de Ratelaar
nr 37 - april 2006 / nieuwsbrief van Nationaal Park De Biesbosch
Het zoemt en vliegt over de dijk. Wat kan dat zijn? Een helikopter of een Roodrandzandbij? De vliegbewegingen van beide worden de laatste tijd goed in de gaten gehouden. Het schijnt dat de Biesbosch een speciale aantrekkingskracht heeft op deze bewoners van het luchtruim. Misschien is een helikopterview nodig om te zien te midden van welke kansen het Nationaal Park De Biesbosch ligt.
Visie Overlegorgaan
op alle Biesboschplannen de Noordwaard moet een open verbinding krijgen met de Biesbosch. Ook vindt het Overlegorgaan dat dit Ruimte-voor-de rivierproject de druk op de natuurkernen in het nationaal park moet verlichten door er vormen van extensieve recreatie te bieden. Binnenkort komt het Overlegorgaan met een visie, waarin het zich ook uitspreekt over andere plannen die in en om de Biesbosch spelen, zoals het Strategisch Groenproject voor het Eiland van Dordrecht, het omgevingsplan Wijde Biesbosch, het Kierbesluit voor de Haringvlietsluizen en de plannen van Deltanatuur.
Met de vaststelling van het nieuwe Beheer- en Inrichtingsplan voor de Biesbosch hebben omvang en status van het nationaal park nog niet hun definitieve vorm gekregen. Er bestaan tal van plannen die de Biesbosch zullen beïnvloeden. Verreweg het ingrijpendst is het plan om de hele Noordwaard geschikt te maken als afvoermogelijkheid voor rivierwater, waartoe het kabinet vorig jaar heeft besloten. Dit 2000 hectare grote gebied moet zich voor een deel tot getijdennatuur kunnen ontwikkelen, vindt het Overlegorgaan. Daarom moet niet alleen de dijk langs de Nieuwe Merwede worden verlaagd, maar moet er in het zuiden een open verbinding met de kreken in de Biesbosch komen. Verder zou er bij Werkendam een recreatief knooppunt aangelegd moeten worden dat de grootste druk op de Biesbosch opvangt. Bij de Spieringsluis heeft het Overlegorgaan een eenvoudiger knooppunt in gedachten, met een accent op extensieve recreatievormen. En dan nog blijven er delen over waar boeren tot in lengte van jaren hun bedrijf kunnen voortzetten. Ook op het Eiland van Dordrecht staat van alles op stapel, dat invloed zal hebben op het nationaal park. Het Strategisch Groenproject (sgr)
In dit nummer
Natuurontwikkelings- en andere projecten in en rond de Biesbosch kunnen het Nationaal Park versterken (foto: Jacques van der Neut). Eiland van Dordrecht voorziet in de omvorming van vele hectares landbouwgrond in natuur- en recreatieterrein. Als eerste staan de Tongplaat en het Zuidplaatje op het programma, daarna de NoordBovenpolder en in een nog later stadium zijn delen van Polder de Biesbosch aan de beurt. Het sgr noemt twee recreatieve knooppunten, waarvan er een in de buurt van de Kop van ’t Land is gedacht. Ook het Brabantse Omgevingsplan Wijde Biesbosch rept van recreatieve knooppunten, alleen heten ze hier recreatiepoorten: de haven van Hank en ook weer de Spieringsluis. Wat het Overlegorgaan van deze
en alle andere plannen vindt, wil zij in een visie naar buiten brengen. Het uitdragen van die visie zal een taak van de (vice-)voorzitter worden; voor de overige bestuursleden zou die taak problemen kunnen geven. Het is voor vertegenwoordigers van gemeenten of andere overheden lastig om in bestuurlijke circuits twee verschillende belangen te verdedigen. Die belangen hoeven immers niet altijd parallel te lopen met die van het nationaal park. Dat zou de geloofwaardigheid van één van beide ingebrachte visies aantasten. Zie ook het interview met voorzitter Jan Heijkoop op pagina 5.
