangspunt: geclusterd bouwen, bij voorkeur dicht bij de voorzieningen. Zo kunnen er in de gemeente Rhenen een aantal ‘concentratiegebieden’ worden gerealiseerd voor zorgvragers en ouderen met een complexere zorgvraag, nabij zorg- en welzijnsvoorzieningen. De volgende locaties bieden in de gemeente Rhenen kansen om een dergelijke concentratie van wonen, welzijn en zorg te realiseren: 1. De Tollekamp, Zorgdriehoek en Dr. Wallerstraat, Rhenen. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van het gebied rondom de Tollekamp is nieuwbouw met een concentratie van woonvormen voor zorgvragers. In een apart traject werken de gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting aan een structuurvisie voor dit gebied. Dit gebeurt op basis van financiële en stedenbouwkundige haalbaarheidsonderzoeken. Deze visie fungeert daarbij als inhoudelijke onderlegger. 2. Rhenen-Noord (Valleiweg / Lijsterberg en Vreewijk) Rhenen-Noord biedt goede mogelijkheden om een aantal woonvormen voor zorgvragers te realiseren, met daarbij een algemene ruimte voor bewoners en welzijns- (informele ontmoetingsplek) en zorgvoorzieningen. De gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting verkennen de mogelijkheden waarbij de uitgangspunten van deze visie als inhoudelijke onderleggers worden gehanteerd.
-3-
3. Binnenstad-Oost (alleen in het duurdere segment), Rhenen. In Binnenstad-Oost worden woningen in het duurdere segment gerealiseerd door projectontwikkelaar Planoform. 4. Het Rankterrein (Prins Bernhardstraat / Achterbergsestraatweg), Rhenen. Het Rankterrein is een braakliggend terrein (de voormalige Montessori basisschool staat er nog) tegen het centrum van Rhenen aan. Daarmee is het een prima locatie om voorzieningen te realiseren in het kader van wonen-welzijn-zorg. Uit het project ‘zorgstrip’ is het idee geboren om op het Rankterrein een multifunctioneel gebouw te ontwikkelen waarin het gezondheidscentrum, de Stichting Welzijn Ouderen en de Westpoort gevestigd worden. De betrokken organisaties vinden dit een goede ontwikkeling en staan dan ook achter dit idee, maar of het gezondheidscentrum er komt, is onzeker. De ontwikkeling van dit multifunctioneel gebouw sluit ook goed aan bij de uitgangspunten van deze visie op wonen-welzijn-zorg. 5. Het Bosje, Elst. Het te ontwikkelen Multifunctioneel Gebouw in Elst biedt voldoende perspectief voor het wonen-welzijn-zorg in Elst. Punten van aandacht bij de ontwikkeling zijn: - Uitnodigend karakter en uitstraling van het gebouw (architectuur en inrichting) - Goed beheer - Ook ruimte voor informele ontmoeting en eenmalige (niet verenigingsgebonden) activiteiten - Financiële haalbaarheid 6. Ontwikkelingen in Achterberg. In Achterberg werkt de ondernemersvereniging in samenwerking met de gemeente Rhenen en de Provincie Utrecht aan een plan voor een multifunctioneel centrum: een dorpssupermarkt met daarbij een aantal publieke voorzieningen zoals een bank, een servicepunt van het postkantoor, een kapper, een huisarts en mogelijk een fysiotherapeut. Op het centrum wil men seniorenwoningen realiseren. In het kader van deze visie op wonen-welzijn-zorg vinden we dit een goede ontwikkeling. Op basis van financiële en stedenbouwkundige haalbaarheidonderzoeken werken de betrokken partijen het plan verder uit. Vierde ambitie: een samenhangend welzijnsbeleid en -veld Een overkoepelende welzijnsinstelling met daarin verschillende specialiteiten en activiteiten, biedt ons inziens de beste kansen om het welzijnsbeleid en -veld goed op elkaar af te stemmen. Fusie tussen de SWO en de Westpoort is daarbij een goede optie. De SWO en de Westpoort zijn hierover in onderhandeling. De gemeente kan daarbij indien de partijen dat wensen - ondersteuning bieden. De ontwikkeling van een multifunctioneel gebouw op het Rankterrein waarbij de SWO en de Westpoort mogelijk samen een gebouw gaan delen (samen met het gezondheidscentrum), biedt een goede ‘kapstok’ om aan die samenwerking te werken. Om uitvoering te geven aan deze visie, richten we ons op vier uitvoeringsprojecten, en ook ons woonbeleid zetten we in: 1. Uitvoeringsproject preventief welzijn / voorkomen van vereenzaming (paragraaf 4.1). 2. Uitvoeringsproject loket wonen-welzijn-zorg (paragraaf 4.2).
-4-
3. Uitvoeringsproject ondersteuning informele zorg (paragraaf 4.3). 4. Uitvoeringsproject Rankterrein / samenwerking SWO en Westpoort (paragraaf 4.4). 5. Woonbeleid: deze visie gebruiken we als uitgangspunt voor ons te voeren woonbeleid (paragraaf 4.5).
-5-
-6-
1. Inleiding 1.1.
Waarom een visie op wonen-welzijn-zorg?
De gemeente Rhenen vergrijst sterker dan het landelijk gemiddelde. 28% van de totale bevolking in Rhenen is momenteel ouder dan 55 jaar, terwijl dit percentage landelijk ligt op 26% en voor de provincie Utrecht op 24%. Daarnaast neemt het aantal 55-plussers in de gemeente Rhenen de komende decennia fors toe: van 28% (2005) naar 32% (2015). De gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting voelen zich verantwoordelijk voor de maatschappelijke opgave die gemoeid is met deze grote vergrijzing. Lokale activiteiten in de sfeer van wonen, welzijn en zorg zullen moeten aansluiten op de omvang en wensen van deze groeiende groep ouderen. Daarnaast moet het wonenwelzijn-zorg ook aansluiten op de behoefte van zorgvragers. Voor een groot deel bestaat deze groep zorgvragers in Rhenen uit ouderen, maar er zijn ook (lichamelijk en verstandelijk) gehandicapten, en ex-psychiatrische patiënten (GGZ-cliënten). In deze visie hebben we ook aandacht voor deze groepen zorgvragers. Vandaar dat de titel luidt: wonen, welzijn en zorg voor álle doelgroepen. Naast de integrale visie op de opgave voor wonen-welzijn-zorg gaat deze visie ook in op de opgave voor het wonen in de gemeente Rhenen. De partijen willen voor nu én in de toekomst een prettig woonklimaat creëren voor alle inwoners van de gemeente: jong en oud, rijk en arm, zorgvragers en starters moeten op een prettige manier met elkaar kunnen wonen. Een gemêleerde samenlevingsopbouw is nodig voor het behoud en het versterken van het aantrekkelijke woonmilieu van de gemeente Rhenen. Om enerzijds goed in te spelen op de vergaande vergrijzing en de behoeften van zorgvragers, en anderzijds een aantrekkelijk leefmilieu te creëren voor alle doelgroepen hebben de gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting het initiatief genomen om te komen tot een visie op wonen, welzijn en zorg voor alle doelgroepen. Samen met betrokken partijen (SWO Rhenen, CMD / De Rijswaarden, Verpleeghuis De Meent, gezondheidscentrum Rhenen en Elst en diverse vertegenwoordigers van de vraagkant) hebben de gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting een integraal en interactief proces ingericht om te komen tot een gezamenlijke visie op wonen-welzijnzorg, met Companen als projectleider.
1.2.
Verschillende initiatieven in één proces
De gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting hebben reeds verschillende initiatieven genomen voor beleidsvorming- en uitwerking van een aantal ‘wonen-welzijnzorg onderdelen’. De visie die uiteindelijk gestalte krijgt, zal het resultaat zijn van een proces waarin al deze initiatieven naast elkaar zijn gelegd, besproken en verder ontwikkeld. In de visie komen de volgende onderdelen aan bod: • Visie op wonen, welzijn en zorg voor alle doelgroepen. Hierbij zal het wonen een breed karakter hebben en zich richten op alle bevolkingsgroepen van de gemeente
-7-
•
Rhenen (jongeren, starters, gezinnen met en zonder kinderen, senioren en zorgvragers). Welzijn en zorg zal zich vooral richten op ouderen en zorgvragers in de gemeente Rhenen. Hierbij is de visie gebaseerd op een integrale benadering van wonen, welzijn en zorg (zie kader pagina 19). In de juiste onderlinge samenhang kunnen deze drie disciplines immers borg staan voor een goed woon- en leefklimaat voor deze (zelfstandig wonende) doelgroepen. Plan van aanpak zorgstrip Rhenen. Naast een visie op wonen-welzijn-zorg is er in dit rapport ook aandacht voor de inrichting van de zorgstrip. De gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting zijn reeds bezig met planontwikkeling rondom de ontwikkeling van een zorgstrip. Deze zorgstrip sluit aan op het huidige verzorgingstehuis Tollekamp. Dit verzorgingstehuis wordt vervangen door een woonzorgcomplex. Deze visie geeft input voor de invulling van deze zorgstrip: welk type woning moet volgens deze visie in de zorgstrip komen? En welke welzijns- en zorgvoorzieningen zijn nodig? Alsmede een plan van aanpak voor de ontwikkeling van een loket wonen-welzijn-zorg.
1.3.
De totstandkoming van de visie: betrokkenheid diverse partijen
Wij hebben verschillende partijen betrokken bij de totstandkoming van deze visie op wonen-welzijn-zorg voor alle doelgroepen. Breed samengestelde projectgroep Een projectgroep, bestaande uit de Rhenense Woningstichting, verschillende beleidsmedewerkers van de gemeente Rhenen (volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en welzijn), Stichting De Rijswaarden, SWO Rhenen, Stichting De Meent en het gezondheidscentrum Rhenen, hebben het proces inhoudelijk aangestuurd. Drie parallel lopende projecten Momenteel lopen drie projecten op het gebied van wonen-welzijn-zorg in de gemeente Rhenen met elkaar op: 1. Project visie op wonen-welzijn-zorg: een gemeentebrede visie op wonen, welzijn en zorg met daarbij onder andere een invulling van de te ontwikkelen zorgstrip in de kern Rhenen (de visie die nu voor u ligt). 2. Project zorgstrip: het gebied rond verzorgingshuis Tollekamp in Rhenen wordt heringericht met seniorenwoningen, en zorg- en welzijnsvoorzieningen. Hiervoor wordt door de gemeente Rhenen in samenwerking met de Rhenense Woningstichting een nieuw structuurplan opgesteld. Op dit gebied geldt de Wet Voorkeursrecht Gemeenten. Ook de Dr. Wallerstraat behoort tot de zorgstrip, maar deze straat valt niet onder de Wet Voorkeursrecht Gemeenten. In het project zorgstrip worden de uitvoeringsgerichte zaken opgepakt, zoals de financiële haalbaarheid van de plannen. In het project visie op wonenwelzijn-zorg worden de ambities bepaald, de zorgstrip is één van de locaties waar de visie op ingaat. 3. Project Tollekamp: nieuwbouwplan voor verzorgingshuis De Tollekamp. Dit gedateerde verzorgingstehuis wordt vervangen door een woonzorgcomplex met verzorgingshuisplaatsen, verpleeghuisbedden en appartementen voor geïndiceerden. Betrokken partijen: Rhenense Woningstichting, De Rijswaarden, De Meent en de gemeente. Er zijn plannen om ook de SWOR onder te brengen in het nieuwe woonzorgcomplex.
-8-
Klankbordgroep De inbreng vanuit de vraagkant en de resterende (kleinere) aanbieders hebben we via een klankbordgroep gestructureerd. Hierbij hebben we ons gebaseerd op de ‘oude’ klankbordgroep Tollekamp, uitgebreid met nieuwe leden zoals medewerkers van Heimerstein, Apotheek Deys, Van Brandwijk makelaars en taxateurs, Stichting Rhenense Bibliotheek, Stichting Sociaal-Kultureel Werk, Gezondheidscentrum Elst en MEE-Utrecht (MEE is een organisatie die informatie, advies en cliëntondersteuning biedt voor mensen met een beperking). De klankbordgroep heeft een adviserende rol gespeeld tijdens het proces. Raadscommissies Bij de visievorming hebben we de raadscommissie samenlevingszaken nauw betrokken. In informerende bijeenkomsten zijn de verschillende raadsleden op de hoogte gehouden van het proces en kon men zijn / haar eigen inbreng erop leveren. Bewonersavonden In het kader van deze visie is er in elke kern van de gemeente Rhenen een bewonersavond georganiseerd: - 3 november 2005: Rhenen - 8 november 2005: Achterberg - 15 november 2005: Elst Doel van de bewonersavonden was enerzijds het presenteren van de visie zoals die was vastgesteld in de gemeenteraad. Anderzijds konden de bewoners hun inbreng leveren voor het uitvoeringsplan van de visie. Ondanks de geringe opkomst (circa 10 bewoners in Rhenen, 30 in Achterberg en 5 in Elst) is er op een prettige manier met de aanwezigen gepraat over de visie en het uitvoeringsprogramma. Tijdens de bewonersavonden herkenden de aanwezigen de constateringen zoals die in de visie zijn verwoord, en onderstreepten zij in grote mate de uitgesproken beleidsambities. In het stuk wat nu voor u ligt is de inbreng van de aanwezige bewoners verwerkt. Analyse van de woningmarkt, in relatie tot welzijn en zorg Om goed zicht te krijgen op de vraag- en aanbodkant van wonen, welzijn en zorg heeft Companen een uitgebreide analyse uitgevoerd van de woningmarkt in relatie tot welzijn en zorg. Dit onderzoek geeft een beeld van de woonwensen van de Rhenense bevolking. De resultaten van dit onderzoek zijn meegenomen in deze visie op wonen-welzijn-zorg. De volgende analyses zijn uitgevoerd: • Demografische en economische processen. • Maatschappelijke trends. • Woonwensenonderzoek: telefonische enquête onder 1.380 inwoners van Rhenen. • Analyse van woonzorgarrangementen.
1.4.
Leeswijzer
De visie op wonen-welzijn-zorg bestaat uit drie hoofdstukken: • Hoofdstuk 1: inleiding, achtergrond en leeswijzer. • Hoofdstuk 2: analyse van wonen, welzijn en zorg in de gemeente Rhenen. • Hoofdstuk 3: formuleren visie / beleidsambities en -voornemens op het gebied van wonen, welzijn en zorg. • Hoofdstuk 4: van visie naar uitvoeringsprogramma; hoe realiseren we de afspraken zoals deze in de visie zijn verwoord?
-9-
- 10 -
2. Analyse van Wonen-Welzijn-Zorg Om beleidsambities en -voornemens te kunnen bepalen op het gebied van wonenwelzijn-zorg zijn eerst de huidige vraag- en aanbodkant van wonen, welzijn en zorg in Rhenen geïnventariseerd. Voor het wonen hebben wij gebruik gemaakt van een woningmarktanalyse. In bijlage 1 treft u de samenvatting van deze woningmarktanalyse aan. Aan de hand van verschillende bronnen hebben wij de welzijns- en zorgvoorzieningen in beeld gebracht die in relatie staan tot de opgave voor wonen-welzijn-zorg. Zaken als jeugdzorg zijn hierbij dus buiten beschouwing gelaten. Hiervoor heeft de gemeente immers reeds een Nota jeugdbeleid opgesteld. Het gaat in deze visie om een integrale benadering van wonen, welzijn en zorg (zie kader pagina 19).
2.1.
De bevolking van Rhenen (vraagkant)
Vergrijzing De gemeente Rhenen telt per 1 januari 2005 17.960 inwoners. Er wonen relatief weinig personen tussen 25 en 35 jaar (12% ten opzichte van landelijk gemiddelde van 14% en in de Provincie Utrecht 15%). En veel 55-plussers: 28% van de totale bevolking in Rhenen is ouder dan 55 jaar, terwijl dit landelijk op 26% ligt en in de provincie Utrecht op 24%. Tot 2015 zal het aantal 55-plussers verder toenemen van 28% (2005) naar 32% (2015). Zoals in tabel 2.1 te zien is, zullen met name de leeftijdsgroepen 65-75 jaar en 75+ fors toenemen (respectievelijk een groei van 21% en 19%). Dat wil zeggen dat de vergrijzing in 2015 nog niet over z’n top zal zijn. Na 2015 zal vooral de dubbele vergrijzing fors zijn: het aantal oudere ouderen zal dan fors toenemen. Tabel 2.1: Gemeente Rhenen. Toekomstige bevolkingsontwikkeling naar leeftijd, naar huishoudens 2005
2015
< 25 jaar
201
200
0%
25-34 jaar
980
860
-12%
35-44 jaar
1.411
1.190
-16%
45-54 jaar
1.353
1.490
10%
55-64 jaar
1.318
1.460
11%
65-74 jaar
1.073
1.370
28%
806
1.020
27%
7.142
7.590
6%
75+ Totaal
2005-2015
Bron: Woningmarktanalyse, mei 2005.
Dit heeft nogal wat gevolgen voor het wonen. De ouder wordende mensen willen enerzijds graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, anderzijds wordt hun zorgvraag door toenemende gebreken groter (juist omdat ze steeds ouder worden). Bovendien is er een groot verschil tussen allerlei groepen ouderen: lang niet alle ouderen hebben intensieve zorg nodig. De vraag naar diensten aan huis bijvoorbeeld hangt sterk af van persoonlijke omstandigheden. Er is dus aandacht nodig voor de verschillende wensen van ouderen met betrekking tot huisvesting, zorg en voorzieningen.
- 11 -
Ontgroening Naast vergrijzing is ook de ontgroening in tabel 2.1 zichtbaar. Het aantal jongeren zal de komende periode afnemen in Rhenen. Het huidige aandeel jongeren tot 25 jaar (31%) loopt in de pas met de provincie en Nederland. Het gaat dan voornamelijk om thuiswonende kinderen. Als zij zelfstandig gaan wonen, verlaten zij vaak Rhenen. Redenen hiervoor zijn werk of opleiding. Het beperkte aanbod van geschikte woningen in Rhenen voor starters zal hierbij ook een rol spelen. Hierdoor worden jongeren ook ‘gedwongen’ naar elders te gaan. Lichamelijk gehandicapten Naast de toenemende groep ouderen zijn er ook andere zorgvragers in Rhenen die behoefte hebben aan bepaalde woonvormen en zorg- en dienstverlening. Lichamelijk gehandicapten zijn eigenlijk nauwelijks als groep te definiëren en te benaderen. Het gaat om individuen waarvan het gezamenlijk kenmerk is dat zij mee willen doen aan het maatschappelijk verkeer. In die wens worden zij echter gehinderd door een fysieke beperking. Om op een prettige manier zelfstandig te kunnen wonen, zijn een aantal zaken van belang: • Toegankelijkheid Belangrijk is dat naast aangepaste woningen, de wijkinfrastructuur zodanig wordt ingericht dat ook lichamelijk gehandicapten daarbij makkelijk aan kunnen knopen. Daarbij kan gedacht worden aan toegankelijke trottoirs voor rolstoelgebruikers, pinautomaten en brievenbussen ter hoogte van rolstoelgebruikers en toegankelijke openbare voorzieningen. • Aanpassing van de woning Wat betreft woningen, vragen lichamelijk gehandicapten vaak alleen een aangepaste, comfortabele woning. Voor individuele aanpassingen van woningen (zoals bijvoorbeeld plaatsen van traplift, verhoogde toiletpot) verleent de gemeente subsidie vanuit de WVG. Dit is geen subsidie voor aanpasbaar bouwen maar voor aanpassingen ín de woning. Aanpassingen van woningen van specifieke zorgaanbieders voor gehandicapten worden doorgaans bekostigd vanuit de AWBZ. Verstandelijk gehandicapten Ook verstandelijk gehandicapten dienen zoveel mogelijk een plek in de maatschappij te krijgen. Tot voor kort woonden velen van hen in instellingen. In Rhenen is Heimerstein (met als koepelorganisatie Stichting De Opbouw uit Utrecht) de grootste aanbieder van woningen voor verstandelijk gehandicapten. In zorgcentrum Heimerstein (hoofdlocatie) wonen 148 verstandelijk gehandicapten. Daarnaast wonen er 13 verstandelijk gehandicapten verspreid over de wijken van Rhenen. Aangepaste huisvesting waar 24-uurs zorg wordt geleverd staan op de Molenberg 33-35, Groeneweg 59 en de Grebbeweg 125. Deze woningen zijn allemaal in bezit van Heimerstein. Naast woningen met zorg biedt Heimerstein ook dagactiviteiten, begeleid werken, dagbehandelingen en advisering inzake zorg- en dienstverlening. Naast Heimerstein biedt Philadelphia in De Schutsluis te Achterberg dagbesteding aan voor mensen met een verstandelijke handicap.
- 12 -
GGZ-cliënten In Rhenen biedt alleen de stichting Altrecht-Wier een voorziening voor begeleid wonen in Rhenen (Rijnstraat 20-22) aan. Dit is louter tijdelijke opvang. Daarnaast werkt de gemeente Rhenen samen in WERV-verband aan regionale en lokale vangnetten voor GGZ-cliënten. Dit betreft zowel de tijdelijke opvang (regionaal) als de terugkeer naar de vertrouwde woonomgeving (lokaal). Conclusies • Er treedt een forse vergrijzing op in het Rhenense, met name het aantal 65-75jarigen en 75-plussers neemt flink toe. Daardoor treedt er een dubbele vergrijzing op: het aantal oudere ouderen neemt toe. • Er is ontgroening in de gemeente Rhenen: het aantal jongeren neemt af. Deze trend loopt in de pas met de landelijke trend bij gemeenten met deze omvang. • Naast ouderen hebben ook gehandicapten en GGZ-cliënten een specifiek vraag naar wonen-welzijn-zorgvoorzieningen.
2.2.
Wonen in Rhenen
Eenzijdige woningvoorraad: nadruk op eengezins, koopwoningen Op 1 januari 2005 telde Rhenen 7.142 woningen: 30% daarvan zijn huurwoningen, 70% koopwoningen. Als we kijken naar de nieuwbouw van de afgelopen jaren, zien we het volgende beeld: • 90% is in de koopsector gebouwd; • 87% betrof eengezinswoningen; • 63% betrof woningen met tenminste vier kamers. Kortom: veel koop, veel eengezins. Ook de geplande nieuwbouw voor de komende tien jaar past in deze lijn.
Oud alleen samen
Doelgroepen op de woningmarkt Op basis van het woonwensenonderzoek kunnen we een aantal doelgroepen herleiden met ongeveer dezelfde woonwensen. De indeling in deze groepen is gebaseerd op leeftijd, inkomen en huishoudensituatie.
Bemiddelde senioren
Dorpsgebonden senioren
gezin
gezinnen
samen
Mobiele gezinnen
Jong Alleen
Generatie
Mobiele senioren Dorpsgebonden
Ongebonden Kleine Huishoudens
Laag
Hoog Economische positie
- 13 -
0.
Starters
•
Meestal jongeren die vanuit een onzelfstandige woonsituatie (veelal inwonend bij ouders, familie of op kamers) de woningmarkt betreden. Deze groep staat niet in de figuur weergegeven, omdat ze nog geen positie op de woningmarkt heeft.
1.
Ongebonden Kleine Huishoudens:
•
Eén- en tweepersoonshuishoudens tot 55 jaar, met een inkomen lager dan anderhalf keer modaal (minder dan 2.500 euro netto per maand).
2.
Dorpsgebonden gezinnen
•
Gezinnen met kind(eren) met een inkomen lager dan anderhalf keer modaal (minder dan 2.500 euro netto per maand).
3.
Mobiele gezinnen
•
Gezinnen met kind(eren) en één- en tweepersoonshuishoudens tussen de 35 en 55 jaar, met een inkomen hoger dan anderhalf keer modaal (meer dan 2.500 euro netto per maand).
4.
Dorpsgebonden senioren
•
Eén- en tweepersoonshuishoudens van 55 jaar en ouder, met een inkomen lager dan
5.
anderhalf keer modaal (minder dan 2.500 euro netto per maand). Mobiele senioren
•
Eén- en tweepersoonshuishoudens tussen de 55 en 75 jaar, met een inkomen hoger dan aderhalf keer modaal (meer dan 2.500 euro netto per maand).
6.
Bemiddelde senioren
•
Eén- en tweepersoonshuishoudens van 75 jaar en ouder, met een inkomen hoger dan anderhalf keer modaal (meer dan 2.500 euro netto per maand).
Op basis van de bevolkingsprognose, kunnen we kijken hoe de verschillende doelgroepen zich ontwikkelen op de woningmarkt. Uit tabel 2.2 blijkt dat er een forse groei te verwachten is in de doelgroep senioren: dorpsgebonden (55+, lager inkomen), mobiele (55-75 jaar, hoger inkomen) en bemiddelde (75+, hoger inkomen) senioren. Ook de doelgroep mobiele gezinnen zal tot 2015 toenemen. Daarnaast zullen de ongebonden kleine huishoudens en de dorpsgebonden gezinnen afnemen. Tabel 2.2: Gemeente Rhenen. Ontwikkeling doelgroepen op de woningmarkt Doelgroep
2005
Ontwikkeling tot 2015
1.
Ongebonden Kleine Huishoudens
1.236
17%
2.
Dorpsgebonden gezinnen
1.140
16%
-90
3.
Mobiele gezinnen
2.025
28%
+75
4.
Dorpsgebonden senioren
1.996
28%
+230
5.
Mobiele senioren
595
8%
+235
6.
Bemiddelde senioren
151
2%
+110
7.142
100%
+440
Totaal
-120
Bron: Woningmarktanalyse, mei 2005.
Welke woonwensen hebben de verschillende doelgroepen? In tabel 2.3 is weergegeven hoe de huidige woonsituatie per doelgroep eruit ziet en welke woonwensen die doelgroep heeft. Aangezien de doelgroep senioren fors zal toenemen de komende decennia, zal er vooral geïnvesteerd moeten worden in huur- en koopappartementen. Dit zal ook de doorstroming op gang kunnen brengen waardoor er woningen beschikbaar zullen komen voor starters.
- 14 -
Tabel 2.3: huidige en gewenste woonsituatie per doelgroep Huidig
Gewenst • Eengezinshuurwoning < € 500
Starters
• Huurappartement zonder lift < € 500 • Huurappartement met lift < € 500 • Kooprijenwoning < € 200.000 Ongebonden
• Eengezinshuurwoning < € 500
• Huurappartement met lift < € 500
Kleine
• Huurappartement zonder lift < € 500
• Kooprijenwoning € 200.000-300.000
Huishoudens
• Huurappartement met lift € 500-600
Dorpsgebonden
• Eengezinshuurwoning < € 600
• Eengezinshuurwoning < € 600
gezinnen
• Kooprijenwoning € 200.000-300.000
• Kooprijenwoning € 200.000-300.000
• Eengezinshuurwoning < € 500
• Tweekapper / vrijstaand
Mobiele gezinnen
• Kooprijenwoning € 200.000-300.000
€ 300.000-500.000
• Tweekapper / vrijstaand €300.000–500.000 Dorpsgebonden
• Eengezinshuurwoning < € 500
senioren
• Kooprijenwoning € 200.000-300.000
• Huurappartement met lift < €500
• Tweekapper / vrijstaand € 300.000–400.000 • Kooprijenwoning € 200.000 - 300.000
• Huurappartement met lift € 500-600
• Tweekapper / vrijstaand vanaf €300.000
• Koopappartement met lift
Bemiddelde
• Huurappartement met lift € 500-600
• Huurappartement met lift, div. prijsklassen
senioren
• Tweekapper / vrijstaand vanaf
• Koopappartement met lift
Mobiele senioren
€ 300.000-400.000
€ 500.000
€ 400.000-500.000
Bron: Woningmarktanalyse, mei 2005.
Groei- en krimpmarkten Op basis van de woningmarktanalyse zijn verwachte groei- en krimpmarkten aangegeven. Daaruit spreekt het volgende beeld: • Er is een tekort aan goedkopere huurappartementen tot € 500, geschikt voor starters en senioren. • Ook in de koopsector is er een tekort aan appartementen met lift in alle prijsklassen, maar met name tussen € 200.000 en € 300.000. • Als de doorstroming van met name 55-plussers en gezinnen uit goedkope en dure eengezinswoningen op gang kan worden gebracht, zal dat ruimte bieden voor starters op de woningmarkt. Dit kan gebeuren door de bouw van appartementen, nabij voorzieningen. • Er is een vraag naar rijwoningen tot € 200.000. Met name starters zijn hier naar op zoek. Conclusies voor het wonen: • De huidige woningmarkt in Rhenen is erg eenzijdig: veel eengezinskoopwoningen. • De doelgroep senioren (dorpsgebonden, mobiele en bemiddelde senioren) zal fors toenemen op de woningmarkt.
- 15 -
•
Starters kunnen moeilijk aan een woning komen in de gemeente Rhenen: er zijn weinig goedkope huurappartementen, koopappartementen en eengezinskoopwoningen onder € 200.000. De praktijk leert ons het volgende… De woningmarktanalyse haalt haar gegevens uit een woonwensenonderzoek. Het is belangrijk om dit onderzoek te nuanceren met ervaringen uit de praktijk. De praktijk in de gemeente Rhenen laat zien dat: • Er voldoende meergezinshuurwoningen zijn voor starters. De Rhenense Woningstichting heeft een verhuurprobleem bij meergezinshuurwoningen met een lage huurprijs (met name meergezinswoningen zonder lift). Deze woningen zijn niet gewild, ook niet onder starters. Kwantitatief gezien zijn er echter voldoende. Er is dus sprake van een kwalitatief probleem. • Starters huren liever een eengezinswoning maar komen hiervoor nauwelijks aan bod omdat doorstromers voorrang hebben op eengezinswoningen. • Het knelpunt voor starters ligt veel meer in de koopsector. Het aanbod van goedkope koopwoningen is erg laag. Er zijn praktisch geen woningen te koop rond en onder € 200.000. Noch meergezinswoningen, noch eengezinswoningen. • De markt voor de duurdere koopappartementen (vanaf € 230.000) is verzadigd in de gemeente Rhenen. Het heeft geen zin dergelijke koopappartementen voor de doorstroming te bouwen, want er zijn nauwelijks kopers voor te vinden.
2.3.
Woonvormen met zorg (huisvesting van zorgvragers: aanbodkant)
Als gevolg van verschillende maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen als de vergrijzing, de vermaatschappelijking van de zorg en extramuralisering neemt de vraag naar woonvormen met zorg fors toe. Steeds meer hulp- en zorgverlening wordt in een thuissituatie verleend. Ook de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning stimuleert deze ontwikkelingen. Er zijn verschillende woonvormen met zorg te onderscheiden: Grootschalig beschermd wonen - Intramuraal wonen, maar dat kan ook het geval zijn bij kleinschalig beschermd wonen. Bij intramuraal wonen vormen zorg, signalering, bescherming, toezicht, welzijn en dienstverlening een integraal pakket met het verblijf. Van intramuraal wonen is alleen dan sprake als men een indicatie heeft voor verblijf. Bij intramuraal wonen is sprake van 24-uurs zorg en bescherming, ofwel permanente, niet-planbare, langdurige, continue zorg.
- Deze laatste vorm van wonen heeft doorgaans een bovenwijkse of zelfs bovenlokale functie, maar dat kan ook het geval zijn bij kleinschalig beschermd wonen. Onderdeel van de woonopgave is om van grootschalige naar kleinschalige woonvormen over te gaan. Kleinschalig beschermd wonen (in wijken en kernen, klein geclusterd wonen): -
Wonen, welzijn en zorg zijn sterk met elkaar verweven. Zorg en toezicht zijn 24 uur per dag aanwezig. Begeleiding en huisvesting van cliënten is groepsgewijs georganiseerd. De zorgverlening is meestal volledig inpandig beschikbaar.
- 16 -
Verzorgd wonen (beschutte woonvormen, woningen in een woonzorgcomplex): - Zorg is 24 uur per dag op afroep beschikbaar. - Nodig zijn: geschikte / aangepaste woningen met dienstverlening. - Een zorgunit in de omgeving of binnen het complex (zorgverleners moeten immers voortdurend paraat zijn). - Het wonen kan individueel of samen zijn.
Geschikt wonen (woningen zelfstandig met thuiszorg, nultredenwoningen): - Zorg of begeleiding zijn op afspraak beschikbaar. - Nultredenwoningen, primaire vertrekken (keuken, woon-, bad- en slaapkamer) zijn zonder traplopen bereikbaar. Levenloopbestendige woningen vallen hier ook onder. - Binnen de woning, het woongebouw en de woonomgeving zijn nauwelijks of geen niveauverschillen. - Groepswoningen zonder zorg: een concentratie van een aantal seniorenwoningen waarbij de bewoners elkaar helpen en vaak verenigd zijn in een bewonersplatform. Het betreft zodoende informele zorg. Professionele hulp is op afspraak beschikbaar.
Op basis van bevolkingsprognoses en aan de hand van de Planologische Kengetallen Wonen en Zorg kan er een behoefteberaming gemaakt worden van de verschillende woonvormen met zorg. In tabel 2.4 staat weergegeven aan welke soorten woonvormen met zorg behoefte is in de gemeente Rhenen. Tabel 2.4: Gemeente Rhenen. Bepalen van fricties tot 2015 vraag (scenario Andante) en aanbod woonzorgarrangementen Normatieve behoefte
Actueel aanbod
Fricties tot 2015
2015 (Andante) Geschikt wonen
2.216
246
1.970
Verzorgd wonen
251
22
229
Kleinschalig Beschermd wonen
18
9
9
Grootschalig Beschermd wonen
194
250
-56
Bron: Woningmarktanalyse, mei 2005.
In vergelijking met het huidige aanbod ligt kwantitatief de grootste opgave bij de categorie geschikt wonen. Kwalitatief ligt er voornamelijk een opgave in de categorie verzorgd wonen. Bij het berekenen van de behoefteraming zijn meerdere scenario’s te geven. In tabel 2.4 zijn we uitgegaan van het gematigde (andante) scenario. • De trendvariant gaat uit van geen extramuralisering. • De gematigde variant (andante) gaat uit van een gematigde extramuralisering, het midden tussen de trendvariant en het scenario presto. • De verregaande variant (presto) gaat uit van een vergaande extramuralisering.
Huisvesting voor ouderen: geschikte seniorenwoningen en zorgwoningen Bij het woonwensenonderzoek hebben we aan 55-plussers gevraagd naar de wens om zelfstandig te blijven wonen bij toenemende zorgvraag. Natuurlijk weten we dat deze vraag pas goed beantwoord kan worden als mensen daadwerkelijk met een zorgbehoefte te maken krijgen. De uitkomst geeft wel richting aan het ideaalplaatje. Liefst 92% van de 55-plussers wil, als de eigen gezondheid of die van de partner achteruit gaat, zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Indien nodig wil men zorg aan huis ontvangen. De
- 17 -
overige 8% geeft de voorkeur aan een aangepaste woonvorm met meer zorg, zoals een aanleunwoning (beschutte woonvormen met directe nabijheid van zorg). Figuur 2.1: Gemeente Rhenen. Woonwensen 55-plussers die zelfstandig willen blijven wonen als de gezondheid achteruit gaat 34% In eigen woning 92% Zo lang mogelijk zelfstandig wonen
37% In eigen woning met aanpassingen
29% In een andere woning Bron: Woningmarktonderzoek Companen (2005).
Het overgrote deel van de ouderen in Rhenen die zelfstandig willen blijven wonen als de gezondheid achteruit gaat wil in de eigen woning blijven wonen. Ruim de helft van deze groep geeft aan dat de woning dan wel moet worden aangepast. 29% geeft aan naar een andere (geschiktere) woning te moeten verhuizen. Huisvesting voor andere zorgvragers: gehandicapten en psychiatrische patiënten Ook de huisvesting van gehandicapten en psychiatrische patiënten vraagt aandacht. Voor mensen met een lichte lichamelijke handicap zijn aanpasbare woningen vaak voldoende, voor mensen met een zwaardere handicap is soms intensievere zorg nodig. Tot voor kort woonden velen van hen - met name de verstandelijk gehandicapten - in grote instellingen. Ook deze worden echter de komende jaren ontmanteld. Dan zullen de bewoners een plek moeten krijgen in woonwijken (extramuralisering). Hiervoor moet dus ruimte zijn in het bouwprogramma. Alhoewel deze opgave in Rhenen aanzienlijk kleiner zal zijn dan de huisvesting van ouderen. Conclusies voor woonvormen met zorg: • Als gevolg van verschillende maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen als de vermaatschappelijking van de zorg en extramuralisering, en door de invoering van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning neemt de vraag naar woonvormen met zorg fors toe, zowel voor ouderen (overgrote deel) als gehandicapten en psychiatrische patiënten. • In de gemeente Rhenen zal met name geïnvesteerd moeten worden in het geschikt en verzorgd wonen. • Maar liefst 92% van de 55-plussers wil zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen. Ruim de helft geeft aan dat de woning dan wel moet worden aangepast. En 29% geeft aan naar een andere, geschiktere woning te moeten verhuizen.
2.4.
Zorgvoorzieningen (aanbodkant)
Op het gebied van zorg zijn in de gemeente Rhenen verschillende voorzieningen aanwezig. De grootste zorgaanbieders in het Rhenense zijn De Rijswaarden (verzorgingstehuis De Tollekamp en extramurale zorg voor ouderen), het CMD, De Meent en Heimerstein. Verder zijn er diverse eerstelijnszorgaanbieders (voornamelijk geconcen-
- 18 -
treerd in gezondheidscentra in Rhenen en Elst) zorgaanbieders voor ouderen (Tollekamp, Huis ten Dale, Rhenendael), gehandicapten (Heimerstein) en ex-psychiatrische patiënten (Altrecht-Wier, Rijnstraat). Eerstelijnszorgaanbieders • Zowel in Rhenen als in Elst is een gezondheidscentrum (Nieuwe Veendaalseweg in Rhenen, Oranjestraat in Elst) gevestigd met daarin een keur aan eerstelijnszorgvoorzieningen: een huisartsenpraktijk, het fysiotherapeutisch instituut RhenenElst, maatschappelijk werk, een tandartspraktijk en de thuiszorg. • In de zorgstrip in Rhenen is een apotheek gevestigd (apotheek Deys). In Elst is een uitdeelpost van de apotheek te vinden in het gezondheidscentrum. • In Rhenen zijn zes tandartsen aanwezig, verspreid over de wijken. Ook in Elst is een tandarts (in het gezondheidscentrum), in Achterberg niet. • Zowel in Rhenen als in Elst is er nog een fysiotherapeut, naast het fysiotherapeutisch instituut gevestigd in de gezondheidscentra van Rhenen en Elst. In Achterberg is geen fysiotherapeut. Het huidige Gezondheidscentrum in Rhenen is op zoek naar nieuwe huisvesting. Thuiszorg Thuiszorg wordt in de gemeente Rhenen verleend door het CMD (Centrum voor Maatschappelijke Dienstverlening), De Rijswaarden, Heimerstein (voor verstandelijk gehandicapten) en Curadomi. CMD (Centrum Maatschappelijke Dienstverlening) Het CMD is een organisatie voor thuiszorg en maatschappelijke dienstverlening. Het is een regionale zorgaanbieder met het hoofdkantoor in Veenendaal. In de gemeente Rhenen werkt het CMD vanuit de gezondheidscentra in Rhenen en Elst. De dienstverlening bestaat uit: • Thuiszorg (verpleging, verzorging en huishouding) • Gespecialiseerde verpleging • Algemeen Maatschappelijk Werk • Bureau Schuldhulpverlening • Bureau Sociaal Raadslieden • Gezondheidsondersteunende diensten (maaltijdservice, pedicure, kapper aan huis, opticien en audicien aan huis, administratieve ondersteuning en dergelijke).
Fusie CMD, De Rijswaarden en het Zonnehuis Zorgaanbieders CMD, De Rijswaarden en het Zonnehuis (Doorn) staan op het punt te fuseren. Daarmee komt er een grote regionale zorgaanbieder op de Rhenense markt voor wonenwelzijn-zorg. Binnen deze organisatie zal het huidige CMD de thuiszorg en maatschappelijke taken op zich nemen en de huidige Rijswaarden de zorg voor ouderen in verschillende verpleeg- en verzorgingstehuizen verzorgen.
- 19 -
Zorgaanbieders voor ouderen De Rijswaarden (Locatie: De Tollekamp) Stichting De Rijswaarden biedt zorg aan ouderen in het verzorgingstehuis De Tollekamp (Nieuwe Veenendaalseweg 51). Het pand is in eigendom van de Rhenense Woningstichting, Stichting De Rijswaarden verleent er de zorg. Het complex biedt 90 plaatsen voor beschermd en verzorgd wonen voor ouderen (intramurale plaatsen en aanleunwoningen). Verpleeghuis De Meent biedt in De Tollekamp psychogeriatrische zorg voor ouderen. Tevens wordt vanuit de Tollekamp door De Rijswaarden dienstverlening en zorg aangeboden aan ouderen in Rhenen, variërend van tijdelijke opname, maaltijdverzorging, personenalarmering tot dagactiviteiten voor bewoners uit de wijk in ‘t Hofje (ontmoeting, culturele activiteiten, Meer Bewegen voor Ouderen). Vanuit het project ‘Veilig en Verzorgd Wonen’ kunnen ook bewoners van de wooncomplexen Wilhelminahof, Achterbergsestraatweg en Dokter Stegemanhof in Rhenen in hun eigen huis aanspraak maken op zorgverlening door de Stichting De Rijswaarden. Huis ten Dale De serviceflat Huis ten Dale (Rozenlaan 1) bestaat uit seniorenwoningen in de koopsector waarbij vanuit het complex ontmoetingsruimten en -activiteiten en diverse vormen van dienstverlening aan huis gezamenlijk worden geregeld. Rhenendael Het woonzorgcomplex Rhenendael is in 2002- 2003 nieuwgebouwd. Het complex ligt in de gemeente Rhenen in de bossen tussen Rhenen en Veenendaal en omvat 134 appartementen verdeeld over 4 gebouwen, 30 patiowoningen en een faciliteitencentrum. In dit faciliteitencentrum zijn onder meer paramedische voorzieningen, fysiotherapie, een therapeutisch zwembad en een fitnessruimte aanwezig. De appartementen zijn via een lift bereikbaar en bij het ontwerp van de appartementen en de woningen is rekening gehouden met (toekomstige) zorgbehoeften. De appartementen en woningen zijn ruim opgezet met brede deuren en minimaal drempels. Zo is er ruimte voor een rolstoel of een ziekenhuisbed en zijn aanpassingen vrij gemakkelijk te realiseren. Elke bewoner betaalt via maandelijkse servicekosten ondermeer voor een basispakket zorg: 2 maal per week spreekuur van een ouderenadviseur, alarmering, zorgopvolging, beheerder, mogelijkheid maaltijdvoorzieningen en gebruik faciliteitencentrum. Dit kan indien gewenst worden uitgebreid. Stichting De Rijswaarden biedt voor het woonzorgcomplex Rhenendael de zorg in de vorm van professionele alarmopvolging en -indien gewenst het leveren van AWBZ-zorg en particuliere zorg.
- 20 -
Zorgaanbieders voor gehandicapten Heimerstein is een zorgcentrum voor mensen met een verstandelijke handicap in Rhenen (Cuneraweg). Heimerstein verzorgt hier naast huisvesting en zorg ook dagactiviteiten, begeleid werken, dagbehandelingen en advisering inzake zorg- en dienstverlening. In het zorgcentrum Heimerstein (hoofdlocatie) wonen 148 verstandelijk gehandicapten. Daarnaast wonen 13 cliënten gedeconcentreerd in Rhenen: Molenberg 33-35, Groeneweg 59 en Grebbeweg 125. Zowel de cliënten van de hoofdlocatie als van de gedeconcentreerde woningen met zorg krijgen 24-uurs zorg. Daarnaast verleent Heimerstein nog aan 4 cliënten begeleid zelfstandig wonen. Heimerstein maakt deel uit van Stichting de Opbouw. Naast Heimerstein biedt alleen Philadelphia zorg aan verstandelijk gehandicapten. Dit betreft de dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten in Achterberg (De Schutsluis). Zorgaanbieders voor GGZ-cliënten In WERV-verband werkt de gemeente Rhenen mee aan een regionaal vangnet voor GGZ-cliënten. Als mensen in psychische nood zijn en een gevaar vormen voor zichzelf of hun omgeving, worden zij tijdelijk opgevangen door regionale zorgaanbieders zoals bijvoorbeeld het Leger des heils. Na deze tijdelijke opvang, moeten de GGZ-cliënten weer terug kunnen komen in hun vertrouwde woonomgeving. Hiervoor zijn in de regio lokale vangnetten opgericht. In Rhenen worden hiervoor door de Rhenense Woningstichting 4 woningen gereserveerd. Samen met lokale welzijns- en zorgaanbieders (zoals het CMD en de GGD) zorgt de gemeente Rhenen voor een goede terugkeer van de GGZ-cliënten. Daarnaast is er in Rhenen een voorziening voor begeleid wonen van de Stichting Altrecht-Wier (Rijnstraat 20-22) voor mensen in psychische nood. Dit betreft tijdelijke opvang. Conclusies voor de zorgvoorzieningen: • In Rhenen en Elst zijn de meeste eerstelijnszorgvoorzieningen wel aanwezig. In Achterberg ontbreken dergelijke voorzieningen. De Thuiszorg komt uiteraard wel in Achterberg. • In Rhenen zijn zowel intramurale zorg als diverse vormen van wonen met zorg en aanbieders van extramurale zorg aanwezig. • De nieuw te ontwikkelen zorgstrip biedt kansen om het aanbod van zorg- en welzijnsvoorzieningen in Rhenen te concentreren.
2.5.
Welzijnsvoorzieningen (aanbodkant)
Om als volwaardig burger te kunnen wonen en leven, is een goed ‘welbevinden’ heel belangrijk. Het voor jou juiste welzijnsaanbod kan daarin heel belangrijk zijn: dit betreft onder meer de aanwezigheid van allerlei voorzieningen en diensten en een veilige en toegankelijke woonomgeving. Belangrijke aanbieders in het Rhenense zijn de SWO en de Stichting Sociaal Kultureel Werk, maar ook vele verenigingen, kerken, stichtingen en commerciële aanbieders leveren hieraan een grote bijdrage.