1
p2
Afscheid Melse / Restauratie Amaliahoeve / Medewerkers krijgen badge
p3 Roodrandzandbij / Nieuw bip / Woningen gesloopt p4 Laagvliegen boven de Biesbosch p5 Een woordje met p6 Natuurcursus voor gehandicapten / Nieuwe sbb-hoek / Uit de oude doos / Agenda
april 2006
Het doorstroomgebied van
Melse neemt afscheid van Biesboschmuseum Als dank voor zijn inzet voor het Biesboschmuseum kreeg Leo Melse een Biesboschkaart uit ca. 1750 aangeboden door mede bestuurslid Hugo Groeneveld (foto: Biesboschmuseum).
Na tien jaar voorzitter van de Stichting Biesboschmuseum te zijn geweest, heeft L.S. Melse op 21 januari afscheid genomen. Hij deed dat in aanwezigheid van het bestuur, het personeel, de vrijwilligers en enkele relaties.
april 2006
2
Staatsbosbeheer restaureert de Amaliahoeve
Medewerkers Nationaal Park krijgen badge
De Amaliahoeve, de grote boerenschuur die samen met de er los van staande villa aan de oever van Keesjes Killeke staat, wordt gerestaureerd. Niet in één keer, want de hoge kosten zijn voor eigenaar Staatsbosbeheer niet zomaar op te brengen. Als eerste wordt de kolossale schuur – gebouwd in 1938 – aangepakt. “De kosten van de totale restauratie van dit rijksmonument worden geraamd op 200.000 euro”, zegt Allan Krijgsheld, opzichter bij Staatsbosbeheer. “Dankzij een financiële meevaller in 2005 hebben we alvast een deel kunnen laten uitvoeren. Zo zijn alle houten luiken en (schuif)deuren, inclusief het hang- en sluitwerk, vervangen of hersteld. Daarmee was ruim 60.000 euro gemoeid. Als er extra geld komt, nemen we het dak en de muren onderhanden en op langere termijn de herbouw van de varkensstal. Als afronding willen we de gietijzeren klok in de nok van de schuur terug. Als die werd geluid was dat het sein voor de arbeiders op land dat het schafttijd was.” De villa en het karakteristieke witte huisje moeten nog even wachten op een opknapbeurt.
Gidsen en andere vrijwilligers die in Nationaal Park De Biesbosch werken, zijn vanaf mei herkenbaar aan een badge. De badge moet de ‘boodschapper’ in het park duidelijk herkenbaar maken. De keuze voor de badge is gemaakt uit praktische overwegingen. Het maakt namelijk niet uit welk seizoen het is, je klikt of spelt hem gewoon op je jas of je t-shirt. Ook kan hij op bedrijfskleding, bijvoorbeeld die van Staatsbosbeheer, worden gedragen. Door de badge – met daarop het beeldmerk van het Nationaal Park met het beverpictogram en de naam van de medewerker – maakt de drager duidelijk dat zijn activiteit met het nationaal park te maken heeft. Deze herkenbaarheid van het park is een belangrijk punt in de nieuwe huisstijlnotitie, die de Agendacommissie in februari heeft aangenomen. De nationale parken van Nederland hebben een gezamenlijke huisstijl. Per nationaal park is het gebruik uitgewerkt tot een eigen huisstijlbeleid. Nu is dat dus ook vastgesteld voor Nationaal Park De Biesbosch. De huisstijlnotitie en de regels voor het gebruik van de huisstijl zijn op te vragen bij Rob Vereijken, coördinator voorlichting en educatie, tel. (0411) 61 41 11; e-mail:
[email protected].
Schilderwerk aan de luiken van de Amaliahoeve (foto: Jacques van der Neut).
Vanaf de oprichting van de Stichting Biesbosch Museum, in 1974, is Melse in verschillende functies aan het museum verbonden geweest. Het voorzitterschap van het bestuur van de stichting bekleedde hij vanaf 1996, toen hij de toenmalige burgemeester van Werkendam, Dorland, opvolgde. Verder heeft Melse een grote rol gespeeld bij het tot stand brengen van de uitbreiding van het museum in 2002 en van de opwaardering van de jaarlijkse subsidie van de gemeente Werkendam van 42.000 euro in 2005 tot 63.000 euro in 2008. Hij toonde ook steeds zijn grote betrokkenheid bij het Nationaal Park De Biesbosch door zijn inbreng in onder andere de Gebruikersraad. Als opvolger van Melse is de 63-jarige drs. D. Altena uit Werkendam benoemd. Altena ging in 1998 als generaal-majoor met pensioen bij Defensie. Hierna werkte hij ondermeer als interim-manager bij de deelgemeente Kralingen-Crooswijk in Rotterdam en als bedrijfsadviseur. Altena heeft affiniteit met de politiek. Zo was hij van 1998 tot 2000 wethouder in Driebergen en nu zet hij zich in voor het cda in Werkendam.
Opnieuw woningen gesloopt
Een Roodrandzandbij op Wilde kruisdistel (foto: Roy Kleukers).
Het in slechte staat verkerende bouwsel, plaatselijk ook bekend als het ‘keetje van Stoop’, stond in de weg van een nog te graven geul. De laatste jaren werd het als vakantiewoning gebruikt.
De woning op de splitsing Bandijk-Veerweg is gesloopt (foto: Jacques van der Neut).
Zeldzame Roodrandzandbij algemeen in de Biesbosch
Nieuwe BIP definitief goedgekeurd
De Roodrandzandbij (Andrena rosae) is in Nederland een zeer zeldzame soort, die op de Rode Lijst van bedreigde soorten staat in de categorie ‘Ernstig Bedreigd’. Dit zou je niet zeggen als je in de Biesbosch rondkijkt, want hier zitten deze vrij grote, zwartachtige bijen met rode vlekken op het achterlijf vaak in grote aantallen op wilgenkatjes (in het voorjaar) en Berenklauw (in de zomer). Toch is dit een unieke situatie, want buiten de Biesbosch vind je deze bij vrijwel nergens anders in Nederland. In 2005 is een onderzoek uitgevoerd naar de Roodrandzandbij in het Zuid-Hollandse deel van de Biesbosch. De onderzoekers hebben ontdekt dat de bijen hun nestjes graven aan de zonkant van de dijken die de polders omringen. De nesten zijn moeilijk te vinden tussen het dichte gras. Je moet het geluk hebben dat er juist een vrouwtje met stuifmeel komt aanvliegen en de opening inkruipt. Het onderzoek, in opdracht van de provincie Zuid-Holland, is uitgevoerd door de Stichting eis-Nederland, een organisatie die ongewervelde dieren bestudeerd. Om ervoor te zorgen dat de Roodrandzandbij het naar zijn zin blijft houden in de Biesbosch, is het belangrijk dat beheerders en boeren zich bewust zijn van de nestelplaatsen. Zij krijgen dan ook meer informatie over de levenswijze van dit dier.
Het ministerie van lnv heeft het nieuwe Beheer- en Inrichtingsplan van Nationaal Park De Biesbosch officieel goedgekeurd. Minister Veerman geeft in zijn toelichting aan dat hij veel waardering heeft voor de zorgvuldige en uitgebreide procedure die is gevolgd om een breed draagvlak voor het bip te krijgen. Hij vindt het ook juist om de begrenzing van het nationaal park aan te passen, omdat het dan zo goed mogelijk overeenkomt met het Natura 2000-gebied en daarmee in overeenstemming is met de Europese wetgeving. Met de verlegging van de grenzen is Nationaal Park De Biesbosch zo’n 2000 ha groter geworden. Voor de minister is dat geen reden om de jaarlijkse bijdrage structureel te verhogen. Te beginnen dit jaar stelt hij jaarlijks maximaal A 450.000,- beschikbaar, exclusief de bijdrage voor de coördinator voorlichting en educatie.