- 21 -
Op het gebied van welzijn brengen we in deze paragraaf de sociaal-culturele voorzieningen (zoals wijkcentra en kerken), winkels en andere vormen van commerciële dienstverlening (postkantoren, banken en dergelijke) en openbare voorzieningen (zoals bibliotheken) in beeld. Sociaal-culturele voorzieningen De kleine kernen Elst en Achterberg hebben beide een dorpshuis: - Dorpshuis Achterberg (Achterbergsestraatweg 184). - Dorpshuis Elst (Rijksstraatweg 164). In de dorpshuizen biedt de SWOR diverse diensten en activiteiten voor 55-plussers aan. Daarnaast zijn verschillende vrijwilligersorganisaties in het dorpshuis gevestigd. Sociaal-culturele centra gericht op Wijkcentrum Rhenen-Hoog specifieke doelgroepen zijn: - ‘t Trefpunt (Eikenlaan 46) in Rhenen: het dienstencentrum van de Stichting Welzijn Ouderen. - De Westpoort (Veerweg 1) in Rhenen: het dienstencentrum van de Stichting Sociaal Kultureel Werk Rhenen. - t Honk (Zwarteweg 99): een jongerencentrum voor jongeren in de leeftijd van 11 tot 20 jaar. Het is een ontmoetingsplaats na school en verder zijn er activiteiten op het gebied van voorlichting, vorming, ontmoeting en ontspanning. - Wijkcentra De Hoeksteen (K.E.-plantsoen) en Rhenen Hoog (Anjerlaan 1): beide verenigingsgebouwen van de Nederlandse Hervormde Gemeente. Stichting Sociaal Kultureel Werk Rhenen (Westpoort) De Stichting Sociaal Kultureel Werk Rhenen voert haar werkzaamheden uit in het gebouw De Westpoort en het gebouw 't Honk. In de Westpoort vinden sociaal culturele activiteiten plaats voor kinderen van 6 tot 12 jaar, voor volwassenen en voor vrouwen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Tevens is er elke dinsdagavond een inloopspreekuur van de Rechtswinkel waar men gratis juridisch advies kan krijgen. 't Honk is een jongerencentrum voor jongeren in de leeftijd van 11 tot 20 jaar. Het is een ontmoetingsplaats na school en verder zijn er activiteiten op het gebied van voorlichting, vorming, ontmoeting en ontspanning. Stichting Welzijn Ouderen Rhenen De SWO Rhenen, gevestigd in ’t Trefpunt te Rhenen, verzorgt diverse activiteiten voor 55-plussers zoals: • Sociaal-culturele activiteiten: zoals een soos, gezamenlijke maaltijden bij de Open Tafel, bingo, kaarten en schaken. • Meer bewegen voor ouderen: zoals gymnastiek, oefeningen in het water, ontspannend bewegen. • Dienstverlening voor ouderen: zoals Tafeltje-dek-je, ouderenadvisering aan huis, ondersteuning mantelzorg, klusjesdienst, boodschappendienst, pedicure, kapper, van deur tot deur vervoer, personenalarmering.
- 22 -
Om dit te realiseren voert de SWO Rhenen regelmatig overleg met diverse hulpverlenende instellingen over bestaande voorzieningen en de opzet van nieuwe voorzieningen. In het maandelijkse informatieblad ‘De Cirkel’ worden geïnteresseerden op de hoogte gehouden. Bibliotheek In Rhenen is een openbare bibliotheek gevestigd. In Elst heeft deze een vestiging in het Dorpshuis. Vrijwilligerscentrale Rhenen De vrijwilligerscentrale (gevestigd in de bibliotheek te Rhenen) biedt hulp en ondersteuning aan alle vrijwilligers in Rhenen. Ook bemiddelt de centrale in vrijwilligerswerk en is er een vacaturebank voor vrijwilligerswerk. Winkelvoorzieningen en commerciële dienstverlening • In Rhenen is een postkantoor aanwezig. In de nabije toekomst zal dit postkantoor weggaan en komt er een TPG Post Servicepunt in de DA drogisterij. In Elst is ook een TPG Post Servicepunt gevestigd in de drogisterij. • In Rhenen zijn de meeste winkels en dergelijke geconcentreerd rond de Frederik van de Paltshof / Herenstraat en de Molenstraat. Daarnaast is er een winkelstrip voor dagelijkse boodschappen in Rhenen-Noord. • In Elst zijn verschillende winkels aanwezig, geconcentreerd rond de Schoolweg. Bibliotheek te Rhenen • In Achterberg zijn geen winkelvoorzieningen, banken of andere commerciële voorzieningen. Openbaar vervoer Rhenen heeft een treinstation. Vanaf dit station is er dagelijks tussen 6.00 uur en middernacht een halfuursdienstregeling van en naar Utrecht Centraal Station. Vanuit Rhenen zijn er diverse busverbindingen: • Overdag rijdt twee keer per uur een bus richting Utrecht CS en twee keer per uur een bus richting Arnhem CS (onderweg doet de bus ook het busstation van Wageningen aan). Deze lijnen volgen de Utrechtsestraatweg en in het verlengde daarvan de Herenstraat. • Een buslijn vanuit Nieuwegein via een lus door Elst langs Rhenendael naar Veenendaal. • Een busdienst tussen Wageningen Busstation en Kesteren Station NS / Tiel Station NS. • Een buslijn van Wageningen Busstation naar Amersfoort Station NS via Rhenen. Vanaf het centrum van Rhenen rijdt deze bus in de richting van Veenendaal en doet hiermee ook het noorden van Rhenen en de treinstations in Veenendaal aan.
- 23 -
Inwoners van de gemeente Rhenen kunnen gebruik maken van regiotaxi ‘De Vallei’; voor mensen met een functiebeperking geldt in het kader van de WVG een gereduceerd tarief. Ritten moeten altijd beginnen of eindigen in de gemeenten Rhenen, Barneveld, Ede, Veenendaal of Wageningen, met een bereik van maximaal vijf openbaar vervoerszones. De Stichting Welzijn Ouderen biedt van deur-tot-deur vervoer aan voor 55-plussers in de gemeente Rhenen (vorm van collectief vraagafhankelijk vervoer). De bus rijdt van maandag tot en met vrijdag van 8.30-17.00 uur in een straal van 15 km in de omtrek. Naar Bennekom en Ede wordt uitsluitend gereden wanneer het vervoer naar zorgvoorzieningen betreft die niet op een andere manier gefinancierd wordt. Het vervoer vindt plaats met een 8 persoonsbusje, voorzien van extra instaptrede en rolstoellift. De bus wordt gereden door een vrijwilliger, samen met een vrijwillige begeleid(st)er. Conclusies voor de welzijnsvoorzieningen: • In de kernen Rhenen, Elst en Achterberg zijn wijkcentra en dorpshuizen aanwezig, waar de Stichting Welzijn Ouderen en de Stichting Sociaal-Kultureel Werk diverse welzijnsactiviteiten aanbieden. Daarnaast zijn hier verschillende vrijwilligersverenigingen gevestigd. • Elst en vooral Rhenen hebben verder een divers aanbod aan winkels, banken en andere openbare voorzieningen al zijn deze binnen de kern Rhenen sterk geconcentreerd rond de Frederik van Paltshof en in Rhenen-Noord. In Achterberg zijn geen winkels, banken of andere voorzieningen. • In Rhenen is een treinstation en deze kern en de kern Elst worden door diverse buslijnen aangedaan. Met het openbaar vervoer zijn (bus)stations in Utrecht, Arnhem, Veenendaal, Tiel, en Wageningen bereikbaar. De kern Achterberg kent geen openbaar vervoerdiensten. In alle kernen kan men gebruik maken van de regiotaxi en het deur-tot-deur vervoer voor 55-plussers van de SWO.
2.6.
Vraag naar diensten aan huis
Door bepaalde diensten aan huis aan te bieden, kunnen zorgvragers langer zelfstandig in de eigen woning blijven wonen. In het woonwensenonderzoek is onder 55-plussers gevraagd aan welke welzijns- en zorgdiensten men behoefte heeft en van welke dienst men reeds gebruik maakt. Het volgende blijkt uit het woonwensenonderzoek: • Onder ouderen wordt vooral veel gebruik gemaakt van huishoudelijke hulp: 48% van de 75-plussers maakt reeds gebruik van huishoudelijke hulp en nog eens 31% denkt er in de toekomst behoefte aan te hebben, onder 55-74-jarigen ligt dit percentage op 29%. • Onder 75-plussers is er veel behoefte aan alarmering.
- 24 -
3. Visie op wonen, welzijn, zorg De gemeente Rhenen en de betrokken woon-, welzijn- en zorgpartijen vinden het belangrijk dat verschillende bevolkingsgroepen, jong en oud, rijk en arm, starters en zorgvragers op een prettige manier samen kunnen wonen in Rhenen. Daarnaast willen de betrokken partijen dat zorgvragers nu en in de toekomst de zorg en het welzijn krijgen waaraan zij behoefte hebben. Het wonen-welzijn-zorg voor de groep zorgvragers (veelal ouderen in het Rhenense) moet goed geregeld worden. Om dit voor nu en in de toekomst te realiseren, zijn een viertal beleidsambities uitgesproken die samen de kern van deze visie op wonen, welzijn en zorg vormen. Hierbij zijn keuzes gemaakt: er zijn doelgroepen waar meer aandacht aan wordt besteed (zoals starters op de koopmarkt, zorgvragers en ouderen) en doelgroepen waarvan wij denken dat zij zichzelf kunnen bedruipen en geen specifiek beleid nodig is. We gaan in deze visie uit van een integrale benadering van wonen-welzijn-zorg. U treft hierbij dus geen welzijnsvisie of zorgvisie aan, welzijn en zorg zijn met elkaar en met het wonen in relatie gebracht.
De vier centrale beleidsambities van deze visie betreffen: 1. Autonome groeiambitie met betrekking tot het kwantitatief woningbouwprogramma (paragraaf 3.1). 2. Meer ruimte voor starters op de woningmarkt (paragraaf 3.2). 3. Inspelen op veranderende behoeftes van zorgvragers (ouderen, gehandicapten, ggzcliënten) (paragraaf 3.3). Daarbij kiezen we voor twee sporen: - zorgvragers faciliteren om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen (paragraaf 3.4); - bij nieuwbouw optimaal inzetten op het ontwikkelen van woonvormen voor zorgvragers (paragraaf 3.5). 4. Een samenhangend welzijnsbeleid en -veld (paragraaf 3.6).
3.1.
Autonome groeiambitie, afgestemd op de lokale behoefte
Er verandert veel op de woningmarkt. De vraag naar woningen wijzigt doordat de bevolkingssamenstelling verandert (minder jongeren en meer ouderen), er steeds meer verschillende samenlevingsvormen zijn (minder gezinnen en meer alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens) en de wensen van burgers veranderen. Er bestaat behoefte aan woonkwaliteit: mensen vragen steeds meer ruimte en gebruiksgemak van de woning, zowel in de huur- als in de koopsector. Wonen is ook meer dan de woning alleen. Ook aan de woonomgeving worden hoge eisen gesteld. Dit geldt zowel voor de fysieke als de sociale kwaliteit van de woonomgeving. In het woonwensenonderzoek is gevraagd naar de waardering van inwoners van de gemeente Rhenen over de woning en de woonomgeving. In figuur 3.1 en 3.2 staan de resultaten.
- 25 -
De volgende zaken vallen op: • Voor de woning worden de verschillende kwaliteitsaspecten in de gemeente Rhenen zeer gunstig beoordeeld. De score is gemiddeld ruim boven een 7. Opvallend minder scoort bij de waardering van de woning de prijs-kwaliteitverhouding. Met name 55plussers zijn hier kritisch op. Een verklaring hiervoor kan gevonden worden in het feit dat de huizenprijzen enorm gestegen zijn de afgelopen jaren. • Bij de waardering van de woonomgeving zijn de scores over het algemeen wat minder positief dan de scores voor de woning. Maar de woonomgeving algemeen scoort nog altijd gemiddeld een 7,5. Opvallend laag scoren de speelvoorzieningen: gemiddeld een 3,5 (met name 55-plussers geven speelvoorzieningen een dikke onvoldoende; wellicht komt dit omdat ouderen hiermee de overlast die zij ervaren van rondhangende jeugd tot uitdrukking brengen). Figuur 3.1: Gemeente Rhenen. Waardering kwaliteitsaspecten woning
Prijs-kwaliteitverhouding Uitrustingsniveau badkamer Geluidsisolatie Onderhoudsstaat Uitrustingsniveau keuken Aantal slaapkamers Tuin/balkon Grootte woonkamer Woning algemeen 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Bron: Woningmarktanalyse, mei 2005. Figuur 3.2: Gemeente Rhenen. Waardering kwaliteitsaspecten woonomgeving
Speelvoorzieningen Parkeervoorzieningen Verkeersveiligheid Groenvoorzieningen Afstand tot winkels Contact/sfeer buurt Woonomgeving algemeen 0
1
2
3
Bron: Woningmarktanalyse, mei 2005.
- 26 -
4
5
6
7
8
Conclusie: Uit het woonwensenonderzoek blijkt dat inwoners over het algemeen erg tevreden zijn over hun woning en woonomgeving en daarmee over de leefbaarheid in de gemeente Rhenen. De rust, het groen, het water en de ‘Rhenense schaal’ worden als positief ervaren. Het is belangrijk deze woonkwaliteit te behouden. Deze wens tot behoud verhoudt zich niet met schaalvergroting en daarom is gekozen voor een autonome groeiambitie: dat wil zeggen een kwantitatief woningbouwprogramma dat is afgestemd op de huidige en in de toekomst te voorziene lokale behoefte. Dit betekent dat Rhenen de komende decennia niet fors wil groeien maar gestaag wil uitbreiden met een accent op het investeren in de kwaliteit van het wonen: het oplossen van knelpunten op de woningmarkt en het zoeken naar kansen en nieuwe mogelijkheden. Voor alle duidelijkheid: dit betekent ook niet dat Rhenen ‘alleen bouwt voor haar eigen bevolking’. De koopmarkt (zo’n 70% van de totale woningvoorraad in de gemeente Rhenen!) is immers een vrije markt; iedereen mag een huis kopen in Rhenen, men hoeft geen binding te hebben. Echter, het aantal woningen dat gebouwd gaat worden is niet afgestemd op een forse groei maar op de behoefte van de lokale bevolking. Aantal te realiseren woningen Uitgaande van de autonome groeiambitie moeten er tot 2015 490-506 woningen bij gebouwd worden. Dat wil zeggen gemiddeld 50-55 woningen per jaar. Met dit woningbouwprogramma kan voldaan worden aan de lokale, eigen behoefte. Hiermee is rekening gehouden met een groeiende woningbehoefte enerzijds vanwege de te verwachten huishoudenontwikkeling (steeds kleinere huishoudens) en anderzijds de extramuralisering. Qua soorten woningen, wordt zo veel mogelijk aangesloten op de bestaande bebouwing. Nieuwbouw wordt qua sfeer en uitstraling zoveel mogelijk aangepast op de locatie en de bestaande woningvoorraad op die plek. Zo zal er ook gekeken worden naar zowel de mogelijkheden van laagbouw als van hoogbouw, op een gebiedsgerichte wijze (passend binnen de omgeving). Conclusie: Tot 2015 bouwen wij gemiddeld 50-55 nieuwe woningen per jaar. Dit aantal is afgestemd op de lokale, eigen behoefte. Qua soorten woningen wordt zo veel mogelijk aangesloten op de bestaande bebouwing. Afhankelijk van de locatie behoort zowel laagbouw als hoogbouw tot de mogelijkheden.
3.2.
Meer ruimte voor starters op de woningmarkt
Starters op de woningmarkt zijn vooral jongeren. Uit migratiecijfers blijkt dat met name deze groep wegtrekt uit de gemeente Rhenen. In tabel 3.1 hebben we de migratiecijfers naar leeftijd tussen 1999 en 2003 weergegeven: in die periode zijn 192 personen tussen 15 en 24 jaar uit Rhenen weggetrokken.
- 27 -
Tabel 3.1: Gemeente Rhenen. Binnenlandse migratie naar leeftijd, 1999-2003 Vestiging
Vertrek
0-14 jaar
586
511
75
15-24 jaar
755
947
-192
25-49 jaar
1.689
1.477
212
50-64 jaar
390
276
114
65+ Totaal
Saldo
268
354
-86
3.688
3.565
123
Bron: Woningmarktanalyse, mei 2005.
Jongeren hebben verschillende redenen om Rhenen te verlaten: ze gaan weg vanwege een opleiding, er is te weinig passende werkgelegenheid, er zijn geen voorzieningen voor jongeren, ze vinden geen geschikte woningen of ze vinden de wachttijden voor een geschikte huurwoning te lang. Om jongeren ‘vast te houden’ in de gemeente Rhenen zal dus op meerdere terreinen geïnvesteerd moeten worden. Het bouwen van geschikte woningen voor starters is slechts één van de oplossingen. Daarnaast zal er gekeken moeten worden naar het aanbod van jongerenvoorzieningen, passende werkgelegenheid, uitgaansgelegenheden en opleidingsmogelijkheden. Tenslotte moeten we ons realiseren dat er altijd jongeren zullen zijn die wegtrekken uit Rhenen. Het beleid moet gestoeld zijn op het vasthouden van die jongeren die graag in Rhenen willen blijven wonen. Hiervoor zal naar creatieve mogelijkheden worden gekeken. Voorbeelden: het ontwikkelen van een bedrijfsverzamelgebouw voor startende, jonge ondernemers of het organiseren van een disco in een bestaand gebouw. Beleid voor starters op de woningmarkt Het uitgangspunt voor het beleid ten aanzien van starters op de woningmarkt is dat als starters in Rhenen willen wonen, dat mogelijk moet zijn met voldoende keuzemogelijkheden. Tegelijkertijd beseffen we terdege dat bepaalde groepen jongeren de gemeente zullen verlaten om hun heil elders te zoeken, of er nu geschikte woningen zijn of niet. Waar het in het beleid om gaat, is het bieden van keuzemogelijkheden voor jongeren die in Rhenen willen blijven wonen. Om de knelpunten op de woningmarkt voor starters tegen te gaan, volgen we drie sporen: 1. Nieuwbouw in de huursector In de sociale huursector hebben doorstromers (huren reeds een woning) voorrang op starters (huren nog geen woning) bij het reageren op woningen. Doordat er veel animo is voor met name eengezinswoningen, komen starters daarvoor nauwelijks aan bod. Dit geldt in mindere mate voor meergezinswoningen omdat die minder gewild zijn. De reden voor dit beleid is de krapte op de huurwoningmarkt in Rhenen: er zijn lange wachttijden waardoor het ‘eerlijker’ is om woningen aan doorstromers aan te bieden dan aan starters. Aan dit woonruimteverdelingsysteem wil de gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting voorlopig vasthouden. In het perspectief van de steeds nauwere samenwerking in het WERV-verband (Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal) kan dit mogelijk veranderen omdat de andere woningcorporaties niet zo’n dergelijke keus hebben gemaakt. Momenteel is de Rhenense Woningstichting hierover in gesprek met de gemeente Rhenen.
- 28 -
Uit de praktijk blijkt dat er niet zo zeer behoefte is aan goedkope meergezinswoningen zonder lift (die zijn moeilijker verhuurbaar), maar aan kwalitatief goede woningen in de meergezins- én eengezinssector. Door te investeren in de kwaliteit van de sociale huursector, komt ook de doorstroming op gang waardoor er ruimte voor starters op de huurwoningmarkt wordt gecreëerd (zie punt hierna). 2. Bevorderen doorstroming Als gevolg van doorstroming op de woningmarkt, kunnen er woningen vrij komen die geschikt zijn voor starters. De doorstroming kan in Rhenen op gang worden gebracht door met name te investeren in levensloopbestendige woningen geschikt voor ouderen (multifunctionele woningbouw). De ouderen die nu in de eengezinswoningen wonen, zullen dan verhuizen naar die woningen waardoor er een verhuisketen op gang zal komen waarvan uiteindelijk ook de starter profijt zal hebben. 3. Bereikbaar maken van de koopsector De huidige woningmarkt in Rhenen is erg duur. Slechts 12% van de voorraad ligt in een prijsklasse onder € 175.000 (logischerwijs kunnen we veronderstellen dat een groot deel hiervan huurwoningen betreft in bezit van de Rhenense Woningstichting) en maar liefst 62% van de voorraad ligt tussen € 175.000 en € 350.000 (dit betreft voornamelijk koopwoningen). Zie tabel 3.2. Tabel 3.2: Gemeente Rhenen. Huidige woningvoorraad naar prijsklasse
Prijsklasse1: < € 175.000 € 175.000 – 350.000 € 350.000 – 600.000 > € 600.000 Totaal
Percentage 12% 62% 17% 9% 100%
Bron: Woningmarktanalyse, mei 2005.
Hieruit blijkt dat voor veel starters een koopwoning onbereikbaar is. Onder starters is er veel behoefte aan betaalbare eengezinswoningen onder € 200.000. Om de koopwoningmarkt toch bereikbaar te houden voor starters zijn er in den lande verschillende initiatieven genomen. De gemeente Rhenen wil deze ontwikkelingen volgen. Voorbeelden van koopvarianten en manieren om de koopsector voor starters bereikbaar te maken zijn: • Koopgarant (moderne versie van Maatschappelijk Gebonden Eigendom). Dit zijn koopwoningen die door een woningcorporatie onder de marktwaarde aan bijvoorbeeld starters worden aangeboden. Mocht de eigenaar de woning willen verkopen, dan moet hij de woning in eerste instantie verplicht aan de woningcorporatie aanbieden. De woningcorporatie heeft ook een terugkoopplicht. De verkoopprijs wordt bij doorverkoop bepaald door taxatie van de marktwaarde op dat moment. Het verschil tussen deze nieuwe marktwaarde en de waarde bij eerste verkoop wordt gedeeld door de eigenaar en de intermediair. Tevens wordt in de regeling vastgelegd dat de woning vervolgens weer als Koopgarant-woning met korting zal worden verkocht. Bij een eventuele volgende doorverkoop zal weer dezelfde constructie worden toegepast. Door deze constructie blijft de woning ook na de eerste verkoop beschikbaar voor de 1
We hanteren hierbij marktwaarden.
- 29 -
doelgroep (bijvoorbeeld starters). Maar het vraagt wel om een grote mate van betrokkenheid en medewerking van de woningcorporatie, die als (door)verkopende en terugkopende partij optreedt. Tevens moeten er goede afspraken komen over besteding van eventuele winsten. • KoopGoedkoop. Bij deze koopvariant worden de woning en de grond gesplitst. Alleen voor de prijs van de woning wordt door de koper een hypotheek afgesloten. Voor het gebruik van de grond, betaalt men huur aan de woningcorporatie. Deze ‘grondhuur’ loopt in tien jaar tijd op van 0% tot 100%. De huurlasten voor deze ‘grondhuur’ komen boven op de hypotheeklasten van de woning. Het aantrekkelijke van KoopGoedkoop is dat men de eerste tien jaar niet de volledige ‘grondhuur’ betaalt, met name in de eerste jaren levert dit een voordeel op voor de maandelijkse woonlasten. • Cascobouw. Hierbij wordt een nieuwbouwwoning niet geheel afgebouwd opgeleverd. Kopers hebben zelf de keus in het afbouwen van de woning en welke prijs men daarvoor wil (en kan) betalen. De eerste koper kan de woning tegen een relatief lage prijs aanschaffen. Daarmee is de woning bereikbaar voor de doelgroep starters, uiteraard afhankelijk van kwaliteit en grootte van de woning. • Startersleningen. De gemeente Rhenen heeft reeds ervaring met een gemeentelijk fonds waaruit startersleningen betaald kunnen worden (onder andere in AchterbergWest). Bij nieuwbouwprojecten zal de gemeente kijken in hoeverre startersleningen ingezet kunnen worden. • Mogelijkheden verkennen om de grondpolitiek aan te passen aan de doelgroep starters. Hierbij kun je denken aan een lagere grondprijs op bepaalde locaties voor de realisering van goedkope starterswoningen in de koopsector. Het flexibel omgaan met de grondprijs biedt mogelijkheden om bepaalde soorten woningen goedkoper te kunnen bouwen. Conclusie: Uitgangspunt van ons woonbeleid is dat starters die in Rhenen willen blijven wonen, daarvoor voldoende mogelijkheden moeten hebben. Op de woningmarkt creëren wij ruimte voor starters door: Kwalitatieve nieuwbouw in de huursector. Bevorderen van doorstroming op de woningmarkt, met name door te investeren in levensloopbestendige / multifunctionele huisvesting (uiteraard geschikt voor ouderen). Bereikbaar maken van de koopsector; koopgarant, koopgoedkoop, cascobouw, startersleningen, grondpolitiek.
3.3.