3 april 2006
Als onderdeel van het natuurontwikkelingsplan Noordwaard I zijn opnieuw enkele woningen gesloopt. Deze keer gaat het om de door populieren omringde woning bij de splitsing van de Bandijk en de Veerweg. Gewoonlijk laat men bij dergelijke werkzaamheden de beplanting zoveel mogelijk staan, maar in dit geval zullen de bomen worden omgezaagd. De ruimte is nodig om de grond, die straks bij de graafwerkzaamheden vrijkomt, in depot te zetten. Iets meer richting Werkendam is ook de boerderij van J.P. Baelde gesloopt. Tot slot is in De Turfzakken een keet afgebroken. In dit geval houdt de sloop verband met Ruimte voor de Rivier, het beleid van Rijkswaterstaat, dat beoogt de waterafvoer naar zee soepeler te laten verlopen.
Overleg over laagvliegen Regelmatig wordt er geklaagd over laagvliegende militaire helikopters boven de Biesbosch. Daarom heeft het Nationaal Park eind 2005 overlegd met diverse afdelingen van het ministerie van Defensie en de Luchtmachtstaf Nederland. Afgesproken is dat de Luchtmachtstaf een artikel over het laagvliegen zou schrijven voor plaatsing in de Ratelaar. Dit artikel, afkomstig van de Koninklijke luchtmacht, bureau
geluidshinder Den Haag, staat hieronder. Verder is afgesproken dat het Nationaal Park geïnformeerd zal worden als er grotere oefeningen in (de nabijheid van) de Biesbosch op stapel staan. Deze informatie komt vervolgens op onze website www.biesbosch.org te staan. Wie militaire vliegbewegingen boven de Biesbosch constateert, die duidelijk afwijken van het in
bijgaand artikel beschreven beleid, wordt verzocht hiervan melding te maken via de klachtenlijn: tel. 0800–022 60 33. Defensie neemt deze klachten zeer serieus; noem echter wel het juiste tijdstip, de exacte locatie en de geschatte vlieghoogte. Geef deze klacht ook door aan het secretariaat van het Nationaal Park: 073–681 27 15.
Laagvliegen boven de Biesbosch Er zijn duidelijke regels voor het vliegen boven de Biesbosch (foto: Koninklijke Luchtmacht).
De Biesbosch is niet alleen een uitgestrekt natuurgebied tussen de grote rivieren, maar ligt ook tussen twee laagvlieggebieden voor helikopters. Dit zijn de laagvlieggebieden Maas/ Waal en de Zuid-Hollandse Eilanden. Bovendien loopt een laagvliegroute voor propeller(les)vliegtuigen over het noordelijk gedeelte van de Biesbosch, ten noorden van de Nieuwe Merwede.
april 2006
4
Helikopter of propeller(les)vliegtuig zijn daarom hier geen uitzondering, maar voor gevechtsvliegtuigen bestaan er geen laagvliegroutes boven de Biesbosch. Vliegoperaties Vliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht worden ingezet voor nationale en internationale vredesoperaties. De Nederlandse regering vindt dat vliegers van de Koninklijke Luchtmacht over een hoge mate van geoefendheid moeten beschikken om onder diverse omstandigheden hun taken te kunnen uitvoeren, waaronder het vliegen op (zeer) lage hoogte. Laagvliegen mag alleen in aangewezen laagvlieggebieden en op speciale routes. Deze liggen verspreid over Nederland en worden gebruikt voor oefeningen, opleiding en training door zowel gevechtsvlieg-
tuigen als helikopters en propeller(les)vliegtuigen. Biesbosch In zijn algemeenheid heeft de Koninklijke Luchtmacht er geen belang bij om laag over de Biesbosch te vliegen. Dit gebeurt dan ook niet zo vaak. Gevechtsvliegtuigen van het type f-16 zijn dan ook een zeldzaamheid, maar helikopters komen wel eens (laag) over. Helikopters mogen boven de Biesbosch op 50 meter hoogte vliegen. Dit beschouwen we niet als “laagvliegen”, maar als vliegen op geringe hoogte. Dit is de wettelijke minimale vlieghoogte voor helikopters boven Nederland. Dit doen we niet graag, gezien de vele watervogels, maar wanneer het een oefening betreft met niet vliegende eenheden, zoals het oppikken van duikers, mag hiervan
worden afgeweken. De helikopter mag dan dalen tot aan grond- of waterniveau. In die gevallen vliegen helikopters op zeer lage hoogte boven de Biesbosch. Binnen de laagvlieggebieden en op de laagvliegroute is het voor helikopters toegestaan op een hoogte van 30 meter te vliegen. Daar waar nodig voor oefeningdoeleinden mag beneden deze 30 meter worden gevlogen. De vliegers van de Koninklijke Luchtmacht hebben de opdracht om deze vluchten zodanig uit te voeren dat de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht en niet meer verstoring ontstaat dan noodzakelijk voor het uitvoeren van de vluchtopdracht. Defensie en natuur Oefenterreinen en laagvlieggebieden gaan vaak samen met natuurgebieden. Natuurgebieden waarboven (laag) gevlogen wordt, worden in kwetsbare periodes zoveel mogelijk ontzien, ook in de Biesbosch, waar de vaarschool van het Korps Commandotroepen vaak oefent. Deze gebieden zijn waardevol en moeten in stand worden gehouden. Overleg met boswachters en terreinopzichters voorkomt vaak onnodige verstoring van de natuur. Meer informatie over de Koninklijke Luchtmacht, haar operaties en (laagvlieg)oefeningen is te vinden op www.luchtmacht.nl.
Een woordje met … Jan Heijkoop
‘We moeten de plannen in samenhang uitvoeren’ en om de Biesbosch stapelen zich op. De Noordwaard moet water van de Nieuwe Merwede gaan afvoeren; ten zuiden van Dordrecht veranderen honderden hectares landbouwgrond in natuur- en recreatieterrein; Deltanatuur wil nog meer polders in verbinding stellen met open water; in 2008 gaan de Haringvlietsluizen op een kier. Voorzitter van het Overlegorgaan Jan Heijkoop ziet geen bedreiging in al deze plannen. ‘Maar het is wel zaak ze in samenhang uit te voeren en daarbij het Beheeren Inrichtingsplan voor het nationaal park als uitgangspunt te nemen.’
‘Nu er zoveel op de Biesbosch afkomt, is het zaak om die plannen te laten aansluiten op wat we met het nationaal park voor ogen hebben. Het is prima om mee te liften, maar we moeten er wel voor zorgen dat er samenhang ontstaat.’ Het duidelijkst gaat dit volgens hem op voor de Noordwaard. ‘Als zich ergens de discussie opdringt hoe je de plannen voor dat gebied combineert met onze eigen doelstellingen, dan is het wel hier, want de Noordwaard grenst zo’n beetje aan alle kanten aan het nationaal park.’ Een van de dingen die Heijkoop in de Noordwaard geregeld wil zien, is dat het gebied geschikt gemaakt wordt als ganzenopvangplaats. ‘Het probleem van boeren in en om de Biesbosch die schade ondervinden van ganzen die op hun land eten zoeken, speelt al zo lang. Daar moet nu maar eens een oplossing voor komen en daar biedt de Noordwaard een uitgekiende gelegenheid voor, dunkt me.’ Ook al moet de landbouw in de Noordwaard een flinke stap terug doen, Heijkoop ziet wel een toekomst voor de sector. ‘De boeren zullen nieuwe vormen moeten bedenken, waarvan een combinatie met recreatie een levensvatbare lijkt. Ik denk aan een mini-camping bij de boerderij of een kamer die je inricht als bed & breakfast-voorziening. Overigens kunnen sommigen hun bedrijf gewoon voortzetten.’ Heijkoop is te spreken over de wijze waarop de provincie de planvorming voor de Noordwaard uitvoert. ‘De bewoners krijgen de kans mee te praten in de stuurgroep die de plannen nu uitwerkt. Die opzet heeft veel weg van wat bij ons de Gebruikersraad is en dat is een goede manier om tot eendui-
Samenwerken met provincies is belangrijk. Op de foto van links naar rechts: gedeputeerde Van der Sar van Zuid-Holland, Jan Heijkoop, Leo Jalink en oud-gedeputeerde Verheijen van Noord-Brabant (foto: Rob Vereijken).