Doelgroep zorgvragers (ouderen, gehandicapten, GGZ-cliënten)
Zorgvragers hebben specifieke behoeften op het gebied van wonen-welzijn-zorg. In Rhenen vormen ouderen verreweg de grootste groep zorgvragers. Daarnaast hebben we het over lichamelijk en verstandelijk gehandicapten en GGZ-cliënten. Als gevolg van enerzijds de vergrijzing en anderzijds de vermaatschappelijking van de zorg, waarbij grootschalige zorginstellingen steeds meer gedeconcentreerd zorg aanbieden, blijven steeds meer zorgvragers zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen. Hierdoor ontstaat er
- 30 -
behoefte aan welzijn en zorg op maat, aan huis en in de wijk, en aan specifieke zorgwoningen. Alle partijen vinden het belangrijk om in te spelen op de vraag en de behoeftes van zorgvragers. Uitgangspunt daarbij is dat mensen die dat willen, zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De zorg (en welzijn / dienstverlening) moet in dat geval bij de mensen thuis kunnen worden gebracht, dan wel vlak in de buurt worden aangeboden. Hoewel sommige partijen het wel zodanig benoemen, denken wij toch dat het een utopie is dat elke vorm van zelfs zware zorg in alle omstandigheden aan elk huis kan worden gebracht. Je ontkomt er niet aan dat mensen met bepaalde zorg- en / of welzijnsvragen toch zullen ‘moeten’ verhuizen. Dat betekent dat er een aanbod van geschikte huisvesting rondom voorzieningenconcentraties van haal- en brengdiensten moet komen. Zodoende gaan we in deze visie uit van een twee sporen beleid: • Enerzijds faciliteren we ouderen en zorgvragers om zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen wijk, in de eigen woning te kunnen wonen (paragraaf 3.4). • Anderzijds zal er een clustering van woonvormen voor zorgvragers bij voorzieningen gerealiseerd worden. Herstructurering en nieuwbouw zal hiervoor kansen bieden (paragraaf 3.5).
3.4.
Eerste spoor: Zelfstandig thuis blijven wonen
Uitgangspunt bij dit spoor is dat het mogelijk moet zijn dat mensen lang zelfstandig thuis kunnen blijven. Als we kijken naar de grootste groep zorgvragers, de ouderen, blijkt dat maar liefst 92% van de 55-plussers aangeeft zo lang mogelijk zelfstandig te wonen, zelfs als de eigen gezondheid of die van de partner achteruitgaat (woonwensenonderzoek 2005). Natuurlijk weten we dat deze vraag pas goed beantwoord kan worden als mensen daadwerkelijk met een zorgbehoefte te maken krijgen, maar de uitkomst laat wel zien wat men als ideaalplaatje beschouwt. Haal- en brengdiensten Om ouderen en zorgvragers te faciliteren om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, zijn een aantal zaken van belang. We maken daarbij onderscheid tussen haal- en brengdiensten: • Haaldiensten zijn alle activiteiten en diensten waarvoor mensen letterlijk hun huis uit moeten. Denk daarbij aan een bijeenkomst in het wijkcentrum, het bijwonen van een cursus, een koffie-uurtje in het buurthuis, een bezoek aan de bibliotheek, een bezoek aan een huisarts, tandarts of fysiotherapeut maar ook aan sporten, winkelen en uitgaan. • Brengdiensten zijn alle activiteiten en diensten waarvoor mensen letterlijk in huis blijven. Denk daarbij aan de thuiszorg, de huishoudelijke hulp die thuis komt schoonmaken, de klussendienst, de strijkservice, de boodschappendienst, huisbezoeken van een ouderenadviseur maar ook aan winkelen bij postorderbedrijven, pizzabezorging aan huis en de bibliobus. Beide diensten zijn essentieel voor ouderen / zorgvragers die zelfstandig thuis wonen. Haaldiensten stimuleren de betreffende persoon zijn huis uit te komen, actief te blijven en in contact te blijven met anderen. De mobiele senior/zorgvrager kan dat op eigen
- 31 -
gelegenheid, voor de minder mobiele mens ligt dat lastiger. Een goed functionerend deurtot-deurvervoer is voor deze groep belangrijk. Brengdiensten bieden de oudere/zorgvrager essentiële hulp bij het zelfstandig blijven wonen. Dit is minder gericht op het stimuleren van activiteiten en ontmoeting, zoals haaldiensten, maar vooral op het bieden van faciliteiten om beperkingen op te vangen.
Aanbod van haaldiensten in Rhenen Ontmoetingsplekken Mogelijkheden om elkaar te ontmoeten, om deel te nemen aan activiteiten, om sociale contacten te onderhouden: allemaal essentiële zaken voor het welbevinden van iedereen, en dus ook van zorgvragers. Tal van voorzieningen kunnen hieraan bijdragen: winkels, een bankje in het park, een gezellig plein, maar ook wijkcentra en ruimtes bij (commerciële) voorzieningen. De praktijk leert dat dergelijke ruimtes/centra vaak lang niet optimaal worden benut, zowel kwantitatief als kwalitatief. In Rhenen zijn diverse ontmoetingsplekken: • In Achterberg en Elst vervullen de dorpshuizen een functie als ontmoetingsplek. In Rhenen zijn twee wijkcentra (De Hoeksteen en Rhenen Hoog) die een dergelijke functie vervullen. • Daarnaast biedt de SWO Rhenen (’t Trefpunt) en de Stichting SociaalKultureel Werk (De Westpoort) diverse welzijnsactiviteiten aan voor jong en oud. De SWOR werkt daarbij ook Het bankje als ontmoetingsplek vanuit de dorpshuizen in Elst en Achterberg. • Ook de openbare bibliotheek vormt een ontmoetingsplek. • Tenslotte zijn er de informele ontmoetingsplekken als winkelcentra, vrijwilligersverenigingen en sport- en culturele verenigingen. Hiermee zijn er op zich voldoende ontmoetingsplekken. Wel vinden we het belangrijk dat er ook voldoende informele ontmoetingsplekken zijn, waar zorgvragers en ouderen elkaar kunnen treffen en een praatje maken, zonder dat dat in verenigingsverband plaatsvindt. Dergelijke informele ontmoetingsplekken moeten een uitnodigend en aantrekkelijk karakter hebben en de huidige wijkgebouwen bieden hiervoor eigenlijk te weinig mogelijkheden. Om te komen tot aantrekkelijke informele ontmoetingsplekken, zien we de volgende aanknopingspunten: - In Rhenen biedt de nieuwbouw van de Nieuwe Tollekamp mogelijkheden, ook een nieuw gebouw van de SWO kan dit doel dienen. - In Elst biedt het nieuw te bouwen multifunctioneel centrum mogelijkheden. Tijdens de bewonersavond gaven verschillende bewoners aan dat het huidige dorpshuis niet als informeel ontmoetingsplek fungeert. Enerzijds omdat het gebouw zelf niet uitnodi-
- 32 -
-
-
gend en aantrekkelijk is om zo maar even langs te komen om een praatje met mensen te maken. Anderzijds heeft ook het zittende bestuur weinig in informele ontmoeting geïnvesteerd en biedt het dorpshuis eigenlijk alleen onderdak aan een aantal verenigingen. Het nieuw te bouwen multifunctioneel centrum biedt wel mogelijkheden hiertoe. Daarbij is het van belang dat het multifunctioneel gebouw voldoende aantrekkelijk en uitnodigend is qua sfeer en uitstraling (architectuur), en dat er ook eenmalige activiteiten plaatsvinden in het gebouw. Te denken valt aan muziekuitvoeringen, toneelstukken, tentoonstellingen, maar bijvoorbeeld ook de intocht van Sinterklaas en een leestafel met een kopje koffie of thee in (of bij) de bibliotheek. In Achterberg functioneert het dorpshuis als informele ontmoetingsplek in het dorp. Ook de nieuw te bouwen winkelvoorziening met daarboven woningen, biedt mogelijkheden doordat er een algemene ruimte in het plan wordt meegenomen waar in eerste instantie de bewoners, maar zeker ook alle Achterbergers, elkaar kunnen ontmoeten. Tijdens de bewonersavond beaamden bewoners deze wens voor een informele ontmoetingsplek bij het te bouwen complex, naast het reeds bestaande en goed functionerende dorpshuis. In alle drie de kernen moeten we de functie van de kerk niet onderschatten. Ook zij bieden informele ontmoetingsplekken aan voor de burgers in de gemeente Rhenen.
Naast deze dorpshuizen, wijkgebouwen en de Nieuwe Tollekamp, is er de mogelijkheid om te investeren in algemene ruimte bij nieuw te bouwen woningen voor zorgvragers en ouderen. Deze algemene ruimten kunnen dienen als informele ontmoetingsplek voor bewoners uit het complex èn buurtbewoners. Daarnaast biedt de ruimte mogelijkheden voor welzijns- en zorgvoorzieningen. Daarbij is samenwerking tussen woon-, welzijns- en zorgpartijen essentieel (zie verder paragraaf 3.5, kopje samenwerking tussen partijen essentieel). De Rhenense Woningstichting heeft reeds ervaring met het bouwen van dergelijke algemene ruimten. Steunpunten in de wijk Naast ontmoetingsmogelijkheden in de eigen wijk hebben ouderen / zorgvragers die zelfstandig thuis wonen, ook behoefte aan wijksteunpunten en multifunctionele accommodaties met haal- en brengdiensten. Dit heeft een sterke relatie met het tweede spoor (clustering woonvormen voor zorgvragers) omdat geschikte woningen voor ouderen bij voorkeur dichtbij dergelijke voorzieningen moeten zijn. Zeker voor ‘oudere ouderen’ geldt dat de mobiliteit veelal gestaag afneemt en dat zij dan meer behoefte krijgen aan ontmoetingsmogelijkheden in of direct om het huis of complex waar zij wonen. Deze voorzieningen hebben echter ook een uitstraling naar de rest van de wijk: alle bewoners uit de wijk kunnen er gebruik van maken. In het tweede spoor van deze paragraaf wordt dit nader uitgewerkt. Winkelvoorzieningen Mensen hebben winkels nodig om: - hun (dagelijkse) boodschappen te kunnen doen; - elkaar te ontmoeten, sociale contacten te hebben. Het is belangrijk voor mensen met een kleine actieradius als ouderen en gehandicapten dat winkels dichtbij hun woning zijn. Als dat niet het geval is, kan een boodschappendienst de functie van dagelijkse boodschappen overnemen (de haaldienst wordt dan een
- 33 -
brengdienst). Voor de functie ontmoeting ligt dat natuurlijk anders. In kleine kernen trekken winkels steeds vaker weg en de praktijk laat zien dat ‘behoud van kleinere winkels’ een vrijwel onmogelijke opdracht is voor in elk geval kernen als Elst en Achterberg. In het centrum van Rhenen is dat anders, daar zijn volop winkels te vinden en ook het wijkwinkelcentrum Rhenen-Noord loopt goed. En ook in Achterberg zien we een ontwikkeling waarin er plannen zijn om een supermarkt te ontwikkelen met daarbij een aantal andere winkelvoorzieningen (kapper) en woningen met een algemene ruimte. Eerstelijnszorgvoorzieningen Eerstelijnszorg moet goed georganiseerd zijn. Steeds vaker leidt dit tot een clustering van eerstelijnszorg in een gezondheidscentrum. Ook in Rhenen is dat het geval: in de kernen Rhenen en Elst is een gezondheidscentrum gevestigd met daarin een huisartsenpraktijk, fysiotherapeut, maatschappelijk werk, een tandartspraktijk en het kantoor van de thuiszorg. In Elst is er bovendien een uitgiftepunt van de apotheek gevestigd in het gezondheidscentrum (in Rhenen zit de apotheek bijna naast het gezondheidscentrum). In principe hoeft de eerstelijnszorg niet dichtbij de zorgvragers te zitten (een huisarts komt naar de patiënt toe als die niet meer naar hem kan komen, dat geldt tot op zekere hoogte ook voor de apotheek), maar toch wordt de nabijheid van dergelijke voorzieningen door zorgvragers (en zeker mensen met een intensieve zorgvraag) doorgaans wel als prettig ervaren. Warme maaltijddiensten (zowel een haal- als brengdienst) Voor veel ouderen en zorgvragers is het bereiden van een warme maaltijd elke dag weer een hele opgave. Daarom bieden verschillende organisaties maaltijddiensten aan. Maaltijddiensten zijn er in verschillende vormen: • Als brengdienst: het bezorgen van diepvriesmaaltijden die de mensen alleen nog maar hoeven op te warmen in de magnetron en warme maaltijden die thuis worden bezorgd (Tafeltje dekje). De SWOR en de Stichting Rijswaarden bieden dergelijke maaltijddiensten aan. • Als haaldienst: Open tafels waarin meerdere mensen gezamenlijk een warme maaltijd nuttigen. De SWOR (2 maal per maand in ’t Trefpunt in Rhenen, 1 maal per maand in het dorpshuis in Elst), De Rijswaarden (vanaf 1 oktober 2 maal per week in de Tollekamp, niet alleen voor de bewoners uit de Tollekamp maar voor alle Rhenenaren) en de samen-op-weg-kerken (Hoeksteen) bieden alle drie open tafels aan. De open tafels dienen niet alleen een gezondheidsfunctie, maar zeker ook een sociale functie (ontmoeting, contact). Voorwaarden voor het goed functioneren van haaldiensten Hoeveel voorzieningen er ook zijn, ze schieten hun doel voorbij op het moment dat ze niet bereikbaar of toegankelijk zijn voor zorgvragers. • Toegankelijkheid: mensen met rollators, rolstoelen maar ook gewoon mensen die wat minder goed ter been zijn, moeten zo veel mogelijk overal naartoe kunnen gaan (toegankelijkheid openbare ruimte) en overal in kunnen (toegankelijkheid eigen woning, voorzieningen, winkels en dergelijke). Ook het parkeren speelt hierbij een rol. • Bereikbaarheid: een goed openbaar vervoer is essentieel. Zorgvragers moeten immers naar de brengdienst kunnen komen. Hierbij speelt het reguliere openbaar vervoer maar zeker ook het van deur-tot-deur-vervoer (regiotaxi en 55-plus bus van de SWO) een belangrijke rol. • Bekendheid: het is essentieel dat mensen weet hebben van haaldiensten, anders kùnnen ze er geen gebruik van maken. Voorlichting speelt dus een belangrijke rol.
- 34 -
Aanbod van brengdiensten in Rhenen Thuiszorg: zorg aan huis Zorg moet waar dat mogelijk is zoveel mogelijk aan huis geleverd kunnen worden. Dat betekent een zwaar accent op de thuiszorg, ook als die ‘s nachts geleverd moet worden. Zorgaanbieder de Rijswaarden is van plan vanaf 1 januari 2006 regionaal 24-uurs planbare en onplanbare zorg te garanderen met lokale zorgsteunpunten, van waaruit de zorg geleverd wordt. Dit ‘zorgkruispunt’ komt in Elst (Het Bosje) of in Rhenen (Zorgstrip). Deze 24-uurs zorg kan geleverd worden omdat de Rijswaarden een regionaal alarmeringsopvolgsysteem gaat invoeren. Dit systeem wordt vanuit de lokale zorgsteunpunten geleverd en omdat die zorgsteunpunten toch bemand worden, kan er ook zorg aan huis worden geleverd indien nodig. Preventief welzijn: signaleren van problemen Aan het preventief welzijn, en met name het signaleren van vereenzaming, moet in het kader van de extramuralisering en vergrijzing gewerkt worden. Steeds meer zorgvragers en ouderen blijven langer zelfstandig thuis wonen. De praktijk leert dat zij een verhoogd risico lopen op vereenzaming, dus moet het welzijnsaanbod heel nadrukkelijk worden afgestemd op die vraag. Het loket wonen-welzijn-zorg kan hier een rol in spelen (het loket komt bij u thuis!) en ook de ouderenadviseurs van de SWOR zouden hieraan meer tijd moeten besteden. Het huidige project seniorenvoorlichting biedt hiervoor aanknopingspunten en moet op dit onderdeel verder worden uitgewerkt. Hierbij speelt de scholing van vrijwilligers die de mensen thuis bezoeken een cruciale rol. Het huidige welzijnsaanbod aan activiteiten is zeker niet slecht te noemen; zo organiseert de SWOR onder meer preventieve huisbezoeken onder 75-plussers. Hiermee is vormgegeven aan een belangrijke signaalfunctie. Welzijnspartijen in Rhenen hebben echter wel het gevoel dat er nog belangrijke meerwaarde te halen valt uit: - meer onderlinge samenwerking en afstemming, mogelijk zelfs in de vorm van het realiseren van één ‘Welzijnsstichting Rhenen’; - duidelijke regie op welzijn vanuit de gemeente. Deze onderdelen worden nader uitgewerkt in paragraaf 3.4. Brengdiensten van de SWO Rhenen Naast het verzorgen van activiteiten in ’t Trefpunt te Rhenen en de dorpshuizen in Elst en Achterberg heeft de SWO een aantal brengdiensten in haar pakket. We noemen ze hier: - Producten: maaltijddienst (Tafeltje-Dek-je), klussendienst, boodschappendienst, personenalarmering, telefooncirkel. - Diensten: ouderenvoorlichters en -adviseurs aan huis, ondersteuning mantelzorg (waaronder ondersteuning aan mantelzorgers bij stervensbegeleiding van naasten), bezoek- en oppasservice.
- 35 -
Conclusie: Wij faciliteren zorgvragers en ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen wonen. Hiervoor zijn zowel haal- als brengdiensten nodig. Veel haal- en brengdiensten zijn reeds goed georganiseerd in de gemeente Rhenen. De komende jaren besteden we vooral aandacht aan: Informele ontmoetingsplekken: De Nieuwe Tollekamp, het nieuwe gebouw voor SWO in Rhenen, het multifunctioneel centrum in Elst en de algemene ruimte bij nieuw te bouwen woningen boven winkelvoorzieningen in Achterberg bieden hiervoor aanknopingspunten. Daarnaast verkent de Rhenense Woningstichting de mogelijkheden voor de bouw van algemene ruimten bij nieuw te bouwen complexen voor zorgvragers en ouderen van waaruit ook welzijns- en zorgvoorzieningen kunnen worden geleverd. Preventief welzijn / voorkomen van vereenzaming: Het project seniorenvoorlichting van de SWO biedt goede aanknopingspunten om vereenzaming onder zorgvragers en ouderen tijdig te signaleren. De SWO en de gemeente verkennen de mogelijkheden om dit project verder uit te bouwen. Het te ontwikkelen loket (zie paragraaf 3.4.1) kan hier ook een rol bij spelen.
3.4.1. Informatie en voorlichting Een voldoende aanbod van welzijns- en zorgvoorzieningen voor zorgvragers is essentieel. Daarnaast is het even zo belangrijk om bekendheid te geven aan de diensten die er al wel zijn. Immers, als zorgvragers niet van het bestaan van een dienst afweten, zullen ze er ook geen gebruik van maken. In de huidige wondere wereld van wonen-welzijn-zorg met het woud aan voorzieningen en diensten, is informatie en voorlichting daarom essentieel.
Eén informatie- en coördinatiepunt: het loket wonen-welzijn-zorg Mensen in de gemeente Rhenen hebben behoefte aan één informatiepunt waar zij terecht kunnen met al hun vragen in de sfeer van wonen, welzijn, zorg en dienstverlening. Hoe schrijf ik me in voor een verzorgingshuis? Waar kan ik een warme maaltijd krijgen? Waar kan ik terecht voor welke activiteiten? Hoe word ik lid van een ouderenbond? En wie kan mij helpen met het invullen van mijn zorgtoeslagformulieren? Een informatiepunt dat hier antwoord op geeft, zal in eerste instantie vooral een wegwijzer zijn die mensen naar de juiste instanties wijst. Het loket moet zowel fysiek, telefonisch als digitaal ontsloten zijn en moet brede bekendheid krijgen onder alle Rhenenaren. Met de ontwikkeling van het loket wonen-welzijn-zorg voldoet de gemeente Rhenen aan het prestatieveld ‘het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning’ van de nieuwe Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). In deze subparagraaf beschrijven we het programma van eisen (uitgangspunten) van het loket en de gemaakte afspraken en tijdsplanning voor de implementatie. Doelstelling loket Het loket wonen-welzijn-zorg heeft de volgende doelstellingen: • In de ‘frontoffice’ biedt het loket wonen-welzijn-zorg de burgers één plek (fysiek, telefonisch en digitaal) waar zij terecht kunnen voor informatie en advies bij al hun vragen op het terrein van wonen, welzijn en zorg.
- 36 -
•
In de ‘backoffice’ zitten de lokale partijen die een (substantieel) aanbod verzorgen op het terrein van wonen-welzijn-zorg in het Rhenense: de gemeente, Rhenense Woningstichting, De Rijswaarden, SWO, Stichting Sociaal-Kultureel Werk, Heimerstein, De Meent, de bibliotheek en de vrijwilligerscentrale. De aanbieders werken in de backoffice samen om ervoor te zorgen dat de kennis over het beschikbare lokale en regionale aanbod bij de frontoffice bekend is. Daarnaast kent Rhenen natuurlijk ook nog een breed aanbod van allerhande verenigingen. Deze verenigingen maken niet primair deel uit van de backoffice, maar globale informatie over hun activiteiten en mogelijkheden daarbij moet wel beschikbaar zijn.
Doelgroep In principe moet iedereen bij het loket terecht kunnen. In communicatie-uitingen richten we ons op alle burgers in de gemeente Rhenen. In de praktijk zien we echter dat dergelijke loketten vooral bezocht worden door de meer kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een beperking. Ook mantelzorgers en vrijwilligers maken doorgaans veel gebruik van een dergelijk loket, maar omdat Rhenen al een vrijwilligerscentrale heeft, zal dat naar alle waarschijnlijkheid minder zijn. Let op: de praktijk laat zien dat er zelden echt veel mensen naar zo’n loket komen. Het vervult wel een belangrijke functie en naarmate de bekendheid van een loket toeneemt, zal het gebruik ervan ook toenemen. Uiteraard hangt dat mede af van locatie en situering, maar zeker in de begintijd blijven de bezoekersstromen numeriek doorgaans beperkt. Dit pleit voor kleinschalig beginnen, uitgaande van een groeimodel (zie onder kopje ‘functies van het loket wonen-welzijn-zorg’). Eén plek voor vragers: frontoffice Bij het loket wonen-welzijn-zorg moet de klant zijn hulpvraag kunnen neerleggen en kunnen rekenen op een adequate en onafhankelijke behandeling daarvan. De loketmedewerkers functioneren onafhankelijk van de woon-, welzijn- en zorgaanbieders maar kennen het lokale en regionale aanbod. Zij mogen een zoekende klant wel begeleiden naar het meest passende aanbod voor zijn situatie maar waar dat aan de orde is, moeten vragers zelf een keuze kunnen maken. Het loket dient daarbij als een wegwijzer naar de juiste instantie: de vragers hoeven hun vraag maar één maal te stellen en het loket speelt hun vraag adequaat door naar de relevante instanties en coördineert de onderlinge afstemming. Functies van het loket wonen-welzijn-zorg Bij de ontwikkeling van het loket wonen-welzijn-zorg kiezen we voor een groeimodel. Begonnen wordt met een relatief eenvoudig loket dat snel gerealiseerd kan worden en waarbij doorverwijzen naar de juiste instanties de kern vormt. Vanaf het moment dat het loket geïmplementeerd is, houden de betrokken partijen in front- en backoffice in de gaten hoe het een en ander loopt (hoe vaak wordt er gebruik van gemaakt? Fysiektelefonisch-digitaal? Welke vragen worden vooral gesteld? Tegen welke problemen lopen de loketmedewerkers op?). Op basis daarvan kunnen al dan niet nieuwe functies worden toegevoegd aan het loket. Zodoende kan het loket zich verder ontwikkelen en doorgroeien naar een steeds bredere (meer soorten vragen) en diepere (hoger afhandelingniveau) dienstverlening.
- 37 -
Bij de start van het loket voldoet het aan de volgende functies: • Advies- en informatieverstrekking: bij eenduidige vragen. Voorbeelden: waar kan ik terecht voor een maaltijd? Is er hier een kaartavond? Welke geschikte woningen zijn er hier in de gemeente passend bij mijn zorgvraag? • Vraagverheldering: bij meervoudige en complexe vragen klanten helpen de kern van het probleem boven tafel te krijgen en de klant verder op weg te helpen (het ‘ontrafelen’ van de vraag). Voorbeeld: Ik heb zo’n last van m’n knieën bij het traplopen, fietsen lukt niet meer en m’n man wordt ook steeds minder, wie kan ons helpen? • Doorverwijzing: het loket als wegwijzer voor de klant naar de juiste plek. Afhankelijk van de behoefte van de klant kan de loketmedewerker het eerste contact met de juiste instantie of hulpverlener leggen. Voorbeeld: dan moet u daar en daar zijn, wij bellen wel even voor u zodat u zo meteen bij dit loket weggaat met òfwel een afspraak òfwel een adequate naam en telefoonnummer op zak. • Bewaking van de afhandeling van de vraag: met name bij individuele hulp- en zorgvragen is dit belangrijk. Aandachtspunt: gewenste bewaking van de afhandeling is afhankelijk van de wens van de klant (waak voor betutteling van de klant!). Welke vragen? In principe kunnen alle burgers met al hun vragen over wonen, welzijn en zorg terecht bij het loket. Dat wil niet zeggen dat de loketmedewerker alle vragen kan beantwoorden. Hij / zij zal vooral een wegwijzer en doorverwijzer zijn naar de juiste instantie. Aan het loket zullen twee soorten vragen de ‘core business’ gaan vormen: • Vragen over collectieve voorzieningen en activiteiten op het brede terrein van wonen-welzijn-zorg. Voorbeelden: waar kan ik zwemmen? Is er een biljartclub in Rhenen? • Individuele hulp- en zorgvragen. Voorbeelden: ik kan geen trappen meer lopen, hoe kom ik aan een traplift? Mijn moeder heeft huishoudelijke hulp nodig, hoe kan ik dit voor haar regelen? ‘Knip’ tussen informatie en afhandeling van individuele hulp- en zorgaanvragen De nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning geeft gemeenten de taak om te zorgen voor een onafhankelijke behandeling van individuele hulp- en zorgaanvragen op het terrein van: - voorzieningen voor gehandicapten (thans WVG); - enkelvoudige huishoudelijke hulp en verzorging (thans onderdeel AWBZ). De WVG wordt al uitgevoerd door de gemeente; de aanvragen huishoudelijke zorg kun je qua aanvraagproces tot op zekere hoogte vergelijken met de WVG-aanvragen. Dat betekent dat er een proces aan vast hangt met meerdere stappen: intake, in behandeling neming / in procedure zetten, eventuele indicatie, eventuele toeleiding tot zorg en financiële afwikkeling. Het gaat dus niet om een min of meer vrijblijvend advies aan mensen, maar echt om een wettelijke taak die de gemeente moet uitvoeren naar aanleiding van een herschikking van individuele aanspraken. Wij kiezen ervoor om de afhandeling van de individuele hulp- en zorgaangvragen te koppelen aan de huidige WVG-procedures om zodoende een integrale intake te kunnen bewerkstelligen. Dit is voor de klant het meest prettig. Aangezien er veel verschillende gemeentelijke afdelingen betrokken zijn bij deze afhandeling, zal dit in het gemeentehuis
- 38 -
plaatsvinden en niet bij het loket wonen-welzijn-zorg. Er is dus sprake van een ‘knip’ tussen enerzijds informatie over individuele hulp- en zorgaanvragen aan het loket wonenwelzijn-zorg en anderzijds de afhandeling ervan bij de gemeente. Op zich is een dergelijke knip niet erg: bij meerdere vragen zal de afhandeling ervan buiten het loket plaatsvinden. Digitaal, telefonisch en fysiek loket Om het loket gestalte te geven, is digitale (website), telefonische (één telefoonnummer) en fysieke (balie) bereikbaarheid van belang. We stellen de volgende eisen: • Telefonische bereikbaarheid: één telefoonnummer. • Fysieke bereikbaarheid: één centrale locatie in Rhenen, die goed toegankelijk is, laagdrempelig en neutraal. • Digitale bereikbaarheid: een elektronisch loket in de vorm van een website waar organisaties hun informatie aan kunnen ‘haken’, zodat het direct beschikbaar is voor de loketmedewerker en voor cliënten. Locatie van het fysieke loket Wij kiezen ervoor om het fysieke loket in het gemeentehuis te situeren. De huidige baliemedewerkers in het gemeentehuis kunnen middels bijscholing het loket gaan bemensen. In het kader van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning is dit de meest logische plek, ook gezien vanuit de beschikbaarheid van deskundige dienstverleners in het kader van individuele hulp- en zorgvragen. Bovendien is het gemeentehuis laagdrempelig, heeft het een onafhankelijk karakter en is het goed toegankelijk voor de burgers in Rhenen. Dit sluit overigens niet uit dat er ook op andere plekken waar veel Rhenenaren binnen lopen - zoals de bibliotheek – informatie zal zijn over wonen-welzijn-zorg. Het te ontwikkelen digitale loket kan ook aan hen beschikbaar worden gesteld. Kwaliteiten loketmedewerker Aan het loket zullen loketmedewerkers (telefonisch en fysiek loket) op een adequate wijze de klanten te woord moeten staan. Zij moeten in ieder geval aan de volgende voorwaarden voldoen: • Onafhankelijk: loketmedewerkers functioneren onafhankelijk van de woon-, welzijnen zorgaanbieders. Zij informeren en begeleiden klanten bij hun zoektocht naar het meest passende aanbod, maar uiteindelijk maakt de klant zelf een keuze. Deze keuzevrijheid van de klant staat centraal. • Kennis van het lokale en regionale aanbod van wonen, welzijn en zorg. • Communicatief vaardig: kunnen luisteren, doorvragen, analyserend vermogen, vragen kunnen combineren, wensen kunnen vertalen, kunnen kijken naar de vraag achter de vraag, in staat zijn om informatie goed en duidelijk over te dragen. • Met een invoelend vermogen, maar niet betuttelend; het vermogen hebben om zich in te leven in de hulpvraag van de klant. Een zakelijke houding kunnen combineren met een vriendelijke, betrokken en klantgerichte houding. Wij kiezen ervoor om een aantal baliemedewerkers van het gemeentehuis, middels bijscholingscursussen, op te leiden tot loketmedewerker wonen-welzijn-zorg. Eén van
- 39 -
hen benoemen we tot loketcoördinator. Hij / zij is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het loket en voert regelmatig overleg met de verschillende loketmedewerkers en de partijen in de backoffice om mogelijke knelpunten tijdig te signaleren. Tevens is hij / zij verantwoordelijk voor het actueel houden van het digitale loket, hiervoor spoort hij / zij de partijen in de backoffice aan. De Rhenense schaal! Er is heel bewust voor een groeimodel gekozen, passend bij de Rhenense schaal. Het is zeker niet de bedoeling om een groots loket op te tuigen. Uit ervaringen elders in het land blijkt ook dat een dergelijk loket in het algemeen niet massaal wordt gebruikt (uiteraard ook afhankelijk van de bekendheid). Zodoende kijken we vooral naar goede aansluitingen bij bestaande loketten. Het gaat dus met name om bijscholing van een aantal medewerkers die de sociale kaart van Rhenen op het netvlies hebben. Samenwerking tussen aanbieders: backoffice De loketmedewerkers die de klantcontacten aan de balie en telefonisch verzorgen, worden ‘op de achtergrond’ ondersteund door betrokken aanbieders van wonen, welzijn en zorg. Deze achtervang van aanbieders vormt de backoffice van het loket. De backoffice biedt een gezamenlijk inzicht in het totale aanbod en legt desgewenst dwarsverbanden tussen verschillende onderdelen van het aanbod. Ook kan de backoffice - naar aanleiding van signalen van de frontoffice - constateren dat voor bepaalde vragen eigenlijk geen aanbod beschikbaar is. En als dat aanbod wel gewenst is, moeten de organisaties in de backoffice onderling de ontwikkeling hiervan organiseren. Zodoende kan het loket mede bijdragen aan de vierde ambitie van deze visie op wonen-welzijnzorg: naar een samenhangend welzijnsbeleid- en veld (zie paragraaf 3.6). Tenslotte moeten de aanbieders in de backoffice zich verantwoordelijk voelen voor het goed functioneren van het loket. Een goede samenwerking tussen front- en backoffice is essentieel. Alle betrokkenen moeten zodoende het gevoel hebben dat het loket ‘iets van henzelf’ is. Organisaties in de backoffice In de backoffice participeren onder meer de volgende organisaties: - Gemeente (is naast frontoffice ook aanbieder); - Rhenense Woningstichting - Stichting De Rijswaarden - De Meent - Heimerstein - SWOR - Stichting Sociaal Kultureel Werk (De Westpoort) - Bibliotheek/Vrijwilligerscentrale - Scholen - Breedte sport We vinden het belangrijk om het aantal betrokken organisaties in de backoffice klein te houden. Bij (te) veel deelnemers zie je al gauw dat niemand zich echt meer verantwoordelijk voelt (‘er zijn nog zoveel anderen’). Dat neemt uiteraard niet weg dat elke woon-, zorg- of welzijnsorganisatie informatie kan aanleveren aan de frontoffice,
- 40 -
zodat de baliemedewerker ook naar hen kan doorverwijzen. In die zin is natuurlijk de hele wereld de backoffice. Sociale kaart De frontoffice van het loket moet een goed beeld hebben van de sociale kaart van Rhenen, oftewel een overzicht van het aanbod van woon-, welzijn- en zorgvoorzieningen. Aangezien het aanbod van wonen, welzijn en zorg met de dag verandert, vinden wij het belangrijk dat de informatie van de verschillende aanbieders niet alleen via brochuremateriaal maar ook eenvoudig op een digitale manier bij elkaar gebracht wordt. Wij vinden dat met betrekking tot het oprichten van het loket wonen-welzijn-zorg, de focus moet liggen op dit digitale loket. Het loket X van de bibliotheken kan volgens ons uitkomst bieden. Dit is een digitaal systeem dat bestaat uit een CMS (Content Management Systeem) dat zorgt voor de vormgeving (uitstraling van de website) van het digitale loket. In het CMS zit standaardinformatie, die door de partijen in de backoffice wordt aangeleverd. Deze daadwerkelijke loketinformatie (namelijk de sociale kaart en het aanbod van wonen, welzijn en zorg door partijen in de backoffice), staat in een database, genaamd G!DS. Deze database werkt met decentraal beheer. Dat wil zeggen dat de partijen in de backoffice zélf via een internettoegang de eigen informatie kunnen bijhouden. Het systeem van loket X biedt ons de mogelijkheid om op een pragmatische en eenvoudige wijze een website te maken die gelinkt is met de websites van de partijen in de backoffice en zodoende van actuele informatie wordt voorzien. De loketcoördinator zorgt ervoor dat het digitale loket actueel blijft. Hiervoor zal hij / zij de partijen in de backoffice aansporen. Zij zijn immers uiteindelijk verantwoordelijk voor de informatie die aan de balie van het loket gegeven kan worden, en moeten dus voor de actuele informatie zorgen. Organisatiestructuur loket: relatie front en backoffice Front- en backoffice moeten nauw met elkaar samenwerken in het loket. Dat kan alleen als er een partij is die verantwoordelijk is voor het hele loket. Hierbij zijn twee mogelijkheden: - De gemeente als verantwoordelijke partij en aanstuurder voor het hele loket. - Een stichting oprichten met een bestuur die verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van het loket. In het bestuur kunnen de partijen in de front- en backoffice zitting krijgen. Wij kiezen ervoor om het loket aan te laten sturen door de gemeente. Dit vanwege de plek van het fysieke loket in het gemeentehuis, de bemensing van het loket door ambtelijke baliemedewerkers en de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het loket in het kader van de WMO. Conclusie: We richten een projectgroep op met betrokken partijen van het loket wonen-welzijnzorg. Deze projectgroep krijgt de opdracht om het loket wonen-welzijn-zorg te implementeren op basis van het programma van eisen zoals deze in paragraaf 3.4.1 van deze visie zijn verwoord. In juni 2006 is het loket digitaal, telefonisch en fysiek geïmplementeerd en is daar bekendheid aan gegeven middels een communicatieplan.
- 41 -
Informatie over aanpassing eigen woning Het is belangrijk mensen goed te informeren over de mogelijkheden om de eigen woning dusdanig aan te passen dat men er langer zelfstandig thuis kan blijven wonen. Ouderen moeten worden geïnformeerd over het belang van het ‘seniorproof’ maken van de eigen woning. Dergelijk advieswerk gebeurt al door middel van de huisbezoeken onder 75plussers door de SWO. Ook de GGD heeft een project waarin hier aandacht voor is (‘halt u valt’). Het te ontwikkelen loket Wonen-Welzijn-Zorg kan hier tevens een belangrijke rol vervullen.
Ondersteuning mantelzorg en vrijwilligers Uitgaande van het gedachtegoed van extramuralisering, lijkt het kabinet te hopen op een toename van ‘mantelzorg en burenhulp’. Landelijke ontwikkelingen in de sfeer van individualisering en sterkere participatie in het arbeidsproces van vrouwen en senioren, laten echter eerder een afname hiervan zien. De kosten van het uitblijven van mantelzorg zullen op de algemene middelen voor zorg en welzijn neerslaan (lees: WMO) en dus voor rekening van de gemeente komen. Toch is de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers een cruciale succesfactor voor een goede welzijn- en zorginfrastructuur. Immers, vrijwilligers zijn de pijler onder vele maatschappelijke activiteiten en mantelzorgers onder vele extramuraal wonende zorgvragers. Hoewel mantelzorgers en vrijwilligers beide onbetaalde zorg verlenen (vaak gebruikte term: informele zorg), is er een groot verschil tussen beide: • de mantelzorg wordt door de ‘familiale relatie’ als een morele verplichting gevoeld; • vrijwilligers leveren ondersteuning op basis van morele/emotionele ongebondenheid. Wij vinden dat deze informele zorg, naast de professionele zorg en begeleiding die wordt geboden, erg belangrijk is. Immers, hulp van familie, vrienden en vrijwilligers stelt mensen in staat om langer zelfstandig te blijven wonen. De geboden zorg komt veelal neer op verzorging, uitvoering van huishoudelijke klussen, hulp in nood (sociale alarmering) en last but not least een gewillig oor voor een waardevol gesprek (sociaal contact). Om deze informele zorg adequaat te kunnen verlenen, is ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers essentieel. Uit de praktijk blijkt dat het bij mantelzorgers met name gaat om ‘respijtzorg’: iemand die tijdelijk de zorg overneemt van de mantelzorgers zodat hij / zij een avondje vrij is. In de gemeente Rhenen willen wij op verschillende wijzen ondersteuning bieden aan de informele zorg: - De vrijwilligerscentrale brengt de vraag en het aanbod van vrijwilligerswerk bij elkaar. Tevens vinden wij dat de vrijwilligerscentrale een rol kan spelen bij de ondersteuning door middel van het bij elkaar brengen van vrijwilligers om ervaringen te delen, het organiseren van cursussen /gesprekken voor vrijwilligers die vergelijkbaar werk doen etc. - De SWO is in de gemeente Rhenen verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. - Wij vinden het belangrijk om in woning(aanpas)programma’s rekening te houden met de mogelijkheden om mantelzorg te faciliteren. Ons woonbeleid en de regelgeving
- 42 -
omtrent bouwvergunningen willen wij dusdanig toepassen dat het ondersteunend werkt voor het verlenen van mantelzorg. Er is binnen de gemeente Rhenen al beleid geformuleerd dat ruimte hiervoor biedt. Zo passen wij artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dusdanig toe dat het mogelijk is om woningaanpassingen en bijbouwing te realiseren voor familieleden waar mantelzorg aan wordt verleend. Daarnaast zijn wij bezig met het opstellen van beleid voor inwoning. En ook de Provincie Utrecht biedt steeds meer ruimte voor bijwoning, woningsplitsing en verruiming van erfbebouwingsregelingen, in het kader van het Streekplan. Wij vinden het van belang om enerzijds dit huidige beleid voort te zetten. Daarnaast verkennen we wat er nog meer kan op dit terrein, zoals: • Het ruimhartig om gaan met mogelijkheden in de sfeer van bijwoning en woningsplitsing. Door daaraan restricties te koppelen in de sfeer van zorgbehoefte en / of familieband met de ‘bijwonende’, voorkom je dat iedereen in het buitengebied zijn schuurtje ombouwt tot appartement voor commerciële verhuur. • Het zoeken naar mogelijkheden om in nieuwbouw of aanpassing van de bestaande bouw, het naast en / of bij elkaar wonen te faciliteren. Een vorm hiervan is de realisatie van kangoeroewoningen of meergeneratiewoningen, waarbij kinderen dichtbij de ouders kunnen wonen. In de gemeente Rhenen heeft bureau Schakels (een organisatie dat instellingen ondersteunt en adviseert op het brede terrein van welzijn en zorg in de Provincie Utrecht) onderzoek gedaan naar de afstemming en samenwerking tussen de beroepsmatige en informele zorg. Daaruit bleek dat informele zorgverleners elkaar niet kennen en niet van elkaar weten welke zorg zij verlenen. Wij vinden dat alvorens er een afstemming tussen beroepsmatige en informele zorg plaatsvindt, eerst de informele zorg op een gestructureerde wijze en periodiek bij elkaar moeten komen om zodoende elkaar beter te leren kennen. Vervolgens kan er een afstemming plaatsvinden tussen de beroepsmatige en de informele zorg. Het project van bureau Schakels biedt hiervoor goede aanknopingspunten. Conclusie: Wij vinden dat de informele zorg op een adequate wijze moet worden ondersteund. Dit doen wij door: De reeds bestaande vrijwilligerscentrale in te zetten, alsmede de SWO; Ons woonbeleid en de regelgeving omtrent bouwvergunningen dusdanig in te zetten dat het ondersteunend werkt voor de verlening van mantelzorg (regels met betrekking tot bijwoning, woningsplitsing, inwoning, realisatie van kangoeroewoningen en meergeneratiewoningen). Daarnaast biedt het onderzoek van Schakels ons aanknopingspunten om enerzijds de informele zorg meer bij elkaar te brengen, en anderzijds te zorgen voor een betere afstemming
3.5.
Tweede spoor: Clustering bij voorzieningen
Bij te realiseren woonvormen voor zorgvragers (nieuwbouw) kiezen we als uitgangspunt: geclusterd bouwen, bij voorkeur dicht bij de voorzieningen. Zo kunnen er in de gemeente Rhenen een aantal ‘concentratiegebieden’ worden gerealiseerd voor zorgvragers en ouderen met een complexere zorgvraag, nabij zorg- en welzijnsvoorzieningen.
- 43 -
Herstructurering en inbreidingslocaties bieden de meeste kansen voor het realiseren van dergelijke gebieden: uitleglocaties zijn dunner gezaaid in Rhenen, liggen vaak verder weg van de voorzieningen en zijn veelal in handen van projectontwikkelaars. De volgende locaties bieden in de gemeente Rhenen kansen om een dergelijke concentratie van wonen, welzijn en zorg te realiseren: 1. De Tollekamp, Zorgdriehoek en Dr. Wallerstraat, Rhenen. 2. Rhenen-Noord (Valleiweg/Lijsterberg en Vreewijk). 3. Binnenstad-Oost (alleen in het duurdere segment), Rhenen. 4. Het Rankterrein (Prins Bernhardstraat/Achterbergsestraatweg), Rhenen. 5. Het Bosje, Elst. 6. Ontwikkelingen in Achterberg.
- 44 -
- 45 -
De Tollekamp, Zorgdriehoek en Dr. Wallerstraat Bij de gemeente Rhenen, de Rhenense Woningstichting, Stichting De Rijswaarden en De Meent zijn vergaande plannen voor herstructurering van verzorgingstehuis De Tollekamp. Het is de bedoeling dat dit verzorgingstehuis wordt omgevormd tot een multifunctioneel Woon-Zorgcentrum met daarin: • 20 plaatsen voor individueel verblijf (verzorgingshuisplaatsen) • 4 plaatsen voor tijdelijke opvang • 36 plaatsen voor groepswonen (verpleeghuisplaatsen) • 50 seniorenappartementen met een indicatie verpleging of verzorging • 20 plaatsen voor dagopvang • 10 plaatsen voor dagbehandeling
De Tollekamp Kerkterrein op de zorgdriehoek
Daarnaast biedt het gebied rondom de huidige Tollekamp veel kansen om te ontwikkelen tot een gebied met een concentratie van woonvormen voor zorgvragers (zoals clusterwoningen, beschut wonen, nultredenwoningen en levensloopbestendige woningen) met daarbij zorg- en welzijnsvoorzieningen. In dit gebied zijn reeds een gezondheidscentrum (huisarts, fysiotherapeut, thuiszorg, AMW, consultatiebureau), een apotheek en de Rhenense bibliotheek gehuisvest.
Conclusie: Uitgangspunt voor de ontwikkeling van het gebied rondom de Tollekamp is nieuwbouw met een concentratie van woonvormen voor zorgvragers. De bibliotheek en apotheek blijven op dezelfde plek. Voor het gezondheidscentrum wordt nieuw onderdak gezocht. Het Rankterrein is daarbij een goede optie. In een apart traject werken de gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting aan een structuurvisie voor dit gebied. Dit gebeurt op basis van financiële en stedenbouwkundige haalbaarheidsonderzoeken. Deze visie fungeert daarbij als inhoudelijke onderlegger.
- 46 -
Rhenen-Noord In Rhenen-Noord is de Rhenense Woningstichting van plan om herstructureringsingrepen te plegen en in de nieuwbouw te voorzien in (onder meer) woningen met zorg. In totaal worden er 72 portieketagewoningen en 82 eengezinswoningen gesloopt. Daarvoor komen seniorenwoningen terug, woningen voor speciale doelgroepen, nultredenwoningen en multifunctionele (eengezins)woningen. Zorgcentrum Heimerstein is van plan om 12 uitbreidingsplaatsen voor kinderen en jongeren met een verstandelijke handicap en 12 plaatsen ter vervanging van de woningen aan de Molenberg en de Groeneweg in Rhenen-Noord te realiseren. De Rhenense Woningstichting is eigenaar en verhuurder van de woningen, Heimerstein zorgt voor 24 uurs zorg. De ligging van dit te herstructureren gebied is gunstig: de winkelvoorzieningen van Rhenen-hoog, alsmede de sociaal-culturele voorzieningen van het wijkcentrum en de kinderopvang achter en in de Acaciaschool, zijn dichtbij. Zodoende biedt dit gebied mogelijkheden voor de ontwikkeling van woningen met zorg voor ouderen en zorgvragers. Conclusie: Rhenen-Noord biedt goede mogelijkheden om een aantal woonvormen voor zorgvragers te realiseren, met daarbij een algemene ruimte voor bewoners en welzijns(informele ontmoetingsplek) en zorgvoorzieningen. De gemeente Rhenen en de Rhenense Woningstichting verkennen de mogelijkheden waarbij de uitgangspunten van deze visie als inhoudelijke onderleggers wordt gehanteerd.
Binnenstad-oost In Binnenstad-oost ontwikkelt de gemeente momenteel in samenwerking met Planoform Vastgoedontwikkeling en de Rhenense Woningstichting (uitsluitend betrokken bij project 1) plannen met betrekking tot de herstructurering van dit terrein. Het betreft de volgende locaties: • Locatie van het voormalige gemeentehuis, De Droge Doelen en café Betsie (project 1). • Locatie van Suilichem (project 2). • Locatie De Brakken (project 3). • Locatie Schootsveld (gele veld: aanpassing openbare ruimte).