dig plannen te komen, waarin toch met ieders belangen rekening is gehouden.’ Om alle plannen op elkaar te kunnen afstemmen, heeft het Overlegorgaan behoefte aan meer ambtelijke ondersteuning. ‘Als je je inbreng wilt leveren in de voorbereiding van al die plannen, ben je daar meer tijd aan kwijt dan de uren die de secretaris en adjunct-secretaris nu voor het Overlegorgaan in de weer zijn. We zullen met de provincies Noord-Brabant en ZuidHolland gaan onderhandelen over uitbreiding van dat aantal uren.’ Nu al denkt Heijkoop te kunnen zeggen dat alle op stapel staande plannen bijdragen aan de kerndoelen van het Beheer- en Inrichtingsplan (bip) voor het nationaal park. ‘Ik heb de indruk dat we dankzij alle plannen de natuurkernen in het hart van de Biesbosch beter zullen kunnen ontzien en de recre-
atie nog meer in de randen kunnen concentreren.’ Mocht dat toch anders blijken te liggen, dan geldt volgens hem ‘dat het bip voor het Overlegorgaan vertrekpunt is voor de beoordeling van de plannen.’ Als het aan hem ligt, zal de bemoeienis van het Overlegorgaan met de plannen niet leiden tot een langere voorbereidingstijd. ‘Ik ben namelijk voorstander van snelheid. Hoe korter de periode van onzekerheid voor de grondgebruikers duurt, hoe liever het mij is. Zo lang als het bijvoorbeeld heeft geduurd, voordat de boeren in Polder de Biesbosch wisten waaraan ze toe waren, grenst aan het onfatsoenlijke. Dat Strategisch Groenproject is al tien jaar geleden gelanceerd en pas nu is bekend wat er gaat gebeuren. Wat dat betreft heb ik alle vertrouwen in de wijze waarop de provincie Noord-Brabant de Noordwaard aanpakt.’
5 april 2006
De plannen voor gebieden in
Uit de Oude Doos
De Kalverwaard omstreeks 1900. In de deuropening staat Anna van Drunen-de Vries (foto: Biesboschmuseum).
In september 1802 ging de Kalverwaard van Domeinen over in particuliere handen. De kades werden verhoogd waardoor een vloedvrije polder ontstond die geschikt was voor landbouw. De eigenaren bouwden er een woning op die rond 1880 gesloopt werd, waarna de huidige boerderij verrees. Arnoldus van Drunen met zijn vrouw Anna Jozina de Vries woonden er van ongeveer 1880 tot 1919 en kregen er 11 kinderen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog moest de houten schuur tot op een hoogte van 1,50 meter afgebroken worden omdat hij in het schootsveld van het fort stond. De boerderij stond aanvankelijk langs de Diepen Bevert, een water dat afgedamd werd bij de aanleg van de Bandijk. De boerderij is nu te bereiken via de Beverstaart. Deze naam verwijst naar een griendcomplex ten oosten van de Kalverwaard. De boerderij, een van de oudste in de Noordwaard, wordt nu in zijn voortbestaan bedreigd door “Ruimte voor de Rivier”.