Bron: www.kerngezondrhenen.nl
- 47 -
Binnenstad-oost vml. gemeentehuis
In de plannen van Binnenstad-Oost is er voor een combinatie van wonen, winkels en dienstverlenende functies gekozen. Er komen appartementen, in de duurdere segmenten van de huur- en koopmarkt. Deze zullen ook geschikt zijn voor zorgvragers en ouderen maar louter in het dure segment. Daarnaast wordt ook de openbare ruimte aangepakt. In het kader van deze visie op wonen-welzijn-zorg kunnen wij geen inbreng meer leveren op de ontwikkeling van Binnenstad-Oost.
Het Rankterrein Het Rankterrein is een braakliggend terrein (de voormalige Montessori basisschool staat er nog) tegen het centrum van Rhenen aan. Daarmee is het een prima locatie om voorzieningen te realiseren in het kader van wonen-welzijn-zorg. Uit het project ‘zorgstrip’ is het idee geboren om op het Rankterrein een multifunctioneel gebouw te ontwikkelen waarin het gezondheidscentrum2, de Stichting Welzijn Ouderen en de Westpoort gevestigd worden. De Het Rankterrein (vml. Montessori basisschool) betrokken organisaties vinden dit een goede ontwikkeling en staan dan ook achter dit idee. De ontwikkeling van dit multifunctioneel gebouw sluit ook goed aan bij de uitgangspunten van deze visie op wonen-welzijn-zorg. De vierde ambitie van deze visie gaat in op samenhang in het welzijnsbeleid en –veld (zie verder paragraaf 3.6). Een multifunctioneel gebouw waarbij organisaties fysiek dicht bij elkaar zitten, biedt een goede kans voor een nauwere samenwerking en afstemming tussen de welzijnsorganisaties SWO en de Westpoort.
Conclusie: Het idee van de ontwikkeling van een multifunctioneel gebouw op het Rankterrein waarin de SWO, de Westpoort en het gezondheidscentrum worden ondergebracht, wordt door de betrokken partijen breed onderschreven, maar of het gezondheidscentrum er komt is nog onzeker. Ook sluit het goed aan bij de uitgangspunten van deze visie op wonen-welzijn-zorg. Wij stellen voor om samen met de betrokken partijen een projectgroep te vormen waarin we gezamenlijk het programma van eisen voor het multifunctionele gebouw bepalen. Op basis van dit programma van eisen toetsen we de stedenbouwkundige en financiële haalbaarheid van het plan. In het plan bekijken we ook de mogelijkheden van realisatie van woonvormen voor zorgvragers op het Rankterrein, in samenwerking met de Rhenense Woningstichting. De gemeente voert regie over dit project. De betrokken organisaties zijn hier nauw in betrokken op een transparante wijze en volgens een heldere structuur en tijdsplanning.
2
Het gezondheidscentrum heeft meerdere locaties op het oog voor nieuwbouw. Het Rankterrein is er daar één van.
- 48 -
Het Bosje, Elst In Elst is een wijk in ontwikkeling. Hier zijn reeds diverse eengezinswoningen, tweeonder-één-kappers en vrijstaande woningen gerealiseerd, zowel in de huur- als in de koopsector. Daarnaast ontwikkelen de Rhenense Woningstichting, Stichting De Rijswaarden en het Zonnehuis (uit Doorn) een plan voor 12 verpleeghuisplaatsen en 16 appartementen voor geïndiceerde senioren met daarbij een aantal algemene ruimten. Momenteel ligt voor dit woonzorgcomplex een vergunningsaanvraag bij het College Bouw, die inmiddels is gehonoreerd. In Het Bosje wordt ook een Multifunctioneel Gebouw gerealiseerd waarin de volgende functies komen: • Dorpshuis met minstens dezelfde functies als het huidige dorpshuis: bibliotheek, peuterspeelzaal, verenigingen en stichtingen (waaronder activiteiten vanuit de SWO en Stichting Sociaal-Kultureelwerk voor tieners, kleine evenementen). • Sportaccommodatie. • Twee basisscholen.
Terrein van het te ontwikkelen multifunctioneel gebouw
Het Bosje in Elst
Volgens de gemeente en de welzijnsorganisaties is hiermee een adequaat welzijnsaanbod voor Elst gerealiseerd. Bovendien biedt het Multifunctioneel Gebouw de mogelijkheid om naast louter ‘samenwonen’ ook ‘samenwerking’ tussen de verschillende gebruikers te realiseren. Ook de bewoners gaven tijdens de bewonersavond aan, dat het Multifunctioneel Gebouw goede mogelijkheden biedt voor welzijn in Elst, en als informele ontmoetingsplek. Daarbij gaven de bewoners de volgende succesfactoren mee: - Gezellige en uitnodigende uitstraling van het gebouw is essentieel, mensen moeten zich er thuis kunnen voelen, de sfeer moet prettig zijn. Denk daarbij ook aan een terras bij mooi weer. Wellicht kan het dorpshuis ook een toeristisch-recreatieve functie krijgen (ligt immers nabij de vogeltrekroute). - Goed bestuur en beheer van het gebouw is belangrijk. - In het Multifunctioneel Gebouw moet er naast het verenigingsleven ook ruimte zijn voor eenmalige (niet verenigingsgebonden) bezoeken en informele ontmoeting. Denk daarbij aan een muziekuitvoering, een toneelstuk, de intocht van Sinterklaas maar ook aan een leestafel met een kopje koffie of thee in / bij de bibliotheek. - Tenslotte gaven de bewoners aan dat de betaalbaarheid belangrijk is; de verenigingen moeten de huur kunnen ‘ophoesten’.
- 49 -
Conclusie: Het te ontwikkelen Multifunctioneel Gebouw in Elst biedt voldoende perspectief voor het wonen-welzijn-zorg in Elst. Punten van aandacht bij de ontwikkeling zijn: Uitnodigend karakter en uitstraling van het gebouw (architectuur en inrichting). Goed beheer. Ook ruimte voor informele ontmoeting en eenmalige (niet verenigingsgebonden) activiteiten. Financiële haalbaarheid.
Ontwikkelingen in Achterberg In Achterberg wordt momenteel op initiatief van de ondernemersvereniging de mogelijkheid verkend voor het realiseren van een dorpssupermarkt, met daarbij een aantal publieke voorzieningen zoals een bank, een servicepunt van het postkantoor, een kapper, een huisarts en mogelijk een fysiotherapeut (multifunctioneel centrum). Op het multifunctioneel centrum wil men seniorenwoningen realiseren. Hiermee kan Achterberg qua voorzieningen goed inspelen op de komende groei (er worden de komende twee jaar 115 woningen gerealiseerd) en vergrijzing. Een punt van aandacht bij de ontwikkeling van deze locatie is dat er ook gedacht wordt aan een algemene ruimte voor ontmoeting en een zorgsteunpunt in verband met de toenemende vergrijzing in Achterberg. Tijdens de bewonersavond gaven de aanwezigen aan, het plan van harte te ondersteunen. Er werd aandacht gevraagd voor de mogelijkheden van huurwoningen in het plan, en de toegankelijkheid van de algemene ruimte voor mensen van buitenaf (naast de bewoners). Aanwezigen vonden een open uitstraling van het gebouw naar de Achterbergers toe van groot belang. In samenwerking met de gemeente Rhenen en de Provincie Utrecht werkt de ondernemersvereniging verder aan uitvoering van het plan. Daarbij dient deze visie op wonen-welzijn-zorg als onderlegger. Naast dit plan bouwt de Rhenense Woningstichting in Achterberg-West twee groepswoningen voor de huisvesting van 12 verstandelijk gehandicapten. Zorgcentrum Heimerstein is huurder van deze twee groepswoningen. Ontwikkelingen gehandicaptensector Heimerstein heeft plannen om een aantal cliënten te deconcentreren en daarnaast uit te breiden: • deconcentratie van 12 cliënten naar locatie in Achterberg; • uitbreiding van 12 plaatsen voor kinderen en jongeren, in Rhenen-Noord. Voor beide plannen heeft de Rhenense Woningstichting contact gelegd met Heimerstein. Daarnaast bestaat er nauw contact tussen Heimerstein en Altrecht-Wier voor de realisatie van een langdurige opvang van ggz-cliënten naast de huidige tijdelijke opvang in de Rijnstraat.
- 50 -
Conclusie: In Achterberg werkt de ondernemersvereniging in samenwerking met de gemeente Rhenen en de Provincie Utrecht aan een plan voor een multifunctioneel centrum: een dorpssupermarkt met daarbij een aantal publieke voorzieningen zoals een bank, een servicepunt van het postkantoor, een kapper, een huisarts en mogelijk een fysiotherapeut. Op het centrum wil men seniorenwoningen realiseren. In het kader van deze visie op wonen-welzijn-zorg vinden we dit een goede ontwikkeling. Op basis van financiële en stedenbouwkundige haalbaarheidonderzoeken werken de betrokken partijen het plan verder uit.
Samenwerking tussen partijen essentieel Een goede samenwerking tussen de verschillende woon-, welzijn- en zorgpartijen is van groot belang bij de realisatie van dergelijke concentratiegebieden. Woningcorporaties en zorgaanbieders kunnen samenwerken waarbij de corporatie de woning verhuurt en de zorgaanbieder de zorg verleent. Op deze wijze kunnen wooncomplexen gerealiseerd worden met een zorggarantie, en eventueel ook gemeenschappelijke (zorg)ruimtes. Bij dergelijke wooncomplexen kunnen verschillende welzijnsdiensten ‘aanhaken’. Zodoende ontstaat er een concentratiegebied met wonen-, welzijn- en zorgdiensten die ook uitstraling heeft naar de rest van de wijk: ouderen en zorgvragers in de wijk kunnen ook van de diensten gebruik maken, waardoor de hele woonomgeving aantrekkelijker wordt voor zorgvragers om zelfstandig te blijven wonen (link met het eerste spoor).
3.6.
Een samenhangend welzijnsbeleid en -veld
Een aantal professionele welzijnsorganisaties is actief in het Rhenense: • Stichting Welzijn Ouderen Rhenen richt zich specifiek op de doelgroep ouderen. • Sociaal-Kultureel Werk (De Westpoort) richt zich op welzijnsactiviteiten voor alle doelgroepen. • De Rhenense Bibliotheek ontwikkelt zich steeds meer tot een ‘informatiemakelaar’ waar alle inwoners van Rhenen terecht kunnen. • De Vrijwilligerscentrale Rhenen heeft zich gevestigd in de Rhenense bibliotheek. Naast deze welzijnsorganisaties biedt ook zorginstelling de Rijswaarden steeds meer welzijnswerk, zoals maaltijdvoorzieningen (Open Tafels, zie paragraaf 3.4) en een ontmoetingsplek met verschillende activiteiten (Tollekamp, ook belangrijk item voor de nieuwbouw ervan). De belangrijkste welzijnsorganisaties in Rhenen – SWO en de Westpoort – geven aan dat er behoefte is aan verdergaande samenwerking om zodoende elkaars activiteiten aan te kunnen vullen, dubbelingen te vermijden en eventuele hiaten in het aanbod op te vullen. Een overkoepelende welzijnsstichting met daarin verschillende specialiteiten en activiteiten, biedt goede kansen hierop. Of de bestaande organisaties hierin echt helemaal ‘opgaan’ dan wel ‘aangehangen worden’, valt daarbij nog te bezien. De ontwikkeling van het multifunctioneel gebouw op het Rankterrein waarbij de SWO en de Westpoort mogelijk samen een gebouw gaan delen (samen met het gezondheidscentrum), kan een ‘slinger’ geven aan de verdergaande samenwerking. Een fusie tussen beide welzijnsorganisaties is daarbij een mogelijkheid. De besturen van beide organisaties buigen zich
- 51 -
hier momenteel over. De gemeente als belangrijkste subsidiant van beide organisaties vindt fusie de beste optie.
Conclusie: Een overkoepelende welzijnsinstelling met daarin verschillende specialiteiten en activiteiten, biedt ons inziens de beste kansen om het welzijnsbeleid en –veld goed op elkaar af te stemmen. Fusie tussen de SWO en de Westpoort kan daarbij een goede optie zijn. De SWO en de Westpoort zijn hierover in onderhandeling. De gemeente kan daarbij – indien de partijen dat wensen – ondersteuning bieden. De ontwikkeling van een multifunctioneel gebouw op het Rankterrein waarbij de SWO en de Westpoort mogelijk samen een gebouw gaan delen (samen met het gezondheidscentrum), biedt een goede ‘kapstok’ om aan die samenwerking te werken.
Inspelen op de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) De wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zal waarschijnlijk per 1 juli 2006 ingaan. Deze wet vervangt de huidige welzijnswet en de Wet Voorzieningen Gehandicapten. In 9 prestatievelden benoemt de WMO de nieuwe verantwoordelijkheid van de gemeenten en met de name de 3 prestatievelden die gerelateerd zijn aan AWBZ-onderdelen doen de verantwoordelijkheid van gemeenten fors toenemen. Het gaat om: • Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning (het 1-loket). • Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch (sociaal) probleem ten behoeve van behoud van hun zelfstandig functioneren of deelname aan het maatschappelijk verkeer (aanvragen voor enkelvoudige huishoudelijke hulp en verzorging). • Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. De overige 6 prestatievelden zijn tot op zekere hoogte ‘oude wijn in nieuwe zakken’. Het gaat om taken die de gemeente nu ook al verricht en de omslag die gemeenten daarbij vooral moet maken, is het ontwikkelen van een breed preventief welzijnsbeleid. Met deze visie speelt de gemeente Rhenen in op de komst van de WMO. Zo gaat de visie in op de vorming van een loket wonen-welzijn-zorg (paragraaf 3.4.1), op het voorkomen van vereenzaming en preventief welzijn (paragraaf 3.4, kopje ‘preventief welzijn; signaleren van problemen’) en de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers.
- 52 -
4. Van visie naar uitvoering: de daad naar het woord! In het vorige hoofdstuk is de visie die de gemeente Rhenen, de Rhenense Woningstichting en andere betrokken partijen hebben op wonen-welzijn-zorg geformuleerd. Maar hoe zorgen de betrokkenen ervoor dat de uitvoering hiervan ook wordt gewaarborgd? In oranje kaders zijn in hoofdstuk 3 afspraken gezet die nu tot uitvoering gebracht moeten worden. Een aantal daarvan wordt reeds opgepakt in lopende trajecten: - Structuurvisie voor het gebied rondom de Tollekamp. - Herstructurering van Rhenen-Noord. - Ontwikkeling Multifunctioneel Gebouw in Elst. - Uitwerking plan ondernemersvereniging Achterberg voor een dorpssupermarkt met daarbij een aantal publieke voorzieningen en woningen voor zorgvragers. Een aantal andere gemaakte afspraken moeten de komende tijd tot uitvoering worden gebracht. In dit hoofdstuk geven we zo concreet mogelijk weer wat we willen bereiken, hoe we de afspraak willen uitvoeren, wie daarbij betrokken is en wat het verwachte eindresultaat is. In totaal gaat het om vier uitvoeringsprojecten: 1. Uitvoeringsproject preventief welzijn / voorkomen van vereenzaming (paragraaf 4.1) 2. Uitvoeringsproject loket wonen-welzijn-zorg (paragraaf 4.2) 3. Uitvoeringsproject ondersteuning informele zorg (paragraaf 4.3) 4. Uitvoeringsproject Rankterrein / samenwerking SWO en Westpoort (paragraaf 4.4) 5. Naast deze vier uitvoeringsprojecten vinden wij het ook belangrijk dat ons te voeren woonbeleid gebaseerd wordt op de uitgangspunten van deze visie. In paragraaf 4.5 gaan we hier op in. Visie als onderlegger voor initiatieven op het terrein van wonen-welzijn-zorg In dit hoofdstuk gaan we concreet in op vier uitvoeringsprojecten. Naast deze concrete uitvoeringsprojecten vinden we het belangrijk dat de uitgangspunten van deze visie als basis worden gebruikt bij te voeren beleid op het terrein van wonen-welzijn-zorg. De wereld van wonen-welzijn-zorg verandert met de dag. Het is dus belangrijk om - naast de concrete uitvoeringsprojecten - ook in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Dat wil zeggen dat initiatieven die binnen de uitgangspunten van deze visie passen, ter harte worden genomen. Daarbij moeten we niet schromen om een genoemd uitvoeringsproject wellicht aan te passen. Bovendien betekent het dat we het niet bij de vier genoemde uitvoeringsprojecten willen laten blijven. Zodoende krijgt de visie een dynamisch karakter en niet alleen het karakter van het ‘afvinken’ van de uitvoeringsprojecten.
- 53 -
4.1.
Uitvoeringsproject preventief welzijn / voorkomen van vereenzaming
Wat willen we bereiken? Preventief welzijn kan vereenzaming onder zorgvragers voorkomen. Informele ontmoetingsplekken waar mensen aanspraak hebben, maar ook huisbezoeken van ouderenadviseurs zijn hierbij van belang. We vinden het belangrijk om een goed signaleringsnetwerk te realiseren, zodat we tijdig op de hoogte zijn van vereenzamingsproblematiek onder zorgvragers en ouderen. Op die manier kunnen we tijdig inspelen op de behoefte van de betreffende persoon en voorkomen we daarmee mogelijk een toekomstige zorgvraag. Hoe doen we dat? De SWO heeft een project seniorenvoorlichting. Daarbij worden 75-plussers bezocht. Dit gebeurt echter niet frequent (gemiddeld om de drie jaar). Wij willen de mogelijkheden verkennen (financiële haalbaarheid) om dit project verder uit te bouwen naar regelmatige huisbezoeken onder zorgvragers en ouderen vanaf 65 jaar. Tevens hebben de eerstelijnszorgvoorzieningen (met name huisartsen) de thuiszorg en de sociale dienst een belangrijke signaalfunctie bij vereenzaming. Ook de wijkteams van de kerken spelen een rol. Wat betreft de informele ontmoetingsplekken spreken we af dat we enerzijds aansluiten op bestaande plekken, anderzijds hebben we hier aandacht voor bij de ontwikkeling van nieuwe woonvormen voor zorgvragers (creëren van algemene ruimten waar men elkaar kan ontmoeten).
Vereenzamingsproblematiek onder ouderen en zorgvragers is een belangrijk aandachtspunt. Een goed signaleringsnetwerk is daarbij essentieel, naast voldoende ontmoetingsmogelijkheden. Het project seniorenvoorlichting van de SWO biedt aanknopingspunten hiervoor. De huisbezoeken aan 75-plussers kunnen uitgebreid worden, en frequenter worden aangeboden. Maar ook andere organisaties spelen een rol in het signaleringsnetwerk. Denk aan de huisartsen, de sociale dienst, thuiszorg en - niet onbelangrijk - het verenigingsleven en de kerken. Ook zij spelen een rol in het preventief welzijn tegen vereenzaming. In dit uitvoeringsproject richten we samen met de betrokken partijen een goed signaleringsnetwerk en vangnet tegen vereenzaming onder ouderen en zorgvragers op. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een zorgnetwerk.
Betrokken partijen SWO en de gemeente (signaleringsnetwerk) SWO, gemeente en Rhenense Woningstichting (informele ontmoetingsplekken) Verwacht eindresultaat Naar behoefte voldoende informele ontmoetingsplekken verspreid over de kernen (en wijken) van de gemeente Rhenen. Een goed signaleringsnetwerk voor vereenzaming onder zorgvragers en ouderen.
- 54 -
4.2.
Uitvoeringsproject loket wonen-welzijn-zorg
Wat willen we bereiken? Eén informatiepunt voor burgers in de gemeente Rhenen, waar men terecht kan voor alle vragen op het terrein van wonen, welzijn en zorg. Hoe doen we dat? We richten een projectgroep op die op basis van het opgestelde Programma van Eisen (zie paragraaf 3.4.1) het volgende moet uitzoeken en doorvoeren: - Definitieve keus over aanstuurder; gemeente of een op te richten stichting of toch nog anders. - Bemensing: aantrekken, en opleiding etc.. - Werkprotocollen ontwikkelen: afhandeling van de vraag, afspraken over bewaking, aantal keren doorverwijzen, etc.. - Financiën: gemeentelijke middelen (hoeveel, uit welke budgetten) of ook nog andere middelen? - Ontwikkeling digitaal loket: aansluiten bij loket X - Bekendheid geven aan het loket via communicatieplan - Evaluatie: na een half jaar, met de partijen in back en frontoffice Betrokken partijen Gemeente, Rhenense Woningstichting, SWO, Stichting de Rijswaarden, bibliotheek, vrijwilligerscentrale. Verwacht eindresultaat Fysiek, digitaal en telefonisch loket wonen-welzijn-zorg per 1 juli 2006.
4.3.
Uitvoeringsproject ondersteuning informele zorg
Wat willen we bereiken? Adequate ondersteuning van informele zorgverleners. Hoe doen we dat? We brengen informele zorgverleners (denk aan de kerken, het Rode Kruis, de Zonnebloem etc.) op structurele wijze bij elkaar, zodat men elkaar beter leert kennen. Hiervoor maken we gebruik van het project van bureau Schakels. Vervolgens – als de tijd rijp is en de partijen er zelf aan toe zijn – brengen we de informele en beroepsmatige zorg bij elkaar en verkennen de mogelijkheden voor betere samenwerking en afstemming tussen beide zorgverleners. Daarnaast zetten we de vrijwilligerscentrale en de SWO in om mantelzorgers en vrijwilligers goed te informeren over de te verlenen zorg en de mogelijkheden van ondersteuning (met name het verlenen van respijtzorg). Tenslotte vinden we het belangrijk om in woning(aanpas)programma’s rekening te houden met de mogelijkheden om mantelzorg te faciliteren. Ons woonbeleid en de regelgeving omtrent bouwvergunningen willen wij dusdanig toepassen dat het ondersteunend werkt voor het verlenen van mantelzorg. Er is binnen de gemeente Rhenen al beleid geformuleerd dat ruimte hiervoor biedt.
- 55 -
Wij vinden het belangrijk om in woning(aanpas)programma’s rekening te houden met de mogelijkheden om mantelzorg te faciliteren. Ons woonbeleid en de regelgeving omtrent bouwvergunningen willen wij dusdanig toepassen dat het ondersteunend werkt voor het verlenen van mantelzorg. Er is binnen de gemeente Rhenen al beleid geformuleerd dat ruimte hiervoor biedt. Daarnaast verkennen we wat er nog meer kan op dit terrein. Betrokken partijen Gemeente, SWO, vrijwilligerscentrale, en informele en beroepsmatige zorgpartijen Verwacht eindresultaat Informele zorgpartijen zijn goed op de hoogte van elkaars activiteiten, er is afstemming tussen de informele en de beroepsmatige zorg en mantelzorgers worden voldoende ondersteund. Daarmee is er een goed vangnet voor de informele zorg gerealiseerd.
4.4.
Uitvoeringsproject Rankterrein / samenwerking SWO en Westpoort
Wat willen we bereiken? Uitwerken van het plan om een multifunctioneel gebouw te ontwikkelen op het Rankterrein, met daarin de SWO, Westpoort en (mogelijk) het Gezondheidscentrum3. Daarnaast kan de ontwikkeling van dit multifunctioneel gebouw een ‘slinger’ geven aan verdergaande samenwerking tussen de SWO en de Westpoort, wat vanuit een samenhangend welzijnsbeleid en-veld gewenst is. Hoe doen we dat? Samen met de betrokken partijen doorlopen we de volgende stappen: - Toetsen van de financiële en stedenbouwkundige haalbaarheid (massastudie). - Opstellen Programma van Eisen voor het Multifunctioneel gebouw met de betrokken partijen (welke ruimte heeft elke organisatie nodig, welke ruimtes kunnen eventueel gedeeld worden, hoe zit het met kantoor- en activiteitenruimte, parkeergelegenheid, mogelijkheden voor woningbouw). - Verdere uitwerking en uitvoering van het plan met de betrokken partijen (bestemmingsplan wijzigen, stedenbouwkundig ontwerp, financiële afspraken, afspraken over beheer etc.). Parallel aan de ontwikkeling van dit Multifunctioneel Gebouw, voeren de SWO en de Westpoort gesprekken over mogelijke fusering. De gemeente als subsidiant is voorstander van deze fusie en zal – indien de partijen dat wensen – ondersteuning kunnen bieden aan het proces. De ontwikkeling van het Multifunctioneel Gebouw kan daarbij een logische aanleiding zijn. Betrokken partijen SWO, Westpoort, Gezondheidscentrum, Rhenense Woningstichting en Gemeente.