Natuurcursus voor gehandicapten Nieuwe ‘SBB-hoek’ Nationaal Park De Biesbosch biedt mensen met een verstandelijke beperking een Natuurcursus aan, die al dit voorjaar van start gaat. Vorig jaar heeft het nationaal park nagedacht over nieuwe doelgroepen, waaronder mensen met een handicap. Bezoekerscentra en diverse rondvaartboten zijn al wel toegankelijk voor mensen met een lichamelijke beperking, maar er zou meer voor mensen met een verstandelijke handicap te doen moeten zijn. Dat is het project ‘Samen de natuur in’ geworden, dat samen met het ivn is opgezet. Biesboschgidsen gaan een speciale natuurcursus van tien bijeenkomsten geven. Op 10 april is om 20.00 uur daarover een informatiebijeenkomst in Biesboschcentrum Dordrecht, waar gericht belangstellenden voor de cursus worden geworven. Bij de werving verlenen mee West-Brabant en mee Zuid-Holland Zuid steun – beide organisaties onderhouden goede contacten met de doelgroep. Als zich ten minste tien deelnemers melden, gaat de cursus in april van start. Bij de afronding van de cursus, in de herfst, ontvangen de deelnemers een diploma. Voor sommigen zal dat het eerste diploma zijn dat ze ooit hebben gehaald. Gidsen hebben tijdens een bijscholing geleerd hoe zij deze groep gehandicapten moeten benaderen. Opgeven en meer informatie bij: Kees van der Krift, tel. (076) 541 25 01 of
[email protected]
april 2006
6
Agenda • tot 29 mei fototentoonstelling Van hier tot aan de einder, boomfoto’s van W. J. Buitendijk in Biesboschcentrum Dordrecht. • 10 april Informatiebijeenkomst Samen de Natuur in voor mensen met een verstandelijke beperking in Biesboschcentrum Dordrecht. • 12 april Agendacommissie NP De Biesbosch in Biesbosch Bezoekerscentrum Drimmelen. • 1 mei t/m 1 november Kunst in de Biesbosch, tentoonstelling over nieuwe Biesboschkunst in Biesboschmuseum. • 9 mei Gebruikersraad NP De Biesbosch in Biesboschcentrum Dordrecht. • 10 mei Overlegorgaan NP De Biesbosch in Stadskantoor Dordrecht. • 12 en 13 mei Het spookt in de Biesbosch, musical in de Amalia. Kaarten vanaf 3 april bij Biesbosch Bezoekerscentrum Drimmelen. • 30 mei Werkgroep Voorlichting en Educatie NP De Biesbosch in Biesbosch Bezoekerscentrum Drimmelen. • 21 juni Agendacommissie NP De Biesbosch in Biesboschcentrum Dordrecht. Verder heeft ieder bezoekerscentrum dagelijks een uitgebreid programma met activiteiten in de natuur (www.biesbosch.org). Meer informatie: Dordrecht (tel. 078-6305353) Drimmelen (tel. 0162-682233) Werkendam (tel. 0183-504009)
De presentatie van Staatsbosbeheer in het Biesboschmuseum is vernieuwd. De sterk verouderde tentoonstelling is vervangen door een uit drie wanden bestaande presentatie. Er is veel aandacht voor het verleden van Staatsbosbeheer in de Biesbosch. Er zijn foto’s van de eerste medewerkers uit de jaren vijftig, zoals arbeider Wim Nouwen en natuurbeschermingsconsulent Arie Bakker. Ook de geschiedenis van Polder De Dood wordt uitgebreid belicht, waarbij Wil Thijssen – opvolger van Arie Bakker – een bepalende rol speelde. Hij was het die opzettelijk naliet om de in 1962 doorgebroken kade van De Dood te herstellen. Zodoende gaf hij het startsein voor het eerste natuurbeschermingsproject in de Biesbosch, al werd dat toen niet zo opgevat. Natuurlijk is er ook ruimte gereserveerd voor de natuur. Zo is er een paneel met ‘nieuwe’ vogels, zoals de Purperreiger, Lepelaar en Grote zilverreiger. Deze soorten verschenen in de Biesbosch – of lieten zich er vaker zien – toen de kleiwinning achter de rug was en veel polders waren veranderd in natuurontwikkelingsgebieden.
Colofon Deze nieuwsbrief is bestemd voor alle personen en organisaties die direct betrokken bij en/of geïnteresseerd zijn in de ontwikkelingen in de Biesbosch. De in de nieuwsbrief gepubliceerde meningen geven niet noodzakelijk het beleid van het Overlegorgaan Nationaal Park De Biesbosch weer.
Redactieadres IVN Consulentschap Brabant Postbus 883 5280 aw Boxtel Tel: 0411-614111 Fax: 0411-614112 Internet: www.biesbosch.org E-mail:
[email protected] Eindredactie Rob Vereijken Redactie Daan Bruysters, Frans Fronik, Jacques van der Neut, Wim van Wijk Vormgeving Buro Kloeg Lay-out Sander Neijnens Oplage 1050 exemplaren Copyright Voorzien van een bronvermelding kunnen artikelen uit deze nieuwsbrief geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. De Ratelaar is gedrukt op 100% gerecycled papier