3
Het gezondheidscentrum heeft meerdere locaties op het oog voor nieuwbouw. Het Rankterrein is er daar één van.
- 56 -
Verwacht eindresultaat Multifunctioneel Gebouw op het Rankterrein met daarin de SWO, Westpoort en (eventueel) het Gezondheidscentrum. Fusie tussen SWO en Westpoort tot een welzijnsstichting met activiteiten voor jong en oud.
4.5.
Woonbeleid
In deze visie op wonen-welzijn-zorg wordt een aantal uitgangspunten genoemd waarop ons woonbeleid voor de komende tien jaar, wordt gebaseerd. Bij de bouw van 50-55 woningen tot 2015 hebben wij aandacht voor: - De Rhenense schaal; zowel kwantitatief als kwalitatief sluiten de woningbouwprojecten aan op de Rhenense schaal, sfeer en uitstraling. Per locatie wordt bepaald welk type woning gebouwd wordt, hoogbouw en laagbouw worden daarbij afgewisseld, afhankelijk van de plek (gebiedsgericht). - Starters; kwalitatieve, betaalbare huurwoningen, bevorderen van doorstroming op de woningmarkt en bereikbaar maken van de koopsector middels startersleningen en koopvarianten. - Zorgvragers en ouderen; in bestaande bouw informeren over de mogelijkheden voor aanpassing, in nieuwbouw accent op woonvormen voor zorgvragers bij de voorzieningen. - Faciliteren van mantelzorg; door middel van toepassen van regels waarbij inwoning en woningsplitsing mogelijk worden gemaakt. Alsmede de mogelijkheden verkennen voor de bouw van meergeneratiewoningen en kangoeroewoningen (woningen waarbij het mogelijk is om als mantelzorger bij een zorgbehoevende in te wonen. In Wageningen is reeds een aantal van dergelijke woningen gerealiseerd). De functie van deze visie op wonen-welzijn-zorg is dat de benoemde uitgangspunten ervan leidend zijn bij de onderhandelingen met projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties voor de invulling van herstructurering en nieuwbouwlocaties in onze gemeente.
4.6.
Samenwerken op de Rhenense schaal
Tijdens het proces om te komen tot deze visie, hebben de verschillende partijen die actief zijn op het terrein van wonen-welzijn-zorg, met elkaar van gedachten gewisseld. Daarbij stonden de volgende vragen centraal: - Hoe kunnen we er in Rhenen voor zorgen dat mensen op een prettige manier wonen? - Hoe spelen we in op de toenemende vergrijzing en de veranderende behoeftes van zorgvragers en ouderen? In de vier centrale ambities hebben de partijen verwoord welke visie zij hier op hebben. Uiteraard laat zich dat niet vangen in de vier concrete uitvoeringsprojecten, zoals genoemd in dit hoofdstuk. De partijen vinden het belangrijk om de uitgangspunten van deze visie in hun dagelijkse praktijk en hun eigen beleid mee te nemen. Zodoende zullen
- 57 -
de partijen met elkaar in gesprek blijven over het wonen-welzijn-zorg in de gemeente Rhenen. Dit gebeurt met de woon-welzijn-zorgaanbieders en de gemeente onderling. Maar ook de leden van de opgerichte klankbordgroep hechten erg aan het waarborgen van de gemaakte afspraken in deze visie. In het kader van de WMO heeft de gemeente de plicht voor burgerparticipatie bij het opstellen en ontwikkelen van nieuw beleid. Op deze wijze zullen de burgers – en dus ook de leden van de klankbordgroep – op de hoogte worden gehouden van nieuwe ontwikkelingen en beslissingen die we nemen op het terrein van wonen-welzijn-zorg. Zodoende blijven we op de kleinschalige, Rhenense schaal, met elkaar in gesprek en waarborgen we de uitvoering van deze visie. Regionale samenwerking Naast samenwerking tussen de woon-, welzijn- en zorgpartijen binnen de gemeente Rhenen, wordt er ook overleg gevoerd op regionaal niveau. Binnen het WERV-verband (Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal) wordt intensief samengewerkt aan onder andere de invoering van de WMO en het opstellen van een regionale woonvisie. Ook worden er afspraken gemaakt met de woningcorporaties over een regionaal woonruimteverdelingssysteem. Maar ook zorgaanbieders werken steeds meer op regionale schaal. Uiteraard bestrijkt dit niet alleen het WERV-gebied, maar ook grotere delen van de provincie Utrecht. De gemeente Rhenen zal op basis van de uitgangspunten zoals die in deze visie staan, het regionale gesprek met de verschillende regionale verbanden en de provincie aangaan.
- 58 -
- 59 -
BIJLAGE 1: SAMENVATTING WONINGMARKTANALYSE COMPANEN, MEI 2005
Resultaten woonwensenonderzoek als opstap naar een visie De Rhenense Woningstichting en de gemeente Rhenen hebben gezamenlijk het initiatief genomen om te komen tot een visie op wonen, welzijn en zorg voor alle doelgroepen. Hiervoor is in februari tot en met april een woningmarktanalyse uitgevoerd. Daarin gaan we in op: • Bevolkings- en economische ontwikkelingen • Woonwensen • Verhoudingen op de woningmarkt • Behoefte wonen-welzijn-zorg • Leefbaarheid in de kernen In deze samenvatting vindt u tevens een aantal vragen ter voorbereiding op de discussie over de visie wonen-welzijn-zorg.
Woningvoorraad in Rhenen Eenzijdige woningvoorraad: nadruk op eengezins, koopwoningen • Rhenen telde op 1 januari 2005 7.142 woningen. 30% van deze woningen was een huurwoning, 70% een koopwoning. • De afgelopen jaren heeft bij nieuwbouw een sterk accent gelegen op het toevoegen van grotere eengezins-koopwoningen. De gerealiseerde nieuwbouw laat zich als volgt kenschetsen: 90% in de koopsector, 87% eengezinswoningen, 63% met tenminste vier kamers. Ook de reeds geplande nieuwbouw voor de komende tien jaar past in deze lijn. • Vanwege de verwachte huishoudensontwikkeling (steeds kleinere huishoudens) groeit de woningbehoefte. Uitgaande van de ‘eigen woningbehoefte’ zouden tot 2015 ca. 450 woningen toegevoegd moeten worden (definitie is dat vestiging in en vertrek uit de gemeente elkaar in aantallen in evenwicht houden). Door extramuralisering komt hier een extra woningbehoefte bovenop: 40 – 110 woningen extra.
Bevolkings- en economische ontwikkelingen De gemeente Rhenen telt per 1 januari 2005 bijna 18.000 inwoners (17.960), zij wonen in ruim 7.100 woningen (7.142). In Rhenen wonen relatief weinig personen tussen 25 en 35 jaar, en veel 55-plussers. Het inkomensniveau ligt boven het landelijke gemiddelde. Naar de toekomst groeit de bevolking nog maar beperkt: in 2015 is de bevolking met 160 inwoners toegenomen. De samenstelling van de bevolking verandert wel. Ontgroening van de bevolking • Het aandeel jongeren tot 25 jaar (31%) loopt in de pas met de provincie en Nederland. Het gaat dan voornamelijk om thuiswonende kinderen.
-1-
•
Als zij zelfstandig gaan wonen, verlaten zij vaak Rhenen. Dit vertrek is normaal voor een gemeente met beperkte werkgelegenheid en onderwijsmogelijkheden. Het is ook verhoudingsgewijs even groot als bijvoorbeeld in omliggende gemeenten Leersum, Amerongen en Buren.
Vergrijzing is nu al groter dan landelijk • 28% van de totale bevolking in Rhenen is boven 55 jaar. Landelijk ligt dit op 26%, voor de provincie Utrecht op 24%. • Het aantal 55-plussers neemt de komende decennia toe van 28% (2005) naar 32% (2015). De groei is relatief groot bij de groep tussen 65 en 75 jaar (+21% in 10 jaar tijd), en bij de 75-plussers (+19% in 10 jaar tijd). Daarmee is de vergrijzing in 2015 zeker nog niet op z’n top. Na 2015 is vooral de ‘dubbele vergrijzing’ fors: een toename van het aantal ‘oudere ouderen’. • Ondanks de vergrijzing vertrokken de afgelopen vijf jaar per saldo 86 65-plussers uit Rhenen naar andere gemeenten. Een belangrijke bestemming is Veenendaal, waarschijnlijk vanwege nieuwbouw in combinatie met een behoorlijk voorzieningenaanbod. Inkomen bovengemiddeld; verdere groei verwacht • Het inkomen van huishoudens in Rhenen ligt boven het landelijk gemiddelde. Vanzelfsprekend is er desalniettemin een groep met een inkomensniveau, waarvoor sociale huisvesting nodig is. Voor deze ‘aandachtsgroep’ hebben de gemeente en corporatie een eerste maatschappelijke verantwoordelijkheid. • In Rhenen behoren circa 2.000 huishoudens tot de aandachtsgroep (tot circa modaal inkomen). Dat is 28% van alle huishoudens (landelijk 32%). Deze groep is hoofdzakelijk op huurwoningen aangewezen, al is er ook een oudere generatie in koopwoningen. • Naar de toekomst toe daalt door de verwachte economische groei (we zijn uitgegaan van 1,5% per jaar) de omvang van de aandachtsgroep. In 2015 behoren waarschijnlijk 1.750 huishoudens tot de aandachtsgroep. • Naast de aandachtsgroep zijn ook steeds meer middeninkomens aangewezen op een huurwoning. Dit vanwege de gestegen koopprijzen. Deze groep groeit naar verwachting met 250 huishoudens, en zij oriënteren zich dus meer en meer op de huursector. Een beperkt aantal herkenbare doelgroepen op de woningmarkt Hoewel de woonwensen van mensen individueel verschillen, kunnen we uit de enquête een beperkt aantal groepen herleiden met in grote lijnen gelijke woonwensen. Dit maakt het mogelijk om gericht beleid te ontwikkelen op deze groepen. De indeling in deze groepen is vooral bepaald door leeftijd, inkomen en de huishoudensituatie.
-2-
Oud alleen samen
Bemiddelde senioren
Dorpsgebonden senioren
Mobiele senioren
gezinnen
gezin
Generatie
Dorpsgebonden
Jong Alleen samen
Mobiele gezinnen
Ongebonden Kleine Huishoudens
Laag
Hoog Economische positie
0.
1.
2.
3.
4.
Starters • Meestal jongeren die vanuit een onzelfstandige woonsituatie (veelal inwonend bij ouders, familie of op kamers) de woningmarkt betreden. Deze groep staat niet in de figuur weergegeven, omdat ze nog geen positie op de woningmarkt heeft. Ongebonden Kleine Huishoudens: • Eén- en tweepersoons huishoudens tot 55 jaar, met een inkomen lager dan anderhalf keer modaal (minder dan 2.500 euro netto per maand). Dorpsgebonden gezinnen • Gezinnen met kind(eren) met een inkomen lager dan anderhalf keer modaal (minder dan 2.500 euro netto per maand). Mobiele gezinnen • Gezinnen met kind(eren) en één- en tweepersoonshuishoudens tussen de 35 en 55 jaar, met een inkomen hoger dan anderhalf keer modaal (meer dan 2.500 euro netto per maand). Dorpsgebonden senioren •
5.
6.
Eén- en tweepersoons huishoudens van 55 jaar en ouder, met een inkomen lager dan
anderhalf keer modaal (minder dan 2.500 euro netto per maand). Mobiele senioren • Eén- en tweepersoons huishoudens tussen de 55 en 75 jaar, met een inkomen hoger dan anderhalf keer modaal (meer dan 2.500 euro netto per maand). Bemiddelde senioren • Eén- en tweepersoons huishoudens van 75 jaar en ouder, met een inkomen hoger dan anderhalf keer modaal (meer dan 2.500 euro netto per maand).
-3-
De omvang van de verschillende doelgroepen op de Rhenense woningmarkt verandert: Tabel 1: Gemeente Rhenen. Ontwikkeling doelgroepen op de woningmarkt Doelgroep
2005
Ontwikkeling tot 2015
7.
Ongebonden Kleine Huishoudens
1.236
17%
8.
Dorpsgebonden gezinnen
1.140
16%
-90
9.
Mobiele gezinnen
2.025
28%
+75
1.996
28%
+230
595
8%
+235
151
2%
+110
7.142
100%
+440
10. Dorpsgebonden senioren 11. Mobiele senioren 12. Bemiddelde senioren Totaal
-120
Bron: Provincie Utrecht (2005), CBS (2005), Primos (2005), bewerking Companen.
Woningmarkt en woonwensen Doelgroepen willen kleine stappen zetten in hun wooncarrière Op grond van de huidige woonsituatie en de woonwensen kunnen we de belangrijkste woonproducten per doelgroep opsommen: Huidig
Gewenst • Eengezinshuurwoning < €500
Starters
• Huurappartement zonder lift < €500 • Huurappartement met lift < €500 • Kooprijenwoning < €200.000 Ongebonden
• Eengezinshuurwoning < €500
• Huurappartement met lift < €500
Kleine
• Huurappartement zonder lift < €500
• Kooprijenwoning €200.000-00.000
Huishoudens
• Huurappartement met lift €500-600
Dorpsgebon-
• Eengezinshuurwoning < €600
• Eengezinshuurwoning < €600
den gezinnen
• Kooprijenwoning €200.000–300.000
• Kooprijenwoning €200.000-300.000
Mobiele
• Eengezinshuurwoning < €500
• Tweekapper / vrijstaand
gezinnen
• Kooprijenwoning €200.000-300.000
€300.000-500.000
• Tweekapper / vrijstaand €300.000-500.000 Dorpsgebon-
• Eengezinshuurwoning < €500
den senioren
• Kooprijenwoning €200.000-300.000
• Huurappartement met lift < €500
• Tweekapper / vrijstaand €300.000-00.000 Mobiele
• Kooprijenwoning €200.000-300.000
• Huurappartement met lift €500-600
senioren
• Tweekapper / vrijstaand vanaf €300.000
• Koopappartement met lift
Bemiddelde
• Huurappartement met lift €500-600
• Huurappartement met lift, diverse prijs-
senioren
• Tweekapper / vrijstaand vanaf €500.000
€300.000-400.000 klassen • Koopappartement met lift €400.000-500.000
Bij het formuleren van doelgroepenbeleid kan deze indeling in ‘productmarkt-combinaties’ leidend zijn bij het bepalen van het woningbouwprogramma en aanpassingen in de bestaande woningvoorraad. Aanknopingspunten voor uitwerking in bouwprogramma Aan de ontwikkeling bij de verschillende doelgroepen kunnen we de volgende voorlopige conclusies koppelen: • Bij doorstroming in de huursector kan voor starters een beperkt aanbod van eengezinswoningen beschikbaar komen. Bij de woonruimteverdeling moet het voor
-4-
• • • •
starters dan wel mogelijk worden gemaakt om naar een eengezinswoning te gaan. Dit zou een deel van de marktimperfecties oplossen. In andere segmenten dan de eengezinswoningen zijn toevoegingen gewenst voor starters. Bij gezinnen is er de wens om wooncarrière te maken. Niet door grote stappen te zetten, maar door net een categorie hoger te zoeken. Onder (oudere) gezinnen zien we een eerste oriëntatie op een andere woonsituatie; appartementen met meer gemak. Bij verschillende groepen senioren zien we dat ze nog tot op redelijk hoge leeftijd in een gewone eengezinswoning wonen. Wel is er behoefte aan een bruikbare, toegankelijke woning. De praktijk leert dat achter die behoefte een heel kritische vraag schuilgaat. “Liefst een woning in het centrum met uitzicht op de Rijn en een rustige locatie.”
Vraag en aanbod op de woningmarkt: groei- en krimpmarkten Om een beeld te krijgen van de toekomstige kwalitatieve fricties op de woningmarkt (type woningen waaraan tekort zal ontstaan) is het van belang om de huidige en gewenste woonsituatie van verhuisgeneigden met elkaar te confronteren. Daaruit blijkt in welke woningsegmenten sprake is van groeipotentieel of een mogelijke krimp. Dit levert op zich een indicatie op over de gewenste samenstelling van de nieuwbouw en transformatie. Figuur 1: Gemeente Rhenen. Potentiële krimpmarkten (aanbod groter dan de vraag, aangegeven met een ‘+‘) en groeimarkten in de huursector in 2005 (1 jaar) en 2015 (1 jaar)
-70
-60
-50
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
50
60
70
egw tot 500 egw 500-600 egw >600 app z lft tot 500 app z lft 500-600 app z lft >600 app m lft tot 500 app m lft 500-600 app m lft >600 Saldo 2005
Saldo 2015
Bron: Woningmarktonderzoek Companen (2005).
•
Fors tekort aan appartementen met lift, met name tot € 500. Vooral in trek bij starters en senioren.
-5-
•
Mogelijkheden voor starters bij goedkope en dure eengezinswoningen omdat met name 55-plussers en gezinnen met een betere inkomenspositie deze woningen verlaten en daardoor ruimte bieden aan starters.
Figuur 2: Gemeente Rhenen. Potentiële krimpmarkten (aanbod groter dan de vraag, aangegeven met een ‘+‘) en groeimarkten in de koopsector in 2005 (1 jaar) en in 2015 (1 jaar) -20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
rijwoning < 200 rijwoning 200-300 rijwoning 300-400 rijwoning 400-500 rijwoning > 500 2^1 kap & vrij < 200 2^1 kap & vrij 200-300 2^1 kap & vrij 300-400 2^1 kap & vrij 400-500 2^1 kap & vrij > 500 app z lft < 200 app z lft 200-300 app z lft 300-400 app z lft 400-500 app z lft > 500 app m lft < 200 app m lft 200-300 app m lft 300-400 app m lft 400-500 app m lft > 500 Saldo 2005
Saldo 2015
Bron: Woningmarktonderzoek Companen (2005).
•
•
Groeimogelijkheden zijn er bij rijwoningen tot € 200.000. In dit segment is momenteel nauwelijks aanbod. Met name starters zijn hiernaar op zoek. Hoe te realiseren (alternatieve bouw- en financieringsconstructies)? Er is een tekort aan appartementen met lift in alle prijsklassen, maar met name tussen € 200.000 en € 300.000.
In deze cijfers komen enkele maatschappelijke ontwikkelingen nog nauwelijks tot uitdrukking. We denken dan aan de toenemende behoefte aan woondiensten en woonzorgarrangementen, de behoefte aan meer ruimte en comfort in woningen, de individualisering en de behoefte aan herkenbaarheid en verscheidenheid in de leefomgeving. Bij de programmering van nieuwbouw moeten we hiermee rekening houden. Nieuwbouwprogramma’s: scenario’s Een optelsom van alle kwalitatieve tekorten is groter dan waarin het gemeentelijk bouwprogramma voorziet; dit komt doordat naast tekorten in het ene segment ook sprake is van (theoretische) overschotten in andere segmenten. En die laatste zijn niet van vandaag op morgen opgeheven.
-6-
Er zullen dus keuzes gemaakt moeten worden. In een drietal scenario’s hebben we ‘extreme’ keuzes uitgewerkt, inclusief de effecten daarvan op het nieuwbouwprogramma: •
Scenario 1: bouwen voor starters. Dit betekent nieuwbouw in segmenten waar tekorten zijn voor starters: goedkope koopwoningen, huurappartementen en verkoop van eengezinshuurwoningen.
•
Scenario 2: bouwen voor senioren. Om senioren direct mogelijkheden te bieden en zo doorstroming te bevorderen: huur- en koopappartementen en opplussen van woningen.
•
Scenario 3: bouwen van koopwoningen voor doorstroming. Door stapjes van huishoudens in hun wooncarrière mogelijk te maken, ontstaat doorstroming en komt aanbod voor andere groepen beschikbaar: goedkope koopwoningen voor doorstroming uit de huursector, middeldure koopwoningen (2 – 3 ton), huur- en koopappartementen voor doorstroming van ouderen uit eengezinswoningen (huur en koop).
Uiteraard zullen partijen zelden kiezen voor sec één van deze scenario's, maar het brengt de opgaven op de verschillende terreinen even heel goed in beeld. Eventuele combinaties van scenario's volgen dan meestal later. Bij de drie scenario’s zijn de volgende bouwprogramma’s denkbaar: Scenario 1: Starters
Scenario 2: Senioren
Scenario 3: Topsegment
30%
Huur •
Appartement met lift < 500
50%
20%
•
Appartement met lift 500-600
20%
10%
•
Appartement met lift > 600
10%
Subtotaal huur
30%
80%
30%
Koop •
Eengezinsrijwoning < 200.000
40%
20%
•
Eengezinsrijwoning 200-300.000
10%
20%
•
2^1 kap & vrijstaand > 400.000
•
Appartement 200-300.000
Subtotaal koop Totaal
10% 20%
20%
20%
100%
100%
70% 100%
70%
Vergelijking met nu bekende bouwplannen in Rhenen laat zien dat, ongeacht het te kiezen scenario, de oriëntatie nog teveel gericht is op de koopsector. Onvoldoende aanbod lijkt er in betaalbare segmenten.
Afstemming wonen-welzijn-zorg Maatschappelijke ontwikkelingen zorgen voor toenemende belangstelling voor wonen met welzijn en zorg: vermaatschappelijking van de zorg en extramuralisering, veranderingen in AWBZ en WMO, individualisering en mondigheid ouderen van nu, tweedeling en sociale uitsluiting (kloof tussen arme en rijke ouderen). Groeiende behoefte aan woonzorgarrangementen De behoefte aan nieuwe woonzorgarrangementen hebben we berekend aan de hand van Planologische Kengetallen Wonen en Zorg4. Deze behoefteraming kent een drietal varianten van extramuralisering: 1.
4
Trendvariant (geen extramuralisering): groei woonzorgbehoefte met ruim 200 plaatsen
Aedes-Arcares kenniscentrum Wonen-Zorg, Toekomstscenario’s en planologische kengetallen wonen en zorg, mei 2004.
-7-
2.
Gematigde variant (andante scenario): intramurale behoefte neemt af, verzorgd wonen neemt toe, extra woningbehoefte (semi- en extramuraal) van 40 woningen tot 2015
3.
Verregaande variant (presto scenario): grote afname intramurale behoefte, forse groei bijzondere woonzorgvormen, extra woningbehoefte (semi- en extramuraal) van 110 woningen tot 2015
Behoefte 2005 (aantal 65-plussers: 2.806) Geschikt wonen: 2.044 Verzorgd wonen: 208 Kleinschalig beschermd wonen: 7 Grootschalig beschermd wonen: 253 Totaal: 2.512
Behoefte 2015, TRENDVARIANT (aantal 65plussers: 3.369) Geschikt wonen: 2.216 Verzorgd wonen: 213 Kleinschalig beschermd wonen: 15 Grootschalig beschermd wonen: 295 Totaal: 2.739
Behoefte 2015, GEMATIGDE VARIANT / ANDANTE (aantal 65-plussers: 3.369) Geschikt wonen: 2.216 Verzorgd wonen: 251 Kleinschalig beschermd wonen: 18 Grootschalig beschermd wonen: 194 Totaal: 2.679
Behoefte 2015, VERGAANDE VARIANT / PRESTO (aantal 65-plussers: 3.369) Geschikt wonen: 2.216 Verzorgd wonen: 295 Kleinschalig beschermd wonen: 47 Grootschalig beschermd wonen: 109 Totaal: 2.667
In vergelijking met het huidige aanbod ligt kwantitatief de grootste opgave bij de categorie 'geschikt wonen'. Kwalitatief ligt er voornamelijk een opgave in de categorie 'verzorgd wonen'. Grootschalig beschermd wonen Intramuraal wonen, maar dat kan ook het geval zijn bij kleinschalig beschermd wonen. Bij intramuraal wonen vormen zorg, signalering, bescherming, toezicht, welzijn en dienstverlening een integraal pakket met het verblijf. Kleinschalig beschermd wonen (in wijken en kernen, klein geclusterd wonen): Zorg en toezicht zijn 24 uur per dag aanwezig. Begeleiding en huisvesting van cliënten is groepsgewijs georganiseerd. De zorgverlening is meestal volledig inpandig beschikbaar Verzorgd wonen (beschutte woonvormen, woningen in een woonzorgcomplex): Nodig zijn: geschikte / aangepaste woningen met dienstverlening, een zorgunit in de omgeving of binnen het complex (zorgverleners moeten immers voortdurend paraat zijn). Geschikt wonen (woningen zelfstandig met thuiszorg, nultredenwoningen): Zorg of begeleiding zijn op afspraak beschikbaar. Nultredenwoningen, primaire vertrekken (keuken, woon-, bad- en slaapkamer) zijn zonder traplopen bereikbaar. Levenloopbestendige woningen vallen hier ook onder. Groepswoningen zonder zorg: een concentratie van een aantal seniorenwoningen waarbij de bewoners elkaar helpen en vaak verenigd zijn in een bewonersplatform. Het betreft zodoende informele zorg. Professionele hulp is op afspraak beschikbaar.
-8-
Aanbod zorg en welzijn in Rhenen We hebben het aanbod van zorg en welzijn in Rhenen in beeld gebracht: • In Rhenen zijn zowel intramurale zorg (De Tollenkamp) als diverse vormen van wonen met zorg en aanbieders van extramurale zorg aanwezig. • In Rhenen en Elst zijn de meeste zorgvoorzieningen aanwezig, alleen in Achterberg ontbreken dergelijke voorzieningen • In alledrie de kernen Rhenen, Elst en Achterberg zijn wijkcentra en dorpshuizen aanwezig, waar bovendien Stichting Welzijn Ouderen Rhenen werkzaam is. • Elst en vooral Rhenen hebben verder een divers aanbod aan winkels, banken en andere openbare voorzieningen. Binnen de kern Rhenen zijn deze overigens sterk geconcentreerd rond de Frederik van Paltshof. In Achterberg zijn geen winkels, banken of andere voorzieningen. • In Rhenen is een treinstation en deze kern en de kern Elst worden door diverse buslijnen aangedaan. Met het openbaar vervoer zijn (bus)stations in Utrecht, Veenendaal, Tiel, en Wageningen bereikbaar. De kern Achterberg kent geen openbaar vervoerdiensten. In alle kernen kan men gebruik maken van de regiotaxi. Vraag naar diensten door 55-plussers Momenteel wordt onder ouderen vooral veel gebruik gemaakt van huishoudelijke hulp. Er is onder ouderen ook relatief veel behoefte aan deze dienst. Dit geldt in iets mindere mate ook voor de diensten en functies ‘recreatieruimte’ en ‘klussen- en onderhoudsdienst’. Andere diensten waarnaar veel vraag is, zijn specifiek ouderenvervoer en sociale alarmering (met name 75-plussers). • In Rhenen-west en Rhenen-oost hebben 55-plussers meer dan gemiddeld behoefte aan diensten. • In Rhenen-Centrum, Rhenen-Midden, Achterberg en Elst is minder behoefte aan diensten. Achterberg valt erg op: hier is vrijwel geen dienstenaanbod, en men geeft ook niet aan daar veel behoefte aan te hebben (realiteitswaarde zit dus tussen de oren?!).
Waardering woning en woonomgeving (leefbaarheid) In de enquête is gevraagd naar de waardering van inwoners over de woning en de woonomgeving. Figuur 3: Gemeente Rhenen. Waardering kwaliteitsaspecten woning in gemeente Rhenen Prijs-kwaliteitverhouding Uitrustingsniveau badkamer Geluidsisolatie Onderhoudsstaat Uitrustingsniveau keuken Aantal slaapkamers Tuin/balkon Grootte woonkamer Woning algemeen 0
1
2
3
Bron: Enquête 2005.
-9-
4
5
6
7
8
9
Kwaliteitsaspecten van de woning worden over het algemeen als gunstig beoordeeld, gemiddeld ruim boven een 7! • Opvallend minder scoort de prijs-kwaliteitsverhouding. Met name de verschillende doelgroepen van 55 jaar en ouder zijn hier kritisch op. Hiermee uiten zij mogelijkerwijs hun ongenoegen over de enorme prijsstijgingen op de koopmarkt van de afgelopen jaren. Figuur 4: Gemeente Rhenen. Waardering kwaliteitsaspecten woonomgeving in gemeente Rhenen
Speelvoorzieningen Parkeervoorzieningen Verkeersveiligheid Groenvoorzieningen Afstand tot winkels Contact/sfeer buurt Woonomgeving algemeen 0
1
2
3
4
5
6
7
8
Bron: Enquête 2005.
Bij de waardering van de woonomgeving zijn de scores over het algemeen wat minder gunstig dan de scores voor de woning. • Speelvoorzieningen krijgen gemiddeld een 3,5. Opvallend genoeg zijn het vooral de 55-plussers die hier een dikke onvoldoende voor geven. Zeer waarschijnlijk gaat het hierbij niet om de kwaliteit van de speelvoorzieningen zelf, maar om de overlast die ouderen van speelplaatsen ervaren (geluid, hangjeugd). Er zijn beperkte verschillen in waardering van woning en woonomgeving tussen verschillende kernen en wijken. • In Rhenen-Centrum is men (vanzelfsprekend) positief over de afstand tot voorzieningen. • In Rhenen-Noord liggen de scores voor de woningen iets onder het gemeentelijk gemiddelde, terwijl de woonomgeving juist iets bovengemiddeld scoort. • In Elst zijn inwoners minder positief over de verkeersveiligheid en groenvoorzieningen. • De waardering van woningen in Achterberg wijkt sterk af van het gemeentelijk gemiddelde. Op vrijwel alle aspecten scoort Achterberg een half punt hoger; dus gunstiger! • Ook de waardering voor de woonomgeving laat in Achterberg een ander beeld zien dan in de andere wijken en kernen. De afstand tot voorzieningen wordt als matig ervaren (een 5). Positiever is men over parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen.
- 10 -
BIJLAGE 2: LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN Aanpasbare woning Een aanpasbare woning is relatief geschikt om te worden aangepast tot een levensloopwoning. Nultreden is een positief kenmerk, maar niet noodzakelijk. Ook eengezinshuizen met een interne trap kunnen aanpasbaar zijn. Daarentegen stelt aanpasbaarheid wel eisen aan de minimale maten binnen de woning. De term aanpasbare woning wordt soms ook gebruikt als synoniem voor rolstoeltoegankelijk. Dit is niet hetzelfde als levensloopbestendig, want de eis van rolstoeltoegankelijkheid geldt bij levensloopwoningen alleen voor de nieuwbouw. Bij het opplussen van bestaande woningen wordt volstaan met het niveau ’rollatortoegankelijk’ . Het verschil zit vooral in de ruimtelijke eisen (draaicirkels). Aanleunwoning De naam zegt het al: dit is een woning die aanleunt aan een zorginstelling. De woningen zijn gelijkvloers en rolstoeltoegankelijk en -doorgankelijk en beschikken over een alarmeringssysteem met de zorginstelling. AWBZ: Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten Beschermd wonen Beschermd wonen kent twee soorten inhoud. In de sector Verpleging en Verzorging wordt onder beschermd wonen een kleinschalige groepswoning met gemeenschappelijke voorzieningen en 24-uurs zorg met toezicht verstaan. Deze woonvorm is vooral bedoeld voor dementerende ouderen, maar ook voor ernstig en meervoudig gehandicapten. In de gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg daarentegen wordt de term beschermd wonen ook gebruikt voor individueel of groepswonen in de wijk, al dan niet met begeleiding.
Brengdiensten: moeten door de brengende organisaties efficiënt worden aangeboden, waarbij een goede toegankelijkheid van de woning (inrichting woning) een voorwaarde is. Eerstelijns dienstencentrum Combinatie van een centrum voor extramurale zorg en thuiszorg en een centrum voor dagactiviteiten en welzijnsdiensten. Kan zijn ondergebracht in een woonzorgcomplex of in een multifunctioneel wijkcentrum, samen met de eerstelijns gezondheidszorg. Steeds vaker opgezet voor alle doelgroepen van zorg en welzijn in een wijk of dorp. Extramurale zorg Zorg die wordt aangeboden in woongebieden al of niet in combinatie met wonen, maar zonder verblijf. Wel kan tot de extramurale zorg worden gerekend de nabije aanwezigheids- of achterwachtfunctie, de hotelfunctie en de welzijnsfunctie als alternatief voor die in het verzorgings- of verpleeghuis.
- 11 -
Extramurale zorginfrastructuur Voorzieningen die nodig zijn om zorg en welzijn te kunnen leveren in het kader van scheiden van wonen en zorg. Deze voorzieningen dienen voor de zelfstandige (zorg)woningen in een woonzorgcomplex of voor verspreide (zorg)woningen in de wijk. Brede liften, brede galerijen, brede gangen, zusterpost, tijdelijke opvangplaatsen, alarmeringssysteem, receptie, parkeerplaatsen voor scootmobielen kunnen alle tot zorginfrastructuur behoren. Ook welzijnsruimten, zoals multifunctionele ruimten voor dagactiviteiten, worden tot de zorginfrastructuur gerekend indien deze (mede) bestemd zijn voor gebruik in het kader van arrangementen verzorgd en beschermd wonen. Haaldiensten: Het gaat dan om diensten dichtbij de woonplek of goed bereikbaar met vervoer. Ook moeten deze functies goed toegankelijk zijn. Bovendien moet de betreffende zorgvragende voldoende mobiel zijn. HOED: Huisartsen Onder Één Dak Intramuraal wonen Zorg, signalering, bescherming, toezicht, welzijn en dienstverlening vormen een integraal pakket met het verblijf. Van intramuraal wonen is alleen dan sprake als men een indicatie heeft voor verblijf. Bij intramuraal wonen is sprake van 24-uurs zorg en bescherming, ofwel permanente, niet-planbare, langdurige, continue zorg. Kangoeroewoningen / meergeneratiewoningen Woningen waarbij het mogelijk is om als mantelzorger bij een zorgbehoevende in te wonen. Nultredenwoningen / levensloopbestendige woningen Woningen die zonder trappen van buiten af bereikbaar zijn en waarbij de zgn. ‘primaire ruimtes’, de keuken, het sanitair, de woonkamer en minimaal één slaapkamer zich op dezelfde woonlaag bevinden. Drempels in de woning zijn laag of ontbreken. Levensloopbestendige woningen, een veel gebruikte term in ‘het veld’, maken onderdeel uit van nultredenwoningen. De levensloopbestendige woningen voldoen aan de eisen voor nultredenwoningen, maar zijn intern geschikt voor rolstoelgebruikers (ruimte om te manoeuvreren met een rolstoel) en liggen in een geschikte woonomgeving (essentiële voorzieningen binnen loopafstand). Ruwweg 40% van de 0-tredenwoningen voldoet aan de eisen voor een levensloopbestendige woning. PGB: Persoons Gebonden Budget Scheiden wonen en zorg Scheiden van wonen en zorg is de situatie waarin de cliënt zelfstandig woont (huur of koop) en daarnaast een apart contract heeft met aanbieders van zorg, welzijn en diensten. Verpleeghuis AWBZ-verblijfsvoorziening voor (intensieve) verpleging en behandeling. Verblijf op eenen tweepersoonskamers en soms nog op 3-of 4 persoonszalen. Mogelijkheid van 24 uurs toezicht. Verpleging mogelijk bij permanente bedlegerigheid. Er zijn somatische,
- 12 -
psychogeriatrische en gecombineerde verpleeghuizen. Veel verpleeghuizen hebben ook een functie voor kortdurend verblijf (revalidatie en verpleging na ziekenhuisopname). Verzorgd wonen Bij verzorgd wonen is zorg 24 uur per dag op afroep beschikbaar. Nodig zijn: geschikte / aangepaste woningen, dienstverlening, een zorgunit in de omgeving of binnen het complex (zorgverleners moeten immers voortdurend paraat zijn). Het wonen kan individueel of samen zijn. Verzorgingshuis AWBZ-verblijfsvoorziening met een- (enkele twee-)persoonskamers of appartementen. Zorg, signalering, bescherming, toezicht, welzijn en dienstverlening vormen een integraal pakket met het verblijf. WMO: Wet Maatschappelijke Ondersteuning Woonzorgcomplex Cluster van zelfstandige zorgwoningen waar zorg thuis geleverd kan worden. Vaak voorzien van multifunctionele ruimten voor dagbesteding en recreatie. Welzijn en dienstverlening behoren tot het servicepakket van het complex. Veilige en beschutte bouwvorm met soms een bewaakte entree. WVG: Wet Voorzieningen Gehandicapten Zorg op afspraak (planbare zorg) Tijd en plaats van deze vorm van zorg kunnen van tevoren worden afgesproken. Bijvoorbeeld: elke ochtend om 8 uur wordt de cliënt uit bed geholpen. Zorg op afroep (onplanbare zorg) Tijd en plaats bij het inroepen van deze zorg zijn niet van tevoren bekend. De aard van de zorg is meestal kortdurend, maar moet wel worden geleverd. Bijvoorbeeld: hulp bij toiletbezoek. Zorg bij calamiteiten (noodhulp) Zorg als opvolging van een alarmsignaal als een calamiteit zich voordoet. Het initiatief ligt bij de cliënt. Voorbeeld: alarmopvolging na een valpartij of plotselinge benauwdheid. Zorgsteunpunt Kleinschalige vormen van zorginfrastructuur. Soms lijkt hieronder alleen de zusterpost te worden verstaan, soms ook een huiskamer of inloopruimte. Zorgwoning Woningen waar intensieve zorgverlening mogelijk is. Deze woningen zijn minimaal rolstoeltoegankelijk en -doorgankelijk. Het sanitair maakt zelfstandig rolstoelgebruik mogelijk. In de slaapkamer en badkamer kan zonodig gebruik worden gemaakt van tilliften. De woningen zijn doorgaans voorzien van alarmering en domotica.
- 13 -
BIJLAGE 3: IMPRESSIE BEWONERSAVONDEN In het kader van de visie op wonen-welzijn-zorg voor alle doelgroepen, hebben we in elke kern van de gemeente Rhenen een bewonersavond georganiseerd: - Op 3 november 2005 in Rhenen (gemeentehuis); - Op 8 november 2005 in Achterberg (Bethel); - Op 15 november 2005 in Elst (dorpshuis). Doel van de avonden: presenteren van en bewoners informeren over de inhoud van de visie die er nu ligt en reeds is goedgekeurd door de gemeenteraad. Daarnaast hebben we de bewoners gevraagd naar hun inbreng over het uitvoeringsplan van de visie: welke activiteiten en voorzieningen mist men in de kern, naast de genoemde plannen uit de visie? De opkomst naar de bewonersavonden varieerde en was niet erg hoog: circa 10 bewoners in Rhenen, 5 in Elst en 30 in Achterberg. Ondanks deze geringe omvang, hebben we op een goede en prettige manier met de aanwezigen kunnen praten over de visie. Daarbij viel het op dat de bewoners de ambities uit de visie herkennen en onderstrepen. Kortom, een bevestiging dat we op de goede weg zitten. Bewonersavond Rhenen Informele ontmoetingsplek - ’t Trefpunt (het gebouw van de Stichting Welzijn Ouderen Rhenen). De meningen hierover zijn nogal verdeeld. Een aantal komt er erg graag, anderen vinden het niet uitnodigend genoeg, te klein en zoeken elders mensen op. - De nieuwe Tollekamp biedt ook een mogelijkheid voor het creëren van een informele ontmoetingsplek. - Een multifunctioneel gebouw (mocht het er komen), biedt ook mogelijkheden. - Ook de kerken doen veel op het gebied van ontmoeting en activiteiten. Zij hebben een belangrijke functie in Rhenen. Algemeen vinden de bewoners dat deze plekken genoeg mogelijkheden bieden. Gezelligheid en een uitnodigend karakter, zijn daarbij belangrijk. Maar denk ook aan de ligging; niet te hoog op de berg. Geschikte naam: instuif. Vereenzaming onder ouderen/zorgvragers De aanwezige bewoners geven aan dat vereenzaming niet als groot probleem wordt ervaren, maar het moet zeker wel aandacht hebben. Mogelijke oplossingen zijn: - Regelmatig ouderen en zorgvragers bezoeken vanuit een steunpunt. De SWO speelt een rol. Dat doen zij al deels door middel van preventieve huisbezoeken. Ook de kerken spelen hierbij een belangrijke rol. - Het gaat om informeren en activeren van mensen om ergens naar toe te gaan. Dit is wel erg lastig te organiseren, je moet naar de mensen toe, maar wie dan? En hoe vaak? Je wilt ook niet ‘betuttelen’. - Bij nieuwbouwprojecten van woonvormen voor zorgvragers zijn algemene ruimten belangrijk. Daar kunnen bewoners (en mensen van buiten) elkaar ontmoeten. - Verder gaat het om het tijdig signaleren van eenzaamheid; de huisartsen hebben hier ook een taak, evenals de sociale dienst. Er moet dus meer samenwerking (informatieverstrekking) zijn tussen zorg en welzijn.
- 14 -
Eén informatie- en coördinatiepunt (loket WWZ) - De aanwezige bewoners zien er zeker het nut van in; het zou handig zijn als er één punt is waar ze je op weg helpen naar de juiste instantie. Juist omdat er nu zoveel verandert, hebben mensen behoefte aan een plek waar ze terecht kunnen met hun vragen. - De medewerkers van het loket moeten een goed beeld hebben van de sociale kaart van Rhenen en goed met mensen om kunnen gaan om de vragen helder in beeld te krijgen en mensen naar de juiste instantie te brengen. - Over de locatie van zo’n loket zijn de meningen verdeeld; een aantal vindt de bibliotheek een goed idee, anderen denken eerder aan het gemeentehuis. Multifunctioneel gebouw - De aanwezige bewoners vinden het zeker een goed plan. Ook een informele ontmoetingsplek kan in zo’n multifunctioneel gebouw komen, met daarbij het informatiepunt. - Maar we moeten wel realistisch blijven; het kan nog lang duren tot het er komt (als het er al komt). Dus in de tussentijd ook zeker kijken naar andere plekken voor het loket en informele ontmoetingsplekken. Als er een multifunctioneel gebouw komt, moet er ook goed gelet worden op de ruimte die daarvoor nodig is, ook voor bijvoorbeeld parkeren. - Verder benadrukken de aanwezige bewoners dat er verschillende activiteiten moeten zijn in Rhenen, voor jong en oud, afhankelijk van de behoefte die er is. Bewonersavond Achterberg Plan van de ondernemersvereniging voor een clustering van voorzieningen (supermarkthuisarts-kapper etc.) met woningen erboven Tijdens de bewonersavond licht Jan Rauw, voorzitter van de ondernemersvereniging van Achterberg, kort zijn plannen toe. De aanwezige bewoners reageren positief op het plan. De volgende opmerkingen worden gemaakt: - Kijk ook naar de mogelijkheden voor huurwoningen. - Een algemene ruimte voor bewoners zou mooi zijn, en moet ook toegankelijk zijn voor mensen van buitenaf. Een open uitstraling is belangrijk. Vereenzaming De aanwezige bewoners vinden dat dat erg meevalt in Achterberg. ‘Wij zorgen hier goed voor elkaar en redden ons wel’, is meerdere malen gezegd tijdens de bewonersavond. In Achterberg is dus sprake van een sterke sociale samenhang. Het verenigingsleven, maar ook het dorpshuis als centraal plek in het dorp, spelen daarbij een belangrijke rol. Dorpshuis Dit is echt het centrale punt van Achterberg, volgens de aanwezigen. Het moet ook een functie voor Achterbergers hebben, alhoewel er ook veel mensen van Rhenen gebruik maken. In het dorpshuis zijn activiteiten voor jong en oud. Het dorpshuis wordt momenteel opgeknapt en kan zeker die functie behouden. Ook heeft het een functie als ontmoetingsplek.
- 15 -
Woningen De aanwezige bewoners geven aan dat Achterbergers erg gehecht zijn aan hun kern. Zij willen allemaal in Achterberg blijven wonen, en met name voor jongeren is dat een probleem omdat er te weinig woningen zijn. Veel bewoners vinden het dan ook zuur dat de woningen van Achterberg-west voor een groot deel aan Rhenenaren worden verkocht. Maar dat is de vrije markt. De aanwezige bewoners geven aan behoefte te hebben aan starterswoningen (de starterswoningen in plan Achterberg-west waren erg populair) voor de jongeren die er graag willen wonen. Ook de doorstroming is belangrijk. Het plan van de ondernemersvereniging kan hierbij een rol spelen. We vragen de aanwezige bewoners aan het einde van de bewonersavond nog naar punten die zij belangrijk vinden. De volgende opmerkingen worden gemaakt: - Een aantal bewoners heeft behoefte aan meer activiteiten voor jongeren. Anderen geven aan dat de kerk en het dorpshuis al heel wat aanbieden. - Verkeersveiligheid is een belangrijk item; het oversteken van de provinciale weg is een heikel punt. Jan Rauw geeft aan dat die oversteek ook wordt meegenomen in zijn plannen. Bewonersavond Elst Vereenzaming onder ouderen/zorgvragers: De aanwezige bewoners hebben aangegeven dat men zichzelf in Elst prima redt. Grote eenzaamheid onder ouderen werd niet gesignaleerd (‘we hebben het juist druk’). Toch is het lastig om eenzaamheid te signaleren, want die mensen kom je niet vanzelf tegen. Duidelijk is wel dat Elst een saamhorige gemeenschap is met een rijk verenigingsleven. Dorpshuis en multifunctioneel gebouw: De aanwezigen vinden dat het dorpshuis niet uitnodigend is; het heeft een ongezellige uitstraling en het ligt erg onhandig aan de Rijksstraatweg, tevens laat het beheer te wensen over. Hierdoor wordt het dorpshuis volgens hen niet goed gebruikt. Het nieuwe multifunctionele gebouw schept wat hen betreft veel mogelijkheden. Volgens de aanwezigen zijn de volgende zaken van belang om het multifunctioneel gebouw succesvol te laten zijn: - Gezellige en uitnodigende uitstraling, bijvoorbeeld met een terras als het mooi weer is. - Goed bestuur en beheer. - Ruimte voor activiteiten van verenigingen én informele ontmoeting. Ook mogelijkheden voor eenmalige activiteiten zoals een muziekuitvoering, toneelstuk of de intocht van Sinterklaas. Maar denk ook aan een leestafel in de bibliotheek. - Betaalbaarheid is belangrijk; verenigingen moeten de huur op kunnen hoesten. - Goede ligging in Elst. - Toeristische en recreatieve functie van het dorpshuis, liggend vlakbij de vogeltrekroute, bijvoorbeeld informatie van de VVV Rhenen. Activiteiten en voorzieningen die gemist worden in Elst: - Activiteiten voor jongeren; dit kan in het nieuwe multifunctioneel gebouw vorm krijgen. - Computercursussen voor ouderen (internet e.d.); zou op de computers van de bibliotheek kunnen.
- 16 -
-
Eenvoudige cursus ‘hoe werken al mijn huishoudelijke apparaten en hoe stel ik ze in?’ Dus hulp bij het instellen van de tv, verwarming, magnetron etc.
- 17 -